Inspectierapport BSO de Bengel (BSO) Willem de Zwijgerlaan 71 73 1056 JG AMSTERDAM Registratienummer: 229276131
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Stadsdeel West Datum inspectie: 09-04-2014 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 04-06-2014
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 09-04-2014
1/8
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 09-04-2014
2/8
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 9 april 2014 is een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Op grond van het risicoprofiel van de locatie zijn slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, op het gebied van het pedagogisch klimaat, inzet van personeel en de wijze van opvang in groepen.
Beschouwing Bedrijfsvoering Buitenschoolse opvang de Bengel aan de Willem de Zwijgerlaan is één van de twee locaties die de Bengel heten en die dicht bij elkaar in de buurt liggen. Buitenschoolse-opvangorganisatie de Bengel wordt aangestuurd door een echtpaar, dat als V.O.F. het beheer van de locaties uitvoert; één van de houders, de heer R. Lebbe, heeft de dagelijkse leiding. Hij wordt ondersteund door een assistent-leidinggevende die op één van de locaties meedraait op de groep. Het is een kleine organisatie en de houder is vier dagen aanwezig en dan werkzaam op de locatie Admiraal de Ruijterweg. Hoewel er veel overleg is tussen de houder en de assistent-leidinggevende, wordt er weinig vastgelegd van wat men bespreekt. Ook is een deel van de documentatie verouderd. De werk- en teambesprekingen vinden momenteel niet op structurele basis plaats. Als oorzaak wordt de terugloop gezien, een situatie die nu tot staan lijkt te zijn gebracht. De houder spreekt de intentie uit deze zaken weer structureel te gaan vormgeven. Vertrouwenspersoon en/of Klachtencoördinator De organisatie heeft geen vertrouwenspersoon of klachtencoördinator ingesteld. Oudercommissie Deze locatie van de Bengel aan de Willem de Zwijgerlaan, heeft een oudercommissie bestaande uit drie leden. Er is sprake van één oudercommissie voor twee vestigingen; dit is formeel onjuist omdat voor elke vestiging oudercommissies ingesteld moeten worden, die overigens wel gezamenlijk bijeen kunnen komen. De toezichthouder heeft op 8 mei 2014 telefonisch contact opgenomen met een oudercommissielid en gevraagd naar de tevredenheid over zaken als kwaliteit van het personeel, de inrichting van de groepen en de veiligheid en gezondheid bij de Bengel. Het oudercommissielid heeft aangegeven over het algemeen tevreden te zijn, met name over het handelen van de beroepskrachten en het feit dat deze al langdurig op de locatie werkzaam zijn. Daarnaast constateert het lid van de oudercommissie dat stagiaires uitsluitend boventallig worden ingezet en dat de kinderen regelmatig naar buiten gaan. De houder houdt rekening met adviezen van de oudercommissie. Er zou naar de mening van het oudercommissielid meer aandacht kunnen zijn voor het volledig inzetten van de beschikbare speelruimte op de Willem de Zwijgerlaan.
Advies aan college van B&W De toezichthouder adviseert om op de geconstateerde overtredingen handhavend op te treden conform het handhavingsbeleid van de gemeente.
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 09-04-2014
3/8
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat De toezichthouder heeft tijdens het bezoek de uitvoering van de pedagogische praktijk geobserveerd. De kinderen waren tijdens de observatie buiten aan het spelen. Pedagogische praktijk Twee kinderen spelen met een tractor met aanhanger. In de aanhanger ligt een bal. Een kind loopt achter de aanhanger aan en duwt, het andere kind bestuurt de tractor. Een tijdje rijden ze rustig het speelplein rond totdat het kind dat duwt harder gaat duwen en ze tegen een boom aanrijden. De wagen wordt weer rechtgezet. Vervolgens wordt het kind dat duwt boos omdat de bestuurder de wagen op de rem laat staan. De beroepskracht grijpt in. Ze vraagt het kind dat duwt om even te wachten tot ze samen vertrekken en laat de bestuurder uitleggen waarom de wagen op de rem staat. De bestuurder was nog niet klaar om te vertrekken. Ze stelt het duwende kind voor om eerst te vragen of ze weer zullen gaan rijden en helpt het kind daarmee. Op deze wijze zijn de kinderen weer verzoend en gaan ze weer samenwerken. Daarmee wordt de ontwikkeling van de sociale compententie gestimuleerd. Even later vraagt de beroepskracht een kind of ze niet liever met de bal wil spelen. Het kind wil dat. De beroepskracht pakt de bal en laat hem stuiteren. Het kind loopt met een blij gezicht achter de bal aan en gaat daarna alleen met de bal spelen. Even later vraagt de beroepskracht of een ander kind mee mag spelen. Dat mag. De beroepskracht speelt even mee en betrekt het andere kind in het spel. Vervolgens gaan de kinderen met elkaar spelen. Er staan plantjes op de speelplaats. Eén kind is geïnteresseerd daarin en stelt de beroepskracht een vraag over een plant. De beroepskracht geeft haar een beker water. Het kind gaat het plantje water geven en komt daarna terug voor nog meer water. De beroepskracht zegt dat ze het goed doet en vraagt of zij alle plantjes op de buitenspeelplaats water wil geven. Even later gaat het kind het hele speelplein rond en geeft alle planten water die er staan. De beroepskracht stimuleert zowel de ontwikkeling van persoonlijke als sociale competenties en leert normen en waarden aan bij conflicten. