Gemeentebegroting 2016 Programmaplan
College van burgemeester en wethouders van het Bildt september 2015
Inhoudsopgave 1.
Algemene inleiding ............................................................................................................. 3
2.
Financiële uiteenzetting ...................................................................................................... 7
3.
Programmaplan ................................................................................................................... 9 - 0. Algemeen bestuur ......................................................................................................... 9 - 1. Openbare orde en veiligheid ....................................................................................... 12 - 2. Verkeer en openbare ruimte ........................................................................................ 15 - 3. Economische zaken..................................................................................................... 18 - 4. Onderwijs .................................................................................................................... 20 - 5. Cultuur, recreatie en sport ........................................................................................... 24 - 6. Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening...................................... 27 - 7. Volksgezondheid en milieu ........................................................................................ 31 - 8. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting .................................................................. 35 - 9. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien .............................................................. 38
4.
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing........................................................ 42
5.
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen ............................................................................ 46
6.
Paragraaf Financiering ...................................................................................................... 50
7.
Paragraaf Bedrijfsvoering ................................................................................................. 53
8.
Paragraaf Verbonden partijen ........................................................................................... 58
9.
Paragraaf Grondbeleid ...................................................................................................... 63
10.
Paragraaf Lokale heffingen ........................................................................................... 67
11.
Paragraaf Subsidies ....................................................................................................... 70
1.
Algemene inleiding
Inleiding Voor u ligt de meerjarenbegroting 2016 t/m 2019. Deze begroting sluit voor alle jaren met een positief saldo. In de raadsvergadering van 2 juli 2015 is aangegeven dat de verwerking van de "meicirculaire" een nadeel opleverde van circa € 150.000. Dit nadeel is verwerkt in de meerjarenbegroting 2016 -2019. Om dit nadeel te compenseren is er voor gekozen om in de begroting 2016 opnieuw geen prijscompensatie te vergoeden. Dit betekent een voordeel in 2016 van ca. € 65.000 wat doorwerkt in de meerjarenbegroting. Ook is de raming van de leges omgevingsvergunningen verhoogd met € 30.000 en dus aangepast aan het volume van de te verwachten aanvragen De tarieven van de leges worden dus niet extra verhoogd dan met de inflatie. . Verder zijn er nog diverse ramingen aangepast welke een voordeel opleveren zoals premies verzekeringen. Het niet vergoeden van de prijscompensatie en de aanpassing van de raming van de leges hebben er onder andere toe geleid dat er voor de jaren 2016 - 2019 een sluitende meerjarenbegroting gepresenteerd kan worden. Dit is ook een van onze uitgangspunten. De begroting De begroting omvat een raming van alle verwachte exploitatie-uitgaven en inkomsten voor het komende jaar. Los van de begroting zijn er investeringsramingen per project. Deze investeringen worden gedekt uit reserves of door rente- en afschrijvingslasten (kapitaallasten) gedurende meerdere jaren op te nemen in de begrotingsramingen. In de begroting wordt melding gemaakt met welke investeringsbedragen aldus rekening is gehouden. De totale uitgavenstroom van de gemeente in enig jaar is dus niet per definitie gelijk aan het begrotingstotaal van dat jaar. Overzicht incidentele baten en lasten Om vast te kunnen stellen dat er sprake is van een structureel evenwicht in de begroting is het van belang dat inzicht bestaat in welke geraamde baten en lasten incidenteel zijn en welke structureel. Met die reden moet er een overzicht van incidentele baten en lasten in de begroting opgenomen worden. De incidentele baten en lasten moeten per programma en meerjarig inzichtelijk gemaakt worden.
Programma 6 7 7 8 Totalen
Omschrijving incidentele lasten Toeslag Huishoudelijke Hulp Actualisatie Bodemkwaliteitskaarten Opstellen GRP 2018-2022 Onderzoek schaarste woningen
2016 € 216.645 € 5.000
2017
2018
2019
€ 25.642 € 10.000 € 231.645
€ 25.642
-
-
Tegenover de incidentele last Toeslag Huishoudelijke Hulp staat een incidentele bate (in de vorm van een Decentralisatie-uitkering Huishoudelijke hulp toelage)
3
Dekking van de begrotingsuitgaven: de inkomsten 1. De gemeentelijke inkomsten kunnen in twee hoofdonderdelen worden onderscheiden: 2. Inkomsten die specifiek betrekking hebben op het desbetreffende programma; dit zijn bijvoorbeeld rijksuitkeringen voor een specifiek doel, leges, afvalstoffenheffing, rioolrecht en dergelijke. Ook onttrekkingen aan bestemmingsreserves behoren tot de specifieke inkomsten. Inkomsten die niet betrekking hebben op een programma maar algemene inkomsten van de gemeente zijn en waarvan de gemeente zelf mag bepalen welke aanwending daaraan gegeven zal worden; het gaat hier om: de algemene uitkering van het rijk uit het gemeentefonds; de opbrengst van de OZB en de woonforensenbelasting; enkele andere algemene inkomstenbronnen (rente, dividenden, onttrekkingen aan de algemene reserve e.d.) De begrotingscyclus De begrotingscyclus kent de volgende vijf stappen: 1. De perspectiefnota (kadernota) 2. De (meerjaren)begroting 3. De voorjaarsrapportage (bestuursrapportage t/m 1e triaal) 4. De najaarsrapportage (bestuursrapportage t/m 2e triaal) 5. De jaarstukken Begrotingsopzet De opzet en indeling van de begroting is grotendeels vastgelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Daarbinnen heeft de gemeente wel vrijheden voor de verdere invulling. Zo mag een gemeente zelf bepalen welke programma-indeling ze wil hanteren. Naast een aantal verplichte paragrafen mag de gemeente zelf nog paragrafen toevoegen. Programmabegroting Afgesproken is de programma-indeling binnen een raadsperiode niet te veranderen. Evenals in de vorige raadsperiode zijn er in deze periode 9 programma’s. De raad autoriseert de begrotingsbedragen per programma. Per programma wordt de volgende informatie verstrekt: a. Een korte algemene beschrijving; b. Een beschrijving van het bestaande beleid; c. Een beschrijving van de ontwikkelingen d. De beantwoording van de drie W-vragen: Wat willen we bereiken? Wat gaan we er voor doen? Wat mag het kosten? e. De relevante stuurgegevens in de vorm van effectindicatoren. De financiële gegevens (“wat mag het kosten”) vermelden naast de ramingen voor de komende 4 jaren ook de raming uit het lopende begrotingsjaar en de laatste vastgestelde jaarrekening. De lasten en baten worden eerst weergegeven zonder mutaties in de reserves. Deze laatste moeten op grond van de voorschriften afzonderlijk vermeld worden. Uiteindelijk wordt het saldo vermeld, inclusief mutaties in de reserves. Paragrafen Na de programma’s volgen de paragrafen. Paragrafen zijn bedoeld om extra informatie te verschaffen rond de begroting en het financiële beleid en beheer. En verder om
4
dwarsdoorsneden uit de programma’s te kunnen presenteren. Financieel gezien vullen paragrafen dus cijfers in absolute zin niet aan maar geven er alleen een ander zicht op. Een aantal paragrafen is verplicht voorgeschreven, te weten: a. Weerstandsvermogen; b. Bedrijfsvoering; c. Grondbeleid; d. Onderhoud kapitaalgoederen; e. Verbonden partijen; f. Financiering g. Lokale heffingen Naast de verplichte paragrafen hebben we met ingang van de begroting 2012 een paragraaf Subsidies opgenomen. Ramingsgrondslagen begroting In zijn algemeenheid is in de begroting rekening gehouden met: - een loonstijging van 2% - geen prijsstijging Omdat de structurele subsidies voor 2015 e.v. jaren nog niet zijn toegekend, zijn de voor 2014 toegekende bedragen opgenomen bij de verschillende de programma’s. Bij programma 9 is een stelpost opgenomen voor de eventuele indexering van de structurele subsidies. Voor wat betreft de bijdragen en vergoedingen aan verbonden partijen zijn de vastgestelde begrotingen leidend. Als de begroting nog niet is vastgesteld is de conceptbegroting verwerkt. Voor wat betreft de ontwikkeling in de kapitaallasten zijn de in het verleden gedane investeringen, toekomstige investeringen en de rentepercentages bepalend. Bestuur en organisatie Gemeenteraad College van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders zorgt voor het dagelijks bestuur van de gemeente en doet de voorbereiding en uitvoering van raadsbesluiten. Het college heeft ook de bevoegdheid om zelf beslissingen te nemen, zoals het aangaan van contracten. Het college van het Bildt heeft na de verkiezingen in 2014 de volgende samenstelling en portefeuilleverdeling: Burgemeester G. Krol Algemene zaken Herindeling en bestuurlijke samenwerking Openbare orde en veiligheid Financiën Economische zaken Wethouder N. Haarsma (CDA) Verkeer en vervoer Openbare werken Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Onderwijs
5
Wethouder B. Tol (Werkgroep het Bildt) Natuur en milieu Recreatie en toerisme Cultuur Sociaal Domein (Wmo, Jeugd, participatie) Wethouder H. Blaak (PvdA) Sport Dorpenbeleid De ambtelijke organisatie De ambtelijke organisatie staat onder leiding van de gemeentesecretaris en omvat het stafbureau en de drie afdelingen Middelen, Dienstverlening en Wonen en Werken.
Het Bildt heeft een relatief kleine ambtelijke organisatie, omdat veel taken zijn ondergebracht bij gemeenschappelijke regelingen en andere verbonden partijen. Zo worden bij voorbeeld taken op de terreinen van de sociale zekerheid, maatschappelijke zorg en gesubsidieerde arbeid uitgevoerd door de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân en de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval door Omrin. Voor wat betreft de organisatieontwikkeling wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering.
6
2.
Financiële uiteenzetting
De begrotingsramingen 2016-2019 Programma lasten 0 Algemeen bestuur 1 Openbare orde en veiligheid 2 Verkeer en openbare ruimte 3 Economische zaken 4 Onderwijs 5 Cultuur, recreatie en sport 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening 7 Volksgezondheid en milieu 8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 9 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 2.488.357 2.474.861 2.476.867 2.477.618 769.479 779.293 781.569 792.066 2.526.490 2.364.575 2.240.503 2.193.430 59.183 58.582 58.582 58.582 1.715.991 1.724.603 1.658.607 1.645.785 1.212.029 1.211.030 1.206.992 1.201.697 13.660.304 13.117.921 12.834.569 12.597.991 3.122.541 3.143.675 3.140.787 3.168.095 902.037 889.251 883.300 881.948 436.388 374.214 359.250 382.386 26.892.801 26.138.003 25.641.028 25.399.599
Programma baten 0 Algemeen bestuur 1 Openbare orde en veiligheid 2 Verkeer en openbare ruimte 3 Economische zaken 4 Onderwijs 5 Cultuur, recreatie en sport 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening 7 Volksgezondheid en milieu 8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 9 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 153.600 153.600 153.600 153.600 1.650 1.650 1.650 1.650 8.785 8.785 8.785 8.785 35.083 35.083 35.083 35.083 156.427 156.427 148.599 130.002 27.991 27.991 27.991 27.991 4.080.244 4.080.244 4.080.244 4.080.244 2.246.168 2.259.857 2.273.582 2.287.343 188.613 188.613 188.613 188.613 20.099.378 19.488.083 18.853.894 18.669.821 26.997.938 26.400.332 25.772.040 25.583.132
Resultaat voor bestemming Mutaties in de reserves Resultaat na bestemming
105.138 70.986 34.152
262.328 246.368 15.960
131.013 85.231 45.781
183.534 85.231 98.302
Aandachtspunten: Bekende structurele ontwikkelingen die nog niet in de gemeentebegroting verwerkt zijn: - financiële gevolgen werkkostenregeling m.i.v. 2015 nader te bepalen - financiële gevolgen Vennootschapsbelasting m.i.v. 2016 nog in voorbereiding - voornemen tot herziening verslaggevingsregels grondexploitaties per 1 januari 2016 Reserves en voorzieningen 2016-2019 Het verloop van de reserves en voorzieningen is als volgt geraamd:
Algemene reserve Bestemmingsreserves Voorzieningen
01.01.2016 01.01.2017 01.01.2018 01.01.2019 01.01.2020 1.973.309 1.968.309 2.129.446 2.129.446 2.129.446 5.994.134 5.741.879 5.827.111 5.912.342 5.997.573 7.967.443 7.710.188 7.956.557 8.041.788 8.127.019 5.565.181 6.005.057 6.231.586 6.664.548 7.090.892 13.532.624 13.715.246 14.188.143 14.706.336 15.217.911
7
Hierbij moet nadrukkelijk opgemerkt worden dat in het verloop alleen door de raad geautoriseerde mutaties zijn verwerkt! Investeringen 2016-2019 Investeringen kleiner dan € 12.500 worden op grond van de Financiële verordening niet geactiveerd. Deze zijn in de begroting opgenomen. De investeringsuitgaven gelijk aan of groter dan € 12.500 die voor de jaren 2016 t/m 2019 gepland staan en die qua kapitaallasten in de begroting verwerkt zijn: Omschrijving Vervanging Heftruck ed Vervanging diverse tractie & gereedschappen Vervanging VW-bus Realisatie samenwerkingsschool St.-Jacobiparochie Vervanging Roberine: kooimaaier Verkeersmaatregelen Bildtdijken (afronding) Vervanging Nissan Cabstar
2016 € 16.000 € 120.900 € 24.000 € 435.000 € 77.000 € 200.000
2017
€ 237.500
In 2018 en 2019 staan geen vervangingsinvesteringen gepland. De hiervoor genoemde investeringen zijn investeringen met een economisch nut. Voor de tractie en gereedschappen is een vervangingsplan gebaseerd op de verwachte (toekomstige) gebruiksduur van deze activa. Jaarlijks wordt voorafgaand aan het opstellen van de begroting kritisch bekeken in hoeverre de vervanging noodzakelijk en wenselijk is, mede gelet op de aanstaande herindeling met Menameradiel, Franekeradeel en Littenseradiel. Overigens zullen er ook de komende jaren ook (vervangings)investeringen op het terrein van riolen en gemalen plaats vinden. Deze zijn indicatief opgenomen in het vGRP. Omdat de uitvoering afhangt van het resultaat van inspecties en bijna per definitie afwijkt van de planning, zijn de kapitaallasten voor deze voorgenomen investeringen in de vorm van een stelpost in de begroting opgenomen. De voorziening Riolen is mede ter dekking van de kapitaallasten. Ook voor kapitaallasten die ontstaan door noodzakelijke vervangingsinvesteringen op het terrein van gymnastiekmateriaal en openbare verlichting zijn stelposten in de begroting opgenomen.
8
3.
Programmaplan
0. Algemeen bestuur Algemeen Het doel van dit programma is het versterken van de kwaliteit van het gemeentebestuur en het versterken relaties tussen dat bestuur en de burger. Dit betekent dat in dit programma de focus ligt op optimale toerusting van het bestuur voor hun taakuitoefening, samenwerking met medeoverheden, kwaliteit van gemeentelijke dienstverlening en een informatieve en interactieve bestuursstijl. Het programma omvat bestuursondersteuning, financieel beheer, dienstverlening, bezwaaren klachtenbehandeling, communicatiebeleid, burgerbetrokkenheid (inclusief dorpenbeleid) en lokaal-bestuurlijke ontwikkeling. Wat willen we bereiken -
Digitale dienstverlening die voldoet aan landelijke richtlijnen op dit terrein. Meer burgerbetrokkenheid, in het bijzonder op het niveau van dorpen. Goede facilitering van de gemeenteraad om de controlerende en kaderstellende rol uit te kunnen voeren. Goede facilitering van het college en de burgemeester om hun wettelijke taken en het dagelijks bestuur te verrichten. Bekend staan als een open, betrokken, toegankelijke en professionele organisatie. Kwalitatief goede waardering van het gemeentelijk financieel beleid en de wijze van beheer. Een sluitende meerjarenbegroting. Een zorgvuldige voorbereiding van en overgang naar de fusiegemeente.
Meetbare effecten -
Voortgang realisatie uitvoeringsprogramma i-NUP. Afronding implementatie van ICT bij gemeente Leeuwarden en harmonisatie van ICT tussen de fusiegemeenten, conform plan van aanpak. Goedkeurende accountantsverklaring bij de jaarstukken. Repressief toezicht door de Provincie. Positieve beoordeling door de Waarderingskamer WOZ. Voortgang fusievoorbereiding conform plan van aanpak.
Wat is het bestaande beleid Bestuurlijke kaders Interne en externe klachtenregeling (Raadsbesluit 06-13) Raadscommunicatieplan (Raadsbesluit 02-2010) Verordening Burgerinitiatief (Raadsbesluit 11-2007) Nota inzake RadeRaad (Raadsbesluit 05-2009) Plan van aanpak Millenniumcampagne 2009-2015 (Raadsbesluit 09-2009) 9
-
Duurzaamheidsnotitie ‘duurzame opgaven op het Bildt’ (Raadsbesluit 02-2010) Besluit Servicenormen (Collegebesluit 12-2005) Collegeakkoord 2014-2018 Besluit voorbereiding fusie Westergo (Raadsbesluit 10-2013) Nota inzake inrichting Programmabegroting (Raadsbesluit 08-2003) Nota Grondbeleid en Grondbedrijf (Raadsbesluit 09-2006) Treasury-statuut (Raadsbesluit 11-2004) Delegatie- en Mandateringsbesluit (Collegebesluit 11-2003, sindsdien gewijzigd) Organisatiebesluit (Collegebesluit 07-2012) Nota weerstandsvermogen en risicomanagement (Raadsbesluit 2014) Nota reserves en voorzieningen (Raadsbesluit 2011) Nota Lokale heffingen (Raadsbesluit 2008) Nota Verbonden partijen (Raadsbesluit 05-2010)
Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen E-dienstverlening In 2016 vindt afronding plaats van ICT-overgang naar de gemeente Leeuwarden. Applicaties en processen zijn tegen die tijd op Westergo-niveau geharmoniseerd. ICT Middelsee, nu ondergebracht in Menameradiel, is afgebouwd omstreeks het moment waarop de overgang naar Leeuwarden is afgerond. Lokaal-bestuurlijke ontwikkelingen Door de gemeenteraden van de Westergo-gemeenten is een plan van aanpak vastgesteld m.b.t. fusievoorbereiding. In het kader daarvan is in 2015 een herindelingsontwerp opgeleverd in verband met de Arhi-procedure. Vanuit een projectorganisatie wordt het fusieproces aangestuurd. Voor 2016 ligt de focus op fase 3 in het proces: het inrichten. Deze fase omvat alle stappen die leiden tot een operationele gemeente per 1-1-2018. Streekagenda Voor Noordwest Friesland is in coproductie tussen provincie, gemeenten en waterschap een Streekagenda opgesteld. Deze agenda geeft richting aan ontwikkeling van de streek vanuit drie thema’s: economie, leefbaarheid en bereikbaarheid. Voor de jaren 2015 t/m 2020 wordt via projecten invulling daaraan gegeven. De streekagenda is leidend bij toekenning van (Europese) subsidies. De gemeente beschikt over het Bildts Investeringsfonds ten behoeve van cofinanciering. Wat gaan wij er voor doen -
De gemeente bereidt zich voor op fusie met Franekeradeel, Menameradiel en deels Littenseradiel. De gemeente rondt overbrenging van ICT naar gemeente Leeuwarden af en heft ICT Middelsee op. De gemeente harmoniseert ICT en werkprocessen met de beoogde fusiepartners. De gemeente voert de in de Streekagenda Noordwest Friesland benoemde projecten uit. De gemeente werkt aan verbetering van digitale dienstverlening conform de planning iNUP. De gemeente komt de verplichtingen uit de planning- en controlecyclus goed en op tijd na: - Voorjaarsnota / perspectiefnota uiterlijk in juni
10
-
-
- Begroting uiterlijk in oktober - Jaarstukken (jaarrekening en jaarverslag) uiterlijk in juli - Bestuursrapportages per 4 maanden (triaal) De gemeente voldoet jaarlijks aan de eisen van financieel toezicht: - De begroting is in materieel evenwicht en de meerjarenraming kent een structureel evenwicht in de meerjarenraming; - Bij de jaarstukken wordt een goedkeurende accountantsverklaring verkregen inzake getrouwheid en rechtmatigheid; - De provinciale toezichthouder houdt repressief toezicht1. De gemeente voldoet aan de periodieke kwaliteitsbeoordeling door derden op deelprocessen: - Uitvoering wet waardering onroerende zaken: beoordeling door waarderingskamer; - Uitvoering verplichte informatieverstrekking aan derden: beoordeling door CBS.
Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2014 2.451.260 207.123
Begroting 2015 2016 2.584.321 2.488.357 153.600 153.600
Meerjarenbegroting 2017 2018 2019 2.474.861 2.476.867 2.477.618 153.600 153.600 153.600
2.244.137
2.430.721
2.334.757
2.321.261
2.323.267
2.324.018
41.960
0
0
0
0
0
11.213
0
0
0
0
0
2.274.884
2.430.721
2.334.757
2.321.261
2.323.267
2.324.018
Lasten 193.651 449.609 5.945 183.006 109.455 526.084 114.675 14.731 367.169 8.951 16.294 48.700 305.982 144.104 2.488.357
Baten 0 0 0 0 0 0 0 0 1.600 0 0 152.000 0 0 153.600
Saldo -193.651 -449.609 -5.945 -183.006 -109.455 -526.084 -114.675 -14.731 -365.569 -8.951 -16.294 103.300 -305.982 -144.104 -2.334.757
Samenstelling ramingen huidig jaar 6001100 6001200 6001300 6002100 6002200 6002300 6002400 6002500 6003100 6003101 6003200 6004100 6005100 6006100 Totaal
Raad en eventuele raadscommissies Burgemeester en wethouders Functionele commissies Bestuurssecretariaat Juridische zaken Bestuursondersteuning BenW Voorlichting en promotie Representatie Burgerzaken Straatnaamgeving en huisnummering Verkiezingen en referenda Leges burgerzaken Bestuurlijke samenwerking Bestuursondersteuning raad
1
In het kader van de gemeentelijke herindeling houdt de provincie preventief toezicht nadat het herindelingsontwerp is vastgesteld.
11
1. Openbare orde en veiligheid Algemeen Het doel van het programma is het versterken van zowel de objectieve veiligheid (afname van de kans dat zich feitelijk een gebeurtenis voordoet die de veiligheid aantast) als de subjectieve veiligheid (het veiligheidsgevoel van burgers). Uitgangspunt is een integrale aanpak, waartoe wordt samengewerkt met ketenpartners op zowel lokaal als regionaal niveau. Het programma omvat calamiteitenbestrijding, openbare orde, integrale veiligheidszorg, algemene plaatselijke verordening en bijzondere wetten. Wat willen we bereiken Het realiseren van een gemeente waar inwoners zich veilig weten en voelen in de eigen leefen woonomgeving door: Een gemeentelijke organisatie die goed op calamiteiten is voorbereid; Een gemeentelijke organisatie die goed bekend is met lokale objectieve veiligheidsrisico’s; Een gemeentelijke organisatie die goed bekend is met lokale subjectieve veiligheidsgevoelens. Meetbare effecten -
Jaarlijkse deelname aan het programma opleiden & oefenen van de Veiligheidsregio Fryslân, resulterend in een geoefende crisisorganisatie. Een op basis van de Wet veiligheidsregio’s opgesteld en geïmplementeerd Crisisplan Fryslân. Jaarlijks ten minste acht overleggen OvD-Bz Noordwest. Jaarlijks ten minste twee overleggen Elfstedentocht. Jaarlijks ten minste drie overleggen van de ‘Driehoek Noordwest Fryslân’ (Openbaar Ministerie, politie en gemeente). Jaarlijks ten minste vier overleggen van het IVZ-overleg (burgemeester, politie en Veiligheidsbureau). Jaarlijks ten minste tien overleggen IVZ-overleg Wijkagenten (wijkagenten politie en Veiligheidsbureau). Jaarlijks ten minste drie jeugd-overleggen. Effectmelding op basis van de bestuursrapportage Politie. Jaarlijkse controles op naleving van de Drank- en Horecawet.
Wat is het bestaande beleid Bestuurlijke kaders Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2010-2014 (Raadsbesluit 03-2011) Regionaal Beleidsplan Veiligheidsregio Fryslân (Raadsbesluit 07-2011) Crisisplan Fryslân (Raadsbesluit 12-2011) Notitie Sociaal Team Middelsee gemeenten (Raadsbesluit 12-2006) Notitie kwaliteitsslag Sociaal Team Middelsee Gemeenten (Raadsbesluit 09-2011)
12
-
Nota prostitutiebeleid (Raadsbesluit 09-2000) Beleidsnotitie coffeeshops (Besluit burgemeester 11-2004) Jaarwerkplan politieteam Middelsee (met gemeentelijk aandeel IVZ) Risicoprofiel het Bildt (Raadsbesluit 04-2010) Notitie invoering Wet Veiligheidsregio’s (Raadsbesluit 07-2010) Notitie inrichting Oranje Kolom (Raadsbesluit 11-2010) Besluit regionalisering brandweerzorg (Raadsbesluit 05-2013) Brandrisicoprofiel Veiligheidsregio Fryslân (Raadsbesluit 05-2013)
Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen Beëindiging Middelsee samenwerking Op 1 januari 2016 eindigt de Middelsee samenwerking. Het Veiligheidsbureau zet haar werkzaamheden tot 1 januari 2018 echter voort ten behoeve van de gemeenten het Bildt, Leeuwarderadeel en Menameradiel. Daarvoor is met deze gemeenten een Dienstverleningsovereenkomst aangegaan. Veilige woon- en leefomgeving Project Buurtbemiddeling Buurtbemiddeling wordt ingezet om buren met elkaar in gesprek te brengen wanneer er sprake is van een ruzie, conflict, ergernis, onbegrip, discriminatie of elkaar niet begrijpen. Een buurtbemiddelaar probeert beide buren naar elkaar te laten luisteren, begrip en respect op te brengen voor elkaars leefomstandigheden. De problemen worden met behulp van vrijwillige buurtbemiddelaars doorgenomen en gezamenlijk wordt gezocht naar een oplossing die voor beide buren te accepteren is. Veiligheidshuis Fryslân Er volgt een nadere uitwerking van de ontwikkelingen op het gebied van het Sociaal Domein/ decentralisatie/ gebiedsteam, waaronder de doorgroei/doorontwikkeling van Veiligheidshuis Fryslân naar een Zorg- en Veiligheidshuis. Rampenbestrijding Binnen de Friese structuur van het organiseren van de gemeentelijke crisisorganisatie wordt gewerkt met diverse expertteams voor cruciale functies. Deze expertteams worden door middel van een zogenaamd ‘hard piket’ ingevuld. Dit betekent een garantie voor de aanwezigheid van een expert binnen een bepaalde opkomsttijd. Per 1 september 2013 is gestart met een piketgroep voor de lokale functie Officier van Dienst Bevolkingszorg (OvD-Bz). De constructie is mogelijk door samenwerking met de gemeenten het Bildt, Franeker, Harlingen en Menameradiel. Voor deze functie is ook gekozen om te werken middels een hard piket, zodat er ook voor deze functie een garantie van aanwezigheid is. Om te voldoen aan kwaliteitseisen dient de OvD-Bz geslaagd te zijn voor het examen OvD-Bz en aanwezig te zijn bij trainingen en bijeenkomsten. De huidige werkwijze van de (lokale) crisisorganisatie zal opnieuw bekeken worden in een breder (subregionaal) perspectief. Bij deze zogenaamde ‘doorontwikkeling Bevolkingszorg’ is het de bedoeling om te komen tot een nieuwe werkwijze met vier crisisorganisaties -conform de vier huidige opleidingsdistricten- in tegenstelling tot de huidige situatie van één crisisorganisatie per gemeente.
13
Wat gaan wij er voor doen Crisisbeheersing Het bewerkstelligen van goede planvorming door het implementeren en actueel houden van het crisisplan. Het regelmatig deelnemen aan oefeningen / trainingen door gemeentelijke teams om kennis te vergaren c.q. rollen en taken up to date te houden, op basis van een opleidingsen oefenplan. Het opleiden & oefenen van het team OvD Bevolkingszorg2 Noordwest Friesland Actueel houden van de gemeentelijke (brand)risicokaart. Integrale Veiligheidszorg Het uitvoeren van het Integraal Veiligheidsbeleid op basis van de Kadernota IVZ. Het vanuit de gemeentelijke regierol initiëren en instandhouding van een netwerk met ketenpartners, o.a. middels deelname aan het Veiligheidshuis. Het doen plaatsvinden van Driehoeksoverleg (gemeente, politie en openbaar ministerie). Het doen plaatsvinden van IVZ-overleg (gemeente, politie, overige ketenpartners). Het informeren van raad over de uitkomsten van de bestuursrapportage van de politie. Het opstellen van integrale veiligheidsrapportages. Het deelnemen aan Burgernet Het uitvoeren van de Wet tijdelijk huisverbod Het uitvoeren van de Wet nazorg ex-gedetineerden Het deelnemen aan buurtbemiddeling Het houden van toezicht en zo nodig handhaven van de Drank- en Horecawet.
Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2014 691.350 51.412
Begroting 2015 2016 772.048 769.479 1.650 1.650
Meerjarenbegroting 2017 2018 779.293 781.569 1.650 1.650
2019 792.066 1.650
639.938
770.398
767.829
777.643
779.919
790.416
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
639.938
770.398
767.829
777.643
779.919
790.416
Lasten 529.896 61.066 158.904 19.613 769.479
Baten 0 0 750 900 1.650
Saldo -529.896 -61.066 -158.154 -18.713 -767.829
Samenstelling ramingen huidig jaar 6120105 6120200 6140100 6140200 Totaal
Regionale brandweer Rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid Bijzondere wetgeving
2
Officier van Dienst: gemeentelijk functionaris die bij rampen en crisis de hulpdiensten op plaats incident bijstaan en adviseert over afstemming met gemeentelijke diensten.
14
2. Verkeer en openbare ruimte Algemeen Het doel van het programma is het zorg dragen voor goede en veilig begaanbare wegen en paden voor alle soorten verkeer binnen het openbare gebied van de gemeente. Wat willen we bereiken -
-
Bereikbaarheid voor alle vormen van wegtransport van alle dorpen. Behoud van het huidige (technisch) onderhoudsniveau en het ‘aanzien’. Bij de uitvoering worden binnen de bestaande (beleids)mogelijkheden wensen van burgers en hun organisaties mee genomen. Een efficiënte besteding van middelen en het garanderen van een functioneel gebruik. In stand houden van de huidige kwaliteit van de wegen. Het hoofddoel van onze gemeente is het realiseren van een duurzaam verkeers- en vervoerssysteem, waarbij we inzetten op: het bevorderen van de objectieve en subjectieve verkeersveiligheid; het faciliteren van de verplaatsingsbehoefte van personen en goederen; het bijdragen aan economische en ruimtelijke ontwikkelingen; het beperken van schade aan natuur, landschap, milieu en het bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving. Voldoen aan de rijks- en provinciale doelstelling 3 ten aanzien van verkeersslachtoffers Het onderhoudsniveau van alle groenvoorzieningen dient minimaal zo hoog te zijn dat er geen kapitaalsvernietiging plaats vindt en het niveau van het groen binnen de bebouwde kom dient zo hoog te zijn dat de representatieve functie van het groen niet in het geding komt.
Meetbare effecten -
Afname van het aantal klachten. Eens in de vijf jaar wordt het beheersplan wegen opgesteld aan de hand van de systematiek voor rationeel wegbeheer, zoals deze ontwikkeld is door de stichting CROW (Kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur). Op basis van de vijfjaarlijkse inspectie en aanpassing van het beheersplan voor de verhardingen kan de doelstelling worden getoetst.
Wat is het bestaande beleid Bestuurlijke kaders – Verkeer en vervoer,groen en onderhoud openbare ruimte * Algemeen: Collegeprogramma 2014-2018 Burgerlijk wetboek Art. 6:174 BW en Art. 6:162 BW Openbare verlichting beleidsnota 3
Rijks- en provinciale doelstelling: verkeersslachtoffers ten opzichte van 2002 is maximaal 580 doden (-45%) en 12.250 ziekenhuisgewonden (-34%) in 2020.De provinciaal bepaalde doelstelling is ambitieuzer en spreekt van het terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers met 25% in 2010.Aan beide doelstellingen heeft de gemeente het Bildt zich in haar beleid geconformeerd, waarbij de doelstelling voor 2020 maatgevend is.
15
* -
* -
* -
Verkeer en vervoer: Planwet verkeer en vervoer (05-1998) m.n. §4 en§5 Rijksbeleid vastgelegd in de Nota Ruimte (02-2006) en de Nota Mobiliteit (09-2004) Provinciaal Verkeer- en VervoersPlan (03-2006) Gemeentelijk Verkeer- en VervoersPlan (Raadsbesluit juli 2009) Maatregelenplan GVVP het Bildt (Raadsbesluit juli 2009) Gladheidsbestrijdingsplan (2001) Aanpassing organisatiewijze gladheidbestrijding (2004) Groen: Groenvisie (Raadsbesluit 2010 en raadsbesluit sept 2013) Plan van aanpak iepziekte (2002) Onderhoud openbare ruimte: Rapportage Inspectie en onderhoudskosten 50 kunstwerken (Raadsbesluit juli 2010) Beheersprogramma dg Dialog Wegen van de Grontmij. Openbare verlichting Uitvoeringsplan Beheersplan wegen 2013-2017 (Raadsbesluit 29 oktober 2009, actualisatie voor periode 2010-2014 en raadsbesluit okt. 2013)
Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen Overdracht N393 en dijken In 2012 zijn zowel de provincie (N393) als ook het Wetterskip (o.a. NieuweBildtdijk) begonnen met verkenningen om deze wegen en dijken in beheer en eigendom af te stoten. De partij die het eerst voor overname hiervoor in beeld komt is de gemeente het Bildt. De eerste verkennende gesprekken hebben in 2012 plaats gevonden. De gesprekken hebben in 2015 (nog) niet tot een overdracht geleid. Het initiatief hiervoor ligt bij provincie c.q. het Wetterskip. GVVP In 2016 zullen op basis van in 2015 door de raad genomen besluiten eventuele maatregelen aan de Bildtdijken verder worden uitgevoerd. Wegenonderhoud Uit de jaarlijkse schouw blijkt dat het beoogde doel - een kwaliteitsniveau voor een normaal en evenwichtig onderhouden wegennet - niet bereikt is in 2015. Dit is het gevolg van de structurele bezuinigingen. Groen In 2016 mag (als de eerste en tweede kamer de wetgeving invoeren) wettelijk niet meer aan chemische onkruidbestrijding worden gedaan. Wat gaan wij er voor doen -
Monitoren parkeersituatie en verkeersaanbod. Gedragsbeïnvloeding d.m.v. permanente verkeerseducatie. Bijstellen GVVP. Het nemen van kleine verkeersmaatregelen. De wegen worden jaarlijks door de eigen dienst visueel geïnspecteerd. Op basis van de beschikbare budgetten wordt onderhoud uitgevoerd.
16
-
Vervolg geven aan de pilots Westhoek en Oudebildtzijl en het verkeersonderzoek Bildtdijken door middel van uitvoering van de werkzaamheden aan de Bildtdijken..
Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2014 2.892.032 22.332
Begroting 2015 2016 2.942.726 2.526.490 8.785 8.785
Meerjarenbegroting 2017 2018 2019 2.364.575 2.240.503 2.193.430 8.785 8.785 8.785
2.869.700
2.933.941
2.517.705
2.355.790
2.231.718
2.184.645
0
0
0
0
0
0
176.837
0
0
0
0
0
2.692.863
2.933.941
2.517.705
2.355.790
2.231.718
2.184.645
Lasten 1.172.712 64.896 38.993 30.309 170.276 245.015 114.216 50.225 12.395 93.340 534.113 2.526.490
Baten 1.415 0 0 1.430 0 0 500 0 0 215 5.225 8.785
Saldo -1.171.297 -64.896 -38.993 -28.879 -170.276 -245.015 -113.716 -50.225 -12.395 -93.125 -528.888 -2.517.705
Samenstelling ramingen huidig jaar 6210100 6210200 6210300 6210400 6210500 6210600 6210700 6211200 6221100 6240100 6560100 Totaal
Wegen en straten Weg- en straatmeubilair Sneeuwruimen en gladheidsbestrijding Straatreiniging Openbare verlichting Bruggen, duikers en kades Verkeersmaatregelen Verkeer en vervoer (incl.verk.veiligheid) Waterwegen en kades Waterkering, afwatering en landaanwinning Openbaar groen
17
3. Economische zaken Algemeen Het doel van het programma is het behouden en zo mogelijk versterken van de economische structuur van de gemeente in het algemeen, en van de regionale kernfunctie van St.Annaparochie in het bijzonder. Dit betekent dat in dit programma de focus ligt op faciliteren van zowel ‘harde’ (industriële) bedrijvigheid als ‘zachte’(dienstverlenende) bedrijvigheid. Het programma omvat: tuinbouwontwikkeling.
bedrijfscontacten,
werkgelegenheidsbeleid
en
land-
en
Wat willen we bereiken -
Uitbreiden van de bestaande bedrijvigheid. Aantrekken van nieuwe bedrijvigheid. Versterking van de winkelfunctie St.-Annaparochie Ontwikkelen van recreatieve / toeristische bedrijvigheid. Intensiever overleg met ondernemers en ondernemersverenigingen. Profileren en versterken van St.-Annaparochie als regionaal centrum.
Meetbare effecten -
Ontwikkeling van het aantal bedrijven. Ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen. De consumentenoriëntatie op St.-Annaparochie. De mate van winkelleegstand Het aantal overnachtingen in toeristische verblijfsaccommodaties.
Wat is het bestaande beleid Bestuurlijke kaders Optieregeling bedrijventerreinen (Collegebesluit 01-1995) Regeling Verkoop bedrijventerreinen (Raadsbesluit 06-1995) Revitaliseringsplan De Wissel (Raadsbesluit 12-2001) Kadernota economisch beleid (Raadsbesluit 12-2011) Regionaal Bedrijventerreinplan Noordwest Friesland (Raadsbesluit 12-2011) Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen Onderwijs & Ondernemerschap Sinds 2013 is het Leer-Werkplein van de Campus operationeel. Nieuwe leerlijnen zijn ontwikkeld die er toe moeten leiden dat bedrijven in de regio voldoende personeel kunnen aantrekken en dat jongeren uit de regio makkelijker een baan kunnen vinden in de eigen omgeving. Dit “O 3 project” vindt navolging in Noordwest-verband en is om die reden opgenomen in de Streekagenda. Het Bildt is trekker van dit project. Winkelfunctie St.-Annaparochie Mede in relatie tot het economisch beleidsplan van de gemeente wordt een platform opgericht
18
dat zich bezig houdt met behoud en versterking van de (regionale) winkelfunctie van St.Annaparochie. In 2015 is extern onderzoek gedaan naar de winkelstand. Bedoeling is dat het platform, op basis van dit onderzoek, een plan opstelt dat zich richt op de winkelfunctie (realisatie van een gebalanceerd basisaanbod passend bij de regionale kern functie). Toerisme en recreatie Op het vlak van recreatie en toerisme spelen ontwikkelingen die aansluiten aan de Noordelijke Elfstedenroute. Het gaat om particuliere initiatieven (“spin off”) zoals het introduceren van fluisterbootjes, uitbreiding kampeervoorzieningen en promotie. Er wordt in samenwerking tussen provincie, gemeenten en recreatieondernemers regionale marketing opgezet. Wat gaan wij er voor doen -
De gemeente initieert periodiek overleg met Ondernemersverenigingen. De gemeente trekt (ambtelijk) het project “O3” in het kader van de Streekagenda. Het college legt tenminste 10 bedrijfsbezoeken af. De gemeente kent de Bildtse Ondernemersprijs toe.
Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2014 116.948 91.959
Begroting 2015 2016 83.165 59.183 37.501 35.083
Meerjarenbegroting 2017 2018 58.582 58.582 35.083 35.083
2019 58.582 35.083
24.990
45.664
24.100
23.499
23.499
23.499
6.413
8.550
8.550
8.550
8.550
8.550
18.503
0
0
0
0
0
12.900
54.214
32.650
32.049
32.049
32.049
Lasten 6.097 15.571 8.450 10.854 714 6.440 0 5.214 5.842 59.183
Baten 0 0 0 5.718 0 6.440 0 9.500 13.425 35.083
Saldo -6.097 -15.571 -8.450 -5.136 -714 0 0 4.286 7.583 -24.100
Samenstelling ramingen huidig jaar 6310100 6310200 6310300 6310400 6310500 6310506 6311100 6330100 6340100 Totaal
Straatmarkten Bedrijfscontacten Werkgelegenheid, algemeen Kredietbank Bedrijventerreinen algemeen Bedrijventerrein Oudebildtzijl Marktgelden Gasbedrijf Verpachte gronden
19
4. Onderwijs Algemeen Het doel van dit programma is een bijdrage te leveren aan kwalitatief onderwijs teneinde een kansrijke ontwikkeling te bieden aan alle in de gemeente woonachtige kinderen en soms ook volwassenen. Onderwijs zelf is primair een verantwoordelijkheid van de scholen en hun besturen. Het onderwijsbeleid wordt in hoofdzaak bepaald door de rijksoverheid. De rol van de gemeente richt zich met name op het lokaal onderwijsbeleid (zoals de huisvesting van scholen, het onderwijsachterstandenbeleid, de schoolbegeleiding, leerlingenvervoer, leerplicht etc.). Verder biedt de gemeente in regionaal verband mogelijkheden voor onderwijs aan volwassenen. Het programma omvat basisonderwijs, gymnastiekonderwijs, huisvestingsvoorzieningen, onderwijsbegeleiding, leerlingenvervoer, onderwijsachterstandenbeleid en onderwijs aan volwassenen. Wat willen we bereiken -
Adequate en aan de hedendaagse eisen tegemoet komende onderwijshuisvesting. Primair onderwijs in alle dorpen voor zover er een toereikend leerlingenpotentieel aanwezig is. Gelijke kansen op onderwijs voor alle jongeren. Vermindering van onderwijsachterstanden. Vermindering van voor- en vroegtijdige schooluitval. Meer deelname aan volwasseneneducatie, met name op het onderdeel laaggeletterdheid. Efficiënt en effectief vervoer van leerlingen die op scholen voor speciaal onderwijs zijn aangewezen.
