Inspectierapport BSO de Bengel (BSO) Admiraal de Ruijterweg 56A 1056 GL AMSTERDAM Registratienummer: 884419599
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 16-02-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 05-03-2015
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 16-02-2015
1/12
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 16-02-2015
2/12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 16 februari 2015 is een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. In dit onderzoek zijn op grond van het risicoprofiel de belangrijkste kwaliteitseisen onderzocht, namelijk kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel, aan de beroepskracht-kind-ratio, de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid, de accommodatie en het ouderrecht. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld. De voorwaarden met betrekking tot het pedagogisch beleid, het plan van aanpak veiligheid en gezondheid, het bezit van een juiste meldcode kindermishandeling en de oudercommissie zijn in een nader onderzoek beoordeeld omdat de gemeente hiervoor een handhavingsprocedure is gestart. Tijdens het onderzoek is de houder in de gelegenheid gesteld om documenten na te sturen. De houder heeft hier op 17, 19 en 23 februari 2015 gevolg aan gegeven.
Beschouwing De organisatie De houder, BSO de Bengel, exploiteert twee buitenschoolse-opvanglocaties, waaronder de locatie aan de Admiraal de Ruyterweg 56-A. Het is een kleine organisatie; de houder is vijf dagen per week werkzaam op het kantoor op de andere locatie en is ook dagelijks enige tijd aanwezig op de vestiging aan de Admiraal de Ruyterweg. Regelmatig is de houder zelf ook werkzaam op de groep. Vertrouwenspersoon en/of klachtencoördinator De organisatie heeft geen vertrouwenspersoon of klachtencoördinator ingesteld. Vestiging Bso de Bengel, locatie Admiraal de Ruyterweg, bestaat uit één groep waarin kinderen tussen de zeven en twaalf jaar oud worden opgevangen. Bij de buitenschoolse opvang werken drie beroepskrachten en worden er twee stagiaires ingezet. De locatie heeft geen eigen buitenruimte, maar maakt gebruik van een speelterrein achter de locatie en een speeltuin op vijf minuten loopafstand van de opvang. In het huidige jaarlijks onderzoek zijn geen overtredingen geconstateerd.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 16-02-2015
3/12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Het pedagogisch handelen van de beroepskrachten is beoordeeld op basis van observaties op de groepen tijdens het ophalen van de kinderen van school en tijdens het vrij spelen. Uit deze observaties is gebleken dat er voldoende invulling wordt gegeven aan de pedagogische basisdoelen, te weten het waarborgen van de emotionele veiligheid, de mogelijkheid tot het ontwikkelen van persoonlijke en sociale competentie en de overdracht van waarden en normen. Normen en waarden Tijdens het inspectiebezoek worden de kinderen herhaaldelijk herinnerd aan de regels die gelden op de buitenschoolse opvang. Zo loopt één van de kinderen met een fiets aan de hand op straat als er gezamenlijk wordt teruggelopen van de basisschool naar de opvang. De beroepskracht wijst het kind erop dat het op straat loopt en dat het de afspraak is dat ook de kinderen met een fiets achteraan in de rij op de stoep lopen. Tijdens het buiten spelen in een speeltuin in de buurt is een deel van de kinderen aan het voetballen. De beroepskrachten vertellen de kinderen dat zij op het linkergedeelte van het plein moeten blijven met de voetbal, omdat er ook andere kinderen op het plein aan het spelen zijn die geen last mogen hebben van het voetballen. Zij leggen dus uit waarom de regel van belang is. Regelmatig komen de voetballende kinderen op het rechtergedeelte van het plein. Telkens als dit gebeurt herinneren de beroepskrachten hen aan de regels. Doordat de beroepskrachten de afspraken en regels bespreken met de kinderen, zorgen zij ervoor dat er overdracht van normen en waarden plaatsvindt. Emotionele veiligheid en persoonlijke