Gemeentebegroting 2014 Programmaplan
College van burgemeester en wethouders van het Bildt september 2013
Inhoudsopgave 1.
Algemene inleiding ............................................................................................................. 3
2.
Financiële uiteenzetting ...................................................................................................... 8
3.
Programmaplan ................................................................................................................. 11 - 0. Algemeen bestuur ....................................................................................................... 11 - 1. Openbare orde en veiligheid ....................................................................................... 14 - 2. Verkeer en openbare ruimte ........................................................................................ 17 - 3. Economische zaken..................................................................................................... 20 - 4. Onderwijs .................................................................................................................... 22 - 5. Cultuur, recreatie en sport ........................................................................................... 26 - 6. Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening...................................... 30 - 7. Volksgezondheid en milieu ........................................................................................ 37 - 8. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting .................................................................. 42 - 9. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien .............................................................. 45
4.
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing........................................................ 49
5.
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen ............................................................................ 52
6.
Paragraaf Financiering ...................................................................................................... 56
7.
Paragraaf Bedrijfsvoering ................................................................................................. 59
8.
Paragraaf Verbonden partijen ........................................................................................... 64
9.
Paragraaf Grondbeleid ...................................................................................................... 68
10.
Paragraaf Lokale heffingen ........................................................................................... 71
11.
Paragraaf Subsidies ....................................................................................................... 74
2
1.
Algemene inleiding
Inleiding Voor u ligt de meerjarenbegroting 2014 t/m 2017. Deze begroting sluit alleen in 2014 met een positief saldo. In de jaren 2015 – 2017 is er sprake van een tekort. In deze begroting zijn de besluiten uit de perspectiefnota 2014-2017 verwerkt, te weten: prog. Mutaties uit Perspectiefnota 2014-2017
2014
2015
2016
2017
0
Digitale gemeentepublicaties
€
5.000- €
5.000-
€
5.000-
€
5.000-
1
Handhaving drank- en Horecaw et
€
10.000- €
10.000-
€
10.000-
€
10.000-
2
Onderhoud w egen
p.m.
p.m.
p.m.
2
Onderhoud bomen
p.m.
p.m.
p.m.
3
Bildtse ondernemersprijs
€
4
Clustering basisscholen Oudebildtzijl
€
-
5
Bijzondere sportprestaties
€
5
Bijdrage Beleef Friesland (vh. VVV)
€
6
Continueren/opplussen minimaregelingen
6
p.m. p.m.
1.000- €
1.000-
€
1.000-
€
1.000-
€
35.189-
€
34.109-
€
33.029-
1.000- €
1.000-
€
1.000-
€
1.000-
7.500- €
7.500-
€
7.500-
€
7.500-
€
946- €
946-
€
946-
€
946-
Subsidiebijdrage Stichting Urgente Noden Friesland
€
5.000- €
5.000-
€
5.000-
€
5.000-
6
Subsidiebijdrage Slachtofferhulp Nederland Regio Noord
€
2.700- €
2.700-
€
2.700-
€
2.700-
6
Transitie AWBZ
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
7
Derde nota gemeentelijk gezondheidsbeleid 2013-2016
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
7
Jeugdw et
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
7
Automatiseringssysteem CJG
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
7
Ondersteuning transitie
p.m.
p.m.
p.m.
7
Investeringsfonds voor het Bildt
€
7
Bijdrage Dorpenfonds
€
50.000
9
Beëindiging reservering sportaccommodaties
€
16.400
9
Beëindiging reservering kunstbeleid
€
9
Beëindiging reservering vestiging AZC
9
Bijstelling raming dividenduitkering BNG Bank
p.m.
137.208-
€
137.208-
€
137.208-
€
50.000
€
50.000
€
50.000
€
16.400
€
16.400
€
16.400
1.460
€
1.460
€
1.460
€
1.460
€
33.348
€
33.348
€
33.348
€
33.348
€
36.000
€
36.000
€
36.000
€
36.000
€
33.146- €
68.335-
€
67.255-
€
66.175-
prog. (Autonome) ontwikkelingen
137.208- €
2014
2015
25.000- €
2016
Afname opbrengsten leges burgerzaken
€
1
Bijdrage GR Veiligheidsregio
€
4
instandhouding AZC
€
5
GO4-sport
€
3.500- €
3.500-
€
3.500-
€
5
Bijdrage GR Marrekrite
€
4.972
€
5.097
€
5.224
€
5.354
6
Bijdrage GR Dienst SoZaWe Noardw est Fryslân
€
86.173
€
86.173
€
86.173
€
86.173
7
Efficiency 3 decentralisaties
€
50.000- €
50.000-
€
50.000-
€
50.000-
7
Bijdrage GR Veiligheidsregio
€
7.028- €
7.028-
€
7.028-
€
7.028-
9
Invulling taakstelling op GR-en
€
25.000- €
25.000-
€
25.000-
€
25.000-
€
59.739
69.864
€
79.991
€
90.121
60.878- € 140.000
€
€
25.000-
€
50.878-
€
2017
0
140.000
€
25.000-
€
40.878-
€
140.000
€
25.00030.878140.000 3.500-
S/I s s s s s s s s s s s s s s s s s s s s s s
S/I s s s s s s s s s
In aanvulling op het voorgaande zijn de volgende mutaties doorgevoerd: - invulling p.m. post extra kosten nazorg gedetineerden - extra budget ivm overgang ICT naar Leeuwarden - extra budget personele ondersteuning nieuwe koepelorganisatie 'Bildts Aigene'
3
2014 -1.120,00 -25.000,00
2015 -1.120,00 -50.000,00
2016 -1.120,00 -25.000,00
2017 -1.120,00 0,00
0,00 -26.120,00
-20.000,00 -71.120,00
-20.000,00 -46.120,00
-20.000,00 -21.120,00
In de financiële uiteenzetting (hoofdstuk 2.) is aangegeven hoe het resultaat 2014 t/m 2017 tot stand is gekomen. De begroting De begroting omvat een raming van alle verwachte exploitatie-uitgaven en inkomsten voor het komende jaar. Los van de begroting zijn er investeringsramingen per project. Deze investeringen worden gedekt uit reserves of door rente- en afschrijvingslasten (kapitaallasten) gedurende meerdere jaren op te nemen in de begrotingsramingen. In de begroting wordt melding gemaakt met welke investeringsbedragen aldus rekening is gehouden. De totale uitgavenstroom van de gemeente in enig jaar is dus niet per definitie gelijk aan het begrotingstotaal van dat jaar. Structurele en incidentele begrotingsposten De commissie BBV heeft in 2012 een notitie incidentele en structurele baten en lasten gepubliceerd om de regelgeving hierover te verduidelijken. Hoewel de notitie geen richtlijnen of aanbevelingen bevat, hebben wij in lijn van de notitie baten en lasten als incidenteel benoemd. Het verschil tussen incidenteel en structureel is niet altijd even scherp te trekken. Toch is het van belang om de incidentele baten en lasten zo goed mogelijk in kaart te brengen om vast te kunnen stellen in hoeverre de begroting en meerjarenraming voldoen aan de voorwaarde van “materiële sluitendheid”. Anders gezegd: de structurele lasten moeten gedekt worden door de structurele baten. Programma
Bedrag 2014 Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017
0 Algemeen bestuur 1 Openbare orde en veiligheid 2 Verkeer en openbare ruimte 3 Economische zaken 4 Onderwijs 5 Cultuur, recreatie en sport 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening 7 Volksgezondheid en milieu 8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 9 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
L L L L L L L L L L
9 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Saldo incidentele lasten en baten
B
11.213,00 0,00 0,00 0,00 0,00 1.155.000,00 40.000,00 21.000,00 20.000,00 18.247,00 1.265.460,00 1.265.460,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 3.000,00 0,00 0,00 3.000,00 3.000,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 5.000,00 0,00 0,00 5.000,00 5.000,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
In het voorgaande overzicht zijn de incidentele baten en lasten per programma vermeld. In het programmaplan wordt er nader op ingegaan. Dekking van de begrotingsuitgaven: de inkomsten 1. De gemeentelijke inkomsten kunnen in twee hoofdonderdelen worden onderscheiden: 2. Inkomsten die specifiek betrekking hebben op het desbetreffende programma; dit zijn bijvoorbeeld rijksuitkeringen voor een specifiek doel, leges, afvalstoffenheffing, rioolrecht en dergelijke. Ook onttrekkingen aan bestemmingsreserves behoren tot de specifieke inkomsten. Inkomsten die niet betrekking hebben op een programma maar algemene inkomsten van de gemeente zijn en waarvan de gemeente zelf mag bepalen welke aanwending daaraan gegeven zal worden; het gaat hier om:
4
de algemene uitkering van het rijk uit het gemeentefonds; de opbrengst van de OZB en de woonforensenbelasting; enkele andere algemene inkomstenbronnen (rente, dividenden, onttrekkingen aan de algemene reserve e.d.) De begrotingscyclus De begrotingscyclus kent de volgende vijf stappen: 1. De perspectiefnota (kadernota) 2. De (meerjaren)begroting 3. De voorjaarsrapportage (bestuursrapportage t/m 1e triaal) 4. De najaarsrapportage (bestuursrapportage t/m 2e triaal) 5. Het jaarverslag Begrotingsopzet De opzet en indeling van de begroting is grotendeels vastgelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Daarbinnen heeft de gemeente wel vrijheden voor de verdere invulling. Zo mag een gemeente zelf bepalen welke programma-indeling ze wil hanteren. Naast een aantal verplichte paragrafen mag de gemeente zelf nog paragrafen toevoegen. Programmabegroting Afgesproken is de programma-indeling binnen een raadsperiode niet te veranderen. Evenals in de vorige raadsperiode zijn er in deze periode 9 programma’s. De raad autoriseert de begrotingsbedragen per programma. Per programma wordt de volgende informatie verstrekt: a. Een korte algemene beschrijving; b. Een beschrijving van het bestaande beleid; c. Een beschrijving van de ontwikkelingen d. De beantwoording van de drie W-vragen: Wat willen we bereiken? Wat gaan we er voor doen? Wat mag het kosten? e. De relevante stuurgegevens in de vorm van effectindicatoren. De financiële gegevens (“wat mag het kosten”) vermelden naast de ramingen voor de komende 4 jaren ook de raming uit het lopende begrotingsjaar en de laatste vastgestelde jaarrekening. De lasten en baten worden eerst weergegeven zonder mutaties in de reserves. Deze laatste moeten op grond van de voorschriften afzonderlijk vermeld worden. Uiteindelijk wordt het saldo vermeld, inclusief mutaties in de reserves. Wanneer er investeringen op stapel staan én deze in de begroting financieel zijn vertaald, zijn deze bij een programma genoemd. Paragrafen Na de programma’s volgen de paragrafen. Paragrafen zijn bedoeld om extra informatie te verschaffen rond de begroting en het financiële beleid en beheer. En verder om dwarsdoorsneden uit de programma’s te kunnen presenteren. Financieel gezien vullen paragrafen dus cijfers in absolute zin niet aan maar geven er alleen een ander zicht op. Een aantal paragrafen is verplicht voorgeschreven, te weten: a. Weerstandsvermogen; b. Bedrijfsvoering; c. Grondbeleid; 5
d. e. f. g.
Onderhoud kapitaalgoederen; Verbonden partijen; Financiering Lokale heffingen
Naast de verplichte paragrafen hebben we met ingang van de begroting 2012 een paragraaf Subsidies opgenomen. Ramingsgrondslagen begroting In zijn algemeenheid is in de begroting rekening gehouden met: - een loonstijging van 2% - een prijsstijging van 1,60% Omdat de structurele subsidies voor de jaren 2013 t/m 2015 reeds zijn toegekend en dus vastliggen is er ten opzichte van 2013 niet gerekend met een indexering. Mede in het licht van de noodzakelijke ombuigingen is echter kritisch gekeken in hoeverre de algemene prijsstijging nodig is. De realisatiecijfers 2012 en 1e halfjaar 2013 zijn betrokken in de afweging om wel of geen prijsstijging door te voeren. Voor wat betreft de bijdragen en vergoedingen aan verbonden partijen zijn de vastgestelde begrotingen leidend. Als de begroting nog niet is vastgesteld is de concept-begroting verwerkt. Voor wat betreft de ontwikkeling in de kapitaallasten zijn de in het verleden gedane investeringen, toekomstige investeringen en de rentepercentages bepalend. Bestuur en organisatie Gemeenteraad College van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders zorgt voor het dagelijks bestuur van de gemeente en doet de voorbereiding en uitvoering van raadsbesluiten. Het college heeft ook de bevoegdheid om zelf beslissingen te nemen, zoals het aangaan van contracten. Het college van het Bildt heeft na de verkiezingen in 2010 de volgende samenstelling: Burgemeester G. Krol (waarnemend) Algemene zaken Bestuurlijke samenwerking Openbare orde en veiligheid Financiën Economische zaken Wethouder N. Haarsma (CDA) Verkeer en vervoer Ruimtelijke ordening Onderwijs Openbare werken Wethouder B. Tol (Werkgroep het Bildt) Natuur en milieu Sport Sociale zaken Maatschappelijke Ondersteuning en Cultuur
6
De ambtelijke organisatie De ambtelijke organisatie staat onder leiding van de gemeentesecretaris en omvat het stafbureau en de drie afdelingen Middelen, Dienstverlening en Wonen en Werken. Het Bildt heeft een relatief kleine ambtelijke organisatie, omdat veel taken zijn ondergebracht bij gemeenschappelijke regelingen en andere verbonden partijen. Zo worden bij voorbeeld taken op de terreinen van de sociale zekerheid, maatschappelijke zorg en gesubsidieerde arbeid uitgevoerd door de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân en de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval door Omrin. Voor wat betreft de organisatieontwikkeling wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering.
7
2.
Financiële uiteenzetting
De begrotingsramingen 2014-2017 Programma lasten 0 Algemeen bestuur 1 Openbare orde en veiligheid 2 Verkeer en openbare ruimte 3 Economische zaken 4 Onderwijs 5 Cultuur, recreatie en sport 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening 7 Volksgezondheid en milieu 8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 9 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Bedrag 2014 Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017 2.188.855,15 2.160.727,56 2.148.004,84 2.162.573,94 786.450,36 789.900,72 784.081,21 786.459,33 2.638.539,00 2.612.551,01 2.598.472,99 2.437.860,63 75.374,90 74.878,90 74.321,90 73.703,90 1.698.114,64 1.913.757,28 1.880.070,12 1.829.368,94 2.406.409,28 1.267.941,23 1.266.087,79 1.265.126,64 9.226.573,38 9.186.048,84 9.185.465,86 9.181.677,13 3.150.936,72 3.163.999,68 3.194.960,76 3.219.262,16 877.615,06 855.980,80 854.884,81 851.725,23 371.598,78 288.119,89 270.121,96 276.849,61 23.420.467,27 22.313.905,91 22.256.472,24 22.084.607,51
Programma baten 0 Algemeen bestuur 1 Openbare orde en veiligheid 2 Verkeer en openbare ruimte 3 Economische zaken 4 Onderwijs 5 Cultuur, recreatie en sport 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening 7 Volksgezondheid en milieu 8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 9 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Bedrag 2014 Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017 153.600,00 153.600,00 153.600,00 153.600,00 7.450,00 7.450,00 7.450,00 7.450,00 8.570,00 8.570,00 8.570,00 8.570,00 30.746,09 30.751,09 30.751,09 30.751,09 147.727,00 147.727,00 147.727,00 147.727,00 27.364,00 27.386,00 27.408,00 27.408,00 5.469.936,00 5.470.024,00 5.470.024,00 5.470.024,00 2.159.117,00 2.172.722,00 2.186.363,00 2.200.040,00 151.391,45 151.428,45 151.428,45 151.428,45 14.727.300,00 14.121.892,00 14.109.656,00 13.975.805,00 22.883.201,54 22.291.550,54 22.292.977,54 22.172.803,54
Resultaat voor bestemming Mutaties in de reserves Resultaat na bestemming
-537.265,73 -633.248,71 95.982,98
-22.355,37 226.077,29 -248.432,66
36.505,30 229.510,29 -193.004,99
88.196,03 352.974,29 -264.778,26
Aandachtspunten: Vanaf begin jaren ’90 krijgen we een uitkering op grond van de Wet Uitkering Wegen. De hoogte van de uitkering is destijds vastgesteld op de investeringen die de gemeente daarvoor had gedaan. De uitkeringen lopen in 2017 af evenals de afschrijvingen op de investeringen. met uitzondering van de investering voor de verlenging van de S10. Deze investering is eind 2016 afgeschreven terwijl we in 2017 nog een uitkering van afgerond € 161.000 krijgen. Dit incident verstoorde het begrotingssaldo in 2017. Om een structureel goed beeld te geven hebben wij daarom in 2017 een incidentele reservering van € 161.000 opgevoerd (tgv Algemene reserve). Verder is in bovenstaand begrotingssaldo voor de jaren 2014, 2015 en 2016 resp. € 25.000, € 50.000 en € 25.000 (dus € 100.000 in totaal) opgenomen in verband met kosten voor de overgang van de ICT naar de gemeente Leeuwarden. Vanaf 2015 is € 20.000 opgevoerd voor personele ondersteuning van de nieuwe koepelorganisatie ‘Bildts Aigene’. Anders dan in voorgaande jaren zijn de uitkomsten van de septembercirculaire 2013 bekend op het moment dat de begroting verstuurd wordt. Wij hebben hierna het begrotingssaldo aangepast aan de cijfers van de septembercirculaire zullen dit verwerken in de eerste begrotingswijziging. Na verwerking van de septembercirculaire ontstaat het navolgende beeld: 8
Resultaat begroting 2014-2017 Verwerking septembercirculaire 2013 Gemeentefonds: - uitgaven WMO (van rijk naar gemeenten) - bijstelling loonstijging van 2% naar 1% - algemene mutaties Saldo na septembercirculaire
2014 95.982,98
2015 -248.432,66
2016 -193.004,99
2017 -264.778,26
-77.904,00 28.000,00 -22.765,02 23.313,96
-77.904,00 28.000,00 -79.022,15 -377.358,81
-77.904,00 28.000,00 -148.145,56 -391.054,55
-77.904,00 28.000,00 -103.109,07 -417.791,33
De verlaging van de algemene uitkering wordt deels gemaskeerd door een verhoging van de zogenaamde integratie-uitkering Wet maatschappelijke ondersteuningen. De verhoging van de WMO-uitkering wordt deels veroorzaakt door de loon- en prijsontwikkeling maar ook door de overheveling van geld (en taken!) van het rijk naar gemeenten. De uitgaven die gemoeid zijn met deze taken hebben wij op € 77.904 becijferd. De algemene uitkering is mede gedaald door bijstelling van de loon- en prijsontwikkeling. In de begroting is op basis van de meicirculaire 2013 rekening gehouden met 2% loonstijging. Nu dit op 1% wordt gesteld is er € 28.000 aan loonruimte in de begroting. In onderstaande tabel is een vergelijking gemaakt tussen de Perspectiefnota en de definitieve uitkomsten van de begroting 2014-2017. Perspectiefnota 2014-2017 - invulling p.m. post extra kosten nazorg gedetineerden - extra budget ivm overgang ICT naar Leeuwarden - extra budget personele ondersteuning nieuwe koepelorganisatie 'Bildts Aigene' - mutaties algemene uitkering Begroting na mutaties algemene uitkering
2014 145.402,00 -1.120,00 -25.000,00
2015 -310.375,00 -1.120,00 -50.000,00
2016 -411.261,00 -1.120,00 -25.000,00
2017 -584.051,00 -1.120,00 0,00
0,00 119.282,00 -95.968,04 23.313,96
-20.000,00 -381.495,00 4.136,19 -377.358,81
-20.000,00 -457.381,00 66.326,45 -391.054,55
-20.000,00 -605.171,00 187.379,67 -417.791,33
De afwijking ten opzichte van de perspectiefnota is met name veroorzaakt door mutaties in de Algemene uitkering. Opgemerkt dient nog te worden dat de negatieve consequenties van eventuele sluiting van het AZC en de invoering van de drie decentralisaties niet verwerkt zijn in deze begroting.
Reserves en voorzieningen 2014-2017 Het verloop van de reserves en voorzieningen is als volgt: 01.01.2014 Algemene reserve € 3.270.010,36 Bestemmingsreserves € 7.652.988,85 € 10.922.999,21 Voorzieningen € 4.324.816,52 € 15.247.815,73
01.01.2015 € 3.470.184,36 € 6.631.171,14 € 10.101.355,50 € 4.692.091,52 € 14.793.447,02
9
€ € € € €
01.01.2016 3.641.147,36 6.686.285,43 10.327.432,79 4.945.092,52 15.272.525,31
€ € € € €
01.01.2017 3.744.509,36 6.812.433,72 10.556.943,08 5.335.752,52 15.892.695,60
€ € € € €
01.01.2018 3.802.719,36 6.946.061,01 10.748.780,37 5.712.282,52 16.461.062,89
Investeringen 2014-2017 Investeringen kleiner dan € 12.500 worden op grond van de Financiële verordening niet geactiveerd. Deze zijn in de begroting opgenomen. De investeringsuitgaven gelijk aan of groter dan € 12.500 die voor de jaren 2014 t/m 2017 gepland staan en in de begroting verwerkt zijn hebben betrekking op het vervangen van de traktie en gereedschappen van de buitendienst, te weten: - In 2014 voor € 129.100; - In 2015 voor € 66.000; - In 2016 voor € 224.000 én € 117.000 In 2017 staan geen vervangingsinvesteringen gepland. Overigens zullen er ook de komende jaren ook (vervangings)investeringen op het terrein van riolen en gemalen plaats vinden. Deze zijn indicatief opgenomen in het vGRP. Omdat de uitvoering afhangt van het resultaat van inspecties en bijna per definitie afwijkt van de planning, zijn de kapitaallasten voor deze voorgenomen investeringen in de vorm van een stelposten in de begroting opgenomen. De voorziening Riolen is mede ter dekking van de kapitaallasten.
