Inhoudstafel Voorzitter Jobs, dankzij export 2 Beleidsorganen Structuur 4 Samenstelling van het Bureau
5
Samenstelling van de Raad van Bestuur
6
Promotie 7 Conjunctuur De Belgische textielindustrie in 2010
10
De Belgische hout- en meubelindustrie in 2010
13
Europa 16 Economie 19 Hof-ter-Vleestdreef, 5/1
Sociaal 23
1070 Brussel Tel.: +32 2 528 58 11
Milieu en techniek
27
Fax: +32 2 528 58 09 www.fedustria.be
Productgroepen Een mozaïek van activiteiten
30
Interieurtextiel 32 Technisch textiel
34
Kledingtextiel 36 Veredeling 38 Spinnerij en voorbereiding
39
Meubel 40 Houten plaatmateriaal
44
Houten constructie-elementen
45
Houten verpakkingen
46
Andere producten van hout
47
Diensten en contactpersonen
www.fedustria.be
Jaarverslag
2010 - 2011
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Voorzitter Jobs, dankzij export
Na de zware economische crisis die in onze industriële sectoren hard heeft toegeslagen in 2008 en vooral 2009, bracht 2010 een voorzichtige kentering. De crisis was dan wel nog niet voorbij, maar het dieptepunt bleek toch te zijn bereikt. De schuchtere heropleving verloopt sindsdien evenwel aarzelend. Het herstel zoekt een tweede adem. Hopelijk wordt die in de loop van dit jaar gevonden.
Philippe Corthouts
Maar om ten volle te kunnen profiteren van de economische heropleving, moeten onze bedrijven voldoende gewapend zijn. En het is net daar dat het schoentje wringt. Onze industrie blijft geconfronteerd met structurele handicaps, die het moeilijk maken om te wedijveren met de internationale concurrentie.
Immers, in België worden wij op vrijwel alle vlakken geconfronteerd met de hoogste kosten. Onze loonkost is zelfs wereldrecordhouder, vooral door de torenhoge lasten op de lonen. Deze handicaps maken onze producten duurder, waardoor wij bestellingen aan onze neus zien voorbijgaan. Onze concurrenten, van veraf maar ook van dichtbij, kunnen immers met betere wapens strijden op de internationale markten. En wij moeten het nu eenmaal hebben van deze buitenlandse markten, omdat de Belgische markt veel te klein is voor onze industrie. Wij exporteren gemiddeld zowat 70 % van onze omzet, in sommige bedrijven zelfs tot 98 %. We zijn, met andere woorden, gedoemd om internationaal competitief te zijn. Het binnenhalen van deze bijkomende bestellingen is immers levensnoodzakelijk voor de tewerkstelling. Onze fabrieken moeten op hoge capaciteit kunnen draaien, om onze mensen aan het werk te houden en nieuwe aanwervingen te doen.
2
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Recor Bedding
Export staat dus gelijk met het creëren van welvaart, via jobs. Maar dat gaat natuurlijk enkel met competitieve bedrijven. Export betekent dat het buitenland onze jobs betaalt! Het buitenland moet dan wel bereid zijn om te betalen voor onze Belgische textiel-, hout- en meubelproducten. En precies daarom moeten we competitief zijn. Enkel zo is de cirkel rond. Ons pleidooi voor een betere (loonkosten-)competitiviteit voor onze bedrijven is dus niet tegengesteld aan de belangen van onze werknemers, wel integendeel. Deze belangen lopen gelijk. Als onze bedrijven competitiever worden, geeft dat meer werkzekerheid en leidt dit tot het creëren van nieuwe tewerkstelling. De welvaart van ons land loopt onvermijdelijk over de drie-eenheid “competitiviteit-export-jobs”. Het beleid moet dan ook consequent deze drie-eenheid respecteren. Voor een deel hebben we dit zelf in handen via het sociaal overleg. Wij blijven er onze sociale partners voortdurend op wijzen dat het dankzij de export is dat er ook jobs zijn in de industrie. Want alleen competitieve bedrijven kunnen succesvol exporteren. Ook het overheidsbeleid kan een belangrijke bijdrage leveren tot het versterken van het industriële weefsel. Dat vraagt dan wel een consequent industrievriendelijk beleid, zoals in het jongste decennium bijvoorbeeld in Duitsland wordt gevoerd. Alle geledingen van de Duitse maatschappij zijn ervan overtuigd dat een sterke industriële basis de sokkel is waarop de welvaartspiramide van het land is gebouwd. Dat Duitsland nu het meest profiteert van de algemene economische heropleving mag geen toeval worden genoemd. Het is immers het resultaat van een volgehouden consequent beleid. Alleen door de afbouw van de structurele handicaps zal onze industrie maximaal kunnen inspelen op de toekomstige groei. De verdere afbouw van de loonkostenhandicap staat daarin centraal. Dit is immers absoluut noodzakelijk om onze bedrijven competitiever te maken, lees: succesvoller op de exportmarkten. Dat is niet alleen goed nieuws voor de bedrijven zelf, maar ook voor de mensen die er werken en voor zij die een job zoeken! Philippe Corthouts, voorzitter Jean-François Gribomont, vicevoorzitter
© Nilorn Belgium © Libeco Home
3
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Beleidsorganen Structuur Fedustria is een vereniging zonder winstoogmerk (vzw) en heeft dus de klassieke beleidsorganen: Algemene Vergadering, Raad van Bestuur, Bureau (dagelijks bestuur). Zij wordt geleid door een voorzitter en een vicevoorzitter. De Algemene Vergadering bestaat uit alle bedrijven die lid zijn van Fedustria vzw. Alle ondernemingen die actief zijn in de productie van textiel of van houten producten of meubelen in ons land, kunnen effectief lid worden van Fedustria vzw en hebben elk één stem in de Algemene Vergadering. Fedustria vzw is op 1 januari 2007 van start gegaan als fusiefederatie van de voormalige Febeltex vzw en Febelhout vzw. De termijn voor het voorzitterschap is drie jaar en de voorzitter is beurtelings een vertegenwoordiger van de textielsector en een vertegenwoordiger van de hout- en meubelsector. Sinds 29 april 2010 neemt de heer Philippe Corthouts het voorzitterschap van Fedustria waar en dit voor een periode van drie jaar. Hij wordt bijgestaan door de heer Jean-François Gribomont (vicevoorzitter). Het dagelijks bestuur is in handen van een Bureau dat bestaat uit tien industriële leden, met name vijf bedrijfsleiders uit de textielsector en vijf bedrijfsleiders uit de hout- en meubelsector. De directeur-generaal, de adjunct-directeur-generaal en de secretaris-generaal wonen de vergaderingen van het Bureau bij zonder stemrecht. Het Bureau neemt het dagelijks bestuur waar en zorgt ervoor dat de genomen beslissingen worden uitgevoerd. Alle belangrijke standpunten en beslissingen van de federatie worden genomen door de Raad van Bestuur van Fedustria vzw. De Raad van Bestuur is zeer ruim samengesteld om een zo breed mogelijk beslissingsdraagvlak te hebben. Beide grote sectoren duiden elk twintig vertegenwoordigers aan: twintig bedrijfsleiders van de textielsector en twintig bedrijfsleiders van de hout- en meubelsector. Om het bestuur van de federatie soepel te houden, is deze Raad van Bestuur ook opsplitsbaar, hetzij sectoraal in resp. een deelraad textiel en een deelraad hout en meubel, hetzij regionaal waarbij alle Vlaamse leden apart kunnen beslissen over Vlaamse aangelegenheden en alle Waalse leden apart kunnen beslissen over Waalse aangelegenheden. Deze gewestelijke deelraden zijn dus m.a.w. Fedustria Vlaanderen en Fedustria Wallonië. Daarnaast zijn er ook nog twee belangrijke adviescolleges: een adviescollege voor sociale zaken en een adviescollege voor economische zaken. Zij geven advies aan de Raad van Bestuur, die de finale beslissingen neemt. Voor productspecifieke zaken kunnen ook de (product-)groepen worden samengeroepen (bv. houten plaatmateriaal, interieurtextiel, houten constructie-elementen, textielveredeling…). Zij kunnen ook beslissingen nemen, maar louter en alleen voor productspecifieke zaken. Binnen Fedustria bestaan er een 20-tal grote en kleine productgroepen.
4
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Santens
Samenstelling van het Bureau (op 29/04/2010) Namens de hout- en meubelindustrie •
Philippe Corthouts, voorzitter Recor
•
Peter De Meyer LS Bedding
•
Jan Ide SpanoGroup
•
Vincent Jonckheere Jonckheere.Wood
•
Raymond Meers Mecam
Namens de textielindustrie •
Jean-François Gribomont, vicevoorzitter Utexbel
•
Rudy De Lathauwer Denderland-Martin
•
Dominique Godin Traitex
•
Pierre Hanet Microfibres Europe
•
Michèle Sioen, uittredend voorzitster Sioen Industries
Maken ook deel uit van het Bureau zonder stemrecht •
Fa Quix, directeur-generaal Fedustria
•
Guy Van Steertegem, adjunct-directeur-generaal Fedustria
•
André Cochaux, secretaris-generaal Fedustria
© Kewlox © BuzziSpace
5
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Samenstelling van de Raad van Bestuur (op 29/04/2010) Vertegenwoordigers van de textielindustrie •
Associated Weavers Europe
•
Erik Deporte • •
Jean-François Gribomont
Maes Mattress Ticking Jef Maes
•
Vanmarcke Textielveredeling Koen Buyse
Beaulieu International Group
•
DesleeClama
•
Microfibres Europe
•
Verstraete & Verbauwede
•
Vetex
Bekaert Textiles
Jos Deslee •
Belgotex Bonar Technical Fabrics Concordia Textiles Coverfil Michel Verhelst
Desso
Pierre Hanet •
Pierre Van Trimpont * •
Escolys Textiles
•
Groep Masureel Veredeling
•
IVC
•
Iwan Simonis Marc Simonis
Santens Seyntex Arthy Seynaeve *
•
Herman Paridaens •
Stefaan Verstraete * Patrick Rigole * •
Jean-Baptiste Santens
Francis Verstraete •
Osta Carpets Johan Dejager *
Jean-Paul Depraetere
Manu Tuytens •
Utexbel
•
Orwig Speltdoorn •
•
Raymond Libeert
Denderland-Martin Rudy De Lathauwer
Dirk Dees * (1) •
Libeco-Lagae
•
Paul De Meulemeester * •
•
Balta Industries Jules Noten Steven Ryon (1)
•
De Witte Lietaer Antoon Vandeginste *
Sioen Industries
Vlerick Group Philippe Vlerick *
* plaatsvervangende leden (1) wijzigingen na 29/04/2010
Michèle Sioen •
Traitex Dominique Godin
Vertegenwoordigers van de hout- en meubelindustrie •
Bevepal
•
6
Dewolf
•
Edwin Dewolf
Jos Dewael *
Keuleers
•
Dirk Keuleers *
Sofabed Marnix Magdelijns *
•
Boone Jan Van Hecke
•
Durcolo Frédéric De Vel
•
Lefevere Industries Luc Billiet *
•
SpanoGroup Jan Ide
•
Brabo / Gebo Hout Etienne Roels *
•
Dux International Paul De Poot
•
LS Bedding Peter De Meyer
•
SpanoGroup Wim Seynaeve *
•
Caluwaerts Christel Caluwaerts
•
Engels Christophe Engels *
•
Mecam Luc Meers *
•
Theuns Theo Theuns
•
Cras Frédéric Cras
•
Eurolijsten Jean Pierre Cours *
•
Norbord Irvin Coussens
•
Unilin Bernard Thiers
•
De Coene Products Pascal Vanderhaeghen *
•
Finaspan Charles Mariën *
•
Pasec Ferdinand Verveckken
•
Unilin Flooring Paul De Cock *
•
De Zetel Geert Behaegel
•
Habo Jozef Luyckx
•
Perfecta Anthony Vanderschelden
•
Van Houdt Bart Vansichen
•
Decof Dirk Decoopman *
•
Indera Raymond Meers
•
Recor Philippe Corthouts
•
Deknudt Frames Bruno Deknudt
•
Jonckheere.Wood Vincent Jonckheere
•
Recticel Bedding Erwin Vermeulen *
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
* plaatsvervangende leden
Promotie
Sensibiliseringsacties “Gebruik hout alvorens het te verbranden!” Tijdens het ganse jaar en in het bijzonder in de maand oktober van 2010 voerde Fedustria intensief actie om de problematiek van de verbranding van hout voor “groene energie” onder de aandacht van de media en de beleidsmakers te brengen. Steeds meer hout zal immers in de toekomst worden verbrand voor de productie van “groene energie”, ondersteund door vele subsidiemechanismen in de EU. Deze subsidies laten elektriciteits- en warmteproducenten toe veel meer te betalen voor hout als brandstof dan de klassieke houtverwerkende bedrijven kunnen geven voor hout als hernieuwbare grondstof. De houtverwerkende bedrijven zien hun toekomst in heel Europa dus ernstig bedreigd, aangezien de energiesector door de subsidies steeds meer zal kunnen betalen voor hout. Om de absurditeit van de biomassapolitiek aan te kaarten, organiseerde Fedustria op 11 oktober 2010 een media-evenement in het Vlaams parlement. Vervolgens legden de grotere houtverwerkende bedrijven Europawijd op 28 en/of 29 oktober 2010 de productie tijdelijk stil. In ons land legde Spanolux de productie stil op 28 oktober, Unilin/Quick Step, SpanoGroup en Norbord deden dat op 29 oktober. Hiermee voerden ze actie om de onhoudbaarheid van de huidige subsidiepolitiek en de hieruit voortvloeiende gevaren (houttekort, omzet- en tewerkstellingsverlies in de houtindustrie) aan te kaarten. Ook de vakbonden sloten zich bij deze actie aan. In Europa namen zo’n 150 bedrijven aan deze actie deel. Ter ondersteuning van deze acties werd het groenboek “Timmer aan minder klimaatverandering: gebruik hout!” opnieuw onder de aandacht gebracht. Daarnaast werd een klimaatfilm opgenomen, die de milieuvoordelen van het gebruik van houten plaatmateriaal belicht. De ondernomen acties hebben – zowel op Europees als op nationaal/regionaal vlak – de aandacht van politici getrokken. Getuige daarvan o.a. de mondelinge en schriftelijke parlementaire vragen die intussen werden gesteld. De Europese en nationale/regionale media hebben deze thematiek in belangrijke mate opgepikt. Vlaanderen heeft nu alvast een goede reglementering waar er geen subsidies meer gegeven worden voor het verbranden van hout dat nog als grondstof in aanmerking komt. In 2011 zullen de ondernomen acties een verlengstuk krijgen met de uitwerking van een plan voor houtpromotie. TEXstream.be voor promotie van het textielonderwijs TEXstream.be blijft actie ondernemen om meer leerlingen en studenten aan te moedigen textielonderwijs te volgen. Op basis van brainstormsessies met afgevaardigden uit textielbedrijven werd daartoe een plan van aanpak uitgewerkt. Onder de titel “Zoektocht naar de textilien van morgen” werd een projectaanvraag uitgewerkt en ingediend bij het Europees Sociaal Fonds. Het project werd in december 2010 goedgekeurd. Doel van het project is om een methodiek uit te werken waarbij competenties van jongeren gelinkt worden aan mogelijkheden binnen de textielsector. In dit project wordt ook gewerkt aan een betere communicatiestrategie. TEXstream.be probeert ook politici en beleidsmakers te overtuigen van het belang van voldoende instroom in de textielsector. Een tekort aan textielgeschoolden zal nadelig zijn voor de verdere ontwikkeling van industriële textielactiviteiten in Vlaanderen. TEXstream.be rekent niet alleen op sympathie vanuit de politiek maar ook op hun effectieve steun in het publiek debat en in de besluitvorming.
© Calcutta © Bara
7
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Om textiel meer te promoten, is een verwijzing naar hedendaagse, aantrekkelijke textieltoepassingen een goede manier. TEXstream.be heeft mee input gegeven voor de tentoonstelling “Textiel, verrassend en vernieuwend” (november – december 2010) van het Gentse Museum voor Industrie, Arbeid en Textiel (MIAT). Deze tentoonstelling was een succes en beklemtoonde het contrast tussen oude textielproducten en hun moderne varianten. TEXstream.be is aanwezig op studie- en informatiebeurzen, opendeurdagen en evenementen die jongeren warm willen maken om te kiezen voor een technologische opleiding. Tijdens de week van textiel (week 17) zet het textielonderwijs de deuren open en worden er activiteiten op touw gezet om jongeren warm te maken voor textiel. De imagowebsite www.TEXstream.be blijft de centrale infokiosk waarin de sector de troeven en kansen van textiel kenbaar blijft maken bij een breed publiek. De rubriek “textielvacatures” is erg succesvol; elk textielbedrijf kan in die rubriek gratis vacatures plaatsen. Educatief project “Hout Vasthouden”: missie geslaagd! Aan het begin van het schooljaar 2009-2010 pakte Fedustria samen met het Opleidingscentrum Hout (OCH) uit met een educatief pakket voor 11-12-jarigen (vijfde en zesde leerjaar basisonderwijs). Bedoeling is om meer jonge adolescenten, hun ouders en hun leerkrachten vertrouwd te maken met hout en houten producten en als afgeleide daarvan hun interesse aan te wakkeren voor de brede waaier aan opleidings- en jobkansen die de hout- en meubelsector te bieden heeft. De sector kon hiervoor rekenen op de actieve steun van de Vlaamse overheid. In totaal (Nederlandstalig en Franstalig samen) werden 7.847 lespakketten voor leerlingen, 686 pakketten voor leerkrachten, 6.589 stripverhalen, 649 exemplaren van de film en 540 klasposters aangevraagd door de scholen (op datum van 1 februari 2011). Vooral de troeven van de hout- en meubelsector worden via het educatief project naar voren gebracht: de substantiële bijdrage die de sector kan leveren tot het oplossen van de klimaatproblematiek (ecologische en energetische voordelen, verhaal van de gesloten levenscyclus van hout), het bieden van interessant werk aan vele werknemers en het breed gamma aan beschikbare opleidingen “on the job” en buiten het bedrijf. Aan het project was onder andere een wedstrijd gekoppeld voor klassen van het vijfde en zesde leerjaar. De opdracht bestond erin om een houten droomconstructie voor de school (bv. voor op de speelplaats) te bedenken. Voorwaarde was wel dat de droomconstructie uitvoerbaar moest zijn in hout én dat die ook zou bijdragen tot een betere leefomgeving op school (goed voor het milieu, voor mensen en/of dieren). Er werd van de leerlingen verwacht dat ze een maquette bouwden aan de hand van houten spulletjes, planken, platen, houtrestjes… teneinde hun project zo duidelijk mogelijk voor te stellen. De uiteindelijke winnaar, de school De Waaier uit Watou met het project “Ons speeltuig”, werd door de vakjury gekozen op basis van technische en financiële haalbaarheid, creativiteit, inbreng van de leerlingen, groenproject en voorstelling van het project. Het betreft een speeltoestel voor alle leerlingen van de school, bestaande uit o.a. een ballenbad, tekenbord en sturen om aan te draaien voor de allerkleinsten, en een klimmuur, zitbank en terras voor de oudere leerlingen. Het winnende idee werd in realiteit uitgevoerd en officieel voorgesteld tijdens een speciale manifestatie op 8 juni 2010. Uit het enthousiasme van de deelnemers kunnen we afleiden dat het educatief project “Hout Vasthouden” voor heel wat beweging heeft gezorgd in en buiten de scholen, bij een zeer
8
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Balta
brede doelgroep. Het thema “hout als duurzame en hernieuwbare grondstof” heeft op die manier ingang gevonden in het lessenpakket van menig leerkracht vijfde en zesde leerjaar. In 2011 zal er een nieuwe verdeling van het lessenpakket gebeuren, en zal tevens een nieuwe wedstrijd worden georganiseerd. Carpetteam© Kamerbreed tapijt en tapijttegels zijn meer dan ooit terug van weggeweest omwille van hun enorme troeven: tapijt brengt rust, is zacht en veilig, brengt een akoestische en thermische isolatie, biedt een onbeperkte waaier aan combinatiemogelijkheden qua kleuren, structuren, stijlen… Om deze veelheid aan troeven nog intenser op de Belgische afzetmarkt te laten doordringen, hebben zes toonaangevende Belgische tapijtproducenten Carpetteam© opgezet. Samen met de Europese tapijtfederatie ECRA blijft Carpetteam© zich inzetten voor de organisatie van professionele verkooptrainingen voor en met de Belgische detailhandel. Immers, zij zijn het die de eindconsument in contact brengen met de vele voordelen van kamerbreed tapijt en tapijttegels. Belgian Linen Kwaliteit en authenticiteit, gekoppeld aan echte duurzaamheid, zijn troeven die het Belgisch linnen (vlas) binnen de wereld van interieurdecoratie, kleding en (meer en meer ook) binnen het technisch textiel onderscheiden. “Belgian Linen” was als loyaal partner van “Masters of Linen” opvallend aanwezig op MoOD 2010, de herfstbeurs voor originele meubel- en decoratiestoffen op de Heizel in Brussel. “Belgian Linen” vereist dat het weefsel in België geweven is met vlasvezels van EU-origine. Dit wordt door het internationaal cliënteel beslist naar waarde geschat. Na het afsluiten van een licentieovereenkomst kunnen deze producenten het gewaardeerde label “Belgian Linen” voeren. De Slaapraad De Slaapraad – opgericht in 1996 – verenigt fabrikanten en winkels uit de slaapcomfortsector. De Slaapraad wil een gezamenlijke boodschap van de “bedding sector” naar de Belgische consument brengen en benadrukt voortdurend dat een slaapsysteem niet onbeperkt houdbaar is. Een goede nachtrust is de kern van een gezond leven en voldoende slaapcomfort is de basis voor een goede nachtrust. De boodschap “Vervang uw matras en bedbodem zeker om de 10 jaar” werd de voorbije jaren via diverse media naar de consument gebracht. Zo verbetert de mens zijn slaapkwaliteit en gezondheid. Vandaag weet circa 63 % van de Belgen dat matras en bedbodem na 10 jaar aan vervanging toe zijn. In 2010 koos De Slaapraad voor radio tijdens de zomermaanden om de consument aan te zetten om zeker na 10 jaar zijn matras en bedbodem te vervangen. De radiospots laten een oude matras aan het woord; “deze persoon” is echt moe en wil rust en vraagt om vervangen te worden… In de voice-off hoort de luisteraar dat je één uur rust per nacht wint als je na 10 jaar je matras en bedbodem vervangt. “Investeren in slaapcomfort is uiterst belangrijk voor jezelf en je eigen welzijn en gezondheid. Dit rendeert op lange termijn, want je brengt ten slotte een derde van je leven door in bed.” De eerste stappen voor een nieuwe campagne voor 2011 tot 2013 werden reeds genomen; samen met Focus Advertising worden nieuwe spots, Point of Sale-materiaal alsook een nieuwe website ontwikkeld.
