Inhoudsopgave Inleiding 6 Deel 1: Hoe de overheid werkt in theorie
9
De overheid is geen bedrijf 10 Geld 10 Tijd 11 Belangen 11 De overheid en geld 12 De overheid en het algemeen belang 14 Beleid 16 De structuur van de overheid 17 De overheid en “de Baas” 19 Wie doet wat 20 Deel 2: Hoe de overheid werkt in de praktijk
23
De De De De De De De
24 26 28 29 33 34 34
overheid en de eigenlijke belangen beleidsmaker: liever goed dan snel beleidsuitvoerder: liever niet dan wel wethouder: liever zichtbaar dan houdbaar burgemeester: liever ongeschonden dan onbemind gemeentesecretaris: smeerolie tussen de lagen gemeentelijke cyclus
Deel 3: Hoe u de overheid voor u laat werken
37
Kennis is macht 38 Geen klant, geen koning 41 De kansen van de overheid 42 Het spel en de knikkers 44 Besluiten 46 (Fatale) termijnen 47 Papieren gelijk 48 Pikorde van wet- en regelgeving 49 Openbaarheid 51 Ondernemers en het Calimerosyndroom 53
4
De
overheid als klant
Zelftest Calimerosyndroom Van Calimero naar Kip Met De Gouden Eieren Het algemeen belang Van eigen belang naar algemeen belang (stappenplan) Samenwerken in het algemeen belang De helpende hand bieden
57 58 59 61 67 68
Deel 4: De overheid als “klant”
71
Public affairs in uw bedrijf; de overheid als “klant” 72 Instrument 1: Informatie 72 Instrument 2: Publieke Klantanalyse: 4xW+H 73 Instrument 3: Publieke bedrijfspresentatie 75 Instrument 4: Public affairsstrategie 77 Geld verdienen aan de overheid 77 De kopende overheid; de overheid als klant 79 Europese aanbestedingen 79 Van vloeibaar naar vast 81 Public affairs 90 Public affairs voor beïnvloeding van aanbestedingseisen 92 Public affairs voor meebepalen van aanbestedingseisen 94 Bijlage: Anatomie van de Kip Met De Gouden Eieren Bijlage: Dingen die u nooit (meer) mag zeggen
97 101
Dankwoord 104
De
overheid als klant
5
Inleiding
Ergernis aan ambtelijke molens en trage besluitvorming is een mooi onderwerp om eens lekker op leeg te lopen op verjaardagen. Het onderwerp doet het altijd goed: iedereen ergert zich eraan, en het ene voorbeeld van ambtelijke onzinnigheid is nog mooier dan het andere. Ondernemers kunnen het helemaal goed vertellen, want zij rekenen vaak ook nog even snel op de achterkant van een bierviltje voor wat al die onzinnigheid de belastingbetaler eigenlijk allemaal wel niet kost. De eensgezindheid over die vreselijke overheid en de ambtenaren die daar werken, schept een band die zo’n verjaardag al snel tot een gezellige avond van gezamenlijk klagen maakt. Aan het eind van de avond weet u het weer zeker: ambtenaren komen van Mars. Vaak vindt er op maar een paar kilometer afstand van u vandaan nog een feestje plaats. Daar treffen ambtenaren elkaar, en ook zij snijden onderling de onzinnigheid waar zij op hun werk mee te maken krijgen graag als gespreksonderwerp aan. De voorbeelden die daar worden genoemd, zijn minstens zo absurd. Voor de insiders dan. En de collectieve conclusie van dat feestje is: ondernemers komen van Mars. De crux is dat overheid en bedrijfsleven niet met elkaar te vergelijken zijn. Als ambtenaren dus van Mars komen, dan komen ondernemers van Venus. Of andersom, het is maar net welk perspectief je neemt. Het perspectief van dit boek is het perspectief van de ondernemer. De ondernemer die van de ene verbijstering in de andere valt als hij iets eenvoudigs nodig heeft van de overheid, omdat hij in een oerwoud aan procedures terecht komt. De ondernemer die met de beste wil van de wereld niet kan begrijpen waarom alles zo eindeloos lang duurt. De ondernemer die zich opwindt over de manier waarop zijn zuur verdiende belastinggeld wordt verspild. En de ondernemer die zich realiseert dat hij niet om de overheid heen kan, al zou hij het nog zo graag willen. Dit boek is geschreven voor ondernemers die geen last meer willen hebben van de overheid. Voor ondernemers die de overheid vanaf morgen voor in plaats van tegen zich willen laten werken. En voor ondernemers die voortaan meer geld willen verdienen dan betalen aan de overheid.