10
3.
Programmaplan
0. Algemeen bestuur Algemeen Het doel van dit programma is het versterken van de kwaliteit van het gemeentebestuur in het algemeen, en het versterken relaties tussen dat bestuur en de burger in het bijzonder. Dit betekent dat in dit programma de focus ligt op optimale toerusting van het bestuur voor hun taakuitoefening, samenwerking met medeoverheden, kwaliteit van gemeentelijke dienstverlening en een informatieve en interactieve bestuursstijl. Het programma omvat bestuursondersteuning en financieel beheer, dienstverlening, bezwaar- en klachtenbehandeling, communicatiebeleid, burgerbetrokkenheid (inclusief ontwikkeling dorpsvisies) en bestuurlijke samenwerking. Wat willen we bereiken -
Betere digitale dienstverlening en voldoen aan landelijke richtlijnen op dit terrein. Meer burgerbetrokkenheid in het algemeen, en op het niveau van dorpen in het bijzonder. Betere facilitering van de gemeenteraad om de controlerende en kaderstellende rol uit te kunnen voeren. Betere facilitering van het college en de burgemeester om hun wettelijke taken en het dagelijks bestuur te verrichten. Bekend staan als een open, betrokken, toegankelijke en professionele organisatie. Kwalitatief goede waardering van het gemeentelijk financieel beleid en de wijze van beheer. Een sluitende meerjarenbegroting. Een duidelijk bestuurlijk toekomstperspectief voor de gemeente.
Meetbare effecten Voortgang realisatie uitvoeringsprogramma i-NUP Besluit over samenwerking met gemeente Leeuwarden op ICT gebied Goedkeurende accountantsverklaring bij de jaarstukken. Repressief toezicht door de Provincie. Positieve beoordeling door de Waarderingskamer WOZ. Besluit over fusie met de gemeenten Franekeradeel en Menameradiel Wat is het bestaande beleid Bestuurlijke kaders Interne en externe klachtenregeling (Raadsbesluit 06-13) Raadscommunicatieplan (Raadsbesluit 02-2010) Nota Van Inspraak naar Samenspraak (Raadsbesluit 05-96) Verordening Burgerinitiatief (Raadsbesluit 11-2007) Nota inzake “RadeRaad”(Raadsbesluit 05-2009) Plan van aanpak Millenniumcampagne 2009-2015 (Raadsbesluit 09-2009) 11
-
Duurzaamheidsnotitie ‘duurzame opgaven op het Bildt’ (Raadsbesluit 02-2010) Besluit Servicenormen (Collegebesluit 12-2005) Collegeprogramma 2010-2014 Perspectiefnota 2014-2017 Besluit onderzoek fusie Noordwest (Raadsbesluit 07-2012) Nota inzake inrichting Programmabegroting (Raadsbesluit 08-2003) Nota Grondbeleid en Grondbedrijf (Raadsbesluit 09-2006) Beleidsregels verkoop snippergroen (Collegebesluit 02-2008) Treasury Statuut (Raadsbesluit 11-2004) Delegatie- en Mandateringsbesluit (Collegebesluit 11-2003, sedert gewijzigd) Organisatiebesluit (Collegebesluit 07-2012) Nota weerstandsvermogen en risicomanagement (Raadsbesluit 2007) Nota reserves en voorzieningen (Raadsbesluit 2011) Nota Lokale heffingen (Raadsbesluit 2008) Nota Verbonden partijen (Raadsbesluit 05-2010)
Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen E-dienstverlening In 2014 e.v. worden diverse maatregelen ingevoerd in het kader van het i-NUP: het nationaal uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid. Het gaat om onder meer invoering van basisregistraties, digitalisering van documentstromen en, mede ter ondersteuning daarvan, invoering van een zgn. zaaksysteem. De Middelsee Gemeenten hebben een gezamenlijke informatiemanager om het proces in goede banen te leiden. In 2014 vindt besluitvorming plaats over het onderbrengen van de ICT (nu in Middelsee-verband ondergebracht in Menameradiel) bij de gemeente Leeuwarden. Lokaalbestuurlijke ontwikkelingen Het kabinet streeft naar herziening van de bestuurlijke organisatie in Nederland. In 2013 is daartoe de visie ‘Bestuur in samenhang’ gepresenteerd. Voor het lokaal bestuur zijn de trefwoorden: decentralisatie van taken, burger centraal, verdergaande herindeling van gemeenten, vermindering van raadsleden. Streekagenda Voor Noordwest Friesland is in co-productie tussen provincie, gemeenten en waterschap een Streekagenda opgesteld. Deze agenda geeft richting aan onwikkeling van de streek vanuit drie thema’s: economie, leefbaarheid en bereikbaarheid. Voor de jaren 2014 t/m 2020 wordt middels projecten invulling daaraan gegeven. De streekagenda is leidend bij toekenning van (Europese) subsidies.
Wat gaan wij er voor doen -
-
De gemeente onderzoekt fusiemogelijkheden met Franekeradeel en Menameradiel om de nadelen van schaalgrootte te ondervangen. In 2014 wordt besloten of en zo ja in welk tempo deze fuse plaats vindt. De gemeente neemt een besluit over samenwerking met Leeuwarden op ICT gebied. De gemeente voert in verband van de Streekagenda Noordwest Friesland projecten uit, onder meer op het gebied van ‘bereikbaarheid voorzieningen’. De gemeente werkt verbetering van digitale dienstverlening conform de planning van
12
-
-
-
het Realisatieplan / i-NUP. De gemeente digitaliseert haar officiële publicaties via een elektronisch gemeenteblad. De gemeente realiseert de voor 2014 gestelde campagnedoelen in het kader van millennium en fair trade. De gemeente komt de verplichtingen uit de planning en controlecyclus goed en op tijd na: - Voorjaarsnota / perspectiefnota uiterlijk in juni - Begroting uiterlijk in oktober - Jaarstukken (jaarrekening en jaarverslag) uiterlijk in juni - Bestuursrapportages per 4 maanden (triaal) De gemeente voldoet jaarlijks aan de eisen van financieel toezicht: - De begroting is in materieel evenwicht en de meerjarenraming kent een structureel evenwicht in de meerjarenraming; - Bij de jaarstukken wordt een goedkeurende accountantsverklaring verkregen inzake getrouwheid en rechtmatigheid; - De provinciale toezichthouder houdt repressief toezicht. De gemeente voldoet aan de periodieke kwaliteitsbeoordeling door derden op deelprocessen: - Uitvoering wet waardering onroerende zaken: beoordeling door waarderingskamer; - Uitvoering verplichte informatieverstrekking aan derden: beoordeling door CBS.
Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2012 2.281.926 221.459
Begroting 2013 2014 2.296.435 2.188.855 180.000 153.600
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 2.160.728 2.148.005 2.162.574 153.600 153.600 153.600
2.060.467
2.116.435
2.035.255
2.007.128
1.994.405
2.008.974
0
0
0
0
0
0
44.329,64
47.385
11213
0
0
0
2.016.138
2.069.050
2.024.042
2.007.128
1.994.405
2.008.974
Lasten 181.538 455.524 5.945 161.581 62.013 583.999 101.301 13.740 328.639 9.313 45.201 48.700 62.823 128.537 2.188.855
Baten 0 0 0 0 0 0 0 0 1.600 0 0 152.000 0 0 153.600
Saldo -181.538 -455.524 -5.945 -161.581 -62.013 -583.999 -101.301 -13.740 -327.039 -9.313 -45.201 103.300 -62.823 -128.537 -2.035.255
Samenstelling ramingen huidig jaar 6001100 6001200 6001300 6002100 6002200 6002300 6002400 6002500 6003100 6003101 6003200 6004100 6005100 6006100 Totaal
Raad en eventuele raadscommissies Burgemeester en wethouders Functionele commissies Bestuurssecretariaat Juridische zaken Bestuursondersteuning BenW Voorlichting en promotie Representatie Burgerzaken Straatnaamgeving en huisnummering Verkiezingen en referenda Leges burgerzaken Bestuurlijke samenwerking Bestuursondersteuning raad
13
1. Openbare orde en veiligheid Algemeen Het doel van het programma is het versterken van zowel de objectieve veiligheid (afname van de kans dat zich feitelijk een gebeurtenis voordoet die de veiligheid aantast) als de subjectieve veiligheid (het veiligheidsgevoel van burgers). Uitgangspunt is een integrale aanpak, waartoe wordt samengewerkt met ketenpartners op zowel lokaal als regionaal niveau. Het programma omvat brandweerzorg, calamiteitenbestrijding, openbare orde, integrale veiligheidszorg, algemene plaatselijke verordening en bijzondere wetten. Wat willen we bereiken Het realiseren van een gemeente waar inwoners zich veilig weten en voelen in de eigen leefen woonomgeving door: Een brandweerorganisatie die qua personeel, materieel en huisvesting is toegerust om de opgedragen taken op een kwalitatief voldoende niveau uit te kunnen voeren; Een gemeentelijke organisatie die goed op calamiteiten is voorbereid; Een gemeentelijke organisatie die goed bekend is met lokale objectieve veiligheidsrisico’s; Een gemeentelijke organisatie die goed bekend is met lokale subjectieve veiligheidsgevoelens. Meetbare effecten -
Tweejaarlijks een calamiteitenoefening met een externe auditor, resulterend in de kwalificatie ‘voldoende’. Een op basis van de Wet veiligheidsregio’s opgesteld en geïmplementeerd crisisplan. Jaarlijks tenminste drie overleggen van de ‘driehoek’ (openbaar ministerie, politie en gemeente). Jaarlijks tenminste tien overleggen van het sociaal team Middelsee Gemeenten (gemeenten en ketenpartners). Jaarlijks tenminste tien overleggen van het IVZ-team (burgemeester en politie) Effectmelding op basis van de Bestuursrapportage Politie. Jaarlijkse controles m.b.t. naleving van de Drank- en Horecawet. Wat is het bestaande beleid Bestuurlijke kaders Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2010-2014 (Raadsbesluit 03-2011) Regionaal Beleidsplan Veiligheidsregio Fryslân (Raadsbesluit 07-2011) Crisisplan Fryslân (Raadsbesluit 12-2011) Notitie Sociaal Team Middelsee gemeenten (Raadsbesluit 12-2006) Notitie kwaliteitsslag Sociaal Team Middelsee Gemeenten (Raadsbesluit 09-2011) Nota prostitutiebeleid (Raadsbesluit 09-2000) Beleidsnotitie nulbeleid coffeeshops (Besluit burgemeester 11-2004) Jaarwerkplan politieteam Middelsee (met gemeentelijk aandeel IVZ) Risicoprofiel het Bildt (Raadsbesluit 04-2010)
14
-
Notitie invoering Wet Veiligheidsregio’s (Raadsbesluit 07-2010) Notitie inrichting Oranje Kolom (Raadsbesluit 11-2010) Besluit regionalisering brandweerzorg (Raadsbesluit 05-2013) Brandrisicoprofiel Veiligheidsregio Fryslân (Raadsbesluit 05-2013)
Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen Brandweerzorg en crisisbeheersing De brandweerorganisatie is als uitvloeisel van de Wet op de veiligheidsregio’s met ingang van 1 januari 2014 regionaal georganiseerd. Het gemeentelijke brandweerpersoneel is per genoemde datum in dienst van de Veiligheidsregio. De crisisbeheersing wordt ingevolge de Wet veiligheidsregio eveneens regionaal aangestuurd, overigens onverlet de gemeentelijke verantwoordelijkheid. Dit betekent dat crisisplannen regionaal opgesteld worden en regionale expertteams zijn ingesteld. Doel is de hulpverlening bij rampen en zware ongevallen efficiënter en doelmatiger te laten plaatsvinden. In dit kader zijn ook in Noordwest-verband afspraken gemaakt over onderlinge bijstand bij (grote) calamiteiten. Openbare Orde en Veiligheid Veiligheidsbeleid De gemeentelijke regierol voor veiligheidsbeleid is wettelijk verankerd. De wet verplicht tot het vaststellen van een gemeentelijk veiligheidsplan en periodieke actualisering daarvan. Veiligheidstaken worden integraal opgepakt via het Veiligheidshuis waarin gemeenten, politie, justitie en instellingen samenwerken om complexe (sociale) veiligheidsproblemen op te lossen. Om sociale veiligheidsproblemen zo dicht mogelijk bij de bron aan te kunnen pakken wordt het instrument ‘buurtbemiddeling’ vaker toegepast. De gemeente tracht dan, via een mediator, partijen tot elkaar te brengen en problemen in onderling overleg op te lossen. Nationale politie In 2013 is er één nationale politie gevormd. Als gevolg daarrvan is er een nieuw basispolitieteam ontstaan. Het team Middelsee is evenals het zgn. driehoeksoverleg in dit grotere team opgegaan. Drank en Horecawet Voor wat betreft de Drank en Horecawet geldt dat gemeenten per 2013 verantwoordelijk zijn voor toezicht en handhaving. In 2013 is /wordt door de raad een Verordening vastgesteld op basis waarvan deze taak wordt uitgevoerd. In 2014 vindt implementatie daarvan plaats. Wat gaan wij er voor doen Crisisbeheersing Het bewerkstelligen van goede planvorming door het implementeren en actueel houden van het crisisplan. Het regelmatig deelnemen aan oefeningen / trainingen door gemeentelijke teams om kennis te vergaren c.q. rollen en taken up to date te houden, op basis van een opleidingsen oefenplan. Het opleiden & oefenen van het team OvD Bevolkingszorg1 Noordwest Friesland Actueel houden van de gemeentelijke (brand)risicokaart. -
Integrale Veiligheidszorg 1
Officier van Dienst: gemeentelijk functionaris die bij rampen en crisis de hulpdiensten op plaats incident bijstaan en adviseert over afstemming met gemeentelijke diensten.
15
-
Het uitvoeren van het Integraal Veiligheidsbeleid op basis van de in 2011 vastgestelde Kadernota IVZ. Het vanuit de gemeentelijke regierol initiëren en instandhouding van een netwerk met ketenpartners, o.a. middels deelname aan het Veiligheidshuis. Het doen plaatsvinden van Driehoeksoverleg (gemeente, politie en openbaar ministerie). Het doen plaatsvinden van IVZ-overleg (gemeente, politie, overige ketenpartners). Het informeren van raad over de uitkomsten van de bestuursrapportage van de politie. Het opstellen van integrale veiligheidsrapportages. Het deelnemen aan Burgernet Het uitvoeren van de Wet tijdelijk huisverbod Het uitvoeren van de Wet nazorg ex-gedetineerden Het deelnemen aan buurtbemiddeling Het houden van toezicht en zonodig handhaven van de Drank- en Horeacwet.
Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2012 612.398 24.708
Begroting 2013 2014 716.242 786.450 7.450 7.450
Meerjarenbegroting 2015 2016 789.901 784.081 7.450 7.450
2017 786.459 7.450
587.690
708.792
779.000
782.451
776.631
779.009
0
0
0
0
0
0
0
1.200
0
0
0
0
587.690
707.592
779.000
782.451
776.631
779.009
Lasten 32.954 471.908 73.409 170.899 37.279 786.450
Baten 5.800 0 0 750 900 7.450
Saldo -27.154 -471.908 -73.409 -170.149 -36.379 -779.000
Samenstelling ramingen huidig jaar 6120104 6120105 6120200 6140100 6140200 Totaal
Brandweergarages Regionale brandweer Rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid Bijzondere wetgeving
16
2. Verkeer en openbare ruimte Algemeen Het doel van het programma is het zorg dragen voor goede en veilig begaanbare wegen en paden voor alle soorten verkeer binnen het openbare gebied van de gemeente. Wat willen we bereiken -
-
Bereikbaarheid voor alle vormen van wegtransport van alle dorpen. Behoud van het huidige (technisch) onderhoudsniveau en het ‘aanzien’. Bij de uitvoering worden binnen de bestaande (beleids)mogelijkheden wensen van burgers en hun organisaties mee genomen. Een efficiënte besteding van middelen en het garanderen van een functioneel gebruik. In stand houden van de huidige kwaliteit van de wegen. Het hoofddoel van onze gemeente is het realiseren van een duurzaam verkeers- en vervoerssysteem, waarbij we voor de periode tot 2015 inzetten op: het bevorderen van de objectieve en subjectieve verkeersveiligheid; het faciliteren van de verplaatsingsbehoefte van personen en goederen; het bijdragen aan economische en ruimtelijke ontwikkelingen; het beperken van schade aan natuur, landschap, milieu en het bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving. Voldoen aan de rijks- en provinciale doelstelling 2 ten aanzien van verkeersslachtoffers In standhouden van de kwalificatie brons, met uitschieters op onderdelen naar zilver en goud voor het openbaar groen.
Meetbare effecten -
Afname van het aantal klachten. Eens in de vijf jaar wordt het beheersplan wegen opgesteld aan de hand van de systematiek voor rationeel wegbeheer, zoals deze ontwikkeld is door de stichting CROW (Kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur). Op basis van de vijfjaarlijkse inspectie en aanpassing van het beheersplan voor de verhardingen kan de doelstelling worden getoetst. Wat is het bestaande beleid Bestuurlijke kaders – Verkeer en vervoer,groen en onderhoud openbare ruimte * Algemeen: Collegeprogramma 2010-2014 Burgerlijk wetboek Art. 6:174 BW en Art. 6:162 BW Openbare verlichting beleidsnota 2002-2006 * Verkeer en vervoer: Planwet verkeer en vervoer (05-1998) m.n. §4 en§5 Rijksbeleid vastgelegd in de Nota Ruimte (02-2006) en de Nota Mobiliteit (09-2004) 2
Rijks- en provinciale doelstelling: verkeersslachtoffers ten opzichte van 2002 is maximaal 580 doden (-45%) en 12.250 ziekenhuisgewonden (-34%) in 2020.De provinciaal bepaalde doelstelling is ambitieuzer en spreekt van het terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers met 25% in 2010.Aan beide doelstellingen heeft de gemeente het Bildt zich in haar beleid geconformeerd, waarbij de doelstelling voor 2020 maatgevend is.
17
-
* -
* -
Provinciaal Verkeer- en VervoersPlan (03-2006) Gemeentelijk Verkeer- en VervoersPlan (Raadsbesluit juli 2009) Maatregelenplan GVVP het Bildt (Raadsbesluit juli 2009) Gladheidsbestrijdingsplan (2001) Aanpassing organisatiewijze gladheidbestrijding (2004) Groen: Groenvisie (Raadsbesluit 2010 en raadsbesluit sept 2014) Plan van aanpak iepziekte (2002) Onderhoud openbare ruimte: Rapportage Inspectie en onderhoudskosten 50 kunstwerken (Raadsbesluit juli 2010) Beheersprogramma dg Dialog Wegen van de Grontmij. Openbare verlichting Uitvoeringsplan (2004) Beheersplan wegen (Raadsbesluit 29 oktober 2009, actualisatie voor periode 2010-2014 en raadsbesluit sept. 2014)
Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen Overdracht N393 en dijken In 2012 zijn zowel de provincie (N393) alsook het Wetterskip (o.a. NieuweBildtdijk) begonnen met verkenningen om deze wegen en dijken in beheer en eigendom af te stoten. De partij die het eerst voor overname hiervoor in beeld komt is de gemeente het Bildt.. De eerste verkennende gesprekken hebben in 2012 plaats gevonden. GVVP Met betrekking tot verschillende beleidsterreinen binnen dit programma heeft in 2009 een vernieuwing/actualisering van het verkeersbeleid (GVVP) plaatsgevonden. Met het uitvoeringsplan is in 2009 gestart. Voor het nieuwe beleid zijn randvoorwaarden als goede communicatie en breed draagvlak vastgelegd. Het belang van het GVVP is om voor zowel het gemeentebestuur van de gemeente het Bildt als ook voor haar inwoners en bezoekers uit het oogpunt van bereikbaarheid, verkeersveiligheid en de leefomgeving gestreefd wordt naar een optimale inrichting van het gemeentelijke wegennet. Het doel van het GVVP is het vastleggen van het beleid op het gebied van verkeer en vervoer in de gemeente het Bildt voor een periode tot 2015, dat aansluit bij de (ruimtelijke) ambities die de gemeente heeft, maar eveneens past binnen de kaders die het rijks- en provinciaal beleid stellen in respectievelijk de Nota Mobiliteit en het provinciaal verkeers- en vervoersplan Fryslân. Om uitvoering te geven aan het gemeentelijke beleid wordt dit vergezeld van een uitvoeringsprogramma met daarin maatregelen en projecten. Bij de ombuigingbesluiten is op het onderdeel GVVP vanaf 2012 structureel een bedrag van € 25.000 ingeboekt als ombuiging. Voor 2012 is dit gerealiseerd uit de jaarbedragen, daar de investeringen, met de hieruit voortvloeiende kapitaalbedragen, reeds in 2011 in gang waren gezet. Vanaf 2013 is dit bedrag gevonden in het schrappen van nog enkele investeringen. Wegenonderhoud Voor wat betreft het onderhoud van openbare ruimten zijn er gewijzigde methoden voor beoordeling van het kwaliteitsniveau het zogenaamde Integraal Beheer Openbare Ruimten (IBOR). Deze methode van meten van beoogde en behaalde resultaten is in meerdere varianten in ontwikkeling. Kort gezegd komt het erop neer dat door middel van visuele beelden de kwaliteit van het openbare gebied op verschillende niveaus kan worden vastgesteld en gemeten.
