Inleiding tot de digitale fotografie
1 Inleiding Fotografie betekent: “Schrijven met licht” - Camera Obscura (beeldvorming) Beelden bewaren - pas sinds begin 19e eeuw Klassieke fotografie licht wordt omgezet in een beeld op basis van lichtgevoelige emulsies op film en papier
camera obscura Digitale fotografie omzetting gebeurt d.m.v. elektronica (beeldsensor zet licht om in elektronische signalen) ander fototoestel andere verwerking Wat blijft hetzelfde? - licht valt door een objectief - diafragma bepaalt hoeveel licht er op het lichtgevoelige element valt (scherptediepte) - sluitersnelheid bepaalt hoe lang het licht op het lichtgevoelige element valt (bewegingsonscherpte)
beeldsensor
pagina 1
Inleiding tot de digitale fotografie
2 Algemene begrippen uit de (digitale) fotografie Wat is een diafragma? - grootte van de opening van het objectief, uitgedrukt in een getal dat de verhouding weergeeft van de focusafstand tot de diameter van de opening – groot getal is kleine opening (f/22) – klein getal is grote opening (f/4). Wat is sluitersnelheid? - de tijd dat de beeldsensor licht kan ontvangen – bij bewegende onderwerpen: snelle (korte) sluitersnelheid gebruiken om scherpe opnamen te maken. Wat is een groothoek- en een teleobjectief?
- bij een groothoek komt er veel op de foto (perspectiefvervorming) – bij een teleobjectief wordt het onderwerp schijnbaar dichterbij gehaald (zoals bij een verrekijker) – zoomobjectieven hebben een variabele brandpuntafstand (variabele hoek) - digitale zoom is het vergroten van de beeldpunten, wat even goed kan gebeuren op de pc, met een beeldbewerkingsprogramma en geeft geen kwaliteitsverbetering (beeld wordt slechter).
pagina 2
Inleiding tot de digitale fotografie
Wat is onscherpte?
onscherpte – bewegingsonscherpte – scherptediepte - er is bewegingsonscherpte (beeldstabilisatie verkleint de beweging van de camera) – en er is onscherpte door foutieve afstandsinstelling – scherptediepte is de zone waarin het beeld nog als scherp wordt aanzien en is afhankelijk van het gebruikte diafragma (f/22 geeft grote scherptediepte – f/3,5 geeft weinig scherptediepte) en de afstand tot het onderwerp. Wat is het belang van scherptediepte? – Niet altijd is een volledig scherpe foto nodig. Bijvoorbeeld bij macro- en portretopnamen is een kleine scherptediepte aangenamer; de achtergrond wordt hierdoor minder storend; het “belangrijkste” van de foto komt beter tot zijn recht.
pagina 3
Inleiding tot de digitale fotografie
Wat is Resolutie? Megapixels? Afbeeldingformaat? Bestandsomvang op memorycard - Compressie (jpeg - gif - tiff - bmp) Hoeveel pixels zijn nodig? - vuistregel: als je een foto wil (laten) afdrukken, zorg dan dat je per millimeter zeker 10 pixels hebt (v.b. 100 x 150 mm = 1000 x 1500 pixels)
Benodigd aantal pixels voor een afdruk - voor afbeelding op het scherm hoef je niet meer pixels te hebben dan er op het scherm kunnen worden weergegeven (1024 x 768 op een standaard 17” scherm)
pagina 4
Inleiding tot de digitale fotografie
3 Tips voor betere foto’s Verander van standpunt Doe eens een stap opzij en kijk hoe je beeld verandert. Zak door je knieën – ga op een stoel staan … Denk aan de Gulden snede Zet je onderwerp niet altijd in het midden van je beeld. De opname wordt daardoor dikwijls saai. Gebruik de “sterke punten” van de foto.
