Inspectierapport 't Belhameltje (KDV) Severtweg 6a 7156 RL BELTRUM Registratienummer

Inspectierapport 't Belhameltje (KDV) Severtweg 6a 7156 RL BELTRUM Registratienummer 576445307

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD Noord en Oost Gelderland BERKELLAND 21-08-2014 Regulier onderzoek Definitief 16-09-2014

Inhoudsopgave Het onderzoek ................................................................................................................. 3 Observaties en bevindingen ............................................................................................... 4 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang .............................................................. 4 Pedagogisch klimaat ..................................................................................................... 5 Personeel en groepen .................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid ............................................................................................... 8 Inspectie-items................................................................................................................ 9 Gegevens voorziening ..................................................................................................... 12 Gegevens toezicht .......................................................................................................... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 13

2 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-08-2014 't Belhameltje te BELTRUM

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Op 21 augustus 2014 is KDV 't Belhameltje in opdracht van de gemeente Berkelland bezocht voor een jaarlijks onderzoek op basis van risico-gestuurd toezicht. Het onderzoek heeft zich met name gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Daarnaast zijn op basis van de inspectiegeschiedenis de volgende voorwaarden onderzocht: -samenstelling van de stamgroepen en de hierbij behorende overeenkomsten -duidelijke omschrijving als er maar 1 persoon op de locatie is. Beschouwing KDV 't Belhameltje is een kinderdagverblijf in een verbouwde boerderij nabij buurtschap Beltrum, gehuisvest aan de Severtweg 6a te Beltrum. De locatie heeft 48 kindplaatsen. de locatie is in het bezit van een mooi ingerichte buitenruimte waar ook konijnen, kippen en cavia's aanwezig zijn. Per 2 augustus 2014 is het KDV van 3 naar 2 groepen gegaan; een groep van 0-2 1/2 jaar en een groep van 2 1/2 -4 jaar. Op alle groepen wordt Vroeg Voorschoolse Educatie ( VVE )aangeboden. De inspectie van 21 augustus richt zich tevens op de punten die verbeterd moesten worden: 1. Opvang groepen 2. Inhoud pedagogisch beleidsplan Het bezoek is prettig verlopen, de beroepskrachten hebben een coöperatieve houding. Advies aan College van B&W Geen handhaving.


Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang

Kinderopvang en naleving weten regelgeving Aan deze voorwaarden wordt voldaan. Op 6 juni 2013 is naar aanleiding van het rapport van 23 april 2013 een brief gestuurd van gemeente Berkelland met daarin 2 verbeterpunten. 1. 1 Groepsgrootte en beroepskracht-kindratio/opvang in groepen. Op het moment van de inspectie was niet aan de hand van een schriftelijke overeenkomst met de ouders te zien dat een kind in 2 stamgroepen verblijft. Inmiddels heeft de houder middels de zienswijze aan kunnen tonen hierin dit punt te hebben aangepast. De inspectie van 21 augustus 2014 heeft nogmaals een check gemaakt op deze schriftelijke overeenkomsten. Deze check is gedaan en terug te zien verderop in het rapport. 2. Inhoud pedagogisch beleidsplan; er ontbreekt een duidelijk omschrijving als er 1 beroepskracht wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. De check van dit item diende gedaan te worden bij de volgende inspectie. De toezichthouder heeft deze check gedaan en de check is verderop terug te zien in het rapport. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke • vorige inspectierapport • brief gemeente


Pedagogisch klimaat

Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • • • •

emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden.

Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk wordt het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Pedagogisch beleid Aan deze voorwaarden wordt voldaan. Op pagina 12 van het pedagogisch beleid wordt uitleg gegeven hoe de ondersteuning wordt gegeven als er 1 beroepskracht aanwezig is. Pedagogische praktijk Aan deze voorwaarden wordt voldaan. De kinderen ( peuters ) gaan opruimen om over te gaan naar een andere activiteit. De beroepskracht vertelt de kinderen wat er gaat gebeuren en ze helpt de kinderen mee opruimen. Er worden grapjes gemaakt en er wordt op rustige toon gesproken. De kinderen leggen de kussens klaar en gaan zitten op de kussens, de beroepskracht leest een verhaal voor. De beroepskracht betrekt de kinderen bij het verhaal, ze leest voor met expressie , de kinderen reageren enthousiast en luisteren geboeid, doen mee en zij onderdeel van het verhaal. Alle kinderen komen aan bod en kunnen wat vertellen, het aan tafel gaan na het voorlezen gebeurd aan de hand van een spelletje. De beroepskracht benut de momenten om met de kinderen in gesprek te gaan. De ruimte is ingericht met het juiste spelmateriaal. Er is een dagschema waarin de dagelijkse routines plaatsvinden, kinderen weten wat ze moeten doen. Bv bij het voorlezen pakken ze zelf de kussens en nemen plaats. Bij de baby's zitten een paar kinderen nog aan tafel , zij hebben net wat gegeten, andere kinderen zijn aan het spelen. Er is een kind wat de fles krijgt. De andere beroepskracht verschoont enkele kinderen,. Tijdens het verschonen vinden er gesprekjes plaats. De ruimte is groot en kinderen kunnen zich goed bewegen in de ruimte. Als een kind ergens op klimt wordt hij op een rustige manier gecorrigeerd en er volgt een uitleg waarom hij daar niet op mag klimmen. De kinderen worden op rustige vriendelijke toon benaderd; ''Och , kom maar schatje ''. De beroepskrachten geven aan wat ze gaan doen. De beroepskrachten sluiten op passende wijze aan bij de ontwikkeling en bij de individuele kinderen. de beroepskrachten kennen de kinderen , het welbevinden van de kinderen is goed. Ze hebben lol en benaderen zelf de beroepskrachten en zoeken bij hen troost. Voorschoolse educatie Aan deze voorwaarden wordt voldaan. Bij navraag kan de houder aantonen dat de kinderen 10 uur welke VVE ondersteunt worden. De toezichthouder heeft alle VVE-certificaten van de beroepskrachten ingezien. Het jaarlijks opleidingsplan is digitaal aangeleverd aan de toezichthouder , hiermee wordt voldaan aan het jaarlijkse opleidingsplan.