© Rom © Unilin Systems © Veldeman Bedding
9
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Conjunctuur De Belgische textielindustrie in 2010 Evolutie van de omzet per productgroep In miljoen euro
2009
2010
10/09
Garens
278,7
351,0
+25,9 %
Weefsels
788,3
852,1
+8,1 %
Textielveredeling
540,6
571,5
+5,7 %
1.659,9
1.637,6
-1,3 %
Synthetische en kunstmatige vezels en filamentgarens
661,0
799,4
+20,9 %
Breigoed
315,3
201,3
-36,2 %
Tapijten
Technisch textiel en overige
1.384,4
1.604,8
+15,9 %
Totaal textielindustrie
5.628,2
6.017,7
+6,9 %
Bron: FOD Economie op basis van BTW-statistieken
Productievolume wint fractie terug van geleden verlies Door de crisis heeft de Belgische textielindustrie in twee jaar tijd (2008 en 2009) meer dan een vierde (26,2 %) van zijn productievolume verloren. In 2010 kon zo’n 5 % van het productievolume teruggewonnen worden. Op zich uiteraard positief, maar in het perspectief van de voorbije drie jaar is deze vooruitgang slechts een gedeeltelijke compensatie voor het geleden verlies. Het textielproductievolume lag in 2010 gemiddeld nog 21 % onder het niveau van 2007. 2010 gaf ook geen onverdeeld positief beeld te zien. De duidelijke heropleving van vóór de zomer vertraagde na de zomer van 2010. Uit de conjunctuuronderzoekingen van de Nationale Bank blijkt dat het vertrouwen van de textielondernemers in 2010 een grillig verloop kende (brutocurve). Na een constante daling in 2008 en een geleidelijk herstel in 2009, is de synthetische afgevlakte curve sinds het tweede kwartaal van 2010 over zijn hoogtepunt heen, zonder evenwel ooit het niveau van vóór de crisis bereikt te hebben. Omzetstijging: zowel conjunctuur- als prijseffect Na in 2008 reeds 6,6 % omzet te hebben verloren, ging in 2009 de omzet van de Belgische textielindustrie opnieuw met 21,8 % achteruit, zodat op twee jaar tijd de sector zowat 27 % omzetverlies heeft geleden, zijnde ca. 2,1 miljard euro. In 2010 steeg de textielomzet met ca. 7 %. Hierdoor ligt de omzet nog steeds ca. 22 % lager dan vóór de crisis. Bovendien zijn vanaf 2010 de kosten en prijzen beginnen stijgen, zodat in deze omzetstijging deels ook een prijseffect zit. De activiteit was het best in de eerste verwerkingsstadia met name de garens, al is de omzetstijging er in essentie het gevolg van de doorrekening van de grondstoffenprijzen (textielvezels). Van de drie grote toepassingssegmenten kende technisch textiel de beste ontwikkeling: +15,9 %. Ook het kledingtextiel (vooral te vinden in de rubriek “weefsels”) kende een relatief goed 2010. Het zwakst was onze activiteit evenwel in het belangrijkste productsegment, met name het interieurtextiel waar de tapijtsector dominant is. Na de forse daling van de voorbije twee jaar volgde er in 2010 opnieuw een lichte daling van de omzet.
10
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Neckebroeck Passementerie
Rendabiliteit verslechterd Door de fors gestegen grondstoffenprijzen en de automatische loonindexering zijn de kosten van de Belgische textielbedrijven in 2010 opnieuw gestegen. Deze konden echter slechts gedeeltelijk en met vertraging worden doorgerekend in de verkoopprijzen. Dit heeft voor gevolg gehad dat de marges in 2010 verder onder druk kwamen te staan, zelfs bij licht stijgende volumes. 2010 was in dat opzicht het spiegelbeeld van 2009. In 2009 was er nog forse daling van volume en omzet, maar tegelijkertijd ook forse daling van de grondstoffen- en energieprijzen. Textieluitvoer kon graantje meepikken van macro-economisch herstel Zowat 79 % van de Belgische textielproductie wordt uitgevoerd. De toename van de uitvoer in 2010 kan op ca. 6,5 % geschat worden. In de drie belangrijke toepassingssegmenten, zowel interieurtextiel, kledingweefsels als technisch textiel, steeg de uitvoer behoorlijk. Op de EU-markt, die goed is voor ca. 88 % van de totale Belgische textieluitvoer (zonder confectiekleding), stegen onze leveringen met 6,1 % in waarde tijdens de eerste negen maanden van 2010 t.o.v. dezelfde periode 2009. Frankrijk is de belangrijkste exportmarkt voor Belgisch textiel. De Belgische textielleveringen gingen er met 5,1 % op vooruit. De textieluitvoer naar Duitsland, onze tweede belangrijkste exportmarkt, steeg met maar liefst 16,4 %. Het Verenigd Koninkrijk, de derde belangrijkste exportmarkt, nam opnieuw minder Belgisch textiel af (-1,8 %). De textieluitvoer naar Nederland en Italië steeg dan weer met respectievelijk 4,4 % en 9,6 %. Ook de textielexport naar de meeste regio’s buiten de EU nam fors toe. Door herneming van economische activiteit nam ook textielinvoer toe De textielinvoer (zonder confectiekleding) in België steeg tijdens de eerste negen maanden van 2010 met 3,9 % in waarde. De Chinese textielinvoer op de Belgische markt nam met 3,9 % toe. China blijft met een aandeel van 13,8 % de tweede belangrijkste leverancier van textiel op onze thuismarkt. Duitsland behoudt met een aandeel van 15,6 % vooralsnog zijn eerste plaats.
Synthetische conjunctuurcurve in de textielnijverheid (excl. confectienijverheid) Bron: NBB
Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde brutoreeks 10 0 -10 -20 -30 -40 -50 2006
2007
2008
2009
2010
2011
© Cette® © Bexco
11
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Investeringen hernemen na forse terugval Na een daling van de textielinvesteringen in 2009 met 40,6 %, kenden deze in 2010 een stijging met 24,9 %. Hiermee blijven de investeringen evenwel nog ver onder het niveau van vóór de crisis (-32,6 % t.o.v. 2007). De bezettingsgraad van het productievermogen in de textielindustrie steeg van gemiddeld 66,7 % in 2009 naar 67,5 % in 2010. Dit blijft evenwel te laag. In 2007 lag de gemiddelde bezettingsgraad van het productievermogen maar liefst 10 procentpunten hoger, nl. 77,9 %. Groot werkgelegenheidsverlies en hoge tijdelijke werkloosheid Volgens de RSZ-statistieken verloor de textielindustrie op twee jaar tijd (midden 2008-midden 2010) ca. 5.800 werknemers. Midden 2010 bedroeg de textieltewerkstelling 24.224 personen, wat 19,3 % lager is dan midden 2008. De tijdelijke werkloosheid lag in 2010 met 10,9 % onder het niveau van 2009 (15,7 %), maar blijft hoger dan vóór de crisis (7,2 % in 2007). Herstel concurrentiepositie broodnodig – Innovatie als succesfactor De concurrentiepositie van onze bedrijven blijft bedreigd. De Belgische textielbedrijven worden geconfronteerd met duurdere energie- en grondstoffenkosten, en met de hoogste loonkosten in de Europese Unie. Bovendien blijft de algemene conjunctuur erg broos. Na de hoopgevende eerste zes maanden van 2010, stokte het herstel in de zomer en tastte de duurdere euro het concurrentievermogen van de bedrijven nog verder aan. De gestegen export is gedeeltelijk het gevolg van het macro-economisch herstel inzonderheid in Duitsland, m.a.w. door een volume-effect van de groei bij onze oosterburen. De vooruitgang kwam er echter niet door een groter marktaandeel want onze concurrentiepositie verbeterde niet. We zullen dus alle zeilen moeten bijzetten om de concurrentiekracht van onze bedrijven opnieuw te versterken. De meeste textielbedrijven hebben resoluut de weg van de innovatie gekozen (zowel procesinnovatie als productontwikkeling). Innovatie blijft immers een sleutelvoorwaarde voor succes.
Bezettingsgraad van de productiecapaciteit in de textielindustrie (in %)* 90,0 80,0
85,1 79,2
70,0
76,1
78,6 69,6
60,0
66,7
67,5
50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0,0 2000
2002
* gemiddeld op jaarbasis
12
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Desso © Ideal © Van Outryve
2004
2006
2008
2009
2010 Bron: NBB
De Belgische hout- en meubelindustrie in 2010 Evolutie van de omzet per productgroep In miljoen euro
2009
2010
10/09
Stoelen en zitmeubelen
687,5
691,5
+0,6 %
Kantoor- en winkelmeubelen
459,2
447,8
-2,5 %
Keukenmeubelen
325,7
339,7
+4,3 %
Eetkamer-, zitkamer-, slaapkamer-, tuin- en terrasmeubelen
871,9
888,9
+2,0 %
Matrassen en bodems
241,4
231,6
-4,0 %
2.585,6 2.599,5
+0,5 %
Subtotaal meubelindustrie (*) Plaatmaterialen
1.032,4
1.120,6
+8,5 %
Bouwelementen
936,9
960,4
+2,5 %
Verpakkingen
258,0
295,5 +14,5 %
Overige houtverwerking
229,5
237,4
+3,5 %
Subtotaal houtindustrie
2.456,7 2.613,9
+6,4 %
Totaal hout- en meubelindustrie
5.042,3 5.213,4
+3,4 %
(*) inclusief meubelen van metaal en kunststof – Bron: FOD Economie
Langzaam en haperend herstel De omzet van de hout- en meubelindustrie steeg in 2010 met 3,4 %, na twee jaar van omzetdaling (in totaal -20,4 % tijdens de periode 2008-2009). Hoewel de Belgische hout- en meubelindustrie sinds het begin van 2010 opnieuw aanknoping heeft gevonden bij positieve groeicijfers, verloopt dit herstel bijzonder langzaam. Tijdens het eerste kwartaal van 2010 bedroeg de omzetgroei in de houtindustrie slechts 0,8 % en in de meubelindustrie 0,4 %, telkens t.o.v. hetzelfde kwartaal van 2009. In het tweede kwartaal versnelde het herstel tot 9,2 % in de houtindustrie en 1,7 % in de meubelindustrie. Het herstel haperde evenwel in de meubelindustrie in het derde kwartaal: de omzet daalde zelfs lichtjes met 0,4 %. De omzetgroei in de houtindustrie bedroeg 6,3 % in het derde kwartaal en 9,0 % in het vierde kwartaal: stijgingen die grotendeels het gevolg zijn van fel gestegen grondstoffenprijzen. De omzet in de meubelindustrie steeg in het vierde kwartaal met slechts 0,4 %: het gure winterweer van november en december hield de consumenten weg uit de meubelwinkels. Het ondernemersvertrouwen in de Belgische hout- en meubelindustrie stabiliseerde begin 2010, na een nagenoeg constante stijging in 2009, om vervolgens korte tijd te dalen. Sinds midden 2010 neemt het ondernemersvertrouwen terug toe. Het ondernemersvertrouwen blijft evenwel nog ver onder het topniveau van midden 2007. Investeringen en bezettingsgraad van de productiecapaciteit In 2010 werd voor 216,1 miljoen euro geïnvesteerd in de hout- en meubelindustrie. Dit is een stijging met 3,6 % t.o.v. 2009. Sinds het tweede kwartaal van 2008 is de bezettingsgraad van de productiecapaciteit in de hout- en meubelindustrie gedaald tot onder de drempel van 80 %. In 2009 nam de bezettingsgraad verder af tot gemiddeld 76,1 %. In het eerste semester van 2010 daalde de bezettingsgraad nog verder tot slechts 73,6 %, om daarna opnieuw toe te nemen tot 78,4 % in het tweede semester van 2010. Hiermee bereikte de bezettingsgraad over het jaar 2010 gemiddeld 76,0 %.
© “Z” by De Zetel
13
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Synthetische conjunctuurcurve in de hout- en meubelindustrie Bron: NBB
Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde brutoreeks 20 10 0 -10 -20 -30 -40 -50 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Tewerkstelling In 2010 stelde de Belgische hout- en meubelindustrie 21.384 personen tewerk in 1.482 ondernemingen. Ten opzichte van 2009 is de tewerkstelling met 670 personen of 3,0 % gedaald. Herstel van de uitvoer Tijdens de eerste negen maanden van 2010 voerde België voor 2,4 miljard euro aan houtproducten en meubelen uit (inclusief doorvoer). Dit is een stijging met 4,4 % t.o.v. de eerste negen maanden van 2009. De uitvoer naar de EU-27, met een aandeel van ca. 91 % de belangrijkste exportzone, steeg met 2,0 %. Frankrijk (38,0 % van de totale export) blijft veruit de belangrijkste exportmarkt; onze uitvoer van houtproducten en meubelen steeg er met 8,7%. De leveringen op de Nederlandse markt, onze tweede belangrijkste exportmarkt (aandeel van 25,5 %), daalden met 7,5 %. De uitvoer naar Duitsland, onze derde belangrijkste klant (aandeel van 11,3 %), steeg met 12,1 %. De Britse markt blijft de vierde belangrijkste, maar verloor met een daling van 16,5% opnieuw aan belang. In Italië (+2,7 %) en Spanje (+6,1 %) was een herstel van onze exportprestaties voelbaar. Griekenland (-23,7 %) en Portugal (-17,5 %) gingen daarentegen opnieuw fors achteruit. De uitvoer naar de OostEuropese lidstaten verliep nogal uiteenlopend. Andere belangrijke klanten zijn Rusland (+25,9 %), Zwitserland (+27,6 %) en de Verenigde Staten (-6,7 %). China wordt belangrijkste leverancier De invoer van houtproducten en meubelen steeg tijdens de eerste negen maanden van 2010 met 5,0 %. De export/import ratio bedraagt nu 83,3 %. De invoer uit de EU-27 (met een importaandeel van 66,9 %) bleef nagenoeg status-quo (-0,5 %). De invoer uit Oost-Europa buiten de EU (met een aandeel van 0,6 %) steeg met 24,7 %. Uit de andere regio’s in de wereld werd 18,0 % meer ingevoerd. De invoer van hout- en meubelproducten uit China is tijdens de eerste negen maanden van 2010 met 23,2 % gestegen. Hierdoor komt het importaandeel van China op 20,4 % waarmee dit land de belangrijkste buitenlandse leverancier van meubelen en houtproducten op de Belgische markt is geworden. China verdringt hiermee voor het eerst Duitsland (met een aandeel van 17,5 %; evolutie -2,3 %) naar de tweede plaats.
14
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Ilwa Keukens © Perfecta © Par-ky
Vooruitzichten voor 2011 In 2011 wordt een groei van het Belgische bruto binnenlands product met 2,0 % verwacht, waardoor de economische activiteit opnieuw het niveau van vóór de crisis zal bereiken. De groei van de particuliere consumptie zou 1,6 % bedragen in 2011. Dit is te wijten aan de hoge spaarquote. De overheidsbestedingen zullen nog trager groeien dan de particuliere consumptie, gelet op de noodzaak tot gezondmaking van de openbare financiën. Dit betekent dat de groei van de Belgische economie vooral exportgedreven zal zijn. De Belgische uitvoer van goederen en diensten zou toenemen met 4,7 % in 2011. De Duitse locomotief zal hierbij een belangrijke rol spelen. Dit plaatst de Belgische hout- en meubelindustrie voor een bijzondere uitdaging. De voorbije jaren heeft de sector kunnen genieten van een sterke binnenlandse vraag. Zelfs op het dieptepunt van de economische crisis in 2009 is deze binnenlandse vraag een belangrijke stabiliserende factor gebleken. Op tal van buitenlandse markten werd de Belgische hout- en meubelindustrie daarentegen geconfronteerd met ongunstige wisselkoersevoluties (dollar, pond) en een terugval van de vraag ingevolge de crisis. Deze sterke focus op de eigen Belgische markt kan tijdens de economische heropleving echter niet alleen een stabiliserende, maar ook een remmende factor vormen. Zonder extra exportinspanningen zal het herstel van de economische activiteit in de Belgische hout- en meubelindustrie wellicht aan een stabiel – lees traag – tempo verlopen, dat vergelijkbaar is met de trage groei van de particuliere consumptie. Een verhoogde aanwezigheid op buitenlandse groeimarkten – binnen en buiten Europa – is de aangewezen weg om in een versneld tempo terug het activiteitsniveau van vóór de crisis te bereiken. Dit zal alleen mogelijk zijn als onze bedrijven concurrentiëler worden in een internationale context. Echter, de spectaculaire stijging van de grondstoffenprijzen en de oplopende inflatie dreigen roet in het eten te gooien. En door de automatische indexering van de lonen (en andere inkomens) kunnen zogenaamde tweederonde-effecten bovendien leiden tot een verdere verslechtering van onze concurrentiekracht.
