Inspectierapport Kindercentrum Moedersschoot (KDV) Dr. H.Colijnstraat 250 1067 CP AMSTERDAM Registratienummer: 144459498
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 05-08-2014 Type onderzoek: Onderzoek na aanvraag Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 01-09-2014
Kindercentrum Moedersschoot - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
1/16
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Kindercentrum Moedersschoot - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
2/16
Het onderzoek Onderzoeksopzet 'Kindercentrum Moeders Schoot B.V.' heeft op 24 juli 2014 een verzoek ingediend tot overname van de kindercentra van 'Kinderdagverblijf Moeder's Schoot B.V.' Dit rapport is opgesteld naar aanleiding van een onderzoek na aanvraag voor de locatie 'Kinderdagverblijf Moeder's Schoot B.V.' aan de Dr. H. Colijnstraat 250. Het onderzoek na aanvraag is uitgevoerd op 5 augustus 2014 op grond van artikel 1.62, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. In dit onderzoek is beoordeeld in hoeverre de vestiging redelijkerwijs zal gaan voldoen aan de kwaliteitseisen; kwaliteitseisen met betrekking tot de praktijk zijn hierbij niet beoordeeld. In het kader van overleg en overreding is de houder in de gelegenheid gesteld om tijdens het onderzoek nog meerdere beleidsstukken aan te passen en aan te vullen. De directeur heeft hiervan gebruikgemaakt.
Beschouwing Algemeen In de praktijk is er sprake van een doorstart van de organisatie. De voormalige houder 'Kinderdagverblijf Moeder's Schoot B.V.' is onlangs failliet verklaard en er wordt onder de naam 'Kindercentrum Moeders Schoot B.V.' een doorstart gemaakt. Kindercentrum Moeders Schoot B.V. heeft twee bestuurders die beide zelfstandig bevoegd zijn. Eén van beide bestuurders is de voormalige directeur van de vorige houder. De tweede bestuurder exploiteert elders in Nederland verschillende kindercentra. Tijdens het onderzoek is verklaard dat deze persoon geen invloed zal uitoefenen op de beleidsvoering. Het merendeel van beroepskrachten heeft een nieuwe arbeidsovereenkomst ontvangen. De plaatsingsovereenkomsten van alle ouders worden niet vervangen maar lopen door. Ouders hebben naar aanleiding van het faillissement wel de mogelijkheid gehad om de plaatsingsovereenkomst per direct op te zeggen. De doorstart wordt gemaakt met drie locaties: de beide kinderdagverblijven aan de Dr. H. Colijnstraat 250 en 252 en de buitenschoolse opvang aan de Dr. H. Colijnstraat 483. De locatie aan de Ewoud Worststraat zal geen doorstart maken. Tot 1 augustus jl. was de curator verantwoordelijk voor de opvang op alle locaties, daarna is de verantwoordelijkheid overgedragen aan de nieuwe houder 'Kindercentrum Moeders Schoot B.V.' Voor de exploitatie door de nieuwe houder is echter nog geen positief besluit genomen door de gemeente. De locaties blijven totdat er een besluit is genomen op de aanvragen door de nieuwe houder geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen op basis van de eerdere registraties. Tijdens het inspectieonderzoek waren de directeur en de intern begeleider aanwezig. Aangezien er voorafgaand aan het onderzoek nog geen beleid is opgesteld door de houder heeft de toezichthouder de gelegenheid geboden het beleid na te sturen. Bij het beoordelen van deze stukken is gebleken dat de vestigingen niet redelijkerwijs zouden gaan voldoen aan een groot aantal van de kwaliteitseisen die worden gesteld. Omdat de locaties reeds in exploitatie zijn is er overleg en overreding toegepast. De leidinggevende en de intern begeleider hebben op verzoek van de directeur stukken gestuurd om aan te tonen hoe er zal worden voldaan aan deze kwaliteitseisen voordat er een besluit zal worden genomen door de gemeente. Er is op verzoek van de directeur en de leidinggevende meerdere malen uitstel verleend en ook na het aanleveren van de laatste stukken is gebleken dat zij nog steeds bezig zijn met het afstemmen van het beleid. Tijdens het eerstvolgende onderzoek zal extra aandacht worden besteed aan met name het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Indien onvoldoende aan de voorschriften wordt voldaan zal aan de gemeente geadviseerd worden om handhavend op te treden. Vertrouwenspersoon Er is geen vertrouwenspersoon aangesteld voor ouders en/of personeel. Klachtencoördinator Het kinderdagverblijf is aangesloten bij de externe klachtencommissie sKK. In de interne klachtenprocedure is opgenomen dat de directeur van het kinderdagverblijf de functie van klachtencoördinator bekleedt. Er is geen functieomschrijving vastgesteld voor de functie van klachtencoördinator.
