Inspectierapport IJsterk De Kraai (KDV) Kraijenhoffstraat 32 1018 RL AMSTERDAM Registratienummer: 767442362
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Stadsdeel Centrum Datum inspectie: 24-04-2014 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 10-06-2014
IJsterk De Kraai - Jaarlijks onderzoek 24-04-2014
1/13
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
IJsterk De Kraai - Jaarlijks onderzoek 24-04-2014
2/13
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 24 april 2014 is een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Op grond van het risicoprofiel van de locatie zijn slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel, de opvang in groepen, veiligheid en gezondheid, de accommodatie en inrichting en het ouderrecht.
Beschouwing Kinderdagverblijf De Kraai is een locatie van IJsterk Kinderopvang B.V. IJsterk is een grote organisatie met zowel kinderdagverblijven als buitenschoolse-opvanglocaties in Amsterdam. Kinderdagverblijf De Kraai bestaat uit vier horizontale groepen. Het kinderdagverblijf is gevestigd in een kindercentrum waarin tevens een gelijknamig buitenschoolse opvang locatie van dezelfde organisatie is gevestigd. Per 1 september 2014 zal de buitenschoolse opvang De Kraai niet meer in exploitatie zijn omdat alle vestigingen voor buitenschoolse opvang van kinderopvangorganisatie IJsterk vanaf die datum sluiten of zullen worden overgenomen. Het team van kinderdagverblijf De Kraai bestaat uit 15 beroepskrachten, een kok en een stagiaire. De locatiemanager die ten tijde van het voorgaande jaarlijkse inspectiebezoek werkzaam was binnen het kindercentrum heeft haar werkzaamheden bij het kindercentrum recent beeindigd. Op het moment van het huidige inspectiebezoek wordt zij vervangen door een interim-manager die voorheen werkzaam was binnen het kindercentrum als beroepskracht bij de buitenschoolse opvang. Klachtencoördinator: De toezichthouder heeft op 17 september 2013 telefonisch contact gehad met de klachtencoördinator van IJsterk. Binnen IJsterk is sinds 1 maart 2012 een klachtencoördinator aangesteld. De klachtencoördinator is vraagbaak (met name voor de vestigingsmanagers) met betrekking tot de afhandeling van klachten. Zij lost zelf geen klachten op maar kan intern ondersteuning bieden bij het afhandelen en oplossen van klachten bieden. Klachten worden opgelost in de lijn: in eerste instantie door de pedagogisch medewerker, anders door de vestigingsmanager of door de regiomanager en indien nodig door de directie. Eén keer per jaar verzamelt de klachtencoördinator de klachten die intern zijn afgehandeld; zij maakt hiervan een jaarverslag. De klachtencoördinator meent voldoende toegankelijk en bekend te zijn voor het personeel, met name voor de managers. Vertrouwenspersoon: De toezichthouder heeft op 12 september 2013 telefonisch contact gehad met de vertrouwenspersoon van IJsterk. IJsterk heeft de functie van vertrouwenspersoon voor medewerkers extern bij een onafhankelijke persoon gelegd. Deze vertrouwenspersoon is werkzaam bij Maetis. De vertrouwenspersoon kan de medewerkers ondersteunen bij het oplossen van problemen waar zij zelf niet meer uitkomen en kan daarnaast helpen bij het opstellen van een klacht. Er is een heldere procedure als een medewerker haar benadert. Elk jaar stelt de vertrouwenspersoon een jaarrapportage op waarin de hoeveelheid en de aard van de klachten wordt opgenomen. De vertrouwenspersoon heeft het gevoel dat zij voldoende toegankelijk en bekend is voor het personeel. Er zijn folders binnen de organisatie verspreid. Oudercommissie: Op 9 mei 2013 heeft de toezichthouder telefonisch contact opgenomen met een lid van de oudercommissie. Het lid van de oudercommissie heeft verklaard tevreden te zijn over de kwaliteit van de opvang die binnen het kindercentrum wordt geboden. In het afgelopen jaar zijn er een aantal wisselingen geweest onder de vaste beroepskrachten; dit had te maken met de reorganisatie binnen IJsterk. De ouders hebben hierover hun ontevredenheid geuit en hier is door het management naar geluisterd. Op het moment wordt er weer gewerkt met een stabiel team beroepskrachten. De oudercommissie zegt tevreden te zijn over de kwaliteit van de beroepskrachten. Zowel de organisatie als het kindercentrum bevindt zich momenteel in een overgangsfase. Er is een nieuwe directeur aangesteld bij IJsterk en er zal op korte termijn een nieuwe locatiemanager worden aangesteld bij kinderdagverblijf De Kraai. De oudercommissie zegt bij deze procedure betrokken te zullen worden. Tevens zegt de oudercommissie dat er vanuit de organisatie is verklaard dat er in de toekomst meer zal worden geïnvesteerd in de kwaliteit van onder andere de beroepskrachten en dat de oudercommissie meer invloed zal krijgen op het te voeren beleid.
