Inspectierapport. Kindercentrum Altijd Lente B.V. (KDV) Willemsparkweg HR AMSTERDAM Registratienummer:

Inspectierapport Kindercentrum Altijd Lente B.V. (KDV) Willemsparkweg 146 1071 HR AMSTERDAM Registratienummer: 135535359

Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 28-05-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 07-07-2015

Kindercentrum Altijd Lente B.V. - Jaarlijks onderzoek 28-05-2015

1/10

Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht


2/10

Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 28 mei 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is naar aanleiding van het risicoprofiel slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel, de beroepskracht-kind-ratio en aan enkele aspecten van de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld.

Beschouwing Organisatie Kindercentrum Altijd Lente B.V. is een kleine organisatie met twee opvanglocaties, beide gevestigd aan de Willemsparkweg in Amsterdam en beide bestaande uit een baby- en een peutergroep. De eigenaar heeft twee leidinggevenden aangesteld die verantwoordelijk zijn voor het personeelsbeleid, de oudercontacten, de planning en de plaatsing, het beleid en de pedagogisch kwaliteit van beide kinderdagverblijven. Een van de leidinggevenden is aangesteld als kwaliteitsmanager en draagt zorg voor de ondersteuning van de beroepskrachten door middel van pedagogische training en scholing. De organisatie heeft een externe vertrouwenspersoon voor het personeel aangesteld. De leidinggevende is klachtencoördinator voor interne klachten en de kwaliteitsmanager is aangesteld als aandachtsfunctionaris kindermishandeling en heeft hiervoor passende scholing gevolgd waardoor zij expertise heeft op het gebied van signalen van misbruik of mishandeling. De oudercommissie De oudercommissie bestaat uit vier personen. Alle ouders van de oudercommissie hebben één, of meer kinderen die gebruik maken van kinderdagverblijf Altijd Lente aan de Willemsparkweg 146. Op 22 juni 2015 had de toezichthouder een gesprek met een lid van de oudercommisie. Het oudercommissielid verklaart tevreden te zijn over de wijze waarop het adviesrecht wordt gebruikt. De oudercommissie heeft positief geadviseerd op de nieuwe norm ten aanzien van de beroepskracht-kind-ratio en twee jarigen. Ook heeft de oudercommissie positief geadviseerd over het nieuwe beleid waarbij het mogelijk wordt om uitzendkrachten in te zetten bij Altijd Lente. De oudercommissie is van mening dat de organisatie het belang van het kind voor financieel gewin verkiest en waardeert dit zeer. Een voorbeeld hier van is de inzet van extra personeel op momenten dat de groep daaraan behoefte heeft. De oudercommissie is tevreden over de kwaliteit van de beroepskrachten, de opvang in groepen, de inrichting van binnen- en buitenruimte en van het gezondheids- en veiligheidsbeleid in het kindercentrum. Bij de breng- en ophaal-momenten neemt het oudercommissielid waar dat het pedagogisch beleid in de praktijk uitgevoerd wordt; het kind mag kind zijn en mag lekker spelen maar afspraak is afspraak. Zo leren de kinderen bijvoorbeeld dat er niet met zand wordt gegooid en dat je met de fietsjes niet tegen elkaar aan mag botsen. Aan de kinderen van drie jaar oud wordt door een beroepskracht ‘filosoferen’ aangeboden. Hierbij praten de kinderen met elkaar over een onderwerp. Bij het thema ‘emoties’ wordt er bijvoorbeeld besproken hoe je kunt zien of iemand boos of blij is.

Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen. In het Handelsregister is deze vestiging geregistreerd op Willemsparkweg 146 - 148. In het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) is het kindercentrum opgenomen met huisnummer 146. In de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) is opgenomen dat voor het deel van het gebouw waar het kindercentrum zich bevindt het huisnummer 146 en 148 zijn samengevoegd tot 148 O. De houder zal dit in het Handelsregister moeten wijzigen. De toezichthouder adviseert om ambtshalve te besluiten het register te wijzigen zodat het juiste adres wordt geregistreerd in het LRKP.