Bezettingsgraad van de productiecapaciteit in de hout- en meubelindustrie (in %)* 88,0 86,0 84,0
86,4
82,0
82,7
80,0
81,1 80,0
78,0
79,1
76,0 76,1
74,0
76,0
72,0 70,0 2000
2002
* gemiddeld op jaarbasis
2004
2006
2008
2009
2010 Bron: NBB
© Crown Bedding © Ethnicraft
15
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Europa
Grondstoffensituatie problematisch De laatste jaren wordt de beschikbaarheid van betaalbare grondstoffen steeds problematischer. Voor de textielindustrie was katoen in 2010 illustratief: zo legde India in april een exportverbod op voor katoenvezels, vanaf november gold een exportquotum, en daar werd op 1 december nog een beperking op de katoengarenuitvoer aan toegevoegd. Het resultaat is bekend: in 2010 kende de katoenprijs meer dan een verdubbeling! Naast katoen is er tevens een tekort aan tal van petrochemische basismaterialen zoals caprolactam voor de aanmaak van nylon. Ook voor de grondstof hout is er een ernstig probleem. China koopt vrijwel overal ter wereld de voorraden op, met langetermijncontracten. In Europa creëert de overheid een sterke bijkomende vraag naar hout voor energietoepassingen, die bovendien fors worden gesubsidieerd. Dit leidt tot sterke prijsstijgingen voor alle houtassortimenten. Verder voerde Rusland een exporttaks in op Russisch hout. Na langdurige lobbying werd deze taks echter beperkt, ten gevolge van het bilaterale pre-WTO-toetredingsakkoord met de EU. Ook de chemische producten die door de sector worden verwerkt, kenden spectaculaire prijsstijgingen. Daarenboven wordt de houtsector nog geconfronteerd met voorlopige antidumpingheffingen op de import van Chinese melamine. Fedustria kan het niet eens zijn met deze Europese heffingen, die het gevolg zijn van een verkeerde inschatting van de marktsituatie voor dit product. Intussen kreeg Fedustria de gelegenheid om de stellingen van de houten meubelsector toe te lichten tijdens een “hearing” bij de Europese Commissie. Fedustria dringt er bij de overheden op aan om de toegang van onze sector tot zijn levensnoodzakelijke grondstoffen open te houden. Dringende langetermijnmaatregelen zijn daarbij noodzakelijk, zoals inbedding van de toegang tot grondstoffen in de regelgeving van de wereldhandelsorganisatie WTO, in de vrijhandelsakkoorden en in de APS-hervorming (algemeen systeem van tariefpreferenties) van 2014. Handelsconcessies voor Pakistan Midden september 2010 besliste de Europese Ministerraad om handelsconcessies toe te kennen aan Pakistan met het oog op een spoedig economisch herstel na de dramatische overstromingen. De handelsmaatregel zal bestaan uit een vrijstelling van de EU-invoerrechten voor een periode van twee jaar, met een mogelijke verlenging van één jaar, en dit op 75 Pakistaanse exportproducten, waarvan het gros textiel en kleding. De EU zal de handelsconcessies aan Pakistan pas in de praktijk brengen na voorafgaand akkoord van de WTO, dat bij het ter perse gaan van dit jaarverslag er nog steeds niet was. Fedustria betreurt ten zeerste deze EU-intenties tot unilaterale handelsconcessies aan Pakistan. “Made in” opnieuw in de “picture” Op 21 oktober 2010 nam het Europees Parlement een voorstel aan tot invoering van een EU-systeem van oorsprongsaanduiding voor sommige consumentenproducten ingevoerd uit derde landen, waaronder textiel en kleding alsook meubelen, bedartikelen en matrassen. Soortgelijke regelingen bestaan reeds bij onze belangrijkste handelspartners zoals Canada, China, Japan en de USA. De bal ligt nu in het kamp van de EU-lidstaten, waar de eensgezindheid veel minder groot is dan in het Europese Parlement. In februari 2011 werden de discussies aangevat.
16
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Planofurn © Tribù
China maakt het onze exporteurs lastig De belangrijkste pijnpunten met China blijven: de Chinese productnormen en de ondergewaardeerde Chinese munt. Het groeiende probleem met de Chinese normen is dat zij in het algemeen niet ISO-compatibel zijn, met als gevolg dat onze producten veelal een dubbele testing moeten ondergaan en zelfs dan riskeren niet toegelaten te worden op basis van afwijkende Chinese standaards en testmethodes. Een harmonisatie op wereldvlak is dringend nodig. Ondanks de beperkte opwaardering van de Chinese munt tijdens het voorbije jaar, blijft de yuan sterk ondergewaardeerd. Einde september 2010 stemde het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden een wetsontwerp dat voorziet in de mogelijkheid van extra-invoerheffingen tegen deze verkapte exportsubsidie. Misschien een goede bron van inspiratie voor ons eigen Europees Parlement! Vrijhandelsbesprekingen Fedustria blijft de bilaterale handelsbesprekingen tussen de EU en een aantal derde landen op de voet volgen. Met ingang van 1 juli 2011 treedt het vrijhandelsakkoord met Zuid-Korea wellicht voorlopig in werking. Op die datum zullen de wederzijdse invoerrechten voor de meeste textiel- en houtproducten met onmiddellijke ingang tot nul worden herleid. De vrijhandelsbesprekingen met de Andes-landen Columbia en Peru werden eind februari 2010 afgesloten. Dit akkoord treedt wellicht in voege in 2012. Het bevat een aantal afwijkingen op de normale oorsprongsregels binnen een quotalimiet. Dit mechanisme is geïnspireerd op een soortgelijke clausule in het akkoord met Zuid-Korea. Het akkoord voorziet in een snelle tariefafbouw. Op 18 mei 2010 werd het bilaterale vrijhandelsakkoord tussen de EU en Centraal-Amerika gefinaliseerd. Het gaat om Costa Rica, Panama, El Salvador, Honduras, Guatemala en Nicaragua. Ook hier gelden voor textiel afwijkingsquota waarbinnen het principe van de enkelvoudige i.p.v. de standaard dubbele transformatie geldt. De onderhandelingen met India werden opgestart in juni 2007 en het opzet blijft om de deal af te ronden in 2011. India blijft één van de meest beschermde markten ter wereld. Dankzij een vrijhandelsakkoord zouden de toegangsbarrières op termijn moeten verdwijnen. Positief is alvast dat India intussen bij de onderhandelingen zijn negatieve productlijst, waaronder veel textielproducten, heeft verlaten. Naast markttoegang in het algemeen blijft ook de toegang tot de Indiase markt voor overheidsaanbestedingen een belangrijk streefdoel, evenals de vrije toegang tot grondstoffen. Een aantal andere belangrijke bilaterale vrijhandelsbesprekingen grijpen momenteel plaats met o.a. Canada, de Mercosur, Singapore en Maleisië. Handelsbeleid: EU gaat voor meer wederkerigheid Op 21 december 2010 gaf de Europese Raad zijn steun aan het vernieuwde gemeenschappelijk handelsbeleid, zoals dat door EU-handelscommissaris, Karel De Gucht, op 9 november werd voorgesteld. Hierin staat de noodzaak van grotere wederkerigheid in hoofde van onze handelspartners centraal.
© Meubinex
17
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
De belangrijkste aanbevelingen van de Europese Raad zijn de volgende: • het afsluiten van een ambitieus, allesomvattend en evenwichtig internationaal handelsakkoord in het kader van de Doha-ronde; • verdere vooruitgang naar bilaterale vrijhandelsakkoorden, in het bijzonder met opkomende economieën met hoog groeipotentieel; • verdere uitdieping van de handels- en economische relaties met onze belangrijkste strategische partners, in het bijzonder de USA, China, Rusland en Japan; • verdere uitbouw van de Paneuromed-zone; • verbeterde toegang tot de markten van de openbare aanbestedingen in derde landen, mogelijk via een nieuw instrument/initiatief waarbij meer wederkerigheid met mogelijke ingebouwde sancties centraal staat; • het waarborgen van duurzame bevoorrading zonder daarbij de grondstoffenmarkten te ontwrichten; • promotie van globale wereldwijde convergentie in de regelgeving met het verhoogde gebruik van internationale standaards. Nieuwe Europese socialezekerheidsregels vanaf 1 mei 2010 Op 1 mei 2010 trad de nieuwe Europese socialezekerheidsverordening 883/2004 in werking. De oude verordening dateerde van 1971 en was bijgevolg aan vernieuwing toe. De nieuwe Europese socialezekerheidsverordening voorziet een reeks aanwijzingsregels om te bepalen welk sociaal zekerheidsrecht van toepassing is bij grensoverschrijdende tewerkstelling binnen de Europese Unie. De belangrijkste wijzigingen doen zich voor op het vlak van detachering (nu voor 24 maanden mogelijk) en gelijktijdige tewerkstelling op het grondgebied van verschillende lidstaten (een “substantieel” deel van de werkzaamheden moet in de woonstaat verricht worden om onderworpen te blijven aan de sociale zekerheid van die woonstaat). Deelname aan de Europese sociale dialoog hout en meubel In het raam van de Europese sociale dialoog werd voor de hout- en meubelsector een project gelanceerd onder de naam “Foster VET Mobility”. Het gaat om de “mobiliteit van werknemers”. In een eerste fase wordt een netwerk opgezet tussen de verschillende centra, instituten en scholen die zich bezighouden met “beroepsopleiding”. Via een enquête worden overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende “systemen” in kaart gebracht. In november 2010 werd hierover een seminarie georganiseerd in een school in Rotterdam (ca. 2.000 leerlingen in een hout- en meubelopleiding). In februari 2010 werd in het Franse Nice een slotconferentie gehouden van een Europees project over formaldehyde. Werkgevers en werknemers kwamen er tot een aantal gemeenschappelijke voorstellen om de blootstelling aan deze stof te beperken. In maart 2010 legden de sociale partners op een congres in Firenze gezamenlijke verklaringen af in verband met “houtstof”. Textielsector: steun vanuit het Europees Globalisatiefonds Vanuit het Europees Globalisatiefonds werden aan de textielsector middelen toegekend om acties te ondernemen die textielwerknemers, die werden ontslagen in de periode van 31 mei 2008 tot 28 februari 2009, te helpen bij het vinden van een nieuwe tewerkstelling. Via Cobot hebben zo’n 75 ex-textielwerknemers zich aangemeld om in het project te stappen. 66 bedrijven die ontslagen textielwerknemers uit hogervermelde periode hebben aangeworven, kwamen in aanmerking voor een tegemoetkoming in de opleidingskosten.
18
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Lano © LS Bedding
Economie
Fiscaliteit In tegenstelling tot de voorgaande jaren valt er in 2010 niets spectaculairs te melden op vlak van de fiscaliteit. BTW-specialisten zullen zich 2010 wel blijven herinneren als het jaar waarin de nieuwe regels werden toegepast m.b.t. de bepaling van de plaats van dienstenprestatie (VAT package). Er is niettemin toch een nieuwigheid geweest: de lancering van de fiscale bemiddelingsdienst. Alhoewel de wetgeving hierover al meerdere jaren bestond, is deze dienst pas in de loop van 2010 operationeel geworden. Juridisch Op juridisch vlak heeft het Europees Parlement in oktober 2010 de wijzigingen aangenomen m.b.t. de Europese richtlijn aangaande de betalingstermijnen tussen ondernemingen en tussen ondernemingen en overheden. De facturen moeten binnen de 30 dagen worden betaald tenzij uitdrukkelijke overeenkomst voor een periode van maximum 60 dagen. Deze richtlijn moet vóór eind 2012 in het Belgische recht worden omgezet. Staten-Generaal voor de Industrie in Vlaanderen Op 5 februari 2010 gaf de Vlaamse regering het startschot voor de Staten-Generaal voor de Industrie (SGI). Van bij de aanvang waren vier industriële sectorfederaties betrokken bij dit initiatief, waaronder Fedustria als vertegenwoordiger van de Vlaamse textiel-, hout- en meubelindustrie. Voor Fedustria betekende de lancering van de SGI de start van een intensief proces van reflectie en overleg met de eigen industriële achterban over de toekomst van de Vlaamse textiel-, hout- en meubelindustrie. Dit proces resulteerde in een sectoraal actieplan dat als werktitel “Relance Initiatief voor de Textiel-, Hout- en Meubelindustrie”, afgekort RITHM, meekreeg. Dit actieplan is gespreid over een periode van 5 jaar, nl. van 2011 tot en met 2015. RITHM kan worden voorgesteld als een sectoraal actieplan in drie “lagen”. In de eerste laag wordt aandacht geschonken aan het algemeen ondernemingsklimaat. Dit omvat een aantal bekommernissen m.b.t. de “fundamentals” van onze economie, waarvoor de bevoegdheden zowel op het Vlaamse als het federale niveau liggen. De tweede laag omvat een aantal transformatieprojecten die in samenspraak met onze industriële achterban werden afgebakend. Deze laag vormt het inhoudelijke zwaartepunt van het sectorale actieplan. Binnen dit actieplan onderscheiden we vijf actieprogramma’s of transformatieprojecten: marktgedreven innovatie, professionele producttoepassingen, duurzaam ondernemen, open innovatie, opleiding en vorming. Elk van deze vijf actieprogramma’s is op zijn beurt samengesteld uit een aantal concrete projecten. De derde laag van RITHM wordt gevormd door een aantal voorstellen van specifieke ondersteunende maatregelen. Dit omvat zowel de mogelijke bijsturing van bestaande maatregelen als de formulering van maatregelen die nieuw zijn voor Vlaanderen en België (maar in bepaalde gevallen gebaseerd zijn op buitenlandse voorbeelden). Bij de opmaak van dit sectoraal actieplan kon Fedustria rekenen op de input en feedback van tal van bedrijven en hun CEO’s. Hun inbreng werd opgetekend tijdens de vergaderingen van het economisch college (de economische denktank van Fedustria), de projectvergaderingen van SUSPRO³, individuele gesprekken… Op 12 juli 2010 heeft Fedustria dit actieplan toegelicht tijdens een vergadering op het kabinet van Vlaams minister-president Kris Peeters. Op 1 oktober 2010 publiceerde de Vlaamse regering op haar beurt het Groenboek voor een Nieuw Industrieel Beleid.
© Extremis © Papilio Catalogue 2011
19
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Op 16 december 2010 werd in de commissie Economie van het Vlaams parlement een hoorzitting gehouden over de Staten-Generaal voor de Industrie (SGI) en het Groenboek voor een Nieuw Industrieel Beleid (NIB). De vergadering werd geleid door commissievoorzitter Patricia Ceysens. Ook Fedustria mocht uiteraard niet ontbreken op deze hoorzitting en was vertegenwoordigd door Fa Quix en Chris De Roock. Fedustria gaf een korte schets van het belang van de textiel-, hout- en meubelindustrie voor de Vlaamse economie en gaf toelichting bij het sectoraal actieplan RITHM. De meeste aandacht ging evenwel naar de bespreking van het Groenboek voor een Nieuw Industrieel Beleid. De reactie van Fedustria kan kort worden samengevat in vijf punten: • een NIB is absoluut noodzakelijk; • Fedustria onderschrijft het globale voorstel van aanpak; • het Groenboek bevat tal van waardevolle elementen, die echter vatbaar zijn voor verdere uitdieping, aanvulling en concretisering; • de bedrijven verwachten dat deze concretisering er nu snel komt, met behoud van de “sense of urgency” en de “bottom-up” aanpak van de Staten-Generaal voor de Industrie (SGI); • deze concretisering moet voor de textiel-, hout- en meubelindustrie gebaseerd zijn op het sectorale actieplan RITHM dat op 24 juni 2010 werd ingediend. ViA-project ProfIT 2020: Professionele Interieurtoepassingen voor 2020 Met het project ProfIT 2020 (Professionele Interieurtoepassingen voor 2020) wilde Fedustria nagaan of er een draagvlak bestaat voor een strategische transformatie van de sector, gericht op professionele interieurtoepassingen. Dit project, dat kaderde binnen Vlaanderen in Actie (ViA) omvatte onder meer een studie in samenwerking met Deloitte. Het doel van het project was na te gaan hoe de Vlaamse textiel-, hout- en meubelindustrie maatschappelijke noden kan omzetten in innovatieve (interieur)producten en diensten en in economische opportuniteiten. Concreet werden binnen het project vier grote markten of toepassingsdomeinen vastgelegd, nl. healthcare, office, education en leisure. Op woensdag 29 september 2010 vond het slotevenement van dit ViA-project plaats in de exclusieve SAPLounge te Vilvoorde. Naast de resultaten van de studie door Deloitte in opdracht van Fedustria kregen de deelnemers ook een tot de verbeelding sprekende praktijkgetuigenis gepresenteerd door Jan Van Hecke, CEO van de nv Boone, over “De patiëntenkamer van de toekomst”. Wegwijs in het subsidielabyrint Veel bedrijven missen een volledig zicht op het bestaande aanbod van subsidiemaatregelen. Bovendien veranderen de betrokken regelgevingen regelmatig. Zo werden er in 2010 belangrijke wijzigingen aangebracht aan o.m. de ecologiepremie, de kmo-portefeuille en de strategische opleidingssteun, waarvan het effect voelbaar zal worden in 2011. De leden van Fedustria werden hierover systematisch geïnformeerd via Fedustria News. De subsidie-audit van Fedustria bleek in 2010 andermaal een veelgebruikt instrument om de weg te vinden in het subsidielandschap. Dankzij deze audit en de bijbehorende subsidiedienstverlening krijgen de bedrijven een duidelijk zicht op de subsidiemogelijkheden op maat van het eigen bedrijf.
