2
3
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING ......................................................................................................... 6 FINANCIËLE RECAPITULATIE ........................................................................... 10 BELEIDSWIJZIGINGEN VOORGAANDE MEERJARENRAMINGEN ......................... 16 PROGRAMMAPLAN ............................................................................................ 20
Programma 1 - Samenleving.............................................................. 22 Programma 2 - Werk, Inkomen en Zorg ............................................ 28 Programma 3 - Veiligheid .................................................................. 32 Programma 4 - Leefomgeving ............................................................ 36 Programma 5 - Ontwikkeling ............................................................. 38 Programma 6 - Dienstverlening ......................................................... 42 Algemene dekkingsmiddelen ............................................................. 44 PARAGRAFEN ................................................................................................... 46
Paragraaf A – Lokale heffingen .......................................................... 48 Paragraaf B - Weerstandsvermogen .................................................. 50 Paragraaf C – Onderhoud kapitaalgoederen ...................................... 54 Paragraaf D - Financiering ................................................................. 58 Paragraaf E - Bedrijfsvoering ............................................................. 62 Paragraaf F - Verbonden partijen ...................................................... 64 Paragraaf G - Grondbeleid ................................................................. 70 BIJLAGEN ......................................................................................................... 72
Bijlage 1 - Baten en lasten per productgroep..................................... 74 Bijlage 2 – Overzicht incidentele inkomsten en uitgaven ................... 84 Bijlage 3 – Investeringen 2013.......................................................... 86 Bijlage 4 – Mutaties reserves 2013 -2016.......................................... 88
4
5
INLEIDING Wendbaar en weerbaar in De Wâlden Met het beleidsprogramma ‘Elkenien Dwaande’ heeft het gemeentebestuur ambitieuze doelen gesteld in een onzekere politieke en economische tijd. Achtkarspelen wil het welzijn en de ontwikkeling van burgers ondersteunen en stimuleren door te blijven investeren in publieke voorzieningen en de toekomst van mensen. Daarbij wordt een groter beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van burgers, zodat iedereen – naar vermogen – bijdraagt aan een sterk en sociaal Achtkarspelen. Vanaf het begin van de economische crisis in 2009 heeft Achtkarspelen de ontwikkeling van de gemeenschap ondersteund door forse ombuigingen in het sociale domein achterwege te laten (programma's 1 en 2) en bezuinigingen vooral te zoeken in de 'harde' sector en de bedrijfsvoering (programma’s 4, 5 en 6. In die laatste programma´s zijn de afgelopen jaren substantiële ombuigingen gerealiseerd. Daarnaast zijn ruimtelijke en structuurversterkende investeringen uitgevoerd of worden in de nabije toekomst gerealiseerd. Het Regionale Sociaal Economisch Masterplan en de bijbehorende investeringsagenda ´ANNO´ vormen daarvoor het kader. Achtkarspelen heeft via de investeringsfondsen OFA en SOFA voldoende middelen gereserveerd om die investeringen de komende jaren te kunnen uitvoeren. Inkomsten en uitgaven structureel niet in balans Gelet op de demografische opbouw in de gemeente, de onderwijsachterstandenproblematiek, de geringe aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, de oplopende werkloosheid en de groei van kwetsbare groepen, wordt Achtkarspelen geconfronteerd met als maar oplopende kosten in het sociale domein, die zich slechts deels laten sturen en beheersen. De uitgaven aan inkomensvoorzieningen, minimabeleid, WMO-middelen, WSWbijdragen en schulddienstverlening maken een groot en groeiend aandeel uit van de gemeentelijke uitgaven. De rijksmiddelen die via de algemene uitkering aan de gemeente worden verstrekt zijn ontoereikend om de kostenstijgingen te dragen. De gemeente Achtkarspelen draagt op bovengenoemde terreinen al jarenlang omvangrijke sommen geld bij uit de eigen middelen. Dat zet druk op de ambities in andere programma's. De afhankelijkheid van de inzet van reserves moet worden verminderd en de voorspelbaarheid van de inzet van reserves moet worden vergroot. De kaasschaaf is bot geworden De reservepositie van de gemeente wordt door de economische crisis geraakt. De gemeente moest de reserves (deels) aanspreken om begrotingstekorten aan te zuiveren en deels voor het doorvoeren van wijzigingen in beleid en uitvoering om de kosten en baten weer in balans te brengen. Een in opdracht van de directie uitgevoerde stresstest op de gemeentelijke begroting heeft een dieper inzicht gegeven op de financiële flexibiliteit van Achtkarspelen. Waar andere gemeenten vele miljoenen moeten afboeken in het grondbedrijf, is dat in Achtkarspelen slechts beperkt aan de orde. De exploitatie kan in 2012 eenmalig zelfs extra uit het grondbedrijf worden gevoed: het resultaat van een realistische grondpolitiek die in 2008 is ingezet. Daar staat tegenover dat er nog maar een beperkte flexibiliteit bestaat in de reserves en het weerstandvermogen. Alle risico's kunnen weliswaar nog worden afgedekt, maar van ruim vet op de botten is geen sprake meer. Ten opzichte van referentiegemeenten scoort Achtkarspelen lager dan het gemiddelde en ook de solvabiliteit is aan de lage kant. Dit komt mede door de schuldpositie van de gemeente. Achtkarspelen heeft nog ruimte om bestemmingsreserves om te zetten naar vrije reserves maar dat gaat dan ten koste van de begrotingsruimte, voor zover die vanuit die bestemmingsreserves wordt gevoed. Ook de voorzieningen en garantstellingen bieden een beperkte flexibiliteit, hoewel ze op hetzelfde niveau liggen als die van referentiegemeenten. De conclusie van de stresstest, die als bijlage bij de begroting is gevoegd, luidt: toekomstige bezuinigingen vragen om fundamentele beleidskeuzes. De kaasschaafmethode volstaat niet meer en voor nieuwe omvangrijke investeringen zijn geen middelen beschikbaar.
6
Kadernota 2013 Voor het maken van die beleidskeuzes zijn door de gemeentelijke organisatie vanaf november 2011 vele voorstellen uitgewerkt en door het college ingebracht om de raad in positie te brengen een kerntakendiscussie te voeren. Het resultaat daarvan is een aangescherpte beleidsvisie, verwoord in de inleiding van de Kadernota 2013, die voor het college het kader vormt waarbinnen de begroting 2013 en meerjarenbegroting zijn uitgewerkt. Gelet op de financiële situatie van Achtkarspelen kon daarbij vrijwel geen enkel beleidsprogramma buiten schot blijven. Het college heeft de volgende uitgangspunten gehanteerd: I. Ombuigen moeten binnen de beleidsvisie Elkenien Dwaande verdedigbaar en realiseerbaar zijn. II. De meerjarenbegroting moet ruim sluitende saldi kennen om toekomstige rijksbezuinigingen op te kunnen vangen en de reservepositie te versterken. III. Ombuigingen die de bedrijfsvoering en/of formatie raken moeten worden voorzien van een inhoudelijke onderbouwing en een prioritering van uit te voeren taken. IV. Zorg voor een – ook op langere termijn - weerbare financiële positie van Achtkarspelen, door tijdig onontkoombare beleidswijzigingen door te voeren. V. Baten uit de gemeentelijke samenwerking worden slechts in de begroting opgenomen binnen het mandaat dat de raad voor samenwerking geeft. VI. Verwachte toekomstige ombuigingen van de rijksoverheid worden in de meerjarenbegroting en risicoparagraaf opgenomen. VII. Voorgenomen sociaaleconomische en structuurversterkende maatregelen en investeringen worden zoveel mogelijk uitgevoerd mits ze bijdragen aan significante maatschappelijke effecten. VIII. De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten en (financiële) voorzieningen worden opengesteld voor de allerzwaksten. IX. De vernieuwing en herstructurering van het voorzieningniveau in Achtkarspelen (in brede zin) moet op middellange termijn bijdragen aan kostenbesparingen. X. Duurzaam onderhoud van publieke kapitaalgoederen op het wettelijk of beleidsmatig vastgesteld minimumniveau staat niet ter discussie. De voorstellen van de zijde van het college zijn in deze begroting toegelicht. De belangrijkste transities spelen zich af in het sociale domein. Zowel de decentralisaties binnen de Sociale Agenda als de voorzieningen voor burgers en voorzieningen in de dorpen staan de komende jaren in de schijnwerpers. Enerzijds omdat de programma´s 1 en 2 voor burgers van groot belang zijn. Anderzijds omdat Achtkarspelen niet kan ontkomen aan toekomstgerichte keuzes op deze terreinen. Het college wil in deze bestuursperiode nog een richtinggevende aanzet voor die keuzes aanbieden aan de raad. Onder meer met een breed onderzoek naar toekomstige mogelijkheden in het voorzieningenniveau van Achtkarspelen. Alleen met duurzame betrokkenheid van burgers en andere partners kan een kwantitatief en kwalitatief voorzieningenniveau worden behouden. Het college wil het debat daarover open met de bevolking en de raad aangaan. De komende jaren is voorzien in een verstevigde (personele en beleidsmatige) inzet op het terrein van Werk, Inkomen en Zorg. De ontwikkeling van goedkopere re-integratie alternatieven, een succesvolle werkgevers-benadering en de decentralisatie van de AWBZ zal veel inzet van de gezamenlijke dienst W&I De Wâlden vragen. Daarvoor worden extra middelen ingezet: In 2013 € 500.000 en in 2014 € 400.000. Vanaf 2015 is een extra bijdrage van € 100.000 voorzien, er van uitgaande dat er dan sprake is van economische groei met substantiële werkgelegenheidseffecten. De te verwachten groeiende vraag naar ondersteuning in de schulddienstverlening zal met de beschikbare formatie en middelen moeten worden opgevangen. In het uiterste geval door aanscherping van de voorwaarden waaronder van die ondersteuning gebruik kan worden gemaakt. Verder wordt een groeiende beleidsmatige samenwerking van De Wâlden gemeenten voorzien om de in beide organisaties aanwezige kennis en kunde maximaal en efficiënt in te kunnen zetten.
7
Lasten voor burgers evenredig verdelen De gemiddelde woonlasten van Achtkarspelen liggen iets boven die van omliggende gemeenten terwijl het niveau van tarieven en leges iets daaronder ligt. Daarom kiest het college ervoor sommige leges en tarieven iets te verhogen volgens het principe ‘de gebruiker betaalt’. Daar tegenover wil het college de komende jaren een nullijn aanhouden voor de ontwikkeling van de gemiddelde woonlasten. Daarvoor worden de nu te ruim gevulde egalisatiereserves, die zijn gekoppeld aan de tariefstelling voor de afval- en rioolheffing, versneld ingezet. Het tarief voor de rioolheffing kan zo scherp dalen, de afvalstoffenheffing blijft nagenoeg gelijk en de OZB stijgt licht. Per saldo kunnen zo de lokale lasten voor de burger de komende drie jaar gelijk blijven aan het niveau van 2012. Op die wijze profiteren huishoudens in Achtkarspelen nu in economisch zware tijden van de inzet van deze goed gevulde reserves. Het effect van deze maatregel is wel dat inwoners mogelijk vanaf 2015 geconfronteerd worden met licht stijgende reiniging- en riooltarieven. Wendbare en flexibele organisatie In deze bestuursperiode (2010-2012) is tot dusverre € 903.000 bezuinigd op de kosten voor bedrijfsvoering, formatie en de arbeidsvoorwaarden. In deze begroting wordt in de periode 2013-2016 opnieuw een ombuiging gepresenteerd oplopend tot € 758.000 in 2016, door krimp in de formatie, flexibilisering van de inzet van personeel en een verschraling van arbeidsvoorwaarden en opleidingsbudgetten. Daarnaast wordt € 333.000 gerealiseerd door alle taken van Bedrijfsvoering en Dienstverlening samen te brengen in een openbaar lichaam, samen met buurgemeente Tytsjerksteradiel. Het college heeft er vertrouwen in dat binnen de organisatie via de weg van innovatie en vereenvoudiging van werkprocessen tot formatiereductie kan worden gekomen. Daarnaast realiseert het college zich dat formatiereductie extra werkdruk in de organisatie met zich meebrengt en dat een scherpere prioritering in beleid en uitvoering onontkoombaar is. De begroting van 2013 bevat voorstellen die daarin voorzien. Ondanks de bezuinigingen op de formatie is het college van mening dat een goed niveau van dienstverlening blijvend kan worden gegarandeerd, al zal daarbij het uiterste van de flexibiliteit van de organisatie gevraagd worden. Een aangescherpte personeelsplanning en de ontwikkeling van competenties bij medewerkers moet waarborgen dat de gemeente in haar regierol kan blijven groeien en zelf - of samen met anderen - voldoende kwaliteit kan blijven leveren in de publieke dienstverlening. Buitenpost, 25 september 2012
8
9
FINANCIËLE RECAPITULATIE Resultaat kadernota De oorspronkelijke versie van de kadernota liet voor de korte termijn een negatief beeld zien, maar vanaf 2015 zwarte cijfers. Tijdens de vergadering is de enige aangenomen motie die tot bijstelling van dit saldo leidde, het niet sluiten van een aantal consultatiebureaus. Daarmee komen de begrotingssaldi na behandeling van de kadernota er als volgt uit te zien: Bedragen x € 1.000 Begrotingssaldo oorspronkelijke kadernota Aangenomen motie consultatiebureaus Begrotingssaldo na kadernota
2013
2014
-405
2015
-194
2016
+219
+74
-45
-45
-45
-45
-450
-239
+174
+29
Alle voorstellen in de kadernota, met uitzondering van de bezuiniging op het aantal consultatiebureaus, zijn meegenomen in de programmabegroting. Echter, omdat de kadernota opiniërend behandeld is, vindt de definitieve besluitvorming via deze begroting plaats. Voor de overzichtelijkheid zijn de cijfermatige gevolgen van de kadernota bij ieder programma in beeld gebracht. Autonome ontwikkelingen na kadernota Met de kadernota in de hand heeft het college een uitwerking van de cijfers gemaakt. Hier kwam naar voren dat een aantal autonome ontwikkelingen een negatief invloed hebben op de begrotingssaldi. De grootste afwijkingen, sinds het verschijnen van de kadernota 2013, zijn hieronder op een rij gezet, gevolgd door een korte toelichting per post: Bedragen x € 1.000 Hogere verwachte tekorten Rijk
2013
2014
2015
2016
50
-375
-425
-450
-300
-337
-342
-545
-50
-50
-167
-167
0
0
-145
-145
Hogere trajectkosten inburgering
-45
-25
0
0
Lager aantal aanvragen bouwleges
-42
-42
-42
-42
Hogere bijdrage HVD/GGD
-25
-25
-25
-25
Wachtgeld oud-wethouders
73
0
0
0 164
Gevolgen nieuwe CAO, en hogere werkgeversafdrachten Verregaande samenwerking, ipv ambtelijke fusie Wegvallen stelpost voordeel FUMO
Inflatievoordeel Voordeel op afschrijvingen (netto) Totaal bedrag aan ontwikkelingen
0
89
121
192
-40
-10
-20
-147
-805
-1.035
-1.230
Hogere verwachte tekorten Rijk In de kadernota werd uitgegaan van macro-economische cijfers, waaruit bleek dat in 2013 Achtkarspelen voor € 700.000 gekort zou worden op de algemene uitkering. De definitieve berekening van de junicirculaire laat zien dat dit € 650.000 is, wat een voordeel van € 50.000 oplevert. Echter, de grote afhankelijkheid van het Rijk, op het gebied van de gemeentelijke inkomsten, en de wisselende berichten over de toekomst van de algemene uitkering, maken het lastig om een inschatting te maken over de hoogte van de algemene uitkering voor de toekomst. Bij de kadernota leek het verstandig om alvast een voorschot te nemen op lagere inkomsten van het Rijk, nieuwe berichten geven aan dat dit vermoedelijk nog te voorzichtig is geïnterpreteerd. Het college heeft er daarom voor gekozen om de te verwachten korting van het Rijk te verhogen met een half miljoen vanaf 2014. Daarmee neemt zowel de voorspelbaarheid van het inkomsten- en uitgavenkader van de gemeente toe en neemt de noodzaak van aanvullende voeding van de exploitatie uit slinkende reserves af. In de risicoanalyse is een extra buffer voor nog vergaande rijksbezuinigingen tot in totaal € 28 miljard opgenomen (circa € 2,25 miljoen voor Achtkarspelen).
10
Het college kan daarmee in de toekomst eventuele tegenvallers in de exploitatie opvangen, ter hoogte van de volgende bedragen: Bedragen x € 1.000 Buffer algemene uitkering
2013
2014 0
683
2015 821
2016 1.278
Gevolgen CAO, en hogere werkgeversafdrachten Het afgelopen voorjaar is er een nieuwe CAO afgesloten voor gemeenteambtenaren. Niet alleen hield dit een loonsverhoging van 2% in 2012 en een nullijn voor 2013 in, maar ook een stijging van de werkgeversafdrachten. Doordat deze stijging hoger is dan het geraamde stijgingspercentage van 1,5% zet de personeelsbegroting uit met € 300.000. Wat daarbij opvalt, is de hogere stijging in 2016. Deze stijging is verklaarbaar, aangezien 2016 als nieuwe jaarschijf erbij komt. Waar voor de andere jaren al een index van 1,5% in de begroting zat, moet deze er voor 2016 nog in zijn geheel bij opgeteld worden. Het is onzeker of de index voor verdere CAO-afspraken moet worden benut in de komende jaren. Zeker is, dat de druk op het pensioenstelsel reëel is, zodat daar in de meerjarenbegroting zoveel mogelijk in is voorzien. Samenwerking Tytsjerksteradiel In de programmabegroting 2012 had het college een voorschot genomen op een volledige ambtelijke fusie met Tytsjerksteradiel, door vanaf 2015 een besparing in de begroting op te nemen van € 500.000. In 2012 heeft het college een evaluatierapport opgesteld, inclusief een scenario-analyse van mogelijke toekomstige vormen van samenwerking. Het voorstel vanuit het college is om niet uit te gaan van een ambtelijke fusie, maar van samenwerking op de werkterreinen bedrijfsvoering & dienstverlening. Dit heeft ook financiële gevolgen, aangezien het meeste voordeel te behalen viel door een ambtelijke fusie. Uit berekeningen blijkt dat bij de voorgestelde vorm van samenwerking er een voordeel te behalen valt van € 333.000, € 167.000 lager dan nu in de begroting is opgenomen. Daarnaast blijkt dat om tot de uiteindelijk gewenste vorm van samenwerking te komen, het wenselijk is om een beperkt bedrag aan middelen beschikbaar te stellen, te gebruiken voor onderzoekskosten en frictiekosten. Deze bedragen zijn voor 2013 en 2014 opgevoerd. Overige investeringen die noodzakelijk zijn om de samenwerking vorm te geven zullen middels begrotingswijzigingen aan de raad worden voorgelegd op het daartoe geëigende moment en op basis van uitgewerkte voorstellen. FUMO Nu de contouren van de nieuw op te richten regionale uitvoeringsdienst voor Friesland (FUMO) steeds meer vorm begint te krijgen, blijkt dat een eerdere inschatting dat de FUMO voor Achtkarspelen financieel voordeel op kon leveren, niet meer op gaat. Vermoedelijk zullen de kosten bij een FUMO van vergelijkbare orde van grootte zijn als dat ze nu zijn. Het college stelt dan ook voor om dit reeds ingeboekte voordeel uit de begroting te halen. Hogere trajectkosten inburgering De regeling voor wat betreft inburgering loopt in 2012 af. Echter door de lange looptijd van de trajectkosten voor inburgering maakt het college daarvoor de komende jaren nog wel kosten, welke niet gecompenseerd worden door het Rijk. Na 2014 verwacht het college geen kosten meer te maken op het gebied van inburgering. Lager aantal te verwachten aanvragen bouwleges Door de aanhoudende crisis en de lagere vergunningsverplichting binnen de WABO blijkt dat het aantal aanvragen achterloopt bij de verwachting. In de kadernota is hier al een voorschot opgenomen door de tarieven voor bouwleges met 10% te verhogen, maar ook dan verwacht het college € 42.000 minder aan bouwleges binnen te halen. Verderop in deze recapitulatie doet het college een voorstel om deze inkomstendaling te compenseren, door de tarieven te verhogen en de formatie naar beneden aan te passen. 11
Hogere bijdrage GGD/HVD De begrote bijdrage die de Veiligheidsregio Fryslân vraagt van de gemeente Achtkarspelen blijkt hoger te zijn dan oorspronkelijk in de begroting stond. De verwachting is dat de bijdrage voor de Hvd de komende jaren af zal nemen, maar dit kan pas in de begroting worden opgenomen wanneer de Hvd dit ook daadwerkelijk cijfermatig heeft aangetoond. Wachtgeld oud-wethouders Doordat één van de oud-wethouders, waarvoor de gemeente wachtgeld betaalt, een andere functie heeft aangenomen, valt er in 2013 eenmalig geld vrij. Voordeel op kapitaallasten in 2013 Verder heeft het college in 2013 (en in mindere mate in 2014) al een voorschot genomen op het voordeel van kapitaallasten, door de investeringsplanning verder aan te scherpen. Dit levert voor 2013 per saldo bijna € 2 ton aan voordeel op. Inflatievoordeel In de meerjarenraming van is voor de jaren 2014 en 2015 uitgegaan van inflatiepercentages van respectievelijk 1,83% en 1,72%. Conform de uitgangspunten van de begroting is het inflatiepercentage voor 2013 gelijk gesteld aan de prijsmutatie van het Bruto Binnenlands Product, zoals genoemd in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Plan Bureau. Deze blijkt 1,5% te zijn, wat lager is dan de inflatiepercentages zoals die in de meerjarenraming van 2012 – 2015 is opgenomen (2014: 1,83%, 2015: 1,72%) Al met al zorgt dit voor het volgende begrotingstekort: Bedragen x € 1.000
2013
2014
2015
2016
Begrotingstekort na kadernota
-450
-239
+174
+29
Nieuwe ontwikkelingen
-147
-805
-1.035
-1.230
Begrotingstekort
-597
-1.044
-861
-1.201
Voorstel invulling begrotingstekort Om alsnog tot een sluitende begroting te komen, doet het college de volgende voorstellen: Bedragen x € 1.000 Efficiëntere uitvoering/bedrijfsvoering, formatieve aanpassingen, werkbudgetten niet met inflatieverhogen Bibliotheek
2013
2014
413
2015
987
2016
725
644
0
0
0
200
Subsidie muziekschool beperken
0
25
50
75
Verlaging budget onderwijsachterstandenbeleid
0
15
25
50
Voorzieningen/accommodaties in de dorpen
38
0
50
100
Reserve speelaccommodaties
47
0
0
0
200
0
0
0
-35
-35
-35
-35
Reserve winstafdrachten bouwgrondexploitatie Toevoegen reserve 'verbouw gemeentekantoor' aan algemene reserve Groenonderhoud
0
0
35
35
Latere afschrijving reconstructie kom Twijzel
0
15
0
0
Schrappen investeringen verbreden wegbermen
1
2
3
3
40
40
40
40
Verhoging bouwleges 20% Verlaging formatie toetsing en handhaving Invullen resterende stelpost leges en tarieven Trouwleges verhogen Raadscommunicatie intern onderbrengen, plus bezuiniging rkc Verlaging budget structureel onvoorzien Totaal