Advies aan college van B&W Uit onderzoek is gebleken dat nog niet aan alle kwaliteitseisen wordt voldaan, maar de houder heeft binnen het onderzoek aangetoond dat de vestiging vanaf het moment van opname in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen redelijkerwijs zal voldoen aan de kwaliteitseisen die bij wet- en regelgeving aan de exploitatie zijn gesteld. De toezichthouder adviseert om de exploitatie van de vestiging met LRKP-nummer 144459498 door Kindercentrum Moeders Schoot B.V. toe te staan en dit, evenals de gewijzigde naam, op te nemen in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen.
Kindercentrum Moedersschoot - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
3/16
Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang valt binnen de gestelde definitie. Er is sprake van kinderopvang in de zin van de wet. Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving De nieuwe houder 'Kindercentrum Moeders Schoot B.V.' heeft een aanvraag gedaan voor de exploitatie van drie vestigingen. De houder heeft geen andere vestigingen in exploitatie. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek
Kindercentrum Moedersschoot - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
4/16
Pedagogisch klimaat Tijdens het inspectieonderzoek is geconstateerd dat het pedagogisch beleidsplan niet aan alle gestelde eisen voldeed. Er ontbrak onder andere een beschrijving van de wijze waarop het vierogenprincipe wordt gewaarborgd en de werkwijze met betrekking tot het samenvoegen van stamgroepen werd onvoldoende concreet beschreven. De houder heeft binnen de termijn van het onderzoek een aangepast pedagogisch beleidsplan aan de toezichthouder gestuurd. Pedagogisch beleidsplan De houder heeft één pedagogisch beleidsplan voor beide kinderdagverblijven aan de Dr. H. Colijnstraat 250 en Dr. H. Colijnstraat 252. In het pedagogisch beleidsplan wordt voor verschillende onderdelen duidelijk onderscheid gemaakt tussen de beide vestigingen. In het pedagogisch beleidsplan wordt beschreven op welke wijze de emotionele veiligheid wordt gewaarborgd, op welke wijze de sociale en persoonlijke competenties worden gestimuleerd en op welke wijze de overdracht van normen en waarden plaatsvindt. Alleen op de vestiging aan de Dr. H. Colijnstraat 250 wordt een voorschoolgroep geëxploiteerd. Op alle groepen van beide kinderdagverblijven wordt echter gewerkt aan de hand van het VVEprogramma Ko-totaal waarbij handpop Puk een centrale rol speelt. Daarnaast wordt in het pedagogisch beleidsplan beschreven op welke wijze de beroepskrachten worden ondersteund door onder andere de directeur, de leidinggevende, de intern begeleidster, de voorschoolcoördinator, de huishoudelijk medewerkster en stagiaires. Tevens wordt beschreven op welke wijze kinderen kunnen wennen (zowel intern als extern) aan een nieuwe stamgroep en wat het beleid is ten aanzien van de mogelijkheid om extra dagdelen af te nemen. Tot slot wordt tevens beschreven op welke wijze het vierogenprincipe is vormgegeven. De houder beschrijft onder andere het gebruik van camera's en babyfoons. De voorwaarde met betrekking tot het verlaten van de stamgroep zal bij het eerstvolgende bezoek in de praktijk worden beoordeeld wanneer duidelijk is op welke momenten kinderen daadwerkelijk hun stamgroep (kunnen) verlaten. De houder dient in het pedagogisch beleid voor deze momenten te beschrijven op welke wijze de emotionele veiligheid wordt gewaarborgd en wat het gevolg is voor de beroepskracht-kind-ratio. Momenteel beschrijft de houder slechts dat kinderen hun stamgroep kunnen verlaten bij het gebruik van de centrale hal in de Dr. H. Colijnstraat 252. Volgens het pedagogisch beleidsplan is bij het gebruik hiervan altijd een vaste beroepskracht van de kinderen aanwezig. Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is. Op beide locaties zijn drie groepen aanwezig en worden twee beroepskrachten per groep ingezet. Er wordt geopend en afgesloten met één beroepskracht per groep. Op rustige dagen of dagen waarop groepen worden samengevoegd wordt geopend en afgesloten met twee beroepskrachten per locatie. Daarnaast zijn er ook alle dagen mensen van kantoor (de directeur, de leidinggevende, de intern begeleidser, de voorschoolcoördinator) aanwezig. Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan, versie 1.5 (ontvangen d.d. 11 augustus 2014) - Pedagogisch beleidsplan, versie 1.6 (ontvangen d.d. 21 augustus 2014) - Gesprek met de directeur en de intern begeleidster op 5 augustus 2014
Kindercentrum Moedersschoot - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
5/16
Personeel en groepen De nieuwe houder 'Kindercentrum Moeders Schoot B.V.' neemt vrijwel alle beroepskrachten die werkzaam zijn op de locatie over en heeft hun nieuwe arbeidsovereenkomsten aangeboden. Verklaring omtrent het gedrag De rechtspersoon 'Kindercentrum Moeders Schoot B.V.' is in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag. De toezichthouder heeft beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een verklaring omtrent gedrag die is afgegeven voor de werkzaamheden bij de huidige houder. Eén verklaring omtrent het gedrag is ouder dan twee jaar. Voor alle beroepskrachten wordt een nieuwe verklaring omtrent het gedrag aangevraagd. Ten tijde van het inspectiebezoek op 5 augustus jl. heeft de houder van een groot aantal beroepskrachten de (aanvraag voor een) nieuwe verklaring omtrent het gedrag getoond. Voor drie beroepskrachten was nog geen nieuwe verklaring omtrent het gedrag aangevraagd. Op 11 augustus jl. heeft de houder laten weten dat één van hen nog met zwangerschapsverlof is en een ander nog met vakantie. Beide zullen niet worden ingezet voordat er een geldige verklaring omtrent het gedrag is overgelegd. Van de derde persoon is op 21 augustus jl. aangetoond dat er een nieuwe verklaring omtrent het gedrag is aangevraagd. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Twee beroepskrachten beschikken over het programmacertificaat van KO-totaal en voldoen aan de Amsterdamse taalnorm. Een derde beroepskracht is in het bezit van het start- en basiscertificaat voor het bieden van voorschoolse educatie en voldoet aan de Amsterdamse taalnorm. Opvang in groepen Er zijn drie stamgroepen. De voorschoolgroep 'Tom & Jerry' bestaat uit maximaal vijftien kinderen tussen de twee en vier jaar oud. De babygroepen 'Donald Duck' en 'Tweety' bestaan beide uit maximaal acht kinderen tussen de nul en twee jaar oud. Ieder kind is geplaatst in één van de vaste stamgroepen. Alle kinderen worden dagelijks in groepen opgevangen. Kinderen worden niet opgevangen in een tweede stamgroep indien er extra opvangdagen worden aangeboden. Volgens het opgestelde rooster zullen de groepen per 18 augustus 2014 niet worden samengevoegd. In de afgelopen vakantieperiode is het voorgekomen dat groepen zijn samengevoegd. Dit is alleen toegestaan indien het een structurele samenvoeging betreft die voorafgaand ter advies aan de oudercommissie is voorgelegd en is opgenomen in het beleid van de houder. Vooralsnog worden er geen kinderen in een tweede stamgroep opgevangen. Indien kinderen in een tweede stamgroep worden geplaatst omdat er op de eigen groep geen plaats is, zal dat niet langer duren dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode. Beroepskracht-kind-ratio Op alle groepen worden twee beroepskrachten per dag ingezet. Vanwege een terugloop in het aantal kinderen zijn op woensdag en vrijdag in de groep Donald Duck maximaal vier kinderen aanwezig en zal één beroepskracht worden ingezet. Op basis van de aangeleverde planningslijsten van augustus 2014 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er voldoende beroepskrachten ingezet zullen