Inhoudsopgave Inleiding
3
Hoofdstuk 1: Wij willen een groene gemeente
4
Ecologische duurzaamheid 1. Klimaat- en energiebeleid dat het verschil maakt 2. Milieuvriendelijke mobiliteit: prioriteit aan fiets en OV 3. Behoud en versterk de groene ruimte 4. Een schone gemeente 5. Afval scheiden loont 6. Naar een duurzaam waterbeheer 7. Werk maken van dierenwelzijn
4 4 6 8 10 10 11 12
Hoofdstuk 2: Wij willen een sociale gemeente
14
Sociaal en solidair 1. Economie: stimuleer ondernemerschap en innovatie 2. Sociaal beleid: meedoen mogelijk maken 3. Wijkvoorzieningen 4. Jeugdbeleid: kiezen voor jongeren 5. Onderwijs: centrum voor brede ontplooiing 6. Wonen: een huis voor iedereen 7. Sport: Huizen in beweging 8. Kunst en cultuur horen erbij 9. Veiligheid: preventie voor repressie 10. Internationale solidariteit: denk mondiaal, handel lokaal
14 14 16 18 19 20 23 24 25 27 29
Hoofdstuk 3: Wij willen een open gemeente
31
Open en pluriform 1. Diversiteit en emancipatie: verschil mag er zijn, uitsluiting niet
31 31
Hoofdstuk 4: Wij willen een democratische gemeente
33
Democratisch 1. Democratische participatie: betrokken burgers
33 33
Financiën: Investeren en kosten beheersen
35
Ten slotte: de herindeling
35
2
Inleiding Een levendig dorp aan het water wil Huizen zijn. Een gemeente waar iedereen prettig kan wonen, een gemeente met passende werkgelegenheid, een gemeente omgeven door veel bos en hei. Een gemeente met een kloppend hart: meer winkels in het Oude Dorp, een gezellig Oude Raadhuisplein met terrassen en een markt op zaterdag. Een gemeente met snelle dienstverlening aan burgers en bedrijven. Een gemeente die veilig is. GroenLinks kiest voor die toekomst. Maar wij maken daarbij duidelijke keuzes, want we willen een toekomst voor iedereen en bovendien rekening houden met toekomstige generaties. Iedereen doet mee We willen dat iedereen kan meedoen in dit levendige dorp. Door goed onderwijs, betaald werk of vrijwilligerswerk. Daarom kiest GroenLinks voor een actief economisch en sociaal beleid. Daarom kiest GroenLinks ook voor de bouw van meer betaalbare woningen voor jongeren en voor ouderen die zorg nodig hebben. We schrijven mensen niet af, we pakken armoede actief aan en we bieden kwetsbare burgers weer perspectief. Toekomstige generaties tellen mee We willen een schone woonomgeving: snelle verwijdering van zwerfvuil en graffiti. Tegelijk willen we die leefomgeving gezond houden voor toekomstige generaties. Met ecologisch beheer van parken, bermen en oevers – dus weg met de gifspuit! Met bescherming van het landschap, met goed beheer en de aanpak van de ‘verrommeling’ in natuurgebieden. Als het aan GroenLinks ligt, koopt de gemeente voortaan al haar producten en diensten duurzaam in en staan de gemeentelijke gelden op een groene bank. Kiezen voor de toekomst betekent ook kiezen voor een ambitieus klimaatbeleid: energiebesparing, duurzame energie en duurzame mobiliteit – Huizen klimaatneutraal in 2030! Politiek is keuzes maken Een stem op GroenLinks = kiezen voor meer ambitie, want we nemen geen genoegen met het bestaande. Een stem op GroenLinks = écht kiezen voor: • een groene gemeente, • een sociale gemeente, • een open gemeente, • een democratische gemeente. Het verkiezingsprogramma Groen Werkt bevat onze visie op deze thema’s en concrete programmapunten. Ter illustratie in kadertjes: de successen van GroenLinks. Want Groen werkt ook in de praktijk. Gerrit Pas, lijsttrekker voor GroenLinks op 3 maart 2010
3
Hoofdstuk 1: Wij willen een groene gemeente Groen is een mooiere kleur in onze omgeving dan het grijs van asfalt en beton. Het is prettig wonen als de parken en speelplaatsen in Huizen goed onderhouden zijn en als we kunnen ontspannen in de mooie natuur in ‘t Gooi. Rust, lekker en gezond eten, fijn wonen en schone lucht horen bij het goede leven. Groen maakt gelukkig!
Ecologische duurzaamheid Groen is een waarde waar we in ons eigen leven allemaal het belang van inzien. Daarom staat GroenLinks voor ecologische duurzaamheid. Dat betekent dat we het milieu zo min mogelijk willen belasten, zuinig omgaan met de beschikbare natuurlijke hulpbronnen en dierenwelzijn belangrijk vinden. Ook zijn we zuinig op de groene ruimte en willen we het landschap niet volbouwen. Daar hebben wij nu profijt van, maar ook toekomstige generaties. Als er niets verandert, zullen zij te maken krijgen met de gevolgen van klimaatverandering en een verslechterde leefomgeving. Om die redenen kiest GroenLinks vóór een ambitieus klimaatbeleid, vóór openbaar vervoer en fiets, voor milieuvriendelijke bedrijvigheid en voor compact bouwen binnen de bebouwde kom. Door slim beleid en innovatieve maatregelen kan de economie duurzaam groeien. De gemeente kan daar op verschillende manieren aan bijdragen. Vooral door zelf initiatieven te nemen en samen met inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven te werken aan een duurzame ontwikkeling. Want Huizen kan zoveel groener!
1. Klimaat- en energiebeleid dat het verschil maakt De toenemende energievraag, de eindigheid van de voorraden fossiele brandstoffen, de stijgende energieprijzen en de wereldwijde klimaatcrisis vragen om een ander energiebeleid. Meer ambitie van de politiek is hiervoor nodig. Niet alleen van het kabinet, ook van gemeenten. En vooral maatregelen die écht het verschil maken. Een aantal gemeenten heeft daarom de afgelopen jaren een duidelijk ambitie geformuleerd. Zij willen in 2030 ‘klimaatneutraal’ zijn en streven naar een zo laag mogelijk energieverbruik, gebruik van duurzame energiebronnen en een zo gering mogelijke uitstoot van broeikasgassen. GroenLinks wil dat ook Huizen in 2030 klimaatneutraal is. Een dergelijke ambitie kan de gemeente alleen sámen met burgers, instellingen en ondernemers realiseren. De komende vier jaar zetten we de eerste stappen naar dat doel, met een breed scala aan concrete maatregelen. Programmapunten: •
Met woningcorporaties maakt de gemeente scherpe energieprestatieafspraken over: Energiebesparende maatregelen en duurzame energieopwekking in de bestaande (vooral oudere) woningen. Dat is in het belang van het milieu én een lage energierekening bespaart huurders een hoop geld.
4
•
•
•
•
• • •
•
Voorlichting aan huurders over het eenvoudig besparen van water en energie. Eigenaren van woningen en bedrijfsgebouwen kunnen van de gemeente een duurzaamheidslening tegen een lage rente krijgen voor milieuvriendelijke maatregelen (bijvoorbeeld isolerende beglazing, vegetatiedak, zonnepanelen, warmte/koudeopslag, kleine windturbine). Nieuwbouw- en renovatieprojecten (Lucent-terrein, Kostmand, appartementen langs Huizermaatweg, Oude Haven, Hoofdwinkelcentrum, Zeeheldenbuurt) worden voorbeelden van duurzaam bouwen: extreem energiezuinig én tegelijk voldoen ze aan alle eisen op gebied van woonkwaliteit, zoals comfort, gezondheid, veiligheid, betaalbaarheid, toegankelijkheid en levensloopbestendigheid. De gemeente maakt actief werk van energiebesparing bij bedrijven, door voorlichting, handhaving en financiële prikkels: Ondernemers kunnen met vragen over energiebesparing, duurzame energie en duurzaam ondernemen terecht bij het Ondernemersloket van de gemeente. De gemeente ziet toe op de naleving van afgegeven milieuvergunningen, de energieprestaties van nieuwe gebouwen, en ook op de wettelijke regel dat bedrijven alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van minder dan vijf jaar móeten nemen. Bedrijven krijgen wagenparkscans en energiescans aangeboden. Het bedrijventerrein ‘t Plaveen wordt duurzaam ingericht: op termijn energieneutraal van opzet. De gemeente stelt daarvoor samen met de ondernemers een duurzaamheidskwaliteitsplan op: als bedrijven aan alle criteria voldoen, krijgen ze korting op de grondprijs bij aankoop van gemeentelijke grond. De gemeente geeft zelf het goede voorbeeld als het gaat om energiebesparing en toepassing van duurzame energie: de eigen organisatie moet al in 2015 energieneutraal zijn. Op gemeentelijke installaties en gebouwen (gemeentehuis, scholen, sporthallen, zwembad, buurthuizen) komen zonnepanelen en kleine windturbines. Voor eigen gebruik koopt de gemeente alleen groene stroom in. De straatverlichting wordt zuiniger met LED-verlichting en de gemeente gebruikt schone en zuinige auto’s. Onderzocht wordt of de waterzuiveringsinstallatie nabij de Oude Haven kan worden gebruikt voor opwekking van duurzame energie ten behoeve van de woningen en bedrijven in de directe omgeving. De gemeentelijke website geeft voorlichting over energiebesparing in woningen: een advies op maat (www.bespaardaar.nl of www.energiebesparingsverkenner.nl). Er komt een gemeentelijk Meldpunt Lichthinder, waar bewoners kunnen aangeven waar het te licht en te donker is. Zo krijgt de gemeente zicht op waar licht uit kan, waar voldoende duisternis is en waar eventueel extra verlichting moet komen. Een gemeentelijk lichtplan, brengt veiligheid door verlichting, energiebesparing en lichthinder met elkaar in evenwicht. De gemeente doet mee aan de jaarlijkse Nacht van de Nacht. Een eigen Groen Goois Energie Bedrijf. In navolging van andere gemeenten en regio’s neemt de gemeente in gewestverband het initiatief voor een onderzoek naar een eigen, kleinschalig duurzaam energiebedrijf (bijv. energieopwekking door vergisting van organisch afval). Zo’n GGEB vermindert de afhankelijkheid van de grote, grijze jongens.
Concrete doelen Begin 2008 hebben de bouworganisatie en het ministerie van VROM het zogenoemde Lenteakkoord getekend: in 2015 moet het energieverbruik 50 procent lager zijn en in 2020 zelfs energieneutraal. Dit, door de inzet van bewezen technieken en zon gerelateerde bouw. In oktober 2008 is het Convenant Energiebesparing Corporatiesector afgesproken, waarin scherpe ambities zijn opgenomen. Al deze afspraken moeten lokaal worden waargemaakt. In de gemeenteraad heeft GroenLinks zich de afgelopen periode met succes ingezet voor een ambitieuzer klimaatbeleid. Een CDA/GroenLinks-motie zorgde voor aanscherping van het collegebeleid en extra geld. Als het huidige klimaatprogramma in 2012 afloopt, dient echter een concrete langetermijndoelstelling geformuleerd te worden.
5
2. Milieuvriendelijke mobiliteit: prioriteit aan fiets en OV Met de verdere verstedelijking van Almere, Amersfoort en ’t Gooi (o.a. bebouwing Blaricummermeent) zal ook het autoverkeer toenemen. De groei van de mobiliteit lijkt een nauwelijks te keren autonome ontwikkeling. GroenLinks realiseert zich dat zonder de auto onze maatschappij niet meer kan functioneren en dat er voor noodzakelijk autogebruik altijd ruimte moet blijven. Tegelijk worden de nadelen van het toenemende autogebruik steeds duidelijker zichtbaar. Binnen de bebouwde kom (vooral in het Oude Dorp) leidt het sluipverkeer tot veel overlast en onveilige situaties, met name voor kinderen en ouderen. Bovendien lijkt hier de grens van de beschikbare parkeerruimte bereikt. Door de groei van het autoverkeer en de opkomst van zwaardere auto’s zal dit alleen nog maar toenemen. Buiten de bebouwde kom slibt ’t Gooi dicht steeds meer dicht. Dat is slecht voor de bereikbaarheid van scholen en bedrijven. Minder zichtbaar is de uitstoot van CO2, de belangrijkste veroorzaker van het broeikasteffect: de klimaatcrisis is nadelig voor iedereen. GroenLinks ziet in nieuwe wegen (bijvoorbeeld de aanleg van de Randweg-west) niet de oplossing voor het bereikbaarheidsprobleem. Op lange termijn lokt het nieuwe verkeersstromen uit. Op korte termijn is het ook geen oplossing voor de niet-autogebruikers (zoals scholieren), voor de overlast en aantasting van de leefbaarheid. We weten bovendien dat het grootste deel van de verreden autokilometers bestaat uit kleine ritjes. In Huizen zijn de afstanden naar scholen en winkels zo kort dat de meeste mensen hiervoor niet per se de auto hoeven te gebruiken. Met de fiets of te voet kan het ook, vaak zelfs sneller. De oplossing ligt daarom in het selectiever kiezen van het juiste vervoermiddel per bestemming en in het gebruik van andere vervoermiddelen dan de auto voor woon-werkverkeer en voor winkel- en recreatief verkeer. Die keuzes worden door individuele burgers gemaakt, maar de gemeente kan milieubewuste mobiliteit wel stimuleren. Daarom is GroenLinks voor een meersporenaanpak. Programmapunten: •
Het fietsgebruik wordt bevorderd: Het hoofdwinkelcentrum, óók het Oude Raadhuisplein, blijft bereikbaar voor de fiets. Het aantal stallingmogelijkheden in het centrum van het Oude Dorp wordt fors uitgebreid; daarbij wordt ook rekening gehouden met bakfietsen. Tegelijk bevorderen we dat werknemers van grote winkels hun fiets niet nabij de werkplek stallen (AH, HEMA). Fietspaden in slechte staat van onderhoud worden opgeknapt. Kinderen en ouders worden gestimuleerd per fiets of te voet naar school gaan. Stoplichten worden fietsvriendelijk afgestemd, zodat de wachttijd wordt verkort. Er komt een meldpunt ‘Ruim baan voor de fiets’, waar inwoners suggesties en knelpunten kunnen melden. Ieder jaar in de gemeenteraad: een evaluatie van het verkeer.
Meer fietsenstallingen
Veilig lopend of met de fiets naar school!
