2 14
Inhoudsopgave Voorwoord 5 Over de Nederlandse Brandwonden Stichting 7
2
1.
Bevorderen Preventie
2.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12
Onderzoek veiligheidsgedrag: ouders overschatten hun kind Preventie via ‘Eerste hulp bij brandwonden’ Waarom lopen mensen brandwonden op door bio-ethanol? Voorlichtingscampagne veilig barbecueën: interactie met voorlichters Wat is de relatie tussen vergrijzing en fatale woningbranden? Vrijwilligers van het Rookmelderteam plaatsten 3.250 rookmelders bij senioren Campagne ‘Wat doe JIJ bij brand’: oefenen met senioren Leidt een brandveiligheidstest tot gedragsverandering? Omgevingsfactoren beïnvloeden Nieuw netwerk Nationale Brandpreventieweken Blusdekens vatten vlam: interventie vanuit de Voedsel- en Warenautoriteit Voormeting koolmonoxide om het probleem te agenderen en door te geven
8 8 9 10 10 11 11 12 12 12 13 13 13
2. Bevorderen Kwaliteit van Zorg
14
15 15 16 16 17 17 18 18
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
Voorlichting eerste hulp van levensbelang Rampenprotocol: oefenen om voorbereid te zijn Richtlijnen Eerste opvang en verwijzing vastgesteld Cursus Emergency Management of Severe Burns Opleiding Brandwonden Verpleegkundige Brandwondenacademie houdt de organisatie nauw aangesloten bij praktijk Brandwonden Registratie als beleidsbasis Netwerk Huidtherapie
3.
Bevorderen Kwaliteit van Leven
19
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
19 19 19 20 22 22 22
Relevante patiëntenparticipatie Vernieuwing patiënteninformatie in de brandwondencentra Brandwonden Informatielijn Lotgenotencontact Revalidatie Wetenschappelijk Onderzoek Intensivering samenwerking met patiënten en zorgverleners
4. Wetenschappelijk onderzoek
23
23 24 26 26 26 26 27
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Vereniging Samenwerkende Brandwondencentra Nederland Resultaten afgerond wetenschappelijk onderzoek in 2014 Onderzoek voor preventie van brandwonden Onderzoek voor verbetering van zorg en kwaliteit van leven Bijzondere leerstoelen Promotie onderzoekers Hoe bewaken wij de voortgang en kwaliteit van lopende onderzoeksprojecten?
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
5.
Fondsenwerving & Collecte
28
5.1 5.2 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
29 30 32 33 33 33 33
Giften dankzij de collecte Giften door particulieren Giften door bedrijven Stichtingen en fondsen Nalatenschappen: met respect ontvangen Service door goed en snel contact Extra gift van de VriendenLoterij
6. Bedrijfsvoering
34
7.
36
Communicatie
8. Bestuurlijke verantwoording
38
38 39 41 42 43 45 47 49 50
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 8.9
Bestuurlijke inrichting Belanghebbenden Brandwonden Stichting Vrijwilligersbeleid Organogram Analyse van het resultaat Vierjaarsvergelijking baten en lasten 2015 en verder Begroting 2015 Meerjarenbegroting 2015-2017
9. Jaarrekening 2014 Nederlandse Brandwonden Stichting
51
10. Overige gegevens
76
76
10.1 Controleverklaring
11. Bijlage
78
78 84 87 96 98
11.1 11.3 11.4 11.5 11.6
Voortgang prestatie-indicatoren en succesfactoren meerjarenbeleid Preventie Voortgang prestatie-indicatoren en succesfactoren meerjarenbeleid Kwaliteit van Leven Lopende pilotstudies en projecten Nevenfuncties Directie en Raad van Toezicht Verloop onderzoeksubsidies
12. Ondertekening directie en Raad van Toezicht
99
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
3
Voorwoord
Beverwijk, 2015
U maakt ‘het’ verschil De Nederlandse Brandwonden Stichting zette zich het jaar 2014 in voor het uitwerken van praktische projecten om ‘brandwonden te voorkomen en het leed ten gevolge van een brandwonden tot een minimum beperken’ Samen met u maakten wij ‘het’ verschil’. Dit jaarverslag geeft een overzicht van projecten en initiatieven waar wij samen aan werkten, ons bereik en onze leerpunten. Dankzij de hoge opbrengst van geoormerkte projecten sluiten we 2014 af met een hoger positief resultaat dan begroot. Deze specifieke doelgerichte projecten zijn in 2014 gestart en de uitgaven hiervoor starten grotendeels in 2015. Zo krijgen de projecten en het wetenschappelijk onderzoek binnen de Nederlandse Brandwondenzorg de impuls waar wij u als gever om vroegen. Bij terugkijken is het vooral goed om de belangrijke vraag te stellen ‘Welke impact heeft het werk van de Nederlandse Brandwonden Stichting nu eigenlijk in Nederland?’ Voor het antwoord vestig ik de aandacht op het brandwondencentrum Beverwijk. Zij vierde in 2014 haar 40jarige jubileum. Zo’n speciaal brandwondencentrum was, bij oprichting in 1973, dé oplossing voor het probleem waar de artsen in Beverwijk, Groningen en Rotterdam al jaren naar zochten. Speciale multidisciplinaire zorg aan patiënten met ernstige brandwonden, wetenschappelijk onderzoek om behandeling te ontwikkelen en aandacht voor deze speciale patiëntengroep was in Nederland indertijd niet beschikbaar. Maar hier kwam verandering in. Met de oprichting van de Nederlandse Brandwonden Stichting in 1971 werd door fondsenwerving gestart met kennisvergaring, kennisdeling en wetenschappelijk onderzoek. Zo startte zorgprofessionals de brandwondenzorg in Nederland… met de oprichting van het eerste brandwondencentrum in 1973 als eerste resultaat. Deze brandwondenzorg, met al haar facetten, maakt ‘het verschil’. Duizenden brandwondpatiënten zijn inmiddels door opgeleide professionals behandeld. Het resultaat mag er zijn: Sinds 1974 blijft de overlevingskans van patiënten met ernstige brandwonden stijgen. Jonge patiënten, met brandwonden van meer dan 80% van het lichaamsoppervlak, overleven nu hun verwondingen. Daar start dan ook het nieuwe verschil dat we samen maken: Door invaliderende littekens te voorkomen, verhogen wij de kwaliteit van leven van mensen met brandwonden. De opdracht voor de Nederlandse Brandwonden Stichting is helder. Samen met u en duizenden andere betrokken vrijwilligers en donateurs zorgen wij er samen voor dat er financiële en faciliterende ondersteuning beschikbaar blijft om de Nederlandse Brandwondenzorg mogelijk te maken. In dit voorwoord wil ik u als betrokken vrijwilliger, gever of lezer hartelijk danken voor het verschil, de impact die u hebt in onze maatschappij. Dank dat u langsgaat bij een niet-zelfredzame senior om een rookmelder te plaatsen. Dank dat u de collecte in uw buurt organiseert, in uw straat collecteert of uw expertise en tijd geeft. Dank dat u zich inzet om het werk binnen de Nederlandse brandwondenzorg vorm te geven. Wilt u In 2015 betrokken zijn bij ons gezamenlijke werk om Brandwonden te voorkomen en het leed ten gevolge van brandwonden tot een minimum te beperken? Lees dan dit jaarverslag door en stel gerust uw vraag via e-mail, telefoon of post een twitterbericht. Hartelijke groet,
Rob Baardse
[email protected] (0251) 27 55 36 @robbaardse
4
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
5
Over de Nederlandse Brandwonden Stichting De Nederlandse Brandwonden Stichting is in 1971 opgericht door een groep betrokken zorgverleners die een verschil wilde maken voor mensen met brandwonden die opgenomen werden in Nederlandse ziekenhuizen. Met de Brandwonden Stichting werd geld ingezameld om de ontwikkeling van de brandwondenzorg te professionaliseren. Door deze inzet bestaat er nu een professionele Nederlandse Brandwondenzorg. Vanuit drie brandwondencentra werken getrainde professionals multidisciplinair samen om dagelijks brandwondenpatiënten op de best mogelijke wijze te genezen en te re-integreren in de maatschappij. Ruim 40 jaar later is er dus veel bereikt. Anno 2014 kunnen mensen met ernstige brandwonden een ongeval overleven doordat er nu een professionele brandwondenzorg bestaat. Vandaag de dag is het niet meer de vraag of je overleeft met brandwonden, maar hoe je leeft met brandwondenlittekens in de maatschappij. De Brandwonden Stichting is betrokken bij ieder stadium waar een brandwondenpatiënt doorheen gaat. Onze missie is dat we brandwonden willen voorkomen en het leed ten gevolge van brandwonden tot een minimum willen beperken. Wij ambiëren de beste brandwondenzorg, de beste nazorg en een goede kwaliteit van leven voor brandwonden patiënten én hun omgeving. Het verdriet en het leed willen wij zoveel mogelijk mensen besparen. Daarom zetten we ons in om brandwonden te voorkomen. Om dit te bereiken, streven we vijf ambities na: • In Nederland woon, werk en leef je veilig met een minimumrisico op brand(wonden) letsel. • In de Nederlandse (brandwonden)zorg is uitmuntende behandeling en zorg aan patiënten met brandwonden beschikbaar, gericht op een snel en zo volledig mogelijk herstel. • De nazorg aan patiënten met brandwonden is gericht op re-integratie van de patiënt tot de hoogst mogelijke maatschappelijke participatie. • De brede brandwondenzorg kent een gedegen wetenschappelijke basis gericht op het borgen en verbeteren van de kwaliteit van de brandwondenpreventie, de kwaliteit van zorg aan patiënten en het verbeteren van de kwaliteit van leven van mensen met brandwonden. • In Nederland is er brede maatschappelijke betrokkenheid die het werk van de Nederlandse Brandwonden Stichting binnen de Nederlandse brandwondenzorg mogelijk maken. Financiële middelen worden door fondsenwerving bijeen gebracht ter financiering van de missionaire organisatie en haar doelstellingsactiviteiten. Gesteund door duizenden collectanten, donateurs, vrijwilligers, giften van bedrijven en iedereen die ons een warm hart toedraagt, streven we met 48 medewerkers, in nauwe samenwerking met professionals uit de brandwondenzorg en brandpreventie, deze vijf ambities na.
6
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
7
1. Bevorderen Preventie Ambitie Omdat we weten hoeveel leed een brandwondenongeval met zich mee brengt, werken we aan praktische projecten om brand- en brandwondenongevallen te voorkomen. Dit doen we vaak in samenwerking met relevante partners vanuit de overheid en het bedrijfsleven. Onze ambitie is dat je in Nederland veilig woont, werkt en leeft met een minimum risico op brand(wonden)letsel. In bijlage 10.1 zijn de prestatie-indicatoren en succesfactoren van het meerjarenbeleid Preventie opgenomen. Om deze te bereiken hebben we in 2014 de volgende projecten, campagnes, onderzoeken en activiteiten uitgevoerd.
