INHOUDSOPGAVE WORKSKILLS. Bijeenkomst 1: Wat ik kan en waar sta ik voor. Bijeenkomst 4: Netwerken en omgaan met tegenslag

ICS 1.1

INHOUDSOPGAVE WORKSKILLS

Bijeenkomst 1: Wat ik kan en waar sta ik voor Bijeenkomst 2: Stress en communicatie Bijeenkomst 3: Weten wat je wilt Bijeenkomst 4: Netwerken en omgaan met tegenslag Bijeenkomst 5: Werken aan je toekomst

Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door financiering uit het Europees Sociaal Fonds

ICS 1.2

WorkSkills Overzicht Dagprogramma’s BIJEENKOMST 1: Wat ik kan en waar ik voor sta Overzicht flip-overs……..………………………………………………..….8 Overzicht hand-outs..............................................................................9 I. Introductie ........................................................................................10 A. Welkomstwoord door begeleiders .......................................10 B. Begeleiders introduceren elkaar ..........................................10 C. Introductie over het hoe en waarom van de workshop ........10 D. De agenda voor vandaag ....................................................10 E. Basisregels ..........................................................................11 F. Rol als deelnemer en rol observator ...................................11 G. Deelnemers stellen zich voor ..............................................12 warmlopen: wat is leuk, waarin goed, voorkeuren werk ......12 H. Kort overzicht van de workshop...........................................14 II. Vaardigheden ontdekken ................................................................15 A. Vaardigheden .....................................................................15 B. Overdraagbare vaardigheden ..............................................16 C. Vaardigheden ontwikkelen...................................................17 III. Waar ik voor sta: mijn persoonlijk embleem...................................18 VI. De ervaringen per dag .............................................................19 B. Werken aan je CV................................................................20 VII Afsluiting en vooruitblik ............................................................00

BIJEENKOMST 2: Stress en communicatie Overzicht flip-overs ............................................................................. 21 Overzicht hand-outs............................................................................ 22 I. Welkom............................................................................................ 23 A. Ervaringen delen................................................................. 59 B. Agenda ............................................................................... 59 II. Stress.............................................................................................. 60 A. Stress herkennen............................................................60-61 B. Omgaan met stress........................................................ 62-64 III. Communicatie ................................................................................43 A. Soorten communicatie ........................................................43 B. Communicatie strategieën ..................................................00 C. Spreek- en luisteraar vaardigheden....................................54 V. Afsluitende activiteiten....................................................................25 A. Persoonlijke ladder invullen .................................................25 B. Ervaringsoefening................................................................26 C. Afsluiting en vooruitblik ........................................................26


ICS 1.3

BIJEENKOMST 3: Weten wat je wilt Overzicht flip-overs ..............................................................……...27-28 Overzicht hand-outs............................................................................29 I. Welkom............................................................................................30 A. Ervaringen delen.................................................................26 B. Agenda ...............................................................................26 III. Ontdekken van waarden en passies ..............................................27 A. Wat waardevol voor je is.....................................................29 B. Ontdekken wat waardevol voor je/jouw passie is................00 C. Mijn beeld van mijn toekomst ........................................30-33 D. Doelen stellen................................................................34-35 IV. Afsluitende activiteiten...................................................................25 A. Ladder invullen: ‘waar ik voor sta’........................................25 B. Ervaringsoefening................................................................26 C. Afsluiting en vooruitblik...… .......... .......................................26