competentie Tijdens het lopen van de basisschool naar de opvang vinden er gesprekjes plaats tussen de beroepskrachten en de kinderen. Eén van de beroepskrachten vraagt aan een kind of het nog getennist heeft in het weekend. Het kind vertelt vervolgens over de invulling van zijn weekend. Later op de middag, als de ene helft van de kinderen aan het voetballen is en de andere helft op een schommel zit te kletsen met elkaar, gaat één van de beroepskrachten erbij zitten. Er wordt onder andere gesproken over make-up, waarbij de beroepskracht enthousiast meepraat; er wordt ingespeeld op de interesses van de kinderen. Tijdens het inspectiebezoek blijkt duidelijk dat de kinderen zich op hun gemak voelen bij de beroepskrachten. Als één van de kinderen op een speeltoestel probeert te klimmen en de beroepskracht ziet dat dit niet lukt, loopt ze naar het kind toe en vraagt ze of ze even zal helpen. De beroepskracht wacht eerst af of het kind zelfstandig op het speeltoestel kan klimmen en wanneer dit niet lukt, biedt de beroepskracht ondersteuning aan. Hiermee helpt de beroepskracht het kind de persoonlijke competentie te ontwikkelen. Gebruikte bronnen: - 'Pedagogisch beleid 2014 nieuwste versie', ontvangen op 19 februari 2015 - Website www.naschoolseopvangamsterdam.nl, geraadpleegd op 19 februari 2015 - Inspectiebezoek d.d. 16 februari 2015
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 16-02-2015
4/12
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. De houder verklaart dat er sinds het laatste reguliere inspectiebezoek geen beroepskrachten in dienst zijn getreden. Wel worden er twee BOL-stagiaires ingezet op de buitenschoolse opvang. Zij beschikken beiden over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. Opvang in groepen De buitenschoolse opvang heeft één basisgroep die bestaat uit maximaal dertig kinderen tussen de zeven en twaalf jaar oud. De houder verklaart dat er momenteel maximaal twintig kinderen worden opgevangen. Uit de presentielijsten van de maanden december 2014 en januari 2015 blijkt dat er inderdaad maximaal twintig kinderen per dag zijn opgevangen. De houder dient er rekening mee te houden dat de basisgroep uit maximaal twintig kinderen mag bestaan als er ook kinderen van zeven jaar oud worden opgevangen. Als de basisgroep bestaat uit kinderen van acht tot twaalf jaar oud dan mogen er maximaal dertig kinderen worden opgevangen. Op woensdag wordt de groep samengevoegd met de groepen van de andere vestiging van de Bengel op de Willem de Zwijgerlaan. Ook dan bestaat de groep uit maximaal twintig kinderen. De kinderen zijn geplaatst in één basisgroep en worden hier dagelijks ook in opgevangen. Het komt niet voor dat een kind in een andere groep wordt opgevangen. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectiebezoek worden er zes kinderen opgevangen door één beroepskracht en een stagiaire die ook bevoegd is om als beroepskracht ingezet te worden. Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van de maanden december 2014 en januari 2015 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. Er zijn voldoende vaste beroepskrachten voor het aantal kinderen dat maximaal wordt opgevangen; er zijn geen vacatures. Bij ziekte, vakantie en verlof worden vaste invalkrachten ingezet. De beroepskrachten werken van 14.00 uur tot 18.30 uur of van 14.30 uur tot 19.00 uur. De beroepskrachten houden gedurende schooldagen geen pauze. Tijdens schoolvakanties werken de beroepskrachten van 8.30 tot 18.00 uur of van 9.00 tot 18.30 uur en pauzeren dertig minuten. Dit betekent dat er in schoolvakanties in de middag één uur wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Hiermee wordt er redelijkerwijs niet méér afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio dan is toegestaan. De houder verklaart dat het niet voorkomt dat beroepskrachten alleen in het kindercentrum aanwezig zijn; er wordt dagelijks immers door twee beroepskrachten geopend en gesloten. Mocht het toch voorkomen dat een beroepskracht alleen aanwezig is, dan is er een achterwachtregeling opgesteld. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag, ingezien tijdens inspectiebezoek van 16 februari 2015 - Steekproef afschriften beroepskwalificaties, ingezien tijdens inspectiebezoek van 16 februari 2015 - Overzicht inzet beroepskrachten in de maanden december 2014 en januari 2015 - Presentielijsten in de maanden december 2014 en januari 2015 - 'Pedagogisch beleid 2014 nieuwste versie', ontvangen op 19 februari 2015 - Website www.naschoolseopvangamsterdam.nl, geraadpleegd op 19 februari 2015 - Gesprek met de houder - Gesprek met beroepskrachten - Inspectiebezoek d.d. 16 februari 2015
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 16-02-2015
5/12
Veiligheid en gezondheid De voorwaarden waarin het plan van aanpak veiligheid en gezondheid en de meldcode kindermishandeling worden beoordeeld, zijn in een nader onderzoek beoordeeld omdat de gemeente hiervoor een handhavingsprocedure is gestart. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In de buitenschoolse opvang heeft de houder een protocollenmap liggen die de beroepskrachten kunnen raadplegen. Hierin is onder andere het protocol 'Vervoer' opgenomen waarin staat beschreven welke maatregelen genomen dienen te worden als de beroepskrachten met de kinderen van de basisschool naar de opvang lopen en het pedagogisch beleid. Naast de trap hangt het document 'Traploop regels' waarin is opgenomen wat de regels zijn voor het gebruik van de trap. De beroepskrachten verklaren dat er om de week een werkoverleg plaatsvindt. Veiligheid De toezichthouder heeft op het gebied van de veiligheidsrisico's tijdens het inspectiebezoek met name gelet op de kennis en naleving van de werkafspraken omtrent het ophalen van de kinderen uit school. De beroepskrachten maken gebruik van een lijst waarop alle op te halen kinderen vermeld staan en hebben een telefoon bij zich waarop ze ouders kunnen bellen als een kind dat op de lijst staat om op te halen, niet aanwezig is. De beroepskrachten wachten voor de deur van de school op de kinderen. De beroepskrachten nemen bij het teruglopen van school naar de opvang een wat langere route zodat zij over kunnen steken via een zebrapad. De kinderen lopen twee aan twee in de rij waarbij één beroepskracht vooraan en één beroepskracht aan het eind van de rij loopt. Uit de gesprekken met de beroepskrachten is gebleken dat zij voldoende op de hoogte zijn van de werkafspraken omtrent het ophalen van de kinderen. Gezondheid Op het gebied van de gezondheidsrisico's heeft de toezichthouder tijdens het inspectiebezoek met name gelet op kennis en naleving van de werkafspraken omtrent de (hand)hygiëne. Direct als de kinderen de buitenschoolse opvang binnenkomen, wijzen de beroepskrachten hen erop dat ze de handen moeten wassen. Naast de kraan op het toilet waar de kinderen gebruik van maken hangt een stoffen handdoek. De beroepskrachten verklaren dat de handdoek tweemaal per dag wordt verwisseld. In de keuken hangt een aftekenlijst voor de schoonmaakwerkzaamheden die moeten worden uitgevoerd. Deze lijst is voor de verschillende taken tot halverwege februari 2015 bijgewerkt. Uit de observaties en gesprekken met de beroepskrachten is gebleken dat zij voldoende op de hoogte zijn van de werkafspraken omtrent (hand)hygiëne. Uit het voorgaande blijkt dat de houder er zorg voor draagt dat de beroepskrachten op de hoogte worden gesteld van het geldende veiligheids- en gezondheidsbeleid. Meldcode kindermishandeling De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. De meldcode wordt besproken tijdens een werkoverleg. Tijdens het inspectiebezoek blijkt dat de beroepskrachten voldoende op de hoogte zijn van de inhoud van de meldcode. De beroepskrachten kunnen signalen van kindermishandeling benoemen en weten welke stappen zij dienen te volgen in het geval van een vermoeden van kindermishandeling. Gebruikte bronnen: - 'Protocol traplopen', ontvangen op 23 februari 2015 - 'Protocol vervoer', ontvangen op 23 februari 2015 - Aftekenlijst schoonmaakwerkzaamheden, gezien tijdens inspectiebezoek - 'Handhygiene', ontvangen op 19 februari 2015 - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de houder - 'Pedagogisch beleid 2014 nieuwste versie', ontvangen op 19 februari 2015 - Inspectiebezoek d.d. 16 februari 2015
