Inspectierapport. IJsterk Kresj Lindengracht (KDV) Anjeliersstraat 35 hs 1015 ND AMSTERDAM Registratienummer:

Inspectierapport IJsterk Kresj Lindengracht (KDV) Anjeliersstraat 35 hs 1015 ND AMSTERDAM Registratienummer: 193854740

Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 05-06-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 20-07-2015

IJsterk Kresj Lindengracht - Jaarlijks onderzoek 05-06-2015

1/12

Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht


2/12

Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 5 juni 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is naar aanleiding van het risicoprofiel een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel, aan de beroepskrachtkind-ratio, de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid, de accommodatie en het ouderrecht. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld.

Beschouwing Organisatie Kinderdagverblijf IJsterk Kresj Lindengracht is een kinderdagverblijf van IJsterk kinderopvang B.V. IJsterk is een grote organisatie met diverse kinderdagverblijven in Amsterdam. Er is bij IJsterk een klachtencoördinator aangesteld, die intern ondersteuning biedt bij het afhandelen en oplossen van klachten. Daarnaast is er een vertrouwenspersoon voor het personeel aangesteld. Locatie Het kinderdagverblijf is gevestigd in het centrum van Amsterdam. Het kinderdagverblijf bestaat uit vier groepen, twee babygroepen en twee peutergroepen en beschikt over een grote buitenruimte. Er is een vast team werkzaam en sinds een jaar is er een nieuwe leidinggevende die vier dagen in de week aanwezig is. Een keer in de twee maanden vindt er een groepsoverleg plaats, een keer in de twee maanden vindt er een overleg met de twee peutergroepen of de twee babygroepen gezamenlijk plaats en minimaal twee keer per jaar een overleg met het gehele team. De toezichthouder heeft twee keer contact gezocht met de voorzitter van de oudercommissie, echter zonder resultaat.

Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.


3/12

Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Er is een algemeen pedagogisch beleid voor de organisatie en een aanvullend beleidsplan specifiek voor de locatie. De inhoud van het locatiespecifieke pedagogisch beleidsplan is observeerbaar en duidelijk beschreven. Het nieuwe algemeen pedagogisch kaderbeleid van IJsterk verkeerde nog in de conceptfase en is in mei 2015 voorgelegd aan de oudercommissie. Pedagogische praktijk Het pedagogisch handelen van de beroepskrachten is beoordeeld naar aanleiding van observaties in de groep. Uit deze observaties is gebleken dat de beroepskrachten tijdens het inspectiebezoek voldoende invulling geven aan de vier pedagogische basisdoelen. Hieronder staan een aantal voorbeelden hiervan beschreven. Op de dag van het inspectiebezoek werken er op babygroep 1 en babygroep 2 een vaste invalkracht. Als de kinderen worden gebracht in babygroep 2 vindt er overdracht met de ouders plaats. Een van de kinderen heeft bijvoorbeeld die ochtend vaccinaties gehad en de ouder brengt de beroepskrachten op de hoogte hiervan. Als de kinderen aan tafel zitten om fruit te eten vertelt de beroepskracht aan de andere kinderen dat het kind prikjes heeft gehad en laat de pleisters zien. Hierna wordt het goedemorgenliedje gezongen waarbij ieder kind bij naam wordt toegezongen. Een kind dat aan het wennen is, raakt overstuur als zijn vader weggaat. De beroepskracht geeft het kind extra aandacht door het op schoot te nemen en ze benoemt zijn verdriet. Aan tafel worden er meerdere liedjes gezongen met de kinderen. Als een dreumes zachtjes met zijn vingers op tafel tikt, merkt de beroepskracht dit op en zegt dat ze het liedje 'met de vingertjes' een heel goed idee van hem vindt, waarna ze het liedje gaan zingen. De beroepskrachten op beide babygroepen maken veel contact met de kinderen en kondigen handelingen aan zodat de kinderen weten wat er gaat gebeuren. Op babygroep 1 zitten de kinderen aan tafel. De beroepskracht legt uit dat de toezichthouder even komt kijken op de groep. Ze voert gesprekjes met de kinderen en kent de bijzonderheden van elk kind, ze vertelt bijvoorbeeld over de nee-fase waar een kind in zit. Tijdens het verschonen van een kind praat ze met het kind en vertelt ze wat ze aan het doen is. De twee peutergroepen zijn buiten aan het spelen. De kinderen zijn vrij aan het spelen met water en de beroepskrachten houden toezicht en springen in waar nodig. Er is zichtbaar aandacht besteed aan de inrichting van de buitenruimte en de groepsruimtes. In een babygroep staat bijvoorbeeld een groot aquarium waar de kinderen zelf naar kunnen kijken. Er zijn hoekjes gecreëerd in de groepsruimtes en spelmateriaal is op kindhoogte uitgestald zodat de kinderen het zelf kunnen pakken en opbergen. Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat de emotionele veiligheid van de kinderen wordt gewaarborgd en dat de beroepskrachten de persoonlijke en sociale competenties van de kinderen stimuleren. Gebruikte bronnen: - Pedagogische visie IJsterk, concept versie mei 2015 - Pedagogisch beleidsplan Kresj Lindengracht, versie augustus 2013 - Observaties