Advies aan college van B&W De toezichthouder adviseert om op de geconstateerde overtredingen handhavend op te treden conform het handhavingsbeleid van de gemeente.
IJsterk De Kraai - Jaarlijks onderzoek 24-04-2014
3/13
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Er is een algemeen pedagogisch beleidsplan dat geldt voor de gehele organisatie. Er is tevens voor deze locatie een specifiek aanvullend plan opgesteld. Pedagogisch beleidsplan Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Pedagogische praktijk De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan en handelen conform dit plan. Tijdens het teamoverleg, dat een keer in de zes weken plaatsvindt, wordt het pedagogisch beleid en de uitvoering hiervan besproken. Hierbij is zowel de locatiemanager als een vertegenwoordiger van alle groepen aanwezig. Het pedagogisch beleid is tevens opgenomen in de zogenaamde 'medewerkersmap'. Deze staat in de groepsruimtes en in de pauzeruimte. Ten tijde van het inspectiebezoek is de pedagische praktijk geobserveerd op een babygroep en op een peutergroep. Tevens is geobserveerd tijdens het buiten spelen van de groepen. De sfeer op de babygroep is gemoedelijk en de beroepskrachten hebben 'kindermuziek' opgezet. Een aantal baby's slapen nog of worden net uit bed gehaald door een beroepskracht. Een baby die net uit bed gehaald is, wordt door een beroepskracht verschoond. De beroepskracht geeft de baby hierbij veel individuele aandacht. Zij benoemt de voet van de baby en vertelt de baby dat zij de tweede voet tevoorschijn gaat 'toveren'. De beroepskracht toont respect voor de autonomie van de baby en laat de baby rustig wennen aan het overgangsmoment van het bed naar de groep. Hiermee wordt de emotionele veiligheid van de baby gewaarborgd. Op de peutergroep wordt er fruit gegeten door de kinderen. Er gaat een bord rond waarvan alle kinderen een stuk fruit af mogen pakken. De beroepskrachten stellen de kinderen veel vragen tijdens het eetmoment en zingen met de kinderen een lied over een poes. Naar aanleiding van het lied vraagt de beroepskracht of de kinderen thuis ook een poes hebben. De beroepskrachten gaan in op initiatieven van de kinderen door hen vragen te stellen over dingen die zij inbrengen. Alle kinderen worden betrokken bij de groep en krijgen zo de mogelijkheid om te komen tot ontwikkeling van zowel de persoonlijke- als sociale competentie. Aan het einde van de dag spelen er meerdere groepen buiten in de buitenspeelruimte die grenzend aan het kinderdagverblijf is. Een aantal kinderen probeert op de omheining te klimmen. Wanneer dit wordt opgemerkt door een beroepskracht grijpt zij onmiddellijk in en zegt tegen de kinderen dat dit niet mag. De beroepskracht neemt hier de tijd voor; zij legt op het niveau van de kinderen uit waarom dit niet mag en vraagt aan de kinderen of zij dit begrijpen. Daarna biedt zij de kinderen een alternatief aan. Hiermee draagt de beroepskracht zowel zorg voor de overdracht van normen en waarden als voor het waarborgen van de emotionele veiligheid. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan, versie april 2014 - Gesprek met de beroepskrachten - Inspectieonderzoek - Agenda overleg d.d. 17 maart 2014
IJsterk De Kraai - Jaarlijks onderzoek 24-04-2014
4/13