Al jaren pleit GroenLinks in de gemeenteraad voor meer stallingsmogelijkheden voor fietsen, met name in het hoofdwinkelcentrum. Bij het in november 2009 gepresenteerde voorstel voor de herinrichting van het Oude Raadhuisplein (met fietsenstalling bij de Oude Kerk) hebben we aangedrongen op een fietsenstalling aan de oostkant (omgeving Hema): een paar autoparkeerplaatsen inruilen voor de fiets.
In september 2008 heeft de GroenLinks-fractie al een plan hiervoor gepresenteerd: In vijf stappen naar meer veiligheid rond de school. Kern: de gemeente maakt samen met elke school een plan voor het verbeteren van de verkeersveiligheid rond de school, met verkeerstechnische maatregelen en gedragsregels voor de ouders.
6
•
De gemeente zet zich in voor aantrekkelijk openbaar vervoer in Huizen en de regio: Hoogwaardig openbaar vervoer: frequent busvervoer langs zoveel mogelijk haltes , met goede aansluiting op andere buslijnen en trein. Een bushalte op hooguit 300 meter van iedere woning en voorziening (zorginstelling, woonvoorziening voor ouderen, school, ziekenhuis Tergooi). Het HOV-voorstel van de Provincie en een aantal Gooise colleges moet van tafel: geen aparte vrij liggende busbaan langs de Huizermaatweg! Overdekte bushaltes met reizigerinformatievoorziening. Bij bushaltes overdekte stalling voor fietsen, eventueel fietskluizen. Bij het busstation: fietskluizen en automatische OV-fietskluizen. Terugkeer van buslijn 135, de snelste busverbinding tussen Huizen en Hilversum via Tergooi, NS-station Bussum-Zuid en het Mediapark. En: terugkeer van lijn 297 naar de Uithof (Utrecht). Tijdig een jaarlijkse evaluatie van het openbaar vervoer in de gemeenteraad. De gemeente gebruikt deze informatie om bij provincie en busbedrijf aan te dringen op verbeteringen in de dienstregeling. Op termijn: een railverbinding Utrecht – Almere, met halte bij Carpoolplaats en aansluitend openbaar vervoer.
Een NS-station voor Huizen
GroenLinks: inzet voor goede busverbindingen
Op initiatief van de Statenfractie in Utrecht heeft een groot aantal GroenLinks-afdelingen in december 2008 bij het kabinet aangedrongen op de aanleg van een spoorlijn Almere-Utrecht-Breda, langs de oostkant van de A27. GroenLinks Huizen vindt dat de verbreding van de A27 die op stapel staat, hiervoor moet worden benut. Dat is belangrijk gelet op de uitbreiding van Almere. Met een station ter hoogte van de Carpoolplaats (Blaricum) en tussen Laren en Eemnes wordt het Gooi aan de oostelijke zijde per spoor bereikbaar.
Huizen heeft, in tegenstelling tot Hilversum en Naarden-Bussum, geen verbinding per spoor met de rest van Nederland. Hierdoor zijn de inwoners van Huizen aangewezen op goede busverbindingen, met name met de NS-stations. Die waren er altijd al, maar sedert de openbare aanbesteding van het busvervoer in 2004 is de service stap voor stap verminderd. GroenLinks heeft de afgelopen jaren regelmatig busreizigers naar hun ervaringen gevraagd en op basis daarvan verbetervoorstellen voor de dienstregeling gedaan. Deze zijn door de gemeente ingebracht in het overleg met de Provincie Noord-Holland en de busvervoerder. Kernpunten: goede aansluitingen van bus en trein, terugkeer van lijn 135 en de busverbinding met de Uithof.
Plan voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer: onzalig voorstel In 2010 zal het openbaar vervoer in het Gooi voor de periode 2011-2019 opnieuw gegund worden aan de vervoersmaatschappij met een bod dat het voordeligst is qua prijs/kwaliteit-verhouding. De Provincie Noord-Holland heeft daartoe een Programma van Eisen geformuleerd. Hierin wordt al vooruitgelopen op een Hoogwaardig Openbaar Vervoerverbinding tussen Huizen en Hilversum. Het programma leidt tot een verdere achteruitgang van de kwaliteit: minder lijnen en minder haltes – de wijk Stad en Lande verliest haar busverbinding. GroenLinks vindt het in 2009 gepresenteerde HOV-plan van de Provincie en een aantal Gooise colleges geen verbetering van het openbaar vervoer. Volgens het plan moet in Huizen een rechte vrije busbaan het busstation verbinden met de A27 en vervallen de meeste bushaltes – zo moet tijdwinst worden geboekt en het openbaar vervoer aantrekkelijker worden. De GroenLinks-fractie heeft de voorspellingen over kortere reistijden en stijgende reizigersaantallen stevig bekritiseerd: - Er wordt geen rekening gehouden met de totale reisduur. De HOV-bus mag er dan straks korter over doen, maar de totale reisduur wordt langer omdat reizigers langer onderweg zijn naar de HOV-halte. Veel haltes vervallen immers; routes worden verlegd en lijnen opgeheven. - De HOV-bus gaat straks niet meer via het Arenapark in Hilversum. Huizer werknemers van bedrijven op het Arenapark of de vele scholieren van het ROC die nu 24 minuten onderweg zijn (gerekend van het busstation in Huizen, maar de meesten korter), moeten straks reizen via Hilversum NS en zijn dan langer onderweg in Huizen én in Hilversum. - De vrije busbaan (een zeven meter breed asfaltlint) tast de leefomgeving aan. Langs de Huizermaatweg in Huizen verdwijnen de meeste bomen en in Hilversum moet een acht meter hoog betonnen busviaduct in een woonbuurt komen. En dat alles voor 160 miljoen, waarvan 110 voor de aanleg in de bebouwde kom! Uitgaven waar geen voordelen tegenover staan. Onze forse kritiek (en de kritiek uit Hilversum) heeft ertoe geleid dat het plan nader wordt bestudeerd, maar het is nog niet van tafel.
7
Alternatief GroenLinks - Aanleg van een vrij liggende busbaan langs de A27: dan kan de bus vaart maken, zonder hinder door files (zo is tijdwinst te behalen – nu rijdt de bus op de vluchtstrook vaak niet harder dan 50-70 km en ontstaan er soms gevaarlijke situaties). Dat tracé kan ook geschikt worden gemaakt voor rails, als onderdeel van de verbinding richting Utrecht– Flevoland, met station nabij carpoolplaats Blaricum. - Geen aparte vrij liggende busbaan door de bebouwde kom van Huizen of Hilversum: dat bespaart een hoop bomen, overlast en geld. Het is ook niet nodig: binnen de bebouwde kom ondervindt de bus nu geen hinder. - De huidige lijn 100 in tact laten, die ' HOV-bus' wordt en over de gewone rijbaan door de Bijvank en via het Arenapark/ROC/Station-Sportpark naar Hilversum NS gaat. Hiervan maken veel scholieren gebruik. Voordeel: mensen behouden een bushalte in de buurt; hun reisduur wordt niet langer. En via de vrij liggende busbaan langs de A27 zijn ze straks korter onderweg. - Terugkeer van de eerder wegbezuinigde lijn 135: van Huizen via Sijsjesberg, Trappenberg, ziekenhuis, NS station Bussum-zuid, het mediapark naar NS station Hilversum (32 minuten).
•
De overlast van auto’s wordt beperkt: Het gebied rond het hoofdwinkelcentrum wordt zoveel mogelijk autovrij. In het Oude Dorp wordt doorgaand autoverkeer ontmoedigd. De doorstroming op hoofdwegen wordt bevorderd: met een groene golf, plaatsing van doseeren verkeerslichten en aanleg van rotondes. Voordeel: minder CO2-uitstoot, veiliger en prettiger rijden. In woonstraten: waar dit nog niet is gerealiseerd invoering maximumsnelheid van 30 km/uur. In samenspraak met de scholen stimuleren dat kinderen niet met de auto naar school worden gebracht. Het overladen van goederen van grote in kleine vrachtwagens wordt bevorderd. Bij nieuwbouw is het uitgangspunt: realisatie van parkeerplaatsen op eigen terrein. Er komen zo snel mogelijk openbare oplaadpunten voor elektrische auto’s in Huizen, en vulpunten voor ‘groen’ tanken. Het autodelen wordt zodanig gestimuleerd dat iedereen binnen 300 meter de beschikking heeft een elektrische autodeel-auto.
3. Behoud en versterk de groene ruimte Het Gooi kent een grote landschappelijke verscheidenheid. Dat maakt het wonen hier ook zo bijzonder. Maar de natuur in het Gooi staat onder druk door woningbouw, bedrijven en verkeer. Voor behoud van het groene karakter van het Gooi en de biologische diversiteit is een goed beheer en uitbreiding van de natuurgebieden noodzakelijk. Natuurontwikkeling en recreatie kunnen daarbij goed samengaan. GroenLinks wil de groene ruimte in en om Huizen behouden én versterken. De gemeente kan daar een belangrijke rol bij spelen. Allereerst door de beschikbare ruimte binnen de bebouwde kom efficiënter te gebruiken. Door op bouwlocaties slimmer en compacter te bouwen (inbreiplannen) kunnen meer woningen worden gerealiseerd zonder dat dit meteen ten koste hoeft te gaan van groen. Ook de ruimte op bedrijventerreinen kan veel beter worden benut. In alle gevallen geldt: hoogbouw moet ook fraai ogen. Om gewenste ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken voert de gemeente een actief grondaankoopbeleid en worden strategische gelegen gronden niet verkocht. Als de Gooise gemeenten met elkaar afspraken maken over waar en wat er gebouwd wordt, dan kan veel meer open gebied open blijven. Programmapunten: •
Groen voor iedereen in de buurt! Groene parels in de bebouwde omgeving, zoals het Stadspark en Bad Vilbelpark (inclusief het groen langs de singels), blijven behouden. Beeldbepalende bomen en hagen blijven staan. Bomenkap wordt zoveel mogelijk vermeden;
8
en als het per se moet, dan komt er voor elke gekapte boom een nieuwe terug! Het bomenstructuurplan wordt daartoe herzien. De natuurwaarde van het groen binnen de bebouwde omgeving verbeteren. We willen veel vlinders, spechten, zwaluwen en mussen (zgn. indicatorsoorten) zien! Daarom worden parken, bermen en oevers ecologisch beheerd. Bij groenonderhoud bewoners betrekken. Bewoners die gezamenlijk hun straat willen vergroenen komen in aanmerking voor ondersteuning en subsidie (zelfbeheercontract). Iedere bewoner mag de boomspiegel voor zijn woning adopteren en inrichten als boomspiegeltuintje. Verkoop van openbaar groen blijft beperkt tot snippergroen (letterlijk) en mag niet tot een minder fraai aanzien van het openbare gebied leiden. Behoud Bad Vilbel park Vanaf 2005 heeft de GroenLinks-fractie zich verzet tegen bebouwing van het Bad Vilbelpark om daarmee de renovatie van het Holleblok te financieren. Het fraaiste deel van het park dreigde daarmee te verdwijnen. We hebben het bewonerscomité met raad en daad bijgestaan. In februari 2009 hebben de collegepartijen uiteindelijk besloten van de bouw af te zien.
Tegen bomenkap in Zeeheldenbuurt In de zomer van 2008 heeft de GroenLinks-fractie vragen gesteld bij het kappen van een aantal prachtige, tientallen jaren oude bomen in de Zeeheldenbuurt. Door de kap – midden in de zomervakantie aangekondigd - kwamen er parkeerplaatsen bij, maar veranderde het straatbeeld ingrijpend. Wel bleef een aantal bomen door onze actie gespaard.
•
Bescherming van natuur en landschap: De resterende gemeentelijke natuurterreinen (Sijsjesberg en Warandebergen) worden voor beheer overgedragen aan de Stichting Gooisch Natuurreservaat (GNR). Geen verrommeling in natuurgebieden en behoud van het open landschap bij De Limieten; dat vereist een scherp handhavingsbeleid. Bewoners van het buitengebied worden via voorlichting gestimuleerd van hun hekwerken geen voor dieren ondoordringbare barrières te maken. Behoud van het open gebied van de Wolfskamer tussen sportvelden en kust als recreatief gebied en buffer voor de achterliggende rietlanden (broedgebied van Europees belang en onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur). Waardevolle landschapselementen worden in stand gehouden, zoals het restant van de stuwwal aan de Baanbergerweg en de resten van duinen bij de Wolfskamer. Waar mogelijk creëren we verbindingen (ecologische zones/faunapassages) tussen natuurgebieden om de leefgebieden van dieren te vergroten. Bijvoorbeeld langs de Gooimeerkust. Conserverend beleid in natuurgebieden Bij de behandeling van het bestemmingsplan Natuurgebieden (2006-2008) heeft de GroenLinks-fractie als enige vanaf het begin gepleit om verdere aantasting van natuurgebieden tegen te gaan. Een halt toe te roepen aan oprukkende bouwsels en hekwerken, en uitbreiding van tuinen en boomgaarden. Alleen zo kan bijvoorbeeld het karakterestieke landschap De Limiten behouden blijven. Aanvankelijk vond GroenLinks dit als enige. We zaten daarbij op één lijn met het bewonerscomité Valkeveenselaan e.o. en kregen geleidelijk de steun van een raadsmeerderheid.
9
Overdracht natuurgebieden In december 2009 heeft de GroenLinksfractie een initiatiefvoorstel ingediend om de resterende gemeentelijke natuurterreinen voor beheer aan het GNR over te dragen. Dit kreeg de steun van de raad. Het college van b & w heeft het voorstel daarna uitgevoerd.
4. Een schone gemeente Een groene gemeente is ook een schone gemeente. We ergeren ons allemaal aan de ‘vertroeping’ van de openbare ruimte: aan de hondenpoep, het zwerfvuil op straat en in het groen, rondslingerend huisvuil en graffiti. Het straatmeubilair verloedert door achterstallig onderhoud. Als het aan GroenLinks ligt gaat de gemeente de openbare ruimte beter onderhouden: Programmapunten: •
• •
•
De komende jaren wordt in en rond de winkelcentra intensiever geveegd, worden er meer afvalbakken bijgeplaatst en wordt graffiti direct verwijderd. Er komt voor bewoners een Meldpunt Zwerfafval; zwerfafval is binnen twee dagen opgehaald. Burgers en bedrijven worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid voor het schoonhouden van hun directe woonomgeving De gemeente doet mee aan de jaarlijkse Landelijke Opschoondag. Samen met bewoners, scholen en organisaties houden we een opruimactie in de eigen buurt. Ook het zwerfvuil in de natuur wordt aangepakt.
