Inhoudtafel Inhoudstafel Voorwoord 1. De Provincie als beleidsniveau 2. Financiën en begroting 3. Modern management en personeelsbeleid 4. Archief 5. Informaticatechnologie 6. Communicatie en promotie 7. Externe relaties, Europese programma’s en Gebiedswerking 8. Milieu en Natuur 9. Ruimtelijke ordening en planning, mobiliteit en wegenbeheer 10. Openbare werken - Patrimonium – gebouwen - Waterbeheer 11. Landbouw en zeevisserij 12. Economie en KMO 13. Welzijn 14. Toerisme en recreatie 15. Cultuur 16. Onderwijs 17. Sport
3
Voorwoord De provinciebegroting 2003, zoals die wordt voorgesteld, beoogt de verdere realisatie van de beleidsnota 2001-2006 'Respect voor West-Vlaanderen'. Diverse ontwikkelingen op het Vlaamse niveau nopen evenwel tot voorzichtigheid en soms terughoudendheid in de uitvoering van de meerjarenbeleidsnota. De effecten van de aangekondigde afronding van het kerntakendebat kunnen nog niet ingeschat worden. Belangrijke verschuivingen zijn aangekondigd: de vooropgestelde rollen van de Provincie in de economische streekontwikkeling, de afvalverwerking, de derdebetalersrol van de Provincie, o.m. in de sector monumentenzorg, de rol als wegbeheerder. Onduidelijk is in elk geval op dit ogenblik het al dan niet toekennen van financiële middelen, de ontwikkeling van de fiscaliteit en de gevolgen van (fiscale) beslissingen van de Vlaamse en/of federale overheid. De uitgaven en inkomsten die ingeschreven werden in de begroting 2003 houden rekening met deze omstandigheden maar maken tegelijkertijd duidelijk dat dringend keuzes gemaakt moeten worden. Deze situatie betekent evenwel geenszins dat het bestuur van de Provincie West-Vlaanderen zich in sur-place moet plaatsen. De sectorale beleidsnota’s worden systematisch verder ontwikkeld en voorgelegd aan de provincieraad, (samenwerkings)overeenkomsten worden onderhandeld met de Vlaamse regering. Respect voor West-Vlaanderen wordt verder ontwikkeld via een regiomarketingplan en een campagne 'West-Vlaanderen door mensen gedreven'. Deze actie beoogt West-Vlaanderen als regio te promoten: een ondernemende, attractieve en kwaliteitsvolle regio waarbinnen het provinciebestuur zich aanbiedt als regiobestuur en als kennispartner. Samenwerken aan een samenleving die zich duurzaam en solidair ontwikkelt, met veel aandacht voor de kwaliteiten van het levenskader, maakt van West-Vlaanderen een provincie die ons – ook emotioneel – bindt. De krachtlijnen van de acties daartoe in de diverse sectoren worden in deze nota dan ook kort toegelicht als concretisering voor 2003 van de verschillende sectorale beleidsnota’s.
20 september 2002
Jan DURNEZ, Patrick VAN GHELUWE, Gabriël KINDT, Dirk DE FAUW, Gunter PERTRY, Marleen TITECA-DECRAENE, Gedeputeerden
5
1. De Provincie als beleidsniveau 1. Het kerntakendebat Na de goedkeuring van de Lambermont-akkoorden waarin de Gewesten een ruime bevoegdheid hebben verkregen inzake de gemeentelijke en provinciale organisatie, heeft de Vlaamse regering een systematisch debat aangekondigd over de interne staatsvorming binnen Vlaanderen. De drie overheidsniveaus – gemeenten, provincies en Vlaanderen– hebben eerst in de tweede helft van 2001 een nota opgemaakt met een opsomming en motivering van hun kerntaken. Het kerntakendebat zelf ging echt van start in 2002. In tien politiek thematische werkgroepen werd gedebatteerd over welke taken overheidstaken zijn en door welk overheidsniveau deze overheidstaken het best behandeld worden. Het ambtelijk coördinatieteam nam de kwaliteitsbewaking en begeleiding van de werkgroepen voor zijn rekening. Het politiek coördinatieteam was belast met de algemene verantwoordelijkheid over het debat. De leden van de West-Vlaamse deputatie hebben in deze debatten en eerstelijns rol vervuld. Ondanks de intentie om de besprekingen voor het zomerreces af te ronden en tot een bestuursakkoord te komen, blijven enkele knelpunten (o.a. onderwijs, afval, water) in het debat hangen. Eind 2002 wordt als nieuwe streefdatum vooropgesteld voor een bestuursakkoord. In 2003 wordt de implementatiefase ingezet, waarbij wordt nagegaan welke impact de voorgestelde toewijzing van taken aan bestuursniveaus heeft op de ingezette financiële, personele en materiële middelen. De bestendige deputatie neemt zich voor om volledige medewerking te verlenen aan het bereiken van een coherente eindtekst en een haalbare implementatie. De bestendige deputatie zal op regelmatige tijdstippen via de commissies verder informatie geven over de stand van zaken.
2. Implementatie van het decreet op de ingergemeentelijke samenwerking Van het decreet op de de intergemeentelijke samenwerking dat op 20 juni 2001 werd goedgekeurd door het Vlaams Parlement, traden een aantal artikelen onmiddellijk in werking voor de bestaande intercommunales. Dit heeft onder meer als gevolg dat elke statutenwijziging aan de raad wordt voorgelegd, dat de vertegenwoordigers voor elke algemene vergadering aangeduid moeten worden en dat ook rekening gehouden moet worden met de cumulatiebeperking voor bestuursmandaten. De bestuurders benoemd op voordracht van de provincieraad moeten ten minste tweemaal per jaar in de openbare vergadering verslag uitbrengen over de uitoefening van hun mandaat en toelichting verstrekken bij het beleid. De implementatie van het decreet is voor de bestaande intercommunales echter nog niet afgewerkt. De bestaande intercommunales hebben immers nog tot 10 november 2003 de tijd om hun statuten in overeenstemming te brengen met het decreet van 6 juli 2001. De intercommunales waaraan de Provincie deelneemt, passen indien nodig hun statuten in die zin aan zodat op 31 december 2006 de inbreng van de Provincie(s) maximum 20 % van het totale maatschappelijke kapitaal bedraagt. Een decreet interbestuurlijke samenwerking blijft uit. Dit belemmert een behoorlijke samenwerking tussen gemeenten, provincies en eventueel de Vlaamse instellingen.
Het provinciedecreet Lambermont bracht niet alleen het kerntakendebat, maar zorgde er ook voor dat Vlaanderen werk ging maken van haar nieuwe bevoegdheid betreffende de organisatie van de lokale besturen. Eind juli 2002 was een voorontwerp van provinciedecreet opgesteld door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken. In dit voorontwerp springen volgende zaken in het oog. In de preambule van het ontwerpdecreet is de taakstelling van de Provincies opgenomen: ‘de Provincies zijn als intermediair beleidsniveau gericht op bovenlokale taakbehartiging’.Verder in deze inleiding staat eveneens vermeld dat de Provincies initiatieven kunnen nemen met betrekking tot gebiedsgerichte samenwerking. 7
Het principe van het ‘budgethouderschap’ werd in het voorontwerp ingeschreven. Een budgethouder krijgt een budget ter beschikking waarmee hij de beleidsdoelstellingen moet uitvoeren.Voor grote investeringen en engagementen die de Provincie voor meerdere jaren verbinden is de bestendige deputatie de budgethouder.Voor het dagelijks beheer is dat de provinciedirecteur (= nieuwe functiebenaming voor de provinciegriffier), die deze bevoegdheid kan delegeren naar andere ambtenaren. Dit budgethouderschap zorgt er bijgevolg voor dat de ambtenaren medeverantwoordelijk worden voor de uitvoering van het beleid. De provincieraad kan een constructieve motie van wantrouwen aannemen tegen alle verkozen leden van de bestendige deputatie gezamenlijk. Dit vergroot de controlebevoegdheid van de raad, wat past in het uitgangspunt van de versterking van het primaat van de politiek. Ingrijpend is eveneens de voorgestelde invoering van het verbod tot cumuleren van het ambt van provincieraadslid en een gemeentelijk uitvoerend mandaat (burgemeester, schepen of voorzitter van het OCMW). Niet overal in het voorontwerp werden alle knopen al doorgehakt. Zo ontbreekt de invulling van de essentiële rol van de gouverneur als coördinator van de buitendiensten van het Vlaamse Gewest. De bestendige deputatie is van oordeel dat een nieuw provinciedecreet belangrijke kansen kan bieden om de performantie van de provinciale organisatie te verbeteren. Het is de bedoeling om een constructieve bijdrage te leveren aan de totstandkoming van dit decreet.
8
2. Financiën en begroting 1. Nieuwe provinciale boekhouding (NPB) Vanaf 1 januari 2003 start de ‘Nieuwe Provinciale Boekhouding’ en worden de principes van de algemene boekhouding ingevoerd.Voortaan zal de Provincie werken met een combinatie van een budgettaire en een algemene boekhouding. Om de realisatie van dit project mogelijk te maken, werd het softwarepakket ‘Portunus’ van de firma Cipal aangekocht. De implementatie werd reeds grondig voorbereid in 2002, maar zal nog tot een heel eind in 2003 voortduren. Dit veranderingsproces beperkt zich niet enkel tot de dienst Financiën, maar heeft eveneens een impact op de verschillende provinciale diensten. Samengevat kunnen de werkzaamheden rond de ‘Nieuwe Provinciale Boekhouding’ als volgt worden gegroepeerd: ❚ Implementatie van een nieuw softwarepakket (analyse, testen, bijsturing enz.); ❚ Invoering van de principes van algemene boekhouding: opmaak van een rekeningenstelsel, vaststellen van de afschrijvings- en waarderingsregels, opmaak en periodieke opvolging van de inventaris, eindejaarsverrichtingen; ❚ Aanpassing en begeleiding van de financiële processen op de provinciale diensten (bestelprocedure, verwerking inkomende facturen, inventarisatie enz.); ❚ Opleiding en begeleiding (helpdesk) zowel voor de software, voor de procedure als voor de regels dubbele boekhouding; ❚ Synchronisatie van de budgettaire met de algemene boekhouding en opmaak van de nieuwe financiële rapportering (balans, resultatenrekening). Ten slotte moet in de toekomst rekening worden gehouden met eventuele wijzigingen aan het provinciedecreet en moet bij de invoering van de ‘Nieuwe Provinciale Boekhouding’ zoveel mogelijk worden geanticipeerd op de hervormingen van het financieel beleid bij de Vlaamse lokale besturen.
2. Begroting 2003 Het ontwerp van gewone begroting voor 2003 wordt in evenwicht afgesloten op 127,1 miljoen euro. De buitengewone begroting 2003 bedraagt 31,5 miljoen euro en sluit met een klein batig saldo van 16.193,91 euro.
2.1. Gewone ontvangsten Gewone begroting 2003 - Indeling naar aard van ontvangsten
9
Inkomsten eigen dienstjaar Het aandeel van West-Vlaanderen in het Vlaams Provinciefonds wordt voor 2003 geraamd op 14.518.001,00 euro. De belastingtarieven voor 2003 blijven ongewijzigd. Dit betekent : ❚ voor de algemene provinciebelasting: 13 euro (alleenstaanden) en 24 euro (gezinnen), ❚ voor de belasting op bedrijven: 8 eurocent/m2 met min.van 80 euro, ❚ 320 opcentiemen op de onroerende voorheffing. De totale fiscale opbrengsten voor 2003 worden geraamd op 83,6 miljoen euro. Het aandeel van de provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing daarin bedraagt 77 %.
