WERKBOEK DIGITALE FOTOGRAFIE EN BEELDBEWERKING
DIGITALE FOTOGRAFIE
JIM MOOR
H OOFDSTUK 1
Werkboek Digitale fotografie en beeldbewerking
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij electronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de auteur. Ondanks alle aan de samenstelling van dit boek bestede zorg kan de auteur geen aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave. © Jim Moor fotografie - Rijswijk (Z-H) - Nederland
Leer je camera kennen
1. LEER JE CAMERA KENNEN. 1.1 INLEIDING Bijna iedereen fotografeert, tenslotte wil je je dierbare herinneringen voor later vastleggen. Je kinderen, kleinkinderen, de mooie momenten tijdens je vakantie, een verjaardag, bijna alles wordt tegenwoordig vastgelegd op de ‘gevoelige plaat’. En daar geven we met z'n allen erg veel geld aan uit. Het is dus geen wonder dat fabrikanten en handelaren veel moeite doen om het ons zo makkelijk mogelijk te maken regelmatig de camera ter hand te nemen. Alles kan automatisch gebeuren, de camera denkt mee, stelt zelf scherp, meet de hoeveelheid licht en past de belichting daar op aan. Het enige dat nog zelf gedaan moet worden is door de zoeker kijken en de ontspanknop op het juiste moment indrukken. Het fotorolletje wordt volgeschoten, weggebracht om ontwikkeld en prachtig in kleur afgedrukt te worden, het liefst vandaag nog. De één uur servicelabs rezen als paddestoelen uit de grond, de afdrukjes werden beter en groter.
DE KOMST VAN DE DIGITALE CAMERA. Met de komst van de digitale camera hebben de fabrikanten ons de middelen in handen gegeven om veel verder te komen onze dierbare herinneringen voor later vast te leggen, te verfraaien en op ieder door ons gewenst moment te printen of digitaal ter beschikking te hebben. Je hoeft geen foto-album meer te maken, alles wat je nodig hebt is een computer (laptop). Je zet de gemaakte beelden er op en je kunt je vakantieverhaal verrijken met elektronische beelden op je beeldscherm of zet ze op internet in een album, zodat iedereen 'online' kan meegenieten. 2
Dit klinkt te mooi om waar te zijn, de praktijk wijst uit dat het mooie reclamevolzinnen zijn. Er kan veel misgaan, dat leidt tot mislukkingen en teleurstelling. De interesse verflauwt en een leuke hobby bloedt dood. Jammer van de dure aanschaf. Het is niet nodig, de fabrikanten hebben hun best gedaan om het ons technisch makkelijker te maken. Er is iets meer en vooral andere kennis nodig om digitaal te fotograferen. Het lijkt heel erg op conventionele fotografie, maar is niet hetzelfde, de verwerkingscyclus is nu binnen handbereik gekomen, terwijl we analoge fotografie voorheen uitbesteedden aan ontwikkel- en afdrukcentrales.
WAT IS ER VERANDERD? Om alle mogelijk- en onmogelijkheden van digitale fotografie onder de knie te krijgen is vooral meer en deels ook andere kennis nodig. Nu moeten we voor het realiseren van de beloofde resultaten goed nadenken alvorens te 'knippen' en alles dat de geautomatiseerde afdrukcentrales deden, zelf gaan beoordelen en doen.
Omdat iedere camera anders is en er anders uitziet, zullen we alleen de meest elementaire zaken bespreken en onderdelen aanwijzen die werkelijk van belang zijn.
Het kan dus voorkomen dat een bepaald onderdeel niet op je eigen camera zit, dat is niet erg, we willen alleen dat je bekend raakt met je eigen camera en je een beetje wegwijs maken hoe de werking ervan is (om precies de werking van je eigen camera te leren kennen, zul je de door de fabrikant bijgeleverde handleiding goed moeten doornemen). Het zal je misschien een uurtje kosten, maar dat is het meer dan waard, het is namelijk echt onmisbaar om je camera goed te leren kennen.
Speel eens met de camera wanneer je de handleiding doorleest, maak een aantal verschillende opnames in diverse standen en mogelijkheden, de opnames zijn gemakkelijk te wissen en al doende leer je hiervan.
Een compactcamera met zoomlens van het merk Casio, verkrijgbaar in diverse kleuren
Dit werkboek biedt u de mogelijkheid in die behoefte te voorzien.