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleid, beschikbaar op de website www.naschoolseopvangamsterdam.nl, ingezien 9 april 2014 - Inspectieonderzoek
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 09-04-2014
4/8
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld of personen werkzaam bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. Daarnaast zijn de VOG's van de stagiaires beoordeeld. Ook is onderzocht of de VOG voor rechtspersonen en een VOG van het kantoorpersoneel aanwezig was, maar deze waren tijdens het bezoek niet aanwezig. De houder is in de gelegenheid gesteld om, binnen de mogelijkheden voor overleg en overreding, een VOG voor rechtspersonen aan te vragen en deze met de VOG van kantoorpersoneel, na te zenden. Deze zijn tijdig nagezonden. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld of personen werkzaam bij het kindercentrum beschikken over een geldige beroepskwalificatie. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. Beroepskracht-kind-ratio Dagelijks worden op de twee groepen totaal maximaal vijfentwintig kinderen opgevangen door drie beroepskrachten. Er zijn voldoende vaste beroepskrachten voor het aantal kinderen dat maximaal wordt opgevangen, er zijn geen vacatures. Bij ziekte, vakantie en verlof wordt er gebruikgemaakt van interne inval. Op woensdag en vrijdag worden de groepen samengevoegd. Op woensdag zijn er maximaal tien kinderen geplaatst en wordt er één beroepskracht ingezet op de groep. Op vrijdag worden er bij uitzondering meer dan tien kinderen opgevangen. Indien er meer dan tien kinderen aanwezig zijn, werkt de directeur op deze locatie mee. In de vakantie worden de kinderen opgevangen op basis van een door de ouders vooraf in te vullen intekenlijst. Op basis hiervan wordt het personeel ingezet. De houder verklaart dat het daarbij niet voorkomt dat afgeweken wordt van de beroepskracht-kind-ratio. Op vrijdag is er een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig. De achterwacht is dan als volgt geregeld: de administratieve kracht is dan achterwacht. Deze is echter op deze dag niet de gehele dag op de locatie aanwezig en woont te ver om binnen 15 minuten op de locatie aanwezig te zijn in geval van een calamiteit. De achterwacht is dan onvoldoende geregeld. De houder is in de gelegenheid gesteld om in het kader van 'overleg en overreding' het beleid aan te passen op dit punt. De houder heeft verklaard inmiddels afspraken te hebben gemaakt met een buurtgenoot en dit in beleid te hebben geïmplementeerd. Het komt niet voor dat in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio (meer dan tien kinderen met een beroepskracht) één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Opvang in groepen Elk kind behoort bij één stamgroep. De opvang vindt, buiten (spel)activiteiten om, plaats in deze stamgroepen. Er zijn twee stamgroepen op deze locatie. Op woensdag en vrijdag worden de groepen samengevoegd. Gebruikte bronnen: - Overzicht beroepskrachten, ontvangen per e-mail op 14 april 2014 - Adressenlijst per groep, ontvangen 17 april 2014 - Werkrooster 7-4-2014 t/m 11-4-2014 (week 15) - Overzicht aanwezige kinderen, ontvangen 9 april 2014 - Inspectieonderzoek
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 09-04-2014
5/8
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kind-ratio A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. OF B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Of B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 09-04-2014
6/8
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
BSO de Bengel 000006156797
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
BSO de Bengel Willem de Zwijgerlaan 71 73 1056 JG AMSTERDAM 32125827
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Dhr. F. van der Wal
30 Nee
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Stadsdeel West : Postbus 57239 : 1020 BC AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 09-04-2014
: : : : :
09-04-2014 12-05-2014 03-06-2014 04-06-2014 05-06-2014
: 05-06-2014 :
7/8
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. P.M.
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 09-04-2014
8/8