Inhoudstafel
1. Algemene voorstelling OpStap 1.1 Ontstaan 1.2 Evolutie in 2009 1.3 Werking 1.4 Omkadering 1.5 Praktische info
2. Werking 2009 2.1 Cijfergegevens 2.1.1 aantal kinderen 2.1.2 aantal gezinnen 2.1.3 aantal nieuwe gezinnen 2009 2.1.4 preiding van de gezinnen 2.1.5 verwijzers 2.1.6 huisbezoeken 2.1.7 problematieken 2.1.8 samenwerking en doorverwijzing
2.2 Accenten in de werking 2.2.1 empowerend werken 2.2.2 taalstimulering 2.2.3 vaderwerking 2.2.4 cultuur 2.2.5 baby en kleuterzwemmen 2.2.6 budgetvriendelijke activiteiten
1
3. Overlegmomenten – vergaderingen 3.1 Teamvergaderingen 3.2 Vergadering team pedagogische preventie 3.3 Dagelijks bestuur / algemene vergadering LOP 3.4 Cliëntoverleg OCMW 3.5 Kleuterbetrokkenheid LOP 3.6 Provinciaal Steunpunt Opvoedingsondersteuning 3.7 Lokaal overleg kinderopvang van de Stad Beringen
4. Specifieke samenwerking 4.1 Samenwerking met Kind in Nood en Sociale Ombudsdienst 4.2 Samenwerking Kind en Gezin 4.3 Samenwerking OCMW 4.4 Noodopvang CKG
5. Vorming 5.1 Gevolgde studiedagen 5.2 Workshops die OpStap gegeven heeft
6. Besluit
2
1. Algemene voorstelling OPSTAP
1.1. Ontstaan De werking van OPSTAP ging van start in juni 2006 en werd mogelijk gemaakt door een samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Beringen, PWA Beringen, Lokaal Overlegplatform Beringen en het CGG/LITP vzw . ( Centrum voor geestelijke gezondheidszorg ). Een breed draagvlak voor deze werking werd geboden door meewerkende organisaties : De Brug, CKG Molenhof, Rode Kruis, Kind en Gezin, CLB, OCMW, Provinciaal steunpunt opvoedingsondersteuning, en Integrale Jeugdhulp Vlaanderen,
Bij de start omvat OPSTAP 2 onderscheiden werkingen : het project gezinsondersteuning en het project huistaakbegeleiding.
De PWA Beringen nam hierbij de loonkost op zich van een halftijdse maatschappelijk werker voor het gezinsondersteunend project en een halftijdse leerkracht voor het project huistaakbegeleiding , en dit voor een periode van 2 jaar. Huisvestingskosten en logistieke ondersteuning werden gedragen door de stad, coördinatie van de werking gebeurde door het CGG/LITP vzw.
In 2008 wordt de financiering overgenomen door de stad Beringen. Dit werd mogelijk gemaakt via Sif plus gelden. Het gezinsondersteunend project gaat verder onder de naam OpStap en wordt uitgebreid tot een full-time job. Het project huistaak begeleiding wordt een deelaspect van het Steunpunt Onderwijs en Gezin.
1.2. Evolutie in 2009 In 2009 werd een samenwerkingsovereenkomst getekend tussen stad Beringen en het CGG/LITP. Het project wordt uitgevoerd door het CGG/LITP. De inhoudelijke sturing gebeurt door het CGG/LITP in samenwerking met het Steunpunt Onderwijs en Gezin en het provinciaal steunpunt opvoedingsondersteuning.
3
Beleidsmatig wordt het project opgevolgd door de dienst Cultuur&Onderwijs van de stad Beringen.
1.3. Werking OPSTAP OpStap is een preventieve en voorschoolse werking rond ontwikkelingsstimulering en opvoedingsondersteuning. In een kindvriendelijke en veilige ontmoetingsruimte nemen ouders samen met hun kinderen deel aan leuke activiteiten, wordt er gespeeld, wordt er gepraat …. De aangeboden activiteiten ondersteunen de interactie tussen ouder en kind en stimuleren de ontwikkeling (motorisch / sociaal-emotioneel / cognitief / taal).
Opstap richt zich op maatschappelijk kwetsbare ouders samen met hun kindjes van 0 tot 3 jaar, woonachtig in Beringen . Op schoolvrije dagen zijn broertjes en zusjes tot 6 jaar eveneens welkom.
Voor de ouders is de werking open op maandag, dinsdag en donderdagvoormiddag. In 2009 werd gedurende 6 maanden een vierde werkingsdag ingelast, aangezien het aantal kinderen per werkingsdag te hoog was. Tijdens de werkingsmomenten zijn ouders samen met andere ouders aanwezig : dit geeft steun, opent mogelijkheden voor gesprek, van mekaar leren, doorbreken van sociale isolatie….
Samen bezig zijn vergemakkelijkt ook het stellen van vragen, formuleren van bezorgdheden. Het is de taak van de begeleiding hier alert op in te spelen : zelf opnemen, bundelen en organiseren van een vorming op maat rond een bepaald thema ( vb : betekenis van school , schoolkeuze , zindelijkheidstraining ) of toe leiden naar een gepaste dienst, hulpverlening… Meerdere van de deelnemende gezinnen worden geconfronteerd met verschillende problemen zoals armoede, taalproblemen, administratieve vragen, eenzaamheid, relatieproblemen…. Het wekelijks consultatiemoment door de maatschappelijk werker van Kind in Nood/Sociale Ombudsdienst kadert hierin.