De uitkomsten van het onderzoek: • Ouders vinden het belangrijk dat hun kind leert omgaan met een onveilige situatie. • Ouders denken hun kind ten alle tijden scherp in de gaten te kunnen houden. • Ouders denken vaak dat hun kind nog te klein is om bepaalde maatregelen te treffen. • Ouders hebben vaak niet nagedacht over het gevaar wanneer ze hun kind uit het oog verliezen als het in bad zit of het gevaar van pannenstelen die uitsteken tijdens het koken. • Aanzetten tot het wegzetten van hete kopjes of kannen of het afraden van het gebruik van een tafelkleed kan op weinig sympathie rekenen onder de doelgroep. • Aanzetten tot het wegwerken van een snoer van een waterkoker/koffiezetapparaat of om een kind nooit uit het oog te verliezen in bad kan op veel sympathie rekenen onder de doelgroep.
1.2 Preventie via ‘Eerste hulp bij brandwonden’ 1.1 Onderzoek veiligheidsgedrag ouders
1.8 Leidt de brandveiligheidstest tot gedragsverandering?
1.2 Preventie via 'Eerste hulp bij brandwonden'
1.7 Campagne Wat doe JIJ bij brand?
1.10 Nieuw netwerk Nationale Brandpreventieweken
1.3 Onderzoek naar relatie brandwonden en bio-ethanol
1.6 Rookmelderteam
1.11 Blusdeken interventie
1.4 Campagne veilig BBQ'en
1.5 Onderzoek relatie vergrijzing en fatale woningbranden
1.12 Koolmonoxide voormeting
1.9 Omgevingsfactoren beïnvloeden
Ouders informeren over preventiemaatregelen om brandwonden te voorkomen en hun huis veilig te maken, lijkt beperkte interesse en resultaat op te leveren. Daarom is in 2014 een route bedacht die ouders via een logische weg leidt naar aandacht voor veiligheid. Met alarmerende gegevens leiden we de doelgroep via sociale media naar een online kennistest over de eerste hulpregels bij brandwonden. Bij iedere vraag kreeg de deelnemer direct feedback. 25.660 mensen vulden de test in. Na de test konden zij de brandwondenwaaier met de eerste hulpregels en preventietips digitaal of per post bestellen. 21% bestelde de digitale brandwondenwaaier. Deze 5.150 mensen ontvingen daarnaast ook een enquête waarin de interventie plaatsvond. 11% vulde de enquête in. Hoewel het responspercentage redelijk hoog was, participeerden uiteindelijk niet het verwachtte aantal mensen vanuit de doelgroep aan de interventie-enquête. Een belangrijk leerpunt voor de uitwerking van preventie-initiatieven in 2015. Naast de inzet van sociale media, vertelde brandwondenarts Jos Vloemans en ervaringsdeskundige Dirk Koppelaar in de media over de gevolgen van een ongeval met één kopje hete thee voor jonge kinderen.
Cijfers & feiten • 26,8% van de patiënten in de drie brandwondencentra zijn kinderen van 0 t/m 4 jaar. In 87% van de gevallen is de oorzaak een ongeval met hete vloeistoffen zoals koffie, thee of badwater. • Van de ongeveer 870 mensen die jaarlijks voor langere tijd worden opgenomen in de drie Nederlandse brandwondencentra is 10,2% gerelateerd aan vluchtige brandbare vloeistoffen zoals spiritus, bio-ethanol of (was)benzine. • 46% van de slachtoffers van een fatale woningbrand is 60 jaar of ouder. Door de vergrijzing zal dit percentage gaan stijgen. • Belangrijke samenwerkingspartners zijn de professionals uit de brandwondencentra, Brandweer Nederland, Brandweeracademie, de Veiligheidsregio’s, de Voedsel en Warenautoriteit, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het Ministerie van Veiligheid en Justitie, het Verbond van Verzekeraars en brancheorganisaties zoals VEBON.
1.1
Onderzoek veiligheidsgedrag: ouders overschatten hun kind
Via sociale media
Kinderen van 0 t/m 4 jaar vormen 26,8% van het totaal aantal patiënten in de drie brandwondencentra. Om brandwonden te voorkomen is onderzoek nodig naar de situaties waarin deze ongevallen ontstaan. Daarom onderzocht de Brandwonden Stichting in 2014 het veiligheidsgedrag van 1.060 ouders met kinderen in de leeftijd 0 t/m 4 jaar. Van een aantal veiligheidsmaatregelen is bekend dat ze brandwonden kunnen voorkomen bij jonge kinderen. Aan de ouders is gevraagd of ze deze veiligheidsmaatregelen toepassen en waarom wel of niet.
word je naar de eerste hulp test geleid. Na de test vraag je de digitale brandwondenwaaier aan en ontvang je de interventie-enquête.
8
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
9
1.3 Waarom lopen mensen brandwonden op door bio-ethanol? Gezien de toename van het aantal brandwondenongevallen met bio-ethanol, hield de Brandwonden Stichting in 2014 interviews met 14 slachtoffers van een ongeval met bio-ethanol. Hieruit is een voorlopige conclusie geformuleerd: • Doordat de bio-ethanol vaak cadeau is gekregen, hebben de slachtoffers de bio-ethanol niet bewust aangeschaft. Dit kan zorgen voor een kennishiaat over de eigenschappen van het product. Er blijkt weinig kennis over het gebruik van de stof bio-ethanol. • Bio-ethanol is erg gemakkelijk verkrijgbaar. Hierdoor kan een beeld ontstaan dat het een ongevaarlijk product is. • Dampvorming in de bio-ethanolfles of in de brander zorgt ervoor dat er makkelijk een steekvlam of ontploffing kan ontstaan. Bij een halflege fles bio-ethanol is er een grotere kans op een ongeval dan bij een volle fles. • Met bio-ethanol kan relatief snel een ongeval ontstaan wanneer de gebruiksvoorschriften niet exact worden opgevolgd. • Bio-ethanol in combinatie met een bio-ethanol brander verhoogt de kans op een ongeval omdat het niet goed zichtbaar is of de vuurbron is gedoofd. Met de onderzoeksresultaten is een basis gelegd voor de acties die werden ontwikkeld om het aantal brandwonden door vluchtige brandbare vloeistoffen zoals bio-ethanol te verminderen.
1.4 Voorlichtingscampagne veilig barbecueën: interactie met voorlichters Van de ongeveer 870 mensen die jaarlijks voor langere tijd worden opgenomen in de drie brandwondencentra, is 10,2% gerelateerd aan vluchtige brandbare vloeistoffen zoals spiritus, bio-ethanol of (was)benzine. Omdat het erop lijkt dat voorgaande barbecuecampagnes het aantal slachtoffers niet heeft teruggedrongen, kozen we in 2014 voor een andere aanpak waarbij we het publiek deelgenoot maakten van ons probleem. In een online test lieten we zien wat er gebeurd als je een brandbare vloeistof op de barbecue spuit. Er ontstaat een steekvlam, een omstander vliegt in brand en jij moet eerste hulp verlenen, wat doe je? Ruim 43% liet aan het einde van de test een e-mailadres achter om kans te maken op een
veilig BBQ-diner dat beschikbaar werd gesteld door ambassadeur Julius Jaspers. Ook ontvingen deze mensen een e-mail van onze voorlichters met de vraag of zij ideeën of oplossingen hadden om het aantal BBQ-slachtoffers te verminderen. Hier werd zeer positief op gereageerd. Hoi Angela, Wat leuk zo’n persoonlijke reactie! Ik brainstorm nog even verder. Dit weekend een BBQ met vrienden en kinderen dus ik zal eens polsen! Kunnen mijn vrienden ook nog meedoen aan de quiz met dinertje als prijs? Of is deze reeds gesloten? Groeten Derk Hoi Evelien, Het instrueren van caissières die spiritus over de toonbank zien gaan, zodat ze de mensen kunnen waarschuwen voor het gebruik ervan tijdens bbq’en. Naar mijn idee hebben jullie al genoeg reclame en understatements gemaakt, mensen blijven er niet naar luisteren. Zeer frustrerend en onbegrijpelijk! Ik hoop iets nuttigs te hebben gedaan! Tijdens de campagneperiode van 10 juli tot en met 1 september 2014 werd de test 7.665 keer ingevuld. Door het publiek deelgenoot te maken van ons probleem, creëerden we meer betrokkenheid en een groter bereik. De kennis die is opgedaan met deze pilot wordt in 2015 verder benut.
1.5 Wat is de relatie tussen vergrijzing en fatale woningbranden? In het kader van onze preventie-ambitie ‘In Nederland woon je veilig met een minimumrisico op brand(wonden)letsel’, startte in 2014 een onderzoek - naar de relatie tussen de vergrijzing en het aantal fatale woningbranden in samenwerking met het Instituut Fysieke Veiligheid. Het onderzoek is opgedeeld in drie onderdelen: • Epidemiologie; de cijfers nu en in 2030 van het aantal ouderen in Nederland, het aantal inwoners van een verzorgings- of verpleeghuis en het aantal slachtoffers van een fatale woningbrand. • Causaliteit; wat is de reden dat ouderen vaker slachtoffer zijn? • Interventies; welke preventiemaatregelen zijn er beschreven om een woningbrand bij ouderen te voorkomen? Het eerste onderdeel met een beschrijving van de epidemiologie, is in 2014 afgerond en wordt gecontroleerd voor publicatie.
1.6 Vrijwilligers van het Rookmelderteam plaatsten 3.250 rookmelders bij senioren De tendens die is waargenomen dat thuiswonende senioren steeds vaker slachtoffer zijn van een woningbrand, heeft geleid tot het oprichten van het vrijwilligersinitiatief ‘Rookmelderteam’ in 2012. Hiermee willen we meer slachtoffers voorkomen. Het Rookmelderteam plaatst rookmelders bij thuiswonende senioren en geeft hen brandveiligheidstips. Sinds 2012 tot en met 2014 zijn er zo’n 3.250 woningen voorzien van rookmelders. In 2014 zijn ruim 1.100 daartoe getrainde vrijwilligers van het Rookmelderteam ingezet. De landelijke advertentieactie in oktober in huisaan-huis- en weekbladen heeft veel vraag gecreëerd.
Startscherm van de online barbecuetest.
10
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
11
1.10 Nieuw netwerk Nationale Brandpreventieweken De brandweer helpt mee in de uitvoering van het Rookmelderteam, benut de beschikbare vrijwilligers en maakt de jaarlijkse Nationale Brandpreventieweken tot het huidige succes. Met de lancering van de nieuwe website van Netwerk Nationale Brandpreventieweken is nu, naast de expertmeetings, een online plek gecreëerd waar brandweerprofessionals samen komen, elkaars projecten kunnen inzien en kennis kunnen delen.