1.2 DE DIGITALE CAMERA Allereerst gaan we de (digitale) camera eens nader verkennen. We zullen alle belangrijke onderdelen bekijken en aangeven waar die voor nodig zijn. Het gaat er hierbij vooral om wat je er mee kunt doen. We zullen niet te diep op de binnenste techniek doorgaan, het is niet belangrijk hoe alles daar werkt. Tenslotte staat u ook niet iedere keer wanneer u uw auto start onder de motorkap te kijken hoe dat in z’n werk gaat.
Een uitgebreidere compact camera van Panasonic, de Lumix reeks met in dit geval 16X optische zoommogelijkheid en een groot helder scherm achterop
3
Een compacte systeemcamera, Olympus Pen met verwisselbare objectieven
Een Compact Systeem camera, de Samsung NX11, ook met verwisselbare objectieven, die al heel erg lijkt op een spiegelreflex camera
De grote cameramerken, Nikon, Canon en Sony hebben allemaal een FullFrame camera in hun assortiment, daarnaast bestaat er het zgn. APS-C formaat (DX), een sensor die ca. 1.5X kleiner is dan het FullFrame formaat. De lengte van het gebruikte objectief op camera’s die voorzien zijn van een APS-C formaat sensor moet vermenigvuldigd worden met de factor 1.5 om de juiste lengte van het objectief te verkrijgen.
Een moderne digitale spiegelreflex camera, in dit voorbeeld de Nikon D700 met FullFrame (FX) chip, heeft hetzelfde formaat als het (vroegere) analoge kleinbeeld filmformaat, 24 X 36 mm. In de verhouding 2 : 3.
Een zgn. standaard 50 mm. kleinbeeld objectief is op een FX camera met FullFrame 50 mm., maar op een camera met een DX sensor zal het objectief een waarde krijgen van 75 mm. (50 x 1.5).
4
Hiernaast is zichtbaar wat het verschil in beeldgrootte is tussen een FullFrame camera (FX-formaat) en een APS-C camera (DX-formaat).
door een schuifje o.i.d. (dit ter bescherming van het kostbare onderdeel).
Met een telezoom objectief van 300 mm. wordt de lengte op een DX camera dan 450 mm., een enorm voordeel naar de telekant dus, maar bedenk dat wanneer u een 18 mm. groothoek gebruikt dat op de DX camera al direct ca. 27 mm. (18 x 1.5) wordt en dat is dan geen voordeel te noemen.
De lichtgevoeligheid van het objectief wordt altijd weergegeven met de letter "f" en daar staat dan altijd een cijfer achter, bijv. f 2,8 of f 4. Hoe lager het getal, hoe lichtgevoeliger het objectief. Er kan dan bij minder licht toch gefotografeerd worden. - Sluiter: een ontspanmechanisme in of vlak achter het objectief, dat er voor zorgdraagt dat gedurende een bepaalde ingestelde tijd licht de camera binnenkomt om op het filmvlak of de beeldsensor geprojecteerd te worden.
De sensors in de compactcamera’s zijn nog kleiner dan in de spiegelreflex camera’s en hebben een verhouding van 3 : 4.
Een korte tijd bij veel licht en een langere sluitertijd bij mindere lichtomstandigheden.
1.3 BASISPRINCIPE VAN DE DIGITALE CAMERA
- Diafragma: mechanisme achter of in het objectief dat de hoeveelheid licht doseert dat de camera binnenkomt. Het diafragma getal wordt altijd met de letter "f" aangegeven en is een opeenvolgende reeks getallen. Bij het meer dichtdraaien/ sluiten van het diafragma worden lensfouten opgeheven.
Het diafragma beïnvloedt niet alleen de helderheid, maar ook de scherptediepte. Hoe meer er gediafragmeerd wordt, hoe groter het scherptediepte gebied.
In wezen verschilt de digitale camera niet veel van de conventionele analoge camera. Er zijn drie elementen essentieel om tot een foto te komen.
Dat zijn:
het objectief of lenzenstelsel
de sluiter
het diafragma.