6
De
overheid als klant
Deel 1 en 2 behandelen de spelregels; eerst hoe de overheid werkt op papier en daarna hoe het echt werkt. In deel 3 komt aan bod hoe u het spel zó kunt spelen dat de overheid voor u gaat werken. Deel 4 is voor diegenen die de smaak te pakken hebben en hun kennis willen gebruiken om actief geld te gaan verdienen aan de overheid. Wie dit boek gelezen heeft, maakt de reis naar Mars niet alleen fluitend, maar ziet in de overheid straks een bijkans ideale klant aan wie veel geld te verdienen valt. In dit boek vindt u diverse verwijzingen naar www.deoverheidalsklant.nl Op deze website vindt u informatie die u helpt om zelf aan de slag te gaan met de onderwerpen uit het boek. Heeft u geen zin of tijd om het zelf te doen? Dan kunt u het ook laten doen. Neem via de website contact op of bestel producten online. De in de kantlijn verwijst naar de bijlage “Dingen die u nooit (meer) mag zeggen.”
De
overheid als klant
7
8
De
overheid als klant
Deel 1: Hoe de overheid werkt in theorie
De
overheid als klant
9
De overheid is geen bedrijf
Het belangrijkste om te onthouden telkens als u met de overheid te maken krijgt, is dat u zich in een andere wereld begeeft. De overheid werkt niet alleen volgens een andere structuur dan u gewend bent, de regels en prikkels voor iedereen in die wereld zijn ook fundamenteel anders. U bent als het ware op een andere planeet gestapt en dat betekent dus dat u uw eigen planeet heeft verlaten. U begeeft zich op onbekend terrein en de regels en gewoontes die u kent, zijn dus niet - of in ieder geval niet zonder meer - van toepassing. Les één is daarom:
Vertrouw niet op uw gevoel.
U bent niet in uw eigen omgeving, dus u kunt niet blind doen wat u normaal gesproken ook doet. Eerst zult u moeten ontdekken hoe deze andere wereld werkt en waarin zij verschilt van die van u. Geld
Het belangrijkste verschil tussen overheid en bedrijfsleven, draait om geld. U bent als ondernemer op aarde om er zo veel mogelijk van te verdienen. Dat betekent dat u alert bent op kansen, bereid bent risico’s te nemen en te investeren. U leidt, met andere woorden, een dynamisch leven met veel vrijheid, maar ook met grote verantwoordelijkheid. Als u een kans ruikt, gaat u erop af, als u een risico ziet, wijzigt u van koers. Behendig laveert u als een kapitein op een schip tussen bedreigingen en kansen en zo loodst u uw bedrijf door goede en door slechte tijden. U bent niet alleen de baas over uw eigen personeel, maar vooral ook uw eigen baas. U zou niet anders willen. U houdt van de verantwoordelijkheid en de vrijheid en u houdt van geld verdienen. De overheid doet precies het tegenovergestelde van wat u doet: zij geeft geld uit. En niet zomaar geld: uw geld. Ondernemers zijn de grootste belastingbetalers en daarmee belangrijke financiers van de overheid. In termen van psychologie openbaart zich hier de eerste reden waarom ambtenaren en ondernemers meestal zulke verschillende types zijn. Het uitgeven van andermans geld als core business, is nou eenmaal een andere tak van sport dan proberen zo veel mogelijk geld voor jezelf te verdienen. Dit fundamentele verschil werkt door tot in alle vezels van de overheid en dus ook in de mensen die er werken. Conclusie:
Werken bij de overheid vereist een ander “DNA” dan ondernemerschap.