Ouderen in heel Nederland op de vlucht met de brandweer.
1.11 Blusdekens vatten vlam: interventie vanuit de Voedsel- en Warenautoriteit 1.7
Campagne ‘Wat doe JIJ bij brand’: oefenen met senioren De maand oktober stond in het teken van brandpreventie met als speciale doelgroep thuiswonende senioren. De boodschap ‘Oefen deze maand uw vluchtroute’ werd breed uitgerold door de veilig heidsregio’s van de brandweer. Burgemeesters oefenden bij 65-plussers thuis hun vluchtplan, kazernes rukten uit om woningchecks te combineren met vluchtoefeningen, thuiszorgmedewerkers werden getraind en senioren werden uitgenodigd voor een ‘Broodje Brandweer’. Vanuit de Brandwonden Stichting is in 2014 een e-learning ontwikkeld voor thuiswonende senioren. Het filmpje, waarin twee senioren hun woning moeten ontvluchten voor brand, wordt zevenmaal onderbroken om de deelnemer een keuze voor te leggen. De e-learning werd 8.443 keer gestart en 437 keer afgemaakt. Belangrijk leerpunt is dat de e-learning als extra project werd opgepakt naast de grote campagne. Een e-learning en de route hiernaartoe vergen meer aandacht om het tot een succes te maken. Bij het Nederlandse publiek werd de brandveiligheidstest ‘Wat doe JIJ bij brand’ gepromoot via sociale media en websites. 87.000 mensen vulden de test in. 23% ontving een persoonlijke actielijst per e-mail. Deze groep ontving tevens een e-mail van de voorlichters waarin ze werden uitgedaagd om hun vluchtplan thuis te oefenen. De respons hierop was laag. Een interessant leerpunt, omdat de respons bij de barbecuecampagne waar een beroep werd gedaan op kennis in plaats van op gedrag, wel hoog was.
1.8 Leidt een brandveiligheidstest tot gedragsverandering? Via een online enquête onder 2.507 personen heeft de Brandwonden Stichting onderzocht of de brandveiligheidstest op www.watdoejijbijbrand.nl leidde tot gedragsverandering. Significant meer personen zijn gaan nadenken over het maken en oefenen van een vluchtplan en over het ophangen van een rookmelder. Daarnaast hebben significant meer personen hun batterijen van de rookmelder gecheckt, een blusdeken gekocht, hun huis gecheckt op brandgevaar en een vluchtplan geoefend.
De collega’s binnen de brandweerregio’s constateerden in 2013 dat bij het doven van een pan met hete olie sommige Nederlandse blusdekens niet goed werkten. Hierop waarschuwden we samen met de Brandweer over het gebruik van onveilige blusdekens. Tegelijkertijd diende de Brandwonden Stichting een klacht in bij de Voedsel en Warenautoriteit (NVWA). De NVWA deed onderzoek en concludeerde dat blusdekens onbetrouwbaar zijn om een olie- of vetbrand te doven. Hierop heeft de Brandwonden Stichting via een online enquête gemeten hoe blusdekens worden gebruikt in Nederland. De overgrote meerderheid had een blusdeken gekocht voor het blussen van een vlam-in-de-pan. Het aantal personen dat een blusdeken zou gebruiken voor het blussen van een persoon is ook aanzienlijk. In oktober 2014 is er door ons, in samenspraak met Brandweer Nederland en de NVWA, vastgestelde informatie geformuleerd over het juiste gebruik van een blusdeken. Hierin wordt afgeraden om nog langer een vlam-in-de-pan te blussen met een blus deken Deze brief is algemeen gepubliceerd via alle kanalen van de brandweer en de Brandwonden Stichting. Daarnaast is de informatie naar 20.369 contacten verstuurd die ooit een blusdeken hebben ontvangen van de Brandwonden Stichting.
1.12 Voormeting koolmonoxide om het probleem te agenderen en door te geven In het voorjaar van 2014 werden wij benaderd door ouders die hun kinderen hadden verloren door koolmonoxidevergiftiging. Hun vraag was om met de preventie expertise vanuit de Nationale Brandpreventieweken het onderwerp koolmonoxide onder de maatschappelijke aandacht te brengen en dit onderwerp onder te brengen bij een relevante preventiepartner. Eind 2014 is een voormeting gestart voor de koolmonoxidecampagne die in 2015 wordt uitgevoerd door een specifieke groep binnen Brandweer Nederland. Aan 1.197 personen is gevraagd wat zij weten over koolmonoxide, wat zij denken te doen ter preventie van koolmonoxidevergif tiging en of ze geïnteresseerd zijn in preventie van koolmonoxidevergiftiging. De uitkomsten van de enquête zijn geanalyseerd en vormen de basis voor de campagne in februari 2015.
1.9 Omgevingsfactoren beïnvloeden Via de begeleidingscommissie van de Nationale Brandpreventieweken bouwt de Brandwonden Stichting het contact op met het Verbond van Verzekeraars, met de reden om onderzoeksgegevens vanuit schademeldingen te gebruiken om brandpreventie op te baseren. Dit heeft in 2014 voor het eerst brandcijfers vanuit de verzekeraars tot resultaat gehad. De vluchttijd bij een woningbrand is de laatste decennia van 17 minuten gedaald naar 3 minuten. Oorzaak zijn brandbare inrichtingsmaterialen. Daarom zet de Brandwonden Stichting zich in voor landelijke regelgeving omtrent brandveilig meubilair. In 2014 is door het betreffende ministerie aangegeven dat er geen regelgeving wordt opgesteld. Dit wordt mede veroorzaakt door een politieke verwarring tussen brandveilig meubilair door innovatie en toepassing van chemische vlamvertragers . Wij hopen in 2015 het onderwerp opnieuw te agenderen. Krantenartikel in de Metro, 5 februari 2014.
12
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
13
2. Bevorderen Kwaliteit van Zorg Ambitie Als je in Nederland slachtoffer wordt van een brand(wonden)ongeval, willen wij dat dat je de beste zorg krijgt. Van degene die jou eerste hulp verleent, tot aan de huisarts, de spoedeisende hulp en het brandwondencentrum. Onze ambitie is dat er voor patiënten met brandwonden uitmuntende behandeling en zorg beschikbaar is in de Nederlandse (brandwonden)zorg, gericht op een snel en zo volledig mogelijk herstel. Om dit te bereiken heeft de Brandwonden Stichting in 2014 de volgende campagnes, projecten en cursussen neergezet:
Eerste hulp
Eerst water, de rest komt later. Koelen met lauw zacht stromend water is van belang om de hitte uit de wond te halen. Daarom willen wij dat iedereen in Nederland de eerste hulpregels kent bij brandwonden zodat een slachtoffer direct de juiste eerste hulp krijgt.
2.1 Voorlichting eerste hulp van levensbelang
2.3 Richtlijnen 2.4 Cursus EMSB
2.5 Opleiding OBV
Behandeling en verzorging
Eerste hulp
2.1 Voorlichting eerste hulp
2.2 Rampenprotocol
Eerste opvang
Op dit moment werken daartoe een negental organisaties gecoördineerd samen: • drie brandwondencentra (Groningen, Beverwijk en Rotterdam); • één onderzoeksinstituut (Vereniging Samenwerkende Brandwondencentra in Nederland); • één gezondheidsfonds (Nederlandse Brandwonden Stichting); • één patiëntenvereniging (Vereniging van Mensen met Brandwonden); • één beroepsvereniging (Nederlandse Vereniging voor Brandwondenzorg); • en één nazorgstichting (Stichting Kind en Brandwond).
Wat doe je als eerste wanneer je een brandwond oploopt? Koelen met lauw zachtstromend water zodat de hitte uit de huid gaat. Koelen is belangrijk voor het genezingsproces van de brandwond. Daarom streven we ernaar dat de eerste hulpregels bekend zijn bij de Nederlandse bevolking, met name bij ouders van kleine kinderen. Want 26,8% van de patiënten in de drie Nederlandse brandwondencentra is jonger dan 5 jaar. Via 2.500 posters die landelijk verspreid zijn, 3.000.000 uitdeelkaartjes en een online kennistest op www.eerstehulpbijbrandwonden.nl zijn in 2014 de eerste stappen gezet om de eerste hulpregels extra onder de aandacht te brengen bij ouders van kleine kinderen. Met een hieraan gekoppelde preventiecampagne wordt gestreefd naar een daling van het aantal jonge slachtoffers.
2.6 Brandwondenacademie 2.7 Brandwonden Registratie R3 2.8 Netwerk Huidtherapie
In bijlage 10.2 zijn de prestatie-indicatoren en succesfactoren van het meerjarenbeleid van het programma Zorg opgenomen.
Eerste opvang In Nederland melden zich jaarlijks meer dan 80.000 mensen bij de huisarts en 9.000 brandwonden slachtoffers bij de spoedeisende hulp van een ziekenhuis omdat zij acute hulp nodig hebben voor hun brandwond. De eerste opvang van een brandwondenpatiënt is van essentieel belang voor het verdere herstel van de patiënt. Het genezingsproces, de behandeling en het eindresultaat van eventuele littekens worden positief beïnvloedt bij een juiste eerste opvang.
Organisatie Brandwondenzorg Nederland Nederland kent een structuur van drie onafhankelijke brandwondencentra welke door afstemming en samenwerking de hoge kwaliteit van zorg aan brandwondenpatiënten door onderzoek en opleiding borgt. Brandwondenzorg Nederland kiest eenduidig voor deze vorm voor het verlenen van haar zorg vanuit de drie regionale brandwondencentra. Zo is het mogelijk om vanuit de zorg steun te bieden aan preventie-initiatieven en initiatieven gericht op de kwaliteit van leven van mensen met brandwonden. Overstijgend wordt deze aanpak begeleidt vanuit het wetenschappelijke onderzoeksinstituut de Vereniging Samenwerkende Brandwondencentra Nederland, in nauwe samenwerking met (inter)nationale academische onderzoeks- en onderwijscentra en gefaciliteerd en ondersteund door de Brandwonden Stichting. De Nederlandse brandwondenzorg wordt gevormd door toegewijde professionals die zich door middel van onderzoek, projectvoering, behandeling en begeleiding inzetten om brandwondenletsel te voorkomen, slachtoffers met brandwonden adequaat op te (laten)vangen en te verwijzen, brandwondpatiënten te behandelen en mensen met de gevolgen van een brandwondenongeval op het op het kwalitatief hoogst mogelijke niveau te laten re-integreren in hun eigen leefomgeving.