worden voor het aantal geplande kinderen. De beroepskrachten hebben dagelijks de volgende werktijden: van 7.30-16.30 uur, van 9.00-18.00 uur en van 7.30-18.00 uur. Beroepskrachten die om 7.30 uur starten houden tussen 9.00 en 9.30 uur 15 minuten pauze en houden 45 minuten pauze tijdens de middag. Beroepskrachten die om 9.00 uur starten pauzeren 60 minuten tussen 13.00 en 15.00 uur. Omdat er gedurende de pauzes van de beroepskrachten al twee uur wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio is het mogelijk dat per dag de maximale afwijking van drie uur wordt overschreden. De houder heeft verklaard de eerste maanden de breng- en haaltijden van de kinderen te zullen registreren zodat bekeken kan worden of en zo ja op welke dagen er meer dan drie uur wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Op de dagen dat er slechts één beroepskracht wordt ingezet op de babygroep, wordt tijdens de pauze de beroepskracht vervangen door de leidinggevende of de intern begeleidster die beide over een passende beroepskwalificatie beschikken. De houder geeft aan dat het niet voorkomt dat beroepskrachten alleen in het kindercentrum aanwezig zijn; er wordt dagelijks door twee of drie beroepskrachten geopend en gesloten. Indien één van deze personen wegens een calamiteit niet aanwezig kan zijn, dan is er iemand op kantoor aanwezig (leidinggevende, intern begeleidster of voorschoolcoördinator). Het zal niet voorkomen dat een beroepskracht alleen aanwezig is in het kindercentrum.
Kindercentrum Moedersschoot - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
6/16
Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang zal door alle beroepskrachten Nederlands worden gesproken. Gebruikte bronnen: - Afschriften (aanvragen) verklaringen omtrent het gedrag - Afschriften beroepskwalificaties - Afschriften taaltoetsen (ontvangen op 11 augustus 2014) - Afschriften kwalificaties voorschoolse educatie (ontvangen op 11 augustus 2014) - Overzicht inzet beroepskrachten augustus 2014 (ontvangen op 21 augustus 2014) - Planningslijsten augustus 2014 (overhandigd tijdens het inspectiebezoek d.d. 5 augustus 2014) - Pedagogisch beleidsplan, versies 1.5 en 1.6 - Gesprek met de houder en intern begeleidster d.d. 5 augustus 2014 - E-mailberichten ontvangen d.d. 11, 21 en 22 augustus 2014 - Inspectieonderzoek
Kindercentrum Moedersschoot - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
7/16
Veiligheid en gezondheid Voorafgaand aan het inspectieonderzoek van 5 augustus 2014 zijn er geen risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid alsmede een plan van aanpak (waaronder werkinstructies en protocollen) toegestuurd. Na afloop van het inspectiebezoek op locatie heeft de intern begeleidster op 11 augustus 2014 de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid alsmede het volledige plan van aanpak veiligheid en gezondheid aan de toezichthouder toegezonden. De toezichthouder heeft beoordeeld dat deze risico-inventarisaties alsmede de plannen van aanpak niet voldeden aan alle eisen conform wet- en regelgeving. De toezichthouder heeft de directeur in het kader van overleg en overreding in de gelegenheid gesteld om de stukken aan te passen. Op 25 augustus 2014 heeft de leidinggevende de aangepaste risico-inventarisaties alsmede de aangepaste plannen van aanpak aan de toezichthouder toegezonden. De toezichthouder heeft deze stukken meegenomen in het onderzoek. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Op 5 en 25 augustus 2014 zijn er risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid uitgevoerd. Met betrekking tot de veiligheidsrisico's zijn de volgende ruimtes geïnventariseerd: de buitenspeelruimte, de entree, het kantoor, de keuken, de leefruimtes van de drie groepen, het toilet voor volwassenen, de toiletruimte van de voorschoolgroep en de slaapkamers van de babygroepen. Met betrekking tot de gezondheidsrisico's heeft de houder de risico's op de thema's binnenmilieu, buitenmilieu, medisch handelen en de overdracht van ziektekiemen per groep geïnventariseerd. De gezondheidsrisico's met betrekking tot het binnenmilieu zijn afzonderlijk voor de beide slaapkamers geïnventariseerd. Er is een plan van aanpak waarin de benodigde maatregelen zijn beschreven om de aanwezige veiligheids- en gezondheidsrisico's te reduceren. Hiervoor is gebruikgemaakt van de digitale risicomonitor en hierin is verwezen naar diverse (gedrags)afspraken die zijn vastgelegd in verschillende protocollen en werkinstructies. Met betrekking tot de veiligheid zijn er bijvoorbeeld protocollen 'veiligheid', 'EHBO' en 'buitenspelen'. Met betrekking tot de gezondheid zijn er bijvoorbeeld protocollen 'gezondheid', 'hygiëne' en 'handen wassen'. Voor de registratie van ongevallen wordt gebruikgemaakt van het standaard registratieformulier uit de risicomonitor. Tijdens het onderzoek is geconstateerd dat niet alle groepsspecifieke veiligheidsrisico's door de houder zijn geïnventariseerd. Dit betreft onder andere het 'podium' in de leefruimtes van de peuter- en babygroep en de veiligheidsrisico's die het gebruik van het parkeerterrein met zich meebrengt (ouders hebben instructies ontvangen met betrekking tot het gebruik van het parkeerterrein). De leidinggevende heeft in een e-mailbericht van 25 augustus jl. verklaard dat een vraag met betrekking tot het toevoegen van deze risico's is uitgezet bij het FCB (die als vraagbaak fungeert voor het gebruik van de digitale risicomonitor). De inventarisatie van deze risico's alsmede de gemaakte afspraken om de risico's te reduceren zullen bij het eerstvolgende bezoek worden beoordeeld. Tevens zal bij het eerstvolgende inspectiebezoek de samenhang tussen de geïnventariseerde risico's en de maatregelen worden beoordeeld. Er wordt verwezen naar vele beleidsstukken maar door onder andere veranderingen in de praktijk en aanpassingen in het beleid komen niet alle maatregelen die in de digitale risicomonitor door de houder worden genoemd terug in de werkinstructies en protocollen waarnaar wordt verwezen. Extra aandacht zal dan tevens besteed worden aan de gezondheidsrisico's die het bereiden van (warm) voedsel met zich meebrengt. Dagelijks wordt door de groepshulp een warme maaltijd bereid. De groepshulp draagt tevens zorg voor de uitvoering van een aantal schoonmaakwerkzaamheden waaronder het wassen van het beddengoed. De beroepskrachten dragen zelf zorg voor de uitvoering van dagelijkse schoonmaakwerkzaamheden zoals de schoonmaak van de commode/toiletruimte en de tafels, vloeren etc. Er wordt gebruikgemaakt van aftekenlijsten om te registreren wanneer welke werkzaamheden zijn uitgevoerd. Twee keer per jaar is er een groot teamoverleg waarbij alle beroepskrachten van alle vestingen van 'Kindercentrum Moeders Schoot B.V.' aanwezig zijn. Hierbij worden algemene zaken, het veiligheids- en gezondheidsbeleid alsmede het personeelsbeleid besproken. Tijdens het maandelijkse groepsoverleg worden de verschillende protocollen en werkinstructies met betrekking tot veiligheid en gezondheid besproken. Meldcode kindermishandeling Er wordt bij het kindercentrum gebruikgemaakt van de ‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ van de Brancheorganisatie kinderopvang (versie juli 2013). Deze meldcode is toegespitst op de organisatie (zo wordt onder andere aandacht besteed aan de rol van de intern begeleidster) en de meldcode is voorzien van een versienummer en een versiedatum. Er is niet beoordeeld of de houder de kennis en het gebruik van de meldcode voldoende bevordert. Volgens het pedagogisch beleidsplan volgen de beroepskrachten cursussen om signalen van kindermishandeling te herkennen. Daarnaast zijn de leidinggevende en de directeur aangesteld als