10 De
overheid als klant
Tijd
Onder het motto ‘tijd is geld’ bent u hyperefficiënt. U houdt niet van langdradige vergaderingen, hebt een hekel aan rapporten die langer zijn dan één A4’tje en u verdoet uw tijd niet met zaken die u aan uw personeel kunt overlaten. U deelt uw eigen tijd in en daar bent u goed in. Ondernemers die hun tijd niet kunnen indelen bestaan namelijk niet: ze gaan vanzelf failliet. Of ze nemen een goede secretaresse. Ambtenaren die in uw tempo werken, bestaan ook niet. En dat is maar goed ook. Ambtenaren geven namelijk geld uit. Uw geld. Een overheidsdienaar die dus net zo’n dynamische agenda heeft als u en net zo snel beslist, is de nachtmerrie van iedere belastingbetaler. U bent als ondernemer één van de belangrijkste geldschieters van onze overheid en de mensen die er werken. Daarom spreekt u ook regelmatig schande van de verspilling en de onzinnige bureaucratie. U bent best bereid om belasting te betalen, maar verdraagt de verkwanseling van uw geld eenvoudigweg niet: dat is een bijna genetische kwestie die ondernemers in het bloed zit. Maar staat u er ook bij stil hoe u het zou vinden als uw zuurverdiende belastinggeld in uw eigen moordende tempo en hyperefficiëntie zou worden uitgegeven? Eerlijk is eerlijk, bij een beetje deal van formaat is voor inspraak is geen tijd, dat weet u als geen ander. Het zou toch op zijn zachtst gezegd ‘jammer’ zijn als de overheid het terrein waarop u nét uw nieuwe bedrijfspand heeft laten bouwen, plotseling zou bestempelen als natuurgebied. Trage bureaucratie is een stevige beproeving voor iedereen en al helemaal voor wie eigen baas is, maar het heeft wel een functie. Het alternatief - de snelle ambtenaar die in de zogeheten Bananenrepubliek wel wordt gesignaleerd - is vele malen erger. Uw geld wordt toch wel uitgegeven, laat het dan in vredesnaam gaan op een manier waarop u er nog wat over te zeggen heeft. En dat heeft u in Nederland. Tel dus uw zegeningen en:
Wees blij met trage besluitvorming.
Belangen
Met enige regelmaat heeft u als ondernemer wat problemen met uw vrouw, met name als er extra huiselijke aanwezigheid van u wordt verwacht. U weet inmiddels dat u pas hoeft in te grijpen als uw vrouw zegt dat ze een betere relatie met uw secretaresse heeft dan met u. U houdt
De
overheid als klant
11
uw vrouw dan voor dat het belang van de zaak toch ook het gezinsbelang is en, als het echt niet te sussen is, gaat u overstag en laat u uw secretaresse een familievakantie boeken naar een zonnig oord. Meestal kunt u na die week weer een paar maanden ongestoord knallen op de zaak. Jaarlijkse knelpunten als kerstdiners met uw schoonmoeder calculeert u in en ruilt u vakkundig uit met een weekje wintersport en als de nationale feestdagen echt heel ongunstig vallen, spreekt u uw vrouw aan op haar gezond verstand en komt u met een paar dagen werken ook nog wel weg. Samenvattend is uw bestaan als ondernemer overzichtelijk te noemen: u bent ondernemer en dat bent u 24 uur per dag. U en de uwen zijn gewend dat het belang van de zaak voor alles gaat. De overheid kent geen ‘belang van de zaak’. En dus ook niks wat voor dat belang moet wijken. Heeft u enig idee hoeveel ambtenaren elk jaar weer jaloers zijn op uw excuus dat u moet werken met de kerstdagen? Ambtenaren hebben ook schoonmoeders. Maar ze hebben geen ‘belang van de zaak’. De overheid dient namelijk het algemeen belang. En dat belang is zó vaag, dat het altijd kan wachten. Want eigenlijk weet niemand wat het algemeen belang precies is. Zeker is wel, dat openbaarheid van overheidshandelen in het algemeen belang is. Dat betekent dat er inspraak mogelijk moet zijn en dat iedereen kennis moet kunnen nemen van wat de overheid doet. Daarom worden er talloze beleidsstukken opgesteld. Die moeten openbaar gemaakt worden en dat kost natuurlijk allemaal tijd, veel tijd. Maar nét niet zo veel tijd dat er overgewerkt wordt: tijd is bij de overheid geen geld, maar gewoon tijd: eigen tijd dus. Een ambtenaar heeft daarom geen enkel belang bij doorpakken om tijd te besparen, maar alle belang bij gedegen beleid schrijven. Dat kan prima tussen 9:00 en 17:00 uur (en dat weet hun schoonmoeder ook).
Verdoe geen kostbare tijd met praten over geld: u spreekt Russisch tegen een Chinees.
De overheid en geld
Natuurlijk speelt geld wel een belangrijke rol bij de overheid. Alleen niet op de manier zoals u het kent. Kunt u zich als eigenaar van een bedrijf voorstellen dat u vier handtekeningen en gemiddeld zes weken nodig heeft om iets eenvoudigs te regelen? Bij de overheid gaat het niet anders dan zo.