4
1.4. Omkadering Begin 2009 Uitvoering en coördinatie van OpStap gebeurt door het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg ( CGG/LITP West – Limburg ). Voor de inhoudelijke ondersteuning kan de projectmedewerker eveneens terugvallen op het team pedagogische preventie, en de intervisiemogelijkheid georganiseerd door het provinciaal steunpunt opvoedingsondersteuning. De organisatorische opvolging gebeurt door de stuurgroep. Samenstelling organisatorische stuurgroep: Witters Patrick, schepen van onderwijs, voorzitter van de stuurgroep Bergans Jan, voorzitter LOP basisonderwijs en secundair onderwijs, ondervoorzitter van de stuurgroep Jeunen Hubert, pedagogisch deskundige departement onderwijs Vlaamse gemeenschap Claes Bea, ondervoorzitter PWA Vandeneede Corry, dienstverantwoordelijke PWA Heeren Nanouche, diensthoofd cultuur/onderwijs stad Beringen Beutels Martin, dienst onderwijs stad Beringen Dumont Dimitri, diensthoofd sociale ombudsdienst stad Beringen Vrolix Sofie, administratief hoofdmedewerker OCMW Dr. Sijbers Pierre, vertegenwoordiger Rode Kruis Tuerlinckx Michel, afdelingshoofd socio-culturele voorzieningen stad Beringen Andrea Dierckx, psycholoog CGG-LITP West-Limburg, coördinator Opstap De Middelaer Ann, project OpStap gezinsondersteuning Arif Akgonul, coördinator steunpunt Onderwijs en Gezin, stad Beringen
Samenstelling team pedagogische preventie: Dierckx Andrea, psychologe en teamcoördinator kinderen/jongeren CGG Vranckx Kristel, psychologe en regioverantwoordelijke Kind en Gezin Braeken Heidi, psychologe centrum kinderzorg en gezinsondersteuning Nelis Ruth, othopedagoge De Brug Kelchtermans Katrijn, steunpunt opvoedingsondersteuning provincie Limburg Stuyck Debby, afgevaardigde Integrale Jeugd Jeugdhulp Vlaanderen Tuerlinckx Michel, bestuurder CGG, CKG en buitengewoon onderwijs de Brug Vrolix Sofie, gegradueerde gezinswetenschappen en administratief hoofdmedewerker sociale dienst OCMW Morelli Karolien, maatschappelijk assistente sociale ombudsdienst stad, KIN medwerker. Topal Emine, maatschappelijk assistente en multicultureel begeleidster VCLB Sara Cornelis/ An Duylst CLB GO Jeunen Hubert, pedagogisch begeleider departement onderwijs Vlaamse gemeenschap 5
Dr. Sijbers Pierre, arts Kind en Gezin en aanspreekpunt voor het Rode Kruis De Middelaer Ann, maatschappelijk assistente project OpStap gezinsondersteuning Kristof Nijs, medewerker brugproject Rode Kruis. Arif Akgonul, diensthoofd Onderwijs en Gezin, Stad Beringen
Het team pedagogische preventie wordt geleid door Dierckx Andrea , teamcoördinator Kinder- en jongerenteam CGG/LITP West-Limburg
Evolutie eind 2009 In het kader van het decreet opvoedingsondersteuning en in het vooruitzicht van de start van de opvoedingswinkel werd het team pedagogische preventie omgevormd tot verschillende werkgroepen : informatie en voorlichting, praktische steun, signalering vroeg detectie en doorverwijzing , sociale en emotionele steun . Deze werkgroepen werken onder leiding van het Steunpunt Onderwijs en Gezin verschillende acties uit. Het project OpStap neemt deel aan de werkgroep : sociale en emotionele steun. De organisatorische stuurgroep wordt omgevormd en uitgebreid tot het locaal overleg opvoedingsondersteuning.
1.5Praktische informatie OpStap, Koolmijnlaan 201, 3582 Beringen Telefoon : 011/35.16.61 of 0484/25.38.60 E-mail :
[email protected]
Het project is gehuisvest op de eerste verdieping in het voormalig inkomgebouw van de mijn. Ann De Middelaer, maatschappelijk assistente, voltijds tewerkgesteld Karolien Morelli : maatschappelijk assistente Kind in Nood, sociale ombudsdienst : wekelijks consult voor administratieve problemen en brugfiguur .naar Kind in Nood en sociale ombudsdienst Openingsuren voor de ouders : maandag, dinsdag en donderdag van 8.30 tot 12.30 uur.
Stagiair 2009 : Lutgard Put ( derdejaars gezinswetenschappen )
6
Coördinator
Andrea Dierckx, psychologe, teamcoördinator kinderteam CGG en Kind in Nood Havenlaan 7B, 3582 Beringen 011/42.49.31 E-mail :
[email protected]
7
2. Werking 2009 2.1 / Cijfergegevens 2.1.1 Jaaroverzicht aantal kinderen die hebben deelgenomen aan de werking
Aantal kinderen die deelgenomen hebben aan de werking 70 60 50 40 30 20 10 0 0 tot 3j
Kinderen per leeftijd
+ 3j
Totaal
Aantal kinderen
Aantal kinderen
2008
2009
Kinderen 0 tot 3 jaar
43
45
Kinderen + 3 jaar
21
23
Totaal aantal kinderen
64
68
In 2009 hebben 41 gezinnen deelgenomen aan de werking waarvan 45 kinderen tussen de 0 en de 3 jaar. 23 kinderen namen deel aan de vakantiewerking.