Al deze elementen zijn ook aanwezig in een analoge camera, dus daar is geen wezenlijke verandering in gekomen. - Objectief: een lenzenstelsel dat bestaat uit diverse geslepen lenzen, waar doorheen het licht gebundeld wordt en uiteindelijk op het filmvlak of beeldsensor terechtkomt. Dit is aan de buitenkant van de camera eigenlijk het meest belangrijke onderdeel, maar bij de meeste camera's is het een klein rond glazen oog, dat als de camera niet aanstaat zelfs afgesloten wordt
5
Links een CCD sensor die op de rechterfoto zichtbaar is achter in een Canon spiegelreflex camera. In de digitale camera is een analoog filmrolletje dus niet meer nodig.
In een digitale camera wordt het beeld niet op een film opgenomen, maar op een beeldsensor, een CCD chip die achter in de camera geplaatst is.
De meest voorkomende kaartjes zijn: - Smart Media
- Compact Flash
- Memory Stick
- SD Card
- Micro SD card
- MultiMediaCard (MMC)
Het met de digitale camera opgenomen beeld wordt opgeslagen op een in de camera geplaatst geheugenkaartje, het opslagmedium dat in de plaats is gekomen van het fotorolletje.
1.4 OPSLAGMEDIUM In de digitale camera zit een soort diskette/geheugenkaartje. Deze 'diskettes' (kaartjes) zijn er in verschillende varianten, soorten en maten.
Afhankelijk van de beschikbare ruimte (grootte) van deze kaartjes, kunnen er enkele tot honderden foto's op worden opgeslagen. Het is niet zo dat er één soort kaartje is, de diverse fabrikanten bepalen bij de fabricage wat voor geheugenkaartje (een zgn. Flash geheugen) er in de camera past en bijna nooit wordt er een kaartje bij de camera geleverd bij aanschaf. Er zijn op dit moment al kaartjes te koop die tot 64 GB opslag mogelijk maken, wat zeker voor de professionele fotograaf zeer interessant is. Helaas is het ook zo dat de verschillende types niet uitwisselbaar zijn.
Bijna alle kaartjes zijn er in diverse groottes, 2, 4, 8, 16, 32 GB en de prijzen zijn inmiddels al flink gedaald. Vaak is twee kleinere handiger dan één grote, maar dat is een bewuste eigen keuze en geheel afhankelijk van de wijze van fotograferen en het gebruik van de camera. Ook zal de discipline opgebracht moeten worden om de gemaakte foto's regelmatig over te zetten op de harde schijf van de computer om zo het kaartje leeg te maken.
6
In iedere digitale camera zit een sleuf waar het geheugenkaartje in geplaatst kan worden. Er zijn spiegelreflex camera’s waar zelfs twee kaartjes in kunnen.
camera’s wordt aangegeven hoeveel megapixels (MP) de camera heeft, bijv.14,2 MP. Dit betekent dat er ruim 14 miljoen photo-sites op de sensor zitten, wat overeenkomt met maximaal 4592 x 3056 pixels . De vraag rijst of je dat werkelijk allemaal nodig hebt om er bijvoorbeeld een 10 x 15 cm. fotoprint van te maken. Misschien zou het handiger zijn foto formaten aan te geven, want dat is meestal het doel van de digitale opnames. Om een geschikte foto print te maken moet het bestand minimaal 300 dpi groot zijn, dit is 300 pixels per inch., want dat is wat de gemiddelde fotoprinter nodig heeft om een goed resultaat op te leveren. 3 Megapixels = 1536 X 2048 - 13 X 18 cm.
4 Megapixels = 1632 X 2448 - 15 X 20 cm.
6 Megapixels = 2000 X 3000 - 17 X 25 cm.
8 Megapixels = 2304 X 3456 - 20 X 29 cm. (ca. A-4 formaat)
10 Megapixels = 2736 X 3648 - 23 X 31 cm.
12 Megapixels = 3000 X 4000 - 25 X 35 cm.
Enkele voorbeelden van veel voorkomende kaarten staan hierboven afgebeeld, een CompactFlash, MicroSD, MMC, Memory Stick Pro, XD en SDHC card.
1.5 MEGAPIXELS Wat heel belangrijk is voor het uiteindelijke resultaat, is de resolutie van de camera. Er zijn momenteel camera's met 24 megapixels (1 megapixel staat gelijk aan 1.000.000 pixels). Op de camera sensor zijn zgn. photo-sites, lichtgevoelige cellen, geplaatst. Het aantal photo-sites bepaalt de kwaliteit van het aantal pixels dat geproduceerd kan worden. Op de meeste
Hoe komt het dan dat een digitale spiegelreflexcamera met 10 Megapixels betere afbeeldingen oplevert dan een 10 Megapixel compactcamera?