5. Afval scheiden loont We produceren veel afval met elkaar. De hoeveelheid huisvuil die door de Gewestelijke Afvaldienst (GAD) wordt ingezameld neemt jaarlijks toe. In ons gewest kunnen we al 22 verschillende afvalsoorten gescheiden aanbieden, maar het niet-gescheiden (het zogenoemde restafval) vormt nog steeds de grootste afvalstroom. Door een betere scheiding kunnen we afval als grondstof voor nieuwe producten gebruiken. Dat spaart het milieu. Door allerlei milieueisen wordt de inzameling en verwerking van afval steeds duurder. Deze kosten worden aan de bewoners doorberekend via de afvalstoffenheffing. Gescheiden inzameling leidt tot lagere verwerkingskosten. Afval scheiden loont
10
dus. Daarom wil GroenLinks het burgers zo gemakkelijk mogelijk maken om hun afval te scheiden. Programmapunten: •
•
•
•
•
Voorlichting over afvalpreventie wordt geïntensiveerd (bijvoorbeeld over afvalbewust inkopen, bij voorkeur met eigen tas of zak, statiegeld verkiezen boven wegwerpverpakkingen). Het gescheiden inzamelen van afval wordt verder verfijnd (plastic, blik). Huis aan huis ophalen heeft onze voorkeur. Daarnaast komen er meer inzamelpunten bij winkels en meer ondergrondse inzamelcontainers. We stimuleren het hergebruik van ‘oude spullen’ in nauwe samenwerking met de verschillende kringloopcentra (Stichting Energiebesparing, Stichting Servitas en Stichting Tomin). Het ingezamelde gft-afval wordt gecomposteerd of benut voor de opwekking van duurzame energie (groen gas). De vervuiler betaalt. De gemeente streeft in gewestverband naar invoering van een gedifferentieerd tariefsysteem (diftar). Dat is eerlijk en houdt rekening met het afvalgedrag van individuele huishoudens. Als u meer afval aanbiedt, betaalt u meer. Scheidt u goed uw afval en biedt u minder aan, dan betaalt u ook minder.
6. Naar een duurzaam waterbeheer De manier waarop we in Nederland met water omgaan is niet toereikend voor de toekomst. Zeker als de gevolgen van klimaatsverandering, zeespiegelstijging en verdergaande bodemdaling moeten worden opgevangen. Er is nog te veel sprake van technisch beheer, terwijl het hoog tijd is voor een ander waterbeleid. GroenLinks vindt dat de gemeente moet streven naar een gezond watersysteem gebaseerd op integraal waterbeheer. Daarom is er in 2006 op initiatief van GroenLinks door de gemeente een waterplan gemaakt, samen met het waterschap. Programmapunten: • •
Verbetering van de waterkwaliteit door een goede doorstroming van het oppervlaktewater, het verwijderen van drijfvuil, het saneren van rioolwateroverstorten en aanpak van de verontreinigde waterbodems. In die delen van de gemeente met een gemengd rioolstelsel (hemelwater en afvalwater in één buis) wordt door afkoppeling het schone hemelwater buiten het riool gehouden en direct naar het oppervlaktewater afgevoerd of geïnfiltreerd in de bodem. De waterzuivering wordt daardoor ontlast en de kwaliteit van het oppervlaktewater verbeterd. Het betreft het gebied ten zuidwesten van ’t Merk, Huizermaatweg en Zuiderzee. Door het gemengde stelsel kan het riool bij flinke buien niet alle neerslag verwerken en wordt het overschot aan neerslag samen met het huishoudelijk afvalwater geloosd op het oppervlaktewater (de singels langs ’t Merk en Huizermaatweg).
11
• •
• •
•
• • • •
Grote parkeerplaatsen krijgen straatkolken met olieafscheiding. Geen gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen bij onderhoud van openbaar groen en bestrating (via voorlichting; de gemeente geeft zelf het goede voorbeeld). Voorkomen van zowel grondwateroverlast als een tekort aan grondwater. Bouwplannen worden altijd getoetst op de gevolgen voor het watersysteem, met eventueel compenserende maatregelen. Hergebruik van regenwater wordt gestimuleerd: bij particulieren (regenton of tanks) en bij nieuwbouwprojecten (drains). Voorlichting over waterbesparing. Zorgen voor een rijke natuurlijke oeverbegroeiing, dat verbetert de leefkwaliteit voor mens en dier. Versterking van de recreatiefunctie van de singels, aanloophaven en Gooimeer. Huizen en Blaricum (Bijvanck, Blaricummermeent) stemmen hun waterplan op elkaar af.
7. Werk maken van dierenwelzijn Dieren maken deel uit van onze dagelijkse leefomgeving. Veel inwoners van onze gemeente hebben een gezelschapsdier, zoals een hond, kat, cavia of konijn. De grootste groep dieren (ook in stedelijke gebieden) wordt gevormd door de in het wild levende dieren. Zij dragen bij aan een kleurrijke en levendige gemeente. Dieren verdienen onze aandacht en zorg. Dit geldt voor zowel huisdieren, als voor vrij en in het wild levende dieren. Programmapunten: •
•
Het Dierenwelzijnsbeleid (2008-2012) wordt verder uitgevoerd. Daarbij gaat het om: verbetering dierenopvang; identificatie van zoekgeraakte dieren; voorlichting over hondenuitlaatgebieden; toezicht op de voorlichting over hengelsport door de visverenigingen; versterking educatieve functie van de Kinderboerderij De Warande; een webpagina over dieren in Huizen met verwijzingen naar relevante organisaties (bijvoorbeeld Dierenbescherming, Dierenambulance, Vogelopvang, Kinderboerderij); en het betrekken van (huis)dieren bij rampenoefeningen. Het natuurlijke leefgebied van in het wild levende dieren, dat steeds meer ingeperkt door wegen en bebouwing, wordt verbeterd: Het beheer van het gemeentelijke groen stemmen we af op de natuurontwikkeling en op de bescherming van dieren en hun leefgebieden. Waar mogelijk worden leefgebieden met elkaar verbonden (bijvoorbeeld met faunapassages onder wegen en natuurlijke oevers langs singels). De mogelijkheden voor nestplekken en broedgelegenheid voor vogels in de stedelijke woonomgeving worden gestimuleerd: de aanleg van dichte hagen, nestkasten, zwaluwtorens, toepassing van de vogelvide onder daken. Ook bij het kapbeleid wordt hier rekening mee gehouden.
12
Bij bouwplannen wordt rekening houden met de natuurwaarden in het gebied. Daarom wordt hier onderzoek gedaan naar de aanwezige planten, amfibieën, reptielen, zoogdieren, vlinders/libellen en broedvogels. Overlast door in de vrije natuur levende dieren (zoals duiven en ganzen) wordt op een diervriendelijke manier tegengegaan.
13
Hoofdstuk 2: Wij willen een sociale gemeente Sociaal en solidair GroenLinks streeft naar een solidaire samenleving, waarin welvaart en middelen eerlijk worden verdeeld. Wij willen dat iedereen mee kan doen aan de samenleving en optimale kansen heeft om zich te ontplooien en zijn leven zelf vorm te geven. We streven ernaar dat zoveel mogelijk mensen aan de slag komen. Werk geeft niet alleen inkomen, het draagt bij aan emancipatie, het geeft iemand ook zelfvertrouwen en een positie in de samenleving. We gaan daarbij uit van ieders eigen verantwoordelijkheid, maar hebben ook oog voor het verschil in mogelijkheden. GroenLinks wil mensen sterker maken. Onze visie op jeugd en onderwijs en onze sociale politiek zijn daarop gericht. Alle kinderen verdienen een goede start met hoogwaardige kinderopvang en goed onderwijs dat achterstanden wegwerkt en talenten ontwikkelt. Het is funest voor hun kansen als kinderen opgroeien in armoede. Armoede willen we bestrijden met een ruimhartig minimabeleid, maar vooral door sociaal-economische participatie te bevorderen: mensen ondersteunen bij het vinden van werk of een andere maatschappelijke activiteit. Op de woningmarkt moet meer betaalbare woonruimte beschikbaar komen: er is meer keuze nodig voor jongeren en jonge gezinnen met een laag inkomen. Dat geldt ook voor ouderen die zorg nodig hebben, maar zelfstandig willen blijven wonen. Een volwaardig inkomen, goed onderwijs, passende huisvesting en een veilige woon- en leefomgeving zijn belangrijk. Ook sport en kunst en cultuur horen wat GroenLinks betreft in dit rijtje thuis. Ze verrijken het leven. Daarom willen we dat zoveel mogelijk mensen hiermee in aanraking komen. GroenLinks wil ook op lokaal niveau bijdragen aan een sociaal, economisch en ecologisch duurzame wereld. We kijken verder dan de gemeentegrens.
1. Economie: stimuleer ondernemerschap en innovatie GroenLinks staat voor een groene en vitale ontwikkeling van de economie, ook in Huizen. Dat is goed voor de werkgelegenheid en de leefbaarheid. De gemeente heeft geen directe invloed op de economische dynamiek. Die wordt primair bepaald door factoren als goed ondernemerschap, productiviteit en innovatievermogen. Ook andere zaken spelen mee: de beschikbare ruimte, de ligging en bereikbaarheid, de beroepsbevolking en arbeidsmarkt, de woningmarkt en andere kwaliteiten van de leefomgeving, zoals sociale en culturele voorzieningen. Dat wil niet zeggen dat de gemeente moet wachten op wat ondernemers doen. Ze kan het ondernemerschap stimuleren door een snelle dienstverlening aan nieuwe bedrijven, het aanbieden van geschikte bedrijfsruimte, het stimuleren van initiatieven die positief zijn voor de lokale economie en het onderhouden van goede contacten met het bedrijfsleven. Een actief beleid is nodig, waarbij de potentiële mogelijkheden in de gemeente optimaal worden benut. Programmapunten: • • • •
Verbetering van de gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers; het Ondernemersloket wordt afgestemd op de behoefte van ondernemers. Het ondernemerschap wordt versterkt. Er komt een bedrijvencentrum voor startende ondernemers: gewone starters of mensen die vanuit een werkloosheidssituatie een eigen bedrijf willen opstarten, krijgen hier begeleiding bij de bedrijfsvoering. Behoud van voldoende aantrekkelijke locaties voor bedrijven. Efficiënt ruimtegebruik door herinrichting van bestaande bedrijventerreinen, met bouwen en parkeren in lagen. Een actieve lobby om bedrijven voor vestiging in Huizen te interesseren. Prioriteit ligt bij schone bedrijven die veel arbeidsplaatsen per m² opleveren.
14
•
Het Lucent-terrein dient haar bedrijfsbestemming te behouden, met name voor hoogwaardige en kleinschalige bedrijven. Woningbouw is ondergeschikt aan de bedrijfsbestemming; dus alleen daar waar dit de bedrijvigheid niet beperkt (aan de randen, grenzend aan de woonbuurten Botterstraat en Baanbergerweg) of wonen in combinatie met werk (incl. zorgsector, onderwijs). Voor zware vervuilende bedrijven is geen ruimte in Huizen.
•
Het Oude Haven-gebied (met de uitgebreide haven, het nautisch kwartier en de botterwerf) wordt het toeristisch-recreatieve centrum van Huizen, waar andere toeristische bedrijvigheid en culturele activiteiten (bijvoorbeeld fiets- en wandelroutes) aan gekoppeld kunnen worden. Deze ontwikkeling is onderdeel van de versterking van de toeristensector in het Gooi. Uitbreiding van het hoofdwinkelcentrum. Bij bebouwing en inrichting van het openbare gebied is het uitgangspunt: aansluiten bij de karakteristieke uitstraling, de maat en schaal van het oude dorp. Het Oude Raadhuisplein wordt opnieuw ingericht als aangenaam verblijfsgebied, waar ruimte blijft voor de zaterdagmarkt. Ook de Kerkstraat-West dient bij deze herinrichting betrokken te worden. Behoud van levendige wijkwinkelcentra, als belangrijke buurtvoorziening. De uitbreiding van het hoofdwinkelcentrum mag niet het einde betekenen van buurtwinkelcentra. De gemeente stimuleert de oprichting van een Platform Maatschappelijk Verantwoord ondernemen, waar ondernemers van elkaar leren, elkaar inspireren en samen projecten kunnen ontwikkelen, bijvoorbeeld op het gebied van energiebesparing. Een betere afstemming van vraag en aanbod van personeel. Samen met het bedrijfsleven (Kamer van Koophandel, MKB) wordt naar efficiënte maatregelen gezocht. De gemeente is zelf een belangrijke werkgever. Ze dient het goede voorbeeld te geven als het gaat om goed werkgeverschap, een personeelsbestand dat een afspiegeling is van onze diverse bevolking. Ze stelt stageplekken beschikbaar en bij aanbestedingen wordt het creëren van stageplaatsen als criterium meegenomen.
• • • • • •
Uitbreiding hoofdwinkelcentrum Uitbreiding van het HWC in het oude dorp is van groot belang voor Huizen. De bewoners hebben baat bij een verbetering van het winkelbestand en een aantrekkelijk centrum. Het betekent ook een versterking van het economisch draagvlak van de gemeente: het is goed voor de directe en indirecte werkgelegenheid (vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt). GroenLinks heeft bij de uitbreidingsplannen altijd gesteld dat de bebouwing rekening moet houden met de karakteristieke uitstraling en de schaal en maat van het dorp. Als eersten hebben we gepleit voor de bouw van een ondergrondse parkeergarage, om de overlast voor de bewoners te beperken. Er is een principebesluit genomen over op termijn invoeren van betaald parkeren (het winkelcentrum moet eerst de kans krijgen goed te draaien).
15
Economische crisis Begin 2009 werd duidelijk dat de economische recessie gevolgen zal hebben voor de werkgelegenheid in alle sectoren van de economie. GroenLinks heeft meteen gepleit voor een actieve rol van de overheid en de noodzaak van een werkoffensief; bij het college aangedrongen op maatregelen om werkgelegenheid te behouden en investeringen te stimuleren die op korte termijn tot nieuwe banen kunnen leiden. Bijvoorbeeld door het eerder uitvoeren van al geplande werkzaamheden, en overleg met de woningcorporatie over een versnelde aanpak van energiebesparende maatregelen. Als het college Tegenwicht (het Huizer antwoord op de economische crisis) presenteert, pleit GroenLinks voor meer aandacht voor het tegengaan van jeugdwerkloosheid: maatregelen in regionaal verband om jongeren voor de arbeidsmarkt te behouden.