20
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Tribù © Ideal
Gids voor Duurzame Overheidsopdrachten Fedustria heeft haar activiteiten m.b.t. overheidsopdrachten in 2010 gevoelig uitgebreid. Zo werd in de schoot van Fedustria een werkgroep overheidsopdrachten opgericht, waar leden van diverse deelsectoren en productgroepen (project- en kantoormeubilair, beroepskledij…) onderling hun ervaringen in deze materie kunnen delen. Hierbij kwamen naast de duurzame overheidsopdrachten ook de elektronische overheidsopdrachten en het innovatief aanbesteden ruim ter sprake. Deze thema’s kwamen ook aan bod tijdens het eerste seminarie over overheidsopdrachten, dat Fedustria op 30 november 2010 organiseerde, met nuttige praktijkgetuigenissen. Fedustria voerde intens overleg met de federale overheid omtrent de opmaak van een Gids voor Duurzame Overheidsopdrachten. In de toekomst moet 50 % van de federale overheidsaankopen duurzaam zijn en beantwoorden aan de criteria van deze gids. Daartoe worden voor een aantal producten (bv. beroepskledij, meubilair, matrassen…) fiches opgesteld met duurzaamheidscriteria. Als stakeholder heeft Fedustria hier actief en constructief aan meegewerkt, zodat de resulterende productfiches tegemoet zouden komen aan de bekommernissen van zowel de overheid als de textiel-, hout- en meubelindustrie. In 2011 zal deze gids worden gefinaliseerd. Bediendenopleidingen in samenwerking met Cevora In samenwerking met Cevora, het opleidingsfonds van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor Bedienden (ANPCB), werden in 2010 volgende sectorspecifieke bediendenopleidingen georganiseerd: “productontwikkeling”, “klantgericht handelen voor binnendienstmedewerkers”, “haal het maximum uit uw beursdeelname” en “overheidsopdrachten”. Innovatiedag Fedustria & Optimo Tijdens de innovatiedag van 30 maart 2010 ging Fedustria dieper in op enkele actuele innovatiethema’s. Jef Staes raadde alle aanwezigen in de zaal aan meteen op zoek te gaan naar de “Red Monkey” in het bedrijf: de gepassioneerde zielen met een neus voor vernieuwing. De bedrijfsgetuigenis werd dit jaar verzorgd door Decospan en Yellow Window Service Design die samen getuigden over het innovatietraject dat ze hebben afgelegd bij de ontwikkeling van de “Shinnoki” collectie, in het bijzonder dan de ontwikkeling van het dienstenpakket dat eraan werd gekoppeld. Fons Van Dijck bracht de nodige inzichten over de impact van de economische crisis op het gedrag van de consument en hoe men hier als bedrijf op kan inspelen. In de namiddag werden de deelnemers tijdens drie interactieve workshops aangespoord om concreet aan de slag te gaan rond een aantal innovatiethema’s. Afsluiter van deze inspirerende dag was de internationale topdesigner Arik Levy. Trendseminarie Optimo over Lifestyle & Attitudes 2011 Het jaarlijkse trendseminarie van Optimo vond plaats op 8 juni 2010 en mocht zo’n 130 deelnemers verwelkomen. Optimo bracht er zelf verslag uit over de belangrijkste meubel- en interieurbeurzen van het voorjaar. Het tweede deel werd verzorgd door externe gastspreker Vincent Grégoire. Deze leidt het lifestyle departement van trendbureau Nelly Rodi en bracht de presentatie “Lifestyle & Attitudes 2011”. MateriO Belgium, een bibliotheek van innovatieve materialen In 2010 organiseerde MateriO Belgium vier interactieve workshops, waarin telkens een materiaal of verwerkingstechniek werd toegelicht aan de geïnteresseerden: van “inspired by nature & biomimicry” over materiaalselectietechnieken, houtinnovaties tot bioharsen.
© Unilin
21
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Daarnaast gaf MateriO op vraag van diverse organisaties presentaties over lichtgewichtmaterialen, smart materials, textielinnovaties, tactiliteit… MateriO was ook aanwezig op beurzen zoals Europarket en MoOD. Daarnaast hielp MateriO 120 individuele bedrijven met het oplossen van hun materiaalvraagstukken. Portfolio 2010 voor de creatiefste studenten Op woensdag 24 november werden de awards van Portfolio 2010 uitgereikt op de vernieuwde Bijloke campus van de KASK Hogeschool te Gent. Portfolio is een tentoonstelling van en wedstrijd voor de eindwerken van de Vlaamse ontwerphogescholen. Het is een gezamenlijk initiatief van Optimo en de Vlaamse ontwerphogescholen. Volgende disciplines namen deel aan Portfolio 2010: productontwikkeling, productdesign, industrieel ontwerp, interieurarchitectuur, interieurvormgeving, meubelontwerp en textielontwerp. De realisatie van Portfolio 2010 zou niet mogelijk zijn geweest zonder de medewerking van een aantal sponsors. De hoofdsponsors – Bekaert Textiles, Fedustria, Lectra en Mecam – stonden samen met Optimo in voor het prijzengeld. De overige sponsors die het initiatief steunden zijn Belform, Comfort Bultex, Federplast.be, Quick-Step, Royal Botania en Unic Design. Tenslotte bedanken wij Design Vlaanderen, het Agentschap Ondernemen en de Vlaamse regering voor hun steun bij dit project. Textivision in 2010 In 2010 zette Textivision zes activiteiten op voor interieurtextiel, waar telkens tussen 90 en 180 deelnemers op afkwamen: • inZ!CHT 2010/1 (25 februari) en inZ!CHT 2010/2 (21 oktober), opgemaakt door het eigen Textivision-team o.l.v. Marc Geysen; • de presentatie op 18 maart door Vincent Grégoire van het “Cahier Maison 2011” van trendbureau Nelly Rodi; • de presentatie op 27 april door Niek De Prest van “MoOD Inspirations 2011-2012”; • de activiteit “Kleur in alle geuren” op 17 juni bij Geert Pattyn; • het exclusief geleid bezoek aan SONS (Shoes Or No Shoes) met tegelijk ook de voorstelling van de resultaten van Summerschool 2010, Kruisbestuiving 2010 en Tex On Shoes. Innoflow: innovatieve goederendoorstroming als garantie voor betere prestaties Optimo, de innovatiecel van Fedustria en tevens erkend Vlaams kenniscentrum, heeft een actie opgestart voor doorbraak in procesinnovatie. De uitvoering gebeurt in samenwerking met de vakgroep Industrieel Beheer van de UGent. Met het project “innovatieve goederenflow”, afgekort Innoflow, worden de deelnemende bedrijven geadviseerd en begeleid tot een uitstekende beheersing van hun goederenstroom. Een team van innovatieadviseurs staat ter beschikking voor advies op maat van het bedrijf en individuele begeleiding bij de uitvoering. Reële verbeterpunten worden gedetecteerd, praktische remedies worden aangereikt en concrete realisaties worden waargemaakt. Verwachte resultaten? Snelle en stipte levertermijnen dankzij doorlooptijdverkorting, kostenreductie dankzij voorraadvermindering en betere benutting van het productieapparaat. In de cyclus 2010 werd bij 50 bedrijven een operationele audit uitgevoerd om hun verbeterpotentieel beter zichtbaar te maken. Interactieve workshops met “doe-karakter” vormen de rode draad doorheen het programma. Dit heeft twintig bedrijven ertoe aangezet om een pilootproject uit te voeren, zodat zij intussen met een succesverhaal kunnen uitpakken.
22
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Associated Weavers © Van Outryve
Sociaal
Geen interprofessioneel akkoord 2011-2012, wel een bemiddelingsvoorstel van de regering De sociale partners, vertegenwoordigd in de zgn. Groep van Tien, bereikten op 18 januari 2011 een ontwerp van interprofessioneel akkoord. Inzake loonvorming hield het een oproep in om eventuele loonsverhogingen pas te laten ingaan vanaf 2012 en de afspraak dat deze verhogingen, waarover in de sectoren zou worden onderhandeld, 0,3 % van de loonkosten niet zouden overschrijden. Ook een welvaartsaanpassing van bepaalde sociale uitkeringen en de klassieke verlengingen van o.a. een aantal brugpensioenregelingen waren voorzien. Tenslotte werd ook een belangrijke stap gezet in het dossier arbeiders-bedienden. Aangezien dit ontwerp-IPA door ABVV en ACLVB werd verworpen, deed de federale regering op 11 februari 2011 een bemiddelingsvoorstel, dat echter evenmin genade vond in de ogen van voornoemde vakbonden. Toch besliste de regering haar bemiddelingsvoorstel uit te voeren. De loonnorm van maximaal 0,3 % bovenop index in 2012 werd bevestigd en de in het ontwerpIPA overeengekomen verlengingen overgenomen. De welvaartsaanpassingen werden zelfs nog uitgebreid. Van het luik arbeiders-bedienden nam de regering dan weer slechts een klein gedeelte over i.v.m. de ontslagregeling en dan nog onder gewijzigde vorm. Arbeiders-bedienden Einde 2010 belandde het dossier in het tweejaarlijkse interprofessioneel overleg voor een nieuw IPA 2011-2012. Daarin werd een begin van regeling uitgewerkt voor de eenmaking van de beide statuten. Op vlak van ontslag werd een toenaderingsregeling voorzien voor nieuw aangeworven werknemers vanaf 1 januari 2012. Voor de andere werknemers zou er voorlopig niets veranderen. Verder werden een aantal krijtlijnen uitgezet voor een definitieve regeling inzake ontslag en andere grote thema’s zoals vakantiegeld, gewaarborgd loon en tijdelijke werkloosheid. Heel wat moeilijke knopen moesten echter nog doorgehakt worden en dat zou pas gebeuren bij de uitwerking van een definitieve regeling tegen einde 2012. Omdat het ontwerp-IPA uiteindelijk niet goedgekeurd geraakte, was ook hier de regering aan zet. Zij nam in haar bemiddelingsvoorstel alleen de toenaderingsregeling voor ontslag van nieuw aangeworven werknemers vanaf 1 januari 2012 over, zij het dan nog in een aangepaste vorm. Anti-crisismaatregelen Het jaar 2009 ging de geschiedenis in als het jaar waarin voor het eerst voor de bedienden tijdelijke werkloosheid werd ingevoerd. Via verschillende verlengingen konden de ondernemingen in moeilijkheden ook in 2010 van deze maatregel en de andere anti-crisismaatregelen (o.a. het crisistijdskrediet en de collectieve crisisarbeidsduurvermindering) gebruik maken. Nadien kwam er nog een verlenging tot 31 januari 2011. Een nieuwe verlenging vanaf 1 februari tot einde maart werd alleen nog voorzien voor de crisis-tijdelijke werkloosheid voor de bedienden. Het crisistijdskrediet en de collectieve crisisarbeidsduurvermindering werden stopgezet. Deze anti-crisismaatregelen en in het bijzonder de crisis-tijdelijke werkloosheid voor bedienden hebben hun nut bewezen. Als buffer voor volledige werkloosheid hebben zij heel wat ondernemingen toegelaten om hun werknemers aan boord te houden tijdens de economische crisis. In de nasleep van het interprofessioneel overleg besliste de regering om de crisis-tijdelijke werkloosheid voor bedienden te verlengen tot 31 december 2011. Vanaf 1 januari 2012 wordt deze maatregel structureel ingeschreven in de reglementering en worden de criteria om als onderneming in moeilijkheden hiervoor in aanmerking te komen, versoepeld.
© Forbo Flooring Coral
23
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Vlaamse overbruggingspremies In 2010 maakten ondernemingen in moeilijkheden volop gebruik van de Vlaamse anti-crisismaatregel die toeliet om de arbeidsduur te verminderen met minstens 10 % (maar nog steeds minstens 50 %) terwijl het loonverlies grotendeels werd gecompenseerd door de zgn. Vlaamse overbruggingspremie. Vanaf 1 januari 2011 viel deze maatregel terug in haar oorspronkelijke en minder aantrekkelijke vorm als aanmoedigingspremie bij arbeidsduurvermindering in ondernemingen in herstructurering of moeilijkheden. Sectorale cao arbeiders textiel Begin 2009 werden voor de arbeiders van de textielsector geen onderhandelingen gevoerd, vermits er in het najaar 2006 voor hen een overeenkomst gesloten werd die de periode 20072010 overspant. In 2010 was er nog de uitvoering van de laatste stap van de gefaseerde en gedeeltelijke invoering van de maaltijdcheques, nl. een verhoging van het patronaal aandeel met 0,80 euro per maaltijdcheque vanaf 1 april 2010. Sectorale cao bedienden textielsector De sectorale cao 2009-2010 voor de bedienden van de textielsector verlengde in essentie de bestaande engagementen en voorzag de invoering van een nieuwe weddeschaal voor de baremiseerbare bedienden, gebaseerd op beroepservaring i.p.v. leeftijd. Inzake koopkracht was er, behalve de toepassing van de indexeringen voor de baremiseerbare bedienden, niets voorzien. Een clausule voorzag evenwel dat begin 2010 het aspect koopkracht opnieuw bekeken zou worden in functie van de economische en financiële situatie van de textielsector. Na moeizame onderhandelingen resulteerde dit uiteindelijk in de toekenning van een eenmalige premie van 75 euro onder de vorm van ecocheques. Dit bedrag konden de bedrijven recupereren bij het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de bedienden, waardoor dit voor de ondernemingen een kostenneutrale operatie bleef. Sectorale cao arbeiders hout en meubel In uitvoering van het sectoraal akkoord 2009-2010 ontvingen de arbeiders die in december 2010 recht hadden op een sectorale getrouwheidspremie, een pakket ecocheques ter waarde van 100 euro. De toekenning werd door het Fonds voor Bestaanszekerheid ten laste genomen. In december 2010 werd de tweede jaarpremie gestort in het kader van het sectoraal aanvullend pensioen. Voor de jaren 2010-2011 werd de sectorale vrijstelling van de startbaanverplichting hernieuwd. Begin 2011 werd het koninklijk besluit m.b.t. de sectorale afwijking inzake tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor de arbeiders gepubliceerd, die aldus gedurende 2011 en 2012 verder van toepassing blijft. Omwille van de invoering van “DECAVA” was de sector verplicht de regularisatievergoeding bij het sectoraal brugpensioen om te vormen: voortaan betalen de werkgevers zelf een minimale aanvullende vergoeding. De meerkost daarvan kunnen zij recupereren bij het sectorfonds. Sectorale cao bedienden hout en meubel In uitvoering van het sectoraal akkoord 2009-2010 waren de werkgevers verplicht hun bedienden een netto voordeel toe te kennen van 125 euro in 2009 en 250 euro vanaf 2010. Dit voordeel moest toegekend worden onder de vorm van ecocheques. Fedustria heeft in dat verband met Edenred (vroeger Accor Services) een interessant ledenvoordeel afgesloten. Begin 2010 leidde een negatieve indexering tot een verlaging van de lonen met 0,43 %.
24
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Blum - Van Hoecke © Frako
Inzetten op vorming en opleiding Ondanks de economische crisis werden onder regie van de sectorale opleidingscentra (OCH vzw, Cobot vzw, Cefret asbl en Cobot-Bedienden vzw) acties ondernomen om de opleidingsinspanningen in de bedrijven op peil te houden. In Vlaanderen hebben de bedrijven daartoe tot juli 2010 beroep kunnen doen op de extra middelen die door de vorige Vlaamse regering (cf. Vlaams impulsplan “Herstel het vertrouwen”) aan de Fedustria-sectoren werden toegekend. Hout- en meubelbedrijven die in de periode april 2009-juli 2010 nieuwe arbeiders hebben aangeworven met daaraan een opleiding gekoppeld, maakten aanspraak op premies en subsidies die werden toegekend door OCH vzw. Arbeiders die deelnamen aan opleidingen en/of outplacement maakten onder bepaalde voorwaarden aanspraak op tussenkomsten. Voor textielbedrijven werd een trekkingsrecht-bis ingevoerd en werd het aantal opleidingsthema’s waarvoor een sectorale tegemoetkoming werd toegekend, uitgebreid. Er werd voorzien in een hogere sectorale tegemoetkoming voor opleidingsprojecten in textielbedrijven. En werknemers die op eigen initiatief opleiding hebben gevolgd, kwamen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming. Klemtoon op competentieontwikkeling Competentieontwikkeling van werknemers geniet veel aandacht, ook in onze sectoren. Op vraag van de sociale partners van de textielsector voerde het onderzoeksbureau Tempera een onderzoek naar de toekomstige competenties voor de Vlaamse textielindustrie. Zo heeft de verschuiving van aanbodgestuurde naar vraaggerichte bedrijven gevolgen voor de vereiste competenties van de werknemers. Voor negen veel voorkomende textielkwalificaties hebben de onderzoekers opgelijst in welke mate en in welke richting de gevraagde competenties zullen evolueren. De resultaten van het onderzoek zijn gratis te downloaden via www.cobot.be. In mei 2010 lanceerde de textielsector de Competextool. Deze webapplicatie, ondertussen bij een twintigtal textielbedrijven in gebruik, stelt bedrijven in staat om de competenties van hun werknemers te meten en te beheren. Op maat van het bedrijf worden alle functies met hun taken ingevoerd in de applicatie alsook de competenties van de medewerkers. Op basis van die gegevens kunnen opleidingen van nieuwkomers in de functie nauwgezet opgevolgd worden en heeft het bedrijf een actueel overzicht van de competentiesterktes en de competentiebehoeften. Per werknemer kan men bijhouden welke specifieke opleidingen werden gevolgd en wat de geldigheidsduur is van een verworven attest. Tenslotte kunnen door deze applicatie de opleidingsinspanningen op de werkvloer beter geregistreerd worden. De praktische gids “CO-OP Hout” biedt de hout- en meubelbedrijven via goede praktijkvoorbeelden tien leidraden voor het uitbouwen van een eigen competentiebeleid. Deze realisatie leverde OCH vzw de titel op van ESF-Ambassadeur 2010. Samenwerking met onderwijs Met het oog op de instroom van geschoolde arbeidskrachten in de textiel-, hout- en meubelbedrijven, worden goede contacten onderhouden met scholen en de ganse onderwijswereld. In die samenwerking is er niet uitsluitend aandacht voor de promotie van het beroepsgericht onderwijs, maar is er ook inhoudelijke samenwerking, onder meer om de opleidingsprogramma’s zo goed mogelijk te doen aansluiten op de vereiste competenties in de industrie.
© Creatuft © B&T Textilia
25
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Ervaringsfonds: steun bij investeringen De textielsector en de hout- en meubelsector hebben de samenwerking met het federale Ervaringsfonds in 2010 kunnen afronden. In de periode 2008-2010 werden door 110 hout- en meubelbedrijven in totaal 119 projecten ingediend. In de textielsector werden in dezelfde periode 45 projecten ingediend. In de meeste dossiers is er een aanvraag van subsidies voor ergonomie, meestal gecombineerd met aanpassingen aan de arbeidsorganisatie. Hoewel de officiële samenwerkingsovereenkomst met het Ervaringsfonds is afgelopen, zullen de bevoegde opleidingscentra assistentie blijven verlenen aan bedrijven om projecten voor 45-plussers bij het Ervaringsfonds in te dienen. Vernieuwde samenwerking met de Vlaamse overheid De textielsector en de hout- en meubelsector hebben met de Vlaamse regering een convenant afgesloten voor de jaren 2010 en 2011. Daarin zijn afspraken gemaakt over de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, het competentiebeleid in de sectoren, evenredige arbeidsdeelname en diversiteit. De sectorale opleidingscentra blijven de draaischijf in het opzetten en uitvoeren van die acties. Naast de afspraken met de Vlaamse regering werden in de hout- en meubelsector enerzijds en in de textielsector anderzijds, de afspraken met de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) vernieuwd. Kadervorming HR-verantwoordelijken en preventieadviseurs konden in 2010 opnieuw genieten van enkele praktijkgerichte opleidingen. Thema’s waren: “Een veiligheidscoach: nuttig of noodzakelijk?” en “ De werking van het comité welzijn”. Voor eerstgenoemden werd ook een seminarie over alternatieve beloning georganiseerd. Het patronaal vormingscentrum COOAB informeerde de hout- en meubelbedrijven over het invullen van de sociale balans.
