PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
INHOUDSTAFEL
INLEIDING ................................................................................................................. 2 1.Voorwoord............................................................................................................................. 3
HOOFDSTUK 1. MISSIE – VISIE - WAARDEN............................................................... 6 1.1. Getrokken lessen uit het vorige plan ..................................................................................... 7 1.2. Onze belanghebbenden & hun verwach-tingen ....................................................................... 7 1.3. Mission statement............................................................................................................... 7
HOOFDSTUK 2. SCANNING & ANALYSE ....................................................................... 8 2.1. Getrokken lessen uit het vorige plan ..................................................................................... 9 2.2. Socio-economische en demografische beschrijving van de zone................................................ 9 2.3. Beeld van veiligheid en leefbaarheid ................................................................................... 11 2.3.1. Objectieve gegevens ................................................................................................. 11 2.3.2. Subjectieve gegevens ................................................................................................ 24 2.4. Verwachtingen en doelstellingen van de overheden en de andere belanghebbenden ................. 31 2.5. Inrichting van het korps .................................................................................................... 35 2.5.1. Personeelscapaciteit .................................................................................................. 35 2.5.2. Organogram ............................................................................................................. 37 2.6. Beeld van de dienstverlening en de werking......................................................................... 38 2.6.1. Uitvoering van de dienstverlening aan de bevolking....................................................... 38 2.6.2. De interne werking.................................................................................................... 46 2.7. Samenwerking ................................................................................................................. 48 2.7.1. Interzonale, bovenlokale en internationale politiesamenwerking...................................... 48 2.7.2. Andere protocols of samenwerkingsakkoorden met niet politionele partners en derden ...... 49 2.8. Synthese van de bestede capaciteit .................................................................................... 51
HOOFDSTUK 3. DE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN .............................................. 53 3.1. De vorige strategische doelstellingen – evaluatie en te trekken lessen..................................... 54 3.2. De strategische doelstellingen 2009-2012............................................................................ 56 3.2.1. Synthese van de argumentatie ................................................................................... 56 3.2.2. De strategische doelstellingen .................................................................................... 56
HOOFDSTUK 4. HET COMMUNICATIEBELEID............................................................. 63 4.1. Externe communicatie....................................................................................................... 64 4.1.1. Te trekken lessen over de externe communicatie van het politiebeleid 2005-2008............. 64 4.1.2. Intenties betreffende de externe communicatie van het politiebeleid 2009-2012 ............... 64 4.2. Interne communicatie ....................................................................................................... 64 4.2.1. Te trekken lessen over de interne communicatie van het politiebeleid 2005-2008 ............. 64 4.2.2. Intenties betreffende de interne communicatie van het politiebeleid 2009-2012................ 65
HOOFDSTUK 5. GOEDKEURING VAN HET PLAN ......................................................... 66 5.1. Verbeteren en vernieuwen ................................................................................................. 67 5.2. Goedkeuring .................................................................................................................... 68
HOOFDSTUK 6. ACTIEPLANNEN EN PROJECTEN........................................................ 69
VERSPREIDINGSLIJST .............................................................................................. 70
BIJLAGEN ................................................................................................................. 72
1
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
INLEIDING
2
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
1.Voorwoord Het is onze ambitie om binnen de politiezone grens te streven naar een open en veilige samenleving waarin alle mensen zich ten volle kunnen ontplooien, in wederzijds respect voor mekaars rechten en plichten. Een excellente politiezorg, behoorlijk bestuur en een doeltreffende rechtsbedeling zijn de grondvoorwaarden om dat waar te maken. Een betere invulling van deze kerntaken van de moderne rechtstaat vormt dan ook een absolute topprioriteit. Met een samenhangend geheel van maatregelen, die optimaal afgestemd worden op elkaar, willen wij bijdragen tot een veilige maatschappij. Het zonaal veiligheidsplan 2009-2012 heeft de ambitie om uit te groeien tot een belangrijk stuurinstrument voor dit veiligheidsbeleid. •
De samenhang in het optreden van de politie en het planmatig sturen van de lokale politie zijn belangrijke sleutels tot succes bij de realisatie van een veiligere leefomgeving. Van de lokale politie wordt vooral verwacht dat ze dicht bij de dagelijkse bekommernissen van de mensen staat – de “nabijheidspolitie” – maar ook dat ze professioneel en doeltreffend samenwerkt met de federale politie in zaken van complexe en ernstige criminaliteit die de politiezone aanbelangen.
•
Hoe belangrijk haar rol ook is, de politie alleen is niet in staat om te zorgen voor een veilige maatschappij. De aanpak van onveiligheid (criminaliteit, verkeersonveiligheid, overlast …) belangt iedereen aan: de lokale overheden en diensten, het parket maar ook de burger en diverse actoren uit de privésector. Zorgen voor een veilige samenleving is een gedeelde maatschappelijke verantwoordelijkheid, die slechts behoorlijk kan gerealiseerd worden door de participatie van allen.
•
De behandeling van veiligheidsproblemen kan inderdaad slechts adequaat gebeuren, wanneer alle betrokken overheden en diensten op een geïntegreerde wijze vorm geven aan het veiligheidsbeleid. Het naast elkaar opstellen en uitvoeren door diverse actoren van allerlei plannen biedt geen perspectief op een coherente en efficiënte aanpak. Daarom zal in de politiezone GRENS ook toegezien worden op de samenhang en onderlinge afstemming tussen de verschillende initiatieven en maatregelen, zodat de inspanningen bij elkaar aansluiten en elkaar versterken. Dit veronderstelt dat alle deelnemers aan het veiligheidsbeleid zich ketengeoriënteerd opstellen en over de muren van de eigen organisatie kijken: samen met alle actoren wordt in elke schakel van de veiligheidsketen maximale toegevoegde waarde nagestreefd, in functie van de vastgelegde doelstellingen.
•
In het kader van de geïntegreerde samenwerking dienen alle actoren aandacht te schenken aan de noodzakelijke preventieve, reactieve en nazorgmaatregelen. • • •
Preventie: richt zich op het voorkomen van onveiligheid en het beperken van de schadelijke gevolgen ervan. Reactie: omvat iedere vorm van reactie (opsporing, vervolging, bestraffing) van de overheid en de betrokken diensten op de vastgestelde veiligheidsproblemen. Het kan gaan van een bestuurlijke handhaving (bijvoorbeeld gemeentelijke administratieve sancties) tot strafrechtelijke repressie. Nazorg: dient zich te richten op het “herstel” van de verstoorde situatie, met het oog op een toekomstgerichte probleemoplossing en preventie (slachtofferbegeleiding, herstelbemiddeling …).
De inspanningen van alle participanten aan de veiligheidsketen zullen op elkaar afgestemd worden. Omdat voorkomen beter is dan genezen zal de aandacht ook uitgaan naar preventie. Mogelijke preventieve maatregelen zullen in kaart gebracht en optimaal aangewend worden. •
De betrokken diensten zullen met de bestuurlijke en gerechtelijke overheden voor de vastgelegde veiligheidsprioriteiten duidelijke en meetbare operationele doelstellingen bepalen. Dit veronderstelt de ontwikkeling van goede meetindicatoren en statistieken. Het meetbaar maken van de beleidsresultaten maakt bijsturing mogelijk indien nodig.De doelstellingen zullen bovendien aansluiten bij de vierjarige beleidscyclus van het zonaal veiligheidsplan waarbij op de diverse niveaus projectmatig zal gewerkt worden met jaarlijkse, geïntegreerde actieplannen, waarin de meetbare operationele doelstellingen van alle actoren op elkaar afgestemd worden.
•
In bepaalde gevallen is het alert toepassen van bestuurlijke initiatieven en procedures op het vlak van de preventie maar ook ten opzichte van daders van misdrijven of maatschappelijk onaanvaardbaar gedrag een onmisbaar instrument geworden dat complementair is aan het strafrechtelijk beleid. De burgemeesters van de politiezone grens nemen dan ook het engagement om zich, samen met de andere partners, in te schrijven in
3
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
de inspannings- en resultaatsdoelstel-lingen van het zonaal veiligheidsplan, zoals deze zullen bepaald worden in de zonale doelstellingschema’s / actieplannen. In die context werd een bestuurlijk zonaal veiligheidscoördinator aangeduid: de gemeentesecretaris van Essen Ronny Frederickx, die als operationeel verantwoordelijke van de bestuurlijke overheid, de werking van de lokale politie en diensten kan faciliteren.
2. Prioriteiten zonaal veiligheidsplan 20092012 ALLE veiligheidsproblemen dienen door de participanten aan het zonaal veiligheidsbeleid op een kwaliteitsvolle wijze aangepakt te worden. Met het oog hierop zal het veiligheidsbeleid dan ook ingebed worden in een integraal kwaliteitsconcept voor de reguliere werking van de verschillende overheden en diensten. Buiten de algemene kwaliteitsvolle reguliere werking van de betrokken actoren zullen tevens een aantal veiligheidsproblemen worden aangeduid die als prioritair beschouwd worden en die op een strategische, projectmatige wijze zullen aangepakt worden. Prioriteiten stellen impliceert dat nagegaan wordt wat de impact is op de capaciteit. Als dit een meercapaciteit vergt die moet worden opgevangen met de beschikbare middelen, betekent dit, naast andere maatregelen (efficiënter werken, toepassen van nieuwe methodes, aanwenden nieuwe technische middelen), het zo nodig afbouwen van een andere prioriteit (principe van communicerende vaten). Anderzijds doet het vastleggen van prioriteiten geen afbreuk aan de uitvoering van de wettelijke opdrachten van de lokale politie en de andere participanten aan het zonaal veiligheidsplan. Omdat de beschikbare middelen ontoereikend zijn om alle veiligheidsproblemen met dezelfde inzet aan te pakken, worden maatschappelijk verantwoorde afwegingen gemaakt. Dit gebeurt onder meer op basis van strategische analyses, beeldvorming en evaluatie. Artikel 36 WGP bepaalt dat het zonaal veiligheidsplan omvat “de prioritaire opdrachten en doelstellingen, vastgesteld door de burgemeesters en de procureur des Konings, elkeen wat zijn bevoegdheden betreft, die in een globale veiligheidsaanpak worden geïntegreerd, evenals de wijze waarop deze opdrachten en doelstellingen zullen worden bereikt”. Voor de periode 2009-2012 hebben de burgemeesters van de politiezone grens en de procureur des Konings van Antwerpen beslist om de volgende veiligheidsfenomenen als prioritair te beschouwen, die door middel van jaarlijkse geïntegreerde actieplannen zullen aangepakt worden: 1. diefstallen in woningen strategische doelstelling(en): De partners van de zonale veiligheidsraad van de politiezone Grens willen de diefstallen in woningen beheersen met focus op de detectie en ontmanteling van rondtrekkende dadergroeperingen verantwoordelijk voor georganiseerde diefstallen zoals bepaald in het draaiboek “diefstallen in woningen”.
2. intrafamiliaal geweld strategische doelstelling(en): De partners van de zonale veiligheidsraad van de politiezone Grens willen intrafamiliaal geweld voorkomen en bestrijden waarbij (1) een maximaal gevolg wordt gegeven aan elk feit, (2) slachtoffers erkend en beschermd worden en (3) gestreefd wordt naar daling van de recidive. 3. verkeersleefbaarheid strategische doelstelling(en): De partners van de zonale veiligheidsraad van de politiezone Grens willen de verkeersonveiligheid in de zone beheersen (verhogen) door het aantal verkeersongevallen met slachtoffers te doen dalen. 4. fietsdiefstallen strategische doelstelling(en): De partners van de zonale veiligheidsraad van de politiezone Grens willen het fenomeen fietsdiefstallen bestrijden door preventieve, infrastructurele en repressieve maatregelen
4
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
5.: lokale overlast meer bepaald vandalisme, geluidshinder en grafitti strategische doelstelling(en): De partners van de zonale veiligheidsraad van de politiezone Grens willen het fenomeen van de lokale overlast zoals vandalisme, geluidshinder door muziek en graffiti in kaart brengen, beheersen en opvolgen door een geïntegreerde aanpak met focus op een bestuurlijke en politionele aanpak.
5
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
HOOFDSTUK 1. MISSIE – VISIE - WAARDEN
6
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
1.1. Getrokken lessen uit het vorige plan De vorige engagementen waren gericht op een goede start van de politiezone. Ondertussen zijn deze geconsolideerd en moesten deze worden bijgestuurd.
1.2. Onze belanghebbenden & hun verwachtingen Op basis van een bevraging van de korpsleden en de stuurgroep werd de mission statement uit het vorige zonaal veiligheidsplan geactualiseerd en teruggekoppeld naar de burgemeesters.
1.3. Mission statement Wij zijn een professionele, bevolkingsgerichte, vriendelijke en aanspreekbare politiedienst die -de mensenrechten centraal stelt in al ons handelen; -loyaal het veiligheidsbeleid uitvoert; -over de uitvoering van dit beleid rapporteert aan onze overheden; -verantwoording aflegt over de wijze waarop wij dit beleid uitvoeren. Wij hechten veel belang aan onze voorbeeldrol, ook onder moeilijke omstandigheden. Wij werken aan veilige en leefbare buurten waar het goed is om te wonen, door: -creatieve en structurele oplossingen aan te reiken en mee te helpen uitvoeren; -moeilijkheden te beschouwen als kansen om het nog beter te doen; -een optimale samenwerking op te zetten met al onze partners. -aandacht te besteden aan een excellente communicatie; -wijkagenten goed te integreren in hun buurt; Je kan dag en nacht op ons rekenen voor snelle noodhulp. Een klantvriendelijk onthaal staat alle dagen klaar om je daadwerkelijk te helpen. Als slachtoffer van een misdrijf of van een traumatische gebeurtenis, kan je bij ons terecht voor de eerste opvang en doorverwijzing naar professionele hulpverleners. “De lokale politiezone GRENS staat voor een kwaliteitsvolle dienstverlening in de basispolitiezorg.”
7
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
HOOFDSTUK 2. SCANNING & ANALYSE
8
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
2.1. Getrokken lessen uit het vorige plan
1
In het vorige zonaal veiligheidsplan werd een externe bevraging gedaan van sleutelfiguren inzake criminaliteit, leefbaarheid en verkeer waarbij tevens de mogelijkheid werd geboden om voorstellen te formuleren. Dit werd niet meer gedaan. Een interne bevraging inzake criminaliteit, leefbaarheid en verkeer werd nog wel gedaan doch door een criminologe in het kader van haar masterproef.
2.2. Socio-economische en beschrijving van de zone
demografische
De lokale politiezone Grens 5350 is een meergemeentezone gevormd door de gemeenten Essen, Kalmthout en Wuustwezel. Het betreft een uitgestrekte zone, 196,35 km² en telt op datum van 1 jan 2008 53.891 inwoners waaronder 6.477 vreemdelingen (12,1%) waarvan 5.592 Nederlanders (10,3%). De zones zijn opgedeeld in categorieën ingevolgde de verstedelijkingsgraad van de gemeenten. De zone behoort tot politiezonecategorie 5 hetwelk overeenkomt met matig en zwakke morfologisch verstedelijkte gemeenten. Onze landelijke zone telde in 2007 571 landbouwbedrijven waarvan 333 in Wuustwezel, 133 in Essen en 105 in Kalmthout2. ESSEN Essen heeft een oppervlakte van 47,48 km² en telde op 01 jan 2008 17.482 inwoners waaronder 3348 vreemdelingen waarvan 3.026 Nederlanders (17,3%). Het grondgebied van de gemeente Essen kan opgedeeld worden in vijf wijken zijnde: centrum, horendonk, wildert, heikant en hoek. Er zijn 2 KMO-zones nl. het industrieterrein De Rijkmaker en de KMO-zone Spijker Essen heeft als toeristische trekpleister het karrenmuseum in het Heemhuis, Moerkantsebaan 48 en een molenbakkerij- en stoommuseum in de Sint-Jansstraat 238. Er is één camping nl. camping Wildertse Rust, Huybergsebaan 126 KALMTHOUT Kalmthout heeft een oppervlakte van 59,45 km² en telde op 01 jan 2008 17.573 inwoners waaronder 1923 vreemdelingen waarvan 1629 Nederlanders (9,2%). Het grondgebied van de gemeente Kalmthout kan opgedeeld worden in zes wijken nl. centrum, heide, dorp, achterbroek, nieuwmoer en heuvel. De specifieke eigenschappen van deze wijken variëren van landelijk naar residentieel. Er is één KMO-zone nl. het industrieterrein De Bosduin gelegen langs de N117 ter hoogte van de Franse Weg Kalmthout heeft een aantal toeristische trekpleisters nl: • de Kalmthoutse heide gelegen Putsesteenweg 129-131 • het natuureducatief centrum ‘De Vroente’ gelegen Putsesteenweg 129 aan de ingang van de Kalmthoutse Heide • het bijenteeltmuseum gelegen Putsesteenweg 131 gelegen aan de ingang van de Kalmthoutse Heide • het Suske en Wiske museum gelegen Beauvoislaan 98 • het Arboretum (een unieke plantentuin) gelegen Heuvel 2 • het natuurdomein Klein Schietveld gelegen in het zuidoosten eigendom van de militaire overheid (een deel van het domein is toegankelijk voor wandelaars) WUUSTWEZEL Wuustwezel heeft een oppervlakte van 89,42 km² en telde op 1 jan 2008 18.836 inwoners waaronder 1.206 vreemdelingen waarvan 937 Nederlanders (4,9%) Het grondgebied van de gemeente Wuustwezel kan opgedeeld worden in de woonkernen Gooreind, Wuustwezel centrum, Sterbos, Loenhout en Braken. Er is één KMO-zone nl. de KMO-zone Sterbos gelegen langs de Kalmthoutse-steenweg. In Gooreind, Fazantendreef 31 ligt camping Keienven,. Iets uniek is het westerndorp El Paso op de Kalmthoutsesteenweg 243. 1
Opgelet, het gaat hier om lessen die de politiezone zelf heeft getrokken uit de eigen ervaring. Wat betreft de eventuele opmerkingen en/of suggesties die n.a.v. de goedkeuringsprocedure door de FOD’s werden geuit, is een specifieke rubriek voorzien in Hfdst.5. 2
gegevens landbouwtelling mei 2007
9
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
WEGENNET De zone wordt doorkruist door verschillende gewestwegen • N117 ( Brasschaat- Roosendaal) • N133 (Wuustwezel -Kalmthout (Nieuwmoer)- Roosendaal) • N122 (Kapellen – Roosendaal ) • N111 (Stabroek – Kalmthout – Wuustwezel). • N1 (Antwerpen – Breda). Het verharde wegennet van de zone telt 712,2 km waarvan 5,6 km autostrade, 78,8 km gewestwegen en 627,7 gemeentewegen (cijfers 2005). Het wegennet van Essen telt 157,8km (22,1% wegennet zone) waarvan 21,2 km gewestweg en 134,6 km gemeenteweg. Het wegennet van Kalmthout telt 186,9 km (26,2% wegennet zone) waarvan 25,7 km gewestweg en 161,2km gemeenteweg. Het wegennet van Wuustwezel telt 369,4km (51,8% wegennet zone) waarvan 5,6km autostrade, 31,9km gewestweg en 331,9 km gemeenteweg. SPOORWEGEN Spoorlijn 12 doorkruist onze zone van zuid naar noord en loopt over het grondgebied van Kalmthout en Essen en zorgt voor een goede en snelle verbinding van Antwerpen met Roosendaal. Wij hebben een station in Kalmthout, Statieplein 2 en in Essen, Spoorwegstraat 2. SEVESO In onze zone is er één Sevesobedrijf nl Fluxis NV (het vroegere Distrigas) gelegen Vorsingerweg, Wuustwezel Loenhout hetwelk aardgas ondergronds opslaat.
TOERISTISCHE AANKOMSTEN OVERNACHTINGEN (2006) De zone kende in 2006 16.510 aankomsten en 57.612 overnachtingen. Essen kende 11.540 aankomsten (70%) (9.212 Belgen en 2.328 vreemdelingen) en 37.147 overnachtingen (65%) (32.296 Belgen en 4.851 vreemdelingen);
Kalmthout kende 1.496 aankomsten (9%) (1.486 Belgen en 10 vreemdelingen) en 6.556 overnachtingen (11%) (6.636 Belgen en 20 vreemdelingen);
Wuustwezel kende 3.474 aankomsten (21%) (3.420 Belgen en 54 vreemdelingen) en 13.909 overnachtingen (24%) (13.805 Belgen en 104 vreemdelingen);
WERKLOOSHEID De werkloosheid in de drie gemeenten in juli 2008 schommelt rond de 5%. (Essen 5,24% Kalmthout 4,74% en Wuustwezel 4,56%). In vergelijking met vorig jaar is dit in elke gemeente gedaald met 7% (Essen -7,3% Kalmthout -7,2% Wuustwezel -7,9%) GRENS De politiezone ligt vlak aan de Belgisch-Nederlandse grens. De meest nabij gelegen stad is ROOSENDAAL (NL). In totaal hebben we 48 km grens met Nederland. Dit betekent dat de zone voor ongeveer 65% aan Nederland grenst, wat zijn gevolgen heeft op diverse vlakken: mobiliteit, tewerkstelling, en cultuur. Enerzijds geeft dit een aantal negatieve connotaties: drugstoerisme, illegale afvaldoorvoer, verkeersstromen, anderzijds biedt de ligging dan opportuniteiten naar de toekomst toe met betrekking tot een (noodzakelijke) internationale politiewerking.