BIJEENKOMST 4: Netwerken en omgaan met tegenslag Overzicht flip-overs .............................................................................39 Overzicht hand-outs............................................................................40 I. Welkom............................................................................................41 A. Ervaringen delen.................................................................42 B. Agenda ..............................................................................42 C. Telefoonlijst deelnemers.....................................................42 II. De boodschap overbrengen............................................................00 A. Ineffectief en effectief communiceren S1:2 ..........................00 B. Denken als een werkgever S1:3 ..........................................00 III. Omgaan met moeilijkheden bij het zoeken naar werk S2……...2 A. De ervaren moeilijkheden van Marlies ................................42 B. Ervaren moeilijkheden van de deelnemers .........................43 IV. Het verminderen van twijfels bij de werkgever ..............................44 A. Begeleiders behandelen een voorbeeld .............................44 B. Effectief en ineffectief verminderen van twijfels ..................46 C. Oefenen met verminderen van twijfels bij de werkgever .....48 D. Netwerken .....................................................................................00 IV. Afsluitende activiteiten...................................................................55 A. Ladder invullen: ‘waar ik voor sta’........................................00 B. Ervaringsoefening................................................................00 C. Afsluiting en vooruitblik… .... ................................................00


ICS 1.3

BIJEENKOMST 5: Werken aan je toekomst Overzicht flip-overs ........................................................................71-72 Overzicht hand-outs............................................................................73 I. Welkom............................................................................................74 A. Ervaringen delen..................................................................74 B. Agenda ................................................................................74 II. Time management ..........................................................................75 A. Het beheren van je tijd....................................................75-76 B. Strategieën om je tijd te plannen ....................................72-74 C. Tijd en energie management ...............................................81 III. Terugblik ........................................................................................83 A. Bereikte doelen...................................................................83 B. Evaluatie van de vooruitgang..............................................84 C. Loslaten ..............................................................................84 D. Waarderingsoefening..........................................................00 IV. Afsluitende activiteiten...................................................................85 A. Ladder invullen: ‘waar ik voor sta’........................................25 A. Nominaties door deelnemers .............................................85 B. Voornemens en waardering................................................86 C. Diploma uitreiking en afsluiting ...........................................86 Bijlagen: A. Lijst van hand-outs bijeenkomst 1 t/m 5.. .................................87-88 B. Literatuurlijst.........................….......................................................89


HO ICS 2.1

Wat is je naam?

Wat is je functie?

Waar ben je goed in?

Waarom wil je graag meedoen aan dit project?

Wat verwacht je van vandaag?


HO ICS 2.2

1

2

3

4

5

Uitleg van de nummers: Gebied 1 = Teken of schrijf over iets waarin je uitblinkt. Gebied 2 = Teken iets waar je trots op bent dat je het bereikt hebt . Gebied 3 = Teken of schrijf op waar je voor staat in je leven. Gebied 4 = Teken iets wat je het liefst doet in je vrije tijd. Gebied 5 = Teken of schrijf op wat je verborgen kwaliteiten zijn.


HO ICS 2.3

Sterke eigenschappen en vaardigheden

makkelijk kunnen aanpassen

machines bedienen

oplettend

organiseren

producten monteren

schilderen

ontwikkelen

anderen overtuigen

rekenen

plannen

kalmte bewaren

snel kunnen leren

betrouwbaar

geloofwaardig

gedreven

informatie onthouden

efficiënt

problemen oplossen

energiek

verantwoordelijkheidsgevoel

onderhoudsactiviteiten

verkopen

instructies opvolgen

service gericht

vriendelijk

leiding geven

goede omgangsvormen

repareren van dingen

met geld omgaan

kennis overdragen

eerlijk

informatie ordenen

financiële zaken bijhouden

tekstverwerken

luisteren

hard werken


HO ICS 2.4

*regelmatig in aanwezigheid

*efficiënt

*zaken afronden

*eerlijk

*energiek

*besluitvaardig

*op tijd aanwezig

*enthousiast

*intuïtief

*instructies volgen

*goed kunnen uitdrukken

*goede aard

*met anderen kunnen opschieten

*praktisch

*voor jezelf opkomen

*ruimdenkend

*gezond

*oprecht

*gemotiveerd

*optimistisch

*flexibel

*probleemoplossend

*goed organiseren

*positief denken

*aangenaam, prettig

*geduldig

*begripvol

*lichamelijk sterk

*diplomatiek

*zelfverzekerd

*gezellig

*gevoel voor humor

*goed inzicht

*verantwoordelijk

*tolerant

*tactvol

*rustig, kalm

*volhardend

*oprecht

*met tijd omgaan *hard werken *betrouwbaar *gewetensvol *gemotiveerd *vriendelijk *vrolijk *snel leren *nieuwsgierig *snel aanpassen *hulpvaardig *creatief *onafhankelijk


