Inspectierapport Kempke (PSZ) Fossielenerf 27b 6413LN HEERLEN
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Zuid Limburg Heerlen 19-03-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 09-04-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 9 Inspectie-items .................................................................................................................. 10 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 12 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 12 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 13
2 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 19-03-2015
Kempke te HEERLEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht. In dit onderzoek is de nadruk gelegd op voorwaarden die het meest bijdragen aan de kwaliteit van de opvang, zoals de pedagogische praktijk, het aantal beroepskrachten op de groepen en hun diploma’s en verklaringen omtrent het gedrag. Ook is de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling beoordeeld. De itemlijst geeft aan welke voorwaarden tijdens deze inspectie zijn beoordeeld. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten van inspectie bij peuterspeelzaal ''t Kempke' te Heerlen. Na de feiten over de peuterspeelzaal volgen de belangrijkste bevindingen. Peuterspeelzaal ' 't Kempke' maakt onderdeel uit van Peuterspeelzaalwerk Heerlen (PWH). De overkoepelende organisatie heeft 22 locaties in de regio. De peuterspeelzaal is gevestigd in basisschool " Mijn Spoor". De peuterspeelzaal heeft drie vaste groepen: twee VVE groepen en een 2+ groep. In het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen staat deze locatie geregistreerd voor maximaal 16 kindplaatsen. Bevindingen: Tijdens de huidige inspectie is geconstateerd dat deze peuterspeelzaal voldoet aan de getoetste voorwaarden van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 19-03-2015
Kempke te HEERLEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen met betrekking tot het domein ‘pedagogisch klimaat’. Binnen dit domein worden de volgende onderdelen getoetst: Pedagogische praktijk Voorschoolse educatie Voor de beoordeling van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het ‘Veldinstrument observatie pedagogische praktijk, versie december 2014’. Per aspect wordt eerst de praktijk beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Pedagogische praktijk De organisatie SPH (Stichting peuterspeelzaalwerk Heerlen)waartoe deze peuterspeelzaal ' 't Kempke' behoort, heeft een algemeen beleidsplan dat geldt voor alle locaties. De houder heeft een pedagogisch werkplan dat specifiek voor deze locatie geschreven is. Het pedagogisch beleidsplan en het pedagogisch handelen worden tijdens teamvergaderingen besproken. Conclusie: De houder draagt zorg voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Tijdens de pedagogische observatie beoordeelt de toezichthouder of bij peuterspeelzaal ' 't Kempke' de vier basisdoelen (emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie, overdracht van normen en waarden) uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen worden gewaarborgd. Onderstaande voorbeelden en beschrijvingen per basisdoel dienen ter onderbouwing van de conclusies. De beoordeling van de pedagogische praktijk is gebaseerd op observaties in de groep tijdens vrij spel en het tafelmoment. Emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen. Observatie: Het welbevinden van de kinderen is redelijk tot goed. De meeste kinderen zijn ontspannen en bezig met hun spel. De meeste kinderen genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen; ze tonen blijdschap, plezier en trots. (Citaat veldinstrument) Een voorbeeld: Een beroepskracht gaat samen met enkele peuters de handjes wassen. De overige peuters zitten met de beroepskracht en vrijwilliger aan tafel. De beroepskracht vraagt : 'Zullen wij dan samen een liedje gaan zingen?' Een peuter weet wel een liedje en zegt:'het liedje van het grote en kleine autootje'. De beroepskracht begint te zingen en de meeste peuters doen mee. De beroepskracht maakt tijdens het liedje de beweging met de arm omhoog (dat is groot) en de beweging met de arm omlaag (dat is klein). De peuters doen bijna allemaal mee en hebben plezier. 4 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 19-03-2015
Kempke te HEERLEN