10
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
2.3. Beeld van veiligheid en leefbaarheid 2.3.1. Objectieve gegevens 2.3.1.1 CRIMINALITEIT A. NATIONAAL POLITIEEL VEILIGHEIDSBEELD 2006 (zie 1e bijlage)
Het document werd opgemaakt door de dienst strategische analyse van de federale politie in juni 2007 en heeft tot doel de politiële veiligheidsproblemen en de belangrijkste kenmerken ervan duidelijk te identificeren en de ernst ervan te bepalen. De kwantitatieve informatie over criminele fenomenen is afkomstig uit de Algemene Nationale Gegevensbank van de politie en heeft betrekking op de gegevens van 2005. Eénendertig fenomenen worden met elkaar vergeleken op basis van 23 criteria die te maken hebben met omvang, impact organisatiegraad, impact gevolgen en perceptie. Elk criteria krijgt een bepaald gewicht. Enkele fenomenen werden niet weerhouden in de fenomenenlijst. De fenomenen overlast en verkeersovertredingen werden niet opgenomen omdat ze moeilijk meetbaar zijn. Enkele andere fenomenen binnen de sfeer van de openbare orde en rust (rellen, manifestaties, rampen, …). werden weggelaten omdat hier niet direct keuzes dienen te worden gemaakt doch aandacht dient te worden besteed aan de aanpak. Ten slotte werd het fenomeen terrorisme buiten beschouwing gelaten omdat dit de bevoegdheid is van OCAD3 en omdat men informatie betreffende dit fenomeen niet publiek wenst te maken. Dit gaf volgende rangschikking volgens de ernst van de fenomenen (zie pag 11 van bijlage 1). De fenomenen die een prioriteit of aandachtspunt waren in het vorige zonaal veiligheidsplan werden in het vet weergegeven. De scores (PHI waarden) die de basis vormen van de rangschikking werden weggelaten uit de tabel. Fenomenen waarvan de scores dicht bij elkaar aansluiten werden in éénzelfde groep ingedeeld. Zo komen we tot 5 groepen. RANGSCHIKKING NATIONAAL POLITIONEEL VEILIGHEIDSBEELD 23 CRITERIA Plaats Groep Fenomeen 1 1 Illegale productie van en handel in drugs 2 2 Niet-familiaal geweld 3 Illegale immigratie en mensensmokkel 4 Zedenfeiten MH - seksuele uitbuiting 5 Familiaal geweld 6 3 Verkeersongevallen met lichamelijk letsel 7 8 MH - economische uitbuiting 9 Witwassen 10 4 Fraude incl oplichting 11 Illegale aantasting op het leefmilieu ernstige en georganiseerde vormen Inbraken in woningen 12 13 Namaak 14 5 Valsmunterij 15 Criminaliteit ivm illegale groeistimulatoren en dopingprodukten 16 Informaticacriminaliteit 17 Vuurwapens, munitie en explosieven: illegale productie en zwendel 18 Inbraken in bedrijven en handelszaken 19 Corruptie 20 Diefstallen en afpersing van voertuigen incl moto’s 21 Diefstallen gewapenderhand 22 Diefstallen met geweld en afpersingen (andere dan hiervoor vermeld) 23 Vervalsingen van documenten 24 Illegaal wapenbezit en verboden wapendracht 25 Illegale aantasting van het leefmilieu niet georganiseerde vormen Diefstallen uit of aan voertuigen 26 Vernielingen vandalisme 27 28 Inbraken in openbare of overheidsgebouwen Diefstallen van fietsen en bromfietsen 29 30 Gauwdiefstallen 31 Hooliganisme
3
orgaan voor cöördinatie van de analyse van de dreiging
11
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
B. ARRONDISSEMENTEEL EN ZONAAL POLITIONEEL VEILIGHEIDSBEELD (APVB EN ZPVB) PZ GRENS. (zie 2e bijlage)
Beide documenten werden opgemaakt door de dienst strategische analisten van de dienst beleidsondersteuning federale politie van de coördinatie en steundienst van het arrondissement Antwerpen in oktober 2007. B.1 Arrondissementeel politioneel veiligheidsbeeld In dit arrondissementeel veiligheidsbeeld worden de 31 nationaal geselecteerde veiligheidsfenomenen, zoals geselecteerd voor het nationaal veiligheidsbeeld, gerangschikt in volgorde van ernst op basis van gegevens van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen. In principe werden hiervoor gegevens gebruikt van het jaar 2006 en voor bepaalde fenomenen gegevens van het jaar 2005. Dit gaf volgende rangschikking volgens de ernst van de fenomenen. RANGSCHIKKING ARRONDISSEMENTEEL POLITIONEEL VEILIGHEIDSBEELD 23 CRITERIA (=standaard 1) Plaats Groep Fenomeen 1 1 Zedenfeiten 2 2 Illegale productie van en handel in drugs 3 Illegale immigratie en mensensmokkel 4 Niet-familiaal geweld 5 Mensenhandel - seksuele uitbuiting Inbraken in woningen 6 3 Familiaal geweld 7 4 8 5 Witwassen Verkeersongevallen met lichamelijk letsel 9 10 Inbraken in bedrijven en handelszaken 11 6 Diefstallen gewapenderhand 12 Namaak 13 7 Diefstallen met geweld en afpersingen (andere dan hiervoor vermeld) 14 8 Diefstallen van voertuigen (incl motors) 15 Vernielingen - vandalisme 16 Fraude (incl. oplichting) 17 Illegale aantasting van het leefmilieu – ernstige en georganiseerde vormen 18 Vuurwapens, munitie en explosierven: illegale productie en zwendel 19 Vuurwapens, munitie en explosierven: illegaal wapenbezit en verboden wapendracht 20 Mensenhandel – economische uitbuiting 21 Valsmunterij 22 Inbraken in openbare- of overheidsgebouwen 23 Criminaliteit ivm illegale groeistimulatoren en dopingprodukten 24 Handel in identiteitsdocumenten 25 Corruptie 26 Illegale aantasting van het leefmilieu – niet georganiseerde vormen 27 Diefstallen uit of aan voertuigen 28 Diefstallen van fietsen of bromfietsen 29 9 Informaticacriminaliteit 30 10 Gauwdiefstal 31 11 Hooliganisme
Samenvatting en conclusie Bepaalde fenomenen zoals illegale immigratie en mensensmokkel en mensenhandel – seksuele uitbuiting en witwassen staan bovenaan gerangschikt niettegenstaande deze niet als een ernstig probleem worden ervaren in onze zone. Wanneer we de 10 meest ernstige fenomenen van het nationaal en het arrondissementeel politioneel veiligheidsbeeld met elkaar vergelijken zien we weinig verschillen. Dezelfde fenomenen komen hier voor weliswaar niet volledige in dezelfde rangschikking. We merken enkel een verschil voor de “inbraken” ( in woningen en in bedrijven en handelszaken) en voor “mensenhandel economische uitbuiting”. “Inbraken” staan arrondissementeel hoger gerangschikt dan nationaal. Inbraken in woningen staat arrondissementeel op plaats 6 (groep 3) en nationaal op plaats 12 (groep 4). Inbraken in bedrijven en handelszaken staat arrondissementeel op plaats 10 en nationaal op plaats 18. “Mensenhandel economische uitbuiting” staat nationaal op plaats 8 en arrondissementeel pas op plaats 20. De drie meest ernstige fenomenen in het arrondissementeel politioneel veiligheidsbeeld, blijken zeer hoge scores op te tekenen voor specifieke criteria. Voor zedenfeiten betreft het voornamelijk het criterium “gecorrigeerd aantal feiten (= aantal feiten inclusief de inschatting van het dark number), de vier criteria die verhand houden met “criminele dadergroeperingen of organisaties” en het criterium “materiële schade en illegale opbrengst” Voor illegale productie van en handel in drugs gaat het ook om de vier criteria die verband houden met “criminele dadergroeperingen of organisaties” gevolgd door het het criterium “materiële schade en illegale opbrengst, evolutie en Europese prioriteit. Voor het fenomeen illegale immigratie en mensensmokkel zijn dat voornamelijk de vier criteria binnen de criteriagroep omvang en voor de andere groepen de criteria “criminele organisaties”,”internationale dimensie”, “Europese prioriteit” en “drukkingsgroepen”. Voor het fenomeen “illegale productie en handel in drugs” ligt de risicograad het hoogst in de politiezone grens gevolgd door de politiezone Noord.
12
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
B.2 Zonaal politioneel veiligheidsbeeld In dit beeld werd er voor geopteerd om vijf criteria die te maken hebben met criminele dadergroepen en het bestaan van drukkingsgroepen niet meer op te nemen. De gewichten van deze criteria werden om toch een gelijkaardige verdeling te bekomen, verdeeld over de andere criteria binnen eenzelfde criteriagroep. Om de bekomen rangschikking in het zonaal politioneel veiligheidsbeeld terug te kunnen koppelen naar het arrondissementeel politioneel veiligheidsbeeld, worden voor het arrondissement dezelfde criteria en gewichten (18 criteria) toegepast. Hieronder vindt u de nieuwe rangschikking van de fenomenen voor het arrondissement Antwerpen na toepassing van 18 criteria. Hiermee kunnen we dan het zonaal politioneel veiligheidsbeeld vergelijken. ARRONDISSEMENTEEL POLITIONEEL VEILIGHEIDSBEELD 18 criteria (=standaard 2) Plaats Groep Fenomeen 1 1 Niet-familiaal geweld 2 2 Illegale immigratie en mensensmokkel 3 3 Zedenfeiten 4 Mensenhandel - seksuele uitbuiting Inbraken in woningen 5 6 Illegale productie van en handel in drugs Familiaal geweld 7 8 4 Diefstallen gewapenderhand Verkeersongevallen met lichamelijk letsel 9 5 10 6 Inbraken in bedrijven en handelszaken 11 7 Witwassen 12 Namaak 13 Diefstallen met geweld en afpersingen (andere dan hiervoor vermeld) 14 Inbraken in openbare gebouwen of overheidsgebouwen Vernielingen-vandalisme 15 ZONAAL POLITIONEEL VEILIGHEIDSBEELD VOLGENS 18 criteria (=standaard 2) Plaats Groep Fenomeen 1 1 Illegale productie van en handel in drugs 2 2 Niet-familiaal geweld 3 3 Mensenhandel - seksuele uitbuiting Verkeersongevallen met lichamelijk letsel 4 4 Familiaal geweld 5 5 6 Illegale immigratie en mensensmokkel 6 Diefstallen gewapenderhand 7 Inbraken in woningen 8 Zedenfeiten 9 10 Corruptie 11 Vuurwapens, munitie en explosieven: illegale productie en zwendel 12 Mensenhandel- economische uitbuiting 13 Inbraken in bedrijven en handelszaken 14 Criminaliteit ivm illegale groeistimulatoren en dopingprodukten Vernielingen - vandalisme 15 16 Diefstallen met geweld en afpersingen (andere dan hiervoor vermeld)
Samenvatting en conclusie Vergelijking arrondissementeel politioneel veiligheidsbeeld 23 en 18 criteria Bij vergelijking van de twee rangschikkingen blijkt dat bij de twee methoden dezelfde zeven fenomenen bovenaan staan. Wel verliezen bij standaard 2 (18 criteria) de fenomenen zedenfeiten en illegale productie van en handel in drugs hun eerste en tweede plaats in de rangorde (dit komt wellicht doordat beide fenomenen hoog scoorden op de specifieke criteria die wegvallen bij standaard 2). De fenomenen niet-familiaal geweld en illegale immigratie en mensensmokkel komen bovenaan te staan en nemen de eerste en tweede plaats in. Zonaal politioneel veiligheidsbeeld 18 criteria De drie fenomenen die uit de rangschikking voor de politiezone Grens naar voren komen als meest ernstige fenomenen zijn:“illegale productie en handel in drugs”, “niet familiaal geweld” en “mensenhandel-seksuele uitbuiting”. Net zoals in het arrondissementeel politioneel veiligheidsbeeld volgens standaard 2 behoort het fenomeen “nietfamiliaalgeweld” tot de groep van drie als meest ernstig gerangschikte fenomenen. Van de drie meest ernstige fenomenen wordt bekeken welke criteria bijgedragen hebben tot het bekomen van een hoge plaats in de rangschikking. A. Illegale productie van en handel in drugs Het fenomeen scoort zeer hoog door het aantal geregistreerde feiten en door de toename van het aantal feiten tussen 2004 en 2006. Bovendien blijkt dat de feiten die zich voordoen binnen dit fenomeen, samenhangen met een aanzienlijke materiële/financiële schade en illegale opbrengst waarmee men ook rekening houdt in bepaalde criteria
13
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
Bovendien scoort het relatief hoog door zijn permanent karakter, door het gecorrigeerd aantal feiten, dit is het geregistreerde aantal feiten aangevuld met een schatting van het ‘dark number’, door zijn internationale dimensie en het direct gevaar voor de volksgezondheid. Bovendien is het fenomeen een Europese prioriteit.
B. Niet-familiaal geweld Geweld heeft betrekking op seksueel, fysiek, psychisch of economisch geweld inclusief seksuele exploitatie en kinderpornografie (zie mensenhandel). Dit fenomeen dekt dus een groot aantal feiten zoals moord, doodslag, gijzeling, ontvoering, verkrachting, aanranding van eerbaarheid, opzettellijke slagen en verwondingen, verkeer, onopzettelijke lichamelijke letsel, bedreiging belaging, stalking, …gepleegd buiten de familiale context.
Het fenomeen scoort zeer hoog door het aantal geregistreerde feiten en door het gecorrigeerd aantal feiten (zie hierboven). Het aantal geregistreerde feiten is tussen 2004 en 2006 toegenomen maar de toename blijft beperkt. Het aantal feiten met gewonden blijkt bovendien in vergelijking met andere fenomenen erg hoog te liggen. Enkel voor het fenomeen “verkeersongevallen met lichamelijk letsel” ligt het aantal feiten met gewonden hoger. Bovendien scoort dit fenomeen relatief hoog door zijn binding met aanverwante fenomenen, door het psychisch leed en de perceptie van het fenomeen door de bevolking”.
C. Mensenhandel - seksuele uitbuiting (incl kinderpornografie) Mensenhandel (seksuele exploitatie) is: het aanwerven, het vervoeren, het overbrengen, het huisvesten, het opvangen van een persoon, het uitwisselen of het overdragen van de controle over hem teneinde hem seksueel uit te buiten, ook van toepassing op minderjarigen.
Het fenomeen scoort zeer hoog op het criterium “evolutie” (EVO) binnen de criteriagroep omvang, op het criterium “aanverwante fenomenen” (AF) binnen de criteriagroep impact/ organisatiegraad, en op de criteria “materiële schade en illegale opbrengst” (MAT) en “aantasting van de ethische waarden” (AWA) binnen de criteriagroep impact/ gevolgen. Het fenomeen scoort zeer hoog door een sterke toename van het aantal geregistreerde feiten tussen 2004 en 2006. Het geregistreerde aantal feiten blijft in vergelijking met de andere fenomenen eerder beperkt. Bovendien blijken de feiten, niettegenstaande het aantal eerder beperkt blijft in vergelijking met het gemiddelde van de andere fenomenen, in dit fenomeen samen te hangen met een aanzienlijke materiële schade en illegale opbrengst. Het fenomeen scoort het hoogst voor zijn binding met aanverwante fenomenen en aantasting van de ethische waarde.
14
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
C. CRIMINALITEITSBAROMETER 2004-2008 MEI 2008 (zie 3e bijlage) Op 12 augustus 2008 ontvingen onze diensten een criminaliteitsbarometer juli 2008 van de dienst beleidsgegevens van de directie van de Operationele Politionele Informatie (CGO) van de federale politie. De criminaliteitsbarometer is een uniform gebruiksinstrument aangepast aan de beslissingen van de werkgroep “politiestatistiek”. Het maakt gebruik van uniforme telregels voor de geregistreerde criminaliteitsgegevens zodat een coherent beeld kan worden opgebouwd en vergelijkingen tussen entiteiten van verschillende niveaus mogelijk zijn. De bron van de gegevens is de algemene nationale gegevensbank. De inhoud heeft betrekking op: • gerechtelijke inbreuken (inbreuken strafwetboek, inbreuken op bijzondere wetten alsook overtredingen van lokale •
politiereglementen, niet misdrijven (zelfmoord, rampen en verloren voorwerpen)) criminele figuren (autodiefstallen, bromfietsdiefstallen, motordiefstallen, fietsdiefstallen, handtasdiefstallen, havendiefstallen, winkeldiefstallen, diefstallen gewapenderhand, inbraken in woningen, diefstallen in auto’s)
We zoomen verder in op de belangrijkste criminaliteitsfenomenen en criminele figuren en proberen enkele conclusies te trekken uit de cijfers. 1. GERECHTELIJKE INBREUKEN Zoals blijkt uit onderstaande tabel is het aantal gerechtelijke inbreuken (klopt niet helemaal want er zitten ook niet misdrijven tussen zie definitie hierboven) in de politiezone grens in 2007 gestegen met 2,8% van 3039 feiten in 2006 naar 3.125 feiten in 2007. De opmerkelijke daling in 2005 is te wijten aan de depenalisering van bepaalde overtredingen zoals vandalisme dewelke later opnieuw strafbaar werden gesteld.
AANTAL MD
GEREGISTREERDE CRIMINALITEIT 3.300 3.200 3.100 3.000 2.900 2.800 2.700 2.600 2.500
3.187
3.125 3.039 Totaal aantal misdrijven
2.773
2004
2005
2006
2007
JAAR
In de onderstaande tabel vindt u het aantal feiten voor de vier hoogste scorende fenomenen in de politiezone grens vanaf 2004 tot en met 2007. De fenomenen zijn ook terug te vinden in de top 5 van de nationale inbreuken. Het fenomeen “diefstal en afpersing” neemt elk jaar de meeste feiten voor zijn rekening. De drie andere fenomenen nemen elk minder dan de helft van de feiten van dit fenomeen voor hun rekening. Het is zelfs zo dat het fenomeen “diefstal en afpersing” met 1.167 feiten ongeveer evenveel feiten voor zijn rekening neemt dat de drie andere fenomenen samen (1.190 feiten). Het fenomeen “verdovende middelen”, hetwelk sinds 2004 elk jaar stijgt, kent in 2007 een opmerkelijke stijging en verdringt in 2007 de gewelddadige misdrijven tegen de eigendom van de tweede naar de derde plaats. De misdrijven tegen de lichamelijke integriteit nemen de vierde plaats in. De opmerkelijke daling in 2005 van het aantal gewelddadige misdrijven tegen de eigendom is te wijten aan de depenalisering van bepaalde overtredingen zoals vandalisme. TOP 4 FENOMENEN PZ GRENS
2004
2005
2006
2007
Diefstal en afpersing
1.310
1.124
1.155
1.167
Gewelddadige MD tegen eigendom
482
327
466
468
Verdovende middelen
237
313
339
508
MD tegen lichamelijke integriteit
195
197
239
215
15
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
AANTAL FEITEN
TOP 4 CRIM FENOMENEN 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 0
Diefstal en afpersing Gewelddadige MD tegen eigendom Verdovende middelen MD tegen lichamelijke integriteit 2004
2005
2006
2007
JAAR
DETAIL BELANGRIJKSTE FENOMENEN 1. DIEFSTALLEN EN AFPERSING. Het fenomeen “diefstal en afpersing” heeft bijna uitsluitend betrekking op diefstallen met of zonder verzwarende omstandigheden. Het aantal feiten van afpersing is te verwaarlozen met 1 feit in 2004 en 4 feiten in 2006. In 2005 en 2007 werd zelfs geen enkel feit van afpersing geregistreerd. 2. GEWELDDADIGE MISDRIJVEN TEGEN EIGENDOM Het fenomeen “gewelddadige misdrijven tegen de eigendom” heeft betrekking op vandalisme, vernielingen (incl door ontploffing) en brandstichtingen. Het totaal aantal feiten in 2007 (468 feiten) blijft stabiel tegenover 2006 (466 feiten). Ook in het 1e semester van 2008 blijft het aantal feiten stabiel tegenover 2007. In 2005 merken we een opmerkelijke daling van het aantal feiten inzake vandalisme (327 feiten). Dit is te wijten aan de depenalisering van een aantal overtredingen uit het strafwetboek waaronder vandalisme dewelke later opnieuw zijn opgenomen in het strafwetboek. In vergelijking met 2004 (482 feiten) kennen we in 2007 (468 feiten) een daling met 3%. 3. MISDRIJVEN TEGEN DE LICHAMELIJKE INTEGRITEIT Het fenomeen heeft betrekking op slagen en verwondingen, doodslag, moord, aanranding van de eerbaarheid en verkrachting. Het aantal feiten daalt in 2007 met 11% tegenover 2006. Het merendeel van de feiten nl. 179 (= 83%) heeft betrekking op slagen en verwondingen. In 2007 registreerden we 9 aanrandingen van de eerbaarheid, 5 verkrachtingen en 5 moord en doodslagen. De overige feiten werden niet gespecifieerd. 4. VERDOVENDE MIDDELEN VERDOVENDE MIDDELEN 2004 2005
2006
2007
In- uitvoer fabricatie handel
86
147
167
302
121
146
146
178
Gebruik
26
17
22
27
Andere
4
3
4
1
237
313
339
508
Bezit
Totaal
#FEITEN
VERDOVENDE MIDDELEN 600 500 400 300 200 100 0
2004 2005 2006 2007 In- uitvoer fabricatie handel
Bezit
Gebruik
Andere
Totaal
FEITEN
16
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
Het fenomeen verdovende middelen kent een opmerkelijke stijging in 2007. Zowel de “in-, uitvoer, fabricatie en handel” als het bezit en het gebruik stijgt. De “in-, uitvoer, fabricatie en handel” stijgt opmerkelijk met 45% in 2007 tegenover 2006. Het aantal feiten inzake in- en uitvoer wordt aanmerkelijk beïnvloed door de ligging van onze zone nabij de Nederlandse grens waar heel wat drugtoeristen passeren. Bovendien worden heel wat plantages aangetroffen in onze zone en alle controles door douane en spoorwegpolitie op trein en bus vanuit Nederland geven als plaats van vaststelling de gemeente Essen. 2. CRIMINELE FIGUREN (pag 14 criminaliteitsbarometer) We zoomen hieronder in op de evolutie van de belangrijkste criminele figuren zoals voertuigdiefstallen, bromfietsen fietsdiefstallen, diefstallen uit auto’s ,inbraken en intrafamiliaal geweld. DIEFSTAL AUTO MOTO 2004
2005
2006
2007
Autodiefstal
30
22
32
25
Motodiefstal
4
2
5
7
2
3
5
5
Carjacking
4 5
Garagediefstal
1
Homejacking6 Totaal
41
32
9
12
2
1
48
46
Het aantal auto- en motordiefstallen bleef in 2007 met 46 feiten ongeveer stabiel tegenover 2006. In vergelijking met 2004 kenden we in 2007 een stijging met 12%. Het aantal garagediefstallen steeg in dezelfde periode van 5 naar 12. BROMFIETS EN FIETSDIEFSTAL 2004
2005
2006
2007
Bromfietsdiefstal
15
15
10
6
Fietsdiefstal
386
303
339
380
Totaal
401
318
349
386
#FEITEN
BROMFIETS FIETSDIEFSTAL 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0
Bromfietsdiefstal Fietsdiefstal Totaal
2004
2005
2006
2007
JAAR
Het aantal fietsdiefstallen bereikt in 2007 met 380 feiten bijna terug het niveau van 2004 met 386 feiten. Niettegenstaande een opmerkelijke daling 2005, kennen we sindsdien opnieuw een jaarlijkse stijging. Een groot aantal fietsen blijkt te worden gestolen aan de spoorwegstations in Kalmthout en Essen.