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 16-02-2015
6/12
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De buitenschoolse opvang beschikt over een ruimte met twee verdiepingen. De eerste verdieping bevat een grote uitsparing in de vloer, waardoor een open verbinding is gerealiseerd tussen boven- en benedenruimte. Rondom deze uitsparing is een veilig hekwerk aangebracht. De kinderen hebben onder andere de beschikking over een tafeltennistafel, een keyboard, een tafelvoetbalspel en diverse gezelschapsspellen. De binnenruimte is passend ingericht voor het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De locatie heeft geen eigen buitenruimte. In de binnentuin achter de locatie ligt een besloten speelterrein dat voor alle kinderen in deze leeftijdsgroep voldoende speelmogelijkheden biedt. Zo staan er diverse speeltoestellen. Om de locatie te bereiken moet een klein stuk (ongeveer 50 meter) langs de openbare weg worden gelopen. De ingang van de speelplaats is bereikbaar via de stoep. Tijdens het inspectiebezoek wordt dit speelterrein verbouwd. Gedurende de verbouwing maakt de buitenschoolse opvang gebruik van een openbare speeltuin op ongeveer vijf minuten lopen van de opvang; deze is goed bereikbaar voor de kinderen. Dit is tijdens het inspectiebezoek ook het geval. De speeltuin beschikt onder andere over een glijbaan, schommel en basketbalnet en is daarmee passend ingericht voor de op te vangen kinderen. Gebruikte bronnen: - Gesprek met de beroepskrachten - Inspectiebezoek d.d. 16 februari 2015
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 16-02-2015
7/12
Ouderrecht De voorwaarden met betrekking tot de oudercommissie zijn in een nader onderzoek beoordeeld omdat de gemeente hiervoor een handhavingsprocedure is gestart. Informatie De houder informeert de ouders door middel van de website waarop onder andere het pedagogisch beleid geraadpleegd kan worden. Ook worden er minimaal viermaal per jaar nieuwsbrieven verstuurd. Deze informatiebronnen zijn toegankelijk voor alle ouders. Op de website van de buitenschoolse opvang staat ten tijde van het inspectiebezoek een link naar de jaarlijkse inspectierapporten. Een link naar het nader onderzoek van 15 oktober 2014 ontbreekt. De toezichthouder heeft de houder in de gelegenheid gesteld om dit aan te passen. De houder heeft hier binnen de onderzoekstermijn zorg voor gedragen. Gebruikte bronnen: - Website www.naschoolseopvangamsterdam.nl, geraadpleegd op 25 februari 2015 en 2 maart 2015 - Nieuwsbrief december 2014, ontvangen op 19 februari 2015 - Gesprek met de houder - 'Pedagogisch beleid 2014 nieuwste versie', ontvangen op 19 februari 2015
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 16-02-2015
8/12
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. Bij de inzet van beroepskrachten in opleiding wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Of B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Beroepskracht-kind-ratio A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. OF B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 16-02-2015
9/12
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 16-02-2015
10/12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
BSO de Bengel 000006156878
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
BSO de Bengel Willem de Zwijgerlaan 71 73 1056 JG AMSTERDAM 32125827 www.bso-debengel.nl
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. J. Jochems
30 Nee
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 16-02-2015
: : : : :
16-02-2015 25-02-2015 05-03-2015 05-03-2015 11-03-2015
: 11-03-2015 :
11/12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft afgezien van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.
BSO de Bengel - Jaarlijks onderzoek 16-02-2015
12/12