Buiten de kwaliteits- en prijsverschillen tussen de verschillende soorten camera’s, komt het vooral door de grootte van de beeldsensor. Deze beeldsensor bevat de lichtgevoelige cellen, photo-sites. Het lijkt ook vooral een race om de meeste Megapixels naar de consument. Voor de ontwerpers van de chips is het een uitdaging om zoveel mogelijk lichtgevoelige cellen op een zo klein mogelijke chip te bouwen. Is meer dan altijd beter? Niet dus, blijkbaar, daarom zijn de digitale camera’s onderverdeeld in chipgrootte en daarna het aantal lichtgevoelige cellen, photo-sites, per oppervlakte. 7
1.6 HET VOORDEEL VAN DE DIGITALE CAMERA Het grote voordeel van de digitale camera's is dat je gemakkelijk diverse opnames van een situatie of onderwerp kunt maken, zonder dat dat veel geld kost, want de beelden worden opgeslagen op het geheugenkaartje in je camera.
Direct nadat de opnames gemaakt zijn kan op het LCD schermpje gekeken worden hoe ze er uit zien. Dichte ogen, te donkere opname of bewogen onderwerp, geen probleem, die echt mislukte opnames selecteer je en die kunnen direct gewist worden.
Aan de hand van de gekleurde vlakken hierboven is het oppervlakte van de diverse digitale camera’s zichtbaar:
Ook is er meer invloed uit te oefenen op het uiteindelijke beeld, omdat de opname eenvoudig in een beeldbewerkingsprogramma op de computer te bewerken is, dus de iets minder geslaagde foto kan met een paar muisklikken verbeterd worden.
• Het rode vlak komt overeen met de compact camera’s,
6,6 X 8,8 mm.
• het blauwe vlak is de maat van de APS-C sensor (DX),
22,7 X 15,1 mm.
• en het groene vlak is de FullFrame sensor (FX), 24 X 36 mm., dat overeenkomt met het analoge kleinbeeld 35 mm. filmpje. Het voordeel van een grotere sensor moge duidelijk zijn, er kleeft wel een nadeel aan al die Megapixels, het geheugenkaartje in de camera zal natuurlijk sneller vol zijn. Een 1 GB kaartje kan met een 10 MP sensor ca. 100 afbeeldingen bevatten. Gelukkig zijn de geheugenkaartjes niet echt duur meer en gemakkelijk vaker te gebruiken nadat de gemaakte afbeeldingen op een computer of harddisk geplaatst zijn.
Een ander groot voordeel van digitale fotografie is dat de foto's via een opslagmedium, een CD, DVD, schijfje of USB pen en natuurlijk via email, heel snel met anderen gedeeld kunnen worden.
Digitale fotografie wordt als "fun" ervaren en heel gemakkelijk, omdat de gemaakte foto's direct bekeken kunnen worden. De gemaakte afbeeldingen kunnen direct op het afbeeldingsvenster achter op de camera bekeken worden, een groot voordeel van een digitale camera. De schermpjes worden ook steeds groter en helderder.
8
Dankzij de makkelijk toegankelijke bedieningsknoppen kan dan heel makkelijk door de foto’s gebladerd worden, er kan in bijna alle gevallen op een afbeelding ingezoomd worden om bijv. de scherpte te controleren.
weergegeven. Dit meetrekken wordt bijvoorbeeld vaak toegepast in auto- en motorsport fotografie.
1.7 BEDIENINGSMOGELIJKHEDEN De huidige generatie digitale camera's heeft bijna allemaal de mogelijkheid de sluitertijd en/of het diafragma te kunnen aanpassen tijdens het fotograferen. Dit biedt vele, vooral creatieve voordelen.
Een geheel geopend diafragma bijvoorbeeld biedt de mogelijkheid diepte te suggereren door het scherptegebied te verleggen. Scherp voorin de opname en onscherpte in de verte of juist andersom.