8
2.1.2 Overzicht van de kinderen 0 tot 3 jaar eind december 2OO9
6 kinderen worden overgedragen naar de werking van 2010
3 kinderen zijn gestopt omdat de moeder Nederlandse les ging volgen
27 kinderen startten in de kleuterschool
3 kinderen zijn tijdelijk gestopt omdat de oudere zus/broer is ingestapt in de kleuterklas en moeder gaat het oudste kind afhalen aan de school
1 kind is verhuisd 1 kind mag niet meer komen omdat de vader dit verbiedt 1 kind komt tijdelijk niet meer omdat moeder zwanger is 3 moeders zijn terug aan het werk
2.1.3 Aantal gezinnen die hebben deelgenomen aan de werking
41 40,5 40 Aantal 39,5 gezinnen 39 38,5 38 2008
2009 Jaartallen
2008 39
2009 41
9
Eind 2008 werden 13 gezinnen overgedragen naar 2009. Er werden 28 nieuwe dossiers opgestart. Eind 2009 dragen we 11 dossiers over naar 2010. In 2007 hebben we een actief wervingsbeleid gevoerd. In 2008 en 2009 hebben we geen specifiek wervingsacties georganiseerd. We hadden een constante input van nieuwe gezinnen. Extra wervingsacties waren niet nodig.
2.1.4 Spreiding van de gezinnen per deelgemeente
14 12 10 8 Aantal gezinnen 6 4 2 0 Paal
Centrum
Beverlo
Koersel
Mijn
Per deelgemeente
Deelgemeente
Aantal gezinnen
Aantal gezinnen
2008
2009
Paal
5
0
Centrum
6
6
Beverlo
8
10
Koersel
9
12
Mijn
11
13
In 2008 hadden wij 5 gezinnen bereikt uit Paal. In 2009 hebben we geen gezinnen bereikt in de deelgemeente Paal. De spreiding over de andere deelgemeenten blijft op dezelfde.
10
2.1.5 Verwijzers
Doorverwijzers 20 15 Aantal gezinnen 10 5 0 K&G OudersScholen OCMW
CGG
kids
Amber
Doorverwijzers
Verwijzers
Aantal gezinnen 2008 Aantal gezinnen 2009
Kind en Gezin
23
19
Aangebracht door de ouders
11
18
Scholen
3
1
OCMW
1
1
CGG
1
0
De Kids
0
1
Amberproject
0
1
Kind en Gezin is in 2009 de grootste verwijzer naar het project OpStap. In vergelijking met 2008 hebben meer organisaties doorverwezen. Bekendmaking van de werking, netwerken bij potentiële verwijzers blijft een aandachtspunt. Anderzijds zien we een sterke toename van het aantal deelnemers dat door andere ouders is aangebracht.
11
2.1.6 Huisbezoeken
Overzicht van de huisbezoeken in 2009
Aanleiding tot een
Aantal 2008
Aantal 2009
170
183
83
80
22
30
13
14
0
35
0
18
0
12
288
372
huisbezoek Huisbezoek i.v.m problemen Huisbezoek i.v.m aanklampend werk Huisbezoek na instap school Huisbezoek i.v.m intakes Huisbezoek i.v.m activiteiten onderwijs en gezin Huisbezoek i.v.m vaderactiviteiten Huisbezoek i.v.m Cursus “ functionele schooltaal “
Totaal aantal huisbezoeken
In 2009 werden 372 huisbezoeken afgelegd.
12
Huisbezoeken 200 180 160 140 120 Aantal huisbezoek 100 80 60 40 20 0 vorming
intakes
vaders
nazorg
taalbad
aanklamp
hulp
Aanleiding tot een huisbezoek
Grote stijging huisbezoeken, de verklaring
2009 is het eerste volledige werkjaar met een full-time begeleider. Het aantal kinderen/gezinnen is niet veel gestegen. Een grotere stijging is ook niet mogelijk . De inhoudelijke werking is versterkt. Zo hebben we dit jaar zelf een paar nieuwe initiatieven genomen, de cursus functionele “ schooltaal “, enz… Verder hebben we als organisatie een actieve rol opgenomen in het bekendmaken en het toe leiden van huidige en vroegere deelnemers van het project Opstap naar de activiteiten van het Steunpunt Onderwijs en Gezin.
Huisbezoek i.v.m problematieken
In vergelijking met 2008 is er een lichte stijging van het aantal huisbezoeken. Kind en Gezin doet een gerichte doorverwijzing van gezinnen met problemen op verschillende terreinen. We merken de impact van de slechte economische toestand : toename werkloosheid , financiële problemen, precaire huisvesting . Extra stress heeft zijn weerslag op emotioneel en relationeel welbevinden.
13
Aanklampend werken
Onze visie in 2009 is niet veranderd i.v.m aanklampend werken. Aanklampend werken is een noodzaak. Soms vervallen onze ouders in de “ overlevingsstrategie “… Andere problematieken krijgen de overhand en de opvoeding van de kinderen is geen prioriteit. Bij een afwezigheid van 3 werkingsdagen gaan we op huisbezoek. Ouders zijn dan vaak aan het overleven… “ Hoe krijg ik het huis warm, ik heb weer zoveel rekeningen gekregen en kan deze niet betalen, door de vochtige woning is mijn kind ziek, enz… Indien wij als organisatie geen oog hebben voor deze armoede gerelateerde problematieken dan zouden vele gezinnen afhaken.