2.2. Gewone uitgaven De totale personeelsuitgaven worden voor 2003 geraamd op 42,9 miljoen euro. Het aandeel van de personeelskosten in het geheel van de begroting bedraagt 33,79 %. Indien evenwel de personeelslast voor het gesubsidieerd onderwijzend personeel buiten beschouwing wordt gelaten, dan bedraagt het netto-aandeel van de personeelsuitgaven 28,8 %. Gewone begroting 2003 - indeling uitgaven naar kostensoort
De werkingskosten en de werkingstoelagen (overdrachten) blijven op hetzelfde niveau van 2002. Onderling is er een kleine verschuiving ingevolge begrotingstechnische aanpassingen binnen de functie Buitenlandse betrekkingen en Europese programma’s.
In totaal wordt 12,9 miljoen euro overgeboekt van de gewone dienst naar de buitengewone dienst voor de financiering van de investeringstoelagen en de aankoop van duurzame roerende goederen. Een nieuw reservefonds voor subregionaal economisch beleid en streekontwikkeling wordt gespijsd met 500.000 euro. De schulduitgaven (of leningslasten) dalen. Daardoor zakt de netto schuld tot 17,82 %. Het eigen dienstjaar 2003 sluit met een overschot van 2.038.361,12 euro. Dit overschot, aangevuld met het boni van de vorige jaren, is echter onvoldoende om de totale begroting in evenwicht te krijgen. Daarom dient 4.477.141,02 euro te worden afgenomen van het gewoon reservefonds. 10
2.3. Buitengewone dienst De beleidsvisie van schuldbeheersing leidt opnieuw tot een beperkt investeringsprogramma. De buitengewone uitgaven voor 2003 belopen 31,5 miljoen euro. Daarvan gaat 22,1 miljoen euro (of 70,4 %) naar eigen investeringswerken en -uitgaven.Verder voorziet de Provincie nog in 8,9 miljoen euro (of 28,30 %) investeringstoelagen voor derden. Het belangrijkste aandeel gaat hierbij naar de decretale verplichte investeringstoelagen in het kader van de restauratie van beschermde monumenten. De rest van de buitengewone uitgaven gaat naar participaties of annuïteitlasten. Deze buitengewone uitgaven worden hoofdzakelijk gefinancierd met leningen (voor een bedrag van 15,4 miljoen euro) en met overboekingen uit de gewone dienst (12,5 miljoen euro). De te ontvangen investeringssubsidies zijn beperkt (slechts 2,4 miljoen euro), temeer daar vanaf 2003 de Provincies geen nieuwe trekkingsrechten meer krijgen uit het Investeringsfonds. De Vlaamse regering heeft er immers voor gekozen de middelen uit het Investeringsfonds, inclusief de middelen die daarin toekwamen aan de Provincies, integraal toe te wijzen aan het Gemeentefonds. Overzicht initiële begrotingen 1999-2003 - Indeling naar aard van ontvangsten (in EURO)
11
Overzicht initiële begrotingen 1999-2003 - indeling naar aard van uitgaven (in EURO)
12
3. Modern management en personeelsbeleid In 2003 wordt verder gewerkt aan de ontwikkeling van een performant werkende provinciale organisatie en een modern personeelsbeleid met een continue aandacht voor kostenbeheersing, efficiëntie, kwaliteit en innovatie. Specifieke aandachtspunten binnen het personeelsbeleid zijn: ❚ Een voortdurende optimalisatie van de procedures van aanwerving en selectie. Een goede selectie betekent een meerwaarde gedurende de gehele loopbaan. Naast de statutaire en contractuele aanwervingen bestaat nu ook mogelijkheid om mandaatopdrachten te geven. ❚ Met het opzetten van een tewerkstellingsproject blijft de tewerkstelling van kansengroepen en personen met een handicap bijzondere aandacht krijgen. ❚ Aandacht voor de inzetbaarheid van het huidige personeel. De juiste man of vrouw op de juiste plaats is het motto. Interne mobiliteit, evaluatie,VTO zijn instrumenten die hierbij ingezet worden. ❚ Een kwaliteitsverhoging en –bewaking van de VTO (vorming, training, opleiding). De uitbouw van een intern aanbod van opleidingen moet leiden tot een kwaliteitsvolle en op maat vorming van het personeel. Prioriteiten hierbij zijn functionele opleidingen voor de niveaus D en E en een managementsopleiding voor leidinggevenden. ❚ Een meer concurrentiële verloning met de privé-sector. De hogere eisen aan inzetbaarheid en flexibiliteit van het personeel vergen een daarop afgestemd verloningsbeleid. Door de afplatting van de structuur wordt aan de personeelsleden van niveau A en E een gunstiger loopbaanperspectief gegeven. Niveau B krijgt een functionele loopbaan door de invoering van weddenschaal B5 en contractuelen krijgen toegang tot de derde weddenschaal. ❚ In het kader van het mobiliteitsbeleid, gericht op het stimuleren van het openbaar vervoer, wordt het sociaal abonnement voor woon-werkverkeer volledig terugbetaald. Voor woon-werkverkeer wordt de fietsvergoeding uitgebreid tot een vergoeding voor alle niet-gemotoriseerde verplaatsingen. Aandachtspunten op het niveau van de organisatie houden in: ❚ Uitgangspunt voor het personeelskader is het optimaal inzetten van personeel met kritisch onderzoek van aanwerving naar aantallen en geschiktheid. ❚ De organisatie in haar geheel en in haar onderdelen verder verbeteren om alsdus op korte en langere termijn het rendement van het menselijk kapitaal te optimaliseren.
13
4. Archief ❚ De hoofdaandacht blijft uitgaan naar de administratieve opdrachten: het selecteren, beschrijven, bewaren en op vraag opnieuw ter beschikking stellen van documenten en dossiers van de verschillende provinciale administratieve en technische diensten. ❚ In 2003 zal de verhuizing van het archief vanuit de lokalen in het Grootseminarie naar de definitieve archiefbewaarplaats op Sint-Andries plaatsvinden. ❚ In het kader van de subsidiëring van het lokale archiefbeheer zullen opnieuw verschillende gemeentebesturen een subsidie kunnen krijgen op voorwaarde dat ze bereid zijn hun lokale archiefzorg en archiefbeheer structureel te organiseren. ❚ Uit preserverings- en conserveringsoverwegingen moet het gehele archiefbestand van de periode 1875-1940 herverpakt worden. ❚ Het restauratieproject van de Atlassen van de Buurtwegen (van circa 1846) dat over drie begrotingsjaren gespreid wordt, zal verder doorgang vinden. ❚ Gesubsidieerd door het Max-Wildiersfonds (Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen) wordt - samen met de Universiteit Gent - een archivalisch inventariserings- en historisch onderzoeksproject opgestart. Dit project kreeg de naam “Ontsluiting en valorisatie van de dossiers aangaande hinderwetgeving van de Provincie West-Vlaanderen voor de studie van de industrialisering en industriële vervuiling (1863 – 1970)” en wordt gespreid over vier jaar.
14
5. Informaticatechnologie 1. ICT In de beleidsnota 2001-2006 wordt gesteld dat de Provincie in de toekomst haar rol als intermediair bestuur kan en moet bewijzen door een meerwaarde toe te kennen aan het elektronisch dienstenverkeer van de hogere naar de lagere overheid en de burger of vice versa. Dit betekent concreet de verdere uitbouw en specialisatie van: ❚ ICT: een netwerkonderbouwde en internetgerichte infrastructuur en organisatie; ❚ E-government: de digitale communicatie via webtechnologie; ❚ GIS: een geografisch informatiesysteem. Bij de begroting voor ICT en GIS gaan we uit van twee basisprincipes: ❚ De dienst ICT staat in voor het onderhoud, de vernieuwing en het instandhouden van de basisinfrastructuur. Dit houdt in dat elke ambtenaar kan beschikken over een goed werkende pc met de nodige basissoftware, netwerk- en printfaciliteiten en toegang tot internet en e-mail. ❚ De dienst ICT zorgt voor de noodzakelijke technische en technologische ondersteuning van de projecten van de provinciale diensten.
Basisinfrastructuur Deze basisinfrastructuur bestaat uit servers, data-com, pc’s en software.
S E RV E R S ❚ Het bestaande netwerk bestaat uit een 25-tal servers. In 2002 werd gestart met een grondige vernieuwing van het serverpark voor de omschakeling naar Windows 2000 server. Om de chronische nood aan opslagruimte te kunnen opvangen willen we dit project in 2003 uitbreiden met de implementatie van een extern systeem voor dataopslag. ❚ Citrix: een groot probleem met de buitendiensten betreft het bedrijfszeker houden van de (lokale) servers en het nemen van veiligheidskopieën.Daarom voorzien wij in een softwaresysteem die het mogelijk maakt om – van op afstand - gebruik te maken van de datainfrastructuur die zich in het Boeverbos bevindt.
V E RVA N G I N G
VEROUDERDE PC'S
❚ Om de provinciale ambtenaren een minimaal werkcomfort te bieden is het van uit technologisch oogpunt noodzakelijk om alle pc’s regelmatig te vernieuwen.Voor 2003 komt dit neer op de vervanging van 200 pc’s van 1999.
Projecten Hieronder verstaan we alle investeringen die door de verschillende diensten zijn voorgesteld en geen deel uitmaken van de basisinfrastructuur. De diensten zijn zelf verantwoordelijk voor deze projecten. Zij stellen dus zelf hun prioriteiten op. De financiering gebeurt met de kredieten van de desbetreffende dienst. De dienst ICT staat op vraag van deze diensten in voor de nodige projectbegeleiding en de technische uitvoering.
Helpdesk ICT Binnen de kredieten ingeschreven voor 2003 zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan de oprichting en verdere uitbouw van een helpdesk. Deze helpdesk moet ervoor zorgen dat de mensen vlugger en adequater geholpen worden.
Provinciaal netwerk (BILAN) Er wordt rekening gehouden met mogelijke bijkomende aansluitingen van buitendiensten, bv. het streekhuis in Roeselare-Tielt en verschillende provinciale domeinen.
15
2. GIS WEST 2003 - lopende akkoorden of overeenkomsten ❚ De centrale Gis-servers of de ArcIMS-server voor provincie en gemeenten Het kaartmateriaal van de West-Vlaamse gemeenten wordt gecentraliseerd en ter beschikking gesteld van de openbare besturen (provincie en gemeenten). De ontsluiting van de geo-informatie naar de gemeenten en de burger gebeurt via een zogenaamd Geo-loket. Binnen de voorziene kredieten zal verder gewerkt worden aan de uitbreiding van de mogelijkheden en de interactiviteit ervan. ❚ Het Geo-loket zal ook de communicatie met de hogere overheid bevorderen: inzameling, bundeling, verwerking/verrijking en doorsturen van dossiers van de burger naar de Vlaamse of hogere overheid. Een voorbeeld is de inzameling van bouwdossiers, verrijkt met geo-informatie, die naar de provinciale diensten van AROHM doorgestuurd wordt.