Een langere sluitertijd kan juist een beweging laten zien, denk hierbij bijvoorbeeld aan een waterval, waarbij de omgeving haarscherp in beeld gebracht is en het water lijkt te bewegen.
Een snelle sluitertijd kan snel bewegende onderwerpen 'vastzetten' en een iets minder snelle sluitertijd kan met 'meetrekken' het onderwerp scherp weergeven, terwijl de achtergrond vager wordt
Of, zoals op de hier naast staande foto van de stuurman van een jacht die aan het stuurwiel draait, door een langere sluitertijd zie je het stuurwiel draaien.
9
Er zijn vele verschillende toepassingen, kijk zelf maar in fotoboeken en -tijdschriften en probeer, wanneer je camera over deze mogelijkheden beschikt een aantal opnames te maken met de hierboven beschreven mogelijkheden van diafragmavoorkeuze of sluitertijd aanpassing.
1.8 OPTISCHE EN DIGITALE ZOOM
De meeste huidige digitale camera's beschikken over een zgn. zoomobjectief van licht groothoek naar licht tele (veel op de foto of een detail). Daarnaast bieden veel modellen ook nog eens een digitale zoom-mogelijkheid. Het is af te raden deze mogelijkheid te benutten, omdat door digitale zoom de ruis ernstig toeneemt, omdat op elektronische wijze een uitsnede op de beeldsensor gemaakt wordt.
1.9 HET LCD VENSTER
Op de camera de digitale zoommogelijkheid gebruikt, zie hier duidelijk de digitale ruis die ontstaan is omdat er al op de sensor is uitgesneden.
Het is beter in sommige gevallen de optische zoom te gebruiken als je zelf niet dichter bij het onderwerp kunt komen.
Het verdient zeker aanbeveling in de hoogste resolutie te fotograferen en dan eventueel later met een beeldbewerkingsprogramma de juiste uitsnede te maken.
Door de hoogste resolutie toe te passen en dan eventueel een uitsnede te maken blijven genoeg pixels over voor een goede afdruk op bijvoorbeeld 10 X 15 cm met de juiste resolutie.
Op iedere digitale camera zit een LCD (Liquid Cristal Display) schermpje aan de achterzijde. Dit is een van de handigste voorzieningen op de digitale camera. Er zijn drie mogelijkheden die hiermee benut kunnen worden:
- als zoeker gebruiken
- foto's op bekijken en selecteren
- camera instellingen kiezen
Ingezoomd m.b.v. de optische zoommogelijkheid van de camera.
Een nadeel van een LCD venster is dat het erg veel stroom gebruikt. Als het schermpje vaak gebruikt wordt tijdens het fotograferen, zal de batterij erg snel leegraken. Schakel het schermpje dus uit als het niet echt nodig. Ook opvallend zonlicht kan hinderlijk zijn.
Wel heel handig is dat direct na de opname op het schermpje het resultaat bekeken kan worden en het besluit genomen kan worden de opname te wissen of te laten staan.
De kleur kan moeilijk beoordeeld worden op het LCD schermpje, dus dat zou pas op de computer beter beoordeeld kunnen worden.
Vaak kan een selectie van de opnames gemaakt worden en die kun 10
je dan bijvoorbeeld roteren of er op inzoomen om beter naar de opname te kijken.
Bij digitale camera’s zonder optische zoeker zul je dus goed moeten opletten op schermgrootte en helderheid, je zult alles moeten instellen, beoordelen, scherpstellen en controleren via het scherm. Ook zijn er inmiddels camera’s op de markt die een touchscreen hebben, waarmee je diverse instellingen rechtstreeks op het scherm kunt aanpassen e.d.
Hiernaast de achterkant van een digitale spiegelreflex camera, waarop via het scherm achterop de camera alle instellingen kunnen worden aangepast en na het opnemen de afbeeldingen op bekeken kunnen worden.
waar wonder van techniek, want als je de knop half indrukt, gebeurt er van alles in de camera.
De automatische scherpstelling en belichting worden in werking gesteld. Bij de meeste camera's zal een signaal volgen of een lampje gaan branden als ze klaar zijn. Als de knop dan verder ingedrukt wordt, zal de opname gemaakt worden.
Wanneer de instellingen via het scherm worden aangepast is het noodzakelijk dat je de bijgeleverde handleiding goed doorneemt. Wel kun je eventueel experimenteren met de instellingen, bevalt het niet, dan kunnen de opnames direct gewist en de instellingen weer hersteld worden naar de voorkeursinstellingen van de fabrikant.