Huisbezoek na instap op school
Ouders worden gecontacteerd na de instap in de kleuterklas. Meestal hebben de ouders na de instap enkele praktische vragen zoals :
Voorbeelden :
Het slaapritme is nog niet helemaal aangepast op de nieuwe situatie.
De tijdstippen van de maaltijden veranderen waardoor de kinderen soms minder eten.
Stuur ik mijn kind een halve dag of een volledige dag ?
Hij weent veel / of juist helemaal niet … Is dit normaal ?
Indien nodig gaan we ook voor de instap in dialoog met de school en het CLB, dit afhankelijk van de noden van het gezin. Indien nodig leggen we de link naar de volgende sleutelfiguren : juf, CLB, zorgjuf.
14
Huisbezoek i.v.m de activiteiten van het steunpunt Onderwijs en Gezin
De kinderen uit de gezinnen die deelnemen aan de werking van OpStap hebben vaak oudere broers of zussen. Ook kinderen die reeds zijn ingestapt in de kleuterklas komen in aanmerking voor het taalbad dat wordt georganiseerd door de dienst Onderwijs en Gezin. Het opsturen van een foldertje werkt niet bij onze gezinnen. Ik selecteer de gezinnen op basis van hun noden en leg het concept en de doelstellingen van het taalbad uit tijdens een huisbezoek.
Huisbezoeken i.v.m de cursus functionele schooltaal
Ouders motiveren om deel te nemen aan deze cursus vraagt tijd. We hebben hiervoor bewust ouders aangesproken die in het verleden hebben aangegeven dat zij moeilijk kunnen communiceren met de school omdat ze meestal niet begrijpen wat er gezegd wordt.
Huisbezoek i.v.m de vaderactiviteiten
Van verschillende moeders in de werking hadden wij vernomen dat het zeer moeilijk was om de vaders te motiveren om deel te nemen aan de werking. We zijn de vaders persoonlijk gaan uitnodigen door middel van een huisbezoek op een avond, voor onze vaderactiviteit.
15
2.1.7 Weergave van de problematieken in de gezinnen
Weergave van de problematieken in de gezinnen
0
6
1 2
5
3 4
4
5 Aantal 3 gezinnen
6
2
8
7 9 10
1
11 12
0 Aantal probleemvelden in een gezin van 0 tot 14
13 14
Aantal probleemvelden Aantal gezinnen 2008 Aantal gezinnen 2009 0 probleemvelden
3
1
1 probleemveld
3
3
2 probleemvelden
3
3
3 probleemvelden
6
3
4 probleemvelden
4
5
5 probleemvelden
4
6
6 probleemvelden
1
5
7 probleemvelden
3
5
8 probleemvelden
2
1
9 probleemvelden
1
0
10 probleemvelden
0
1
11 probleemvelden
1
1
12 probleemvelden
2
1
16
13 probleemvelden
3
2
14 probleemvelden
2
4
Weergave van de probleemvelden :
Relatieproblemen
Opvoedingsproblemen met één van de kinderen
Psychologische problemen
Intrafamiliaal geweld
Leven in de illegaliteit
Inkomen onder de armoedegrens
Eenzaamheid en isolement
Problemen op school met een van de kinderen
Problemen met huisvesting
Verslavingsproblematiek bij één van de ouders
Uitzitten van een gevangenisstraf door één van de ouders
Taalachterstand bij één van de ouders
Taalachterstand bij de kinderen
Administratieve problemen
Schulden
Werkloosheid
Het aantal gezinnen met meerdere probleemvelden is gestegen in 2009. Een groot aantal gezinnen heeft problemen op verschillende terreinen : Kind en Gezin doet een gerichte doorverwijzing, we begeleiden 2 gezinnen die in de illegaliteit leven, er is een toename van gezinnen die worden geconfronteerd met werkloosheid met financiële problemen en schulden als gevolg.Dit geeft dat relaties onder druk komen en een toename van psychologische problemen. Twee gezinnen werden genoodzaakt hun woning te verkopen.
17
2.1.8 Overzicht van doorverwijzingen /samenwerking met andere diensten
Organisaties
Aantal gezinnen
Aantal gezinnen
2008
2009
Advocaat
5
4
Basiseducatie
3
4
De Kids
2
2
Dienst opvanggezinnen
3
1
De gezinsbond
2
3
De Brug
1
1
CLB
4
1
CKG
2
1
Creche
1
4
Davo
2
1
Dienst opvanggezinnen
5
6
Electriciteitsleverancier
10
15
Gasleverancier
11
12
Gemeentelijke integratiedienst 3
4
Griffie van het vredegerecht
1
1
Huis van het Nederlands
4
13
Huisarts
3
7
Juf van de eerste kleuterklas
2
2
Kantonale bouwmaatschappij
3
5
Kinderbijslagfonds
4
5
Kinderarts
3
4
Kind en Gezin
4
5
Kind in Nood
3
1
KPC Genk
0
1
Kringloopwinkel
6
7
Medisch centrum
3
6
OCMW
6
5
Open Hart
2
3
18
Ophaling voedselpakket
3
3
Politie
1
1
Postorderbedrijf
3
6
Provinciale integratiedienst
3
2
RVA
3
5
Scholen
15
16
Vluchthuis
1
0
Vredegerecht
2
1
Watermaatschappij
10
16
Werkgever vader
2
8
Werkwinkel
4
5
Vakbond
6
9
Zeer opvallend is het aantal contacten met de nutsleveranciers. De kosten voor nutsvoorzieningen waren in 2008 reeds sterk gestegen. In 2009 zijn door de crisis nog meer gezinnen geconfronteerd met niet betaalde rekeningen voor water, gas en electriciteit. Enkele gezinnen hebben nu ook een budgetmeter. In 2009 is er ook een oplaadpunt in Beringen gekomen.
