Inspectierapport 24-uurs én flexibele kinderopvang Klokje Rond (KDV) Houtwal KK VELDHOVEN Registratienummer

Inspectierapport 24-uurs én flexibele kinderopvang Klokje Rond (KDV) Houtwal 2 5509KK VELDHOVEN Registratienummer 132616580

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling rapport:

GGD Brabant-Zuidoost VELDHOVEN 28-08-2014 Regulier onderzoek Definitief 13-10-2014

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 8 Veiligheid en gezondheid ................................................................................................. 10 Ouderrecht .................................................................................................................... 12 Inspectie-items .................................................................................................................. 13 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 17 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 17 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 18

2 van 18 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 28-08-2014 24-uurs én flexibele kinderopvang Klokje Rond te VELDHOVEN

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Dagopvang Klokje Rond is vanaf 2005 gevestigd op de begane grond in het pand aan de Houtwal te Veldhoven. Het kindercentrum is gelegen in een jonge woonwijk. Klokje Rond biedt op 3 vestigingen in Veldhoven kinderopvang, waarvan 2 locaties met buitenschoolse opvang (bso). Op de locatie aan de Houtwal wordt dagopvang geboden aan 7 stamgroepen: 3 babygroepen (0-2 jaar), 4 peutergroepen (2-4 jaar). Klokje Rond is een 24 uurs- en flexibele kinderopvang en is in principe 365 dagen per jaar geopend. De flexibiliteit van Klokje Rond houdt in dat er niet wordt gewerkt met vaste dagdelen. Ouders dienen via het digitale reserveringsprogramma 'Klokje Online' (Nio-lite) kenbaar te maken op welke dagen en tijden ze van de opvang gebruik willen maken. Ook is er de mogelijkheid voor ouders om hun kinderen te laten overnachten of gebruik te maken van de avond- en weekendopvang. Ouders van deze extra opvangmogelijkheden gebruik maken mits er minimaal aanvragen zijn. Klokje Rond werkt sinds 3 jaar volgens de pedagogische visie van Emmi Pikler. Binnen deze visie staan 2 pijlers centraal, namelijk: 'een respectvolle verzorging' en 'bewegingsruimte'. Alle beroepskrachten zijn op locatie geschoold door een Externe Emmi Pikler coach. Daarnaast is binnen de inrichting van de groepsruimten de visie duidelijk zichtbaar. Er is houten meubilair op kinderhoogte en er is ruimte voor bewegingsspel door middel van klim- en klautermateriaal en grondboxen voor de baby's. Tijdens de inspectie heeft een beroepskracht aangegeven dat: "De visie van Emmi Pikler geautomatiseerd is in het pedagogisch handelen. We zouden niet meer anders kunnen werken." Inspectiegeschiedenis 2013 en 2014 Klokje Rond is in 2013 en 2014 meerdere malen bezocht door de GGD. Tijdens de inspecties werd aan de meeste getoetste item voldaan en werden enkele overtredingen uit de periode 2009-2012 opgelost, zoals de voormalige overtredingen op de ‘stamgroepsgrootte’ en ‘te weinig m² binnenspeelruimte’. Er werden tevens een aantal nieuwe overtredingen geconstateerd. Regulier inspectie 5 maart 2013 Tijdens de inspectie op 5 maart 2013 werden enkele nieuwe overtredingen geconstateerd, namelijk: Het inspectierapport van de GGD was niet op de website inzichtelijk. De beroepskrachten handelen onvoldoende conform het beleid gezondheid. De peutergroepen Belhamels en Lozzies beschikten niet over een aparte stamgroepsruimte. Er werd dagelijks gemiddeld 30 minuten afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio op tijdstippen waarop dit niet is toegestaan (art. 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen). Handhaving gemeente 15-11-2013 De gemeente Veldhoven heeft naar aanleiding van bovenstaande overtredingen de houder op 1511-2013 een schriftelijke waarschuwing verzonden. De gemeente heeft de houder medegedeeld dat bij de volgende inspectie de items waarop een overtreding is geconstateerd opnieuw worden geïnspecteerd. Inspectie op 13-01-2014 Tijdens de inspectie op 13-01-2014 werd geconstateerd dat drie van de vier voorgaande overtredingen door de houder waren opgelost. Er werd één herhaling van een voorgaande overtreding geconstateerd omdat de houder op tijdstippen waarop dat dit niet is toegestaan afwijkt van de beroepskracht-kindratio (art. 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen). Daarnaast waren er twee nieuwe overtredingen geconstateerd, namelijk: Het vierogenprincipe bood in de praktijk onvoldoende waarborg. In de peutergroep Wekkers werd op drie maandagen niet voldaan aan de beroepkrachtkindratio. 3 van 18 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 28-08-2014 24-uurs én flexibele kinderopvang Klokje Rond te VELDHOVEN