12 De
overheid als klant
Geld van de overheid is altijd belastinggeld, geld van iedereen dus. Dat geld mag niet zomaar worden uitgegeven. Om te voorkomen dat belastinggeld wordt verspild, zijn er strenge regels voor de financiële huishouding van de gemeente. En heel veel procedures. Anders dan bij de meeste bedrijven, waarbij projectmanagers werkbudget krijgen dat zij naar eigen inzicht mogen besteden, ligt bij de overheid de bevoegdheid om geld uit te geven nooit (alleen) bij degene die inhoudelijk verantwoordelijk is voor een dossier. U heeft alleen al daarom altijd te maken met meerdere mensen als u zaken wilt doen met de overheid. Overheden werken met begrotingen, die jaarlijks worden vastgesteld. In die begroting zijn de plannen van de gemeente en de te verwachten activiteiten met de bijbehorende kosten opgenomen. Is die begroting eenmaal vastgesteld, dan mag daar in principe niet meer van worden afgeweken. Ambtenaren moeten dus altijd zorgen dat hun activiteiten binnen dat budget blijven. Vergist u zich niet: met een aanbod om kosten te besparen op een project dat al in de goedgekeurde begroting is opgenomen, helpt u een ambtenaar niet. Sterker nog: u brengt hem juist in de problemen. Niet opgemaakt budget moet namelijk worden verantwoord en kan bovendien niet zomaar worden overgeboekt naar een andere post in de begroting. Er ontstaat dus een serieus probleem als u ineens met een onvoorziene besparing komt.
Help een ambtenaar niet in de problemen met onvoorziene besparingen. Hoe komt de gemeente aan geld?
De gemeente haalt het belangrijkste deel van haar inkomsten uit het Gemeentefonds. Dat is een fonds waarin het Rijk jaarlijks een deel van de belastingopbrengsten stort en dat naar rato van het aantal inwoners en de lokale omstandigheden onder gemeenten wordt verdeeld. De gemeente mag geld dat zij uit het Gemeentefonds haalt, naar eigen inzicht besteden. Maar er zijn ook specifieke uitkeringen die de gemeente vanuit het Rijk of de Provincie ontvangt. Dat geld mag uitsluitend aan vooraf vastgelegde doelen worden besteed. Datzelfde geldt voor de meeste gemeentelijke belastingen. Alleen de opbrengsten uit de algemene belastingen zoals de Onroerende Zaak
De
overheid als klant
13
Belasting (OZB) komen in de algemene middelen van de gemeente terecht. De opbrengsten uit de verschillende bestemmingsheffingen, zoals de afvalstoffenheffing, mogen alleen worden uitgegeven aan doelen met een duidelijk algemeen belang en leges die u betaalt voor individuele diensten mogen niet hoger zijn dan de kosten ervan. Geld is dus niet ‘gewoon geld’ bij de overheid. De eigenschappen die u als ondernemer aan geld toedicht, zijn voor een ambtenaar alles behalve vanzelfsprekend. Geld bij bedrijven is flexibel inzetbaar en kan bovendien snel worden vrijgemaakt als er een goede kans voorbij komt. Ondernemers leven van die eigenschap van geld, maar bij de overheid is precies die dynamiek ondenkbaar. Geld bij de overheid is statisch, zo goed als onaantastbaar en bovendien een middel om beleid te realiseren, geen doel op zich. U kunt er maar beter aan wennen: een ambtenaar wordt niet warm of koud van financieel voor- of nadeel. Tenminste, niet zolang de beleidsdoelstelling die hij moet halen er niet door in gevaar komt. U kunt dus stoppen met ambtenaren voorrekenen hoeveel geld ze kunnen besparen; ze zijn er simpelweg niet mee bezig. Wist u dat... Zelfs de salarissen van burgemeesters en wethouders zijn vastgelegd in beleid? Dit verdienen ze bruto per maand:
Min. salaris
Max. salaris
Min. Max. onkosten onkosten
Burgemeester 5.747, 72 10.325,86 661,43 Wethouder 4.380,72 9.098,26 264,89
712,21 614,45
Bron: R egeling rechtspositie burgemeesters, Regeling rechtspositie wethouders
De overheid en het algemeen belang
Een belangrijk gevolg van het gegeven dat de overheid belastinggeld uitgeeft, is dat zij dat niet zomaar mag doen. De overheid is er immers voor iedereen en daarom moet zij altijd het algemeen belang dienen. Zonder algemeen belang wordt er simpelweg geen cent uitgegeven. Het is dus zaak dat u goed op de hoogte bent van het algemeen belang. Want waar algemeen belang is, is geld en waar geld is, wilt u
14 De
overheid als klant
