Inspectierapport IJsterk Kresj Lindengracht (KDV) Anjeliersstraat 35 hs 1015 ND AMSTERDAM Registratienummer: 193854740
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Stadsdeel Centrum Datum inspectie: 26-02-2014 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 22-04-2014
IJsterk Kresj Lindengracht - Jaarlijks onderzoek 26-02-2014
1/13
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
IJsterk Kresj Lindengracht - Jaarlijks onderzoek 26-02-2014
2/13
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 26 februari 2014 is er een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Op grond van het risicoprofiel van de locatie, zijn slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk het pedagogisch klimaat, personeel en groepen, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting en ouderrecht. De toezichthouder heeft naar aanleiding van het bezoek op locatie het onderzoek met betrekking tot de binnenspeelruimte uitgebreid.
Beschouwing Kinderdagverblijf IJsterk Kresj Lindengracht is een kinderdagverblijf van IJsterk kinderopvang B.V. IJsterk is een grote organisatie met zowel kinderdagverblijven als buitenschoolse-opvanglocaties in Amsterdam. Het kinderdagverblijf bestaat uit vier groepen, twee babygroepen en twee peutergroepen en beschikt over een grote buitenruimte. Het afgelopen jaar was er sprake van veel wisselingen in het team; daar is momenteel meer stabiliteit in gekomen. Drie dagen in de week is er een locatiemanager werkzaam in het kindercentrum die de beroepskrachten ondersteunt en aanstuurt. Op 31 maart 2014 heeft de toezichthouder telefonisch contact gehad met de voorzitter van de oudercommissie. De oudercommissie is tevreden over de kwaliteit van de opvang in het kindercentrum. De kwaliteit van het personeel is hoog en er is sinds januari 2014 een stabiel team. Klachtencoördinator: De toezichthouder heeft op 17 september 2013 telefonisch contact gehad met de klachtencoördinator van IJsterk. Binnen IJsterk is sinds 1 maart 2012 een klachtencoördinator aangesteld. De klachtencoördinator is vraagbaak (met name voor de vestigingsmanagers) met betrekking tot de afhandeling van klachten. Zij lost zelf geen klachten op maar kan intern ondersteuning bieden bij het afhandelen en oplossen van klachten. Klachten worden opgelost in de lijn: in eerste instantie door de pedagogisch medewerker, anders door de vestigingsmanager of door de regiomanager en indien nodig door de directie. Eén keer per jaar verzamelt de klachtencoördinator de klachten die intern zijn afgehandeld; zij maakt hiervan een jaarverslag. Hoe de vertrouwelijkheid is gewaarborgd moet nog worden uitgewerkt en is nog niet vastgelegd. Er is nog geen evaluatie geweest van de functie; deze zal eind 2014 plaatsvinden. De klachtencoördinator meent voldoende toegankelijk te zijn voor en bekend bij het personeel, met name voor de managers. Vertrouwenspersoon: De toezichthouder heeft op 12 september 2013 telefonisch contact gehad met de vertrouwenspersoon van IJsterk. IJsterk heeft de functie van vertrouwenspersoon voor medewerkers extern bij een onafhankelijke persoon gelegd. Deze vertrouwenspersoon is werkzaam bij Maetis. De vertrouwenspersoon kan de medewerkers ondersteunen bij het oplossen van problemen waar zij zelf niet uitkomen en kan daarnaast helpen bij het opstellen van een klacht. Er is een heldere procedure als een medewerker haar benadert. Elk jaar stelt de vertrouwenspersoon een jaarrapportage op waarin de hoeveelheid en de aard van de klachten wordt opgenomen. Tevens is er contact geweest met de directeur en zal er op korte termijn een ontmoeting plaatsvinden met de ondernemingsraad om zaken door te nemen. De vertrouwenspersoon heeft het gevoel dat zij voldoende toegankelijk is voor en bekend bij het personeel. Er zijn folders binnen de organisatie verspreid.
Advies aan college van B&W De toezichthouder adviseert om vanwege de geconstateerde overtredingen handhavend op te treden conform het handhavingsbeleid van de gemeente.