2. Sociaal beleid: meedoen mogelijk maken Alle inwoners moeten de kans krijgen om mee te doen in de samenleving. Betaald werk hebben is hierbij heel belangrijk. Als mensen niet kunnen of mogen meedoen, dan hebben zij minder kansen om zich te ontwikkelen en minder toegang tot allerlei sociale en professionele netwerken. Dit kan leiden tot een sociaal isolement en een slechtere gezondheid. GroenLinks wil mensen niet afschrijven, maar ze een toekomst bieden. We kunnen vaak al vroeg voorspellen met wie het later misgaat of wie niet op eigen kracht aan een baan zal komen. Het patroon dat in bepaalde families generatie op generatie in armoede leeft, moet worden doorbroken. Dat vraagt om tijdig interveniëren. De gemeentelijke sociale dienst speelt daarbij een belangrijke rol. GroenLinks is voor ruimhartige inkomensondersteuning, zodat mensen met een minimumuitkering of werkende armen zich niet uitgesloten hoeven te voelen en ook hun kinderen aan sport- en culturele activiteiten kunnen meedoen. De gemeente moet daarbij proactief zijn; niet pas in actie komen als mensen uit hun huis zijn gezet of diep in de schulden zitten. Dat vraagt om een gerichte benadering waarbij mensen persoonlijk worden opgezocht. De sociale dienst moet veel meer een ‘er op af-centrum’ worden. Sociaal beleid mag niet louter een financieel vangnet zijn: mensen moeten vooral worden ondersteund om hun leven weer op orde te krijgen en een plek op de arbeidsmarkt te verwerven. Aan elke klant wordt daarom gevraagd hoe hij daarbij geholpen kan worden. De klant is de norm; de begeleiding wordt afgestemd op wat hij nodig heeft. Eén dag niet geïnvesteerd in mensen, beschouwen wij als een verloren dag. GroenLinks wil kansen creëren voor kwetsbare burgers. We weten uit allerlei onderzoek dat een derde van de mensen die een bijstandsuitkering ontvangt nooit een reguliere betaalde baan kan krijgen. Het heeft geen zin om mensen met een beperking op te jagen tot topsport als ze dat niet kunnen; dan geven we ze liever breedtesport. Als rekening gehouden wordt met wat een cliënt wèl kan, dan ontstaan er ook veel meer mogelijkheden voor de mensen zelf èn voor de samenleving. Iemand die maar een paar uur per week kan werken, kan bijvoorbeeld getraind worden om vrijwilligerswerk te doen bij iemand die zorg nodig heeft. Cliënten aan de onderkant van de arbeidsmarkt worden zo alsnog bij de samenleving betrokken. Meedoen staat voorop: via arbeidsparticipatie of een andere vorm van maatschappelijke activiteit. Programmapunten: •
Meer mensen duurzaam aan het werk en minder mensen langdurig in de uitkering: via gerichte arbeidsbemiddeling of scholing. Met elke cliënt wordt een ontwikkelingsplan gemaakt. Maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid worden gestimuleerd als middel naar werk en
16
•
•
•
•
als maatschappelijk doel: Cliënten hebben één aanspreekpunt bij de sociale dienst: een eigen coach die zorgt voor ‘dienstverlening op maat’. Cliënten zijn er niet bij gebaat als ze allerlei instanties moeten aflopen. Elke cliënt moet direct aan de slag kunnen met werk of een opleidingstraject. Daarom heeft de gemeente eigen stageplekken en maken we met woningcorporaties, zorginstellingen en andere werkgevers afspraken over stageplaatsen en proefplaatsingen (e.v. met tijdelijke bijbetaling, begeleiding). Met het ROC wordt afgesproken dat mensen elke dag kunnen instromen. Mensen die vanuit een uitkering een bedrijf willen beginnen, krijgen daarbij advies en financiële ondersteuning. Cliënten die bezig zijn met een scholingstraject en maatschappelijk activeringstraject worden ontheven van de sollicitatieplicht als deze een barrière vormt voor een goed verloop van het traject. We stimuleren dat mensen met een uitkering zich actief voor anderen inzetten, bijvoorbeeld door hulp bij klusjes in huis en tuin, begeleiding bij artsbezoek en sociale activiteiten. De gemeente creëert participatiebanen voor mensen die (nog) niet toe zijn aan reïntegratie op de arbeidsmarkt: werk in buurt, onderwijs, zorg, welzijn, sport en openbare ruimte. Naast een bijstandsuitkering krijgen ze begeleiding en de normale secundaire arbeidsvoorwaarden zoals pensioenopbouw. Aanpak schulden- en armoedeproblematiek: Schulden (vooral achterstallige woonlasten: huur, energie) moeten worden voorkomen. Daarom komt er een budgetadviescentrum en een bindend budgetadvies bij elke uitkeringsaanvraag en elk schuldhulpverleningstraject. Jaarlijks voert de gemeente bovendien een preventiecampagne. Een (kwetsbaar) huishouden met meerdere problemen krijgt één verantwoordelijke hulpverlener. Deze zorgcoach helpt het leven weer op orde te brengen en regelt de samenwerking met bijvoorbeeld het maatschappelijk werk, de woningcorporatie en de welzijnsinstelling. De gemeente gaat actief op zoek naar stille armoede en zorgmijders: iedereen wordt persoonlijk aangeschreven of zo nodig opgezocht. Daarbij wordt nauw samengewerkt met de Voedselbank. De Voedselbank wordt door de gemeente gesteund, omdat dit particuliere initiatief een lacune opvult waarin het gemeentelijke beleid niet kan voorzien. Actieve inkomensondersteuning: een sluitend stelsel van minimaregelingen tot 120 procent (kwijtschelding gemeentelijke belastingen, langdurigheidstoeslag, bijzondere bijstand, noodfonds e.d.): Minimaregelingen, zoals de computerregeling voor minimaleerlingen in het voortgezet onderwijs, kunnen met een enkelvoudige procedure worden aangevraagd en worden meteen verstrekt (één aanvraagformulier voor alle regelingen; een snelloket). Mensen worden ondersteund bij de aanvraag van voorzieningen, toelages en regelingen. Het gebruik van minimaregelingen wordt gestimuleerd door gerichte communicatie naar doelgroepen en maatschappelijke instellingen (leerkrachten, thuiszorg, huisartsen, voedselbank), buurtgerichte activiteiten en thuisgesprekken. Er komt een website met toegankelijke actuele informatie voor burgers en professionals. Meer aandacht voor kinderen in armoede. Kinderen uit financieel arme gezinnen moeten lid kunnen worden van (sport)verenigingen; de financiële drempels hierbij willen we wegnemen. Daarom geven we meer bekendheid aan de bestaande gemeentelijke regelingen. Over drie jaar dient de sociale armoede onder kinderen en jongeren gehalveerd te zijn. Cliënten van de sociale dienst verdienen de beste ondersteuning. Op plekken van essentiële dienstverlening moeten de beste mensen zitten. Daarom willen we investeren in de professionaliteit van medewerkers. De dienstverlening, de organisatie en de structuur moeten aangepast zijn aan de veranderende doelgroep. Dit betekent een wezenlijke interculturalisering en kennis van de codes bij de verschillende migrantengroepen.
Meedoen ondanks een beperking Mensen met een beperking (fysiek/verstandelijk/psychisch) moeten de baas kunnen blijven over hun
17
eigen leven: ze moeten actief kunnen deelnemen aan de samenleving. De gemeente ondersteunt hen om de belemmeringen die zij daarbij ondervinden weg te nemen. Concreet betekent dit het volgende: •
• • • • •
Actieve informatie over mogelijke voorzieningen, via website, zorgloket of huisbezoek. Het zorgloket moet een plek zijn waar informatie over de volle breedte wordt gegeven en het advies aansluit bij de individuele situatie van de cliënt: Bureaucratische handelingen (waaronder indicatiestellingen) bij het aanvragen van gemeentelijke voorzieningen worden daarbij tot een minimum beperkt. Cliënten die een persoonsgebonden budget prefereren worden bijgestaan bij de administratieve afhandeling. Mantelzorgers krijgen hier informatie, praktische hulp bij het regelen van ondersteuning en het inschakelen van respijtzorgvoorzieningen (deze nemen de zorg van de zorgbehoevende op zich om de intensieve mantelzorger te ontlasten en even vrijaf te geven). Verbetering van de individuele vervoersmogelijkheden. Van toegankelijk openbaar vervoer, een aangepaste auto tot ov-taxivervoer dat op tijd is en de klant adequaat bejegent. Trottoirs en straten worden hindernisvrij voor gebruikers van rolstoelen en scootmobielen. Een passend woonaanbod, bijvoorbeeld: aanleunwoningen, aangepaste woningen, beschermd wonen en begeleid zelfstandig wonen. En de mogelijkheid voor mantelzorgers om in de nabijheid van de zorgbehoevende te wonen. Een gevarieerd aanbod van zinvolle dagactiviteiten, inclusief werk bij een maatschappelijke instelling of een bedrijf. Recreatiemogelijkheden (sport, uitgaan) voor verschillende leeftijdsgroepen en op plekken waar men zich veilig voelt. Cliëntenorganisaties worden actief betrokken bij het ontwikkelen en uitvoeren van het beleid. Adviesraden horen divers samengesteld te zijn (man/vrouw, jong/oud, homo/hetero, autochtoon/allochtoon); zo zorgen we ervoor dat niet alle cliënten over één kam worden geschoren en rekening wordt gehouden met specifieke zorgvragen.
Vluchtelingen en asielzoekers Erkende vluchtelingen moeten als nieuwkomers de Nederlandse taal leren. Daarbij hoort toeleiding naar werk of maatschappelijke participatie. Asielzoekers hebben een onzeker bestaan in ons land. Ze verblijven voor korte of langere tijd onder sobere omstandigheden in grote asielzoekerscentra of terugkeerlocaties. Ondanks plechtige beloftes vanuit Den Haag lukt het niet altijd om uitgeprocedeerde asielzoekers veilig te laten terugkeren naar hun herkomstland. Gemeenten krijgen dan te maken met illegale plaatsgenoten die, als ze niet kunnen terugvallen op alternatieve opvangvoorzieningen, op straat zwerven en soms slachtoffer worden van uitbuiting. Daarom vindt GroenLinks dat onze gemeente uitgeprocedeerden moet opvangen om te voorkomen dat ze als illegaal op straat belanden. In Huizen wordt door de Stichting Kerk en Vluchteling tijdelijk onderdak gegeven aan uitgeprocedeerde asielzoekers. De gemeente ondersteunt deze stichting voor de huur van de opvanghuizen.
3. Wijkvoorzieningen De wijk of buurt is dé plek waar mensen elkaar ontmoeten en samenleven. Voor de leefbaarheid en de veiligheid in een wijk is niet alleen de fysieke structuur (het grijs en het groen) belangrijk, maar ook de verbanden tussen de bewoners. Voor het welbevinden van mensen is het belangrijk dat ze elkaar kunnen ontmoeten, elkaar kennen, invloed op hun omgeving kunnen uitoefenen en verantwoordelijkheid kunnen nemen.
18
GroenLinks wil investeren in algemene voorzieningen, ontmoetingsplekken en ontplooiingsmogelijkheden. Mensen die kwetsbaar zijn krijgen extra aandacht: door ze te betrekken en aan te spreken op hun mogelijkheden, en ze te ondersteunen als ze het zelf niet redden. Programmapunten: •
•
In elke wijk een wijkdienstencentrum. Hier vinden allerlei op de buurt gerichte activiteiten plaats, voor jong en oud (ontspanning, cursussen, zorg- en dienstverlening). Men kan hier binnenlopen voor een kop koffie of een spelletje biljart. Hier zijn ook de wijkconciërge en de klussendienst te vinden en houdt de wijkagent spreekuur. Voor elke wijk een wijkplatform. Een regelmatig overleg van gemeente met welzijnswerk, de woningcorporaties, wijkagent en bewonerscommissies over de fysieke leefomgeving (schoon, groen, heel en veilig) en leefbaarheidsproblemen; met afspraken over oplossingen en de uitvoering daarvan.