4
(poging) diefstal van een voertuig op private op openbare plaats met geweld of bedreiging tav bestuurder of zijn passagier 5 (poging) diefstal van een voertuig na diefstal van de sleutels ervan in de woning waarbij daders geen geweld of bedreiging gebruiken 6 (poging) diefstal van een voertuig na diefstal van de sleutels ervan in de woning waarbij de daderr geweld of bedreiging gebruiken 17
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012 DIEFSTALLEN UIT OF AAN AUTO
Diefstal zonder vzo
2004
2005
2006
2007
217
166
174
133
Het aantal diefstallen uit of aan auto’s is in de periode van 2004 - 2007 met 61% gedaald van 217 feiten in 2004 naar 133 feiten in 2007. In 2007 (133 diefstallen) daalde het tegenover 2006 (174 diefstallen) met 24%. INBRAAK WONING/ INBRAAK BEDRIJF/INSTELLING 2004 2005 2006 7
2007
Woninginbraak strict
204
197
170
183
Woninginbraak ruim8
267
227
207
222
Inbraak in bedrijf of handelszaak
68
70
72
63
Inbraak in openbare of overheidsinstelling
14
12
16
20
349
309
295
305
Totaal inbraken (met woninginbraak ruim)
Totaal (woninginbraak ruim)
Inbraak in openbare of overheidsinstel ling
Inbraak in bedrijf of handelszaak
Woninginbraak ruim
400 350 300 250 200 150 100 50 0 Woninginbraak strict
#FEITEN
INBRAAK WONING/ HANDELSBEDRIJF/ OVERHEIDSINSTELLING
2004 2005 2006 2007
FEITEN Wanneer we het aantal inbraken in gebouwen bekijken neemt het aantal woninginbraken met 222 feiten (73%) het grootste deel voor zijn rekening gevolgd door de inbraken in bedrijven/handelszaken met 63 feiten (21%) en inbraken in openbare gebouwen of overheidsinstellingen met 20 feiten (6%). Het aantal woninginbraken neemt sinds 2004 af maar is in 2007 zowel met een strikte als een ruime definitie opnieuw lichtjes gestegen doch het blijft in 2007 met 222 woninginbraken 17% onder het niveau van 2004 met 267 woninginbraken. Dezelfde evolutie stellen we vast voor het totaal aantal inbraken. Het totaal aantal inbraken in 2007 (305 inbraken) blijft 13% onder het niveau van 2004 (349 inbraken). Het aantal inbraken in bedrijven en handelszaken, dewelke in 2005 en 2006 telkens steeg met 2 feiten, is in 2007 gedaald tot onder het niveau van 2004. Het daalde tussen 2004 en 2007 met 8% van 68 in 2004 naar 63 feiten in 2007. In vergelijking met 2006 daalde het aantal feiten in 2007 met 14% van 72 feiten in 2006 naar 63 feiten in 2007. Het aantal inbraken in openbare gebouwen of overheidsinstellingen is tussen 2004 en 2007 gestegen met 23% van 14 naar 20 feiten. Tegenover 2006 steeg het aantal in 2007 met 20%. Opmerking: Wanneer we onze eigen statistieken inzake woninginbraken bekijken, krijgen we iets andere cijfers niettegenstaande de criminaliteitsbarometer ook als bron “de algemene nationale gegevensban”k gebruikt en de cijfers eveneens met de toepassing “datawarehouse” werden verzameld. De oorzaak zit in het feit dat voor de criminaliteitsbarometer andere telregels worden gebruikt. 7 8
woning in enge zin: huis appartement garage woning in ruime zin incl aanhorigheden zoals inbraken in een tent, tuinhuis, serre 18
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
Ter informatie vindt u hieronder de cijfers van onze eigen statistiek en deze van de criminaliteitsbarometer. Het resultaat van deze eigen statistiek blijkt meestal tussen het resultaat van woninginbraak strikt en ruim te zitten met uitzondering van het jaar 2007 waar het aantal feiten hoger ligt dan beide. Het arrondissementeel informatiekruispunt hanteert dezelfde cijfers als de onze statistiek voor de expertisecel woninginbraken. We merken dat in de periode van 2002 en 2007 het aantal feiten van woninginbraken is gedaald met 32% van 299 inbraken in 2002 naar 205 inbraken in 2007. WONINGINBRAAK BRON ANG TOEPASSING DAWA 2002 2003 2004 2005 Woninginbraken (eigen statistiek en statistiek AIK crimineel object “inbraak in woning”) Woninginbraak strikt (criminaliteitsbarometer) Woninginbraak ruim (criminaliteitsbarometer)
299
185
Niet Niet beschikbaar beschikbaar Niet Niet beschikbaar beschikbaar
2006
2007
237
212
214
205
204
197
170
183
267
227
207
222
INTRAFAMILIAAL GEWELD 2004 2005
2006
2007
IFG fysisch
64
78
91
99
IFG sexueel
2
3
1
1
IFG psychisch
95
61
63
68
IFG econmisch
22
13
12
10
IFG totaal
183
155
167
178
#FEITEN
INTRAFAMILIAAL GEWELD 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0
2004 2005 2006 2007
IFG fysisch IFG sexueel
IFG psychisch
IFG econmisch
IFG totaal
Het aantal feiten inzake intrafamiliaal geweld is in de periode 2004 -2007 gedaald met 3% van 183 feiten naar 178 feiten.In 2005 kenden we een opmerkelijke daling van het totaal aantal feiten doch vanaf dat jaar kennen we een jaarlijkse stijging. Het aantal fysische feiten stijgt sinds 2004 elk jaar (ook in 2005)
19
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
2.3.1.2. VERKEERSVEILIGHEID 1) VERKEERSVEILIGHEIDSBAROMETER (zie 4e, 5e, 6e en 7e bijlage) Inzake verkeersveiligheid werd ons door de dienst beleidsgegevens van de federale politie.een verkeersveiligheidsbarometer aangeleverd met het aantal verkeersongevallen met lichamelijk letsel en van het aantal verkeersslachtoffers vanaf 2003 tot in 2007. Voor dezelfde periode werden ons gegevens overgemaakt inzake de weekendongevallen9. We hebben deze samengebracht in de volgende tabellen en grafieken.
VERKEERSONGEVALLEN LICHAMELIJK LETSEL / VERKEERSSLACHTOFFERS PZ GRENS 2003 2004 2005 2006 2007 #Ongevallen met gewonden
202
204
197
199
208
3
5
6
3
7
Totaal #ongevallen
205
209
203
202
215
#Gewonden
263
289
255
251
273
#Ongevallen met doden
#Doden Totaal #gewonden of doden
3
7
6
3
8
266
296
261
254
281
Het aantal verkeersongevallen met lichamelijk letsel stijgt na een dalende trend sinds 2004 (van 209 naar 202) in 2007 met ongeveer 6 procent tegenover 2006 (van 202 naar 215 verkeersongevallen). Het aantal is in 2007 het hoogste sinds 2003 en is tussen 2003 en 2007 gestegen met 5% procent van 205 naar 215 verkeersongevallen. In 2007 gebeurden er 7 dodelijke ongevallen (eigenlijk 9 zie verder) . Het aantal slachtoffers stijgt na een dalende trend sinds 2004 (van 296 naar 254 slachtoffers) eveneens in 2007 met ongeveer 10 procent (van 254 naar 284 slachtoffers). Het aantal slachtoffers is het tweede hoogste sinds 2003. Enkel in 2004 vielen er meer verkeersslachtoffers. Het aantal slachtoffers is tussen 2003 en 2007 gestegen met 6% van 266 naar 281 slachtoffers. In 2007 vielen er 8 dodelijke slachtoffers (eigenlijk 9 zie verder). Van 2003 tot en met 2007 eiste het verkeer 1331 gewonden en 27 verkeersdoden hetwelk gemiddeld overeenkomt met 266 gewonden per jaar en meer dan 5 verkeersdoden per jaar. Wanneer we de cijfers per gemeente bekijken merken we in 2007 een daling van het aantal verkeersongevallen met lichamelijk letsel in Essen met 12% en een toename in Kalmthout en Wuustwezel met respectievelijk 18% en 13%. De meeste ongevallen gebeuren de laatste 2 jaar in Kalmthout niettegenstaande het slechts 26% van het verhard weggenet voor zijn rekening neemt tegenover Wuustwezel (51,8%) en Essen (22,1%).
#VERKEERSONGEVALLEN LICHAMELIJK LETSEL GRENS 100
81
80 60
75 76
68 58
54
72 75 56
83 67 71 62
70 59 ESSEN KALMTHOUT
40
WUUSTWEZEL
20 0 2003
2004
2005
2006
2007
Bij het aantal slachtoffers merken we dezelfde trend nl een daling in Essen met 12% en een stijging in Kalmthout en Essen met respectievelijk 19% en 25%.
9
weekendongeval is ongeval tussen vrijdag 20:00u en maandag 06:00u 20
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
#VERKEERSSLACHTOFFERS PER GEMEENTE 114
120
104 89
100
92 90
87
73
80
108
102 82
101
91 81
72
72
ESSEN
60
KALMTHOUT
40
WUUSTWEZEL
20 0 2003
2004
2005
2006
2007
Wanneer we inzoomen op het aantal weekendongevallen en weekendslachtoffers merken we dezelfde trend. Het aantal weekendongevallen in 2007 evenals het aantal weekendslachtoffers is het hoogste sinds 2003. "#WEEKENDONGEVALLEN EN SLACHTOFFERS GRENS 140 115
120
100
89
100 80
86 65
63
85
76
81 Totaal # ongevallen
63
60
Totaal #slachtoffers
40 20 0 2003
2004
2005
2006
2007
Het aantal weekendongevallen is tussen 2003 en 2007 gestegen met 22% procent van 63 naar 81 weekendongevallen niettegenstaande een opmerkelijke daling in 2006. Het aantal weekendongevallen is tegenover 2006 eveneens gestegen met 22%. Van de 8 dodelijk verkeersongevallen in 2007 waren er 4 weekendongevallen. Het aantal weekendslachtoffers is, na een opmerkelijk daling in 2006 (het laagste niveau sinds 2003), in 2007 gestegen met 26% tegenover 2006 (van 85 in 2006 naar 115 in 2007), het hoogste aantal sinds 2003. Van de 215 verkeersongevallen in 2007 gebeurden er 81 in het weekend hetwelk overeenkomt met 37 procent. Van de 281 verkeersslachtoffers in 2007 vielen er 115 in het weekend hetwelk overeenkomt met 40 procent. Wanneer we het aantal weekendongevallen per gemeente bekijken is opmerkelijk dat in 2007 43% van de weekendongevallen plaatshadden in de gemeente Kalmthout terwijl Essen en Wuustwezel elk 23,5% voor hun rekening namen. Een directe oorzaak hiervan is ons niet bekend. In 2006 was er nog een gelijkmatige verdeling over de drie gemeenten. #WEEKENDONGEVALLEN PER GEMEENTE
#ONGEVALLEN
50
43
40
32
30 20
25 23 15
27 20 18
22 22
22 22
ESSEN 19
19
19
KALMTHOUT WUUSTWEZEL
10 0 2003
2004
2005
2006
2007
21
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
Wanneer we het aantal weekendslachtoffers per gemeente bekijken merken we dezelfde trend. 46% van het aantal weekendslachtoffers in 2007 viel in Kalmthout tegenover 31% in Wuustwezel en 23% in Kalmthout.
#WEEKENDSLACHTOFFERS PER GEMEENTE
#SLACHTOFFERS
60
53 47
50 37
40
30
30
37 30
22
36 28 25
3030 25
ESSEN
26
KALMTHOUT
19
20
WUUSTWEZEL
10 0 2003
2004
2005
2006
2007
2) VERKEERSVEILIGHEIDSAUDIT 2007 PZ GRENS zie 8e bijlage In 2007 werd er door de dienst verkeer van onze politiezone een audit opgesteld gebaseerd op de ISLP10 databank 2005 2006 2007 van de politie. Zoals blijkt uit onderstaande tabel liggen de cijfers van het aantal ongevallen met lichamelijk letsel en het aantal slachtoffers lager dan de gegevens uit de verkeersveiligheidsbarometer. Ter informatie hebben wij de de cijfers uit de verkeersveiligheidsbarometer tussen haakjes vermeld. Dit heeft te maken met het feit dat uit ISLP enkel de ongevallen kunnen worden gehaald die door ons werden vastgesteld. In de criminaliteitsbarometer zitten ook de ongevallen die werden vastgesteld door andere politiediensten (aangifte bij ander korps). In 2007 blijken er 9 dodelijke ongevallen (in plaats van 7 vermeld in de verkeersveiligheidsbarometer) te zijn gebeurd waarbij er 9 dodelijke slachtoffers vielen (in plaats van 8 vermeld in de verkeersveiligheidsbarometer). Van de 9 dodelijke slachtoffers waren er 2 fietsers en 2 motorfietsers. Opmerkelijk is ook dat van de 270 slachtoffers in 2007 er 98 zwakke weggebruikers (36,2%) waren nl. 6 voetgangers, 57 fietsers,16 bromfietsers en 19 motorfietsers. AANTAL VERKEERSONGEVALLEN MET LICHAMELIJK LETSEL VERKEERSAUDIT BRON ISLP 2005 2006 2007 #Ongevallen met gewonden #Ongevallen met doden Totaal #ongevallen #Gewonden #Doden Totaal #gewonden of doden
197
199
208
6
3
9 (7)
193 (203)*
185 (202)
203 (215)
227 (255)
229 (251)
261(273)
6
3
9 (8)
233 (261)
232 (254)
270 (281)
*cijfers tussen haakjes zijn cijfers verkeersveiligheidsbarometer
Er blijken geen specifiek locaties te zijn waar in de periode 2005-2007 5 of meer letselongevallen gebeurden. Er blijken ook geen zwarte punten te zijn indien de criteria van het Vlaamse Gewest en het Belgisch Instituut voor verkeersveiligheid worden gebruikt. De gevaarlijkste kruispunten ingevolge een rangschikking met een puntensysteem zijn : 1. Antwerpsesteenweg-Sint-Jansstraat te Essen N117 (9 punten waarvan 5 door één dodelijk verkeersongeval na de heraanleg)
2. Brasschaatsesteenweg - Kruisstraat te Kalmthout N117 (8 punten allen verzameld voor de aanleg van de rotonde) 3. Kapellensteenweg-Missiehuislui te Kalmthout N122 (8 punten) 4. Kalmthoutsesteenweg – Nieuwmoersesteenweg te Wuustwezel N133 (8 punten) 5. Ring Watermolenstraat te Essen N122 (6 punten) 6. Beliestraat – Molenstraat te Essen (5 punten) 7..Max Temmermanlaan-Koning Astridlaan te Kalmthout (5 punten) 8. Spijker – Kapelstraat – Nieuwmoersesteenweg te Essen N117 (4 punten) 9. Over d’ Aa- Postbaan te Essen (3 punten) 10
integrated system for the local police: informaticasysteem gebruikt door de lokale politie voor het registreren en het maken van meldingen, interventies, processen verbaal, brieven enz 22
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
2.3.1.3 OVERLAST In het ZVP 2002 2008 werd overlast en meer bepaald geluidshinder en vandalisme als prioriteit weerhouden. We zoomen verder in op beide fenomenen. Inzake vandalisme kunnen we terugvallen op de cijfers van de hierboven reeds vermelde criminaliteitsbarometer. GEWELDDADIGE MISDRIJVEN TEGEN EIGENDOM 2004 2005 2006
2007
Vandalisme
378
252
405
403
Brandstichting en vernieling door ontploffing
60
48
49
43
Vernieling onbruikbaarmaking beschadiging
44
27
12
22
Totaal
482
327
466
468
GEWELDDADIGE MD TEGEN EIGENDOM 600
Vandalisme
#FEITEN
500 400
Brandstichting en vernieling door ontploffing
300 200
Vernieling onbruikbaarmaking beschadiging
100 0 2004
2005
2006
Totaal
2007
JAAR
Zoals reeds bij de bespreking van het fenomeen “gewelddadige misdrijven tegen de eigendom” vermeld, blijft het totaal aantal feiten in 2007 (468) stabiel tegenover 2006 (466). Ook in het 1e semester van 2008 blijft het aantal feiten stabiel tegenover 2007. Zoals ook reeds hoger gesteld, is de opmerkelijke daling van het aantal feiten inzake vandalisme (327 feiten) in 2005 te wijten aan de depenalisering van een aantal overtredingen waaronder vandalisme uit het strafwetboek. In 2006 werden vandalisme opnieuw opgenomen in het strafwetboek. Inzake geluidshinder kunnen we voor de beeldvorming geen beroep doen op de criminaliteitsbarometer aangezien er bijna nooit een proces-verbaal wordt opgesteld inzake nachtlawaai of geluidshinder door muziek. Wij moeten deze gegevens dan ook uit de module “melding van ISLP halen. Hieronder vindt u de weergave van het aantal oproepen dat de zone heeft ontvangen inzake geluidshinder of nachtlawaai door muziek. MELDINGEN GELUIDSHINDER NACHTLAWAAI MUZIEK
# meldingen
2004
2005
2006
2007
173
179
210
247
Wij merken op dat het aantal meldingen sinds 2004 elk jaar stijgt. In de periode 2004-2007 is het aantal meldingen toegenomen met 30%.
23
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
2.3.2. Subjectieve gegevens Hiervoor baseren wij ons op de gegevens van de veiligheidsmonitor 2006, een interne bevraging van het politiepersoneel en een bespreking in de stuurgroep. 2.3.2.1 VEILIGHEIDSMONITOR 2006 POLITIEZONE CATEGORIE 5 (zie 9e bijlage)
De «Veiligheidsmonitor 2006» betreft een bevolkingsenquête, die werd afgenomen in het eerste semester van 2006. Deze enquête werd in opdracht van de Minister van Binnenlandse Zaken uitgevoerd door de dienst Beleidsgegevens van de Federale Politie. De dataverzameling gebeurde door TNS Dimarso, een onafhankelijk, extern marktonderzoeksbureau. Het is reeds de zesde enquête die werd afgenomen op federaal en lokaal niveau. De vragenlijst van de Veiligheidsmonitor heeft sinds zijn start in 1997 geen ingrijpende wijzigingen ondergaan die een invloed kunnen hebben op de vergelijkbaarheid. Zodoende is het mogelijk een zicht te krijgen op trends doorheen de jaren (19972006). Aangezien de indeling in politiezones nog maar in 2001 werd doorgevoerd, zijn voor dit rapport enkel vergelijkingen mogelijk tussen de jaren 2002-2004-2006. De Veiligheidsmonitor omvat vragen inzake buurtproblemen, onveiligheidsgevoelens ,slachtofferschap en aangifte, de contacten tussen burgers en politiediensten, de werking van de politiediensten en de achtergrondkenmerken van de respondent. De resultaten van de enquête zijn onderwerp van verschillende tabellenrapporten, met name een federaal rapport, een vergelijkend rapport (federaal, gewesten, provincies, gemeentetypen en politiezonecategorieën), het tabellenrapport op niveau van de gerechtelijke arrondissementen en de lokale rapporten (per politiezone of gemeente). De geanalyseerde resultaten in dit rapport zijn gebaseerd op de cijfers uit het vergelijkend rapport. Voorliggend rapport omvat de grote tendensen van de Veiligheidsmonitor 2006 op niveau van de politiezonecategorie 5 en geeft de statistisch significante verschillen weer tussen 2002 en 2006. Alle 196 politiezones zijn onderverdeeld in één van de vijf politiezonecategorieën. Deze opdeling is gebaseerd op de verstedelijkingsgraad van de gemeenten binnen de betreffende politiezone. Wij zijn als zone ingedeeld in categorie 5 volgens de typologie. De responsgraad in politiezonecategorie 5 was 69 procent (12295 nrs werd opgebeld) wat zich situeert rond het nationale gemiddelde van 68 procent. De meeste bevraagden situeren zich tussen 35 en 49 jaar. Buurtproblemen politiezonecategorie 5 1. Welke buurtproblemen In onderstaande tabel vindt u een rangschikking van de buurtproblemen. Het percentage betreft het aantal respondenten die het probleem helemaal of een beetje als probleem ervaren in de buurt.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
BUURTPROBLEMEN VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Onaangepaste snelheid verkeer Inbraak in woningen of andere gebouwen Agressief verkeersgedrag Rommel op straat Diefstal uit auto's Geluidsoverlast door verkeer Fietsdiefstal Autodiefstal Andere vormen van geluidsoverlast Vernieling van telefooncellen, bus- of treinhokjes Aanrijdingen Overlast verbonden aan druggebruik Overlast van groepen of jongeren Geweld Bedreiging Bekladde muren en/of gebouwen Mensen worden op straat lastiggevallen
61,40% 53,00% 52,50% 35,20% 31,90% 30,70% 26,80% 25,80% 23,60% 23,30% 22,10% 21,60% 20,60% 17,50% 15,70% 14,30% 13,80%
24
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00%
Mensen worden op straat lastiggevallen
Bedreiging
Bekladde muren en/of gebouwen
Geweld
Overlast van groepen of jongeren
Overlast verbonden aan druggebruikt
Andere vormen van geluidsoverlast Vernieling van telefooncellen, bus- of treinhokjes Aanrijdingen
Autodiefstal
Fietsdiefstal
Diefstal uit auto's
Geluidsoverlast door verkeer
Rommel op straat
Agressief verkeersgedrag
0,00%
Onaangepaste snelheid verkeer
10,00% Inbraak in woningen of andere gebouwen
% RESPONDENTEN DIE ITEMS ALS HELEMAAL WEL OF EEN BEETJE ALS PROBLEEM ERVAREN IN DE BUURT
BUURTPROBLEMEN VEILIGHEIDSMONITOR 2006
Drie buurtproblemen blijken, meer dan andere, een probleem zijn in de buurt nl. onaangepaste snelheid in het verkeer (61%), woninginbraak (53%) en agressief verkeersgedrag (52%). Meer dan de helft van de inwoners van politiezonecategorie 5 beschouwt deze drie situaties als "helemaal wel" of “een beetje”problematisch. Deze drie problemen worden ook op federaal niveau als de meest problematische gezien (tussen 55 en 60%). Deze drie problemen zijn echter niet de enige die de buurtbewoners bezighouden. Meer dan 30% van de respondenten ervaren rommel op straat , diefstal uit auto’s en geluidsoverlast door verkeer als een buurtprobleem. Verder volgen fiets- en autodiefstallen, overlastproblemen (andere vormen van geluidsoverlast, overlast verbonden aan druggebruik of groepen jongeren, vernielingen van telefooncellen of bus of treinhokjes) en aanrijdingen dewelke meer dan 20% van de respondenten als een probleem ervaarden. De buurtproblemen worden in het algemeen minder problematisch bevonden in politiezonecategorie 5 in vergelijking met het federale niveau. Dit is het geval voor alle buurtproblemen, met als enige uitzondering “onaangepaste snelheid in het verkeer", waar het percentage zich rond het federale niveau situeert. 2. Evolutie buurtproblemen Wanneer we de evolutie bekijken van 2002 tot 2006, zien we een dalende tendens voor onaangepaste snelheid in het verkeer, inbraak, vernieling van telefooncellen, bus- of tramhokjes en autodiefstal. Andere buurtproblemen kennen een stijgende tendens tussen 2002 en 2006. Het gaat om rommel op straat, fietsdiefstal, geweld, bekladde muren en/of gebouwen en mensen die worden lastig gevallen op straat.
25
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
Onveiligheid
Het aantal mensen dat zich in de politiezonecategorie 5 onveilig voelt is gedaald van 8,8% naar 6,8%. Het percentage in de politiezonecategorie 5 ligt ook 2,4 procent lager dan het nationale niveau (9,2 %). Slachtofferschap
Delicten op huishoudensniveau Van de delicten op huishoudensniveau in 2006, zijn het de “vernielingen aan een auto” waarvan de burgers opgeven het meest slachtoffer te zijn, namelijk 40%. De burgers zijn eveneens vaak het slachtoffer van ”vernieling” (19%). Andere delicten worden minder vaak vermeld:12% voor “poging tot inbraak” en 11% voor “fietsdiefstallen” en “diefstal uit een auto”. De overblijvende delicten tenslotte, komen in minder dan 6% van de gevallen voor. Wanneer men de evolutie bekijkt, ziet men twee delicten die een daling kennen doorheen de tijd. Het gaat om inbraken en autodiefstallen die een afname kennen tussen 2002 en 2006 in de politiezones van het niveau 5 (respectievelijk: van 2,1% naar 1,3% en van 0,7% naar 0,2%).