Aantal werknemers
Tewerkstelling in de textiel-, hout en meubelindustrie 70.000
69.898 7.323 60.053
60.000
6.123
57.448 55.281 52.957
5.970 5.833
50.000
5.787
47.632 45.608 5.082
37.655
40.000
5.007 28.596
26.695
25.137 24.240 20.496
30.000
20.000
10.000
4.043
20.877
4.861
20.473
4.939
4.967
19.217
4.702
4.560
4.544
19.844
19.344
18.228
17.494
16.840
2006
2007
2008
2009
2010
0 2000 Textiel bedienden
26
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Neyt Furniture © Santens
2005 Textiel arbeiders
Hout en meubel bedienden
Hout en meubel arbeiders
Bron: RSZ
Milieu en techniek
Milieubijstand en milieuvergunningsaanvraagdossiers op maat van de textiel-, hout- en meubelbedrijven Vanuit haar sectorspecifieke ervaring hielp de dienst milieu en techniek van Fedustria bedrijven met het opstellen van hun milieuvergunningsaanvraag- of meldingsdossiers. Tevens stonden we deze bedrijven bij in de verdere vergunningsprocedure, zoals bijvoorbeeld bij hun contacten met de vergunningverlenende overheid. Via onze “milieubijstand” begeleidden wij ondernemingen bij het naleven van hun verplichtingen inzake milieuadministratie en de van toepassing zijnde milieuvergunningsvoorwaarden. Denken we hierbij onder meer aan het invullen van het integraal milieujaarverslag, het opstellen van een oplosmiddelenboekhouding of het regelmatig uitvoeren van de vereiste emissiemetingen. Ook in 2010 voorzagen we een gevarieerd aanbod aan opleidingen, seminaries en werkgroepvergaderingen. De gekende formules zoals de studiedag water, de werkgroep milieucoördinatoren en de vorming milieu & energie (VME) werden afgewisseld met nieuwe initiatieven. Zo organiseerde Fedustria i.s.m. Cevora een tweedelige opleiding “houtlabels en certificatie”, met als doel onze leden te laten kennismaken met zowel het inhoudelijke als praktische aspect van certificering. Om onze leden bij te staan in het zoeken naar oplossingen voor specifieke problemen, werden er in 2010 twee nieuwe werkgroepen opgericht. Zo is er de werkgroep “explosieveiligheid”, waar thema’s zoals stofexplosies en zonering behandeld worden. Met de werkgroep “solvent” trachten we onze leden een hulpmiddel te bieden bij hun zoektocht naar solvent-emissiereductie. Bij beide werkgroepen staat ervaringsuitwisseling centraal. Tenslotte werden ook in het kader van SUSPRO³ diverse werkgroepvergaderingen georganiseerd (zie verder). Best Beschikbare Technieken (BBT) voor de houtverwerkende nijverheid in Vlaanderen De finale versie van de BBT-studie voor de houtverwerkende industrie is verschenen. Deze studie omvat een beschrijving van de toegepaste houtbewerkingstechnieken en hun emissieniveau. De BBT vormt voor de overheid een richtinggevend kader voor het te voeren milieubeleid. Dankzij de actieve medewerking van Fedustria aan deze studie bleven de bestaande emissienormen ongewijzigd. Dit moet gezien worden als de bevestiging dat onze houtindustrie reeds werkt met de best beschikbare technologieën. BBT voor de textielindustrie: beperking van micropolluenten in het afvalwater De Best Beschikbare Technieken (BBT) voor de textielveredeling van 1998 werden aangevuld met een BBT-studie ter beperking van een aantal micropolluenten via het afvalwater. In deze studie, i.s.m. Fedustria en Centexbel, worden de Best Beschikbare Technieken in kaart gebracht voor de beperking van emissies van een aantal micropolluenten via het afvalwater van de veredelingsactiviteiten van de textielindustrie. Overleg Stad Gent in het kader van duurzame overheidsaankopen De Stad Gent wil haar aankoopbeleid volledig verduurzamen tegen 2020; bijgevolg zullen ecologische en sociale criteria meer en meer aan belang winnen in haar aanbestedingen. Om deze bestekken voor houten producten en textiel realistisch maar toch met voldoende ambitieniveau te kunnen opstellen, doet de Stad Gent beroep op de expertise van Fedustria.
© Domo © Vandenberghe Furniture
27
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Binnenhuisklimaat Overal in Europa wil men de emissies van stoffen door producten die binnenshuis aanwezig zijn, controleren of aan banden leggen. In Duitsland is er zo het AgBB-protocol voor bouwproducten en in Frankrijk is er het Afsset en het “Grenelle de l’environnement”. Ook onze federale overheid wenst een regelgeving uit te werken die voor een aangenamer binnenluchtklimaat moet zorgen. Fedustria verleent haar medewerking om samen met de overheid een kader uit te werken in harmonie met de regelgeving van de ons omringende landen en de Europese Unie. Wij willen immers vermijden dat er nog een derde Europese lidstaat zijn eigen reglementering oplegt en dat de producten bijgevolg drie verschillende labels moeten dragen om marktconform te zijn. Fijnstof Overal in Europa staan meetstations opgesteld om de luchtkwaliteit te meten. Een van de parameters die gemeten wordt, is de fijnstof fractie (of de PM10). Regelmatig wordt de opgelegde concentratie in een aantal meetpunten overschreden. De overheid wenst dan ook alle mogelijke maatregelen te nemen die deze concentraties aan fijnstof kunnen doen dalen. Deze maatregelen kunnen onder meer betrekking hebben op de op- en overslag van goederen. Fedustria heeft het voorbije jaar actief deelgenomen aan werkgroepen om een aanvaardbaar beleid en regelgeving uit te schrijven. Daarnaast werkt Fedustria mee aan de opstelling van nieuwe VLAREM-regelgeving met betrekking tot bestrijding van diffuus stof. VLARIPtextiel Om de textielbedrijven te helpen bij het interpreteren en implementeren van de REACH-verordening hebben Fedustria, Centexbel en essenscia Vlaanderen in 2008 het project VLARIPtextiel (Vlaanderens REACH Implementatie Project voor de textielindustrie) opgezet. Dit project, dat liep tot oktober 2010, resulteerde in concrete realisaties zoals een textielspecifieke handleiding, standaardbrieven, de website www.vlariptextiel.be… De REACH-uitdaging is echter nog steeds aanwezig en brengt voortdurend nieuwe aspecten met zich mee. Bovendien trad in 2010 ook de nieuwe CLP-regelgeving (Classification, Labelling en Packaging) in werking, die bijkomende inspanningen zal vragen aan de bedrijven. De Vlaamse textiel- en chemie-industrie willen blijven samenwerken om REACH en aanverwante wetgeving in de textielsector efficiënt te implementeren. VLARIPtextiel werd dan ook met twee jaar verlengd. VLARIPtextiel2 kan rekenen op de financiële steun van Europa (EFRO) en Vlaanderen (Agentschap Ondernemen). Ketensamenwerking tapijt De Vlaamse overheid zet volop in op een duurzaam materiaalbeleid. Om te komen tot een gesloten materialenkringloop (C2C) is een actieve samenwerking doorheen de ganse keten essentieel. Aan de hand van een pilootproject willen Fedustria en de Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij OVAM onderzoeken in welke mate ketenbeheer toepasbaar is in de tapijtsector. Hiervoor werden alle belangrijke spelers uit de sector samengebracht: de tapijtproducenten, de grondstofproducenten, de distributie, de vloerders, de verwerkers, de transportsector en het onderzoekscentrum Centexbel. Met deze partijen zal bekeken worden hoe tapijtafval kan voorkomen worden en welke tapijten de beste mogelijkheden geven voor recyclage.
28
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Mobitec © De Witte Lietaer International Textiles
Er wordt gefocust op twee markten: de huishoudelijke markt, die vloerbedekkingen voor particuliere woningen fabriceert, en de projectmarkt, die tapijttegels produceert voor kantoorgebouwen en hotels. Hout: een duurzame grondstof! Ook in 2010 steeg de druk die door de biomassa-subsidiepolitiek gelegd wordt op de grondstof hout. Om de onhoudbaarheid van deze absurde situatie aan te kaarten bij zowel de overheid, de media als het grote publiek, werden er in oktober verschillende acties gevoerd. Meer informatie hierover kan u vinden onder het hoofdstuk “Promotie”. SUSPRO³: voor duurzaam ondernemen Op initiatief van Fedustria en haar twee onderzoekscentra, respectievelijk Centexbel voor de textielsector en het Technisch Centrum der Houtnijverheid voor de hout- en meubelsector, werd in Gent op 20 april 2010 het officiële startschot gegeven van een nieuw project rond duurzaam ondernemen, SUSPRO³ genaamd. SUSPRO³ staat voor SUStainable PROducts PROcesses/PROfits. Het is de ambitie van de sector om tegen 2015 uit te groeien tot een toonaangevende industriële speler op het vlak van duurzaam ondernemen. Dit proces – dat volop bezig is – wil Fedustria extra ondersteunen met het SUSPRO³-project. Door proactief te investeren in eco-innovatieve producten en processen, kunnen de textiel-, hout- en meubelbedrijven een langetermijnvoordeel opbouwen om zich te onderscheiden van de concurrentie. De doelstellingen van SUSPRO³ zijn tweeledig: •
•
het collectief begeleiden van 200 bedrijven met het oog op het verder verduurzamen van hun bedrijfsvoering (producten en processen) en het implementeren van eco-efficiëntiesystemen; het individueel begeleiden van 60 bedrijven, waarbij de nadruk enerzijds ligt op de toepassing van eco-innovatie, en anderzijds op het opzetten van een eco-managementsysteem.
Voor de collectieve begeleiding werden vijf werkgroepen opgericht rond de thema’s milieu (lucht en water), energie, afval, eco-innovatie en ketenbenadering. Alle werkgroepen bespreken acties en maatregelen om de verschillende deelaspecten van duurzaam ondernemen efficiënt en effectief te kunnen toepassen. Voor elk van de vijf thema’s wordt een praktijkgids voor de bedrijven opgesteld. Er wordt ook een sectorspecifieke eco-scorecard uitgewerkt. Binnen de individuele begeleiding wordt detectie van mogelijke verbeter- en/of innovatievoorstellen, alsook ondersteuning bij de implementatie ervan, voorzien. De individuele begeleiding vraagt van elk deelnemend bedrijf om zich te engageren tot aantoonbare en significante verbeteringen, die worden vastgelegd in een duurzaamheidscharter. SUSPRO³, dat de steun geniet van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Agentschap Ondernemen, loopt over een periode van twee jaar (tot eind februari 2012).
© Revor © Modulyss®
29
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Productgroepen Een mozaïek van activiteiten Relatief belang van de productgroepen van de textielindustrie (totale omzet 2010 = 6 miljard euro)
36,0 % 15,0 %
5,0 % 2,0 %
42,0 %
Interieurtextiel (42,0 %)
Kledingtextiel (15,0 %)
Technisch textiel (36,0 %)
Veredeling (5,0 %)
Spinnerij (2,0 %) Bron: aandelen geschat door Fedustria op basis van de toegevoegde waarde
Eén van de belangrijkste redenen waarom onze Belgische economie zo stevig en stabiel is, is de grote diversiteit aan sectoren en activiteiten. Ruwweg kunnen wij een onderscheid maken tussen enerzijds dienstensectoren en anderzijds industriële sectoren. Telkens zien we een grote diversiteit aan diensten en producten. De industrie is erg gedifferentieerd: technologische industrieën, chemie en life sciences, de voedingsindustrie, staal, glas, papier, drukkerijen… en natuurlijk ook onze textiel-, hout- en meubelindustrie. De Belgische industrie is dus niet afhankelijk, noch gedomineerd door één enkele industriële activiteit, maar juist gekenmerkt door een veelheid van toepassingen en niches. Onze industrie is als een schitterende mozaïek, waarvan elk bedrijf een blinkend stukje is dat zijn plaats in de markt heeft gevonden. Het is uiteraard geen sinecure om dit plaatsje in de markt te vinden én te behouden. Hiervoor moet immers een bedrijfsstrategie worden gevonden, die vier strategische elementen op originele wijze combineert: een juiste productkeuze, een efficiënte productie (via o.m. geautomatiseerde processen), een uitgekiende logistiek, distributie en klantenservice, en tenslotte ook een continue innovatie om toegevoegde waarde te kunnen blijven creëren. Elk bedrijf is anders, en dus zal elk bedrijf op een eigen wijze deze strategische elementen in de bedrijfsaanpak moeten integreren. In de textielindustrie onderscheiden we drie grote toepassingsgebieden: textiel bestemd voor kleding waar de mode een zeer belangrijke rol speelt, vervolgens textiel voor de woning-
30
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Libeco Home © Balta
Relatief belang van de productgroepen van de hout- en meubelindustrie (totale omzet 2010 = 5,2 miljard euro)
21,5 %
18,4 %
49,9 %
5,7 % 4,5 %
Meubelindustrie (49,9 %)
Bouwelementen (18,4 %)
Overige houtverwerking (4,5 %)
Plaatmaterialen (21,5 %)
Verpakkingen (5,7 %)
Bron: BTW-aangiften, FOD Economie
decoratie (zoals tapijten, meubelstoffen, gordijnstoffen, huishoudtextiel, maar ook matrastijk, wanddecoratie…) waar design en productontwikkeling essentieel zijn, en tenslotte technisch textiel, dat eigenlijk een oplossing biedt voor grote technische uitdagingen zoals veiligheid (beschermtextiel, bv. brandweerpakken), natuurbescherming (geotextiel voor versterking van wegen en dijken), een betere gezondheid (medisch textiel gebruikt in het ziekenhuis)… Functionaliteit op maat van de klant is hier de stelregel. Diezelfde diversiteit vinden we in de hout- en meubelindustrie. Ook hier is een belangrijke groep van bedrijven actief in het interieurgebeuren: meubelen en zitmeubelen, slaapcomfort, maar ook andere interieurproducten zoals laminaatvloeren, parket, binnendeuren… Verder is er de productie en veredeling van houten platen, die producten toelevert zowel aan de meubelindustrie als aan de bouw. Voor heel wat houtproducten is de bouwsector immers de belangrijkste afzetmarkt, denk maar aan deuren, ramen, parket, geprefabriceerde spanten… En dan zijn er nog diverse producten zoals de houten verpakkingen (kisten, laadborden, houten verpakkingen op maat…), kaders en lijsten, borstels en penselen, houten speeltuigen, muziekinstrumenten… Die grote specialisatie heeft er immers voor gezorgd dat al de productiebedrijven uit de textiel-, hout- en meubelindustrie uniek zijn en hun plaats hebben gevonden in de mozaïek van producten en markten.
© BuzziKidz © Europlay
31
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Interieurtextiel De productgroep “Interieurtextiel” omvat tapijt (geweven, getuft, naaldvilt, badsets…), meubelstoffen (plat, fluweel, uni, jacquard, bedrukt…), decoratiestoffen, overgordijnen, wandbekleding, huishoudlinnen (keuken-, tafel-, bed- en badlinnen), matrasbekledingsstoffen, passementerie…
Voorzichtig optimisme, zonder fundamenteel herstel De grote voorjaarsbeurzen van begin 2010, zoals Heimtextil Frankfurt, Domotex Hannover, Maison & Objet Parijs, Intirio Gent, gaven aan dat de klanten de crisis wat beu waren en dat er terug oprechte belangstelling groeide voor de Europese klasseproducten. Dit bleef in 2010 voor de meeste productlijnen uit de Belgische interieurtextielsector het geval, zij het wel met grote nuances. Allereerst dient opgemerkt dat groei een zeer relatief begrip is: als er in 2008 en 2009 samen 30 % en meer van de omzet verloren ging, dan is een status-quo tot lichte stijging in 2010 maar een magere troost. Bovendien zijn er aanzienlijke verschillen tussen de diverse producten, wat ten dele te verklaren is door de onderscheiden concurrentiepositie maar ook door het gewicht van de belangrijkste afzetmarkten: producten met een grotere afzet in Duitsland en/of buiten de EU deden het bijvoorbeeld duidelijk beter dan producten die dominant hun weg vinden naar de Britse markt of de Zuiderse EU-lidstaten. Tot slot was ook het jaarverloop niet homogeen. Tot en met september bleek er een geleidelijk herstel, maar vanaf het vierde trimester 2010 sloeg de barometer weer de verkeerde kant op. Uitvoer, ook buiten de EU Ruim 94 % van het Belgisch interieurtextiel vindt een afzet in het buitenland. Toch blijft daarvan ruim 85 % binnen de EU-25, wat in se uiteraard niet slecht moet zijn, maar op heden blijft Europa toch het continent met een veel tragere economische groei dan de meeste andere regio’s in de wereld. Dat zet er ons toe aan om ook buiten de EU actief te blijven met op kop de gemeenschappelijke initiatieven van Flanders Investment and Trade (FIT) en Fedustria, zijnde de collectieve standen op de beurzen Domotex Asia/Chinafloor (Shanghai, 23-25/3/2010) en Domotex Middle East (Dubai, 10-12/5/2010). In twaalf jaar tijd is Domotex Asia/Chinafloor met een bruto oppervlakte van 97.800 m² (88.000 m² in 2009) en ca. 1.100 exposanten (waarvan ongeveer 80 % Chinese) uitgegroeid tot dé vakbeurs bij uitstek voor alle types van vloerbedekkingsmaterialen in het Verre Oosten. Deze beurs mikt qua exposanten in hoofdzaak op de fabrikanten/aanbieders van “flooring” (zijnde laminaat en houten bevloering plus elastische vloerbekleding) en in mindere mate van “carpets” (zijnde textielvloerbedekking en karpetten). Ze richt zich ook meer en meer op de toeleveranciers van machines en technologie bestemd voor de vloerbedekkingsindustrie. Zonder enige uitzondering noteerden wij bij de Belgische deelnemers vrij grote tevredenheid over het verloop van de beurs, zonder evenwel euforisch te doen. De gezamenlijke inspanningen van FIT en Fedustria worden in 2011 verdergezet, want naast de 10 trouwe deelnemers komen er in 2011 zeker al 3 nieuwe exposanten bij. Domotex Middle East blijft het veel moeilijker hebben om echt door te breken. Dit mag niet doen veronderstellen dat die beurs echt zwak is, want alle Belgische deelnemers blijven ook in 2011 (nu in september 2011) weer meedoen. In 2011 zullen we ons ook met de subsector van de meubel- en gordijnstoffen naar regio’s buiten Europa richten en zullen we na prospectie in 2010 een collectief Fedustria-initiatief opzetten met 8 Belgische bedrijven op de vakbeurs Evteks (Istanboel, 18-22/5/2011).
32
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Ideal © Omexco
Tegelijk onderzoeken we de mogelijkheid om binnen een EU-paviljoen deel te nemen aan Intertextile Home Textiles in Shanghai (29-31/8/2011). Nochtans blijft de Europese thuismarkt belangrijk. Trouwens, de meeste vakbeurzen binnen de EU hebben ook een veel breder bezoekerspotentieel. Zo organiseerde Fedustria op zowel Heimtextil (Frankfurt, 13-16/1/2010) als Domotex (Hannover, 16-19/1/2010) opnieuw een aantal groepsstanden. In totaal namen hieraan 21 lidbedrijven deel. Met “London Fabric presents the Belgian collection” (8-9/3/2010), een kleinschalig maar goed gecibleerd event dat in actieve samenwerking met FIT in de Londense Naval & Military Club voor de zetel- en gordijnstoffen georganiseerd werd, bracht Fedustria 12 ledenproducenten in contact met ruim 120 topklanten uit de Britse en Ierse meubelindustrie en -groothandel. Tot slot boden we voor de derde opeenvolgende keer in samenwerking met Textirama aan ruim 300 bezoekers van MoOD een VIP-ontvangst. MoOD (Meet only Original Designs, het vroegere Decosit) in Brussel blijft hét jaarlijkse hoogtepunt voor zij die actief zijn in de wereld van zitmeubel-, raam- en wandbekleding. Creatief, innovatief Creativiteit, innovatie… het worden bijna afgezaagde “dooddoeners”. Toch is en blijft het essentieel om zich van de honderden concurrenten wereldwijd te onderscheiden met andere producten, een authentieke productlijn, topservice, flexibiliteit. Met Textivision proberen we de bedrijven relevante informatie aan te bieden over de komende tendensen qua kleuren, materialen, structuren. “Sustainability” is voor ons – net zoals kwaliteit – geen hype maar een conditio sine qua non. Het wordt een bedrijfsmentaliteit die niet start noch stopt aan de deur van het eigen bedrijf. Vandaar dat Fedustria op initiatief van OVAM een trekkende rol speelt in het ketenproject “Tapijt” (voornamelijk gericht op residentieel kamerbreed tapijt in polyolefine en op polyamide tapijttegels voor de projectmarkt). Dit gebeurt samen met de belangrijkste partijen uit de hele keten van de grondstof tot en met de recyclage van het postconsumertapijt en dit zowel in België als in de EU. Tegelijk schreven vele interieurtextielbedrijven zich actief in voor het SUSPRO3-project van de federatie.