4. Jeugdbeleid: Kiezen voor jongeren Huizen moet een fijne plek zijn voor kinderen. Ze moeten zorgeloos kunnen opgroeien: in een goede sfeer thuis, met voldoende speel- en sportruimte in de buurt en mogelijkheden om mee te doen in allerlei verenigingen. We willen ze hiertoe alle ruimte geven, ze serieus nemen en steun bieden, maar ook grenzen stellen en onacceptabel gedrag corrigeren. Het aanbod van de reguliere voorzieningen in Huizen waar kleine kinderen tot jongvolwassenen gebruik van maken, moet worden versterkt. Kinderopvang, peuterspeelzalen, onderwijs, zorg en vrijetijdsvoorzieningen dienen zodanig op elkaar aan te sluiten dat ze tegemoetkomen aan de basisbehoeften van kinderen en hun ouders/opvoeders. Hoe meer dit het geval is, des te meer mogelijkheden hebben jeugdigen om positieve ervaringen op te doen die bijdragen aan hun welzijn en ontwikkeling. Die positieve ervaringen zijn voor alle kinderen goed, maar vooral voor kinderen in achterstandssituaties. Kinderen mogen er op rekenen dat de professionals die ze tegenkomen in opvang, onderwijs en allerlei buitenschoolse activiteiten in staat zijn te signaleren dat een kind problemen heeft en extra aandacht nodig heeft. Gespecialiseerde deskundigheid moet dan gemakkelijk ingeroepen kunnen worden om de reguliere voorziening te versterken of ondersteuning te bieden in de eigen leefomgeving. Opvoeden is leuk. Toch zit iedereen wel eens met vragen over opgroeien en opvoeding. Hulp vragen en hulp krijgen moeten vanzelfsprekender worden. Een Centrum voor Jeugd en Gezin kan hier aan bijdragen, als jongeren en opvoeders voor informatie, voorlichting en hulp dichtbij huis terecht kunnen en het even herkenbaar en gemakkelijk toegankelijk wordt als het consultatiebureau nu. Kinderen zijn van groot belang voor de leefbaarheid van de gemeente. Daarom dient bij de inrichting van de openbare ruimte meer rekening gehouden te worden met kinderen. Straten horen veilig voor hen te zijn. Er moet ruimte voor jongeren worden gereserveerd en ingericht. Een gemeente die vriendelijk is voor kinderen, is vriendelijk voor iedereen. Onze samenleving is steeds meer geneigd om jongeren die op straat ‘hangen’ als een probleem te zien. GroenLinks beschouwt flaneergedrag van jongeren op straat als een normaal verschijnsel dat te maken heeft met hun behoefte om elkaar te ontmoeten. Jongeren horen die gelegenheid ook te hebben; de publieke ruimte is er immers voor iedereen. Soms gaat het hanggedrag echter gepaard met ernstige overlast voor de omgeving en onwettig gedrag. Dan is ruimte bieden niet langer gepast en ingrijpen nodig. Niet alleen om de veiligheid in de wijk te verbeteren, maar ook om jongeren te leren hoe ze zich in de publieke ruimte moeten gedragen en om een verder afglijden in criminaliteit te voorkomen. Jongeren weten zelf het best wat er leeft onder jongeren. Daarom moet de gemeente meer van hun deskundigheid gebruikmaken, hen uitdagen zich in te zetten voor de samenleving, de eigen buurt of
19
projecten waar jongeren zelf baat bij hebben. We willen ze meer verantwoordelijkheid geven. Participatie kan zo een antwoord zijn op de klacht van jongeren ‘dat er niets te doen is in Huizen’ en dat ze zich vervelen. Participatie vergroot hiermee ook de vrijheden van jongeren. Programmapunten: •
• • • •
• •
We willen op openbare ruimte kindvriendelijk inrichten: Elk kind moet binnen 100 meter veilig buiten kunnen spelen. In een woonwijk gaan we uit van 300 m2 buitenspeelruimte per hectare (de norm van de landelijke organisatie van speeltuinwerk en jeugdrecreatie). In elke wijk een trapveldje (voetbal is verreweg het populairst onder jongeren, ook onder de meisjes). Speelpleinen van scholen worden onderdeel van de openbare buitenspeelruimte. In het Stadspark komt een natuurspeelplaats, met avontuurlijke en waterspelelementen. Ook op andere plekken willen we natuurspeelplaatsen realiseren. De speelvoorzieningen zijn er voor de kinderen en moeten een ‘hoge speelwaarde’ hebben. Daarom praten ze mee over hoe ze het leukst kunnen worden ingericht. We stemmen de speelplekken af op de verschillende leeftijdsgroepen. Iedere lente een wijk-kijk. Speelplekken moeten schoon blijven en niet kapot zijn. Daarom komt er een wijk-kijk: kinderen en ambtenaren/jeugdwerkers kijken samen of alles nog goed is. Wat kapot is, wordt gerepareerd of vervangen. Er komt een kindertoets in het bestemmingsplan. Aan parkeerplaatsen en winkels wordt altijd gedacht. Dat staat in het bestemmingsplan. Speelplekken staan daar nog niet in. Dat moet veranderen: in bestemmingsplannen wordt altijd rekening gehouden met kinderen. Routes naar speelplaatsen en scholen worden veilig ingericht. We betrekken jongeren actief bij het jongerenbeleid. De gemeente maakt daarbij actief gebruik van de jongeren ’denktank’ Rumoer, met jongeren van verschillende scholen en achtergronden. Het jongerenwerk (Versa) maakt buitenschoolse programma’s vóór jongeren mèt jongeren. Een eigen ontmoetingsplek is van belang, evenals het aanleren van allerlei vaardigheden die van pas komen op de arbeidsmarkt. Het bedrijfsleven wordt hierbij actief ingeschakeld. Er komt één loket voor opgroei- en opvoedingsondersteuning: Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) wordt een vraagbaak voor allerlei opvoedvragen, biedt snel hulp en zorgt voor een effectieve aanpak van de problemen. Bij ernstige problematiek wordt doorverwezen naar Bureau Jeugdzorg. Het CJG wordt herkenbaar en gemakkelijk toegankelijk (niet alleen onder kantooruren). Om iedereen te kunnen bereiken komt er een virtueel CJG. Hier krijgen jongeren en opvoeders antwoord op hun vragen en vinden ze adressen van instanties die lokaal hulp bieden. Ook kunnen ze er direct een lokale hulpverlener om hulp vragen. De site biedt fun: foto' s, poll' s, filmpjes etc. Via voorlichting wordt riskant alcohol- en drugsgebruik onder jongeren tegengegaan; samen met instellingen en organisaties die met jongeren te maken hebben. Problemen met hangjongeren lossen we samen met jongeren en omwonenden op. Jongeren op straat kunnen voor veel overlast zorgen: lawaai, vuil, vernieling en verbaal en fysiek geweld. We willen dat niet negeren. Negeren helpt net zo weinig als louter hard aanpakken. We willen naar oplossingen zoeken, met praten, ruimte bieden en grenzen stellen, afspraken, toezicht (jongerenwerkers, politie), alternatieve activiteiten organiseren en straffen bij misdragingen. Met jongerenbuurtbemiddeling geven we jongeren daar een actieve rol in.
Natuurspeelplaats
Jongerenoverlast samen met jongeren oplossen
Toen het college in 2008 met het voorstel tot herinrichting van het Stadspark kwam, heeft GroenLinks voorgesteld hier een natuurspeelplaats te realiseren. Dit idee wordt nu verder uitgewerkt, als onderdeel van de versterking van de educatieve functie van de Kinderboerderij.
In de zomer 2008 hadden bewoners van de Bestevaer overlast van voetballende jongeren (en ouderen) in de voetbalkooi. De bewoners pleitten voor verwijdering van de kooi. GroenLinks was hier tegen en benadrukte inschakeling van de jongerenwerker om naar een oplossing samen mét de jongeren te zoeken. Dat (met aantal andere maatregelen) bleek te werken: in 2009 waren er amper nog klachten.
20
5. Onderwijs: centrum voor brede ontplooiing Onderwijs legt de fundamenten voor onze toekomst. Daarom is het belangrijk dat onderwijs àlle kinderen stimuleert om zich te ontwikkelen tot sociale, verantwoordelijke en zelfredzame burgers. Ons onderwijs moet jongeren, zeker uit een omgeving waar armoede en achterstelling heersen, kansen geven op vooruitgang. Juist deze jongeren raken nu verloren in een onderwijssysteem dat hen niet uitdaagt en niet helpt om het beste uit zichzelf te halen, maar hen vroegtijdig voorsorteert op achterblijven. We willen onderwijs dat voor iedereen, ongeacht herkomst, sekse of sociale achtergrond, optimale kansen biedt om zich breed en maximaal te ontplooien. Voorschoolse educatie en kwalitatief hoogwaardige kinderopvang moeten kinderen een goede start geven. Tijdige signalering van gedrags- en leerproblemen kan voorkomen dat leerlingen onnodig achterop raken, spijbelen of geheel uitvallen en voortijdig de school verlaten. We willen dat alles op alles wordt gezet om te voorkomen dat jonge mensen in een spiraal van kansenarmoede terechtkomen. Veel scholen staan midden in de wijk. Er wordt niet alleen onderwijs gegeven, er is ook kinderopvang en er vinden allerlei naschoolse activiteiten voor jongeren en ouders plaats. Het onderwijs werkt hierbij samen met welzijns- en zorginstellingen, en steeds vaker ook met culturele- en sportverenigingen. Wij juichen deze brede school-ontwikkeling toe, omdat dit bijdraagt aan de brede ontplooiing van kinderen. De Brede School kan zo uitgroeien tot een kindercentrum waar onderwijs, ondersteuning en vrije tijd samenkomen en waar de basisbehoeften van jeugdigen en hun opvoeders centraal staan. De gemeente kan dit stimuleren, door samenwerking en afstemming van allerlei instellingen te bevorderen en door schoolgebouwen hiervoor geschikt te maken bij nieuwbouw of renovatie. De gemeente is belast met de zorg voor het openbaar onderwijs, ook al heeft ze de organisatie ervan op afstand gezet en ondergebracht in een stichting. De belangstelling voor het openbaar onderwijs neemt in Huizen af, met als gevolg sluiting van locaties. In Nederland hebben ouders een vrije schoolkeuze: het recht om die school en onderwijsvorm te kiezen die zij voor hun kinderen het meest geschikt vinden. Om iets te kúnnen kiezen, vindt GroenLinks een pluriform onderwijsaanbod van belang: dat is niet alleen bijzonder onderwijs, ook openbaar onderwijs en een differentiatie in onderwijsvisie (regulier, Dalton, Montessori, Jenaplan, et cetera). De afgelopen jaren is in Nederland het aantal te zwarte of te witte scholen toegenomen. Op veel scholen zijn de leerlingen geen afspiegeling van de wijk, door de veranderde bevolkingssamenstelling van de wijk en de schoolkeuze van witte ouders. Ook in Huizen is die ontwikkeling zichtbaar en heeft ze de afgelopen jaren geleid tot sluiting van de openbare scholen aan de Trompstraat en de Kotter. GroenLinks vindt deze onderwijssegregatie geen wenselijke ontwikkeling. De school is namelijk niet alleen een leerplek, maar ook een ontmoetingsplaats waar kinderen leren samenleven. Witte en zwarte scholen bevorderen niet de integratie en bereiden kinderen onvoldoende voor op een diverse samenleving. Programmapunten: •
Liefst in elke wijk een Brede School. De gemeente ondersteunt scholen die zich tot een brede school willen ontwikkelen en stimuleert samenwerking met andere instellingen (bijvoorbeeld met
21
•
•
• • •
•
personele capaciteit voor combinatiefuncties met sport, cultuur en welzijn). Bij nieuwbouw (en clustering) van scholen ontstaat de kans om de benodigde extra ruimte voor een Brede School te realiseren. Gelijke schooltijden voor alle basisscholen – dat zou ideaal zijn! Als kinderen bijvoorbeeld van acht tot twee naar school gaan, dan ontstaat er ’s middags meer ruimte voor naschoolse opvang en sport, muziek en cultuur. Voor ouders kan dit de combinatie van arbeid en zorg vergemakkelijken. Achterstanden vroegtijdig aanpakken. Àlle kinderen met een risico op een taalachterstand in het Nederlands nemen in 2011 deel aan voorschoolse educatie. Met de scholen maken we afspraken over de vroegschoolse educatie. De gemeente stimuleert de invoering van een leerlingvolgsysteem en een soepele overgang tussen peuterspeelzaal en primair onderwijs, en tussen primair en voortgezet onderwijs (een doorlopende leerlijn). Met dit laatste wordt een te vroege selectie (op 12-jarige leeftijd) voorkomen. Leerlingen die onvoldoende de Nederlandse taal beheersen om goed op school te functioneren (zogenoemde zij-instromers) komen tijdelijk in een schakelklas, zodat ze later beter kunnen doorstromen in het onderwijs. Voor hoogbegaafde leerlingen komen er meer mogelijkheden voor eigen ontwikkeling. Samen met migrantenorganisaties zoeken we naar mogelijkheden voor optimale ondersteuning van allochtone kinderen, zoals het inschakelen van rolmodellen uit de gemeenschappen, het meer betrekken van ouders (moeders èn vaders) bij de schoolcarrière van hun kind of het instellen van intermediairs tussen school en ouders. Scholen dienen er alert op te zijn dat ze allochtone leerlingen geen te laag advies voor het voortgezet onderwijs geven. Geen leerplichtige jongere zit thuis, maar op school of volgt een leerwerktraject. Schoolverzuim en schooluitval in het voortgezet onderwijs worden actief aangepakt. Een goede samenwerking tussen het Regionaal Bureau Leerlingzaken, de instellingen voor onderwijs en jeugdhulpverlening is hierbij van belang. Met het bedrijfsleven maakt de gemeente afspraken over stage/leerplekken voor (vroegtijdige) schoolverlaters en mentor- en coachingsprojecten.
•
Realisering van een nevenvestiging van de Mulock Houwerschool voor speciaal voortgezet onderwijs (zmok) in Huizen.
•
We willen dat zwart en wit samen naar school gaan. Daarom maakt de gemeente met het onderwijs afspraken maken over: het bevorderen van integratie en het voorkomen van segregatie, schoolkeuzevoorlichting, een vaste aanmelddatum, en het sluiten van ‘vriendschappen’ tussen scholen om via gezamenlijke activiteiten de kennismaking tussen zwart en wit te bevorderen.
•
Op alle scholen wordt voorlichting gegeven over gender issues, zoals homoseksualiteit. De gemeente stelt hiervoor middelen beschikbaar.
•
We willen educatie van volwassenen en tweedekansonderwijs bevorderen. Met maatschappelijke organisaties wordt een actieplan tegen laaggeletterdheid ontwikkeld. Voor inburgeraars ligt het accent op (intensieve) cursussen Nederlands als tweede taal, met de mogelijkheid om door te stromen van educatie naar het beroepsonderwijs of naar de arbeidsmarkt. Samenwerking met het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven is hierbij noodzakelijk. De gemeente stimuleert ook dat migranten uit EU-landen vrijwillig deelnemen aan een inburgeringscursus. Met name migranten uit Oost-Europese landen zijn hierbij gebaat.
•
Het onderwijs is gebaat bij adequate huisvesting en goed onderhoud. In een naargeestig gebouw kan onderwijs niet stimulerend zijn. Ook mogen de leerprestaties niet lijden onder een slecht binnenklimaat. De gemeente vergoedt de aanpassingen die nodig zijn om het binnenmilieu van een school aan de wettelijke normen te laten voldoen. Samen met het onderwijs maakt de gemeente een meerjarig huisvestingsplan, gebaseerd op de leerlingenprognoses. De gemeente zorgt voor een goede spreiding van het openbaar onderwijs over de gemeente. Aan nieuwe scholen wordt de eis gesteld dat er ruimte is voor buitenschoolse opvang.
22
Speciaal onderwijs in Huizen In oktober 2008 heeft GroenLinks het college voorgesteld om voor de Mulock Houwer-school voor speciaal voortgezet onderwijs (zmok), die tijdelijk aan de Trompstraat zit, voor Huizen te behouden en voor de school een permanente plek te zoeken op het Lucent-terrein. Wij achten dat een geschikte locatie vanwege de bereikbaarheid, maar ook omdat daar (kleine) bedrijvigheid zal komen en de leerlingen dan dichtbij de school stagemogelijkheden hebben. Behoud van de school voor Huizen is nu ook de inzet van het college.
Onderwijs: brede ontplooiing Alle kinderen verdienen een goede start met goed onderwijs dat achterstanden wegwerkt en talenten ontwikkelt. Daarom is op initiatief van de GroenLinks-fractie in februari 2009 mét de scholen een conferentie georganiseerd over de aanpak van taalachterstand, het bevorderen van integratie, passend onderwijs en de ontwikkeling van brede scholen - thema’s die ook de komende jaren veel aandacht verdienen.