Anderzijds stijgt het percentage huishoudens dat slachtoffer werd van vernielingen van 3,5% in 2004 naar 4,4% in 2006. Laatstgenoemde tendens doet zich ook voor op federaal niveau. Delicten op persoonsniveau Van de delicten op persoonsniveau in 2006 is het de rubriek “bedreiging met lichamelijk geweld” die zich met 43% bovenaan bevindt bij de meest voorkomende delicten. “Lichamelijk geweld” wordt in 13% van de gevallen genoemd, “vluchtmisdrijf in het verkeer” en “andere misdrijven” rond de 10%. Volgende delicten worden minder vaak vermeld: omstreeks 8% voor “diefstal vanaf de persoon zonder bedreiging of geweld” en voor diefstal buitenshuis in afwezigheid van het slachtoffer. De overblijvende delicten komen 5% of minder voor. Melding en aangifte delicten op huishoudensniveau Wat meteen opvalt, is het gegeven dat de meldingsbereidheid verschilt tussen de diverse rubrieken. Schade aan voertuigen maken nog altijd weinig deel uit van de meldingen (20%). Autodiefstallen en inbraken worden daarentegen massaal gemeld aan de politie; men vindt meldingspercentages van 80% en meer terug. Doorheen de tijd is een gedeelte van de meldingspercentages vrij stabiel gebleven tussen 2002 en 2006. Opvallend hierbij zijn de feiten van autodiefstal waar de meldingsbereidheid 100% benadert. Ook het percentage meldingen van “vernieling aan een auto” blijft stabiel doorheen de tijd: omstreeks 20%. Enkele tendensen zijn niettemin het vermelden waard. Het meldingspercentage voor “inbraak” kent een dalende tendens: van 92% in 2002 naar 79% in 2006. “Vernielingen” werden daarentegen in 2004 en 2006 vaker gemeld dan in 2002; men stelt een stijging vast van 22% naar 35%. Melding en aangifte delicten op persoonsniveau De delicten op persoonsniveau maken minder deel uit van meldingen aan de politie (25%) dan de delicten op huishoudensniveau (40%). Weinig delicten halen een meldingspercentage van 50% of meer. Enkel de categorie “diefstal vanaf de persoon zonder geweld of bedreiging” stijgt boven 50% meldingen uit in de laatste drie edities van de Veiligheidsmonitor. “Lichamelijk geweld” werd in 2002 in 70% van de gevallen gemeld, vluchtmisdrijven 55% van de keren in 2004 en “diefstal vanaf de persoon met geweld of bedreiging” bereikte een meldingspercentage van 56% in 2002. De andere persoonsdelicten maken minder deel uit van meldingen aan de politie. Het gaat vooral over seksuele delicten en “bedreiging met lichamelijk geweld”. Het meldingspercentage van “bedreiging met lichamelijk geweld” is gedaald van 16,9% in 2004 naar 10,3% in 2006. Ook voor “lichamelijk geweld” stelt men tussen 2002 en 2006 een daling vast van 70% naar 41%. Voor de meeste andere delicten op persoonsniveau is er geen uitgesproken, statistisch significante evolutie vast te stellen tussen 2002 en 2006. Het laatste delict
Aangifte In de politiezonecategorie 5 heeft iets meer dan de helft (53%) van de personen het laatste misdrijf waarvan men slachtoffer was, gemeld aan de politiedienst van de eigen politiezone. Tevredenheid politiecontact Met betrekking tot de globale tevredenheid van de slachtoffers over het contact met de politie in het kader van het laatste slachtofferschap, stellen we vast dat dit over het algemeen vaker als positief wordt ervaren (56% is tevreden of zeer tevreden) dan als negatief (30% is ontevreden of zeer ontevreden) in de politiezonecategorie 5. Contacten tussen bevolking en politiedienst buiten slachtofferschap
Frequentie en aard contacten Het percentage burgers, dat tijdens de afgelopen 12 maanden buiten het kader van een misdrijf contact heeft gehad met politiediensten in politiezonecategorie 5, bedraagt 25%. Het betreft in 74% van de gevallen een contact met de politie van de eigen gemeente of politiezone. Tevredenheid politiecontact Ongeveer 74% van de inwoners van politiezonecategorie 5 verklaart tevreden of zeer tevreden te zijn over het laatste contact met de politiediensten. Bij opsplitsing van het politieoptreden naar diverse aspecten ervan, blijkt 79% van de respondenten tevreden tot zeer tevreden te zijn over de houding en het gedrag van de politiediensten, 78% is (zeer) tevreden over de
26
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
beschikbaarheid en bereikbaarheid van de politiedienst en 72% is (zeer) tevreden over het resultaat van de politietussenkomst. Politiefunctioneren Tevredenheid burgers In politiezonecategorie 5 meent 88% van de burgers dat de politie (zeer) goed werk levert hetwelk een stijging met 2% inhoudt tegenover 2004. 10% van de inwoners van politiezonecategorie 5 is daarentegen van mening dat de politiediensten (zeer) slecht werken hetwelk een daling met 2% inhoudt tegenover 2004. Beide percentages situeren zich in de buurt van deze op het federale niveau. Redenen goed of slecht functioneren Als voornaamste redenen voor het goed functioneren worden professionalisme (88%) en de goede leiding van de diensten (79%) opgegeven. Ook de goede samenwerking met de burgers en onderlinge samenwerking tussen de politiediensten worden door 75%, respectievelijk 73% van de respondenten genoemd. 64% van de bevolking is het er (helemaal) over eens dat de samenwerking politie/justitie bijdraagt tot de kwaliteit van het werk. Tenslotte blijkt eveneens ongeveer 64% van de bevolking te menen dat de politie over voldoende middelen beschikt. Als voornaamste redenen voor het slecht functioneren werden de slechte samenwerking politie en justitie (76%), het onvoldoende professioneel werken van de politiediensten (73,5%) en de onvoldoende samenwerking tussen de politiediensten onderling (70%) vermeld dewelke we ook terugvinden op het federale niveau doch met een iets lager percentage. De percentages voor de verschillende items in politiezonecategorie 5 liggen doorgaans hoger dan op het federale niveau. Kwaliteiten politie tijdens uitoefening beroep De inzet voor hun beroep, het verantwoordelijkheidsgevoel en de dienst naar de burger toe worden door iets minder dan de helft (respectievelijk: 48%, 47% en 46%) van de ondervraagde burgers in politiezonecategorie 5 geheel erkend. Ongeveer 40% van de burgers is het er helemaal mee eens dat de politiediensten veel belang hechten aan het leggen van goede contacten met de burgers (42%) en het op gelijke voet behandelen van de burgers, ongeacht de nationaliteit, religie, sociaal statuut of geslacht (38%) en dat dit tot uitdrukking gebracht wordt door de politie tijdens de uitoefening van haar werk. Daarentegen is een niet onbelangrijk deel van de bevolking het oneens (15%) tot helemaal oneens (5%) met deze laatste categorie over gelijke behandeling. De percentages voor de verschillende categorieën in politiezonecategorie 5 situeren zich rond het federale niveau. Waardering van de verschillende politietaken Ongeveer 90% van de mensen is van mening dat de politiediensten (zeer) goed werk verrichten op het vlak van ordehandhaving tijdens sportmanifestaties. Dit is ook op federaal niveau de meest gewaardeerde politietaak. Ongeveer 80% van de inwoners vindt dat de politie (heel) goed werk levert op het gebied van het veiliger houden van de wegen, het veiliger maken van de publieke plaatsen, geweld bestrijden, het actief bijdragen aan de preventie van misdrijven, het opvangen van slachtoffers, het bestrijden van de georganiseerde misdaad en van de drugshandel. 65% à 70% van de respondenten tenslotte, is van mening dat de politie (heel) goed werk levert inzake het patrouilleren te voet of per fiets, het ophelderen van diefstallen en inbraken en het bestrijden van vandalisme. De twee laatstgenoemde categorieën – het ophelderen van diefstallen en inbraken en vandalisme bestrijden – worden in politiezonecategorie 5 meer gewaardeerd, vergeleken met het federale niveau. Wijkagent In politiezonecategorie 5 verklaart meer dan de helft van de inwoners (53,5%) de wijkagent niet te kennen (dit ligt hoger dan het federale niveau (52%). Niettemin zou 35% van de politiezonecategorie 5 respondenten graag meer contact hebben met hun wijkagent. Deze vraag stijgt tot 37% op niveau van het land. Van de respondenten in politiezonecategorie5 die aangeven hun wijkagent te kennen, kent 17% hem/haarvan zien of naam, 14% heeft reeds contact gehad met de wijkagent en 16% heeft af en toe contact met zijn/ haarwijkagent.
27
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
2.3.2.2 INTERNE BEVRAGING (zie 10e bijlage)
Een studente criminologie heeft in het kader van haar masterproef tot het behalen van de graad van master in de criminologische wetenschappen een vergelijkende case-studie gemaakt tussen de lokale politiezone Grens en politie Midden en West Brabant team Etten-Leur uit Nederland. De studie heeft als titel “Politionele beleidsvorming en sociale problematieken: Hand in hand of tegenpolen?” Zij heeft hierbij in 2008 een interne bevraging gedaan in de PZ Grens naar de 5 belangrijkste criminaliteits- en overlastfenomenen die zich voordoen in de PZ Grens. Er werden zoveel mogelijk politiemensen, waaronder ook leidinggevenden, bevraagd. Ook de drie burgemeesters van de zone werden bevraagd. De deelnemingsgraad onder de politiemensen in onze zone bedroeg 50,02%. De politiemensen werden bevraagd in hun eigen habitat. Er werd voor hen een vragenlijst opgesteld die ze konden beantwoorden op het werk waarbij de respondent zeer vrij werd gelaten en ook eigen commentaar kon toevoegen. De burgemeesters werden geïnterviewd op hun eigen bureel in het gemeentehuis. Woninginbraken, intrafamiliaal geweld, vandalisme, drugsmisbruik, fietsdiefstallen, overlast, verkeersleefbaarheid, diefstallen uit voertuigen en diefstallen in het algemeen werden als de belangrijkste fenomenen ervaren door het korps. De eerste 7 fenomenen komen allemaal overeen met de prioriteiten en aandachtspunten uit het vorige zonaal veiligheidsplan met uitzondering van drugmisbruik. Woninginbraken en intrafamiliaal geweld steken er duidelijk bovenuit met respectievelijk 80,33% en 72,13% van de respondenten die kozen voor het fenomeen. Drugs blijkt heel hoog te scoren niettegenstaande dit dus geen prioriteit of aandachtspunt was in het vorige zonaal veiligheidsplan. 42,6% van de politiemensen vonden drugsmisbruik een belangrijk fenomeen. INTERNE BEVRAGING KORPSLEDEN Welke zijn naar uw mening de 5 belangrijkste criminaliteits- en overlastfenomenen die zich voordoen in uw zone? 61 antwoorden
FENOMEEN
# GEKOZEN
PROCENTUEEL AANDEEL FENOMEEN
PROCENTUEEL AANTAL RESPONDENTEN GEKOZEN VOOR FENOMEEN
1 Woninginbraak
49
17%
80,33
2 Intrafamiliaal geweld
44
15%
72,13
3 Vandalisme
30
10%
49,18
4 Drugmisbruik
26
9%
42,62
5 Fietsdiefstallen
26
9%
42,62
6 Overlast
24
8%
39,34
7 Verkeersleefbaarheid
24
8%
39,34
8 Diefstal uit voertuigen
22
7%
36,07
9 Diefstal algemeen
15
5%
24,59
10 Bedreigingen
5
2%
8,20
11 Spijbelen
4
1%
6,56
12 Winkeldiefstal
4
1%
6,56
13 Andere
4
1%
6,56
14 Lichtere geweldsdaden
3
1%
4,92
15 Stalking
3
1%
4,92
16 Diefstal van voertuigen
2
1%
3,28
17 Sluikstorten
2
1%
3,28
18 Zware geweldsdaden
2
1%
3,28
19 Geen antwoord
1
0%
1,64
20 Bedrogmisdrijven
1
0%
1,64
21 Wapenbezit
1
0%
1,64
22 Dierenmishandeling
0
0%
0,00
23 Exhibitionisme
0
0%
0,00
24 Valsmunterij
0
0%
0,00
28
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
CRIMINELE EN OVERLASTFENOMENEN INTERNE BEVRAGING
17%
15% 10%
9%
9%
8%
8%
7%
5%
Bedreigingen
Diefstal algemeen
Diefstal uit voertuigen
Verkeersleefba arheid
Overlast
Fietsdiefstallen
Drugmisbruik
Vandalisme
2% Intrafamiliaal geweld
18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0%
Woninginbraak
PROCENTUEEL GEKOZEN
PROCENTUEEL AANDEEL FENOMEEN
CRIMINELE EN OVERLASTFENOMENEN INTERNE BEVRAGING
90,00 80,00 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00
In W tr a o fa ni m ng ilia in a b Va l g raa D nd ew k Fi rug al eld et m is Ve s d is m r e D ke ie er iefs bru fs s i ta le O tall k D l ui efb ver en ie t a la fs vo ar s ta e he t l r Be alg tuig id dr em en ei e g e Li W Sp ing n ch i nk ij e te e be n re D ge ldie len ie f w fs el o stal ta ds th lv d e a Zw n S ader: v ta n ar e S oer lkin ge lu tu g w iks ige Be eld tor n dr no sda ten og a d D m n e ie re W isd sw n nm a ri er p jv Ex ish enb en hi an ez b d Va itio elinit l s n is g m m un e te rij
PROCENT
PROCENT AANTAL RESPONDENTEN GEKOZEN VOOR FENOMEEN
FENOMENEN De studente heeft ook de drie burgemeesters bevraagd. Zij benadrukken vooral de prioriteiten en aandachtspunten van het vorige zonaal veiligheidsplan. Woninginbraken en verkeersveiligheid staan hierbij met stip op één. Wat drugs betreft blijven de burgemeesters wat op de vlakte door te zeggen dat er wel doorvoer is maar het gebruik wordt geenszins geproblematiseerd. Verder wordt melding gemaakt van vandalisme en buitenlandse gastarbeiders. Eén burgemeester haalt fietsdiefstallen aan.
29
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
30
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
2.4. Verwachtingen en doelstellingen van de overheden en de andere belanghebbenden 11
De verwachtingen van de federale overheid, van het parket, van het politiecollege en van de stuurgroep van de politiezone grens op het gebied van veiligheid en leefbaarheid worden hieronder weergegeven. De verwachtingen van de federale overheid worden weergegeven in het nationaal veiligheidsplan. De verwachtingen van het parket in het arrondissementeel veiligheidsplan 2008-2011. De verwachtingen van de burgemeester werden besproken op het politiecollege van 12 augustus 2008. De verwachtingen van de stuurgroep werden besproken op een vergadering van 31 maart 2008. (Wat betreft de verwachtingen en doelstellingen van de medewerkers, verwijzen we naar punt 2.6.2, in de rubriek « management van medewerkers ».)
2.4.1 Nationaal veiligheidsplan 2008 – 2011 (zie 11e bijlage) Het nationaal veiligheidsplan is de hoeksteen van een globaal en geïntegreerd veiligheidsbeleid en het staat garant voor het coherent optreden van de verschillende politiediensten. Bij het opstellen van de zonale veiligheidsplannen dient dus rekening te worden gehouden met het NVP. Het NVP is dus de rode draad doorheen de politionele werking. Hier volgt een beknopt overzicht van de inhoud van het NVP. •
Prioritaire fenomenen
Het eerste deel omvat, naast het algemeen kader, de prioriteiten op het vlak van veiligheid voor de periode 20082011. De regering heeft beslist om de volgende veiligheidsfenomenen, in het bijzonder als die een georganiseerd karakter vertonen, als prioritair te beschouwen. - ernstige geweldmisdrijven : met focus op verschijningsvormen die evolueren in de tijd; - eigendomsdelicten : met focus op rondtrekkende dadergroepen; - ernstige economisch- financiële criminaliteit : met focus op corruptie, fraude en witwassen ; - drugproductie, drughandel en druggerelateerde criminaliteit : met focus op de productie van synthetische drugs, cannabiskweek, invoer en doorvoer van heroïne en cocaïne en de straathandel ; - ernstige informaticacriminaliteit ; - zware milieucriminaliteit : met focus op de georganiseerde afvalzwendel ; - intrafamiliaal geweld/partnergeweld : met focus op een betere arrondissementele en zonale coördinatie tussen politie, justitie en welzijn ; - terrorisme ; - mensenhandel en mensensmokkel : met focus op economische en seksuele uitbuiting ; - jongerencriminaliteit (jongeren = tot en met 25 jaar) en criminaliteit waarvan jongeren het slachtoffer zijn : met focus op een arrondissementele en zonale totaalaanpak gericht op preventie, begeleiding,bestraffing en resocialisering ; - verkeersonveiligheid : met focus op snelheid, alcohol en drugs, roodlichtrijden, onaangepast rijgedrag, veiligheidsrisico’s van vrachtvervoer, recidive; - overlast en straatcriminaliteit : met focus op een zonaal lik-op-stukbeleid voor de bijzonder storende aspecten van overlast en straatcriminaliteit in de meer verstedelijkte politiezones. •
Algemeen politiebeleid
In het tweede deel wordt het algemeen politioneel beleid aangesneden. De integrale en geïntegreerde aanpak van de veiligheidsproblemen wordt naar voren geschoven. Het streven naar een excellente politiezorg is hierbij een van de doelstellingen voor de politiediensten. Een harmonisering van het beleid en de acties van de politionele actoren en een optimale samenwerking zijn hiervoor noodzakelijk. De belangrijkste opdracht van de politie is bijdragen tot de veiligheid en levenskwaliteit in de samenleving. De geïntegreerde politie zal er in partnerschap naar streven dat veiligheidsproblemen tijdig ontdekt worden, dat het risico dat ze zich voordoen verlaagd wordt, dat ze beter beheerst en zo mogelijk teruggedrongen worden.
11
Onder « belanghebbenden » worden alle door de activiteiten van de politieorganisatie betrokken partijen bedoeld, zoals voorzien in het EFQM managementmodel politie België : de klanten (dienstenafnemers), de partners en leveranciers, de medewerkers, de maatschappij en de opdrachtgevers (bestuur en financiers). Elke politiezone inventariseert haar concrete belanghebbenden volgens de lokale context en specificiteit.
31
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
In het bijzonder zal de geïntegreerde politie, samen met talrijke partners, bijdragen tot de verwezen-lijking van de volgende beleidsdoelstellingen : - een daling of betere beheersing van de criminaliteit en in het bijzonder van de prioritaire fenomenen ; - een verhoging van de ophelderingsgraad en in het bijzonder voor de meest zware eigendomsdelicten ; - een verhoging van de verkeersveiligheid en in het bijzonder een daling van het aantal verkeersslachtoffers ; - een verhoging van het veiligheidsgevoel ; - een handhaving van het vertrouwen in politie en een verhoging van de tevredenheid over haar dienstverlening; - het vrijwaren van de integriteit van het politiepersoneel. Om resultaten te behalen in de aanpak van de veiligheidsproblemen en om een excellente politiezorg te bieden,moet aan een aantal kritieke succesfactoren voldaan worden. Daarom wordt er in het NVP 2008-2011 aangedrongen op: - een kwaliteitsvolle dienstverlening - integriteit - een geïntegreerde werking en ondersteuning - beschikbaarheid en inzet - het informatiebeheer - het investeren in de medewerkers (optimaliseren en uniformeren van de opleidingen) - het investeren in de basisfuncties van de politie waartoe verkeersveiligheid integraal moet behoren. Ook het partnerschap met alle actoren van de veiligheidsketen is van primordiaal belang, net als technologische innovatie en vooruitgang en de maatschappelijke verantwoordelijkheid, namelijk het stimuleren van de ethiek, de sociale cohesie en de duurzame ontwikkeling. Een laatste kritieke succesfactor ten slotte, is een performant financieel beheer. Dit houdt in dat beide politieniveaus in staat moeten kunnen zijn om op een uniforme,geïnformatiseerde manier de dienstprestaties en de verloning van het personeel te berekenen. Hiertoe zal een geschikt middel ontwikkeld worden (‘salarismotor’). •
Beleid en strategie van de federale politie
Het derde deel bevat de nieuwe missie, visie en waarden van de federale politie evenals hun strategische uitdagingen voor de periode 2008-2011.
2.4.2 Arrondissementeel veiligheidsplan 2008 -2011 In overleg met de gerechtelijk directeur, CSD en diverse verantwoordelijken van de federale politie en aansluitend bij het Nationaal Veiligheidsplan 2008-2011, is, conform artikel 28 ter § 1 van het wetboek van strafvordering, beslist dat voor de periode 2008-2011 de volgende misdrijven, in het bijzonder deze die een georganiseerd karakter vertonen, als prioriteiten waarop projectmatig zal worden gewerkt, zullen opgenomen worden in het arrondissementeel veiligheidsplan (AVP) 2008-2011: •
Eigendomsdelicten (met focus op rondtrekkende dadergroepen). Bij het overleg met FGP Antwerpen werd verduidelijkt dat de verwachting is dat de lokale politie zich toespitst op diefstal in woningen, terwijl FGP arrondissementeel een ruimere focus zal aanhouden m.b.t. rondtrekkende dadergroepen.
•
Ernstige economisch-financiële criminaliteit Er zal gefocust worden op twee domeinen nl -ernstige financieel/fiscale fraude en –witwas
•
Drugproductie, drughandel en druggerelateerde criminaliteit, met focus op de productie van synthetische drugs, invoer en doorvoer van heroïne en cocaïne. Bij het overleg met FGP Antwerpen is bovendien vooropgesteld dat FGP zich zou toeleggen op de achterliggende structuren van cannabisplantages en de internationale bevoorrading van de straathandel en het drugtoerisme terwijl de lokale politie zich veeleer zou richten op de zonegebonden aspecten van deze problematiek.
•
Zware milieucriminaliteit (met focus op de georganiseerde afvalzwendel)
•
Terrorisme
•
Mensenhandel en mensensmokkel (met focus op economische en seksuele uitbuiting)
•
Intrafamiliaal geweld (met focus op een betere arrondissementele en zonale coördinatie tussen politie, justitie en welzijn.)
•
Jongerencriminaliteit (jongeren= tot en met 25 jaar) en criminaliteit waarvan jongeren het slachtoffer zijn (met focus op een arrondissementele en zonale totaalaanpak gericht op preventie, begeleiding, bestraffing en resocialisering.) Ter verduidelijking: het zwaartepunt van het beleid voor deze prioriteit zal zich, met uitzondering voor
32
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
Antwerpen stad, in de eerste plaats op arrondissementeel niveau bevinden. Het is thans nog niet de verwachting dat alle zones jongerencriminaliteit als prioriteit in het ZVP opnemen. •
Verkeersonveiligheid (met focus op snelheid, alcohol en drugs, roodlichtrijden, onaangepast rijgedrag, veiligheidsrisico’s van vrachtvervoer, recidive)
De volgende prioriteiten uit het NVP 2008-2011 werden niet weerhouden als prioriteiten in het AVP 2008-2011: • Ernstige geweldmisdrijven. Motivering: georganiseerde geweldmisdrijven zijn momenteel niet prominent aanwezig in het arrondissement en voor wat betreft tiger kidnapping en home invasion wordt er een federaal project opgestart, waaraan FGP zal deelnemen. •
Ernstige informaticacriminaliteit:
wordt in principe opgevolgd op nationaal niveau. •
Overlast en straatcriminaliteit (met focus op een zonaal lik-op-stukbeleid voor de bijzonder storende aspecten van overlast en straatcriminaliteit in de meer verstedelijkte politiezones).
Het is vanzelfsprekend niet de bedoeling dat alle prioriteiten van het nationaal veiligheidsplan en arrondissementeel veiligheidsplan automatisch hernomen worden in het zonaal veiligheidsplan. Het nationaal veiligheidsplan bepaalt in dit verband: “De burgemeesters en de procureur des Konings bepalen, conform artikel 36 WGP, in welke mate de veiligheidsprioriteiten van het NVP relevant zijn voor de betrokken politiezone en bijgevolg dienen opgenomen te worden in het ZVP. Aldus kan rekening gehouden worden met de eigenheid van de zone en de lokale veiligheidscontext”. Wat het NVP vooropstelt m.b.t. de verhouding tussen de prioriteiten van NVP –ZVP, geldt mutatis mutandis voor de verhouding tussen de prioriteiten van AVP-ZVP.