Meetbare effecten -
Ten opzichte van 2014 minder leerlingen die voortijdig de school verlaten zonder startkwalificatie. Ten opzichte van 2014 meer laaggeletterden die volwassenenonderwijs volgen.
Wat is het bestaande beleid Bestuurlijke kaders Integraal Onderwijshuisvestingsplan c.q. toekomstvisie basisonderwijs 2011 t/m 2014 (Raadsbesluit 02-2011) Notitie lokaal onderwijsbeleid (Raadsbesluit 06-2005) Verordening Leerlingenvervoer (Raadsbesluit 09-2007) Notitie implementatie gevolgen invoering Wet OKE (Collegebesluit 05-2011)
20
Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen Toekomstvisie basisonderwijs In 2011 is de toekomstvisie basisonderwijs vastgesteld. Hierin stelt de gemeente zich op het standpunt dat het in het belang van de leefbaarheid op de dorpen noodzakelijk is om in elk dorp minimaal één voorziening voor het basisonderwijs in stand te houden. Inmiddels heeft dit al geresulteerd tot de clustering van de scholen in Vrouwenparochie (2012-2013) en Oudebildtzijl (2014-2015). Ook in St.-Jacobiparochie is de wens om een samenwerkingsschool te realiseren. Om deze reden is begin 2015 een onderzoek gedaan naar de gebouwenlijke en financiële haalbaarheid hiervan. De uitkomst hiervan is dat de raad hiertoe een bedrag beschikbaar heeft gesteld. Vanaf september 2015 wordt het inhoudelijke traject gestart, waarbij ook onderzocht zal worden welke mogelijkheden er zijn voor gebruik van de Open Hof door de school en peuterspeelzaal. Onderwijscampus In juni 2014 is gestart met de bouwwerkzaamheden. Oplevering van het nieuwe complex is gepland vóór het schooljaar 2015-2016. Voor wat betreft de gymnastiekvoorziening is gekozen voor één voorziening voor zowel het primair als het voortgezet onderwijs. Deze voorziening wordt gesitueerd bij De Bildtse Slag. Peuterspeelzaalwerk Dit onderwerp valt onder programma 6 van de begroting. Passend onderwijs Sinds augustus 2014 is de Wet op passend onderwijs van kracht. Deze wet heeft bepaald dat scholen samenwerkingsverbanden moeten vormen. Binnen het samenwerkingsverband moet gezorgd worden voor een passende plaats voor elke leerling. Voor heel Friesland is één samenwerkingsverband voor basisonderwijs. Voor het voortgezet onderwijs zijn er drie samenwerkingsverbanden, die overeenkomen met de RMC regio’s. Op niveau van de RMC regio is contact met de samenwerkingsverbanden. Inmiddels is er één schooljaar geweest sinds de invoering. In onze regio zijn nog geen reguliere scholen aangepast voor passend onderwijs. Daarnaast zijn leerlingenstromen nog min of meer gelijk. Opvallend is dat in de periode van 2008-2013 het aantal steeds rond de 75 zat en dat er nadien een stijging is geweest naar 82 in 2013-2014 tot 93 aan het einde van schooljaar 2014-2015. Dit kan betekenen dat er een relatie is met het passend onderwijs, mogelijk hebben scholen besloten de leerlingen nog voor de invoering van het passend onderwijs door te verwijzen. Leerlingenvervoer In de afgelopen jaren is er een toename geweest van het aantal leerlingen dat gebruik maakt van het leerlingenvervoer. In onze gemeente werd tot 2015 geen gebruik gemaakt van leerlingenvervoer op grond van levensovertuiging. Sinds 2015 is er 1 leerling die naar de vrije school gaat wat valt onder de noemer vervoer op basis van levensovertuiging. De andere leerlingen maken gebruik van speciaal (basis)onderwijs. Opvallend is dat in de periode van 2008-2013 het aantal steeds rond de 75 zat en dat er nadien een stijging is geweest naar 82 in 2013-2014 tot 93 aan het einde van schooljaar 2014-2015. Mogelijk is er een relatie met de invoering van het passend onderwijs, daarnaast zijn er ook een aantal pleeggezinnen in onze gemeente waarvan relatief veel pleegkinderen gebruik maken van speciaal(basis) onderwijs. Voor het schooljaar 2015-2016 zijn 84 aanvragen binnengekomen. Vaak komen daar in de loop van het jaar nog leerlingen bij, hoewel het moeilijk in te schatten is. Daarom dient
21
rekening gehouden te worden met minimaal de vergelijkbare kosten als in schooljaar 20142015. Landelijk wordt onderzocht of het wenselijk is dat de verantwoordelijkheid van het leerlingenvervoer overgedragen wordt van de gemeente naar het samenwerkingsverband. Samenwerking onderwijs en CJG Met de decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeente (2015) ontstaat een kans voor meer samenwerking tussen jeugdzorg en onderwijs. De vindplaats van kinderen en jongeren is vaak de school en daarnaast worden problemen ook dikwijls gesignaleerd op school. Daarnaast vindt er steeds meer overlap plaats. Zo worden er bijvoorbeeld preventieve programma’s aangeboden op scholen. Overheveling Buitenonderhoud scholen Met ingang van 1 januari 2015 is de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud van de basisscholen overgeheveld naar de scholen. Na de overheveling is de gemeente nog verantwoordelijk voor nieuwbouw, schade, constructiefouten en het faciliteren van bewegingsonderwijs. Gemeenten en scholen dienen echter wel met elkaar in gesprek te blijven.
Wat gaan wij er voor doen Realiseren van adequate huisvestingsvoorzieningen: Overleg voeren met schoolbesturen over adequate huisvestingsvoorzieningen. Uitvoeren van de toekomstvisie voor basisonderwijs door middel van onderzoek naar mogelijkheden voor samenwerkingsscholen. Voorzien in Leerlingenvervoer: Toepassen van de gemeentelijke Verordening leerlingenvervoer. Uit oogpunt van kostenbesparing wordt het vervoer samen met andere gemeenten aanbesteed. In Westergo-verband wordt bekeken worden of de huidige gemeentelijke verordeningen aangepast moet worden gelet op de invoering van passend onderwijs en of het mogelijk is om de verordeningen van de gemeenten te harmoniseren. De huidige verordeningen verschillen vooral voor wat betreft de eigen bijdrage en de wijze waarop geschikt vervoer wordt bepaald. Schoolbegeleiding Het faciliteren van schoolbegeleiding. Door de gemeente worden jaarlijks aan de basisscholen middelen ter beschikking gesteld voor begeleidings- en ontwikkelingsactiviteiten, advisering, informatieverstrekking en evaluatie, alsmede activiteiten die een optimale schoolloopbaan van leerlingen bevorderen (o.a. de zgn. schoolonderzoeken). Bestrijding voor- en vroegtijdige schooluitval Het handhaven van de leerplicht. De invoering van de startkwalificatie biedt kansen om de voor- en vroegtijdige schooluitval te verminderen. De gemeente zal in het kader van leerplichthandhaving in samenwerking met het regionaal meld- en coördinatiepunt voortijdige schoolverlaters (RMC) beoordelen welke aanvullende activiteiten door de gemeente kunnen worden ontwikkeld.
22
Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2014 1.904.712 154.780
Begroting 2015 2016 1.880.400 1.715.991 147.727 156.427
Meerjarenbegroting 2017 2018 2019 1.724.603 1.658.607 1.645.785 156.427 148.599 130.002
1.749.932
1.732.673
1.559.564
1.568.176
1.510.008
1.515.783
75.440
0
0
0
0
0
19.624
8.769
8.769
8.769
8.769
8.769
1.805.748
1.723.904
1.550.795
1.559.407
1.501.239
1.507.014
Lasten 210.414 546.319 479.090 37.411 15.000 222.420 50.088 13.495 141.755 1.715.991
Baten 4.432 30.691 0 0 0 13.123 0 0 108.180 156.427
Saldo -205.981 -515.628 -479.090 -37.411 -15.000 -209.297 -50.088 -13.495 -33.575 -1.559.564
Samenstelling ramingen huidig jaar 6420300 6421300 6441300 6480100 6480200 6480300 6480400 6480500 6480700 Totaal
Basisonderwijs exclusief onderwijshuisvesting Basisonderwijs onderwijshuisvesting Voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting Gemeentelijk onderwijsbeleid Onderwijsbegeleiding Leerlingenvervoer Uitvoering leerplicht Overige onderwijsvoorzieningen Gem. Onderwijsachterstandenbeleid
23
5. Cultuur, recreatie en sport Algemeen Het doel van dit programma is het initiëren en het in stand houden van voorzieningen op het gebied van cultuur, recreatie en sport. Deze voorzieningen dienen bij te dragen aan maatschappelijke participatie en leefbaarheid van de dorpen. Dit programma omvat subsidiebeleid, recreatie en toerisme, sport, bibliotheekwerk, cultuur, kunstbeleid, muziekonderwijs, taalbeleid en erfgoedbeleid. Wat willen we bereiken Sport Een kwalitatief goede en kwantitatief toereikende sportinfrastructuur. Een groter aantal mensen dat de Norm Gezond Bewegen haalt. Een betere aansluiting tussen school en sport. Een sportbeleid dat uitdaagt tot actieve sportbeoefening. Recreatie/Toerisme Een uitbreiding van het recreatieve aanbod voor inwoners van de gemeente. Een uitbreiding van het toeristische aanbod voor bezoekers van buiten de gemeente. Een economische stimulans door versterking van het toerisme. Cultuur Een stimulerend beleid gericht op zowel behoud als ontwikkeling van cultuur en cultuuruitingen. Het bevorderen van deelname door inwoners aan culturele uitingen, zowel actief als passief. Het bevorderen en in stand houden van waardevol erfgoed, specifiek het Bildts eigene. Meetbare effecten Sport Het percentage inwoners dat de Norm Gezond Bewegen haalt. Recreatie en toerisme Het aantal (dag)recreatiemogelijkheden. Het aantal verblijfsaccommodaties Het aantal overnachtingen in verblijfsaccommodaties. Het aantal vaarbewegingen op de Blikvaart Cultuur Het aantal subsidieaanvragen voor culturele activiteiten. Het aantal deelnemers aan gesubsidieerde culturele activiteiten. Het aantal leden van verenigingen / organisaties op cultureel gebied.
24
Wat is het bestaande beleid Bestuurlijke kaders – Recreatie/Toerisme Beleidskader Toerisme en Recreatie het Bildt (Raadsbesluit 09-2008) Uitgangspuntennotitie locatie Zwarte Haan (Raadsbesluit 09-2008) Middelsee beleidsnota Recreatie en Toerisme (Raadsbesluit 01-2010) Nota opvaren naar de Bildtse dorpen (Raadsbesluit 10-2010) Bestuurlijke kaders – Cultuur Cultuurnota (Raadsbesluit 09-2013) Instellingsverordening Kulturele Raad (collegebesluit 12-2010) Beleidsnota bibliotheekbeleid Noordwest Fryslân (Raadsbesluit 02-2014)
-
Bestuurlijke kaders – Sport Sportnota (Raadsbesluit 06-2011) Projectplan Go4Sport 2011-2018 (Collegebesluit 06-2010) Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen Cultuur In 2015 is door Bildtse culturele instellingen de Stichting Bildts Aigene opgericht. Deze overkoepelende organisatie richt zich op het borgen van de Bildtse taal en cultuur, mede met het oog op de nieuwe bestuurlijke omgeving per 2018. Bibliotheekwerk Gemeente het Bildt vormt samen met 6 andere gemeentes het cluster Bibliotheek Noordwest Fryslan. Er is een beleidsplan vastgesteld met als hoofddoel het toekomstbestendig maken van de bibliotheekvoorziening. Kenmerkend is de regionale aanpak. Buurtsportcoaches In verband met het beëindigen van de Middelsee samenwerking is het project GO4Sport per 1 januari 2016 gestopt. Via deelname aan het (landelijke) project Buurtsportcoaches is in een alternatief voorzien. Buurtsportcoaches stimuleren laagdrempelige en passende sport- en beweegactiviteiten in de buurt. Zij informeren en adviseren inwoners over de verschillende sport- en beweegmogelijkheden in de gemeente en stimuleren een gezonde leefstijl. De coaches verbinden sport- en beweegaanbieders met onderwijs, welzijn en zorg. Wat gaan wij er voor doen Sport De gemeente bevordert samenwerking tussen sportverenigingen met het oog op goede benutting accommodatiecapaciteit. De gemeente bekostigt een buurtsportcoach ter stimulering van sporten en bewegen. -
Recreatie en toerisme De gemeente beoogt in publiek-private samenwerking een uitvoeringsplan te maken voor ontwikkeling van Zwarte Haan als terrein voor verblijfs- en dagrecreatie. De gemeente realiseert een boothelling op De Dwinger in relatie tot bevordering waterrecreatie.
25
Cultuur Met betrekking tot de Bildtse taal is een aanvraag gedaan voor verhoging van de status van de Bildtse taal (deel 2 van het Europees Handvest). Met Stichting Bildts Aigene worden afspraken gemaakt over verdere aanpak / werkwijze. Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2014 2.511.885 37.313
Begroting 2015 2016 2.113.283 1.212.029 27.969 27.991
Meerjarenbegroting 2017 2018 2019 1.211.030 1.206.992 1.201.697 27.991 27.991 27.991
2.474.572
2.085.314
1.184.038
1.183.039
1.179.001
1.173.706
27.500
0
0
0
0
0
1.284.614
0
0
0
0
0
1.217.458
2.085.314
1.184.038
1.183.039
1.179.001
1.173.706
Lasten 234.954 94.050 5.222 32.005 65.190 444.824 5.940 133.389 55.598 34.791 2.796 8.432 46.841 3.799 9.564 15.328 9.125 4.849 5.332 1.212.029
Baten 0 0 0 0 0 0 2.258 20.337 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5.396 27.991
Saldo -234.954 -94.050 -5.222 -32.005 -65.190 -444.824 -3.682 -113.052 -55.598 -34.791 -2.796 -8.432 -46.841 -3.799 -9.564 -15.328 -9.125 -4.849 64 -1.184.038
Samenstelling ramingen huidig jaar 6510100 6511100 6511300 6530100 6530200 6530400 6530800 6531100 6540100 6540200 6540300 6541200 6560300 6560500 6560700 6560800 6580100 6580200 6580300 Totaal
Openbaar bibliotheekwerk Muziekonderwijs Ontwikkelingssamenwerking Beleid en advies sport Subsidiëring sport Zwembad en sporthal IJsbanen Sportvelden Kunstbeleid algemeen Amateuristische kunstbeoefening Bevordering Bildtse/Friese taal Documentatiecentra Toeristische fiets- en wandelpaden Dagrecreatievoorzieningen Overige openluchtrecreatie Bevordering toerisme Speelplaatsen Lokale omroep Multifunctionele accommodaties
26
6. Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Algemeen Het doel van dit programma is er aan bij te dragen dat iedere burger kan deelnemen aan de samenleving. Het programma omvat de volgende beleidsterreinen: Zorg voor jeugd Maatschappelijke ondersteuning Participatie Kinderopvang Peuterspeelzaalwerk Opvang asielzoekers
Wat willen we bereiken Zorg voor jeugd Kinderen en gezinnen krijgen tijdig en op maat de benodigde ondersteuning en zorg. Zorg wordt integraal ingezet. Bevordering van preventie en afname tweedelijns zorg. Maatschappelijke ondersteuning Ondersteuning van zelfredzaamheid, zo nodig met behulp van de eigen omgeving, is uitgangspunt. Als zelfredzaamheid niet mogelijk is komt professionele hulp aan bod. Zorg wordt integraal ingezet. Het gebiedsteam heeft een centrale rol in vormgeving van hulp en zorg op maat. Participatie Sociale partners, UWV en gemeenten helpen mensen met een arbeidsbeperking bij reguliere werkgevers of in een beschutte omgeving aan het werk. De gemeente participeert in het Regionaal Werkbedrijf om vorenstaande doelstelling mogelijk te maken. Contacten met het lokale bedrijfsleven worden ingezet om mensen met een arbeidsbeperking aan werk te helpen. Peuterspeelzaalwerk Een kwantitatief en kwalitatief goed aanbod van peuterspeelzaalwerk. Alle kinderen van 2 tot 4 jaar bezoeken een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf. Vroegtijdige onderkenning leerachterstanden. Opvang asielzoekers Participatie van bewoners van het AZC in de Bildtse samenleving. Huisvesting van statushouders, goede en snelle integratie in de Bildtse samenleving. Peuterspeelzaalwerk Het aantal kinderen dat een peuterspeelzaal bezoekt. Het aantal kinderen dat deelneemt aan het taalprogramma ‘Puk & Co’.
27
Opvang Asielzoekers Het aantal gebruikers aan de ‘regeling maatschappelijke participatie’ Het aantal gehuisveste statushouders.