3. Grafische Dienst De Grafische Dienst heeft als hoofdopdracht het zetten, drukken en afwerken van opdrachten volgens traditionele druktechnieken en volgens analoge en digitale beeldverwerkingssystemen ten behoeve van eigen provinciale diensten en instellingen. De Grafische Dienst heeft bijkomend een adviserende taak inzake tekstverwerking, lay-out en typografie. Het machinepark van de Grafische Dienst is in de voorbije jaren grondig gemoderniseerd. In 2003 wordt in deze lijn voortgewerkt door o.m. de vervanging van de verzamel– en afwerkingmachine en de plooimachine (daterend van 1986).
16
6. Communicatie en promotie De dienst Pers en Communicatie staat in voor de informatieverspreiding over het provinciaal beleid en de algemene werking van de Provincie. De dienst bereidt het beleid voor op het vlak van interne en externe communicatie en voert dit ook uit. De dienst Promotie en Onthaal neemt initiatieven om het imago van de Provincie, zowel intern als extern, te ontwikkelen en te versterken.
Implementatie regiomarketingplan Op basis van het onderzoeksrapport over het iamgo van de provincie west-Vlaanderen (als bestuur en regio) dat in 2002 werd opgemaakt, werd ook een regiomarketingplan uitgewerkt onder begeleiding van de dienst Pers en Communicatie. Daarbij wordt de communicatie van de Provincie opgebouwd rond een aantal speerpunten: de regio West-Vlaanderen als een ondernemende, attractieve en kwaliteitsvolle regio, waarbinnen het provinciebestuur zich profileert als regiobestuur en kennispartner. Het regiomarketingplan zal ook resulteren in een nieuw logo en slogan. Deze neiuwe huisstijl zal stapsgewijs doorgvoerd worden binne den gehele administratie en bestuur a.d.h.v; een regieboek. Bedoeling is de communciatie te optimaliseren en herkenbaarder te maken. Deze nieuwe communicatiestrategie zal in 2003 ook vertaald worden in een reeks nieuwe communicatiemiddelen: een algemene inforbrochure, folders per speerpunt, een mailing naar alle West-Vlamingen.
Lanceringscampagne regiomarketingplan Begin 2003 wordt de nieuwe positionering van de regio en zijn bestuur kenbaar gemaakt via een uitgebreide lanceringscampagne: affiches, spots op de nationale en regionale televisie, advertenties.
Ondersteuning van manifestaties met promotionele return voor de Provincie Via ondersteuning vanuit de Provincie kunnen heel wat grootschalige en uitzonderlijke activiteiten in onze provincie meer weerklank krijgen. Als return hiervoor zal de Provincie op deze activiteiten een maximale promotionele aanwezigheid nastreven (vermelding van het provinciale logo drukwerken, aanwezigheid op de manifestaties met infostands, promotiemateriaal….)
Aanmaak promotiemateriaal Via de aanmaak van promotiemateriaal voor welbepaalde publieksgroepen krijgen de diverse imagoversterkende initiatieven van het bestuur een visuele en blijvende ondersteuning.
17
7. Externe relaties, Europese programma's en gebiedswerking 1. Gebiedsgerichte werking en streekontwikkeling De gebiedsgerichte werking beoogt in de verschillende deelregio’s van de provincie een beleid op maat van het gebied te ontwikkelen via het opvangen van signalen enerzijds en het doorvertalen van provinciaal beleid anderzijds om zo een streekdynamiek op gang te brengen en te houden. Hiertoe wordt sectoroverschrijdend samengewerkt met alle krachten die actief zijn in het gebied zelf.Via het gebiedenbeleid enerzijds en de streekontwikkeling anderzijds en met de inzet van gebiedswerkers en regiocoördinatoren wordt een hele reeks activiteiten ontplooid in betrokkenheid met andere partners. Een aspect van gebiedsgerichte werking dat steeds meer in de belangstelling komt te staan is de ontwikkeling van een geïntegreerd plattelandsbeleid. De Provincie speelt hierin op Vlaams niveau een voortrekkersrol en wenst die rol ook in 2003 verder uit te bouwen. Dit is zeker in het licht van verwachte verschuivingen binnen de Europese budgetten (landbouw naar platteland) ook aanbevelenswaardig. In het kader van het kerntakendebat zal de rol van de Provincie als streekbestuur wellicht nog sterker geaccentueerd worden. De verdere uitbouw van de huizen van de streek in de verschillende regio’s zal de hoeksteen vormen van een uitgebalanceerde, geïntegreerde streekontwikkeling en dito projecten. Waar mogelijk wordt voor de uitwerking van dit beleid een beroep gedaan op Europese programma’s.
2. Coördinatie en beheer van (gebiedsgerichte) Europese programma's In 2003 zal onder meer aan de (verdere) uitvoering van de volgende programma’s intensief gewerkt worden: Interreg III A met Noord-Frankrijk en Wallonië Interreg III A met Euregio Scheldemond (provincies Oost-Vlaanderen en Zeeland) Interreg III B of transnationale samenwerking, o.m. via SAIL II Interreg III C met Oost-Europa Doelstelling 2 voor de kust Doelstelling 2 / 5b Phasing Out voor de Westhoek en de Middenkust Plattelandsontwikkelingsprogramma hoofdstuk 9.3.9. Leader + - programma Al deze programma’s geven aanleiding tot concrete projecten. De Provincie is als (mede)secretariaatsvoerder voor deze programma’s betrokken bij de behandeling van alle (West-Vlaamse) projecten. Soms treedt ze op als cofinancier, soms ook als initiatiefnemer.
3. Ontwikkeling van partnerschappen en netwerkvorming om West-Vlaanderen een stem te geven in Europa Via de Scheldemondraad worden gezamenlijke belangen voor Oost- en West-Vlaanderen en Zeeland behartigd. De uitwerking van de beleidsnota voor Noord-Frankrijk zal in 2003 aanleiding geven tot vormen van gestructureerd overleg zowel binnen de Provincie als met de Franse partners. Heel belangrijk hierbij is de wil om West-Vlaanderen (en bij uitbreiding Vlaanderen) optimaal te laten inspelen op de kansen en tegemoet te komen aan de bedreigingen die de ontwikkeling van de Rijselse metropool biedt respectievelijk vormt. Inspanningen zullen geleverd worden om op Vlaams niveau hiervoor de nodige aandacht (en middelen) los te krijgen. De verdere samenwerking met de Vereniging van Vlaamse Provincies en andere organisaties blijft erop gericht gezamenlijke belangen te verdedigen, inspraak te krijgen, standpunten en visies aan te kaarten.
4. De Europese informatiefunctie De doelgroepen hierbij zijn: andere diensten, organisaties, gemeentebesturen, onderwijs en de burger. De nakende uitbreiding van de Europese Unie zal de vraag naar informatie versterken. Daarnaast wordt in 2003 intens gewerkt naar de gemeentebesturen toe. Het Infopunt Europa, geïntegreerd in het Tolhuis, zal die informatiefunctie opnieuw actief invullen.
18
8. Milieu en Natuur Voor het jaar 2003 zal het provinciaal beleid op het vlak van milieu en natuur in belangrijke mate beïnvloed worden door de meerjarenovereenkomst (tot 2004) tussen de Provincies enerzijds en het Gewest anderzijds. Deze samenwerkingsovereenkomsten (onder het motto “milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling”) verkeren momenteel in een eindfase:de bevoegde minister(s) onderzoeken de voorstellen van de diverse provincieraden.Deze voorstellen hebben betrekking op diverse beleidsonderdelen, met name vaste stoffen, water, natuurlijke entiteiten, hindervoorkoming, mobiliteit en energie. In 2003 moet de samenwerkingsovereenkomst met het Gewest op kruissnelheid komen. Bij uitvoering en positieve beoordeling door het Vlaamse Gewest van het provinciaal milieujaarprogramma 2002 zullen aanzienlijk meer 'vaste inkomsten' geboekt kunnen worden dan in vorige jaren. Daarnaast kunnen nog bijkomende subsidies genoten worden indien natuurprojecten en DULO-waterplannen worden uitgevoerd (subsidies zie: 879/465-01). Tegenover deze meerontvangsten staan echter ook belangrijke meeruitgaven, in de eerste plaats op het vlak van personeel met de indienstneming van vijf tijdelijke contractuelen. Daarnaast moeten ook heel wat campagnes gevoerd worden en moeten nog meer infovergaderingen en cursussen ten behoeve van gemeenten gevoerd worden,vandaar de gevoelige verhogingen van de artikels 879/123-22 en 879/123-08. Eerstgenoemd artikel omvat ook de uitgaven voor de communicatiecampagne en de dijkanimatie voor de Kusttoeristen, die medegefinancierd wordt vanuit het Kustactieprogramma van de Vlaamse minister voor Toerisme. Als antwoord op vragen vanuit de Kustwerkgroep Afval is het de bedoeling ook een drietal projecten op poten te zetten om de zwerfvuilproblematiek aan de Kust aan te pakken (afvalkalender, aanpak meeuwenproblematiek, afvaleilanden op aanlandingspunten voor eendagstoeristen). Hiervoor wordt cofinanciering gezocht bij Europese Programma’s (in de eerste plaats Doelstelling II). Op het vlak van afvalbeleid blijft de samenwerking met de kringloopcentra behouden. Ook de problematiek van het KMO-afval krijgt nog steeds de nodige aandacht. Er wordt een studie gepland om uit te maken hoe en waar een gebiedsdekkend netwerk van goed uitgeruste gemeentelijke containerparken voor weging en registratie van afvalstoffen afkomstig van KMO’s tot stand kan komen (876/123/01) Het subsidiereglement voor proefprojecten afvalpreventie (876/435/01) blijft geldig. Het is bovendien de bedoeling het uit te breiden zodat ook grootschalige, bovengemeentelijke educatieve projecten in deze sfeer gestimuleerd en gehonoreerd kunnen worden. De werkingsmiddelen voor de provinciedomeinen en groene assen blijven op hetzelfde niveau van de vorige jaren, ondanks de sterke uitbreiding. Door te investeren in machines en door extensief te werken blijft het alsnog mogelijk een grotere oppervlakte te beheren tegen dezelfde kosten. De investeringen richten zich enerzijds naar de uitbouw van natuureducatieve voorzieningen (afwerking van het kasteel Bulskampveld en realisatie van de hoeve Callewaert in de Palingbeek).Daarnaast blijft de verdere uitbouw van de beheersgebouwen in de Gavers een must. Ook de aanleg van de kasteelomgeving van het Sterrebos zal uitgevoerd worden zodra de restauraties voltooid zijn. De recent verworven delen van de Kemmelberg worden aangelegd, evenals WallemoteWolvenhof. In het domein Raversijde worden tegen eind 2003 twee zones afgewerkt: de verbindingsweg Kalkaertstraatrotonde Nieuwpoortsesteenweg en de zone landschapherstel en inkomplein oostelijk parkdeel. Ook zal in Raversijde de realisatie van een vogelopvangcentrum voorbereid worden op vraag en met middelen van de stad Oostende en het Vlaamse Gewest. Wat de groene assen betreft staat de afwerking van de Vloethemveldzate en de herinrichting van de Abdijenroute op het programma. Ten slotte wordt de vernieuwing van de interne bewegwijzering van de domeinen en assen voortgezet. De beleidsaccenten voor natuur en landschap kunnen als volgt omschreven worden. De nadruk binnen de sectie blijft liggen op natuur, maar stapsgewijze wordt verder gewerkt aan de uitbouw van een beleid met betrekking tot stedelijk groen en landschap, met voortdurende zorg voor de integrale benadering. De Provincie richt zich in 2003 op de natuurverbindingsgebieden, zoals die geselecteerd zijn in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan, zoekzones voor kleine landschapselementen in samenwerking met de gebiedswerking, de realisatie van natuurlijke structuren in de stad, het soortgericht beleid en verdere participatie aan het bestaande ondersteuningsnetwerk (Vlaamse en provinciale diensten). Het thema landschap vraagt om een provinciaal beleid, opgebouwd rond de invalshoeken natuur, beeldkwaliteit en cultuurhistorie (zie ook de definitie van landschap uit het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan). In die zin tekent 19