Handhaving gemeente 16-05-2014 De gemeente Veldhoven heeft naar aanleiding van de overtredingen op 13-01-2014 de houder een aanschrijving verzonden. De houder is verzocht alle drie de geconstateerde overtredingen vóór 15 juli 2014 op te lossen. Betreffende de overtreding waarop ‘buiten de toegestane tijdstippen wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio’, heeft de houder een aanwijzing ontvangen. Indien de houder aan deze aanwijzing geen gehoor geeft zal de gemeente Veldhoven overgaan tot het opleggen van een dwangsom of het opleggen van een bestuurlijke boete op grond van artikel 1.72 lid 1 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Huidige inspectie De huidige inspectie betreft een onderzoek op kernelementen en de voorgaande overtredingen. Er heeft op 28-08-2014 een observatie in alle stamgroepen plaatsgevonden. Daarnaast heeft er op 15-09-2014 een documentenonderzoek plaatsgevonden en een gesprek met een medewerker van het planbureau. Tijdens de huidige inspectie is geconstateerd dat: De twee overtredingen betreffende de beroepskracht-kindratio door de houder zijn opgelost; Er wordt, op twee voorwaarden na, voldaan aan de getoetste items van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Voor verdere toelichting op de overtredingen zie daarvoor de inhoud van het inspectierapport en het ‘advies aan College en B&W’.

Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Tijdens de inspectie zijn op de onderstaande items overtredingen geconstateerd: De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. (art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Overleg en Overreding De onderstaande items was onvolledig in het pedagogisch beleidsplan: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Op 30-09-2014 is het aangepaste pedagogisch werkplan ontvangen en door de toezichthouder opnieuw beoordeeld. De overtreding op de voorwaarde ‘pedagogisch beleid’ is hiermee opgelost. De toezichthouder adviseert de gemeente om op het bovenstaande item niet te handhaven.


Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende pedagogische basisdoelen geobserveerd en beoordeeld: • emotionele veiligheid; • persoonlijke competentie; • sociale competentie; • overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Het pedagogisch beleidsplan is beoordeeld op het vastleggen van het vierogenprincipe. Pedagogisch beleid Overleg & Overreding vierogenprincipe beleidsplan Op bovenstaande overtreding kan Overleg en Overreding plaatsgevonden tussen de toezichthouder en de houder. De houder heeft aangegeven inspanningen te verrichten om het vierogenprincipe in het pedagogisch beleidsplan vast te leggen vóór 01-10-2014. De toezichthouder zal dan ook adviseren niet te handhaven op dit item indien voldaan wordt aan de afspraak. Bij de telefonische hoor- en wederhoor zal dit met de houder besproken worden. Overleg en overreding Tijdens de inspectie is gebleken dat het vierogenprincipe niet in duidelijke en observeerbare termen was beschreven in het pedagogisch werkplan. Op 30-09-2014 is het aangepaste pedagogisch werkplan door de toezichthouder ontvangen en beoordeeld. Dit heeft erin geresulteerd dat de overtreding op het pedagogisch werkplan door de houder is opgelost.


Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2014). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de cursieve beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Tijdens de inspectie heeft er een observatie plaatsgevonden in twee stamgroepen, namelijk de Belhamels ( 2-4 jarigen) en de Kleine Wijzers (0-2 jarigen). Tijdens de observaties op de groepen is gezien, dat wordt voldaan aan de vier pedagogische basisdoelen: emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden. Kennis pedagogisch beleidsplan Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt, dat de houder er zorg voor draagt dat beroepskrachten voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleidsplan. Tijdens teamoverleggen wordt een thema uit het pedagogisch beleidsplan besproken. Tijdens de observaties is zichtbaar dat men werkt conform de visie van Emmi Pikler, zie hiervoor de voorbeelden uit de onderstaande observaties. Emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen. ‘De beroepskrachten verwoorden hun eigen emoties en die van de baby. Tijdens contactmomenten zijn zij ( zo goed als) volledig gericht op de baby.’ Observatie In de babygroep is gezien dat de beroepskrachten de tijd en de rust nemen om een baby de fles of een fruithap te geven. Tijdens het voedingsmoment richt de beroepskracht zich volledig op het kind, doormiddel van oogcontact, verbale en non-verbale communicatie. Tijdens het verschonen en omkleden van kinderen benoemen beroepskrachten alle handelingen. Een voorbeeld: "Eens kijken wat er allemaal in jou bakje ligt. Kijk een knuffel en een slaapzak." ‘Het welbevinden van de kinderen is goed. De meeste kinderen zijn ondernemend, energiek en vol aandacht. Zij genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen. Zij zijn ingespannen met iets bezig, maar kunnen daarna ook weer ontspannen.’ Observatie In beide geobserveerde groepen is gezien dat kinderen zich vrij door de ruimte bewegen en het spelmateriaal ontdekken. In de babygroep Kleine Wijzers is zichtbaar dat enkele eenjarige kinderen het Emmi Pikler materiaal ontdekken. Ze klimmen en klauteren over het klimtoestel, de houten balken en spelen in een houten bak die vol ligt met grote plastic gekeurde blokken. De kinderen ogen ontspannen en spelen intensief. Als ze hulp nodig hebben vragen ze dat aan één van de drie aanwezige beroepskrachten. Persoonlijke competentie Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. ‘Kinderen gedragen zich zelfstandig en zelfverantwoordelijk bij het aangaan en uitvoeren van activiteiten.’ Observatie In de peutergroep Belhamels is tijdens het fruitmoment gezien dat de 14 aanwezig kinderen aan drie verschillende zeshoekige tafels op kinderhoogte zitten. Op een aparte tafel heeft de beroepskracht het zogenoemde ‘fruitbuffet’ klaargezet en nodigt de kinderen per tafel uit om naar het fruitbuffet te komen. Ieder kind pakt een eigen keramieken bord en naar eigen keuze twee stuks fruit. Als alle kinderen fruit eten, zet de beroepskracht drinkglaasjes op tafel. Ieder kind mag kiezen voor sap of water, waarna de beroepskracht elk kind stimuleert om vanuit de kan het drinken in het glas in te schenken. Als kinderen hun fruit op hebben mogen ze nog een aantal keer 6 van 18 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 28-08-2014 24-uurs én flexibele kinderopvang Klokje Rond te VELDHOVEN

naar het fruitbuffet lopen. Aan het einde van de fruitactiviteit ruimen alle kinderen zelfstandig hun glas en bord op en poetsen met een washand hun mond en handen. Een nieuw kind in de peutergroep, leert zichtbaar snel wat er van haar verwacht wordt tijdens het fruitmoment. Het kind loopt zichtbaar trots met haar bord in twee handen naar het fruitbuffet. Ze glimlacht als ze een compliment krijgt van de beroepskracht. Sociale competentie Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. ‘De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijds- en/of groepsgenootjes actief aan. Zij richten de aandacht van kinderen op elkaar en helpen om de interactie in stand te houden.’ Observatie Tijdens het fruitmoment in de groep Belhamels is er zichtbaar veel communicatie tussen de kinderen onderling. De kinderen zitten met 4 of 5 kinderen aan een lage zeshoekige tafel. In totaal zijn er drie tafels. Deze opstelling nodigt de kinderen zichtbaar uit om met hun tafelgenoten in gesprek te gaan. Kinderen hebben onder andere gesprekjes over de fruitmaaltijd, maar zingen ook op eigen initiatief een liedje. Het fruitmoment oogt als een ‘kinderrestaurant’ waar kinderen naar het fruitbuffet lopen en aan tafel hun fruit eten terwijl ze contact hebben met leeftijdsgenootjes. Er heerst een rustige en gemoedelijke sfeer. De beroepskrachten hebben hierdoor de tijd om kinderen te begeleiden tijdens het fruitbuffet en met kinderen aan tafel in gesprek te gaan. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. C. Vermaesen)  Interview anderen (beroepskrachten)  Observaties (28-08-2014, twee basisgroepen)  Pedagogisch werkplan (2014)  Observaties op de groepen: Groep: Belhamels ( 2-4 jarigen) Tijd: 9.20-10.15 uur Aantal kinderen aanwezig: 14 Aantal beroepskrachten: 2 Groep: Kleine Wijzers Tijd: 10.15-11.00 uur Aantal kinderen aanwezig: 11 Aantal beroepskrachten: 3


Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). In 2014 wordt van alle medewerkers getoetst of de VOG is opgenomen in continue screening of tenminste niet ouder zijn dan twee jaar. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd tijdens de observatie. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Verklaring omtrent het gedrag De houder en alle personen werkzaam bij de onderneming beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag (in het kader van de continue screening). Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie conform de CAO kinderopvang. Opvang in groepen De dagopvang Klokje Rond telt op het moment van de inspectie de volgende 7 stamgroepen: Groepsruimte: m² per kind: max. aantal kinderen: m² per kind: Kleine Wijzers 53 14 3,7 Bimbam 53 14 3,7 Tiktakjes 63 14 4,5 Belhamels 46 13 3,6 Lozzies 110 14 7,8 Wekkers 68 14 4,8 Grote Wijzers 63 14 4,5 *Klokhuis 19 5 3,8 *NB. Het klokhuis betreft een flexibele groep. Deze groep is enkel geopend met flexibele kinderen als de andere groepen vol zitten. Flexibele opvang/ opvang in andere stamgroep Alle kinderen die de dagopvang bezoeken hebben een flexibel contract. Ieder kind wordt 'in principe' aan één stamgroep gekoppeld waar het kind gedurende +/- 90-95% van de tijd (op jaarbasis) wordt opgevangen. Doordat alle ouders een flexibel contract hebben afgesloten, komt het voor dat een kind in één andere groep wordt opgevangen. De medewerker van het planbureau bepaalt dagelijks welk kind er in een andere groep, dan de eigen stamgroep wordt opgevangen. Uit een steekproef uit de aanwezigheidslijsten van juni 2014 tot september 2014 blijkt dat ieder kind gemiddeld 1 keer per 4-6 weken één dag in een andere stamgroep wordt opgevangen. Daarbij komt het regelmatig voor dat de vaste beroepskracht met het kind meegaat naar de andere stamgroep en dat op woensdagen en vrijdagen twee stamgroepen worden samengevoegd. Omdat elke kind gedurende 90-95% van de tijd in de eigen stamgroep wordt opgevangen en alle kinderen een 'flexibel' contract hebben, wordt er aan deze voorwaarde voldaan. Beroepskracht-kindratio De voorgaande overtredingen betreffende de beroepskracht-kindratio zijn door de houder opgelost. Om tot een oordeel te komen betreffende de beroepskracht-kind-ratio heeft de toezichthouder tijdens de observatie op 28-08-2014 de B-K-R getoetst in alle groepen, daarnaast heeft er op 1509-2014 een gesprek plaatsgevonden met de planningsmedewerker en heeft de toezichthouder de aanwezigheidslijsten van juni 2014 tot op heden steekproefsgewijs getoetst via het digitale programma Klokje Online (Nio-lite). Hieruit kan geconcludeerd worden dat blijkt dat er, op twee 8 van 18 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 28-08-2014 24-uurs én flexibele kinderopvang Klokje Rond te VELDHOVEN

aandachtspunten na, voldoende beroepskrachten ingezet worden gezien het aantal en de leeftijd van de kinderen. Twee aandachtspunten afwijking B-K-R Tijdens de steekproef heeft de toezichthouder twee aandachtpunten geconstateerd, omdat er wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio, namelijk: Groep: Bimbam (0-2 jarigen)

Tijd: 11.30-12.15 uur

Aantal pm’ers werkzaam: 2 pm'ers

Benodigde pm;ers: 3 pm'ers

Belhamels (2- 4 jarigen)

11.30-15.00 uur

2 pm'ers

3 pm'ers

De toezichthouder ziet bovenstaande aandachtspunten als incidenten om de redenen dat:  dit de enige twee geconstateerde afwijkingen in B-K-R waren gedurende de steekproef die een uur in beslag nam;  de planningsmedewerker aangaf dat er tijdens bovenstaande afwijkingen tevens gekwalificeerd kantoorpersoneel werkzaam was die invallen in geval van een afwijking op de B-K-R. Beroepskracht-kindratio inzichtelijk middels tablets Tijdens de observaties in de groepen is zichtbaar dat er op iedere groep een tablet met een softwareprogramma aanwezig is waarop de beroepskrachten de aanwezige kinderen aan- en afmelden. De beroepskrachten hebben direct zicht of er wordt voldaan aan de beroepskrachtkindratio in de eigen groep en de parallelgroepen (bijvoorbeeld alle babygroepen of peutergroepen). Bijvoorbeeld: Als 's morgens blijkt dat er gedurende de middag één beroepskracht te weinig is ingepland, wordt dit door de beroepskrachten direct gemeld aan het kantoorpersoneel, zodat zij tijdig personeel kunnen inroosteren. Gebruikte bronnen:  Interview anderen (beroepskrachten)  Observaties (28-08-2014, twee basisgroepen)  Verklaringen omtrent het gedrag (alle beroepskrachten, stagiaires, kantoorpersoneel en de houder)  Diploma's beroepskrachten (alle beroepskrachten)  Presentielijsten (juni - heden)  Personeelsrooster (juni - heden)


Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein is de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken of de houder jaarlijks een risico-inventarisatie afneemt en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten over het beleid veiligheid en gezondheid. Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis bij de beroepskrachten over de inhoud van de meldcode. In de praktijk is beoordeeld of het vierogenprincipe in alle risicosituaties en -ruimten voldoende waarborg biedt. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid is op 01-03-2014 door de houder en de beroepskrachten uitgevoerd in alle, voor kinderen, toegankelijke ruimtes. Klokje Rond hanteert een eigen inventarisatielijst om de risico's op veiligheid en gezondheid per ruimte te inventariseren. De vorige risico-inventarisatie dateert van 15-02-2013. Plan van aanpak veiligheid en gezondheid Uit de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid komen enkele risico’s naar voren waarbij een actie direct is vastgelegd met streefdatum en voldoende waarborg biedt. Betreffende alle andere risico’s zijn maatregelen en gedragsafspraken vastgelegd in protocollen, huisregels en werkinstructies. Uitvoering beleid veiligheid en gezondheid Tijdens de observatie en de interviews met de beroepskrachten blijkt dat men inhoudelijk over het algemeen op de hoogte is van het beleid veiligheid en gezondheid en er naar handelt. Tijdens de inspectie is één aandachtspunt geconstateerd betreffende gezondheid: In de babygroep Kleine Wijzers is het ventilatierooster in de groepsruimte zichtbaar vervuild met stof. De houder heeft aangegeven dat: "Wegens ziektevervanging van een interieurverzorgster de ventilatieroosters wellicht over het hoofd gezien zijn." De houder heeft direct een actie opgeschreven om de ventilatieroosters voor heel het centrum te laten reinigen. Omdat dit het enige opvallende is, wordt dit nu als aandachtspunt beschouwd. Meldcode kindermishandeling Het kindercentrum gebruikt de meldcode voor de kinderopvang, versie juli 2013, die is gebaseerd op de basis meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. (ontwikkeld in opdracht van Brancheorganisatie Kinderopvang). Tijdens het interview zijn de beroepskrachten bekend met de signalen kindermishandeling en bekend met het stappenplan. De leidinggevende van het kindercentrum is de aandachtsfunctionaris Meldcode kindermishandeling. Vierogenprincipe In 2011 heeft de commissie Gunning in haar rapport naar aanleiding van de zedenzaak in Amsterdam het vierogenprincipe geïntroduceerd. Het vierogenprincipe heeft tot doel om situaties te voorkomen waarin de gelegenheid bestaat tot het plegen van (seksueel) misbruik of mishandeling bij kinderen in de dagopvang. Tijdens de huidige inspectie wordt het vierogenprincipe voor de tweede keer beoordeeld bij Klokje Rond. Tijdens de inspectie op 13-01-2014 bood het het vierogenprincipe onvoldoende waarborg.


Tijdens de inspectie is geconstateerd dat het beleid ten aanzien van het vierogenprincipe wederom niet voldoet om de reden dat het vierogenbeleid tijdens de avond- en de nachtopvang onvoldoende waarborg biedt. Er wordt ’s avonds en ’s nachts gewerkt met één beroepskracht en er is geen vierogenbeleid vastgesteld voor deze avond- en nachtopvang. De avond- en nachtopvang valt onder de Wet Kinderopvang en ouders ontvangen tevens voor deze gedeclareerde uren kinderopvangtoeslag. Het vierogenbeleid tijdens de ochtend en middag biedt wèl voldoende waarborg. Tijdens de observatie werken de beroepskrachten volgens het vastgestelde beleid vierogenprincipe, onder andere: "Wanneer er onverhoopt toch een beroepskracht alleen op een groep werkt wordt er door middel van een babyfoon in contact gestaan met een beroepskracht op een andere groep. De groepen die aan elkaar grenzen laten aan elkaar weten wanneer zij alleen staan en naar de slaapkamer gaan." Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde niet is voldaan: De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. C. Vermaesen)  Interview anderen (beroepskrachten)  Observaties (28-08-2014, twee basisgroepen)  Risico-inventarisatie veiligheid (maart 2014)  Risico-inventarisatie gezondheid (maart 2014)  Actieplan veiligheid (maart 2014)  Actieplan gezondheid (maart 2014)  Ongevallenregistratie (2014-heden)  Meldcode kindermishandeling (2013)  Pedagogisch werkplan (2014)