Er zijn ook meer contacten met de RVA, de werkgever van de vader en de vakbond. Dit is een logisch gevolg van de toenemende werkloosheid bij de vaders van de doelgroep. Vaders die werden tewerkgesteld door middel van korte termijncontracten via interimarbeid zijn bijna allemaal werkloos geworden. Vaders die werden tewerkgesteld met tijdelijke contracten werden vaak geconfronteerd met het feit dat hun contract niet meer werd verlengd. Sommige vaders werken in “ vaste dienst “ vaak zijn ze nu soms langere perioden economisch werkloos.
Het stimuleren tot vroege kleuterparticipatie is één van onze doelstellingen. Doorverwijzing naar scholen is van groot belang. De ouders attent maken op de start van de inschrijvingsperioden is hierbij een belangrijk element. Sommige scholen verklaren zich “ vol “. Om zeker te zijn van een plaats in de school van hun keuze, is vroeg inschrijven aan te raden. Voor de kleuterparticipatie werken we nauw samen met het LOP !
19
Integreren is mee participeren in de maatschappij. Het activeren tot het volgen van Nederlands les of een betaalde job is dan ook essentieel in het integratieproces. Het zoeken naar een gepaste en erkende opvang voor de kinderen jonger dan 3 jaar is niet gemakkelijk. Vaak worden de ouders met lange wachtlijsten geconfronteerd. Maatschappelijk kwetsbare gezinnen in de kansarmoede hebben vaak geen lange termijn planning. Door de economische crisis, die vooral hard is toegeslagen bij de vaders gaan de moeders meer en meer op zoek naar een job. Er zijn nog openstaande vacatures in dienstenchequebedrijven. Het zoeken van erkende opvang is meer een prioriteit geworden.
Preventief werken en vroeg detecteren van eventuele problematieken bij de ouders en/of de kinderen is belangrijk om ontwikkelingskansen optimaal te kunnen benutten. Er zijn dan ook verschillende doorverwijzingen naar de verschillende diensten van de welzijnssector en hulpverleningssector.
2.2 : Inhoudelijke accenten in de werking van 2009 De werking is opgestart in 2006. Sindsdien hebben we inhoudelijk verschillende aspecten van de werking verdiept. De vaderwerking, de taalstimulering / aanmoedigen van het voorlezen, een culturele activiteit, enz… werden aan de werking toegevoegd.
Het aantal dagen is van twee naar drie gestegen. Door het grotere aantal kinderen hebben we in 2008 een derde openingsdag toegevoegd. In 2009 hebben we een vierde openingsdag toegevoegd. De instroom naar de werking werd te groot en in april hebben we gevraagd geen ouders meer door te verwijzen tot eind september 2009. Het nieuwe schooljaar zorgde ervoor dat 19 kindjes waren uitgestroomd tegen 15 november. Eind december 2009 staan er terug een vijftiental plaatsen open.
De dagstructuur werd op punt gezet in 2008 en is in 2009 niet gewijzigd. We hebben onze werking wel inhoudelijk uitgewerkt. Zo is het verhogen van de zelfredzaamheid een groter thema geworden. Het leren kennen van de mogelijkheden van het openbaar vervoer is hier een goed voorbeeld. Onze ouders hun leefwereld is soms letterlijk maar een paar straten groot. Door bv de bus te nemen om naar de bibliotheek te gaan is een eerste stap naar meer
20
mobiliteit gezet. Mobiliteit, die cruciaal is bij het vinden van een betaalde job of het volgen van een cursus Nederlands. De activiteiten zijn gevarieerd waardoor alle ontwikkelingsdomeinen van het jonge kind worden gestimuleerd. De inbreng van de ouders is van groot belang. We werken vanuit het positieve en de talenten van onze doelgroep.
2.2.1 Aandacht voor empowerend werken
Binnen de werking van OpStap wordt een werking uitgebouwd waarin ouders ondersteund worden en kansen hebben om vertrekkende vanuit de eigen capaciteiten te groeien in zelfwaarde gevoel , maatschappelijke integratie , zelfvertrouwen als opvoeder.
We bewerkstelligen dit door : - Uitgaan van het positieve dat elke ouder meebrengt.. Dit wordt bevestigd door de begeleider en de andere ouders die deelnemen aan de groepswerking. - Uitgaan van leermomenten in de groep. ( Leren van elkaar ! ) - Uitgaan van de ondersteuning in de groep. ( Emotionele en praktische ondersteuning.)
Wij zorgen voor een omgeving waar ouders de tijd en de mogelijkheid krijgen om enerzijds de band met hun kind te verstevigen maar anderzijds ook hun persoonlijk netwerk uit te breiden of te versterken. We zien hierin duidelijk een verbetering. Sommige vrouwen nemen andere vrouwen onder hun vleugels en nemen hun mee op sleeptouw. Bv een moeder neemt een andere moeder mee om haar kind in te schrijven voor het taalbad., een moeder neemt een andere moeder mee naar de mutualiteit om haar zwangerschapsverlof aan te vragen. Dit kan pas indien de werking genoeg momenten voorziet dat ouders de kans krijgen om contacten te leggen en deze contacten te versterken.