Wat is het bestaande beleid Bestuurlijke kaders: Sociaal Domein - Procesplan ‘doorpakken en doen’ (collegebesluit 04-2012) - Zorg voor Jeugd Fryslân: op kompas invoegen en aansluiten (raadsbesluit 04-2013) - Beleid Prenatale Zorg (Collegebesluit 05-2013) - Regionaal Transitie Arrangement (raadsbesluit 12-2013) - Kadernota ‘Vaststellen en doorpakken’; aanpak nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning als vertrekpunt voor de drie decentralisaties in Noardwest Fryslân (raadsbesluit 12-2013) - Afspraken continuïteit functies BJZ en positionering AMHK (collegebesluit 03-2014) - Cliëntondersteuning en vroeghulp door MEE in 2015 (collegebesluit 05-2014) - Uitgangspuntennotitie “Inkoop Zorg voor Jeugd” en notitie “Inkoop, sturing en financiering 3D Noordwest Fryslân” (raadsbesluit 09-2014) - Omvormingsplan (raadsbesluit 10-2014) - Beleidsplan ‘Sociaal Domein in de praktijk’ (raadsbesluit 10-2014) - Verordening Jeugdwet (raadsbesluit 10-2014) - Verordeningen Participatiewet en Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (raadsbesluit 11-2014) - Nota “Naar een nieuw financieel vangnet” (raadsbesluit 12-2014) - Centrumregeling samenwerking sociaal domein Friese gemeenten (raadsbesluit 12-2014) Bestuurlijke kaders – Peuterspeelzaalwerk Professionalisering peuterspeelzaalwerk (Raadsbesluit 2003) Wet OKE Bestuurlijke kaders – Kinderopvang Wet Kinderopvang Nota toezicht en handhaving kwaliteit kinderopvang het Bildt (collegebesluit 05-2011) Wijziging Nota toezicht en handhaving kwaliteit kinderopvang het Bildt (collegebesluit 01-2012) Bestuurlijke kaders – Opvang asielzoekers Bijdrageregeling maatschappelijke activiteiten en sportactiviteiten voor de bewoners van het AZC (Raadsbesluit 04-2004) Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen Sociaal Domein: In het kader van de decentralisaties heeft de gemeente vanaf 2015 meer taken bij het ondersteunen van inwoners. Voor 2016 hebben we te maken met inhoudelijke opgaven en tegelijkertijd met minder middelen. Voor 2016 heeft nieuwe aanbesteding plaatsgevonden, binnen de wettelijke kaders van overgangsrecht en eerdere afspraken rond de overgang van zorg voor jeugd naar gemeenten (regionaal transitie arrangement, RTA). Om de nieuwe taken effectief uit te kunnen is een samenhangende benadering van het hele sociale domein nodig. We stellen deze inhoudelijke opgave voor het sociaal domein centraal en bieden waar mogelijk maatschappelijke ondersteuning vanuit sterke(re) basisvoorzieningen en integrale toeleiding door ons gebiedsteam. Zodoende moet gebruik van specialistische,
28
relatief dure, ondersteuning verminderen. Het in juni 2015 opgezette Platform maatschappelijke organisaties moet er ook voor zorgen dat ondersteuning wordt geboden door vrijwilligers. Deze aanpak past binnen de vastgestelde beleidskaders, waaronder de Kadernota4. Kijkend naar de financiële kaders zal de inhoudelijke opgave kostenefficiënt gerealiseerd moeten worden. De mogelijkheden zijn, zeker in de opstartfase, beperkt. In de begroting 2016 is in de algemene reserve rekening gehouden met een buffer om risico’s te kunnen opvangen. Peuterspeelzaalwerk Wat betreft het peuterspeelzaalwerk zijn er twee landelijke trends te noemen. Ten eerste is er de pilot startgroepen waarin de samenwerking tussen peuterspeelzalen en scholen (al dan niet in het zelfde gebouw) wordt bevorderd en peuters ook begeleid worden door basisschoolleerkrachten. Er is nog veel kritiek over het toetsen van peuters en het is daarom op dit moment nog niet duidelijk of er bij een positieve uitkomst in elke gemeente gestreefd zal worden naar startgroepen. De tweede ontwikkeling is de harmonisatie van peuterpeelzalen en kinderopvang. Het Rijk wil door nieuwe wetgeving de kwaliteit van de peuterspeelzalen op een zelfde niveau brengen als de kinderopvang. Voor de peuterspeelzalen gaat hetzelfde leidster kind ratio gelden als in de kinderopvang. Daarnaast zullen de peuterspeelzalen ook door de GGD gekeurd worden volgens de Wet kinderopvang. De bekostiging zal voor de kinderen van tweeverdieners via de wet kinderopvang gaan. De kinderen van éénverdieners en werklozen moeten door de gemeente bekostigd worden. Het is de bedoeling dat gewerkt zal gaan worden met een peutertoeslag voor ouders die geen recht hebben op kinderopvang toeslag. Het uitgangspunt hierbij is deze rechtstreeks uit te keren aan de uitvoerende organisatie. De verwachting is dat de hoogte van deze toeslag ongeveer vergelijkbaar is met de huidige subsidie. Opvang Asielzoekers Op verzoek van het COA is besloten om het AZC in St.-Annaparochie langer open te laten. De instroom van asielzoekers in Nederland zorgt er voor dat een aantal AZC’s die eerder op de nominatie stonden om gesloten te worden nu toch open blijven, waaronder die in onze gemeente. Door de mondiale toename van vluchtelingenstromen is de populatie van het AZC aan frequente wijziging onderhevig. De gemeente bepleit primair opvang van gezinnen op het AZC met het oog op de positie van de AZC school. Wat gaan wij er voor doen Kwijtschelding belastingen De gemeente bevordert benutting van de kwijtscheldingsregeling voor inwoners met een inkomen op 100% van de bijstandnorm. Sociaal Domein: De gemeente geeft, i.s.m. zes andere gemeenten en de Dienst SoZaWe, vorm aan de decentralisaties. Het beleidsplan “Sociaal domein in de praktijk” vertaalt de kaders en uitgangspunten in de Kadernota “Vaststellen en doorpakken” naar de praktijk. De gemeente ontwikkeld een samenhangende aanpak die de basis vormt voor de werkwijze in het sociaal domein. In 2016 wordt Participatie in het Gebiedsteam geïntegreerd. 4
Vaststellen en doorpakken, door de raad vastgesteld in april 2014.
29
Kinderopvang / Peuterspeelzalen De gemeente voert de registratie uit van alle vormen van kinderopvang en van het peuterspeelzaalwerk in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk. Daarnaast draagt de gemeente i.s.m. GGD Fryslân zorg voor toezicht en handhaving op de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk. Controleren van de kwaliteit peuterspeelzalen door middel van periodieke inspectie. Opvang asielzoekers De gemeente bevordert benutting van de gemeentelijke bijdrageregeling voor de bewoners van het AZC. De gemeente huisvest statushouders conform taakstelling. De gemeente maakt inburgering voor statushouders mogelijk via een passend aanbod. Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2014 9.416.349 5.733.555
Begroting 2015 2016 13.896.324 13.660.304 4.007.778 4.080.244
Meerjarenbegroting 2017 2018 2019 13.117.921 12.834.569 12.597.991 4.080.244 4.080.244 4.080.244
3.682.795
9.888.546
9.580.060
9.037.677
8.754.325
8.517.747
4.636
0
0
0
0
0
167.839
3000
0
0
0
0
3.519.592
9.885.546
9.580.060
9.037.677
8.754.325
8.517.747
Lasten 1.555.034 3.792.479 1.507.496 364.700 79.300 98.800 106.300 10.673 5.182 56.674 393.806 83.434 149.336 208.542 776.551 32.873 0 1.108.265 114.000 731.851 2.086.509 398.500 0 13.660.304
Baten 0 3.728.982 0 14.900 0 0 0 3.500 0 113.844 0 0 0 0 0 0 212.868 0 0 0 0 0 6.150 4.080.244
Saldo -1.555.034 -63.497 -1.507.496 -349.800 -79.300 -98.800 -106.300 -7.173 -5.182 57.170 -393.806 -83.434 -149.336 -208.542 -776.551 -32.873 212.868 -1.108.265 -114.000 -731.851 -2.086.509 -398.500 6.150 -9.580.060
Samenstelling ramingen huidig jaar 6610100 6610400 6611100 6614100 6614200 6614300 6614400 6621100 6621200 6621400 6623100 6650100 6650200 6661100 6662100 6663100 6667100 6670100 6671100 6672100 6682100 6683100 6687100 Totaal
Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen- en su Sociale werkvoorziening Bijzondere bijstand Kwijtschelding belastingen Minimabeleid Schuldhulpverlening Opvang asielzoekers (buiten AZC) Inburgering nieuwkomers = vervallen Opvang asielzoekers (AZC St. Annaparochie) Participatievoorzieningen Kinderopvang Peuterspeelzalen Maatwerkvoorzieningen Natura materieel Wmo Maatwerkvoorzieningen Natura immaterieel Wmo Opvang en beschermd wonen Eigen bijdragen maatwerkvoorzieningen en opvang Wm Algemene voorzieningen Wmo en Jeugd Eerstelijnsloket Wmo en Jeugd PGB Wmo en Jeugd Individuele voorzieningen Natura Jeugd Veiligheid, Jeugdreclassering en opvang jeugd Ouderbijdragen individuele voorzieningen en opvang
30
7. Volksgezondheid en milieu Algemeen Het programma omvat zorg voor: 1. Volksgezondheid (inclusief jeugdgezondheidszorg), 2. Riolering, 3. Milieu, 4. Afvalinzameling en –verwerking, 5. Toezicht en handhaving, 6. Begraafplaatsen. Bij toezicht en handhaving van de fysieke leefomgeving betreft dit de onderdelen bouw, milieu, ruimtelijke ordening, veiligheid en Algemeen Plaatselijke Verordening. De werkzaamheden worden in samenwerking uitgevoerd met de Middelsee Gemeenten. Met ingang van 2014 wordt deelgenomen aan de FUMO voor de basistaken op het gebied van (milieu-)handhaving. Wat willen we bereiken Volksgezondheid Betere medische gezondheid van alle inwoners. Betere mogelijkheden om lichamelijk, geestelijk en sociaal te kunnen functioneren. Riolering Doelmatig verzamelen van afvalwater en afvoeren naar de rioolzuivering. Voorkomen van ongewenste emissies naar het oppervlaktewater, bodem en grondwater. Voorkomen van wateroverlast. Voldoen aan de wettelijke eisen die er aan de kwaliteit van het water worden gesteld. Minder hemelwater in de riolering. Milieu Duurzaam beschermen en verbeteren van de milieukwaliteit van het Bildt. Toezicht en handhaving Kwaliteitsverbetering voor deze taak en voldoen aan de landelijke kwaliteitseisen. Het scheppen van meer duidelijkheid en meer eenduidigheid op het gebied van de handhavingstaken. Verbetering van het naleefgedrag. Begraafplaatsen Kwalitatief goed beheer van de bestaande begraafplaatsen tegen acceptabele kosten en met voldoende aandacht voor de arbeidsomstandigheden. Meetbare effecten -
Gezondheidssituatie volwassenen en jeugdigen conform SES-indicatoren in de gemeentelijke kadernota Volksgezondheid.
31
-
Aantal actuele vergunningen en meldingen verleend aan bedrijven die vallen onder het regime van de Wet milieubeheer. Aantal bodemonderzoeken, -saneringen en kwaliteitskeuringen. Aantal kilogram afval dat tenminste (on)gescheiden wordt ingezameld. Oordeel VROM m.b.t. tot kwaliteit en of wordt voldaan aan landelijke kwaliteitseisen. Minder aantal geconstateerde overtredingen.
Wat is het bestaande beleid Bestuurlijke kaders – Publieke gezondheidszorg Nota gemeentelijk gezondheidsbeleid “het Bildt: een gezonde(re) gemeente” van 2004 t/m 2007 (Raadsbesluit 06-2004) Kadernota Volksgezondheid 2009-2012 (Raadsbesluit 07-2009) Kadernota ‘jeugd in beeld’ (Raadsbesluit 12-2008) Bestuurlijke kaders – Riolering Gemeentelijk Rioleringsplan, GRP 2013/2017 Basisrioleringsplannen In het GRP is het rioleringsbeleid vastgelegd en wordt invulling gegeven aan de (wettelijke) planverplichting. Per dorp is een basisrioleringsplan (BRP) vastgesteld, afgestemd op het GRP. Bestuurlijke kaders – Milieu Milieubeleidsplan gemeente het Bildt van 2015 -2018 (Raadsbesluit 07-2015) Milieuprogramma gemeente het Bildt Nota bodembeheer 2012 (raadsbesluit 04-2012) Duurzaamheidsnotitie 2011 Bestuurlijke kaders – Toezicht en handhaving Handhavingsbeleid fysieke leefomgeving (Raadsbesluit 11-2004) Bestuurlijke kaders – Begraafplaatsen Nota begraafplaatsen "Begraven op het Bildt" (Raadsbesluit 09-2005) Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen Publieke gezondheidszorg De rol van de gemeente op het terrein van gezondheidszorg is geregeld in de Wet publieke gezondheid (Wpg) Het beleid wordt uitgevoerd door de GGD in samenwerking met de geestelijke gezondheidszorg, eerstelijnszorg enz. In het najaar van 2012 stelde de bestuurscommissie van de GGD de nota “Ruimte voor gezondheid” vast: de Friese nota gemeentelijk gezondheidsbeleid / deelplan GGD 2013-2016. GGD en gemeenten hebben samen opgetrokken bij de totstandkoming van deze Friese nota. In de nota is het beleid t.a.v. publieke gezondheid voor de komende vier jaren vastgelegd. Deze nota dient als kader voor het lokale uitvoeringsprogramma (paragraaf) “het Bildt gezond”. Samen met de GGD en de gemeenten Franekeradeel en Menameradiel aan deze paragraaf gewerkt. Door de werkzaamheden i.k.v. het Sociaal Domein is deze paragraaf nog niet afgerond maar zal in oktober 2015 ter vaststelling worden aangeboden aan de raad. In deze paragraaf wordt ook ingegaan op de besteding van de gelden die we hebben gekregen i.k.v. de stimuleringsbijdrage “Gezond In De Stad!” (GIDS) van het Ministerie van VWS.
32
Voor de uitvoering van deze lokale paragraaf zijn geen extra middelen nodig. Riolering Voor de periode tot 2020 staan de partijen voor de landelijke opgaaf in het kader van de waterketen. Landelijk is er afgesproken om in 2020 een structurele lastenverlichting voor de burger van € 400 miljoen te realiseren in de waterketen. De partijen die in Friesland verantwoordelijk zijn voor deze taakstelling zijn het Wetterskip, Vitens en de gemeenten. Voor de partijen in Friesland betekent de landelijke afspraak een bedrag van ca. € 12 miljoen. Omgerekend ca. € 12 per inwoner voor de gemeenten. Let wel: het gaat hier niet om een verlaging van de rioolrechten maar om “minder meer”. In het huidige GRP is hier rekening mee gehouden. Milieu De werkingsduur van het bestaande gemeentelijk milieubeleidsplan loopt van 2015 tot en met 2018. In de raad van juli 2015 is het gemeentelijk milieubeleidsplan behandeld. Toezicht en handhaving In 2014 is de FUMO gestart. Deze zal in 2016 de verplichte basistaken voor de gemeente uit voeren. Door het stoppen van de Middelseesamenwerking is in 2015 gekeken worden naar de mogelijkheden ten aanzien van de uitvoering van de handhavingstaken. De gemeenten Menameradiel en het Bildt zullen een doorstart maken met het handhavingsbureau. Wat gaan wij er voor doen Volksgezondheid De Bestuurscommissie van de GGD heeft de nota “Ruimte voor gezondheid” vastgesteld. Hieraan voegen wij de lokale paragraaf “het Bildt gezond” aan toe. De gemeente stelt een buurtsportcoach aan die zorgt voor meer activiteiten gericht op bewegen. Deze maakt ook verbinding tussen de vrijwilligers van de sportverenigingen en de zorg voor kinderen. Riolering De gemeente doet onderzoek naar de toestand van de riolering, het uitvoeren van onderhoud, vervangings- en verbeteringsmaatregelen conform het GRP. De komende jaren zal de nadruk liggen op het afkoppelen van verharde oppervlakten. In 2016 zullen de in het GRP 2013 t/m 2017 genoemde maatregelen worden uitgevoerd. Milieu De gemeente voorkomt waar mogelijk nieuwe gevallen van milieuverontreiniging en bevordert het duurzaam beschermen/beheren en zo mogelijk verbeteren van de aanwezige milieukwaliteit(en), door vnl.: Erop toe te zien dat alle bedrijven (inclusief gemeentelijke bedrijfsvoering) beschikken over een actuele vergunning/melding binnen de daarvoor geldende wettelijke termijnen. Bij bouwen en ruimtelijke ontwikkelingen het gebruik van grond c.q. de functie altijd te toetsen aan de actuele milieukwaliteit. Het voorkomen van zwerfafval. Het in stand houden van de bestaande wijze van afvalinzameling, en deze te verbeteren door heroriëntatie op het gebied van gescheiden inzameling en verwerking van componenten door uitvoering van de maatregelen opgenomen in het afvalscheiding en preventieplan.
33
-
Actief beheer van milieukwaliteitinformatie door inventarisatie, registratie, beheer, periodiek actualisatie, (digitaal) ontsluiting en het geven van voorlichting. Het bodeminformatiesysteem en inrichtingenbestand worden periodiek geactualiseerd door invoering van nieuwe informatie en verder uitgebouwd voor andere milieuthema’s.
Toezicht en handhaving Het handhavingbureau stelt jaarlijks een uitvoeringsprogramma op en brengt dit ten uitvoer. Het handhavingbureau verbetert de samenwerking en afstemming met overige handhavingpartners zoals Wetterskip, Provincie en politie. Het handhavingbureau monitoort de resultaten en geeft deze in de vorm van een jaarlijks verslag weer. Het handhavingbureau voert preventief toezicht uit op basis van een vastgelegde frequentie. Begraafplaatsen Gewerkt wordt volgens de vastgestelde beleidslijn.
Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2014 3.301.790 2.315.334
Begroting 2015 2016 3.006.384 3.122.541 2.207.865 2.246.168
Meerjarenbegroting 2017 2018 2019 3.143.675 3.140.787 3.168.095 2.259.857 2.273.582 2.287.343
986.456
798.519
876.373
883.818
867.205
880.752
90.714
0
0
0
0
0
9.947
0
0
0
0
0
1.067.223
798.519
876.373
883.818
867.205
880.752
Lasten 108.660 277.017 1.183.706 952.846 271.728 1.700 286.885 0 0 40.000 3.122.541
Baten 0 0 260.363 682 0 0 20 1.004.363 831.400 149.340 2.246.168
Saldo -108.660 -277.017 -923.343 -952.164 -271.728 -1.700 -286.865 1.004.363 831.400 109.340 -876.373
Samenstelling ramingen huidig jaar 6714100 6715100 6721100 6722100 6723100 6723200 6724100 6725100 6726100 6732100 Totaal
Openbare gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg Afvalinzameling en -verwerking Riolen en rioolgemalen Milieu Ongediertebestrijding Begraafplaatsen/lijkbezorging Baten afvalstoffenheffing Baten rioolheffing Baten begraafplaatsrechten
34
8. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Algemeen Het doel van dit programma is het bevorderen en instandhouden van een evenwichtig woonen leefklimaat. Centraal staat de missie: “het Bildt, een ondernemende gemeente waar ruimte is voor een unieke leefomgeving en betrokken leefgemeenschappen”. Daarbij wordt gezocht naar een balans tussen de volgende uitgangspunten: het behouden van de open ruimte, bouwen naar behoefte met aandacht voor specifieke doelgroepen, ruimte voor economische ontwikkeling, het faciliteren van bedrijvigheid en de aanwezigheid van voldoende voorzieningen Dit programma omvat de gemeentelijke taken op het terrein van: 1. de ruimtelijke ordening (beheer, ontwikkeling, inrichting, bouwen) en 2. volkshuisvesting Wat willen we bereiken Ontwikkelingen n.a.v. wetgeving en bovengemeentelijk beleid: - Adequaat, actueel en inzichtelijk ruimtelijk beleid op basis waarvan de gemeente zich kan ontwikkelen als woon-/ werkgemeente in een aantrekkelijk landschap. - Meer aandacht voor het behoud en versterking van het unieke karakter van het Bildt (landschap, wonen en werken) en het behoud van het waardevolle erfgoed. - Uitbouwen en versterken van de positie van St.-Annaparochie als regionaal centrum. - Inspelen op ontwikkelingen in de landbouwsector (geen verdere glastuinbouwontwikkeling). Ontwikkelingen naar aanleiding van eigen beleid: - Zorg dragen voor een evenwichtig en duurzaam aanbod op de Bildtse woningmarkt afgestemd op doelgroepen. - Woningbouw meer in inbreidingsplannen, minder in uitbreidingen. - Voorkomen verpaupering en leegstand. - Afstemmen ruimtelijke ontwikkelingen (bestaande en toekomstige plannen) op verwachte bevolkingsontwikkeling: krimp, vergrijzing en ontgroening. Maatwerk. Meetbare effecten Ontwikkelingen n.a.v. wetgeving en bovengemeentelijk beleid - In bestemmingsplannen zullen mogelijkheden worden opgenomen om het waardevolle erfgoed te behouden en te beschermen. - In structuurvisies en bij de ontwikkeling van plannen zullen mogelijkheden worden opgenomen om de positie van St.-Annaparochie als regionaal centrum te versterken. Ontwikkelingen naar aanleiding van eigen beleid: - Structuurvisie Wonen - Structuurvisie St.-Annaparochie
35
Wat is het bestaande beleid Bestuurlijke kaders -
Collegeprogramma 2014-2018 Bestemmingsplannen Notitie Verstening in het Buitengebied (Raadsbesluit van 02-1998) Notitie Intensieve Veehouderijbedrijven (Raadsbesluit van 03-1998) Handhavingsbeleid voor de fysieke leefomgeving (2012-2016) Structuurvisie St.-Annaparochie (Raadsbesluit van 06-1999). Herziening in 2012 Beleidsvisie antenne-installaties mobiele telefoonverkeer (Raadsbesluit van 09-2000) Structuurvisie Wonen (herziening in 2012) Planschadenotitie (Raadsbesluit van 10-2008) Welstandsnota (Raadsbesluit van 05-2004) Notitie erfgoedbeleid (2010) Convenant Wonen Noordwest Friesland Structuurvisie St.-Annaparochie (2012)
Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen Ontwikkelingen n.a.v. wetgeving en bovengemeentelijk beleid Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) In 2014 zal de definitieve inrichting van het BAG beheer moeten worden ingevoerd Actualiseren en digitaliseren bestemmingsplannen Naar aanleiding van gewijzigd beleid als het Streekplan, de Nota Ruimte, e.d. zijn bestemmingsplannen voor 1 juli 2013 geactualiseerd en digitaal door de burger te raadplegen. Invoering omgevingswet (OW) Hoewel de omgevingswet naar het zich laat aanzien in 2018 in werking zal treden voor de gemeente dient de voorbereiding in 2016 ev. op te starten. Vergunningverlening Toezicht en Handhaving (VTH) In 2016 zullen de VTH taken en de veranderende regelgeving vanuit het Rijk verder moeten worden geïmplementeerd. Dit wordt gedaan in Westergo verband. Ontwikkelingen naar aanleiding van eigen beleid Woningbouw in dorpen, waaronder St.-Annaparochie ( Nije Kamers 3e en 4e fase, Nij Toerenburg fase 2), Oudebildtzijl (inbreiding), St.-Jacobiparochie (vm. Sportvelden), Van Wijngaardenstraat (starterswoningen), Minnertsga (Groot Hermana, Bosdykje), Vrouwenparochie (locatie spoorweggebied en uitbreiding) en Nij Altoenae (uitbreiding) Verdere ontwikkeling duurzaam bouwen. Wat gaan wij er voor doen -
De gemeente gaat conform het vastgestelde beleid ontwikkelingen en aanvragen toetsen. En mogelijke ontwikkelingen in 2016 volgen. De gemeente zal na ontvangst van de subsidie beschikking, starten met de voorbereiding en uitvoering van het project Bildtdijken.