0
50
50
50
-8
-38
-38
-38
5
5
5
5
0
8
8
8
29
58
87
116
730
1.132
1.005
1.253
12
Inflatiecorrectie en efficiëntere bedrijfsvoering Het college kiest ervoor om de bezuiniging grotendeels binnen de bestaande budgetten op te vangen. Dit doet zij onder andere door voor de jaren 2013 en 2014 geen inflatiecorrectie toe te passen op alle werkbudgetten, maar ook door een aantal budgetten structureel te verlagen en een aantal personeelsregelingen naar beneden bij te stellen. Bibliotheek De gemeente heeft onlangs ingestemd met de regiovisie voor bibliotheken. Echter, financiële en inhoudelijke redenen nopen ons dit op termijn opnieuw ter discussie te stellen. Deze bezuiniging is pas opgenomen in de laatste jaarschijf, zodat er tijd is een visie uit te werken. In programma 1 is een eerste insteek beschreven. Subsidie muziekschool beperken In afwijking van de kadernota, is er toch gekozen voor een bezuinigingen op de subsidie voor de muziekschool. In de laatste jaarschijven is een bezuiniging op de muziekschool voorzien. Dit gebeurt vanuit de volgende visie. De gemeente wil muziekonderwijs voor een zo groot mogelijke doelgroep. Daarom blijft de gemeente muziekonderwijs op basisscholen, algemene muzikale vorming, ondersteunen. De subsidie wordt daarop afgestemd. Van het onderwijs wordt daarin ook een bijdrage verwacht. Met de muziekschool en onderwijsveld zal in 2013 worden overlegd op welke wijze dit het beste kan worden ingericht. Verlaging budget onderwijsachterstandenbeleid Het belang van onderwijsachterstandenbeleid wordt door ons College sterk onderschreven. Een stevige inzet van eigen financiële middelen heeft de voorbije jaren geleid tot een resultaat waarin er momenteel geen sprake meer is van zwakke scholen in Achtkarspelen. Echter ook op dit budget is voorzien in een verantwoorde ombuiging. In programma 1 wordt dit nader toegelicht. Voorzieningen accommodaties De kapitaallasten en onderhoudskosten van accommodaties leggen een flink beslag op de gemeentelijke begroting, en al vaak is aan de orde geweest, of er mogelijkheden zijn de uitgaven hiervoor te beperken. De urgentie van het omlaag brengen is in de huidige tijd alleen maar groter geworden. In de laatste jaarschijven is een bezuiniging opgenomen. Voor de uitwerking wordt verwezen naar programma 1. Daarnaast is gekeken naar de voeding van de voorziening voor groot onderhoud voor welzijnsaccommodaties. Hieruit blijkt dat er ruimte is om eenmalig in 2013 deze structurele voeding te onderbreken. Reserve speelterreinen Door de wisselende intensiteit van vervanging van speelterreinen is er een reserve die deze schommelingen egaliseert. Uit de vernieuwde onderhoudsplanning op het gebied van speeltoestellen blijkt dat de reserve de komende jaren op hetzelfde niveau blijft als het nu is. Dit biedt ruimte om eenmalig de toevoeging aan de reserve te onderbreken. Reserve winstafdrachten bouwgrondexploitatie De afgelopen jaren zijn de structureel in de begroting opgenomen winstafdrachten via een reserve jaarlijks verlaagd, totdat in 2016 er geen uitname meer uit de reserve wordt gedaan. De toevoeging voor de komende drie jaar overschrijdt de uitnames in die mate dat er eind 2015 een saldo resteert van ruim € 8 ton. Dit biedt ruimte om in een eerder stadium al een uitname uit de reserve te doen, ter hoogte van € 200.000 in 2013. Daarnaast is er vanaf 2015 zicht op een grondexploitatieopbrengst van € 3 miljoen waarmee in beginsel het Ontwikkelingsfonds Achtkarspelen (OFA) kan worden gevoed. Opheffing reserve 'verbouw gemeentekantoor' Bij de verbouw van het gemeentekantoor is een reserve in het leven geroepen ter dekking van de kapitaallasten. Jaarlijks wordt hier een bedrag van € 34.690 aan onttrokken. Nadeel hiervan is dat de reserve voor de komende 20 jaar vast ligt, en niet flexibel ingezet kan worden. Het college stelt daarom voor om de reserve eind 2012 op te heffen, en het saldo toe 13
te voegen aan de algemene reserve. Hiermee kan de flexibiliteit binnen de reservepositie verhoogd worden. De verlaging van de inkomsten heeft het college gedekt via het niet toepassen van inflatie op de werkbudgetten, en waar mogelijk het snijden in uitvoeringsbudgetten. Groenonderhoud Het groenonderhoud wordt op dit moment uitgevoerd door Caparis. Dit gebeurt op basis van de bestaande besteksraming, welke één op één wordt aanbesteed. Door een deel van het groenonderhoud vanaf 2015 meervoudig aan te laten besteden, verwacht het college dat het groenonderhoud voor een lager budget uitgevoerd kan worden dan het nu gedaan wordt. Het is de vraag of in dat geval ook Caparis de uitvoerder is, zo niet, dan kan dit leiden tot een hoger exploitatietekort van Caparis. Reconstructie kom Twijzel De verwachting is dat de reconstructie van de kom van Twijzel niet in 2013 zal zijn afgerond, maar in 2014. Hiermee kan eenmalig een afschrijvingsvoordeel behaald worden. Schrappen investeringen verbreden wegbermen Tot en met 2014 is er jaarlijks een investeringskrediet beschikbaar om de wegbermen te verbreden. Gezien de huidige financiële staat waarin de gemeente zich bevindt, geeft het college hier geen prioriteit aan, en daarom stelt zij voor om deze investeringen te laten vervallen. Verhoging bouwleges Op de vorige pagina's heeft u kunnen lezen dat de inkomsten aan bouwleges lager zijn dan verwacht, door een verwachte daling van het aantal bouwaanvragen. Om toch een gelijk bedrag aan bouwleges binnen te halen, stelt het college voor om de leges niet met 10% te verhogen, zoals in de kadernota was voorgesteld, maar om dit met 20% te doen. Ook na die verhoging verhoudt Achtkarspelen zich niet op een nadelige wijze tot het tariefsniveau van naburige gemeenten. In het tarievenboek vindt u hier meer uitleg over. Invulling stelpost leges en tarieven Bij de kadernota 2010 werd verondersteld dat het nieuw te vormen tarievenboek inzicht zou bieden in de mate van kostendekkendheid van een aantal leges en tarieven. De verwachting was dat een aantal tarieven niet volledig kostendekkend zouden zijn, wat zou leiden tot een verhoging van de tarieven. Dit zou resulteren in een structureel voordeel van € 30.000 in 2013 en € 60.000 vanaf 2014. Een verhoging van de bouwleges, zoals voorgesteld in de kadernota 2013, levert € 22.500 op. Het restant wordt ingevuld door de leges nogmaals met 10% te verhogen. Verhoging leges huwelijken Het voorstel is de leges van huwelijken te verhogen van € 207 naar € 300, conform afspraken over de kostendekkendheid van de leges. Raadsbudgetten Het presidium heeft nog eens kritisch gekeken naar de raadsbudgetten. Daarbij is het presidium tot de conclusie gekomen dat er naast de in 2012 al doorgevoerde bezuinigingen (totaal € 25.200 op formatie griffie, onderzoeksbudget rekenkamercommissie en netto resultaat papierloos vergaderen) alleen nog verder kan worden bezuinigd op het onderzoeksbudget van de rekenkamercommissie en op de raadscommunicatie. Voorgesteld wordt het onderzoeksbudget van de rekenkamercommissie met € 3.000,-- per jaar te verlagen tot € 12.000. Dit is voldoende om een onderzoek per jaar te kunnen doen, waarmee overigens wel de ondergrens is bereikt. Het budget van de raadscommunicatie wordt niet volledig benut en kan dus worden verlaagd met € 5.000 tot € 15.000. Er wordt een onderzoek ingesteld naar de effecten van de
14
raadscommunicatie. Op basis daarvan kan worden bezien of de huidige wijze van raadscommunicatie moet worden voortgezet. Verlaging budget 'structureel onvoorzien' In de begroting is jaarlijks een post opgenomen voor structureel onvoorziene uitgaven van € 30.000. Aangezien het hier om structurele uitgaven gaan, cumuleert dit bedrag jaarlijks. In de praktijk blijkt het bedrag veelal te klein om daadwerkelijk onvoorziene uitgaven te kunnen ondervangen. Daarnaast heeft de huidige begroting aan realiteit gewonnen door het invullen van een aantal stelposten, waardoor het te billijken is om de verplichte post op het minimumbedrag van € 1.000 te zetten. Voldoende structurele ruimte in de begroting moet de dekking bieden voor nieuwe structurele verplichtingen die eventueel worden aangegaan. Begrotingssaldi Het doorvoeren van deze beleidswijzigingen leidt tot een meerjarig sluitende begroting. Een begroting die met name in het eigen vlees snijdt, die via gemeentelijke heffingen geen lastenverzwaring voor inwoners met zich meebrengt en die een buffer in de algemene reserve voor toekomstige risico's in zich heeft, oplopend naar € 1.278.000. De huidige reeds bekende en/of bestaande risico's zijn in voldoende mate afgedekt in het weerstandvermogen. Bedragen x € 1.000
2013
2014
2015
2016
Begrotingstekort
-597
-1.044
-861
-1.201
Voorstellen college
730
1.132
1.005
1.253
Definitieve begrotingssaldi
133
88
144
52
15
BELEIDSWIJZIGINGEN VOORGAANDE MEERJARENRAMINGEN Om de raad in positie te brengen om volledig geïnformeerd akkoord te gaan met de programmabegroting 2013 biedt het college ook dit jaar een overzicht van beleidswijzigingen die in eerdere jaargangen zijn opgevoerd en ingaan per 2013. Centrum voor jeugd en gezin (kadernota 2011) Door als uitgangspunt te nemen dat de begrote uitgaven voor het CJG niet hoger zijn dan de bijdragen van het Rijk en de provincie kon er structureel € 4.000 bezuinigd worden. Deze bezuiniging bleek eenvoudig te realiseren, en is dan ook dusdanig verwerkt in de begroting. Sociaal Cultureel Werk (kadernota 2011) Door welzijnsactiviteiten, vooral gericht op jongeren en ouderen, doelgerichter vorm te geven, wordt verwacht met minder middelen toe te kunnen. Al met al leidt dit tot een verlaging van de subsidie van € 17.000 in 2013 en € 52.000 vanaf 2014. Brandweer (kadernota 2011/kadernota 2012) In de kadernota 2011 werd voorgesteld om € 150.000 te besparen op de brandweerzorg door een blusgroep op te heffen. Bij de kadernota 2012 bleek dat deze besparing vermoedelijk niet te realiseren viel, aangezien het vrijvallende geld grotendeels nodig is voor verplaatsen van bestaande kazernes, organiseren van dagbezetting en het voldoen aan strengere eisen op het gebied van opleiden en oefenen. De bezuiniging is daarom teruggedraaid naar € 43.000, welke nog steeds in de begroting staat. Reconstructie kom Twijzel (kadernota 2011) Voor 2013 is krediet beschikbaar gesteld voor reconstructie van de kom in Twijzel. De gemeentelijke bijdrage in dit provinciale project is € 500.000. Uitgaande van een BDU bijdrage van 40% voor het gemeentelijk deel bedraagt de investering voor de gemeente € 300.000. In deze programmabegroting wordt voorgesteld om een jaar later te beginnen met afschrijven (zie financiële recapitulatie). Herinrichting Verlaatsterweg (kadernota 2011) De weginrichting van de Verlaatsterweg past niet binnen de bebouwde kom en de weg is onveilig voor fietsers en voetgangers. Daarom wordt voorgesteld de Verlaatsterweg te versmallen en een fietspad aan te leggen. 40% van de fietsgerelateerde maatregelen op deze hoofdfietsroute kunnen in aanmerking komen voor subsidie. Hierover zijn nog geen keiharde toezeggingen gedaan. De investering staat voor € 165.000 begroot voor 2013. Uitbreiding van regiefunctie (kadernota 2011/kadernota 2012) In de kadernota 2011 noemt het college dat zij gaat onderzoeken of er taken van de afdeling Ruimte in aanmerking komen om vanuit een gemeentelijke regiefunctie uit te voeren. Dit zou betekenen dat, in ruil voor een deel van de formatieve capaciteit, de beleidsadvisering meer met gebruikmaking van externe expertise wordt vormgegeven. Het zou leiden tot een voordeel van € 10.000 structureel. In de kadernota 2012 is dit bedrag verhoogd naar € 25.000 in 2013 en € 40.000 vanaf 2014, gelet op de grote slag die inmiddels is gemaakt met betrekking tot de actualisering en digitalisering van bestemmingsplannen, minder nieuwbouwontwikkelingen en minder gemeentelijke (verkoop)transacties. Duurzaamheid gemeentelijke gebouwen (kadernota 2011) Door op voorhand versneld te investeren in de duurzaamheid van de gemeentelijke gebouwen, worden voor de langere termijn lagere exploitatiekosten bewerkstelligd. Dus op korte termijn hierin investeren levert op langere termijn een bezuiniging op in de exploitatie. Voor 2013 blijkt dat dit een reële inschatting is geweest, aangezien de kosten voor het verbruik van gas met € 30.000 verlaagd konden worden.
16
Groenvoorzieningen (programmabegroting 2011) Het college noemt in de programmabegroting 2011 dat zij ernaar streeft om het onderhoud van groen in onze gemeente op een gelijkwaardig peil te houden, maar door efficiënter de beschikbare middelen in te zetten, toch het budget te kunnen verlagen met € 25.000 in 2013 en € 50.000 vanaf 2014. Bij het opstellen van de begroting blijkt dat de budgetverlaging voor 2013 op € 6.000 na reeds gerealiseerd is. Voor het resterende bedrag wordt in 2013 naar een oplossing gezocht. Kruidhof (kadernota 2012) Door de Kruidhof meer in te zetten in het kader van sociale activering, re-integratie, en allicht ook in de afstemming van WSW en WAJONG activiteiten, verwacht het college meer inkomsten te genereren, in principe uit externe bronnen. Voor 2013 zijn daarom de inkomsten € 10.000 hoger begroot dan voorheen, voor 2014 geldt € 25.000, voor de jaren daarna € 50.000. Kinderen doen mee/opvolging Lauwerspas (kadernota 2012) In de kadernota 2012 is voorgesteld om, als opvolging van de Lauwerspas, een 'kinderen doen mee'-regeling te starten. Het betreft hier een minimaregeling ter bestrijding van sociale uitsluiting van mensen met een minimuminkomen (een geld terug regeling voor het hele gezin) én een regeling ten behoeve van de participatie van kinderen uit arme gezinnen (bijvoorbeeld een computer en een lespakket voor kinderen die voor het eerst naar het voortgezet onderwijs gaan). Hiervoor is een structureel budget van € 50.000 in de begroting opgenomen. Veiligheidshuis (kadernota 2012) Het veiligheidshuis Fryslân gaat een steeds prominentere rol innemen in het Friese veiligheidslandschap. Hierbij gaat het om nazorg van ex-gedetineerden, persoonsgerichte en gebiedsgerichte aanpak en kennis en expertisecentrum. De bijdrage voor onze gemeente hierin bedraagt vanaf 2013 € 6.000. Onderhoud sportaccommodaties (programmabegroting 2012) De onderhoudsplannen voor de sporthallen zijn bijgewerkt voor de periode 2013-2022. Daaruit blijkt dat de voeding voor de onderliggende voorziening voor groot onderhoud te laag in de begroting staat. Vanaf 2013 is deze voeding met € 50.000 per jaar verhoogd. Wegenonderhoud (programmabegroting 2012) Bij de Programmabegroting 2012-2015 heeft de gemeenteraad besloten met ingang van 2013 € 100.000 te bezuinigen op het onderhoud van de wegen, waarbij met de raad is afgesproken om over de wijze van invulling van deze bezuinigingstaakstelling nadere voorstellen te doen. In de kadernota 2013 is op basis van de rapportage "Vooruitblik en review 2011 – 2015 (wegbeheer Gemeente Achtkarspelen)" een invulling gegeven aan deze taakstelling waardoor de € 100.000 bezuiniging, met daarnaast een aanvullende bezuiniging van € 60.000, structureel in de begroting is opgenomen. Voor de volledigheid vindt u hieronder de genoemde beleidswijzigingen nog eens schematisch weergegeven: Beleidswijziging Centrum voor Jeugd en Gezin Sociaal Cultureel Werk Brandweer Reconstructie kom Twijzel Herinrichting Verlaatsterweg Uitbreiding regiefunctie Duurzaamheid gemeentelijke gebouwen Groenvoorzieningen Inkomsten De Kruidhof Regiefunctie
Bron Kadernota 2011 Kadernota 2011 Kadernota 2011 Kadernota 2011 Kadernota 2011 Kadernota 2011 Kadernota 2011 Programmabegroting 2011 Kadernota 2012 Kadernota 2012
Investering
300 165
Financieel gevolg (x € 1.000) 2013 2014 2015 2016 4 4 4 4 17 52 52 52 43 43 43 43 0 0 -26 -26 0 0 -14 -14 10 10 10 10 30 30 30 30 25 50 50 50 10 25 50 50 15 30 30 30
17
Beleidswijziging Kinderen doen mee Veiligheidshuis Onderhoud sportaccommodaties Wegenonderhoud
Bron Kadernota 2012 Kadernota 2012 Programmabegroting 2012 Programmabegroting 2012
Investering
Financieel gevolg (x € 1.000) 2013 2014 2015 2016 -50 -50 -50 -50 -6 -6 -6 -6 -50 -50 -50 -50 100 100 100 100
18
19
PROGRAMMAPLAN
20
21
Programma 1 - Samenleving Portefeuillehouders
: K. Antuma, M. van der Veen
Wat willen we bereiken? Binnen programma 1 staat sociaal maatschappelijke ontwikkeling centraal. De thema's die we hierbij hanteren zijn de volgende; Maatschappelijke ontwikkeling: Vanuit gebiedsgerichte teams lokale netwerken op het gebied van sport, cultuur, leefbaarheid, participatie etc. versterken en verbinden, teneinde het zelforganiserend vermogen te stimuleren en te vergroten. Verbinding kwetsbaar-weerbaar: Vanuit de individuele begeleiding (ouderenadvies, mantelzorgondersteuning, sociale activering etc) het sociale netwerk versterken waarin men functioneert. Maatschappelijke ondersteuning: Begeleiding bij reguliere ondersteuningsvragen, mantelzorgondersteuning. Verbinding informele en formele zorg: Daar waar mogelijk komen tot samenwerking van 1e lijnszorg, mantelzorg en preventieve zorg (individuele begeleiding) Stimuleren/initiatief tot verbindende samenwerking tussen verenigingen, (vrijwilligers)organisaties, instellingen etc. rondom verschillende soorten vragen van (groepen) burgers (bijvoorbeeld samenwerking integrale klantondersteuning). Hiertoe worden de volgende maatschappelijke effecten nagestreefd: 1. Leefbaar In Achtkarspelen wonen mensen in een voor hen prettige en veilige leefomgeving. De informele relaties zijn krachtig, de algemene basisvoorzieningen zijn aanwezig en het zelforganiserend vermogen hoog. 2. Ondersteuning In Achtkarspelen blijven mensen participeren in de lokale samenleving doordat zij ondersteund worden op het gebied van werk, inkomen, opvoeding, inburgering en sociale problematiek. 3. Zorg In Achtkarspelen kunnen mensen rekenen op zorg als meedoen in de samenleving niet vanzelf gaat. Hiervoor is een vangnet van collectieve voorzieningen. Tevens kunnen individuele voorzieningen worden verstrekt ten behoeve van het behoud van het zelfstandig functioneren van burgers of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer.
Wat gaan we daar in 2013 voor doen? Leefbaar: Onderwijsachterstandenbeleid Ook het onderwijsachterstandenbeleid ontsnapt niet aan een kritische heroverweging van budgetten. Door verandering in Rijksbeleid zijn tal van geldstromen daarom verlegd. Een concreet gevolg was ook dat de regeling rond de Onderwijsbegeleidingsmiddelen, die tot dat moment voor minimaal 50% door de gemeenten werd betaald kwam te vervallen. De 22
gemeente heeft op nadrukkelijk en gemotiveerd verzoek van de basisschoolbesturen de uitkering nog een aantal jaren voortgezet maar de verplichting is vervallen. In onze gemeente maken deze middelen deel uit van het onderwijsachterstandenbeleid. De meeste gemeenten hebben de uitkering aan de schoolbesturen gestopt. Inmiddels is in Achtkarspelen een korting ingezet en de schoolbesturen zijn hierover geïnformeerd. De verder oplopende kortingen op de budgetten zullen ook in de eerste plaats worden gezocht in onderwijsbegeleiding, echter wel in overleg met de schoolbesturen in het LEA. De kwaliteit van het lokale onderwijs is in Achtkarspelen goed in ontwikkeling. De verbindingen met de arbeidsmarkt zijn versterkt mede door de actieve rol van de gemeente. Gevolg van de kortingen op de budgetten (ook landelijk) zal ten koste gaan van de innovatieve projectactiviteiten en structurele ondersteuning op leerlingniveau. De scholen krijgen steeds minder mogelijkheden te werken aan innovatie, kwaliteit van het onderwijs op school-, leerkracht- en leerlingniveau. Om samen met deze belangrijke partners in het veld tot gewenste samenwerking, integrale afstemming van beleid en activiteiten op de terreinen van zorg en leren te komen, blijven gemeentelijke investerings- of subsidiebudgetten nodig. Peuterspeelzaalwerk Peuterspeelzaalwerk voldoet aan de wettelijke eisen van de Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen, is geregistreerd in het landelijk register en daarmee geharmoniseerd met de kinderopvang. Peuterspeelzaalwerk is een eigen politieke keuze en geen wettelijke verplichting. We hechten veel waarde aan peuterspeelzaalwerk en het wettelijk verplichte VVE aanbod, dat op peuterspeelzalen en bij sommige kinderopvangorganisaties wordt ingevuld. We kijken in de aanbestedingsprocedure naar de wettelijke taken in deze en leveren lokaal maatwerk. Centrum voor Jeugd en Gezin Achtkarspelen Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), dat steeds beter haar taken op het gebied van voorlichting en advisering, ondersteuning van signalering, verwijzing en coördinatie vorm geeft, loopt in onze gemeente goed en vormt daarmee een stevig fundament voor de overdracht van taken van de jeugdzorg. transitie en transformatie van de zorg voor jeugd. In het kader van de decentralisatie jeugdzorg en transformatie zorg voor jeugd is het is van belang hiermee door te gaan en ook preventie een belangrijke taak toe te dichten. De huidige omvang van het aantal consultatiebureaus blijft gehandhaafd. Leerlingenvervoer In de kadernota is een verhoging van het benodigde bedrag aangekondigd. Dit is nog steeds noodzakelijk, echter gezien de ontwikkelingen denken we dat we met een iets lagere verhoging kunnen volstaan. Indien er kansen liggen vrijwilligers in te zetten voor het leerlingen vervoer zullen wij deze kansen benutten. Het leerlingenvervoer is aanbesteed samen met andere gemeenten. Hervorming accommodatiebeleid Het college streeft er naar in de tweede helft van 2013 resultaten te kunnen presenteren in de vorm van een visie op het voorzieningenniveau in Achtkarspelen op langere termijn. Die visie komt tot stand in nauwe afstemming met de resultaten van een grootschalig regionaal onderzoek in 2012/2013 naar de spreiding van voorzieningen in Noordoost Fryslân, waartoe is besloten in de context van het Masterplan Netwerk Noordoost. Dit onderzoek richt zich primair op inzicht in toekomstige behoefte aan en de mogelijke spreiding van bovenlokale en regionale voorzieningen. Voor zover lokale dorpsvoorzieningen worden meegenomen is dit puur gericht op het verkrijgen van beleidsmatige input. Dorpsgemeenschappen en gemeenten kunnen op basis van de resultaten van het onderzoek ten aanzien van deze voorzieningen eigen afwegingen maken. Hierbij kan dan rekening worden gehouden met de eigen kracht van inwoners, verenigingen of particuliere initiatieven ten aanzien het in stand houden van voorzieningen dan wel het realiseren ervan.