14
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
2.2 Rampenprotocol: oefenen om voorbereid te zijn Incidenten met 10 of meer brandwondenslachtoffers kennen een dusdanige impact op de beschikbare hulpverlening dat er tijdelijk schaarste ontstaat aan expertise en middelen. Om de beschikbare middelen en expertise optimaal in te zetten, wordt bij een calamiteit met meer dan 10 brandwondenslachtoffers opgeschaald naar een landelijke coördinatiestructuur. Sinds 1990 kennen de Brandwondencentra een gezamenlijk rampenplan met gespecialiseerde teams en een spreidingsplan voor de opvang van meerdere slachtoffers. Deze opzet is de laatste decennia effectief ingezet bij grote incidenten en rampen. In 2011 is deze aanpak opgenomen in het Landelijk Protocol Coördinatie Grootschalige Brandwonden Incidenten (LPCGBI). Vanuit dit protocol schalen de brandwondencentra adequaat op en zetten gecoördineerd Brandwonden Triage Teams (BTT’s) in om ziekenhuizen te adviseren over triage, behandeling en doorverwijzen van brandwondenpatiënten naar brandwondencentra. In navolging op grootschalige oefeningen in 2012 en 1013, is de protocol oefening in 2014 virtueel en schriftelijk geoefend zodat het levende protocol ingezet kan worden bij een calamiteit.
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
15
Behandeling en verzorging
2.3 Richtlijnen Eerste opvang en verwijzing vastgesteld De drie brandwondencentra signaleerden afgelopen jaren dat patiënten soms ten onrechte zijn doorwezen naar het brandwondencentrum. Denk hierbij aan verkeerde inschattingen van het totaal verbrand lichaamsoppervlakte (TVLO) of patiënten die onnodig geïntubeerd waren. Om de kwaliteit van zorg te verbeteren en duidelijkheid te scheppen in de eerste opvang van patiënten met brandwonden, is de Brandwonden Stichting gestart met het faciliteren van de ontwikkeling van richtlijnen over de zorg in de eerste 24 uur na een brandwond. In 2014 is de richtlijn ‘Eerste Opvang en Verwijzing van brandwondenpatiënten’ vastgesteld. Om ook de behandeling na de eerste opvang van brandwondenpatiënten te verbeteren is in 2014 een knelpuntenanalyse ontwikkeld waarmee we het proces in gang zetten voor het ontwikkelen van de richtlijn ‘Behandeling van Patiënten met Brandwonden Buiten de Brandwondencentra’.
2.4 Cursus Emergency Management of Severe Burns
De drie Nederlandse brandwondencentra werken vanuit het model Brandwondenzorg Nederland samen, zodat kwaliteitsverlies van versnipperde zorg tegengegaan wordt. Deze aanpak voorziet reeds 40 jaar in kwalitatief hoogwaardige brandwondenzorg. Het onderzoek is vanuit de brandwondencentra geborgd in een eigen onderzoeksinstituut de Vereniging Samenwerkende Brandwondencentra in Nederland (VSBN) in samenwerking met de Brandwonden Stichting. Met de aanwezige expertise, de eigen opleiding in de brandwondencentra en een drietal bijzonder hoogleraren en professionals, vanuit meerdere disciplines, is er een actief beleid aanwezig om onderzoek en expertise te vertalen in training, scholing en opleiding. Zo worden er eigen opleidingen, trainingen en vastgestelde informatiemiddelen ingezet om kennis en vaardigheden over te dragen op de diverse groepen betrokken zorgverleners.
2.5 Opleiding Brandwonden Verpleegkundige
Patiënten met ernstige brandwonden worden in Nederland altijd eerst naar het dichtstbijzijnde algemene ziekenhuis gebracht. Daar vindt dan de eerste opvang en behandeling plaats. Indien nodig volgt verwijzing naar één van de drie brandwondencentra. Voor patiënten is het van het grootste belang dat artsen en verpleegkundigen die zich met de opvang van traumapatiënten bezighouden, ook opgeleid worden in de opvang van brandwondenslachtoffers. Tijdens de cursus Emergency Management of Severe Burns (EMSB) leren artsen en gespecialiseerde verpleegkundigen hoe patiënten met ernstige brandwonden volgens het ABC-protocol opgevangen en behandeld moeten worden. In 2014 zijn tijdens 5 cursussen 71 artsen en 40 verpleegkundigen opgeleid. Hiervan is 98% geslaagd voor de cursus.
Brandwondenverpleging is een vak apart. Daarom hebben de drie brandwondencentra en de Brandwonden Stichting in 2008 de opleiding brandwondenverpleegkundige ontwikkeld. In 2014 startte een opleidingstraject voor 9 voltijdstudenten en 11 modulestudenten. 12 daartoe opgeleide werkbegeleiders ondersteunen deze studenten tijdens hun dagelijks werk in één van de drie brandwondencentra. Daarnaast ontvingen 31 Intensive Care-verpleegkundigen in 2014 hun certificaat voor de bijscholingsmodules ‘Basis brandwondenzorg en eerste opvang en behandeling van de brandwonden IC patiënt’. Deze ontwikkelde bijscholingsmodule wordt in 2015 voortgezet. Als ondersteuning aan het Instituut Defensie Geneeskundige Opleidingen (IDGO) is in 2014 een cursus aangeboden aan 120 verpleegkundigen. In deze cursus komen de volgende onderwerpen aan bod: het verplegen van kinderen met brandwonden, transport van brandwondenpatiënten onder operationele omstandigheden en specifieke wondverzorging.
Uit de praktijk 2.6 Brandwondenacademie houdt de organisatie nauw aangesloten bij praktijk In februari 2014 ontvangen we een privé facebook bericht van Lianne, ze wil ons complimenteren met ons werk en vertelt over haar zoon (13 jaar) die tijdens het afsteken van vuurwerk een flinke brandwond heeft opgelopen. Ze stuurt foto’s mee die ons verontrusten. Via Facebook wordt een belafspraak gergeld met de brandwondeninformatielijn. Lianne en haar zoon worden doorgestuurd naar de brandwondenarts waar blijkt dat de wond veel te diep is om uit zichzelf te genezen. Een operatie volgt en Lianne en Wolter geven toestemming om de foto’s te gebruiken in onze voorlichting.
Twee maanden na het ongeval
Vier dagen na de huidtransplantatie in het brandwondencentrum
tie. jullie adequate reac or vo ar ba nk da “We zijn jullie zo cht! is Wolters en kel di ie at er op de na n Vier dage per blij. . t! We zijn echt su Hoe bijzonder is da eekuur, ar het littekenspr na g no we an ga n open Over drie weke t feit dat we geen he n va en et ni ge voorlopig gaan we !” orgen! Fijn weekend! rz ve te en ev ho r ee wond m
16
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
De Brandwondenacademie is een levend netwerk van professionals die werkzaam zijn in de Nederlandse brandwondenzorg. Dit netwerk geeft advies bij de beleidsvorming van de Brandwonden Stichting. Op deze wijze blijft het werk van de Brandwonden Stichting nauw aan gesloten bij de professionele praktijk die gericht is op de daadwerkelijke zorg aan brandwonden patiënten. In 2014 is een gezamenlijke positie afgesproken voor de Nederlandse brandwondenzorg. Vanuit deze positie wordt gekozen voor prioriteiten om de kwaliteit van de brandwondenzorg te verbeteren. In december is gestart met een project dat (Europese) visitering en kwaliteitstoetsing mogelijk maakt, zodat de kwaliteit van zorg aan patiënten binnen de brandwondencentra wordt geborgd en bevorderd. Tevens zijn binnen het overleg met de brandwondenacademie de top prioriteiten voor het wetenschappelijk onderzoek besproken. Daarnaast is, onder medeverantwoordelijkheid van de Brandwondenacademie, een fellowship uitgereikt aan een verpleegkundig onderzoeker om in kaart te brengen waar wetenschappelijk verpleegkundig onderzoek in de Nederlandse praktijk aan zou moeten voldoen.
Twee weken na de operatie
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
17
2.7 Brandwonden Registratie als beleidsbasis Vanaf 2009 kent Nederland de Brandwonden Registratie R3 (NBR R3). Via deze registratie is het mogelijk om gegevens te verzamelen waarmee de kwaliteit van preventie en zorg kunnen worden onderzocht en verbeterd. Daarnaast wordt er spiegelinformatie geleverd voor onderzoeksvragen en beleidsvorming. In totaal zijn in 2014 een 46tal gegevensaanvragen gehonoreerd waarbij gebruik is gemaakt van de NBR R3 en/of de gekoppelde historische data bases uit de drie brandwondencentra. In 2014 is een eerste overzichtspublicatie verschenen over patiënten met een opname in de Nederlandse brandwondencentra uit een periode van 17 jaar. Hiervoor zijn gegevens gebruikt uit de Nederlandse Brandwonden Registratie R3 en de voor gangers. In 2015 richt NBR R3 zich op consolidatie van de registratie en op de koppeling van de registratie aan de ziekenhuisinformatiesystemen. Hierdoor vermindert de registratielast. Tevens wordt het dan mogelijk om poliklinische gespecialiseerde brandwondenzorg in kaart te brengen.
3. Bevorderen Kwaliteit van Leven Ambitie Nazorg aan patiënten met brandwonden is gericht op re-integratie van de patiënt tot de hoogst mogelijke maatschappelijke participatie. Dit willen wij bereiken door het uitvoeren en ondersteunen van diverse nazorgprojecten in nauwe samenwerking met onze partners uit de brandwondencentra, de Vereniging van Mensen met Brandwonden, Stichting Kind en Brandwond en vele vrijwilligers die deze projecten mogelijk maken. Naast het ondersteunen van lotgenotencontact, het bevorderen van revalidatieprojecten en het zorgen voor zo veel mogelijk patiëntenparticipatie, faciliteren wij de ontwikkeling van (nieuwe) informatieproducten voor patiënten, mensen met brandwonden, ouders, professionals en leerkrachten. In bijlage 10.3 zijn de prestatie-indicatoren en succesfactoren van het meerjarenbeleid van het programma Kwaliteit van leven opgenomen.
2.8 Netwerk Huidtherapie Speciaal voor mensen met brandwondenlittekens zijn er huidtherapeuten die de post-hbo opleiding ‘Huidtherapie na Brandwonden’ hebben gevolgd. Deze opleiding is ontwikkeld door Hogeschool Utrecht in samenwerking met medisch specialisten uit de Nederlandse en Belgische brandwondenzorg, de Vereniging van Mensen met Brandwonden en de Brandwonden Stichting. Huidtherapeuten met deze opleiding kunnen bijvoorbeeld helpen met litteken-, camouflage- en oedeemtherapie. Opgeleide huidtherapeuten zijn verbonden via het ‘Netwerk Huidtherapie na Brandwonden’. Binnen dit netwerk ontvangen aangesloten huidtherapeuten jaarlijks bijscholing. In 2014 is een eerste onderzoek afgerond over de bijdrage van de huidtherapeut aan de behandeling van patiënten met huid gerelateerde klachten ten gevolge van brandwonden. Uit het literatuuronderzoek wordt geconcludeerd dat de huidtherapeut middels het uitvoeren van laserbehandelingen, littekenmassage en siliconentherapie een bijdrage kan leveren aan het behandelen van hypertrofisch (brandwond)littekenweefsel.