3/10

Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Het pedagogisch handelen van de beroepskrachten is beoordeeld naar aanleiding van observaties op de groepen wanneer de kinderen gebracht worden en tijdens het aan tafel zitten, een geplande activiteit, het klaar maken om naar buiten te gaan en het buiten spelen. Uit de observaties is gebleken dat er voldoende invulling wordt gegeven aan de pedagogische basisdoelen, te weten het waarborgen van de emotionele veiligheid, de mogelijkheid tot het ontwikkelen van de persoonlijke en sociale competenties en de overdracht van waarden en normen. Emotionele veiligheid De twee groepen van het kindercentrum hebben ieder hun eigen beroepskrachten. Er is een duidelijke dagstructuur. Tot 9.00 uur worden alle kinderen in één groep samen opgevangen door twee beroepskrachten in de groepsruimte van de babygroep. Wanneer er om 9.00 uur een derde beroepskracht komt, gaan de kinderen naar hun eigen stamgroepsruimte. 'We gaan naar de overkant', roepen de kinderen als zij naar hun eigen groepsruimte aan de andere kant van de hal lopen. De kinderen zijn zichtbaar bekend met deze gewoonte en zij lopen opgetogen naar hun groep toe. Eenmaal in de eigen groepsruimte gaan alle kinderen aan tafel zitten om te puzzelen. Ook dit is een gewoonte: de kinderen zijn hier zichtbaar aan gewend. Er zijn tijdens het inspectiebezoek twee kinderen van de babygroep aan het wennen op de peutergroep. De beroepskracht legt aan hen uit wat er gaat gebeuren, zodat zij weten waar zij aan toe zijn. De beroepskrachten verklaren dat er op wendagen voor een kind altijd een plek is in de eigen groep, zodat het kind daar naar kan terugkeren als daar behoefte aan blijkt te zijn. Een kind is erg overstuur als zijn moeder weggaat; dit kind wordt door de beroepskracht met rust gelaten. Later als het kind rustig aan tafel zit komt de beroepskracht bij het kind terug op het voorval, en complimenteert het kind dat het nu rustig aan tafel zit met de andere kinderen. Persoonlijke en sociale ontwikkeling Op de dag van het inspectiebezoek geeft een danseres een voorstelling op de peutergroep. De kinderen krijgen tijdens de voorstelling de gelegenheid om mee te dansen op de muziek. Sommigen maken hiervan gebruik, anderen blijven dicht bij de beroepskracht die op de grond blijft zitten. De invalkracht en de stagiaire dansen met de kinderen en de danseres mee. Direct na de voorstelling gaan de kinderen in de tuin spelen. De kinderen zitten op een grote mat in de groepsruimte; zij blijven hierop zitten totdat de beroepskracht de schoenen en jassen van de kinderen gepakt heeft en iedereen heeft geholpen deze aan te trekken. Tegen de kinderen die al op willen staan zegt de beroepskracht dat ze nog even moeten wachten, omdat het anders niet duidelijk is wie er al klaar is om naar buiten te gaan of niet. Buiten initieert de beroepskracht direct een kringspelletje met een liedje. Er is een kind dat niet mee wil doen; dit kind krijgt een bezem aangeboden, maar dat wil het kind ook niet. Een aantal andere kinderen wil wel vegen; er willen zelfs meer kinderen vegen dan er bezems beschikbaar zijn waardoor de kinderen moeten wachten op elkaar. Gedurende de anderhalf uur dat de toezichthouder heeft geobserveerd worden er veel gestructureerde activiteiten aangeboden. Ook tijdens het 'fantasiespel' dat de beroepskrachten buiten aanbieden, wordt veel structuur aangeboden. Er is verschillende speelgoed, zoals auto's, een kasteel en een aantal dieren. Al het speelgoed moet op het kleed blijven dat de beroepskracht over de deksel van de zandbak heeft gelegd. Er staan veel kinderen rondom de zandbank, tussen hen vindt enige interactie plaats. De invalkracht zit naast de spelende kinderen en begeleidt hen in het spel door vragen te stellen over wat er gebeurt in het spel. De kinderen fantaseren en spelen enthousiast door. Op de babygroep geven de beroepskrachten de kinderen op verschillende momenten de gelegenheid om hun motoriek te ontwikkelen. Hierbij ligt een baby op de mat of wordt er rondgekropen. De kinderen eten aan tafel zoveel mogelijk zelf, alleen de allerkleinste worden geholpen tijdens het eten. Een kind dat een plastic eendje onderzoekt wordt motiverend toegesproken door de beroepskracht, het kind heeft duidelijk plezier en begint te lachen. Waarden en normen De afspraken en regels zijn duidelijk en er zijn rituelen. Als een ouder vertrekt wordt er bijvoorbeeld altijd gezwaaid. Soms gaat een kind, ondanks de regels, even zijn eigen gang. De beroepskracht herinnert het kind dan aan de afspraak. Een voorbeeld hiervan is dat een kind tijdens het aantrekken van de jas en schoenen opstaat van de grote mat om aan de toezichthouder te vragen of deze de jas dicht wil ritsen. Direct na het dichtritsen van de jas neemt het kind weer plaats op de mat. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan en werkplan, versie concept mei 2015, ontvangen op 22 juni 2015 - Observatie op beide groepen - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de kwaliteitsmanager