18
Gekozen kan worden uit drie technische kwaliteitscriteria: voldoende, matig en onvoldoende met respectievelijk een planperiode van groter dan 5 jaar, 3 tot vijf jaar en 0 tot 2 jaar. Concreet resulteert dit in een streven voor de Bildtse wegen naar een kwaliteitsniveau voor een normaal en evenwichtig onderhouden wegennet. Dit niveau zal bij gelijkblijvende middelen en omstandigheden in theorie in 2014 bereikt worden. Jaarlijks zal een toetsing plaatsvinden, waarbij de effecten van de variabele factoren (als weersomstandigheden, omleidingen, combinatiewerken ed.) zullen kunnen resulteren in aanpassing van de inzet van middelen. Wat gaan wij er voor doen -
Monitoren parkeersituatie en verkeersaanbod. Gedragsbeïnvloeding d.m.v. permanente verkeerseducatie. Bijstellen GVVP. Het nemen van kleine verkeersmaatregelen. De wegen worden jaarlijks door de eigen dienst visueel geïnspecteerd. Op basis van de beschikbare budgetten wordt onderhoud uitgevoerd. Vervolg van de pilot Westhoek Realisatie van de ombuigingsvoorstellen.
Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2012 2.760.409 14.115
Begroting 2013 2014 2.818.320 2.638.539 8.525 8.570
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 2.612.551 2.598.473 2.437.861 8.570 8.570 8.570
2.746.293
2.809.795
2.629.969
2.603.981
2.589.903
2.429.291
0
0
0
0
0
0
350.000
0
0
0
0
0
2.396.293
2.809.795
2.629.969
2.603.981
2.589.903
2.429.291
Lasten 1.342.953 71.157 41.351 30.157 167.175 266.882 176.695 0 542.169 2.638.539
Baten 1.415 0 0 1.430 0 0 500 0 5.225 8.570
Saldo -1.341.538 -71.157 -41.351 -28.727 -167.175 -266.882 -176.195 0 -536.944 -2.629.969
Samenstelling ramingen huidig jaar 6210100 6210200 6210300 6210400 6210500 6210600 6211200 6221100 6560100 Totaal
Wegen en straten Weg- en straatmeubilair Sneeuwruimen en gladheidsbestrijding Straatreiniging Openbare verlichting Bruggen, duikers en kades Verkeer en vervoer (incl.verk.veiligheid) Waterwegen en kades Openbaar groen
19
3. Economische zaken Algemeen Het doel van het programma is het behouden en zo mogelijk versterken van de economische structuur van de gemeente in het algemeen, en van de regionale kernfunctie van St.Annaparochie in het bijzonder. Dit betekent dat in dit programma de focus ligt op faciliteren van zowel ‘harde’ (industriële) bedrijvigheid als ‘zachte’(dienstverlenende) bedrijvigheid. Het programma omvat: bedrijfscontacten, werkgelegenheidsbeleid, ontwikkeling en acquisitie bedrijventerreinen, en land- en tuinbouwontwikkeling. Wat willen we bereiken -
Uitbreiden van de bestaande bedrijvigheid. Aantrekken van nieuwe bedrijvigheid. Ontwikkelen van recreatieve / toeristische bedrijvigheid. Ontwikkelen van leer- werklijnen in relatie tot de onderwijscampus. Intensiever overleg met ondernemers en ondernemersverenigingen. Profileren en versterken van St.-Annaparochie als regionaal centrum.
Meetbare effecten -
Ontwikkeling van het aantal bedrijven. Ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen. De consumentenoriëntatie op St.-Annaparochie. Het aantal overnachtingen in toeristische verblijfsaccommodaties.
Wat is het bestaande beleid Bestuurlijke kaders Optieregeling bedrijventerreinen (Collegebesluit 01-1995) Regeling Verkoop bedrijventerreinen (Raadsbesluit 06-1995) Revitaliseringsplan De Wissel (Raadsbesluit 12-2001) Kadernota economisch beleid (Raadsbesluit 12-2011) Regionaal Bedrijventerreinplan Noordwest Friesland (Raadsbesluit 12-2011)
-
Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen Onderwijs & Ondernemerschap Met ingang van 2013 is het Leer-Werkplein van de Campus operationeel. Nieuwe leerlijnen moeten er toe leiden dat bedrijven in de regio voldoende personeel kunnen aantrekken en dat jongeren uit de regio makkelijker een baan kunnen vinden in de eigen omgeving. Dit “O 3 project” vindt navolging in Noordwest-verband en is om die reden opgenomen in de Streekagenda. Winkelfunctie St.-Annaparochie Mede in relatie tot het economisch beleidsplan van de gemeente is een platform opgericht dat zich bezig houdt met behoud en versterking van de (regionale) winkelfunctie van St.-
20
Annaparochie. In dit platform participeren gemeente en omdernemers, daarin bijgestaan door het Hoofdbedrijfsschap Detailhandel en de Kamet van Koophandel. Door het platform is een actieplan opgesteld dat zich o.a. richt op de winkelfunctie (realisatie van een gebalanceerd basisaanbod passend bij de regionale kern functie), acquisitie (werving van nieuwe winkelformules) en virtualisering (stimuleren webshops). Toerisme en recreatie Op het vlak van recreatie en toerisme spelen ontwikkelingen die aansluiten aan het bevaarbaar maken van de Noordelijke Elfstedenroute. Het gaat particuliere initiatieven (“spin off”) zoals het introduceren van fluisterbootjes, uitbreiding campeervoorzieningen en promotie. Er is door provincie en gemeenten een Toeristisch Programma Friese Wadden opgesteld. Wat gaan wij er voor doen -
Het Bildtse bedrijfsleven presenteert zich in 2014 op Bedrijven Contactdagen in het FECC. De gemeente ondersteunt ontwikkeling van het kernwinkelgebied overeenkomstig de kaders van de structuurvisie St.-Annaparochie. De gemeente initieert periodiek overleg met Ondernemersverenigingen. De gemeente voert de aanbevelingen uit het Ondernemerstevredenheidsonderzoek 2013 uit. Het college van B&W legt tenminste 12 bedrijfsbezoeken af. De gemeente kent de Bildtse Ondernemersprijs toe.
Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2012 239.110 310.785
Begroting 2013 2014 98.851 75.375 13.794 30.746
Meerjarenbegroting 2015 2016 74.879 74.322 30.751 30.751
2017 73.704 30.751
-71.675
85.057
44.629
44.128
43.571
42.953
57894
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-13.781
85.057
44.629
44.128
43.571
42.953
Lasten 11.029 16.334 10.671 10.116 0 8.280 8.223 4.892 5.830 75.375
Baten 0 0 0 5.718 0 0 8.223 11.930 4.875 30.746
Saldo -11.029 -16.334 -10.671 -4.398 0 -8.280 0 7.038 -955 -44.629
Samenstelling ramingen huidig jaar 6310100 6310200 6310300 6310400 6311100 6320100 6320106 6330100 6340100 Totaal
Straatmarkten Bedrijfscontacten Werkgelegenheid, algemeen Kredietbank Marktgelden Bedrijventerreinen Bedrijventerrein Oudebildtzijl Gasbedrijf Verpachte gronden
21
4. Onderwijs Algemeen Het doel van dit programma is een bijdrage te leveren aan kwalitatief onderwijs teneinde een kansrijke ontwikkeling te bieden aan alle in de gemeente woonachtige kinderen en soms ook volwassenen. Onderwijs zelf is primair een verantwoordelijkheid van de scholen en hun besturen. Het onderwijsbeleid wordt in hoofdzaak bepaald door de rijksoverheid. De rol van de gemeente richt zich met name op het lokaal onderwijsbeleid (zoals de huisvesting van scholen, het onderwijsachterstandenbeleid, de schoolbegeleiding, leerlingenvervoer, leerplicht etc.). Verder biedt de gemeente in regionaal verband mogelijkheden voor onderwijs aan volwassenen. Het programma omvat basisonderwijs, gymnastiekonderwijs, huisvestingsvoorzieningen, onderwijsbegeleiding, leerlingenvervoer, onderwijsachterstandenbeleid en onderwijs aan volwassenen. Wat willen we bereiken -
Adequate en aan de hedendaagse eisen tegemoet komende onderwijshuisvesting. Voorzieningen voor primair onderwijs in alle dorpen voor zover er een toereikend leerlingenpotentieel aanwezig is. Behoud van de beide vestigingen voor voortgezet onderwijs. Gelijke kansen op onderwijs voor alle jongeren. Vermindering van onderwijsachterstanden. Vermindering van voor- en vroegtijdige schooluitval. Meer deelname aan volwasseneneducatie, met name op het onderdeel laaggeletterdheid. Efficiënt en effectief vervoer van leerlingen die op scholen voor speciaal onderwijs zijn aangewezen.
Meetbare effecten -
Ten opzichte van 2013 minder leerlingen die voortijdig de school verlaten zonder startkwalificatie. Ten opzichte van 2013 meer laaggeletterden die volwassenenonderwijs volgen. Wat is het bestaande beleid Bestuurlijke kaders Coalitie-akkoord 2010-2014 Perspectiefnota 2012 t/m 2015 Integraal Onderwijshuisvestingsplan c.q. toekomstvisie basisonderwijs 2011 t/m 2014 (Raadsbesluit 02-2011) Notitie lokaal onderwijsbeleid (Raadsbesluit 06-2005) Verordening Leerlingenvervoer (Raadsbesluit 09-2007) Notitie implementatie gevolgen invoering Wet OKE (Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie) (Collegebesluit 05-2011)
22
Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen Toekomstvisie basisonderwijs Voor het basisonderwijs is een toekomstvisie vastgesteld in de raadsvergadering van februari 2011. De gemeente beijvert zich om, mede in het belang van de leefbaarheid op de dorpen, om in elk dorp minimaal één voorziening voor het basisonderwijs in stand te houden. Dit kan waar nodig worden bereikt door clustering van scholen. Clustering van de beide scholen voor basisonderwijs in Vrouwenparochie is m.i.v. het schooljaar 2012-2013 gerealiseerd. Inmiddels zijn de scholen, schoolbesturen en gemeente bezig om de mogelijkheden voor clustering van de scholen in Oudebildtzijl te onderzoeken. Voor de kosten die gepaard gaan met het realiseren van een geschikt gebouw is reeds een bedrag geraamd in de begroting 2014. Binnenmilieu en energiebesparing basisscholen Door het rijk is, mede in het kader van de economische crisis, besloten extra financiële middelen beschikbaar te stellen voor de noodzakelijke verbetering van het binnenmilieu in schoolgebouwen, dit in samenhang met maatregelen gericht op energiebesparing, Met deze rijksmiddelen en een aanvullende bekostiging van de gemeente, is inmiddels in 14 lokalen van de beide basisscholen in St.-Annaparochie, een klimaatsysteem aangebracht. In het kader van het nieuwe IHP is besloten om energiebesparende maatregelen bij de scholen door te voeren in combinatie met de noodzakelijke vervangingen (dakbedekking etc.). Daarnaast is bij verbouw van de school in Vrouwenparochie een deel van het aanbestedingsvoordeel aangewend voor energiebesparende maatregelen. Wanneer bij de verbouw van (te clusteren) scholen sprake is van een aanbestedingsvoordeel kan dit (gedeeltelijk) aangewend worden voor energiebesparende maatregelen. Onderwijscampus De raad heeft in november 2012 definitief groen licht gegeven voor de bouw van de campus. Vervolgens heeft er een aanbestedingsronde plaats gevonden. Op het moment van schrijven is er nog een procedure gaande m.b.t. vaststelling van het bestemmingsplan. Op zijn vroegst zal het bestemmingsplan in november 2013 onherroepelijk worden. Daarna kunnen bouwwerkzaamheden gestart worden. Peuterspeelzaalwerk Dit onderwerp valt onder programma 6 van de begroting. Passend onderwijs Naar verwachting zal in augustus 2014 de wet op passend onderwijs van kracht worden. Dit heeft gevolgen voor de onderwijshuisvesting, scholen moeten aangepast worden aan leerlingen met beperkingen (Bij de huisvestingsaanvraag voor de samenwerkingsschool Froubuurt is hier al rekening mee gehouden).Daarnaast kunnen er gevolgen zijn voor het leerlingenvervoer. Kosten kunnen mogelijk toenemen als er meer ritten gereden worden bijvoorbeeld omdat een school maar 3 leerlingen met een beperking kan opnemen. Door de wet passend onderwijs moeten scholen samenwerkingsverbanden vormen. Binnen het samenwerkingsverband moet gezorgd worden voor een passende plaats voor elke leerling. Voor heel Friesland is één samenwerkingsverband. Een goede afstemming en samenwerking tussen de gemeenten en het samenwerkingsverband is van belang. Hiervoor is de werkgroep Passend Onderwijs Noord opgericht. Vanuit de Middelsee gemeenten wordt hieraan deelgenomen door Menameradiel. Uiterlijk in mei 2014 moet er op overeenstemming gericht overleg plaatsvinden tussen het samenwerkingsverband en de gemeenten over de
23
ondersteuningsprofielen van de scholen. Samenwerking onderwijs en CJG Met de decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeente (2015) ontstaat een kans voor meer samenwerking tussen jeugdzorg en onderwijs. De vindplaats van kinderen en jongeren is vaak de school en daarnaast worden problemen ook dikwijls gesignaleerd op school. Daarnaast vindt er steeds meer overlap plaats. Zo worden er bijvoorbeeld preventieve programma’s aangeboden op scholen. Het is daarom van belang dat de samenwerking tussen CJG en onderwijs wordt geïntensiveerd. Schoolmaatschappelijke stages Sinds augustus 2011 zijn leerlingen van het voortgezet onderwijs wettelijk verplicht om een zgn. schoolmaatschappelijke stage te volgen. Het verplichtend karakter manifesteert zich in het feit dat het volgen van de stage (van minimaal 30 uur) noodzakelijk is voor het verkrijgen van het diploma. In het regeerakkoord is opgenomen dat de wettelijk verplichte maatschappelijke stage voor het voortgezet onderwijs per 2015 wordt afgeschaft. Vooruitlopend op de wetswijziging zijn de middelen uit het gemeentefonds genomen. De gemeente heeft met Stichting Welzijn Middelsee een overeenkomst voor het uitvoeren haar wettelijke taak als makelaar voor de maatschappelijke stage. Met het vervallen van de verplichting voor maatschappelijke stage vervalt ook de verplichte makelaarsfunctie. Het contract zal worden opgezegd met ingang van augustus 2014.
Wat gaan wij er voor doen Realiseren van adequate huisvestingsvoorzieningen Het voorzien in adequate huisvesting van de scholen voor primair- en voortgezet onderwijs. Deze taak uitvoeren aan de hand van drie beleidsinstrumenten, nl.: * De verordening voorziening huisvesting onderwijs het Bildt; * Het Integraal Huisvestingsplan (IHP) 2011-2014; * Het jaarlijks vast te stellen Huisvestingsprogramma. Het uitvoeren van jaarlijks noodzakelijk (groot) onderhoud aan basisscholen. Het voorzien in oplossing van de huisvestingsknelpunten CSG Ulbe van Houtenschool (maakt deel uit van het campusonderzoek). Het voortzetten van het uitvoeren van de toekomstvisie voor basisonderwijs door middel van onderzoek naar mogelijkheden voor samenwerkingsscholen. Leerlingenvervoer Het toepassen van de Verordening leerlingenvervoer. Het leerlingenvervoer is bij gemeentelijke verordening geregeld. Uit oogpunt van kostenbesparing wordt het vervoer tezamen met andere gemeenten aanbesteed. Schoolbegeleiding Het faciliteren van schoolbegeleiding. Door de gemeente worden jaarlijks aan de basisscholen middelen ter beschikking gesteld voor begeleidings- en ontwikkelingsactiviteiten, advisering, informatieverstrekking en evaluatie, alsmede activiteiten die een optimale schoolloopbaan van leerlingen bevorderen (o.a. de zgn. schoolonderzoeken).
24
Bestrijding voor- en vroegtijdige schooluitval Het handhaven van de leerplicht. De invoering van de startkwalificatie biedt kansen om de voor- en vroegtijdige schooluitval te verminderen. De gemeente zal in het kader van leerplichthandhaving in samenwerking met het regionaal meld- en coördinatiepunt voortijdige schoolverlaters (RMC) beoordelen welke aanvullende activiteiten door de gemeente kunnen worden ontwikkeld. Het voorbereiden op passend onderwijs Vanuit de Middelsee gemeenten wordt deelgenomen aan de werkgroep Passend Onderwijs Noord die samen met het samenwerkingsverband van de scholen voorbereidingen treft voor invoering van het passend onderwijs.
Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2012 1.767.207 225.876
Begroting 2013 2014 1.717.369 1.698.115 162.703 147.727
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 1.913.757 1.880.070 1.829.369 147.727 147.727 147.727
1.541.331
1.554.666
1.550.388
1.766.030
1.732.343
1.681.642
79.561
0
53.435
53.435
53.435
53.435
191.003
8.769
8.769
8.769
8.769
8.769
1.429.889
1.545.897
1.595.054
1.810.696
1.777.009
1.726.308
Lasten 2.517 122.688 265.900 108.635 292.690 121.649 265.282 63.197 21.250 217.818 49.682 29.933 136.875 1.698.115
Baten 0 4.432 21.992 0 0 0 0 0 0 13.123 0 0 108.180 147.727
Saldo -2.517 -118.256 -243.908 -108.635 -292.690 -121.649 -265.282 -63.197 -21.250 -204.695 -49.682 -29.933 -28.695 -1.550.388
Samenstelling ramingen huidig jaar 6420145 6420150 6421120 6422150 6423100 6441100 6443100 6480100 6480200 6480300 6480400 6480500 6480700 Totaal
Openbaar basisonderwijs algemeen Gymnastiekonderwijs openbare basisscholen Huisvestingsvoorzieningen openb.basisscholen Gymnastiekonderwijs bijz.basisscholen Huisv.voorzieningen bijz.basisscholen Huisv.voorzieningen openb.voortgezet onderwijs Huisv.voorzieningen bijz.voortgezet onderwijs Gemeentelijk onderwijsbeleid Onderwijsbegeleiding Leerlingenvervoer Uitvoering leerplicht Overige onderwijsvoorzieningen Gem. Onderwijsachterstandenbeleid
25
5. Cultuur, recreatie en sport Algemeen Het doel van dit programma is het initiëren en het in stand houden van voorzieningen op het gebied van cultuur, recreatie en sport. Deze voorzieningen dienen bij te dragen aan maatschappelijke participatie en leefbaarheid van de dorpen. Dit programma omvat subsidiebeleid, recreatie en toerisme, sport, bibliotheekwerk, cultuur, kunstbeleid, muziekonderwijs, taalbeleid en erfgoedbeleid. Wat willen we bereiken Sport Een kwalitatief goede en kwantitatief toereikende sportinfrastructuur. Een groter aantal mensen dat de Norm Gezond Bewegen haalt. Een betere aansluiting tussen school en sport. Een integraal sportbeleid dat uitdaagt tot actieve sportbeoefening. Recreatie/Toerisme Een uitbreiding van het recreatieve aanbod voor inwoners van de gemeente. Een uitbreiding van het toeristische aanbod voor bezoekers van buiten de gemeente. Een economische stimulans door versterking van het toerisme. Cultuur Een stimulerend beleid gericht op zowel behoud als ontwikkeling van cultuur en cultuuruitingen. Het bevorderen van deelname door inwoners aan culturele uitingen, zowel actief als passief. Het bevorderen en instandhouden van waardevol erfgoed. Meetbare effecten Sport Het aantal deelnemers aan activiteiten in het kader van Go4Sport, onderscheiden naar doelgroepen jeugd mensen met een beperking. Het percentage inwoners dat de Norm Gezond Bewegen haalt. Recreatie en toerisme Het aantal (dag)recreatiemogelijkheden. Het aantal verblijfsaccommodaties Het aantal overnachtingen in verblijfsaccommodaties. Cultuur Het aantal subsidieaanvragen voor culturele activiteiten. Het aantal deelnemers aan gesubsidieerde culturele activiteiten. Het aantal leden van verenigingen / organisaties op cultureel gebied.