landschapsbeleid zich af als geïntegreerd beleid bij uitstek. Om dit beleid uit te werken dringt samenwerking met andere diensten zich op: gezamenlijke programmatie, afspraken en aanstelling van een aanspreekpunt binnen de Provincie. Voor 2003 dient zich ten minste al één nieuw project aan, ditmaal in een samenwerking met de dienst Cultuur. Het is een project omtrent beeldkwaliteit. Nog voor 2003 wordt voortgewekt aan puntprojecten in het kader van ‘natuurlijke structuren in stedelijke gebieden’ (zie hiervoor) in samenwerking met de desbetreffende gemeenten. Met betrekking tot de realisatie van de hierboven geschetste beleidsdoelstellingen, zijn de opvallendste wijzigingen in de begroting 2003 als volgt samen te vatten: ❚ aangaande de nieuwe gebiedsgerichte accenten voor het provinciale natuurbeleid, zullen de besteding van de eigen werkingsmiddelen, alsook de provinciale subsidies in deze zin geheroriënteerd worden.Voor de provinciale subsidies betekent dit dat werk gemaakt zal moeten worden van aangepaste provinciale reglementen. ❚ inzake de samenwerking met partners werd in de begroting 2003 zoveel mogelijk gewerkt met nominatieve subsidies. Hiertoe zullen in 2003 ook de nodige samenwerkingsovereenkomsten met de desbetreffende partners uitgewerkt worden. Dit is onder meer het geval voor de samenwerking tussen de Provincie en de regionale landschappen. De samenwerkingsovereenkomsten met de regionale landschappen Houtland en West-Vlaamse Heuvels gingen al in 2002 van start. De begrotingstechnische implicaties zullen in 2003 volgen. ❚ met betrekking tot de gemeentelijke ondersteuning zal een nieuw subsidie-artikel worden uitgewerkt, met de focus op de ondersteuning van planningsfase bij natuur- en landschapswerken. Met betrekking tot de gedeelde begrotingsartikels met de Provinciale Technische Dienst Waterlopen werd het bedrag voor de ecologische inrichting van waterlopen gehalveerd. De reden hiervoor ligt in de nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen de Provincies en het Vlaamse Gewest, waarin voor de Provincie niet langer subsidies te verkrijgen zijn voor de ecologische inrichting van waterlopen. De toekomstige rol van en middelen voor de Provincies in het decreet integraal waterbeleid zal hier bepalend zijn voor nieuwe initiatieven. De dienst natuur- en milieueducatie werkt verder aan de uitbreiding van de NME-samenwerkingsverbanden met de gemeenten tot een volledige gebiedsdekking van de provincie. Met die samenwerkingsverbanden wordt gestreefd naar ondersteuning in het onderwijs door het ter beschikking stellen van veldwerkkoffers, vorming van leerkrachten enz. Het project 'Milieuzorg op school' (MOS) wordt opengetrokken naar alle onderwijsgeledingen; dit impliceert dat het project 'groene school' geïntegreerd wordt; het Vlaamse Gewest zal het geheel ondersteunen door drie begeleiders voor onze provincie. De Week van de Zee wordt voortgezet. De bestaande NME-streeksteunpunten worden verder uitgebouwd. Het NME-steunpunt Middenkust wordt uitgebreid tot de volledige kust. Zoals hiervoor al vermeld, wordt ten slotte intens samengewerkt voor het NME-aanbod en de begeleiding in de provinciedomeinen Bulskampveld, de Gavers en de Palingbeek. Het dossier van de exploitatie van de Nachtegaal ligt voor beslissing bij de Vlaamse Regering. Een ontwerpovereenkomst ligt voor waarbij de Provincie instaat voor de werking van het centrum. Kredieten daartoe zijn ingeschreven aan inkomsten- en uitgavenzijde.
20
9. Ruimtelijke ordening en planning, mobiliteit en wegenbeheer 1. Ruimtelijke ordening De bepalingen van het decreet op organisatie van de ruimtelijke ordening zullen verder uitgevoerd worden.Voor het luik vergunningen wordt begonnen met een geautomatiseerd dossieropvolgingssysteem (zoals dit nu reeds bestaat voor de milieuvergunningen). Dit moet toelaten om de massa dossiers binnen de geldende termijnen op een correcte manier af te handelen, ook als straks de nieuwe vergunningsprocedure van kracht wordt. Het maakt tot slot ook de uitbouw van een databestand mogelijk, wat het opzoeken en bijhouden van de dossiers moet vereenvoudigen.
2. Ruimtelijke planning en mobiliteit De Provinciale Planologische Dienst is belast met de uitvoering van het provinciale beleid inzake ruimtelijke planning. Om dit te realiseren zijn een aantal middelen ingeschreven in de begroting 2003. Bijzondere initiatieven voor dit begrotingsjaar zijn: ❚ De communicatie en sensibilisering van gemeenten en publiek rond het recent goedgekeurd Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen en andere ruimtelijke plannen. ❚ Opmaak van diverse beleidskaders, afbakeningen en provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen ter uitvoering van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan. Concrete invulling hiervan wordt aangegeven in het decretaal opgelegde jaarprogramma. Het oorspronkelijke budget (1998 en vroeger) werd aangewend voor onderzoeksopdrachten in voorbereiding van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan. Dit budget wordt nu aangewend voor de uitbesteding en/of de technische ondersteuning van de opmaak van beleidskaders, afbakeningen en ruimtelijke uitvoeringsplannen. ❚ De werking van de Provinciale Commissie Ruimtelijke Ordening (PROCORO), die sinds juni 2002 de taak van de vroegere Regionale Commissie van Advies overneemt. Het secretariaat van de PROCORO berust bij de Provinciale Planologische Dienst. ❚ Het uitwerken van het provinciaal, bovenlokaal fietsbeleid en het ondersteunen van het mobiliteitsbeleid van Gewest en Provincie via het regelmatig actualiseren van het provinciaal ongevallen-GIS. De nauwe samenwerking tussen de Provincie en het Vlaamse Gewest werd vastgelegd in de mobiliteitsconvenanten Fietsbeleid en Ongevallen-GIS. De Provincie krijgt voor deze opdrachten vanuit het convenant subsidies voor personeels- en werkingskosten. Ook werd een subsidie aangevraagd binnen het Interreg III-programma. ❚ Het uitwerken van een aantal mobiliteitsaspecten binnen het recent goedgekeurde milieuconvenant tussen de Provincie en het Gewest. In bijzonder wordt de mobiliteitcel van de Provinciale Planologische Dienst ook belast met de opmaak van een bedrijfsvervoerplan voor de provinciale administratie.Voor de mobiliteitopdrachten binnen het milieubeleid zijn beperkte subsidies van het Vlaamse Gewest voorzien.
3.Wegenbeheer De Provinciale Technische Wegendienst zorgt voor het structureel onderhoud van en de noodzakelijke verbeteringswerken aan circa 200 km provinciewegen en de aanliggende fietspaden. Volgende belangrijke werken staan in 2003 geprogrammeerd: ❚ verbeteringswerken aan de provincieweg Brugge-Torhout, aansluitend met de aanleg van de rotonde “Zuidwege”, door het Vlaamse Gewest ❚ herstel betondallen te Koekelare langs de provincieweg Wijnendale-Beerst ❚ vernieuwen toplaag in de doortocht Meulebeke op de provincieweg Tielt-Ingelmunster ❚ diverse ingrepen aan wegbedekkingen van provinciewegen in het district Zuid. Dit programma van buitengewone werken aan provinciewegen werd beperkt gehouden in het licht van het lopend kerntakendebat. In 2002 werd reeds gestart met de uitbouw van het fietsroutenetwerk in onze provincie. In 2003 wordt dit initiatief voortgezet. Met de ingeschreven middelen wordt het comfort en de veiligheid van de fietspaden van het fietsroutenetwerk verbeterd: in eerste instantie de fietspaden langs de provinciewegen, daarna in samenwerking met de andere wegbeheerder, de ontbrekende fietspaden en de fietspaden in slechte toestand. 21
10. Openbare werken Patrimonium - gebouwen De opdracht van de dienst Gebouwen bestaat erin de beleidsvisies van het provinciebestuur te vertalen in bouwprogramma’s en in te staan voor het opmaken en/of het begeleiden van het ontwerp inzake de realisatie van diverse bouwprojecten. Daarenboven dient het bestaande gebouwenpatrimonium op een efficiënte wijze beheerd en onderhouden te worden. Deze projecten situeren zich binnen de bouwdisciplines nieuwbouw, renovatie, restauratie en herstelling. De uitvoering van deze werken gebeurt met aandacht voor het gebruik van duurzame bouwmaterialen en energie- en milieuvriendelijke technieken. In 2003 zullen de bestaande projecten verder afgewerkt worden en binnen diverse provinciale sites worden nieuwe initiatieven opgevat: ❚ aan het gebouw Artbox in Waregem worden beperkte aanpassingswerken uitgevoerd om het beter toegankelijk te maken voor het publiek; ❚ het Provinciaal Educatief Centrum voor Noord-Zuidbeleid in Roeselare wordt uitgebreid met een tweede inleefatelier voor kinderen; ❚ bij de Sint-Karelsmolen in Veurne (De Moeren) wordt een onthaalgebouw en parking voorzien; ❚ op het provinciaal domein De Gavers wordt een permanent sanitair gebouw opgetrokken met de nodige faciliteiten voor de zwemmers. Deze realisatie past in een meerjarenplan dat momenteel ter studie ligt; ❚ in het kader van de renovatie van de Sint-Salvatorskathedraal wordt voorzien in de restauratie van de resterende gedeelten van daken en gevels aan het noordelijk deel van het kerkschip en transept; ❚ binnen het POVLT in Beitem worden de vroegere stallingen gedeeltelijk omgebouwd tot stapelplaats en bergplaats voor het machinepark van het proefcentrum; ❚ in de verzorgingsinstelling De Waaiberg in Gits wordt de tweede fase opgestart van het meerjarenplan, met name herschikkingswerken aan de leefentiteiten Ashram en Tamari; ❚ het museum “Het Lijsternest” wordt grondig gerenoveerd als gevolg van de vastgestelde stabiliteitsproblemen. Bijkomend wordt er aandacht besteed aan de bedaking, het buitenschrijnwerk, de sanitaire en elektrische voorzieningen; ❚ het renovatie/nieuwbouwproject in de Provinciale Tuinbouwschool in Kortrijk omvat de herschikking van het oude internaatsgebouw, extra klaslokalen, het actualiseren van de grootkeuken en de inplanting van een (brom)fietsenbergplaats.
