Inspectierapport Kindercentrum "De Blokkendoos" (KDV) Bezantijnenstraat 2b 7783BR GRAMSBERGEN Registratienummer

Inspectierapport Kindercentrum "De Blokkendoos" (KDV) Bezantijnenstraat 2b 7783BR GRAMSBERGEN Registratienummer 191094067

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD IJsselland HARDENBERG 05-08-2014 Regulier onderzoek Definitief 26-08-2014

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8 Ouderrecht ..................................................................................................................... 9 Inspectie-items ..................................................................................................................10 Gegevens voorziening .........................................................................................................13 Gegevens toezicht ..............................................................................................................13 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .............................................................................14

2 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 05-08-2014 Kindercentrum "De Blokkendoos" te GRAMSBERGEN

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. In dit onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, op gebied van de eisen aan het personeel, de beroepskracht-kind-ratio en de pedagogische kwaliteit. In opdracht van de gemeente is ook de invulling van het vierogenprincipe en de meldcode kindermishandeling op de locatie beoordeeld. Beschouwing Op 5 augustus 2014 is kinderdagverblijf "De Blokkendoos" te Gramsbergen bezocht. Kindercentrum "De Blokkendoos" is onderdeel van Stichting Welluswijs. Deze locatie is gevestigd aan de Bezantijnenstraat 2b te Gramsbergen. Het kindercentrum is 5 dagen open. Tijdens de inspectie bleek dat op deze locatie de beroepskrachten in totaal 4 uur alleen op de groep staan. Er mag echter maximaal 3 uur worden afgeweken van de beroepskracht-kindratio. Omdat de tijden waarop het kind gebracht of gehaald wordt, niet worden genoteerd op de presentielijsten is het voor de toezichthouder niet inzichtelijk hoe lang er in de praktijk precies wordt afgeweken. Deze problematiek speelt op meerder locaties van Stichting Welluswijs, vandaar dat er met de houder is afgesproken dat de inzichtelijkheid van de afwijkingstijden van de beroepskrachtkindratio vanaf 1 oktober 2014 op alle locaties in orde moet zijn. Het kinderdagverblijf heeft 2 groepen. Op dit moment wordt er 1 stamgroep gebruikt, deze is passend ingericht en biedt voldoende uitdaging voor de kinderen. De kinderen kunnen op verschillende plekken rond de locatie buitenspelen. Eén speelruimte is aangrenzend aan de groep. Deze buitenruimtes bieden voldoende uitdaging voor de kinderen. De buitenschoolse opvang is ook gevestigd op deze locatie.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.


Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat De beoordeling van het item pedagogisch beleid heeft alleen betrekking op het het onderwerp "vierogenprincipe" en de hieraan gekoppelde verplichtingen van de houder.

Pedagogisch beleid De houder heeft het vierogenprincipe verwoord in haar pedagogisch werkplan. De toezichthouder heeft dit beleid als voldoende beoordeeld. Enkele voorbeelden (m.b.t. het vierogenprincipe) uit het pedagogisch werkplan:  De locatie is van veel glas voorzien zowel naar buiten toe als binnen in de opvang, waardoor het gemakkelijk is om bij elkaar naar binnen te kijken en mee te luisteren. Ook vanuit de groepsruimte is er zicht in de verschoningsruimte, toiletten en slaapkamers.  De (buiten)deuren naar leefruimtes worden niet afgesloten. Ouders zijn altijd welkom om binnen te lopen op de locatie.  Indien er sprake is van één beroepskracht op de locatie, wordt zoveel mogelijk een tweede volwassenen ingezet in het gebouw: een stagiaire, een groepshulp, vrijwilliger of de clustermanager.  In de vakantieperiode wordt er door de clustermanagers aan de hand van een rijschema gereden naar vestigingen waar één beroepskracht aanwezig is zodat hierdoor meer controle is.

Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk getoetst in theorie en in de praktijk. Er is gekeken naar de verschillende aspecten van de pedagogische praktijk. Hieronder worden een aantal aspecten nader uitgewerkt. De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan Het pedagogisch werkplan wordt geregeld besproken in het teamoverleg. Emotionele veiligheid De beroepskracht reageert op signalen van de baby door zelf ook geluidjes te maken, aan te raken en emoties te laten zien. Zij lokt dit contact ook uit. Tijdens deze contact momenten is de aandacht volledig gericht op de baby. Voorbeeld: tijdens de inspectie was er volledige aandacht voor het kind dat verschoond werd en de fles kreeg. De beroepskracht verwoorde wat zij ging doen, knuffelde het kind en reageerde op zijn geluidjes. Later ging het kind mee naar buiten, het kind was een deel van de tijd bij haar op de arm, ze vertelde aan het kind wat de andere kinderen aan het doen waren. Ontwikkeling van de persoonlijke competentie De beroepskracht geeft de kinderen rust en ruimte om zelf te kiezen of mee te denken over wat zij willen doen. Voorbeeld: tijdens de inspectie mogen de kinderen binnen en buiten zelf kiezen wat zij graag willen doen. Er is een ruim aanbod aan spelen ontwikkelingsmateriaal. Ontwikkeling van de sociale competentie De beroepskracht laat veel initiatief voor samenspel over aan de kinderen. Voorbeeld: tijdens de inspectie spelen de kinderen samen in de zandbak. Later spelen de kinderen, tjilpende en vliegende vogels na. Er ontstaat spontaan een geleid spel, waarin de beroepskracht een naam van een dier noemt en de kinderen maken het geluid van het dier en bewegen zich zoals het dier ook beweegt. Bijvoorbeeld de olifant maakt grote stappen en zwaait met zijn slurf.


Overdracht normen en waarden Beroepskrachten kennen de afspraken, regels en omgangsvormen. Voorbeeld: tijdens de inspectie rent een kind in de stamgroep. De beroepskracht heeft een gesprekje met het kind en legt haar uit dat er binnen niet gerend mag worden, maar dat ze straks naar buiten gaan en dat ze daar mag rennen. De pedagogische praktijk is conform de Wet Kinderopvang. Voorschoolse educatie Op "De blokkendoos" wordt gesubsidieerde voorschoolse educatie aangeboden. Er wordt per 7 kinderen (2-3 jaar) één beroepskracht ingezet. Vier ochtenden per week vinden er VVE activiteiten plaats. Er wordt gewerkt met het programma 'Uk en Puk'. Dit is een erkend programma en staat op de lijst van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI). De beroepskrachten zijn in dit programma geschoold en hebben een Vversterk nascholing gevolgd. De houder heeft een scholingsplan opgesteld. De Voorschoolse educatie voldoet aan de inspectie-items.

Gebruikte bronnen:  Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke (clustermanager) Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (plaatsvervangend clustermanager i.v.m.  vakantie)  Interview anderen (beroepskracht)  Observaties (binnen en buiten)  Pedagogisch werkplan (versie juni 2013)  Opleidingsplan voorschoolse educatie (2014)


Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten die werkzaam zijn op het kinderdagverblijf hebben allen een geldige verklaring omtrent het gedrag en zijn opgenomen in de continue screening. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten die werkzaam zijn op het kinderdagverblijf hebben een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Er zijn 24 kindplaatsen en 2 stamgroepen. Er is 1 stamgroep geopend:  In de blauwe groep kunnen maximaal 16 kinderen worden opgevangen in de leeftijd van 0-4 jaar;  De gele groep wordt ingericht voor extra activiteiten. Vier ochtenden per week gaan de kinderen van 2 en 3 jaar naar deze groep voor VVE activiteiten. Er gaat een vaste beroepskracht mee.

Beroepskracht-kindratio Tijdens de inspectie werden er 5 kinderen opgevangen in de leeftijd van 0-4 jaar. Er was één beroepskracht aanwezig. Dit is conform de Wet Kinderopvang. Ook uit de bezettingslijsten en personeelslijsten op de locatie blijkt dat aan de beroepskrachtkindratio wordt voldaan. Als er 2 twee beroepskrachten worden ingezet op de stamgroep dan werkt er aan het begin- en aan het einde van de dag (7.30 - 8.30 uur en 17.00 - 18.00 uur) 1 beroepskracht. Er wordt in totaal 2 uur afgeweken van het aantal vereiste beroepskrachten dat zou moeten worden ingezet volgens de beroepskracht-kindratio. De beroepskrachten hebben ieder 1 uur pauze (13.00 tot 14.00 uur en van 14.00 tot 15.00 uur). In totaal werken de beroepskrachten 4 uur alleen op de stamgroep. Er mag echter maximaal 3 uur worden afgeweken van de beroepskracht-kindratio. Omdat de tijden waarop het kind gebracht of gehaald wordt, niet worden genoteerd op de presentielijsten is het voor de toezichthouder niet inzichtelijk hoe lang er in de praktijk precies wordt afgeweken. Dit moet wel inzichtelijker worden. De beroepskracht-kindratio voldoet op deze locatie aan de inspectie-items. Tijdens de volgende inspectie zal extra aandacht geschonken moeten worden aan de inzichtelijkheid van de afwijkingstijden van de beroepskracht-kindratio.