3.1
Relevante patiëntenparticipatie Participatie van mensen met brandwonden (ervaringsdeskundigen) is nodig om de relevantie en effectiviteit van projecten te vergroten. Daartoe is een participatiemodel opgesteld. Volgens dit model wordt tijdens de voorbereidingen van nieuwe activiteiten of (onderzoeks)projecten de ervaringsdeskundigen vanuit de Vereniging van Mensen met Brandwonden geconsulteerd. In 2014 zijn de activiteiten en de nieuwe onderzoekprojecten op deze wijze besproken met een panel van betrokken ervaringsdeskundigen.
3.2 Vernieuwing patiënteninformatie in de brandwondencentra In 2014 is een pilot gestart met het project vernieuwing (digitalisering) van het Kinder Informatie Dossier (KID). De voorzetting van het online beschikbaar stellen van patiënten-informatieproducten is gepland in 2015. In 2014 waren de bestaande informatiemiddelen beschikbaar voor patiënten.
Kennis en expertise delen is van levensbelang 3.3 Brandwonden Informatielijn Met de oprichting van de drie brandwondencentra is het sterftecijfer enorm gedaald. Deze daling is te danken aan de bundeling van kennis en expertise in de drie brandwondencentra, maar nog meer aan de inzet van brandwondenartsen, verpleegkundigen, (plastisch) chirurgen, anesthesiologen, intensivisten, microbio logen, kinderartsen, geriaters, psychiaters, psychologen, revalidatie-artsen, trauma artsen, orthopedagogen, fysio- en ergotherapeuten, diëtisten, maatschappelijk werkers, pedagogisch medewerkers, onderzoekers en pastoraal medewerkers. Dit uitgebreide multidisciplinaire team van professionals is namelijk nodig om brandwondenpatiënten uitmuntende brandwondenzorg te kunnen bieden.
18
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
De Brandwonden Informatielijn is een informatie- en advieslijn voor iedereen die vragen heeft over de lichamelijke of psychische gevolgen van een brandwondenongeval. Dit zijn niet alleen mensen met brandwonden en hun naaste omgeving, maar ook (huis)artsen, zorgverleners, apothekers, werkgevers en leerkrachten. Indien nodig, regelt de Brandwonden Stichting het eerste contact met een brandwondenarts. Vanaf 2014 zijn verpleegkundigen en medisch professionals vanuit de drie brandwondencentra betrokken bij het direct beantwoorden van inkomende vragen. In 2014 registreerde de Brandwonden Informatielijn bijna 370 telefoongesprekken, waarvan 250 medische vragen en 40 vragen over nazorg.
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
19
3.4 Lotgenotencontact Door het bieden van lotgenotenactiviteiten willen wij mensen met brandwonden een veilige omgeving bieden waarin zij met elkaar ervaringen kunnen delen, samen grensverleggende activiteiten ondernemen, van elkaar leren, steun bij elkaar vinden en steun aan elkaar bieden.
Facebook ‘Leven met Brandwonden’ De facebookpagina is eind 2013 opgezet met het doel om online lotgenotencontact mogelijk te maken. Dit project is opgestart in samenwerking met de Vereniging voor Mensen met Brandwonden en de Stichting Kind en Brandwond. In 2014 is gebleken dat dit niet het juiste middel is om online lotgenotencontact te creëren, wel bleek het interessant als informatieplatform voor mensen met brandwonden en hun omgeving. Op de pagina informeren we over specifieke onderwerpen voor mensen met brandwonden en hun omgeving zoals lotgenotenactiviteiten, nieuwe therapieën, onderzoeken en ervaringsverhalen. Ook bleek het een middel te zijn om gevonden te worden door mensen met brandwonden die nog niet bekend zijn met de patiëntenvereniging en de stichtingen. De pagina heeft 1.449 likes en in 2014 zijn er 67 berichten geplaatst.
Quotes van de Brandwondendag Wat is voor u reden om deel te nemen aan de Brandwondendag? “Het is toch wel belangrijk dat je weet dat je niet alleen bent en het geeft je kracht de verhalen van deze dappere mensen die zo hard knokken.” “Mijn zoon laten zien dat hij toch niet de enige is met brandwonden. Hij werd er de laatste tijd heel veel mee geconfronteerd. Hij kwam met een heel goed gevoel van deze dag af! Dus onze complimenten naar jullie toe!” “Dat m’n dochter ook tussen de kinderkampen door contact heeft met lotgenootjes.” Wat heeft u op de Brandwondendag geleerd en kunt u het in het dagelijks leven gebruiken?
ScarChallenge In 2014 is een combinatie gemaakt van de activiteiten Scartrek en Scartrial. Om nieuwe en jongere deelnemers aan te moedigen deel te nemen is een nieuwe activiteit ontwikkeld gericht op ‘challenges’ met de bijpassende naam ScarChallenge. Dit lotgenotencontact is gericht op het uitwisselen van ervaringen over het hebben van littekens en de reacties die je daarop krijgt. In totaal waren er 30 deelnemers. Hoewel de ervaringen van staf en deelnemers positief waren, is na de evaluatie besloten om in 2015 nieuwe activiteiten te ontwikkelen die beter aansluiten bij de geselecteerde doelgroepen.
“Dat je ook met brandwonden heel positief in het leven kunt staan. We hadden dit al bij onze dochter ervaren maar om dat nu ook bij anderen te zien was heel mooi.” “Dat we niet de enige zijn en meer ouders worstelen met de gevolgen van het ongeluk. Het gevoel dat we niet de enige zijn.”
Lekker Leuk Logeren Dertien kinderen uit vier gezinnen hebben in 2014 deelgenomen aan Lekker Leuk Logeren. Afgelopen jaar hebben zij, of hun broer of zus, in het brandwondencentrum gelegen. Een heftige periode waarin verdriet centraal staat. Ouders reizen af en aan en broertjes en zusjes komen vaak op de tweede plaats in deze periode. Lekker Leuk Logeren is dan ook voor alle kinderen van het gezin. Samen met andere kinderen beleven zij een paar te gekke dagen in de Efteling. De staf bestaat uit professionals en ervaringsdeskundigen uit de brandwondenzorg. Terwijl de kinderen hun eigen feestje vieren, komen de ouders bij in Den Bosch. Ook zij kunnen dan, na deze enorme hectische en ingrijpende periode, op adem komen.
“Als ik anderen zie en ervaar hoe andere mensen hiermee omgaan, weet ik dat ik hier sterker uitkom.”
Nationale Brandwondendag In 2013 organiseerden we voor het eerst een gezamenlijke Nationale Brandwondendag met de Vereniging van Mensen met brandwonden en Stichting Kind en Brandwond. Dat beviel erg goed en in 2014 vond de tweede editie plaats in Burgers Zoo. Met de introductie van de film ‘Think positive’ vertelden ervaringsdeskundigen met brandwonden over de positieve zaken die zij ervaren hadden na het oplopen van brandwonden. Naast de gebruikelijke gespreksgroepen waren er ook diverse workshops over positief denken en het onderzoeksthema jeuk. De kinderen hebben onder begeleiding van vrijwilligers het dierenpark ontdekt. In totaal ontvingen we 267 deelnemers en 153 kinderen op de Brandwondendag.
Scarwars ScarWars is een lang weekend in de Ardennen speciaal voor jongeren van 18 t/m 25 jaar en wordt georganiseerd door de Vereniging van Mensen met Brandwonden en de Brandwonden Stichting. Scarwars is lol hebben, maar ook serieus zijn. Grensverleggende activiteiten tijdens het survivallen, s’ avonds gezellig eten en drinken en diepgaande gesprekken. We praten over onderwerpen die worden bedacht door de staf en de deelnemers. In kleine groepjes gaan we het gesprek met elkaar aan en dat levert hele mooie en open gesprekken. In 2014 telde ScarWars 20 deelnemers.
20
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
21
3.5 Revalidatie Het revalidatienetwerk werkte in 2014 aan meerdere projecten, bijvoorbeeld internationale evaluatie van hand uitkomstmaten, opzetten protocol vroege mobilisatie IC patiënten en contracturenregistratie. Daarnaast was er extra aandacht voor de littekenvragenlijst POSAS. Hiermee wordt het litteken beoordeeld door de patiënt zelf én de zorgverlener. Omdat er internationaal geen overeenstemming is over het meten van littekens, is (inter)nationale vergelijking van behandeluitkomsten niet mogelijk. Als gezamenlijk doel is gesteld om de POSAS beschikbaar te stellen voor internationaal gebruik in samenwerking met brandwondencentra over de gehele wereld. Hiermee willen we het ambitieuze, maar haalbare doel bereiken om een internationale uitkomstmaat te creëren.
4. Wetenschappelijk onderzoek Ambitie Vanuit de ambitie dat de Nederlandse brandwondenzorg een gedegen wetenschappelijke basis kent, wordt relevant (pre-)klinisch, psychosociaal en epidemiologisch wetenschappelijk onderzoek gefaciliteerd, gefinancierd of zelfstandig uitgevoerd door de Brandwonden Stichting. Onderzoek is gericht op het borgen en verbeteren van de kwaliteit van de brandwondenpreventie, de kwaliteit van zorg aan patiënten en het verbeteren van de kwaliteit van leven van mensen met brandwonden.
Aantal onderzoeken gestart en afgerond in 2014
3.6 Wetenschappelijk Onderzoek De uitkomsten van de behoeftemeting lotgenotencontact zijn beschreven in een wetenschappelijk artikel en ingediend voor publicatie in een vooraanstaand brandwonden journal. Tevens worden deze resultaten gebruikt als beleidsbasis voor verdere ontwikkeling van activiteiten voor mensen met brandwonden. De evaluatie van de lotgenotencontactactiviteiten worden sinds 2013 digitaal uitgevoerd. Deze werkwijze bevordert de snelheid en efficiëntie met het analyseren van uitkomsten.
Binnen het (open) subsidieprogramma Wetenschappelijk Onderzoek maken we onderscheid in onderzoeksprojecten (Onderzoeken van maximaal 4 jarige duur) en pilotstudies (korte haalbaarheidsstudies). In 2014 zijn er drie onderzoeksprojecten en twee pilotstudies afgerond en werden er 25 lopende projecten begeleid. In 2014 startte er vier nieuwe onderzoeksprojecten, twee pilotstudies en konden twee projecten aan deel 2 van hun project starten. Daarbij werd het initiatief genomen om in 2014 twee nieuwe onderzoeken door cofinanciering te starten. Via zogenaamde cofinanciering binnen de topsectoren Life Sciences and Health werd een groot relevant consortium wetenschappelijk onderzoek mogelijk, dat zonder deze samenwerking niet gefinancierd kon worden. Een tweede onderzoek werd samen met ZonMw gefinancierd binnen het programma Translationeel Onderzoek.