Gebruik als het kan ook aanwezige lijnen om het oog van de kijker naar je onderwerp te leiden. Gebruik van de flits Denk na over het gebruik van de flits. Flitslicht flitst de sfeer weg. Gebruik je flits bij te sterke contrasten (invulflits). Let op het scherpstelpunt Meestal stelt de camera automatisch scherp op het middelpunt van je beeld. Als je onderwerp niet in het midden staat, is de scherpte meestal niet juist ingesteld. Zet eerst je onderwerp in het midden; druk de ontspanknop HALF in en hou hem vast. Kadreer en druk dan af. Kom dichterbij je onderwerp of zoom in Er worden veel foto’s genomen waarbij het hoofdonderwerp te klein wordt afgebeeld. Ga dichterbij of zoom in zodat je onderwerp groter wordt.
pagina 5
Inleiding tot de digitale fotografie
Let op storende voor- en achtergronden Voorgrond en achtergrond mogen je foto “omkaderen” maar mogen de aandacht niet afleiden. Doe storende zaken weg of kies een ander standpunt zodat ze buiten beeld vallen. Kijk naar het Licht Fotografie = schrijven met Licht. Kijk naar het licht en voel hoe de sfeer van jouw foto erdoor bepaald wordt. “Strijklicht” geeft mooie foto’s en zorgt voor reliëf in de foto. Hard licht is zelden mooi. Tegenlicht – licht van opzij – licht van achter geeft verschillende foto’s. Probeer iets te vertellen Een foto zou ons iets moeten vertellen. Steek een verhaal in je foto. Laat je fantasie werken. Humor in je foto, maakt een voltreffer van je opname. Voordelen van digitale fotografie ten opzichte van de klassieke fotografie: - geen kosten voor film en ontwikkeling - resultaat is onmiddellijk te beoordelen - zeer snel bewerkbaar via pc – en ook verstuurbaar (e-mail en web) - wisbaar
pagina 6
Inleiding tot de digitale fotografie
4 Bestandstypes Een bestandstype wordt herkend aan zijn extensie (de drie letters achter de punt in de naam van het bestand). Windows herkent het bestandstype en zoekt in een tabel welk programma er moet geopend worden om dat type van bestand te kunnen bekijken / wijzigen. Dat betekent echter niet dat een bepaald bestandstype met slechts 1 programma kan worden geopend. B.v. een txtbestand kan worden geopend met het programma Kladblok, maar ook met het programma Wordpad, met MSWord en vele andere tekstverwerkers. Er zijn heel wat verschillende soorten afbeeldingbestanden. Welk bestandstype je kiest hangt ervan af in welke toepassing je de afbeelding wilt gebruiken en welke kleurdiepte (aantal kleuren in de afbeelding) je nodig hebt. Je kan in een beeldbewerkingprogramma een afbeeldingbestand overzetten naar een ander type. Omdat afbeeldingbestanden meestal zeer groot zijn, wordt er in vele gevallen compressie toegepast. Met andere woorden: men gaat proberen de bestandsomvang op de harde schijf of andere drager te beperken om meer bestanden te kunnen opslaan op een beperkte ruimte. De meest gebruikte bestandstypes voor afbeeldingen zijn: TIFF (Tagged Image File Format) is een bestandsformaat in principe zonder compressie (= het verkleinen van de bestandsomvang). Dat betekent dat er geen misvormingen zijn en dus geen kwaliteitsverlies, maar daar staat tegenover dat de bestanden zeer groot zijn. JPEG (Joint Photographic Experts Group) maakt gebruik van compressie. Dat wil zeggen dat de bestandsgrootte serieus kan verkleinen. De graad van compressie is instelbaar. Grote compressie = lage kwaliteit (zichtbare fouten), maar kleine bestandgrootte. Daar staat tegenover dat bij weinig compressie de bestanden redelijk groot blijven, maar de kwaliteit veel beter blijft. Gebruik nooit JPEG als je een beeld nog wil bewerken; maar enkel als de werkzaamheden voltooid zijn. Elke keer je een jpeg-bestand wegschrijft (opslaat) is er opnieuw kwaliteitsverlies door de compressie ! (De fouten worden opgeteld !) Wordt vaak gebruikt op webpagina’s omwille van de kleine bestandsgrootte. JPEG heeft moeilijkheden bij plotse sterke kleurovergangen (randen). Is wel geschikt voor foto’s, maar minder voor grafische afbeeldingen en teksten. GIF (Graphics Interchange Format) zijn afbeeldingen waarbij de compressie gebeurt door het beperken van het aantal kleuren. Dit is eveneens instelbaar zoals bij JPEG. Hoe meer kleuren er verdwijnen, hoe compacter het bestand, maar hoe duidelijker (slechter) de kleurovergangen zijn. GIF is ideaal voor afbeeldingen zonder kleurovergangen (schema’s, grafieken, grafische teksten). Wordt vaak toegepast in webpagina’s omwille van kleine bestandsgrootte (pagina