*weloverwogen, bedachtzaam

HO ICS 2.5

Vermeld alle vakken die je gevolgd hebt op school. Van elke gevolgde opleiding vermeld je de vakken die je het leukste vond en waarin je het er goed vanaf bracht. Noem alle goede prestaties en certificaten op die je hebt gehaald. Neem de lijst met persoonlijke vaardigheden door en bepaal welke vaardigheden je hebt gebruikt. Bepaal hoe deze vaardigheden passen bij het werk of de opleidingen die je graag wilt doen.

Vermeld alle betaalde en onbetaalde werkervaring. Vermeld per baan die je hebt gehad al jouw goede prestaties en behaalde certificaten. Hoe kwam dit ten goede aan het bedrijf waar je werkte? Welke vaardigheden heb je toegepast? Bepaal nu welke vaardigheden je nodig hebt voor de opleiding en/of het werk dat je graag wilt gaan doen.

Vermeld belangrijke levenservaringen en activiteiten waar je plezier in hebt. Inclusief hobby’s, vrijetijdsbezigheden, reizen, verzorgen van gezin/familie, etc. Bepaal nu welke vaardigheden je nodig hebt voor het werk dat je graag wilt gaan doen.

Probeer je een behaalde prestatie(s) te herinneren. Bedenk alle hindernissen die je bij deze prestatie bent tegengekomen en hoe je deze hebt overwonnen. Beschrijf stap voor stap wat je gedaan hebt en probeer de vaardigheden te achterhalen waarvan je gebruik hebt gemaakt. Dit kunnen ook persoonlijke, overdraagbare en werkgerelateerde vaardigheden zijn. Bepaal nu welke vaardigheden je nodig hebt voor het werk en/of opleiding wat je graag wilt gaan doen.


HO ICS 2.6

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ 1. Beschrijf een vaardigheid of sterke eigenschap van jezelf. 2. Beschrijf een concreet voorbeeld: wanneer, waar, wat en hoe. 3. Beschrijf de positieve resultaten van deze vaardigheid of eigenschap. 4. Verbind deze vaardigheid of eigenschap met een nieuw beroep ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ EEN VOORBEELD: 1. Vaardigheid of sterke eigenschap “Ik ben zeer betrouwbaar”

2. Een concreet voorbeeld “Afgelopen zomer lag mijn baas in het ziekenhuis en was ik twee maanden lang verantwoordelijk voor de zorg van onze klanten. Ik was de eerste die ’s ochtends begon en de laatste die ’s avonds wegging. Elke opdracht heb ik extra gecontroleerd en ik heb de klanten wekelijks opgebeld om het goede verloop van zaken te bespreken”

3. Positieve resultaten van vaardigheid of sterke eigenschap “Gedurende die tijd hadden de klanten geen last van vertraging in de levering. Mijn chef was gerustgesteld en kon op mij rekenen omdat ik de zaken tijdens zijn afwezigheid heb geregeld”

4. Beroep/opleiding waarbij ik deze vaardigheid/sterke eigenschap goed kan gebruiken “Ik denk dat dit voorbeeld deze sterke eigenschap van mij laat zien. Om deze reden zullen uw klanten tevreden zijn over de service”


HO ICS 2.7

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

1. Beschrijf een vaardigheid of sterke eigenschap van jezelf. 2. Beschrijf een concreet voorbeeld: wanneer, waar, wat en hoe. 3. Beschrijf de positieve resultaten van deze vaardigheid of eigenschap. 4. Verbind deze vaardigheid of eigenschap met een nieuw beroep of opleiding. ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Gebruik de volgende indeling:

1. Vaardigheid of sterke eigenschap

2. Een concreet voorbeeld

3. Positieve resultaten van vaardigheid of sterke eigenschap

4. Beroep waarbij ik deze vaardigheid/sterke eigenschap goed kan gebruiken


HO ICS 2.8

Mensen die in mijn leven van invloed zijn geweest Stel een lijst op van mensen die van veel betekenis geweest zijn in je leven. Dit kunnen mensen zijn die je persoonlijk kent of mensen die je niet persoonlijk kent maar waar je wel veel waardering voor hebt. Ze kunnen nog leven of overleden zijn. Het kunnen zijn: vrienden, familieleden, bekenden, politieke persoonlijkheden, sterren uit films, sportfiguren, geestelijk leiders, etc. Het zijn mensen die je bewondert en die je als voorbeeld in je leven ziet. Het zijn mensen waar je vertrouwen in hebt.

Namen van personen ………………………………………………………………………….; …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………….


………………………………………………………………………….


HO ICS 2.9

Wat ik bewonder in de ander (die in mijn leven van invloed is geweest)

Persoonlijke kenmerken …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. Wat bereikt is …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………….

Welke uitdagingen waren er …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………….

Hoe is tegenslag overwonnen …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………….


HO ICS 2.10

Een voorstelling van mijn toekomst Mijn beeld van wat ik in de toekomst doe: ‘Ik ben bezig met…………………………………….

1 Welke vaardigheden heb ik nodig om zover te komen

2 Hoe kom ik over, zie ik eruit, klinkt mijn stem, voel ik me

3 Welke middelen heb ik gebruikt

4 Welke stappen heb ik genomen

5 Wie hebben me daarbij geholpen

6 Welke moeilijkheden heb ik daarbij overwonnen

7 Hoe heb ik deze moeilijkheden overwonnen


HO ICS 2.11

Stapsgewijs toekomstbeeld Vul de volgende onderwerpen in: je toekomstbeeld, wat je belangrijk vindt (waarden), je doelen op de lange termijn, de middenlange termijn en de korte termijn. Bij de doelen horen taken, zet een vinkje nodig denkt te hebben

3 voor de taken waar je hulp bij

Mijn toekomstbeeld waar ik naar toe wil werken is: ………………………………………………………. wat ik daarbij belangrijk vind: ……………………………………………………….. ……………………………………………………….. Doelen op de langere termijn: ………………………………. Taak …………………………. Taak …………………………. Taak …………………………. Taak …………………………. Doelen op de middenlange termijn: ………………………… Taak …………………………. Taak …………………………. Taak …………………………. Taak …………………………. Doelen op de korte termijn: ………………………………… Taak …………………………. Taak …………………………. Taak …………………………. Taak ………………………….


HO ICS 2.12

“Finding the Gold” Bij deze oefening: • speelt 1 persoon de consulent • speelt 1 persoon de jongere • 1 persoon observeert 1. De cliënt spreekt (een aantal van) de onderstaande zinnen uit , en de consulent reageert hierop specifieke positieve feedback om effectief gedrag te bekrachtigen, zeker wanneer dit gerelateerd is aan werk(zoeken). De observator let op wat de consulent goed doet. 2. Voeg nog een zin toe uit jouw praktijk: • waarbij je denkt dat het toepassen van de methode ‘positieve feedback’ je moeilijk af zal gaan of, • waarvan je denkt dat dit heel belangrijk & effectief gedrag is voor jouw cliënten


•

Toen ik dat belangrijke gesprek aan het oefenen was, heb ik de vraag op 2 manieren beantwoord om te kijken wat het beste klonk.

•

Ik ben er klaar voor om aan het werk te gaan.

•

Ik denk niet dat deze aanpak iets voor mij is.

•

Ik weet zeker dat ik al mijn dromen kan gaan verwezenlijken.

•

Ik weet al precies wat ik wil, ik wil advocaat worden

•

Ik heb voor mezelf opgeschreven waarin in allemaal goed ben.

•

Ik ga een kort rokje aan doen bij het sollicitatie gesprek, dat werkt als een trein

•

Ik ben zo zenuwachtig voor dit sollicitatie gesprek; het is namelijk een baan die ik erg graag wil.