Waterbeheer A. Integraal waterbeheer De Provincie zal ook in 2003 de principes van integraal waterbeheer verder implementeren. Tot het jaarlijks algemeen onderhoud behoren o.m. het uitmaaien van bodem- en taludvegetatie om de normale doorstroming te waarborgen, ruimingswerken, het periodiek ruimen van bufferbekkens en slibvangen en de exploitatiekosten aan de 24 pompgemalen. Ook de herstellings- en aanpassingswerken aan de oevers op tientallen plaatsen verspreid over de provincie zijn hierin begrepen. Bovendien zijn er middelen voorzien om bij schadegevallen zoals o.a. bij verstoppingen, afschuivingen, overstromingsrisico van bebouwingen en wegenis, onmiddellijk op te treden. De middelen voor het onderhoud van de onbevaarbare waterlopen 2de categorie buiten het poldergebied zijn voorzien, evenals voor de terugbetaling aan Polders en Wateringen voor hun aandeel in het onderhoud van dezelfde categorie waterlopen. Het gaat om respectievelijk 960 km en 630 km waterlopen. Naast de onderhoudswerken zijn heel wat investeringen gepland. ❚ In het kader van het landinrichtingsproject De Moeren wordt in Veurne de Seinemolenvaart verbreed en verdiept als waterspaarbekken voor de waterbevoorrading van land- en tuinbouw. 22
❚ Op de grensscheiding Pittem – Meulebeke wordt ter hoogte van de Claerhoutdreef een bufferbekken gepland op de Devebeek om de wateroverlast in Meulebeke te beperken. Dit bufferbekken zal tevens ingericht worden als waterspaarbekken om in perioden van droogte water ter beschikking te stellen voor de land- en tuinbouwsector in deze omgeving. ❚ In Waregem worden waterbeheersingswerken voorzien aan de Mannebeek ter beveiliging van de industriezone Brabantstraat in samenwerking met de stad Waregem. ❚ Voor de grondverwerving worden middelen op de begroting ingeschreven voor de toekomstige aanleg van het bufferbekken langs de Ringbeek in Ruddervoorde (Oostkamp) om de wateroverlast van de Polderstraat in Baliebrugge op te lossen. ❚ Eveneens is een bedrag ingeschreven voor verwervingen en om het realiseren van ecologische oevers langs de Vleterbeek te Poperinge voort te zetten.
B. Muskusrattenbestrijding Om te kunnen inspelen op de reële toestand en om de lokale besturen beter te kunnen betrekken bij de muskusrattenbestrijding wordt gewerkt met een wettelijk vastgelegde provinciale commissie en goed gestuurde regionale comités. De lokale werking van acht regionale comités wordt, samen met de inzet van de drie provinciale muskusrattenverdelgers, gecoördineerd door de dienst Waterlopen. De werkingskosten worden over de regionale comités verdeeld naargeling van het aantal km waterlopen 2de en 3de categorie binnen de regio en de waterrijkheid van het gebied. Bijkomende inspanningen zijn noodzakelijk voor de bestrijding van de bruinerattenpopulatie die overal uitbreidt en eveneens bestreden dient te worden langs de waterlopen. De grensoverschrijdende samenwerking hierbij met Zeeland, OostVlaanderen en Noord-Frankrijk wordt voortgezet.
23
11. Landbouw en zeevisserij Land- en tuinbouw De Provincie wil gangmaker blijven bij het groeien naar een duurzame land- en tuinbouw. Ze zal daarbij zoeken naar het noodzakelijke evenwicht tussen de economische, ecologische én sociale doelstellingen van de sector en ten aanzien van de sector. Het Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentum voor Land- en Tuinbouw (POVLT) speelt hierbij een sturende rol. Onderzoeks- en voorlichtingsprogramma’s worden stelselmatig aangepast aan nieuwe uitdagingen die zich op korte en/of middellange termijn aandienen. Het biologisch onderzoek wordt verder uitgebouwd, en daartoe wordt de nodige specifieke apparatuur aangekocht. Met de voltooiing van het nieuwe laboratorium wordt in 2003 een belangrijke stap gezet in de officiële kwaliteitserkenning door de hogere overheid. Het samenbrengen van de diverse laboratoria in het POVLT in één en hetzelfde gebouw, zal het centrum enerzijds in staat stellen zelf te voldoen aan de kwaliteitsnormen inzake proefveldwerking, en anderzijds zijn opdracht inzake kwaliteitsbewaking te optimaliseren. Het zal bovendien de mogelijkheid bieden om aan de overheden en de burgers een ruimere dienstverlening aan te bieden. Met de afwerking van het laboratorium wordt een eerste belangrijke stap gezet in de uitvoering van het masterplan voor het centrum. Verbreding van de land- en tuinbouw wordt verder gestimuleerd. Leader+ en het POP-programma zullen het mogelijk maken innoverende projecten op te zetten en te begeleiden. Dankzij de grensoverschrijdende Europese programma’s komen er ook middelen beschikbaar om met Nederland en Frankrijk zowel op het vlak van onderzoek en voorlichting, als op het vlak van verbreding, concrete initiatieven te nemen. Met de uitbouw van een netwerk zal de Provincie de coördinatie van landbouweducatie op zich nemen. De Provincie speelt hiermee in op de visie die het Vlaamse Gewest uitbouwt. Land- en tuinbouw zijn belangrijke pijlers in het globale plattelandsbeleid. Naast de Europese programma’s zijn landinrichting en ruilverkaveling aangewezen instrumenten om concrete initiatieven uit te werken.Via de werkgroep Platteland worden nieuwe initiatieven inzake landinrichting beoordeeld en getoetst aan provinciale beleidsopties.
Zeevisserij De opleidingen en vormingen voor zeevisserij zijn een fundamentele opdracht van de Provincie. Om tegemoet te komen aan de toenemende opleidingsvragen van de visserijsector enerzijds en de Europese gedachte van levenslang leren anderzijds, zijn een vakkundige opleiding van leerlingen en bijscholing van zeevaarders hierbij prioritair. De hedendaagse visserij vereist van alle zeevaarders extra competenties, voornamelijk op het vlak van maritieme veiligheid, efficiëntie navigatie en communicatietechnieken. Bedoeling is enerzijds de veiligheid te waarborgen van mensen en eigendommen op zee, en anderzijds het maritieme milieu te beschermen. Dit wordt gerealiseerd door de zeevaarders aanvullende opleidingen te geven op moderne en gecertificeerde simulatieapparatuur. De hernieuwing en modernisering van de apparatuur in het Centrum voor Maritieme Opleidingen wordt in 2003 doorgevoerd. Allerlei visserij- en baggerprocessen zullen gekoppeld worden aan het navigatieluik van de simulator. Ook zal de simulator beschikken over een panoramisch zicht van 360°. Het samenwerkingsverband Vlaamse Gemeenschap, Provincie,VDAB en Zeevissersfonds en meteen ook de Vlaamse visserij, krijgt daardoor de beschikking over een modern technologisch opleidingscentrum dat uniek is in de Europese Unie. De partijen die gezamenlijk instaan voor de exploitatie van het Centrum voor Maritieme Opleidingen hebben een overeenkomst bereikt over een nieuwe samenwerking voor de duur van tien jaar. De overeenkomst zal aanvatten op het moment dat de nieuwe apparatuur operationeel zal zijn d.i. uiterlijk 30 oktober 2003. Naast het initiatief tot modernisering van de apparatuur heeft de Provinciale Commissie voor de Zeevisserij (PCZV) in haar bijeenkomst van 19 juni 2002 uitdrukkelijk gevraagd dat de Provincie het voortouw zou nemen voor een nieuw, modern en functioneel opleidingsgebouw,zo mogelijk aansluitend bij de vissershaven van Zeebrugge.Ook voor dit project 24
wordt thans de mogelijkheid voor cofinanciering door de Europese Unie onderzocht. De nieuwe opleidingsunit moet eveneens uiterlijk 31 oktober 2003 operationeel zijn. Op deze wijze kan de nieuwe apparatuur onmiddellijk opgesteld worden in het nieuw technologisch Centrum. Voor de deelname in de kosten van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), dat in 1999 door de Provincie West-Vlaanderen samen met de Vlaamse Gemeenschap en het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk onderzoek opgericht werd, is ook in de begroting 2003 een subsidie ingeschreven. Dit gebeurt conform de budgettaire afspraken vastgelegd in de beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Provincie West-Vlaanderen en het VLIZ.
25
12. Economie en KMO De Provincie ondersteunt het economische gebeuren in West-Vlaanderen enerzijds met een reeks eigen beleidsinitiatieven en anderzijds via weloverwogen samenwerkingsvormen met instellingen die in de provincie actief zijn op het vlak van economie en middenstand. 2003 wordt een cruciaal jaar in de reorganisatie van het subregionaal economisch beleid in Vlaanderen en dit binnen het kader van het Beter Bestuurlijk Beleid. Belangrijk hierbij is dat de drie bestuursniveaus, namelijk het Vlaamse Gewest, de Provincies en de Gemeenten een consensus bereikt hebhen over het feit dat economische streekontwikkeling een provinciale kerntaak is. De Provincies dienen als bovenlokaal democratisch gelegitimeerd niveau in te staan voor de organisatie en het regisseurschap van het overleg tussen de verschillende betrokken lokale besturen en actoren én voor de beleidsbepaling op subregionaal niveau. Beleidsvoorbereiding wordt gerealiseerd door provinciale beleidscellen en de beleidsuitvoering door o.a. een provinciale overheidsmaatschappij. De consequenties van deze reorganisatie zullen voor de provinciale organisatie aanzienlijk zijn.Voor de uitbouw van die kerntaak zijn dan ook middelen in de begroting 2003 gereserveerd. Net als vorig jaar opteert de Provincie in 2003 voor een getrapt en op maat van de Provincie getekend subsidiepakket aan onder meer de GOM en het WES. In de begroting 2003 wordt voor de GOM een basissubsidie voorzien voor een pakket algemene dienstverlening aan de Provincie. Die opdracht bestaat onder meer uit het verzamelen en bijhouden van socio-economische gegevens, het analyseren en updaten ervan op een zodanige manier dat ze direct bruikbaar zijn op provinciaal niveau en uit het ontsluiten van de basisgegevens, de analyses en de updatings naar de beleidsactoren op provinciaal en gemeentelijk niveau en naar alle economische partners. Zoals in 2002 zal in de begroting 2003 ongeveer 75% van de subsidie aan de GOM toegekend worden via afzonderlijk af te sluiten beheersovereenkomsten voor specifieke opdrachten. Zo zal de GOM, in permanent overleg met de provinciale dienst Economie, met de provinciale Planologische Dienst, met de GIS-cel van de Provincie en met de Intercommunales WVI en Leiedal verder werken aan het geografisch infosysteem (GIS) bedrijventerreinen en aan de digitale economische kaart van West-Vlaanderen. In de begroting 2003 wordt een subsidie voorzien voor het WES als informatiecentrum, dit voor een basispakket gericht op het informeren van de sociaal-economische geledingen in de provincie via de uitgave van publicaties. Daarnaast wordt er een subsidie ingeschreven voor het WES als documentatiecentrum, meer bepaald voor de organisatie en werking van de bibliotheek en voor de aankoop van gespecialiseerde boeken en tijdschriften. De rest van de subsidie (ongeveer 35%) aan het WES is variabel en zal toegekend worden via afzonderlijk af te sluiten beheersovereenkomsten voor in 2003 uit te voeren specifieke opdrachten. In 2003 zal het WES, in permanent overleg met de provinciale dienst Economie, het virtueel leer- en kennisforum rond regionale economie en ontwikkeling verder vorm geven. Bovendien onderstelt het principe van het kennisforum een regelmatige updating en de virtuele bereikbaarheid van experten in de verschillende domeinen voor eventuele vragen. In haar beleidsprogramma 2001-2006 formuleert de Provincie de intentie om de administratieve begeleiding van zelfstandigen, KMO en bedrijven te verbeteren. Concreet wil de Provincie de gemeenten stimuleren tot en begeleiden bij het uitbouwen van een aanspreekpunt lokale economie. Daartoe zal zij een vormingsreeks lokale economie specifiek voor de gemeentelijke medewerker(s) lokale economie organiseren. In de begroting 2003 wordt een krediet ingeschreven voor onder meer de opmaak van het opleidingspakket en een folder voor het grote publiek. Het spreekt vanzelf dat inbreng vanuit de GOM en het WES – voortvloeiend uit de hun toevertrouwde opdrachten – in dit project geïntegreerd zal worden. De Provincie heeft in 2002 een openbare oproep uitgeschreven in het kader van het provinciaal initiatief duurzame bedrijfsgebouwen.Architecten,bedrijfsleiders,bouwheren,bouwpromotoren,en anderen worden aangemoedigd om projecten in te dienen, waarvan een selectie opgenomen zal worden in een publicatie. Doel van de publicatie en de eraan gekoppelde promotiecampagne is de economische sector sensibiliseren voor hedendaagse kwalitatieve en duurzame architectuur. Door aan interessante realisaties meer bekendheid te geven, wil de Provincie bedrijven stimuleren om bij de planning en uitvoering van (ver)nieuwbouwprojecten – naast puur economische overwegingen – ook oog te hebben voor de (visuele) kwaliteit van de leefomgeving.