pagina 7
Inleiding tot de digitale fotografie
wordt sneller geladen). GIF ondersteunt “transparantie” van de afbeelding en ook bewegende beelden (animaties). PNG (Portable Network Graphics) is een opvolger van GIF. Werd in het verleden weinig gebruikt, maar heeft een betere compressietechniek dan GIF, zodat er geen kwaliteitsverlies is. De bestanden zijn meestal wat groter dan in GIF maar zijn van hogere kwaliteit. Transparantie is ook mogelijk. Dit bestandstype is nog in volle opmars. PSD (PhotoShop Document) is het bestandsformaat waarmee Photoshop werkt. Omdat Photoshop reeds jaren in de grafische omgeving de standaard is, wordt het ook veel gebruikt. De bestanden zijn niet gecomprimeerd en door toevoeging van lagen dikwijls zeer omvangrijk. Geen compressie – hoogste kwaliteit.
TIFF
GIF 256 kleuren
GIF 16 kleuren
JPEG 100
JPEG 10
pagina 8
Inleiding tot de digitale fotografie
5 Het histogram Een histogram is een grafische weergave van het aantal pixels van een afbeelding, die dezelfde helderheid hebben – je kunt er heel nauwkeurig en objectief de helderheid en het contrast mee beoordelen Stel je voor dat de beeldsensor van onze camera een matrix van emmertjes zou zijn en dat het licht dat er opvalt, water zou zijn dat in onze emmertjes valt. Wanneer er geen licht op de sensor valt (geen water in de emmertjes) dan blijven alle emmertjes leeg. (volledig zwarte foto)
Wanneer er maximaal licht op gans de sensor valt (maximaal hoeveelheid water valt) dan zijn na korte tijd alle emmertjes vol. (volledig witte foto)
Wanneer er een gemiddelde hoeveelheid licht op de sensor valt (gemiddelde hoeveelheid water valt) dan zijn na korte tijd alle emmertjes half gevuld. (volledig grijze foto)
Het histogram geeft nu in grafiek weer hoeveel emmertjes er leeg blijven, hoeveel halfvol en hoeveel helemaal vol. In het eerste geval zijn er 24 emmertjes leeg. In ons tweede geval zijn er 24 emmertjes vol. In het laatste geval zijn er 24 emmertjes half-vol. We nemen in ons voorbeeld gemakkelijkheidshalve een klein aantal emmertjes (24); in de praktijk zijn er uiteraard veel meer fotogevoelige cellen in ons fototoestel. In de moderne toestellen loopt dit gauw op tot 10 miljoen.
pagina 9
Als we ons histogram bekijken kunnen we dus zien of er veel of weinig licht op de beeldsensor is gevallen. Het geeft ons een beeld over de lichtverhoudingen: de helderheid en het contrast in onze opname. Als je er goed mee leert werken is het een heel handig instrument om onze foto optimaal te corrigeren wat betreft helderheid, contrast en kleurtoon. Tegenwoordig hebben een aantal fototoestellen de mogelijkheid om het histogram te bekijken direct na de opname. Het beeldbewerkingsprogramma dat we gaan gebruiken om onze foto optimaal te maken heeft de mogelijkheid om het histogram te tonen.
pagina 10
Inleiding tot de digitale fotografie
We veronderstellen een vierde situatie: Slechts de linkerhelft van onze 24 emmertjes krijgen nu water te verwerken; de rechtse helft blijft leeg. Het histogram zal er dan als volgt uitzien:
Merk op dat de positie van de volle en de lege emmertjes niet overeenkomt met de positie in ons histogram. Links op het histogram is LEEG (geen licht of ZWART) Rechts op het histogram is VOL (volle licht of WIT) Links / rechts heeft dus niets te maken met de positie in onze opname.