•

Ik heb een vriend van mij, die ook bij een loodgieterbedrijf werkt, gevraagd wat het beroep concreet inhoud.

•

Ik krijg het nooit voor elkaar om werken te combineren met het zorgen voor mijn kind

•

Ik heb gezegd dat ik liever ‘s middags op gesprek wil komen, omdat ik s ochtends altijd nog lig te slapen

•

Ik heb aantekeningen gemaakt van het gesprek zodat ik niets zal vergeten.

•

……………………………………………………………………………………..


HO ICS 2.13

“Self Disclosure” Bij deze oefening: • speelt 1 persoon de consulent • speelt 1 persoon de jongere • 1 persoon observeert De cliënt spreekt (een aantal) van de onderstaande zinnen uit , en de consulent reageert hierop met een self-disclosure om begrip en empathie te tonen. De observator let op wat de consulent goed doet. Je mag nog een zin toevoegen uit de praktijk waarbij je denkt dat self-disclosure goed op zijn plaats zou zijn.

•

Ik schaam me om aan anderen te vertellen dat ik van school ben getrapt

•

Zonder het ritme van werk of school lukt het me niet om voor 12-en m’n bed uit te komen.

•

Vragen om hulp bij werk vinden, voelt als bedelen.

•

Volgens mij heb ik een werkgever helemaal niets te bieden.

•

Ik ben zo zenuwachtig voor dit sollicitatie gesprek; het is namelijk een baan die ik erg graag wil.

•

Iedereen vind mij toch lui en een nietsnut

•

Heb jij ooit wel eens zoiets meegemaakt als ik?

•

Mijn vrienden denken dat ik de hele dag niets doe, terwijl zij allemaal aan het werk of op school zijn.

•

Ik ben bang dat werkgevers zich afvragen waarom ik nu niet werk

•

Omdat ik een strafblad heb, word ik nooit bij een leuke baan aangenomen

•

Ik denk dat het nooit lukt een opleiding af te maken, ik ben gewoon een doe iemand

•

……………………………………………………………………………………..


HO ICS 2.14

Wervingsgesprek Bij • • •

deze oefening: speelt 1 persoon de consulent/docent speelt 1 persoon de jongere 1 persoon observeert -> rouleer met de rollen

1. Wie is de jongere? …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… 2. Welke problemen/weerstanden verwacht je? …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… 3. Hoe ga je dat aanpakken? …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………


HO ICS 2.15

Do’s & Dont’s 1-op-1 begeleiding Do’s • • • • • • • • •

Bekrachtig positief gedrag, zeker als dit aan werk/opleiding (zoeken) gerelateerd is Stimuleer jongere te anticiperen op tegenslag en laat ze daarvoor zelf oplossingen verzinnen Negeer negatief gedrag Laat jongere dingen concreet (wat, wanneer) maken Commitment vragen (opschrijven, uitspreken) Schep een veilige omgeving vragen wat het gevaar/gevolg/consequentie kan zijn van ineffectief gedrag/ideeën …………………………………………….. ……………………………………………..

Dont’s • • • • • • •

“En nu weer even terug in de realiteit” “Volgens mij gaat dat je niet lukken” Advies geven “Ik zal je zeggen wat je het beste kunt doen” Probleem op je nemen “Ik zal het voor je regelen” Dreigen met sancties/ sancties opleggen …………………………………………….. ……………………………………………..


Coaching gesprek

HO ICS 2.16

Bij deze oefening: • speelt 1 persoon de consulent/docent • speelt 1 persoon de jongere • 1 persoon observeert - > rouleer met de rollen

1. Met welk onderwerp komt de jongere aan? ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… 2. Welke problemen/weerstanden verwacht je? ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… 3. Hoe kun je dat volgens de Skills-methode aanpakken? ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… …………………………………………………………………


INHOUDSOPGAVE WORKSKILLS. Bijeenkomst 1: Wat ik kan en waar sta ik voor. Bijeenkomst 4: Netwerken en omgaan met tegenslag

Recommend Documents