Gebruikte bronnen:  Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke (clustermanager) Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (plaatsvervangend clustermanager i.v.m.  vakantie) 6 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 05-08-2014 Kindercentrum "De Blokkendoos" te GRAMSBERGEN

    

Interview anderen (beroepskracht) Verklaringen omtrent het gedrag (steekproef) Diploma's beroepskrachten (steekproef) Presentielijsten (steekproef maand juli en augustus) Personeelsrooster (steekproef maand juli en augustus)


Veiligheid en gezondheid De beoordeling van het domein veiligheid en gezondheid heeft alleen betrekking op de meldcode kindermishandeling en het vierogenprincipe. Meldcode kindermishandeling Vanaf 1 juli 2013 zijn de eisen aan de meldcode kindermishandeling gewijzigd. Dit komt door de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Door deze nieuwe eisen voldoen de oude protocollen en meldcodes niet meer. De houder gebruikt een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld die voldoet aan de gestelde eisen. De meldcode kindermishandeling is in de teamvergadering besproken en komt geregeld terug in het overleg. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de inhoud van de meldcode. Vierogenprincipe In 2013 is het vierogenprincipe in de dagopvang geïntroduceerd, waarbij de inspectiecriteria sinds 2014 zijn geconcretiseerd. De opvang op kinderdagverblijf de "De Blokkendoos" is op zodanige wijze georganiseerd, dat de beroepskrachten te allen tijde gehoord en/of gezien kunnen worden door andere volwassenen.

Gebruikte bronnen:  Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke (clustermanager) Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (plaatsvervangend clustermanager i.v.m.  vakantie)  Interview anderen (beroepskracht)  Meldcode kindermishandeling (versie juni 2013)  Pedagogisch werkplan (versie juni 2013)


Ouderrecht De beoordeling van het item informatie heeft alleen betrekking op het onderwerp "vierogenprincipe" en de hieraan gekoppelde verplichtingen van de houder. Informatie De ouders zijn geïnformeerd via de mail. In deze mail is aangegeven dat de ouders het vierogenprincipe kunnen nalezen in het pedagogisch werkplan. Oudercommissie De beoordeling van het item oudercommissie, heeft alleen betrekking op het onderwerp "vierogenprincipe" en de hieraan gekoppelde verplichtingen van de houder. De houder heeft advies gevraagd aan de oudercommissie over de wijze waarop invulling is gegeven aan het vierogenprincipe. De oudercommissie heeft een positief advies gegeven.

Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (plaatsvervangend clustermanager i.v.m.  vakantie) De toezichthouder heeft via mail, contact gehad met de voorzitter van de oudercommissie.


Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)


Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Oudercommissie De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)


Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie

: : : :

Kindercentrum "De Blokkendoos" http://www.prokind.nl 24 Ja

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer

: : : : :

Stichting ProKind Blanckvoortallee 6 7773AH HARDENBERG www.prokind.nl 41024617

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD IJsselland Postbus 1453 8001BL ZWOLLE 038-4 281 686 Femia Wijnands

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: HARDENBERG : Postbus 500 : 7770BA HARDENBERG

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : :

05-08-2014 06-08-2014 26-08-2014 26-08-2014 01-09-2014

: 01-09-2014 : 15-09-2014


Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. In de paragraaf ‘beroepskracht kind/leidsterratio’ wordt aangegeven dat de beroepskrachten 4 uur alleen op de stamgroep werken en dat dit volgens de regels maximaal 3 uur mag zijn. In de praktijk is het zo dat er aan het begin en aan het einde van de dag vanwege instroom en uitstroom van kinderen niet langer dan een half uur afgeweken wordt van het kindleidsterratio. Op papier is dit echter niet inzichtelijk. Wij zullen ervoor zorg dragen dat dit ook op papier inzichtelijk wordt, door de brengen haaltijden van de kinderen te noteren.


Inspectierapport Kindercentrum "De Blokkendoos" (KDV) Bezantijnenstraat 2b 7783BR GRAMSBERGEN Registratienummer

Recommend Documents