IJsterk Kresj Lindengracht - Jaarlijks onderzoek 26-02-2014
3/13
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan en handelen conform dit plan. Door middel van observaties heeft de toezichthouder de pedagogische praktijk op de groepen beoordeeld. In een babygroep zijn twee kinderen aanwezig. De beroepskracht stelt de kinderen voor aan de toezichthouder. Eén van de kinderen wordt in bed gelegd. De beroepskracht stelt het kind gerust en wenst het welterusten met een koosnaam. Het andere kind gaat aan tafel om samen met de beroepskracht fruit te eten. De beroepskracht vraagt of ze de banaan samen zullen gaan schillen. Het kind mag helpen om de schil eraf te halen en krijgt hierna een compliment van de beroepskracht. Na het eten krijgt het kind een schone luier; de beroepskracht heeft haar aandacht volledig bij het kind en voert gesprekjes met het kind. In een andere babygroep zit een beroepskracht op de grond een boekje te lezen met een aantal kinderen. Een kind dat van een afstandje staat te kijken wordt door de beroepskracht uitgenodigd om er ook bij te komen zitten. Wanneer de kinderen naar buiten gaan worden zij door de beroepskrachten gestimuleerd zelf hun jas aan te doen. De kinderen krijgen complimenten als zij het zelf proberen en de beroepskrachten helpen waar nodig. De peutergroepen spelen buiten. Er staat een klimtoestel, er ligt een boot en er is los spelmateriaal, zoals fietsjes en zandspullen. De kinderen zijn vrij aan het spelen en een beroepskracht is bellen aan het blazen met de kinderen. Er wordt in de peutergroepen met thema's gewerkt. Het huidige thema is 'familie', wat duidelijk terug te zien is in de groepen. Er hangen knutselwerkjes en familiefoto's van de kinderen. Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat de emotionele veiligheid van de kinderen wordt gewaarborgd en dat de persoonlijke en sociale competenties van de kinderen worden gestimuleerd. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan, versie augustus 2013 - Observaties in de babygroepen en de peutergroepen tijdens het buitenspelen
IJsterk Kresj Lindengracht - Jaarlijks onderzoek 26-02-2014
4/13
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat personen werkzaam bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. Het gaat hierbij om drie beroepskrachten die van een andere locatie binnen IJsterk zijn gekomen, en om een BOL-stagiaire. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat personen werkzaam bij het kindercentrum beschikken over een passende beroepskwalificatie. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. Het gaat hierbij om drie beroepskrachten die van een andere locatie binnen IJsterk zijn gekomen. Beroepskracht-kind-ratio Middels een steekproef heeft de toezichthouder beoordeeld dat aan de beroepskracht-kind-ratio wordt voldaan. Dagelijks worden op de babygroepen maximaal negen kinderen opgevangen door twee beroepskrachten en op de peutergroepen worden dagelijks maximaal veertien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Er zijn voldoende vaste beroepskrachten voor het aantal kinderen dat maximaal wordt opgevangen, er zijn geen vacatures. Bij ziekte, vakantie en verlof wordt er gebruikgemaakt van de invalpool van IJsterk of van uitzendbureaus. De beroepskrachten hebben de volgende werktijden: van 8.00-16.30 uur, van 8.30-17.00 uur, van 9.00-17.30 uur en van 9.30-18.00 uur. De beroepskrachten pauzeren dertig minuten tussen 12.30 en 14.30 uur. Het komt in principe niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is, omdat het kindercentrum altijd met twee beroepskrachten wordt geopend en afgesloten. In geval van een calamiteit is de leidinggevende van een andere locatie de achterwacht. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de achterwachtregeling. Opvang in groepen Elk kind behoort bij één stamgroep. De opvang vindt, buiten (spel)activiteiten om, plaats in deze stamgroepen. Er zijn vier stamgroepen. De twee babygroepen bestaan uit maximaal negen kinderen tussen de nul en twee jaar oud. De twee peutergroepen bestaan uit maximaal veertien kinderen tussen de twee en vier jaar oud. Indien een kind in een tweede stamgroep is geplaatst, is de duur van de plaatsing schriftelijk vastgelegd. Gebruikte bronnen: - Afschriften verklaringen omtrent het gedrag - Afschriften beroepskwalificaties - Overzicht inzet beroepskrachten week 1 tot en met 9 2014 - Presentielijsten week 1 tot en met 9 2014 - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de locatiemanager
IJsterk Kresj Lindengracht - Jaarlijks onderzoek 26-02-2014
5/13