26
Wat is het bestaande beleid Bestuurlijke kaders – Algemeen Perspectiefnota 2014-2017 Bestuurlijke kaders – Recreatie/Toerisme Projectplan bevaarbaarheid Noordelijke Elfstedenroute (Raadsbesluit 02-1998) Beleidskader Toerisme en Recreatie het Bildt (Raadsbesluit 09-2008) Uitgangspuntennotitie locatie Zwarte Haan (Raadsbesluit 09-2008) Middelsee beleidsnota Recreatie en Toerisme (Raadsbesluit 01-2010) Nota opvaren naar de Bildtse dorpen (Raadsbesluit 10-2010)
-
Bestuurlijke kaders – Cultuur Notitie Kunstbeleid (Raadsbesluit 12-1997) Kunst in bestemmingsplannen (Raadsbesluit 12-1997) Cultuurnota (Raadsbesluit 09-2013) Instellingsverordening Kulturele Raad (collegebesluit 12-2010) Nota bibliotheekbeleid cluster Noordwest Fryslân (Raadsbesluit 25-11-2004) Taalnota Bildt Fries (Raadsbesluit 07-1994)
-
Bestuurlijke kaders – Sport Sportnota (Raadsbesluit 06-2011) Projectplan Go4Sport 2011-2018 (Collegebesluit 06-2010) Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen Cultuur In 2013 is gewerkt aan de kadernota cultuur. Op dit moment van schrijven is de nota ter behandeling aangeboden aan de gemeenteraad. Door mogelijke gemeentelijke herindeling in Noordwest heeft de beleidsnota een andere lading gekregen. Een aantal Bildtse culturele instellingen hebben op eigen initiatief een plan gemaakt waarin het voorstel wordt gedaan om een overkoepelend Bildts cultuurinstituut op te richten. Deze overkoepelende organisatie moet zich vooral gaan richten op het borgen van ’t Bildts aigene in de nieuwe bestuurlijke omgeving. Bibliotheekwerk Gemeente het Bildt vormt samen met 6 andere gemeentes het cluster Bibliotheek NoordWest Fryslan ( BNWF). In gezamenlijkheid met het bestuurlijk overleg (wethouders) is in januari 2013 het beleidsplan 2013-2016 gepresenteerd, met als doelstelling het toekomstbestendig maken van de bibliotheekvoorziening. Kenmerkend en nieuw zijn de regionale aanpak, een reorganisatie en wijziging van beleid. Voor gemeente het Bildt is hoe dan ook van belang dat er een fysieke bibliotheek in St.- Annaparochie blijft , een goed aanbod voor met name jeugd en scholen en dat de voorziening aansluit bij de actuele (digitale) ontwikkelingen. In 2014 wordt de besluitvorming over het beleidsplan geïmplementeerd. Toerisme & Recreatie In 2014 moet de nieuwe brede regiomarketingorganisatie operationeel zijn. Deze organisatie neemt de plaats in van de huidige organisaties Beleef Friesland (voorheen Fryslân Marketing), Tourist Info Fryslân (voorheen VVV Fryslân) en het project Fan Fryslân (ondergebracht bij
27
voorheen Beleef Friesland). Het project Culturele wandelroutes is als pilot project gestart in Leeuwarderadeel. Het project houdt in dat, gebruikmakend van bestaande wandelroutes, culturele – en cultuurhistorische elementen met digitale techniek zichtbaar worden gemaakt voor gebruikers van de wandelroutes. Het project wordt mede gefinancierd door Plattelâns Projecten.
Wat gaan wij er voor doen Sport De gemeente zet de beproefde activiteiten van Go4Sport voort, gericht op het onderwijs en sport(verenigingen) en met ingang van 2014 (opnieuw) op de doelgroep senioren. De gemeente bevordert samenwerking tussen sportverenigingen met het oog op goede benutting accommodatiecapaciteit. Recreatie en toerisme De gemeente stelt, op basis van het bestemmingsplan dat realisatie van dag- en verblijfsrecreatie op Zwarte Haan mogelijk maakt, een uitvoeringsplan vast voor ontwikkeling van deze locatie. De gemeente beslist over de positionering van De Dwinger in relatie tot waterrecreatie. De gemeente zorgt samen met (recreatie)ondernemers en vertegenwoordigers van culturele instellingen voor uitwerking van culturele wandelroutes. De gemeente zorgt samen met ‘Beleef Friesland’(v/h Toerist Info Fryslân) en Uytland Recreatieondernemers voor uitwerking van een samenwerkingsverband. Cultuur In het kader van de (nieuwe) kadernota Cultuur wordt een start gemaakt met de oprichting van een overkoepelend Bildts cultuurinstituut. Met betrekking tot de Bildtse taal wordt door middel van het Menusysteem Afúk een inventarisatie gemaakt i.v.m. aanvraag voor verhoging van de status van de Bildtse taal (deel 2 van het Europees Handvest). -
Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2012 2.123.992 29.141
Begroting 2013 2014 2.694.078 2.406.409 25.816 27.364
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 1.267.941 1.266.088 1.265.127 27.386 27.408 27.408
2.094.851
2.668.262
2.379.045
1.240.555
1.238.680
1.237.719
1.717.860
17.860
0
0
0
0
2.505.497
1.360.000
1.155.000
0
0
0
1.307.214
1.326.122
1.224.045
1.240.555
1.238.680
1.237.719
28
Samenstelling ramingen huidig jaar 6510100 6511100 6511300 6530100 6530200 6530400 6530800 6531100 6540100 6540200 6540300 6541100 6541101 6541200 6541300 6560300 6560500 6560700 6560800 6580100 6580200 6580300 Totaal
Lasten 237.910 96.119 22.528 19.941 23.316 425.415 6.090 143.825 380 36.269 3.959 200 14.307 9.910 62.919 81.487 3.712 11.781 31.689 9.193 5.145 1.160.317 2.406.409
Openbaar bibliotheekwerk Muziekonderwijs Ontwikkelingssamenwerking Beleid en advies sport Subsidiëring sport Zwembad en sporthal IJsbanen Sportvelden Kunstbeleid algemeen Amateuristische kunstbeoefening Bevordering Bildtse/Friese taal Monumentenzorg (algemeen) Monumentenzorg (kerktoren Minnertsga) Documentatiecentra Overige cultuur en oudheidkunde Toeristische fiets- en wandelpaden Dagrecreatievoorzieningen Overige openluchtrecreatie Bevordering toerisme Speelplaatsen Lokale omroep Multifunctionele accommodaties
29
Baten 0 0 0 0 0 0 2.214 19.798 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5.352 27.364
Saldo -237.910 -96.119 -22.528 -19.941 -23.316 -425.415 -3.876 -124.027 -380 -36.269 -3.959 -200 -14.307 -9.910 -62.919 -81.487 -3.712 -11.781 -31.689 -9.193 -5.145 -1.154.965 -2.379.045
6. Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Algemeen Het doel van dit programma is er aan bij te dragen dat iedere burger kan deelnemen aan de samenleving. Het programma omvat de volgende beleidsterreinen: A. Sociale voorzieningen3: Werk Inkomen Bijzondere Bijstand Minimabeleid Schuldhulpverlening Inburgering Kinderopvang (doelgroepen) Vervoersvoorzieningen gehandicapten B. Maatschappelijke dienstverlening: Jeugd- en jongerenwerk Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk Opvang asielzoekers Ouderenwerk Wet Maatschappelijke Ondersteuning Algemeen Maatschappelijk Werk Sociale werkvoorziening Wat willen we bereiken Minimabeleid Een betere materiële en sociaal-maatschappelijke positie van burgers met een minimum inkomen. Participatie van bewoners van het AZC in de Bildtse samenleving. Wet Maatschappelijke Ondersteuning Inwoners kunnen (blijven) meedoen in de samenleving. Inwoners met een beperking kunnen lang zelfstandig blijven in hun eigen omgeving. Een goede sociale structuur waarin vrijwilligers en mantelzorgers de spil vormen. Een goed preventief aanbod om ontwikkelingsproblemen van jongeren te voorkomen. Goede uitvoering van (nu provinciale) jeugdzorgtaken door de gemeenten in 2015. Jeugd- en jongerenwerk Een gezonde leefstijl van kinderen en jongeren. Goede ontwikkeling, opleiding en vorming van kinderen en jongeren. Participatie van jongeren in de samenleving. Goede voorzieningen voor vrijetijdsbesteding. Ketenpartners jeugd- en jongerenwerk die goed met elkaar samenwerken. 3
Betreft de taken ondergebracht bij de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân . Hiervoor wordt kortheidshalve verwezen naar de programmabegroting van de Dienst inclusief de daarin genoemde indicatoren.
30
Peuterspeelzaalwerk Een kwantitatief en kwalitatief goed aanbod van peuterspeelzaalwerk. Alle kinderen van 2 tot 4 jaar bezoeken een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf. Vroegtijdige onderkenning leerachterstanden. Algemeen maatschappelijk werk Het vergroten van de maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid van inwoners. Opvang asielzoekers Participatie van bewoners van het AZC in de Bildtse samenleving. Huisvesting van statushouders, goede en snelle integratie in de Bildtse samenleving. Ouderenwerk Het voor de doelgroep 55+ bevorderen van persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie. Het voor de doelgroep 55+ ondersteunen van zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Sociale werkvoorziening Ontwikkeling en participatie in werk voor inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt. Meetbare effecten Minimabeleid Het aantal bijstandsgerechtigden. Het aantal toekenningen voor diverse regelingen (sprokkelkosten, langdurigheidstoeslag, bijzondere bijstand, meedoen met de samenleving). Kwijtschelding belastingen Het aantal toekenningen. Wet maatschappelijke ondersteuning Het aantal toekenningen voor diverse voorzieningen (vervoersvoorzieningen, woonvoorzieningen, huishoudelijke hulp enz.). Het aantal gemelde vacatures bij de Vrijwilligerscentrale. Het aantal deelnemers aan de jaarlijkse ‘dag van de mantelzorg’. Het aantal jongeren dat in aanmerking komt voor jeugdzorg. Jeugd en Jongerenwerk Gelet op de breedte van dit taakveld wordt verwezen naar de kadernota ‘jeugd in beeld’ en de daarin per thema opgenomen prestaties / indicatoren. Peuterspeelzaalwerk Het aantal kinderen dat een peuterspeelzaal bezoekt. Het aantal kinderen dat deelneemt aan het taalprogramma ‘Puk & Co’. Algemeen maatschappelijk werk Het aantal toegekende hulpverleningseenheden.
31
\ Opvang Asielzoekers Het aantal gebruikers aan de ‘regeling maatschappelijke participatie’ Het aantal gehuisveste statushouders. Ouderenwerk Het aantal deelnemers aan dagopvangactiviteiten van Zorgcentrum het Bildt. Het aantal deelnemers aan cursussen Stichting Welzijn Ouderen. Sociale werkvoorziening Het aantal werknemers met een indicatie via de WSW. Het aantal inwoners op de wachtlijst met WSW-indicatie. Wat is het bestaande beleid Bestuurlijke kaders – Minimabeleid Programmabegroting Dienst SoZaWe Noardwest Fryslân Bestuurlijke kaders – Kwijtschelding belastingen Gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid (Raadsbesluit 11-2005) Bestuurlijke kaders – Wet maatschappelijke ondersteuning Visie- en Beleidsdocument Wmo “Door Maatwerk Betere Zorg” Dienst SoZaWe (Raadsbesluit 07-2006) Visie- en Beleidsdocument Wmo gemeente het Bildt (Raadsbesluit 07-2006) Wmo-notitie over respectievelijk Mantelzorg, Vrijwilligersbeleid en Burgerparticipatie (Raadsbesluit 12-2007) Kadernota Wmo “de mens centraal” (Raadsbesluit 04-2012) Visie en draaiboek CJG Middelsee (collegebesluit 04-2009) Bestuurlijke kaders – Jeugd- en jongerenwerk Nota integraal jeugdbeleid 2009 t/m 2013 (Raadsbesluit 12-2008) Beleidskader en subsidie uitvoeringsregelingen (Raadsbesluit 02-2011) Bestuurlijke kaders – Peuterspeelzaalwerk Professionalisering peuterspeelzaalwerk (Raadsbesluit 2003) Wet OKE Bestuurlijke kaders – Kinderopvang Wet Kinderopvang Nota toezicht en handhaving kwaliteit kinderopvang het Bildt (collegebesluit 05-2011) Wijziging Nota toezicht en handhaving kwaliteit kinderopvang het Bildt (collegebesluit 01-2012) Bestuurlijke kaders – Algemeen maatschappelijk werk Beleidskader en subsidie uitvoeringsregelingen (Raadsbesluit 02-2011) Bestuurlijke kaders – Sociale werkvoorziening Kadernota Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) (Raadsbesluit 09-2007)
32
Bestuurlijke kaders – Opvang asielzoekers Bijdrageregeling maatschappelijke activiteiten en sportactiviteiten voor de bewoners van het AZC (Raadsbesluit 04-2004) Bestuurlijke kaders – Ouderenwerk Wmo nota ouderenbeleid (Raadsbesluit 04-2011) Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen Sociaal Domein: Transitie AWBZ De invoeringsdatum voor de Transitie AWBZ is bepaald op 1 januari 2015. De taken die dan uit de AWBZ naar de Wmo gaan zijn extramurale begeleiding en persoonlijke verzorging. Deze hebben betrekking op mensen die met enige zorg en begeleiding zelfstandig kunnen (blijven) wonen. Om de Transitie goed uit te kunnen voeren is gekozen voor het inrichten van een projectorganisatie waarbij de portefeuillehouders Wmo van zeven gemeenten in Noordwest de stuurgroep vormen en de beleidsmedewerkers Wmo de projectgroep. De zeven gemeenten zijn het Bildt, Franekeradeel, Harlingen, Leeuwarderadeel, Menameradiel, Vlieland en Terschelling. Daarnaast maakt een vertegenwoordiger van de Dienst SoZaWe deel uit van de projectgroep. Het project wordt aangestuurd door een externe projectleider. Voor de inhoudelijke aanpak heeft de stuurgroep zich uitgesproken voor een aanpak die aansluit bij het Leeuwarder Amaryllisconcept. Daarin staat centraal dat de gemeenten samen met alle partners werken aan de ontwikkeling van “gebiedsgerichte teams”. In de raadsvergadering van oktober
2013 zal aan de raad een integrale keuzenota worden voorgelegd waarin ook de andere onderdelen uit het sociale domein worden meegenomen. Parallel aan het project loopt er op dit moment een onderzoek dat zich richt op de vraag hoe we ons lokaal kunnen voorbereiden op het Sociaal Domein. Dit onderzoek komt voort uit het beleidsplan Wmo “de mens centraal”. Met de vaststelling van dit plan is besloten te kijken naar een andere invulling / positie van de bestaande begeleidingscommissie. Hiervoor is i.k.v. de Perspectiefnota 2010-2013 een budget van € 30.000 uitgetrokken. Het onderzoek wordt verricht door een externe onderzoeker. De onderzoeksvragen richten zich op: - Het in beeld brengen hoe de bevolking van een dorp eruit ziet; - Het per dorp in beeld brengen hoe de professionele zorg- en welzijnsactiviteiten (voor alle doelgroepen) geregeld worden; - Het per dorp in beeld brengen op welke manier vorm gegeven wordt aan informele zorg en welzijnsactiviteiten; - Het per dorp in beeld brengen in hoeverre er sprake is van vrijwillige inzet; - Het in beeld brengen in hoeverre burgers bekend zijn met het bestaande professionele aanbod, het formeel vrijwillige en informeel vrijwillige aanbod. Sluiten vraag en aanbod bij elkaar aan? De onderzoeksresultaten zullen eind september / begin oktober 2013 bekend zijn en zullen worden betrokken bij de behandeling van de keuzenota zoals hiervoor is aangegeven. Transitie Jeugdzorg Sinds 31 mei 2010 hebben de Middelsee Gemeenten een gezamenlijk CJG. Het werken met een Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg is verplicht gesteld, evenals toepassing van de
33
Verwijsindex Risicojongeren. De regierol komt bij gemeenten te liggen; alle jeugdzorgtaken worden gedecentraliseerd van provincie naar gemeenten. Deze operatie dient in 2015 te zijn afgerond. Door provincie en gemeenten is een stuurgroep ingesteld om een en ander te begeleiden. Participatiewet In het kader van de Participatiewet zijn er twee onderdelen te onderscheiden: 1. Pastiel Dertien gemeenten in het westen van Fryslân zijn samen met Empatec een proefproject gestart: Pastiel! Het doel is uitkeringsgerechtigden zo snel en duurzaam mogelijk aan het werk helpen. Daarbij sorteert deze samenwerking voor op de ontschotting in wet- en regelgeving op het gebied van werk en uitkeringen en overheveling van een groot aantal taken van het Rijk naar de gemeenten per 2015. Centraal in de gezamenlijke werkwijze staat de werkgever en zijn mogelijkheden en wensen om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in het bedrijf in te zetten. De medewerkers van Pastiel zorgen daarbij voor de juiste match tussen werkgever en kandidaat. 2. Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) Op basis van de WEB ontvangen gemeenten een bijdrage van het rijk voor de uitvoering van volwasseneneducatie. Sinds lange tijd wordt de uitvoering volwasseneneducatie afgestemd met gemeenten in de regio en uitbesteed aan het Friesland College. In het najaar 2012 heeft er een wijziging plaats gevonden in de WEB. Gevolg hiervan is dat het onderdeel VaVo niet langer bij de gemeenten ligt, maar bij het rijk. Daarnaast mag de rijksbijdrage alleen nog besteed worden aan taal- en rekentrajecten die voldoen aan specifieke kwaliteitseisen. Met deze wijziging is ook de rijksbijdrage verlaagd. Omdat de rijksbijdrage sterk verminderd is was het noodzakelijk om een prioritaire doelgroep aan te wijzen. Hierbij is in overleg met gemeenten in de regio, de Dienst SoZaWe en het Friesland College besloten om de cliënten van de Dienst SoZaWe als prioritaire doelgroep aan te wijzen. Peuterspeelzaalwerk Wat betreft het peuterspeelzaalwerk zijn er twee landelijke trends te noemen. Ten eerste is er de pilot startgroepen waarin de samenwerking tussen peuterspeelzalen en scholen (al dan niet in het zelfde gebouw) wordt bevorderd en peuters ook begeleid worden door basisschoolleerkrachten. Er is nog veel kritiek over het toetsen van peuters en het is daarom op dit moment nog niet duidelijk of er bij een positieve uitkomst in elke gemeente gestreefd zal worden naar startgroepen Ten tweede is er een trend in toename van samenwerking tussen kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Met de invoering van de Wet OKE moeten peuterspeelzalen en kinderdagverblijven aan dezelfde eisen voldoen en vindt professionalisering van de peuterspeelzalen plaats. Daarnaast is er ook de verlengde peuteropvang waarbij de tijden van de peuterspeelzaal verlengd worden om het ook voor werkende ouders aantrekkelijk te maken. De kosten voor verlenging vallen onder de Wet kinderopvang. Opvang Asielzoekers Op verzoek van het COA is besloten om het AZC in St.-Annaparochie langer open te laten. De instroom van asielzoekers in Nederland zorgt er voor dat een aantal AZC’s die eerder op de nominatie stonden om gesloten te worden nu toch open blijven, waaronder die in onze gemeente. Afgesproken is dat het AZC in ieder geval tot 1 augustus 2014 openblijft. Tussen het COA en de gemeente blijft vanzelfsprekend contact mocht deze datum veranderen. Dit is ook van belang i.v.m. de AZC-school op het terrein.
34
Wat gaan wij er voor doen Minimabeleid De gemeente bevordert via de Dienst SoZaWe benutting van regelingen in het kader van het minimabeleid. Kwijtschelding belastingen De gemeente bevordert benutting van de kwijtscheldingsregeling voor inwoners met een inkomen op 100% van de bijstandnorm. Sociaal Domein: Transitie AWBZ De gemeente geeft, i.s.m. zeven andere gemeenten, vorm aan de decentralisatie AWBZ Aan de hand van het onderzoek wordt een andere invulling / positie gegeven aan de bestaande begeleidingscommissie. Transitie Jeugdzorg onderdeel Centrum voor jeugd en gezin De gemeente bevordert sluitende afstemming binnen het CJG tussen scholen en de zorgstructuur. De gemeente zorgt voor aansluiting bij de jeugdzorg. De gemeente zorgt in samenwerking met de provincie en maatschappelijke organisaties voor transformatie en transitie van de jeugdzorgtaken in 2015. Kinderopvang / Peuterspeelzalen De gemeente voert de registratie uit van alle vormen van kinderopvang en van het peuterspeelzaalwerk in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk. Daarnaast draagt de gemeente i.s.m. GGD Fryslân zorg voor toezicht en handhaving op de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk. Controleren van de kwaliteit peuterspeelzalen door middel van periodieke inspectie. Opvang asielzoekers Het AZC blijft in ieder geval tot 1 augustus 2014 open. De gemeente bevordert benutting van de gemeentelijke bijdrageregeling voor de bewoners van het AZC. De gemeente huisvest statushouders conform taakstelling. De gemeente maakt inburgering voor statushouders mogelijk via een passend aanbod.
35
Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2012 9.364.779 6.030.190
Begroting 2013 2014 9.274.214 9.226.573 5.319.057 5.469.936
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 9.186.049 9.185.466 9.181.677 5.470.024 5.470.024 5.470.024
3.334.589
3.955.157
3.756.637
3.716.025
3.715.442
3.711.653
37.786
33.348
0
0
0
0
52.753
0
0
0
0
0
3.319.622
3.988.505
3.756.637
3.716.025
3.715.442
3.711.653
Lasten 9.942 3.867.211 1.551.917 202.312 67.300 71.791 131.302 159.244 172.594 23.304 12.087 50.459 1.095.040 745.489 133.974 84.135 51.175 157.896 0 639.402 9.226.573
Baten 0 3.287.280 1.519.700 12.000 0 0 0 0 0 0 3.500 78.951 162.000 406.505 0 0 0 0 0 0 5.469.936
Saldo -9.942 -579.931 -32.217 -190.312 -67.300 -71.791 -131.302 -159.244 -172.594 -23.304 -8.587 28.492 -933.040 -338.984 -133.974 -84.135 -51.175 -157.896 0 -639.402 -3.756.637
Samenstelling ramingen huidig jaar 6610100 6610800 6611100 6614100 6614200 6614300 6620100 6620200 6620300 6620700 6621100 6621400 6622100 6623100 6630100 6630300 6650100 6650200 6650300 6652100 Totaal
Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Programma Inkomen Sociale werkvoorziening Bijzondere bijstand Kwijtschelding belastingen Minimabeleid Algemeen maatschappelijk werk Schuldhulpverlening Ouderenwerk Vrijwilligerswerk en Mantelzorg Opvang asielzoekers (buiten AZC) Opvang asielzoekers (AZC St. Annaparochie) Huishoudelijke verzorging Participatievoorzieningen Jeugd- en jongerenwerk Samenlevingsopbouwwerk Kinderopvang Peuterspeelzalen Kinderopvang doelgroepen (WK) Voorzieningen gehandicapten
36
7. Volksgezondheid en milieu Algemeen Het programma omvat zorg voor: 1. Volksgezondheid (inclusief jeugdgezondheidszorg), 2. Riolering, 3. Milieu, 4. Afvalinzameling en –verwerking, 5. Toezicht en handhaving, 6. Begraafplaatsen. Bij toezicht en handhaving van de fysieke leefomgeving betreft dit de onderdelen bouw, milieu, ruimtelijke ordening, veiligheid en Algemeen Plaatselijke Verordening. De werkzaamheden worden in samenwerking uitgevoerd met de Middelsee Gemeenten. Vanaf 2014 zal worden deelgenomen aan de FUMO (Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing) voor de basistaken op het gebied van (milieu)handhaving. Wat willen we bereiken Volksgezondheid Betere medische gezondheid van alle inwoners. Betere mogelijkheden om lichamelijk, geestelijk en sociaal te kunnen functioneren. Voorkomen dat jongeren te maken krijgen met ontwikkelingsproblemen door een goed preventief aanbod. Riolering Doelmatig verzamelen van afvalwater en afvoeren naar de rioolzuivering. Voorkomen van ongewenste emissies naar het oppervlaktewater, bodem en grondwater. Voorkomen van wateroverlast. Voldoen aan de wettelijke eisen die er aan de kwaliteit van het water worden gesteld. Minder hemelwater in de riolering. Milieu Duurzaam beschermen en verbeteren van de milieukwaliteit van het Bildt. Toezicht en handhaving Kwaliteitsverbetering voor deze taak en voldoen aan de landelijke kwaliteitseisen. Het scheppen van meer duidelijkheid en meer eenduidigheid op het gebied van de handhavingstaken. Verbetering van het naleefgedrag. Begraafplaatsen Kwalitatief goed beheer van de bestaande begraafplaatsen tegen acceptabele kosten en met voldoende aandacht voor de arbeidsomstandigheden.