Personeel en groepen Het team bestaat uit vijftien beroepskrachten, een kok en een stagiaire. De locatiemanager die ten tijde van het voorgaande jaarlijkse inspectiebezoek binnen het kindercentrum werkzaam was, heeft haar werkzaamheden bij het kindercentrum recentelijk beëindigd. Op het moment van het huidige inspectiebezoek wordt zij vervangen door een interim-manager die eerder binnen het kindercentrum (buitenschoolse opvang) werkzaam was als beroepskracht. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden en de invalkrachten die in de maanden februari, maart en april 2014 zijn ingezet. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kind-ratio Dagelijks worden op de babygroepen maximaal negen kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op de woensdag en de vrijdag zijn er minder kinderen geplaatst in babygroep 2. Op deze dagen worden er maximaal vijf kinderen opgevangen door één beroepskracht. Op de peutergroepen worden maximaal veertien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Er zijn voldoende vaste beroepskrachten voor het aantal kinderen dat maximaal wordt opgevangen; er zijn geen vacatures. Bij ziekte, vakantie en verlof wordt er gebruikgemaakt van de invalpool van IJsterk. De beroepskrachten hebben de volgende werktijden: 8.00-16.30 uur, 9.00-17.30 uur en 9.30-18.00 uur. De beroepskrachten pauzeren dertig minuten tussen 13.00 en 15.00 uur. Uit onderzoek is gebleken dat de beroepskrachten niet langer dan drie uur afwijken van de beroepskracht-kind-ratio. Uit het standaardrooster blijkt dat het niet voorkomt dat er slechts één beroepskracht aanwezig is in het kindercentrum omdat er altijd twee beroepskrachten openen en sluiten. In geval van calamiteiten kan de achterwachtfunctie vervuld worden door de leidinggevende van een nabijgelegen kinderdagverblijf van dezelfde organisatie. Opvang in groepen Elk kind behoort bij één stamgroep; er zijn 4 stamgroepen. Babygroep 1 en babygroep 2 bestaan uit maximaal negen kinderen tussen de 0 en 2 jaar oud. Peutergroep 1 en peutergroep 2 bestaan uit maximaal veertien kinderen tussen de 2 en 4 jaar oud. Op woensdag en vrijdag worden zowel de babygroepen als de peutergroepen aan het begin en aan het einde van de dag samengevoegd. Op vrijdag 21 februari 2014 en op vrijdag 14 maart 2014 is een kind van peutergroep 1 niet in de eigen stamgroep opgevangen. Op deze dagen zou in peutergroep 1, volgens de plaatsingslijsten en de roosters, de beroepskracht-kind-ratio worden overschreden, maar doordat dit kind op deze dagen is overgeplaatst naar peutergroep 2 kon in beide groepen aan de beroepskracht-kind-ratio worden voldaan. Het is echter niet toegestaan om ten behoeve van de beroepskracht kind ratio, een kind in een andere dan de eigen stamgroep op te vangen. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub e W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 lid 2 lid 9 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Gebruikte bronnen: - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag - Steekproef afschriften beroepskwalificaties - Roosters van de maanden februari, maart en april 2014 - Presentielijsten van de maanden februari, maart en april 2014 - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de interim-locatiemanager
IJsterk De Kraai - Jaarlijks onderzoek 24-04-2014
5/13
Veiligheid en gezondheid Het veiligheids- en het gezondheidsbeleid bestaat uit risico-inventarisaties, protocollen en werkinstructies. Het beleid wordt bewaard in een map, 'de medewerkersmap', in de groepsruimtes en in een map in de pauzeruimte. De meldcode kindermishandeling staat op het kantoor van de locatiemanager. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Het veiligheids- en gezondheidsbeleid is een terugkerend onderwerp op de agenda van het teamoverleg. Beroepskrachten zijn betrokken bij het invullen van de risico-inventarisaties en zijn op de hoogte van risico’s en protocollen. Gedurende het inspectiebezoek blijkt dat er voldoende wordt geventileerd op de groepen, hiermee wordt bijgedragen aan een goede kwaliteit van het binnenmilieu. De beroepskrachten verklaren dat de schoonmaakwerkzaamheden van het externe schoonmaakbedrijf niet altijd toereikend zijn. De beroepskrachten