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder brengt de beroepskrachten op de hoogte van het plan van aanpak door het te bespreken in het werkoverleg. Daarnaast hangen er verkorte werkinstructies op de groepen. IJsterk heeft een kwaliteitshandboek met verschillende protocollen en werkinstructies op het gebied van veiligheid en gezondheid. Er is veel overlast van duivenpoep in de buitenruimte. Om het risico dat kinderen in contact komen met uitwerpselen van dieren te verkleinen maken de beroepskrachten elke dag de buitenruimte schoon. Dit vergt dagelijks de nodige tijd en energie van de beroepskrachten. Omdat de beroepskrachten belast zijn met de zorg voor de kinderen en niet met het schoonmaken van de buitenruimte constateert de toezichthouder dat de maatregel die het kindercentrum neemt onvoldoende adequaat is en onvoldoende samenhangt met het risico. De leidinggevende heeft al de nodige inspanningen verricht om dit probleem op te lossen, onder andere door verschillende instanties in te schakelen, echter nog zonder resultaat. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub a W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Meldcode kindermishandeling Er wordt in het kindercentrum gebruikgemaakt van de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. De meldcode is aangevuld met een sociale kaart die is toegespitst op de locatie. De locatiemanager is de aandachtsfunctionaris kindermishandeling. De locatiemanager verklaart dat de meldcode eind 2013 is doorgenomen tijdens teamoverleg. Vierogenprincipe De houder heeft een start gemaakt met te voldoen aan het vierogenprincipe, maar in de praktijk wordt er nog niet geheel voldaan aan de voorwaarden. Het kindercentrum is een transparant gebouw met veel ramen en glas in de deuren. De twee babygroepen grenzen aan elkaar en de twee peutergroepen ook. De deur tussen de peutergroepen staat vaak open aan het begin en het einde van de dag als er één beroepskracht op elke groep is. In de slaapkamerdeuren zitten ramen waardoor er naarbinnen gekeken kan worden. In het pedagogisch beleidsplan staat beschreven dat er met babyfoons in de slaapkamers gewerkt wordt en wanneer er één beroepskracht bij de babygroepen en één beroepskracht in de peutergroepen aanwezig is. De beroepskrachten hebben tijdens het inspectiebezoek echter aangegeven dat dit in de praktijk niet wordt gedaan. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 art 1.50 lid 1 lid 2 sub a sub d W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 3 sub b sub c Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Gebruikte bronnen: - Gesprek met de beroepskrachten - Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld IJsterk (versie juli 2013) - Pedagogisch beleidsplan, versie augustus 2013 - Inspectieonderzoek
IJsterk Kresj Lindengracht - Jaarlijks onderzoek 26-02-2014
6/13
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Het kindercentrum beschikt over vier stamgroepsruimtes. De stamgroepsruimte van babygroep 1 heeft een bruto-oppervlakte van 26 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van maximaal zeven kinderen. De vide in deze groep wordt gebruikt als slaapruimte; er staan vier bedjes. De beroepskracht verklaart dat er af en toe gebruikgemaakt wordt van de hal door de groepsdeur open te zetten en een glijbaan en kussen neer te leggen voor de kinderen. De oppervlakte van de hal mag echter niet meegerekend worden aangezien dit doorgangsruimte is en geen verblijfsruimte. Dit betekent dat er onvoldoende oppervlakte beschikbaar is voor negen kinderen in de babygroep. De locatiemanager verklaart dat de vide in de zomer van dit jaar waarschijnlijk zal worden ingericht als speelruimte voor de oudste kinderen. Dit mag alleen als de vide officieel is aangemerkt als verblijfsruimte. Er is voldoende gevarieerd speelgoed aanwezig in de vier groepsruimtes. Kinderen kunnen het spelmateriaal zelf pakken en opbergen. Er zijn twee slaapkamers in het kindercentrum: één voor de babygroepen en één voor de peutergroepen. Ook zijn er twee buitenbedjes. Er zijn voldoende slaapplaatsen voor het aantal op te vangen kinderen. In de slaapkamer van de twee babygroepen zijn twaalf bedden beschikbaar voor de kinderen. In beide babygroepen zijn twee hangwiegjes aanwezig en op de vides vier bedjes. De peutergroepen maken ook gebruik van één gemeenschappelijke slaapkamer, waar acht bedden beschikbaar zijn. De rest van de kinderen slaapt op stretchers op de vide van één van de peutergroepen. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 lid 1 lid 2 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Buitenspeelruimte De toegankelijke en aangrenzende buitenruimte is in tweeën gedeeld. Er is een gedeelte ingericht voor de baby’s en een gedeelte voor de peuters. In het gedeelte voor de baby’s zijn een speeltoestel, zandbak en een buitenbox aanwezig. In het gedeelte voor de peuters staan een huisje, speeltoestel met glijbaan en een houten boot. Tevens is er los spelmateriaal zoals zandspullen en fietsjes. De buitenruimte biedt uitdaging aan alle leeftijden.