Helaas zal op de oudere digitale compact camera’s een zgn. ontspanvertraging optreden. Met ontspanvertraging wordt bedoeld de tijd die ligt tussen het moment van indrukken van de ontspanknop en het uiteindelijk vastleggen van de foto. Dit duurt bij digitale camera's over het algemeen iets langer dan bij de analoge compact camera's, maar de fabrikanten werken er hard aan deze ontspanvertraging flink te verkorten.
Tip: Als je een opname gaat maken, druk dan eerst de ontspanknop half in, zodat de meeste instellingen, zoals scherpstellen en lichtmeten al gedaan zijn. Als je dan de ontspanknop verder indrukt zal de eigenlijke foto gemaakt worden en is de ontspanvertraging al voor een groot gedeelte voorbij. De camera heeft een meetveld voor de belichting van de chip.
1.10 DE ONTSPANKNOP Op iedere camera zitten verschillende draai- en drukknoppen, maar de ontspanknop zal op geen enkele camera ontbreken. Deze ontspanknop zit bijna altijd rechts boven op de camera als je van achter door de zoeker of op het scherm kijkt. Deze knop is een
Op bijna alle camera’s, compact, compact systeem of spiegelreflex camera, zit de ontspanknop rechts boven/voor op de camera.
11
In de gebruiksaanwijzing is te zien hoe de camera dat veld ziet, het vlakje in het midden meet meestal de hoofdmoot van de opname. Bijna altijd zal zich hier het belangrijkste gedeelte van het onderwerp bevinden (portret, auto, huis, tuin enz.) Ook midden in de zoeker is vaak een markering aangebracht dat een kleiner gebied aangeeft. De camera zal automatisch scherpstellen op het onderwerp dat zich tussen deze markering bevindt. Houdt hier dus bij het richten van de zoeker rekening mee, want de meest gemaakte fout bij autofocus camera's is het feit wanneer twee personen gefotografeerd worden die in het midden van de opname geplaatst worden. Het instelvlakje dat het scherpstelvlakje is kijkt precies tussen deze twee personen door en het vlak achter deze personen blijkt scherp te zijn en het werkelijke onderwerp onscherp.
Dit is deels op te vangen door eerst op het onderwerp te richten, de ontspanknop half in te drukken zodat de camera kan scherpstellen en lichtmeten en dan het camerastandpunt met nog steeds ingedrukte ontspanknop te veranderen.
De ingestelde scherpte en belichting blijven dan intact en nu is het een kwestie van werkelijk 'knippen'.
Zoomen kan dan niet meer, dat moet van te voren gezien en gedaan zijn. Dit betekent dat je dus goed moet kijken voordat je de werkelijke opname gaat maken. Op sommige camera's is het mogelijk handmatig de sluitertijd en/of diafragma in te stellen. Dit biedt extra mogelijkheden om de creatieve mogelijkheden te benutten of om selectiever en juister te belichten.
1.11 DE INGEBOUWDE FLITSER Op bijna alle toestellen zit een ingebouwde flitser of eigenlijk zou je moeten zeggen: flitsertje, want erg groot is de reikwijdte niet (meestal maar een paar meter). De flitser zit aan de voorkant van de camera achter een klein venster vlak naast de zoeker. Met deze flitser kun je tot op bepaalde hoogte in situaties met (te) weinig licht toch nog een foto maken.
Fotograferen met de ingebouwde flitser heeft wel een aantal nadelen: - rode ogen effect
- vlakke, bleke gezichten
- scherp afgetekende schaduwen Gelukkig zijn er diverse mogelijkheden in beeldbewerkingsprogramma's die het rode ogen effect kunnen verhelpen, maar de vlakke, bleke belichting bij deze vorm van direct flitsen is niet te verhelpen.
Ook de hard aanwezige slagschaduw zul je voor lief moeten nemen. De automatische instelling van de camera bepaalt meestal dat de flitser afgaat, als je dat niet wenselijk vindt, kun je dat uitschakelen via de instelmogelijkheden van je camera, raadpleeg hiertoe de bijgeleverde handleiding. 12
Sommige afdrukcentrales drukken de digitale foto's af met aan beide korte zijden een witte rand. Er is dan geen verlies van beeld, alleen zijn de foto's iets kleiner. Ook bestaat de mogelijkheid dat op sommige digitale camera's via het instellingen menu de 2 : 3 verhouding ingesteld kan worden, raadpleeg hiervoor de bijgeleverde handleiding.