6. Wonen: een huis voor iedereen GroenLinks vindt dat Huizen een economisch en sociaal levendige gemeente moet zijn. Met een heterogene bevolking, naar leeftijd en inkomen. De bevolkingsontwikkeling toont een ander beeld: steeds minder jongeren en meer ouderen. Jongeren en jonge gezinnen met een laag inkomen moeten daarom meer kansen krijgen op de woningmarkt. Dat geldt ook voor ouderen die zorg nodig hebben. Hiervoor is meer flexibiliteit en meer keuze op de woningmarkt nodig. Hoewel de bouwlocaties in Huizen uiterst beperkt zijn, willen we de kansen die nieuwbouw en herstructurering bieden ten volle benutten. En: de mogelijkheden van de bestaande woningen optimaliseren. We vinden het van belang dat de openbare ruimte zo is ingericht dat iedereen daar graag verblijft en zich veilig voelt. Programmapunten: •
Bij nieuwbouw en herstructurering ligt het accent op woningen voor jongeren en ouderen, en op meer differentiatie in prijsklassen en woningtypen. Daarbij zet de gemeente in op betaalbare nieuwbouw van zowel huur als koop, en natuurlijk van goede kwaliteit (duurzaam, energiezuinig en met Woonkeur). Woningzoekenden moeten zelf kunnen kiezen tussen kopen en huren. Juist voor mensen met een laag inkomen stimuleert de gemeente koopconstructies zoals Koopgarant en Koop Goedkoop. Collectief particulier opdrachtgeverschap (cpo) wordt bevorderd zodat woningzoekenden zelf invulling kunnen geven aan hun woonbehoefte. Kantoren die lang leegstaan worden geschikt gemaakt voor jongerenhuisvesting (bijvoorbeeld langs de Huizermaatweg).
•
De gemeente stelt startersleningen beschikbaar: hiermee kunnen koopwoningen bereikbaar worden voor jongeren.
23
• • • • • •
• • •
30 Procent van de aangeboden huurwoningen wordt toegewezen aan jongeren onder de 30 jaar. Het huidige verdeelsysteem op basis van loting wordt als onrechtvaardig ervaren; daarom kiezen we voor een gemengd systeem met loting + toewijzing op leeftijd. Een klein deel van de vrijkomende woningen (5 procent) wordt buiten het aanbodverdeelsysteem gehouden. Deze woningen zijn bestemd voor strategische beroepen (zorg, onderwijs, politie en brandweer). Voor woningzoekenden die niet (snel) op reguliere wijze in aanmerking kunnen komen voor woonruimte wordt een zogenoemd ‘corporatiehotel’ gebouwd, bedoeld voor kortdurend verblijf tot maximaal zes maanden. Toestemming voor de verkoop van sociale huurwoningen wordt door de gemeente alleen gegeven als de opbrengst ten goede komt aan behoud en uitbreiding van de sociale woningvoorraad. Ouderen moeten zo lang mogelijk zelfstandig en comfortabel kunnen wonen. Met de Alliantie maakt de gemeente afspraken over het aanpassen van woningen. Ook eigenaars/bewoners krijgen een pallet aan maatregelen aangeboden, waaruit zij kunnen kiezen naar gelang de eigen wensen. Het gaat hierbij om prettig kunnen blijven wonen zonder grootschalige ingrepen. Voor ouderen met een zorgvraag en mensen met een beperking is een divers aanbod nodig van zorg/welzijn en woonvormen. Naast ‘gewone’ woningen is het belangrijk dat er in het Gooi voldoende woonplekken zijn waar mensen tijdelijk kunnen worden opgevangen (bijvoorbeeld sociaal pension, opvangtehuis voor vrouwen); hierover maken we afspraken met andere Gooise gemeenten. Plannen voor renovatie en herstructurering worden in goed overleg met de bewoners ontwikkeld.
Facelift voor de Kostmand Jaren geleden (2002) stelde GroenLinks al voor het gebied rond de Kostmand opnieuw in te richten, met winkels, woningen en zorg- en welzijnsvoorzieningen. Dat is goed voor de leefbaarheid. In april 2008 is dit in de raadscommissie besproken; GroenLinks benadrukte daarbij de bouw van goedkope en energiezuinige woningen voor starters en senioren – ook vanwege de stijgende energieprijzen. Nu wordt met alle belanghebbenden en omwonenden een plan voor het gebied gemaakt.
Bouwlocaties optimaal benutten voor starters In de vorige collegeperiode attendeerde GroenLinks de wethouder op een tweetal leegstaande bedrijfspanden langs de Huizermaatweg: geschikt voor de bouw van appartementen, aansluitend op de bestaande appartementengebouwen. In 2008 zijn de plannen hiervoor in de raadscommissie behandeld: ruim honderd woningen voor jongeren en starters, en een klein deel seniorenwoningen – sociale huurwoningen en Koopgarant-woningen. Op voorstel van GroenLinks wordt een extra bouwlaag gerealiseerd: circa twintig woningen erbij - dat is winst voor jongeren!
7. Sport: Huizen in beweging Sporten is leuk en biedt ontspanning voor jong en oud. Sporten heeft ook een aantal andere voordelen. Zo krijgen mensen er meer sociale contacten door, zeker als ze zich als vrijwilliger voor een vereniging inzetten. Sporten is bovendien gezond. Niet iedereen sport of beweegt echter in voldoende mate. Vooral jongeren, ouderen, chronisch zieken, niet-werkenden, mensen met overgewicht en mensen van niet-Nederlandse herkomst bewegen te weinig. GroenLinks wil een sportieve levensstijl bevorderen door iedereen de mogelijkheid te geven om te gaan sporten. Huizen heeft een ruim aanbod van sport- en recreatieve voorzieningen. Omdat de meeste mensen zelf de weg naar commerciële sportaanbieders of reguliere sportverenigingen kunnen vinden, willen wij vooral de sportdeelname stimuleren van groepen die weinig aan sport doen. De gemeente kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren, in nauwe samenwerking met de sportverenigingen.
24
Programmapunten: •
• • •
•
Stimuleren dat meer jongeren gaan sporten en dat het aantal jeugdleden van sportverenigingen toeneemt; de ondervertegenwoordiging van allochtone jongeren (vooral van meisjes) bij sportverenigingen moet verminderen: Alle jeugd krijgt een kennismakingsprogramma aangeboden bij de verschillende sportverenigingen in de gemeente. Meer scholen gaan sport aanbieden als naschoolse activiteit (bijvoorbeeld in samenwerking met een sportvereniging). Een gevarieerd aanbod aan sport- en bewegingsactiviteiten voor senioren, waarbij wordt ingespeeld op de behoeften binnen deze groep. Aan sportverenigingen wordt gevraagd om voor mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking een aangepast sportaanbod te leveren. Ze krijgen daarbij hulp van ondersteunende instanties en de gemeente. De gemeente ondersteunt de sportverenigingen, zowel financieel als inhoudelijk (bijvoorbeeld bij het werven van vrijwilligers en kader). Zo houden we de sport betaalbaar en breed toegankelijk. Ondertekening van het Convenant ‘Samen aan de slag tegen riskant alcoholgebruik jeugd Gooi en Vechtstreek’ is een subsidievoorwaarde. De gemeente zorgt voor kwalitatief goede sportvoorzieningen: De gemeentelijke buitensportaccommodaties worden goed onderhouden en zo nodig gerenoveerd (zwembad Sijsjesberg). Er komen meer sport- en spelmogelijkheden in de openbare ruimte: bijvoorbeeld een rollerscatebaan en een jeu de boules-baan nabij de kop van de Oude Haven. Het tekort aan binnensportaccomodaties wordt opgelost, waarbij rekening wordt gehouden met de beperkte ruimte in Huizen en efficiënt ruimtegebruik. Het accent ligt op ondersteuning van de breedtesport: voorzieningen voor topsport en activiteiten om de sport (zoals horeca) worden niet gefinancierd. Samen aan de slag tegen riskant alcoholgebruik door jeugd Naar aanleiding van vragen (en een aangehouden motie) van GroenLinks in mei 2009 heeft het college een brief aan alle sportverenigingen gestuurd, waarin werd aangedrongen op de ondertekening van het Convenant ‘Samen aan de slag tegen riskant alcoholgebruik jeugd Gooi en Vechtstreek’. Dit heeft ertoe geleid dat Huizen (zeker regionaal gezien) de grootste deelname van sportverenigingen heeft.
8. Kunst en cultuur horen erbij Kunst en cultuur kunnen verrassen, stimuleren en inspireren; ze verrijken het leven. Het is goed toeven in een gemeente met een rijk en gedifferentieerd cultureel aanbod en een actief verenigingsleven. Een bloeiend kunstklimaat draagt bij aan een vitale en creatieve samenleving. Een samenleving die kritisch over zichzelf nadenkt om zich te kunnen vernieuwen en veranderen, kan niet zonder kunst die nieuwe perspectieven op de samenleving ontwikkelt. In een gemeente met een sterke culturele sector willen ondernemers bovendien graag investeren. GroenLinks wil het culturele aanbod in Huizen versterken en ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen hier aan deelnemen. Kunst en cultuur horen erbij! Uitgaven voor kunst en cultuur zijn voor GroenLinks geen sluitstuk van de begroting of afhankelijk van de economische ontwikkeling. Programmapunten: •
Versterking van het culturele klimaat, met een gevarieerd aanbod van kunstdisciplines. Het lokale culturele potentieel wordt beter benut en voor een groter publiek toegankelijk gemaakt door: ondersteuning van de jaarlijkse de Kunstpicknick en de Atelierroute (en mogelijke varianten als huiskamerdichters, voorleessessies, korendag, open beeldentuinen); meer samenwerking tussen de diverse culturele organisaties, instellingen en verenigingen; en een betere promotie (uitbouw culturele kaart: kunstpleinhuizen.nl).
25
Amateurkunst in verenigingsverband wordt gesubsidieerd, in ruil voor een aantal publieksuitvoeringen per jaar. Er blijft ruimte voor experiment: verrassende kleine initiatieven worden gesteund (bijvoorbeeld een bewonersactie voor een beeld in hun wijk, een kunstmanifestatie over een maatschappelijk probleem). De politiek laat zich regelmatig inspireren door de culturele sector (verenigingen, kunstenaars etc.) over de vraag ‘met welke concrete activiteiten kunnen we het culturele klimaat in onze gemeente verbeteren?’ Het Kunst & Cultuurcafé speelt hierbij een belangrijke rol. Behoud van De Boerderij als sfeervol klein theater en laagdrempelige culturele voorziening. Regionale afstemming van het culturele aanbod. Niet elke gemeente hoeft een eigen schouwburg of grote museum te hebben; samenwerking, keuzes en scherpe profilering zijn nodig om het rijke aanbod in stand te houden. •
Ruimte bieden aan kunstenaars. Een goed werkklimaat voor kunstenaars draagt bij aan de vitaliteit van de gemeente. We willen stimuleren dat kunstenaars vrij en innovatief kunnen werken en dat werk ook kunnen tonen aan het publiek. Ateliers/werkplaatsen en oefenruimtes zijn hiervoor essentieel: Gemeentelijke panden die (tijdelijk) leeg staan kunnen worden gebruikt als atelierruimte. De klaslokalen van de Wilhelminaschool worden beschikbaar gesteld aan kunstenaars, zodra dit gebouw niet meer nodig is voor onderwijsdoeleinden. De gemeente besteedt jaarlijks een vast bedrag aan kunst in de openbare ruimte.
•
Meer aandacht voor kunst- en cultuureducatie. De gemeente stimuleert scholen om jongeren enthousiast te maken voor kunst en cultuur. Bijvoorbeeld door deelname aan het ‘kunstmenu’ (waarbij leerlingen culturele activiteiten bezoeken), en door kunstenaars in de klas te halen. Het onderwijs kan hierbij gebruik maken van de diensten van de provinciale Steunfunctie kunstzinnige vorming. Een goede afstemming tussen kunsteducatie en amateurkunst; dat bevordert de doorstroming naar actieve kunstbeoefening.
•
Behoud en promotie van cultureel erfgoed. Waardevolle panden, interieurs en landschapselementen worden beschermd. Bijvoorbeeld de Krachtcentrale van BNI, de brug aan de Valkeveenselaan en het restant van de oude stuwwal aan de Baanbergerweg. De Wolfskamerbuurt (Piet Prinsstraat en omgeving) krijgt de status ‘beschermd dorpsgezicht’. Cultuurhistorische waarden worden toeristisch en recreatief benut: Er komen informatieborden bij monumenten (beelden, gebouwen, landschapselementen), ook die in het verleden verdwenen zijn, om de geschiedenis ervan onder de aandacht van het publiek te brengen. (Bijvoorbeeld: Waarom heet ons centrale plein Oude Raadhuisplein? Bij de Vershof stond ooit het gemeentehuis en het postkantoor van Wijchert Kooij.) De gemeente stimuleert de deelname aan Open Monumentendag, historische
26
wandelingen, beelden- en architectuurroutes. Bij het erfgoedbeleid betrekt gemeente de Historische Kring, het Huizer Museum en de Stichting Behoud het Oude Dorp. •
De Openbare Bibliotheek: kunst en kennis voor iedereen bereikbaar maken. De bieb biedt alle burgers vrije toegang tot informatie, kennis en cultuur, zodat zij zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in de maatschappij. Voor velen is lezen een belangrijke vorm van ontspanning. Ook is de bibliotheek een belangrijke ontmoetingsplaats in de Huizer samenleving geworden. In een tijd waarin minder wordt gelezen en taalachterstanden en laaggeletterdheid toenemen, ontwikkelt de bibliotheek zich steeds meer tot het kenniscentrum voor lezen en literatuur (zie activiteiten als Nederland Leest en de Boekenweek). Hoewel de Huizer bieb in 2008 een lichte ledenwinst boekte, zien we landelijk een daling van het bibliotheekgebruik, vooral onder bepaalde groepen. Dat betekent dat ook de Huizer bibliotheek goed moet inspelen op de veranderende behoefte van burgers en meer rekening moet houden met de gewijzigde bevolkingssamenstelling (meer 65-plussers en meer westerse en nietwesterse immigranten). Met name kwetsbare en minder kansrijke groepen verdienen extra aandacht. Daarom maakt de gemeente met de bibliotheek afspraken over: - Het aanbieden van taal- en leesbevorderingsprogramma’s i.s.m. het onderwijs en andere geëigende partners (Versa) - lezen en schrijven zijn essentiële voorwaarden voor zelfredzaamheid. - Het bevorderen van mediawijsheid i.s.m. het onderwijs – in een tijd van informatieovervloed is het belangrijk dat vooral jongeren kritisch en verantwoord omgaan met internet en andere media-uitingen. - Uitbouw van de digitale bibliotheek – informatie en diensten worden op een eigentijdse wijze aangeboden (bijvoorbeeld e-book, selecties op thema’s). - Een grotere bereikbaarheid - door digitale inbouw van de bibliotheek ‘dienstverlening op maat’ in bijvoorbeeld het onderwijs, de woonzorgcentra en de Camping De Woensberg. - Educatieve programma’s door de Kunstuitleen – om meer jeugd met kunst in aanraking te brengen. Kunstcafé Om het culturele klimaat in Huizen te versterken en de deelname van Huizer inwoners aan kunst en cultuur uit te breiden, kwam de GroenLinks-fractie in 2004 met het voorstel om regelmatig een kunst- en cultuurcafé te organiseren om creatieve mensen bijeen te brengen. Het initiatief is inmiddels uitgegroeid tot een maandelijks gebeuren in theater De Boerderij en heeft tot vele nieuwe activiteiten geleid: zie het Filmhuis De Graaf (elke maandagavond een filmhuisfilm), de jaarlijkse Kunstpicknick, de website kunstpleinhuizen.nl en de uitreiking van de Huizer Kunst- en Cultuurprijs.