23
Met deze aanpak (zowel regionale als lokale focus) wil het college bouwstenen leveren voor politieke keuzes in 2013 en 2014 uitgaande van de Elkenien Dwaande-benadering. Daarbij worden ook de mogelijkheden van het afstoten van maatschappelijk vastgoed, het privatiseren van instellingen of accommodaties en een versterkte zelfwerkzaamheid van burgers bij het onderhoud van voorzieningen betrokken. Een lange termijnvisie op het voorzieningenniveau in de gemeente (in regionaal perspectief) is dringend noodzakelijk om tot een zorgvuldige afweging en politieke keuzes te kunnen komen. In de laatste jaarschijven is voorzien in een bezuiniging op accommodatiebeheer. Onderwijshuisvesting Er liggen nieuwbouwprojecten voor het Lauwerscollege en Gerkesklooster. Gezien de beperkte middelen, maar ook vanuit de veranderende rol van burger en overheid, zijn er geen nieuwe plannen in voorbereiding. In overleg met de schoolbesturen wordt er gewerkt aan een nieuw plan voor onderwijs huisvesting (IHP). Gezien de ontwikkelingen van leerlingenaantallen verwachten we dat er vanuit de dorpen en onderwijsbesturen steeds meer draagvlak zal ontstaan voor het samengaan van scholen. Vanuit de gemeente sluiten we aan op de lokale initiatieven. Sport Inhoudelijk gezien voeren we een actief beleid, door de inzet van combinatiefuncties en de uitvoering van het Nationaal Actieplan voor Sport en Bewegen (NASB). Vanuit de Dwaande gedachte wordt steeds meer bij de samenleving zelf gelegd. Een goed voorbeeld hiervan zijn kunstgrasvelden. Er zijn hiervoor initiatieven in onze gemeente genomen. Conform de sportnota ondersteunt de gemeente deze initiatieven en werkt op creatieve wijze mee. Dit zal niet kunnen leiden tot uitzetting van de begroting. De Kruidhof De rol van De Kruidhof in de re-integratie zal worden versterkt. De recreatieve en museale bedrijfsvoering vraagt in een nieuwe tijd, om een nieuwe visie. Voor de ontwikkeling van deze visie zal externe ondersteuning worden ingezet en daarbij behoort het onderzoeken van het op grotere afstand zetten van De Kruidhof tot de gemeente tot de mogelijkheden. Cultuurbeleid Afgelopen jaren is er extra geïnvesteerd in cultuurbeleid. We hebben niet meer de middelen om dit vol te houden. Daarom houden wij vanuit het Dwaande perspectief en de Sociaal Maatschappelijke Agenda vooral die activiteiten overeind waarin burgers een belangrijke rol spelen, zoals subsidiering van culturele verenigingen. Frysk blijft voor ons een zwaartepunt. Er wordt niet alleen bezuinigd op cultuur. Dankzij een rijksregeling komt er voor de provincie 700.000 euro beschikbaar, die vooral ingezet zal worden op cultuureducatie. De gemeente speelt hierin geen rol, maar de muziekschool en scholen zullen hier hun voordeel mee kunnen doen. Muziekschool In de laatste jaarschijven is een bezuiniging op de muziekschool voorzien. Dit gebeurt vanuit de volgende visie. De gemeente wil muziekonderwijs voor een zo groot mogelijke doelgroep. Daarom blijft de gemeente muziekonderwijs op basisscholen, algemene muzikale vorming, ondersteunen. De subsidie wordt daarop afgestemd. Van het onderwijs wordt daarin ook een bijdrage verwacht. Met de muziekschool en onderwijsveld zal in 2013 worden overlegd op welke wijze dit het beste kan worden ingericht. Bibliotheken De gemeente heeft onlangs ingestemd met de regiovisie voor bibliotheken. Echter, financiële redenen nopen ons dit op termijn opnieuw ter discussie te stellen. Gezien maatschappelijke ontwikkelingen, waaronder de vlucht die internet neemt en de komst van e-books, tekent zich nu al af dat de rol van de bibliotheken over enkele jaren niet meer dezelfde zal zijn. In onze visie worden de filialen opgeheven. De bibliotheken spelen echter ook een rol in het onderwijsachterstandenbeleid en ouderenbeleid. Om in deze functie te blijven voorzien, zal in 24
overleg met de bibliotheek naar nieuwe wegen worden gezocht om hierin te kunnen blijven voorzien. Gezondheidsbeleid Het tegengaan van overgewicht en alcoholmatiging zijn belangrijke speerpunten in het gezondheidsbeleid van Achtkarspelen. Beide thema's vragen een lange adem, omdat gedragsverandering wordt nagestreefd. Voor een effectieve preventie van overgewicht is een brede aanpak nodig. Een belangrijk uitgangspunt is het mogelijk maken van een gezonde keuze op het gebied van voeding en beweging. Dit vereist niet alleen maatregelen vanuit gezondheidsbeleid, maar ook op het gebied van bijvoorbeeld sport, jeugd, onderwijs, ruimtelijke ordening, WMO, verkeer, milieu. Inhoudelijk sluit de rijksmaatregel NASB hierbij aan. Hiervoor wordt in de jaren 2012-2015 het project Achtkarspelen Fit! Uitgevoerd. Rijkssubsidie en cofinanciering uit bestaande middelen is hiervoor toereikend. Een integrale aanpak is ook van belang voor het tegengaan van overmatig alcoholgebruik. Dezelfde boodschap vanuit diverse hoeken herhalen is belangrijk. Hiermee is een start gemaakt, maar zoals gezegd vraagt dit beleid een lange adem. Het alcoholmatigingsproject loopt af per 1 februari 2013. We stellen voor hiervoor een structureel bedrag op te nemen in de begroting. Gezien de koppeling die er ook ligt met veiligheids- en horecabeleid, is dit opgenomen in programma 3 Veiligheid. Subsidies De huidige subsidies passen binnen het beleid van de Sociaal Maatschappelijke Agenda en de Dwaande benadering. Er is de afgelopen jaren bezuinigd op veel subsidies. Een aantal van deze bezuinigingen werken in 2013 en 2014 effectief door. We overleggen in 2013 met een aantal subsidieontvangers in hoeverre zij daadwerkelijk een bijdrage leveren aan de Sociaal Maatschappelijke Agenda en Dwaande benadering en sturen waar nodig bij.
Ondersteuning Leerplicht Het college streeft ernaar om het aantal voortijdig schoolverlaters met 5% per jaar te verminderen. De streefwaarde voor 2013 is daarmee 77. Voorschoolse educatie Om tot een verbeterde startpositie voor peuters voor groep 1 van de basisschool te komen, worden de voorschoolse educatie (VVE), de verlaagde ouderbijdrage doelgroeppeuters en een tweede betaalde beroepskracht op VVE groepen op de peuterspeelzaal gesubsidieerd. Pilots met een VVEklein groep op de peuterspeelzaal levert een besparing van de uitvoeringskosten op. De uitkomsten van de bestandsopname VVE door de Inspectie van Onderwijs worden meegenomen in afspraken met de voorschoolse voorzieningen en basisonderwijs. Volwasseneneducatie In 2013 streeft het college naar 142 trajecten aan volwasseneducatie, exclusief inburgering, en 35 trajecten laaggeletterdheid. De aandacht gaat primair uit naar achterstandsgroepen. Al met al wil het college het kwalitatief volwaardig aanbod van volwassenenonderwijs handhaven, waarmee flexibel op de individuele vraag kan worden ingespeeld.
Zorg WMO Op het gebied van de WMO willen we burgers via verschillende kanalen informeren over “de kanteling” en hun vragen mee te denken over oplossingen om hun zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie te bevorderen. Om de burgers daarbij optimaal te faciliteren wil het college een integraal werkend, klantgericht WMO-loket inrichten, waarbij de processen gericht zijn op doeltreffendheid en efficiëntie. 25
Verder streeft het college ernaar om in de toekomst het beroep op individuele voorzieningen te beperken, zoals bv. het opzetten van een scootmobielpool. Ook wordt onderzocht of het haalbaar is om met meerdere gemeenten een contract af te sluiten met een leverancier voor levering en onderhoud van trapliften. Jeugd De transitie en transformatie van zorg voor jeugd, samenhangend met de andere transities en passend onderwijs, krijgt steeds duidelijker vorm en door experimenten met vernieuwend hulpaanbod wordt ernaar gestreefd het aantal meldingen en doorverwijzingen naar de huidige jeugdzorg naar de jeugdzorg te verminderen. Het aantal meldingen ligt wat het college betreft in 2013 op 90.
Wat gaat het kosten? In de kadernota 2013 zijn de volgende voorstellen gedaan die financieel van invloed zijn op programma 1: (x € 1.000)
Beleidswijzigingen programma 1
2013
Onderwijsachterstandenbeleid Cultuurbeleid Verlaging bureaucratie evenementensubsidie (a.g.v. ingediende motie tijdens kadernota) Leerling-vervoer Terugdraaien bezuiniging bibliotheek Verlaging uitvoeringskosten CJG
2014
2015
2016
50 20 6
50 20 6
50 20 6
50 20 6
-70
-70 -58 -30
-70 -58 -30
-70 -58 -30
-30
Bovenstaande beleidswijzigingen zijn verwerkt in de begroting. Het totaaloverzicht voor programma 1 ziet er daarmee als volgt uit: Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo programma 1 voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo programma 1 na resultaatbestemming
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011
2012
2013
2014
2015
2016
-11.481
-11.944
-15.053
-14.758
-14.794
-14.608
1.312
711
1.095
1.107
1.139
1.146
-10.169
-11.233
-13.958
-13.651
-13.654
-13.462
0
0
0
0
0
0
33
47
17
17
0
0
-10.136
-11.186
-13.941
-13.634
-13.654
-13.462
26
27
Programma 2 - Werk, Inkomen en Zorg Portefeuillehouder
: K. Antuma
Wat willen we bereiken? Binnen programma 2 – Werk, Inkomen & Zorg - worden de volgende maatschappelijke effecten nagestreefd: 1. Inkomen. Iedereen is verantwoordelijk voor eigen inkomen 2. Bijdrage maatschappij. Iedereen draagt bij aan de maatschappij vanuit eigen vermogen en talenten.
Wat gaan we daar in 2013 voor doen? Inkomen Het college heeft als doel om ervoor te zorgen dat zo weinig mogelijk mensen een uitkering ontvangen. Voor 2013 hanteert het college als streefwaarde dat het aantal klanten van de WWB en de IOAW niet hoger wordt dan 700. Dit wil het college gaan realiseren door enerzijds een verhoogde uitstroom naar werk te bewerkstelligen, via een tweejarig programma. Zo wil het college in 2013 100 mensen laten uitstromen uit de WWB, inclusief parttime en tijdelijke uitstroom, door een betere aansluiting te creëren tussen beschikbaar werk en de talenten van mensen met een uitkering. Dit laatste gebeurt mede door samen te werken met andere professionals in de re-integratie- en zorgketen. Anderzijds wil het college de poortwachtersfunctie versterken. Daarmee denkt zij het aantal vragen met 20% te kunnen verlagen. En tenslotte zet zij zich in om de lokale/regionale economie zoveel als mogelijk te versterken, in nauwe samenhang met de maatregelen en investeringen in programma 5. Verder wil het college mensen zo snel en klantvriendelijk mogelijk van een minimuminkomen voorzien. Zo streeft het college om 80% van de aanvragen voor levensonderhoud, na 3 weken zoektijd (poortwachten), binnen 5 dagen worden afgehandeld. Tevens wordt de snelbalie verder ingevoerd, zodat ook 50% van de aanvragen op het gebied van minimabeleid binnen 3 weken wordt afgehandeld, en 100% binnen de wettelijke termijn. Op die manier wil het college haar dienstverlening verhogen. Aan de andere kant wil het college de inkomsten uit terugvordering en verhaal verhogen, door scherp in te blijven zetten op de uitgangspunten van hoogwaardig handhaven en terugdringing van het crediteurenbestand. Bijdrage maatschappij Voor die mensen die niet toegeleid kunnen worden naar betaald werk, wordt, middels een 'Elkenien Dwaande' aanpak die vanaf het begin nadrukkelijk met (kennis)partners, aanbieders en klantgroepen wordt ontwikkeld, bezocht om de mensen maatschappelijk actief te maken, of de eigen zorg actief op te pakken en te regelen. We gaan daarbij uit van de kracht en eigen verantwoordelijkheid van mensen om zichzelf te redden. Het college kiest daarbij als uitgangspunt, dat iedereen het verdient om een nuttige bijdrage aan de samenleving te kunnen leveren. Ook wanneer men afhankelijk is van een uitkering kan men hun talenten op een andere manier maatschappelijk benutten. Als streefwaarde houdt het college aan dat 80% van het aantal burgers met een uitkering vrijwilligerswerk of een andere tegenprestatie levert. De verwachtingen op dit terrein verschillen per klantgroep. Voor de groep 'zelfredzaam' mogen we aannemen dat zij op eigen kracht, mogelijk met enige, dan wel minimale vorm van ondersteuning en soms drang/dwang, de weg naar de reguliere arbeidsmarkt kunnen en moeten vinden. Voor hen geldt de terminologie 'de kortste weg naar werk' en 'algemeen geaccepteerde arbeid' onvoorwaardelijk. Inzet op eigen verantwoordelijkheid speelt hierbij een grote rol.
28
De groep met een arbeidsbeperking heeft een extra handicap om zelfstandig te kunnen slagen op de arbeidsmarkt. Voor hen is gemeentelijke ondersteuning nodig. De re-integratiegelden binnen het Participatiebudget zijn met name voor deze klantgroep bedoeld. Dat houdt in dat de inzet vanuit de gemeente zich voornamelijk op deze klantgroep richt. Ook hier wordt van de klant verwacht verantwoordelijkheid te nemen bij haar/zijn maatschappelijk vraagstuk. De gemeentelijke ondersteuning is aanvullend. Voor wat betreft de klantgroep die zorg nodig heeft of een te grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft, stemmen we af met onze collega’s. De uitkomst kan divers zijn. De uitvoering kan bijvoorbeeld komen te liggen bij een werkconsulent of een consulent Wmo, maar het is goed denkbaar dat na het stellen van een diagnose er sprake is van verwijzing naar externen zoals bijvoorbeeld KEaRN, GGZ, MEE, SDV, maatschappelijk werk, etc. Voor deze groep zijn andere professionals dan die van Werk en Inkomen veel beter toegerust. Het uiteindelijke doel is en blijft naar vermogen participeren in de samenleving. De terminologie bij deze groep is; '1 gezin, 1 plan, 1 contactpersoon'. Met deze insteek sluiten we aan bij de Sociaal Maatschappelijke Agenda. Dit kan leiden naar groei en mogelijk op termijn deelname (naar vermogen) aan de reguliere arbeidsmarkt, maar dit kan ook inhouden dat het doel te hoog is gegrepen. Deze klantgroepen zijn dezelfde waar straks de WWnV (waarschijnlijk) op wordt gebaseerd.
29
In schema ziet het er als volgt uit:
Klantgroep
Omvang
Rol gemeente
Instrument1
Inzet P-budget
Zelfredzaam
15%
Regie
Minimaal
Ondersteunen
40%
Uitvoerend & regie
Zorg
45%
Regie
Werkgeversdienstverlening Groepsgewijze dienstverlening Eigen verantwoordelijkheid Handhaven Jobhunten Trainen werknemersvaardigheden Participatie Verwijzen of al in behandeling elders '1 gezin - 1 plan - 1 contactpersoon'
Ja Minimaal, vnl. gebruik maken van andere financieringsstromen
Wat gaat het kosten? In de kadernota 2013 zijn de volgende voorstellen gedaan die financieel van invloed zijn op programma 2: (x € 1.000)
Beleidswijzigingen programma 2 Exploitatiebijdrage Caparis Investering in werk Capaciteitsverhoging in verband met uitkeringsvolume
2013 -400 -200 -300
2014 -300 -200 -200
2015 -300 0 -100
2016 -300 0 -100
Bovenstaande beleidswijzigingen zijn verwerkt in de begroting. Het totaaloverzicht voor programma 2 ziet er daarmee als volgt uit: Bedragen x € 1.000
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011
2012
2013
2014
2015
2016
Lasten
-32.415
-26.664
-17.947
-17.674
-17.430
-17.449
Baten
24.208
20.584
15.463
15.384
15.414
15.417
Saldo programma 2 voor resultaatbestemming
-8.207
-6.079
-2.484
-2.290
-2.015
-2.033
Lasten (reservemutaties)
-1.066
-83
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
1.907
83
0
0
0
0
-7.366
-6.079
-2.484
-2.290
-2.015
-2.033
Saldo programma 2 na resultaatbestemming
1
Het genoemde instrumentarium is niet gelimiteerd, ze worden hier als voorbeelden genoemd. Uitvoeringsorganisatie Werk&Inkomen De Wâlden beoordeeld de benodigde instrumenten obv maatwerk.
30
31
Programma 3 - Veiligheid Portefeuillehouder: P. Adema
Wat willen we bereiken? Voor het opstellen van programma 3 wordt gebruik gemaakt van de vijf veiligheidsvelden van de methode Kernbeleid Veiligheid. Deze methode is een belangrijk hulpmiddel voor gemeenten om op gestructureerde wijze tot integraal veiligheidsbeleid te komen. De vijf veiligheidsvelden zijn: 1. Een veilige woon- en leefomgeving 2. Bedrijvigheid en veiligheid 3. Jeugd en Veiligheid 4. Fysieke Veiligheid 5. Integriteit en Veiligheid Met onze ketenpartners, zoals politie, brandweer, openbaar ministerie, Veiligheidsregio, jongerenwerk en andere organisaties werken we op al deze gebieden samen. Daarnaast zoeken wij ook meer de samenwerking met de gemeente Tytsjerksteradiel op gebied van crisisbeheersing en veiligheidsbeleid.
Wat gaan we daar in 2013 voor doen? Brandweer “Samen op weg naar één brandweer”. Onder deze noemer is de brandweer op weg naar één Friese brandweerorganisatie per 1 januari 2014. Alle Friese brandweerkorpsen, inclusief de regionale brandweer, worden dan samengevoegd tot één Friese brandweerorganisatie. Er is gekozen voor een projectmatige aanpak met als beoogd eindresultaat: het ontwikkelen van één toekomstbestendige brandweerorganisatie in Fryslân. Voor de nieuwe organisatie is het gezamenlijke budget van alle Friese gemeenten voor brandweertaken in 2011 uitgangspunt. Achtkarspelen verwacht dat de regionalisering nog kan leiden tot een financieel voordeel, ter hoogte van € 43.000 vanaf 2014. Voor het komende jaar is gekeken in welke mate de bedrijfsvoering nog strakker kan. Dit heeft tot een financieel voordeel geleid, door bijvoorbeeld strakkere aansturing met betrekking tot de opleiding- en oefenfrequentie en het aantal mensen dat uitrukt in geval van een calamiteit. De verwachting is dat hiermee € 15.000 kan worden bespaard. De aard van de brandweertaak verandert gaandeweg. In het kader van de strategische reis van de brandweer zal meer inzet gevraagd worden aan de voorkant van de veiligheidsketen (preventie). Er zal ook een groter beroep worden gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners. De mensen zullen bewust moeten worden gemaakt van hun eigen rol bij het voorkomen van branden of andere calamiteiten. Enkele voorgenomen investeringen van de brandweer zullen met het oog op de regionalisering per 1 januari 2014 wordt geschrapt als de veiligheid van brandweermensen en burgers hiermee niet in gevaar komt. Dit levert een besparing op van € 8.000. Tenslotte krijgen we de laatste jaren structureel geld terug van onze bijdrage aan de Veiligheidsregio Fryslan. Dit legt een te groot beslag op onze structurele middelen. We denken dat het realistisch is hiervan € 15.000 structureel in te boeken. Crisisbeheersing In 2012 is het gemeentelijk Rampenplan vervangen door het Crisisplan. In 2013 zal er binnen de kaders van het geïmplementeerde crisisplan worden geoefend en zal de mate van bereikbaarheid en beschikbaarheid van betrokkenen worden getest. Het oefenen, trainen en opleiden zal worden verzorgd door de veiligheidsregio. De gemeente zal een vinger aan de pols houden voor wat betreft de kwaliteit van dit OTO traject.
32
Daarnaast zal de gemeente vanaf 2013 nog een aantal experts leveren aan de regionale expert pools. Integrale veiligheidsbeleid Met de vorming van de nationale politie zal er in Noord Nederland een regionale eenheid komen, waar de provincies Friesland, Groningen en Drenthe onder vallen. Het regionaal beleidsplan (artikel 39 Politiewet) is daarbij hét gezamenlijke kader van 62 gemeenten, het Openbaar Ministerie en de politie voor 2013 en 2014. De veiligheidspartners maken met dit plan afspraken op een aantal gezamenlijke prioriteiten die door de 62 gemeenten zijn aangedragen op basis van de problemen die lokaal worden ervaren. Een opbouw dus van onderop, vanuit de lokale integrale veiligheidsplannen, dichtbij de gezagsrol van de burgemeester en de kaderstellende rol van de gemeenteraad. De grootste gemene deler van de gemeentelijke prioriteiten is gecombineerd met de prioriteiten van het Openbaar Ministerie en de politie. Dit alles leidt tot prioriteiten die we de komende twee jaren in Noord-Nederland voorop stellen. Eén en ander vergt een substantiële ambtelijke inzet. In samenwerking met de gemeente Tytsjerksteradiel kan dit binnen de bestaande formatie worden gerealiseerd. In 2012 wordt er Integraal veiligheidsbeleid vastgesteld. Het hierbij nog door de raad vast te stellen uitvoeringsprogramma zal in 2013 conform worden uitgevoerd. Vooruitlopend hierop wordt het beschikbare budget voor integrale veiligheidsprojecten wel met 20 % verminderd (€ 10.000). Dit betekent dat er scherp geprioriteerd moet worden in projecten waarbij we wel of niet interveniëren in onze dorpen (jaarwisseling, grote evenementen, woninginbraak, (huiselijk) geweld etc). De aanpak van de middelenproblematiek (zie ook programma 1) zal hierin een belangrijke prioriteit genieten. Samen met al onze ketenpartners in deze zullen we grip moeten houden op deze problematiek en er voor moeten zorgen dat de negatieve maatschappelijke gevolgen als gevolg van middelen misbruik beheersbaar blijven. De nieuw aan te stellen toezichthouder openbare orde en veiligheid zal een belangrijke rol spelen in deze aanpak. Het in 2010 opgestarte project "Geweld is niet Ok" zal in 2013 ook worden gecontinueerd. Het aantal mishandelingen, bedreigingen en Huiselijk Geweld incidenten is nog steeds te hoog. Hier moet dus blijvend aandacht voor zijn dat dit soort zaken ook in Noordoost Friesland niet normaal zijn. Tijdens de behandeling van de kadernota is gebleken dat de gemeenteraad geen aanleiding heeft gezien geld te reserveren voor de invoering van Burgernet. Dit betekent dat Achtkarspelen nu de enige Friese gemeente is waar geen gebruik wordt gemaakt van Burgernet. Voor de transitie van het Veiligheidshuis Fryslân was structureel € 6.500 geraamd. De bijdrage van onze gemeente blijkt nu echter maximaal € 4.000 te zijn. Een besparing van € 2.500 dus.
Wat gaat het kosten? In de kadernota 2013 zijn de volgende voorstellen gedaan die financieel van invloed zijn op programma 3: Beleidswijzigingen programma 3 Handhaver openbare orde en veiligheid
(x € 1.000) 2013 -61
2014 -61
2015 -61
2016 -61
Bovenstaande beleidswijziging is verwerkt in de begroting. Het totaaloverzicht voor programma 3 ziet er daarmee als volgt uit:
33
Bedragen x € 1.000 Lasten
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011
2012
2013
2014
2015
2016
-1.168
-1.178
-1.172
-1.189
-1.192
-1.187
33
28
15
15
15
15
-1.134
-1.150
-1.157
-1.174
-1.177
-1.172
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
0
0
-1.134
-1.150
-1.157
-1.174
-1.177
-1.172
Baten Saldo programma 3 voor resultaatbestemming
Saldo programma 3 na resultaatbestemming
34
35
Programma 4 - Leefomgeving Portefeuillehouders: M. van der Veen en K. Antuma
Wat willen we bereiken? Binnen programma 4 - Leefomgeving - worden de volgende maatschappelijke effecten nagestreefd: 3. Wegen. Een duurzame, schone en veilige leefomgeving creëren en in stand houden 4. Groen. Behouden en zo mogelijk versterken van het unieke landschap en groen in de gemeente 5. Riolering. Het op een adequate manier ontdoen van afvalwater en het beperken van wateroverlast. 6. Afval. Een duurzame en efficiënt inzameling en verwerking.