2.4.3 Verwachtingen van de bestuurlijke overheid (politiecollege) In het politiecollege van 12 augustus 2008 werden op basis van de scanning en analyse met de objectieve en subjectieve gegevens en op basis van de verwachtingen van de federale overheid en het parket een discussie gevoerd over de prioriteiten inzake criminaliteit, verkeer en leefbaarheid. Het politiecollege wenst dat de volgende fenomenen worden aangepakt: •
Inbraken in woningen
•
Intrafamiliaal geweld
•
Fietsdiefstallen
•
Verkeersleefbaarheid en onveiligheid
•
Overlast en meer bepaald vandalisme inclusief graffiti en geluidshinder door muziek
2.4.4 Bespreking stuurgroep PZ Grens dd 31 maart 2008 Op de stuurgroepvergadering van de politiezone grens van 31 maart 2008 werden de prioritaire veiligheidsfenomenen overlopen die werden opgenomen in het nationaal veiligheidsplan 2008–2011 om te kijken welke dienden te worden opgenomen in het zonaal veiligheidsplan 2009-2012. Volgende veiligheidsfenomenen en interne verbeterpunten zijn volgens de stuurgroep belangrijk en dienen te worden weerhouden in het zonaal veiligheidsplan 2009-2012. 1. Veiligheid en leefbaarheid Criminaliteit
-straatcriminaliteit meer bepaald overlast en vandalisme -eigendomsdelicten meer bepaald diefstallen in woningen -drugproductie, -handel en druggerelateerde criminaliteit: er wordt gewezen op het probleem van het drugstoerisme naar Nederland. -intrafamiliaal geweld -fietsdiefstallen (niet opgenomen in nationaal veiligheidsplan) Jeugdcriminaliteit en straatcriminaliteit is niet direct een probleem in de zone en kan opgevolgd worden door de buurtpolitie.
33
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
Verkeersonveiligheid
-Verkeersleefbaarheid/onveiligheid meer bepaald verkeersongevallen onaangepaste snelheid alcohol- en drugmisbruik in het verkeer: er wordt wel gewezen op de omslachtige werking bij de vaststellingen inzake druggebruik in het verkeer. rood licht het fietsgedrag van de schoolgaande jeugd agressief verkeersgedrag de veiligheid van het vrachtvervoer aandacht voor verkeersinfrastructuur Overlast
-geluidsoverlast door muziek naar aanleiding fuiven en andere festiviteiten. -vandalisme
2. Dienstverlening en werking zie 2.6.2 De interne werking
34
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
2.5. Inrichting van het korps 2.5.1. Personeelscapaciteit Hieronder vindt u een momentopname van de personeelscapaciteit van de zone op 1 juli 2008. OPERATIONEEL KADER : Organiek kader Minimaal effectief
Aantal
Datum van aanpassing
Aantal ingeschreven (per kader)
Beschikbaar aantal *
Datum van registratie
OK/MK/BK/AK
OK/MK/BK/AK
OK/MK/BK/AK
01/07/2008
5/15/64/4
9/13/60/4
8/12/60/4
(88)
(86)
(84)
(KB 05/09/01) 73
Reëel effectief
(*) Uitgezonderd onbeschikbaarheden ten gevolge van ziekte, verlof zonder wedde, detacheringen, afdeling naar AIK, CIC,…inclusief detacheringen naar onze zone ADMINISTRATIEF EN LOGISTIEK KADER : Organiek kader Minimaal effectief
Aantal
Aantal ingeschreven (per kader)
Beschikbaar aantal *
Datum van registratie
Niv. A/B/C/D
Niv. A/B/C/D
Niv. A/B/C/D
01/07/2008
0/2/13/2
0/4/14/8
0/4/13/8
(17)
(26)
(25)
(KB 05/09/01) 6
Datum aanpassing
Reëel effectief
(*) Uitgezonderd onbeschikbaarheden ten gevolge van ziekte, verlof zonder wedde,… Proces calogisering Alle ondersteunende diensten die werden uitgevoerd door operationeel personeel werden vervangen door administratief personeel. Zo werden er op de dienst wapens een commissaris op disponibiliteit vervangen door calog personeel. Een commissaris, diensthoofd interne bedrijfsvoering werd intern overgeplaatst naar de dienst interventie om operationele capaciteit bij deze dienst te winnen.. Een hoofdinspecteur op de dienst planning dewelke werd gedetacheerd naar het CIC werd op deze dienst vervangen door calog personeel. Het onthaalpersoneel werd volledig gecalogiseerd zodat het eerste onthaal in principe niet meer door operationeel personeel wordt uitgeoefend. Hiervoor werden op 1 jan 2007 3 extra personeelsleden aangeworven. Het technisch en functioneel beheer wordt nog uitsluitend uitgevoerd door administratief personeel waar hier vroeger ook nog een commissaris aan deelnam. Er werd bovendien in 2008 een informaticus aangeworven voor het technisch beheer van het informaticapark. In de ministeriële omzendbrief CP 2 van 3 november 2002 wordt vooropgesteld dat het Calog-contingent dient opgedreven te worden naar minimaal 16 %. Op 1 juli 2008 waren in het korps 25 calog personeelsleden in dienst op 108 personeelsleden hetwelk overeenkomt met 23,1 %. De vooropgestelde minimumnorm wordt dus gehaald. Procentueel is het aandeel van het calogpersoneel de laatste jaren ook opmerkelijk gestegen. We hebben ons hiervoor gebaseerd op de cijfers uit de morfologische vragenlijst. Op 31 december 2005 waren in het korps 17 calog personeelsleden in dienst op 100 personeelsleden hetwelk overeenkomst met 17%
35
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
Op 31 december 2006 waren in het korps 21 calog personeelsleden in dienst op 106 personeelsleden hetwelk overeenkomst met 19,8% Op 31 december 2007 waren in het korps 25 calogpersoneelsleden in dienst op 111 personeelsleden hetwelk overeenkomt met 22,5%.
De lijst van taken die in de toekomst nog enkel door Calogpersoneel mogen worden uitgevoerd zoals opgesomd in omzendbrief ‘‘Richtlijnen tot het verlichten en vereenvoudigen van sommige administratieve taken van de lokale politie’’ van 01 december 2006 worden in ons korps nog enkel door calogpersoneel uitgevoerd. Het gaat hier om administratieve taken verbonden aan de opdrachten van de politie, secretariaatstaken inherent aan de organisatie van de korpsen, ICT (technisch beheer) en logistiek, personeelsbeheer en budget en financiën.
36
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
2.5.2. Organogram 01/07/2008 ALGEMENE BEDRIJFSVOERING 3 FTE KORPSCHEF 1 HCP SECRETARIS 1 CALOG C BELEID 1 CP OPERATIONELE BEDRIJFSVOERING WIJKPOLITIE 16,3 FTE ONTHAAL 8,1 FTE
INTERNE BEDRIJFSVOERING
COORDINATIE 1 CP BUURTPOLITIE (1HI) + 4 INP
ADMINISTRATIE 6,9 FTE
APO (1 FTE) 1 HI SECRETARIAAT (4,4 FTE) 1 CALOG B + 4 CALOG C WAPENS (1,5 FTE) 1 CALOG C + 1 CALOG D
WIJK ESSEN (1HI) + 4 INP WIJK KALMTHOUT (1HI)+3INP+(1INP) WIJK WUUSTWEZ 1 HI + 4 INP ONTHAAL 5 INP + 2 CALOG C + 4 CALOG D
LOGISTIEK 1 FTE
1 CALOG C
INTERVENTIE 23,8 FTE
COORDINATIE 3 CP + 5 HI 24 INP
INFORMATICA 1 FTE
1 CALOG B
VERKEERSPOLITIE 13,4 FTE
COORDINATIE 2 HI 7 INP+4 AG+1ADM
PERSONEEL 4,5 FTE
PERSONEEL (2 FTE)
1 CALOG B + 1 C PLANNING (2,5FTE)
1 HI + 1 CALOG C +1D RECHERCHE 13,1 FTE
COORDINATIE 1CP
ONDERHOUD 1,8 FTE
BODE (1FTE) 1 CALOG D ONDERHOUD (0,8 FTE) 2 CALOG D
CEL PERSONEN + SLACHTOFFERBEJ 1 HIPA+4INP+1 CALOG B + 1 C CEL FEITEN 1 CP+4INP CEL INFORMATIE 1 HI CEL MILIEU / STEDEBOUW 1 INP TOTAAL OPERATIONEEL (84)
8 OFFICIEREN 12 MIDDENKADER 60 BASISKADER 4 HULPAGENTEN
TOTAAL CALOG (25)
0 NIVEAU A 4 NIVEAU B 13 NIVEAU C 8 NIVEAU D
( )= voorzien (niet ingevuld)
37
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
2.6. Beeld van werking
de
dienstverlening
en
de
2.6.1. Uitvoering van de dienstverlening aan de bevolking
MINIMALE WERKINGSNORMEN
WIJKWERKING Datum registratie 01/07/2008
Aantal inwoners
Aantal wijkinspecteurs volgens de norm
Reëel aantal wijkinspecteurs
Aantal politieposten
Capaciteit op jaarbasis
13
17
3
24.776 manuren
53.252 (1/1/2007)
NORM : 1 wijkinspecteur op 4000 inwoners hetwelk voor onze overeenkomst met 13 wijkinspecteurs. De minimale norm wordt gehaald Detail capaciteitsberekening: 16,3 FTE x 1520u = 24.776 manuren Coördinator: CP VandenBuys Wijkwerking Essen: INP Duerloo/INP Embregts/INP Somers/INP Van Doren Wijkwerking Kalmthout:INP Mous/INP Robbescheuten/INP Van Aert (1/2 tot 18/7/08) Wijkwerking Wuustwezel: HINP Speltincs/INP Van der Jonckheyd/INP Van Dijck/INP Van Elstlande/INPVermeulen Buurpolitie: Berckelaers (4/5 tot 31/8/08)/De Hoog/Gabriëls/Van Beumen
Organisatie wijk- en buurtpolitie De coördinatie van de wijk- en buurtpolitie gebeurt door een commissaris vanuit het onthaalpunt Essen. In elke gemeente is er een lokaal onthaalpunt waar de wijkwerking bestaande uit 4 wijkinspecteurs is gehuisvest. In het onthaalpunt Essen zijn er bovendien 3 buurtinspecteurs gehuisvest die gemeentegrensoverschrijdend werken over het grondgebied van de drie gemeenten. De buurtinspecteurs gaan voornamelijk werken rond kleine lokale veiligheidsproblemen en/of de overlast in een bepaalde buurt en worden niet belast met administratieve taken.
ONTHAAL Datum registratie
Aantal gemeenten in de zone
Aantal politieposten
Aantal uren daadwerkelijk fysiek onthaal in het centraal onthaalpunt Weekdagen
Capaciteit op jaarbasis
Week-end / feestdagen
1/7/2008
3
3
12
12
14.584 manuren
NORM: per dag 12 uur fysiek onthaal in het centrale onthaalpunt + contacteerbaar d.m.v. technische infrastructurele maatregelen. Bij de opmaak van het vorige zonaal veiligheidsplan werd deze norm nog niet gehaald. Intussen werd hiervoor de nodige capaciteit voorzien en is er per dag 12u fysiek onthaal in het centrale onthaalpunt voorzien. De minimale norm wordt gehaald. Detail capaciteitsberekening Centraal onthaal 2 p (1 calog + 1 operationeel) x 12u x 365 dagen = 8760 manuren Onthaal Essen: 2p (1 calog + 1 operationeel) x 28u week x 52w = 2.912 manuren Onthaal WW: 2 p (1 calog + 1 operationeel) x 28u week x 52 w = 2.912 manuren Beschikbare capaciteit onthaal: Hecors Nicole/Pluskota An/Saenen Marleen 1/2/Hermans Anita 1/2/Jaspers Monique ½ /Clement Karin 1/2 + Gullentops Jean/Loos André ½ /De Beuckelaer Patrick/Daniella De Moor (4/5)/Heidi Fivez (4/5) 8,1 FTE x 1520= 12.312 manuren
38
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
Organisatie onthaal Het centrale onthaalpunt (hoofdcommissariaat) te Kalmthout, Kapellensteenweg 32 is alle dagen, ook op zon- en feestdagen, open voor het publiek tussen 8u en 20u. De lokale onthaalpunten te Essen, Kapelstraat 9 en Wuustwezel Bredabaan 352a zijn op werkdagen open voor het publiek van 8u tot 12u en op woensdag tot 20u. Buiten de openingsuren van de lokale onthaalpunten worden binnenkomende telefoons doorverbonden met het centraal onthaalpunt (hoofdcommissariaat). Buiten de openingsuren van het centraal onthaalpunt wordt de telefoon doorgeschakeld naar het CIC Antwerpen, welke instaat voor de dispatching van de interventieploegen. Het centraal onthaal wordt verzekerd door calogpersoneel ondersteund door een operationeel personeelslid.
INTERVENTIE EN ALGEMEEN TOEZICHT Datum registratie
1/7/2008
Aantal interventieploegen
Aantal piekploegen
Aantal
Voorziene uurvorken
Aantal
Voorziene uurvorken
3/dag
6-14/14-22/22-6
1 /dag
13-21
1 za zo fd
7-15
1 vrij za zo
21-5
Capaciteit op jaarbasis
27.520 manuren
fd
NORM: 1 continuploeg + 1 piekploeg 84 uur/week. Bij de opmaak van het vorige zonaal veiligheidsplan werd de norm van de piekploeg nog niet gehaald. Intussen werd hiervoor de nodige capaciteit voorzien. Er is elke dag 1 continuploeg en er is per week gedurende 96u een piekploeg (detail zie hieronder). De minimale norm wordt gehaald. Detail capaciteitsberekening Aantal uren piekploeg per week: 7d x 8u + 2d x 8u + 3d x 8u= 56 + 16 + 24= 96 u/week 2 p x 24u x 365da = 2 p x 8u x 365da =
17.520 manuren 5.840 manuren
2 p x 8u x 2 da x 52 weekends = 2 p x 8u x 3 da x 52 weekends =
1.664 manuren 2.496 manuren
Totaal 27.520 manuren Het aantal personeelsleden dat nodig is om enkel de interventie te draaien is 19 personeelsleden (27.520:1520=18,1 pp)
Organisatie interventie De interventiediensten is gehuisvest in het hoofdbureel gelegen Kalmthout, Kapellensteenweg 32. De co-ördinatie van de interventie gebeurt door de coördinatiecel bestaande uit 3 commissarissen. De operationele sturing, coaching en leiding op het terrein gebeurt door de hoofdinspecteurs. Op weekdagen worden er 4 interventieploegen ingezet nl één vroege ploeg, twee late ploegen en één nachtploeg. Tijdens de nacht van vrijdag op zaterdag, van zaterdag op zondag en van zondag op maandag wordt één extra ploeg ingezet evenals op feestdagen of nachten voorafgaand aan een brugdag. Er wordt eveneens een extra ploeg ingezet op zaterdag- en zondagmorgen. De interventieploegen werken in 8-uren diensten volgens onderstaand schema. vroege ploeg - van maandag tot en met vrijdag: één ploeg: 06.00-14.00 - zaterdag en zondag: twee ploegen: 06.00-14.00 en 07.00-15.00 late ploeg - van maandag tot en met zondag: twee ploegen: 13.00-21.00 en 14.00-22.00 nachtploeg - van maandag tot en met donderdag: één ploeg: 22.00-06.00 - van vrijdag tot en met zondag: twee ploegen: 21.00-05.00 en 22.00-06.00 Als ondersteuning op het terrein kan de interventieploeg 24 op 24 uur terugvallen op een OGP, een OBP, en een lid van de cel welzijn met wachtdienst. De OGP met wacht is het eerste contactpunt voor de interventieploegen. Deze zal beslissen wie en hoe dient verwittigd te worden. Elke dag tussen 7u en 18u is een OGP met dagdienst aanwezig op het bureel. Naast interventie wordt het interventiepersoneel ook ingezet bij acties tegen bepaalde fenomenen zoals woninginbraken en drugtoerisme. Tevens kunnen zij ook ingezet worden bij lokale ordediensten en lokale acties (verkeer , ontmanteling plantage …).
39
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
POLITIONELE SLACHTOFFERBEJEGENING Datum registratie
Gespecialiseerd medewerker beschikbaar (ja / neen)
Wijze waarop de permanente beschikbaarheid geregeld is (aan te kruisen) Intern de zone geregeld
01/07/2008
Ja
Capaciteit op jaarbasis
Samenwerkingsverband met andere PZ/Fedpol
x
8.512 manuren
NORM: 1 gespecialiseerd medewerker continu terugroepbaar (eventueel via samenwerkingsakkoord). Er is 1 gespecialiseerd medewerker continu terugroepbaar binnen de zone. De minimale norm wordt gehaald. Detail capaciteitsberekening: 5,6 p x 1520 = 8.512 manuren Saen (4/5) /Yperman/Weyers/ Hosteaux /Verdonck (4/5), Stuckens
Organisatie slachtofferbejegening Elke politieambtenaar binnen onze politiezone heeft de taak om slachtoffers van misdrijven eerstelijns op te vangen, hen de nodige informatie te verstrekken en als het slachtoffer dit wenst haar door te verwijzen naar gespecialiseerde hulpverleningsinstanties. Dit is een taak van basispolitiezorg. Een aantal politiemensen bij de cel zeden van de recherche, die hiervoor een specifieke opleiding hebben genoten, nemen de gespecialiseerde slachtofferbejegening voor hun rekening. De gespecialiseerde medewerkers die opereren in burger werken in een beurtrol zodat ze permanent ter beschikking zijn. Buiten de diensturen zijn ze terugroepbaar en bereikbaar. Als het noodzakelijk is worden zijn opgeroepen om mee hulp te bieden. Na de eerste opvang, verwijzen zij de slachtoffers eveneens door naar gespecialiseerde hulpverleningsinstanties. Er is bovendien sinds 1 juni 2008 een maatschappelijke assistente aangeworven om deze gespecialiseerde slachtofferbejegening een extra invulling te geven. De verantwoordelijke voor slachtofferbejegening is gespecialiseerd hoofdinspecteur politieassistente An Saen. Ze heeft haar bureel te Kalmthout, Kapellensteenweg 32. Kwaliteitsindicatoren In het actieplan intrafamiliaal geweld worden via een stuurbord een aantal kwaliteitsindicatoren opgevolgd inzake slachtofferhulp meer bepaald het aantal overgemaakte slachtofferinfoformulier12 aan de dienst slachtofferonthaal van het parket in verhouding tot het aantal voorgeleide personen. In 2007 werd dit in 80% van de gevallen overgemaakt.
LOKALE OPSPORING EN LOKAAL ONDERZOEK Organisatievorm Datum registratie
Globaal effectief zone
01/07/2008
Effectief operationeel kader
13
Lokale recherchedienst (met vaste medewerkers)
Polyvalente of « flexibele » opsporings- en onderzoekscapaciteit
Aantal FTE
Aantal FTE of uren
12,6
Capaciteit op jaarbasis
19.152
NORM : 10% van het operationeel effectief voor zones met globaal effectief ≥ 230;7% van het operationeel effectief met een minimum van één ploeg (2 mw) voor de weekdagen, voor de andere PZ Saen An (4/5) en Verdonck Dominique ‘(4/5) 13 personeelsleden op een operationeel effectief van 81 personeelsleden maken deel uit van de recherche. Dit komt overeen met 16% van het operationeel effectief. De minimale norm wordt gehaald.
12
formulier waarop slachtoffer meedeelt of hij/zij in kennis wenst te worden gesteld van de invrijheidstelling van de verdachte
40
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
Organisatie recherche De lokale recherche wordt geleid door een coördinator bijgestaan door een commissaris, een hoofdinspecteur en een hoofdinspecteur-politieassistente. De recherche bestaat sinds 1 september 2008 uit een cel Feiten (vroegere cel criminaliteit), een cel Personen (vroegere cel zeden - jeugd), een cel Informatie en een cel Milieu met aan het hoofd van elke cel een commissaris of hoofdinspecteur (politieassistente). De cel personen heeft bovendien 1 administratief personeelslid als ondersteuning (0,8 FTE) dewelke hierboven in de capaciteit van het operationeel kader niet is meegeteld.
HANDHAVING VAN DE OPENBARE ORDE Permanentie OBP en OGP
OBP OGP
Ja Ja
Interzonale samenwerking
Nee
Interzonale samenwerking
Nee
Datum registratie 01/07/2008
NORM : 1 OBP permanent bereikbaar en terugroepbaar Er is 1 officier van bestuurlijke politie permanent bereikbaar en terugroepbaar. De minimale norm wordt gehaald.
Organisatie handhaving openbare orde. Er is permanente een officier van gerechtelijke politie (OGP) en een officier van bestuurlijke politier (OBP) terugroepbaar. Bij elke ordedienst is er in principe een leidinggevende OGP of OBP op het terrein aanwezig.
ANDERE OPERATIONELE DIENSTEN
VERKEERSDIENST Datum registratie
Effectief operationeel kader
Aantal FTE
Capaciteit op jaarbasis
01/07/2008
HI/INP/AG
12,6
19.152 manuren
2/7/4
Verkeer HINP Jan Simons/ Luc Leemans INP Staepels/Severyns /Verheyen/Sleeckx /Costermans/Van Eeckelen/Quirynen AG Speltincx (4/5)/Winnens/Van den Bosch (4/5)/ Lievens Detail capaciteitsberekening: 12,6 FTE x 1520manuren = 19.152manuren
Organisatie verkeersdienst De verkeersdienst is een aparte dienst die zich louter bezighoudt met verkeerszaken. De verkeerspolitie bestaat uit een verkeerstechnische en een operationele cel. De verkeerstechnische cel o.l.v. HINP Luc Leemans bestaat uit 2 inspecteurs. Deze adviseert de gemeentelijke overheden inzake de te nemen maatregelen en de te plaatsen verkeerssignalisatie naar aanleiding van manifestaties, ordediensten, en wegenwerken. Zij nemen ook deel aan allerhande vergaderingen met zowel interne als externe partners. De operationele cel o.l.v. HINP Jan Simons bestaat uit 5 inspecteur en 4 agenten. Zij richt zich hoofdzakelijk, doch zeker niet uitsluitend, op het verwezenlijken van de prioriteiten uit het zonaal veiligheidsplan (handhaving parkeren, handhaving snelheid, handhaving beveiligingsmiddelen, uitvoeren verkeersacties en sensiblisatie).
41
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
DIENST APO VPV GEEN MISDRIJF Datum registratie
Effectief operationeel kader
Aantal FTE
Capaciteit op jaarbasis
01/07/2008
1
1
1520
Organisatie APO dienst Deze dienst wordt waargenomen door 1 hoofdinspecteur, die voltijds met deze materie bezig is, ondersteund door het administratief personeel van het algemeen secretariaat.