Het gebruik van de flitser kost ook weer extra energie, de batterijen zullen dus eerder leeg zijn, wanneer je vaak flitst. Ook zal het steeds langer gaan duren voor- dat de flitser weer klaar is voor gebruik bij een volgende foto. Probeer daarom het flitsen zoveel mogelijk te beperken.
1.12 BEELDVERHOUDING Het analoge kleinbeeldformaat (24X36 mm.) heeft een beeldverhouding van 2 : 3. De meeste digitale compact camera's hebben een 3 : 4 verhouding en dat heeft consequenties voor de afdrukken die je wilt laten maken.
In de meeste gevallen kun je er dus bij de opname al rekening mee houden dat er iets van het beeld afvalt bij het printen. Ook hier geldt weer, goed kijken en bepalen hoe je onderwerp gefotografeerd wordt.
De afdrukcentrales waar je de digitale bestanden kunt laten printen gebruiken vooral 2 : 3 voor de 10 X 15 cm. prints, dus als je niet ingrijpt, valt er iets van je gemaakte beeld af. Vaak is het zo dat een deel van de boven- en onderkant afgesneden wordt.
1.13 HOE DE FOTO'S TE BEKIJKEN EN BEWERKEN
Als je thuiskomt van vakantie, dagje uit of je hebt prachtige foto's gemaakt van je (klein)kinderen wil je natuurlijk zo snel mogelijk je gemaakte foto's bekijken op een groter scherm dan het LCD schermpje van de camera.
Hoe krijg je je foto's de computer in of laat je ze zien via de TV en even verder, hoe kun je er afdrukjes van maken op fotopapier? Voor de hand ligt dat je het geheugenkaartje er uithaalt en dat ergens anders instopt.
Dat is een mogelijkheid, diverse computers zijn tegenwoordig uitgerust met een multifunctionele kaartlezer, om de verschillende kaartsoorten uit te lezen. Dat is natuurlijk geen probleem bij een landschapsfoto, maar bij een portret- of groepsfoto zouden er vitale delen afgesneden kunnen worden en dat is zonde, want ze staan wel op het opgenomen beeld.
Ook zijn er losse, voor je eigen kaartsoort te gebruiken, kaartlezers te koop die je via een kabel aan de computer koppelt.
13
Deze manier is veruit te prefereren boven de camera met de bijgeleverde kabel aan de computer verbinden. Kans op storing met verlies van dierbaar beeld is groot.
Een statief is natuurlijk een onhandig ding om altijd maar mee te slepen, een alternatief is een éénbeenstatief te gebruiken voor snelle fotografie, zoals bijv. auto- en motorsport en een klein flexibel zakstatief voor de avondopnames e.d.
Steeds meer printers zijn met een kaartlezer uitgerust, zodat je direct van je geheugenkaartje foto's kunt printen zonder tussenkomst van een computer.
Wat ook een hele leuke oplossing is om je foto's snel te vertonen, is je camera, via een geschikte kabel, aan de TV te koppelen en zo direct je gemaakte beelden via het grote TV scherm te bekijken. Bedenk wel dat je dan alle gemaakte beelden vertoont, zonder eventuele bewerking. Ook de slechte en mislukte opnames zitten erbij.
1.14 ANDERS FOTOGRAFEREN Bij de meeste digitale camera's zit aan de onderzijde een rond gaatje met schroefdraad. Hiermee kun je de camera op een statief vast schroeven, zodat je opnames kunt maken waarbij de camera niet mag bewegen. Het is hierdoor mogelijk bijvoorbeeld 's avonds te fotograferen waarbij een langere sluitertijd nodig is of een macro-opname te maken.
Bij een avond/tijdopname is het gebruik van een statief noodzakelijk, heb je dat niet bij je, dan kun je bijv. ook een autodak of hekwerk o.i.d. gebruiken om je camera stabiel neer te zetten.
Ook leuk is het de zelfontspanner van de camera te gebruiken en jezelf op de foto te zetten.
14