37
Meetbare effecten -
Gezondheidssituatie volwassenen en jeugdigen conform SES-indicatoren in de gemeentelijke kadernota Volksgezondheid. Aantal actuele vergunningen en meldingen verleend aan bedrijven die vallen onder het regime van de Wet milieubeheer. Aantal bodemonderzoeken, -saneringen en kwaliteitskeuringen. Aantal kilogram afval dat tenminste (on)gescheiden wordt ingezameld. Oordeel VROM m.b.t. tot kwaliteit en of wordt voldaan aan landelijke kwaliteitseisen. Minder aantal geconstateerde overtredingen. Wat is het bestaande beleid Bestuurlijke kaders – Publieke gezondheidszorg Nota gemeentelijk gezondheidsbeleid “het Bildt: een gezonde(re) gemeente” van 2004 t/m 2007 (Raadsbesluit 06-2004) Kadernota Volksgezondheid 2009-2012 (Raadsbesluit 07-2009) Kadernota ‘jeugd in beeld’ (Raadsbesluit 12-2008) Bestuurlijke kaders – Riolering Gemeentelijk Rioleringsplan, GRP 2008/2012 Basisrioleringsplannen In het GRP is het rioleringsbeleid vastgelegd en wordt invulling gegeven aan de (wettelijke) planverplichting. Per dorp is een basisrioleringsplan (BRP) vastgesteld, afgestemd op het GRP. Bestuurlijke kaders – Milieu Milieubeleidsplan gemeente het Bildt van 2008 t/m 2014 (Raadsbesluit 03-2012) Milieuprogramma gemeente het Bildt Nota bodembeheer 2012 (raadsbesluit 04-2012) - Duurzaamheidsnotitie 2011 Bestuurlijke kaders – Toezicht en handhaving Handhavingsbeleid fysieke leefomgeving (Raadsbesluit 11-2004) Bestuurlijke kaders – Begraafplaatsen Nota begraafplaatsen "Begraven op het Bildt" (Raadsbesluit 09-2005) Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen Publieke gezondheidszorg De rol van de gemeente op het terrein van gezondheidszorg is geregeld in de Wet publieke gezondheid (Wpg) Het beleid wordt uitgevoerd door de GGD in samenwerking met de geestelijke gezondheidszorg, eerstelijnszorg enz. In het najaar van 2012 stelde de bestuurscommissie van de GGD de nota “Ruimte voor gezondheid” vast: de Friese nota gemeentelijk gezondheidsbeleid / deelplan GGD 2013-2016. GGD en gemeenten hebben samen opgetrokken bij de totstandkoming van deze Friese nota. In de nota is het beleid t.a.v. publieke gezondheid voor de komende vier jaren vastgelegd. Deze nota dient als kader voor het lokale uitvoeringsprogramma; de lokale paragraaf “het Bildt gezond”. Samen met de GGD en de gemeenten Harlingen, Menameradiel en
38
Leeuwarderadeel is aan deze paragraaf gewerkt. De lokale paragraaf van onze gemeente wordt in oktober 2013 aangeboden aan de raad. Voor de uitvoering van deze lokale paragraaf zijn geen extra middelen nodig. De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) is onderdeel van het Centrum voor Jeugd en Gezin en is gericht op preventieve screening van alle kinderen en vroegtijdige signalering van risico’s. Het zgn. uniforme deel bevat maatregelen voor alle kinderen in Nederland, zoals vaccinatie. In het maatwerkdeel worden afspraken neergelegd die de gemeente het Bildt belangrijk vindt, zoals pedagogische thuisbegeleiding. Met ingang van 2012 is de prenatale zorg door een wijziging van de Wet publieke gezondheid een wettelijke taak van de gemeente(n) geworden. Riolering In 2012 is het verbrede GRP vastgesteld in de raad van de gemeente het Bildt. De nadruk ligt op het verder terug dringen van de emissies. Zeer nauw verweven met de riolering is de kwaliteit oppervlaktewater, en hieraan wordt de komende jaren steeds hogere eisen gesteld. In de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn hiervoor de lijnen en verantwoordelijkheden uitgezet. In samenwerking met het Wetterskip worden de te treffen maatregelen per gemeente bepaald. In tegenstelling tot eerdere verwachtingen zijn de door de gemeente uit te voeren maatregelen in het kader van het KRW nihil. Deze maatregelen zijn meegenomen in het eind 2012 vastgestelde GRP. De in dit kader te nemen maatregelen op het Bildt zullen in de loop der jaren, in samenspraak met de gemeente het Bildt, door en namens het Wetterskip worden uitgevoerd. Milieu De werkingsduur van het bestaande gemeentelijk milieubeleidsplan loopt van 2012 tot en met 2014. Met ingang van 2012 e.v. is het meerjarige perspectief m.b.t. het toekomstig milieubeleid opnieuw geformuleerd en bestuurlijk vastgesteld, met in achtneming van onder meer de volgende trends: Met ingang van 2012 is de bevordering van het thema duurzaamheid in het beleid tot 2015 opgenomen Met ingang van 2010 wordt gewerkt met een nieuw wettelijk regime voor één integrale omgevingsvergunning (Wabo) met procedurele en voor zover mogelijk inhoudelijke koppeling tussen meerdere vergunningstelsels van verschillende beleidsterreinen. Belangrijke toekomstige wijzigingen binnen het afvalbeleid zijn: verruiming van de beleidsvrijheid m.b.t. afvalinzameling, heroriëntatie van contractbeheer (o.a. voor inzameling en verwerking), toename afvalcomponenten (kunststof), aanpak van zwerfafval, wijziging van kostenverdeling en van wijze van doorberekening (producentenverantwoordelijkheid) binnen het afvalbeheer. Wijziging wetgeving (deregulering) en daardoor wijziging van inhoudelijke rol die gemeenten gaan krijgen bij de invulling van milieuthema’s. Versterking o - van de (inhoudelijke en financiële) samenhang en afweging tussen milieu met andere beleidsvelden (natuur en ruimtelijke ordening). Toezicht en handhaving In het kader van de Wabo veranderen er in de vergunningverlening zaken die hun weerslag hebben op toezicht en handhaving qua intensiteit en hoeveelheid van controles, bv het vergunningsvrij bouwen. Tevens zal in 2014 naar verwachting de FUMO opgestart zijn.
39
Wat gaan wij er voor doen Volksgezondheid De gemeente stelt samen met de GGD een aanbod maatwerk JGZ vast voor het Centrum voor Jeugd en Gezin. De gemeente zet het sportstimuleringsprogramma Go4Sport voort, gericht op het onderwijs en de sport(verenigingen). Riolering De gemeente doet onderzoek naar de toestand van de riolering, het uitvoeren van onderhoud, vervangings- en verbeteringsmaatregelen conform het GRP. De komende jaren zal de nadruk liggen op het afkoppelen van verharde oppervlakten. In 2014 zullen de in het GRP 2013 t/m 2017 genoemde maatregelen worden uitgevoerd. Milieu De gemeente voorkomt waar mogelijk nieuwe gevallen van milieuverontreiniging en bevordert het duurzaam beschermen/beheren en zo mogelijk verbeteren van de aanwezige milieukwaliteit(en), door vnl.: Erop toe te zien dat alle bedrijven (inclusief gemeentelijke bedrijfsvoering) beschikken over een actuele vergunning/melding binnen de daarvoor geldende wettelijke termijnen. Bij bouwen en ruimtelijke ontwikkelingen het gebruik van grond c.q. de functie altijd te toetsen aan de actuele milieukwaliteit. Het voorkomen van zwerfafval. Het in stand houden van de bestaande wijze van afvalinzameling, en deze te verbeteren door heroriëntatie op het gebied van gescheiden inzameling en verwerking van componenten door uitvoering van de maatregelen opgenomen in het afvalscheiding en preventieplan. Actief beheer van milieukwaliteitinformatie door inventarisatie, registratie, beheer, periodiek actualisatie, (digitaal) ontsluiting en het geven van voorlichting. Het bodeminformatiesysteem en inrichtingenbestand wordt periodiek geactualiseerd door invoering van nieuwe informatie en verder uitgebouwd voor andere milieuthema’s. Toezicht en handhaving Het handhavingbureau stelt jaarlijks een uitvoeringsprogramma op en brengt dit ten uitvoer. Het handhavingbureau verbetert de samenwerking en afstemming met overige handhavingpartners zoals Wetterskip, Provincie en politie. Het handhavingbureau monitoort de resultaten en geeft deze in de vorm van een jaarlijks verslag weer. Het handhavingbureau voert preventief toezicht uit op basis van een vastgelegde frequentie. Begraafplaatsen In 2013 zal de administratie verder worden zijn op de landelijke ontwikkelingen (GBA, compleetheid enz.), waarna in 2014 de administartie en gegevens op orde zullen moeten zijn. Gewerkt wordt volgens de vastgestelde beleidslijn.
40
Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2012 3.133.955 2.495.406
Begroting 2013 2014 3.010.030 3.150.937 2.131.755 2.159.117
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 3.164.000 3.194.961 3.219.262 2.172.722 2.186.363 2.200.040
638.550
878.275
991.820
991.278
1.008.598
1.019.222
223.557
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
862.107
878.275
991.820
991.278
1.008.598
1.019.222
Lasten 107.014 251.685 121.417 1.140.110 925.350 309.075 1.700 254.584 0 0 40.000 3.150.937
Baten 0 0 0 187.892 682 0 0 20 1.025.343 795.840 149.340 2.159.117
Saldo -107.014 -251.685 -121.417 -952.218 -924.668 -309.075 -1.700 -254.564 1.025.343 795.840 109.340 -991.820
Samenstelling ramingen huidig jaar 6714100 6715100 6716100 6721100 6722100 6723100 6723200 6724100 6725100 6726100 6732100 Totaal
Openbare gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg Centrum voor Jeugd en Gezin Afvalinzameling en -verwerking Riolen en rioolgemalen Milieu Ongediertebestrijding Begraafplaatsen/lijkbezorging Baten afvalstoffenheffing Baten rioolheffing Baten begraafplaatsrechten
41
8. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Algemeen Het doel van dit programma is het bevorderen en instandhouden van een evenwichtig woonen leefklimaat. Centraal staat de missie: “het Bildt, een ondernemende gemeente waar ruimte is voor een unieke leefomgeving en betrokken leefgemeenschappen”. Daarbij wordt gezocht naar een balans tussen de volgende uitgangspunten: het behouden van de open ruimte, bouwen naar behoefte met aandacht voor specifieke doelgroepen, ruimte voor economische ontwikkeling, het faciliteren van bedrijvigheid en de aanwezigheid van voldoende voorzieningen Dit programma omvat de gemeentelijke taken op het terrein van: 1. de ruimtelijke ordening (beheer, ontwikkeling, inrichting, bouwen) en 2. volkshuisvesting Wat willen we bereiken Ontwikkelingen n.a.v. wetgeving en bovengemeentelijk beleid: Adequaat, actueel en inzichtelijk ruimtelijk beleid op basis waarvan de gemeente zich kan ontwikkelen als woon-/ werkgemeente in een aantrekkelijk landschap. Meer aandacht voor het behoud en versterking van het unieke karakter van het Bildt (landschap, wonen en werken) en het behoud van het waardevolle erfgoed. Uitbouwen en versterken van de positie van St.-Annaparochie als regionaal centrum. Inspelen op ontwikkelingen in de landbouwsector (geen verdere glastuinbouwontwikkeling). Ontwikkelingen naar aanleiding van eigen beleid: Zorg dragen voor een evenwichtig en duurzaam aanbod op de Bildtse woningmarkt afgestemd op doelgroepen. Woningbouw meer in inbreidingsplannen, minder in uitbreidingen. Voorkomen verpaupering en leegstand. Afstemmen ruimtelijke ontwikkelingen (bestaande en toekomstige plannen) op verwachte bevolkingsontwikkeling: krimp, vergrijzing en ontgroening. Maatwerk. Meetbare effecten Ontwikkelingen n.a.v. wetgeving en bovengemeentelijk beleid In 2014 zijn de bestemmingsplannen geactualiseerd. In 2014 zijn de bestemmingsplannen gedigitaliseerd en beschikbaar voor de burger. In bestemmingsplannen zullen mogelijkheden worden opgenomen om het waardevolle erfgoed te behouden en te beschermen. In structuurvisies en bij de ontwikkeling van plannen zullen mogelijkheden worden opgenomen om de positie van St.-Annaparochie als regionaal centrum te versterken. Ontwikkelingen naar aanleiding van eigen beleid: Structuurvisie Wonen Structuurvisie St.-Annaparochie
42
Wat is het bestaande beleid Bestuurlijke kaders Perspectiefnota’s 2011 t/m 2014 Collegeprogramma 2010-2014 Bestemmingsplannen Notitie Verstening in het Buitengebied (Raadsbesluit van 02-1998) Notitie Intensieve Veehouderijbedrijven (Raadsbesluit van 03-1998) Handhavingsbeleid voor de fysieke leefomgeving (Raadsbesluit van 11-2004) Structuurvisie St.-Annaparochie (Raadsbesluit van 06-1999). Herziening in 2012 Beleidsvisie antenne-installaties mobiele telefoonverkeer (Raadsbesluit van 09-2000) Structuurvisie Wonen (herziening in 2012) Woonplan (Raadsbesluit van 07-2001), herzien in 2007 Planschadenotitie (Raadsbesluit van 10-2008) Welstandsnota (Raadsbesluit van 05-2004) Notitie erfgoedbeleid (2010) Convenant Wonen Noordwest Friesland Structuurvisie St.-Annaparochie (2012) Kamerverhuurverordening (2012) Bestemmingsplan St.-Jacobiparochie (2012) Bestemmingsplan Vrouwenparochie (2012) Structuurvisie cultuurhistorie (2012) Structuurvisie Wonen (2012) Bestemmingsplan Bildtdijken (20..) Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen Ontwikkelingen n.a.v. wetgeving en bovengemeentelijk beleid Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) In 2014 zal de definitieve inrichting van het BAG beheer moeten worden ingevoerd Actualiseren en digitaliseren bestemmingsplannen Naar aanleiding van gewijzigd beleid als het Streekplan, de Nota Ruimte, e.d. zijn bestemmingsplannen voor 1 juli 2013 geactualiseerd en digitaal door de burger te raadplegen. Voor 2014 staat het bestemmingsplan Waddenzee ter vaststelling op de agenda Ontwikkelingen naar aanleiding van eigen beleid Woningbouw in dorpen, waaronder St.-Annaparochie ( Nije Kamers 3e en 4e fase en centrum West, Fan Harenhus, Nij Toerenburg fase 2), Oudebildtzijl (inbreiding), St.Jacobiparochie (vm. sportvelden, Kadal en Van Wijngaardenstraat (starterswoningen)), Minnertsga (Groot Hermana, Bosdykje), Vrouwenparochie (locatie spoorweggebied en uitbreiding) en Nij Altoenae (uitbreiding) Verdere ontwikkeling duurzaam bouwen. Uitvoering ontwikkeling Campusplan St.-Annaparochie Wat gaan wij er voor doen -
De gemeente gaat de bestemmingsplannen actualiseren en digitaliseren.
43
Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2012 1.320.927 433.224
Begroting 2013 2014 750.765 877.615 131.200 151.391
Meerjarenbegroting 2015 2016 855.981 854.885 151.428 151.428
2017 851.725 151.428
887.703
619.565
726.224
704.552
703.456
700.297
0
0
137.208
137.208
137.208
137.208
39023
34.317
52.264
32.264
32.264
32.264
848.680
585.248
811.168
809.496
808.400
805.241
Lasten 261.761 45.281 2.778 30.609 438.716 0 45.722 2.838 -24 -24 17.027 25.382 2.940 0 4.609 877.615
Baten 0 0 3.879 0 2.600 125.000 0 2.886 0 0 17.027 0 0 0 0 151.391
Saldo -261.761 -45.281 1.101 -30.609 -436.116 125.000 -45.722 48 24 24 0 -25.382 -2.940 0 -4.609 -726.224
Samenstelling ramingen huidig jaar 6810100 6820100 6820300 6821100 6822100 6823100 6830100 6830109 6830111 6830122 6830123 6830201 6830202 6830203 6830205 Totaal
Bestemmings- en structuurplannen Volkshuisvestingsbeleid Gemeentelijke woningexploitatie Dorpsvernieuwing Bouw-, woning- en welstandstoezicht Leges bouwvergunningen Bouwgrondexploitatie Grondexploitatie Vrouwenparochie-Noord Grondexploitatie Nij Altoenae 2e fase Grondexploitatie Nije Kamers 3e/4e fase Grondexploitatie Minnertsga 2e fase Toekomstige grondexploitatie ZW St-Anne Gronden best.plan Mga Hermana 3e fase Minnertsga Noord-Oost Hermana Uitbreiding Oudebildtzijl Noord-Oost
44
9. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Algemeen
De algemene dekkingsmiddelen, zoals o.a. de algemene uitkering uit het gemeentefonds worden niet als baten in de diverse programma’s opgenomen. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat de algemene dekkingsmiddelen en het bedrag voor onvoorzien afzonderlijk zichtbaar worden gemaakt. Er is om die reden dus geen sprake van een programma en om die reden wijkt dit overzicht af van de hiervoor gehanteerde programma-indeling. Inzicht in de baten is echter essentieel voor de raad. Daarom zijn de belangrijkste onderdelen van de algemene dekkingsmiddelen verplicht (BBV) voorgeschreven. Onder de algemene dekkingsmiddelen wordt verstaan: ontvangen belastingen (vrij besteedbaar) algemene uitkering uit het gemeentefonds dividend overige eigen middelen saldo van de financieringsmiddelen Overzicht algemene dekkingsmiddelen In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de algemene dekkingsmiddelen.
Lokale middelen, waarvan de besteding niet gebonden is Algemene uitkeringen Dividend Saldo financieringsfunctie Overige algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien
Rekening 2012 1.570.943 12.086.236 73.720 816.101 28.844 14.575.844 0 14.575.844
Begroting 2013 1.664.218 11.946.950 63.392 761.093 -237.392 14.198.261 0 14.198.261
Begroting 2014 1.727.124 12.127.668 99.235 762.390 -189.043 14.527.374 0 14.527.374
1. Lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is Het Bildt kent alleen de onroerende zaakbelastingen en de woonforensenbelastingen als vrij besteedbare belastingen. Voor een nadere toelichting hierop wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen. 2. De algemene uitkering uit het gemeentefonds In het spraakgebruik wordt ‘de algemene uitkering’ als synoniem gezien van ‘het gemeentefonds’. Uit het gemeentefonds worden echter zowel algemene uitkeringen, integratie-uitkeringen als decentralisatie-uitkeringen verstrekt. De omvang van het gemeentefonds kan wijzigen door taakwijzigingen, compensatie voor verdwijnen van inkomsten, kortingen/bezuinigingen en het accres van de zogeheten normeringmethode. De algemene uitkeringen stijgen óf dalen evenredig aan de wijziging in de omvang van het gemeentefonds. De algemene uitkering wordt verdeeld met behulp van 45
algemene verdeelmaatstaven die gebaseerd zijn op structuurkenmerken. De gemeentefondsvervangende uitkering die het Bildt krijgt voor de aanwezigheid van het AZC en de WMO–uitkering worden (ook) als algemene uitkeringen beschouwd. De integratie-uitkeringen werden veelal gebruikt als overgangsmaatregel om herverdeeleffecten bij de omzetting van een specifieke uitkering naar de algemene uitkering uit het gemeentefonds te vergemakkelijken. Deze uitkeringen worden verdeeld op basis van in het verleden bestede of ontvangen gelden voor een bepaalde activiteit. Het is wel de bedoeling dat een integratie-uitkering op zeker moment ophoudt te bestaan en dat de verdeling van het geld via de reguliere maatstaven verloopt. Het Bildt ontvangt in 2014 de volgende integratie-uitkeringen: Wet Uitkering Wegen Wet Maatschappelijke Ondersteuning
€ 270.245 € 1.162.246
De decentralisatie-uitkering is een variant op de integratie-uitkering en heeft in 2009 zijn intrede gedaan. De introductie van de decentralisatie-uitkering heeft te maken met het rijksbeleid om gemeenten meer ruimte te geven voor lokaal maatwerk en om interbestuurlijke lasten te verminderen. De decentralisatie-uitkeringen zijn voor een beperkt aantal gemeenten van toepassing, waardoor verdeling via de maatstaven van de algemene uitkering niet in aanmerking komt. Het Bildt ontvangt in 2014 de volgende decentralisatie-uitkeringen: Centra voor Jeugd en Gezin Versterking peuterspeelzaalwerk Invoeringskosten jeugdzorg
€ € €
237.365 43.781 9.890
Driemaal per jaar verschijnt een gemeentefondscirculaire die de gemeenten over de omvang en de verdeling van het fonds informeert. Die circulaires spelen een rol in het gemeentelijke begrotingsproces (maart, mei en september). De in de begroting 2014 opgenomen uitkeringen gemeentefonds zijn gebaseerd op de Meicirculaire 2013 Gemeentefonds. 3. Dividenden De gemeente het Bildt is in het bezit van aandelen NV Bank Nederlandse Gemeenten: 73.905 aandelen nominaal € 2,50 = € 184.762,50 Voor 2014 en volgende jaren is rekening gehouden met een dividenduitkering van € 1,49 per aandeel. Een aantal kleinere deelnames worden op de betreffende programma’s (3 en 7) verantwoord, zoals in het BBV voorgeschreven.