4/12

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Deze steekproef omvat het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden (de leidinggevende, drie BOLstagiaires en vier vaste invalkrachten). Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze steekproef omvat het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden (de leidinggevende en vier vaste invalkrachten). Opvang in groepen Elk kind behoort bij één stamgroep. De opvang vindt, buiten (spel)activiteiten om, plaats in deze stamgroepen. Er zijn vier stamgroepen. De twee babygroepen bestaan uit maximaal negen kinderen tussen de nul en twee jaar oud. De twee peutergroepen bestaan uit maximaal veertien kinderen tussen de twee en vier jaar oud. Indien een kind in een tweede stamgroep is geplaatst, is de duur van de plaatsing schriftelijk vastgelegd. Beroepskracht-kind-ratio Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van week 18 tot en met 24 van 2015 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. Op de babygroepen worden maximaal negen kinderen opgevangen door twee beroepskrachten en op de peutergroepen worden dagelijks maximaal veertien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Er zijn voldoende vaste beroepskrachten voor het aantal kinderen dat maximaal wordt opgevangen, er zijn geen vacatures. Bij ziekte, vakantie en verlof wordt er gebruikgemaakt van de invalpool van IJsterk. De beroepskrachten hebben de volgende werktijden: van 8.00-16.30 uur, van 9.00-17.30 uur en van 9.3018.00 uur. De beroepskrachten pauzeren dertig minuten tussen 12.30 en 14.30 uur. Het komt in principe niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is, omdat het kindercentrum altijd met twee beroepskrachten wordt geopend en afgesloten. In geval van een calamiteit is de leidinggevende of de leidinggevende van een andere locatie de achterwacht. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de achterwachtregeling. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskrachten en de leidinggevende - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag - Steekproef afschriften beroepskwalificaties - Overzicht inzet beroepskrachten week 18 tot en met 24 2015 - Presentielijsten week 18 tot en met 24 2015 - Plaatsingslijsten week 18 tot en met 24 2015


5/12

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In maart 2015 is zijn er risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid uitgevoerd door de beroepskrachten. De leidinggevende heeft deze hierna verder uitgewerkt. De houder brengt de beroepskrachten op de hoogte van het plan van aanpak veiligheid en gezondheid door het te bespreken in het werkoverleg. Daarnaast hangen er verkorte werkinstructies op de groepen. IJsterk heeft een kwaliteitshandboek met verschillende protocollen en werkinstructies op het gebied van veiligheid en gezondheid. De uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid is beoordeeld aan de hand van speerpunten. Op het gebied van gezondheid heeft de toezichthouder gelet op de schoonmaak van de buitenruimte en de reiniging van het beddengoed. Ten tijde van het vorige jaarlijkse inspectieonderzoek was er overlast van duivenpoep in de buitenruimte. Om het risico dat kinderen in contact komen met uitwerpselen van dieren te verkleinen, maakten de beroepskrachten elke dag zelf de buitenruimte schoon. Tijdens het jaarlijkse onderzoek van 5 juni 2015 heeft de toezichthouder beoordeeld dat er passende maatregelen zijn getroffen voor de overlast van duivenpoep. Er komt elke ochtend een schoonmaker langs om de buitenruimte schoon te maken. Tijdens het inspectiebezoek blijkt dat de kinderen niet in een eigen bed slapen maar dat dit wisselt per keer. Het beddengoed wordt volgens de beroepskrachten één keer per week gewassen. Dit is niet voldoende om het risico dat kinderen in contact komen met ziektekiemen van anderen te verkleinen. De toezichthouder heeft dit tijdens het bezoek met de leidinggevende besproken en deze verklaart dit meteen op te zullen pakken. In een emailbericht van 15 juni 2015 verklaart zij dat elk kind een eigen bed krijgt. Bij het volgende jaarlijks onderzoek zal dit opnieuw beoordeeld worden. Op het gebied van veiligheid heeft de toezichthouder gekeken naar de veiligheid in de groepsruimte van de babygroep waar zich een vide bevindt. In een van de babygroepen is een vide waar de dreumesen kunnen spelen met blokken, puzzels en kunnen knutselen. Om hier te komen moet een steile trap opgelopen worden. De beroepskracht verklaart dat de kinderen hier niet alleen spelen maar dat er altijd een beroepskracht meegaat. Meldcode kindermishandeling Er wordt in het kindercentrum gebruikgemaakt van de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. De meldcode is aangevuld met een sociale kaart die is toegespitst op de locatie. Jaarlijks wordt de meldcode met de beroepskrachten besproken. De leidinggevende verklaart dat bespreking van de meldcode in het aankomende teamoverleg staat gepland. De beroepskrachten weten signalen van kindermishandeling te noemen. Binnen IJsterk is een aandachtsfunctionaris aangesteld. Vierogenprincipe Het kindercentrum is een transparant gebouw met veel ramen en glas in de deuren. De twee babygroepen grenzen aan elkaar en de twee peutergroepen ook. De deur tussen de peutergroepen staat vaak open aan het begin en het einde van de dag als er één beroepskracht op elke groep is. In de slaapkamerdeuren zitten ramen waardoor er naar binnen gekeken kan worden. Er wordt volgens de beroepskrachten gebruikgemaakt van babyfoons als er op beide babygroepen maar één beroepskracht aanwezig is. De babyfoon wordt dan bij de peutergroep neergezet en dit geldt ook als er op de twee peutergroepen maar één beroepskracht aanwezig is. De babyfoon wordt dan bij de babygroep neergezet. Dit kan soms in de ochtend na opening en in de avond voor sluiting voorkomen. De leidinggevende vertelt dat er ook vaak stagiaires op de groepen werkzaam zijn en dat zij als leidinggevende vaak de groepen binnen loopt. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskrachten en de leidinggevende - Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld IJsterk (versie juli 2013) - Kwaliteitshandboek IJsterk - Werkinstructies op de groepen - Pedagogisch beleidsplan, versie augustus 2013 - Inspectieonderzoek