Ook geeft het plan een vervolgstap aan ten aanzien van VVE, dit met de scholing van ''KIJK!'', dit geeft inzicht in het ontwikkelingsverloop van de kinderen. ( een observatiemethode ) Het programma wat gebruikt wordt op het kinderdagverblijf is ; ''Uk en Puk''. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke • Interview anderen (beroepskrachten) • Observaties • Pedagogisch beleidsplan • Pedagogisch werkplan • VVE-certificaten • Opleidingsplan voorschoolse educatie mailcontact informatiebrieven


Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Verklaring omtrent het gedrag Aan deze voorwaarde wordt voldaan. De check heeft plaats gevonden op de locatie. Passende beroepskwalificatie Aan deze voorwaarde wordt voldaan. De check heeft plaats gevonden op de locatie. Opvang in groepen Aan deze voorwaarden wordt voldaan. De houder heeft middels een document aangetoond dat er een schriftelijke overeenkomst is welke aangeeft dat kinderen eventueel kunnen verblijven in een andere stamgroep dan de vaste stamgroep. Dit document bevat een begin- en een eindperiode. Beroepskracht-kindratio Aan deze voorwaarden wordt voldaan. Het pedagogisch beleid geeft uitleg als wat te doen als er wordt afgeweken van de beroepskrachtkindratio. Dit kan voorkomen in de pauzes en aan het begin en het einde van de dag. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke • Observaties • Verklaringen omtrent het gedrag • Diploma's beroepskrachten • Presentielijsten • pedagogisch beleid


Veiligheid en gezondheid Het vierogenprincipe wordt bij dit domein bekeken en de manier waarop dit is geïmplementeerd. Vierogenprincipe Aan deze voorwaarde is voldaan. Het vierogenprincipe is bij de ouders geïntroduceerd middels een nieuwsbrief. Tevens is het vierogenprincipe terug te zien op volgende wijze in het kinderdagverblijf: Aan het vier ogenprincipe wordt invulling gegeven op de volgende wijze: • Er is veel glas waardoor het gebouw transparant is. Groepen kunnen bij elkaar naar binnen kijken. • Groepen worden met elkaar verbonden door de toiletgroep en verschoonruimten bevinden zich binnen de groepsruimten. • In alle slaapkamertjes bevindt zich een raam vanuit de groep. • Stamgroepen worden aan het begin van de dag en aan het einde van de dag samengevoegd, zodat er altijd 2 volwassene aanwezig zijn • Er heerst een open aanspreekcultuur. • Aan het signaleren van kindermishandeling en kindermisbruik wordt aandacht besteed middels trainingen en door hier regelmatig tijdens het werkoverleg over te praten. Dit is terug te lezen in het opleidingsplan.

Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke • Interview anderen (beroepskrachten) • Observaties • Pedagogisch beleidsplan • Pedagogisch werkplan • informatiebrief • mailcontact houder


Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang en naleving weten regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. (art 1.49 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)

De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen. (art 1.49 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)

Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)


De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Indien een kind in een andere stamgroep dan de vaste stamgroep wordt opgevangen, dan duurt dat niet langer dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode. (art 1.50 lid 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie

: : : :

Gegevens houder Naam houder KvK nummer

: mevr. J. M. Hofman - Berghuis : 08161329

't Belhameltje http://www.belhameltje.com 48 Ja

Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: BERKELLAND : Postbus 200 : 7270 HA BORCULO

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : :

GGD Noord en Oost Gelderland Postbus 51 7300 AB APELDOORN 088-4433000 C. Stijnman

21-08-2014 02-09-2014 16-09-2014 16-09-2014 23-09-2014

: 23-09-2014 : 26-09-2014


Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. We zijn blij dat we aan alle kwaliteitseisen op onder andere het gebied van veiligheid en gezondheid, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk, voorschoolse educatie, personeel, en ouderinspraak voldoen en daarmee kwalitatief goede kinderdagopvang leveren!


Inspectierapport 't Belhameltje (KDV) Severtweg 6a 7156 RL BELTRUM Registratienummer

Recommend Documents