26
13. Welzijn 1. Intersectorale en/of gebiedsgerichte welzijnsinitiatieven Binnen de werkterreinen van welzijn, voert de Provincie enerzijds een beleid gesteund op eigen initiatief en anderzijds een welzijnsbeleid dat wil inhaken op het Vlaamse beleid. Het gezond-heidspreventiedecreet, het decreet lokaal sociaal beleid, het decreet betreffende de zorgregio’s en de eerstelijnsgezondheidszorg zullen een onmiskenbare invloed hebben op het provinciale beleid. De Provincie wil hierop inspelen door de verdere ondersteuning van de regionale welzijnsraden, via een nieuw convenant en specifieke provinciale overlegplatformen om op die manier netwerkvorming en afstemming van zorgvormen te bevorderen. Andere kerntaak vormt de ondersteuning van de sociale planning van zowel particuliere als publieke welzijnsorganisaties. Na de start in 2002 worden voor het steunpunt sociale planning middelen voorzien voor softwaretoepassingen en datapresentaties.Voor het steunpunt vrijwilligerswerk binnen de dienst Welzijn wordt een specifiek werkingskrediet ingeschreven: vrijwilligersorganisaties ondersteunen bij de uitbouw van een doelgericht vrijwilligersbeleid is een opdracht waarvoor de Provincies gesubsidieerd worden door de Vlaamse overheid. Deze ondersteuning beoogt diverse sporen: de uitbouw op het internet van een vrijwilligersvacaturedatabank, juridische basisondersteuning, promotie via logistieke ondersteuning of doelgroepencampagnes en organiseren van vorming voor coördinatoren van vrijwilligersorganisaties. Een gebiedsgericht welzijnsbeleid wordt ten slotte geconcretiseerd in een krediet voor projecten met betrokkenheid van de gebiedswerking welzijn. Het zijn projecten die voortvloeien uit het leefbaar-heidonderzoek regio Leie en Schelde, of inzake de woonsituatie van senioren in landelijk gebied. Een tweetal projecten passen binnen Europese programma’s zoals de dorpsdienst Nestor in de Westhoek en een omschreven leefbaarheidstudie in de kustzone (cofinanciering doelstelling 2).
2. Woonbeleid De aandacht voor bovenlokale projecten gaat komend jaar uit naar het project intergemeentelijke samenwerking in de regio Izegem. Het is de bedoeling een intergemeentelijke huisvestingsdienst uit te bouwen voor de inwoners van Izegem en Ledegem, maar ook uitbreidbaar tot andere toetredende gemeenten. Het ondersteunen van particulieren binnen het woonbeleid werd in 2002 gerealiseerd door twee nieuwe reglementen: het toekennen van een premie voor het voorkomen van koolmonoxide-vergiftiging en een premie voor vochtbestrijding. Deze premies zullen op basis van alle elementen en onder meer de beperkte kredieten worden geëvalueerd met het oog op heroriëntering.
3. Zorgbeleid Het reglement waarbij vernieuwende projecten in de zorgsector aanspraak kunnen maken op ten hoogste drie jaar projectfinanciering, komt in 2003 ten uitvoering. Het betreft projecten met een vernieuwend en overdraagbaar karakter buiten de reguliere werking, die leiden tot een betere afstemming tussen vraag en aanbod, voor zover de initiatiefnemer vraaggestuurd te werk gaat. In de begroting werd dan ook ruimte voorzien om door actieonderzoek over een periode van twee jaar een instrumentarium te creëren waarmee wordt beoordeeld of een project wel vraaggestuurd is. Recent is de rusthuissector sterk geëvolueerd. De naam evolueerde van ‘rusthuis’ naar ‘woon- en zorgcentrum’ en ook de werking werd gemoderniseerd. Om deze sector in een correcte context te plaatsen, werkte de Provincie in 2002 samen met diverse woon- en zorgcentra een videoreportage uit. Dit jaar wordt aanvullend een educatieve lesmap vooropgesteld waarin leerlingen, stagiairs en jobstudenten vertrouwd gemaakt worden met het reilen en zeilen in een woonen zorgcentrum. De ondersteuning, het faciliteren en de verdere afstemming van de (thuis)zorg blijven een aandachtspunt met aandacht voor deskundigheidsbevordering en intervisie tussen hulpverleners.
27
4.Werkgelegenheid en gelijke kansen In 2003 zullen de bestaande beleidslijnen (gender en bestrijding van geweld) door het provinciaal steunpunt voor gelijke kansen verder uitgebouwd worden. Daarnaast wordt geopteerd om een aantal nieuwe zaken te initiëren: acties rond de positieve beeldvorming ten aanzien van personen met een handicap, holebi’s en personen in armoede. Het opzetten van een gelijkekansenplatform voor inspraak en participatie, de ondersteuning van ervaringsdeskundigen inzake armoede en de organisatie van vorming, sensibilisatie of deskundigheidsbevordering van het middenveld en de doelgroepen op het vlak van armoede, toegankelijkheid en mobiliteit worden vooropgesteld. Reeds 50 van de 64 West-Vlaamse gemeenten beschikken over een seniorenadviesraad en ook in 2003 worden verder middelen vrijgemaakt om de beleidsparticipatie van ouderen te optimaliseren. Het provinciaal kansenfonds als instrument tot financiële ondersteuning van armoedebestrijding en kansenscheppende projecten is vanaf 2003 opgenomen in de reguliere begroting en krijgt aldus binnen deze beleidssector een specifieke functie. De verminderde subsidiëring van arbeidstraject-begeleiding en arbeidszorg wil die provinciale instrumenten binnen het beleid naar tewerkstelling van kansengroepen afstemmen op de nieuwe federale en Vlaamse subsidieregelingen.
5. Gezondheidspreventie De coördinatie van het lokaal gezondheidsoverleg wordt verder opgenomen en middelen worden voorzien om gezondheidsprojecten op provinciale schaal te subsidiëren, rekening houdend met het vernieuwd kader dat geboden wordt door het toekomstige decreet op het preventief gezondheidsbeleid. Inzake baarmoederhalskankeropsporing worden de regionale campagnes voortgezet met specifieke aandacht voor risicogroepen, naast verdere stappen op het vlak van registratie met het oog op onder meer een kwaliteitsverbetering van de regionale campagnes. Inzake drugpreventie zal de Provincie haar coördinerende en ondersteunende rol spelen voor de lokale en regionale actoren in de particuliere en openbare sector. Binnen het federale en Vlaamse beleidskader wordt echter prioriteit verleend aan specifiek provinciale initiatieven. Door de snelle evolutie van de drugproblematiek zullen de beleidsdoelstellingen verfijnd worden in een vernieuwde strategie.Ten slotte moet een verhoogde provinciale steun het project van het Instituut voor medische dringende hulpverlening toelaten zijn verdere bovenlokale rol te vervullen.
6. Jeugdbeleid 2003 wordt het begrotingsjaar waarin het gedifferentieerde aanbod inzake jongerencultuur, met de ondersteuning van West-Vlaamse producties voor jongeren, ‘Van Slow tot Rap,’ de festivals ‘100 % puur uit de provincies,’ de projectondersteuning, de ‘Kunstbende’ en ‘Westtalent,’ wordt aangevuld met de ondersteuning van bovenlokale jeugdcultuurcentra en een nieuwe ‘fuifkoffers.’ Die laatste komen bovenop de educatieve pakketten die werden ontwikkeld ten behoeve van het jeugdwerk en het onderwijs. Na de thema’s ‘verdraagzaamheid’ en ‘afscheid nemen’ worden ze verder uitgebreid met ‘op eigen benen gaan staan’ en ‘kleuters ontdekken Noord-Zuid’. In 2003 wordt opnieuw een toonmoment gepland door de provinciale jeugdraad om het jeugdwerk in de kijker te stellen. Belangrijk aandachtspunt wordt de ‘inclusie van jongeren met een handicap.’ Daarnaast wordt met het geïntegreerd kustbeheer gezocht naar oplossingen voor de afnemende speelmogelijkheden in de duinen aan de kust. Ook nieuw is het interregproject met Zeeland en Oost-Vlaanderen omtrent de opleiding van jeugdadviseurs.Binnen de Provincie wordt ten slotte een ‘Vereffeningsfonds’ opgericht met partners uit de bijzondere jeugdbijstand, om jongeren te begeleiden bij het ‘vereffenen’ van de schuld (van kleine misdaden) aan hun slachtoffers.