6/12

Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Er is aandacht besteed aan de inrichting van de groepsruimtes. Er is voldoende gevarieerd speelgoed aanwezig en de kinderen kunnen veel materiaal zelf pakken. Er zijn speelhoeken gecreëerd en in een van de babygroepen staat een groot aquarium. De peuters kunnen zelfstandig op de vides spelen en in een van de babygroepen is een vide waar de dreumesen onder begeleiding van een beroepskracht kunnen spelen. Er hangen knutselwerkjes van de kinderen in de groepsruimtes. De leidinggevende verklaart dat de ruimtes in de zomer van 2015 opnieuw geschilderd zullen worden. Buitenspeelruimte De aangrenzende buitenruimte is in tweeën gedeeld. Er is een gedeelte ingericht voor de baby’s en een gedeelte voor de peuters. In het gedeelte voor de baby’s zijn een speeltoestel, zandbak en een buitenbox aanwezig. In het gedeelte voor de peuters staan een huisje, speeltoestel met glijbaan en een houten boot. Tevens is er los spelmateriaal zoals zandspullen en fietsjes. Tijdens het inspectiebezoek spelen de peuters aan de watertafel. De buitenruimte biedt uitdaging aan kinderen van alle leeftijden. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprek met de leidinggevende


7/12

Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over alle vereiste onderwerpen door middel van een informatieboekje, nieuwsbrieven en een website. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld, waarin vier leden zitting hebben, van elke groep een ouder. Een keer in de 6 à 8 weken vindt er een vergadering plaats. De houder heeft in het afgelopen jaar het prijsbeleid en het pedagogisch kaderbeleid gewijzigd. De voorgenomen wijzigingen zijn ter advies aan de oudercommissie voorgelegd. Gebruikte bronnen: - Gesprek met de leidinggevende - Informatieboekje Kresj Lindengracht, versie mei 2015 (in concept) - Website www.ijsterk.nl - Adviesaanvragen - Overzicht leden van de oudercommissie


8/12

Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. IJsterk Kresj Lindengracht - Jaarlijks onderzoek 05-06-2015

9/12

beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio.

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.

Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.


10/12

Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang

: : : : :

IJsterk Kresj Lindengracht 000020987714 http://www.kinderopvang.ijsterk.nl 46 Nee

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website

: : : : :

IJsterk Kinderopvang B.V. Postbus 14878 1001 LJ AMSTERDAM 34276067 www.kinderopvang.ijsterk.nl

: : : : :

GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. S. Mars

Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats

: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM

Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : :

05-06-2015 13-07-2015 20-07-2015 20-07-2015 27-07-2015

: 27-07-2015 :


11/12

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. p.m.


12/12

Inspectierapport. IJsterk Kresj Lindengracht (KDV) Anjeliersstraat 35 hs 1015 ND AMSTERDAM Registratienummer:

Recommend Documents