Wat gaan we daar in 2013 voor doen? Wegen Het reguliere wegenonderhoud is gebaseerd op de rapportage "Vooruitblik en review 20112015 (wegbeheer Gemeente Achtkarspelen)". Hierin is een meerjarenplanning opgenomen voor zowel het groot wegenonderhoud als de rioolvervangingen. Het inlopen van het achterstallig wegenonderhoud wordt vanaf 2013 getemporiseerd en uitgesmeerd over een periode van 15 jaar in plaats van 10 jaar (gerekend vanaf 1-1-2011), wat neerkomt op het terugbrengen van het achterstallig wegenonderhoud met 6,67% per jaar. Groen De kwaliteit van de openbare ruimte is van grote invloed op de kwaliteit van de leefomgeving en de aantrekkelijkheid van de gemeente. Het groenonderhoud is daarvan een belangrijk bestanddeel. Het college streeft daarbij naar een op de maatschappelijke situatie afgestemde functionele onderhoud- en beheersituatie van het gemeentelijk openbaar groen (bermen, groenstroken en plantsoenen). Ook heeft het behoud en de versterking van het unieke landschap en groen in de gemeente (en zijn omgeving) prioriteit. Daarvoor gaan we waar mogelijk aansluiten en meeparticiperen met de ontwikkelingen binnen het Nationaal Landschap De Noordelijke Friese Wouden. Riolering De taken en verplichtingen die de gemeente heeft op het gebied van riolering, zijn van oudsher vastgelegd in de Wet milieubeheer. Daarnaast is per 1 januari 2008 de Wet Gemeentelijke watertaken van kracht. Binnen deze kaders zijn beperkte beleidskeuzes mogelijk. Deze zijn door de raad vastgesteld in het verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) 2010-2014. Het GRP richt zich, naast het operationeel beheer, op de invulling van de nieuwe watertaken en het voorkomen van wateroverlast. Voor 2013 vullen we de taken op het gebied van riolering in conform dit GRP. Daarnaast wil het college meer burgers en leerlingen milieubewust maken, met behulp van de inzet van Natuur- en MilieuEducatie (NME). Afval Afvalinzameling en –verwerking is in principe kostendekkend. In het kader van de bedrijfsvoering, maar ook vanwege de positieve effecten op milieu en duurzaamheid, zal de komende tijd hergebruik van afvalstoffen en het vermarkten daarvan een belangrijk item worden. Steeds vaker kan afval als grondstof worden benut. Dit kan in de toekomst mogelijk leiden tot een verlaging van de afvalstoffenheffing.
36
Ook op het gebied van afval wordt NME ingezet om het milieubewustzijn binnen de gemeente verhogen. Door het voorkomen van zwerfafval en het stimuleren en het optimaliseren van inzamelstromen worden hiermee kosten voorkomen. De sorteeranalyses leveren hier ook hun bijdrage aan.
Wat gaat het kosten? In de kadernota 2013 zijn de volgende voorstellen gedaan die financieel van invloed zijn op programma 4: (x € 1.000)
Beleidswijzigingen programma 4
2013
Wegenonderhoud Oprekken termijn inhaalslag wegenonderhoud Stoppen luierinzameling Monumentenbeleid halveren
Halveren investeringsbudgetten levensbestendig inrichten openbare ruimte Halveren investeringsbudgetten verbreden wegbermen Niet uitvoeren reconstructie Boelenswei/Blauhústerwei Uitstellen ecologische zone rondweg Buitenpost Uitstellen herstellen damwanden
2014
2015
2016
60 20 7 25 2
60 25 7 25 2
60 30 7 25 3
60 35 7 25 3
2 4 4 18
2 4 4 18
3 4
3 4
Bovenstaande beleidswijzigingen zijn verwerkt in de begroting. Het totaaloverzicht voor programma 4 ziet er daarmee als volgt uit:
Bedragen x € 1.000
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011
2012
2013
2014
2015
2016
-12.626
-13.704
-11.476
-11.950
-12.272
-12.415
5.668
5.605
5.372
5.515
5.633
5.878
-6.958
-8.099
-6.104
-6.435
-6.639
-6.537
Lasten (reservemutaties)
-65
-128
0
-46
-45
-45
Baten (reservemutaties)
640
774
814
933
649
488
-6.383
-7.454
-5.290
-5.547
-6.035
-6.094
Lasten Baten Saldo programma 4 voor resultaatbestemming
Saldo programma 4 na resultaatbestemming
37
Programma 5 - Ontwikkeling Portefeuillehouder: J. Lammers
Wat willen we bereiken? Binnen programma 5 Ontwikkeling staan de thema's wonen, werken, recreëren en duurzame samenleving centraal en zijn bijvoorbeeld de ruimtelijke ordening en de vergunningverlening voorwaardenscheppend. De nadruk ligt op het voeren van een toekomstgericht beleid waarin de effecten van de voorspelde krimp worden opgevangen en waarbij wordt geanticipeerd op de kansen die er zijn. Hiertoe worden de navolgende maatschappelijke effecten nagestreefd: 1. Wonen. Zorg dragen voor een toereikend, duurzaam, kwalitatief goed en op de behoefte afgestemd woningaanbod. 2. Werken. Versterking van de economische positie van de gemeente Achtkarspelen en daarmee behoud en waar mogelijk groei van de werkgelegenheid. 3. Recreëren. Versterking van de recreatieve en toeristische sector. 4. Duurzame samenleving. Zorg dragen voor een veilige, leefbare en duurzame samenleving. 5. Ruimtelijke Ordening en Vergunningverlening. Ruimtelijke kwaliteiten van de gemeente worden beschermd en waar mogelijk versterkt. Kansen en ontwikkelingsmogelijkheden voor burger en bedrijf worden in ruimtelijk opzicht optimaal en via zo efficiënt mogelijk georganiseerde procedures gefacilliteerd
Wat gaan we daar in 2013 voor doen? Wonen De nieuwe woonvisie wordt in 2013 afgerond. Vertrekpunt voor deze Woonvisie vormen de demografische prognoses, de nieuwe (regionale) woningbouwafspraken en de ‘Strategische Woonvisie NOFA-gemeenten’. De woonvisie zal vervolgens jaarlijks worden herijkt. In 2013 gaan we verder met de in 2012 gestarte aanpak van verpauperde panden en terreinen. In 2013 worden tenminste 10% van de objecten van de inventarisatielijst aangepakt c.q. aangeschreven. Verder wordt in 2013 een beleids- en uitvoeringsplan op het gebied van potentiële gemeentelijke monumenten aan de raad voorgelegd. Ter stimulering van de bouw en de vermarkting van starterswoningen blijft het college startersleningen verstrekken. De verwachting is dat in 2013 tenminste 5 startersleningen zullen worden verstrekt. In combinatie met het provinciale project Duorsum dwaande mei wenjen wordt de duurzaamheidslening als een succesvolle stimulansregeling in het kader van het genereren van (particuliere) duurzaamheidsinvesteringen in de bestaande woonvoorraad aangeboden. Met deze voorziening is net gestart. In 2013 zullen wij de effectiviteit van de regeling nader kunnen wegen en op basis daarvan voorstellen doen om de regeling te continueren, bij te stellen of af te bouwen. Werken Het Sociaal-Economisch Masterplan NOF vormt de basis voor de (sociaal-) economische projecten en activiteiten. In 2013 worden de volgende projecten verder gebracht: - Voorbereiden opwaardering van De Skieding. - Stimuleren aanleg glasvezelnetwerk - Benutten mogelijkheden spoor - Verdere planontwikkeling Buitenpost (Kruidhof, stationsomgeving) - Herinrichten Voorstraat - Uitgeven bedrijventerreinen Kootstertille en Buitenpost - Ontwikkelen en uitgeven bedrijventerrein Lauwerskwartier Surhuisterveen - Ontwikkeling nat bedrijventerrein Skûlenboarch/Westkern - Stimuleren en ondersteunen verbredings- en verdiepingsinitiatieven landbouw. 38
Het is van belang om ook de komende jaren perspectief te blijven houden op Achtkarspelen als ontwikkelgemeente. Vooral de komende jaren zijn anticyclische investeringen in Achtkarspelen bitter noodzakelijk om de lokale arbeidsmarkt zoveel mogelijk te ondersteunen. Bij aanbestedingen nodigen wij zoveel als mogelijk is lokale en regionale bedrijven uit waarbij veel mensen uit Achtkarspelen werkzaam zijn. Het verkrijgen van een overheidsopdracht betekent in veel gevallen dat een bedrijf voor een bepaalde periode zijn personeel aan het werk kan houden. In de huidige tijd blijken bouw- en aannemingsbedrijven veelal van opdracht tot opdracht aan het overleven te zijn. Om groei van de werkgelegenheid te realiseren en de werkloosheid terug te dringen is een actieve samenwerking tussen arbeidsmarkt, onderwijs en overheid noodzakelijk. Vanuit programma 5 zal dan ook een intensieve samenwerking zijn met andere beleidsterreinen als onderwijs en werk en inkomen. Projecten als Bouwen aan ambitie waar onderwijsinstellingen in Achtkarspelen betrokken worden bij de bouw van een aantal woningen en het project Dwaan waarbij werkzoekenden in contact gebracht worden met bedrijven, zijn goed voorbeelden van een integrale aanpak. Ook bij aanbestedingen zal vaker gekeken moeten worden naar de mogelijkheden van de inzet van werklozen en scholen. In een aantal individuele gevallen is hiermee reeds ervaring opgedaan. Om dit voorbeeld van Social Return werkelijk effectief te doen zijn en structureel te kunnen inzetten, is een integrale aanpak noodzakelijk in het kader van de planontwikkeling Werkgeversdienstverlening, dat aangekondigd wordt in het O&F plan De Wâlden (zie Programma 2) Het vormen van netwerken is van groot belang voor een sterke lokale economie. Wij willen bestaande netwerken van de gemeentelijke ondernemersverenigingen dan ook faciliteren en initiatieven voor nieuwe netwerken ondersteunen. Er wordt momenteel gewerkt aan het regionale ambitieproject 'Versterken ondernemersnetwerken'. Dit ambitieproject legt ook de regionale verbindingen met de partners in het zogenaamde Ondernemersplein Fan Fryslan, dat gehuisvest is bij van de Kamer van Koophandel in Leeuwarden. Op gemeentelijk niveau willen we vooral de dialoog aangaan met de bedrijvenverenigingen, we gaan door met de individuele bedrijfsbezoeken, we willen een aantal thematische bijeenkomsten organiseren (gericht op duurzaam ondernemen, onderwijs & arbeidsmarkt, e.d.) en we willen doorgaan met de organisatie van startersbijeenkomsten en seminars en cursussen voor starters en ZZP-ers. Vanuit het beleidsveld economische zaken, evenals dat van recreatie & toerisme, wordt de marketing voornamelijk in regionaal verband opgepakt via de regiomarketingcampagne “Noordoost Fryslân, echt mooi”. Samen met onze samenwerkingspartners zetten wij onze regio en de afzonderlijke gemeenten op de kaart. Recreëren In 2013 vindt verdere planontwikkeling plaats op het gebied van recreatie en toerisme voor Skûlenboarch – Westkern. Tevens stellen we een nieuwe nota Recreatie en Toerisme op, inclusief een uitvoeringsplan. Dit moet bijdragen aan het vergroten van de toeristische en recreatieve sector op het gebied van arbeidsplaatsen en bestedingen. Waar mogelijk worden kansrijke toeristische lokale initiatieven ondersteund (bijvoorbeeld De Spitkeet, ontwikkeling van kanoroutes, etc.). Verder zal voor de vermarkting van het toeristisch product gebruik gemaakt worden van netwerken, onder meer door te participeren in regiomarketing, door deelname aan recreatieschap De Marrekrite en via samenwerking met marktpartijen. Duurzame samenleving De looptijd van de nota Duorsum yn de Wâlden is tot en met 2013. In de nota krijgen 4 thema's de nadruk: Communicatie, Bouwen en wonen, Duurzame energie en Duurzaam ondernemen. In 2013 worden de volgende projecten uitgevoerd, c.q. verder ontwikkeld: - Stimuleren duurzaam bouwen en wonen: Project "Duorsum Dwaande mei wenjen" uitrollen over de hele gemeente. Pilot heeft in 2011/2012 plaatsgevonden. - Stimuleren duurzaam ondernemen: Koploperproject duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen, tweede fase. 39
-
Communicatie: Uitbouwen en opwaarderen Natuur- en Milieu Educatie. Jaarlijkse vaste projecten en elk jaar nieuwe wisselende projecten op gebied van energie, fair trade, natuur en milieu, onderzoeken samenwerking Noordoostfriese gemeenten, etc. Stimuleren duurzame energie: Aanhaken bij landelijke/regionale acties of campagnes die aansluiten bij de doelen die Achtkarspelen op het gebied van duurzaamheid. Het aansluiten van oplaadpalen voor elektrische auto om tot een dekkend netwerk te komen zoals dat in 2012 is gebeurd is daar een voorbeeld van.
In 2013 zal een herijking van de duurzaamheidnota plaatsvinden en zal de gemeenteraad een voorstel worden gedaan voor 2014 en verder. In Netwerk Noordoost verband wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een regionale duurzaamheidvisie en bijhorend uitvoeringsplan. Hiertoe worden kansrijke doelstellingen geformuleerd en vertaalt naar concrete projecten met een meerwaarde voor de regio. Er wordt ingezet op de volgende ontwikkelingslijnen: - Duurzame woningbouw - Duurzame energie - Duurzame mobiliteit - Duurzaam ondernemen In overleg met de Provinsje wordt gewerkt aan het opzetten van een samenwerkingsagenda tussen de Provinsje en de gemeente. Het gaat dan om gemeentelijke projecten waarbij de Provinsje een bijdrage, hetzij financieel of faciliterend kan bieden. Ruimtelijke ordening en vergunningverlening Uiterlijk op 1 juli 2013 moet de gemeente beschikken over een actuele set van bestemmingsplannen. Het bestemmingsplan Buitengebied is de laatste in de reeks. Deze zal in 2013 ter vaststelling aan de raad worden aangeboden. Na 1 juli 2013 mogen de plannen niet ouder zijn dan 10 jaar. Jaarlijks zullen 2 tot 3 plannen moeten worden geactualiseerd. Op grond van de wettelijke normering worden (bouw)plannen in het kader van de WABO getoetst. Daar waar de wet- en regelgeving mogelijkheden biedt, leggen wij verantwoordelijkheden zoveel mogelijk bij de initiatiefnemer(s) neer onder het motto van "Minder regels, meer service". Daarnaast willen wij invulling geven aan de raadsbreed aangenomen motie op dat terrein door voorstellen te doen over aanpassingen van de Welstandsnota, waar mogelijk versnellingen van RO-procedures aan te brengen en vereenvoudiging van APV-procedures door te voeren.
Wat gaat het kosten? In de kadernota 2013 zijn de volgende voorstellen gedaan die financieel van invloed zijn op programma 5: Beleidswijzigingen programma 5 Verlaging inkomsten bouwleges Halveren beleid aanpak verpaupering Verschuiving taakstelling RUD Budget voor opstellen en uitvoeren beleid archeologie
(x € 1.000) 2013 -100 21 0 -13
2014 -100 21 -150 -13
2015 -100 21 0 -13
2016 -100 21 0 -13
40
Bovenstaande beleidswijzigingen zijn verwerkt in de begroting. Het totaaloverzicht voor programma 5 ziet er daarmee als volgt uit: Bedragen x € 1.000
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011
2012
2013
2014
2015
2016
Lasten
-8.319
-4.516
-3.576
-3.452
-3.372
-3.365
Baten
5.673
2.764
1.869
2.265
2.169
4.782
-2.646
-1.752
-1.707
-1.187
-1.203
1.416
-1.024
-599
-26
-608
-600
-3.100
871
2.834
762
362
879
0
-2.799
482
-971
-1.433
-925
-1.684
Saldo programma 5 voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo programma 5 na resultaatbestemming
41
Programma 6 - Dienstverlening Portefeuillehouder: P. Adema
Wat willen we bereiken? Binnen programma 6 - Dienstverlening - worden de volgende maatschappelijke effecten beoogd: 1. maatschappelijk effect KCC: Het klantencontactcentrum en haar KCC-professionals bieden een onderscheidend en hoog niveau van dienstverlening, ze zijn proactief en zijn de burger snel en adequaat van dienst 2. maatschappelijk effect Basisregistraties: Door ons beheerde basisregistraties worden gebruikt voor de enkelvoudige opslag en het meervoudig gebruik van basisgegevens. Voor het wettelijk verplichte gebruik van basisgegevens verstrekken wij gegevens aan interne en externe afnemers, en gebruiken wij de basisgegevens van andere bronhouders. 3. maatschappelijk effect Bestuur: Een open en transparante wijze van besturen, gekenmerkt door een grote mate van toegankelijkheid in combinatie met een correcte uitvoering van overheidstaken.
Wat gaan we daar in 2013 voor doen? KCC In het KCC worden steeds meer producten klaar-terwijl-u-wacht aangeboden, worden klanten snel en goed geholpen, worden eenduidige antwoorden gegeven en het KCC is goed bereikbaar via meerdere kanalen. -
-
-
het digitale kanaal wordt steeds meer ontsloten. Internet wordt meer dominant met PIP (persoonlijke internetpagina) als contactpunt van de gemeente. Klanten worden gestimuleerd gebruik te maken van het digitale kanaal, mede door gebruikmaking van de PIP voor het inzien van statusinformatie van aangevraagde producten en diensten en contactmomenten met de gemeente. het telefoniekanaal wordt geoptimaliseerd. Herhalingsverkeer wordt vermeden. het bezoek aan het baliekanaal zal meer gespreid worden over de dag. Het maken van afspraken zal daartoe worden aangemoedigd. Hiertoe zal zo mogelijk de maandagavond voor worden opengesteld. het postkanaal zal inzichtelijk worden gemaakt voor regievoering op afhandeltermijnen
Gastheerschap - Ons gastheerschap naar de burger komt nadrukkelijk aan de orde; - de bereikbaarheid van de organisatie neemt toe; - de servicenormen worden herijkt. Informatiebeheer Een betrouwbaar en actueel archief te voeren, zowel analoog als digitaal. Het beheren en bijhouden van diverse basisregistraties en het verstrekken van basisgegevens aan interne en externe klanten en technische voorzieningen bieden die het uitwisselen van informatie met burgers, ondernemers en ketenpartners mogelijk maken. De inrichting en uitvoering van informatie en archief is gebaseerd op de archiefwet maar wordt in toenemende mate gedigitaliseerd (invoering DMS, digitalisering werkprocessen, zaakgericht werken, digitalisering postkanaal). De gemeente zorgt voor de tijdige invoering en het beheer van de voorzieningen die de rijksoverheid beschrijft in het Nationaal UitvoeringsProgramma (NUP). De NUP-voorzieningen bestaan uit het stelsel van Basisregistraties en voorzieningen die elektronische dienstverlening mogelijk maken.
42
Bestuur In navolging van de verdere professionalisering van het raadswerk naar aanleiding van de trainingsdag zal het college hen daarbij optimaal faciliteren. Raadsinformatie zal groeien en de raad zal eerder bij bestuurlijke processen worden betrokken ten behoeve van een sneller besluitvormingsproces. Om de samenwerkingsopdracht van de raad uit te voeren, zal het bestuur zich actief inzetten om te komen tot optimale aansturing van de samenwerking met Tytsjerksteradiel. Burgers, belanghebbenden en de verenigingen voor plaatselijk belang worden in een zo vroeg mogelijk stadium bij de planontwikkeling betrokken. Alle projecten in het fysieke domein worden via burgerparticipatie ontwikkeld. Elke initiatiefnemer in een project in de fysieke ruimte organiseert ook zelf draagvlak bij burgers, elkenien dwaande, middels een interactief proces. De gemeente zal meer en meer in een vroegtijdig stadium in samenspraak met betrokken of belanghebbende burgers in contact treden om na te gaan op welke wijze aan hun verlangens kan worden tegemoetgekomen, en ook wanneer niet. Interactieve beleidsvorming en gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid voor uitvoering en realisatie van plannen en projecten horen hierbij. Ook komt hierbij in beeld welke taken door de dorpen en/of plaatselijk belangen zelf kunnen worden opgepakt.
Wat gaat het kosten? In de kadernota 2013 zijn geen voorstellen gedaan die financieel van invloed zijn op programma 6. Het totaaloverzicht voor programma 6 ziet er daarmee als volgt uit: Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo programma 6 voor resultaatbestemming
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011
2012
2013
-9.522
-10.103
-10.181
2014 -9.963
2015 -9.498
2016 -9.808
801
519
567
568
568
560
-8.721
-9.584
-9.614
-9.396
-8.929
-9.249
Lasten (reservemutaties)
-76
-17
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
30
262
200
0
0
0
-8.767
-9.338
-9.414
-9.396
-8.929
-9.249
Saldo programma 6 na resultaatbestemming
43
Algemene dekkingsmiddelen Dit hoofdstuk behandelt de algemene dekkingsmiddelen. Het is geen beleidsprogramma. Wel hoort het bij het programmaplan, aangezien een belangrijk deel van de inkomsten in de begroting tot de algemene dekkingsmiddelen behoren. Algemene dekkingsmiddelen kennen geen vooraf bepaald bestedingsdoel. Waar rioolheffing een directe relatie heeft met het ‘product’ riolering, geldt dit niet voor bijvoorbeeld de algemene uitkering en de OZB. Deze middelen zijn dan ook niet te koppelen aan een programma, waardoor zij onder de algemene dekkingsmiddelen vallen. Lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is In onze gemeente zijn er drie soorten belastingen die niet gebonden zijn aan producten. Het gaat dan om de onroerende zaakbelasting, de forensenbelasting en de reclamebelasting. Bedragen x € 1.000 Lokale lasten OZB Forensenbelasting Reclamebelasting
Rekening 2011 4.170
Begroting 2012 4.469
Begroting 2013 4.717
Begroting 2014 4.892
Begroting 2015 5.072
Begroting 2016 5.256
5
5
5
5
5
5
43
45
45
45
45
45
De onroerende zaakbelasting wordt geheven over niet-woningen van gebruikers en de eigenaren. Voor woningen wordt de OZB alleen van eigenaren geheven. Jaarlijks worden de woningen en niet-woningen getaxeerd. Er is een wisselwerking tussen waarde en tarieven om een gelijkmatige aanpassing van het belastingniveau te verkrijgen. In de kadernota 2013 stelt het college voor om de OZB met 2% extra te verhogen, bovenop de 3% stijging die reeds in de begroting verwerkt was. De reclamebelasting belast die bedrijven die een openbare aankondiging (reclame-uiting) hebben die zichtbaar is vanaf de openbare weg. In onze gemeente wordt deze belasting alleen geheven over de ondernemers binnen het daartoe aangewezen gebied van het centrum Surhuisterveen. De belasting wordt vervolgens ingezet door middel van de vorming van een Ondernemersfonds ten bate van het centrum van Surhuisterveen. Deze uitgaven worden verantwoord in programma 5, Ontwikkeling. Algemene uitkering uit het gemeentefonds De algemene uitkering heeft betrekking op de algemene middelen die de gemeenten ontvangen van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De hierna genoemde inkomsten zijn gebaseerd op de junicirculaire 2012. De circulaire is pas in juni verschenen i.v.m. de late besluitvorming van het Begrotingsakkoord van het rijk. In het begrotingsakkoord is een pakket aan maatregelen verwerkt van 12 miljard, wat ook zijn uitwerking heeft op de uitkering uit het gemeentefonds. De gemeente komt hiermee voor een nieuwe uitdaging te staan om aanvullende ombuigingen te realiseren. In de kadernota is u hiervoor een keuzepakket voorgelegd. De maatregelen van het rijk leiden tot afnemende accressen in 2012 en volgende jaren. De decentralisatie van taken naar de gemeenten is voorlopig uitgesteld. Het belangrijkste zijn de decentralisaties voor de jeugdzorg, begeleiding AWBZ en werken naar vermogen. Het nieuwe kabinet zal hier helderheid over moeten geven. De in de gemeentebegroting opgenomen kortingen i.v.m. deze decentralisaties hebben we hiermee laten vervallen en ingezet voor het zorgen van een sluitende begroting.