Gebruikte bronnen: - Plattegrond - Inspectieonderzoek - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de locatiemanager
IJsterk Kresj Lindengracht - Jaarlijks onderzoek 26-02-2014
7/13
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders door middel van haar website (www.ijsterkkinderopvang.nl) en een informatieboekje. Deze informatiebronnen zijn toegankelijk voor alle ouders. De houder heeft de kwaliteitswijzer volledig ingevuld. De informatie komt overeen met het beleid dat wordt gevoerd. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld, bestaande uit zes leden. De houder heeft het afgelopen jaar adviesaanvragen gedaan omtrent de prijswijziging en het pedagogisch beleid. Ook wordt de oudercommissie in de gelegenheid gesteld ongevraagd advies te geven. Gebruikte bronnen: - Informatieboekje - Website www.kwaliteitswijzerkinderopvangamsterdam.nl, d.d. 1 april 2014 - Website www.ijsterkkinderopvang.nl - Gesprek met de voorzitter van de oudercommissie, d.d. 31 maart 2014 - Brief houder met adviesaanvraag omtrent pedagogisch beleid d.d. 30 augustus 2013 - Brief houder met adviesaanvraag omtrent de prijswijziging d.d. 1 mei 2013 - E-mailwisseling houder en voorzitter van de oudercommissie
IJsterk Kresj Lindengracht - Jaarlijks onderzoek 26-02-2014
8/13
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. De verklaring omtrent het gedrag van een personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Indien een kind in een andere stamgroep dan de vaste stamgroep wordt opgevangen, dan duurt dat niet langer dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
IJsterk Kresj Lindengracht - Jaarlijks onderzoek 26-02-2014
9/13
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
IJsterk Kresj Lindengracht - Jaarlijks onderzoek 26-02-2014
10/13
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
IJsterk Kresj Lindengracht 000020987714 http://www.kinderopvang.ijsterk.nl 46 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
IJsterk Kinderopvang B.V. Postbus 14878 1001 LJ AMSTERDAM 34276067
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. S. Mars
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Stadsdeel Centrum : Postbus 202 : 1000 AE AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
26-02-2014 01-04-2014 22-04-2014 22-04-2014 23-04-2014
: 23-04-2014 :
IJsterk Kresj Lindengracht - Jaarlijks onderzoek 26-02-2014
11/13
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze n.a.v. ontwerprapport inspectiebezoek KDV Kresj Lindengracht, Anjeliersstraat 35 te Amsterdam op 26 februari 2014. Zoals tijdens de hoor en wederhoor besproken, geven wij hierbij onze zienswijze op de inspectie onderdelen die als onvoldoende zijn aangemerkt. Wij zijn blij dat de pedagogische kracht van Kresj Lindengracht duidelijk naar voren komt uit het inspectierapport. Kresj Lindengracht is een vestiging waar wij heel trots op zijn. Het staat al jarenlang bekend als een kinderdagverblijf met een hoogwaardige kwaliteit. Wij hechten veel waarde aan een goede relatie met ouders en de oudercommissie, het is fijn dat dit ook naar voren komt uit de beschouwing van de toezichthouder, over de oudercommissie. Door middel van deze zienswijze willen wij graag aantonen wat onze visie is en hoe wij omgaan met de punten die als onvoldoende zijn beoordeeld: Domein : Veiligheid en gezondheid Vierogenprincipe Voorwaarde: de houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. De toezichthouder geeft aan dat de houder een start heeft gemaakt met te voldoen aan het vierogenprincipe, maar in de praktijk wordt er nog niet geheel voldaan aan de voorwaarden. Het kindercentrum is een transparant gebouw met veel ramen en glas in de deuren. De twee babygroepen grenzen aan elkaar en de twee peutergroepen ook. De deur tussen de peutergroepen staat vaak open aan het begin en het einde van de dag als er één beroepskracht op elke groep is. In de slaapkamerdeuren zitten ramen waardoor er naar binnen gekeken kan worden. In het pedagogisch beleidsplan staat beschreven dat er met babyfoons in de slaapkamers gewerkt wordt en wanneer er één beroepskracht bij de babygroepen en één beroepskracht in de peutergroepen aanwezig is. De beroepskrachten hebben tijdens het inspectiebezoek echter aangegeven dat dit in de praktijk niet altijd wordt gedaan. Zienswijze houder: het gebruik van de babyfoon, als er een medewerkster alleen op de