36
Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2014 1.200.578 635.792
Begroting 2015 2016 932.234 902.037 150.971 188.613
Meerjarenbegroting 2017 2018 889.251 883.300 188.613 188.613
2019 881.948 188.613
564.786
781.263
713.425
700.638
694.688
693.335
40.000
137.208
137.208
137.208
137.208
137.208
137.942
35.409
35.776
35.776
35.776
35.776
466.844
883.062
814.857
802.070
796.120
794.767
Lasten 257.107 47.184 68.907 200 11.132 444.912 0 5.129 2.472 0 0 21.132 2.722 4.687 28.316 3.155 0 4.983 902.037
Baten 0 0 0 0 0 2.600 155.000 0 2.472 0 0 21.132 2.722 4.687 0 0 0 0 188.613
Saldo -257.107 -47.184 -68.907 -200 -11.132 -442.312 155.000 -5.129 0 0 0 0 0 0 -28.316 -3.155 0 -4.983 -713.425
Samenstelling ramingen huidig jaar 6810100 6820100 6821100 6821200 6821201 6822100 6823100 6830100 6830109 6830111 6830122 6830123 6830125 6830126 6830201 6830202 6830203 6830205 Totaal
Bestemmings- en structuurplannen Volkshuisvestingsbeleid Dorpsvernieuwing Monumentenzorg (algemeen) Monumentenzorg (kerktoren Minnertsga) Bouw-, woning- en welstandstoezicht Leges bouwvergunningen Bouwgrondexploitatie Grondexploitatie Vrouwenparochie-Noord Grondexploitatie Nij Altoenae 2e fase Grondexploitatie Nije Kamers 3e/4e fase Grondexploitatie Minnertsga 2e fase Grondexploitatie St.-Annaparochie-Campus Middelsee Grondexploitatie Ulbe van Houten BP Toekomstige grondexploitatie ZW St-Anne Gronden best.plan Mga Hermana 3e fase Minnertsga Noord-Oost Hermana Uitbreiding Oudebildtzijl Noord-Oost
37
9. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Algemeen
De algemene dekkingsmiddelen, zoals o.a. de algemene uitkering uit het gemeentefonds worden niet als baten in de diverse programma’s opgenomen. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat de algemene dekkingsmiddelen en het bedrag voor onvoorzien afzonderlijk zichtbaar worden gemaakt. Er is om die reden dus geen sprake van een programma en om die reden wijkt dit overzicht af van de hiervoor gehanteerde programma-indeling. Inzicht in de baten is echter essentieel voor de raad. Daarom zijn de belangrijkste onderdelen van de algemene dekkingsmiddelen verplicht (BBV) voorgeschreven. Onder de algemene dekkingsmiddelen wordt verstaan: lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is algemene uitkeringen (uit het gemeentefonds) dividend saldo van de financieringsmiddelen overige algemene dekkingsmiddelen Overzicht algemene dekkingsmiddelen In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de algemene dekkingsmiddelen. Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Lokale heffingen Algemene uitkeringen
1.745.186
1.798.576
1.828.139
1.828.139
1.828.139
1.828.139
12.164.074 11.356.807 11.276.130 10.907.520 10.549.059 10.591.595
Uitkeringen deelfonds sociaal domein
6.460.600
6.186.443
5.861.485
5.578.687
5.342.663
82.977
30.504
70.358
70.358
70.358
70.358
Saldo financieringsfunctie
801.035
778.841
726.631
808.904
815.974
825.389
Overige algemene dekkingsmiddelen
129.803
-193.607
-252.552
-252.552
-252.552
-252.552
Dividend
14.923.074 20.231.721 19.835.149 19.223.854 18.589.665 18.405.592 Onvoorzien
0
-11.000
-11.000
-11.000
-11.000
-11.000
14.923.074 20.220.721 19.824.149 19.212.854 18.578.665 18.394.592
1. Lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is Het Bildt kent alleen de onroerende zaakbelastingen en de woonforensenbelastingen als vrij besteedbare belastingen. Voor een nadere toelichting hierop wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen. 2. De algemene uitkeringen uit het gemeentefonds In het spraakgebruik wordt ‘de algemene uitkering’ als synoniem gezien van ‘het gemeentefonds’. Uit het gemeentefonds worden echter zowel algemene uitkeringen, integratie-uitkeringen als decentralisatie-uitkeringen verstrekt. De omvang van het gemeentefonds kan wijzigen door taakwijzigingen, compensatie voor verdwijnen van inkomsten, kortingen/bezuinigingen en het accres van de zogeheten normeringmethode. De algemene uitkeringen stijgen óf dalen evenredig aan de wijziging in de omvang van het gemeentefonds. De algemene uitkering wordt verdeeld met behulp van
38
algemene verdeelmaatstaven die gebaseerd zijn op structuurkenmerken. De gemeentefondsvervangende uitkering die het Bildt krijgt voor de aanwezigheid van het AZC en de WMO–uitkering worden (ook) als algemene uitkeringen beschouwd. De integratie-uitkeringen werden veelal gebruikt als overgangsmaatregel om herverdeeleffecten bij de omzetting van een specifieke uitkering naar de algemene uitkering uit het gemeentefonds te vergemakkelijken. Deze uitkeringen worden verdeeld op basis van in het verleden bestede of ontvangen gelden voor een bepaalde activiteit. Het is wel de bedoeling dat een integratie-uitkering op zeker moment ophoudt te bestaan en dat de verdeling van het geld via de reguliere maatstaven verloopt. Het Bildt ontvangt in 2016 de volgende integratie-uitkeringen: Wet Uitkering Wegen Wet Maatschappelijke Ondersteuning
€ €
270.245 830.897
De decentralisatie-uitkering is een variant op de integratie-uitkering en heeft in 2009 zijn intrede gedaan. De introductie van de decentralisatie-uitkering heeft te maken met het rijksbeleid om gemeenten meer ruimte te geven voor lokaal maatwerk en om interbestuurlijke lasten te verminderen. De decentralisatie-uitkeringen zijn voor een beperkt aantal gemeenten van toepassing, waardoor verdeling via de maatstaven van de algemene uitkering niet in aanmerking komt. Het Bildt ontvangt in 2016 de volgende decentralisatie-uitkeringen: Versterking peuterspeelzaalwerk Provinciale taken VTH Gezond in de stad Impuls Brede Scholen combinatiefuncties Toelage Huishoudelijke Hulp
€ € € € €
43.781 20.802 29.000 49.280 216.645
Met ingang van 2015 zijn gemeenten op grond van de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet integraal verantwoordelijk voor het sociaal domein. De middelen daarvoor worden daarvoor vanaf 2015 in de vorm van integratie-uitkeringen verstrekt. De decentralisaties ging in eerste instantie in 2015 gepaard met een toevoeging van € 10,4 miljard aan het gemeentefonds. Inmiddels is dit bedrag terug gebracht naar € 10,1 miljard in 2015 en daalt de integratie-uitkering in totaliteit naar € 9,3 miljard in 2020. Het Bildt omtvangt in 2016 de volgende integratie-uitkeringen Sociaal Domein: AWBZ naar Wmo Jeugdzorg Participatiewet
€ 1.470.835 € 2.939.354 € 1.776.254
Driemaal per jaar verschijnt een gemeentefondscirculaire die de gemeenten over de omvang en de verdeling van het fonds informeert. Die circulaires spelen een rol in het gemeentelijke begrotingsproces (maart, mei en september). De in de begroting 2016 opgenomen uitkeringen gemeentefonds zijn gebaseerd op de Meicirculaire 2015 Gemeentefonds.
39
3. Dividenden De gemeente het Bildt is in het bezit van aandelen NV Bank Nederlandse Gemeenten: 73.905 aandelen nominaal € 2,50 = € 184.762,50 Voor 2016 en volgende jaren is rekening gehouden met een dividenduitkering van € 1,11 per aandeel. Een aantal kleinere deelnames worden op de betreffende programma’s (3 en 7) verantwoord, zoals in het BBV voorgeschreven. 4. Saldo financieringsfunctie Het saldo bestaat uit de lasten en baten voor de: 1. geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar welke verband houden met de kortlopende financiering van de begroting; 2. geldleningen en uitzetting langer of gelijk aan 1 jaar welke verband houden met de treasuryfunctie. Op begrotingsbasis bestaat het saldo financieringsfunctie uit de bespaarde rente door interne financiering via de reserves en voorzieningen: 5,0% van € 13.532.624. De verschuldigde rente voor externe financiering wordt op een kostenplaats verzameld en tezamen met de bespaarde rente via de rente-omslagmethode aan de desbetreffende programma’s toegerekend (op basis van de boekwaarden van investeringen). Voor 2016 is een rente-omslagpercentage van 6,32 gehanteerd. 5. Overige algemene dekkingsmiddelen Onder de overige algemene dekkingsmiddelen kunnen verschillende onderwerpen vallen. Een en ander is veelal afhankelijk van de eigen gemeentelijke situatie. Voor onze gemeente valt hieronder: - post onvoorzien € 11.000 - post voorziene bestedingen € 252.522 - saldi van kostenplaatsen € 4.668 -/De post voorziene bestedingen bestaat uit: - € 64.465 voor het oplossen van organisatorische knelpunten in de organisatie; - € 15.000 indexering subsidies; - € 49.825 apparaatskosten Stafbureau en € 123.262 inhuur personeel van derden Werkenbuiten welke nog niet aan programma’s zijn toegerekend. De saldi van kostenplaatsen betreffen de afrondingsverschillen die ontstaan bij de doorbelasting aan de diverse programma’s. 6. Post onvoorzien Er is een bedrag voor onvoorziene uitgaven in de begroting opgenomen (op basis van € 1.00 per inwoner).
40
Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2014 873.188 15.175.290
Begroting 2015 2016 427.308 436.388 20.461.950 20.099.378
Meerjarenbegroting 2017 2018 2019 374.214 359.250 382.386 19.488.083 18.853.894 18.669.821
-14.302.102
-20.034.642
-19.662.990
-19.113.869
-18.494.643
-18.287.435
2.473.742
58.699
0
161.137
0
0
2.264.816
93.666
25.228
15.983
15.983
15.983
-14.093.176
-20.069.609
-19.688.218
-18.968.715
-18.510.626
-18.303.418
Lasten 11.677 50.541 0 0 0 11.000 252.552 0 45.000 0 0 0 70.402 -4.784 0 436.388
Baten 82.035 0 726.631 11.249.633 26.497 0 0 6.186.443 0 200.711 1.619.428 8.000 0 0 0 20.099.378
Saldo 70.358 -50.541 726.631 11.249.633 26.497 -11.000 -252.552 6.186.443 -45.000 200.711 1.619.428 8.000 -70.402 4.784 0 19.662.990
Samenstelling ramingen huidig jaar 6913100 6913200 6914100 6921100 6921500 6922100 6922101 6923100 6930100 6931100 6932100 6935100 6940100 6960100 6990100 Totaal
Overige financiele middelen Overig onroerend goed Geldleningen en uitzettingen > dan 1 jaar Algemene uitkering gemeentefonds Gemeentefondsvervangende uitkering AZC Onvoorziene uitgaven Voorziene bestedingen Uitkeringen deelfonds sociaal domein Uitvoering WOZ Baten onroerende zaakbelastingen, gebruikers Baten onroerende zaakbelastingen, eigenaren Baten woonforensenbelasting Lasten heffing en invordering gem.belastingen Saldi van kostenplaatsen Resultaat na bestemming
41
4.
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Het wettelijk kader Het wettelijk kader ligt besloten in artikel 168 van de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording. Artikel 11. Besluit Begroting en Verantwoording: 1. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: a. de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de provincie onderscheidenlijk gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; b. alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. 2. De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen en de risicobeheersing bevat ten minste: a. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; b. een inventarisatie van de risico's; c. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s; d. een kengetal voor de: 1a. netto schuldquote 1b. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte geldleingen 2. solvabiliteitsratio 3. grondexploitatie 4. structurele exploitatieruimte; en 5. belastingcapaciteit e. een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie. 3. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de wijze waarop de kengetallen, genoemd in het tweede lid, onderdeel d, door provincies en gemeenten worden vastgesteld en in de begroting en het jaarverslag worden opgenomen. Het eigen beleid Het beleid inzake het weerstandsvermogen en risicomanagement is vastgelegd in: - de Financiële verordening 2003 (van september 2003), en - de nota Weerstandsvermogen en risicomanagement gemeente het Bildt welke op 2709-2007 door de raad is vastgesteld. De benodigde weerstandscapaciteit is destijds vastgesteld aan de hand van een risicoinventarisatie. De afdelingen hebben hun eigen risico’s, inclusief de kans van optreden en financiële gevolgen geïnventariseerd. Op basis van dit risicoprofiel is uitgerekend hoeveel weerstandscapaciteit we nodig hebben. Vanaf dat moment is de risico-inventarisatie bijgesteld. De weerstandscapaciteit voor het Bildt bestaat uit: - Vrij aanwendbare deel algemene reserve - Post onvoorzien - Begrotingsruimte De beschikbare weerstandscapaciteit moet minstens even groot zijn als de benodigde weerstandscapaciteit. Dit betekent een ratio weerstandsvermogen van groter dan of gelijk aan 1. 42
Risico-inventarisatie
Risico naar categorie
Inkomsten Algemene uitkering Dubieuze debiteuren OZB Dividend Kapitaalgoederen Archief Financiering Garantstellingen Borg hypotheken personeel Verbonden Partijen Dienst SoZaWe Grondbedrijf Bedrijfsvoering Personeel Disfunctioneren Imago risico Organisatierisico Loonkosten Wethouders Openeinderegelingen Leerlingenvervoer Grote projecten Onderwijshuisvesting Bodemsanering Juridisch Rechtmatigheid Planschade Bezwaarschriften Externe factoren Renteontwikkeling Ontwikkeling prijspeil Decentralisatie overheidstaken en nieuw beleid Totaal
Kans% Regulier j/n
100 10
Geschat financieel gevolg bij Reële financieel voordoen. Bij reguliere gevolg (kans x risico’s is de manier van financieel gevolg) dekking aangegeven
2.000 40.000
€ 2.000 € 4.000
25
€ 100.000 € 1.000.000 € 125.000 € 300.000 € 200.000 € 122.500 € 100.000 € 36.500 voorziening € 22.500
€ 10.000 € 100.000 € 12.500 € 30.000 € 40.000 € 61.250 € 20.000 € 3.650 € 5.625
10
€ 200.000
€ 20.000
€ €
€ 25.000 € 40.000
€ €
10 10 10 10 20 50 20 10 -
Ja
10 -
25.000 40.000
€374.025
Waarborgen en garanties De gemeente heeft zich voor garant gesteld voor leningen in de sfeer van volkshuisvesting en stichtingen die het algemeen belang behartigen. Het bedrag aan gerantstelling per 1 januari 2016 is naar verwachting voor: - onderwijscampus € 6,000 miljoen (afgerond) - woningbouw € 7,874 miljoen - verzorgingscentrum € 1,623 miljoen - zwembad/sporthal € 1,212 miljoen - mfc Ons Huis € 0,082 miljoen
43
Benodigde weerstandscapaciteit. Op basis van de risico-inventarisatie is de benodigde weerstandscapaciteit, bij een zekerheidspercentage van 80%, € 299.220. Voor de niet bekende risico’s wordt € 100.000 gehanteerd. Daarnaast heeft het Bildt er tot nu toe voor gekozen een structurele weerstandscapaciteit te willen hebben van € 200.000. Beschikbare weerstandscapaciteit. De stand van de reserves per 1 januari 2016\ is naar verwachting: Algemene reserve € 1.973.309 Beklemde deel van de algemene reserve € 916.647 Vrij aanwendbare algemene reserve € 1.056.662 De onderdelen Post onvoorzien, begrotingsruimte, onbenutte belastingcapaciteit dienen te worden meegenomen bij het berekenen van de weerstandscapaciteit. In de begroting 2016 is een post Onvoorzien ter grootte van € 11.000 opgenomen. De begrotingsruimte is € 34.152 in 2016. (maar € 15.960 in 2017 = als structureel te beschouwen). Er is geen onbenutte belastingcapaciteit meer aanwezig. De totale beschikbare weerstandscapaciteit is dus € 1.101.814. Met deze beschikbare weerstandscapaciteit heeft de gemeente voldoende capaciteit om de risico’s financieel af te dekken. Hierbij wordt wel aangetekend dat, in relatie tot de decentralisaties in het sociaal domein, op dit moment van schrijven de resultaten van aanbesteding (en dus de beoogde verzilvering) nog niet bekend zijn. Ratio weerstandsvermogen. De ratio weerstandsvermogen is als volgt: - beschikbare weerstandscapaciteit: o incidenteel € 1.085.854 o structureel € 15.960 - benodigd weerstandsvermogen o incidenteel € 399.220 o structureel € 200.000 Berekening ratio: (€ 1.101.814) / € 599.220) = 1,8 (kwalificatie voldoende). Kengetallen. Met ingang van de begroting 2016 moeten de volgende kengetallen worden opgenomen in deze paragraaf:
Kengetallen: netto schuldquote netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen solvabiliteitsrisico structurele exploitatieruimte grondexploitatie belastingcapaciteit
44
Verloop van de kengetallen Verslag 2014 Begr. 2015 Begr. 2016 -3% -2% -3% -3% -3% -3% 47% 35% 34% -3% 1% 1% 3% 3% 3% 104% 104% 103%
De kengetallen maken het gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van de gemeente. Hieronder wordt per kengetal aangegeven wat met het kengetal wordt weergegeven. Netto schuldquote & de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de medeoverheid ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Omdat bij leningen er onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal te berekenen, zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. De solvabiliteitsratio De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Structurele exploitatieruimte Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt thans het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Grondexploitatie Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Belastingcapaciteit De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde.
45
5.
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen
Het wettelijke kader Het wettelijke kader ligt besloten in artikel 186 van de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording. Artikel 12. Besluit Begroting en Verantwoording: 4. De paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen bevat ten minste de volgende kapitaalgoederen: a. wegen; b. riolering; c. water; d. groen; e. gebouwen. 5. Van de kapitaalgoederen, bedoeld in het eerste lid, wordt aangegeven: a. het beleidskader; b. de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties; c. de vertaling van de financiële consequenties in de begroting. Het eigen beleid Gemeente het Bildt heeft een groot vermogen geïnvesteerd in kapitaalgoederen in de vorm van wegen, groen en speelvoorzieningen, water, riolering, verlichting en gebouwen. Het onderhoud van deze kapitaalgoederen is van groot belang voor het goed functioneren van de gemeente, onder meer op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, vervoer en recreatie. Onderhoud is ook nodig om kapitaalvernietiging te voorkomen. De raad heeft op 14 juni 2012 de Kadernota Onderhoud kapitaalgoederen vastgesteld. Deze paragraaf geeft inzicht in het onderhoudsprogrammma van de gemeentelijke kapitaalgoederen. Per kapitaalgoed gaan we in op het beleidskader, de middelen in de begroting en een korte stand van zaken. Vervolgens is een tabel met het verwachte verloop van de voorzieningen en reserves voor kapitaalgoederen opgenomen. Op 24 januari 2013 heeft de raad het rapport Gebouwenbeheer Gemeente het Bildt 2013-2022 behandeld in ingestemd met: 1. Gebouwenbeheerplan 2013-2022; 2. De in het Gebouwenbeheerplan 2013-2022 opgenomen investeringen en onderhoudsuitgaven; 3. De samenvoeging van de voorziening onderhoud gymlokalen en de voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen tot laatstgenoemde voorziening; 4. Het verwerken van de financiële gevolgen van uw raadsbesluit in de begroting 2013 t/m 2016 door middel van een begrotingswijziging; 5. Het hanteren van conditie 3 als uitgangspunt voor alle gemeentelijke gebouwen. Ombuigingen Om tot een sluitende begroting te komen zijn de budgetten voor onderhoud van de kapitaalgoederen fors naar beneden bijgesteld, namelijk: - met ingang van 2012 € 50.000 voor het openbaar groen; - met ingang van 2012 € 8.500 voor weg- en straatmeubilair; - met ingang van 2013 € 21.000 voor onderhoud wegen en straten, en 46
-
met ingang van 2014 nogmaals € 29.000 voor onderhoud wegen en straten (dus € 50.000 in totaal).