21
De rol van de begeleider van de werking OpStap is faciliteren dat zulke groeiprocessen op gang komen / een kans krijgen. Concreet : - Zorgen dat de mensen zich welkom voelen - Zorgen voor een huiselijke sfeer - Omgeving en sfeer scheppen waarin groeiprocessen mogelijk zijn - Ondersteunen van de groeiprocessen - Tijd geven aan de ouders, niet te snel resultaat “ forceren “ !
2.2.2 Taalstimulering
De taalstimulering / het aanmoedigen om zelf voor te lezen werd dit jaar extra benadrukt. .In 2009 zijn we in samenwerking met de bibliotheek en de dienst Onderwijs en Gezin een voorleesuurtje in de bibliotheek gestart. Dit voorleesuurtje gaat maandelijks door. Het is de bedoeling om ouders kennis te laten maken met het aanbod van de bibliotheek en ouders te stimuleren reeds op jonge leeftijd voor te lezen en talig met hun kinderen bezig te zijn. Onze ouders die meestal anderstalig zijn denken vaak onterecht dat een bibliotheek hen niets kan bieden. Veel praten en voorlezen stimuleert de taalontwikkeling en een rijke eerste taal. Dit is zeer belangrijk bij anderstalige kinderen. Kinderen met een rijke eerste taal ( moedertaal ) leren gemakkelijker een tweede taal.
2.2.3 Uitwerking van de vaderwerking
Doelstelling van de vaderwerking is de vaders meer betrekken bij de opvoeding van hun kinderen, erkenning geven als vader , de dialoog over opvoeding tussen de ouders bewerkstelligen, bevestigen, vergroten…
OpStap wenst dit te bereiken door : - De vaders te erkennen in hun functie binnen het gezin - Voorwaarden creëren waardoor de vaders aanwezig en betrokken kunnen zijn bij een activiteit ( op zondag ) of een huisbezoek ( ’s avonds ) - De moeders overtuigen van de meerwaarde die vaders kunnen bijdragen bij de opvoeding. ( Sommige moeders houden zeer strikt vast aan hun rol in verband met de opvoeding ) 22
- Vaders persoonlijk uitnodigen voor specifiek activiteiten. Enkele voorbeelden hiervan :
Filmvoorstelling voor de vaders
Een stagiaire maakte een film over de dagdagelijkse werking van OpStap voor de vaders. De vaders zijn in februari uitgenodigd om deze film te bekijken. We zijn de vaders persoonlijk gaan uitnodigen door middel van een huisbezoek. Tijdens dit huisbezoek hebben we het verloop en de doelstellingen van de namiddag duidelijk gemaakt. We hebben de uitnodiging in een lege dvd – doos gestoken. Na de filmvoorstelling hebben de vaders samen met hun kinderen gekleurd en buiten gespeeld.
Fototentoonstelling voor de vaders
In December 2009 hebben we een tentoonstelling georganiseerd. Gedurende een periode van twee weken hebben de ouders de mogelijkheid gehad om foto’s te trekken in de werking. Zonder enige censuur hebben we deze foto’s tentoongesteld. De vaders kregen hierdoor een duidelijk beeld van de werking.
De moeders hebben alle aspecten van de werking in beeld gebracht. De groepswerking, de activiteiten van de werking, de ouder-kind relatie, enz..
Spelnamiddag voor de vaders
Tijdens de spelnamiddag hebben we de nadruk gelegd op taal. Voorlezen was dus de boodschap. De vaders hebben actief deelgenomen en hebben nadien zelf met hun kinderen boekjes uitgezocht en voorgelezen.
23
2.2.4 Cultuur
In 2009 hebben we samen met de kinderen en de ouders deelgenomen aan een voorstelling in het cultureel centrum. Ouders bewust maken van de vele mogelijkheden en soms niet zo voor de hand liggende activiteiten is één van onze doelstellingen. Een culturele activiteit heeft meestal een hoge drempel. Door in groep deel te nemen aan zo’n activiteiten willen wij deze drempel verlagen. In de gemeente Beringen is er een goed uitgebouwd programma voor kinderen en gezinnen. We zijn hiermee gestart in 2008 en hebben in 2009 de samenwerking met de dienst Cultuur versterkt. Dankzij de inspanningen van de dienst Cultuur was het mogelijk om niet enkel een aangepaste voorstelling bij te wonen maar ook een workshop te volgen. Ouders en kinderen werden door muziek en ritme als het ware ondergedompeld in een taalbad. Wij wensen dit in 2010 zeker verder te zetten. We wensen deze activiteiten ook uit te breiden naar de oudere kinderen van de gezinnen. Doordat verschillende voorstellingen in samenwerking zijn met de gezinsbond zijn deze voorstellingen ook financieel haalbaar.
2.2.5 Baby- en kleuter zwemmen
Met een klein groepje ouders zijn we een tweetal keren gaan zwemmen. Dit is niet evident bij allochtone ouders. Veel van onze moeders kunnen zelf niet zwemmen. We hebben onze ouders voorgesteld om zwemlessen te organiseren. Dit vonden ze een goed voorstel maar hun verwachtingen waren te hoog en niet realiseerbaar. Ze wensten een zwembad af te huren en enkel te werken met vrouwelijke redders. We zijn in 2009 dan ook minder gaan zwemmen dan in 2008.