3.7 Intensivering samenwerking met patiënten en zorgverleners De patiëntenvereniging Vereniging van Mensen met Brandwonden wordt vanuit de Brandwonden Stichting ondersteund via een coördinator die de verenigingsactiviteiten mede organiseert. Met deze ondersteuning is het mogelijk om het vrijwilligerswerk binnen de patiëntenvereniging, zoals belangenbehartiging, lotgenotencontact en informatievoorziening te realiseren. In 2014 zetten wij in op een verhoging van het aantal leden van de Vereniging. Zo ontvingen al onze contacten een jaarabonnement van het verenigingsblad Infocus. Daarnaast heeft de patiëntenvereniging samen met ons de ambitie om de samenwerking uit te breiden door het oorspronkelijke participatiemodel verder vorm te geven richting samenwerken aan relevante lotgenotenprojecten en belangenbehartiging. Stichting Kind en Brandwond werd in 2014 voor het eerst ondersteund op het gebied van het voeren van het secretariaat en coördinatie van de vrijwilligersprojecten. Dit betreft vooral de contactweken voor kinderen met brandwonden. De voortgang van dit belangrijke werk van Stichting Kind en Brandwond is hiermee geborgd en blijft op deze manier ook uitvoerbaar door de vele betrokken vrijwilligers. Door de goede ervaringen met deze samenwerking zijn we verder in gesprek over het uitbreiden van de samenwerking in 2015.
4.1
Vereniging Samenwerkende Brandwondencentra Nederland De Vereniging Samenwerkende Brandwondencentra Nederland (VSBN) wordt door de Brandwonden Stichting gefinancierd en gefaciliteerd. De Brandwonden Stichting stelt tevens werkruimte en het onderzoekslaboratorium in Beverwijk tot haar beschikking. In 2014 zijn hiertoe nieuwe afspraken gemaakt om dit werk te continueren en te borgen. De VSBN werkt binnen Brandwondenzorg Nederland als onderzoeksinstituut aan het opzetten en uitvoeren van wetenschappelijk (pre-)klinisch, psychosociaal en epidemiologisch onderzoek.
Preklinisch onderzoek Haar preklinisch onderzoek richt zich op regulatie van de ontstekingsreactie, bacteriële infecties, de modulatie van littekenvorming, de pathofysiologie van verschillende brandwonden en de ontwikkeling van huidsubstituten. Tevens wordt er aandacht besteed aan fundamenteel onderzoek en wordt er getracht de cellulaire en moleculaire mechanismen van wondgenezing en littekenvorming te ontrafelen. Door inzicht te krijgen in de processen die leiden tot littekenvorming kunnen nieuwe behandelmethoden ontwikkeld worden waardoor littekenvorming verminderd of eventueel voorkomen kan worden. Bovendien is het inzicht in de processen die leiden tot een normaal functionerende huid van belang bij het construeren van optimale huidvervangers.
Klinisch onderzoek Haar klinische onderzoeksprogramma richt zich vooral op het ontwikkelen en evalueren van behandelmethoden. Om de wondgenezing te verbeteren en de kwaliteit van de brandwondenzorg te verhogen, moet kennis op dit gebied worden vergroot en bestaande en nieuwe therapieën worden geevalueerd. Voor veel van de huidige behandelmethodes blijkt internationaal gezien vaak nog geen goede wetenschappelijke onderbouwing te bestaan. Daarnaast wordt door de VSBN niet alleen aandacht besteed aan het ontwikkelen van relevante en betrouwbare meetinstrumenten, maar ook worden (multi-disciplinaire) krachten gebundeld om klinische multicenter onderzoek te verrichten.
22
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
23
• P12.04 – Nieuwenhuis / VSBN Evaluatie van een taxonomie om het handelen van verpleegkundigen tijdens verbandwissels bij kinderen te beschrijven; kunnen we verbetering van zorg meten? De onderzochte taxonomie is een observatiemethode om de interactie tussen kinderen en verpleegkundigen tijdens de verbandwissels systematisch in kaart te brengen. De uitkomst van deze pilotstudie wijst uit dat de methode een betrouwbaar instrument is als degene die de meetmethode toepast, een ervaren observator is.
© Matthanja Bieze
Brandwonden centrum in het Rode Kruis Ziekenhuis.
Psychosociaal onderzoek Hoewel de meerderheid van de brandwondenpatiënten na de behandeling in een brandwondencentrum in staat is een bevredigende kwaliteit van leven te bereiken, is er een groep patiënten die dit niveau niet haalt. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat sommige gezondheidsgerelateerde problemen over het hoofd worden gezien. Het VSBN programma psychosociaal onderzoek brengt in kaart op welke wijze de behandeling van brandwondenpatiënten de kwaliteit van leven van mensen met brandwonden kan verbeteren. Daarnaast worden de psychische gevolgen van een brandwondenongeval op kinderen en hun ouders onderzocht, is er veel aandacht voor het managen van pijn bij brandwonden(verbandwissels), en is er onderzoek naar klachten op het psychosociale gebied na het oplopen van brandwonden bij volwassenen.
Epidemiologisch onderzoek en registratie Haar epidemiologische programma richt zicht op het implementeren, consolideren en verdere ontwikkeling van het gezamenlijke registratie systeem R3. Verder wil zij inzicht krijgen in de epidemiologie van brandwonden in het algemeen om daarna risicogroepen te kunnen vaststellen. Daarnaast worden er methodes voor economische evaluatie in brandwondenzorg opgesteld en is er aandacht voor het meten van kosteneffectiviteit binnen de brandwondenzorg, als onderdeel van het ontwikkelen van nieuwe, hoogtechnologische behandelmodaliteiten.
• P09.102 – Spek & Peppelenbosch / AMC Voorkomen van littekenvorming door het tegengaan van stollingsafhankelijke activatie van PARs. PAR staat voor Protease Activated Receptor en vormen een klasse van eiwitten die een rol spelen in het transportsysteem over de celmembraan en activatie van processen in de cel. Het is eerder aangetoond dat PAR receptoren belangrijke mediatoren zijn bij de vorming van bindweefsel in de long. Uit dit onderzoek blijkt dat PAR1 en PAR2 receptoren een belangrijke rol te spelen bij de vorming van bindweefsel in de huid. Echter, of PAR remmers toepasbaar zijn in de behandeling in het voorkomen van littekenvorming in de huid is nog onvoldoende duidelijk geworden vanuit dit onderzoek. • P09.110 – Wagener / Radboud UMC Inductie van celbeschermende eiwitten als een nieuwe strategie tegen hypertrofe litteken vorming door oxidatieve stress en ontsteking. Wanneer de ontstekingsfase tijdens wondgenezing te lang aanblijft, kan dat leiden tot ernstige fibrosevorming en littekenformatie. Binnen dit onderzoek is gekeken naar verschillende celbeschermende mechanismes die hier mogelijk tegen zouden kunnen beschermen. Er is onder andere gevonden dat het enzym haemoxygenase-1 ontstekingen onderdrukt, terwijl haemoxsygenase-2 met name belangrijk is bij de sluiting van wonden. Daarnaast is gevonden dat een alternatieve wijze van onderdrukken van ontstekingen wordt gemedieerd door macrofagen. Deze nieuwe bevindingen verhogen het begrip van het wondgenezingsproces wat ons beter in staat stelt om nieuwe therapieën te ontwikkelen om littekenvorming te voorkomen of te verminderen. • 08.109 – Geijtenbeek/ AMC C-type lectines als targets om de wondgenezing in brandwonden te verbeteren. Het onderzoek heeft aangetoond dat dendritische cellen en langerhans cellen (antigeen presenterende afweercellen, in andere woorden de “surveillanten“ van het afweersysteem) in de huid na verbranding niet functioneel zijn. Dit onderdrukt een goede afweerreactie/ontstekingsreactie die nodig is voor bescherming tegen infecties en voor een goede wondheling. Verschillende koolhydraten zijn onderzocht of deze specifiek aan de dendritsche cellen en langerhans cellen binden en of deze koolhydraten gebruikt kunnen worden om de immuunreactie weer te verbeteren. In het bijzonder is de beta-glucan curdlan geidentificeerd als koolhydraat dat in vitro wondgenezing verbetert. Helaas is in een in vivo model deze versnelde wondgenezing nog niet duidelijk aangetoond en is meer onderzoek nodig om de werking van deze koolhydraat te bestuderen.
4.2 Resultaten afgerond wetenschappelijk onderzoek in 2014 In 2014 zijn er 3 projecten en 2 pilotstudies afgesloten met een eindrapportage. • P12.02 – Middelkoop / VSBN Functie en activatie van trombocyten bij brandwondenpatiënten. Het functioneren van bloedplaatjes is belangrijk voor de wondgenezing. Bij brandwonden lijkt dit functioneren verstoord. Deze pilotstudie toonde inzicht in het aantal en activiteit van bloedplaatjes tijdens het wondgenezingproces. De resultaten geven belangrijke informatie over de timing van de behandeling met bloedplaatjes rijk plasma, daarnaast is er inzicht ontstaan over de mogelijkheid om een nieuw bloedproduct te ontwikkelen dat als behandeling kan dienen. Dit wordt verder onderzocht in een nieuw project, gefinancierd door Sanquin.
24
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
• P07.116 – Ulrich / VSBN en VUMC Toepassing van gekweekte autologe keratinocyten in combinatie met een meshed split skin autograft voor de genezing van brandwonden. Met behulp van de behandeling met gekweekte autologe keratinocyten (opperhuidcellen) in combinatie met een meshed split skin autograft is een snellere wondgenezing bereikt. Ook is zowel 3 maanden als 12 maanden na de operatie de kwaliteit van de littekens verbeterd. De kwaliteit van het litteken is gemeten met objectieve meetinstrumenten en beoordeeld door zowel de arts als de patiënt. Opvallend was dat met name de pigmentatie (zowel pigment als kleur) van het litteken verbeterde, gemeten met een meetinstrument.
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
25
4.3 Onderzoek voor preventie van brandwonden Binnen de Brandwonden Stichting is een medewerker aangesteld die zich naast interventieontwikkeling bezighoudt met wetenschappelijk preventieonderzoek en mede de effectiviteit van uitgevoerde acties en campagnes meet. In 2014 is een onderzoek naar brandwonden door bio-ethanol afgerond en is een deelonderzoek naar de relatie tussen de vergrijzing en fatale woningbranden opgeleverd. Op deze wijze wordt, in nauwe samenwerking met het onderzoeksinstituut VSBN, het programma preventie en haar partners ondersteund.