ook zijn. Het slechte nieuws is, dat niemand weet wat het algemeen belang is. Iedereen doet eigenlijk maar wat. Dat hoort nou eenmaal bij democratie als staatsvorm. Je kunt niet iedereen tevreden stellen en dus doe je als volksvertegenwoordiger maar zo’n beetje wat je denkt dat de meerderheid belangrijk vindt. Dat gaat - laten we eerlijk zijn - vaker fout dan goed en daarom zijn er met enige regelmaat verkiezingen. Dan mag iedereen weer echt wat vinden. Tot die tijd is het dus gokken voor volksvertegenwoordigers wat het algemeen belang is. Voor sommige onderwerpen is dat niet zo moeilijk: het bestrijden van misdaad, het voorkomen van armoede en het in algemene zin leefbaar houden van de woon- en werkomgeving van burgers zijn zonder meer in het algemeen belang, daar zal geen politicus wakker van liggen. Ingewikkelder wordt het, als onduidelijk is wat de meerderheid vindt over een bepaald onderwerp. En voor een beetje politicus is eigenlijk nog belangrijker dan wat de meerderheid vindt, wie dat vindt. Politici leven nou eenmaal van verkiezingen. Verkeerd gokken op een onderwerp van algemeen belang, kan een politicus zijn baan kosten. Als het echt ingewikkeld wordt, is het dus scoren of het veld ruimen voor politici. En zoals dat gaat met onderwerpen waar niemand zijn vingers aan wil branden: ze worden politiek gemaakt. Dat heeft twee belangrijke gevolgen. In de eerste plaats kan de invulling van wat het algemeen belang is, om de zo veel jaar veranderen. In de tweede plaats worden de echt pijnlijke afwegingen vaak doorgeschoven naar lagere overheden omdat die zo ‘lekker dicht bij hun bevolking staan’. Onder het mom van ‘democratie’ worden problemen vakkundig van Den Haag doorgeschoven naar gemeenten. Winkeltijdenwet
Een goed voorbeeld biedt de jarenlange discussie over herziening van de Winkeltijdenwet. Voorstanders van meer koopzondagen wilden dat de keuze van winkeliers om ook op zondag open te gaan, werd overgelaten aan ondernemers zelf. Tegenstanders hielden vast aan het verbod zoals dat in de wet stond. Omdat de winkeliers onderling verdeeld waren, heeft de Tweede Kamer uiteindelijk besloten dat de vraag of ruimere winkeltijden in het algemeen belang zijn, het best lokaal kan worden beantwoord. In de ene gemeente weegt de zondagsrust zwaarder dan de ondernemerslust,
De
overheid als klant
15
in de andere gemeente is het precies andersom. Het lot van winkeliers is daarmee in handen gelegd van het lokale gemeentebestuur. De politieke samenstelling van een gemeente bepaalt dus de couleur locale van het algemeen belang. Het nadeel is dat er verschillen ontstaan tussen gemeenten. Het voordeel is dat ondernemers lokaal kunnen lobbyen voor hun wensen, dat is in de regel makkelijker dan op landelijk niveau. Wie er als ondernemer een gewoonte van maakt om moeilijke beslissingen voor zich uit te schuiven, tekent zijn eigen doodvonnis. Een politicus overleeft juist op die kunst. Het verschil zit in de belangen: ondernemers dienen hun eigen belang en dat belang is duidelijk. Politici dienen het algemeen belang en dat belang is vaag. Laat u zich geen rad voor ogen draaien: het eigen belang van politici is onlosmakelijk verbonden aan het algemeen belang: daarop worden zij namelijk gekozen. Het is dus niet zo dat volksvertegenwoordigers zó heilig zijn dat zij het algemeen belang in de plaats van hun eigen belang stellen. Integendeel: het algemene belang is hun eigen belang: de continuïteit van hun loopbaan is eraan verbonden. Iedereen die bij de overheid werkt, wordt afgerekend op het dienen van het algemeen belang. Ambtenaren door hun leidinggevenden, wethouders door de gemeenteraad en alle politici uiteindelijk door de kiezers. Maar hoe toon je aan dat je het algemeen belang hebt gediend? Ondernemers hebben jaarstukken die voor zichzelf spreken, maar bij de overheid zeggen de jaarcijfers eigenlijk niets over de inhoud: het gaat immers niet om geld. De enige manier om te kunnen meten of de overheid het een beetje leuk heeft gedaan, is dus door op te schrijven wat wordt verstaan onder het algemeen belang en hoe dat belang gediend gaat worden. Alleen dan kun je achteraf zeggen dat je het algemeen belang hebt gediend. Welkom in de wereld van de Coalitieakkoorden, Beleidsnota’s, Raadsbesluiten, Economische Ordeningsmemo’s. Welkom in de kooi van de Papieren Tijger. Beleid
Wat een (financiële) target is in het bedrijfsleven, is een beleidsdoelstelling bij de overheid. Om de prestaties van de overheid te kunnen meten, wordt daarom veel tijd en energie gestoken in het opschrijven van beleid. De beruchte stapels papier die worden gevuld met beleidsdoelstellingen, dienen een paar doelen.