Conclusie: Uit het onderzoek blijkt dat de emotionele veiligheid voldoende wordt gewaarborgd. Persoonlijke competentie Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. Observatie: De beroepskrachten geven passende steun bij het ontdekken en verrijken van spelmogelijkheden. Zij verwoorden wat er gebeurt en bieden nieuwe kansen voor vervolgspel. Zij maken soms even deel uit van de spelsituatie, waarbij de regie bij de kinderen blijft. (Citaat veldinstrument) Een voorbeeld: Een peuter is bezig met een fantasiespel in het speel keukentje. De peuter heeft voor de beroepskracht koffie gemaakt. De beroepskracht krijgt een kopje koffie aangeboden en zegt:'Dank je wel', heb je er ook suiker en melk in gedaan?' De peuter knikt nee en gaat in het keukentje het "suikerpotje'' pakken'. De beroepskracht speelt samen met de peuter verder en laat de peuter "suiker" bij de koffie doen. Aandachtspunt: Observatie: De medewerker herkent onvoldoende de signalen van individuele kinderen, deze worden niet correct geinterpreteerd of men sluit hier niet tijdig of op een gepaste manier op aan. Het kind voelt zich niet gezien en begrepen(Citaat veldinstrument). Een voorbeeld: Enkele peuters spelen in de poppenhoek. Een medewerker zit gehurkt bij de peuters en speelt mee. Een jonge peuter (2+ jr) loopt met een haarborstel naar de medewerker toe en wil haar kammen. Als de peuter met de haarborstel over het hoofd van de medewerker strijkt reageert deze met forse stemverheffing en een opgeheven wijsvinger naar de peuter en zegt: Auw , je doet (noemt haar eigen voornaam) pijn. De peuter is zichtbaar geschrokken van deze onverwachte reactie en wil beginnen te huilen. De medewerker legt op een boze toon aan het kind uit dat het moet kammen en niet moet 'slaan'. en Tijdens het gezamenlijke tafelmoment krijgen de peuters fruit en sap. Wanneer de medewerker het dienblad met de bekers op tafel zet vraagt een peuter: 'Mag ik de beker met de blauwe kleur uit kiezen?' De medewerker reageert niet voorspelbaar naar de peuter en zegt: 'Nee, ik kies alleen voor mijzelf een kleur'. Verder maakt de medewerker geen contact met de peuter. Conclusie: Uit het onderzoek blijkt dat de persoonlijke competentie voldoende wordt gewaarborgd. Sociale competentie Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. Observatie: De beroepskrachten oefenen spelenderwijs in conflicten aangaan en oplossen door spelvormen, groepsgesprekken nav gebeurtenissen of verhalen; aanleren van behulpzame rituelen en gebruiken van de groep.Citaat veldinstrument) Een voorbeeld: 5 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 19-03-2015
Kempke te HEERLEN
De beroepskracht ziet dat een kindje speelgoed afpakt van een ander kindje. De beroepskracht zegt:'Niet afpakken (naam kindje), deze was van (naam kindje). De beroepskracht legt uit: 'Als je samen speelt dan deel je ook samen'. Conclusie: Uit het onderzoek blijkt dat de sociale competentie voldoende wordt gewaarborgd. Overdracht van normen en waarden Kinderen moeten de kans krijgen om zich de waarden en normen, de ‘cultuur’ eigen te maken van de samenleving waarvan zij deel uitmaken. Kinderopvang biedt een breder samenleving dan het gezin; kinderen komen in aanraking met andere aspecten van de cultuur en de diversiteit die onze samenleving kenmerkt. De groepssetting biedt daarom, in aanvulling op de socialisatie in het gezin, heel eigen mogelijkheden tot socialisatie en cultuuroverdracht. Observatie: De beroepskrachten bouwen het dagprogramma op met vaste rituelen en bekende afspraken. Kinderen weten wat er gaat gebeuren en wat van hen wordt verwacht. Citaat veldinstrument) Conclusie: Uit het onderzoek blijkt dat de overdracht van normen en waarden voldoende wordt gewaarborgd.
Voorschoolse educatie Peuterspeelzaal ' 't Kempke' heeft 2 VVE groepen van maximaal 16 kinderen per groep. De peuterspeelzaal werkt met de VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) methode Speelplezier. Deze methodiek is ontwikkelingsgericht en heeft het spel van het kind als uitgangspunt. Leidsters begeleiden de kinderen spelenderwijs naar de volgende stap in hun ontwikkeling. Bij deze begeleiding en thema’s staan de drie I’s centraal: Inleven, Interveniëren en Inspireren. Om de ontwikkeling van de kinderen te volgen worden activiteiten en observaties gedaan. Het introduceren en herhalen van nieuwe woorden speelt daarbij een belangrijke rol. De beroepskrachten zijn hierin geschoold zoals blijkt tijdens de controle van de VVE-certificaten. De VVE-certificaten van de aanwezige beroepskrachten zijn beoordeeld. De houder heeft voor het jaar 2015 een opleidingsplan opgesteld. Conclusie: De toezichthouder constateert dat de houder voldoet aan de wettelijke eisen op het gebied van Vroeg-Voorschoolse Educatie.
Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (pedagogische praktijk) Pedagogisch werkplan (PSZ 't Kempke) VVE-certificaten (beroepskrachten) Opleidingsplan voorschoolse educatie (2015)
6 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 19-03-2015
Kempke te HEERLEN
Personeel en groepen Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein ‘Personeel en groepen’. Binnen dit domein worden de volgende onderdelen getoetst: Verklaringen omtrent het gedrag Beroepskwalificaties Opvang in groepen Beroepskracht/vrijwilliger-kind-ratio Per aspect wordt eerst de praktijk beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de Verklaringen omtrent het gedrag (VOG's) van de aanwezige beroepskrachten, de vrijwilliger en een stagiaire beoordeeld. Conclusie: Deze verklaringen omtrent het gedrag voldoen aan de gestelde voorwaarden. Passende beroepskwalificatie Bij dit onderzoek zijn de diploma's van de aanwezige beroepskrachten beoordeeld. Conclusie: Deze diploma's voldoen aan de gestelde voorwaarden. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in 3 groepen. De indeling is als volgt: Naam groep VVE 1 VVE 2 2+ groep
Leeftijd 2-4 jr 2-4 jr 2-4 jr
Maximum aantal kinderen 16 16 16
Beroepskrachten worden ingezet volgens een vast werkrooster. De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn. Conclusie: Kinderen worden opgevangen in vaste groepen met vaste beroepskrachten.
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio De beroepskracht-kindratio wordt beoordeeld volgens de rekentool op www.rijksoverheid.nl. Tijdens deze inspectie (schooldag/vakantiedag) is de inzet van beroepskrachten per groep als volgt: Naam groep:
Datum:
Aantal aanwezige kinderen per
Aantal aanwezige beroepskrachten:
Aantal benodigde beroepskrachten: 7 van 13
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 19-03-2015
Kempke te HEERLEN
VVE 1
19-032015
leeftijd: 14
2
2
Conclusie: Houder zorgt voor inzet van voldoende medewerkers gezien leeftijd en aantal kinderen in de groep. Hiermee wordt voldaan aan de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio.
Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten
8 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 19-03-2015
Kempke te HEERLEN
Veiligheid en gezondheid Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein ‘Veiligheid en gezondheid’. Binnen dit domein worden de volgende onderdelen getoetst: Meldcode kindermishandeling Per aspect wordt eerst de praktijk beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Meldcode kindermishandeling De houder hanteert de meest recente versie van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van de Brancheorganisatie Kinderopvang. De sociale kaart is ingevuld en aanpassingen zijn naar de eigen organisatie doorgevoerd. Binnen de organisatie is een aandacht functionaris aangesteld. De houder besteedt aandacht aan de meldcode bijvoorbeeld tijdens teamvergaderingen. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de inhoud en het gebruik van de meldcode. Verdieping in de wettelijke meldplicht blijft noodzakelijk. Conclusie: De vastgestelde meldcode voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode en de wettelijke meldplicht. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Meldcode kindermishandeling (versie juli 2013)
9 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 19-03-2015
Kempke te HEERLEN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
10 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 19-03-2015
Kempke te HEERLEN
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013, dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 2.9b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
11 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 19-03-2015
Kempke te HEERLEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Kempke http://www.peuterspeelzaalwerk.nl 16 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
PeuterspeelzaalWerk Heerlen Molenwei 400 6412WG HEERLEN www.peuterspeelzaalwerk.nl 14075465
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Zuid Limburg Postbus 2022 6160HA GELEEN 046-8506666 J Brouwers
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Heerlen : Postbus 1 : 6400AA HEERLEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
19-03-2015 02-04-2015 08-04-2015 09-04-2015 09-04-2015
: 09-04-2015 : 16-04-2015
12 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 19-03-2015
Kempke te HEERLEN
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Beste meneer Brouwers, Naar aanleiding van het toegezonden rapport met begeleidend schrijven van de reguliere inspectie van peuterspeelzaal ’t Kempke kan ik u laten weten dat de peuterspeelzaal gehuisvest is in basisschool Mijn Spoor . Dit is de nieuwe naam van de basisschool, na samenvoeging van basisschool De Schacht en Basisschool De Piramide. Verder heb ik geen opmerkingen op de zienswijze van de inspecteur. Als aanvulling wil ik vermelden dat het aandachtspunt m.b.t. het herkennen, interpreteren van en aansluiten op signalen van individuele kinderen is besproken met desbetreffende medewerker. Met vriendelijke groet, Annie Slabbers Manager Zorg en Kwaliteit Stichting Peuterspeelzaalwerk Heerlen
13 van 13 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 19-03-2015
Kempke te HEERLEN