4/10

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft beoordeeld dat de personen die op de dag van het inspectiebezoek werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft beoordeeld dat alle beroepskrachten die op de dag van het inspectiebezoek werkzaam zijn beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. De stagaiaire wordt niet in de formatie ingezet. Opvang in groepen Er zijn twee stamgroepen: de babygroep en de peutergroep. In de babygroep worden maximaal negen kinderen van 0 tot 2 jaar opgevangen en in de peutergroep maximaal veertien kinderen van 2 tot 4 jaar. De babygroep en de peutergroep zijn van 8.00 tot 9.00 uur samengevoegd in de groepsruimte van de babygroep. Kinderen worden altijd in hun eigen stamgroep opgevangen. Kinderen gaan, als dat is afgesproken met de ouders, vóór hun tweede jaar wennen op de peutergroep. Beide groepen hebben hun eigen beroepskrachten met vaste werkdagen waardoor de ouders en de kinderen bekend zijn met de beroepskrachten die ingezet worden. Er zijn geen dagen waarop de babygroep en de peutergroep worden samengevoegd. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectiebezoek worden er in de babygroep zes kinderen opgevangen door twee beroepskrachten en in de peutergroep worden dertien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Twee kinderen van de babygroep zijn tijdens het bezoek aan het wennen in de peutergroep. Er is voor hen gelegenheid om terug te keren naar de babygroep als daaraan behoefte is. Op de dag van het inspectiebezoek worden voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Uit het rooster met de inzet van de beroepskrachten en de aanwezigheidsregistratie van de kinderen blijkt dat er in de week van het bezoek van de toezichthouder voldoende beroepskrachten worden ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is omdat de roosters zodanig zijn opgesteld dat er altijd twee beroepskrachten aanwezig zijn als er kinderen in het kindercentrum aanwezig zijn. De houder heeft een achterwachtregeling geregeld met de vestiging van Kinderdagverblijf Altijd Lente aan de andere kant van de straat. Daarnaast is de leidinggevende oproepbaar in geval van een calamiteit. De beroepskrachten hebben de volgende werktijden: 7.45 tot 17.15 uur, 8.00 tot 17.30 uur, 9.00 tot 18.30 uur en 9.30 tot 19.00 uur. De beroepskrachten pauzeren ieder dertig minuten tussen 13.15 en 14.30 uur. Vanaf 8.00 uur worden alle kinderen in de ruimte van de babygroep opgevangen door twee beroepskrachten. De kinderen van de peutergroep gaan rond 9.00 uur met de eigen beroepskracht naar de peutergroepsruimte. Om 9.00 uur komt de derde beroepskracht. Dit kan een beroepskracht van de babygroep of van de peutergroep zijn. Om 9.30 uur komt de vierde beroepskracht. De werktijden en pauzetijden van de beroepskrachten zijn zodanig dat er redelijkerwijs niet wordt afgeweken van de vereiste beroepskracht-kind-ratio buiten de tijden dat dit is toegestaan. Als er wordt afgeweken van de beroepskrach-kind-ratio is ten minste de helft van het aantal vereiste beroepskrachten op de groep werkzaam. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag, ontvangen op 22 juni 2015 - Steekproef afschriften beroepskwalificaties, ontvangen op 22 juni 2015 - Overzicht inzet beroepskrachten week 22, ontvangen op 22 juni 2015 - Overzicht werk- en pauzetijden van de bereospkrachten, ontvangen op 23 juni 2015 - Presentielijsten week 22, ontvangen op 22 juni 2015 - Pedagogisch beleidsplan en werkplan, versie concept mei 2015, ontvangen op 22 juni 2015