16 De
overheid als klant
In de eerste plaats maken zij voor de overheid zelf duidelijk wat de bedoeling is. De koers van de overheid wordt immers bepaald door de bestuurders, terwijl het de ambtenaren zijn die die koers moeten uitvoeren. Omdat de één verantwoordelijk is voor de ander, is het wel zo handig als er een duidelijk draaiboek klaarligt waarop kan worden teruggevallen. Papieren beleid is om die reden zo belangrijk voor een ambtenaar: als u iets wilt wat hij niet kan terugvinden in zijn beleidsnota, houdt het gesprek al snel op. In de tweede plaats is de overheid verplicht openbaarheid van zaken te geven aan diegenen die haar betalen en kiezen. Beleid moet dus zo worden opgeschreven en gepubliceerd dat iedereen er kennis van kan nemen. En omdat politici worden afgerekend op hun daden aan de hand van dat beleid, duurt het eindeloos voordat er overeenstemming is over wat er moet staan en vooral ook hoe het er moet staan. Geschreven beleid maakt de prestaties van de overheid meetbaar. In verkiezingstijd wordt daarom zo veel verwezen naar collegeakkoorden en andere documenten: alleen op grond van die stukken is aan te tonen dat politici hun belofte aan de kiezer hebben gehouden of gebroken. Kijk voor collegeakkoorden en ander beleid op www.deoverheidalsklant.nl De structuur van de overheid
De overheid is van iedereen, voor iedereen. Datzelfde geldt voor de politiek. En toch zijn ‘de overheid’ en ‘de politiek’ de meest beschimpte figuur op netwerkborrels en verjaardagen. Ergens doen we dus iets niet goed met z’n allen. Maar ‘de overheid’ is eigenlijk niks, niet meer dan een verzamelnaam voor een heleboel instanties en mensen die er werken. De ‘politiek’ bestaat niet en lang niet iedereen die bij de overheid werkt, is ambtenaar. Als u wilt klagen over de overheid (en u bent ondernemer, dus dat wilt u hoogstwaarschijnlijk) is het handig om te weten over wie u het heeft. We beginnen daarom even bij het begin.
De
overheid als klant
17
Er waren eens een paar Grieken. Die woonden bij elkaar en leefden met elkaar en dat ging prima. Iedereen deed waar hij zin in had en als dat tot ruzie leidde, stak de één de ander dood en dat was dan dat. Maar zoals dat gaat in zo’n hechte gemeenschap, op een gegeven moment werd het wel érg gezellig en werden er te veel kinderen geboren. De groep werd te groot en dat gaf allerlei gedoe. Op een dag kwamen alle Grieken bij elkaar op het plein. Ze bedachten dat het eigenlijk handiger was als een paar van de slimsten onder hen zouden bepalen wat er moest gebeuren als er weer eens ruzie was. En ook wat er moest gebeuren om de boel een beetje leefbaar te houden. De groep koos een paar slimme Grieken en gaf ze de opdracht om de belangrijkste zaken te regelen. Dat waren de eerste volksvertegenwoordigers; Athene was de allereerste (en enige echte) democratie op aarde.