46
4. Saldo financieringsfunctie Het saldo bestaat uit de lasten en baten voor de: 1. geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar welke verband houden met de kortlopende financiering van de begroting; 2. geldleningen en uitzetting langer of gelijk aan 1 jaar welke verband houden met de treasuryfunctie. Op begrotingsbasis bestaat het saldo financieringsfunctie alleen uit de bespaarde rente door interne financiering via de reserves en voorzieningen: 5,0% van € 15.247.816. De verschuldigde rente voor externe financiering wordt op een kostenplaats verzameld en tezamen met de bespaarde rente via de rente-omslagmethode aan de desbetreffende programma’s toegerekend (op basis van de boekwaarden van investeringen). Voor 2014 is een rente-omslagpercentage van 5,89 gehanteerd. 5. Overige algemene dekkingsmiddelen Onder de overige algemene dekkingsmiddelen kunnen verschillende onderwerpen vallen. Een en ander is veelal afhankelijk van de eigen gemeentelijke situatie. Voor onze gemeente valt hieronder: - post voorziene bestedingen € 189.043 - saldi van kostenplaatsen € 342 De post voorziene bestedingen bestaat uit: - € 63.045 voor het oplossen van organisatorische knelpunten in de organisatie en - € 151.935 vacatureruimte/apparaatskosten welke nog niet aan programma’s zijn toegerekend. Daarnaast zijn op dit product posten voor nieuw beleid en ombuigingen opgenomen, waarvan nog niet geheel duidelijk is hoe de verdeling over de verschillende posten is (i.c. € 18.697). De saldi van kostenplaatsen betreffen de afrondingsverschillen die ontstaan bij de doorbelasting aan de diverse programma’s. 6. Post onvoorzien Ingaande 2012 is er geen bedrag meer voor onvoorziene uitgaven in de begroting opgenomen.
Wat mag het kosten Lasten Baten Saldo voor resultaatbestemming Lasten (reservemutaties) Baten (reservemutaties) Saldo na resultaatbestemming
Rekening 2012 858.315 14.719.330
Begroting 2013 2014 414.613 371.599 14.470.964 14.727.300
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017 288.120 270.122 276.850 14.121.892 14.109.656 13.975.805
-13.861.014
-14.056.351
-14.355.701
-13.833.772
-13.839.534
-13.698.955
1.017.522
465.091
429.569
173.963
108.362
58.210
492.150
84.784
23.462
94.496
23.462
15.863
-13.335.642
-13.676.044
-13.949.594
-13.754.305
-13.754.634
-13.656.608
47
Samenstelling ramingen huidig jaar 6913100 6914100 6921100 6921500 6922100 6922101 6930100 6931100 6932100 6935100 6940100 6960100 6990100 Totaal
Overige financiele middelen Geldleningen en uitzettingen > dan 1 jaar Algemene uitkering gemeentefonds Gemeentefondsvervangende uitkering AZC Onvoorziene uitgaven Voorziene bestedingen Uitvoering WOZ Baten onroerende zaakbelastingen, gebruikers Baten onroerende zaakbelastingen, eigenaren Baten woonforensenbelasting Lasten heffing en invordering gem.belastingen Saldi van kostenplaatsen Resultaat na bestemming
48
Lasten 10.883 0 0 0 0 233.677 45.000 0 0 0 81.697 342 0 371.599
Baten 110.118 762.390 12.070.335 57.333 0 0 0 189.351 1.527.773 10.000 0 0 0 14.727.300
Saldo 99.235 762.390 12.070.335 57.333 0 -233.677 -45.000 189.351 1.527.773 10.000 -81.697 -342 0 14.355.701
4.
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Het wettelijk kader Het wettelijk kader ligt besloten in artikel 168 van de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording. Artikel 11. Besluit Begroting en Verantwoording: 1. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: a. de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de provincie onderscheidenlijk gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; b. alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. 2. De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen en de risicobeheersing bevat ten minste: a. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; b. een inventarisatie van de risico's; c. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s. Het eigen beleid Het beleid inzake het weerstandsvermogen en risicomanagement is vastgelegd in: - de Financiële verordening 2003 (van september 2003), en - de nota Weerstandsvermogen en risicomanagement gemeente het Bildt welke op 2709-2007 door de raad is vastgesteld. De benodigde weerstandscapaciteit is destijds vastgesteld aan de hand van een risicoinventarisatie. De afdelingen hebben hun eigen risico’s, inclusief de kans van optreden en financiële gevolgen geïnventariseerd. Op basis van dit risicoprofiel is uitgerekend hoeveel weerstandscapaciteit we nodig hebben. Vanaf dat moment is de risico-inventarisatie bijgesteld. De weerstandscapaciteit voor het Bildt bestaat uit: - Vrij aanwendbare deel algemene reserve
De beschikbare weerstandscapaciteit moet minstens even groot zijn als de benodigde weerstandscapaciteit. Dit betekent een ratio weerstandsvermogen van groter dan of gelijk aan 1.
49
Risico-inventarisatie Risico naar categorie
Inkomsten Algemene uitkering Dubieuze debiteuren OZB Dividend Kapitaalgoederen Archief Financiering Garantstellingen Borg hypotheken personeel Verbonden Partijen Dienst SoZaWe Grondbedrijf Bedrijfsvoering Personeel Disfunctioneren Imago risico Organisatierisico Loonkosten Wethouders Openeinderegelingen Leerlingenvervoer Grote projecten Onderwijshuisvesting Bodemsanering Juridisch Rechtmatigheid Planschade Bezwaarschriften Externe factoren Renteontwikkeling Ontwikkeling prijspeil Decentralisatie overheidstaken en nieuw beleid Totaal
Kans% Regulier j/n
100 10
Geschat financieel gevolg bij Reële financieel voordoen. Bij reguliere gevolg (kans x risico’s is de manier van financieel gevolg) dekking aangegeven
2.000 40.000
€ 2.000 € 4.000
25
€ 100.000 € 1.000.000 € 125.000 € 300.000 € 200.000 € 122.500 € 100.000 € 36.500 voorziening € 22.500
€ 10.000 € 100.000 € 12.500 € 30.000 € 40.000 € 61.250 € 20.000 € 3.650 € 5.625
10
€ 200.000
€ 20.000
€ €
€ 25.000 € 40.000
€ €
10 10 10 10 20 50 20 10 -
Ja
10 -
25.000 40.000
€374.025
Benodigde weerstandscapaciteit. Op basis van de risico-inventarisatie is de benodigde weerstandscapaciteit, bij een zekerheidspercentage van 80%, € 299.220. Voor de niet bekende risico’s wordt € 100.000,-gehanteerd. Daarnaast heeft het Bildt er tot nu toe voor gekozen een structurele weerstandscapaciteit te willen hebben van € 200.000,--. Beschikbare weerstandscapaciteit. De stand van de reserves per 31 december 2013 is als volgt: Vrij aanwendbare algemene reserve € 1.553.363 De onderdelen Post onvoorzien, begrotingsruimte, onbenutte belastingcapaciteit dienen te worden meegenomen bij het berekenen van de weerstandscapaciteit.
50
In de begroting 2014 is geen post Onvoorzien opgenomen en is er geen sprake van begrotingsruimte. Er is ook geen onbenutte belastingcapaciteit meer aanwezig. De totale beschikbare weerstandscapaciteit is dus € 1.553.363. Met deze beschikbare weerstandscapaciteit heeft de gemeente voldoende capaciteit om de risico’s financieel af te dekken. Ratio weerstandsvermogen. De ratio weerstandsvermogen is als volgt: - beschikbare weerstandscapaciteit: o incidenteel € 1.553.363 o structureel € 0 - benodigd weerstandsvermogen o incidenteel € 399.220 o structureel € 200.000 Berekening ratio: (€ 1.553.363) / € 599.220) = 2,6 (kwalificatie goed).
51
5.
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen
Het wettelijke kader Het wettelijke kader ligt besloten in artikel 186 van de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording. Artikel 12. Besluit Begroting en Verantwoording: 3. De paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen bevat ten minste de volgende kapitaalgoederen: a. wegen; b. riolering; c. water; d. groen; e. gebouwen. 4. Van de kapitaalgoederen, bedoeld in het eerste lid, wordt aangegeven: a. het beleidskader; b. de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties; c. de vertaling van de financiële consequenties in de begroting. Het eigen beleid Gemeente het Bildt heeft een groot vermogen geïnvesteerd in kapitaalgoederen in de vorm van wegen, groen en speelvoorzieningen, water, riolering, verlichting en gebouwen. Het onderhoud van deze kapitaalgoederen is van groot belang voor het goed functioneren van de gemeente, onder meer op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, vervoer en recreatie. Onderhoud is ook nodig om kapitaalvernietiging te voorkomen. De raad heeft op 14 juni 2012 de Kadernota Onderhoud kapitaalgoederen vastgesteld. Deze paragraaf geeft inzicht in het onderhoudsprogrammma van de gemeentelijke kapitaalgoederen. Per kapitaalgoed gaan we in op het beleidskader, de middelen in de begroting en een korte stand van zaken. Vervolgens is een tabel met het verwachte verloop van de voorzieningen en reserves voor kapitaalgoederen opgenomen. Op 24 januari 2013 heeft de raad het rapport Gebouwenbeheer Gemeente het Bildt 2013-2022 behandeld in ingestemd met: 1. Gebouwenbeheerplan 2013-2022; 2. De in het Gebouwenbeheerplan 2013-2022 opgenomen investeringen en onderhoudsuitgaven; 3. De samenvoeging van de voorziening onderhoud gymlokalen en de voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen tot laatstgenoemde voorziening; 4. Het verwerken van de financiële gevolgen van uw raadsbesluit in de begroting 2013 t/m 2016 door middel van een begrotingswijziging; 5. Het hanteren van conditie 3 als uitgangspunt voor alle gemeentelijke gebouwen. Ombuigingen Om tot een sluitende begroting te komen zijn de budgetten voor onderhoud van de kapitaalgoederen fors naar beneden bijgesteld, namelijk: - met ingang van 2012 € 50.000 voor het openbaar groen; - met ingang van 2012 € 8.500 voor weg- en straatmeubilair; - met ingang van 2013 € 21.000 voor onderhoud wegen en straten, en 52
-
met ingang van 2014 nogmaals € 29.000 voor onderhoud wegen en straten (dus € 50.000 in totaal).
Reserves en voorzieningen Om de beschikbare middelen optimaal te besteden zijn er reserves en voorziening ingesteld. Hiermee kunnen normbedragen planmatig gereserveerd en uitgegeven worden voor groot onderhoud of vervangingen. Ook kunnen reserves en voorzieningen schommelingen in bestedingen en stortingen in over de jaren opvangen. In de november 2011 vastgestelde nota Reserves en voorzieningen 2011 t/m 2014 heeft de raad de kaders vastgesteld. Voor de openbare ruimte hebben we een: - egalisatiereserve onderhoud wegen; - voorziening riolering, en - voorziening groot onderhoud kunstwerken, kades e.d. Voor de gebouwen hebben we in 2012 de voorziening huisvestingsvoorzieningen primair onderwijs omgezet in een bestemmingsreserve. Begin 2013 hebben we de voorziening groot onderhoud gymnastieklokalen en voorziening toekomstig groot onderhoud gemeentegebouwen samengevoegd tot één voorziening voor toekomstig groot onderhoud van de gemeentegebouwen. Het verloop van de reserves en voorzieningen is als volgt: 2014
2015
2016
2017
Stortingen: - Onderhoud wegen - Riolering - Kunstwerken - Huisvesting primair onderwijs - Gemeentegebouwen Totaal stortingen:
p.m. 334.016 77.241 53.435 48.261 512.953
p.m. 347.882 77.241 53.435 48.261 526.819
p.m. 359.406 77.241 53.435 48.261 538.343
p.m. 343.478 77.241 53.435 48.261 522.415
Onttrekkingen - Onderhoud wegen - Riolering - Kunstwerken - Huisvesting primair onderwijs - Gemeentegebouwen Totaal onttrekkingen
p.m. 0 70.469 n.t.b 43.719 114.188
p.m. 0 186.093 n.t.b. 54.981 241.074
p.m. 0 81.288 n.t.b. 34.786 116.074
p.m. 0 81.288 n.t.b. 45.025 126.313
Stortingen -/- onttrekkingen
398.765
285.745
422.269
396.102
3.420.672 3.819.437
3.819.437 4.105.182
4.105.182 4.527.451
4.527.451 4.923.553
Stand aan begin van het jaar Stand eind van het jaar
De uitgaven in de sfeer van huisvesting primair onderwijs zijn afhankelijk van de honorering van verzoeken op grond van de Huisvestingsverordening onderwijs..
53
We kennen de volgende kapitaalgoederen: a. Verhardingen: wegen, fiets- en voetpaden In dit kader heeft er een oriënterend overleg met de (vorige) gemeenteraad plaatsgevonden om de prioriteiten voor het wegbeheer in beeld te krijgen. Daaruit is voortgekomen dat een technische grondslag het uitgangspunt zal blijven vormen; nuances kunnen worden aangebracht vanuit inbreng via Verenigingen van Plaatselijk Belang en specifieke accenten. Dit heeft in de raad van oktober 2009 een aanpassing van het technische beleid gegeven. De oude systematiek van het geven van cijfers van 1 t/m 5 is vervangen door de meer IBOR benamingen en werkwijze. Gekozen kan worden uit drie technische kwaliteitscriteria: voldoende, matig en onvoldoende met respectievelijk een planperiode van groter dan 5 jaar, 3 tot vijf jaar en 0 tot 2 jaar. Concreet resulteert dit in een streven voor de Bildtse wegen naar een kwaliteitsniveau voor een normaal en evenwichtig onderhouden wegennet. Dit niveau zal bij gelijkblijvende middelen en omstandigheden in theorie in 2014 bereikt worden. Jaarlijks zal een toetsing plaatsvinden, waarbij de effecten van de variabele factoren (als weersomstandigheden, omleidingen, combinatiewerken ed.) zullen kunnen resulteren in aanpassing van de inzet van middelen. b. Rioleringen De gemeentelijke zorgplicht voor de riolering is vastgelegd in de Wet milieubeheer. In 2012/2013 is het GRP dat liep tot en met 2012 geactualiseerd en verbreed. Dit verbrede GRP geeft aan hoe de gemeente in de planperiode 2013-2017 met de drie zorgplichten omgaat: - zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater; - zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater; - zorgplicht voor grondwatermaatregelen. In het vGRP wordt ook een uitvoeringsprogramma weergegeven welke bestaat uit verplichtingen met betrekking tot de Wet Milieubeheer alsmede een globale meerjarenplanning voor beheer en onderhoud. c. Waterwegen en kades/Bruggen en duikers In 2010 is hieromtrent (integraal) beleid ontwikkeld. Hiertoe is een inventarisatie uitgevoerd en is de staat van onderhoud van deze kapitaalgoederen vastgesteld. Het onderhouds- en beheersplan is door de raad vastgesteld. Voor het klein (jaarlijks) onderhoud is een structureel budget in de begroting opgenomen. Voor de toekomstige kosten van het cyclisch onderhoud is een voorziening getroffen. d. Openbaar Groen Het beleid ten aanzien van het openbaar groen is vastgelegd in het groenbeheer 2010. Hoofddoelstelling is op milieuvriendelijke wijze komen tot een zo goed mogelijk onderhoud van het openbare groen binnen de beschikbare financiële middelen op het niveau brons. De te verrichten werkzaamheden hierin zijn: onkruidbestrijding in de beplanting, maaien gras, afsteken graskanten, snoeien beplanting, knippen hagen, begeleidingssnoei bomen en onderhoud bosplantsoen. e. Gemeentelijke gebouwen, woning te Minnertsga, gemeentehuis. In 2012 is het gebouwenbeheer geactualiseerd. De huidige begroting van 2013 voorziet hierin. De voormalige school Westhoek is niet meer in het bezit van de gemeente. f. Weg- en straatmeubilair
54
Voor dit product is geen beleid beschreven. Ongeschreven beleid is dat de werkzaamheden ten aanzien van het weg- en straatmeubilair door de eigen dienst wordt uitgevoerd en in het geval van verkeersborden minimaal dient te voldoen aan de wettelijk gestelde eisen. Het beheer wordt op een zo doelmatig mogelijke wijze in de werkzaamheden van de buitendienst geïmplementeerd. Gestreefd wordt om zo efficiënt mogelijk met het beheer van het straatmeubilair om te gaan. Concreet betekent dit dat daar waar meubilair overbodig is dit verwijderd wordt. Vervanging van meubilair vindt daar waar mogelijk plaats met meubilair van duurzame materialen. In het kader van de ombuigingen 2011 is besloten om wegmeubilair/borden welke geen wettelijke status hebben niet meer te vervangen. g. Openbare verlichting Hiervoor is in 2011 een beleidsplan vastgesteld. Om hieraan invulling te geven is vervolgens een uitvoeringsplan opgesteld, waarin is vastgelegd op welke wijze de openbare verlichting in een periode van 10 jaar kan worden aangepast, opdat de openbare verlichting voldoet aan de vastgestelde uitgangspunten van het beleidsplan. In 2008 is de wijze van beheer van de openbare verlichting veranderd. Het beheer is in handen van de OV-pool, welke Friesland breed werkt (m.u.v. Menaldumadeel en de Nofa gemeenten). In dit kader wordt gezamenlijk beleid opgesteld. h. Begraafplaatsen In de nota begraven op het Bildt is de huidige beheersituatie aangegeven.
55
6.
Paragraaf Financiering
Het wettelijk kader Het wettelijk kader van Treasury ligt voor een deel besloten in nationale regelgeving en voor een deel in Europese regelgeving. Binnen de nationale regelgeving wordt het kader gegeven door de Wet fido (Wet financiering decentrale overheden) en de Gemeentewet. Bij de Wet fido horen voor de uitoefening van de treasury van gemeenten de volgende ministeriële regelingen: - de regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden; - de uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden; - het besluit leningvoorwaarden decentrale overheden, en - de regeling ontheffing gemeentelijke kredietbanken en nazorgfondsen. De Wet Fido zal met ingang van 2014 gewijzigd worden in verband met het wetsvoorschot verplicht Schatkistbankieren voor decentrale overheden. Het wettelijke kader van de paragraaf ligt besloten in artikel 168 van de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording. Artikel 13. Besluit Begroting en Verantwoording De paragraaf betreffende de financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Het eigen beleid De gemeente is verplicht om binnen de bovengenoemde wettelijke kaders haar eigen doelstellingen en kaders ten aanzien van de treasuryfunctie vast te stellen in de financiële verordening (ex artikel 212 van de Gemeentewet). Daarnaast kan er voor gekozen worden dit verder in te perken in de uitvoeringsregels, lees het financieringsstatuut. Ons treasurystatuut (van 2005) zal in 2013 mogelijk geactualiseerd moeten worden door de hiervoor genoemde wijziging van de Wet. Om de financieringsrisico’s te beperken is in de huidige Wet Fido een tweetal instrumenten opgenomen, te weten de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is in de Wet Fido opgenomen om de directe gevolgen van een snelle rentestijging te beperken. Door deze limiet is bepaald dat de gemeente haar financieringsbehoefte voor een beperkt bedrag met kort geld (looptijd < 1 jaar) mag financieren. De norm is in de wet gesteld op 8,5% van het begrotingstotaal aan lasten (excl. de stortingen in de reserves). Voor het Bildt is de limiet in 2014 € 1.998.898. Wij proberen de kasgeldlimiet optimaal te benutten vanuit de gedachte dat rente op kortlopende geldleningen vrijwel altijd lager is dan op langlopende geldleningen. Renterisiconorm De renterisiconorm bepaalt dat jaarlijks maximaal 20% van het begrotingstotaal onderhevig mag zijn aan renteherziening en herfinanciering. Hiermee is een grens gesteld aan het renterisico op de langlopende leningenportefeuille. Van renteherziening is sprake als in de leningenovereenkomst is bepaald dat de rente gedurende de looptijd in een bepaald jaar zal worden aangepast. Herfinanciering is het totaalbedrag aan aflossingen op de bestaande 56
leningenportefeuille. Op een begrotingstotaal van € 23.516.460 bedraagt de renterisiconorm voor onze gemeente € 4.703.290. Zoals onderstaande tabel laat zien voldoen we de komende jaren aan de wettelijke norm. Verwachte renterisico (bedragen x € 1.000) 1. Omvang begroting 2. Renterisiconorm 20% (van 1) 3. Aflossingen en renteherzieningen Ruimte onder de risiconorm (2-3)
2014 23.516 4.703 370 4.333
2015 22.540 4.490 376 4.114
2016 22.486 4.497 345 4.152
2017 22.438 4.488 351 4.137
De financieringsbehoefte van de gemeente Op basis van de begroting bestaat er voor 2014 een financieringsoverschot van € 2.772.434. Deze is als volgt berekend: Omschrijving Boekwaarde investeringen per 1 januari 2014 Vaste financieringsmiddelen: - Reserves - Voorzieningen - Vaste geldleningen
€ 16.741.994 € 10.922.999 € 4.324.817 € 4.266.612 € 19.514.428 € 2.772.434
Financieringsoverschot
Rentelasten en -baten In de begroting is rekening gehouden met een rente voor nieuwe investeringen van 5,89%. De gemiddelde rente voor onze langlopende leningen is in 2014 4,9%. In afgelopen jaren is in de begroting voor nieuw te sluiten leningen rekening gehouden met een rentepercentage van 5%, hoewel de rente voor langlopende financieringsmiddelen (looptijd 20 jaar; rentevast) op dit moment van schrijven (juli 2013) bij de BNG Bank 3,03% is. Schatkistbeleggen We gaan er vanuit dat het schatkistbeleggen per 2014 ingevoerd zal zijn. De BNG Bank werkt aan een service om het reguleren van overtollige liquide middelen met de schatkist geautomatiseerd voor ons uit te voeren. De BNG Bank is hierover in gesprek met het Ministerie van Financiën. Naar verwachting zal dit pas na de invoering van schatkistbeleggen mogelijk zijn. Tot dat moment dienen we zelf dagelijks overtollige liquide middelen over te maken naar de werkrekening. BNG Bank zorgt er vervolgens voor dat aan het eind van iedere werkdag het geld op onze rekening-courant in de schatkist terecht komt. Visie Op dit moment zijn de economische vooruitzichten nog uiterst onzeker. Bekend is dat de overheid in Nederland en daarbuiten aanzienlijk zal moeten bezuinigen om het huishoudboekje weer op orde te brengen. Mede op basis daarvan wordt verwacht dat de inflatie en de economische groei de komende jaren beperkt zullen zijn. Hierdoor zal de rente zich, voorlopig waarschijnlijk, handhaven op het huidige – lage – niveau.