7. Noord-zuidbeleid De heroriëntering die binnen Noord-Zuid in 2002 is gestart, wordt geconcretiseerd en naar structuur operationeel gemaakt. Hierbij fungeert het PEC als draaischijf: het verstrekt informatie en bevordert het educatief werk van organisaties of individuen actief in de Noord-Zuidrelaties en Duurzame Ontwikkeling. Samen met de doelgroepen wordt hiertoe een nieuw subsidiereglement gecreëerd. Met diverse werkgroepen (onderwijs, vernieuwing educatief werk, gemeenten en projecten) zullen educatieve tentoonstellingen en vormingssessies opgezet worden. De link tussen projecten in het Zuiden en West-Vlaanderen wordt bovendien versterkt. Een nieuwe website en nieuwsbrief zullen ook alle geïnteresseerden op de hoogte houden van de activiteiten binnen de derdewereldsector. De consultatiegroep projecten zal het projectenbeleid onderbouwen en naast het stimuleren van mondiale vorming in het onderwijs zal Kleur Bekennen de integratie en verdere uitbouw van het documentatiecentrum internationale opvoeding binnen zijn projectopdracht opnemen. 28
14. Toerisme en recreatie Om het toeristisch-recreatieve beleid in West-Vlaanderen voor te bereiden, te coördineren en te implementeren werd op 1 mei 2001 overgegaan tot de oprichting van het autonoom provinciaal overheidsbedrijf Westtoer. In 2003 zal het overheidsbedrijf integraal gericht zijn op het voorbereiden en uitvoeren van de beheersovereenkomst, mede ondersteund door middelen vanuit Europa (Doelstelling 2, Phasing Out en Interreg III) en vanuit Vlaanderen (subsidie voor toeristische uitrusting Steunpunt Toerisme, Kust Actieplan). Dit houdt o.m. in: ❚ gebiedsgerichte aanpak voor toerisme en openluchtrecreatie met voldoende aandacht voor de optimalisering van de verbinding tussen de regio’s. Hierbij spelen de regio-managers een cruciale rol; ❚ Introduceren van strategische beleidsplanning in de diverse toeristisch-recreatieve regio’s. Dit wordt door het Vlaamse niveau als een essentieel instrument erkend, in die mate dat de financiering van toeristisch-recreatieve projecten straks afhankelijk zal worden gemaakt van het feit of ze al dan niet passen in de context van dergelijke beleids-plannen. Strategische beleidsplanning dient gezien te worden als een proces, gaande van visievorming tot de concrete realisatie van projecten. Na de afwerking van het strategisch plan van de Westhoek en van de Kust zal Westtoer het strategisch beleidsplan van de Leiestreek ter goedkeuring voorleggen aan de Provincieraad in de eerste helft van 2003. Met het beleidsplan toerisme en recreatie voor het Brugse Ommeland wordt in het najaar van 2002 gestart. Het ontwerp van dit beleidsplan zal ter goedkeuring aan de Provincieraad worden voorgelegd tegen het eind van 2003; ❚ Ondersteunen van structurerende en innovatieve toeristisch-recreactieve projecten en van projecten die de identiteit van de diverse regio’s versterken; ❚ Versterken van het publieksvriendelijke karakter van de provinciale domeinen; ❚ Samenbrengen van financiële middelen in regionale promotiepools en uitvoeren van de operationele marketing per regio; ❚ Uitbouwen van een permanent informatiesysteem omtrent toerisme en recreatie in de provincie; ❚ Meten van dagtoerisme aan de kust; ❚ Uitvoeren van eigen onderzoeksprojecten; ❚ Waarnemen van de externe vertegenwoordiging van de Provincie in de diverse overlegplatforms omtrent toerisme en recreatie op Europees,Vlaams, regionaal en lokaal vlak; ❚ Opmaken van beleidsnota’s in verband met het provinciaal toeristisch-recreatief beleid; ❚ De verdere uitbouw en instandhouding van het provinciale netwerk van recreatieve routes, waarbij vooral het aanbod wandel- en ruiterroutes zal worden verruimd; ❚ Om het recreatief fietsen in de Westhoek extra aan te moedigen en tot een speerpuntfunctie binnen het toeristischrecreatieve product van de streek te laten uitgroeien, zal complementair aan het fietsroutenet ook een specifieke fietsbewegwijzering naar bezoeksdoelen worden uitgezet. Hierbij zal tevens gestreefd worden naar een integratie van de bewegwijzering voor het utilitaire en het recreatieve fietsverkeer. ❚ De organisatie en implementatie van het beheer en het onderhoud van de routes en de ondersteunende infrastructuur; ❚ Waarnemen van managementopdrachten (Kustfietsroute, Mice-project, Oude Vismijn Zeebrugge, IJzermonding), uitgebreid met het projectmanagement van diverse nieuwe initiatieven, die zich vooral situeren binnen het kader van de lopende Europese ondersteuningsprogramma’s zoals Interreg III en Phasing Out.
29
15. Cultuur De culturele kerntaken spitsen zich toe op de voorbereiding en de uitvoering van het kunst- en cultuurbeleid, bepaald door de provincieraad, rekening houdend met het cultureel beleid van andere overheden en met respect voor het culturele veld. Doel is de realisatie en de ondersteuning van een rijk en gevarieerd cultureel leven in West-Vlaanderen, met de nadruk op cultuur met regionaal of provinciaal bereik en met kwaliteit. ❚ Het nieuwe decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid schrijft een belangrijke rol toe aan de Provincies inzake het organiseren van het streekgericht bibliotheekbeleid. Het opzetten en realiseren van samenwerkingsprojecten tussen bibliotheken en culturele of andere instellingen en organisaties, het opzetten en ontwikkelen van promotionele activiteiten en het verlenen van ondersteuning aan de openbare bibliotheken inzake informatica, management zijn maar enkele voorbeelden van taken die de Vlaamse overheid aan de Provincies toedicht. In 2002 werd door alle Provincies eenzelfde convenant afgesloten met de minister voor Cultuur en werd door elke Provincie een beleidsplan opgemaakt voor de periode 2003-2007. In het West-Vlaamse beleidsplan staat op welke manier de Provincie de opgelegde opdrachten zal uitvoeren en welke doelen ze wil bereiken. In 2003 wordt begonnen met de uitvoering van dit beleidsplan. ❚ Sommige subsidiereglementen zullen in 2003 aangepast worden zodat ze adequaat en bruikbaar blijven voor het werkveld. In 2002 werd reeds het reglement ter ondersteuning van de hedendaagse niet-klassieke muziek aangepakt. De nadruk bij de nieuwe en herwerkte reglementen zal komen te liggen op projectsubsidies in plaats van op structurele ondersteuning. Het financieel participeren in het project ‘Groenplaats’ (Brugge) is daar een concreet voorbeeld van. ❚ Er wordt ook een krediet ingeschreven onder de noemer erfgoedprojecten. Daarmee kunnen, in aanloop naar het toekomstige takenpakket dat ons vanuit het kerntakendebat inzake cultureel erfgoed wordt aangereikt, reeds kleine projecten worden gerealiseerd in samenwerking met externe partners. ❚ De Provincie wenst op het vlak van cultuur ook in 2003 bijzondere aandacht te besteden aan de jongeren. Daarom zal ze een aantal jongerencultuurcentra en projecten rond jongerencultuur ondersteunen en begeleiden. Reeds bestaande en/of nieuwe initiatieven met regionale of provinciale uitstraling kunnen blijven rekenen op de steun van het Provinciebestuur. ❚ TiNCK, het Ticket Informatie Cultuur Knooppunt, is wegens de specifieke werking omgevormd tot gewoon provinciebedrijf. Na de vuurdoop in 2002 voor het ticketingsysteem met de grootse evenementen Brugge 2002 en Anno ’02 zal TiNCK nu zijn aandacht toespitsen op het volledige West-Vlaamse culturele veld.Aan elke culturele partner (organisatie,cultureel centrum,…) die zich wenst aan te sluiten bij TiNCK zal een basispakket ter beschikking worden gesteld bestaande uit één licentie en het basisonderhoud voor deze licentie. De Cultuurdatabank, het tweede luik, dat een overzicht geeft van alle culturele evenementen in de Provincie zal verder worden verfijnd. ❚ Nadat vorig jaar een nieuwe impuls werd gegeven aan het Westhoek Vredespark, zullen in 2003 een aantal projecten worden gerealiseerd. Het gaat hier o.a. om de Vredestuin in Zonnebeke, de herinrichting van de spoorwegbedding Diksmuide-Nieuwpoort en twee realisaties in het kader van het project landschapskunst met name in Fortem en in Woesten. In samenwerking met de Vlaamse overheid wordt eveneens in het kader van het Westhoek Vredespark werk gemaakt van de inventaris van alle oorlogsrelicten uit WO I.Twee medewerkers zullen voltijds gedurende twee jaar werken aan deze inventaris. ❚ Ook in samenwerking met de Vlaamse overheid werd in 2002 reeds gestart met het maken van een inventaris van het cultureel erfgoed in de Vlasvallei.Voor het realiseren van dit project werd een voltijds personeelslid aangeworven. In 2003 wordt dit project voortgezet. ❚ De voorlopige conclusies van het kerntakendebat geven aan de Provincie de bijzondere taak van het vullen van witte vlekken binnen het cultureel veld m.b.t. de cultuurspreiding en de platformwerking van verschillende actoren. De Provincie voorziet daarom werkingskredieten om samen met het culturele klaverblad (het Concertgebouw in Brugge, het Cultureel Centrum ‘De Spil’ in Roeselare, de Stadsschouwburg in Kortrijk en het Casino in Oostende) daarvan werk te maken. ❚ In 2003 wordt een krediet ingeschreven voor de realisatie van een historische bibliografie. ❚ In opvolging van de vroegere kredieten voor ‘Regionale projecten met internationale uitstraling‘ en ‘Provinciale stimuli voor toerisme‘ wordt vanaf 2003 een nieuw investeringskrediet voorzien voor projecten binnen de cultuurtoeristische sector. De Provincie wil daarmee haar steentje bijdragen aan het realiseren van grote en middelgrote projecten. 30
❚ De voormalige kunstgalerij Art box in Waregem wordt door de Provincie West-Vlaanderen aangekocht. Bedoeling is om Art box uit te bouwen tot een centrum voor hedendaagse kunst. Drie functies zullen hierbij centraal staan: de tentoonstellings-, de ontmoetings- en de creatiefunctie.Vooraleer werk kan worden gemaakt van de inhoudelijke invulling, moeten nog een aantal veiligheids- en toegankelijkheidswerken plaatsvinden.Vermoedelijk zal Art box als provinciaal centrum zijn deuren openen in het najaar. De collectie van het PMMK-Oostende is toonaangevend voor de evolutie van de moderne kunst in België en dit vanaf haar ontstaan tot op heden. De verdere uitbouw van deze verzameling is prioritair en gestoeld op twee principes: enerzijds het op de voet volgen van de actuele kunst en anderzijds het aanvullen van de aanwezige lacunes binnen de bestaande basiscollectie. Het PMMK heeft tevens tot doel een internationale verzameling van glas en keramiek aan te leggen en dit met werk dat te maken heeft met sculptuur en beeldende kunst in het algemeen. De zorg voor het ‘behoud en het beheer’ van deze collectie is een tweede bijzonder belangrijk item. De aanwerving van een collectie- en restauratieverantwoordelijke past in dit tweede beleidspunt. Het PMMK-Oostende heeft een tentoonstellingsbeleid dat ook internationaal gericht is. Het meest actuele wordt voortdurend geconfronteerd met wat in het buitenland gebeurt. Gelegenheidstentoonstellingen van buitenlandse kunstenaars bieden deze mogelijkheid. In 2003 zal in het PMMK de tentoonstelling ‘Marines in Confrontatie’ plaatsvinden. Deze tentoonstelling kadert in ‘2003 Beaufort’, het eerste initiatief van de vzw Ku(n)st. De vzw Ku(n)st, waarin ook de Provincie participeert, wil een driejaarlijks groots kunstenevenement organiseren aan de kust. Eind 2003 zal in het museum de retrospectieve Jean Brusselmans worden opgezet. Het PMMK wil naast de jeugd ook het grote publiek informeren en sensibiliseren. Zowel voor individuele belangstellenden als voor groepen en scholen is een uitgebreid educatief programma uitgewerkt. Er is een jeugdatelier, er zijn tevens educatieve rondleidingen zowel in de vaste collectie als in de gelegenheidstentoonstellingen. Er worden educatieve brochures alsook video’s en cd-roms en websites aangemaakt. In het museumdecreet en de uitvoeringsbesluiten van de Vlaamse Gemeenschap wordt de aanwezigheid van een afzonderlijke museumbibliotheek met gespecialiseerd personeel als een van de voorwaarden gesteld voor de erkenning in landelijk niveau. De openstelling van de bibliotheek wordt gepland voor 2003.