Reserves en voorzieningen Om de beschikbare middelen optimaal te besteden zijn er reserves en voorziening ingesteld. Hiermee kunnen normbedragen planmatig gereserveerd en uitgegeven worden voor groot onderhoud of vervangingen. Ook kunnen reserves en voorzieningen schommelingen in bestedingen en stortingen in over de jaren opvangen. In de november 2011 vastgestelde nota Reserves en voorzieningen 2011 t/m 2014 heeft de raad de kaders vastgesteld. Voor de openbare ruimte hebben we een: - egalisatiereserve onderhoud wegen; - voorziening riolering, en - voorziening groot onderhoud kunstwerken, kades e.d. Voor het toekomstig groot onderhoud gemeentegebouwen hebben we een voorziening. De jaarlijkse storting is ten opzichte van voorgaande jaren verlaagd in verband met verkoop van de werkplaats De Ferbining en de brandweerkazerne. In verband met de overdracht van het buitenonderhoud schoolgebouwen naar de schoolbesturen per 2015 vindt er vanaf dat jaar geen storting meer plaats. Het verloop van de reserves en voorzieningen is als volgt: 2016
2017
2018
2019
Stortingen: - Onderhoud wegen - Riolering - Kunstwerken - Huisvesting primair onderwijs - Gemeentegebouwen Totaal stortingen:
p.m. 337.135 77.241 0 29.770 444.146
p.m. 316.599 77.241 0 29.770 423.610
p.m. 339.421 77.241 0 29.770 446.432
p.m. 332.114 77.241 0 29.770 439.125
Onttrekkingen - Onderhoud wegen - Riolering - Kunstwerken - Huisvesting primair onderwijs - Gemeentegebouwen Totaal onttrekkingen
p.m. 0 n.t.b. 0 9.172 9.172
p.m. 0 n.t.b. 0 212.744 212.744
p.m. 0 n.t.b. 0 29.916 29.916
p.m. 0 n.t.b. 0 30.050 30.050
434.974
210.866
416.516
409.075
4.438.096 4.873.070
4.873.070 5.083.936
5.083.936 5.500.452
5.500.452 5.909.527
Stortingen -/- onttrekkingen Stand aan begin van het jaar Stand eind van het jaar
47
We kennen de volgende kapitaalgoederen: a. Verhardingen: wegen, fiets- en voetpaden In dit kader heeft er een oriënterend overleg met de (vorige) gemeenteraad plaatsgevonden om de prioriteiten voor het wegbeheer in beeld te krijgen. Daaruit is voortgekomen dat een technische grondslag het uitgangspunt zal blijven vormen; nuances kunnen worden aangebracht vanuit inbreng via Verenigingen van Plaatselijk Belang en specifieke accenten. Dit heeft in de raad van oktober 2009 een aanpassing van het technische beleid gegeven. De oude systematiek van het geven van cijfers van 1 t/m 5 is vervangen door de meer IBOR benamingen en werkwijze. Gekozen kan worden uit drie technische kwaliteitscriteria: voldoende, matig en onvoldoende met respectievelijk een planperiode van groter dan 5 jaar, 3 tot vijf jaar en 0 tot 2 jaar. Concreet resulteert dit in een streven voor de Bildtse wegen naar een kwaliteitsniveau voor een normaal en evenwichtig onderhouden wegennet. Dit niveau zou bij gelijkblijvende middelen en omstandigheden in theorie in 2014 bereikt worden. Jaarlijks zal een toetsing plaatsvinden, waarbij de effecten van de variabele factoren (als weersomstandigheden, omleidingen, combinatiewerken ed.) zullen kunnen resulteren in aanpassing van de inzet van middelen. b. Rioleringen De gemeentelijke zorgplicht voor de riolering is vastgelegd in de Wet milieubeheer. Het verbrede GRP geeft aan hoe de gemeente in de planperiode 2013-2017 met de drie zorgplichten omgaat: - zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater; - zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater; - zorgplicht voor grondwatermaatregelen. In het vGRP wordt ook een uitvoeringsprogramma weergegeven welke bestaat uit verplichtingen met betrekking tot de Wet Milieubeheer alsmede een globale meerjarenplanning voor beheer en onderhoud. c. Waterwegen en kades/Bruggen en duikers In 2010 is hieromtrent (integraal) beleid ontwikkeld. Hiertoe is een inventarisatie uitgevoerd en is de staat van onderhoud van deze kapitaalgoederen vastgesteld. Het onderhouds- en beheersplan is door de raad vastgesteld. Voor het klein (jaarlijks) onderhoud is een structureel budget in de begroting opgenomen. Voor de toekomstige kosten van het cyclisch onderhoud is een voorziening getroffen. d. Openbaar Groen Het beleid ten aanzien van het openbaar groen is vastgelegd in het groenbeheer 2010. Hoofddoelstelling is op milieuvriendelijke wijze komen tot een zo goed mogelijk onderhoud van het openbare groen binnen de beschikbare financiële middelen op het niveau brons. De te verrichten werkzaamheden hierin zijn: onkruidbestrijding in de beplanting, maaien gras, afsteken graskanten, snoeien beplanting, knippen hagen, begeleidingssnoei bomen en onderhoud bosplantsoen. e. Gemeentelijke gebouwen Medio 2014 is het onderhoud gebouwenbeheer geactualiseerd. De begroting van 2015 en verder voorziet hierin. Het schoolgebouw van de voormalige school De Barte te Vrouwenparochie en de gemeentewoning te Minnertsga staan “in de verkoop”. f. Weg- en straatmeubilair
48
Voor dit product is geen beleid beschreven. Ongeschreven beleid is dat de werkzaamheden ten aanzien van het weg- en straatmeubilair door de eigen dienst wordt uitgevoerd en in het geval van verkeersborden minimaal dient te voldoen aan de wettelijk gestelde eisen. Het beheer wordt op een zo doelmatig mogelijke wijze in de werkzaamheden van de buitendienst geïmplementeerd. Gestreefd wordt om zo efficiënt mogelijk met het beheer van het straatmeubilair om te gaan. Concreet betekent dit dat daar waar meubilair overbodig is dit verwijderd wordt. Vervanging van meubilair vindt daar waar mogelijk plaats met meubilair van duurzame materialen. In het kader van de ombuigingen 2011 is besloten om wegmeubilair/borden welke geen wettelijke status hebben niet meer te vervangen. g. Openbare verlichting Hiervoor is in 2011 een beleidsplan vastgesteld. Om hieraan invulling te geven is vervolgens een uitvoeringsplan opgesteld, waarin is vastgelegd op welke wijze de openbare verlichting in een periode van 10 jaar kan worden aangepast, opdat de openbare verlichting voldoet aan de vastgestelde uitgangspunten van het beleidsplan. In 2008 is de wijze van beheer van de openbare verlichting veranderd. Het beheer is in handen van de OV-pool, welke Friesland breed werkt (m.u.v. Menaldumadeel en de Nofa gemeenten). In dit kader wordt gezamenlijk beleid opgesteld. h. Begraafplaatsen In de nota begraven op het Bildt is de huidige beheersituatie aangegeven.
49
6.
Paragraaf Financiering
Het wettelijk kader Het wettelijk kader van Treasury ligt voor een deel besloten in nationale regelgeving en voor een deel in Europese regelgeving. Binnen de nationale regelgeving wordt het kader gegeven door de wet Fido (wet Financiering decentrale overheden) en de Gemeentewet. Bij de wet Fido horen voor de uitoefening van de treasury van gemeenten de volgende ministeriële regelingen: - de regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo); - de uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Ufdo); - het besluit leningvoorwaarden decentrale overheden, en - de regeling ontheffing gemeentelijke kredietbanken en nazorgfondsen. De wet verplicht schatkistbankieren is op 14 december 2013 van kracht geworden. Als gevolg van deze wet zijn de bepalingen omtrent het verplicht schatkistbankieren opgenomen in de wet Fido. .De wet Fido regelt daardoor nu de hoofdlijnen van het verplicht schatkistbankieren: de verplichting om overtollige middelen in de schatkist aan te houden en de mogelijkheid om overtollige middelen onderling uit te lenen. De ministeriële regeling schatkistbankieren decentrale overheden bevat de meer gedetailleerde uitwerking van het schatkistbankieren. Ook de ministeriële regeling is op op 15 december 2013 van kracht geworden. Het wettelijke kader van de paragraaf ligt besloten in artikel 168 van de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording. Artikel 13. Besluit Begroting en Verantwoording De paragraaf betreffende de financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Het eigen beleid De gemeente is verplicht om binnen de bovengenoemde wettelijke kaders haar eigen doelstellingen en kaders ten aanzien van de treasuryfunctie vast te stellen in de financiële verordening (ex artikel 212 van de Gemeentewet). Daarnaast kan er voor gekozen worden dit verder in te perken in de uitvoeringsregels, lees het financieringsstatuut. Ons treasurystatuut (van 2005) zal mogelijk geactualiseerd moeten worden door de hiervoor genoemde wijziging van de Wet. Om de financieringsrisico’s te beperken is in de huidige Wet Fido een tweetal instrumenten opgenomen, te weten de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is in de Wet Fido opgenomen om de directe gevolgen van een snelle rentestijging te beperken. Door deze limiet is bepaald dat de gemeente haar financieringsbehoefte voor een beperkt bedrag met kort geld (looptijd < 1 jaar) mag financieren. De norm is in de wet gesteld op 8,5% van het begrotingstotaal aan lasten (excl. de stortingen in de reserves). Dit is € 26.892.801 Voor het Bildt is de limiet in 2016 dus 8,5% van € 26.892.801 = € 2.285.888. Wij proberen de kasgeldlimiet optimaal te benutten vanuit de gedachte dat rente op kortlopende geldleningen vrijwel altijd lager is dan op langlopende geldleningen.
50
Renterisiconorm De renterisiconorm bepaalt dat jaarlijks maximaal 20% van het begrotingstotaal onderhevig mag zijn aan renteherziening en herfinanciering. Hiermee is een grens gesteld aan het renterisico op de langlopende leningenportefeuille. Van renteherziening is sprake als in de leningenovereenkomst is bepaald dat de rente gedurende de looptijd in een bepaald jaar zal worden aangepast. Herfinanciering is het totaalbedrag aan aflossingen op de bestaande leningenportefeuille. Op een begrotingstotaal van € 26.892.801 bedraagt de renterisiconorm voor onze gemeente € 5.378.560. Zoals onderstaande tabel laat zien voldoen we de komende jaren aan de wettelijke norm. Verwacht renterisico (bedragen x € 1.000) 1. Omvang begroting 2. Renterisiconorm 20% (van 1) 3. Aflossingen en renteherzieningen Ruimte onder de risiconorm (2-3)
2016 26.893 5.378 345 5.033
2017 26.138 5.228 351 4.877
2018 25.641 5.128 358 4.770
2019 25.400 5.080 273 4.807
De financieringsbehoefte van de gemeente Op basis van de begroting bestaat er voor 2016 een financieringsoverschot van € 2.772.434. Deze is als volgt berekend: Omschrijving Boekwaarde investeringen per 1 januari 2015 Vaste financieringsmiddelen: - Reserves - Voorzieningen - Vaste geldleningen
€ 13.467.734 € 7.967.443 € 5.565.181 € 3.519.988 € 17.052.612 € 3.584.878
Financieringsoverschot
Rentelasten en -baten In de begroting is rekening gehouden met een rente voor nieuwe investeringen van 6,32%. De gemiddelde rente voor onze langlopende leningen is in 2016 4,9%. In afgelopen jaren is in de begroting voor nieuw te sluiten leningen rekening gehouden met een rentepercentage van 5%, hoewel de rente voor langlopende financieringsmiddelen (looptijd 20 jaar; rentevast) op dit moment van schrijven (augustus 2015) bij de BNG Bank 1,48% is. Schatkistbeleggen Het schatkistbeleggen is per 1 januari 2014 ingevoerd. Wij hebben met de BNG Bank een overeenkomst afgesloten dat zij iedere werkdag automatisch overtollige liquide middelen (d.w.z. > € 250.000) naar de werkrekening (schatkist) overmaakt. Wanneer er onvoldoende liquide middelen zijn om betalingen te verrichten moeten we tijdig zelf geld van de werkrekening naar onze rekening-courant over maken. Visie Op dit moment zijn de economische vooruitzichten nog steeds uiterst onzeker. Bekend is dat de overheid in Nederland en daarbuiten aanzienlijk zal moeten bezuinigen om het huishoudboekje weer op orde te brengen. Mede op basis daarvan wordt verwacht dat de 51
inflatie en de economische groei de komende jaren beperkt zullen zijn. Hierdoor zal de rente zich, voorlopig waarschijnlijk, handhaven op het huidige – lage – niveau. Ons beleid is er, onveranderd, op gericht om de financieringsbehoefte, binnen de kasgeldlimiet, zoveel mogelijk middels kort geld op te vangen. Pas als de ruimte optimaal is benut zullen wij overgaan tot consolidatie. Ook in de komende periode zullen wij dit blijven voortzetten.
52
7.
Paragraaf Bedrijfsvoering
Het wettelijk kader Het wettelijke kader van de paragraaf ligt besloten in artikel 168 van de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording. Artikel 14. Besluit Begroting en Verantwoording De paragraaf betreffende de bedrijfsvoering geeft ten minste inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Inleiding De bedrijfsvoering heeft als reikwijdte de gemeentelijke organisatie, zowel de ambtelijke organisatie als de bestuurlijke organisatie. De burger verwacht van de gemeente dat rechtmatig, doelmatig en doeltreffend gehandeld wordt en dat de gemeente een betrouwbare en transparante partner voor de burgers is. Deze verwachtingen zijn tevens criteria voor de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering ondersteunt de uitvoering van de programma’s. Het welslagen van de programma’s is zodoende in belangrijke mate afhankelijk van de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Het eigen beleid Het beleid van de gemeente het Bildt ten aanzien van de bedrijfsvoering is vastgelegd in diverse nota’s, te weten: 1. Nota personeelsbeleid 2. Organisatieverordening gemeente het Bildt 3. Plan van aanpak Durre 4. Beleidskader voor het financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Provincie Fryslân, ) 5. Financiële verordening gemeente het Bildt (ex artikel 212 gemeentewet) 6. Controleverordening gemeente het Bildt (ex artikel 213 gemeentewet) 7. Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente het Bildt (ex artikel 213a gemeentewet) 8. Mandaatregeling en mandaat register 9. Ziekteverzuimbeleid 10. Nota aanbestedingsbeleid Bedrijfsvoering wordt ook wel aangeduid met de afkorting PIOFACH. Dit staat voor Personeel, Informatisering, Organisatie, Financiën, Automatisering, Communicatie en Huisvesting. Van deze indeling is hierna gebruik gemaakt
Personeelsbeleid HR21: In 2014 is bij gemeente het Bildt HR21 ingevoerd. HR21 is ontwikkeld als een sectorale methode voor het beschrijven en waarderen van functies en is daarmee de opvolger van VBalans. De basisfuncties van HR21 zijn gebaseerd op de 3-eenheid functiebeschrijving (niveaubepalende taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden), competentieprofiel (welk gedrag, houding en vaardigheden nodig) en resultaatbeschrijving (concrete resultaatafspraken en criteria voor beoordeling). Deze 3-eenheid ondersteunt de HR-cyclus.
53
In 2014 zijn alle organieke functies van gemeente het Bildt ingepast in het generieke normfunctieboek van HR21. Met de Ondernemingsraad is afgesproken dat in 2015 een evaluatie van deze inpassing zal plaatsvinden. Daarbij moet de vraag worden beantwoordt of de beschrijving van de functies recht doet aan de bestaande situatie en of inpassing in alle gevallen juist heeft plaatsgevonden. Ontwikkeling medewerkers: De nieuwe gesprekkencyclus moet er onder meer voor zorgen dat organisatie en medewerkers zich verder ontwikkelen. Het gaat er om dat de organisatie en de medewerkers zich voortdurend bewust zijn van de mogelijkheden die functioneel of persoonlijk van belang zijn. Daarbij ligt enerzijds de focus op het adequaat toerusten van de medewerkers op het huidige functieniveau. Aan de andere kant kijken we ook al verder naar Westergo en is opleiding en ontwikkelen ook en vooral gericht op het scheppen van randvoorwaarden voor toekomstig functioneren binnen de nieuwe Westergo-organisatie of elders. Prestatiecoach: Wij hebben inmiddels de Prestatiecoach ingevoerd. Met de Prestatiecoach wordt het sturen op resultaten en persoonlijke ontwikkeling op een makkelijke, eenduidige en digitale manier vormgegeven. We krijgen daarmee een e-hrm oplossing waarmee strategische personeelsplanning, loopbaanontwikkeling en mobiliteit in beeld kan worden gebracht. Met de Prestatiecoach wordt het mogelijk om digitaal afspraken met medewerkers over inzet, resultaten en ontwikkeling te verankeren, te monitoren en te beheren. Zowel de manager als de medewerker heeft toegang tot de Prestatiecoach en zijn beiden verantwoordelijk voor het maken van concrete afspraken. Er ontstaat per medewerker een digitaal personeelsdossier. Verlagen van het ziekteverzuim Dit beleid is met name gericht op zo vroeg mogelijke onderkenning van (potentieel) verzuim en zo snel mogelijke terugkeer in het arbeidsproces. Hiertoe wordt een ziekteverzuimprotocol gehanteerd. Het gemiddelde ziekteverzuim is de laatste jaren aan de hoge kant. Oorzaak is geweest een aantal langdurige zieken waarvan het ziektebeeld en de herintreding op de werkplek een lange periode vroegen. Doelstelling vanuit het ziekteverzuimbeleid is het ziekteverzuimpercentage te verlagen tot minimaal de landelijke verzuimnorm voor gemeenten van onze omvang.
Ziekteverzuim% incl. langdurig zieken
2011 rek.
2012 rek.
2013 rek.
2014 rek.
2015 begr.
2015 rapp.
2016 begr.
9,17 %
6,38 %
6,17 %
5,16 %
5,00 %
2,52%
5,00 %
Personele sterkte gemeente het Bildt In het volgende overzicht wordt de personele sterkte van de organisatie gemeente het Bildt weergegeven. Uitgewerkt zijn per organisatieonderdeel het aantal fulltime equivalents (FTE, oftewel volledige functie equivalent). Totaal fte’s
Werkelijk 2014 57,15
Begroting 2015 54,58
Begroting 2016 52,71
Aan loonkosten voor de ambtelijke organisatie (dus excl. B&W, raad) is in de begroting een bedrag van € 3.315.837 verwerkt. Dit bedrag is zowel voor de bruto salariskosten als voor de werkgeversafdrachten.
54
De vacatures 2016 zijn gedaald ten opzichte van 2015 door het niet of gedeeltelijk invullen van enkele vacatures vanwege een bezuinigingstaakstelling op bedrijfsvoering. Daarnaast zijn, vooruitlopend op de fusie, enkele vacatures niet meer structureel ingevuld. In plaats daarvan is budget opgenomen voor tijdelijke inhuur. Arbeidsvoorwaardenbeleid Deze zijn conform de CAO voor gemeenteambtenaren (CAR-UWO). Daarnaast zijn er nog enkele aanvullende secundaire faciliteiten welke op lokaal niveau (in het Georganiseerd Overleg) vastgesteld zijn. Medezeggenschap Binnen de gemeentelijke organisatie is een uit 5 medewerkers bestaande Ondernemingsraad ingesteld.
Informatisering De Middelsee Gemeenten hebben de laatste jaren gezamenlijk opgetrokken bij de ontwikkeling van e-dienstverlening. In 2016 zal er sprake zijn van de ontvlechting van de ICT in Middelsee verband. De overgang naar Leeuwarden zal geleidelijk plaatsvinden en zal tevens inhouden dat er voor wordt gekozen om in grote lijnen over te gaan naar de standaarden die de gemeente Leeuwarden hanteert. Tevens zal vooraf aan de migratie van pakketten naar de gemeente Leeuwarden ervoor worden gekozen om de werkprocessen per applicatie in Westergo te harmoniseren.