Kunstuitleen in de bibliotheek Ook dit was een initiatief van GroenLinks. Voor een klein bedrag kan een kunstwerk worden geleend. Kunst is zo beschikbaar voor alle inkomens. Het aantal abonnees is de afgelopen jaren flink gegroeid en ook scholen hebben de Kunstuitleen ontdekt voor hulp bij educatieve programma’s.
Cultuurplein 2000 Regelmatig heeft GroenLinks gepleit voor meer samenwerking tussen bibliotheek, theaters, verenigingen, onderwijs, bijvoorbeeld rond bepaalde thema’s. Ook andere sectoren (bedrijfsleven, toerisme) kunnen baat hebben bij samenwerking met kunstenaars. Bijvoorbeeld met een jaarlijkse cultuurdag: gelijktijdig allerlei activiteiten in bibliotheek, Kunstuitleen, bioscopen, theater, Grandcafé, en een concert van Prinses Irene in de raadszaal. Kortom, Plein 2000 als Cultuurplein. Inmiddels is de raad akkoord gegaan met de organisatie van een jaarlijkse cultuurweek.
9. Veiligheid: Preventie voor repressie Iedereen, jong en oud, moet zich veilig voelen in Huizen. De lokale overheid hoort zich merkbaar in te zetten voor een veilige woon- en leefomgeving. Om dat te bereiken is inzet op verschillende fronten nodig. Met alleen meer politie en hogere straffen komen we er niet. GroenLinks verzet zich tegen een eenzijdige nadruk op repressie; we willen meer aandacht voor het voorkomen van ellende. Het bestrijden van criminaliteit begint met preventie en voorlichting. De zorg voor openbare orde en veiligheid is primair een lokale aangelegenheid. De bevoegdheden van de burgemeester zijn de afgelopen jaren verviervoudigd (cameratoezicht, veiligheidsrisicogebieden, gebiedsontzeggingen, samenscholingsverboden en het preventief
27
huisverbod zijn daar voorbeelden van). Aan deze stille revolutie zit ook een keerzijde: de rechtsbescherming van de burger. De grens tussen een effectieve handhaving en de persoonlijke levenssfeer dient stevig bewaakt te worden. GroenLinks is tegen maatregelen die indruisen tegen het recht van iedereen om zich vrij te bewegen in de publieke ruimte, zoals preventief fouilleren en het ophangen van camera’s en mosquito’s. Sommige handhavingsinstrumenten kunnen bovendien als discriminatoir ervaren worden, zoals de identificatieplicht. We willen hiermee dan ook uiterst terughoudend omgaan. Het waarborgen van de veiligheid is weliswaar een primaire taak van de overheid, maar de gemeente kan het niet alleen af. De inzet van meerdere partijen is hierbij nodig. Door wijkbewoners daadwerkelijk invloed op hun omgeving te geven, door het aanstellen van wijkbeheerders, wijkagenten en buurtvaders, en door het stimuleren van bedrijvigheid wordt de veiligheid in een wijk groter. Goede afspraken met woningcorporaties, politie, welzijnsorganisatie, middenstand en bewoners over onderhoud en beheer, en een actief toezicht op de naleving van regels en de bestrijding van overlast, dragen bij aan een veilige en schone omgeving. En als het toch echt fout gaat, dan moeten handhavers natuurlijk passend en professioneel optreden. De taakverschuiving van politie naar toezichtouders behoeft in dit verband bijzondere aandacht. Om te zorgen dat iedereen kan participeren is een actief anti-discriminatiebeleid onontbeerlijk. Het is de taak van de politie daar aandacht aan te besteden. In een diverse samenleving is dit noodzakelijk. Een op de vier vrouwen krijgt regelmatig te maken met geweld in de privésfeer, mishandeling door de mannelijke partner. In de lijst van dodelijke slachtoffers als gevolg van een onnatuurlijke oorzaak staat huiselijk geweld, na verkeersongevallen, zelfs op de tweede plaats. Tijdig ingrijpen is hierbij geboden om de veiligheid van het slachtoffer en mogelijke kinderen te waarborgen.
Programmapunten: •
• •
• • • • •
Voor elke wijk een wijkveiligheidsplan. De gemeente inventariseert samen met bewoners, instellingen en bedrijven de onveilige punten in de wijk. Ze maakt met politie, woningcorporaties, bedrijfsleven, welzijnswerk, onderwijs en bewoners afspraken over wie welk probleem aanpakt. Dit kan voor bepaalde delen van de gemeente leiden tot bijvoorbeeld extra politietoezicht, betere straatverlichting of een hekwerk, elders tot het aanstellen van een conciërge, afspraken met bewoners over het schoonhouden van de woonomgeving of de inrichting van een speelplek. Het gaat om een combinatie van maatregelen, afgestemd op de specifieke situatie (plaats/tijd), met als doel de veiligheid te vergroten en gevoelens van onveiligheid weg te nemen. De gemeenteraad bespreekt jaarlijks in het openbaar het gemeentelijk veiligheidsbeleid. Ze stelt dan de prioriteiten vast op basis van een analyse van de veiligheidssituatie in de gemeente (Integraal Veiligheidsplan), als kader voor de uitvoering van concrete acties. Stimuleren dat alle woningen worden voorzien van het politiekeurmerk Veilig Wonen. Met ondernemers maakt de gemeente afspraken over het behalen van het keurmerk Veilig Ondernemen. De uitgaanscentra moeten voldoen aan de criteria van het keurmerk Veilig Uitgaan. Meer zichtbaar toezicht op straat: wijkagenten of boa’s (buitengewone opsporingsambtenaren voor de aanpak van kleine overtredingen, zoals fout parkeren en hondenoverlast). Aan de professionaliteit van toezichthouders worden hoge eisen gesteld. Cameratoezicht, preventief fouilleren, gebiedsontzeggingen en samenscholingsverboden worden slechts onder strikte voorwaarden toegepast; als laatste redmiddel in situaties waarin andere middelen falen. Bij huis-, tuin- en keukenconflicten tussen buren en buurtgenoten moet een beroep kunnen worden gedaan op een buurtbemiddelaar. Aandacht voor huiselijk geweld blijft nodig. In de aanpak van eerwraak, vrouwenbesnijdenis en gedwongen huwelijken wordt nauw samengewerkt met organisaties van migrantenvrouwen. Dak- en thuislozen en verslaafden in het Gooi zijn gebaat bij goede opvang en dagbesteding (bijvoorbeeld in een beschermd wonen project).
28
• • •
Handhavende diensten horen divers van samenstelling te zijn. Specifieke wervingscampagnes zijn nodig, gericht op meer vrouwen, homo’s en migranten. Er wordt een actief gemeentelijk anti-discriminatiebeleid ontwikkeld o.a. richting scholen, sportclubs en horeca. Handhavende diensten treden streng op tegen vormen van discriminatie en uitsluiting. (zie ook hoofdstuk 3) De brandweer moet snel aanwezig zijn bij brand en andere calamiteiten. Dat blijft een aandachtspunt nu de gemeentelijke brandweer is opgegaan in de Regionale Brandweerorganisatie. Prioriteit blijft het voorkomen van brand: door regelmatige voorlichting over brandpreventie én periodieke controles op veiligheidsvoorschriften, vooral in gelegenheden waar veel publiek komt (winkelcentra, horeca, buurthuizen, scholen).
10. Internationale solidariteit: denk mondiaal, handel lokaal In veel landen hebben mensen minder kansen op een goed leven dan in Nederland. De kloof tussen arm en rijk wordt zelfs groter. Ook worden de armste landen het meest getroffen door de gevolgen van de economische recessie en de klimaatcrisis. GroenLinks staat voor internationale solidariteit en sociale rechtvaardigheid. Wij vinden dat iedere wereldburger recht heeft op werk en een volwaardig inkomen, huisvesting onderwijs en gezondheidszorg en om in vrijheid het eigen leven te kunnen vormgeven. Om dit te bereiken zijn herverdeling van macht en middelen, en een eerlijke internationale handel nodig. Hier ligt een belangrijke taak voor nationale regeringen, de Europese Unie, de Verenigde Naties en andere internationale organisaties. Ook gemeenten vormen een onmisbare schakel: op lokaal niveau kan iedereen bijdragen aan een sociaal, economisch en ecologisch duurzame wereld. De gemeente kan dat zelf doen, maar ook haar inwoners daartoe aanmoedigen. Huizen heeft zich in 2007 uitgeroepen tot Millennium Gemeente, en zich aangesloten bij de actie van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) gericht op het realiseren van de Millennium Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. Programmapunten: •
• • •
De gemeente gaat al haar producten, diensten en werk duurzaam inkopen; in 2015 is dit 100 procent. De gemeente maakt werk van eerlijke handel. Ze neemt Fair Trade-producten af en roept ook lokale instellingen daartoe op. In 2014 voldoet Huizen aan alle criteria van de Fair Tradegemeente. Gemeentelijke gelden worden duurzaam belegd: uitgezet bij banken met duurzame fondsen. De gemeente draagt kennis over aan gemeenten in ontwikkelingslanden of zogenoemde EUtransitielanden (bijvoorbeeld op het gebied van afvalverwerking, waterzuivering, energiebesparing of goed bestuur). Daarom doet de gemeente mee aan een
29
• •
kennisuitwisselingsproject van de VNG; lokale organisaties, instellingen en bedrijven worden hierbij betrokken. Actieve mondiale betrokkenheid van bewoners(organisaties) wordt ondersteund (bijvoorbeeld activiteiten voor projecten in ontwikkelingslanden). De lokale bevolking wordt via de gemeentelijke website en andere media actief geïnformeerd over de gemeentelijke activiteiten op internationaal gebied. Duurzaam beleggen Een gemeente die streeft naar ‘een duurzamer Huizen’ (door als gemeente milieubewust te handelen en milieubewust gedrag bij inwoners en bedrijven te stimuleren) moet zelf het goede voorbeeld geven, zo vindt GroenLinks. Daarom pleitte de GroenLinks-fractie er in april 2007 bij de Voorjaarsnota 2008 voor om de gemeentelijke gelden duurzaam te stallen op rekeningen van banken die wel letten op milieuaspecten, sociale betrokkenheid, arbeidsomstandigheden en dierenwelzijn. Zo wordt voorkomen dat gemeentelijke gelden worden aangewend voor wapenproductie of klimaatschadelijke activiteiten. In november 2008 besloot de raad tot aanpassing van het financiële beleid: naast een goede rente, wordt voortaan ook rekening gehouden met het criterium ‘duurzaamheid’. Een eerste stap naar ‘groen bankieren’.
30
Hoofdstuk 3: Wij willen een open gemeente Open en pluriform GroenLinks staat voor een open, pluriforme samenleving, waarin iedereen een zo groot mogelijke vrijheid heeft om te participeren en zich te ontplooien zonder discriminatie, racisme, seksisme of andere vormen van onderdrukking. Individualisering als proces van emancipatie zien wij als een positieve ontwikkeling. Het emancipatieproces is echter nog niet voltooid. Volgens de wet heeft iedereen gelijke rechten, maar in de praktijk is er nog vaak sprake van achterstelling en discriminatie op basis van iemands sekse, seksuele gerichtheid, leeftijd, handicap of etniciteit. Veel mensen ondervinden nog de knellende banden van religieuze of hechte culturele gemeenschappen die hen belemmeren om op hun eigen wijze aan de samenleving te participeren. Anderen worden belemmerd door armoede en sociale achterstand. GroenLinks vindt dat vrijheid geen schaars goed mag zijn voor geprivilegieerde mensen. Daarom zetten wij ons in voor de gelijkwaardigheid van mensen, zodat zij de kans krijgen om te emanciperen. Bij gelijke rechten en kansen hoort ook de plicht om de vrijheid van anderen te respecteren. Iedereen heeft de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst. Wij schrijven geen gewenste leefstijlen voor aan mensen. In onze diverse samenleving staat GroenLinks voor een ideaal van moderne gemeenschapszin. Dat betekent dat we ons verantwoordelijk voelen voor onze leefomgeving en dat we er ons bewust van zijn dat andere mensen er andere leefstijlen op na kunnen houden dan wijzelf. Gemeenschapszin betekent de acceptatie van verschil en het besef dat we samenleven met mensen die allemaal verschillende leefstijlen, achtergronden en opvattingen hebben. Dat biedt verbreding en verdieping van culturele kennis, nieuwe inzichten, en betrokkenheid bij maatschappelijke problemen. Het biedt ook mogelijkheden voor mensen om, zonder vervreemding, polarisatie en vrees, met elkaar in debat te gaan over allerlei onvermijdelijke tegenstellingen.