57
Ons beleid is er, onveranderd, op gericht om de financieringsbehoefte, binnen de kasgeldlimiet, zoveel mogelijk middels kort geld op te vangen. Pas als de ruimte optimaal is benut zullen wij overgaan tot consolidatie. Ook in de komende periode zullen wij dit blijven voortzetten.
58
7.
Paragraaf Bedrijfsvoering
Het wettelijk kader Het wettelijke kader van de paragraaf ligt besloten in artikel 168 van de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording. Artikel 14. Besluit Begroting en Verantwoording De paragraaf betreffende de bedrijfsvoering geeft ten minste inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Inleiding De bedrijfsvoering heeft als reikwijdte de gemeentelijke organisatie, zowel de ambtelijke organisatie als de bestuurlijke organisatie. De burger verwacht van de gemeente dat rechtmatig, doelmatig en doeltreffend gehandeld wordt en dat de gemeente een betrouwbare en transparante partner voor de burgers is. Deze verwachtingen zijn tevens criteria voor de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering ondersteunt de uitvoering van de programma’s. Het welslagen van de programma’s is zodoende in belangrijke mate afhankelijk van de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Het eigen beleid Het beleid van de gemeente het Bildt ten aanzien van de bedrijfsvoering is vastgelegd in diverse nota’s, te weten: 1. Nota personeelsbeleid 2. Organisatieverordening gemeente het Bildt 3. Plan van aanpak Durre 4. Beleidskader voor het financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Provincie Fryslân, ) 5. Financiële verordening gemeente het Bildt (ex artikel 212 gemeentewet) 6. Controleverordening gemeente het Bildt (ex artikel 213 gemeentewet) 7. Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente het Bildt (ex artikel 213a gemeentewet) 8. Mandaatregeling en mandaat register 9. Ziekteverzuimbeleid 10. Nota aanbestedingsbeleid Bedrijfsvoering wordt ook wel aangeduid met de afkorting PIOFACH. Dit staat voor Personeel, Informatisering, Organisatie, Financiën, Automatisering, Communicatie en Huisvesting. Van deze indeling is hierna gebruik gemaakt
Personeelsbeleid Ontwikkeling medewerkers Opleidingsbeleid is onderdeel van de strategische doelen van de gemeentelijke organisatie. Daarbij wordt er naar gestreefd om de organisatie (en dus haar mensen) voortdurend af te stemmen op ontwikkelingen die functioneel of persoonlijk van belang zijn. Het opleidingsbeleid is enerzijds gericht op het adequaat toerusten van de medewerkers op het huidig functieniveau. Anderzijds is het opleidingsbeleid ook gericht op het scheppen van randvoorwaarden voor toekomstig functioneren binnen de organisatie of elders. Jaarlijks wordt hiertoe door de afdelingshoofden in overleg met de betrokken medewerkers een
59
inventarisatie gemaakt van de opleidingsbehoefte. Deze opleidingsbehoefte wordt vervolgens vervat in een opleidingsplan. Verlagen van het ziekteverzuim Dit beleid is met name gericht op zo vroeg mogelijke onderkenning van (potentieel) verzuim en zo snel mogelijke terugkeer in het arbeidsproces, mede in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter. Hiertoe wordt een ziekteverzuimprotocol gehanteerd. Het gemiddelde ziekteverzuim is aan de hoge kant. Oorzaak is m.n. een aantal langdurige zieken waarvan het ziektebeeld en de herintreding op de werkplek een lange periode vragen. Doelstelling vanuit het ziekteverzuimbeleid is het ziekteverzuimpercentage te verlagen tot minimaal de landelijke verzuimnorm voor gemeenten van onze omvang. 2009 Ziekteverzuim% incl. langdurig zieken
4,33%
2010
2011
8,22 %
9,17 %
2012
6,38 %
2013
2013
(begroot)
(t/m 2e triaal)
5,00 %
7,74 %
2014
5,00 %
Arbeidsvoorwaardenbeleid Deze zijn conform de CAO voor gemeenteambtenaren (CAR-UWO). Daarnaast zijn er nog enkele aanvullende secundaire faciliteiten welke op lokaal niveau (in het Georganiseerd Overleg) vastgesteld zijn. Welzijn In het kader van de ARBO is er een vierjaarlijkse onderzoekscyclus gericht op risico inventarisatie, implementatie van maatregelen en evaluatie van de effectiviteit daarvan. De uitkomsten van deze RI&E (laatstelijk uitgevoerd in 2009) zijn in een meerjarig plan van aanpak opgenomen. De jaarlijks benodigde activiteiten worden vanuit dit plan door het managementteam tot uitvoering gebracht. Personele sterkte gemeente het Bildt In het volgende overzicht wordt de personele sterkte van de organisatie gemeente het Bildt weergegeven. Uitgewerkt zijn per organisatieonderdeel het aantal fulltime equivalents (FTE, oftewel volledige functie equivalent). Totaal fte’s
Werkelijk 2012 61,96
Begroting 2013 65,23
Begroting 2014 60,36
Aan personele lasten voor de ambtelijke organisatie is in de begroting een bedrag van € 3.655.292 verwerkt. Dit bedrag is zowel voor de bruto salariskosten als voor alle werkgeversafdrachten. Medezeggenschap Binnen de gemeentelijke organisatie is een uit 5 medewerkers bestaande Ondernemingsraad ingesteld.
Informatisering De Middelsee Gemeenten trekken vooralsnog gezamenlijk op in de ontwikkeling van edienstverlening. De focus ligt op aspecten die voortvloeien uit het Nationaal
60
Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid (i-NUP). Daarbij gaat het o.a over doorontwikkeling van het e-loket, inrichting van basisadministraties en verbetering en digitalisering van onze gegevenshuishouding. In 2011 is een herzien Realisatieplan vastgesteld dat leidraad is voor de implementatie van een en ander. De implementatie wordt gestuurd vanuit een projectorganisatie van de Middelsee Gemeenten. Bij de e-dienstverlening speelt tevens de positionering van de ICT-ondersteuning een rol. Na aanvankelijk koers gezet te hebben op het onderbrengen van de ICT bij ISZF, is gelet op bestuurlijke ontwikkelingen inmiddels gekozen voor aansluiting bij gemeente Leeuwarden. Besluitvorming en (gefaseerde) implementatie vindt in 2014 plaats.
Organisatie Als uitgangspunt voor de organisatie geldt integraal management met sturing op proces, resultaten en middelen. Met het oog hierop wordt continue gewerkt aan het vervolmaken van het beleids- en beheersinstrumentarium, waarin decentraal budgetbeheer een belangrijke rol speelt. Het inspelen op de veranderde beleidscyclus in het duale bestel is tevens een belangrijk speerpunt. Een organisatie is continu in ontwikkeling. Een ontwikkeling die de organisatie in de komende jaren zal beïnvloeden is, naast kleinere aanpassingen die nodig zijn om de veranderende vraag te bedienen, de beoogde (ambtelijke of bestuurlijke) fusie met andere gemeenten in Noordwest Friesland. Met betrekking tot die beoogde fusie is in 2012 door de gemeenteraad een bestuursopdracht vastgesteld om vorm, randvoorwaarden en tempo nader te onderzoeken. In het kader van de Middelsee samenwerking en de aanvankelijk beoogde bundeling van ambtelijke diensten is gemeente het Bildt overigens nog steeds ‘gastheergemeente’ voor het Middelsee-bureau Toezicht en Handhaving en het bureau Veiligheid. Beide bureau’s zullen op termijn afgebouwd gaan worden i.v.m. het beeindigen van de Middelsee-samenwerking. Met ingang van 2012 is de afdelingsstructuur gewijzigd van 4 naar 3 afdelingen. Deze drie afdelingen worden aangestuurd door een managementteam bestaande uit 2 afdelingshoofden en de gemeentesecretaris. Planning en Control Planning & control is een continu proces van plannen en rapporteren. Het doel van het P&C-proces is door het tijdig, volledig en juist plannen van (maatschappelijke) doelen, prestaties, processen en middelen, (bij)gestuurd kan worden op de realisatie ervan en verantwoording kan worden afgelegd. De planning en controlcyclus is een sturingsmodel om de bedrijfsvoering te beheersen en te optimaliseren. In deze cyclus zijn de belangrijkste onderdelen: 1. perspectiefnota 2. begroting 3. bestuursrapportages (3 maal per jaar) 4. jaarrekening De onderdelen zijn samen met de werkplannen, interne controle en rechtmatigheid verwerkt in een jaarkalender waarin een planning voor de hele jaarcyclus wordt opgesteld, en na vaststelling door het managementteam de leidraad vormt voor het betreffende jaar. Er wordt gestreefd naar continue optimalisatie van de cyclus, met als doel zo effectief en efficiënt mogelijk te kunnen werken. Mede in het kader hiervan is er de afgelopen jaren steeds meer aandacht besteed aan de inrichting van de processen in onze organisatie. Beschrijving van de processen is een waarborg voor een effectieve en correcte uitvoering ervan en is een startpunt voor een goede interne beheersing.
61
Interne controle/rechtmatigheid Naast zijn onderzoek van de getrouwheid (volledigheid, juistheid, tijdigheid) van de jaarrekening moet de externe accountant ook een onderzoek doen naar de rechtmatigheid van de financiële beheershandelingen en zijn oordeel over rechtmatigheid expliciet tot uitdrukking brengen in zijn accountantsverklaring. Dit vereist, dat de organisatie de accountant kan aantonen dat zij ‘in controle’ is, wat zoveel wil zeggen, dat de administratieve organisatie met de daarin opgenomen maatregelen van interne controle bestaan en ook goed werken. Door middel van interne controle op de diverse processen wordt getoetst of de organisatie heeft gewerkt volgens de opzet van de administratieve organisatie, zodat de verantwoording juist, tijdig, volledig en rechtmatig is en dat de bedrijfsmiddelen zijn ingezet waarvoor ze zijn bestemd en tot het vermogen van de organisatie zijn blijven behoren. Met ingang van 2011 werkt gemeente het Bildt met een intern controleplan.Hiermee is de interne controle en de controle rechtmatigheid beter geregeld, en kan de externe accountant bij hun controles steunen op de door gemeente het Bildt intern uitgevoerde werkzaamheden. Het interne controleplan is opgesteld voor een periode van 4 jaar, maar wordt ieder jaar vertaald naar een jaarprogramma interne controle om zo eventueel in te kunnen springen op nieuwe ontwikkelingen. Aan het managementteam wordt per triaal over de uitkomsten gerapporteerd. Mede in overleg met de accountant wordt gestreefd naar een verdere doorontwikkeling van de interne controles richting steeds meer procesgerichte controles in plaats van gegevensgerichte controles. Externe controle door accountants Ernst & Young verzorgen de controle van de jaarrekeningen. De controle richt zich zowel op de getrouwheid als de financiële rechtmatigheid van de cijfers. Wettelijk kader bedrijfsvoering Primair is er de relatie met de gemeentewet. Het belang van doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid komt expliciet tot uitdrukking in de wetgeving rond dualisering van het gemeentebestuur, en wel bij de volgende onderwerpen: - Artikel 212 Versterking beleidsmatig karakter financiële verordening; - Artikel 213 Versterking aandacht voor rechtmatigheid door het opnemen van een rechtmatigheidoordeel en de accountantsverklaring; - Artikel 213a Verordening over periodiek onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid; - Lokale rekenkamerfunctie van waaruit met name onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid plaatsvindt. Monitoring apparaatskosten De apparaatskosten worden onderscheiden naar de eindkostenplaatsen en hulpkostenplaatsen. De eindkostenplaatsen zijn de afdelingen Middelen, Dienstverlening, Wonen en Werkenbinnen, Werken-buiten en het Stafbureau. Huisvesting heeft betrekking op het gemeentehuis, de gemeentewerkplaats en de schaftgelegenheden bij de begraafplaatsen. De andere hulpkostenplaatsen spreken voor zich.
Financiën Bij de inrichting van de programmabegroting en programmarekening moet rekening worden gehouden met wijzigingen in wet- en regelgeving. Met name zijn hierbij van belang de
62
wijzigingen in het besluit begroting en verantwoording (BBV). Naar verwachting treedt met ingang van 2014 de wet HOF (houdbaarheid overheidsfinanciën) in werking, door deze wet zullen de investeringen door lagere overheden beperkt gaan worden. Dit om het financieringstekort bij het Rijk te laten voldoen aan de Europese Norm. Verder zullen met ingang van 2014 de facturen digitaal verwerkt en opgeslagen gaan worden.
Automatisering
In het 3e kwartaal van 2013 is een moderniseringsslag gemaakt op het gebied van automatisering. De achterstand die er was is daarmee ingelopen. We maken nu o.a. gebruik van Microsoft Office 2010. Het personeel kan daarmee beter en efficiënter werken dan in de oude situatie. Automatisering Middelsee maakt gebruik van moderne netwerktechnieken waar de afnemers, lees gebruikers, de komende jaren profijt van kunnen maken.
Communicatie Communicatie gaat over interne communicatie, beleidscommunicatie, corporate communicatie en onderzoek. Communicatie vraagt veel afstemming en samenwerking. De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor interactieve ontwikkelingen. Dat vraagt van de communicatie flexibiliteit en schakelvermogen. Een project wat in 2014 extra geld en afstemming vraagt is de invoering van Gemeenschappelijke Voorziening Overheids Publicaties (GVOP), waarbij gemeenten verplicht zijn hun officiële publikaties digitaal bekend te maken. Een ander project waar de gehele organisatie mee te maken heeft is het vergroten van eenvoudig taalgebruik. En ook de ontwikkelingen rondom digitale communicatie vragen constante alertheid en aanpassing van medewerkers en organisatie.
Huisvesting De medewerkers zijn gehuisvest in het gemeentehuis te St.-Annaparochie en de werkplaats De Ferbining te St.-Jacobiparochie. Het beheer is vastgelegd in een beheersplan gemeentelijke gebouwen.
63
8. Paragraaf Verbonden partijen Het wettelijk kader Het wettelijke kader ligt besloten in artikel 168 van de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording. Artikel 15. Besluit Begroting en Verantwoording 1. De paragraaf betreffende de verbonden partijen bevat ten minste: a. de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; b. de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen; c. de lijst van verbonden partijen 2. In de lijst van verbonden partijen wordt ten minste de volgende informatie opgenomen: a. de naam en de vestigingsplaats; b. het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt; c. de veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft; d. het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar; e. het resultaat van de verbonden partij. Met een wijziging van het BBV …. is aan het 1e lid onderdeel c. toegevoegd evenals het 2e lid. Het eigen beleid Het eigen beleid inzake de verbonden partijen is vastgelegd in de Nota verbonden partijen van 12 mei 2010. Een verbonden partij is een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Verbonden partijen betreffen (participaties in) deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Bestuurlijk belang betekent dat de gemeente een zetel in het bestuur heeft van een rechtspersoon of stemrecht heeft. Onder financieel belang wordt verstaan dat de gemeente de ter beschikking gestelde middelen kwijtraakt ingeval van faillissement van de verbonden partij en/of als de financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Verbonden partijen betreffen: I. (participaties in) deelnemingen, II. gemeenschappelijke regelingen, III. stichtingen en verenigingen. Het verstrekken van subsidies aan instellingen valt in de meeste gevallen niet onder het hier bedoelde begrip verbonden partijen, omdat geen sprake is van een bestuurlijke participatie en bij faillissement geen sprake is van juridische aansprakelijkheid.
I.
(participaties in) deelnemingen.
64
Nummer 110 159 272 468 div.
Omschrijving deelneming Aandelenkap. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG NV) Volkskredietbank Afvalsturing Frl. Fryslan Miljeu Noord West Verkoop deelnemingen Enexis NV
€ 486.337
Totaal
II.
Boekwaarde 01-01-2014 € 184.763 € 171.747 € 20.420 € 26.351 € 83.056
gemeenschappelijke regelingen.
De gemeente het Bildt heeft bestuurlijke en financiële belangen in de onderstaand vermelde verbonden partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen. Deze verbonden partijen voeren beleid uit voor de gemeente. Uiteraard blijft het Bildt beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheden houden ten aanzien van deze partijen. Op verschillende wijzen hebben gemeenteraden invloed op de gemeenschappelijke regeling: Zij stellen het takenpakket en de bevoegdheden vast; Voor het Algemeen Bestuur wijzen zij hun vertegenwoordigers aan. Deze kunnen stemmen zonder last- of ruggespraak. Wel hebben zij een informatie- en verantwoordingsplicht (achteraf) aan hun gemeenteraad, en Zij kunnen hun zienswijzen kenbaar maken over de (ontwerp-)begrotingen (bij het Algemeen Bestuur) en zo nodig bezwaar maken bij Gedeputeerde Staten. Gemeenschappelijke regelingen waarin de gemeente het Bildt deelneemt: Dienst Sociale Zaken Noordwest Fryslân Veiligheidsregio Fryslân Brandweer Noordwest Fryslân N.V. Friesland Miljeu (Omrin) Afvalsturing Friesland N.V. (Omrin) Milieu Advies Dienst (M.A.D.) Welstandszorg Hûs en Hiem Werkvoorzieningschap Fryslân-West Middelsee Maatwerk Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing Recreatieschap De Marrekrite Verplichting naar gemeente Basis is de Wet gemeenschappelijke Regelingen (Wgr). De gemeente ontvangt de begroting, begrotingswijzigingen en de jaarrekening van de GR zes weken voordat deze vastgesteld moeten worden. De raad heeft volgens de Wgr het recht zijn zienswijze kenbaar te maken voor vaststelling door het bestuur. Rol raad Raad heeft – op basis van de Wgr – het recht zijn zienswijze te geven op de begroting, begrotings-wijzigingen en de jaarrekening van een GR voordat deze wordt goedgekeurd. De reactietermijn is echter dermate kort (6 weken, inclusief twee weken waarin de stukken voor het publiek ter inzage moeten liggen), dat dit in de praktijk vaak niet mogelijk is. Sommige gemeenten laten daarom, in strijd met de Wgr, het college reageren. Een reactie die de raad
65
dan later kan bevestigen. Ook dan komt de definitieve reactie te laat. In zo’n geval kan de raad later zijn zienswijze nog bij Gedeputeerde Staten naar voren brengen. Als de raad bijtijds (bijvoorbeeld voor 1 februari van elk jaar) een kadernota van de GR ontvangt, heeft de raad voldoende gelegenheid om daarop te reageren. Er wordt dan een knip gemaakt tussen beleid en financiën, waardoor de raad meer sturingsmogelijkheid krijgt. Rol college In de gemeentebegroting moet een paragraaf “Verbonden partijen” zijn opgenomen. Daar moeten alle gemeenschappelijke regelingen in staan, met vermelding van de doelstellingen en financiële risico’s. Omschrijving Verbonden partij
Milieuadviesdienst (M.A.D.) Welstandszorg Hûs en Hiem Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân Werkvoorzieningschap Fryslân-West Veiligheidsregio Fryslân
Doelstelling
Rekening Begroting Begroting Aantal 2012 2013 2014 deelnemende. in € in € in € gemeenten
Het behartigen van het belang milieubeheer en de dienst Volkshuisvesting Belangen behartigen op het gebied van de bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Friesland. Uitvoeren van taken op het terrein van de sociale zekerheid en de gesubsidieerde arbeid. Bedrijfsmatig verantwoorde wijze uitvoeren van gesubsidieerde arbeid. Behartigen belangen op het gebied van preventie, volksgezondheid en infectieziekten bestrijding, Brandweerzorg, Rampen en risicobeheersing en het in stand houden van gemeenschappelijke meldkamer.