• Kees (Cornelis J) Hoogewerf. Titel proefschrift: “On Facial Burns. Epidemiology, treatment and psychosocial impact”. Promotiedatum: 10 december 2014, Vrije Universiteit Amsterdam (project: 05.109 en 09.106) • Jan Willem Duitman. Titel proefschrift:”Infectious diseases and fibrotic disorders: potential novel targets”. Promotiedatum: 16 mei 2014, Universiteit van Amsterdam (project 09.102)
4.7 Hoe bewaken wij de voortgang en kwaliteit van lopende onderzoeksprojecten? 4.4 Onderzoek voor verbetering van zorg en kwaliteit van leven In 2014 zijn acht nieuwe onderzoeken gestart om de zorg en kwaliteit van leven van mensen met brandwonden te verbeteren. Pilotstudies
-P sychoneurobiologie van jeukklachten in patiënten met brandwonden. - Hyperspectraal imagen en wiskundig modelleren van de helende brandwond.
Onderzoeksprojecten
-T oepassing van koud gas plasma bij de behandeling van brandwonden. -R emmen TGF-B signaaltransductie met exonskipping als gerichte behandeling van hypertrofische littekens. -A anwezigheid van ouders bij de wondverzorging van hun kind: ervaringen van ouders en verpleegkundigen.
Project gefinancierd door VriendenLoterij:
-A fstemming van de mogelijkheden van virtual reality op de individuele patiënt binnen de brandwondenzorg; wat zijn de bepalende factoren bij pijnreductie door virtual reality?
Projecten gestart door cofinanciering
- innovatieve antimicrobiële peptiden voor de behandeling van brandwonden (PEPSI). (LSH Impuls programma) -K oud gas plasma voor de behandeling van brandwonden, een translationeel onderzoek. (ZonMw/SGF programma translationeel onderzoek)
4.5 Bijzondere leerstoelen De Brandwonden Stichting heeft twee bijzondere leerstoelen ingesteld. De Bijzondere Leerstoel Brandwondengeneeskunde aan het Amsterdamse VUMC en de Bijzondere Leerstoel Acute Brandwondengeneeskunde aan het Leidse LUMC. Hiermee krijgen de hoogleraren mogelijkheden om promovendi te begeleiden en nieuwe projecten op te zetten ten behoeve van wetenschappelijke ondersteuning van de Nederlandse Brandwondenzorg. Eén van de projecten is het onderzoek naar kraakbeenregeneratie ten behoeve van aangezicht reconstructies. Ofwel: nieuwe oren en neuzen voor brandwondenpatiënten in de toekomst. Dit onderzoek bevindt zich in het voortraject, maar dat er nu iets geprint kan worden wat op kraakbeen lijkt is een enorme doorbraak. In 2014 is het mogelijk geworden om de 3D-printer aan te schaffen, mede dankzij de grote gift die we eind 2013 van het 3M Fonds ontvingen. Het tweede project richt zich met name op de kosteneffectiviteit en kwaliteit van leven. Hieronder vallen een aantal projecten over de betrouwbaarheid van een 3D scanner voor het meten van het verbrand lichaamsoppervlak van (brand)wonden. Daarnaast worden in verschillende onderzoeken de effectiviteit van nieuwe en bestaande wondbehandelingsmethoden met elkaar vergeleken.
4.6 Promotie onderzoekers In 2014 hebben twee promovendi hun promotie onderzoek, gesubsidieerd door de Brandwonden Stichting, afgerond. Een epidemiologisch en psychosociaal onderzoek naar gelaatsverbrandingen en een onderzoek naar de vorming van bindweefsel als gevolg van ontstekingsreacties tijdens verschillende infectieziekten.
26
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
De kwaliteit van gesubsidieerde onderzoeken door de Brandwonden Stichting worden op de volgende manier geborgd: • Alle onderzoekers leveren iedere drie maanden een voortgangsrapportage. • Op de jaarlijkse Wetenschapsdag presenteren onderzoekers van projecten gefinancierd door de Brandwonden Stichting hun (tussentijdse) resultaten aan collega-onderzoekers en een panel van experts zoals ervaringsdeskundigen en professionals uit de zorg. De Wetenschapsdag werd in 2014 gehouden op 13 maart. Er werden 20 presentaties gegeven over lopende onderzoeksprojecten. Er waren zo’n 60 aanwezigen waaronder projectleiders en hun aio’s/onderzoekers, medewerkers en onderzoekers van de VSBN, medewerkers van de Brandwonden Stichting, experts uit de Nederlandse brandwondenzorg en patiëntenvertegenwoordigers. • Onderzoeksprojecten worden na twee jaar op hun voortgang beoordeeld, alvorens het vervolgonderzoek (deel 2 van het onderzoek) wordt toegekend.
Onderzoek uitgelicht Alternatief voor antibiotica bestrijdt infecties in brandwonden Steeds meer mensen overlijden aan infecties doordat antibiotica niet aanslaan. Ook bij brandwondenpatiënten is er sprake van een toenemend aantal (soms levensbedreigende) infecties. Om een oplossing te vinden, bundelde de Brandwonden Stichting de krachten met (brandwonden)onderzoekers van het LUMC, de Vereniging Samen werkende Brandwondencentra Nederland, het VUmc en het bedrijf Madam Therapeutics. Een onderzoek naar de bestrijding van bacteriën met peptides (lichaamseigen moleculen die een alternatief voor antibiotica kunnen zijn) biedt nu de eerste hoopgevende inzichten.
Het onderzoek van projectleider dr. Nibbering richt zich op peptides: kleine moleculen in het lichaam. In het onderzoek wordt specifiek het menselijk peptide ‘LL-37’ nader bekeken. Deze heeft namelijk twee zeer handige eigenschappen: de mogelijkheid om bacteriën te bestrijden én wondheling te stimuleren. Het is de perfecte combinatie om in te zetten bij de behandeling van brandwonden. In het lab wordt de peptide LL-37 nu gemodelleerd om de twee eigenschappen nog effectiever in te kunnen zetten. De eerste resultaten van deze aangepaste peptides zijn veelbelovend: ze doden zo’n 99% van de bacteriën in de brandwond. Ook is het gebruik ervan veilig, treedt er bijna geen resistentie op en schakelt het zelfs de bacteriën uit die een extra beschermlaag vormen (een zogenaamde biofilm).
Publicatie antibiotica onderzoek in C2W, 26 september 2014.
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
27
5. Fondsenwerving & Collecte Ambitie Het doel van de afdeling Fondsenwerving is om financiële middelen bijeen te brengen zodat het werk van de Brandwonden Stichting voortgezet kan worden: brandwonden voorkomen, de kwaliteit van zorg aan patiënten verbeteren en de kwaliteit van leven van mensen met brandwonden verbeteren.
Structuur afdeling fondsenwerving In 2014 zijn verdere aanpassingen doorgevoerd in de structuur van de organisatie om tot optimale fondsenwerving te komen. De afdelingen Collecte en Fondsenwerving werden in september 2014 samengevoegd en onderverdeeld in een programma Relatie & Behoud en een programma Werving & Actie. Het programma Relatie & Behoud onderhoudt enerzijds de contacten met mensen die ons periodiek steunen en anderzijds richten zij zich op het behoud van deze waardevolle contacten en de opbouw van een relatie met losse gift gevers.
Het programma Werving & Actie heeft tot doel om fondsenwervende initiatieven te ontwikkelen waarbij rekening wordt gehouden met de wensen en eisen van toekomstige donateurs. Medewerkers van zowel de programma’s die zich bezighouden met fondsenwerving en medewerkers die zich bezighouden met het uitvoeren van doelstellingsactiviteiten werken op projectniveau nauw samen. Zo blijven alle medewerkers zich afvragen hoe wij onze achterban betrekken om de doelstellingen te verwezenlijken.
Doel fondsenwerving 2014 De afdeling Fondsenwerving heeft als doel het verkrijgen van financiële ondersteuning door giften waardoor de organisatie haar activiteiten kan blijven uitvoeren. Dit doen wij enerzijds door het zoeken naar nieuwe mensen die ons willen steunen, anderzijds door het blijven betrekken en behouden van mensen die ons reeds een warm hart toedragen en het versterken van de relaties met het bedrijfsleven. Bij een afnemend donateursbestand en een trend van neerwaartse collecte-inkomsten hielden we in 2014 rekening met een krimp van circa € 200.000 en een kostenpercentage fondsenwerving van 20%. Aan het einde van 2014 mogen we concluderen dat we boven verwachting uitkomen met inkomsten boven de 6 miljoen euro en een kostenpercentage fondsenwerving van circa 17%. Deze positieve uitkomst is mede toe te schrijven aan de beleidskeuzes die zijn gemaakt om ons te richten op specifieke geoormerkte projecten. Daarnaast blijft het werk van de Brandwonden Stichting sterk afhankelijk van betrokken mensen. Zo zien we dat mensen in 2014 een hoger bedrag aan ons nalaten dan wij hadden verwacht.
Doel collecte 2014 Voor 2014 was de collecte-opbrengst begroot op 2 miljoen euro. We zijn trots op onze collectevrijwilligers in 2014 uiteindelijk een bedrag van € 2.123.231 ophaalden. Met relatief beperkte middelen hebben we meer opgehaald dan was begroot. Het jaar 2014 stond in het teken van herstel. De forse daling aan collecte-inkomsten in 2013 werd in 2014 enigszins hersteld. Hoewel de opbrengst met zo’n 5% verminderde, is deze afname teruggebracht tot onder de gemiddelde daling van alle Nederlandse collecterende fondsen. Wij zijn al onze vrijwilligers erg dankbaar dat zij hun schouders onder de collecte hebben gezet. Hartelijk bedankt!
Cijfers fondsenwerving en collecte In 2014 telde de Brandwonden Stichting ruim 57.408 collectanten, circa 2.415 collecte-organisatoren en 27.935 actieve periodieke gevers. Dit zijn 1.565 minder structurele gevers en hun vaste donatie ten opzichte van het jaar 2013. Het grootste gedeelte van de mensen geeft geen reden op voor het stoppen van hun structurele donatie. Als ze wel een reden opgeven is dat meestal vanwege hun financiële situatie, de op twee na grootste oorzaak is overlijden.
5.1 Giften dankzij de collecte Met relatief beperkte middelen is meer opgehaald dan was begroot. De collecte-opbrengst was begroot op 2 miljoen euro, onze collectevrijwilligers haalden een bedrag op van € 2.123.231.
Hartverwarmende acties voor de Brandwonden Stichting.
28
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
29
Telefonisch contact leidt tot betrokkenheid Telefonisch contact door telemarketing blijft een goed instrument om donateurs te betrekken, ook in 2014. Losse giftgevers en mensen die gebruik hebben gemaakt van het Rookmelderteam zijn telefonisch benaderd met de vraag of zij ons werk willen steunen. Mensen die ons al steunen is gevraagd om ons iets meer te steunen. Circa 20% van de mensen die we belden hebben hier positief op gereageerd. Dit jaar hebben we ook mensen gebeld die ons al steunen met een mooi bedrag. Via een zogenaamde service-call wezen wij hen op Periodiek Schenken, waardoor zij fiscaal voordeel van hun schenking kunnen ontvangen.