verrichten zelf ook schoonmaakwerkzaamheden. Hiervoor zijn schema’s opgesteld die afgevinkt kunnen worden door de beroepskrachten; dit is echter niet consequent gedaan. De beroepskrachten verklaren echter dat er een duidelijke onderlinge taakverdeling is met betrekking tot de schoonmaakwerkzaamheden en op het moment van het inspectiebezoek zien de groepsruimtes er schoon uit. De kans op overdracht van ziektekiemen wordt voldoende gereduceerd doordat de beroepskrachten van de babygroep na iedere verschoning het aankleedkussen reinigen en hun handen wassen. In de peutertoiletten hangen duidelijke instructies voor de kinderen met betrekking tot het wassen van de handen. In het plan van aanpak veiligheid geeft de houder onvoldoende concreet aan welke maatregelen op welk moment zijn of worden genomen met betrekking tot het spelen in de buitenspeelruimte. De beschreven maatregelen hangen onvoldoende samen met de veiligheidsrisico’s in de praktijk. Sinds het voorgaande jaarlijkse inspectiebezoek zijn de lage hekjes, die tussen de vier groepsruimtes en de buitenspeelruimte waren geplaatst, op last van de brandweer weggehaald zodat er in geval van calamiteiten direct naar buiten kan worden gegaan met de kinderen. Dit houdt echter ook in dat de kinderen vanaf de buitenspeelruimte gemakkelijk naar binnen kunnen gaan en hier ongezien kunnen rondlopen. Dit kan mogelijk veiligheidsrisico’s met zich meebrengen. De kinderen spelen regelmatig aan het einde van de dag buiten. Er worden aan het einde van de dag minder beroepskrachten ingezet en ouders komen hun kinderen van het kinderdagverblijf halen waardoor beroepskrachten vaak bezig zijn met het geven van een korte overdracht. Een beroepskracht verklaart dat het op dergelijke momenten kan gebeuren dat een kind aan het oog ontsnapt en bij één van de vier binnenruimtes naar binnen gaat. Er zijn geen afspraken vastgelegd om een dergelijk risico te verkleinen. In de buitenspeelruimte is ook geen afgeschermd gedeelte voor de jongste kinderen beschikbaar. Dit is reeds geconstateerd bij het voorgaande inspectiebezoek op 29 mei 2013; dit is in het inspectierapport bij de toelichting van de toezichthouder onder het kopje ‘buitenspeelruimte’ beschreven. De beroepskrachten verklaren ten tijde van het inspectiebezoek dat zij zelf een afgeschermd gedeelte creëren met matten; tevens merken ze hierbij op dat er dan te allen tijde een beroepskracht aanwezig is. Wanneer de kinderen aan het einde van de dag buiten spelen en er minder beroepskrachten aanwezig zijn, die tevens een overdracht dienen te geven aan ouders, vergt dit redelijkerwijs veel inspanning van de beroepskrachten. De kans op een mogelijk risico dat hiermee samenhangt neemt hiermee toe. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub a art 1.51 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Meldcode kindermishandeling Er wordt in het kindercentrum gebruikgemaakt van de 'Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling'. De map van de meldcode ligt in het kantoor van de locatiemanager en de handleiding ligt in de groepsruimtes. De handleiding die in de groepsruimtes ligt, is een oude versie. Tijdens een teamoverleg is er aandacht besteed aan de meldcode. De interim-locatiemanager heeft tevens verklaard dat er tijdens een studiedag aandacht zal worden besteed aan het hanteren van de meldcode. Voor de beroepskrachten van de gelijknamige buitenschoolse opvanglocatie, die in hetzelfde gebouw gevestigd is, heeft deze studiedag reeds plaatsgevonden. De beroepskrachten hebben het protocol niet gehanteerd omdat zij verklaren dat zich in het afgelopen jaar geen situatie heeft voorgedaan waarbij een vermoeden van kindermishandeling bestond. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Uit de roosters van de maanden februari, maart en april 2014 blijkt dat er te allen tijde twee beroepskrachten in het pand aanwezig zijn. Alle vier de groepsruimtes liggen naast elkaar en worden verbonden door een deur. In de IJsterk De Kraai - Jaarlijks onderzoek 24-04-2014