69.093
53.019
18.758
16.907
15 16.907
27
2.659.796 2.887.404 2.887.404
8
31.000
31.500
30.000
17
400.149
399.772
513.496
27
Brandweer Noordets Fryslân
Het bundelen van het beroepspersoneel voor het realiseren van het kwaliteitsniveau op het gebied van gemeentelijke brandweer.
137.744
141.727
0
5
Recreatieschap De Marrekrite
De gemeenschappelijke belangen van de deelnemers behartigen op het gebied van een evenwichtige en gecoördineerde ontwikkeling van de watersport en van andere vormen van recreatie op en aan het water, zulks met inachtneming van de belangen van natuur en landschap.
0
751
4.972
23
000
39.000
39.000
27
Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing
3.313.540 3.502.488
III.
stichtingen en verenigingen.
Overzicht van vertegenwoordigingen op basis van formele regeling of statuten, die op titel van collegelidmaatschap / portefeuille ingevuld moeten worden. In onderstaand tabel staan niet alleen de stichtingen en verenigingen waarin gemeente het Bildt een bestuurlijk belang heeft maar een completer overzicht van bestuurlijk verbondenheid. Burgemeester G. Krol - Bildtse stichting - Veiligheidsregio Fryslân - Brandweer Noardwest Fryslân - Politie Fryslân - Vereniging van Waddenzee Gemeenten - Commissie van Georganiseerd Overleg
Bestuurslid (voorzitter) Bestuurslid Bestuurslid Lid regionaal college Bestuurslid Voorzitter
66
Wethouder N. Haarsma - Bildtse Stichting - Milieuadviesdienst (MAD) - Commissie Besluit Woninggebonden Subsidies - Overleg Verkeer en Vervoer Fryslân - Stichting Openbare Verlichting Fryslân - Welstandszorg Hûs en Hiem - Stichting Dorpsherstel het Bildt - Regionale Meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten Noord Friesland (RMC) Wethouder B. Tol - Bildtse Stichting - Vereniging van Waddenzee Gemeenten - Dienst SoZaWe Noardwest Fryslân - Werkvoorzieningschap Fryslân West - Veiligheidssregio Fryslân (GGD) - Afvalsturing Friesland N.V. - N.V. Fryslân Miljeu - OLAF - Stichting Frigem
Bestuurslid (secretaris) Bestuurslid Bestuurslid Vertegenwoordiger Vertegenwoordiger RvT Bestuurslid Bestuurslid Vertegenwoordiger
Bestuurslid (penningmeester) Plv. bestuurslid Voorzitter Bestuurslid Lid Adviescommissie GGD Vertegenwoordiger AvA Vertegenwoordiger AvA Vertegenwoordiger AvA Bestuurslid
67
9.
Paragraaf Grondbeleid
Het wettelijk kader Enkele belangrijke wettelijke kaders worden gevormd door: - de Wet ruimtelijke ordening (waar de Grondexploitatiewet deel van uit maakt; - de Wet voorkeursrecht gemeenten; - de onteigeningswet, en - het Besluit Begroting en Verantwoording Het wettelijke kader ten aanzien van de paragraaf ligt besloten in artikel 168 van de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording. Artikel 16. Besluit Begroting en Verantwoording De paragraaf betreffende het grondbeleid bevat ten minste: a. de visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma's die zijn opgenomen in de begroting; b. een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert; c. een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie; d. een onderbouwing van de geraamde winstneming; e. de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico's van de grondzaken. Algemeen Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van de programma’s zoals Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, Verkeer en vervoer, Cultuur, sport en recreatie en Economische structuur. Daarnaast heeft het grondbeleid een grote financiële impact. De eventuele baten, maar vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de algemene financiële positie van de gemeenten. De regie over het grondbedrijf is ondergebracht bij de zogenaamde regiegroep Grondbedrijf. Deze bestaat uit het afdelingshoofd Wonen, het afdelingshoofd Middelen, de juridisch medewerker en de medewerker grond en kavelverkoop. In 2008 is de Grondexploitatiewet als onderdeel van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. De wet is van toepassing bij de ontwikkeling van nieuwe bouwlocaties. De wet voorziet in een heldere basis voor contracten tussen de gemeente en de marktpartijen op punten als exploitatiekosten, kostenverdeling en kwaliteitseisen. Bovendien krijgen gemeenten een stok achter de deur om de zogenaamde freedriders aan te pakken. Het eigen beleid Het beleid inzake het grondbedrijf is vastgelegd in de documenten: Nota inzake grondbeleid het Bildt, getiteld “grondbedrijf het Bildt, van beleid naar organisatie; Exploitatieverordening; Plan van aanpak om nieuwe werkwijze ook in de organisatie in te bedden; getiteld “Cijfers om te sturen, plan van aanpak voor een transparant grondbedrijf”. Onderstaand een korte uitleg over elk van de documenten.
68
Ad. Nota inzake het Grondbeleid het Bildt, getiteld “Grondbedrijf het Bildt, van beleid naar organisatie”. Dit is de beleidsnotitie waarin alle aspecten van het grondbeleid en het grondbedrijf beschreven zijn. Daarbij is als uitgangspunt gehanteerd de vraag hoe grondbeleid en het grondbedrijf eruit dienen te zien (theoretisch kader). Het document geeft dan ook veel informatie over wetgeving, vaktechnische begrippen, de organisatie rondom het beleid en het grondbedrijf. Ad. Exploitatieverordening gemeente het Bildt 2006. De gewijzigde beleidsregels en organisatie van het grondbeleid en het grondbedrijf zijn in een geactualiseerde exploitatieverordening opgenomen. Ad. Plan van aanpak nieuwe werkwijze ook in de organisatie in te bedden; getiteld “Cijfers om te sturen, plan van aanpak voor een transparant Grondbedrijf het Bildt”. Dit is een plan van aanpak om de manier van werken ook in de organisatie goed te implementeren. In het plan van aanpak is opgenomen dat: 1. de organisatie van het grondbedrijf wordt ingericht, verantwoordelijkheden worden afgestemd, de inrichting van de grondexploitaties wordt gestructureerd, de cijfers en tekeningen op elkaar worden afgestemd; 2. de risicoprofielen worden vastgesteld en dat er voorstellen worden voorbereidt met betrekking tot de hoogte van de afdekking van risico’s.
Grondexploitatie 2014 In 2014 zijn de volgende grondexploitaties operationeel: bedrijventerrein Oudebildtzijl; bestemmingsplan Vrouwenparochie-Noord ’98 (woningbouw); bestemmingsplan Nij Altoenae uitbreiding 2e fase (woningbouw), en bestemmingsplan Minnertsga-Hermana 2e fase (woningbouw). De volgende gronden zijn in 2014 (nog) niet in exploitatie genomen: toekomstige woningbouwlocatie St.-Annaparochie Zuidwest; bestemmingsplan Minnertsga Hermana 3e fase; bestemmingsplan Minnertsga Noordoost Hermana, en bestemmingsplan uitbreiding Oudebildtzijl Noord-Oost Ten slotte is de grondexploitatie Nije Kamers 3e/4e fase ook nog operationeel. De gemeente is in deze grondexploitatie niet actief maar slechts faciliterend. Een projectontwikkelaar is verantwoordelijk voor deze exploitatie. Reserve Grondexploitatie. De reserve wordt gebruikt voor: kosten (intern en extern) voor bouwgrondexploitaties in zijn algemeenheid welke niet specifiek aan een in exploitatie genomen grondexploitatie is toe te rekenen. de onderzoekskosten (intern en extern) voor exploitaties die o.b.v. dat onderzoek niet in exploitatie genomen zullen worden; de rentekosten welke gemoeid zijn met de nog niet in exploitatie genomen gronden (De reserve is toereikend om voor de komende 2 jaar de rentelasten op de nog niet in exploitatie genomen gronden te dekken. Dit wordt als indicatie gehanteerd om de
69
minimaal wenselijke stand van de reserve te bepalen (bijv. door de provinciaal toezichthouder); winsten bij afsluiting van exploitaties worden ten gunste van deze reserve gebracht. De reserve is begin 2014 naar verwachting € 116.672; voldoende om de voor de komende 2 jaren de geraamde kosten te dekken. Prognose grondexploitatie Eind 2012 zijn de grondexploitaties door de Grontmij geactualiseerd, met uitzondering van Vrouwenparochie-Noord ’98 omdat deze exploitatie bijna afgerond en stabiel is. De actualisatie heeft in het volgende geresulteerd.
Oudebildtzijl Vrouwenparochie-Noord ’98 Nij Altoenae uitbreiding 2e fase Minnertsga-Hermana 2e fase
Boekwaarde 01.01.2013 80.426 32.906 - 46.903 256.976 323.405
Totaal opbrengsten 195.000
Totaal kosten 52.057
Eindwaarde
NCW
32.917
20.653
501.808 1.333.768
401.259 1.217.142
161.174 123.556
101.122 77.520
Ten aanzien van alle 4 grondexploitaties verwachten we op termijn een positief saldo. De verwachtte positieve saldi van grondexploitaties mogen pas ingezet worden als er zeer grote mate van zekerheid is dat deze ook daadwerkelijk gerealiseerd worden. Bijvoorbeeld aan het eind van een project of als er contracten gesloten zijn. In de begroting is dan ook geen winstneming geraamd. Overige zaken Ten aanzien van de gronden voor toekomstige woningbouwlocatie St.-Annaparochie Zuidwest zullen wij nagaan hoe wij de rentelasten in de toekomst kunnen beperken dan wel deze in de vorm van kostendekkende pachtopbrengst oid kunnen dekken. Risico’s in de grondexploitatie Als algemene risico’s in de grondexploitatie kunnen genoemd worden: conjunctuur- en renterisico’s wanneer de vraag naar bouwgrond inzakt; het niet tijdig kunnen verwerven van gronden, een actieve rol van de private sector op de grondmarkt en stijgende aankoopprijzen; risico’s ( waar onder renterisico’s ) bij strategische grondaankopen; milieurisico’s; planschadeclaims; het wellicht niet kunnen komen tot volledig kostenverhaal in geval van private exploitaties; archeologische belemmeringen (verdrag van Malta); specifieke aan de exploitatieopzet gerelateerde risico´s inzake de prognoses van lasten en opbrengsten; politieke besluitvorming/nieuwe wetgeving, en onvoldoende woningbouwcontingent.
70
10.
Paragraaf Lokale heffingen
Het wettelijk kader Het wettelijke kader ligt besloten in artikel 168 van de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording. Artikel 10. Besluit Begroting en Verantwoording De paragraaf betreffende de lokale heffingen bevat ten minste: d. de geraamde inkomsten; e. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; f. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen; g. een aanduiding van de lokale lastendruk; h. een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid. Het eigen beleid Het eigen beleid inzake lokale heffing is vastgelegd in: - de nota Lokale heffingen 2008-2012 Voor wat betreft de kwijtschelding heeft de raad op 22 december 2005 besloten: a) met betrekking tot de woonforensenbelasting, de leges, de onroerende zaakbelasting en de begrafenisrechten geen kwijtschelding te verlenen; b) met betrekking tot de rioolheffing en de afvalstoffenheffing kwijtschelding te verlenen conform de ministeriële regeling op grond van artikel 26 van de Invorderingswet 1990, en c) bij het verlenen van kwijtschelding voor de rioolheffing en de afvalstoffenheffing voor de berekening van de kosten van bestaan de percentages, vermeld in artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, op 100% te stellen. Algemeen De gemeentelijke belastingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. De onroerende zaakbelasting en woonforensenbelasting zijn algemene dekkingsmiddelen van de gemeente. De andere heffingen hebben een specifiek bestedingskarakter. Overzicht belangrijkste geraamde inkomsten lokale heffingen Onderstaande tabel geeft weer welke opbrengsten in 2014 uit lokale heffingen worden gerealiseerd. Soort Onroerende zaakbelasting Afvalstoffenheffing Woonforensenbelasting Leges Burgerzaken Leges bouwvergunningen Grafrechten Rioolheffing Totaal
Rekening 2012 € 1.559.820 € 1.071.149 € 11.123 € 100.000 € 95.270 € 129.587 € 741.719 € 3.708.668
Begroting 2013 € 1.621.718 € 1.073.164 € 10.000 € 133.000 € 125.000 € 109.340 € 769.854 € 3.842.076
71
Begroting 2014 € 1.717.124 € 1.025.343 € 10.000 € 103.300 € 125.000 € 109.340 € 795.840 € 3.885.947
De totale geraamde opbrengst van de lokale belastingen c.a. beloopt afgerond € 3,8 miljoen. Het merendeel van de lokale inkomsten in het jaar 2014 bestaat uit de onroerende zaakbelastingen (44,3%), afvalstoffenheffing (26,3%) en rioolheffing (20,5%). De geraamde opbrengsten van de lokale belastingen bedragen ongeveer 17% van de gemeentelijke inkomsten (baten begroting minus onttrekking aan reserves). Ontwikkeling van de lokale lasten Zoals blijkt stijgen de opbrengsten ten opzichte van 2013 met bijna 1%. Belangrijkste factoren zijn: wat veroorzaakt wordt door met name: - extra verhoging opbrengst onroerende zaakbelasting; - verlaging kosten inzameling en verwerking huishoudelijk afval; - vermindering aantal dienstverleningen Burgerzaken; - verlaging afvalstoffenheffing door kostenverlaging; - jaarlijkse verhoging opbrengst rioolrecht met gemiddeld € 3,00 per aansluiting (overeenkomstig het GRP). In vervolg op de vaststelling van de begroting 2014 zullen de diverse belastingtarieven nog dit jaar ter vaststelling aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Onroerende zaakbelastingen De OZB kan worden onderscheiden in OZB voor gebruikers van niet-woningen en OZB voor eigenaren van een pand of een perceel grond. De belasting wordt opgelegd als betrokkene op op 1 januari 2013 gebruiker is van een pand respectievelijk bij het kadaster staat ingeschreven als eigenaar van een pand of perceel grond. In de raming 2014 is rekening gehouden met: de te verwachten opbrengst 2013 € 1.621.718 verhoging met 1,60% prijsmutatie BBP € 25.948 verhoging met 1,875% vlg. Perspectiefnota 2012-2015 € 30.407 vermeerdering met 1% i.v.m. jaarlijkse nieuwbouw e.d € 16.217 € 1.694.290 Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing houdt verband met het inzamelen, de afvoer en de verwerking van afvalstoffen van particulieren huishoudens. De opbrengst uit afvalstoffenheffing is gebaseerd op: de geraamde lasten 2014 product 6.721.100) € 1.139.235 minus de geraamde baten 2014 (product 6.721.100)€ 187.892 correctie BTW € 30.000 lasten kwijtschelding € 44.000 € 1.025.343 De kwijtscheldingslasten worden met ingang van 2012 als kosten beschouwd en als zodanig meegenomen in de berekening van kostendekkende tarieven. Woonforensenbelasting De woonforensenbelasting wordt geheven van personen, die niet in de gemeente het Bildt woonachtig zijn maar er wel gedurende tenminste 90 dagen per jaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. Leges Burgerzaken en Omgevingsvergunningen 72
De legesopbrengsten Burgerzaken zijn naar aanleiding van de resultaten uit de jaarrekening 2012 met € 25.000 neerwaarts bijgesteld. De legesopbrengsten Omgevingsvergunningen zijn overeenkomstig 2013 geraamd. Grafrechten In het kader van de kostendekking van de kosten van de 3 algemene begraafplaatsen, is de visie op begraven in het Bildt aan de raad voorgelegd. Ook de (wijze van) tariefstelling is daarin meegenomen. De opbrengst grafrechten is overeenkomstig 2013 geraamd. Rioolheffing Raming van de opbrengst is gebaseerd op 4.145 eenheden x gemiddeld tarief van € 192,00. Dit tarief is als volgt berekend: - gemiddeld tarief 2013 van € 186,00 - plus 1,60% prijsmutatie BBP (meicirculaire 2013 Gemeentefonds) - jaarlijkse stijging volgens GRP 2013-2017 met € 3,00 De kwijtscheldingslasten worden met ingang van 2012 als kosten beschouwd en als zodanig meegenomen in de berekening van kostendekkende tarieven. Kwijtscheldingsbeleid Met betrekking tot het kwijtscheldingsbeleid van gemeentelijke belastingen worden de kosten van bestaan gesteld op 100% van de normuitkering die belastingschuldigen naar de maatstaven van het bijstandsbesluit landelijke normering per maand telkens zouden kunnen krijgen. Het beleid van de gemeente is altijd geweest om aangaande de daarvoor in aanmerking komende belastingen de wettelijke kwijtscheldingsmogelijkheden zo optimaal mogelijk te benutten. Kwijtschelding is alleen mogelijk voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. De lasten bedragen resp. € 44.000 en € 22.000 en zijn met ingang van 2012 meegenomen in de berekening van kostendekkende heffingen. In onderstaande tabel staan een aantal gegevens met betrekking tot de kwijtschelding weergegeven. Omschrijving Aantal verzoeken toegekend Aantal ambtshalve toegekend Aantal verzoeken afgewezen Totaal aantal verzoeken Bedrag exploitatie
Werkelijk Werkelijk Werkelijk Werkelijk Werkelijk Werkelijk Begroting Begroting 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 200
168
198
202
n.b.
n.b.
200
200
0
0
0
0
n.b.
n.b.
0
0
33
57
32
23
n.b.
n.b.
30
30
233
225
230
225
n.b.
n.b.
230
230
€ 67.404
€ 57.548
€ 60.021
€ 67.267
€ 62.470
€ 69.100
€ 66.000
€ 66.000
Een vergelijking met andere gemeenten. Jaarlijks wordt door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) een onderzoek verricht naar de ontwikkeling van de lokale lasten. Voor vergelijking met andere gemeenten verwijzen naar www.coelo.nl.
73
11.
Paragraaf Subsidies
Algemeen Het Bildt heeft een structurele subsidierelatie met zo’n 50 instellingen/verenigingen en verstrekt daarnaast ongeveer 20 eenmalige subsidies per jaar. Het wettelijk kader is vastgelegd in de Algemene Subsidieverordening het Bildt 2012 en in nadere uitvoeringsregelingen. In deze regelingen worden onder meer de eisen vastgelegd voor de indiening van de subsidieaanvraag en de inhoudelijke en financiële verantwoording van subsidieverstrekkingen. Ontwikkeling De afgelopen periode is er veel gesproken over lastenverlichting, minder regels en minder bureaucratie. De VNG heeft een voortrekkersrol op zich genomen en zet zich samen met het Rijk en gemeenten in om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren en de regeldruk terug te dringen. Landelijk gezien is het subsidiebeleid een breed domein waar nog veel winst is te behalen. Hierbij gaat het dan vooral om stroomlijning en terugdringing van de verantwoordingslasten. Om initiatieven in dit kader te stimuleren, heeft de VNG, in nauwe samenwerking met een aantal gemeenten en ministeries, een nieuw model subsidieverordening ontwikkeld. Deze is leidend geweest voor de subsidieverordening van onze gemeente. Een van de uitgangspunten van onze verordening is dat uitgegaan wordt van vertrouwen in plaats van wantrouwen, zonder eventuele risico’s uit het oog te verliezen. Dit betekent dat er in de verordening meer nadruk ligt op de eigen verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger en dat voor activiteiten met een laag risico geen uitgebreide verantwoordingsplicht meer geldt. In dit kader is een efficiencyslag gemaakt voor de ‘kleine’ subsidies tot € 5.000. Getalsmatig gaat het dan om een relatief groot aantal subsidieverstrekkingen: ongeveer 70%. Het financieel belang van deze categorie subsidies is echter relatief gering is: ongeveer 4%. Subsidiebeheer Vanaf 2012 wordt het verloop van het gehele subsidieproces vanaf de aanvraag tot en met de vaststelling gevolgd d.m.v. een geautomatiseerd systeem. Hierdoor kan inzichtelijk worden gemaakt welke aanvragen in procedure zijn, de stand van zaken, en welke bedragen zijn verstrekt. Subsidieverantwoording Afhankelijk van de aard van de verleende subsidies worden bepaalde subsidies verantwoord in dit betreffende begrotingsjaar terwijl andere subsidies, bij voorbeeld meerjaarlijkse subsidies, eerst worden vastgesteld en verantwoord na afloop van het betreffende subsidiejaar of de activiteit. Subsidieplafond Op grond van artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening 2012 alsmede het bepaalde in afdeling 4.2.2 van de Algemene wet bestuursrecht stellen wij de volgende subsidieplafonds vast: - € 10.185 voor incidentele subsidies op het terrein van kunst en cultuur (tenzij de raad bij de behandeling van de Kadernota Cultuur anders beslist); 74
- € 50.000 plus de per 1 januari 2014 gereserveerde gelden in het Dorpenfonds voor incidentele subsidies in dat kader, en - € 345 voor vertaalsubsidies voor Bildtse toneelverenigingen De subsidieaanvragen die volledig (eventueel na het bieden van een hersteltermijn) en tijdig zijn ingediend, komen volgens het tendersysteem voor verdeling in aanmerking. Het college stelt nadere regels vast voor de criteria van de verdeling. De overige subsidie aanvragen die volledig zijn ingediend, komen op volgorde van binnenkomst voor verdeling in aanmerking.
75
76