We gaan nog een stapje verder: 6 emmertjes (linksonder) blijven leeg – 6 emmertjes (rechtsonder) zijn voor ¼ gevuld – 6 emmertjes (rechtsboven) worden voor de helft gevuld en 6 emmertjes (linksboven) zijn voor ¾ gevuld.
Op het histogram kunnen we zien dat geen enkel emmertje helemaal gevuld is. Er ontbreekt dus wit op onze foto. (Te weinig helderheid). Als we dit nodig vinden kunnen we nu met ons beeldbewerkingsprogramma de helderheid en het contrast zeer precies gaan instellen tot we wel 100% wit in onze foto hebben. pagina 11
Inleiding tot de digitale fotografie
histogram
pagina 12
Inleiding tot de digitale fotografie
6 Het digitaal fototoestel Er zijn drie categorieën toestellen: - de digitale reflex - de digitale compact - de bridgecamera (hybride camera) Vergelijking van de drie soorten Reflex Groter en zwaarder; veel accessoires mogelijk
Bridge Gemiddelde grootte en gewicht
Verwisselbare objectieven (stof !)
Vast objectief; dikwijls grote zoom (tot 12x) Gemiddelde sensor
Grotere sensor = minder beeldruis = grotere gevoeligheid Veel instelmogelijkheden ook manueel mogelijk Vanaf 500€ 3.000€
Meestal redelijk veel instelmogelijkheden Vanaf 250€ 500€
Compact Klein van afmetingen Gemakkelijk mee te nemen - op te bergen Vast objectief; zoombereik rond 3x Kleinere sensor = meer beeldruis = meer licht nodig Weinig instellingen; eenvoudig maar beperkt Vanaf 100€ 300€
pagina 13
Inleiding tot de digitale fotografie
7 Gebruik van het digitale fototoestel Aan de hand van de beschikbare toestellen bekijken we in ’t kort de meest voorkomende instelmogelijkheden van onze camera.
Het menu gebruiken
De menu-toets Van het ene menu naar het andere (via de vierwegschakelaar)
pagina 14
Inleiding tot de digitale fotografie
Door de menu’s “scrollen” (met de vierwegschakelaar)
pagina 15
Inleiding tot de digitale fotografie
Een menu-item kiezen (SET-toets) – submenu’s Keuze bevestigen (SET-toets) Belangrijkste instellingen: Taal (slechts één keer in te stellen) Datum – Tijd (slechts één keer in te stellen – tenzij de batterij plat is) Afmeting (aantal pixels – hangt af voor wat je de foto wilt gebruiken)
pagina 16
Inleiding tot de digitale fotografie
Kwaliteit
Kies steeds de hoogste kwaliteit ! Gevoeligheid (ISO)
Laat best op Auto staan, tenzij je te weinig licht hebt.
Witbalans
Meestal op Auto, tenzij binnenhuis.
pagina 17
Inleiding tot de digitale fotografie
Kiezen van het geschikte programma. - stand Auto (automatisch) - stand P (programma – eigen instellingen) - stand T of S (tijdvoorkeuze) (time – speed) - stand A (diafragmavoorkeuze) (aperture) - stand M (manueel - handmatig) - vooringestelde programma’s: portret – sport – macro – landschap – zonsondergang – nachtopname – enz.