6/13
ochtend en aan het einde van de dag, wanneer er één beroepskracht per groep aanwezig is, staat de deur tussen de peuter- en babygroepen open zodat de beroepskrachten elkaar in ieder geval te allen tijde kunnen horen. Als de groepssfeer het toelaat, komt het ook wel voor dat er met twee beroepskrachten op één babygroep of op één peutergroep wordt geopend. Aan het einde van de dag spelen de kinderen vaak in de aangrenzende buitenspeelruimte. Alle vier de groepsruimtes zijn door middel van een grote deur verbonden aan de buitenspeelruimte. Wanneer de kinderen buiten spelen zijn deze deuren geopend waardoor de beroepskrachten elkaar en de kinderen dan ook te allen tijde kunnen horen. In alle slaapkamerdeuren zitten ramen en tevens wordt er gewerkt met babyfoons. De sanitaire ruimtes zijn open en transparant. Tevens geven de beroepskrachten aan dat er sprake is van een 'open aanspreek-cultuur' binnen het kindercentrum doordat dit onderwerp ook regelmatig tijdens teamoverleg met hen wordt besproken. Gebruikte bronnen: - Risico-inventarisatie veiligheid, december 2013 - Risico-inventarisatie gezondheid, december 2013 - Gesprek met de interim-locatiemanager - Gesprek met de beroepskrachten - Inspectieonderzoek -'Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling', versie: juli 2013 - Pedagogisch beleidsplan, versie april 2014
IJsterk De Kraai - Jaarlijks onderzoek 24-04-2014
7/13
Accommodatie en inrichting Kinderdagverblijf De Kraai is gehuisvest in een gebouw waarin ook de gelijknamige buitenschoolse-opvanglocatie van dezelfde organisatie is gevestigd. Het kinderdagverblijf maakt gebruik van vier groepsruimtes die aan elkaar gekoppeld zijn middels een deur. Alle vier de groepsruimtes grenzen aan de buitenspeelruimte. Binnenspeelruimte Het kindercentrum beschikt over vier stamgroepsruimtes. Zowel de babygroepen als de peutergroepen zijn aan elkaar gekoppeld. De ruimtes zijn passend ingericht en in overeenstemming met de leeftijd en het aantal op te vangen kinderen. In de groepsruimtes hangen knutselwerkjes van de kinderen passend bij het thema 'lente' waar zij momenteel mee bezig zijn; ook ligt er voldoende uitdagend speelgoed dat de kinderen zelf kunnen pakken. Elke stamgroep beschikt over een eigen slaapkamer. Daarnaast is er een extra slaapkamer die gebruikt wordt door de babygroepen. Er zijn in totaal 48 bedden beschikbaar voor de kinderen. Dit aantal is voldoende afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De toegankelijke en aangrenzende buitenruimte is passend ingericht en in overeenstemming met de leeftijd van alle op te vangen kinderen. Het is een aandachtspunt dat er geen afgeschermd gedeelte is voor de baby's; de beroepskrachten verklaren dat zij dit missen. De inspecteur constateert dit ook tijdens het inspectiebezoek. Ook een lid van de oudercommissie zegt dat er tevens verbeterpunten zijn met betrekking tot de buitenruimte. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek
IJsterk De Kraai - Jaarlijks onderzoek 24-04-2014
8/13