Aantal bedrijven of bedrijfsafdelingen
175 (*)
Aantal werknemers
11.750
Omzet (in miljoen euro)
2.300
Exportquote
94 %
Evolutie van de activiteit in 2010 (in volume)
+2 %
Aandeel in de toegevoegde waarde van de Belgische textielsector
42 %
(*) Bedrijfsgroepen worden als één bedrijf beschouwd
© Twenthe Group © Copaco
33
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Technisch textiel Agrotech* Textiel voor landbouw, tuinbouw en visvangst, o.a. grondbedekkingsdoek, beschermdoek voor serres, visserijgarens…
Buildtech* Textiel voor de bouw en lichte constructies, o.a. isolatiematerialen, zonnewering, roofingtextiel…
Geotech* Geotextiel, o.a. doek voor water-, wegen- en bodemwerken, afdichtingsdoek, waterfilterdoek…
Indutech* Textiel voor industriële toepassingen, o.a. transportbanden, afdichtingskoorden voor tunnelovenwagens (steenbakkerijen), wolvilt voor bv. drukpersen…
Medtech* Medisch textiel, o.a. hydrofiel verbandgaas, steunverbanden, hospitaallinnen, luiers (baby’s, incontinentie), therapeutische elastische kousen…
Technisch textiel… het textiel van de toekomst? Regelmatig wordt de opmerking gemaakt dat het technisch textiel het textiel van de toekomst is. In zekere zin is dit juist omdat technisch textiel zowel in relatieve als in objectieve termen het snelst groeiende segment is binnen de textielactiviteiten. Maar dat wil niet zeggen dat er in de andere belangrijke textieltoepassingssegmenten, met name het modetextiel en het interieurtextiel, geen mooie toekomstkansen liggen. Integendeel. Maar het technisch textiel heeft wel een aantal sterke troeven, en indien de bedrijven deze troeven optimaal uitspelen, is dit zonder twijfel een toekomstgerichte industriële activiteit. Een gangbare definitie van technisch textiel is dat het gaat om textielproducten met minstens één of liefst meerdere technische specificaties of functionaliteiten. M.a.w. technisch textiel moet een aantal technische performanties kunnen waarmaken. Het zijn dus eigenlijk gespecialiseerde “moeilijke” textielproducten. Vanuit een andere invalshoek, m.n. het toepassingsgebied, kan technisch textiel ook nog anders gedefinieerd worden. Technisch textiel zijn textielproducten die een oplossing bieden voor een of andere uitdaging. En die uitdagingen vinden we veelvuldig in onze samenleving: betere bescherming van mens en natuur, de nood aan betere medische zorgen, de behoefte aan veiligheid zowel op het werk, in het verkeer als in de vrije tijd… Vandaar dat we vele technische textielproducten vinden in heel wat uiteenlopende toepassingssegmenten, zoals de bescherming van landbouwgewassen, geotextiel voor onder de autosnelwegen, versterking van dijken, afdeklagen voor afvalstorten… ook beschermkledij voor personen die in specifieke omstandigheden moeten werken (bv. grote koude of extreme hitte), airbags en veiligheidsgordels voor de veiligheid van chauffeurs en passagiers, medisch textiel voor de gezondheid van patiënten en bescherming van medisch personeel, sporttextiel zoals kunstgras voor voetbalvelden om sportprestaties te kunnen verhogen… Omdat er steeds nieuwe toepassingen kunnen worden gevonden, is de lijst van technische textielproducten nog niet “af”. Samen met Messe Frankfurt, die om de twee jaar de wereldbeurs Techtextil organiseert (volgende editie: 24 tot 26 mei 2011 in Frankfurt), werden grote productgroepen voor technisch textiel gemaakt, waarvan u de indeling hierboven kan lezen. Technisch textiel blijft een groeisegment Omdat via innovatie steeds meer nieuwe toepassingen mogelijk zijn, is technisch textiel een groeisegment binnen de textielindustrie. De trendmatige groei ligt in de buurt van +3 % per jaar. Na het crisisjaar 2009 werd in 2010 opnieuw aangeknoopt met deze trendmatige groeicijfers. Een aantal technische textielproducten worden toegeleverd aan sectoren die na de zware economische crisis opnieuw in opgaande lijn gingen in de loop van 2010, zoals de auto- en transportsector en de bouwsector.
34
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Bexco © Bonar Technical Fabrics © Dynatex
Mobiltech* Textiel voor voertuigen, o.a. autogordels, weefsels voor airbags, binnenbekleding van auto’s, weefsels voor autobanden, tapijt voor autobussen, vliegtuigen en schepen…
Packtech* Textiel voor transport en verpakking, o.a. canvas/dekzeil (bache), postzakken/zakken voor linnengoed/geldzakken, cargo- en containernetten…
Protech* Textiel voor bescherming en veiligheid, o.a. brandwerende materialen, waterdichte weefsels, NBC-beschermend textiel…
Sporttech* Textiel voor sporttoepassingen, o.a. kunstgras, doek voor parachutes en/of luchtballons, weefsels voor sporttassen, rugzakken… *copyright Messe Frankfurt
“Open innovatie” en “netwerking” Wie “technische specificaties” zegt, zegt ook onderzoek en innovatie. Dit zijn zeker sleutelbegrippen in elk bedrijf dat zich specialiseert in technisch textiel. Maar de meeste bedrijven zijn hetzij te klein, hetzij beperkt in kennis en uitrusting om alle O&O en innovatie alleen te doen. Vandaar dat op het vlak van innovatie wordt samengewerkt met universiteiten en hogescholen, collectieve onderzoekscentra zoals Centexbel, toeleveranciers… “Open innovatie” is geen ijdel begrip in het segment van het technisch textiel. Om tot nieuwe samenwerkingsverbanden en/of ontwikkelingen te komen met andere bedrijven, is het noodzakelijk dat de bedrijven elkaar beter leren kennen op vlak van hun activiteiten en indien gewenst van technologieën. Daarom organiseert Fedustria een tweemaandelijkse meeting onder haar leden van technisch textiel om ze zo de kans te geven aan netwerking te doen. Bedrijven zetten hun deuren open voor collega’s. Zo krijgt eenieder een beter zicht op de productietechnieken, productiecapaciteiten en bestaande technologieën. Samenwerking van bedrijven die bij elkaar complementaire technologieën vinden, is er meermaals het resultaat van. Samenwerking stimuleert immers innovatie en innovatie leidt naar nieuwe producten en/of markten. Exportpromotie via beurzen Techtextil North America, 18-20 mei 2010, Atlanta, Georgia USA In samenwerking met Clubtex (Noord-Frankrijk) werd een “Product Sample Booth” georganiseerd op deze beurs. Vijf Belgische en vier Franse bedrijven hebben hieraan deelgenomen. Een goede voorbereiding vanwege de deelnemende bedrijven had tot gevolg dat ze tevreden waren van de contacten met potentiële klanten. Cinte Techtextil China, 19-21 oktober 2010, Shanghai, China Hoewel China doorgaans als een bedreiging wordt gezien, zijn er voor technisch textiel heel wat opportuniteiten en kunnen Belgische bedrijven zich profileren in de verschillende subsectoren zoals geotech, buildtech, medtech… ook al omdat de lokale productie nog zeer beperkt is. Zeven Belgische bedrijven namen deel aan deze beurs.
Aantal bedrijven of bedrijfsafdelingen
130
Aantal werknemers
8.000
Omzet (in miljoen euro)
2.150
Exportquote
70 %
Evolutie van de activiteit in 2010 (in volume)
+3 %
Aandeel in de toegevoegde waarde van de Belgische textielsector
36 %
© Sioen Industries © Keramab © Concordia Textiles © Lano Sports
35
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Kledingtextiel De productgroep “Kledingtextiel” omvat weefsels en gebreide stoffen voor sportkleding, vrijetijdskleding, regenkleding, nachtkleding, werkkledij, ondergoed, fashion wear, voeringen en afgewerkte breigoedproducten zoals baby- en kinderkleding, joggings, pulls en andere bovenkleding, beenbekleding en T-shirts.
2010: herstel ingezet – Grondstoffenprijzen exploderen De kledingweverij kende een productietoename van zo’n 20 %. Over het algemeen zaten vooral de exportleveringen sterk in de lift, aangedreven door de internationale conjunctuurherneming. De exportquote ligt vrij hoog op 90 %. 20 % is ook de productietoename die het voorbije jaar werd vastgesteld in de Europese kwaliteitsdenimsector. Naar het jaareinde toe vlakten in de meeste deelsegmenten de orderontvangsten wat af. De vlasweverij presteerde vrij sterk. Daarbij speelt de groeiende diversificatie naar andere afzetsegmenten dan kledingtextiel. De beschikbare officiële cijfers over de breigoedsector wijzen op een omzetdaling van zowat 30 % tijdens het voorbije jaar. Dit lijkt ons een grove onderschatting van de werkelijke activiteit in de sector. Wij houden het bij een geschatte terugval van 12 %. Zo was er bij de gebreide modestoffen een gevoelige verbetering van zowat 20 %. Sinds de recente Prodcomherziening met verhoogde aangiftedrempels beschikken wij helaas niet meer over betrouwbare gegevens inzake afgewerkte breigoedartikelen. Het voorbije jaar werd vooral gekenmerkt door een explosie van de grondstoffenprijzen: de katoenprijs steeg met zowat 140 % in euro, de prijs van Nieuw-Zeelandse en Britse wol met zo’n 70 %, nylon BCF eveneens met 70 %, vlas met 50 %, de meeste kunst- en synthetische vezels met ca. 35 %. Voor de textielsector zit er niets anders op dan te trachten deze prijsverhogingen door te rekenen aan de klanten. Aanvang 2011 ging de prijshausse versneld verder. De Europese branches In september 2010 vervielen na vijf jaar de antidumpingrechten op afgewerkt polyesterdoek uit China. Aiuffass, de Europese filamentorganisatie, diende in overleg met de industrie géén verzoek in tot verlenging. De rechten hebben de sector de nodige ademruimte verleend voor structurele aanpassingen. Actuele strijdpunten zijn de gewenste integratie van zijde in de lijst van vezels die uitgesloten zijn van testen en certificaties inzake brandgedrag op de Amerikaanse markt, de harmonisatie op het vlak van productstandaards met onze belangrijkste handelspartners, in het bijzonder China, alsook meer moderne oorsprongsregels. Fedustria organiseerde in mei 2010 met succes het 55ste Aiuffass-congres in Brugge, met focus op de vrijhandelsakkoorden en technisch textiel. Het nieuwe adagio van CELC, de Europese vlasfederatie, luidt: door de combinatie van aanbodbeheersing en promotie een markt creëren, gekenmerkt door een stabiel volume en een rendabele prijsvorming op langere termijn. Op het congres in Barcelona werd het door de EU meegefinancierde promotieprogramma “Be Linen” officieel gelanceerd. Daarbij wordt beoogd om de verkoop van gezwingeld vlas in drie jaar tijd met 25 % op te voeren, alsook te zorgen voor een betere bekendheid van vlas en zijn eigenschappen, weg van het imago van seizoengebonden product. De eerste twee jaar ligt de klemtoon op B2B, het laatste jaar op B2C. De kernactiviteiten van Eurocoton, de Europese katoenbranche, situeerden zich in 2010 opnieuw op het handelspolitieke vlak met o.a. de betwiste handelsconcessies van de EU aan Pakistan, de markt- en concurrentieverstorende exportbeperkingen van Indiaas katoen, de toekomstige Paneuromed-oorsprongsregels, de oorsprongsetikettering, het oneigenlijke gebruik van bedrukking in de zelfkant, het afgewentelde Britse verzoek tot collectieve schorsing van de invoerrechten op halffabrikaten, de deal in het Chinese subsidiedossier, de verplichte exportregistratie in Turkije, en de modaliteiten inzake besluitvorming bij handelsdefensieve instrumenten.
36
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Libeco Home © Cette®
MoTIV Het Mode Technologisch Innovatieplatform Vlaanderen (MoTIV) bundelt de expertise van alle partners uit de kledingtextielkolom. De problematiek van het behoud van de kwaliteit en de eigenschappen van werk- en beschermkledij na wassen, is dikwijls aanleiding tot heel wat discussies tussen textielbedrijven, confectiebedrijven en wasserijen. Waar liggen de verantwoordelijkheden? Wie controleert wie? Wat zijn de onderzoeksnoden? MoTIV beoogt o.a. de netwerking en communicatie tussen de verschillende schakels binnen de toeleveringsketting van de textiel-, kleding- en aanverwante sectoren te bevorderen. Rond professionele kledij werd op 18 mei 2010 een interactief panelgesprek tussen de betrokken actoren textiel, confectie en textielverzorging georganiseerd. Samenwerking met Centexbel en Creamoda Tijdens de jaarlijkse Horizonverkenning Kledingtextiel wordt telkens ingegaan op een aantal actuele thema’s, zoals productinnovatie, nieuwe toepassingen, onderzoeksthema’s, technologische ontwikkelingen, normen… Vanuit Fedustria wordt steeds gezorgd voor een actieve inbreng. Begin 2010 was het onderwerp “Duurzame overheidsopdrachten” toegespitst op beroepskleding. Aangezien dit een compleet nieuw item was, werd hierover, samen met de collega’s van de modefederatie Creamoda, gedetailleerde toelichting gegeven inzake de achtergrond en het overleg dat zou plaatsgrijpen in 2010. Dit constructief overleg zal in 2011 gefinaliseerd worden. Textiel in Oost-Vlaanderen In samenwerking met EROV (de Economische Raad voor Oost-Vlaanderen), Creamoda en Het Nieuwsblad/De Gentenaar, werden gedurende een vijftal opeenvolgende weken, in de woensdagedities van de krant, portretten gebracht van mensen die actief zijn in een textielen/of kledingbedrijf in Oost-Vlaanderen. Op die manier kwamen passionele getuigenissen in de pers die het grote publiek aanspreken en een realistisch beeld geven van wat het betekent om voor een bedrijf uit onze sector te werken. De reeks werd voorafgegaan door een debat over de toekomst voor textiel en kleding in Oost-Vlaanderen en werd op 26 juni 2010 afgesloten in Gent met een event waarbij het grote publiek op een vlotte, ludieke en sportieve manier informatie kreeg over de sector, geanimeerd door Giedo Thiry. De Hogeschool Gent, afdeling Modetechnologie, werkte eraan mee, o.a. met een zeer gesmaakte modeshow van sport-kledij.
Aantal bedrijven Aantal werknemers Productie (in ton) Omzet (in miljoen euro) Exportquote Evolutie van de activiteit in 2010 Aandeel in de totale toegevoegde waarde van de Belgische textielsector
Weverij Breierij 13 39 1.600 750 17.000 4.750 280 185 (*) 90 % 67 % +20 % -12 % voor weverij + breierij 15 %
(*) Nieuwe reeks
© PrimaDonna © Nilorn Belgium
37
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Veredeling De productgroep ”Veredeling“ • wast, bleekt, verft, bedrukt en coat diverse textielartikels (garens, weefsels, tapijt, breigoed, non-wovens, geconfectioneerde artikelen…); • maakt ze vuilafstotend, krimpvrij, brandvertragend… en brengt ”coatings“ aan; • omvat zowel loonveredeling (dienstverlening aan derden) als geïntegreerde veredeling (die werkt voor de eigen textielactiviteiten van de onderneming). Loonveredelingsbedrijven dienen gekoesterd te worden De (loon)veredelingsbedrijven zijn een onontbeerlijke schakel in de Belgische textielketen. Het overgrote deel van de textielbedrijven doet op één of andere manier beroep op een loonveredelingsbedrijf om hun textielproducten extra waarde te geven, zij het verven, coaten, een extra functionaliteit geven… Loonveredelingsbedrijven helpen hun klanten bij het zoeken naar nieuwe oplossingen, mogelijkheden, eigenschappen… waardoor de Belgische textielbedrijven zich kunnen onderscheiden van de concurrentie. De nabijheid van de loonveredelingsbedrijven is dan ook een grote troef voor de Belgische textielbedrijven om snel te kunnen antwoorden op (nieuwe) vragen/wensen van hun klanten. De veredelingssector deint op de golven van de lokale textielproductie De veredelingssector is sterk afhankelijk van de lokale textielproductie. De activiteitsgraad in de veredelingssector volgt dan ook in belangrijke mate deze van de andere subsectoren. Na jaren van sterk terugvallende productie konden in 2010 opnieuw – weliswaar beperkte – groeicijfers opgetekend worden. Dit herstel blijft echter uiterst precair. Milieu en energie blijven grote uitdagingen Veel veredelingsprocessen zijn water- en energie-intensief. Bovendien wordt er ook een brede waaier aan chemicaliën gebruikt om het textiel extra eigenschappen te geven. Dit alles heeft tot gevolg dat textielveredelingsbedrijven op veel domeinen geconfronteerd worden met belangrijke milieu-uitdagingen zoals REACH, CLP, milieukwaliteitsnormen voor water… De loonveredelingsbedrijven blijven dan ook continu inspanningen leveren om hun milieuimpact tot een minimum te herleiden. Omdat de kosten voor milieu en energie hoe dan ook substantieel zijn, blijven de bedrijven op zoek gaan naar mogelijkheden om hun proces en productkeuze te optimaliseren. Via SUSPRO³ en VLARIPtextiel worden deze bedrijven hierbij begeleid door Fedustria en Centexbel. Nieuwe technische voorschriften De algemene voorwaarden van de Belgische loonveredelaars die dateerden van 1997 werden geactualiseerd. De “algemene voorwaarden” werden o.a. volledig in lijn gebracht met de mededingingsregels. Voortaan wordt er een onderscheid gemaakt tussen “algemene technische voorschriften” en “verkoopsvoorwaarden”. De algemene technische voorschriften moeten de loonveredelaars toelaten de nodige garantie te bieden op het geleverde werk en kunnen dus beschouwd worden als gemeenschappelijke garantiebepalingen die gehanteerd worden in de sector van de loonveredelaars. Verkoopsvoorwaarden daarentegen zijn contractvoorwaarden i.v.m. te leveren diensten (goederen), prijs, leveringstermijn… Hiervoor werd een “model van verkoopsvoorwaarden” uitgewerkt die bedrijven vervolgens kunnen toe- of aanpassen op/aan hun individuele situatie. Deze nieuwe technische voorschriften zijn sinds 1 juli 2010 van kracht.
Aantal bedrijven (*) Aantal werknemers Productie (veredeld volume in ton-loonveredeling) Omzet (in miljoen euro) Exportquote Evolutie van de activiteit in 2010 (volumes) Aandeel in de totale toegevoegde waarde van de Belgische textielsector (*) Alleen bedrijven met 10 of meer werknemers
38
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Groep Masureel Veredeling © Desso Sports Systems © Stock.xchng
60 (21 loon en 39 geïntegreerd) 2.700 (1.700 loon en 1.000 geïntegreerd) 68.500 114 25 % +5 % 5%
Spinnerij en voorbereiding De productgroep “Spinnerij en Voorbereiding” omvat de voorbereiding en de productie van filament (uit polyester PES en polyamide PA), vezels van polyamide PA, polyester PES, polypropyleen PP…, garens (zuiver en gemengd) van katoen, wol, vlas, enz.