1. Diversiteit en emancipatie: verschil mag er zijn, uitsluiting niet GroenLinks vindt dat de overheid emancipatie moet stimuleren door te zorgen dat het beleid voor álle burgers werkt. Daarom dient de gemeente binnen het reguliere beleid rekening te houden met verschillen tussen mensen, bijvoorbeeld sekse, seksuele voorkeur, cultuur, leeftijd, handicap en sociaal-economische situatie - zonder daarbij mensen in hokjes (doelgroepen met veronderstelde kenmerken) te stoppen. De gemeentelijke dienstverlening wordt zo meer op maat gesneden en daarmee kwalitatief beter. Bij dit diversiteitsbeleid (inclusief beleid) gaat het niet alleen om het bevorderen van gelijke kansen voor verschillende groepen (emancipatie), maar ook om het tegengaan van discriminatie, sociale ongelijkheid of uitsluiting. Kortom, om gelijke behandeling. Daarom stimuleert de gemeente dat maatschappelijke organisaties (bedrijven, instellingen en verenigingen) werk maken van diversiteit en treedt ze actief op tegen intolerantie en discriminatie. Zelforganisaties en belangenorganisaties van kwetsbare groepen worden ondersteunt. Foto campagne ' Moet jij jezelf thuislaten als je naar buiten gaat?'
Programmapunten: •
De gemeente formuleert een breed diversiteitsbeleid: houdt rekening met verschillen en overeenkomsten tussen mensen, bijvoorbeeld in sekse, cultuur en leeftijd, met alle varianten
31
daarbinnen. Diversiteit wordt onderdeel van álle beleid: divers waar het kan, specifiek waar nodig (bijvoorbeeld om problemen van een groep inwoners aan te pakken). Gender(emancipatie)beleid maakt hier integraal deel van uit. Diversiteitsbeleid De aandacht voor diversiteit mag zich niet beperken tot etniciteit of de positie van allochtone vrouwen; genderbeleid beperkt zich ook niet tot werk en inkomen maar is gericht op meerdere aspecten van het leven en de samenleving. Bij het diversiteitsbeleid gaat het om het organiseren van het verschil. Het onderscheid met het doelgroepenbeleid is dat GroenLinks ervan uit gaat dat de hierboven genoemde groepen geen duidelijk onderscheiden groepen zijn en dat mensen meerdere identiteiten naast elkaar kunnen bezitten. Zo heeft elk individu een sekse, een etniciteit, een seksuele voorkeur, een leeftijd en een fysieke toestand. Je bent dus nooit óf allochtoon óf vrouw en je hoeft ook niet te kiezen tussen deze verschillende identiteiten. Ook geloven we in de kracht van mensen zelf en moet de gemeente ze voldoende ruimte bieden tot individuele zelfontplooiing met het oog op collectieve verbeteringen in hun maatschappelijke positie. Bij de behandeling van de integratienota in september 2008 heeft de GroenLinks-fractie er daarom voor gepleit het achterstandenbeleid niet alleen op ‘allochtonen’ te richten omdat dit een veel te diverse groep is.
• • • •
• • • •
• •
• •
In gemeentelijke publicaties wordt stereotypering vermeden. Alle ambtenaren van de burgerlijke stand zijn bereid om ‘homohuwelijken’ af te sluiten. De website van de gemeente wordt toegankelijk gemaakt voor mensen met een beperking, en gaat voldoen aan de eisen van het waarmerk drempelvrij.nl Alle wijken en openbare gebouwen worden rolstoel & rollator-proof. Samen met organisaties van gehandicapten wordt een rolstoelschouw georganiseerd; daarna volgt een plan voor de aanpak van obstakels (bijvoorbeeld verlagen stoepranden, verplaatsen fietsrekken, bloembakken). De gemeente stimuleert winkels en restaurants om drempelvoorzieningen aan te brengen voor de toegankelijkheid voor rolstoelen, rollators en scootmobielen. Bij het verlenen van vergunningen voor (culturele) evenementen, of bij het organiseren van een evenement door de gemeente zelf, stelt de gemeente eisen aan de toegankelijkheid voor gehandicapten. De gemeente stimuleert diversiteit bij lokale organisaties; bij subsidieverlening worden hier heldere afspraken over gemaakt. Het deurbeleid van horecaondernemers moet helder en maar voor één uitleg vatbaar zijn; de gemeente maakt hierover afspraken met de horeca. Racistisch toelatingsbeleid wordt keihard aangepakt, in het uiterste geval met (gedeeltelijke of tijdelijke) intrekking van de horecavergunning. Studerende jongeren hebben een stagegarantie nodig; ze mogen niet de dupe worden van discriminatie bij het vinden van een stageplek. De gemeente roept het lokale bedrijfsleven op stageplekken aan te bieden en bemiddelt zo nodig tussen de scholen en het bedrijfsleven. De gemeente stimuleert mensen om zichzelf te organiseren en daardoor zichzelf en elkaar sterker te maken. Daarom ondersteunt de gemeente bijvoorbeeld projecten om de maatschappelijke acceptatie van homoseksualiteit te vergroten, zoals voorlichtingsactiviteiten op scholen. In het programma van inburgeringscursussen wordt aandacht besteed aan de Nederlandse anti-discriminatiewetgeving en de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij het regionale antidiscriminatiebureau (Antidiscriminatievoorziening Bureau Art. 1 Gooi en Vechtstreek). De burgemeester wordt eindverantwoordelijk voor het emancipatie- en diversiteitsbeleid (inclusief het anti-discriminatiebeleid). Hij draagt actief uit dat intolerantie niet wordt geaccepteerd en neemt deel aan de dialoog hierover met bijvoorbeeld sportverenigingen, kerken, migrantenorganisaties en homobelangenverenigingen.
Lokaal antidiscriminatiebeleid GroenLinks heeft in de commissie ABEZ van 6 september 2007 voorgesteld een lokaal antidiscriminatiebeleid te ontwikkelen, nadat de plaatselijke afdeling van Amnesty een verzoek hiertoe had ingediend. Een commissiemeerderheid was hier voor, en het verzoek werd door het college overgenomen.
32
Hoofdstuk 4: Wij willen een democratische gemeente Democratisch GroenLinks staat voor een democratie die verder gaat dan het stemhokje. Een democratie die mensen aanmoedigt om zich verantwoordelijk te voelen voor de inrichting van de eigen samenleving. Burgerzin en gemeenschapszin ontstaan als mensen de kans krijgen om te participeren. Daarom willen we ook dat de gemeente haar inwoners waar mogelijk betrekt bij het beleid en burgers meer zeggenschap geeft over de inrichting van hun wijk; de verantwoordelijkheid voor de besluitvorming ligt echter bij de politiek. GroenLinks zet zich in de gemeentepolitiek in voor haar idealen. Daarin krijgen we nooit precies wat we willen, omdat we altijd rekening moeten houden met de opvattingen en de belangen van anderen. We zoeken naar compromissen om samen een stap verder te zetten. Voorop staat wel dat het lokale bestuur toegankelijk en met open vizier verantwoording durft af te leggen. De overheid is van ons allemaal. Zij is geen machine die draait wat wij als individuen vragen, geen ‘roept u maar’-democratie. GroenLinks wil een overheid die borg staat voor het publieke belang. Dat betekent dat de overheid de eindverantwoordelijkheid moet hebben voor de toegankelijkheid, de betaalbaarheid en de kwaliteit van belangrijke algemene voorzieningen, zoals zorg, nutsbedrijven, volkshuisvesting en openbaar vervoer. Concurrentie en private initiatieven op deze terreinen zijn wenselijk om de publieke sector kostenbewust en klantgericht te laten werken, maar privatisering en verzelfstandiging mogen geen doel op zich zijn. In ons ideaal staan betrokken burgers en een verantwoordelijke overheid samen garant voor een democratische en duurzame ontwikkeling van particuliere welvaart en publieke dienstverlening.
1. Democratische participatie: betrokken burgers GroenLinks wil dat het gemeentebestuur toegankelijk en transparant is. Duidelijk, streng en daadkrachtig als het nodig is, maar ook aanspreekbaar en open voor suggesties en kritiek. Burgers zijn niet alleen klant van de overheid, wij willen ook dat ze zich medeverantwoordelijk voelen voor het gemeentelijke beleid en dat ze vertrouwen hebben in het lokale bestuur. Daarom moet de gemeente durven experimenteren met nieuwe vormen van zeggenschap en inspraak. Programmapunten: •
Burgers krijgen meer te zeggen: De gemeente betrekt de bewoners in een zo vroeg mogelijk stadium bij plannen voor de woon- en leefomgeving. Het gemeentebestuur geeft hierbij zo concreet mogelijk aan wat het doel van het plan is en welke ruimte er is voor invloed van bewoners. De gemeente stimuleert de organisatie van bewoners in wijkraden, het instellen van integrale overleggen (met wijkraad, welzijnsinstelling, ondernemersvereniging en woningcorporaties) over de leefbaarheid in de wijk en ondersteunt bewonerszelforganisaties; zo kan interactieve besluitvorming vorm krijgen. Klankbordgroepen dienen qua samenstelling een afspiegeling te zijn van de diversiteit van de buurt of de wijk: voor jongeren en allochtonen wordt het aantrekkelijker gemaakt om deel te nemen aan bewonersorganisaties. Buurtcomités kunnen een eigen budget krijgen, bijvoorbeeld voor het onderhouden en schoonmaken van de eigen buurt en het verbeteren van de groenvoorzieningen. De gemeente geeft meer bekendheid aan het recht van burgerinitiatief, dan burgers de mogelijkheid biedt om een kwestie die hen bezighoudt op de agenda van de gemeenteraad plaatsen. Een correctief bindend referendum wordt mogelijk gemaakt. Een dergelijke volksraadpleging nadat de raad al een beslissing heeft genomen, draagt ook bij aan een zorgvuldige gemeentelijke besluitvorming.
33
• •
•
• •
Een democratische bestuurscultuur: de gekozen volksvertegenwoordigers in de gemeenteraad hebben het laatste woord. De gemeente communiceert open en eerlijk met haar burgers: Op de gemeentelijke website is alle actuele overheidsinformatie voor iedereen gemakkelijk te vinden. Er wordt correct en tijdig gereageerd op verzoeken en bezwaren van bewoners. Regelmatig wordt de tevredenheid van de burgers over de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening onderzocht. College en raad bezoeken regelmatig de verschillende wijken om met bewoners te spreken over actuele ontwikkelingen, plannen, problemen, dilemma’s en oplossingen. De gemeente houdt regelmatig ‘open huis’ in het gemeentehuis, onder het motto ‘wat doet de gemeente voor…?’ (bijvoorbeeld jeugd, milieu). De gemeente informeert bezoekers over het beleid en staat open voor suggesties. De gemeente communiceert in begrijpelijk Nederlands – heerlijk helder Hollands - en met veel beeldmateriaal. De gemeente zorgt voor een goede dienstverlening. Ook als de gemeente taken uitbesteedt, dan staat de kwaliteit van de te leveren diensten voorop. Daarom stelt de gemeente vooraf kwaliteitseisen en controleert ze de kwaliteit tijdens de uitvoering. Nieuwe inwoners blijft de gemeente ontvangen met een welkomstpakket met allerlei gemeentelijke informatie. De GroenLinks-fractie in de gemeenteraad is altijd aanspreekbaar. Ze wil samenwerken met mensen en organisaties om urgente thema’s op de politieke agenda te zetten; GroenLinks steunt ze bij het realiseren van een groene, sociale, open en democratische gemeente.
34
Financiën: investeren en kosten beheersen De voorstellen die GroenLinks doet, kosten geld. Zeker in een tijd van economische recessie en aangekondigde bezuinigingen door het Rijk is het lastig om budgetten vrij te maken. Toch willen we blijven investeren in mensen en in de kwaliteit van de gemeente. Die kwaliteit wordt niet alleen bepaald door ‘lage lasten’, maar ook door het aanbod van voorzieningen. De uitgaven voor natuur en milieu, sociaal-culturele voorzieningen, sport en cultuur mogen daarom geen sluitpost van de begroting zijn. Daarbij hanteren we de komende jaren de volgende richtlijnen: Als we investeren, dan alleen duurzaam: in projecten die werkgelegenheid opleveren en een duurzame gemeente dichterbij brengen. We houden het sociaal: in een tijd van toenemende werkloosheid kan de sociale cohesie wel een impuls krijgen. Als er moet worden bezuinigd, dan alleen op zaken die niet ten koste gaan van de werkgelegenheid in de gemeente, de sociale structuur en de duurzaamheid. De gemeente moet efficiënt werken. Dus zelf altijd kritisch naar de eigen uitgaven kijken: wat niet werkt, wordt stopgezet. En als de gemeente dezelfde kwaliteit kan leveren met minder geld, dan moet ze dat doen. De gemeentelijke reserves kunnen gedeeltelijk worden ingezet voor investeringen die de structuur van de gemeente versterken, met name de sociale, economische en ecologische structuur. Terughoudendheid ten aanzien van stijging van de lokale lasten. Maar indien nodig, dan wordt aan de bevolking duidelijk aangegeven waar een verhoging voor bedoeld is. Deze belastingen worden geheven naar draagkracht. Gemeentelijke gelden worden duurzaam belegd: uitgezet bij banken met duurzame fondsen.
Ten slotte: de herindeling in het Gooi In de discussie over de herindeling (het zgn. Arhi-traject) die de afgelopen jaren is gevoerd was de inzet van Huizen nogal afhoudend: behoud van zelfstandigheid + logische grenzen. GroenLinks heeft steeds een open opstelling bepleit: veel vraagstukken zijn regionaal (veiligheid, natuurbehoud, wonen en werken, natuurbehoud) en vragen om een regionale aanpak. De effectiviteit van die aanpak vereist een bepaalde schaalgrootte. De opstelling van de gemeente Huizen betekende louter: het Blaricumse deel van de Byvanck bij Huizen voegen (n.b. de helft van de gemeente Blaricum!), evenals het Naardense wijkje aan de Bestevaer. Blaricum verkoos samenwerking met Eemnes en Laren (BEL). Ook met Naarden kwam Huizen niet tot overeenstemming over een grenscorrectie. Uitkomst: voor Huizen verandert er voorlopig helemaal niets. In 2011 wordt de BEL-samenwerking geëvalueerd: zowel de onderlinge samenwerking, als de samenwerking met de buurgemeenten. Dan zal ook weer een nieuwe discussie ontstaan over de toekomst van het oostelijk deel van het Gooi. Tot dat moment bepleit GroenLinks: Het aanhalen van de banden met de BEL-gemeenten: samenwerking op allerlei beleidsterreinen. Het volgen van de evaluatie van de BEL-samenwerking. Kiezen voor een ‘opschaling’ naar drie of vier gemeenten in het Gooi, waarbij Huizen en BEL één gemeente vormen. Die samenvoeging biedt ook een oplossing voor het merkwaardige grensverloop in de Byvanck.
35