31
16. Onderwijs Het onderwijs is in volle evolutie en het is dan ook bijzonder belangrijk dat ingespeeld wordt op nieuwe uitdagingen. De Provincie zal ook in 2003 inspanningen blijven leveren bij de start en de verdere werkzaamheden van de drie WestVlaamse Regionale Technologische Centra (RTC’s). Ze wenst tevens in het kader van de Streekhuizen onderdak te bieden aan deze drie projecten.Verder wil de Provincie ook haar nauwe samenwerking met de drie Edufora blijven voortzetten en de functie van juridisch werkgever van de drie coördinatoren op zich blijven nemen.
1. Provinciaal Technisch Instituut (PTI) Kenmerkend voor het PTI blijft de specificiteit van de studierichtingen Textiel,Tuinbouw, Bloemsierkunst en Biotechnieken en hun verankering binnen de bedrijfscultuur van de regio Zuid-West-Vlaanderen. Voor het PTI-dagonderwijs wordt in 2003 bijzondere aandacht besteed aan: ❚ De verdere uitbouw van het BSO – textiel (modulair) / metaal. ❚ Het behoud van de derde graad BSO - bloemsierkunst. ❚ Kwaliteitszorg (implementatie van het zelfevaluatie-instrument PROZA), zorgverbreding en ICT-ondersteuning. Een ver doorgedreven informatisering moet methodiek en didactiek ondersteunen, iedereen toegang bieden tot informatie- en communicatiekanalen en leiden tot een grote mate van zelfinstructie die onontbeerlijk is bij levenslang leren. ❚ Flexibel personeelsbeleid en tevredenheid van leerlingen, ouders, leerkrachten en alle andere betrokkenen. ❚ Renovatiewerken op de campus Karel De Goedelaan met o.a. de uitbouw van een nieuwe sanitaire unit en speelplaats voor leerlingen van de eerste graad. ❚ De start van de globale renovatie van de campus Tuinbouwschool. ❚ Participatie aan het project Promechatronica (in het kader van het Regionaal Technologisch Centrum Zuid- en Midden-West-Vlaanderen). Eén leerkracht van het PTI zal deeltijds vrijgemaakt worden om te kunnen participeren aan het project en één satelliet (pneumatica en hydraulica) zal met subsidies vanuit het project Promechatronica (5 miljoen BEF) ingeplant worden op het PTI. ❚ Grensoverschrijdende samenwerking (Euregio Scheldemond). In 2003 wordt een Europees project ingediend, met de bedoeling vanuit de werkgroep onderwijsvernieuwing de NOVES–website (Netwerk Onderwijs Vernieuwing Euregio Scheldemond) uit te bouwen. De bedoeling is de scholen een platform te bieden waar ze concrete vragen naar samenwerking met andere partners kunnen plaatsen en consulteren.
Voor het PTI–CVO (Centrum voor Volwassenenonderwijs) gelden volgende aandachtspunten: ❚ Verdere modularisering van de lineaire opleidingen. ❚ In het kader van de schaalvergroting komen tot samenwerkingsverbanden met andere onderwijsinstellingen. ❚ Samenwerking onderwijs – industrie verbeteren.
2. Provinciaal Maritiem Instituut (PMI) De hoofdopdracht van het Provinciaal Maritiem Instituut is het opleiden van technisch goedgeschoolde leerlingen die tewerkgesteld worden in zowel de zeevisserij- als de kleine handelsvaartsector. De aandachtspunten voor 2003 zijn: ❚ De promotie van het zeevisserij-onderwijs. Het Provinciaal Maritiem Instituut werkte in 2002 een volledige promotiecampagne uit die de naam ‘Zee Kiezen’ draagt. Daarvoor werd een coördinator aangeworven. In 2003 krijgt deze campagne een vervolg. De uitgaven voor promotie omvatten o.a. het bekostigen van beurzen, affiches, flyers, folders enz. Het contract van de coördinator wordt bijgevolg ook nog voor het schooljaar 2002-2003 verlengd. In samenwerking met de sector zal ook een promotiespot worden aangemaakt. Deze spot wordt volledig bekostigd door de sector. 32
❚ Het bevorderen van de nascholing van het personeel en het creëren van de mogelijkheid om meer studiedagen en voordrachten te organiseren. ❚ Het organiseren van nieuwe cursussen in het kader van het volwassenenonderwijs, bijvoorbeeld de cursus Jachtman en de cursus Motoren. ❚ Het aanpassen van de gehele school aan de moderne vereisten. Hierbij is o.a. de uitbreiding van de schoolbibliotheek, een update van het informaticalokaal, de installatie van een nieuwe server voorzien. ❚ Het optimaliseren van de administratie. In 2002 werd reeds de ploeg van het administratief personeel uitgebreid. In 2003 zal de administratie verder worden geëvalueerd en gemoderniseerd. ❚ Het vervangen van machines in de werkplaats naar aanleiding van de wetgeving Welzijn op het werk en de inspectie van de Interne Dienst voor de Preventie en Bescherming op het werk. Deze aankopen zijn tevens noodzakelijk om versleten materiaal te vervangen en om te beantwoorden aan de technische vereisten van STCW’95 normen. ❚ Het opleidingsschip de ‘Broodwinner’ is dringend aan vervanging toe. Een dossier werd reeds aan de Vlaamse minister van Onderwijs bezorgd. De Provincie hoopt dat de vervanging van het schip in 2003 zal kunnen worden gerealiseerd.
3. Hoger onderwijs, teleleren en basiseducatie Voor 2003 worden volgende beleidsprioriteiten voorgesteld: ❚ Promoten en uitbreiden van het teleleren in de provincie via EduWEST.be, zowel bij het grote publiek, de bedrijfswereld als bij het reguliere onderwijs. ❚ Opzetten van een imagocampagne in samenwerking met de drie West-Vlaamse hogescholen en de KULAK ter promotie van het hoger onderwijs in West-Vlaanderen. ❚ Stimuleren en subsidiëren van de permanente vorming op het niveau van het hoger onderwijs in West-Vlaanderen. ❚ Ondersteunen van de centra voor basiseducatie in West-Vlaanderen en helpen met hun promotie. ❚ Ondersteunen van eindejaarsstudenten in hun wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot West-Vlaamse thema’s. ❚ De studie 'Versterking van het hoger onderwijs in West-Vlaanderen', opgemaakt door het WES in 2002 met als doel argumenten aan te brengen om het hoger onderwijs in West-Vlaanderen te versterken en hiertoe een actieplan te ontwikkelen, wordt in 2003 verfijnd om de afspraken tussen de instellingen hoger onderwijs en het actieprogramma te concretiseren.
33
17. Sport Door middel van een actief sportbeleid streeft de Provincie naar maximale sportbeoefening van de West-Vlamingen in kwaliteitsvolle omstandigheden. De strategie die daarbij gevolgd wordt, bestaat in de uitbouw van bovenlokale sportinfrastructuur, de actieve sportpromotie door de organisatie van provinciale sportevenementen, de heterogene verspreiding van sportinformatie, de ondersteuning van sportstructuren en sportmanifestaties en de actieve coördinatie van het sportgebeuren in onze provincie. De beleidsintenties voor 2003 vormen de concrete voorhoede van de ambitieuze plannen vervat in de nieuwe sportbeleidsnota 2002-2006, die in het najaar van 2002 aan de provincieraad wordt voorgelegd. Op basis van een ruimtelijke structuurschets voor een duurzame en kwalitatieve ontwikkeling van het provinciedomein De Gavers is het de bedoeling een te faseren realisatieprogramma te formuleren. Die schets of algemene visie zal aangeven welke ontwikkelingen en functies op welke plaatsen in het domein mogelijk zijn en hoe zij optimaal afgestemd en geïntegreerd kunnen worden. Op het sportieve vlak moet dit alvast leiden tot een uitgebreid aanbod voor groepen en recreanten.Vooral wat schoolsportdagen betreft wordt een verdere groei verwacht door de organisatie bewust uit te besteden aan externe partners. Het 25-jarige Olympiabad staat voor een aantal uitdagingen. De noodzaak van technische renovatiewerken en een eigentijdse, recreatieve uitbouw vergen een meerjarenvisie. Een enquête over het huidige zwembadgebeuren in de regio Brugge en de hele provincie moet aangeven in welke richting dit sportcomplex boordevol potentialiteit kan evolueren. Zo moet bijvoorbeeld uitgezocht worden of de piste van externe investeerders de nodige slagkracht kan geven voor een succesvolle toekomst van een uitgesproken omni(water)sportgericht centrum. Het zilveren jubileum van het Olympiabad zal extra in de verf gezet worden door een aantal grote zwemkampioenschappen naar Brugge te halen. Met het nieuw reglement voor de jaarlijkse toekenning van de West-Vlaamse Sportprijzen evolueerde de uitreiking tot een wervelende show van infotainment, humor en sport. De enorme weerklank noopt ertoe om de Sportprijzen nog grootschaliger aan te pakken en ze bij het brede sportpubliek verder bekend te maken. Het sportaanbod aan het provinciepersoneel is neemt gestadig toe. Spraakmakend en trendsettend wordt het project ‘EPO voor het werk’ (‘Efficiënt Personeel Oefenen’) waarbij 40 personeelsleden de kans krijgen om op een wetenschappelijk onderbouwde manier hun fysieke conditie aan te scherpen. Elk jaar wordt ondersteunt de Provincie sportmanifestaties met bijzondere uitstraling die op het grondgebied West-Vlaanderen georganiseerd worden. In 2003 zal de Provincie haar inspanningen concentreren op een beperkt aantal evenementen en sporttakken en, die weliswaar een grotere publicitaire uitstraling bezorgen. Daarnaast zullen – in het wiel van het Flandriens-project – nieuwe initiatieven voor het grote publiek opgestart worden, waarbij sport ook als een ideaal marketinginstrument voor de Provincie kan fungeren. Sport voor personen met een handicap wordt steeds duidelijker een provinciale kerntaak. In 2003 zullen de resultaten bekend zijn van de wetenschappelijke studie-opdracht rond de inventarisatie en behoeftendetectie van de gehandicaptensport in West-Vlaanderen. Zij zullen de aanzet geven tot een gefundeerd sportbeleid voor deze doelgroep. Het meerjarenproject 'impulsgemeenten' wil aan kleine gemeenten zonder sportambtenaar of sportinfrastructuur financiële startmiddelen geven voor de uitbouw van een lokaal sportbeleid. Na Koekelare vormen Veurne en Hooglede de nieuwe gemeenten die in dit uitdovende project stappen, zodat de eindbetrachting van professionele sportkrachten in elk van de 64 gemeenten bijna een feit is. Om de geografische spreiding van de burensportdiensten of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden te verbeteren, werd een achtste burensportdienst gestart in de Westhoek, die in 2003 zijn eerste volledige werkjaar zal kennen. Deze gebiedsgerichte sportwerking wordt jaarlijks via werkingssubsidies geschraagd. Het uitgangspunt om als provinciale overheid het lokale niveau - en meer bepaald gemeentelijke promotieprojecten die een permanente sportbeoefening bevorderen - financieel te steunen, wordt geleidelijk verlaten om plaats te maken voor meer kwaliteitsbevordering in de vorm van een echt label.
34
35
36