Katoentype spinnerij: beter evenwicht tussen vraag en aanbod Aanvang 2010 vond een verdere herstructurering en afslanking plaats, waarbij het performante materieel van twee gerelateerde spinnerijen werd gecentraliseerd met het oog op een betere operationele efficiëntie. Desondanks realiseerde de sector het voorbije jaar een stabilisering van de activiteit. Na de implosie van de sector in Europa de voorbije jaren, zelf het gevolg van een slinkende Europese textielmarkt, is een beter evenwicht ontstaan tussen vraag en aanbod. De sector heeft dan ook zonder noemenswaardige problemen de volledige prijshausse van de textielvezels kunnen doorrekenen aan de klanten. Katoen bleef ook in 2010 de belangrijkste vezel ondanks een ruime prijsverdubbeling. Dat katoen komt vooral uit Afrika (29 %), de voormalige Sovjetlanden (27 %), Turkije en Syrië (elk 15 %) alsmede de USA (9 %). Afrika is veelal synoniem voor “Fair Trade” katoen, Syrië voor biokatoen. Aan de garenimportzijde ging India sterk vooruit, terwijl Turkije en Pakistan terrein moesten prijsgeven. Vlasspinnerij: opnieuw in de buurt van pre-crisisniveau! Na een aarzelende start tijdens het eerste kwartaal volgde een ware explosie van de activiteit in de Belgische vlasspinnerij met groeipercentages tot 60 % tijdens het tweede en derde kwartaal. Per saldo kon 2010 worden afgesloten met een groei van 31 % t.o.v. 2009. Hiermee landt de sector dicht in de buurt van het pre-crisisniveau van 2007. De garenvoorraden werden fors afgebouwd in vergelijking met aanvang 2009. Het orderboek scheerde hoge toppen. De groeiende interesse van de industrie voor composietmaterialen, versterkt met natuurlijke vezels, stemt hoopvol voor de toekomst. Vlas heeft ook vele ecologische troeven. In het kielzog van katoen veerde ook de vlasvezelprijs op van 1 euro/kg einde 2009 naar zowat 1,55 euro einde 2010. De kwantitatief slechte oogst 2010 werkte daarbij prijsondersteunend. Bij een nagenoeg stabiele uitzaai bleef met name de vezelopbrengst per hectare fors achterop. Wolspinnerij: zwakke vraag blijft wegen op de activiteit Als enige deeltak binnen de spinnerij van natuurlijke vezels moest de Belgische wolspinnerij het voorbije jaar terrein prijsgeven, globaal zowat -4 %. Naar het jaareinde toe trad weliswaar enig herstel op. De verdere lichte krimp in de tapijtsector, vooral tuft, kan als verklaring worden aangehaald. De vraag kan gesteld worden of de wolvezel zichzelf niet stilaan de markt uitprijst: per saldo vlagde de Australische wolprijs einde 2010 af op 7,50 euro/kg of 40 % meer dan een jaar eerder; bovenop een even grote stijging in 2009 geeft dit een prijsverdubbeling op twee jaar tijd. Het voorbije jaar steeg de gemiddelde prijs voor Nieuw-Zeelandse en Britse wol, dé origines bij uitstek voor tapijt, zelfs met 70 % in euro. Naast intrinsieke prijsverhogingen speelden ook wisselkoersfactoren: de Australische en de Nieuw-Zeelandse munt werden het voorbije jaar resp. zowat 22 % en 15 % duurder tegenover de euro. Aanvang 2011 ging de prijsrally verder: in januari alleen reeds was er een intrinsieke prijshausse van 22 %!
Aantal bedrijven Aantal werknemers Productie (in ton) Omzet (in miljoen euro) Exportquote Evolutie van de activiteit in 2010 Aandeel in de totale toegevoegde waarde van de Belgische textielsector
Katoentype
Vlastype
Woltype
2 300 15.000 35 40 % sq
3 60 2.370 11,5 70 % +31 %
8 500 5.000 (*) 40 (*) 65 % -4 %
1%
…
1%
(*) Nieuwe reeks
© B&T Textilia © Centexbel © Groep Masureel Veredeling
39
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Meubel De “Meubelindustrie” omvat naast de meubelen (eetkamers, slaapkamers, keukens, bureaumeubelen…) en zitmeubelen (salons, zetels, stoelen…) ook de matrassen en de bedbodems.
Naar aanleiding van de Meubelbeurs Brussel, die plaatsvond van 7 tot en met 10 november 2010, maakte Fedustria de balans op van de economische toestand in de Belgische meubelindustrie onder de noemer “Belgische meubelindustrie herstelt langzaam maar zeker van economische crisis”. Sinds het begin van 2010 kent de economische activiteit in de Belgische meubelindustrie een langzame heropleving. Tijdens de eerste negen maanden van 2010 bedroeg de omzet 1.913,3 miljoen euro, wat een lichte toename is met 1,2 % tegenover dezelfde periode van 2009. Dit herstel verloopt dus bijzonder langzaam. Tijdens het eerste kwartaal van 2010 bedroeg de omzetgroei slechts 0,5 %. In het tweede kwartaal versnelde deze tot 1,8 %, om vervolgens in het derde kwartaal opnieuw te vertragen tot 1,3 %. Wanneer we de omzet van 2010 vergelijken met die van 2008, stellen we vast dat de economische activiteit van de Belgische meubelindustrie nog steeds zo’n 12 % onder het peil van voor de crisis ligt. Tijdens de eerste negen maanden van 2010 investeerde de Belgische meubelindustrie 84,6 miljoen euro, dit is 13,2 % minder dan in dezelfde periode van 2009. Het indexcijfer van het consumentenvertrouwen in België is sinds het begin van 2010 vrijwel continu verbeterd. In november 2010 bedroeg het consumentenvertrouwen in België -0,4. Hiermee lag deze vertrouwensindicator op het hoogste niveau sinds drie jaar en ligt hij significant hoger dan het Europees gemiddelde. Volgens de maandelijkse enquête van de Nationale Bank van België stegen de ontvangen bestellingen in de Belgische meubelhandel in 2010 met 1,4 %. Tijdens de eerste negen maanden van 2010 bedroeg de totale Belgische meubeluitvoer 1.108,8 miljoen euro, wat een lichte stijging met 2,6 % vertegenwoordigt ten opzichte van de eerste negen maanden van 2009. De belangrijkste exportmarkten voor de Belgische meubelindustrie zijn momenteel Frankrijk (39,8 % van de totale meubeluitvoer), Nederland (31,2 %), en Duitsland (9,2 %). Voor de gehele Belgische economie verwacht men een groei van het bruto binnenlands product van 1,7 % in 2011. De groei van de particuliere consumptie zou echter lager liggen omwille van de hoge spaarquote. Dit betekent dat de groei van de Belgische economie vooral exportgedreven zal zijn. Aangezien de buitenlandse vraag sterker zal groeien dan de binnenlandse vraag, is een verhoogde aanwezigheid op buitenlandse groeimarkten – binnen en buiten Europa – voor de Belgische meubelindustrie de aangewezen weg om in een versneld tempo terug het activiteitsniveau van voor de crisis te bereiken. De werking van de groep “Meubel & Zitmeubel” In 2010 kwam de Meubelraad (de nieuwe benaming voor het vroegere Gemeenschappelijk Uitvoerend Bureau Meubel & Zitmeubel), die binnen Fedustria de belangen van de Belgische producenten van meubelen, zitmeubelen en slaapcomfort vertegenwoordigt, vijf keer samen onder het voorzitterschap van Peter De Meyer (LS Bedding). Tijdens deze bijeenkomsten werd o.m. de collectieve werking van Fedustria inzake innovatie (Optimo, zie hoofdstuk Economie) en export (BelgoFurn, zie verder) besproken. Ook het thema sectorpromotie voor meubelen is in 2010 terug hoog op de agenda geplaatst. Hiertoe werd een aparte werkgroep opgericht onder het voorzitterschap van Dirk Steenbeke (Passe-Partout).
40
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Recor © Sicame - Axel Enthoven
Daarnaast stonden volgende thema’s op de agenda: • de economische toestand in de Belgische meubelindustrie; • de organisatie van netwerkactiviteiten binnen de meubelsector; • het project SUSPRO³ rond duurzaam ondernemen; • het actieprogramma van Fedustria voor 2010; • de sectorspecifieke resultaten van de tevredenheidsenquête bij de leden van Fedustria; • de verlenging van de anti-crisismaatregelen; • de onderhandelingen over het IPA 2011-2012; • de Europese “Made in…”-regeling; • … BelgoFurn, een kwaliteitslabel bij de buitenlandse meubeldistributie BelgoFurn (Belgian Furniture Export Association, zie ook www.belgofurn.com) is de exportpromotiecel voor de groepen meubel, zitmeubel en slaapcomfort. De doelgroep die wordt bewerkt, is de buitenlandse meubeldistributie. Dit zijn zowel individuele meubeldetaillisten, aankoopgroeperingen, filiaalbedrijven, als megastores, kortom de klanten van onze leden. BelgoFurn stelt daartoe jaarlijks een actieprogramma op om de exportpositie in onze buurlanden te bestendigen en om een sectorale exportstrategie voor verre en nieuwe afzetmarkten uit te stippelen. De acties van BelgoFurn staan open voor alle bedrijven die, via een afzonderlijke ledenbijdrage, lid zijn van deze dynamische exportclub. Met een tiental acties was 2010 alweer een intensief jaar wat exportpromotie betreft. De buitenlandse meubelhandel werd via publicaties en exportbrochures op de hoogte gebracht van de nieuwe tendensen in ons exportaanbod. Er werd een representatief, 68 pagina’s tellend exportrepertorium samengesteld, waarin quasi het volledige exportaanbod van de Belgische meubelindustrie op een attractieve wijze werd gepresenteerd. Dit document werd vooreerst als bijzondere inlassing in het Vakblad Meubel opgenomen en nadien verspreid naar de distributie in Nederland. Daarnaast werd voor de internationale promotie van hetzelfde document een Engelstalige versie gepubliceerd. Aangezien de collecties die in Duitsland worden verkocht vaak verschillen van de overige markten, werd er i.s.m. het Duitse vakblad Möbelmarkt eveneens een specifiek exportrepertorium samengesteld voor Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Ook buitenlandse prospectiereizen staan jaarlijks op het actieprogramma van BelgoFurn. Voor meerdere bedrijven uit onze sector staat Zwitserland vooraan op de lijst van de landen waar, via grondige marktprospectie, nieuwe exportopportuniteiten kunnen worden gecreëerd. Daarom organiseerde BelgoFurn van 21 tot 24 juni 2010 een prospectiereis naar Zwitserland, met het accent op het Duitstalige landsgedeelte. Niet minder dan negentien bedrijven namen aan dit vierdaagse initiatief deel. Inhoudelijk was het programma, met afspraken bij VME, Schubiger, Pfister, Egger, Svoboda, Diga, Micasa, Garant, Meubles Rais en Villat, bijzonder sterk. Om dit project voor te bereiden stelde BelgoFurn via deskresearch, bedrijfsbezoeken, veldwerk en vele gesprekken ter plaatse een 50 pagina’s tellende marktanalyse samen. Dankzij een degelijke individuele opvolging slaagden enkele deelnemers erin om hun klantenbestand in Zwitserland grondig uit te breiden. In september 2010 werd voor de tiende maal een oriëntatiereis naar Azië georganiseerd. Het werd een druk programma met o.a. bezoek aan de meubelbeurs van Shanghai. In opvolging hiervan hebben reeds zeven bedrijven hun interesse gemanifesteerd om in september 2011, via een BelgoFurn-groepsinzending, deel te nemen aan deze beurs.
© Encor © Van Houdt © Diapal
41
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
In Frankrijk werd collectief deelgenomen aan de Meubelbeurs van Reims. Via de groepsdeelnames in Frankrijk beoogt BelgoFurn de lacune aan hedendaagse meubelen in het Franse aanbod in te vullen om aldus het enorme potentieel dat ons land biedt in het moderne marktsegment een grotere ingang te doen vinden bij de Franse meubeldistributie. Op de BelgoFurn-avond in Reims waren de inkopers uit alle groeperingen, actief in de conventionele distributie, aanwezig voor een informeel contact met de Belgische deelnemers. Tenslotte besteedt BelgoFurn veel energie om de collecties van onze industrie via talrijke bijdragen in de buitenlandse vakpers onder de aandacht te brengen van de buitenlandse distributie. Zo verschenen er regelmatig artikelreeksen in het Vakblad Meubel in Nederland, le Courrier du Meuble et de l’Habitat in Frankrijk en Möbelmarkt in Duitsland. Om de kennis van de distributie in Duitsland nog te verfijnen, organiseerde BelgoFurn voor haar leden een bijzonder geslaagd VME-BelgoFurn-treffen. VME is een van de belangrijkste Duitse aankoopgroeperingen in de meubelindustrie. Het eerste deel van dit initiatief bestond uit een boeiend seminarie in de lokalen van Fedustria in Anderlecht waaraan een twaalftal bedrijven deelnamen. In de namiddag volgden de individuele gesprekken met de VME-directie en inkopers. ’s Anderendaags werden enkele bedrijven bezocht. Tenslotte verleende BelgoFurn een actieve bijdrage bij het uitnodigen van buitenlandse kopers naar de Internationale Meubelbeurs van Brussel. Home Sweet Belgium – 10 goede redenen om te kiezen voor Belgische meubelen In 2010 heeft een groep Belgische meubelfabrikanten – voor het tweede jaar op rij – deelgenomen aan een groepsstand op de woon- en interieurbeurs Cocoon. Ditmaal onder het motto “Home Sweet Belgium”. Om deze actie communicatief te ondersteunen, werden 10 argumenten ten voordele van Belgische meubelen via de media onder de aandacht van het groot publiek gebracht. Een overzicht. 1. Je koopt een meubel dat perfect bij jou (en je interieur) past Vormgeving, kleur, materiaalgebruik en functies van Belgische meubelen – ontworpen door een Belgische ontwerper en geproduceerd door een Belgische fabrikant – zijn perfect afgestemd op de smaak van de Belgische consumenten. 2. Je interieur wordt er alleen maar knapper door De look van Belgische meubelen is de laatste jaren uitgegroeid tot een sterke troef. Belgische ontwerpers en meubelmerken slepen dan ook de ene award na de andere in de wacht. 3. Je bent mee met de laatste trends Belgische fabrikanten volgen de meubeltrends van nabij op. Op vlak van design wordt België trouwens meer en meer een internationale trendsetter. 4. Je creëert jobs in België De Belgische meubelfabrikanten, voor het grootste deel kmo’s, stellen ongeveer 13.000 personen te werk. Bovendien kopen die fabrikanten hun grondstoffen (houten platen, vulschuim, meubelstoffen…) grotendeels aan bij andere Belgische bedrijven. En uiteraard doet de meubelindustrie ook een beroep op heel wat diensten. Iedere job in de meubelsector creëert op die manier indirect nog een andere job.
42
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
© Unic Design © Decota © Sofa-Bed
5. Je zorgt voor het milieu De milieuwetgeving in België is een van de strengste ter wereld. Bovendien moeten producten van eigen bodem geen duizenden kilometers afleggen om tot bij jou te geraken, met alle energieverbruik en milieuvervuiling van dien. 6. Je bent zeker van de kwaliteit Ook op het gebied van kwaliteit en veiligheid is de wetgeving in België streng. Zo ben je zeker dat je meubel kwalitatief hoogstaande en veilige materialen bevat, die bovendien worden verwerkt volgens een authentiek vakmanschap. 7. Je betaalt een correcte prijs De kostprijs van Belgische meubelen wordt niet bepaald door de transportkosten, maar wel door de kwaliteiten van het meubel zelf – de materialen waaruit het gemaakt is, de tijd die eraan besteed is, het vakmanschap dat erachter schuilt. 8. Je mag rekenen op een onberispelijke service In geval van beschadiging van een Belgisch meubel kan de winkelier terugvallen op de dienst na verkoop van de Belgische fabrikanten. Door de beperkte afstand kunnen zij de stukken herstellen binnen een relatief beperkte tijd en voor een relatief laag bedrag. Heel anders vergaat het meubelen die van de andere kant van de wereld komen. 9. Je vindt de meubelen in een winkel dicht bij jou Gemiddeld is meer dan 40 % van het aanbod in de meubelwinkels in ons land van Belgische origine. Is het voor jou niet meteen duidelijk waar de meubelen vandaan komen, vraag dan informatie aan een verkoper. 10. Je hebt een uitgebreide keuze Een voordeel van het grote aantal bedrijven actief in de Belgische meubelsector, is dat ze een heel ruim en divers aanbod brengen. Je vindt er zowat alle soorten meubelen in terug voor alle mogelijke ruimtes van je woning. Ook qua stijl heb je eindeloos veel keuze.
Aantal ondernemingen Aantal werknemers Omzet (in miljoen euro) (*)
1.006 13.054 2.600
Exportaandeel
58,0 %
Evolutie omzet
+0,5 %
Aandeel in totale omzet van de Belgische hout- en meubelsector
49,9 %
(*) Voorlopig cijfer
© De Coeyer Gebr. / Decoform © Vendredi - photo©marcStevens © Royer
43
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Houten plaatmateriaal De productgroep ”Houten plaatmateriaal“ omvat spaanplaten, MDF, OSB, multiplex en fineer. Deze platen worden ook bekleed, bv. met fineer, melamine, laminaten…
De algemene economische toestand bleef ook voor moeilijkheden zorgen binnen de subsector van het houten plaatmateriaal. De omzet ging weliswaar vooruit met 8,5 %, maar dit was veeleer het gevolg van de sterk stijgende grondstofkosten die moesten worden doorgerekend, dan van een groei van het volume aan geproduceerde platen. Hout, ónze grondstof Sinds enkele jaren is er een sterk toenemende concurrentie voor de grondstof hout. Ook andere sectoren, zoals de energieproducenten, laten een begerig oog vallen op de koolstof die in hout en houten producten is gestockeerd. Fedustria zette dan ook de informatie- en sensibiliseringscampagne over hout als grondstof voort en organiseerde verschillende vergaderingen met beslissingsnemers om de voordelen van een duurzaam gebruik van deze grondstof te benadrukken (zie ook hoofdstuk “Promotie” op p. 7). De boodschap is intussen aangekomen. De Vlaamse reglementering over “groene stroom” behoort tot de betere in Europa, omdat er geen steun wordt toegekend aan het verbranden van hout dat voor mechanische toepassingen in aanmerking komt. Met de recycleerders konden concrete afspraken worden gemaakt over het optimaal gebruik van recyclagehout. Ook met de energieproducenten zijn er nu positieve contacten. Stilaan groeit er consensus (ook op Europees vlak) rond de “cascade use” van hout, dit is eerst hout inzetten als grondstof, verder recyclage tot nieuwe producten, en pas op het einde van de levenscyclus energetische valorisatie als “groene” brandstof. Zaak is dit nu bij iedereen duidelijk te maken. Fedustria wil in 2011 een breed communicatieplan ontvouwen, om de milieuvoordelen van houten producten bij elkeen nog beter bekend te maken. Ook andere grondstoffen van de sector stegen sterk in prijs. Binnen de chemische producten is er bv. melamine, waarvan de kost sinds eind 2009 explodeerde, mede door de verminderde kansen voor import uit o.a. China. Fedustria stelt alles in het werk om een vrije toegang tot de verschillende grondstoffen te garanderen. Optimaal duurzaam Fedustria zit alle vergaderingen voor betreffende Europese normen voor spaanplaten, vezelplaten en OSB. De milieu-impact moet worden geminimaliseerd. In 2010 werd de studie over de “Best Beschikbare Technieken” voor de productie van houten producten in samenwerking met de sector gefinaliseerd. Ook worden alle discussies opgevolgd op het vlak van de gebruiksveiligheid van houten platen, met bijzondere aandacht voor de emissie aan vluchtige organische componenten. Op sociaal vlak streeft de subsector, met alle geledingen van het “maatschappelijk middenveld”, naar een verhoging van het aandeel van gecertificeerde producten op de markt. Op Europees vlak werden, samen met de vertegenwoordigers van de werknemers, studies afgerond rond de emissie van formaldehyde en houtstof. Er werden ook promotionele films gemaakt om erop te wijzen dat producten op basis van hout en houten plaatmateriaal de “Post-Kyoto-producten bij uitstek” zijn.