2.2.6 Budgetvriendelijke activiteiten / aanzetten tot gezinsactiviteiten in eigen gemeente
Vanuit de groep hadden we de signalen opgevangen dat het zeer moeilijk is om met een klein budget leuke activiteiten te doen met de kinderen tijdens de zomermaanden. Veel ouders vonden het dan ook een goed idee om op verkenning te gaan in de eigen gemeente. Beringen heeft vele leuke plaatsen waar je een gezellige namiddag kan doorbrengen met je gezin. Zo hebben we volgende activiteiten gedaan : 24
- De mijnterril beklommen : De ouders waren onder de indruk van het uitzicht boven. Ze waren verbaasd hoe “ groen “ Beringen is. We hebben deze uitdaging aangegaan en met veel teamwork is iedereen bovengeraakt met kinderwagen. Boven hebben de ouders genoten van de zon, de rust en het mooie uitzicht. Ze hebben samen met de kinderen gegeten. - De Paalse plas : Je kan hier heerlijk wandelen, de kinderen kunnen spelen en ravotten. Geschikt bevonden voor kleine en grote kinderen - Koersel Kapelleke : Een grote speeltuin met veel mogelijkheden. De banken en tafels die werden voorzien zorgen ervoor dat de kinderen daar ook kunnen picknicken. - In Beringen mijn zijn we gaan spelen op het plaatselijke speeltuintje. De gemeente heeft een mooie speeltuin aangelegd met vele mogelijkheden. Grotere kinderen waren aan het voetballen terwijl kleine broer en zus gingen schommelen. - Op Steenveld zijn we gaan genieten van de bosrijke omgeving. Het is een sociale woonwijk zonder aangelegde speeltuin maar wel met zeer veel “ veilige “ ruimte. Kinderen hebben hier naar harte lust gespeeld op de pleintjes. Met een bal, bellenblaasflesjes, een fiets of een grote auto kan je heel veel uren doorbrengen. De kleinsten hebben geslapen in de schaduw van de bomen.
25
3. Overlegmomenten / participatie aan vergaderingen De overlegmomenten zijn in 2009 onveranderd gebleven. In 2010 zal hierin een wijziging zijn , aangezien het team pedagogische preventie is omgevormd eind 2009. Het is belangrijk op de hoogte te blijven van de noden van de gezinnen en zicht te behouden op de werkingen van andere organisaties in Beringen, Limburg.
3.1 Teamvergadering Tweewekelijks is er een teamvergadering op CGG met teamcoördinator en maatschappelijk werker van Kind in Nood . De inhoudelijke bespreking van de werking en casusbespreking komen hierin aan bod.
3.2 Vergadering team pedagogische preventie Een keer per maand is er een vergadering met alle leden van het team pedagogische preventie. Zij adviseren en sturen de werking van OpStap. De stuurgroep bestaat uit verschillenden diensten. Welzijn en onderwijs geven elkaar de hand.
3.3 Dagelijks bestuur / algemene vergadering van het LOP Het is belangrijk voeling te hebben met de acties die vanuit het LOP worden genomen in verband met gelijke kansen in het onderwijs. Tweemaal per jaar
3.4 Cliëntoverleg OCMW ( LCO ) Als er meerder hulpverleners werkzaam zijn in een gezin is het goed om op vaste momenten te overleggen en een duidelijke taakverdeling af te spreken. Dit overleg gaat door naargelang de noodzaak.
3.5 Stuurgroep kleuterbetrokkenheid Het kleuteronderwijs is meer dan enkel een goedkope opvang voor jonge kinderen. Deze kinderen leren door te spelen. Het is een heuse voorbereiding op de vaardigheden waarover kinderen moeten beschikken in de lagere school. De werking motiveert de ouders om de stap naar de kleuterklas niet uit te stellen. We leggen ook de nadruk op het regelmatig naar school gaan. Een viertal keer per jaar.
26
3.6 Provinciaal Steunpunt Opvoedingsondersteuning Steeds meer gemeenten organiseren voorschoolse projecten. Eén maal per maand komen wij op provinciaal niveau samen. We wisselen van mening, brainstormen en krijgen vorming op maat. . Vier keer per jaar.
3.7 Lokaal overleg kinderopvang van Stad Beringen Dit is een adviserend orgaan in verband met kinderopvang voor de stad Beringen. In 2009 heb ik tweemaal deelgenomen aan dit overleg..
4. Specifieke samenwerkingen
4.1 Samenwerking met KIND in NOOD en Sociale Ombudsdienst Elke week neemt Karolien Morelli , maatschappelijk werkster binnen Kind in Nood en de Sociale Ombudsdienst , één uur deel aan de werking. Zij is brugfiguur naar de Sociale Ombudsdienst van de stad Beringen en het team van Kind in Nood. Kansarmoede brengt heel vaak administratieve problemen met zich mee. Mensen weten ook niet altijd goed waar ze recht op hebben. Ondersteuning hierin of een toeleiding naar de Sociale Ombudsdienst kan belangrijk zijn.. Ernstige psychosociale en psychiatrische problemen of problemen op vlak van ontwikkeling, opvoeding, kunnen worden doorverwezen naar Kind in Nood./CCG. Aangezien Karolien participeert in de werking is de stap naar een hulpvraag in de geestelijke gezondheidszorg kleiner.
4.2 Samenwerking met Kind en Gezin Door het grote aantal doorverwijzingen van Kind en Gezin
hebben we een nauwe
samenwerking voor het opvolgen van gezinnen.. Het is belangrijk goed te communiceren en duidelijke afspraken te maken wie welke taken opneemt binnen de gezinnen.