aandachtsfunctionaris en zullen zij de beroepskrachten ondersteunen bij het gebruik van de meldcode. Bij het eerstvolgende inspectiebezoek zal aan de hand van de praktijk worden beoordeeld of de houder hiermee de kennis en het gebruik van de meldcode voldoende bevordert. Vierogenprincipe In het gehele kindercentrum wordt op de groepen gebruikgemaakt van camera's en de beelden hiervan worden bekeken door de directie. In de slaapruimtes van 'Donald Duck' en 'Tweety' wordt gebruikgemaakt van een babyfoon. De directeur heeft verklaard de camera's van de voormalige locatie aan de Ewoud Worststraat te willen gebruiken in de slaapruimtes van de beide locaties aan de Dr. H. Colijnstraat. De beide babygroepen hebben een Kindercentrum Moedersschoot - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
8/16
commode in de groepsruimte staan en de voorschoolgroep heeft in het midden van de groepsruimte een toiletruimte voor de peuters zodat vanuit de groep zicht is op de toiletruimte. In het pedagogisch beleidsplan is opgenomen dat de leidinggevende onder andere meerdere keren per dag de groepsruimtes bezoekt en beroepskrachten worden tijdens werkoverleg geïnformeerd over het vierogenprincipe. Uitstapjes worden altijd in het bijzijn van minimaal twee beroepskrachten uitgevoerd. Vanuit de voorschoolgroep is zicht op de gehele buitenspeelruimte. Gebruikte bronnen: - Risico-inventarisatie veiligheid, d.d. 5 augustus 2014 - Risico-inventarisatie gezondheid, d.d. 5 augustus 2014 - Risico-inventarisatie gezondheid, d.d. 25 augustus 2014 - Plan van aanpak: beschrijving van maatregelen en (gedrags)afspraken in de digitale risicomonitor, diverse werkinstructies en protocollen (ontvangen op 25 augustus 2014) - Document: 'Meldcode KO Moedersschoot 2014 versie 1.2' (ontvangen d.d. 11 augustus 2014) - Document: 'Pedagogisch beleidsplan dagopvang versie 1.6' (ontvangen d.d. 21 augustus 2014) - Gesprek met de directeur en de intern begeleidster d.d. 5 augustus 2014 - Inspectieonderzoek
Kindercentrum Moedersschoot - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
9/16
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Het kindercentrum beschikt over drie stamgroepsruimtes. De houder heeft de plattegrond aangeleverd die behoort bij de omgevingsvergunning van 8 juli 2008. Op de plattegrond zijn de oppervlakten van beide babygroepen samengenomen, waardoor de toezichthouder de beide ruimtes heeft nagemeten. De eerste stamgroepsruimte (Tweety) heeft volgens de metingen van de toezichthouder een oppervlakte van ongeveer 30 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van maximaal 8 kinderen. De tweede stamgroepsruimte (Donald Duck) heeft volgens de metingen van de toezichthouder een bruto-oppervlakte van ongeveer 29 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van maximaal 8 kinderen. De derde stamgroepsruimte (Tom & Jerry) heeft volgens de plattegrond een oppervlakte van 61 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van het gewenste aantal van 15 kinderen. In totaal is er voldoende oppervlakte beschikbaar voor het aantal kindplaatsen dat maximaal wordt geëxploiteerd, namelijk 31. De houder heeft verklaard een nieuwe plattegrond op te laten stellen die overeenkomt met de huidige praktijk. De groepsruimtes zijn ingericht met verschillende hoeken en hebben een uitgebreid aanbod aan spelmateriaal. Het spelmateriaal bevindt zich overwegend in doorzichtige plastic bakken die de kinderen zelf kunnen pakken en die zijn voorzien van een foto met daarop de inhoud van de bak. De groep 'Tom & Jerry' beschikt onder andere over een thematafel, een keukenhoek, een leeshoek, een bouwhoek, een puzzelhoek en een activiteitenbegeleidingshoek. De babygroepen 'Donald Duck' en 'Tweety' beschikken onder andere over een grondbox en divers los spelmateriaal. De beide babygroepen beschikken over een eigen slaapkamer met tien bedden. Dit aantal is voldoende afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. De kinderen van voorschoolgroep 'Tom & Jerry' slapen niet meer. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte wordt gedeeld met de groepen van de dagopvang op nummer 252 waar maximaal 34 kinderen worden opgevangen. In totaal zullen er maximaal 65 kinderen worden opgevangen. De toegankelijke en aangrenzende buitenruimte heeft een dusdanige omvang dat er ruim voldoende oppervlakte beschikbaar is voor de opvang van 65 kinderen. Volgens de aangeleverde plattegrond beschikt de buitenspeelruimte over 300 m². De buitenspeelruimte is ingericht met een zandbak, een speelhuis met een glijbaan en een klimtoestel. Daarnaast is er verschillend los spelmateriaal aanwezig zoals ballen, fietsjes en zandspullen. Gebruikte bronnen: - Plattegrond (d.d. 16 oktober 2007 behorend bij de omgevingsvergunning d.d. 8 juli 2008) - Plattegrond buitenspeelruimte (onderdeel van een brief van het stadsdeel d.d. 24 september 2007) - E-mailberichten d.d. 11, 21 en 22 augustus 2014 - Inspectieonderzoek
Kindercentrum Moedersschoot - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
10/16
Ouderrecht Voorafgaand aan het inspectieonderzoek van 5 augustus 2014 zijn er geen documenten toegestuurd waaruit blijkt op welke wijze ouders worden geïnformeerd over het te voeren beleid. Na afloop van het inspectiebezoek op locatie heeft de intern begeleidster op 11 augustus 2014 onder andere het ouderbeleid en een nieuwsbrief toegestuurd. De toezichthouder heeft beoordeeld dat het ouderbeleid niet alle vereiste informatie bevat. De toezichthouder heeft de directeur in het kader van overleg en overreding in de gelegenheid gesteld om de stukken aan te passen. Op 25 augustus 2014 heeft de toezichthouder een aangepast pedagogisch beleidsplan ontvangen waarvan de leidinggevende beschrijft dat deze aanvullend aan het ouderbeleid aan ouders wordt verstrekt om hen te informeren over de vereiste onderwerpen. De toezichthouder heeft dit stuk meegenomen in het onderzoek. Informatie Ouders worden geïnformeerd door middel van het ouderbeleid, het pedagogisch beleidsplan, de website www.moedersschoot.nl, intakegesprekken en nieuwsbrieven. In het ouderbeleid worden ouders onder andere geïnformeerd over het pedagogisch beleid, de opleidingseisen, de inzet van beroepskrachten in opleiding en het veiligheids- en gezondheidsbeleid. In het pedagogisch beleidsplan worden ouders geïnformeerd over de groepsgroottes. In het pedagogisch beleidsplan wordt met betrekking tot de beroepskracht-kind-ratio slechts benoemd dat op alle groepen twee beroepskrachten per dag worden ingezet. Dit dient nader te worden gespecificeerd en bovendien dient rekening te worden gehouden met de gewijzigde praktijksituatie waarbij op sommige dagen op de babygroep slechts één beroepskracht wordt ingezet. Bij het eerstvolgende inspectiebezoek zal opnieuw worden onderzocht in welke mate bij de beschrijving van de beroepskracht-kind-ratio rekening is gehouden met de verschillende aantallen en leeftijden. Op de whiteboards in de groepen kunnen ouders lezen welke beroepskrachten welke dag werkzaam zijn. De directeur heeft alle ouders door middel van een brief geïnformeerd over het faillissement van 'Kinderdagverblijf Moedersschoot B.V.' en de doorstart van 'Kindercentrum Moeders Schoot B.V.' Ten tijde van het inspectieonderzoek op 5 augustus 2014 beschreef de informatie aan ouders nog de oude situatie. De toezichthouder heeft op 22 augustus jl. opnieuw de website geraadpleegd. De informatie met betrekking tot de exploitatie van het kindercentrum in de Ewoud Worststraat is inmiddels verwijderd maar de meest recente documenten zijn nog niet beschikbaar gesteld. Er worden onder andere verouderde versies van het ouderbeleid en het pedagogisch beleidsplan beschikbaar