1
Inleiding Onderzoek Eind 2012 hebben de werkgevers en vakbonden vertegenwoordigd in de ROM AStri Beleidsonderzoek en –advies opdracht gegeven voor een onderzoek naar de kosten en de opbrengsten van de verschillende pakketten dienstverlening die door externe arbodiensten worden aangeboden. Hiervoor is een deskresearch uitgevoerd, zijn enquêtes afge-nomen onder werkgevers, werknemers en leden van de OR/PVT en zijn interviews afgenomen met werkgevers en vertegenwoordigers van externe arbodiensten die werkzaam zijn in de Metalektro. De achterliggende gedachte van partijen is dat goede arbozorg geld oplevert. Het onderzoek is één van de afspraken over Duurzame Inzetbaarheid die cao-partijen in het protocol Cao’s Metalektro 2011/2013 maakten. De volgende vijf onderzoeksthema’s stonden centraal
Kenmerken van externe dienstverlening. Kwaliteit van externe arbodienstverlening. Effecten van externe arbodienstverlening. Financiële kosten versus baten van externe arbodienstverlening Innovatieve ontwikkelingen in externe arbodienstverlening.
Bij dit onderzoek is ook het oordeel van werknemers over de kwaliteit van arbodiensten betrokken. Echter door de lage respons van de enquête onder de werknemers, zijn deze resultaten uiteindelijk niet meegenomen in de bespreking van de resultaten en de conclusies.
Kenmerken van externe dienstverlening.
Geconcludeerd kan worden dat de meeste bedrijven in de Metalektro een contract hebben met een externe arbodienst. De variatie in deze diensten is echter groot, waarbij er een trend waarneembaar lijkt voor de keuze van een kleinere dienst. Grote verschillen bestaan er in de wijzen waarop door bedrijven een arbodienst wordt gekozen en de betrokkenheid hierbij van de OR/PVT. In de meeste contracten staat de wettelijk verplichte ondersteuning bij de verzuimbegeleiding centraal. Prevent ieve activiteiten komen hier veelal niet in voor.
2
3
Kwaliteit van externe arbodienstverlening.
Op basis van het onderzoek kan worden geconcludeerd dat werkgevers en werknemersvertegenwoordigingen in de Metalektro gemiddeld genomen tevreden zijn met hun arbodienst. Hierbij dient wel de opmerking gemaakt te worden dat dit oordeel voornamelijk betrekking heeft op de verzuimbegeleiding, aangezien dit het grootste deel van de dienstverlening uitmaakt. Werkgevers die ontevreden zijn relateren dit met name aan een of meerdere van de volgende factoren: hoge kosten, grote afstand tot de vestiging van de arbodienst, onduidelijke effectiviteit, beperkte deskundigheid, passieve opstelling en/of gebrekkige communicatie en administratie. Effecten van externe arbodienstverlening.
4
Financiële kosten versus baten van externe arbodienstverlening.
De vaste en variabele kosten die bedrijven in de Metalektro jaarlijks betalen voor arbodienstverlening variëren sterk. Op basis van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat de hoogte van de kosten is gerelateerd aan het ziekteverzuimpercentage van het bedrijf. Hoe hoger het verzuim, hoe meer kosten het bedrijf maakt aan verzuimbegeleiding van zieke werknemers. Op basis hiervan kan dus de conclusie worden getrokken dat reductie van verzuim op dat punt al geld kan opleveren voor werkgevers.
“Goede ondersteuning door de arbodienst levert geld op”. Dat was de centrale gedachte van de caopartijen in de Metalektro bij de start van het onderzoek. Op grond van het onderzoek kunnen geen harde en objectieve cijfers worden geleverd voor het toetsen van deze stelling. Wel kan een uitspraak worden gedaan over de financiële baten van arbodienstverlening op basis van een subjectieve inschatting door betrokken partijen: een minderheid van de werkgevers (40%) in de Metalektro is van mening dat de dienstverlening van de arbodienst uiteindelijk het bedrijf meer oplevert dan het kost. Het grootste deel (44%) heeft hier echter geen goed zicht op.
Innovatieve ontwikkelingen in externe arbodienstverlening.
Geconcludeerd wordt dat zowel onder werkgevers als werknemersvertegenwoordigingen in de Metalektro er weinig behoefte blijkt te bestaan aan vernieuwende vormen van dienstverlening door arbodiensten. Door beide partijen wordt eigenlijk alleen het thema duurzame inzetbaarheid hiervoor aangedragen. Met name gaat het dan om het inzetbaar houden van de oudere werknemers in relatie tot de fysieke arbeidsbelasting. Bij arbodiensten bestaat de wens om een aantal zaken op sectorniveau verder te ontwikkelen. Hierbij wordt onder andere gedacht aan voorlichting, onderzoek, ontwikkeling, het leren van andere sectoren en het faciliteren van een aantal zaken zoals subsidies, een bedrijfszorgpakket, vast aanspreekpunt en het stimuleren van arbeidsmobiliteit tussen de verschillende sectoren.
5
Conclusies samengevat en aanbevelingen.
6