42
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
OPDRACHTEN EN TAKEN VAN FEDERALE AARD
Dwingende richtlijn
Uitvoering
MFO 1Richtlijn van de Minister van Justitie van 13/12/2001 inzake het verzekeren van de openbare orde in hoven en rechtbanken, het overbrengen van gevangenen en het handhaven van de orde en de veiligheid in de gevangenissen in geval van oproer en onlusten
Handhaving van de openbare orde in hoven en rechtbanken (punt 4.2.2 richtlijn) Uitvoering door PZ Antwerpen ingevolge protocol mits financiële compensatie. (Protocol “GEOV” met PZ Antwerpen zie verder onder 2.7.1)
MFO 2 Ministeriële richtlijn betreffende het solidariteitsmechanisme tussen de politiezones inzake versterkingen voor opdrachten van bestuurlijke politie dd 30/07/04 BS17/08/04
-Deelname aan HYCAP trainingen -Levering HYCAP (13 politiemensen worden hiervoor ingezet (1 CP- 3 HI - 9 INP))
MFO 3 Gemeenschappelijke richtlijn van de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken van Binnenlandse Zaken van 14 juni 2002 betreffende het informatiebeheer inzake gerechtelijke en bestuurlijke politie
Interne richtlijnen opgesteld inzake - de informatieoverdracht vanuit ISLP naar de algemene nationale gegevensbank - het nemen van foto’s, vingerafdrukken en individuele beschrijving - de opsteltermijnen van PV’s.
MFO 4 Ministeriële richtlijn van 4 november 2002 betreffende de federale opdrachten van beveiliging, toezicht en controle door de politiediensten in het kader van de regelgeving inzake private veiligheid
-Uitvoeren van moraliteitsonderzoeken van bewakingspersoneel (punt 3) -Opstellen bestuurlijk informatierapport bij incidenten met personeel van bewakingsdiensten (punt 4) -Beveiliging van stoppunten van waardetransporten (punt 5)
Richtlijn van de Minister van Justitie van 20 februari 2002 (01/03/2002) m.b.t. taakverdeling, de samenwerking, de coördinatie en de integratie tussen de lokale en federale politie inzake opdrachten van gerechtelijke politie
Uitvoering niet complexe economische en financiële onderzoeken -Verhoor minderjarigen inclusief videoverhoor mits technische bijstand federale politie -deelname aan rechercheoverleg -Uitvoeren van opdrachten gericht op de bescherming van personen en instellingen die het voorwerp kunnen uitmaken van een bijzondere dreiging, door hun aard of door hun symbolische waarde. (bijvb. toezicht op bontfarm in Essen). Deze beschermingsmaatregelen worden geïntegreerd in een algemeen concept van toezicht. -Verstrekken inlichtingen aan de algemene directie crisiscentrum (ADCC) aangaande bedreigingen tegen een persoon of een instelling geviseerd in deze richtlijn (overdracht van informatie in principe via Dirco/CSD tenzij dringend)
MFO 5 Richtlijn van de Minister van Binnenlandse Zaken van 23 december 2002 houdende de opdrachten van federale aard uit te oefenen door de lokale politie, wat betreft de opdrachten van bijzondere bescherming van personen, roerende en onroerende goederen.
13
MFO 6 Gemeenschappelijke en dwingende richtlijn van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken betreffende de werking en de organisatie van de arrondissementele informatiekruispunten (AIK)
-Protocolakkoord met AIK over de functionaliteiten van het AIK (art.4) (via ARO) Deelname aan het AIK/CIC in samenwerking met de PZ Noord (1 FTE PZ Noord is afgedeeld naar het AIK).
Geïntegreerde werking CIC (dienstenplan CIC)
Deelname aan het AIK/CIC in samenwerking met de PZ Noord (2 FTE PZ Grens zijn afgedeeld naar CIC)
13
gehypotheceerde capaciteit: levering capaciteit als versterking aan federale niveau 43
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
Benelux verdrag dd 27/06/1962 Omzendbrief dd 16/06/1998 betreffende de uitlevering Schengen overeenkomst dd 19/06/1990
Uitvoering uitleveringen tussen België en Nederland (geen specifieke richtlijn naar de zone)
Wet 15/12/1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
Overbrengen van bestuurlijk en gerechtelijk uitgewezen vreemdelingen (geen specifieke richtlijn naar de zone)
BIJDRAGE AAN HET NATIONAAL VEILIGHEIDSPLAN De politiezone grens wil zich voor de komende jaren inschrijven in het uitgestippelde beleid voor de geintegreerde politie, zoals omschreven in deel 2 van het Nationaal veiligheidsplan 2008-2011. Het engagement van de politiezone komt in het zonaal veiligheidsplan onder meer tot uiting bij de kwalitatieve invulling door onze lokale politie van de verschillende basisfunctionaliteiten. Eveneens de wijze waarop de politiezone het geïntegreerde beleid wenst om te zetten in de praktijk, met behulp van een bedrijfsmatige aanpak groeien naar een excellente poltiezorg, vormt een voorbeeld. Inzake het veiligheidsbeleid zal de politiezone eveneens haar steentje bijdragen. Aldus zal ze zich loyaal inschrijven in de arrondissementele veiligheidsplannen, waar de procureur des Konings van Antwerpen, aansluitend bij het Nationaal Veiligheidsplan 2008-2011 en conform art. 28ter§1 van het wetboek van strafvordering, de arrondissementele prioriteiten bepaald heeft. In dezelfde filosofie engageert de zone zich tot een projectmatige aanpak van de zonale prioritaire veiligheidsfenomenen. Door deze twee elementen te weerhouden worden de geïntegreerde en integrale aanpak van het veiligheidsgebeuren, die we toch allen voorstaan, krachtdadig weergegeven.
OPDRACHTEN EN TAKEN TEN VOORDELE VAN DERDEN 1. DRUGPREVENTIEPROJECT
Het drugpreventieproject van onze zone is bestemd voor leerlingen van het zesde leerjaar lager onderwijs. Sinds het schooljaar 1998-1999, nemen 24 lagere scholen in onze politiezone aan het project deel. Het doel van het project is de leerlingen te confronteren met de gevaren van drugs via een lessenreeks en een confrontatie met een ex-drugsverslaafde. De boodschap die als rode draad doorheen de verschillende stappen loopt, is NEEN zeggen tegen alle vormen van verslaving! Het project bestaat uit verschillende ‘stappen’: 1. Ouderavond: De ouders van de leerlingen worden ingelicht over het project en krijgen aansluitend productinformatie over drugs 2. Lessenreeks in de klas door de leerkracht: De leerlingen krijgen les over legale producten (alcohol-tabak-medicatie) en over de verschillende vormen van gewenning en verslaving (GSM, computer enz....). 3. Les in de klas door de politie: De leerlingen krijgen productinformatie over illegale drugs waarbij de cannabisproducten (marihuana en hasj) getoond worden 4. Confrontatie: De leerlingen worden geconfronteerd met een ex-drugsverslaafde in de klas waaraan zij vragen kunnen stellen omtrent zijn druggebruik. Momenteel gebeuren de lessen in de klas en de confrontatie door vijf politie-inspecteurs: - HINP Pierre Speltincx (algemene coördinatie) - HINP Patrick De Smedt - INP Hans van Elstlande - INP Hilde van Aert - INP Dominique Verdonck 2. BUURTINFORMATIENETWERKEN (BIN).
44
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
In onze zone zijn er reeds 10 buurinformatienetwerken voor burgers (BINs) en 2 buurtinformatienetwerken voor zelfstandigen (BINZs) opgericht. In de drie gemeenten wordt er een financiële tussenkomst voorzien voor een BIN(Z). Wat? Een BIN(Z) is een gestructureerd samenwerkingsverband tussen burgers of zelfstandigen en de lokale politie in een vooraf bepaald gebied, waarbij burgers door de politie willen verwittigd worden als er in hun buurt of wijk iets ernstig gebeurt of bepaalde verdachte situaties zich voordoen. In een Buurt Informatie Netwerk, kort BIN genoemd, willen de aangesloten leden telefonisch verwittigd worden als er in hun buurt of wijk ingebroken wordt of als er andere verdachte situaties zich voordoen. Wie? De burgers of zelfstandigen uit een bepaalde buurt of wijk nemen het initiatief om een BIN(Z) op te richten, hierbij gesteund door de politie. Een bestuur, waarvan een gemandateerde politie-inspecteur deel uitmaakt, zorgt voor alle voorbereidingen tot het oprichten van zo’n BIN en verzorgt de verdere werking ervan. Opstarten BIN Een BIN(Z) wordt alleen opgestart door de politie zelf en dus niet door een inwoner , zelfstandige of bestuurslid van zo’n BIN(Z)! Concreet zal een burger naar de lokale politie bellen als hij iets verdachts meemaakt of ziet. De politie zal vervolgens een boodschap inspreken en dit via een speciaal communicatiesysteem verzenden naar alle leden van het BIN(Z). Op enkele minuten tijd worden al die leden thuis opgebeld en kunnen zij de boodschap van de politie horen en overeenkomstig handelen! In onze zone wordt een BIN(Z) opgestart door het CIC. Indien problemen kan deze ook opgestart worden door de OGP met wachtdienst. Wettelijke regeling Een BIN(Z) is wettelijk geregeld en staat onder toezicht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, dienst Preventiebeleid. Bij de oprichting wordt een protocol opgesteld waarin het ontstaan, de werking en de afspraken binnen het BIN(Z) opgenomen worden. Er wordt tevens een huishoudelijk reglement opgemaakt en een communicatieverslag. In het communicatieverslag wordt de technische kant van de verwittiging van de BIN-leden beschreven.
45
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
2.6.2. De interne werking
MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS
Op het vlak van het ‘management van medewerkers’ spelen verschillende verhalen zich tegelijkertijd af: in sommige diensten spelen zwangerschappen, verlof zonder wedde en ziekte een belangrijke rol voor de motivatie van het personeel: telkens wordt de dienstrol overhoop gegooid om de vrijgekomen diensten in te vullen; diensten tijdens het weekend zijn minimaal bezet; de nachtelijke diensten zijn belastend en geven aanleiding tot stress; de timing en de wijzigingen van de dienstregeling geeft aanleiding tot commotie. De recrutering van nieuwe medewerkers krijgt extra aandacht. De diensten tijdens het weekend werden verhoogd.De nachtelijke diensten werden gespreid over meerdere personen; een aanpassing van de werking van de dienst planning zit in de overlegfase. Het onthaalproces van nieuwe medewerkers wordt onder de loupe genomen. De competenties van de medewerkers worden systematisch en structureel geïntensifieerd en zoveel mogelijk à la carte georganiseerd tijdens opleidingsdagen, vormingen en bijscholingen. Mensen die nieuwe uitdagingen zoeken, worden niet afgeremd, kansen worden geboden, ook al komen ze binnen een andere eenheid dan de onze dan tot hun recht. De dienst intern toezicht registreert nauwgezet alle klachten in een databank. Voor zware fouten wordt een tuchtprocedure gestart. Voor lichtere individuele fouten of disfuncties wordt sinds 2008 gewerkt met een functioneringsnota dewelke ook kan gebruikt worden voor felicitaties. Het personeelslid krijgt via de nota kennis van eventuele individuele fouten of disfuncties en kan daarop zijn persoonlijke commentaar geven. De nota wordt aangevuld met commentaar van een leidinggevende of evaluator en er worden afspraken op genoteerd naar de toekomst. De functioneringsnota’s worden na kennisgeving aan de betrokken personeelsleden opgenomen in het persoonlijk van de betrokkene en kunnen gebruikt worden bij een volgende functioneringsgesprek. Het is de bedoeling om dit ook te gebruiken bij felicitaties. Nu worden felicitaties voornamelijk via een mail gedaan zonder dat hiervan enige schriftelijke weergave is. Jaarlijks worden tenminste twee after-work-events georganiseerd ten voordele van het personeel, uit waardering voor hun inzet.
MANAGEMENT VAN MIDDELEN
De huidige huisvesting in vijf onaangepaste en verouderde gebouwen is ronduit slecht. Een dringende oplossing dringt zich op. Het korps heeft nood aan een nieuw centraal gebouw. Consensus bij de bestuurlijke overheden over de plaats van inplanting ontbreekt. Moeilijkheden qua ruimtelijke inplanning dienen nog overwonnen te worden (gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen in afwijking van de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen). Het voertuigenpark is behoorlijk, er is een systematische vervanging van oude voertuigen. Ongevallen met een totaal verlies brengen de planning in de war. De ter beschikking gestelde persoonlijke en collectieve middelen en kledij zijn behoorlijk. De informatica geeft aanleiding tot wrevel omwille van de trage datalijnen en de verouderde software en de moeilijk begrijpbare (niet overlegde visie) die door de federale politie ter beschikking wordt gesteld. De federale politie werd kennis gegeven van deze pijnpunten in hun steunopdracht. Een aantal door de federale politie gesubsidieerde datalijnen tussen het hoofdbureel en de bijburelen (de zogenaamde Hilde lijnen) werden op eigen kosten reeds vervangen door snellere datalijnen. Het meubilair voldoet aan de minimale norm, maar hangt samen met het project van een nieuw gebouw. De veiligheidsvoorzieningen zijn in orde; De hygiënische voorzieningen (douches) zijn ondermaats, maar dit hangt eveneens samen met het project van een nieuw centraal gebouw.
46
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
De zone koopt zoveel mogelijk aan via de raamcontracten zodat geen ingewikkelde en langdurige procedures dienen te worden gevolgd. Bovendien wordt maximaal gebruikt gemaakt van de federale logistieke steun (bijvb aankoop kledij).
MANAGEMENT VAN PROCESSEN
Weinig processen zijn daadwerkelijk volledig uitgeschreven. Enerzijds om te kijken hoe een en ander evolueert, om kansen te bieden aan creatieve medewerkers, en anderzijds omwille van capaciteitsgebrek. Er is nood aan duidelijke processen: wie doet wat, hoe en wie heeft welke verantwoordelijkheden en bevoegdheden, en nog belangrijker op welke wijze deze processen dienen tot uitvoer gebracht te worden (mission). Er werden al wel heel wat dienstnota’s opgesteld rond bepaalde hekele thema’s zoals verlof, schietonderricht, inbeslagname en vernietiging van drugs, aangifte arbeidsongevallen, onmiddellijke inningen en consignaties, vakantietoezicht, fietspatrouilles, het opvolgen van voorwaardelijke invrijheidgestelden enz. Bovendien werden een aantal processen gedigitaliseerd om de papierstroom te beperken (bijvb aanvraag verlof).
Interne verbeterpunten Op de stuurgroepvergadering van de politiezone grens van 31 maart 2008 werden de succesbepalende factoren voor een kwaliteitsvolle politie uit het nationaal veiligheidsplan 2008–2011 overlopen om te kijken welke interne verbeterpunten eventueel dienden te worden opgenomen in het zonaal veiligheidsplan 2009-2012. Volgende interne verbeterpunten zijn volgens de stuurgroep belangrijk: -interne en externe communicatie (juiste info op juiste plaats; meer verkopen naar buitenwereld; bijwerken website) -kwaliteitsvolle informatiestroom en huishouding (woninginbraken …) -integriteit en voorbeeldrol in geest van deontologische code (gordel; snelheid politievoertuig; correct optreden naar burger…) -klantvriendelijk onthaal (snel correct en juiste info) -intern toezicht (klachtenbehandeling en felicitaties) -onthaal en opvolging nieuwe medewerkers
47
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
2.7. Samenwerking 2.7.1. Interzonale, bovenlokale en internationale politiesamenwerking Verwijzend naar omzendbrief PLP 2714 wordt hieronder een schematisch overzicht gegeven betreffende de afgesloten protocollen en samenwerkingsakkoorden met naburige zone(s) en met diensten van de federale politie. De diverse bovenlokale politionele netwerken waaraan medewerkers van de zone deelnemen worden hier ook vermeld.
Domein van de interzonale/bovenlokale samenwerking
Protocol “GEOV” mbt de verzekering van de handhaving van de openbare orde in de hoven en de rechtbanken (Richtlijn van de Minister van Justitie van 13/12/2001 mbt laterale steun mbt opdrachten justitiepaleis) Protocol 076 mbt laterale steun inzake opdrachten van bestuurlijke politie bij onvoorziene gebeurtenissen MFO 2 en MFO 2 bis (PLP 27 4.2.2.1: interventie/verlenen van bijstand)
Zone – dienst waarmee het protocol werd afgesloten PZ Antwerpen
Implicaties voor de zone- impact op de middelen
PZ Antwerpen verzekert deze dienst. Financiële impact volgens verdeelsleutel.
PZ Noord
Laterale steun in geval van onvoorziene gebeurtenissen door verrichten van elementaire vaststellingen en verrichtingen.
Protocol 104 (startdatum nov 2002) inzake drugs en hormonen (PLP 27:4.2.2.7 allerlei) Protocol 105 (startdatum nov 2002) inzake inbraken en heling (PLP 27:4.2.2.7 allerlei) Protocol 106 (startdatum nov 2002) inzake autocriminaliteit (PLP 27:4.2.2.7 allerlei) Protocol 107 (startdatum nov 2002) inzake geweldsdelicten (PLP 27:4.2.2.7 allerlei: geweldsdelicten)
GDA Antwerpen
-deelname overlegplatform, -naleven infoverplichting -onderhouden contactmomenten -deelname overlegplatform, -naleven infoverplichting -onderhouden contactmomenten -deelname overlegplatform, -naleven infoverplichting -onderhouden contactmomenten -deelname overlegplatform -naleven infoverplichting -onderhouden contactmomenten
Protocol 116 inzake mensenhandel en prostitutie (startdatum nov 2002) (PLP 27:4.2.2.7 allerlei)
GDA Antwerpen
-deelname overlegplatform, -naleven infoverplichting -onderhouden contactmomenten
Protocol 117 inzake zedenfeiten exclusief prostitutie en kinderpornografie (startdatum nov 2002) (PLP 27:4.2.2.7 allerlei) Protocol 178 inzake de opvang van gearresteerden tijdens de nacht en buiten de normale kantooruren (start 17/12/2003) (PLP 27 4.2.1.7: gebruik van infrastructuur en middelen)
GDA Antwerpen
-deelname overlegplatform, -naleven infoverplichting -onderhouden contactmomenten
PZ Noord 5348 PZ Brasschaat 5352 PZ Schoten 5353 PZ Zara 5354 PZ Voorkempen 5355
Protocol 220 inzake toelating tot programmatie en gebruik van de lokale gespreksgroepen Astrid. (start 1/5/2007)
PZ Voorkempen 5355 PZ Noorderkempen 5363 PZ Politie regio Turnhout 5364 PZ Zuiderkempen 5365 PZ Geel Laakdal Meerhout 5366 PZ Politiezone Kempen NO 5367
-de politiezone die cellen ter beschikking stelt van een andere zone wordt op basis van wederkerigheid gecompenseerd via personeelscapaciteit op volgende wijze: -opvang gearresteerden voor 02:00 ‘s nachts: 8u menscapaciteit -na 02:00u ‘s nachts: 4u menscapaciteit Toelating tot programmatie en gebruik van de lokale gespreksgroepen Astrid. Betreft 2 van de 100 federale gespreksgroepen die voorbehouden zijn voor de PZ Noorderkempen Politie Noorderkempen geeft de toestemming aan de voormelde zones om deze twee lokale gespreksgroepen te programmeren in hun radioposten. Politie Noorderkempen blijft eigenaar van deze gespreksgroepen, maar kan ze ter beschikking stellen voor allerlei gezamelijke acties of gebeurtenissen waar de betrokken politiezones in samenwerken. Voormelde politiezones gaan het engagement aan om,
14
GDA Antwerpen
GDA Antwerpen
GDA Antwerpen
Ministeriële omzendbrief PLP 27 ter intensifiëring en bevordering van de interzonale samenwerking. BS 04.12.2002
48
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012 PZ Balen Dessel Mol 5368 PZ Zone Neteland 5369
op wederzijdse basis, twee van hun lokale gespreksgroepen te laten programmeren in de radioposten van Politie Noorderkempen, zodat ook deze gespreksgroepen, mits toestemming van de 'eigenaar' ervan kunnen gebruikt worden voor allerlei gezamelijke acties of gebeurtenissen.
Protocol 273 inzake gedwongen opname – art.9 Wet 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke op het gebied van de gedwongen opname ter observatie in spoedeisende gevallen (PLP 27:4.2.2.7 allerlei)
PZ’ arro Antwerpen Parket Antwerpen Psychiatrische ziekenhuizen arro Antwerpen
Samenwerking tussen psychiatrische ziekenhuizen inzake gedwongen opnames waarbiij een vaste verdeelsleutel in fie van de plaats waar patiënt gedomicilieerd is. Voor onze zone: Psychiatrisch ziekenhuis Bethaniënhuis, Andreas Vesaliuslaan 39, 2980 Zoersel.
Deelname aan netwerk procesbegeleiders – beleidsmedewerkers
Niet van toepassing
Deelname door procesbegeleiders en beleidsmedewerkers van de zone
Deelname aan netwerkvergaderingen van het parket (slachtofferhulp, videoverhoor, verkeer, APO, milieu,slachtofferhulp enz)
Niet van toepassing
Deelname door verantwoordelijke diensthoofd of zijn vervanger
2.7.2. Andere protocols of samenwerkingsakkoorden met niet politionele partners en derden Hieronder vindt u een overzicht van de afgesloten protocols of samenwerkingsakkoorden met partners van nietpolitionele aard. Omzendbrief I/VSPP/8 van 9 april 1998 betreffende de buurtninformatienetwerken.
In onze zone zijn er 10 buurtinformatienetwerken (BINs) en zijn er 2 buurtinformatienetwerk voor zelfstandigen (BINZs). Hieronder vindt u een schematisch overzicht. Twee BINs zijn tevens aan het opstarten nl. BIN “De Greef” in Kalmthout en BIN “Kammenstraat en omgeving” in Essen. (situatie sep 2008). In elke BIN(Z) is er een gemandateerde politiebeambte die het BIN(Z) begeleidt. Hij pleegt regelmatig overleg met de BIN(Z) coördinator en waakt over de werkzaamheden van het BIN(Z). Hij ondersteunt het BIN(Z) door het verstrekken van kwaliteitsvolle preventieve boodschappen en is de verbindingspersoon tussen het BIN(Z) en de overheid. Het BIN(Z) wordt op vraag van de politie door het CIC15 van Antwerpen opgestart op bij meldingen van verdachte gedragingen of bij vaststelling van misdrijven op heterdaad (zoals inbraken) in een BIN(Z) zone. Buurtinformatienetwerk (BIN) en buurtinformatienetwerk zelfstandigen (BINZ)
Partner – dienst waarmee het protocol werd afgesloten
Implicaties voor de zoneimpact op de middelen
BIN Sterbos start 1/10/2001
Bewoners wijk Sterbos uit Wuustwezel
BINZ Polizo start 05/05/2003
Zelfstandigen Kalmthout centrum
BIN De Beek start 20/11/2004
Bewoners wijk uit Kalmthout
BIN Achterbroek Oost start 10/01/2005
Bewoners wijk uit Achterbroek Kalmthout rond Kapelstraat
BIN De Kievit start 1/10/2005
Bewoners wijk uit Kalmthout rond Kievitstraat
Verwittiging CIC voor opstart BIN Begeleiding BIN door gemandateerde politiebeambte Verwittiging CIC voor opstart BIN Begeleiding BIN door gemandateerde politiebeambte Verwittiging CIC voor opstart BIN Begeleiding BIN door gemandateerde politiebeambte Verwittiging CIC voor opstart BIN Begeleiding BIN door gemandateerde politiebeambte Verwittiging CIC voor opstart BIN Begeleiding BIN door gemandateerde politiebeambte
15
Communicatie en informatiecentrum van de politie (provinciale politiedispatching) 49
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
BIN De Ster start 23/04/2006
Bewoners wijk uit Kalmthout
BIN Heiken start 21/01/2006
Bewoners wijk uit Kalmthout rond Heiken
BIN Kijkuit start 03/05/2006
Bewoners wijk uit Kalmthout rond Kijkuitstraat
BINZ Unizo start 01/10/2006
Zelfstandigen uit Essen
BIn Withoefse Heid start 10/02/2007
Bewoners wijk tussen Putsesteenweg, Max Temmermanlaan en Canadezenlaan uit Kalmthout
BIN Rijkmaker start 02/04/2007
Bewoners wijk uit Essen rond Rijkmakerlaan
BIN Leopold start 15/10/2007
Bewoners wijk uit Heide-Kalmthout rond Leopoldstraat
Verwittiging CIC voor opstart BIN Begeleiding BIN door gemandateerde politiebeambte Verwittiging CIC voor opstart BIN Begeleiding BIN door gemandateerde politiebeambte Verwittiging CIC voor opstart BIN Begeleiding BIN door gemandateerde politiebeambte Verwittiging CIC voor opstart BIN Begeleiding BIN door gemandateerde politiebeambte Verwittiging CIC voor opstart BIN Begeleiding BIN door gemandateerde politiebeambte Verwittiging CIC voor opstart BIN Begeleiding BIN door gemandateerde politiebeambte Verwittiging CIC voor opstart BIN Begeleiding BIN door gemandateerde politiebeambte
Ministeriële omzendbrief PLP 41 tot versterking en/of bijsturing van het lokaal veiligheidsbeleid en de specifieke aanpak van de jeugdcriminaliteit, met in het bijzonder een aanspreekpunt voor de scholen
In onze zone werden er geen specifiek protocol of samenwerkingsakkoord afgesloten met de scholen. Er werd wel een mailing naar alle scholen uit de zone gestuurd waarbij de werking en het takenpakket van de cel personen van de recherche werd gecommuniceerd, met vermelding van de juiste coördinaten van de contactpersoon inzake jeugdcriminaliteit. Er worden bovendien regelmatig overlegvergaderingen georganiseerd.