Algemene uitkering Rijksbijdrage
Rekening 2011 27.011
Begroting 2012 27.220
Bedragen x € 1.000 Begroting Begroting 2013 2014 26.668 26.385
Begroting 2015 26.282
Begroting 2016 26.445
44
Dividend Doordat wij van een aantal financiële instellingen mede-eigenaar zijn, middels het bezit van aandelen, ontvangen wij hier jaarlijks dividend over. Het betreft voor de algemene dekkingsmiddelen de aandelen in BNG en Eneco. Dividend Eneco BNG
Rekening 2011 114
Begroting 2012 194
202
101
Bedragen x € 1.000 Begroting Begroting 2013 2014 194 194 140
Begroting 2015 194
Begroting 2016 194
140
140
140
Het dividend van Eneco is vorig jaar i.v.m. de toenemende bedrijfsresultaten behoorlijk gestegen. Eneco verwacht ook de komende jaren het hogere dividend te kunnen uitkeren. De BNG heeft haar balanspositie zien verslechteren en kon bij de laatste dividenduitkering slechts 50% t.o.v. voorgaande jaren uitkeren. De BNG ziet voorlopig geen kans om het dividend weer naar het oude niveau te laten terug keren. Saldo financieringsfunctie/rente eigen reserves Over het saldo van de reserves wordt bespaarde rente berekend. Zoals in de uitgangspunten van de begroting is bepaald, hanteren wij hiervoor een percentage van 3,5%. Dit bedrag wordt als bate toegerekend aan de exploitatie. Daarnaast is de situatie zo dat het bedrag dat wij werkelijk aan rentelasten aan de bank betalen momenteel lager is dan de kapitaallasten die wij berekenen over onze investeringen. Het verschil hiertussen is het saldo van de financieringsfunctie. In de begroting 2013 zijn de volgende bedragen aan saldo financieringsfunctie en rente over de eigen reserves meegenomen: Bedragen x € 1.000 Financieringsfunctie
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Saldo financieringsfunctie
925
1.268
1.170
1.085
Bespaarde rente
713
676
669
670
Overige algemene dekkingsmiddelen Naast eerder genoemde algemene dekkingsmiddelen zijn er nog een aantal posten, die als dekkingsmiddelen zijn ingezet. Zo bevat de begroting een post voor structureel onvoorziene uitgaven. Ook staan er eerder ingeboekte reserveringen in die niet onder een product te plaatsen zijn. Bedragen x € 1.000 Overige algemene dekkingsmiddelen Totaal budget
Begroting 2013 -17
Begroting 2014 -43
Begroting 2015 -69
Begroting 2016 -95
45
PARAGRAFEN
46
47
Paragraaf A – Lokale heffingen Inleiding Deze paragraaf bevat informatie en voorstellen over de gemeentelijke belastingen en heffingen en de belastingdruk voor de inwoners van de gemeente. Lokale heffingen zijn een belangrijk onderdeel van het gemeentelijk beleid en vormen een belangrijk onderdeel van de totale inkomsten van de gemeente. Zo belangrijk dat in de programmabegroting deze aparte paragraaf is opgenomen. De nadere uitwerking van deze paragraaf wordt vormgegeven in het Tarievenboek. Lokale lastenontwikkeling Eén van de belangrijkste doelstellingen voor de nieuwe raadsperiode is om een beheerste ontwikkeling van de lokale lasten te realiseren. Dit houdt in dat gemeentelijke heffingen, rechten en leges in principe kostendekkend zijn. Er mag geen verhoging zijn van de lokale lasten die boven de inflatiecorrectie uitgaat. De lokale lasten worden gedefinieerd als de optelsom van de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de onroerende zaakbelasting. Met een daling van bijna één procent wordt de ingezette lijn van tariefsverlaging van de afvalstoffenheffing voortgezet. Om de burgers in deze tijd te ontzien is ervoor gekozen om de lokale lasten gelijk te houden ten opzichte van vorig jaar. In deze lijn is het passend om daarbinnen de eigenaar meer te belasten dan de gebruiker. Daarom stijgt de OZB met 5% en daalt de rioolheffing met 5,39%. Uitgangspunten tarievenbeleid: transparantie en specifieke kostenonderbouwing Primair staat dat de gemeenteraad de keuzes moet kunnen maken over de toerekenbaarheid van kosten naar tarieven. Hiertoe zal de activiteit leidend zijn in de te presenteren opstelling van kosten. In deze opstelling zal de vraag centraal staan of de gemeente deze kosten heeft gemaakt omdat de dienst is gevraagd en verleend. Het is aan de raad om de mate te bepalen waarin deze kosten worden toegerekend naar een tarief dat de burger in rekening wordt gebracht. Uit jurisprudentie blijkt dat deze uitgangspunten steeds meer de aandacht krijgen van de rechter. Zou er bijvoorbeeld absoluut geen onderbouwing zijn van een tarief, dan kan de rechter de gehele verordening onverbindend verklaren. In minder ernstige gevallen zal het leiden tot een proportionele bijstelling van het tarief. Onze gemeente voldoet aan de criteria waar de rechter op toetst. Een proeve van bekwaamheid is afgegeven door de Rekenkamer die in opdracht van de raad, het Tarievenboek nauwgezet heeft beoordeeld. In dit Tarievenboek zijn inmiddels de tarieven voor rioolheffing, afvalstoffenheffing en bouwleges ondergebracht. Bouwleges Los van de ontwikkeling van de lokale lasten is er de ontwikkeling van de leges. Voorgenomen wordt om de opbrengst van de bouwleges en de leges vergunningen te verhogen door de tarieven voor 2012 te verhogen met 5%. Voor 2013 wordt voorgesteld om deze tarieven met 20% te verhogen. De bouwleges zijn nader uitgewerkt in het Tarievenboek. Dit wordt gedaan met een nieuwe methode van tariefsberekening. De heffingsmaatstaf "hoogte bouwkosten", maakt daarin met ingang van 2013 plaats voor de maatstaf "oppervlakte". De nieuwe maatstaf staat meer in relatie tot de aard van de leges.
48
Geraamde inkomsten belastingen en heffingen 2013 ten opzichte van 2012 -
2013 OZB 4.716.620 Afvalstoffenheffing 2.734.129 Reinigingsheffingen 150.000 Rioolheffingen 2.054.594 Forensenbelasting 4.500 Haven- en opslaggelden 15.000 Marktgelden 5.893 Bouwleges 472.500 Leges overige vergunningen 10.500 Leges partiële herziening bestemmingsplannen 14.228 Leges kapvergunningen 2.845 Leges burgerzaken 412.000 Totaal 10.592.809
2012 4.469.095 2.797.601 150.000 2.165.417 4.500 15.000 6.831 425.000 10.500 13.515 2.803 412.000 10.472.262
Lokale lastendruk Lokale lasten 2012: € 707 Lokale lasten 2013: € 707 In 2013 is op basis van monitoring van het instituut Coelo, de lokale lastendruk van de gemeente Achtkarspelen ten opzichte van andere gemeenten in beeld gebracht. Hoewel de gemeente met plaats 255 nog wel in het rechterrijtje staat van de rangorde van de lokale lasten, kenmerkt de ontwikkeling in de afgelopen vijf jaar zich wel door een evenwicht met een lichte tred naar voren. Met het voorstel voor 2013 mag in ieder geval worden verwacht dat deze tred naar voren gehandhaafd blijft. Kwijtscheldingsbeleid In onze gemeente komen alle inwoners met een inkomen lager dan of gelijk aan het bijstandsniveau in beginsel voor kwijtschelding van de OZB, de reinigingsheffingen en de rioolheffingen in aanmerking. Voor de overige heffingen kan geen kwijtschelding worden verleend. Voor 2013 wordt rekening gehouden met een kwijtschelding van in totaal € 275.700 Het kwijtscheldingsbeleid zal in 2013 verder worden uitgediept. De huidige regeling zal dan worden gewogen ten opzichte van mogelijke alternatieven. Voor de tarieven 2013 heeft dat geen consequenties.
49
Paragraaf B - Weerstandsvermogen Inleiding In de gemeentebegroting worden de baten en lasten opgenomen waarvan bekend is dat hier inkomsten en uitgaven tegenover staan. Met eventuele onzekere uitgaven wordt geen rekening gehouden. Zo ontstaat er een reëel beeld van de verplichtingen die de gemeente met zijn beleidskeuzes is aangegaan. De vraag blijft of een realistische begroting ook alle risico's dekt waar een gemeente tegen aan kan lopen. Daarom wordt een schatting gemaakt van eventuele onvoorziene zaken waar bij het opstellen van de begroting geen rekening is of kon worden gehouden. Voor deze risico's wordt een deel van onze algemene reserve afgezonderd. Dit deel wordt gebruikt als weerstandsvermogen om onzekere risico's op te kunnen vangen. Er moet een nauwkeurige schatting worden gemaakt van de omvang van het weerstandsvermogen. Met een omvangrijk weerstandsvermogen is het mogelijk de risico's die een gemeente loopt op te vangen. Dit is echter alleen mogelijk wanneer de gemeente beschikt over een reservepositie waar vrij over kan worden beschikt. Omdat wij niet over een ruime algemene reserve beschikken is het zaak de risico's zo realistisch mogelijk te benaderen. Door risicoanalyse is vrij nauwkeurig in beeld gebracht op welke onderdelen de gemeente risico's kan verwachten. Kleinere bedragen onder de € 50.000 worden niet in de risicoparagraaf opgenomen. Verder worden alleen risico's in beeld gebracht die kunnen ontstaan door externe factoren. Op interne beleidsterreinen kan de gemeente door prioritering in het uitvoeringsprogramma eventuele risico's uit sluiten. Vervolgens moeten de eventuele financiële gevolgen in beeld worden gebracht met de geschatte kans dat het risico zal voorkomen. Zo ontstaat er een totaal beeld van de te lopen risico's. Daarna is de belangrijkste vraag, of het weerstandsvermogen toereikend is om de berekende risico's op te kunnen vangen. Hierbij gaan we ervan uit dat de hoogte van het aanwezige weerstandsvermogen minimaal even hoog moet zijn als het benodigde weerstandsvermogen. Risico’s In deze paragraaf noemen we alleen die risico’s waarvoor weerstandsvermogen moet worden aangehouden. De gedane risicoanalyse heeft veel risico’s aan het licht gebracht, maar veel daarvan worden al afgedekt via verzekeringen, interne beheersmaatregelen, reserves of voorzieningen of de reguliere planning & control-cyclus. Omschrijving risico’s
Kans van optreden
Financieel gevolg (x € 1.000)
Benodigd weerstandsvermogen (x € 1.000)
In de paragraaf verbonden partijen staan de organisaties, waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Doordat deze organisaties wat verder van de gemeente af staan en de bestuurlijke invloed kleiner is dan bij onze eigen organisatie lopen we hier risico. Een goed voorbeeld is Caparis, die elders in deze paragraaf afzonderlijk wordt genoemd. Maar ook bij andere partijen kunnen dergelijke financiële risico’s ontstaan die grote gevolgen kunnen hebben. Daarnaast heeft de gemeente te maken met gesubsidieerde instellingen, zoals de muziekschool, Timpaan en bibliotheekwerk waar ook de nodige risico's kunnen worden gelopen. In de afgelopen jaren, waarin de gemeente heeft moeten bezuinigen, zijn ook deze instellingen geconfronteerd met lagere inkomsten, soms zelfs met 100%. Vooral in dit laatste geval lopen we het risico dat claims van de betrokken instellingen kunnen leiden tot financiële nadelen voor onze gemeente. Gemeenschappelijke regelingen en 25% 2.000 500 gesubsidieerde instellingen Caparis heeft voor 2012 een exploitatietekort begroot van ruim € 6.000.000. Het aandeel van Achtkarspelen hierin is ca. € 600.000. Het niet doorgaan van de herstructurering in 2013 brengt mogelijk met zich mee dat het exploitatietekort in 2013 dat van 2012 benadert. In de kadernota 2013 is mede daarom voor 2013 een aanvullende bijdrage van € 400.000 opgenomen. 50
Omschrijving risico’s
Kans van optreden
Financieel gevolg (x € 1.000)
Benodigd weerstandsvermogen (x € 1.000)
Hoewel Caparis inzet op herstructurering en het beperken van de verliezen, is de kans reëel dat dit in 2013 nog niet tot belangrijke resultaten leidt. Er is dus een grote kans dat de gemeentelijke bijdrage in het exploitatietekort 2013 gelijk is aan het voor 2012 verwachte niveau. Daarbij speelt ook dat aan de deelnemende gemeenten een aanvullende bijdrage kan worden gevraagd als Caparis NV de huidige boekwaarde van hun gebouwen moet afwaarderen. Dit zal leiden tot een groter exploitatietekort. Sociale werkvoorziening 80% 500 400 De rijksbijdrage Participatiebudget is per 2012 fors verlaagd. De bijdrage is bestemd voor uitgaven in het kader van re-integratie, inburgering en educatie. De budgetverlaging is dusdanig dat Achtkarspelen waarschijnlijk de bestaande verplichtingen, die doorlopen tot in zeker 2014, niet volledig uit de rijksbijdrage kan bekostigen. De bestaande reserve re-integratie moet in 2012 – stand op 1 juli 2012 € 482.865 – zoals het nu lijkt worden aangesproken voor minimaal ca. 3 ton. De verwachting is dat daardoor in 2013 te weinig middelen in de reserve resteren om de meerkosten van de resterende verplichtingen ten opzichte van de ontvangen rijksbijdrage te kunnen bekostigen. Het geraamde tekort voor 2013 ligt in de lijn van 2012. Het restant van de reserve, na onttrekkingen in 2012, is naar verwachting niet genoeg om het financiële risico af te dekken. Vandaar dat het verstandig wordt geacht ook voor 2013 een bedrag in de reserve weerstandsvermogen op te nemen. Participatie (breder dan Re-integratie) 70% 200 140 Doordat de economische crisis voortduurt en de werkloosheid de komende jaren naar alle waarschijnlijkheid blijft stijgen, terwijl de huishoudtoets niet doorgaat, is er een groot risico dat de rijksbijdrage voor het bekostigen van de uitkeringen niet toereikend zal zijn voor dekking van de uitkeringslasten. Het gemiddelde tekort over de jaren 2009 t/m 2011 bedroeg bijna € 800.000 per jaar. De stand van de egalisatiereserve Inkomensvoorziening is op dit moment € 212.150. Te weinig om een zeer waarschijnlijk tekort op te vangen. Om dit risico af te dekken is het raadzaam om middelen in het weerstandsvermogen te vormen. Inkomensvoorziening 75% 600 450 Per 1 januari 2013 wordt de regionale uitvoeringsdienst gevormd. Een deel van de thans gemeentelijk taken op het gebied van handhaving en milieu zullen dan door deze gemeenschappelijke regeling uitgevoerd worden. Overheveling naar de regionale uitvoeringsdienst brengt het risico van frictiekosten met zich mee, bijvoorbeeld door het versneld afschrijven op al gedane investeringen op het gebied van automatisering. Frictiekosten samenvoeging RUD 50% 100 50 Op het gebied van de bouwgrondexploitatie speelt de aanzienlijk teruggelopen vraag van de markt. Hierdoor loopt de looptijd van complexen, en daarmee de rentelast over het al geïnvesteerde kapitaal, verder op. Voor het dekken van de extra kapitaallasten die ontstaan doordat complexen later verkocht worden zullen middelen moeten worden vrijgemaakt in het weerstandsvermogen. Het gaat hier om € 300.000 voor een periode van vier jaar. Na 4 jaar is de structurele dekking van gemeentelijke uitgaven door middel van winstuitnames uit de bouwgrondexploitatie tot een minimum afgebouwd, door middel van de al functionerende egalisatiereserve. Kapitaallasten bouwgrondexploitaties 25% 300 75 Doordat gemeenten niet failliet kunnen gaan, kunnen zij goedkoper lenen bij de banken dan private ondernemingen. Om bepaalde partijen, zoals woningbouwcorporaties en sportverenigingen, hiervan mee te laten profiteren, hebben wij een aantal leningen aangetrokken en deze direct doorgeleend aan de betreffende partij. Later hebben we een andere constructie gehanteerd, waarbij we niet leningen doorlenen, maar waarbij we direct garant staan. Gevolg is wel dat wij hierdoor het risico lopen dat wanneer de derde partij failliet gaat, de gemeente de betalingsverplichting op zich moet nemen. Via het treasurystatuut, is dit risico al ingedamd. Garanties worden alleen verstrekt wanneer zij niet bij derden kunnen worden ondergebracht. Zo hebben we met Woon Friesland en Woonzorg Nederland een achtervang overeenkomst met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Hierbij staat het WSW als eerste garant en mocht het vermogen van het WSW niet voldoende zijn, pas dan wordt de gemeente aangesproken. 51
Omschrijving risico’s
Kans van optreden
Financieel gevolg (x € 1.000)
Benodigd weerstandsvermogen (x € 1.000)
Het risico bij de laatste vorm van leningen is vrijwel nihil. Bij de leningen waar wij direct garant voor staan, is het risico groter. Het risico achten we niet groot, maar de financiële gevolgen zijn wel fors. We proberen dit risico zoveel mogelijk aan de voorkant te beheersen door vooraf zekerheden te eisen, zoals het recht van hypotheek. Ook kijken we niet alleen voorafgaand aan de garantstelling naar de financiële positie van de betrokken partijen, maar ook monitoren we deze tijdens de looptijd van de lening. Mocht dit niet voldoende zijn en raakt een betrokken partij alsnog failliet, dan zullen wij aan onze verplichtingen worden gehouden. Om dit kleine risico af te dekken, lijkt het ons raadzaam om middelen in het weerstandsvermogen aan te houden. Wanneer dit risico zich voordoet, kunnen we hiermee het eerste jaar de gevolgen afdekken. De structurele gevolgen worden vervolgens via de eerstvolgende kadernota of bestuursrapportage meegenomen. Gegarandeerde geldleningen 1% 26.850 270 In de begroting hebben wij enigszins rekening gehouden met de nog door te voeren decentralisaties van taken van het rijk naar de gemeenten. Na de kabinetsformatie worden er nog grotere bezuinigingen van het rijk verwacht. Naar verwachting betreft het taakstellingen tussen de 9 en 28 miljard, verdeeld over 5 jaar. Dit kan inhouden dat we vanaf 2014 al € 1,4 miljoen minder kunnen krijgen. De risico's zijn hoog en dus is het noodzakelijk hiermee rekening te houden bij de bepaling van de hoogte van het weerstandsvermogen. Lagere inkomsten algemene uitkering 50% 1.400 700 Voor de gevolgen van brand zijn wij uiteraard verzekerd. Mocht het gemeentehuis, een sporthal of een schoolgebouw in vlammen opgaan, dan krijgen wij de kosten hiervan vergoed. Echter, de kosten om de activiteiten voort te zetten die in het gebouw plaatsvonden, zoals tijdelijke huisvesting, verhuizingkosten, etc., krijgen wij niet vergoed. Wanneer een dergelijke ramp zich voordoet, zou dit daarmee alsnog een gat in de begroting schieten. De kans dat dit risico zich voor zal doen is klein, maar de gevolgen zijn des te groter. Er moeten dus altijd voldoende middelen beschikbaar zijn hiervoor, daarom reserveren we ruimte in ons weerstandsvermogen. Brand accommodaties 7% 2.000 140 De toezichthouder verzoekt ons om aan te geven hoe wij omgaan met een mogelijke bevolkingsdaling. De gevolgen voor onze gemeente zullen zich voornamelijk afspelen aan de ontwikkelingszijde. Hierbij moet u denken aan een lagere activiteit in de bouwgrondexploitatie, lagere legesinkomsten en minder activiteit in de woningbouw. Het eerste gevolg hebben we afgedekt middels het weerstandsvermogen, het tweede via de reguliere planning & control cyclus. Het laatste gevolg achten we voorlopig klein, aangezien de lager wordende gezinsomvang er de komende jaren nog steeds voor zorgt dat er meer woningen nodig zijn. Andere mogelijke gevolgen die ontstaan door een bevolkingsdaling zijn (in mindere mate) lagere inkomsten aan algemene uitkering en minder OZB. Onderzoek wijst uit dat wij in onze gemeente de komende jaren geen verlies van inkomsten aan OZB hoeven te verwachten. Al met al achten we het financiële gevolg wanneer het aantal inwoners zou dalen zo klein dat we voorlopig geen ruimte reserveren in ons weerstandsvermogen. Bevolkingsdaling Volgens de informatie van de Commissie van Arbeidszaken is er een reële kans dat de pensioenpremies volgend jaar met 1% stijgen en de overige werkgeverspremies tevens met 1% toenemen. In de begroting hebben wij voor 2013 rekening gehouden met een stijging van de premies met 0,75%. Hiermee lopen wij het risico dat de salariskosten met 1,25% worden overschreden. Al met al achten we het financiële gevolg wanneer het aantal inwoners zou dalen zo klein dat we voorlopig geen ruimte reserveren in ons weerstandsvermogen. Premiestijging salariskosten 50% 165 82 Een risicoanalyse blijft een verwachting van datgene wat we denken dat gaat gebeuren op basis van de huidige beschikbare informatie. De kans is dan ook reëel dat er in 2013 bepaalde gebeurtenissen zich voordoen die wij vooraf niet hebben kunnen schatten. We stellen voor om deze onvoorziene risico’s ten laste te brengen van het 52
Omschrijving risico’s
Kans van optreden
Financieel gevolg (x € 1.000)
Benodigd weerstandsvermogen (x € 1.000)
weerstandsvermogen. Het betreft hier dan risico’s die beperkt door de gemeente beïnvloedbaar zijn en waarvan het financiële gevolg minimaal groter is dan € 50.000. Overige onvoorziene risico’s 50% 2.000 1.000 Vanuit bovenstaand overzicht kunnen we opmaken dat wanneer alle risico’s zich voordoen we minimaal een bedrag van € 36,0 miljoen aan weerstandsvermogen zouden moeten hebben. Echter, de kans is nihil dat alle risico’s zich in hetzelfde jaar voor zullen doen. Daarom geven we de kans aan dat een bepaald risico zich voordoet en vermenigvuldigen we de kans met het uiteindelijke financiële gevolg. Zo komen we uit op een totaal benodigd weerstandsvermogen van € 3.807.000. Weerstandsvermogen In vergelijking met de ingeschatte risico's moeten we nagaan wat er werkelijk aan weerstandsvermogen beschikbaar is. Bij het weerstandsvermogen wordt onderscheid gemaakt tussen incidentele en structurele middelen. Voor eenmalige tegenvallers wordt een beroep gedaan op de algemene reserve. Naast de algemene reserve hanteren wij ook de reserve weerstandsvermogen. Deze reserve is in het leven geroepen om financiële tegenvallers die voortvloeien uit de risico’s die genoemd zijn in de paragraaf weerstandsvermogen op te kunnen vangen. Daarnaast kunnen we incidentele tegenvallers opvangen met het saldo van de meerjarenraming. Het laagste saldo van de komende vier jaar is de structurele ruimte die we bezitten. Alle bedragen die daarboven zitten, worden tot het incidentele weerstandsvermogen gerekend. Voor de dekking van meerjarige tegenvallers moeten structurele middelen aanwezig zijn. Alleen het laagste saldo binnen de meerjarenraming op de begroting kan worden ingezet als structureel dekkingsmiddel. Ook de beperkte raming in de begroting voor structureel onvoorzien kan worden ingezet voor deze tegenvallers. We zullen dan ook, mocht een risico zich voordoen en een structureel karakter hebben, de gevolgen eerst eenmalig opvangen via het incidentele weerstandsvermogen. Vervolgens zoeken we via de kadernota of de bestuursrapportages een structurele oplossing. In tabelvorm ziet dit er als volgt uit: Incidenteel weerstandsvermogen Algemene reserve Reserve weerstandsvermogen Saldo van de begroting Totaal incidenteel weerstandsvermogen
(x € 1.000) 2013 1.566 4.869 132 6.567
Structureel weerstandsvermogen Onvoorzien structureel Saldo van de meerjarenraming Totaal structureel weerstandsvermogen
2014 1.566 4.869 88 6.523
2015 1.566 4.869 144 6.579
2016 2.193 4.869 51 7.113
(x € 1.000) 2012 1 51 52
2013 2 51 53
2014 3 51 54
2015 4 51 55
Hoe hoger het weerstandsvermogen is ten opzichte van de verwachte risico's, des te meer zekerheid kan er worden geboden. Hierbij delen we het beschikbare weerstandsvermogen voor 2013 door het totaal verwachte benodigde bedrag aan weerstandsvermogen. Wanneer de uitkomst van deze som meer dan 1,0 bedraagt, is het weerstandsvermogen vermoedelijk voldoende om de gevolgen van risico’s op te kunnen vangen. Wanneer de uitkomst meer dan 2,0 bedraagt is de risicodekking ruimschoots aanwezig. In dit geval geldt dat de ratio ligt op 1,7 in 2013. Een ruime dekking om weerstand te bieden tegen eventueel optredende risico's.