27
4.3 Samenwerking met het OCMW In complexe
dossiers wordt er nauw samengewerkt met het OCMW. Voor de illegale
gezinnen die deelnamen aan OpStap was dit het geval. Aangezien in 2009 een instructienota is geschreven voor een nieuwe regularisatieprocedure hebben we de dossiers van de gezinnen die in aanmerkingen kwamen extra goed opgevolgd. Eén gezin is eind december 2009 geregulariseerd en een tweede gezinnen wacht op de beslissing.
4.4 Noodopvang in het CKG Door de strenge winter en de zeer slechte woonst van één van onze gezinnen hebben we beroep moeten doen op de opvangmogelijkheden van het CKG. Het gezin had bij – 10 graden geen verwarming, geen stromend water, een minimum aan electriciteit.... Sommige ramen waren stuk en hersteld met karton.
5. Vormingen gevolgd door het personeel / vormingen gegeven door het personeel 5.1 Vormingen/Studiedagen gevolgd door het personeel :
Speelse taalstimulering : drie dagen georganiseerd door de navorming van het Go-Onderwijs in Brussel. ( Gespreid over maart en april ) Een vorming rond voorlezen in de bibliotheek van Beringen door Daniëlle Daniels georganiseerd door het LOP – Beringen ( december ) Studiedag van het WAIHM : Tussen schoot en school . Antwerpen ( oktober )
5.2 Workshops gegeven / deelgenomen als gastspreker
Ouders van de werking hebben deelgenomen in
het
praatsalon
van 21 jaar
opvoedingsondersteuning in Limburg , december 2009.
28
Workshop rond : “Ouderparticipatie en kansarmoede “ - Proviniciehuis Leuven ( Nationale studiedag Go-Onderwijs ), november 2009.
- Kleuter- en lageronderwijs Leopoldsburg ( pedagogische studiedag leerkrachten ), oktober 2009
6. Besluit In de loop van 2009 heeft OpStap , de werking verder kunnen uitbreiden en verdiepen. In 2009 werden 68 kinderen en 41 gezinnen bereikt. Alhoewel de werking van OpStap openstaat voor alle maatschappelijk kwetsbare gezinnen met niet schoolgaande kinderen , nemen slechts uitzonderlijk ouders van Belgische origine deel. In 2010 wensen we een extra inspanning te doen ook deze ouders te bereiken. Inhoudelijk werden een aantal thema’s verder uitgebouwd en kwam klemtoon te liggen op : taalstimulering, spelend omgaan met taal en gebruik maken van de bibliotheek, toeleiding naar de cursus functioneel taalgebruik, vaderwerking, verkennen van mogelijkheden tot deelname aan sport, budgetvriendelijke activiteiten in Beringen., proeven van en deelnemen aan culturele activiteiten.
OpStap is ondertussen een gekende werking geworden in Beringen. Er is een goede samenwerking uitgebouwd met scholen en diensten betrokken op de doelgroep. Samenwerking met diensten betrokken op de doelgroep is belangrijk gezien de complexiteit van problemen waarmee ouders vaak te maken hebben. In samenwerking zal in 2010 verder geïnvesteerd worden. Samenwerking met het LOP en het Steunpunt Onderwijs en Gezin blijft een specifiek aandachtspunt.
Het decreet opvoedingsondersteuning , de opdracht van het team pedagogische preventie als denkgroep rond de uitbouw van opvoedingsondersteuning , de opstart van het steunpunt onderwijs en gezin, zorgde in Beringen voor een sterke dynamiek rond opvoeding en opvoedingsondersteuning en resulteerde in de oprichting van de opvoedingswinkel . Ook hierbinnen zal OpStap in het nieuwe werkjaar, 2010, zijn rol opnemen.
29
OpStap maakt deel uit van de werkgroep socio -emotionele steun gezien dit thema ingebed is in de werking. Ouders motiveren andere ouders en ondersteunen elkaar. Doelstelling in 2010 is na te gaan met welke initiatieven maximaal kan geïnvesteerd worden in socio-emotionele steun. : onthaalouders , ankerouders ……Om dit netwerk voor ouders dat verder gaat dan participeren aan de werking van OpStap uit te werken, is extra tijd nodig. We willen nagaan of dit kan gerealiseerd worden door het toevoegen van enkele uren logistieke ondersteuning aan de werking , zodat meer ruimte vrij komt voor de begeleiding en haar kernopdracht.
Naast voorgaande klemtonen , blijven voor 2010 de vooropgestelde rendementsindicatoren die wij hadden voorzien voor 2009, van kracht : -
een laagdrempelig en attractief groepsaanbod voor maatschappelijk kwetsbare ouders samen
met
hun
kindjes
van
0
tot
3
jaar
maakt
participatie
aan
ontwikkelingsstimulerende en opvoedingsondersteunende activiteiten mogelijk. -
deelname aan de OpStap werking zorgt voor een vlottere instap in de kleuterschool.
-
vanuit aangevoelde noden wordt voor de ouders vorming georganiseerd met het oog op versteviging van de maatschappelijke integratie en het vinden van een goede opvoedingsafstemming.
-
Vroeg detectie van problemen maakt het mogelijk in samenwerking met andere diensten tijdig hulpverlening op te zetten zodat ernstige problemen op latere leeftijd voorkomen worden.
-
De betrokkenheid van vaders in de opvoeding van hun kinderen wordt vergroot door het aanbieden van specifieke activiteiten voor vaders en een goede communicatie over de werking.
30
31