Aparte toetsen: Flits (Auto – Rode ogen – Uit) Opnamevertraging (zelfontspanner) Belichtingscompensatie Afstandsinstelling (macro)
pagina 18
Inleiding tot de digitale fotografie
Display-toets (Info)
Vuilbakje (wees hiermee voorzichtig !)
pagina 19
Inleiding tot de digitale fotografie
8 Foto’s op de pc zetten Via USB-kabel of kaartlezer Via Windows-Verkenner (Win XP / Vista) aanbevolen ! Via beeldviewerprogramma – via beeldbewerkingsprogramma Maak eerst een map waarin je de foto’s wil bewaren Kopiëer uw foto's naar die map op je harde schijf Bekijk ze met een “viewer” of “browserprogramma” Pas daarna de foto's op de camera (of kaartje) wissen
Recht zetten (draaien) Slechte (minder goede) opnamen verwijderen (wees selectief ! ! !)
pagina 20
Inleiding tot de digitale fotografie
9 Foto’s bewerken Werk in een nieuwe map als je met belangrijke foto's te doen hebt! Laat je originele afbeeldingen zoals ze zijn; werk op kopieën in een nieuwe map. Er zijn twee vormen van fotobewerking: - corrigeren en - 'photoshoppen' Corrigeren van foto’s: - rechtzetten horizon (roteren) - rode ogen verwijderen - uitsnijden
- contrast en helderheid (kleur) aanpassen - perspectief corrigeren (vallende lijnen)
Fotobewerking: - rand toevoegen (kader) - collages maken - creatieve manipulaties
- omzetten naar sepia of “zwart-wit” - storende elementen verwijderen (klonen) - elementen toevoegen of combineren (lagen)
10 Foto’s bewaren Klasseren in mappen Methode van klasseren (chronologisch - volgens thema - volgens doel …) pagina 21
Inleiding tot de digitale fotografie
BACKUPS MAKEN op andere drager! Een harde schijf kan crashen - een DVD kan onleesbaar worden - een geheugenstick kan verloren gaan! Foto’s kopiëren - verplaatsen - herbenoemen - verwijderen Je foto's zijn onvervangbaar en worden kostbaarder met de tijd. Een CD of DVD kost niets in verhouding tot de onbetaalbare herinneringen die op je foto's staan. Zelfs een externe harde schijf kost nu bijna niets meer. Gebruik herbeschrijfbare DVD's (DVD-RW).
pagina 22
Inleiding tot de digitale fotografie
11 Foto’s tonen Op TV (via speciaal kabeltje) Op PC: bureaublad - schermbeveiliging - diareeks (Windows viewer – Faststone) - powerpoint Op een digitaal fotokader In fotoalbum - afdrukken (via fotohandelaar - via website - zelf)
pagina 23
Inleiding tot de digitale fotografie
12 Foto’s en internet Foto’s doorsturen via e-mail als bijlage Afbeeldingen van internet downloaden (Belgiumdigital.com - Panoramio - ) Uploaden van afbeeldingen (flickr – picasaweb.google.com – be.fotoalbum.eu)
pagina 24
Inleiding tot de digitale fotografie
13 Allerlei Batterijen - NiMH - LiIon (herlaadbaar) - Alkaline (niet herlaadbaar) Opslagmedia - CF (compact flash) - SD (secure digital) en snelheid Opname- en opstartvertraging Afmetingen van LCD-schermpje Helderheid van LCD-schermpje (buitenopnames) – Aanwezigheid zoeker EXIF-informatie Beeldviewers (Windows viewer – Faststone – IrfanView - Picasa) Beeldbewerkingsprogramma’s: Photoshop – Paint Shop - Gimp (fotocollages Teksten toevoegen - Randen - Verkleuren - Sepia - Zwart-wit – retoucheren storende elementen verwijderen - achtergrond vervangen - kleurverloop werken met lagen en maskers)
pagina 25
Inleiding tot de digitale fotografie
Inhoudsopgave 1 Inleiding ................................................................................................ 1 2 Algemene begrippen uit de (digitale) fotografie ........................................... 2 3 Tips voor betere foto’s ............................................................................. 5 4 Bestandstypes ........................................................................................ 7 5 Het histogram......................................................................................... 9 6 Het digitaal fototoestel ........................................................................... 13 7 Gebruik van het digitale fototoestel ......................................................... 14 8 Foto’s op de pc zetten ............................................................................ 20 9 Foto’s bewerken .................................................................................... 21 10 Foto’s bewaren .................................................................................... 22 11 Foto’s tonen........................................................................................ 23 12 Foto’s en internet ................................................................................ 24 13 Allerlei ............................................................................................... 25
pagina 26