Waar de Grieken één keer per week op het plein bij elkaar kwamen om te kijken of het allemaal nog een beetje naar wens verliep, is onze democratie inmiddels zo ver gegroeid dat van echte ‘democratie’ geen sprake meer is. Dat kan simpelweg niet (of had u zin om elke maandagavond samen met de rest van Nederland mee te praten over het onderhoud van plantsoenen?). Wij moeten het dus doen met een systeem dat verder van ons afstaat dan hoe het ooit begon in Athene. Maar het idee is nog steeds hetzelfde: één keer in de zo veel tijd kiest u een slimme en die gaat de boel dan namens u regelen. U geeft die slimme zo veel vertrouwen dat hij zelfs mag bepalen hoeveel u moet betalen voor alles wat hij bedenkt. Het is dus wel zaak dat u een beetje blijft opletten, anders bent u dief van uw eigen portemonnee. Het verschijnsel dat u iemand kiest, en dat degene die u kiest doet wat u vraagt (als het een beetje meezit tenminste), heet politiek. Politici zijn dus die mensen die u en de rest van Nederland de slimsten vonden. Zij dragen politieke verantwoordelijkheid. Dat wil zeggen dat zij verantwoording aan u en de rest van Nederland moeten afleggen over wat ze hebben gedaan. Daarna mag u bij de verkiezingen weer zeggen of u nog een keer deze wil, of toch maar liever een écht slimme.
18 De
overheid als klant
Kennelijk is het zó ingewikkeld om te bepalen wat er nou precies moet gebeuren, dat politici geen tijd over hebben om ook nog wat te doen. Daarom hebben zij ondersteuning van een legioen ambtenaren en andere werknemers. Ambtenaren worden niet gekozen, maar benoemd. En omdat ze niet door u gekozen worden, hoeven ze ook geen verantwoording aan u af te leggen. Ze zijn er om uit te voeren wat politici bedenken. En omdat zij het zelf niet bedenken, kunnen ze ook niet zo maar ontslagen worden. De structuur van elk overheidsorgaan werkt altijd volgens dezelfde verdeling: het bestuur - de politieke leiding - bedenkt namens u wat er moet gebeuren en de ambtenaren voeren dat uit. Gaat er iets mis, dan is de politieke leiding u - direct of indirect - verantwoording schuldig. Omdat ambtenaren alleen maar uitvoeren wat degene die u zo nodig moest kiezen heeft bedacht, zijn ze door u niet aan te spreken. En omdat u zelf niet elke maandagavond tijd heeft om te controleren of het in de vier jaar dat zo’n stel slimmerds aan het roer staat allemaal een beetje loopt zoals de bedoeling is, zijn er controlerende organen. Het gemeentebestuur legt bijvoorbeeld verantwoording af aan de gemeenteraad. Gemeenteraadsleden en wethouders zijn de slimmerds die u gekozen heeft, het zijn dus geen ambtenaren. De overheid en “de Baas”
U bent als ondernemer gewend om uw tijd niet te verdoen. Daarom praat u bij voorkeur niet met mensen die niet kunnen beslissen. Vermoedelijk investeert u wel in contacten met wethouders en burgemeesters, maar loopt u met een grote boog om ambtenaren heen. U bent gewend om u te omringen met gelijkgestemden en met mensen die op hetzelfde niveau in de organisatie zitten als u. Aan de top dus. Waarom zou u uw tijd verdoen met mensen die geen beslissingen kunnen nemen als u net zo goed meteen met hun baas kunt praten? Het antwoord is even onthutsend als simpel: bij de overheid is niemand de baas. De overheid werkt altijd met drie lagen. Laag één bedenkt de regels (wetgevende macht), laag twee voert de regels uit (uitvoerende macht) en laag drie controleert of het allemaal goed gaat en beslist over geschillen (rechtsprekende macht). Het hele principe is erop gebaseerd te voorkomen dat er te veel macht bij één persoon of instantie komt te liggen. Het systeem is expres zó ingericht, dat nie-
De
overheid als klant
19
mand zelfstandig een deuk in een pakje boter kan slaan. Stop dus maar met zoeken: uw evenbeeld bij de overheid bestaat niet.
Bij de overheid is niemand “de Baas”.