50
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
2.8. Synthese van de bestede capaciteit Op de volgende bladzijde vindt u de weergave van de bestede capaciteit voor het werkingsjaar 2007. De gegevens werden verzameld met de toepassing ISLPAdmin16 en worden weergegeven in mensuren en in een percentage t.o.v. de beschikbare capaciteit. Het overzicht geeft al enig inzicht in de capaciteitsverdeling tussen de verschillende basisfunctionaliteiten doch geeft niet duidelijk aan wat de beleidsvrije capaciteit is. Een deel van de heroriënteerbare capaciteit kan hieruit wel worden gedistilleerd. Alhoewel de verschillende diensten in ISLP admin werden voorzien om gedetailleerd te kunnen nagaan welke capaciteit aan de diverse actieplannen werd besteed, werd deze diensten niet altijd correct ingebracht. Vanaf 2009 zal dit worden bijgestuurd zodat duidelijk de beleidsvrije capaciteit kan worden bepaald. Bovendien dienen bepaalde diensten te worden verfijnd zodat duidelijk is welke capaciteit aan bepaalde opdrachten werd besteed. Wij denken hierbij aan de personeelsdienst en de logistieke dienst dewelke momenteel respectievelijk werden ondergebracht onder interne bedrijfsvoering en rekendienst. Wij denken hierbij ook aan beleid en intern toezicht.
16
ISLP admin: toepassing gebruikt door de politie voor personeelszaken (prestaties, verlof enz) 51
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
CAPACITEITSVERDELING BRON ISLP ADMIN Bijdrage aan federale opdrachten
Lokale opdrachten
Federale opdrachten • Kredietlijn MFO 2 bis • Deelname aan werking AIK (WGP, art 105 bis) • Deelname aan werking CIC (WGP, art. 96bis) Overdracht vreemdelingen (uitleveringen uitwijzingen) Subtotaal bijdrage aan federale opdrachten Wijkwerking Onthaal + planton Interventie (inclusief coördinatie en bijstand interventie) Recherche (inclusief calog) Slachtofferbejegening (enkel terugroepingen) Verkeer en verkeershandhaving (inclusief calog) Openbare orde (begeleidingen/ordediensten/HYCAP)
Strategie en beleid
Actieplan woninginbraken (acties/onderzoeken/TPA) Actieplan overlast (toezicht fuiven/ onderzoek) Actieplan fietsdiefstallen (graveren scholen/ toezicht) Actieplan intrafamiliaal geweld Drugs (educatie/preventieproject/onderzoek/acties/vergaderingen) Bijstand PZ Schoten (plantondienst) Bijstand PZ Brasschaat (snelheid/schietoefeningen) Toezicht scholen en ochtendspits Videoverhoor inclusief terugroeping Technopreventief advies (TPA) Subtotaal lokale opdrachten Algemene bedrijfsvoering (korpsleiding+beleid+intern toezicht +rekendienst+secretariaat korpschef) Operationele bedrijfsvoering Interne bedrijfsvoering (APO/Functioneel beheer/personeel/algemeen secretariaat/dienst wapens)
Management van medewerkers
531u 55’ 1.064u 00’ 3.313u 36’ 559u39’ 5.469u 11’ 12.117u 27’ 13.238u 41’ 31.865u 58’ 18.828u 19’ 145u 30’ 18.253u 50’
0,34% 0,69% 2,17% 0,36% 3,59% 7,96% 8,7% 20,9% 12,3% 0,09% 11,9%
2.703u 20’
1,77%
1.812u 30’ 1.196u 55’ 37u 00’ 27u 25’ 532u 25’ 251u 45’ 35u 00’ 3.716u 30’ 120u 45’ 200u 20’ 105.083u 40’ 8.047u 01’ 1.614u 31’ 15.400u 50’
Dienst Planning
3.556u33’
Vergaderingen
1.384u 20’
Subtotaal strategie en beleid Opdrachten / taken inzake beheer (zie interne bedrijfsvoering) Opleiding (interne vormingsdagen/studiedagen/TPI/schietoefening) Ikmo onderzoek/medische controle Stagairs Deelname aan selectieproeven Recrutering
Management van middelen
Referentiejaar (2007) Mensuren % tov de beschikbare capaciteit
Subtotaal management van medewerkers Opdrachten / taken inzake beheer (zie alg bedrijfsvoering rekendienst) Werkman/bode Onderhoud (poetsvrouwen) Subtotaal management van middelen
30.003u 15’ 6.030u 12’ 105u 09’ 2.108u10’
1,19% 0,78% 0,024% 0,017% 0,34% 0,165% 0,023% 2,44% 0,07% 0,13% 69,08% 5,29% 1,06% 10,12% 2,33% 0,90% 19,72% 3,96% 0,069% 1,38%
58u 20’
0,038%
40u 30’
0,026%
8.342u 21’
5,48%
1676u 51’ 1538u 30’ 3.215u 21
1,10% 1,01% 2,11%
Totale beschikbare 152.113u 48’ *100% zonale capaciteit *= 100 %, de totale beschikbare capaciteit, te weten: de totale capaciteit minus de onbeschikbare capaciteit (ziekte, verlof, detachering out)
52
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
HOOFDSTUK 3. DE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN
53
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
3.1. De vorige strategische doelstellingen – evaluatie en te trekken lessen Hieronder vindt u de strategische doelstellingen van de vorige cyclus17. Voor elke prioriteit en aandachtspunt worden de bereikte resultaten op strategisch niveau en de voornaamste getrokken / te trekken lessen vermeld.
ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN 2005 2008
STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN Prioriteit woninginbraken Het vermindereren van het aantal woninginbraken door acties en preventie De ophelderingsgraad verhogen door een gezamenlijke gecoördineerde aanpak Het bijdragen tot een kwaliteitsverbetering door een uniforme aanpak in het domein van de basisvaststellingen, het sporenonderzoek, het verder onderzoek en de informatieuitwisseling conform het draaiboek diefstallen in woningen
Prioriteit verkeersleefbaarheid Het verhogen van de verkeersveiligheid op de gewestwegen door het verlagen van de snelheid op de gewestwegen, door de aanpak van hinderlijk parkeergedrag en door de aanpak van het sturen onder invloed van alcohol of drugs
17
BEREIKTE RESULTATEN
GETROKKEN LESSEN
Het aantal woninginbraken (ruime definitie) is in de periode 2004 2007 gedaald met 17% van 267 woninginbraken in 2004 naar 222 woninginbraken in 2007 .(zie criminaliteitsbarometer). Indien we onze eigen statistieken merken we eenzelfde trend nl een daling met 16% van 237 in 2004 naar 205 in 2007. De operationele doelstellingen van de jaarlijkse actieplannen worden sinds 2007 opgevolgd in een stuurbord. Ter informatie voegen wij het stuurbord van 2007 als 12e bijlage. Jaarlijks worden inspanningen geleverd door deel te nemen aan de diverse bovenlokale en lokale inbraakacties. De kwaliteit van de vaststellingen en het verder onderzoek wordt in het stuurbord nauwgezet opgevolgd en blijkt te evolueren in de positieve zin. Ook het aantal TPA voorstellen naar aanleiding van inbraken wordt nauwgezet opgevolgd. Met betrekking tot de ophelderingsgraad hebben we geen concrete cijfers.
Sinds 2007 worden de vooropgestelde doelstellingen opgevolgd met stuurborden hetwelk een handig instrument is voor opvolging en bijsturing. Er worden vooral inspanningen en kwaliteit gemeten doch de impact op het aantal woninginbraken is niet meetbaar. Het zou wel nuttig zijn om eveneens het aantal opgehelderde feiten te registreren in het stuurbord. Hiervoor dient het feit in de algemene nationale gegevensbank (ANG) te worden opgehelderd door de politiedienst die alle daders van een bepaalde woninginbraak heeft gevat. Het is echter zo dat slechts weinig politiediensten dit doen waardoor de cijfers niet correct zijn. Dit werd door ons reeds gesignaleerd aan het Arrondissementeel informatiekruispunt op de vergaderingen met deze dienst. Wijzelf helderen de feiten in de ANG op indien de daders door ons gevat werden of indien wij deze informatie ontvangen van andere politiediensten. Het is pas als alle politiediensten de feiten ophelderen dat de cijfers correct zullen zijn.
Verkeersongevallen lichamelijk letsel en slachtoffers Niettegenstaande de grote inspanningen van onze zone (zie verder) is het aantal verkeersongevallen met lichamelijk letsel in de periode 20042007 gestegen met 2,8% (van 209 in 2004 naar 215 in 2007). Na een daling in 2005 en 2006 steeg het aantal ongevallen in 2007 met ongeveer 6 procent tegenover 2006 (van 202 in 2006 naar 215 in 2007 ) Het aantal slachtoffers is in de periode 2004-2007 gedaald met 5% (van 296 in 2004 naar 281 in 2007). Na een daling in 2005 en 2006 steeg het aantal in 2007 met ongeveer 10 procent tegenover 2006 (van 254 in 2006 naar 281 slachtoffers in 2007). Een aantal inspanningsdoelstellingen van de jaarlijkse actieplannen
-Sinds 2007 worden de vooropgestelde doelstellingen opgevolgd met stuurborden hetwelk een handig instrument is voor opvolging en bijsturing. -De opgestelde doelstellingen hebben vooral betrekking op inspanningen doch niet op resultaten. (aantal manuren snelheidscontrole; aantal manuren controles hinderlijk parkeergedrag; aantal opgelegde ademtesten en drugtesten … ). Het zou ook interessant zijn om in de stuurborden ook resultaatdoelstellingen op te volgen (daling van het aantal snelheidsovertredingen in verhouding tot aantal gecontroleerde voertuigen; daling van het aantal positieve ademtesten in verhouding tot aantal gecontroleerde bestuurders …). Sinds mei 2008 worden
Betreft de strategische doelstellingen geformuleerd voor de prioriteiten en aandachtspunten van het ZVP 2005-2008
54
PZ GRENS 5350
Prioriteit overlast (vandalisme, druggebruik, rondslingerend vuil, nachtlawaai en loslopende dieren) Het voorkomen van vandalisme en het verhogen van de pakkans in de omgeving van festiviteiten door een zichtbare aanwezigheid en het verhogen van de aangiftebereidheid
Aandachtspunt Intrafamiliaal geweld Er werden geen strategische doelstellingen geformuleerd in het vorige zonaal veiligheidsplan. In de jaarlijks opgesteld actieplannen werd de nadruk gelegd op een betere herkenning van het probleem, een kwaliteitsvol onthaal, vaststelling en registratie, het controleren van eventueel opgelegde maatregelen en een optimale begeleiding van de slachtoffers
Aandachtspunt fietsdiefstallen Er werden geen strategische doelstellingen geformuleerd in het vorige zonaal veiligheidsplan. In de actieplannen van 2005 en 2006 werd de nadruk gelegd op het doen toenemen van het aantal gegraveerde fietsen en het doen afnemen van fietsdiefstallen op de diefstalgevoelige plaatsen
18
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012 worden sinds 2007 nauwgezet opgevolgd in stuurborden. Ter informatie voegen we het stuurbord 2007 als 13e bijlage.
deze gegevens bijgehouden in een jaarverslag. Het zou nuttig zijn om deze vanaf 2009 op te nemen in het stuurbord zodat de evolutie kan worden opgevolgd. -Bij snelheidscontroles stelt zich een probleem met de identificatie van overtreders met buitenlandse (NL) nummerplaten waardoor deze ontsnappen aan vervolging. Het probleem werd gesignaleerd aan de bevoegde instanties in België en Nederland.
In 2005 en 2006 werd een actieplan inzake overlast opgesteld waarbij de nadruk werd gelegd op het voorkomen van vandalisme rond uitgangsgelegenheden en op pleintjes, het voorkomen van overlast door rondhanggedrag en het terugdringen van het aantal meldingen inzake geluidshinder door muziek. In 2007 werd er geen actieplan overlast meer opgesteld en werd dit opgenomen in de reguliere werking. Het aantal feiten van vandalisme is in de periode 2004-2007 gedaald met 3% van 482 feiten in 2004 naar 468 feiten in 2007. (zie criminaliteitsbarometer). Het aantal meldingen inzake geluidshinder door muziek is in de periode 2004-2007 gestegen met 30% van 173 meldingen in 2004 naar 247 meldingen in 2007. In de zone werd in 2007 een buurtpolitie opgericht die specifiek belast wordt met de overlastproblematiek.
Het is heel moeilijk om tot een uniforme aanpak van (geluids) overlast te komen gezien de autonomie van de diverse gemeentes en gezien het feit dat de burgemeesters op dat vlak niet op dezelfde lijn zitten of geen éénvormig standpunt innemen. Het zou opportuun zijn om te komen tot een éénvormig politiereglement hetwelk van toepassing is in de drie gemeenten In dit politiereglement kunnen bepaalde vormen van overlast strafbaar worden gesteld eventueel met administratieve sancties.
Het aantal feiten inzake intrafamiliaal geweld is in de periode 2004 -2007 gedaald met 3% van 183 feiten naar 178 feiten (zie criminaliteitsbarometer). Elk jaar werd een actieplan opgesteld waarvan sinds 2006 de meetbare doelen worden opgevolgd via een stuurbord. Ter informatie voegen we het stuurbord als 14e bijlage Zo wordt nauwgezet het gebruik van de blikvanger ,het gebruik van een checklist, de arrestatie van de verdachte en het gebruik van het slachtofferinfoformulier18opgevolgd..
Sinds 2007 worden de vooropgestelde doelstellingen opgevolgd met stuurborden hetwelk een handig instrument is voor opvolging en bijsturing. Voor bepaalde feiten is het niet opportuun om een checklist op te stellen. In 2008 werd het stuurbord dan ook bijgestuurd. Het groot aantal seponeringen is te wijten aan de gebrekkige weergave van de feiten in het het PV m.b.t. de juridische bestanddelen.
In 2005 en 2006 werd een actieplan opgesteld. In 2007 werd er geen actieplan meer opgesteld en werd dit opgenomen in de reguliere werking. Het aantal fietsdiefstallen is in de periode 2004-2007 gedaald met 1,5% van 386 feiten in 2004 naar 380 feiten in 2007. In 2007 steeg het aantal feiten met 11% tegenover 2006 van 339 feiten naar 380. In de periode 2004-2007 werden heel wat fietsen gemarkeerd tijdens grote evenementen, tijdens fietscontroles op scholen en tijdens de openingsuren van de onthaalpunten. Er is op elk onthaalpunt een
Er blijken heel wat fietsen te worden gestolen aan de diverse stations in de zone. Het zou opportuun zijn het fenomeen opnieuw op te nemen als prioriteit om een geïntegreerd actieplan op te stellen waarbij alle partners (gemeente; politie; NMBS) het probleem geïntegreerd en integraal aanpakken.
formulier waarbij het slachtoffer kan vragen om in kennis gesteld te worden van de vrijlating van de verdachte
55
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012 graveertoestel aanwezig zodat iedereen op elk moment zijn fiets kan laten graveren. In 2005 werden 2102 fietsen en in 2006 1543 fietsen gegraveerd.
Interne communicatie Het organiseren van een transparante en performante interne communicatie door: -het creëren van een zonale website en een functioneel intranet -het vastleggen van horizontale en verticale informatiestromen in een communicatieplan -het faciliteren, beheren en opvolgen van functioneringsgesprekken
Kwaliteitszorg Het verbeteren van de kwaliteit van alle werkprocessen en het eindproduct door het opstellen en implementeren van een kwaliteitshandboek
-Website www.pzgrens.be is ter beschikking -Er werd een contract afgesloten met cipal waardoor een off line versie van bepaalde websites zoals de zonale website en de wegcode website raadpleegbaar waren via het politienetwerk. Een echt intranet werd niet gecreëerd. Alle informatie wordt gestructureerd ter beschikking gesteld via een gemeenschappelijke schijf op de politieserver die voor iedereen toegankelijk is. -Een communicatieplan werd tot op heden nog niet opgesteld -Indien noodzakelijk worden functioneringsgesprekken gevoerd. Sinds 2008 wordt ook gewerkt met functioneringsnota’s bij vaststelling van individuele fouten, disfuncties of felicitaties. Deze nota’s worden dan na kennisgeving aan de betrokkenen opgenomen in hun persoonlijk dossier.
-De nodige aandacht dient te worden besteed aan het up-to-date houden van de website. -Een intranet is dringend noodzakelijk gezien de grote hoeveelheid van informatie die op ons afkomt. De recente aanwerving van een technisch beheerder opent hierbij perspectieven voor de ontwikkeling van een intranet. -Het opstellen van een communicatieplan blijft een eventuele opportuniteit naar de toekomst.
Een kwaliteitshandboek werd tot op heden nog niet opgesteld. Er is echter een constante aandacht voor kwaliteit binnen de ganse organisatie. Wij denken hierbij aan de controle op de vatting van gerechtelijke feiten in ISLP zodat een correcte en snelle voeding van de algemene nationale gegevensbank wordt gerealiseerd. Ook het nemen van foto’s en vingerafdrukken van verdachte personen wordt nauwgezet opgevolgd.
Het opstellen van een kwaliteitshandboek blijft een eventuele opportuniteit naar de toekomst.
3.2. De strategische doelstellingen 2009-2012 3.2.1. Synthese van de argumentatie De beeldvorming van de criminaliteit, verkeer en leefbaarheid met de objectieve gegevens (de politionele veiligheidsbeelden, de criminaliteitsbarometer) en de subjectieve gegevens (de resultaten van een interne bevraging, de veiligheidsmonitor) en de verwachtingen van de bestuurlijke en gerechtelijke overheden en van de stuurgroep van de politiezone grens) werden weergegeven in een bijgevoegde samenvattende tabel die dienst doet als argumentatiemodel (zie 15e bijlage). Deze tabel is eigenlijk een synthese van de hoofdstukken 1, 2 en 3. De gekozen strategische doelstellingen zijn het resultaat van een discussie op de zonale veiligheidsraad van 30 september 2008 met als basis dit argumentatiemodel.
3.2.2. De strategische doelstellingen 3.2.2.1 STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN VEILIGHEID EN LEEFBAARBEID 1. DIEFSTAL IN WONING: 56
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
De partners van de zonale veiligheidsraad van de politiezone Grens willen de diefstallen in woningen beheersen met focus op de detectie en ontmanteling van rondtrekkende dadergroeperingen verantwoordelijk voor georganiseerde diefstallen zoals bepaald in het draaiboek “diefstallen in woningen”. Teneinde het bovenstaande fenomeen degelijk aan te pakken zal (1) elke partner binnen de eigen bevoegdheden een maximale bijdrage leveren teneinde de beheersing van het probleem te realiseren en (2) zullen de respectievelijke inspanningen maximaal op elkaar aansluiten wat het effect alleen maar sterker zal maken. De inspanningen zullen geëxpliceerd worden in een jaarlijks geïntegreerd actieplan. Dit actieplan zal aan kwalitatieve en kwantitatieve eisen moeten voldoen en er zal een meetplan aan worden gehecht om periodiek te rapporteren aan de Zonale veiligheidsraad. De lokale politie van de zone Grens zal hiertoe bijdragen door Een doelgerichte preventie Het uitvoeren van preventieve en proactieve zonale en bovenzonale acties Het handhaven van een kwaliteitsstandaard zoals bepaald in het draaiboek “diefstal in woning” Een optimale nazorg Om dit te realiseren zal de lokale politie Grens aandacht hebben voor volgende aspecten in haar organisatie: •
LEIDERSCHAP o Vrijmaken van de noodzakelijke capaciteit o Opgestelde actieplan communiceren en zodoende draagvlak creëren
•
STRATEGIE EN BELEID o Geïntegreerd actieplan opstellen voor een integrale aanpak van het fenomeen o Efficiënte beeldvorming voorzien rond het fenomeen.
•
MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS o Specifieke opleiding voorzien inzake toepassing draaiboek”diefstal in woning” (gebruik checklist, spooropname …) en inzake het actieplan o Feedback geven over geboekte resultaten van het actieplan
•
MANAGEMENT VAN MIDDELEN o Benodigde middelen voorzien (brochure woninginbraken, fototoestel …) o Adequaat meetinstrument voorzien (stuurborden).
•
MANAGEMENT VAN PROCESSEN o Uniforme aanpak in domein van de basisvaststellingen, het sporenonderzoek, het verder onderzoek en de informatie-uitwisseling conform het draaiboek “diefstallen in woningen” o Kwaliteitsopvolging voorzien in het volledige proces
•
PARTNERS o Gemeentelijke diensten (financiële en logistieke steun inzake technopreventie en BIN werking) o Parket o Federale politie (AIK-FGP-Labo...) o Lokale politie (IPA)
•
WIJZE VAN OPVOLGING VAN DEZE STRATEGISCHE DOELSTELLING o Indicatoren: Aantal voltooide inbraken Aantal pogingen Aantal opgehelderde feiten o Wijze waarop – methode – tool: Stuurbord o Frequentie: Maandelijkse opvolging en trimesteriele rapportering
2. INTRAFAMILIAAL GEWELD De partners van de zonale veiligheidsraad van de politiezone Grens willen intrafamiliaal geweld voorkomen en bestrijden waarbij (1) een maximaal gevolg wordt gegeven aan elk feit, (2) slachtoffers erkend en beschermd worden en (3) gestreefd wordt naar daling van de recidive. Teneinde het bovenstaande fenomeen degelijk aan te pakken zal (1) elke partner binnen de eigen bevoegdheden een maximale bijdrage leveren teneinde de beheersing van het probleem te realiseren en (2) zullen de
57
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
respectievelijke inspanningen maximaal op elkaar aansluiten wat het effect alleen maar sterker zal maken. De inspanningen zullen geëxpliceerd worden in een jaarlijks geïntegreerd actieplan. Dit actieplan zal aan kwalitatieve en kwantitatieve eisen moeten voldoen en er zal een meetplan aan worden gehecht om periodiek te rapporteren aan de Zonale veiligheidsraad. De lokale politie van de zone Grens zal hiertoe bijdragen door Een snelle herkenning en correcte registratie van feiten intrafamiliaal geweld Het bijhouden van dossiers inzake intrafamiliaal geweld met specifieke aandacht voor risicodossiers Het handhaven van een kwaliteitsstandaard zoals bepaald in het draaiboek “intrafamiliaal geweld” Een adequaat optreden tegen daders met oog op daling van de recidive Een kwalitatieve opvang en bescherming van slachtoffers Een optimale nazorg Het uitbouwen van een partnerschap met justitie en hulpverlening Om dit te realiseren zal de lokale politie Grens aandacht hebben voor volgende aspecten in haar organisatie: •
LEIDERSCHAP o Noodzakelijke capaciteit voorzien binnen de cel personen van de lokale recherche o Opgestelde actieplan communiceren en zodoende draagvlak creëren o De leiding is zich bewust van de noodzaak tot een multidisciplinaire aanpak van het fenomeen
•
STRATEGIE EN BELEID o Efficiënte beeldvorming voorzien rond het fenomeen. o Geïntegreerd actieplan opstellen voor een integrale aanpak van het fenomeen.