53
Paragraaf C – Onderhoud kapitaalgoederen Met de kosten van onderhoud van kapitaalgoederen is vaak een substantieel deel van de begroting gemoeid. Deze onderhoudskosten zijn terug te vinden in meerdere programma's. Om een volledig beeld van alle onderhoudskosten aan kapitaalgoederen te verkrijgen is in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen een dwarsdoorsnede van de gehele begroting gemaakt. Hiermee ontstaat een helder en compleet beeld, hetgeen van belang is voor een goed inzicht in de financiële positie. De kapitaalgoederen zijn opgesplitst in wegen (waaronder ook bruggen), riolering, water, groen en gebouwen. De gemeente wil op duurzame wijze de aanwezige infrastructurele voorzieningen in stand houden. Het gaat hierbij zowel om bovengrondse voorzieningen als om ondergrondse. Het onderhoud moet ertoe leiden dat de gebouwen en infrastructurele voorzieningen voldoen aan de functionaliteiteisen die hieraan gesteld zijn en worden. Sleutelwoorden zijn: veilig, schoon en heel, tegen zo laag mogelijke kosten. De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud van de openbare ruimte. Dit betekent ook dat zij, wanneer hierin iets gebeurt, moet kunnen aantonen dat zij alles heeft gedaan wat in haar vermogen lag om het gevaar te voorkomen. Dit geldt voor alle aspecten van de openbare ruimte en speelt vooral wanneer het vermoeden bestaat dat de gemeente in haar onderhoudstaak is tekort geschoten. Het beleidskader Wegen De gemeente Achtkarspelen beschikt over een wegbeheersysteem. Beheerpakketten geven ons inzicht in de soort, de hoeveelheid en de kwaliteit van het wegennet zoals de onderhoudsbehoefte op korte en lange termijn en integrale managementinformatie die nodig zijn voor besluitvorming. Het beleid van de gemeente Achtkarspelen is er op gericht om in ieder geval te voldoen aan de wettelijke veiligheidsnormen die zijn vastgesteld door het CROW. Op 25 november 2010 heeft de gemeenteraad zich opnieuw uitgesproken over het gewenste kwaliteitsniveau van de gemeentelijke wegen. Opnieuw is gekozen om voor alle wegen binnen de gemeente het kwaliteitsniveau basis aan te houden. Er is dus duidelijk niet gekozen voor een gedifferentieerd kwaliteitsniveau. De hiervoor benodigde financiële middelen zijn middels het genoemde raadsbesluit beschikbaar gesteld. Hierbij is sprake van een jaarlijks structureel bedrag om het basisniveau te behouden en een jaarlijks bedrag voor het wegwerken van de aanwezige achterstand in wegenonderhoud. De kwaliteit van de wegen wordt elk jaar beoordeeld en geïnspecteerd. Hierbij worden eventuele schadebeelden beschreven. Deze inspectiecijfers worden in het beheerpakket ingevoerd en leiden al dan niet tot een te plegen onderhoudsmaatregel in een bepaald planjaar. De combinatie van een eenheidsprijs per m2 voor de onderhoudsmaatregel met de oppervlakte van het betreffende wegvak leidt tot een benodigd budget. Notitie "Vooruitblik en review 2011 – 2015 (wegbeheer Gemeente Achtkarspelen) In de notitie "Vooruitblik en review 2011 – 2015 (wegbeheer Gemeente Achtkarspelen)" is een meerjarenplanning opgenomen voor zowel het groot wegenonderhoud als de rioolvervangingen en is deze vertaald op een geografische ondergrond. Bij de Programmabegroting 2012-2015 heeft de gemeenteraad besloten met ingang van 2013 € 100.000 te bezuinigen op het onderhoud van de wegen, waarbij met de raad is afgesproken om over de wijze van invulling van deze bezuinigingstaakstelling nadere voorstellen te doen. Met voornoemde rapportage als toetsingskader denkt het college deze bezuiniging, en een aanvullende € 60.000 aan bezuiniging, te kunnen doorvoeren, mede doordat, vooral als gevolg van de economische malaise in de bouw, bij aanbesteding veelal meevallers in de prijsvorming worden geïncasseerd. Weliswaar met het nodige voorbehoud verwachten wij dat deze situatie zich nog enige tijd kan continueren. Wat betreft het onderhoudsniveau voor de korte en middellange termijn, gaan wij uit van een continuering van het basisniveau zoals dat door de raad in het najaar 2010 is vastgesteld. In feite is dit de minimumvariant voor de instandhouding van het bestaande wegenareaal en 54
ook niet meer dan dat. Wel achten wij het verdedigbaar om een temporisering aan te brengen in het inlopen van het achterstallig onderhoud. Wij stellen voor om de termijn op te rekken van 10 naar 15 jaar. Waterbouwkundige werken De gemeente heeft niet een beheerplan voor waterbouwkundige werken. De reden hiervoor is dat er in de gemeente weinig waterbouwkundige werken zijn en het benodigde onderhoud hiervoor relatief laag is. De benodigde inspanning om een goed beeld te krijgen van de onderhoudstoestand staat in onze beleving niet in verhouding tot de te maken kosten voor onderhoud. Het is veel efficiënter om een bepaald percentage van de investeringswaarde van de waterbouwkundige werken per jaar te reserveren voor onderhoud. Eventuele gebreken en noodzakelijk onderhoud wordt door de medewerkers van de afdeling Beheer gesignaleerd. Bovendien is het niet eens altijd mogelijk om de onderhoudstoestand goed te bepalen; denk hierbij aan duikers die grotendeels of volledig onder water liggen. Riolering Gemeenten moeten op grond van de Wet milieubeheer beschikken over een actueel gemeentelijk rioleringsplan (GRP). De gemeenteraad stelt daartoe telkens voor een daarbij te bepalen periode een dergelijk plan vast. Op 3 februari 2011 heeft de gemeenteraad het (v)GRP 2010-2014 vastgesteld. In het plan is aangegeven hoe invulling wordt gegeven aan de van oudsher geldende zorgplicht voor de inzameling en het transport van afvalwater. Daarbij is ook een tijdstip aangeduid waarop / waarbinnen onderhoud/vervanging van voorzieningen moet plaatsvinden. De bijbehorende beheercyclus wordt ingevuld middels een kostendekkingsplan en het beschikbaar stellen van deze gelden via de kadernota(‘s). Daarbij heeft het (v)GRP, voor wat betreft de nieuwe watertaken, een onderzoekskarakter. In de komende planperiode wordt onderzocht welke beleidsmaatregelen en acties concreet nodig zijn om de nieuwe zorgplichten in te vullen. Vervolgens worden deze aan de raad voorgelegd. Een ander speerpunt in dit GRP is het voorkomen van wateroverlast en het inspelen op toekomstige klimaatontwikkelingen. Hiervoor is een regenwaterstructuurplan opgesteld waarin een drietal varianten is uitgewerkt. De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van het (v)GRP 2010-2014 gekozen voor de variant wenselijk. Voor de onderbouwing van de maatregelen die genoemd worden in het GRP wordt gebruik gemaakt van een rioolbeheersysteem. Hierin worden de areaalgegevens van de riolering bijgehouden. Daarnaast geeft het beheersysteem inzicht in de kwaliteit van de riolering en de daarbij behorende onderhoudsbehoefte op korte en langere termijn. Water De gemeenten zien zich de komende jaren gesteld voor een zware opgave. Vanuit Europa en Den Haag wordt een vloed aan regelingen en wetgeving op de provincies, waterschappen en gemeenten losgelaten met als doel water beter te beheersen en ruimte te geven om te voorkomen dat de woonomgeving te nat wordt. De kwaliteit van het water moet verbeterd worden en er moeten collectief afspraken gemaakt worden om te voorkomen dat de één een probleem doorschuift naar een ander. Het waterplan, dat in 2009 door de gemeenteraad is vastgesteld, geeft inzicht in verantwoordelijkheden en bevordert de regionale samenwerking en integrale benadering van de waterketen. Ook is een watervisie opgenomen die richtinggevend voor de beleidsontwikkeling van de komende jaren tot 2030 voor de thema’s veiligheid, voldoende water, schoon water, afvalwater en zuivering, beheer en onderhoud, gebruik en belevening en samenwerking en organisatie. Begin 2010 is het FBWK (Fries Bestuursaccoord Waterketen) door alle partijen ondertekend (Vitens, Wetterskip, Provincie, Friese gemeenten). Eén van de doelstellingen in dit akkoord is het bevorderen van samenwerking in de waterketen. Dit richt zich op verschillende thema’s binnen de waterketen. In 2011 is hier door verschillende themagroepen een start mee gemaakt. Parallel hieraan start het Wetterskip met optimalisatiestudies binnen zuiveringskringen. Binnen zo’n studie wordt gezocht naar optimalisaties en mogelijke kostenbesparingen binnen een zuiveringskring. Daarnaast wordt ook het thema duurzaamheid hierin meegenomen. 55
Met andere woorden er worden op dit moment veel initiatieven in gang gezet om te zoeken naar optimalisaties en kostenbesparingen in de waterketen waarbij ook gekeken wordt naar naar mogelijkheden om de duurzaamheid binnen de keten te bevorderen. De studies zullen uit moeten wijzen waar de kansen liggen en wat de effecten zijn. Groen Basis voor het groenonderhoud in het buitengebied van Achtkarspelen is het landschapsbeheerplan. Dit plan is bedoeld als beleidskader waaraan ontwikkelingen in het landschap kunnen worden getoetst. Het groenstructuurplan bevat de visie van het openbaar groen in de gemeente. In dit plan wordt de kwaliteit en duurzaamheid van het openbaar groen op hoofdlijnen uitgewerkt. Voor het groenonderhoud wordt gewerkt met een groenbeheerplan. Hierdoor heeft de gemeente, zowel in de planfase als in de beheerfase, inzicht in de kosten van het beheer en onderhoud van het openbare groen. Aan de hand van deze informatie worden de jaarlijkse onderhoudsbudgetten vastgesteld. Het onderhoud van de plantsoenen en de siergazons wordt aan het werkvoorzieningschap Caparis uitbesteed. Naast het resultaat van deze werkzaamheden telt ook het sociaal maatschappelijk belang van het werkvoorzieningschap. Het gaat hier om de zorg van een kwetsbare doelgroep. Op een unieke wijze kunnen deze medewerkers, die wegens bijzondere omstandigheden minder goed functioneren in het reguliere arbeidsproces, participeren in de samenleving en vinden hier een zinvolle en betaalde dagbesteding. Speelruimte De gemeente Achtkarspelen heeft een speelruimteplan vastgesteld. Het speelruimteplan bevat het beleid omtrent planning, de aanleg en het behoud van buitenspeelruimte voor kinderen. Om aan de wettelijke onderhoudstaak te kunnen voldoen beoordelen inspecteurs de speelplaatsen ter plaatse aan de hand van de eisen die in het Attractiebesluit zijn gesteld en redigeren logboeken en inspectiegegevens. Voor het vervangen van de speeltoestellen wordt jaarlijkse een bedrag gereserveerd in een vervangingsfonds. In het kader van bezuinigingen is besloten om geen nieuwe speelterreinen meer aan te leggen maar alleen de bestaande speelterreinen in stand te houden. Daarnaast zijn de afschrijvingstermijnen van de speelterreinen wat verlengd. Op basis van de aanwezige speelterreinen in de gemeente is een meerjaren vervangingsplanning gemaakt voor de speelterreinen. De reserve die hiervoor beschikbaar is en de jaarlijkse voeding hiervan is voldoende om deze vervangingsplanning uit te kunnen voeren. Gebouwen Er ligt een actuele onderhoudsplanning van gemeentelijke (openbare) gebouwen. Hierdoor hebben we een goed beeld van de staat van onderhoud van deze gebouwen. Voor een gedeelte van de gemeentelijke gebouwen gebeurt dit via een door de raad vastgesteld IHP voor bijvoorbeeld sportaccommodaties, welzijnsaccommodaties en schoolgebouwen. Voor de overige gemeentelijke gebouwen, waar de gemeente verantwoordelijk voor is zijn inventarisaties en inspecties uitgevoerd. Op basis van de ingevoerde inspectiegegevens zijn meerjarenonderhoudsplanningen opgesteld (MOP's). Deze overzichten bieden een inzicht in de te verwachten onderhoudswerkzaamheden met bijbehorende benodigde budgetten voor de komende jaren. Totale onderhoudskosten per soort kapitaalgoed Onderstaande tabel toont per soort kapitaalgoed het saldo van de bedragen voor onderhoud in het begrotingsjaar 2012, alsmede ter vergelijking die van de twee jaren daarvoor. Soort kapitaalgoed Wegen (functie 210) Riolering (functie 722) Water (functie 221) Groen (product 4103) Speelruimte (functie 580) Gebouwen(diverse producten) Totaal
Rekening 2011 5.250.000 2.182.000 53.000 1.487.000 171.000 894.000 10.037.000
Begroting 2012 6.773.000 2.225.000 53.000 1.507.000 121.000 623.000 11.302.000
Begroting 2013 4.962.000 2.283.000 52.000 1.504.000 94.000 712.000 9.607.000 56
De onderhoudskosten 2013 zijn gedaald ten opzichte van 2012. Deze daling wordt vooral veroorzaakt door de onderhoudskosten van wegen. In de begroting van 2012 is een bedrag van € 1.400.000 opgenomen voor de herinrichting Voorstraat Buitenpost en € 350.000 voor de Ontsluiting Lauwerskwartier, fase 2. Dit zijn eenmalige projecten, waardoor de onderhoudskosten in 2013 met ongeveer hetzelfde bedrag lager zijn dan in 2012. De bedragen van deze projecten worden doorgeschoven naar 2013. De onderhoudskosten van gebouwen zijn gestegen, dit wordt met name veroorzaakt door de afschrijving die hoger is door de verbouw van het gemeentekantoor.
57
Paragraaf D - Financiering Inleiding Bij financiering gaat het erom dat steeds tijdig de financiële middelen aanwezig zijn om de uitgaven die uit de gemeentelijke activiteiten voortvloeien te kunnen doen. In deze paragraaf zijn de belangrijkste aspecten die samenhangen met financiering nader toegelicht. Treasurybeleid De gemeenteraad heeft het gemeentelijk treasurybeleid vastgelegd door middel van het treasurystatuut. In het treasurystatuut zijn onder andere de verantwoordelijkheden ten aanzien van de treasuryfunctie, de uitvoering hiervan en het risicobeheer opgenomen. De regels in dit statuut bepalen daarmee de manier waarop de treasuryfunctie vorm krijgt. Het treasurystatuut is in 2012 geactualiseerd. Renterisico Grote schommelingen in de stand van de rente voor financieringen kunnen een negatieve invloed hebben op de totale rente die de gemeente betaalt voor opgenomen krediet. Om dit risico zoveel mogelijk te beperken hanteren we twee wettelijk voorgeschreven normen, namelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Doel daarvan is dus schommelingen in de rentelasten zoveel mogelijk te voorkomen. - Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet beperkt het renterisico op financieringen voor de korte termijn. De kasgeldlimiet laat zien hoeveel de gemeente maximaal via kortlopende leningen aan mag trekken. Deze limiet bedraagt voor 2013 8,5% van het begrotingstotaal. In de onderstaande tabel is de limiet voor 2013 weergegeven. Berekening kasgeldlimiet (x € 1 miljoen)
2012
Begrotingstotaal per 1 januari Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage Kasgeldlimiet
2013 65,8
66,5
8,5%
8,5%
5,6
5,7
De tabel laat zien dat er in 2013 maximaal € 5,7 miljoen aan kortlopende geldleningen uit mag staan. Overeenkomstig de bepalingen van de wet fido en het treasurystatuut mag dit bedrag niet worden overschreden. Indien zich een overschrijding zou voordoen die langer duurt dan twee kwartalen dan moet de gemeente bij de toezichthouder een herstelplan indienen. - Renterisiconorm De renterisiconorm beperkt het renterisico op financieringen voor de lange termijn. Deze norm bepaalt dat het totaal van de aflossingen en het bedrag waarop een renteherziening van toepassing is in enig jaar niet meer mag zijn dan 20% van het begrotingstotaal. In de onderstaande tabel is de renterisiconorm voor 2013 en de jaren daarna weergegeven. Berekening renterisiconorm (x € 1 miljoen) Begrotingstotaal per 1 januari
66,5
67,4
67,7
69,8
Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage
20%
20%
20%
20%
Renterisiconorm
13,3
13,5
13,5
14,0
Renterisico op de vaste schuld per 1 januari
5,3
4,1
3,2
2,2
Ruimte onder renterisiconorm
8,0
9,3
10,3
11,8
Uit de tabel blijkt dat de gemeente de komende jaren met het renterisico op de vaste schuld ruim onder de norm blijft. Door bij nieuwe leningen steeds te kiezen voor gespreide aflossingsverplichtingen in de tijd, zullen we ook in de toekomst steeds aan deze norm kunnen voldoen. 58
Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat vorderingen die de gemeente bij derden heeft uitstaan in waarde dalen, omdat die derden niet meer aan hun betalingsverplichtingen voldoen. Dit risico doet zich onder andere voor op de uitzettingen in het kader van de publieke taak. Ook de risico’s van vorderingen van derden op debiteuren waarvoor de gemeente garant staat valt onder deze noemer. In het treasurystatuut zijn eisen gesteld om dit risico te beperken. De tabel hieronder geeft een overzicht van verstrekte leningen in het kader van de publieke taak: Verstrekte leningen (x € 1 miljoen) Leningen
Stand 1-12013
Nieuwe verstrekking
Aflossing
Stand 31-122013
Stichting Woningbouw Achtkarspelen
3,5
0,0
3,5
0
WoonFriesland
7,7
0,0
0,3
7,4
Overige langlopende leningen
1,0
0,4
0,0
1,4
12,2
0,4
3,8
8,8
Totaal
Het risico op geldleningen aan de instellingen voor woningbouw is, ondanks het grote volume, gering vanwege hun financiële soliditeit en het feit dat de gemeente enkele specifieke zekerheidsrechten heeft. Dit geldt eveneens voor het risico op de directe en indirecte garanties ten behoeve van deze instellingen. Ook voor de overige langlopende leningen geldt dat het risico gering is, dan wel via de vorming van voorzieningen afgedekt zijn. De onder deze post opgenomen nieuwe verstrekking heeft betrekking op leningen in het kader van duurzaamheid en het startersfonds. Rentevisie en financieringsbehoefte De ontwikkeling van de financieringspositie is bepalend voor hoeveel de gemeente moet lenen en dus hoe de toekomstige leningenportefeuille (vreemd vermogen) eruit ziet. Uiteraard is het zaak deze leningen tegen zo gunstig mogelijke tarieven aan te trekken. Na een periode van sterke daling van de tarieven voor zowel kortlopende als langlopende geldleningen is de rente vanaf 2010 weer langzaam gestegen. Voor kortlopende geldleningen bevond het tarief zich in het derde kwartaal van 2011 op het hoogste punt (bijna 1,5%) waarna vanaf dat moment weer een daling optrad tot 0,1% in augustus 2012. Het tarief voor langlopende geldleningen steeg tot 3,9% in april 2011 waarna eveneens weer een geleidelijke daling inzette tot net boven de 2% in augustus 2012. Deze dalingen zijn een gevolg van de onrust op de financiële markten in Europa. Vanwege deze onrust vluchten beleggers massaal naar beleggingsproducten waarop zij weinig risico lopen: leningen aan overheden van kredietwaardige landen. De verwachting is dat de Europese Centrale Bank een ruim monetair beleid zal blijven voeren, dat wil zeggen een beleid dat zorgt dat financieringen zo eenvoudig en voordelig mogelijk kunnen worden verstrekt. Dat probeert de ECB te bereiken door een stabiele rente op laag niveau te realiseren. Wel zal de rente onder invloed van het verwachte lichte conjunctuurherstel waarschijnlijk in 2013 weer iets gaan oplopen. Naar verwachting zal er ook in 2013 sprake zijn van tekorten op de lopende rekeningen van de gemeente door meer uitgaven dan inkomsten, aflossingen op leningen en uitvoering van investeringen. Vanwege de lage rente op kortlopende financieringen zullen deze tekorten zoveel mogelijk met kortlopende leningen worden aangezuiverd. Indien dit ertoe leidt dat de kasgeldlimiet langer dan twee kwartalen achtereen wordt overschreden of in geval van ontwikkelingen op het gebied van de tarieven voor langlopende geldleningen zullen we deze kortlopende schulden omzetten naar een vaste schuld.
59
Overzicht totale leningenportefeuille De omvang en samenstelling van de leningenportefeuille van de gemeente wordt in onderstaande tabel weergegeven. Dit zijn alle leningen die de gemeente heeft aangetrokken. Een groot deel daarvan heeft de gemeente doorgeleend aan woningbouwinstellingen, waarvan de gemeente de rente- en aflossingsbetalingen terugontvangt. Volgens het huidige beleid verstrekt de gemeente geen geldleningen meer aan woningbouwinstellingen, maar wordt hun eigen invulling van de financierings-behoefte ondersteund via het verstrekken van directe of indirecte garanties. De leningenportefeuille ten behoeve van SWA en WoonFriesland zullen daardoor in respectievelijk 2013 en 2030 wegens algehele aflossing zijn vervallen. Opgenomen leningen (x € 1 miljoen) Gemeente Achtkarspelen
Stand 1-1 2013 35,4
Nieuwe leningen p.m.
Stand 31-122013 9,1 26,3
Aflossingen
waarvan doorgeleend aan - Stichting Woningbouw Achtkarspelen - WoonFriesland Netto gemeente Achtkarspelen
3,5
3,5
0
7,7
0,3
7,4
24,2
5,3
18,9
60
61
Paragraaf E - Bedrijfsvoering Wat willen we bereiken?
Een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering ten behoeve van het realiseren de programmadoelen. Samen met Tytsjerksteradiel de bedrijfsvoering vormgeven.