babygroepen en/of peutergroepen aanwezig is, is in de medewerkersnieuwsbrief aan alle medewerkers gecommuniceerd en is ook besproken in de teamvergadering. Op de dag van de inspectie heeft de toezichthouder een medewerker gesproken die ruim een jaar met ziekteverlof was geweest en net die week weer aan het werk was. Zij was nog niet geconfronteerd geweest met deze situatie en wist niet van de nieuwe afspraak. Uiteraard is dit direct met haar besproken. Tevens wordt de afspraak opnieuw besproken met het hele team tijdens de babyvergadering en de peutervergadering en wordt erop toegezien dat de babyfoon altijd wordt gebruikt als er iemand allen op de babygroepen en/of peutergroepen aanwezig is. Domein : Veiligheid en gezondheid Risico inventarisatie veiligheid en gezondheid Voorwaarde: in het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. ‘Er is veel overlast van duivenpoep in de buitenruimte. Om het risico dat kinderen in contact komen met uitwerpselen van dieren te verkleinen maken de beroepskrachten elke dag de buitenruimte schoon. Dit vergt dagelijks de nodige tijd en energie van de beroepskrachten. Omdat de beroepskrachten belast zijn met de zorg voor de kinderen en niet met het schoonmaken van de buitenruimte constateert de toezichthouder dat de maatregel die het kindercentrum neemt onvoldoende adequaat is en onvoldoende samenhangt met het risico.’ Zienswijze houder: de duivenpoep is een groot probleem voor de Kresj, vooral in het vroege voorjaar. Er staat een boom op het plein die de hele winter groen blijft, maar die beschermt is, dus niet gekapt mag worden. Deze boom blijkt een heerlijk schuilplek voor de duiven. We hebben al met veel partijen contact over de duiven gehad, waaronder de GGD zelf en Rentokil, die verder niets voor ons kon betekenen. Iedere ochtend wordt het plein schoongemaakt. Op dit moment hebben we een huishoudelijk medewerker die dit om de week voor ons kan doen. De andere week wordt het door de medewerkers voor half 10 gedaan. Op dit moment lopen er 2 trajecten. Enerzijds hebben wij contact met de heer A. Huiding, van de firma AAF Huiding, boomverzorging. Hij is langs geweest op de Kresj en gaat een plan maken voor de bomen, met daarin meegenomen een snoei- en kapadvies, om tot vermindering van duiven in de tuin te komen. Daarnaast hebben wij contact gehad met ‘Duke Faunabeheer’. Zij kunnen een wegvang vergunning aanvragen, maar hebben hiervoor wel een dringende noodzaak op papier nodig. Wij hopen dat dit inspectierapport voor de vergunninggever voldoende de noodzaak aangeeft, samen met de foto’s die wij hebben gemaakt, om een vergunning af te geven. Domein : Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Voorwaarde Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. Het kindercentrum beschikt over vier stamgroepsruimtes. De stamgroepsruimte van babygroep 1 heeft een bruto-oppervlakte van 26 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van maximaal zeven kinderen. De vide in deze groep wordt gebruikt als slaapruimte; er staan vier bedjes. De beroepskracht verklaart dat er af en toe IJsterk Kresj Lindengracht - Jaarlijks onderzoek 26-02-2014
12/13
gebruikgemaakt wordt van de hal door de groepsdeur open te zetten en een glijbaan en kussen neer te leggen voor de kinderen. De oppervlakte van de hal mag echter niet meegerekend worden aangezien dit doorgangsruimte is en geen verblijfsruimte. Dit betekent dat er onvoldoende oppervlakte beschikbaar is voor negen kinderen in de babygroep. De locatiemanager verklaart dat de vide in de zomer van dit jaar waarschijnlijk zal worden ingericht als speelruimte voor de oudste kinderen. Dit mag alleen als de vide officieel is aangemerkt als verblijfsruimte. Zienswijze houder: in eerdere inspecties is het meerekenen van de hal altijd akkoord geweest voor de inspectie. Zie hiervoor onze eerdere rapporten. We zijn inderdaad voornemens om de vide in te gaan richten als fijne speelplek voor de dreumesen van babygroep 1. De vide is een verblijfsruimte, dit is inmiddels bij de brandweer gecheckt. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------Ondanks dat de toezichthouder van mening is dat er een aantal verbeterpunten zijn, zijn wij van mening dat wij kwalitatief hoogwaardige kinderopvang bieden. Dat hopen wij met bovenstaande argumenten aangetoond te hebben.
IJsterk Kresj Lindengracht - Jaarlijks onderzoek 26-02-2014
13/13