5/10

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Tijdens het inspectiebezoek is de uitvoering van het veiligheid- en gezondheidsbeleid beoordeeld op basis van speerpunten. Hierbij is met betrekking tot veiligheid gefocust op de ongevallenregistratie en het veilig slapen en met betrekking tot gezondheid op handhygiëne. De beroepskrachten en de leidinggevenden hebben de kleine en bijna-ongevallen, zoals botsen of stoten, conform de Wet Kinderopvang geregistreerd en in een overzicht opgenomen. Er zijn het afgelopen jaar geen grote ongevallen gebeurd. Er worden jaarlijks risico-inventarisaties gemaakt met betrekking tot de risico's op het gebied van veiligheid en gezondheid in het kindercentrum. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de methode 'Gezondheidsmanagement, methode voor de kinderdagverblijven' van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (LCHV) en de methode 'Veiligheidsmanagement, methode voor kinderdagverblijven' van Stichting Consument en Veiligheid. De leidinggevende verklaart dat er in de toekomst gebruik zal worden gemaakt van de digitale Risicomonitor. De beroepskrachten worden tijdens teamoverleg op de hoogte gesteld van het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Hierbij worden de beroepskrachten op een uitdagende manier, middels een quiz of gesprekken in kleine groepen, geïnformeerd over de juiste werkwijze met betrekking tot bijvoorbeeld brandveiligheid en veilig slapen. Er is dagelijks een beroepskracht op de vestiging aanwezig die een BHV-diploma heeft en alle beroepskrachten volgen jaarlijks een opfriscursus Kinder-EHBO. Het protocol 'Wiegendoodpreventie' heeft de houder gebaseerd op het modelprotocol van Stichting wiegendood. De maatregelen dit protocol zijn concreet en observeerbaar beschreven. De beroepskrachten van de babygroep zijn op de hoogte van de afspraken die gelden in verband met 'veilig slapen' op de babygroep en passen deze in de praktijk toe. De beroepskrachten nemen tijdens het inspectiebezoek de juiste maatregelen op het gebied van handhygiëne in acht. De kinderen van de peutergroep zijn er duidelijk aan gewend dat zij hun handen wassen na een bezoek aan de wc. Op de babygroep wast de beroepskracht haar handen na iedere verschoonbeurt. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het waterpunt naast de commode. Voor het bereiden van voedsel wast zij haar handen in de keuken. Ook wast de beroepskracht de handen na het weghalen van een snotneus. Deze werkwijze is correct en volgens het 'protocol hygiëne' van de houder. Meldcode kindermishandeling Er wordt bij het kindercentrum gebruik gemaakt van de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld die is opgesteld door de Brancheorganisatie Kinderopvang (versie juli 2013). Een leidinggevende, de kwaliteitsmanager, is aangesteld als aandachtsfunctionaris kindermishandeling en heeft hier een studiedag over gevolgd. Ook de beroepskrachten zijn door middel van een training op de hoogte gesteld van de inhoud van de meldcode. De beroepskrachten verklaren dat er het afgelopen jaar geen aanleiding geweest is om de meldcode te gebruiken. Gebruikte bronnen: - Protocol wiegendood preventie, ontvangen op 15 januari 2015 - Protocol hygiëne februari 2013, ontvangen op 15 januari 2015 - Gesprek met de leidinggevende, kwaliteitsmanager op 16 juni 2015 - Risico-inventarisatie veiligheid van 26 juni 2014, ontvangen op 24 juni 2015 - Risico-inventarisatie gezondheid van 26 juni 2014, ontvangen op 24 juni 2015 - Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld met handleiding van Altijd Lente, ontvangen op 24 en 25 juni 2015 - Pedagogisch beleidsplan en werkplan, versie concept mei 2015, ontvangen op 22 juni 2015


6/10

Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke Kindercentrum Altijd Lente B.V. - Jaarlijks onderzoek 28-05-2015

7/10

B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.


8/10

Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang

: : : : :

Kindercentrum Altijd Lente B.V. 000012550590

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website

: : : : :

Kindercentrum Altijd Lente B.V. Willemsparkweg 211 1071 HC AMSTERDAM 33261921 www.altijdlente.nl

: : : : :

GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. A. Bouman

23 Nee

Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats

: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM

Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : :

28-05-2015 25-06-2015 07-07-2015 07-07-2015 10-07-2015

: 10-07-2015 :


9/10

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De vertegenwoordiger van de houder heeft verklaard geen gebruik te willen maken van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.


10/10

Inspectierapport. Kindercentrum Altijd Lente B.V. (KDV) Willemsparkweg HR AMSTERDAM Registratienummer:

Recommend Documents