Wat gaan we daar in 2013 voor doen? Efficiënte en effectieve bedrijfsvoering Allerlei maatregelen doorvoeren die leiden tot verdere versobering en besparing in de bedrijfsvoering. Zo zal er in het personeelsbeleid meer nadruk gaan liggen op de flexibiliteit en mobiliteit van medewerkers om zo het potentieel binnen onze organisatie nog beter te benutten. Op deze manier kan dure inhuur of uitbreiding van formatie zo veel mogelijk worden beperkt. De ontwikkeling naar het slimmer werken doorzetten. Dit betekent meer eigen verantwoording en regelruimte voor medewerkers, meer horizontale samenwerking en meer kennis delen met behulp van moderne techniek. Het slimmer werken is nodig om tegemoet te komen aan alle wensen van burgers en raad en de noodzakelijke ombuigingen te realiseren. De dalende lijn van ons ziekteverzuim in de afgelopen jaren willen we vasthouden op een percentage beneden de 4%. Doorontwikkeling van de P&C-cyclus, afgestemd op de wensen, verwachtingen en rol van de gemeenteraad. Facilitering van de organisatie en haar ontwikkeling middels ICT. Hierbij zal duidelijk worden of de gemiddelde ict-kosten per medewerker (€ 6540,-; dit is bijna 30% lager dan de landelijke benchmark) toereikend zijn. Uitvoering geven aan het inkoopjaarplan met als doel daar inkoopvoordelen uit te halen. Samenwerking met Tytsjerksteradiel Een beschrijving op hoofdlijnen van de beoogde opzet van de nieuwe gemeenschappelijke afdelingen bedrijfsvoering en dienstverlening en hoe die kunnen gaan functioneren. De samenwerking is belangrijk om de uitdagingen in de toekomst het hoofd te bieden. Ontwikkelingen als bijvoorbeeld: toenemende integratie van basisregistraties (i-NUP), antwoord 2015, e-overheid, KCC, technische ontwikkelingen, Cloud oplossingen, sociale media, zaakgericht werken en het nieuwe werken vergen een grote mate van professionaliteit en expertise. Bij een snel veranderend landschap binnen de gemeenten, waarbij de plaats van de gemeente in het contact van de overheid met de burger steeds belangrijker wordt, is het van het grootste belang om vanuit een gezamenlijk standpunt vorm en inhoud te geven aan de dienstverlening, intern zowel als extern. In 2013 zal gewerkt worden aan een gezamenlijke ICT architectuur.
62
63
Paragraaf F - Verbonden partijen Wat is een verbonden partij Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Van een bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap kan uitoefenen via een bestuurszetel of via stemrecht. Van een financieel belang is sprake wanneer aan de verbonden partij een bedrag ter beschikking gesteld is, dat niet verhaalbaar is als de verbonden partij failliet gaat. Ook is er sprake van een financieel belang wanneer een zekerheid is gegeven waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Overzicht verbonden partijen De gemeente Achtkarspelen heeft op dit moment met de volgende verbonden partijen een relatie: 1. Veiligheidsregio Fryslân 2. Sociale Werkvoorziening Fryslân (incl. Caparis NV) 3. OMRIN (Afvalsturing Friesland + Fryslân Miljeu) 4. Servicebureau De Friese Wouden 5. Welstandscommissie Hûs en Hiem 6. Noordoost Friese Aanpak (NOFA) 7. NV Bank Nederlandse Gemeenten 8. Bestuursacademie Noord Nederland 9. ENECO 10. Lauwerspas 11. Samenwerking Achtkarspelen-Kollumerland c.a. 12. Samenwerking Achtkarspelen-Tytsjerksteradiel --------------------------------------------------------------------------------------------1. Veligheidsregio Fryslân Sinds 1 januari 2007 vormen Brandweer Fryslân en GGD Fryslân een GR, sinds 1 april 2012 onder de benaming Veiligheidsregio Fryslân (VR Fryslân). VR Fryslân is een samenwerkingsverband in van alle Friese gemeenten op het gebied van openbare gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg, brandweerzorg en rampen- en crisisbeheersing. Achtkarspelen heeft een zit in het AB van VR Fryslân. Over het algemeen beslist het AB met meerderheid van stemmen. Bij wijziging van de regeling is tenminste tweederde van het aantal stemmen van de deelnemende gemeenten nodig. Naast het AB is er nog een DB, bestaande uit 7 leden. Het DB beslist bij meerderheid van stemmen. Met name door de omvang van het AB is het niet altijd mogelijk de gewenste invloed uit te oefenen. Met het van kracht worden van de Wet Veiligheidsregio's (Wvr) wordt er veel van VR Fryslân gevraagd. De verwachting is dat komend najaar de Wvr wordt aangepast, waardoor regionalisering van de brandweer met ingang van 1 januari 2014 verplicht is. Als gevolg van de regionalisering moet qua kosten rekening worden gehouden met een stijgende tendens. Behalve deze nieuwe wetgeving heeft VR Fryslân ook nog te maken met de financiële bezuinigingstaakstelling vanuit de gemeenten (taakstelling is om tot en met 2014 met 10% te bezuinigen op de gemeentelijke bijdrage) en de afronding van de fusie JGZ 0-19 jaar per 2009. De opzet van de programmabegroting 2013 van VR Fryslân is gewijzigd cf. het besluit van het AB van 14 maart 2012. Inhoudelijk wordt de programmabegroting 2013 van VR Fryslân bepaald door de taakstelling 2011-2014. De nieuwe indeling van producten voor de twee programma's Openbare Gezondheidszorg en Veiligheid is gemaakt naar wettelijke en niet wettelijke taken. Dit geeft inhoudelijk meer helderheid. Wat de gevolgen zijn van de veranderde kostenindeling gaan we monitoren. .
64
2. Sociale Werkvoorziening Fryslân (incl. Caparis NV) De wettelijke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden met betrekking tot de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) zijn door de deelnemende gemeenten ondergebracht in de GR Sociale Werkvoorziening Fryslân. De daadwerkelijke uitvoering wordt niet door het openbaar lichaam zelf verricht, maar is op basis van een meerjarige overeenkomst uitbesteed aan Caparis NV. De opdracht aan Caparis is om binnen de kaders en de financiële ruimte die de Wsw en de bijbehorende regelgeving biedt, zoveel mogelijk mensen die voor de Wsw geïndiceerd zijn, op een zorgvuldige wijze werk te bieden en doelgericht te werken aan de ontwikkeling van deze mensen in hun arbeidssituatie. De gemeentelijke bijdrage is een belangrijk aandachtspunt van de GR. Sedert 01-01-2011 heeft een verlaging van het rijksbudget per SE plaatsgevonden van ca. € 27.500 naar € 25.500 per SE. Dit bedrag zal in de komende jaren tot 2015 worden verlaagd tot rond de € 22.000 (WML). Met als uitgangspunt de toekomstige invoering van de Wet Werken naar Vermogen (WWnV) hebben de deelnemende gemeenten zich beraad over de vraag welke taken vanuit de nieuwe wet wel of niet door Caparis kunnen/moeten worden uitgevoerd. De WWnV heeft tot gevolg dat de sw-populatie in de komende jaren zal afnemen en dat de samenstelling veranderd. Dit leidt tot de noodzaak de uitvoering van de sociale werkvoorziening te herstructureren. Om het transitieproces te ondersteunen heeft de minister een herstructureringsfaciliteit in het leven geroepen. Er is door de GR een herstructureringsplan ingediend om maximaal gebruik te kunnen maken van deze faciliteit. Voorwaarde is dat gemeenten ter hoogte van deze faciliteit 25% cofinancieren. Door de val van het kabinet en het controversieel verklaren van het wetsvoorstel WWNV is onduidelijk wanneer en onder welke voorwaarden de WWNV zal worden ingevoerd. Ook de herstructureringsfaciliteit is voorlopig weggevallen. Door de GR is het standpunt ingenomen ondanks het wegvallen van de faciliteit en het voorlopig uitblijven van de WWNV, Caparis de opdracht te geven te herstructureren en hierbij zoveel mogelijk gebruik te maken van budgettair neutrale maatregelen met als doel het exploitatieresultaat in 2015 kostendekkend te krijgen. De Begroting 2012 van Caparis laat in totaal een tekort van € 6.082.000 zien. Dit betekent voor Achtkarspelen op basis van ons aandelenpercentage een aanvullende bijdrage van ca. € 615.000. In december 2011 is de bonus-malusregeling in de GR vastgesteld, dit met terugwerkende kracht per 1 januari 2011. De verwachting is dat dit in 2012 een financieel voordeel voor onze gemeente zal opleveren. 3. OMRIN OMRIN is de handelsnaam van Afvalsturing Friesland en Fryslân Miljeu. Afvalsturing Friesland houdt zich bezig met de verwerking van afval en Fryslân Miljeu houdt zich bezig met de inzameling van huishoudelijk- en bedrijfsafval. Afvalsturing Friesland NV is een naamloze vennootschap met de 27 Friese gemeenten als aandeelhouders. De aandelen van Fryslân Miljeu NV zijn in handen van 17 Friese gemeenten. Zowel voor Afvalsturing als voor Fryslân Miljeu vinden meerdere keren per jaar aandeelhoudersvergaderingen plaats, waarbij de gemeente vertegenwoordigd wordt door een portefeuillehouder. In 2012 is de strategische koers voor 2013-2016 onderwerp van gesprek geweest. Hierbij is o.a. besproken of uitbreiding van het aandeelhouderschap wenselijk is en of de rol van OMRIN breder moet zijn dan alleen het inzamelen en verwerken van afval. In 2011 is de Reststoffen Energie Centrale (REC) door Afvalsturing in bedrijf genomen. Daarmee is naast overslag, bulktransport en het storten van afval ook het verbranden van afval aan de activiteiten van Afvalsturing toegevoegd. Gedurende de exploitatieperiode van de REC (15 jaar) heeft de gemeente een leveringsplicht. Het maximale risico voor de gemeente is dat Afvalsturing en/of Fryslân Miljeu failliet gaan. De essentie van een NV is dat het risico van de aandeelhouder beperkt is tot het bedrag dat hij voor de aandelen heeft betaald. Dit zou voor Achtkarspelen een structureel verlies van ca. € 10.000 aan jaarlijks dividend betekenen, plus het verlies van de waarde van de aandelen. Achtkarspelen heeft 120 aandelen in Afvalsturing Friesland met een nominale waarde van € 54.000, en 10.997 aandelen in Fryslân Miljeu met een nominale waarde van € 62.453. 4. Servicebureau De Friese Wouden Het Servicebureau is een samenwerkingsverband in de vorm van een GR van 7 gemeenten in Zuidoost Fryslân. De taken van het samenwerkingsverband liggen op het terrein van: 65
- geluid en zonebeheer; - coördinatie van de handhaving milieuwetgeving; - coördinatie van regionale projecten; - volkshuisvesting (m.n. uitvoering van het Besluit woninggebonden subsidies). Het AB bestaat uit de portefeuillehouders Milieu. Drie AB-leden vormen het DB. De juridische basis is de GR regeling Servicebureau De Friese Wouden. Hierdoor functioneert het Servicebureau als verlengstuk van de gemeentelijke afdelingen. Het Servicebureau voert dan ook geen werkzaamheden voor derden uit , want de controle- en adviesfunctie voor de gemeente zou dan juridisch niet meer zuiver zijn. De drie Friese regio's en de provincie Fryslân nemen deel aan de GR "Zonebeheer in de provincie Fryslân", waardoor het Servicebureau ook alle zonebeheerswerkzaamheden voor de provincie verricht. De komende jaren wordt op provinciaal niveau de Regionale UitvoeringDienst (RUD), gevormd; in Fryslân FUMO geheten - Fryske Utfieringsorganisaasje Miljeu en Omjouwing. Het ligt voor de hand dat het Servicebureau per 1 januari 2013 in deze dienst wordt opgenomen en de GR wordt opgeheven. 5. Welstandscommissie Hûs en Hiem Doelstelling van de GR is het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân en daarnaast de advisering inzake monumentenzorg. Het AB wordt gevormd door de portefeuillehouders Bouwen. Drie AB-leden vormen het DB. De juridische basis vormt de gemeenschappelijke regeling Hûs en Hiem. Hierdoor functioneert Hûs en Hiem als verlengstuk van de gemeentelijke afdelingen. De komst van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) en het verminderen van de werkzaamheden ten gevolge van de economische crisis heeft Hûs en Hiem in 2010 doen besluiten de personele bezetting van de welstandscommissie in te krimpen. De GR loopt in deze tijd wel enig financieel risico. Als het werk, vooral het aantal bouwgerelateerde werkzaamheden, nog veel verder terug loopt en er door de recessie nog minder andere opdrachten binnen komen, heeft dat zijn weerslag op de inkomsten. In het AB is afgesproken dat de directie verslag doet van deze niet te voorspellen omstandigheden, zodat er snel op wijzigingen kan worden ingespeeld. Het risico wordt daarmee verkleind dan wel geminimaliseerd. 6. Noordoost Friese Aanpak (NOFA) Het accent van NOFA is in 2011 volledig komen te liggen bij Vital Rural Area (VRA). De NOFA-begroting en -jaarrekening blijven bestaan zolang het project VRA loopt, dit tot en met 2013. De begroting 2013 bestaat voornamelijk uit VRA-posten, de andere zijn overgeheveld naar Netwerk Noordoost. Financieel gezien brengt dit voor Achtkarspelen geen risico’s met zich mee. In de nieuwe structuur heeft NOFA niet zelf personeel in dienst. Er is wel sprake van fondsbeheer voor uitvoering van het VRA project. Daarom blijft een openbaar lichaam nodig. De nieuwe structuur van NOFA is als volgt: Het DB wordt gevormd door de stuurgroep VRA. Het AB stelt na de gemeenteraden gehoord te hebben, de begroting en jaarrekening van NOFA vast tijdens de voorjaarsvergadering. Dit is de fase van kaderstelling. De uitwerking van de VRA plannen worden ter hand genomen door de stuurgroep en ingestelde project- en werkgroepen. 7. NV Bank Nederlandse Gemeenten De gemeente heeft voor het geldverkeer een bankrekening bij de BNG. In die hoedanigheid neemt de gemeente deel in het aandelenkapitaal van de BNG, waarmee de BNG voor de gemeente een verbonden partij is. Over 2011 heeft de gemeente een dividenduitkering ontvangen van ruim € 100.000. Voor 2012 en volgende jaren wordt een zelfde dividend verwacht. 8. Bestuursacademie Noord Nederland (BANN) De BANN is ooit opgericht door en voor de lokale overheden en verzorgde o.a. het bestuursdienstonderwijs in Noord Nederland. Deze taken zijn een aantal jaren geleden overgegaan naar de Bestuursacademie Nederland. 66
De BANN richt zich nu meer op personeelsbeleid en de gemeente betaalt daarvoor een vaste deelnemersbijdrage voor personeelsdiensten en een deelnemersbijdrage voor Ruimbaan bij de vacaturebegeleiding. Hierdoor loopt de gemeente geen risico voor deelname in de BANN. De gemeente heeft zitting in het AB van de BANN. 9. ENECO ENECO is één van de drie grote energiebedrijven in Nederland. Achtkarspelen bezit 9.474 aandelen met een nominale waarde van € 947.400. Als kleine aandeelhouder heeft de gemeente maar beperkte zeggenschap in ENECO. Het aandelenvermogen is een pure belegging. ENECO is een solide energieleverancier. De gemeente loopt dan ook een gering risico. Jaarlijks ontvangt de gemeente een dividenduitkering. In 2011 was het dividend per aandeel € 20,52; in totaal ging het om € 194.406,50. ENECO verwacht ook de komende jaren een hoog dividend uit te kunnen keren. In de begroting 201-2016 is dan ook rekening gehouden met een stijging van de dividenduitkering met€ 60.000. Sinds enige tijd is de Splitsingswet van kracht. De redenering achter deze wetgeving is om de vrije markt over energie te bevorderen doordat nieuwe toetreders die niet over eigen infrastructuur beschikken, eenvoudiger toegang krijgen tot de markt. Dit maakt de mogelijkheid vrij dat ENECO kan worden overgenomen door een andere marktpartij. 10.Lauwerspas Nadat Achtkarspelen per 1 januari 2012 officieel is uitgetreden uit de GR Lauwerspas, hebben ook de overblijvende gemeenten Dantumadiel en Kollumerland c.a. besloten de werkzaamheden van de GR Lauwerspas (weer in eigen huis te nemen. De GR wordt dan ook officieel opgeheven. Per 2012 is de GR Lauwerspas voor Achtkarspelen dus geen verbonden partij meer in de zin van een uitvoeringsorgaan. Echter, ondanks de officiële uittreding per 2012 is er nog wel een (financiële) verplichting naar Dantumadiel toe om te komen tot een oplossing voor de door Dantumadiel als centrumgemeente in dienst genomen twee personeelsleden. Inmiddels is met één van hen overeenstemming bereikt over afvloeiing met afkoopsom. Het aandeel van Achtkarspelen daarin was € 13.492,80. Er volgt nog een verrekening van de kosten van re-integratie en (bovenwettelijke) WW van de andere medewerker. Hoeveel dit zal worden is op dit moment nog niet duidelijk. Ten aanzien hiervan blijft er dus financiële verbondenheid met de voormalige Gemeenschappelijke Regeling bestaan. 11.Samenwerking Achtkarspelen - Kollumerland c.a. Werk, Inkomen & Zorg Sinds 2003 vormen beide gemeenten een GR ter gezamenlijke uitvoering van de werkzaamheden op het gebied van werk en Inkomen. Het bestuur wordt gevormd door de portefeuillehouders Sociale Zaken. In december 2011 is middels op opzeggingsbrief een einde gekomen aan deze samenwerking. Conform de GR wordt de beëindiging per 1 januari 2013 geëffectueerd. Wel is besloten de samenwerking op het gebied van schulddienstverlening voorlopig met een jaar te verlengen tot 1 januari 2014. Tot 1 januari 2013 voltrekt zich het ontvlechtingproces. Dat betekent o.a. dat een deel van de formatie overgaat naar Kollumerland c.a. Er wordt intensief gewerkt aan het in beeld brengen van de te ontvlechten taakvelden en de financiële consequenties daarvan, Duidelijk is inmiddels dat Achtkarspelen in 2013 nog een afwikkelende werkzaamheden over 2012 voor onze buurgemeente moet uitvoeren. In het continue overleg is veel aandacht voor het beperken van de wederzijdse financiële risico's. Toezicht en Handhaving Sinds 2005 neemt Achtkarspelen deel aan een samenwerkingverband met de gemeente Kollumerland c.a. op het gebied van Toezicht en Handhaving van de fysieke leefomgeving. De juridische basis is een aanhangsel voor dit doel bij de reeds bestaande Gemeenschappelijke Regeling welke was opgericht voor de gezamenlijke uitvoering van de sociale diensten van beide gemeenten. Het bestuur wordt gevormd door de portefeuillehouders Milieu. In december 2011 is middels een opzeggingsbrief een einde gekomen aan deze samenwerking. Conform de GR wordt de 67
beëindiging per 1 januari 2013 geëffectueerd. Tot die datum voltrekt zich het ontvlechtingproces. De financiële risico's zijn beperkt, omdat de personeelsleden die ten laste komen van Achtkarspelen ingezet kunnen worden in een nieuw te vormen toezicht- en handhavingsamenwerkingsverband. 12.Samenwerking Achtkarspelen – Tytsjerksteradiel Algemeen De samenwerking met Tytsjerksteradiel is in 2012 in een stroomversnelling geraakt. September 2012 hebben beide gemeenteraden besloten wat de volgende fase in de samenwerking is. Vooralsnog krijgt de samenwerking in de proeftuinen een vervolg in een formeel besluit tot structurele samenwerking inzake dienstverlening en bedrijfsvoering, onder te brengen in een openbaar lichaam. Wurk & Ynkommen De grootste proeftuin, Werk en Inkomen, gaat in 2013 haar tweede jaar in. Waar 2012 een jaar van bouwen en op orde brengen was (de invlechting met Tytsjerksteradiel en de ontvlechting met Kollumerland), wordt 2013 het jaar waarin de doorontwikkeling tot stand komt. De uitstroom naar werk, de werkgeversdienstverlening en de poortwachterfunctie moeten tot wasdom komen. Financieel zijn er heldere afspraken gemaakt over de verdeelsleutel (op basis van gemiddelde cliëntaantallen) en de maximaal toegestane formatie (45 fte). Daarmee zijn heldere randvoorwaarden gesteld. Na vaststelling van de beide gemeentebegrotingen 2013, wordt een begroting Werk en Inkomen De Wâlden gemaakt op basis waarvan verantwoording kan worden afgelegd aan het Directieteam. In 2013 wordt een besturingsfilosofie van het openbaar lichaam worden ontwikkeld. Vervolgens kan de besturing van Werk en Inkomen daarop aangepast worden. Tot die tijd fungeren de beide managers Beleid (Mienskip en Samenleving) als opdrachtgevers namens beide gemeenten. KCC Het Dienstverleningsconcept dat tussen Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel is vastgesteld wordt voor 2013 verder gevolgd. De samenhang tussen de kanalen Internet, balie, post en telefonie wordt duidelijker en omgezet naar een beter niveau van dienstverlening naar de burger. Deze vormgeving past goed in het nationale concept Antwoord©. De samenwerkingsmogelijkheden worden verder benut door ontwikkelingen samen op te pakken, kwetsbaarheid te verminderen en kennisniveau te vergroten. De verbondenheid wordt niet alleen geïntensiveerd naar een gezamenlijk KCC, maar ook naar andere vormen van dienstverlening die niet binnen het KCC zijn georganiseerd. Als een waar hostman wil de gemeente de burger tegemoet blijven treden. Toezicht en Handhaving De teams toezicht en handhaving van beide organisaties worden per 1 januari 2013 samengevoegd in een nieuwe team, waarbij de medewerkers van Achtkarspelen vooreerst gedetacheerd worden bij Tytsjerksteradiel. De medewerkers die uit het samenwerkingsverband met Kollumerland ontvlecht worden gaan in het nieuw op te richten team werken. Deze omzetting wordt budgettair neutraal uitgevoerd. Ook in de uitvoering lopen de deelnemende gemeenten geen onvoorziene risico's.