Aantal ondernemingen Aantal werknemers Omzet (in miljoen euro) (*)
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
2.986 1.121
Exportaandeel
80,4 %
Evolutie omzet
+8,5 %
Aandeel in totale omzet van de Belgische hout- en meubelsector
21,5 %
(*) Voorlopig cijfer
44
39
© SpanoGroup © B&M
Houten constructie-elementen De productgroep “Houten constructie-elementen” omvat de industriële fabricage van deuren, ramen, parket, gelijmd-gelamelleerde spanten, houtverduurzaming, dakspanten met knoopplaten en houten woningen.
Houtbouw Houtbouw zit in de lift. De consument hecht immers steeds meer belang aan energiezuinigheid, aan ecologie en aan snel en schoon bouwen. Ook producenten van concurrerende materialen hebben dit begrepen en deinzen er niet voor terug foute informatie te verspreiden in een poging marktaandeel terug te winnen. Fedustria zorgt ervoor dat overheden en consumenten correcte informatie krijgen over de objectieve voordelen van houtbouw en maakt het voor architecten en andere voorschrijvers makkelijker om hout op te nemen in lastenboeken. Samen met haar leden verkent Fedustria bovendien de houtbouwtendensen in het buitenland en in nauw overleg met het onderzoekscentrum TCHN wordt innoverend onderzoek over houtbouw aangestuurd. Handelsbarrières Dankzij de Europese bouwproductenrichtlijn groeit er langzaam maar zeker een eengemaakte Europese markt voor bouwproducten. Jammer genoeg ondermijnen sommige Europese lidstaten dit proces door het uitvaardigen van nieuwe specifieke nationale eisen. Meestal gebeurt dit onder het mom van bezorgdheid om het milieu of de volksgezondheid. Ook België bezondigt zich aan dergelijke ongewenste praktijken, o.m. door het propageren van nationale of zelfs regionale “duurzaamheidscriteria”, “duurzaamheidscertificering” en “duurzaamheidslabels”. Brandwerende binnendeuren Brandwerende deuren zijn erg belangrijk voor de veiligheid van personen en goederen. Overheden, verzekeraars en bouwheren stellen daarom bijzondere eisen aan de kwaliteitscontrole van deze producten. Ook op dit vlak streeft Europa naar harmonisering. Samen met Fedustria en het TCHN bereiden de Belgische fabrikanten zich voor op de eengemaakte Europese markt voor brandwerende binnendeuren, o.a. door gezamenlijke studie van de referentiedocumenten en door een collectief onderzoeksprogramma over extrapolatieregels. Parket en fineer Omdat hout een natuurproduct is, moet bij het vervaardigen van houten producten zoals parket of gefineerde platen rekening gehouden worden met natuurlijke kleurverschillen. Het detecteren van zachte kleurovergangen of interessante contrasten gebeurt nog grotendeels op het gevoel. Baanbrekend onderzoek door het TCHN, Centexbel en de Universiteit Gent, na een suggestie van de parketfabrikanten, heeft echter aangetoond dat het samenstellen van assortimenten geobjectiveerd kan worden. Dit onderzoek zou zelfs kunnen leiden tot het bouwen van een machine die deze taak zou kunnen uitvoeren.
Aantal ondernemingen Aantal werknemers Omzet (in miljoen euro) (*)
257 3.376 960
Exportaandeel
25,7 %
Evolutie omzet
+2,5 %
Aandeel in totale omzet van de Belgische hout- en meubelsector
18,4 %
(*) Voorlopig cijfer
© Dewaele Bouwbedrijven © Machiels Building Solutions
45
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Houten verpakkingen De productgroep ”Houten verpakkingen“ produceert kisten, paletten, laadkisten en -plateaus, en kabelhaspels. Naast verpakkingen met gestandaardiseerde afmetingen, zoals de EUR®-paletten, wordt in deze sector veel maatwerk gedaan. Ook zijn er bedrijven die grote machines veilig verpakken, stuwen en verzenden. Omdat hout het herbruikbaar materiaal bij uitstek is, zitten in deze deelsector ook heel wat herstellers van tweedehandse verpakkingen.
Verpakkingen voor de export Sommige exportbestemmingen vereisen dat houten verpakkingen voor het vertrek een speciale hittebehandeling krijgen om het risico op de verspreiding van schadelijke uitheemse organismen uit te schakelen. De nood aan betrouwbare informatie over dit thema is groot, want regelmatig worden valse berichten de wereld ingestuurd met het doel handelsbarrières te creëren of alternatieve verpakkingsmaterialen te verkopen. Fedustria heeft over dit thema veel kennis opgebouwd die ter beschikking staat van exporterende textiel- en houtbedrijven en die met succes aangewend wordt in contacten met de overheid. EUR®-paletten Veel bedrijven gebruiken uitwisselbare multirotatiepaletten, zoals de EUR®-paletten. Om het vertrouwen te versterken tussen partners die dergelijke paletten uitwisselen, ontwikkelde Belepal vzw, de vereniging van Belgische fabrikanten en reparateurs van EUR®-paletten, in samenwerking met GS1 Belgilux, een certificatiesysteem voor de gebruikers van EUR®-paletten. Ook organiseerde Belepal vormingen voor het personeel van gebruikers van paletten. Hierbij werd aangeleerd hoe men een uitwisselbare palet kan onderscheiden van een niet-uitwisselbare. Door een correcte sortering kan het bestaande ruilsysteem behouden blijven, zodat fabrikanten en reparateurs niet afhankelijk worden van een dominante dienstverlener. Daarnaast vonden opnieuw acties plaats waarbij valse paletten in beslag werden genomen en vernietigd. Ook organiseerde Belepal vzw een geslaagde studiereis voor zijn leden, waarbij o.a. een tonnenfabrikant bezocht werd. Houten verpakkingen voor voeding Omdat het publiek steeds gevoeliger wordt voor voedselveiligheid, komen er, meestal vanuit Europa, regelmatig nieuwe eisen voor voedingsverpakkingen. Hoewel deze eerder bedoeld zijn voor verpakkingen uit andere materialen, zijn ze vaak toch ook van toepassing op kisten voor groenten en fruit. Fedustria neemt deel aan de discussies over dit thema en informeert haar leden. Fefpeb Fedustria nam ook actief deel aan de debatten binnen de Europese federatie Fefpeb, die in 2010 haar jaarlijks congres in Brussel organiseerde. Thema van het congres: “Trees are the answer”.
Aantal ondernemingen Aantal werknemers Omzet (in miljoen euro) (*)
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
296 42,5 %
Evolutie omzet
+14,5 %
(*) Voorlopig cijfer
46
1.048
Exportaandeel Aandeel in totale omzet van de Belgische hout- en meubelsector
© CBV
71
5,7 %
Andere producten van hout De veelzijdige productgroep ”Andere producten van hout“ omvat zowel het houtdraaiwerk (kleine houten voorwerpen) als de fabricage van speeltoestellen, kaders en lijsten, borstels en penselen, muziekinstrumenten, doodskisten enz.
Speeltoestellen De Belgische leveranciers van speeltoestellen en uitrusting voor de publieke ruimte zijn verenigd in de vzw Recreabel. Omdat het cliënteel van deze subsector voor een groot deel uit lokale besturen bestaat, wordt deze groep sterk geconfronteerd met allerhande “duurzaamheidseisen”. Recreabel bestudeert deze evolutie en ijvert voor duidelijkheid en uniformiteit, zodat administratieve rompslomp zoveel mogelijk vermeden wordt. Daarnaast blijft de vereniging een leidende rol spelen bij studie, vorming en scholing over nieuwe producten, zoals speeltoestellen geplaatst in water, avontuurlijke en natuurlijke speelterreinen en fitnesstoestellen voor ouderen. De Nationale vereniging van controle-instellingen van speeltoestellen en speelterreinen (NVCS) werkte met de hulp van Fedustria een visuele identiteit en een systeem voor kwaliteitsaanduiding uit (systeem met sterren). Dit laat potentiële klanten toe om een inschatting te maken van het kwaliteitsniveau van de controle-instellingen. Borstels en penselen De groep “Borstels en penselen” ging verder met het verzamelen van handels- en productiestatistieken van grondstoffen, halffabrikaten en afgewerkte producten. Ook de promotie van hygiënisch borstelwerk (www.hygienebrush.eu) en de ondersteuning van het Izegemse Borstelmuseum liepen door. Hout voor buiten Door nieuwe Europese wetgeving zou het gebruik van gecreosoteerd hout in bepaalde industriële en agrarische toepassingen (spoorwegbielzen, boompalen…) in de toekomst sterk bemoeilijkt kunnen worden. Fedustria volgde dit dossier van nabij op en bezorgde de betrokken overheden genuanceerde informatie over dit thema. Kaders en staaflijsten Wanddecoratie sluit steeds dichter aan op interieurinrichting in het algemeen. Het wekt dan ook geen verwondering dat een aantal leden van de groep “Kaders en staaflijsten” aansluiten bij de acties van Fedustria op het vlak van interieurproducten, zoals de trendseminaries van de innovatiecel Optimo.
Aantal ondernemingen
109
Aantal werknemers
920
Omzet (in miljoen euro) (*)
237
Exportaandeel
204,0 %
Evolutie omzet
+3,5 %
Aandeel in totale omzet van de Belgische hout- en meubelsector
4,5 %
(*) Voorlopig cijfer
© Houtland © Deknudt Frames © Europlay
47
Jaarverslag Fedustria 2010 - 2011
Coördinatie Roseline Dehaen Vertaling Catherine Gonze Tekstrevisie Roseline Dehaen Katja De Vos Catherine Gonze Monique Mahieu Didier Mommaerts Grafisch ontwerp Nathalie Lopez Verantwoordelijke uitgever Fa Quix Hof-ter-Vleestdreef, 5/1 1070 Brussel Drukwerk Drukkerij Bema-Graphics 2160 Wommelgem
Bestemming van de textiel-, hout- en meubelindustrie
In- en uitvoer en handelssaldo van de textiel-, hout- en meubelindustrie
Kerncijfers textiel-, hout- en meubelindustrie 2010(*)
13,7 % 16,8 %
6
5,2
72
79
63
Handelssaldo (in miljard euro)
+2,3
+2,9
-0,6
Investeringen (in miljoen euro)
351,5
135,4
216,1
Toegevoegde waarde (werkelijke prijzen, in miljard euro)
27,7 %
11,4
2,7
1,2
1,5
Ondernemingen (aantal bedrijfsvestigingen)
2.285
803
1.482
Tewerkstelling (aantal werknemers) (gegevens 30/06/2010)
45.608
24.224
21.384
Kleine ondernemingen (< 50 werknemers) (in %)
90,7
84,2
94,7
Netto-rentabiliteit van het eigen vermogen (in %) (mediaan, gegevens 2009)
n.b.
2,0
5,4
7,4 6,1
6,6
5,9
4,7
4 Bron: INR
Frankrijk (27,7 %) Overige EU-27 (16,8 %) Nederland (13,9 %) Duitsland (13,7 %)
Verenigd Koninkrijk (9,8 %) Italië (5,0 %) West-Europa niet EU (2,8 %) Verre-Oosten (2,3 %)
3,2
3,7
2
2,5
2,3
2,2
1,5
1,4 0,5
0
Afrika (2,3 %) Oceanië (0,7 %) Noord-Amerika (2,1 %) Latijns-Amerika (0,6 %) Oost-Europa (1,3 %) Nabije- en Midden-Oosten (1,1 %)
3,4 2,6
1980 1985 1990 1995 2000 2005 Invoer Handelssaldo Uitvoer
2008
2010* Bron: INR
* schatting op basis 9 maanden 2010
Relatief belang van de productgroepen van de hout- en meubelindustrie (totale omzet 2010 = 5,2 miljard euro)
Relatief belang van de productgroepen van de textielindustrie (totale omzet 2010 = 6 miljard euro)
21,5 %
(*) schatting
5,7 % 4,5 %
Fedustria helpt de ondernemingen uit de textiel-, hout- en meubelindustrie bij het oplossen van alle problemen die ze bij hun ontwikkeling ondervinden. De dienstverlening van Fedustria gebeurt op maat, afhankelijk van de specifieke situaties waarin bedrijven zich bevinden. Dit kan gaan van algemene tot gepersonaliseerde bijstand. De dienstverlening bestrijkt zeer uiteenlopende domeinen: sociaal, juridisch, economisch, technisch, export, innovatie, milieu, energie en communicatie. Voor meer informatie over de diensten van Fedustria, verwijzen wij u graag door naar onze adviseurs (zie organogram hierna). Daarnaast kan u ook terecht op www.fedustria.be. Hoe een interne medewerker te bereiken? Hierna vindt u de dienstenstructuur van Fedustria, waarbij de medewerkers/sters per afdeling vermeld staan. Om de medewerkers/sters per e-mail te bereiken, gelieve volgende formule te gebruiken:
[email protected].
36,0 % 15,0 %
18,4 %
49,9 %
Diensten en
contactpersonen
9,6
9,2
8 6
2,8 % 2,3 % 2,3 % 2,1 % 1,3 % 1,1 % 0,7 % 0,6 %
11,2
12,4 10,7
5,0 %
Hout en meubel
13,7
13,2
13,0
10
Textiel
Exportaandeel (in %)
14,6
14 12
9,8 %
Totaal Omzet (in miljard euro)
In miljard €
16 13,9 %
5,0 % 2,0 %
42,0 %
Dienstenstructuur van Fedustria Tewerkstelling in de textiel-, hout- en meubelindustrie 50.000 418,6
400 350
45.000 40.000
34.719
30.000
250 200
217,7 209,8 201,0 200,0
208,7
216,1
182,4
180,2
Verpakkingen (5,7 %)
25.000
Bron: BTW-aangiften, FOD Economie
Interieurtextiel (42,0 %)
Kledingtextiel (15,0 %)
Technisch textiel (36,0 %)
Veredeling (5,0 %)
Spinnerij (2,0 %)
Bron: aandelen geschat door Fedustria op basis van de toegevoegde waarde
Bruto toegevoegde waarde tegen werkelijke prijzen in de textiel-, hout- en meubelindustrie
Omzet in de textiel-, hout- en meubelindustrie
30.970 258,0
Plaatmaterialen (21,5 %)
Overige houtverwerking (4,5 %)
44.978
35.000
300
Bouwelementen (18,4 %)
24.920
25.334
24.311
In miljoen €
Aantal werknemers
In miljoen €
450
Meubelindustrie (49,9 %)
30.027 25.578 22.930
22.054
9.000 8.405,3
8.000
7.708,0 7.241,6
7.000 24.224 21.384
In miljoen €
Investeringen in de textiel-, hout- en meubelindustrie
7.197,4 6.332,4
6.000
20.000
5.000
15.000
4.000
5.506,3
5.895,5 5.628,3
5.716,8
6.017,7
5.042,3
5.213,5
2.000 1.800 1.600 1.400
1.808,1
1.733,4
1.583,8 1.501,6 1.496,0 1.455,5
1.560,1 1.450,9
1.450,0
1.257,9
1.200
1.107,0
1.150,0
1.000
150
135,4 108,4
100
3.000
10.000
50
5.000
0
0 2000
2005
2007
Textielindustrie Bron: BTW-aangiften, FOD Economie
2008
2009
2010
Hout- en meubelindustrie
800
2000
2005
Textielindustrie Bron: RSZ
2007
2008
2009
2010
Hout- en meubelindustrie
400
1.000
200 0
0 2000
2005
Textielindustrie
2007
2008
2009
2010
Hout- en meubelindustrie Bron: BTW-aangiften, FOD Economie
Fedustria Brussel-Anderlecht (=B) Hof-ter-Vleestdreef 5/1 1070 Brussel Tel. +32 (2) 528 58 11 Fedustria Gent (=G) Poortakkerstraat 96-98 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem) Tel. +32 (9) 242 98 10 (soc.) +32 (9) 242 98 20 (econ.)
600
2.000
Waar is Fedustria gevestigd?
2000
2005
Textielindustrie
2007
2008
2009*
Hout- en meubelindustrie
2010* Bron: INR
* schatting voor 2009 en 2010
Voor een wegbeschrijving kan u terecht op www.fedustria.be.
Algemene directie Fa Quix (B) Guy Van Steertegem (G) Roseline Dehaen (B) Katia Thiebaut (B)
Afdeling Communicatie Katja De Vos (B) Catherine Gonze (B) Nathalie Lopez (B) Monique Mahieu (B)
Afdeling Milieu, Energie en Techniek Bruno Eggermont (G) Piet Vanthournout (B) Ingrid Hontis (B) Jan Dietvorst (B) Guy De Muelenaere (B) Daniëlle Havaux (B)
Afdeling Beheer André Cochaux (B) Dirk Arnoes (B) Arlette Rollé (B) Bruno Debeuf (B) Magda Brabant (B) Eddy De Bremaecker (B) Carine Lootens (G) Eliane Gubbels (B) Marian Pauwels (B)
Directeur-generaal Adjunct-directeur-generaal Directieassistente van Fa Quix Directieassistente van Guy Van Steertegem Communicatieprojecten Vertalingen Assistente communicatie Secretariaat Adviseur milieu en energie (en textielveredeling) Adviseur milieu en energie Adviseur milieu en energie Adviseur technische groepen hout Adviseur techniek en milieu (Wallonië) Secretariaat Secretaris-generaal + Wallonië Boekhouder Boekhoudster Informaticus Receptie en verzending Onderhoudstechnieker Logistiek Poortakker Assistente Assistente
Afdeling Economie Chris De Roock (B)
Directeur
Afdeling Sociaal Marc Blomme (G)
Directeur
Pierre Van Mol (G)
Europees & Internationaal Economisch Beleid Begeleiding ondernemingen Directeur Ronny Arryn (G) Sociaal adviseur (Oost- en West-Vlaanderen) Maryline Albers (G) Sociaal adviseur (Oost- en West-Vlaanderen) Federaal Sabine Nimmegeers (G) Sociaal adviseur (Oost- en West-Vlaanderen) Sylvie Groeninck (B) Economisch adviseur Griet Bonami (G) Sociaal adviseur (Oost- en West-Vlaanderen) Didier Mommaerts (B) Juridisch en fiscaal adviseur Pascal Dewandeleer (B) Sociaal adviseur (Antwerpen, Vlaams-Brabant, Limburg en Wallonië) Regionaal Véronique Vandecasteele (G) Secretariaat Kris Van Peteghem (G) Economisch adviseur (Vlaanderen en kledingtextiel) Philippe Six (B) Economisch adviseur (Wallonië ) Sociaal-Juridisch Yves Cammaert (B) Sociaal adviseur Innovatie Griet Vandewalle (G) Sociaal adviseur Karen Sprengers (B) Innovatieadviseur (nieuwe materialen en trends) Alexia Achtergael (G) Sociaal adviseur Dorothy Mingneau (B) Innovatieadviseur (productontwikkeling) Pascale Zintz (B) Assistente Suzanna Campogrande (B) Innovatieadviseur (productontwikkeling) Charlotte Vanliefde (B) Innovatieadviseur (productontwikkeling) Opleiding Marnix Voet (B) Innovatieadviseur (procesinnovatie) Ria Bekker (B) Senior advisor
Martine Van Volsom (B) Ginette Coopman (G) Marleen Lenaerts (G)
Afdeling Export en promotie Mark Vervaeke (G) Caroline Sonneville (G) Bernard Deheegher (B) Betty Van Der Linden (B)
Secretariaat Secretariaat Secretariaat
Directeur (en interieurtextiel en technisch textiel) Adviseur promotie (en technisch textiel) Adviseur meubelexport (BelgoFurn) Secretariaat (BelgoFurn)
Wim Van Goethem (B)
Sociaal adviseur