•
MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS o Specifieke opleiding voorzien inzake toepassing draaiboek”intrafamiliaal geweld” (gebruik checklist …)) en inzake het actieplan o Feedback geven over geboekte resultaten van het actieplan o Stimuleren correcte bejegening van slachtoffers in de geest van de deontologische code
•
MANAGEMENT VAN MIDDELEN o Benodigde middelen voorzien (checklistl …) o Adequaat meetinstrument voorzien (stuurborden)
•
MANAGEMENT VAN PROCESSEN o Uniforme aanpak in domein van de basisvaststellingen, het sporenonderzoek, het verder onderzoek en de informatie-uitwisseling conform het draaiboek “intrafamiliaal geweld” o Kwaliteitsopvolging voorzien in het volledige proces
•
PARTNERS o Parket o Gemeente. o OCMW o Centrum voor slachtofferhulp
•
WIJZE VAN OPVOLGING VAN DEZE STRATEGISCHE DOELSTELLING o Indicatoren: Aantal opgestelde pv’s met blikvanger “intrafamiliaal geweld” o Wijze waarop – methode – tool: stuurbord o Frequentie: Maandelijkse opvolging en trimesteriele rapportering
3. VERKEERSLEEFBAARHEID De partners van de zonale veiligheidsraad van de politiezone Grens willen de verkeersonveiligheid in de zone beheersen (verhogen) door het aantal verkeersongevallen met slachtoffers te doen dalen. Teneinde het bovenstaande fenomeen degelijk aan te pakken zal (1) elke partner binnen de eigen bevoegdheden een maximale bijdrage leveren teneinde de beheersing van het probleem te realiseren en (2) zullen de respectievelijke inspanningen maximaal op elkaar aansluiten wat het effect alleen maar sterker zal maken. De inspanningen zullen geëxpliceerd worden in een jaarlijks geïntegreerd actieplan. Dit actieplan zal aan kwalitatieve en kwantitatieve eisen moeten voldoen en er zal een meetplan aan worden gehecht om periodiek te rapporteren aan de Zonale veiligheidsraad.
58
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
De lokale politie van de zone Grens zal hiertoe bijdragen door Een handhavingsbeleid door controles op snelheid, sturen onder invloed van alcohol en/of drugs, roodlichtrijden, onaangepast rijgedrag, dragen van beveiligingsmiddelen, vrachtvervoer en hinderlijk parkeergedrag Het streven naar een mentaliteitsverandering bij de weggebruikers meer bepaald het creëren van een positieve attitude ten aanzien van veilig verkeersgedrag Het signaleren van verkeersonveilige situaties aan de bevoegde overheden met oog op eventuele infrastructurele ingrepen. Om dit te realiseren zal de lokale politie Grens aandacht hebben voor volgende aspecten in haar organisatie: •
LEIDERSCHAP o Noodzakelijke capaciteit voorzien o Opgestelde actieplan communiceren en zodoende draagvlak creëren o De leiding is zich bewust van een integrale en geïntegreerde aanpak van het fenomeen
•
STRATEGIE EN BELEID o Efficiënte beeldvorming voorzien rond het fenomeen o Geïntegreerd actieplan opstellen voor een integrale aanpak van het fenomeen
•
MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS o Specifieke opleidingen voorzien (gebruik ademtest ademanalysetoestellen, gebruik snelheidsmeter …) o Feedback geven over geboekte resultaten van het actieplan
•
MANAGEMENT VAN MIDDELEN o Financiële middelen van het verkeersveiligheidsfonds o Nodige middelen voorzien (voldoende ademtest en ademanalyse toestellen, verkeerspark, verkeersbehendigheidspark, snelheidsmeter, mobiele en vaste snelheidsdetectieborden, onbemande camera’s, anoniem voertuig voor snelheidscontrole,)
•
MANAGEMENT VAN PROCESSEN o Richtlijnen naleven (omzendbrieven dienstnota’s) o Kwaliteitsopvolging voorzien in de verschillende processen
•
PARTNERS o FOD Mobiliteit – FOD BIZA o Gemeentelijke diensten o Federale politie o Vlaams Gewest (beheer infrastructuur)
•
WIJZE VAN OPVOLGING VAN DEZE STRATEGISCHE DOELSTELLING o Indicatoren: Aantal verkeersongevallen (met doden/gekwetsten) Aantal verkeersslachtoffers o Wijze waarop – methode – tool: Stuurbord o Frequentie: Maandelijkse opvolging en trimesteriele rapportering
4. FIETSDIEFSTALLEN De partners van de zonale veiligheidsraad van de politiezone Grens willen het fenomeen fietsdiefstallen bestrijden door preventieve, infrastructurele en repressieve maatregelen Teneinde het bovenstaande fenomeen degelijk aan te pakken zal (1) elke partner binnen de eigen bevoegdheden een maximale bijdrage leveren teneinde de beheersing van het probleem te realiseren en (2) zullen de respectievelijke inspanningen maximaal op elkaar aansluiten wat het effect alleen maar sterker zal maken. De inspanningen zullen geëxpliceerd worden in een jaarlijks geïntegreerd actieplan. Dit actieplan zal aan kwalitatieve en kwantitatieve eisen moeten voldoen en er zal een meetplan aan worden gehecht om periodiek te rapporteren aan de Zonale veiligheidsraad. De lokale politie van de zone Grens zal hiertoe bijdragen door Preventieve maatregelen zoals het stimuleren en faciliteren van fietsgraveren
59
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
Het terugdringen van het aantal fietsdiefstallen op de hotspots door preventie en repressieve maatregelen Een nauwgezette registratie van de gestolen en gevonden fietsen Een optimale teruggave van gevonden fietsen aan de rechtmatige eigenaars Het signaleren van onveilige fietstallingen aan de bevoegde diensten met oog op infrastructurele maatregelen
Om dit te realiseren zal de lokale politie Grens aandacht hebben voor volgende aspecten in haar organisatie: •
LEIDERSCHAP o Noodzakelijke capaciteit voorzien o Opgestelde actieplan communiceren en zodoende draagvlak creëren o De leiding is zich bewust van een integrale en geïntegreerde aanpak van het fenomeen
•
STRATEGIE EN BELEID o Efficiënte beeldvorming voorzien rond het fenomeen(juiste plaatsen van fietsdiefstallen registreren) o Inventariseren onveilige fietsstallingen o Geïntegreerd actieplan opstellen voor een integrale aanpak van het fenomeen
•
MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS o Opleidingen voorzien inzake actieplan o Feedback geven over geboekte resultaten van het actieplan
•
MANAGEMENT VAN MIDDELEN o Nodige middelen voorzien (graveringsapparatuur) o Infrastructurele maatregelen door gemeente of NMBS (behoorlijke veilige fietstallingen)
•
MANAGEMENT VAN PROCESSEN o Interne processen afstemmen op doelstellingen actieplan
•
PARTNERS o Gemeentelijke diensten o Vlaams Gewest (beheer infrastructuur) o NMBS (spoorwegstations) o Nederlandse politie
•
WIJZE VAN OPVOLGING VAN DEZE STRATEGISCHE DOELSTELLING o Indicatoren: Aantal fietsdiefstallen (op diefstal gevoelige plaatsen) o Wijze waarop – methode – tool: Stuurbord o Frequentie: Maandelijkse opvolging en trimesteriele rapportering
5. LOKALE OVERLAST (vandalisme, geluidshinder en graffiti) De partners van de zonale veiligheidsraad van de politiezone Grens willen het fenomeen van de lokale overlast zoals vandalisme, geluidshinder door muziek en graffiti in kaart brengen, beheersen en opvolgen door een geïntegreerde aanpak met focus op een bestuurlijke en politionele aanpak. Teneinde het bovenstaande fenomeen degelijk aan te pakken zal (1) elke partner binnen de eigen bevoegdheden een maximale bijdrage leveren teneinde de beheersing van het probleem te realiseren en (2) zullen de respectievelijke inspanningen maximaal op elkaar aansluiten wat het effect alleen maar sterker zal maken. De inspanningen zullen geëxpliceerd worden in een jaarlijks geïntegreerd actieplan. Dit actieplan zal aan kwalitatieve en kwantitatieve eisen moeten voldoen en er zal een meetplan aan worden gehecht om periodiek te rapporteren aan de Zonale veiligheidsraad. De lokale politie van de zone Grens zal hiertoe bijdragen door Beeldvorming rond vandalisme inclusief graffiti en geluidshinder door een optimale éénvormige registratie Een optimale aansturing van de buurtpolitie dewelke uitsluitend wordt ingezet voor overlastproblemen Het voorkomen van overlast door een zichtbare aanwezigheid in omgeving van risicoplaatsen en door goede voorafgaande afspraken met organisatoren Het houden van gerichte acties op hotspots bij blijvende overlast Kennisgeving beschadigingen of vernielingen aan gemeentelijke diensten met oog op snelle herstelling
60
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
Om dit te realiseren zal de lokale politie Grens aandacht hebben voor volgende aspecten in haar organisatie: •
LEIDERSCHAP o Noodzakelijke capaciteit voorzien (oprichting buurtpolitie) o Opgestelde actieplan communiceren en zodoende draagvlak creëren o De leiding is zich bewust van een integrale en geïntegreerde aanpak van het fenomeen
•
STRATEGIE EN BELEID o Beeldvorming rond het fenomeen is efficiënt o Opstellen geïntegreerd actieplan
•
MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS o Medewerkers betrekken bij het opstellen van het actieplan o Feedback geven over geboekte resultaten van het actieplan
•
MANAGEMENT VAN MIDDELEN o Aankoop van geluidsmeter
•
MANAGEMENT VAN PROCESSEN o Interne processen afstemmen op doelstellingen actieplan
•
PARTNERS o Gemeentelijke diensten o Organisatoren o Parket
•
WIJZE VAN OPVOLGING VAN DEZE STRATEGISCHE DOELSTELLING o Indicatoren: Aantal meldingen geluidshinder of nachtlawaai door muziek Aantal opgestelde PV’s inzake geluidshinder of nachtlawaai door muziek Aantal feiten (PV’s) vandalisme – graffiti o Wijze waarop – methode – tool: Stuurbord o Frequentie: Maandelijkse opvolging en trimesteriele rapportering
3.2.2.1 STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN DIENSTVERLENING EN WERKING
1. ONTWIKKELEN VAN EEN NIEUW ONTHAAL: We willen bijdragen tot een goed onthaal en opvolging van nieuwe medewerkers door het ontwikkelen van een onthaalbrochure. •
LEIDERSCHAP o De leiding is zich bewust van het feit dat een uniforme, kwaliteitsvolle opvang van alle nieuwe medewerkers noodzakelijk is en dat het opstellen van een onthaalbrochure hiertoe kan bijdragen
•
STRATEGIE EN BELEID o Betrokkenheid van alle diensten bij de opmaak van de onthaalbrochure
•
MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS o Betrokkenheid nieuwe medewerkers stimuleren door hen feedback te vragen voor bijsturing brochure
•
MANAGEMENT VAN MIDDELEN o Middelen voorzien voor opmaak brochure
•
MANAGEMENT VAN PROCESSEN o Kwaliteitsopvolging van de brochure
•
PARTNERS niet relevant hier
61
PZ GRENS 5350
•
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
WIJZE VAN OPVOLGING VAN DEZE STRATEGISCHE DOELSTELLING o Indicatoren: Niet relevant hier o Wijze waarop – methode – tool: Bijsturing brochure op basis van feedback van nieuwe medewerkers o Frequentie: Niet relevant hier
2. INTEGRITEIT VOORBEELDROL: We willen bijdragen tot het stimuleren van integer, voorbeeldig gedrag in de geest van de deontologische code •
LEIDERSCHAP o Voorbeeldgedrag van de chefs o Stimulerende pro-actieve benadering van het integriteitsbeleid o Goed functioneren van de dienst intern toezicht (klachtenbehandeling felicitaties) o Duidelijkheid scheppen rond integriteitsvraagstukken
•
STRATEGIE EN BELEID o Visie korpsleiding aangaande integriteit uitdragen naar korps o Het organiseren van opleiding inzake de inhoud van de deontologische code aangevuld met dilemmatraining en discussiemomenten op basis van concrete integriteitscasussen o Het registreren van alle klachten, felicitaties en integriteitsproblemen binnen de dienst intern toezicht
•
MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS o Stimuleren positief gedrag door goed werk te belonen o Draagvlak creëren door trainingen o De deontologische code is binnen ons korps de richtbaken voor het functioneren van alle medewerkers o Het houden van plannings- functionerings- en evaluatiegesprekken is een nuttig instrument voor het stimuleren van integer, voorbeeldig gedrag zoals bepaald in de deontologische code
•
MANAGEMENT VAN MIDDELEN o Het ter beschikking stellen van de deontologische code
•
MANAGEMENT VAN PROCESSEN o Alle processen toetsen en afstemmen aan de deontologische code
•
PARTNERS o Niet relevant hier
•
WIJZE VAN OPVOLGING VAN DEZE STRATEGISCHE DOELSTELLING o Indicatoren: Aantal opleidingen trainingen Aantal felicitaties Aantal klachten Aantal ambtshalve vaststellingen Aantal ontvangen vragen ivm integriteit o Wijze waarop – methode – tool Jaarlijks evaluatieverslag o Frequentie: Jaarlijkse rapportering over evaluatie actieplan
62
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
HOOFDSTUK 4. HET COMMUNICATIEBELEID
63
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
4.1. Externe communicatie 4.1.1. Te trekken lessen over de externe communicatie van het politiebeleid 2005-2008 Een goede communicatie is voor elke organisatie en dus ook voor de politie essentieel. Zonder een goede communicatie met haar omgeving kan de politie niet al haar doelstellingen verwezenlijken. De prioriteiten en aandachtspunten van het zonaal veiligheidsplan 2005-2008 werden daarom op de website van de zone geplaatst. De prioriteiten en aandachtspunten van het vorige plan worden er toegelicht meer bepaald de situering, de doestellingen en de wijze van aanpak zodat alle belanghebbenden er kennis van kunnen nemen. In de zonale veiligheidsraad werden de actieplannen van de prioriteiten en aandachtspunten jaarlijks geëvalueerd op de zonale veiligheidsraad. In 2007 werd voor de diverse actieplannen een stuurbord ontwikkeld zodat de gestelde doelstellingen nauwlettend kunnen worden opgevolgd en eventueel worden bijgestuurd. Deze stuurborden werden in 2007 gepresenteerd op de zonale veiligheidsraad teneinde de nodige transparantie te verzekeren naar de bestuurlijke en gerechtelijke overheden. De politieraadsleden kregen ook een exemplaar van het vorige zonaal veiligheidsplan.
4.1.2. Intenties betreffende de externe communicatie van het politiebeleid 2009-2012 De intenties betreffende .de externe communicatie voor het politiebeleid 2009 2012 worden weergegeven in onderstaande tabel. Het zou misschien nuttig zijn om het volledige plan op de website te plaatsen i.p.v. enkel een toelichting van de prioriteiten en aandachtspunten. BELANGHEBBENDE Bestuur en financiers (overheden-opdrachtgevers) Parket Bestuurlijke overheid Dirco Klanten - dienstenafnemers Burgers – slachtoffers - klagers Partners en leveranciers BIN verantwoordelijken Scholen Brandweer Verkeerscommissie Medewerkers Maatschappij Media
INTENTIES
Elektronisch en schriftelijk exemplaar Jaarlijkse evaluatie actieplannen op zonale veiligheidsraad Elektronisch en schriftelijk exemplaar Jaarlijkse evaluatie actieplannen op zonale veiligheidsraad Elektronische en schriftelijke exemplaar Jaarlijkse evaluatie actieplannen op zonale veiligheidsraad Website Mailing met verwijzing Mailing met verwijzing Mailing met verwijzing Mailing met verwijzing Zie volgend punt
naar naar naar naar
website website website website
Mailing met verwijzing naar website
4.2. Interne communicatie 4.2.1. Te trekken lessen over de interne communicatie van het politiebeleid 2005-2008 Het vorige zonale veiligheidsplan en de actieplannen inzake de prioriteiten en aandachtspunten werden toegelicht op een opleidingsdag. Belangrijke zaken uit de actieplannen werden op regelmatige basis nog eens hernomen op een afzonderlijke opleidingsdag.
64
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
Op bloknota’s van de zone, dewelke ter beschikking werden gesteld van het personeel, werden bovenaan de prioriteiten en aandachtspunten van het vorige zonaal veiligheidsplan vermeld. Op de screensavers van de computers van het politienetwerk werden deze prioriteiten en aandachtspunten eveneens vermeld.
4.2.2. Intenties betreffende de interne communicatie van het politiebeleid 2009-2012 De intenties betreffende de interne communicatie van het politiebeleid worden weergegeven in onderstaande tabel. BELANGHEBBENDE Medewerkers Eigen medewerkers
Federale politie
INTENTIES Plaatsing op gemeenschappelijke schijf van het politienetwerk. Toelichting op opleidingsdag Vermelding op de screensavers van de computers politienetwerk. Vermelding op schrijfpapier dat intern wordt gebruikt. Bij uitvoering van een activiteit steeds vermelden als deze kadert in de uitvoering van een actieplan Via dirco
65
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
HOOFDSTUK 5. GOEDKEURING VAN HET PLAN
66
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
5.1. Verbeteren en vernieuwen Bij de goedkeuringsprocedure van het ZVP 2005-2008 werden een aantal opmerkingen en/of suggesties geformuleerd ter verbetering en/of optimalisatie. Wij geven deze hieronder weer in tabelvorm. Opmerkingen en/of suggesties Federale Overheidsdiensten (ZVP 2005-8) Algemene indruk • Bevraging eigen personeel en bevolking: men verschaft te weinig duidelijkheid over de methodologie, de gestelde vragen en de verkregen resultaten. Op die manier zijn de gemaakte beleidskeuzes niet zo transparant.
• Het ontbreken van een evaluatie van de uitvoering van het vorige plan. • Het ontbreken van een gedetailleerde capaciteitsprognose.
Inhoud • De contextualisering op zich is soms te beknopt in het plan zelf waardoor te vaak de bijlagen moeten worden geraadpleegd. • De visie van de procureur des Konings komt onvoldoende tot uiting in de fase van de scanning en analyse van de veiligheid en leefbaarheid in de zone. Men vermeldt wel dat de beleidsnota van de procureurn een factor is om de relevantie van bepaalde fenomenen te beoordelen.
Genomen initiatieven/maatregelen om hieraan te verhelpen • In het huidig plan werd een bevraging gedaan van het politiepersoneel en de burgemeesters door een criminologe. Het methodologisch kader van deze bevraging werd in het kort opgenomen in dit plan. De gedetailleerde methodologie kan men vinden in de bijgevoegde casestudie (zie deel 2 pag 35 van bijlage 9). Een bevraging van de bevolking werd door ons niet gedaan. Wij hebben ons hiervoor gebaseerd op de veiligheidsmonitor. • Een evaluatie van het vorige plan werd voorzien ( zie 3.1 huidig plan). • Een synthese van de bestede capaciteit werd voorzien doch deze dient nog meer te worden verfijnd zodat duidelijk is wat de beleidsvrije capaciteit is (zie 2.8 huidig plan). • De conclusies en samenvatting werden steeds opgenomen in het plan zodat de bijlagen eigenlijk niet hoeven te worden geraadpleegd. • De visie van de procureur des Konings is opgenomen in de scanning en analyse (zie 2.4.2 huidig plan)
67
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
5.2. Goedkeuring Dit plan wordt voor goedkeuring ondertekend door alle leden van de zonale veiligheidsraad zoals vermeld in onderstaande tabel.
Voor kennisname van het bovenstaande & voor akkoord over het huidige zonaal veiligheidsplan Datum zitting :
30 september 2008
Leden van de Zonale Veiligheidsraad
HANDTEKENING
Burgemeester van Kalmthout -voorzitter
Lukas Jacobs
Procureur des Konings
Bart Van Lijsebeth
Burgemeester van Wuustwezel
Jos Ansoms
Burgemeester van Essen
Gaston Van Tichelt
Korpschef
Rudy Verbeeck
Bestuurlijk coördinator
Paul Neefs
68
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
HOOFDSTUK 6. ACTIEPLANNEN EN PROJECTEN19
19
Deze rubriek wordt jaarlijks aangevuld. Gezien het ZVP een dynamisch plan is, dienen de jaarlijkse actieplannen en alle navolgende wijzigingen aan het ZVP, eveneens toegestuurd te worden aan dezelfde instanties als het originele plan.
69
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
VERSPREIDINGSLIJST
70
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
Zoals bepaald in de interministeriële omzenbrief PLP 44 betreffende de procedure tot indiening van de zonale veiligheidsplannen en de goedkeuring ervan , wordt dit plan ter goedkeuring overgemaakt aan de Algemene Directie Veiligheid en Preventie – Directie Lokale Integrale Veiligheid., Waterloolaan 76, 1000 Brussel.
Wij maken tevens een schriftelijk en digitaal exemplaar over aan de leden van de zonale veiligheidsraad.
71
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
BIJLAGEN
72
PZ GRENS 5350
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
1e bijlage: Synthese nationaal politieel veiligheidsbeeld 2006 2e bijlage: Arrondissementeel en zonaal politioneel veiligheidsbeeld veiligheidsbeeld grens oktober 2007 3e bijlage: Criminaliteitsbarometer 8/2008 4e bijlage: Verkeersveiligheidsbarometer 2003-2004 5e bijlage: Verkeersveiligheidsbarometer 2005-2006-2007 6e bijlage: Verkeersveiligheidsbarometer 2006-2007-2008 7e bijlage: Verkeersveiligheidsbarometer (weekendongevallen) 2003-2008 8e bijlage: Verkeersveiligheidsaudit 2007 PZ Grens 9e bijlage: Veiligheidsmonitor grote tendensen politiezones categorie 5 10e bijlage: Case-studie politionele beleidsvorming en sociale problematieken: hand in hand of tegenpolen? 11e bijlage: Nationaal veiligheidsplan 2008-2011 12e bijlage: Synthesetabel stuurbord actieplan woninginbraken 2007 13e bijlage: Synthesetabel stuurbord actieplan woninginbraken 2007 14e bijlage: Synthesetabel stuurbord actieplan woninginbraken 2007 15e bijlage: argumentatiemodel
73