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders door middel van een informatieboekje, de website: www.ijsterk.nl, een nieuwsbrief die gemiddeld één keer per twee maanden uitkomt en het intakegesprek. In de centrale hal liggen onder andere de huisregels, een kopie van het meest recente inspectierapport en de klachtenregeling ter inzage voor ouders; op een prikbord hangen diverse mededelingen. De houder heeft tevens gebruikgemaakt van de kwaliteitswijzer, een website die is ingesteld door de Gemeente Amsterdam waarop houders informatie over hun kinderdagverblijf kunnen plaatsen. Deze informatiebronnen zijn toegankelijk voor alle ouders. Het meest recente inspectierapport kunnen ouders tevens downloaden via de website: www.ijsterk.nl. Oudercommissie De oudercommissie bestaat uit zes leden. De oudercommissie is het afgelopen jaar in staat gesteld haar advies uit te brengen over de wijziging van de prijs en over zaken die betrekking hebben op de reorganisatie binnen IJsterk. Op 9 mei heeft de toezichthouder telefonisch contact opgenomen met een lid van de oudercommissie. Het oudercommissielid heeft verklaard tevreden te zijn over de toepassing van het adviesrecht. Gebruikte bronnen: - Website: www.ijsterk.nl, geraadpleegd op 23 april 2014 - Website www.kwaliteitswijzerkinderopvang.amsterdam.nl, geraadpleegd op 23 april 2014 - Informatieboekje kinderdagverblijf De Kraai, versie mei 2014 - Overzicht leden van de oudercommissie - Gesprek met de een lid van de oudercommissie op 9 mei 2014 - Notulen van de oudercommissiebijeenkomst op 11 december 2013 - Gesprek met de interim-locatiemanager
IJsterk De Kraai - Jaarlijks onderzoek 24-04-2014
9/13
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. De verklaring omtrent het gedrag van een personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden IJsterk De Kraai - Jaarlijks onderzoek 24-04-2014
10/13
genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
IJsterk De Kraai - Jaarlijks onderzoek 24-04-2014
11/13
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
IJsterk De Kraai 000020867026 http://www.kinderopvang.ijsterk.nl 46 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
IJsterk Kinderopvang B.V. Postbus 14878 1001 LJ AMSTERDAM 34276067 www.kinderopvang.ijsterk.nl
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. C. van Opstal
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Stadsdeel Centrum : Postbus 202 : 1000 AE AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
IJsterk De Kraai - Jaarlijks onderzoek 24-04-2014
: : : : :
24-04-2014 13-05-2014 10-06-2014 10-06-2014 11-06-2014
: 11-06-2014 :
12/13
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze n.a.v. ontwerprapport inspectiebezoek KDV De Kraai 24-4-2014 De opvang vindt plaats in stamgroepen. De toezichthouder heeft geconstateerd dat een kind twee maal niet in de eigen stamgroep opgevangen is. Locatiemanager heeft hier kennis van genomen en zal er in de toekomst voor zorgen dat dit niet meer gebeurt. De leidsters zijn hierop aangesproken en dit zal in het eerst volgende teamoverleg nogmaals herhaald worden. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De toezichthouder heeft geconstateerd dat de deelbare deuren, welke bij de voorgaande inspectie nog aanwezig waren, op last van de brandweer vervangen zijn door gewone deuren. Dit heeft als gevolg dat kinderen bij een onoplettend moment van de pedagogisch medewerkers wellicht ongezien naar binnen kunnen gaan. Locatiemanager is het er mee eens dat dit een risicovol punt is en zal dan ook actie ondernemen. In overleg met de brandweer zal tot een passende oplossing gekomen worden. Deze oplossing zal dan ook in het plan van aanpak veiligheid opgenomen worden. Tevens is net als bij de voorgaande inspectie geconstateerd dat er op de buitenruimte geen afgeschermd gedeelte is voor de jongste kinderen. Leidinggevende neemt ook dit punt zeer serieus en streeft ernaar om hier een passende oplossing voor te vinden tezamen met de facilitaire afdeling van IJsterk. Wanneer deze oplossing gevonden is, zal ook dit opgenomen worden in het plan van aanpak veiligheid.
IJsterk De Kraai - Jaarlijks onderzoek 24-04-2014
13/13