Ouderrecht Binnen dit domein is de klachtenprocedure van het kindercentrum getoetst. Klachten Klokje Rond is aangesloten bij Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK) en de Klachtenkamer Kinderopvang van de SKK. De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze onder de aandacht. Zo staat de klachtenregeling vermeld bij de algemene voorwaarden en staat er een stuk over in het pedagogisch beleid. Klachtenjaarverslag De houder heeft het jaarverslag cliënten en oudercommissie op 20-02-2014 aan de GGD verzonden. Er heeft 1 klager (cliënt) een 5 tal klachten ingediend bij de SKK. De SKK heeft de klachten onderzocht en vier van de vijf klachten gegrond verklaard. De houder heeft de geheimhoudingsplicht nageleefd. Geen schriftelijke reactie aan de klager De houder heeft binnen een maand na ontvangst van het oordeel van de beoordeelde klachten schriftelijk aan de klachtencommissie (SKK) een reactie verzonden. Echter heeft de houder niet aan de klager (cliënt) schriftelijk medegedeeld of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja welke (Wet klachtrecht cliënten zorgsector Artikel 2 lid 5). Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde niet is voldaan: De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. (art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. C. Vermaesen)  Interview anderen (beroepskrachten)  Reglement oudercommissie (2013)  Notulen oudercommissie (20-05-2014)  Informatiemateriaal voor ouders  Website  Nieuwsbrieven  Klachtenregeling (SKK)  Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector (20-02-2014)  Klachtenregeling oudercommissie (SKK)  Jaarverslag klachtenregeling oudercommissie (20-02-2014)


Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)


Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Indien een kind in een andere stamgroep dan de vaste stamgroep wordt opgevangen, dan duurt dat niet langer dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode. (art 1.50 lid 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 4, 5 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7, 8 en 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Ouderrecht Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. (art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder leeft geheimhoudingsplicht na. (art 2 lid 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)

De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)


Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie

: : : :

Gegevens houder Naam houder Website KvK nummer

: Christine Wilhelmina Vermaesen : www.klokjerond.nl : 17124275

24-uurs én flexibele kinderopvang Klokje Rond http://www.klokjerond.nl 133 Nee

Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: VELDHOVEN : Postbus 10101 : 5500GA VELDHOVEN

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : :

GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 5605KR EINDHOVEN 088 0031 377 V. van Kilsdonk

28-08-2014 22-09-2014 13-10-2014 15-10-2014

: 15-10-2014 : 05-11-2014


Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De zienswijze is digitaal ontvangen op 09-10-2014.

Betreft: Inspectie Houtwal 28-08-2014 Houtwal ‘Dagopvang’ Veldhoven, 15 October 2014 Geachte mevrouw van Kilsdonk Hieronder onze zienswijze op het concept inspectierapport van 28-08-2014. Pedagogische praktijk: Het is bijzonder fijn om in het rapport terug te lezen dat de kwaliteit van onze opvang, de goede sfeer en de zelfredzaamheid van de kinderen ook voor de toezichthouder zichtbaar en merkbaar was. We hebben als kinderopvang precies kunnen laten zien waar wij met onze visie voor staan! Ouderrecht: Klokje Rond heeft gekozen om na ontvangst van het oordeel van de klachtencommissie de klager niet schriftelijk op de hoogte te brengen over de maatregelen die genomen zijn naar aanleiding van het oordeel van de klachtencommissie. De situatie is door een mediator begeleid en besproken met klager en Klokje Rond. 4-Ogenprincipe: Inmiddels zijn er camera’s besteld en wordt het nieuwe 4-ogen principe uitgewerkt en herzien door de oudercommissie. Ingrid Donkers [email protected] 06-55898883


Inspectierapport 24-uurs én flexibele kinderopvang Klokje Rond (KDV) Houtwal KK VELDHOVEN Registratienummer

Recommend Documents