Wie doet wat
Een keer in de vier jaar worden er gemeenteraadsverkiezingen gehouden. U kiest dan iemand die namens u gaat zorgen dat de gemeente doet wat u wilt. (Althans, dat hoopt u.) De kandidaten die met de meeste stemmen worden gekozen, komen in de gemeenteraad. Het gemeenteraadslidmaatschap staat in principe open voor iedereen die 18 jaar of ouder is. Mocht u de ambitie hebben om zelf aan het roer te gaan staan en gemeenteraadslid te worden, zorgt u dan dat u veel tijd over heeft; het baantje kost gemiddeld 30 uur per werk. Voor het geld hoeft u het niet te doen: raadsleden krijgen een treurige vergoeding voor hun noeste arbeid. Daarom zijn bijna alle raadsleden in het dagelijks leven gewone werknemer of ondernemer, die het raadslidmaatschap er dus als ‘hobby’ bij doen. Wist u dat... Gemeenteraadsleden alleen een vergoeding krijgen voor hun werkzaamheden? Dit “verdienen” ze bruto per maand: Min. Max. Min. Max. vergoeding vergoeding onkosten onkosten 228,01
2.138,33
41,51
236,48
Bron: www.rijksoverheid.nl
De gemeenteraad bepaalt vervolgens onder leiding van de burgemeester als voorzitter, wie de wethouders worden. Dat kunnen de kandidaten zijn die in de gemeenteraad zijn gekozen, of externen. De raad benoemt de wethouders. Wordt een raadslid wethouder, dan verliest hij zijn raadslidmaatschap. Een partijgenoot treedt dan in zijn plaats toe tot de raad. Als u stemt voor de gemeenteraadsverkiezingen, is het dus niet gezegd dat degene die u kiest, ook daadwerkelijk als raadslid aan de slag gaat. Binnen de gemeenteraad telt elke stem even zwaar. Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Hoeveel leden de gemeente-
20 De
overheid als klant
raad telt, is afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente. De wethouders en de burgemeester vormen vervolgens het college van burgemeester en wethouders (B&W), waarvan de burgemeester ook voorzitter is. Het college van B&W is te vergelijken met een dagelijks bestuur en in die hoedanigheid als eerste verantwoordelijk voor de financiën. Sommige besluiten neemt het college als geheel, andere bij meerderheid van stemmen. Binnen het college van B&W telt de stem van de burgemeester dubbel als de stemmen staken. Ook het aantal wethouders is afhankelijk van de omvang van de gemeente. Als de personele bezetting van de gemeenteraad en het college van B&W bekend is, worden de portefeuilles en taken verdeeld. De gemeenteraad stelt de algemene beleidskaders op en de (meerjaren) begroting. Het college van B&W stelt een collegeakkoord op, waarin de doelstellingen nader en concreter worden uitgewerkt. Vervolgens gaan de verschillende beleidsafdelingen het collegeakkoord nader uitwerken in memo’s, beleidsnoties, structuurvisies en meer van dat soort documenten. De stapels papier worden steeds groter, maar waar het voor een gewone sterveling een steeds onoverzichtelijker oerwoud wordt, is het voor iedereen die binnen de gemeente werkt juist steeds duidelijker wat er wel en niet kan en moet gebeuren. Veel van het beleid wordt in samenspraak met betrokken partijen opgesteld. Ondernemers zijn een belangrijke partner voor de overheid als het aankomt op het uitvoeren van beleid. Daarom worden ondernemers steeds vaker vroeg betrokken bij de totstandkoming ervan. Als ondernemers zelf hebben meegeschreven aan het beleid, is het draagvlak immers groter. U kunt daar geen zin in hebben, want het is een bloedstollend trage zaak, maar als er eenmaal beleid is, geldt dat voor de volgende vier jaar. Bent u dus in staat om beleid zo geformuleerd te krijgen dat uw bedrijf er niet door wordt bedreigd, of dat het u zelfs kansen biedt, dan is de investering in tijd en potloodkluiven die zo’n traject van u vraagt, soms behoorlijk de moeite waard. (Zie deel 3.)
De papieren tijger is uw beste vriend.
Het college van B&W moet verantwoording afleggen aan de Raad, maar de Raad kan het college niet dwingen tot het nemen van (ande-
De
overheid als klant
21
re) besluiten. Daarom bestaat er een vertrouwensregel tussen de Raad en het college: verliest een wethouder het vertrouwen van de Raad, dan wordt hij naar huis gestuurd. Anders dan wethouders, wordt de burgemeester niet door de raad benoemd, maar door de Kroon (op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en bij Koninklijk Besluit). De burgemeester kan daarom niet door de Raad worden ontslagen, maar alleen door de Kroon: de koning en de ministers. Als er een vacature voor een burgemeester ontstaat, volgt een uitgebreide sollicitatieprocedure. Mocht u belangstelling hebben voor de baan van burgervader, kijkt u dan eens in de Staatscourant. Daar worden alle vacatures voor burgemeesters gepubliceerd. Op www.burgemeesters.nl vindt u het aanbod van opleidingen die u klaar kunnen stomen tot burgemeester. Blijft u liever ondernemer en wilt u de overheid liever voor u laten werken in plaats van erin op te gaan, leest u dan vooral verder. Er is namelijk meer dan alleen de theorie.
22 De
overheid als klant