gesteld. Klachten Er is een klachtenregeling voor ouders vastgesteld. Deze regeling is te vinden in het document 'Klachtenprocedure Klanten kindercentrum Moeders Schoot BV'. De klachtenregeling wordt op passende wijze onder de aandacht van ouders gebracht door middel van de aparte klachtenprocedure, het pedagogisch beleidsplan en het ouderbeleid. De regeling in de klachtenprocedure geeft duidelijk weer dat een ouder zich te allen tijde tot de onafhankelijke klachtencommissie kan richten. Deze informatie dient tevens aan de beschrijvingen die in het ouderbeleid en pedagogisch beleidsplan zijn opgenomen te worden toegevoegd. De directeur heeft tijdens het inspectieonderzoek een e-mail getoond waaruit blijkt dat de externe klachtencommissie wijzigingen heeft doorgevoerd ten behoeve van de aansluiting van de locaties die een doorstart maken. Echter, de aansluiting voor de locatie aan de Dr. H. Colijnstraat 250 is niet zichtbaar op de website van de sKK, dit in tegenstelling tot de bevestiging van de externe klachtencommissie. Gebruikte bronnen: - Document: 'Klachtenprocedure Klanten kindercentrum Moeders Schoot BV' (ontvangen d.d. 21 augustus 2014) - Document: 'Ouderbeleid' (versie 1.2 ontvangen d.d. 11 augustus 2014) - Document: 'Pedagogisch beleidsplan dagopvang versie 1.6' (ontvangen d.d. 21 augustus 2014) - Document: 'Brief ouders doorstart d.d. 4 augustus 2014' - Document: 'E-mailwisseling tussen kindercentrum Moeders Schoot en de sKK van 4 en 5 augustus 2014' - Website www.moedersschoot.nl (geraadpleegd d.d. 5 en 22 augustus 2014) - Gesprek met de directeur en de intern begeleidster d.d. 5 augustus 2014 - Inspectieonderzoek
Kindercentrum Moedersschoot - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
11/16
Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen. Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder.
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en op dat moment niet ouder dan twee maanden. Een verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; Kindercentrum Moedersschoot - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
12/16
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. Kindercentrum Moedersschoot - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
13/16
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement.
Kindercentrum Moedersschoot - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
14/16
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Kindercentrum Moedersschoot 000019137699 http://www.moedersschoot.nl 31 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Kindercentrum Moeders Schoot B.V. Dr. H.Colijnstraat 252 1067 CP AMSTERDAM 34297724
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. drs. M.F.A. Hammerstein
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
05-08-2014 27-08-2014 01-09-2014 01-09-2014 02-09-2014
: 02-09-2014 :
Kindercentrum Moedersschoot - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
15/16
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze n.a.v. inspectie Kindercentrum Moeders Schoot BV Locatie: Dr. H. Colijnstraat 250 ________________________________________ Klachtencoördinator De functieomschrijving van de klachtencoördinator is inmiddels opgesteld. Pedagogisch klimaat Het pedagogisch beleidsplan is herzien; op welke wijze de emotionele veiligheid gewaarborgd wordt en wat het gevolg is voor de beroepskracht-kind ratio staat hier nu in beschreven indien de stamgroep verlaten wordt. Inventarisatie veiligheid en gezondheid Bij het eerstvolgende inspectiebezoek zullen wij ook de groepsspecifieke veiligheidsrisico’s geïnventariseerd hebben. Wij hebben hiervoor contact opgenomen met het FCB. Klachten Wij nemen contact op met het SKK in verband met aansluiting van de locatie Dr. H. Colijnstraat 250.
Kindercentrum Moedersschoot - Onderzoek na aanvraag 05-08-2014
16/16