68
69
Paragraaf G - Grondbeleid Op grond van wettelijke voorschriften moet in de beleidsbegroting het grondbeleid in een aparte paragraaf worden opgenomen, dit met als doel het grondbeleid transparant te maken zodat de raad zijn kaderstellende en controlerende rol kan vervullen. Visie op grondbeleid en de uitvoeringswijze In het gemeentelijk grondbedrijf worden gronden beheerd, die door bestemmingsplanprocedures en besluitvorming zijn aangewezen voor woningbouwdoeleinden en/of bedrijfsmatige/industriële doeleinden (gronden in exploitatie). Daarnaast zijn er als gevolg van marktwerking (projectontwikkeling) ook gronden in het grondbedrijf opgenomen waarvoor nog een ruimtelijke (bestemmingsplan)procedure doorlopen moet worden (ruwe gronden), maar die wel middels besluitvorming zijn aangewezen voor de hiervoor genoemde doeleinden. Als onderdeel van de Algemene Dienst opereert en functioneert het grondbedrijf op een bedrijfsmatige wijze. Anders gesteld, zowel de kosten als de opbrengsten worden binnen het grondbedrijf verantwoord en komen tot uitdrukking in een verlies- en winstrekening. Conform de besluiten van de gemeenteraad zijn op diverse locaties binnen de gemeente gronden in exploitatie. Op basis van het woonplan en de beschikbare woningbouwcontingenten vindt hierbij uitgifte van bouwrijpe kavels plaats. In de paragraaf weerstandsvermogen in de programmabegroting en de risico-inventarisatie is bij herhaling aandacht gevraagd voor demografische ontwikkelingen, welke tot vertraging en aanpassingen kunnen leiden. De te behalen “winst” is het verhogen van kwaliteit van leefomgeving en leefbaarheid. In het verleden lag de nadruk soms op de financiële bijdrages aan de Algemene Dienst, door een sterke nadruk op inbreidinglocaties is dit niet langer reëel. Op 11 december 2008 heeft de gemeenteraad een nota grondbeleid vastgesteld. Deze nota is, ondanks de gewijzigde marktomstandigheden nog steeds toepasbaar. Door het college wordt invulling gegeven aan het in deze nota vastgestelde beleid. De belangrijkste consequenties uit de nota grondbeleid zijn: De keuze voor het voeren van een actief grondbeleid Het college van burgemeester en wethouders is een budget tot € 1.000.000 (ex btw) gegeven voor het doen van strategische (vastgoed) aankopen, onder de voorwaarde van verantwoording achter af. Invloed recessie In het kader van de te verwachten krimp van de bevolking(-sgroei) is in de loop van 2008 een negatief scenario geschetst. In dit scenario zijn de verwachte verkopen op nul gesteld, vervolgens is de reservepositie daarop aangepast. Met ingang van 2009 strekt deze reserve mede ter afdekking van de financiële gevolgen van de recessie. De reservepositie is voldoende op peil gebleken om de invloeden van de economische situatie, zoals verhoogde rentelasten, op te vangen. Geprognosticeerd resultaat en risico’s totale grondexploitatie De winstprognose voor 2013 is naar beneden toe bijgesteld, € 75.000 van de in 2013 te nemen winst is doorgeschoven naar 2014. Dit in verband met de verkoop van het nog resterende perceel dat onderdeel uitmaakt van het complex Kommizebosk in Surhuisterveen, is nog niet verkocht, naar verwachting wordt dit complex 1 jaar later afgesloten. De jongste bijstelling van het geprognosticeerde resultaat, levert het onderstaande beeld van winstneming in de jaren tot en met 2016:
70
2012 Twijzel De Boppelannen Surhuisterveen Nije Jirden Zuid Buitenpost Mûnewyk Kootstertille De Koaten Surhuisterveen Kommizebosk Kootstertille Oastkern Surhuisterveen De Lauwers 6.543.000
2013
2014 78.000
2015
400.000
500.000
2016 52.000
500.000 30.000 1.000.000 26.000 1.500.000 26.000 508.000
3.100.000 500.000
3.152.000
NB Cijfers met afnemende zekerheid naar de toekomst
Grondexploitatierisico’s Voor grondexploitaties worden exploitatieopzetten opgesteld, gebaseerd op diverse uitgangspunten. Per definitie vinden afwijkingen plaats. De belangrijkste oorzaken van de afwijkingen betreffen: Calculatieverschillen (boven inflatoire prijsstijgingen) 1. Er zijn geen noemenswaardige afwijkingen Extreem hoge aankoopkosten in verband met ontwikkelingen op de inkoopmarkt, danwel in verband met noodzaak tot realisatie van inbreidinglocaties. 1. Er zijn geen noemenswaardige afwijkingen Tegenvallende kosten voor sloop en of sanering 1. Er zijn binnen het grondbedrijf geen noemenswaardige afwijkingen Oplopende boekwaarden en daardoor stijgende kostprijs als gevolg van toegerekende rentekosten; 1. Door vertraging in verkoop loopt de rente last op, waardoor in sommige gevallen het financieel resultaat van complexen onder druk staat. Het onverkoopbaar raken van bouwgronden als gevolg van archeologische vondsten of aanwezigheid van beperkende voorzieningen (zoals hinder van aangrenzende wegen); 1. Niet van toepassing. Vertraging bij de ontwikkeling van plannen, als gevolg van inspraak- en bezwarenprocedures, onvoldoende beschikbare contingenten of het invullen van locaties buiten de bouwgrondexploitatie; 1. De afboeking in 2011 van gronden waarvoor geen contingent beschikbaar was of is, heeft dit risico aanzienlijk beperkt. Tekort aan winstgevend te exploiteren grond als gevolg van meer of juist minder particulier initiatief en of beleidskeuzes van hogere overheden. 1. Private ontwikkeling van locaties blijft achter bij het beoogde ontwikkeltempo. Projecten in voorbereiding die in het grondbedrijf onder ruwe gronden worden gepresenteerd ondervinden hiervan invloed. Het effect over de afgelopen periode is door middel van een afboeking van boekwaardes weggenomen, zo nodig zal ook in 2012 een afboeking plaats vinden.
71
BIJLAGEN
72
73
Bijlage 1 - Baten en lasten per productgroep Programma 1 - Samenleving Productgroep 1.1 Educatie en Jeugdbeleid Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
-5.009
-4.984
-4.993
-4.934
174
174
175
176
-4.835
-4.810
-4.818
-4.758
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-4.835
-4.810
-4.818
-4.758
Baten Saldo productgroep 1.1 Educatie en Jeugdbeleid voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 1.1 Educatie en Jeugdbeleid na resultaatbestemming
Productgroep 1.2 Zorg, Welzijn & Gezondheid Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2016
-1.517
-1.533
1
1
1
1
-1.619
-1.517
-1.516
-1.533
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
17
17
0
0
-1.602
-1.500
-1.516
-1.533
Baten (reservemutaties) Saldo productgroep 1.2 Zorg, Welzijn & Gezondheid na resultaatbestemming
2015
-1.518
Baten Saldo productgroep 1.2 Zorg, Welzijn & Gezondheid voor resultaatbestemming
2014
-1.620
Productgroep 1.3 Sport & Cultuur Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
-3.207
-3.000
-2.787
-2.568
328
332
337
342
-2.879
-2.668
-2.450
-2.226
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-2.879
-2.668
-2.450
-2.226
Baten Saldo productgroep 1.3 Sport & Cultuur voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 1.3 Sport & Cultuur na resultaatbestemming
Productgroep 1.4 Kruidhof Bedragen x € 1.000
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
Lasten
-311
-314
-317
-322
Baten
151
167
193
194
-160
-147
-125
-128
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-160
-147
-125
-128
Saldo productgroep 1.4 Kruidhof voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 1.4 Kruidhof na resultaatbestemming
74
Productgroep 1.9 Uitvoeringskosten Samenleving algemeen Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
-1.073
-1.076
-1.056
-1.072
53
43
44
45
-1.021
-1.032
-1.012
-1.027
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-1.021
-1.032
-1.012
-1.027
Baten Saldo productgroep 1.9 Uitvoeringskosten Samenleving algemeen voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 1.9 Uitvoeringskosten Samenleving algemeen na resultaatbestemming
Productgroep 1.5 Wmo - individueel Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
-3.834
-3.866
-4.123
-4.180
390
390
390
390
-3.444
-3.476
-3.733
-3.790
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-3.444
-3.476
-3.733
-3.790
Baten Saldo productgroep 1.5 Wmo - individueel voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 1.5 Wmo - individueel na resultaatbestemming
Programma 2 - Werk, Inkomen en Zorg Productgroep 2.1 Participatiebudget Bedragen x € 1.000
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
Lasten
-1.329
-1.241
-1.238
-1.238
Baten
1.290
1.211
1.238
1.238
-39
-31
0
0
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-39
-31
0
0
Saldo productgroep 2.1 Participatiebudget voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 2.1 Participatiebudget na resultaatbestemming
Productgroep 2.2 Inkomensvoorziening Bedragen x € 1.000
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
Lasten
-7.966
-7.966
-7.966
-7.966
Baten
8.116
8.116
8.116
8.116
150
150
150
150
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
150
150
150
150
Saldo productgroep 2.2 Inkomensvoorziening voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 2.2 Inkomensvoorziening na resultaatbestemming
75
Productgroep 2.3 Minimabeleid Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
-563
-565
-573
-581
40
41
41
42
-523
-524
-532
-540
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-523
-524
-532
-540
Baten Saldo productgroep 2.3 Minimabeleid voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 2.3 Minimabeleid na resultaatbestemming
Productgroep 2.4 Sociale werkvoorziening Bedragen x € 1.000
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
Lasten
-6.366
-6.261
-6.261
-6.261
Baten
5.891
5.891
5.891
5.891
Saldo productgroep 2.4 Sociale werkvoorziening voor resultaatbestemming
-475
-370
-370
-370
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-475
-370
-370
-370
Saldo productgroep 2.4 Sociale werkvoorziening na resultaatbestemming
Productgroep 2.5 Wmo - individueel Bedragen x € 1.000
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
Lasten
0
0
0
0
Baten
0
0
0
0
Saldo productgroep 2.5 Wmo - individueel voor resultaatbestemming
0
0
0
0
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
Saldo productgroep 2.5 Wmo - individueel na resultaatbestemming
0
0
0
0
Productgroep 2.6 ROA/VVTV Bedragen x € 1.000
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
Lasten
0
0
0
0
Baten
0
0
0
0
Saldo productgroep 2.6 ROA/VVTV voor resultaatbestemming
0
0
0
0
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
Saldo productgroep 2.6 ROA/VVTV na resultaatbestemming
0
0
0
0
76
Productgroep 2.9 Uitvoeringskosten WIZ algemeen Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
-1.723
-1.641
-1.392
-1.403
125
126
128
130
-1.598
-1.516
-1.264
-1.273
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-1.598
-1.516
-1.264
-1.273
Baten Saldo productgroep 2.9 Uitvoeringskosten WIZ algemeen voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 2.9 Uitvoeringskosten WIZ algemeen na resultaatbestemming
Programma 3 - Veiligheid Productgroep 3.1 Veilige woon- en leefomgeving Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
-1.085
-1.096
-1.099
-1.103
0
0
0
0
-1.085
-1.096
-1.099
-1.103
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-1.085
-1.096
-1.099
-1.103
Baten Saldo productgroep 3.1 Veilige woon- en leefomgeving voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 3.1 Veilige woon- en leefomgeving na resultaatbestemming
Productgroep 3.2 Fysieke veiligheid Bedragen x € 1.000
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
Lasten
-86
-93
-93
-83
Baten
15
15
15
15
-71
-78
-78
-68
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-71
-78
-78
-68
Saldo productgroep 3.2 Fysieke veiligheid voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 3.2 Fysieke veiligheid na resultaatbestemming
Programma 4 - Leefomgeving Productgroep 4.1 Groen Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo productgroep 4.1 Groen voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo productgroep 4.1 Groen na resultaatbestemming
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
-1.575
-1.577
-1.542
-1.563
5
5
5
6
-1.570
-1.571
-1.536
-1.558
0
-46
-45
-45
50
61
39
40
-1.520
-1.556
-1.542
-1.563
77
Productgroep 4.2 Wegen Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
Saldo productgroep 4.2 Wegen na resultaatbestemming
2016
-4.798
-5.030
-5.093
69
70
71
71
-4.469
-4.728
-4.960
-5.022
0
0
0
0
222
225
0
0
-4.247
-4.504
-4.960
-5.022
Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties)
2015
-4.538
Baten Saldo productgroep 4.2 Wegen voor resultaatbestemming
2014
Productgroep 4.3 Gebouwen Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
-578
-581
-587
-594
11
11
12
12
-567
-570
-576
-582
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-567
-570
-576
-582
Baten Saldo productgroep 4.3 Gebouwen voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 4.3 Gebouwen na resultaatbestemming
Productgroep 4.4 Afval Bedragen x € 1.000
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
Lasten
-2.733
-2.711
-2.748
-2.771
Baten
3.187
3.269
3.353
3.439
454
559
605
668
Saldo productgroep 4.4 Afval voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
115
78
40
0
Saldo productgroep 4.4 Afval na resultaatbestemming
570
637
645
668
Productgroep 4.5 Riolering Bedragen x € 1.000
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
Lasten
-2.079
-2.312
-2.394
-2.424
Baten
2.094
2.155
2.188
2.346
15
-157
-205
-77
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
426
570
570
447
Saldo productgroep 4.5 Riolering na resultaatbestemming
441
413
365
370
Saldo productgroep 4.5 Riolering voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties)
78
Productgroep 4.9 Uitvoeringskosten Leefomgeving Bedragen x € 1.000
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
Lasten
2014
2015
2016
28
29
29
30
4
4
4
4
32
33
34
34
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
32
33
34
34
Baten Saldo productgroep 4.9 Uitvoeringskosten Leefomgeving voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 4.9 Uitvoeringskosten Leefomgeving na resultaatbestemming
Programma 5 - Ontwikkeling Productgroep 5.1 Verkeer & Vervoer Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
-37
-34
-32
-31
0
0
0
0
-37
-34
-32
-31
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-37
-34
-32
-31
Baten Saldo productgroep 5.1 Verkeer & Vervoer voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 5.1 Verkeer & Vervoer na resultaatbestemming
Productgroep 5.2 Economische Zaken & Toerisme Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2016
-278
-230
20
20
20
21
-245
-266
-258
-209
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
10
10
0
0
-235
-256
-258
-209
Baten (reservemutaties) Saldo productgroep 5.2 Economische Zaken & Toerisme na resultaatbestemming
2015
-286
Baten Saldo productgroep 5.2 Economische Zaken & Toerisme voor resultaatbestemming
2014
-265
Productgroep 5.3 Locatie-ontwikkeling Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
26
26
26
26
Baten
151
635
629
3.231
Saldo productgroep 5.3 Locatie-ontwikkeling voor resultaatbestemming
177
661
655
3.256
Lasten (reservemutaties)
-26
-508
-500
0
Baten (reservemutaties)
702
302
829
0
Saldo productgroep 5.3 Locatie-ontwikkeling na resultaatbestemming
853
454
984
3.256
79
Productgroep 5.4 Bouwen en wonen Bedragen x € 1.000
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
Lasten
-642
-657
-667
-684
Baten
480
487
494
502
-162
-170
-172
-182
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-162
-170
-172
-182
Saldo productgroep 5.4 Bouwen en wonen voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 5.4 Bouwen en wonen na resultaatbestemming
Productgroep 5.5 Ruimtelijk Beleid Bedragen x € 1.000
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
Lasten
-901
-776
-673
-671
Baten
435
328
219
210
-466
-448
-455
-461
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-466
-448
-455
-461
Saldo productgroep 5.5 Ruimtelijk Beleid voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 5.5 Ruimtelijk Beleid na resultaatbestemming
Productgroep 5.6 Duurzame ontwikkeling Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
-399
-355
-365
-367
0
0
0
0
-399
-355
-365
-367
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-399
-355
-365
-367
Baten Saldo productgroep 5.6 Duurzame ontwikkeling voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 5.6 Duurzame ontwikkeling na resultaatbestemming
Productgroep 5.9 Uitvoeringskosten Ontwikkeling Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo productgroep 5.9 Uitvoeringskosten Ontwikkeling voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo productgroep 5.9 Uitvoeringskosten Ontwikkeling na resultaatbestemming
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
-1.357
-1.369
-1.384
-1.407
783
794
806
818
-575
-575
-577
-589
0
-100
-100
-3.100
50
50
50
0
-525
-625
-627
-3.689
Programma 6 - Dienstverlening
80
Productgroep 6.1 KCC Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
-1.903
-1.878
-1.886
-1.925
417
417
417
417
-1.486
-1.461
-1.469
-1.508
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-1.486
-1.461
-1.469
-1.508
Baten Saldo productgroep 6.1 KCC voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 6.1 KCC na resultaatbestemming
Productgroep 6.2 Basisregistraties Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
-1.101
-1.187
-912
-1.135
0
0
0
0
-1.101
-1.186
-912
-1.134
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-1.101
-1.186
-912
-1.134
Baten Saldo productgroep 6.2 Basisregistraties voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 6.2 Basisregistraties na resultaatbestemming
Productgroep 6.3 Bestuur Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
-2.411
-2.436
-2.336
-2.365
83
84
84
85
-2.329
-2.353
-2.252
-2.280
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
-2.329
-2.353
-2.252
-2.280
Baten Saldo productgroep 6.3 Bestuur voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 6.3 Bestuur na resultaatbestemming
Productgroep 6.4 Bedrijfsvoering Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo productgroep 6.4 Bedrijfsvoering voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo productgroep 6.4 Bedrijfsvoering na resultaatbestemming
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
-4.766
-4.463
-4.363
-4.384
67
67
67
58
-4.699
-4.396
-4.296
-4.327
0
0
0
0
200
0
0
0
-4.499
-4.396
-4.296
-4.327
Programma 7 - Dekkingsmiddelen
81
Productgroep 7.1 Dekkingsmiddelen Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
-18
-44
-70
-96
33.408
33.606
33.577
33.840
33.390
33.562
33.507
33.744
Lasten (reservemutaties)
0
0
0
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
33.390
33.562
33.507
33.744
Baten Saldo productgroep 7.1 Dekkingsmiddelen voor resultaatbestemming
Saldo productgroep 7.1 Dekkingsmiddelen na resultaatbestemming
Productgroep 7.2 Reserves Bedragen x € 1.000
Begroting Begroting Begroting Begroting 2013
2014
2015
2016
Lasten
0
0
0
0
Baten
0
0
0
0
Saldo productgroep 7.2 Reserves voor resultaatbestemming
0
0
0
0
Lasten (reservemutaties)
0
0
-627
0
Baten (reservemutaties)
0
0
0
0
Saldo productgroep 7.2 Reserves na resultaatbestemming
0
0
-627
0
82
83
Bijlage 2 – Overzicht incidentele inkomsten en uitgaven Incidentele uitgaven: Omschrijving
Overige salariskosten (gratificaties/ambtsjubilea) Afwikkelingskosten zwembad Sociaal Economisch Masterplan Minsken meitsje in doarp Eenmalige kosten basisregistraties Investering in werk Toevoeging algemene reserve Toevoeging reserve OFA Toevoeging reserve winstafdrachten bouwgrondexploitatie Toevoeging reserve monumenten en aanpak verpaupering Eenmalige budgetten wegenonderhoud Kosten samenwerking Tytsjerksteradiel Regiomarketing GBA-systeem Projectformatie plannen en beleid Projectformatie alcoholpreventie Transitiekosten WMO – Collectief – AWBZ Transitiekosten Jeugdbeleid – CJG Totaal
Financieel gevolg (x € 1.000) 2013 2014 2015 2016
15 282 50 17 50 200 0 0 26 0 303 50 10 56 7 2 59 32 1.159
19 141 50 17 50 200 0 0 508 100 303 50 10 0 0 0 0 0 1.448
12 0 50 0 0 0 627 0 500 100 0 0 0 0 0 0 0 0 1.289
9 0 0 0 0 0 0 3.100 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3.109
Incidentele inkomsten: Omschrijving
Opbrengst grondexploitatie Huren politie gemeentekantoor Onttrekking reserve OFA Onttrekking reserve winstafdrachten bouwgrondexploitatie Onttrekking reserve SOFA Onttrekking reserve inhaalslag wegenonderhoud Onttrekking reserve regiomarketing Onttrekking reserve flankerend beleid Totaal
Financieel gevolg (x € 1.000) 2013 2014 2015 2016
26 9 50 702 17 222 10 200 1.236
508 9 50 302 17 225 10 0 1.121
500 9 50 829 0 0 0 0 1.388
3.100 0 0 0 0 0 0 0 3.100
84
85
Bijlage 3 – Investeringen 2013 E/M*
Vervangingsinvesteringen
Krediet
E
Materialen en bepakkingen/Hydraul.redsets 3 stuks 2013
42.000
E
Uitrusting/handschoenen 50 paar 2013
E
Hardware rampenbestrijding 2013
E
Groot materieel/Volvo laadschop 2013
E
Busjes en aanhangwagens/busje VW 29-BZ-NG 2013
26.000
E
Materiaal gladheidbestrijding/extra rijwielpadstrooier 2013
30.000
E
Rijwielpadsneeuwploeg 2013
20.000
E
Renovatie vloer gymzalen 2013
50.000
E
Applicatie milieu BBMT 2013
E
Vervanging applicatie belastingen (incl. opl+cons) 2013
2.500 30.000 138.500
5.000 50.000
Regulier wegenonderhoud (levensduur verlengend) M
Rationeel wegbeheer RAWEB 2013
699.000
M
Inhaalslag groot wegenonderhoud 2013
148.615
Eenmalige reconstructies M
Herinrichting Verlaatsterweg 2013
165.000
Investeringen in het kader van het GRP E
Herstel foutieve aansluitingen drukriolering (2013)
26.000
E
Detailaanpassingen rioleringen (2013)
26.000
E
Regenwaterstructuren (2013)
E
Vervanging software gemalen (2013)
E
Termijnvervanging vrijvervalgemalen (2013)
732.000
E
Riool De Vaart Buitenpost (2013)
183.000
357.000 10.000
Diverse investeringen M
Inrichten levensloop bestendige openbare ruimte (2013)
10.000
M
Inrichten wegen buiten bebouwde kom (60 km zones) 2013
30.000
M
Inrichten wegen binnen bebouwde kom (30 km zone) 2013
36.250
Startersleningen (2010 doorgeschoven naar 2013)
150.000
Duurzaamheidsleningen 2013
200.000
* Economisch nut of maatschappelijk nut
86
87
Bijlage 4 – Mutaties reserves 2013 -2016 Oschrijving
Saldo 31-12-2012
+
-
Saldo 31-12-2013
+
-
Saldo 31-12-2014
+
-
Saldo 31-12-2015
+
-
Saldo 31-12-2016
Algemene- en saldireserve Vrije algemene reserve Algemene reserve weerstandsvermogen Saldo vorig dienstjaar
1.566 4.869 736
0 0
0 0
1.566 4.869
0 0
0 0
1.566 4.869
627 0
0 0
2.193 4.869
0 0
0 0
2.193 4.869
Totaal algemene reserve
7.171
0
0
6.435
0
0
6.435
627
0
7.062
0
0
7.062
Bestemmingsreserves t.b.v. tariefegalisatie Reserve tariefegalisatie riolering Reserve tariefegalisatie reiniging
3.232 404
0 0
426 115
2.806 289
0 0
570 78
2.236 211
0 0
570 40
1.665 171
0 0
447 0
1.218 171
Totaal bestemmingsres. t.b.v. tariefegalisatie
3.636
0
542
3.095
0
648
2.446
0
610
1.837
0
447
1.389
317 184 798 20 0 220 280 132 52 39 442
0 0 26 0 0 0 0 0 0 0 0
200 17 702 10 0 0 0 0 0 0 0
117 167 123 10 0 220 280 132 52 39 442
0 0 508 0 100 0 0 0 0 0 0
0 17 302 10 0 0 0 0 0 0 0
117 150 329 0 100 220 280 132 52 39 442
0 0 500 0 100 0 0 0 0 0 0
0 0 829 0 0 0 0 0 0 0 0
117 150 0 0 200 220 280 132 52 39 442
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
117 150 0 0 200 220 280 132 52 39 442
subtotaal
2.484
26
929
1.581
608
329
1.860
600
829
1.631
0
0
1.631
T.b.v. dekking van investeringen Reserve groot onderhoud gemeentekantoor Reserve ontwikkelingsfonds Achtkarspelen Reserve inhaalslag groot onderhoud wegen Reserve vervanging speeltoestellen Reserve GRP buitengebied
15 3.268 447 148 74
0 0 0 0 0
0 50 222 50 0
15 3.218 225 97 74
0 0 0 45
15 3.168 0 82 74
0 0 0 45 0
0 50 0 39 0
15 3.118 0 88 74
0 3.100 0 45
0
0 50 225 61 0
0
0 0 0 40 0
15 6.218 0 93 74
subtotaal
3.952
0
322
3.629
45
335
3.339
45
89
3.296
3.145
40
6.400
17.242
26
1.793
14.739
654
1.312
14.081
1.272
1.528
13.826
3.145
488
16.483
Overige bestemmingsreserves T.b.v. egalisatie van de exploitatie Reserve flankerend beleid personeel Reserve sociaal ontwikkelingsfonds Achtkarspelen Reserve tariefegalisatie winstafdrachten GREX Reserve regiomarketing Reserve monumenten en aanpak verpaupering Reserve waarborgfonds schulddienstverlening Reserve Wmo Reserve verzelfstandiging MFC Surhuisterveen Reserve inburgering Reserve re-integratiedeel Participatiebudget Reserve inkomensvoorziening
Totaal van de reserves
88