Organisatie Als uitgangspunt voor de organisatie geldt integraal management met sturing op proces, resultaten en middelen. Met het oog hierop wordt continue gewerkt aan het vervolmaken van het beleids- en beheersinstrumentarium, waarin decentraal budgetbeheer een belangrijke rol speelt. Een organisatie is continu in ontwikkeling. Een ontwikkeling die de organisatie in de komende jaren zal beïnvloeden is, naast kleinere aanpassingen die nodig zijn om de veranderende vraag te bedienen, de beoogde (ambtelijke of bestuurlijke) fusie in Westergo verband. In het kader van de Middelsee samenwerking en de aanvankelijk beoogde bundeling van ambtelijke diensten is gemeente het Bildt overigens nog steeds ‘gastheergemeente’ voor het Middelsee-bureau Toezicht en Handhaving en het bureau Veiligheid. Met ingang van 2012 is de afdelingsstructuur gewijzigd van 4 naar 3 afdelingen. Deze drie afdelingen worden aangestuurd door een managementteam bestaande uit 2 afdelingshoofden en de gemeentesecretaris. Planning en Control Planning & control is een continu proces van plannen en rapporteren. Het doel van het P&C-proces is door het tijdig, volledig en juist plannen van (maatschappelijke) doelen, prestaties, processen en middelen, (bij)gestuurd kan worden op de realisatie ervan en verantwoording kan worden afgelegd. De planning en controlcyclus is een sturingsmodel om de bedrijfsvoering te beheersen en te optimaliseren. In deze cyclus zijn de belangrijkste onderdelen: 1. perspectiefnota 2. begroting 3. bestuursrapportages (3 maal per jaar) 4. jaarrekening
55
De onderdelen zijn samen met de werkplannen, interne controle en rechtmatigheid verwerkt in een jaarkalender waarin een planning voor de hele jaarcyclus wordt opgesteld, en na vaststelling door het managementteam de leidraad vormt voor het betreffende jaar. Er wordt gestreefd naar continue optimalisatie van de cyclus, met als doel zo effectief en efficiënt mogelijk te kunnen werken. Mede in het kader hiervan is er de afgelopen jaren steeds meer aandacht besteed aan de inrichting van de processen in onze organisatie. Beschrijving van de processen is een waarborg voor een effectieve en correcte uitvoering ervan en is een startpunt voor een goede interne beheersing. Interne controle/rechtmatigheid Naast zijn onderzoek van de getrouwheid (volledigheid, juistheid, tijdigheid) van de jaarrekening moet de externe accountant ook een onderzoek doen naar de rechtmatigheid van de financiële beheershandelingen en zijn oordeel over rechtmatigheid expliciet tot uitdrukking brengen in zijn accountantsverklaring. Dit vereist, dat de organisatie de accountant kan aantonen dat zij ‘in controle’ is, wat zoveel wil zeggen, dat de administratieve organisatie met de daarin opgenomen maatregelen van interne controle bestaan en ook goed werken. Door middel van interne controle op de diverse processen wordt getoetst of de organisatie heeft gewerkt volgens de opzet van de administratieve organisatie, zodat de verantwoording juist, tijdig, volledig en rechtmatig is en dat de bedrijfsmiddelen zijn ingezet waarvoor ze zijn bestemd en tot het vermogen van de organisatie zijn blijven behoren. Met ingang van 2011 werkt gemeente het Bildt met een intern controleplan. Hiermee is de interne controle en de controle rechtmatigheid beter geregeld, en kan de externe accountant bij hun controles steunen op de door gemeente het Bildt intern uitgevoerde werkzaamheden. Het interne controleplan is opgesteld voor een periode van 4 jaar, maar wordt ieder jaar vertaald naar een jaarprogramma interne controle om zo eventueel in te kunnen springen op nieuwe ontwikkelingen. Aan het managementteam wordt per triaal over de uitkomsten gerapporteerd. Mede in overleg met de accountant wordt gestreefd naar een verdere doorontwikkeling van de interne controles richting steeds meer procesgerichte controles in plaats van gegevensgerichte controles. Externe controle door accountants Ernst & Young verzorgen de controle van de jaarrekeningen. De controle richt zich zowel op de getrouwheid als de financiële rechtmatigheid van de cijfers. Wettelijk kader bedrijfsvoering Primair is er de relatie met de gemeentewet. Het belang van doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid komt expliciet tot uitdrukking in de wetgeving rond dualisering van het gemeentebestuur, en wel bij de volgende onderwerpen: - Artikel 212 Versterking beleidsmatig karakter financiële verordening; - Artikel 213 Versterking aandacht voor rechtmatigheid door het opnemen van een rechtmatigheidoordeel en de accountantsverklaring; - Artikel 213a Verordening over periodiek onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid. Monitoring apparaatskosten De apparaatskosten worden onderscheiden naar de eindkostenplaatsen en hulpkostenplaatsen. De eindkostenplaatsen zijn de afdelingen Middelen, Dienstverlening, Wonen en Werkenbinnen, Werken-buiten en het Stafbureau. Huisvesting heeft betrekking op het gemeentehuis,
56
de gemeentewerkplaats en de schaftgelegenheden bij de begraafplaatsen. De andere hulpkostenplaatsen spreken voor zich.
Financiën Bij de inrichting van de programmabegroting en programmarekening moet rekening worden gehouden met wijzigingen in wet- en regelgeving. Met name zijn hierbij van belang de wijzigingen in het besluit begroting en verantwoording (BBV). Voor 2015 is een aantal wijzigingen doorgevoerd. Voor de jaren 2016 en 2017 zijn grote wijzigingen voorzien.
Automatisering De ontvlechting van de automatisering in Middelsee verband zal naar verwachting medio 2016 afgerond zijn. Tot die tijd zal de harde automatisering nog (gedeeltelijk) in Middelsee verband opgepakt worden.
Communicatie Communicatie gaat over interne communicatie, beleidscommunicatie, corporate communicatie en onderzoek. Communicatie vraagt veel afstemming en samenwerking. De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor interactieve ontwikkelingen. Dat vraagt van de communicatie flexibiliteit en schakelvermogen.
Huisvesting De medewerkers zijn gehuisvest in het gemeentehuis te St.-Annaparochie en de werkplaats De Ferbining te St.-Jacobiparochie. Het beheer is vastgelegd in een beheersplan gemeentelijke gebouwen.
57
8. Paragraaf Verbonden partijen Het wettelijk kader Het wettelijke kader ligt besloten in artikel 168 van de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording. Artikel 15. Besluit Begroting en Verantwoording 1. De paragraaf betreffende de verbonden partijen bevat ten minste: a. de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; b. de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen; c. de lijst van verbonden partijen 2. In de lijst van verbonden partijen wordt ten minste de volgende informatie opgenomen: a. de naam en de vestigingsplaats; b. het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt; c. het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft aan het begin en de verwachte omvang aan het einde van het begrotingsjaar; d. de verwachte omvang van het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar; e. de verwachte omvang van het resultaat van de verbonden partij in het begrotingsjaar.. Visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting In de lijst van verboden partijen zijn de programma’s opgenomen waar de realiatie verband mee houdt. De beleidsvoornemens omtrent verboden partijen Het eigen beleid inzake de verbonden partijen is vastgelegd in de Nota verbonden partijen van 12 mei 2010. Een verbonden partij is een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Verbonden partijen betreffen (participaties in) deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Bestuurlijk belang betekent dat de gemeente een zetel in het bestuur heeft van een rechtspersoon of stemrecht heeft. Onder financieel belang wordt verstaan dat de gemeente de ter beschikking gestelde middelen kwijt raakt ingeval van faillissement van de verbonden partij en/of als de financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Verbonden partijen betreffen: I. (participaties in) deelnemingen, II. gemeenschappelijke regelingen, III. stichtingen en verenigingen. Het verstrekken van subsidies aan instellingen valt in de meeste gevallen niet onder het hier bedoelde begrip verbonden partijen, omdat geen sprake is van een bestuurlijke participatie en bij faillissement geen sprake is van juridische aansprakelijkheid. 58
De lijst van verbonden partijen In de lijst van verbonden partijen moeten zoveel mogelijk de (verwachte) cijfers van de verbonden partijen begrotingsjaar 2016 worden opgenomen. Wanneer de verbonden partij geen inzicht geeft in deze gegevens lan volstaan worden met de meest recente gegevens I.
(participaties in) deelnemingen.
Naam
NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag
Resultaat x € 1.000
Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders door Burgemeester Krol. De aandeelhouders hebben zeggenschap in BNG Bank via het stemrecht op de aandelen die zij bezitten. BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen aan de burger. 9 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 73.905 aandelen a € 2,50. Deelname kapitaal is € 184.763. Het dividend over 2016 is geraamd op € 82.774. Er heeft zich in 2014 geen verandering voorgedaan in de belangen van aandeelhouders in BNG Bank. Eigen vermogen: Vreemd vermogen: 01-01-2014: 31-12-2014: 01-01-2014: 31-12-2014: 3.430.000 3.582.000 127.721.000 149.891.000 126.000 in 2014
Naam
NV Fryslân Miljeu te Leeuwarden
Invloed
Resultaat x € 1.000
Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders door Wethouder Tol Het bevorderen van het hergebruik en nuttige toepassing van goe-deren en grondstoffen, die anders als afvalstoffen zouden worden gestort en verbrand en hiermede verband houdende activiteiten. Daarnaast worden nog enkele andere beheertaken uitgevoerd, zoals gladheidsbestrijding, straatvegen, etc. 7 Volksgezondheid en milieu Aandeelkapitaal is € 26.351. De dividenduitkering over 2016 is geraamd op € 1.429. Eigen vermogen: Vreemd vermogen: 01-01-2014: 4.953 31-12-2014: 5.796 01-01-2014: 19.071 31-12-2014: 18.598 1.133 in 2014
Naam
NV Afvalsturing Friesland te Leeuwarden
Invloed
Resultaat x € 1.000
Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders door Wethouder Tol Het voorkomen van het ontstaan van afvalstoffen dan wel te komen tot een doelmatige en uit een oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze van overslag, transport, bewerking, verwerking van afvalstoffen. Deelnemende partijen: alle Friese gemeenten, exclusief Smallingerland. 7 Volksgezondheid en milieu Aandeelkapitaal is € 20.420. De dividenduitkering over 2016 is geraamd op € 12.971. Eigen vermogen: Vreemd vermogen: 01-01-2014: 43.794 31-12-2014: 41.939 01-01-2014: 196.330 31-12-2014: 184.584 -/- 1.760 in 2014
Naam
Enexis Holding NV te Den Bosch
Invloed Openbaar belang Programma
Resultaat x € 1.000
Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders Burgemeester Krol Behartiging belangen bij afhandeling transactie verkoop Essent 3 Economische Zaken 13.955 aandelen a € 0,20. Aandeelkapitaal is € 2.791. De dividenduitkering over 2016 is geraamd op € 11.223. Eigen vermogen: Vreemd vermogen: 01-01-2014: 3.370.100 31-12-2014: 3.516.700 01-01-2014: 2.894.800 31-12-2014: 2.900.300 265.500 in 2014
Naam
Vordering op Enexis BV te Den Bosch
Invloed Openbaar belang Programma Financieel belang
Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders Burgemeester Krol Behartiging belangen bij afhandeling transactie verkoop Essent 3 Economische Zaken Aandeelkapitaal is € 78.445. Geen dividenduitkering over 2016 geraamd. Eigen vermogen: Vreemd vermogen: 01-01-2014: 82 31-12-2014: 66 01-01-2014: 862.177 31-12-2014: 862.131 -/- 17 in 2014
Invloed Openbaar belang Programma Financieel belang Vermogen x € 1.000
Openbaar belang Programma Financieel belang Vermogen x € 1.000
Openbaar belang Programma Financieel belang Vermogen x € 1.000
Financieel belang Vermogen x € 1.000
Vermogen x € 1.000 Resultaat x € 1.000
59
Naam
Verkoop Vennootschap BV te Den Bosch
Invloed Openbaar belang Programma Financieel belang
Resultaat x € 1.000
Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders Burgemeester Krol Behartiging belangen bij afhandeling transactie verkoop Essent 3 Economische Zaken Aandeelkapitaal is € 2. Geen dividenduitkering over 2016 geraamd. Eigen vermogen: Vreemd vermogen: 01-01-2014: 347.337 31-12-2014: 363.305 01-01-2014: 98.128 31-12-2014: 79.968 17.290 in 2014
Naam
Publiek Belang Electriciteitsproductie BV te Den Bosch
Invloed Programma Openbaar belang Financieel belang
Resultaat x € 1.000
Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders Burgemeester Krol 3 Economische Zaken Behartiging belangen bij afhandeling transactie verkoop Essent Aandeelkapitaal is € 1.256. Geen dividenduitkering over 2016 geraamd. Eigen vermogen: Vreemd vermogen: 01-01-2014: 1.617 31-12-2014: 1.598 01-01-2014: 111 31-12-2014: 108 -/- 19 in 2014
Naam
CBL Vennootschap BV te Den Bosch
Invloed Openbaar belang Programma Financieel belang
Resultaat x $ 1.000
Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders Burgemeester Krol Behartiging belangen bij afhandeling transactie verkoop Essent 3 Economische Zaken Aandeelkapitaal is € 2. Geen dividenduitkering over 2014. Eigen vermogen: Vreemd vermogen: 01-01-2014: 9.878 31-12-2014: 9.811 01-01-2014: 104 31-12-2014: 107 -/- 67
Naam
Claim Staat Vennootschap BV te Den Bosch
Invloed Openbaar belang Financieel belang
Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders Burgemeester Krol Behartiging belangen bij afhandeling transactie verkoop Essent Aandeelkapitaal is € 2. Geen dividenduitkering over 2014. Eigen vermogen: Vreemd vermogen: 01-01-2014: 52 31-12-2014: 9 01-01-2014: 12 31-12-2014: 36 -/- 44
Vermogen x € 1.000
Vermogen x € 1.000
Vermogen x $ 1.000
Vermogen x € 1.000 Resultaat x € 1.000
II.
gemeenschappelijke regelingen.
Naam
Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân te Franeker
Resultaat x € 1.000
Vertegenwoordiging in het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur door verantwoordelijke portefeuillehouder (i.c. wethouder Tol) 7 gemeenten in Noardwest Fryslân: Franekeradeel, het Bildt, Harlingen, Leeuwarderadeel, Menameradiel, Terschelling en Vlieland Uitvoeren van taken op het terrein van de sociale zekerheid en de gesubsidieerde arbeid. 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Gemeentelijke bijdrage 2016 € 1.229.259 voor de apparaatskosten. Daarnaast worden de uitkeringen Sociaal Domein en Wmo (oud) doorbetaald aan de Dienst. Eigen vermogen: Vreemd vermogen: 01-01-2016: 743 31-12-2016: 743 01-01-2016: 5.147 31-12-2016: 5.172 0
Naam
Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
Invloed Deelnemers Openbaar belang Programma Financieel belang Vermogen x € 1.000
Invloed Deelnemers Openbaar belang Programma Financieel belang Vermogen x € 1.000 Resultaat x € 1.000
Vertegenwoordiging in: 1) het Algemeen Bestuur door verantwoordelijke portefeuillehouder (i.c. burgemeester Krol); 2) de Bestuurscommissie Veiligheid door verantwoordelijk portefeuillehouder (i.c. burgemeester Krol); 3) de Bestuurscommissie Gezondheid door verantwoordelijk portefeuillehouder (i.c. wethouder Tol) Alle 24 Friese gemeenten Behartigen belangen op het gebied van preventie, volksgezondheid en infectieziekten bestrijding, Brandweerzorg, Rampen en risicobeheersing en het in stand houden van gemeenschappelijke meldkamer. 1 Openbare orde en veiligheid en 7 Volksgezondheid en milieu Gemeentelijke bijdrage 2016 € 859.580 Eigen vermogen: Vreemd vermogen: 01-01-2016: 2.967 31-12-2016: 2.322 01-01-2016: 48.854 31-12-2016: 45.437 0
60
Naam
Werkvoorzieningschap Fryslân-West
Resultaat x € 1.000
Vertegenwoordiging in het Algemeen Bestuur door verantwoordelijke portefeuillehouder (i.c. wethouder Tol) Deelnemende gemeenten: De Friese Meren, Littenseradiel, Súdwest Fryslân, Franekeradeel, Harlingen, het Bildt, Menameradiel, (v.m. gemeente Boarnsterhim), Leeuwarderadeel, Terschelling en Vlieland. Bedrijfsmatig verantwoorde wijze uitvoeren van gesubsidieerde arbeid. 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Gemeentelijke bijdrage 2016 € 28.000. Daarnaast wordt een deel van de decentralisatieuitkering Participatiewet via de Dienst doorbetaald aan Fryslân-West. Eigen vermogen: Vreemd vermogen: 01-01-2016: 4.538 31-12-2016: 4.538 01-01-2016: 5.000 31-12-2016: 5.000 0
Naam
Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO)
Invloed Deelnemers Openbaar belang Programma Financieel belang Vermogen x € 1.000
Resultaat x € 1.000
Vertegenwoordiging in het Algemeen Bestuur door verantwoordelijke portefeuillehouder (i.c. weth. Haarsma) Alle 24 Friese gemeenten, de provincie Fryslân en It Wetterskip Fryslân Het behartigen van de belangen van de deelnemers bij de uitvoering van taken en bevoegdheden op het gebied van het milieu- en omgevingsrecht in ruime zin in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder, alsmede taken en bevoegdheden op het terrein van vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten. 7 Volksgezondheid en milieu Gemeentelijke bijdrage 2016 € 59.085 Eigen vermogen: Vreemd vermogen: 01-01-2014: 0 31-12-2014: 1.245 01-01-2014: 0. 31-12-2014: 2.976 0
Naam
Welstandszorg Hûs en Hiem
Invloed Deelnemers
Openbaar belang
Programma Financieel belang Vermogen x € 1.000
Resultaat x € 1.000
Vertegenwoordiging in het Algemeen Bestuur door verantwoordelijke portefeuillehouder (i.c. weth. Haarsma) 23 Friese Gemeenten Belangen behartigen op het gebied van de bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Friesland. 8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Gemeentelijke bijdrage 2016 € 16.907 (o.b.v. geraamde dienstverlening) Eigen vermogen: Vreemd vermogen: 01-01-2014: -109 31-12-2014: 83 01-01-2014: 218 31-12-2014: 97 0
Naam
Recreatieschap De Marrekrite
Invloed Deelnemers
Resultaat x € 1.000
Vertegenwoordiging in het Algemeen Bestuur door verantwoordelijke portefeuillehouder (i.c. weth. Tol) 22 Friese Gemeenten en de provincie Fryslân Behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van een evenwichtigde en gecoördineerde ontwikkeling van de watersport en waterrecreatie, met inachtneming van de belangen van natuur en landschap. 5 Cultuur, recreatie en sport Gemeentelijke bijdrage 2016 € 4.972 Eigen vermogen: Vreemd vermogen: 01-01-2016: 3.120 31-12-2016: 2.667 01-01-2016: 300 31-12-2016: 300 0
Naam
GR Middelsee Maatwerk
Invloed Deelnemers Openbaar belang Programma Financieel belang Vermogen x € 1.000
Openbaar belang Programma Financieel belang Vermogen x € 1.000
Invloed Deelnemers Openbaar belang Financieel belang Vermogen x € 1.000 Resultaat x € 1.000
III.
Gemeenten Ferwerderadiel, het Bildt, Leeuwarderadeel en Menameradiel Belangen behartigen op het gebied van de bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Friesland. n.v.t. Eigen vermogen: Vreemd vermogen: 01-01-2014: n.v.t. 31-12-2014: n.v.t 01-01-2014: n.v.t. 31-12-2014: n.v.t.. n.v.t.
stichtingen en verenigingen.
Overzicht van vertegenwoordigingen op basis van formele regeling of statuten, die op titel van collegelidmaatschap / portefeuille ingevuld moeten worden. 61
In onderstaand tabel staan niet alleen de stichtingen en verenigingen waarin gemeente het Bildt een bestuurlijk belang heeft maar een completer overzicht van bestuurlijk verbondenheid. Burgemeester G. Krol - Bildtse stichting - Veiligheidsregio Fryslân - Veiligheidsregio Fryslân - Stichting Dorpshuis Oudebildtzijl - Stuurgroep Westergo - Commissie van Georganiseerd Overleg
Bestuurslid (voorzitter) Bestuurslid Lid best.cie Veiligheid Bestuurslid (voorzitter) Lid Voorzitter
Wethouder N. Haarsma - Bildtse Stichting - FUMO - Commissie Besluit Woninggebonden Subsidies - Overleg Verkeer en Vervoer Fryslân - Stuurgroep Westergo - Stichting Openbare Verlichting Fryslân - Welstandszorg Hûs en Hiem - Stichting Dorpshuis Oudebildtzijl - Regionale Meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten Noord Friesland (RMC)
Bestuurslid (secretaris) Bestuurslid Bestuurslid Vertegenwoordiger Lid Vertegenwoordiger RvT Bestuurslid Penningmeester Vertegenwoordiger
Wethouder B. Tol - Dienst SoZaWe Noardwest Fryslân - Werkvoorzieningschap Fryslân West - Veiligheidssregio Fryslân - Afvalsturing Friesland N.V. - N.V. Fryslân Miljeu - OLAF - Stichting Frigem - Bildtse Stichting
Bestuurslid Bestuurslid Lid best.cie openbare Gezondheid Vertegenwoordiger AvA Vertegenwoordiger AvA Vertegenwoordiger AvA Bestuurslid Bestuurslid
Wethouder Blaak - Stichting Dorpshuis Oudebildtzijl - Bildtse Stichting - Stichting Dorpsherstel het Bildt - Vereniging van Waddenzee Gemeenten
Bestuurslid (secretaris) Bestuurslid (penningmeester) Bestuurslid Bestuurslid
Vastgesteld in de collegevergadering van 13 mei 2014 Gewijzigd in de collegevergadering van 16 september 2014
62
9.
Paragraaf Grondbeleid
Het wettelijk kader Enkele belangrijke wettelijke kaders worden gevormd door: - de Wet ruimtelijke ordening (waar de Grondexploitatiewet deel van uit maakt; - de Wet voorkeursrecht gemeenten; - de onteigeningswet, en - het Besluit Begroting en Verantwoording Het wettelijke kader ten aanzien van de paragraaf ligt besloten in artikel 168 van de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording. Artikel 16. Besluit Begroting en Verantwoording De paragraaf betreffende het grondbeleid bevat ten minste: a. de visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma's die zijn opgenomen in de begroting; b. een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert; c. een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie; d. een onderbouwing van de geraamde winstneming; e. de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico's van de grondzaken. Voornemen herziening BBV-verslaggevingsregels grondexploitaties De commissie BBV heeft de afbakening, definiëring en verslaggevingsregels rondom grondexploitaties kritisch onder de loep genomen. De reden hiervoor is een aantal ontwikkelingen op het gebied van grondexploitaties. Namelijk: de forse afboekingen van gemeenten op grondposities in de afgelopen jaren, de aanbevelingen uit het rapport Vernieuwing BBV over transparantie en vergelijkbaarheid, en de aankomende Omgevingswet. De afbakening is ook onvermijdelijk in het kader van de aankomende vennootschapsbelastingplicht voor gemeenten (Vpb). Het kan namelijk helpen in de fiscale discussie over de afbakening van de ondernemersactiviteit en de toe te rekenen kosten en opbrengsten. De commissie BBV heeft een aantal voorstellen uitgewerkt die leiden tot wijzigingen in het BBV en de uitwerking hiervan. De wijzigingen leiden tot meer transparantie, eenduidigheid en een vermindering van de administratieve lasten. De wijzigingen moeten per 1 januari 2016 gaan gelden en kunnen gevolgen hebben voor de begroting 2016. De commissie komt daarom met een vooraankondiging van de wijzigingen in het Voornemen tot herziening BBV-verslaggevingsregels rondom grondexploitaties. De achtergronden van de voorgenomen maatregelen zijn nader beschreven in de Rapportage voornemen tot herziening verslaggevingsregels grondexploitatie per 1 januari 2016. Gevolgen voor de begroting 2016 e.v. De voorgenomen maatregelen kunnen gevolgen hebben voor de begroting 2016 e.v. Vooral bij gemeenten die omvangrijke NIEGG-posities hebben en/of rente toerekenen over het eigen vermogen kunnen nadelige gevolgen voor de begroting optreden (voor de korte termijn). 63
Daartegenover staat dat de kosten van de grondexploitaties met eenzelfde omvang zullen afnemen, waardoor (verdere) afwaarderingen en verliesvoorzieningen zullen worden beperkt. Algemeen Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van de programma’s zoals Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, Verkeer en vervoer, Cultuur, sport en recreatie en Economische structuur. Daarnaast heeft het grondbeleid een grote financiële impact. De eventuele baten, maar vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de algemene financiële positie van de gemeenten. De regie over het grondbedrijf is ondergebracht bij de zogenaamde regiegroep Grondbedrijf. Deze bestaat uit het afdelingshoofd Wonen, het afdelingshoofd Middelen, de juridisch medewerker en de medewerker grond en kavelverkoop. In 2008 is de Grondexploitatiewet als onderdeel van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. De wet is van toepassing bij de ontwikkeling van nieuwe bouwlocaties. De wet voorziet in een heldere basis voor contracten tussen de gemeente en de marktpartijen op punten als exploitatiekosten, kostenverdeling en kwaliteitseisen. Bovendien krijgen gemeenten een stok achter de deur om de zogenaamde freeriders aan te pakken. Het eigen beleid Het beleid inzake het grondbedrijf is vastgelegd in de documenten: Nota inzake grondbeleid het Bildt, getiteld “grondbedrijf het Bildt, van beleid naar organisatie; Exploitatieverordening; Plan van aanpak om nieuwe werkwijze ook in de organisatie in te bedden; getiteld “Cijfers om te sturen, plan van aanpak voor een transparant grondbedrijf”. Onderstaand een korte uitleg over elk van de documenten. Ad. Nota inzake het Grondbeleid het Bildt, getiteld “Grondbedrijf het Bildt, van beleid naar organisatie”. Dit is de beleidsnotitie waarin alle aspecten van het grondbeleid en het grondbedrijf beschreven zijn. Daarbij is als uitgangspunt gehanteerd de vraag hoe grondbeleid en het grondbedrijf eruit dienen te zien (theoretisch kader). Het document geeft dan ook veel informatie over wetgeving, vaktechnische begrippen, de organisatie rondom het beleid en het grondbedrijf. Ad. Exploitatieverordening gemeente het Bildt 2006. De gewijzigde beleidsregels en organisatie van het grondbeleid en het grondbedrijf zijn in een geactualiseerde exploitatieverordening opgenomen. Ad. Plan van aanpak nieuwe werkwijze ook in de organisatie in te bedden; getiteld “Cijfers om te sturen, plan van aanpak voor een transparant Grondbedrijf het Bildt”. Dit is een plan van aanpak om de manier van werken ook in de organisatie goed te implementeren. In het plan van aanpak is opgenomen dat: 1. de organisatie van het grondbedrijf wordt ingericht, verantwoordelijkheden worden afgestemd, de inrichting van de grondexploitaties wordt gestructureerd, de cijfers en tekeningen op elkaar worden afgestemd; 2. de risicoprofielen worden vastgesteld en dat er voorstellen worden voorbereidt met betrekking tot de hoogte van de afdekking van risico’s.
64
Grondexploitatie 2016 In 2016 zijn de volgende grondexploitaties operationeel: bedrijventerrein Oudebildtzijl; bestemmingsplan Vrouwenparochie-Noord ’98 (woningbouw); bestemmingsplan Nij Altoenae uitbreiding 2e fase (woningbouw); bestemmingsplan Minnertsga-Hermana 2e fase (woningbouw); bestemmingsplan St.-Annaparochie-Campus Middelsee, en bestemmingsplan Ulbe van Houten. De volgende gronden zijn in 2016 (nog) niet in exploitatie genomen: toekomstige woningbouwlocatie St.-Annaparochie Zuidwest; bestemmingsplan Minnertsga Hermana 3e fase; bestemmingsplan Minnertsga Noordoost Hermana, en bestemmingsplan uitbreiding Oudebildtzijl Noord-Oost Ten slotte is de grondexploitatie Nije Kamers 3e/4e fase ook nog operationeel. De gemeente is in deze grondexploitatie niet actief maar slechts faciliterend. Een projectontwikkelaar is verantwoordelijk voor deze exploitatie. Reserve Grondexploitatie. De reserve wordt gebruikt voor: kosten (intern en extern) voor bouwgrondexploitaties in zijn algemeenheid welke niet specifiek aan een in exploitatie genomen grondexploitatie is toe te rekenen. de onderzoekskosten (intern en extern) voor exploitaties die o.b.v. dat onderzoek niet in exploitatie genomen zullen worden; de rentekosten welke gemoeid zijn met de nog niet in exploitatie genomen gronden (De reserve is toereikend om voor de komende 2 jaar de rentelasten op de nog niet in exploitatie genomen gronden te dekken. Dit wordt als indicatie gehanteerd om de minimaal wenselijke stand van de reserve te bepalen (bijv. door de provinciaal toezichthouder); winsten bij afsluiting van exploitaties worden ten gunste van deze reserve gebracht. De reserve is begin 2015 naar verwachting € 181.470; voldoende om de voor de komende 2 jaren de geraamde kosten te dekken. Prognose grondexploitatie Eind 2012 zijn de grondexploitaties door de Grontmij geactualiseerd, met uitzondering van Vrouwenparochie-Noord ’98 omdat deze exploitatie bijna afgerond en stabiel is. De actualisatie heeft in het volgende geresulteerd.
Oudebildtzijl Vrouwenparochie-Noord ’98 Nij Altoenae uitbreiding 2e fase Minnertsga-Hermana 2e fase
Boekwaarde 01.01.2013 80.426 32.906 - 46.903 256.976 323.405
Totaal opbrengsten 195.000
Totaal kosten 52.057
Eindwaarde
NCW
32.917
20.653
501.808 1.333.768
401.259 1.217.142
161.174 123.556
101.122 77.520
65
Ten aanzien van alle 4 grondexploitaties verwachtten we op basis van de actualisatie uit 2012 een positief saldo. De verwachtte positieve saldi van grondexploitaties mogen pas ingezet worden als er zeer grote mate van zekerheid is dat deze ook daadwerkelijk gerealiseerd worden. Bijvoorbeeld aan het eind van een project of als er contracten gesloten zijn. In de begroting is dan ook geen winstneming geraamd. De grondexploitaties worden eind 2015 opnieuw geactualiseerd door de Grontmij. Het resultaat van deze actualisatie zal in samenhang met het Voornemen herziening BBVverslaggevingsregels grondexploitaties uitgewerkt worden. Overige zaken Ten aanzien van de gronden voor toekomstige woningbouwlocatie St.-Annaparochie Zuidwest zullen wij nagaan hoe wij de rentelasten in de toekomst kunnen beperken dan wel deze in de vorm van kostendekkende pachtopbrengst o.i.d. kunnen dekken. Risico’s in de grondexploitatie Als algemene risico’s in de grondexploitatie kunnen genoemd worden: conjunctuur- en renterisico’s wanneer de vraag naar bouwgrond inzakt; het niet tijdig kunnen verwerven van gronden, een actieve rol van de private sector op de grondmarkt en stijgende aankoopprijzen; risico’s ( waar onder renterisico’s ) bij strategische grondaankopen; milieurisico’s; planschadeclaims; het wellicht niet kunnen komen tot volledig kostenverhaal in geval van private exploitaties; archeologische belemmeringen (verdrag van Malta); specifieke aan de exploitatieopzet gerelateerde risico´s inzake de prognoses van lasten en opbrengsten; politieke besluitvorming/nieuwe wetgeving, en onvoldoende woningbouwcontingent.
66
10.
Paragraaf Lokale heffingen
Het wettelijk kader Het wettelijke kader ligt besloten in artikel 168 van de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording. Artikel 10. Besluit Begroting en Verantwoording De paragraaf betreffende de lokale heffingen bevat ten minste: d. de geraamde inkomsten; e. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; f. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen; g. een aanduiding van de lokale lastendruk; h. een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid. Het eigen beleid Het eigen beleid inzake lokale heffing is vastgelegd in: - de nota Lokale heffingen 2013 t/m 2016. Voor wat betreft de kwijtschelding heeft de raad op 22 december 2005 besloten: a) met betrekking tot de woonforensenbelasting, de leges, de onroerende zaakbelasting en de begrafenisrechten geen kwijtschelding te verlenen; b) met betrekking tot de rioolheffing en de afvalstoffenheffing kwijtschelding te verlenen conform de ministeriële regeling op grond van artikel 26 van de Invorderingswet 1990, en c) bij het verlenen van kwijtschelding voor de rioolheffing en de afvalstoffenheffing voor de berekening van de kosten van bestaan de percentages, vermeld in artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, op 100% te stellen. Algemeen De gemeentelijke belastingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. De onroerende zaakbelasting en woonforensenbelasting zijn algemene dekkingsmiddelen van de gemeente. De andere heffingen hebben een specifiek bestedingskarakter. Overzicht belangrijkste geraamde inkomsten lokale heffingen Onderstaande tabel geeft weer welke opbrengsten uit lokale heffingen worden gerealiseerd. Soort
Rekening 2014 OZB eigenaren € 1.548.498 OZB gebruikers € 186.318 Afvalstoffenheffing € 1.021.135 Woonforensenbelasting € 10.370 Leges Burgerzaken € 90.454 Leges omgevingsvergunningen € 224.070 Grafrechten € 118.393 Rioolheffing € 787.748 Totaal € 3.986.986
Begroting 2015 € 1.590.794 € 196.962 € 1.016.142 € 10.620 € 103.300 € 125.000 € 109.340 € 813.593 € 3.965.751
67
Begroting 2016 € 1.619.428 € 200.711 € 1.004.363 € 8.000 € 103.300 € 155.000 € 109.340 € 831.400 € 4.031.542
De totale geraamde opbrengst van de lokale belastingen c.a. beloopt afgerond € 4,0 miljoen. Het merendeel van de lokale inkomsten in het jaar 2016 bestaat uit de onroerende zaakbelastingen (45,1%), afvalstoffenheffing (24,9%) en rioolheffing (20,6%). De geraamde opbrengsten van de lokale belastingen bedragen ruim 14% van de gemeentelijke inkomsten (baten begroting minus onttrekking aan reserves). Ontwikkeling van de lokale lasten Zoals blijkt stijgen de opbrengsten ten opzichte van 2015 met bijna 1,7%. Belangrijkste factoren zijn: wat veroorzaakt wordt door met name: - verhoging opbrengst onroerende zaakbelasting; - verlaging opbrengst woonforensenbelasting aan ervaringcijfers eerste halfjaar 2015; - verlaging afvalstoffenheffing door verlaging netto-kosten inzameling en verwerking huishoudelijk afval; - verhoging opbrengst leges omgevingsvergunning gelet op ervaringcijfers 2014 en eerste halfhaar 2015, en - jaarlijkse verhoging opbrengst rioolrecht met gemiddeld € 3,00 per aansluiting (overeenkomstig het GRP). In vervolg op de vaststelling van de begroting 2016 zullen de diverse belastingtarieven nog dit jaar ter vaststelling aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Onroerende zaakbelastingen De OZB kan worden onderscheiden in OZB voor gebruikers van niet-woningen en OZB voor eigenaren van een pand of een perceel grond. De belasting wordt opgelegd als betrokkene op 1 januari 2016 gebruiker is van een pand respectievelijk bij het kadaster staat ingeschreven als eigenaar van een pand of perceel grond. In de raming 2016 is rekening gehouden met: de geraamde opbrengst 2015 OZB eigenaren € 1.590.794 de geraamde opbrengst 2015 OZB gebruikers € 197.162 de totaal geraamde opbrengst OZB € 1.787.956 verhoging met 0,80% prijsmutatie BBP € 14.303 vermeerdering met 1% i.v.m. jaarlijkse nieuwbouw e.d. € 17.880 € 1.820.139 Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing houdt verband met het inzamelen, de afvoer en de verwerking van afvalstoffen van particulieren huishoudens. De opbrengst uit afvalstoffenheffing is gebaseerd op: de geraamde lasten 2016 (product 6.721.100) € 1.183.706 minus lasten die niet meegenomen mogen worden € 889 minus de geraamde baten 2016 (product 6.721.100)€ 260.363 correctie BTW € 30.000 lasten kwijtschelding € 52.000 € 1.004.363 De kwijtscheldingslasten worden met ingang van 2012 als kosten beschouwd en als zodanig meegenomen in de berekening van kostendekkende tarieven.
68
Woonforensenbelasting De woonforensenbelasting wordt geheven van personen, die niet in de gemeente het Bildt woonachtig zijn maar er wel gedurende tenminste 90 dagen per jaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. Omdat er steeds meer recreatiewoningen permanent bewoond worden is de opbrengst t.o.v. 2015 naar beneden bijgesteld. Leges Burgerzaken en Omgevingsvergunningen De legesopbrengsten Burgerzaaken zijn overeenkomstig 2015 geraamd. De opbrengsten uit leges Omgevingsvergunningen zijn met € 30.000 verhoogd gelet op de ervaringcijfers 2014 en 2015 (tot op heden). Grafrechten In het kader van de kostendekking van de kosten van de 3 algemene begraafplaatsen, is de visie op begraven in het Bildt aan de raad voorgelegd. Ook de (wijze van) tariefstelling is daarin meegenomen. De opbrengst grafrechten is overeenkomstig 2015 geraamd. Rioolheffing Raming van de opbrengst is gebaseerd op 4.157 eenheden x gemiddeld tarief van € 200,00. Dit tarief is als volgt berekend: - gemiddeld tarief 2015 van € 196,00 - plus 0,80% prijsmutatie BBP (meicirculaire 2015 Gemeentefonds) - jaarlijkse stijging volgens GRP 2013-2017 met € 3,00 De kwijtscheldingslasten worden met ingang van 2012 als kosten beschouwd en als zodanig meegenomen in de berekening van kostendekkende tarieven. Kwijtscheldingsbeleid Met betrekking tot het kwijtscheldingsbeleid van gemeentelijke belastingen worden de kosten van bestaan gesteld op 100% van de normuitkering die belastingschuldigen naar de maatstaven van het bijstandsbesluit landelijke normering per maand telkens zouden kunnen krijgen. Het beleid van de gemeente is altijd geweest om aangaande de daarvoor in aanmerking komende belastingen de wettelijke kwijtscheldingsmogelijkheden zo optimaal mogelijk te benutten. Kwijtschelding is alleen mogelijk voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. De lasten bedragen resp. € 52.000 en € 26.000 en zijn met ingang van 2012 meegenomen in de berekening van kostendekkende heffingen. In onderstaande tabel staan een aantal gegevens met betrekking tot de kwijtschelding weergegeven. Een vergelijking met andere gemeenten. Jaarlijks wordt door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) een onderzoek verricht naar de ontwikkeling van de lokale lasten. Voor vergelijking met andere gemeenten verwijzen naar www.coelo.nl.
69
11.
Paragraaf Subsidies
Algemeen Het Bildt heeft een structurele subsidierelatie met zo’n 50 instellingen/verenigingen en verstrekt daarnaast ongeveer 20 eenmalige subsidies per jaar. Het wettelijk kader is vastgelegd in de Algemene Subsidieverordening het Bildt 2012 en in nadere uitvoeringsregelingen. In deze regelingen worden onder meer de eisen vastgelegd voor de indiening van de subsidieaanvraag en de inhoudelijke en financiële verantwoording van subsidieverstrekkingen. In 2015 zijn de Subsidie Uitvoeringsovereenkomsten herzien t.b.v. het (nieuwe) subsidietijdvak 2016 – 2017. Ontwikkeling De afgelopen periode is er veel gesproken over lastenverlichting, minder regels en minder bureaucratie. De VNG heeft een voortrekkersrol op zich genomen en zet zich samen met het Rijk en gemeenten in om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren en de regeldruk terug te dringen. Landelijk gezien is het subsidiebeleid een breed domein waar nog veel winst is te behalen. Hierbij gaat het dan vooral om stroomlijning en terugdringing van de verantwoordingslasten. Om initiatieven in dit kader te stimuleren, heeft de VNG, in nauwe samenwerking met een aantal gemeenten en ministeries, een nieuw model subsidieverordening ontwikkeld. Deze is leidend geweest voor de subsidieverordening van onze gemeente. Een van de uitgangspunten van onze verordening is dat uitgegaan wordt van vertrouwen in plaats van wantrouwen, zonder eventuele risico’s uit het oog te verliezen. Dit betekent dat er in de verordening meer nadruk ligt op de eigen verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger en dat voor activiteiten met een laag risico geen uitgebreide verantwoordingsplicht meer geldt. In dit kader is een efficiencyslag gemaakt voor de ‘kleine’ subsidies tot € 5.000. Getalsmatig gaat het dan om een relatief groot aantal subsidieverstrekkingen: ongeveer 70%. Het financieel belang van deze categorie subsidies is echter relatief gering is: ongeveer 4%. Subsidiebeheer Vanaf 2012 wordt het verloop van het gehele subsidieproces vanaf de aanvraag tot en met de vaststelling gevolgd d.m.v. een geautomatiseerd systeem. Hierdoor kan inzichtelijk worden gemaakt welke aanvragen in procedure zijn, de stand van zaken, en welke bedragen zijn verstrekt. Subsidieverantwoording Afhankelijk van de aard van de verleende subsidies worden bepaalde subsidies verantwoord in dit betreffende begrotingsjaar terwijl andere subsidies, bij voorbeeld meerjaarlijkse subsidies, eerst worden vastgesteld en verantwoord na afloop van het betreffende subsidiejaar of de activiteit.
70
Subsidieplafond Op grond van artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening 2012 alsmede het bepaalde in afdeling 4.2.2 van de Algemene wet bestuursrecht stellen wij de volgende subsidieplafonds vast: - € 7.000 voor incidentele subsidies op het terrein van kunst en cultuur, - € 50.000 voor subsidies voor de leefbaarheid in de dorpen (die passen binnen de dorpsvisies), en - € 345 voor vertaalsubsidies voor Bildtse toneelverenigingen. De subsidieaanvragen die volledig (eventueel na het bieden van een hersteltermijn) en tijdig zijn ingediend, komen volgens het tendersysteem voor verdeling in aanmerking. Het college stelt nadere regels vast voor de criteria van de verdeling. De overige subsidie aanvragen die volledig zijn ingediend, komen op volgorde van binnenkomst voor verdeling in aanmerking.
71
72