Sturen van brieven naar onze achterban
Wel collectanten, geen organisator Om de collecte met minder middelen een meer dan gemiddeld resultaat te laten behalen, zijn vernieuwingen nodig. In 2014 speelden we meer in op de behoeften van de ‘nieuwe vrijwilliger’. Dit hebben we onder andere vormgegeven met de actie ‘Noodkreet’. In sommige locaties zijn er wel collectanten, maar geen organisator en dat betekent dat een collecte niet door kan gaan. Onze brede achterban en relaties hebben we gematched met de postcodegebieden waar nog geen collecte-organisator was en waar wél collectanten waren. Deze mensen vroegen we per e-mail om hulp. We boden een duidelijke taak voor een bepaalde termijn met een vastgesteld doel. Dit, gecombineerd met de persoonlijke aanpak en de duidelijke noodzaak, zorgde ervoor dat we binnen twee weken meer dan 90 nieuwe collecte-organisatoren hadden geworven. Hierdoor kon de collecte in ruim 90 locaties tóch door gaan!
Pilot: bussen per post Daarnaast hebben we geprobeerd om in locaties die nog steeds niet waren voorzien van een organisator, de collectanten toch te laten lopen zonder organisator. Vanuit Beverwijk ontvingen deze collectanten een verzegelde collectebus, aan het einde van de collecteweek konden ze de collectebus inleveren bij een andere organisator. Een kleine 100 vrijwilligers gaf actief aan op deze wijze te willen collecteren. Deze actie gaf echter veel vragen en opmerkingen van onze collectevrijwilligers. Deze actie werkte in 2014 niet naar volle tevredenheid. De oorzaak hiervan ligt in de noodzaak van concrete op straat/wijkniveau gerichte communicatie met de betrokken vrijwilligers. In 2014 was de opdracht aan de vrijwilligers niet duidelijk genoeg. In 2015 zetten wij extra contactmomenten in om de communicatie met deze vrijwilligers te versterken.
Collecte en voorlichting gaan hand in hand en van deur tot deur In 2014 werkten we ook samen met de VriendenLoterij om eerste hulp kaartjes te ontwikkelen die we tijdens de collecte konden uitdelen. Deze kaartjes bevatten aan de ene kant de eerste hulpregels bij brandwonden, aan de andere kant een rebus waarmee mensen kans maakten op prijzen. Deze kaartjes zijn tijdens de collecte uitgedeeld. Hierdoor hebben meer dan 2 miljoen huishoudens in Nederland de eerste hulpregels bij brandwonden ontvangen. Een mooi bijeffect waren 1.500 geoormerkte spelers die zo de Brandwonden Stichting steunen.
5.2 Giften door particulieren Het werk van de Brandwonden Stichting is sterk afhankelijk van mensen die ons een warm hart toedragen. Door maandelijks een donatie over te maken, door mooie acties door heel Nederland te organiseren en door nog 1.001 manieren waar we ontzettend dankbaar voor zijn.
30
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
In 2014 is het direct mailtraject geïntensiveerd. In 2014 zijn er op vier momenten brieven met een giftverzoek verstuurd naar onze donateurs en is er één mailing verstuurd naar oude relaties van de Brandwonden Stichting. Samen opgeteld waren dit 203.102 brieven, hiermee is € 201.539 ingezameld. Dit is € 32.000 meer ten opzichte van 2013.
Betrokkenen en bevlogenen organiseren zelf acties De Brandwonden Stichting steunt sterk op inzamelingsacties van particulieren. Zo zijn er mensen die zich spontaan aanmelden met hartverwarmende acties. Twan Oelen (13 jaar) liep de Nijmeegse Vierdaagse voor de Brandwonden Stichting, Anne-Laura, Myrthe en Kimberly bakten cupcakes en Vera verkocht zelfgemaakte loombandjes. Linda Ketelaar-Beks verraste ons met de organisatie van een groots benefietfestijn ‘Knippen voor Brandwonden’ in Mierlo. Hiermee haalde zij € 10.000 op. Wij bewonderen hoe mensen zoals Linda hun, soms traumatische, ervaring omzetten in iets positiefs. Om particuliere acties te stimuleren is in Noord-Holland het ‘Lopend Vuurtje’ getest. Basisscholen is gevraagd om hun avondvierdaagse voor de Brandwonden Stichting te lopen. Hieraan hebben zes scholen gehoor gegeven en is € 3.500 bij elkaar gewandeld. Daarnaast zijn brandweerlieden gevraagd om als Vlammende Fietsers te fietsen voor de Brandwonden Stichting. Hieraan hebben zes korpsen deelgenomen en is zo’n € 7.000 bij elkaar gefietst.
Knippen voor Brandwonden Het verhaal van Linda Linda: “Twee jaar geleden ben ik donateur geworden van de Brandwonden Stichting. Omdat ik uit eigen ervaring weet wat een Brandwonden Stichting kan betekenen voor de medemens. Bij een woningbrand is mijn middelste broer om het leven gekomen, mijn oudste broer raakte ernstig verbrand. Tientallen keren werd hij geopereerd, jaar in, jaar uit. Zijn littekens zaten voornamelijk op zijn gezicht, handen en benen. Niet alleen lichamelijk, maar ook psychisch is dit heel erg zwaar. Iedere dag word je ermee geconfronteerd. Twee jaar geleden kreeg mijn jongste broertje een bedrijfsongeval. Na zijn revalidatie kwam hij ook terecht in het brandwondencentrum te Beverwijk. Hier moest hij verschillende huidtransplantaties doormaken. Nu, jaren later, gaat het beter met hem. De emotionele schade maak ik van dichtbij mee, hierdoor besef je hoe heftig het is om dagelijks opnieuw de confrontatie aan te moeten gaan, met jezelf én met anderen…De zichtbaarheid, de huidtransplantaties en het ongemak omdat het dagelijkse leven niet zomaar opgepakt kan worden. Omdat ik nu uit eigen ervaring weet wat de Brandwonden Stichting kan betekenen voor de medemens, voelde ik me geroepen hier mijn steentje aan bij te dragen!”
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
31
5.3 Stichtingen en fondsen Stichtingen en fondsen zijn een belangrijke bron van inkomsten voor de Brandwonden Stichting. Het gros van de giften die de Brandwonden Stichting op deze manier verkrijgt, komt spontaan binnen. Het is afkomstig van stichtingen die zich kunnen vinden in onze missie: brandwonden voorkomen en leed door brandwonden tot een minimum beperken. In 2014 zijn er voor het eerst vermogensfondsen aangeschreven voor geoormerkte steun. Dit heeft geleid tot een geoormerkte donatie van Ars Donandi + Schmalhausen fonds van € 5.000 voor het project waarbij plasma wordt onderzocht als een alternatief voor antibiotica bij het bestrijden van wondinfecties.
5.4 Nalatenschappen: met respect ontvangen Het aantal mensen dat de Brandwonden Stichting in de periode voor 2014 in haar testament had opgenomen, oversteeg onze verwachtingen. Maar liefst € 706.044 ontvingen wij in 2014. Met veel respect voor de keuze van degenen die het werk van de Brandwonden Stichting op deze wijze steunen, besteden wij dit bedrag aan de projecten die zijn opgenomen in het testament. Het blijkt dat wij hiermee de tijdsintensieve projecten zoals wetenschappelijk onderzoek kunnen blijven financieren.
5.5 Service door goed en snel contact De receptie van de Brandwonden Stichting doet haar uiterste best om alle personen vriendelijk en servicegericht verder te helpen. Met het vormgeven van het programma Relatie & Behoud wordt het niveau van de service verder verhoogd. Naast de directe telefonische communicatie wordt e-mail binnen 24 uur beantwoordt en wordt post binnen twee dagen beantwoord. Daarnaast worden de vragen en opmerkingen via sociale media direct opgevolgd.
Sportieve acties: een heuse Obstacle Run en 4Mijl van Groningen In 2014 is de Brandwonden Stichting gestart met een sportevenement: de Rescue Run. Hiervoor is een geweldige samenwerking gerealiseerd met de brandweermensen van Oefencentrum Crailo. Zij ontwikkelden een uitdagend parcours met meer dan 50 obstakels. In deze eerste editie – die deels over het terrein van het televisieprogramma Utopia liep - deden circa 200 deelnemers mee en werd € 6.798 opgehaald voor het project Aquatraining. Vanwege het enthousiasme van alle organisatoren en de fondsenwervende potentie is besloten dit event in 2015 te herhalen en uit te breiden. Daarnaast vond er in 2014 ook een fantastische samenwerking plaats met de mensen van het brandwondencentrum in het Martini Ziekenhuis voor, tijdens en na De 4 Mijl van Groningen. Dit hardloopevenement stond in 2014 in het teken van de verbouwing van de verbandwisselkamer in het Martini Ziekenhuis. Samen hebben we ons ingezet om dit evenement tot een fondsenwervend succes te maken. Er werd een recordbedrag van € 109.620 opgehaald. Geld dat geoormerkt en volledig besteed wordt aan een moderne verbandwisselkamer voor kinderen met brandwonden.
5.2 Giften door bedrijven De Brandwonden Stichting heeft sinds 2013 een medewerker in dienst die zich richt op de zakelijke markt. Zij focust zich op het verkrijgen van sponsoring en het aangaan van zakelijke relaties. Daarnaast zijn er goede contacten met leveranciers en samenwerkingspartners. Dit resulteert in een toename aan inkomsten van de zakelijke markt en sponsoring ten opzicht van 2013.
32
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
5.6 Extra gift van de VriendenLoterij Van de VriendenLoterij ontvingen we in 2014 een jaarlijkse bijdrage van € 801.640. Hiervan is € 91.963 te danken aan spelers die hebben aangegeven dat zij voor de Brandwonden Stichting meespelen. Bovenop de jaarlijkse bijdrage ontving de Brandwonden Stichting een extra gift van € 380.594 voor het project ‘Pijnbestrijding bij kinderen met brandwonden’. Deze geoormerkte gift is, enerzijds aan de verbouwing van de verbandwisselkamers van de drie brandwondencentra besteed en anderzijds aan de implementatie van Virtual Reality als pijnbestrijding in het brandwondencentrum van het Martini Ziekenhuis in Groningen.
Nieuwe schoenen voor Vera Onze ambassadeur Vera werd door de Vrienden Loterij in het RTL4programma Koffietijd in het zonnetje gezet. Als ‘gezicht’ van de Brandwonden Stichting is zij een positief voorbeeld voor velen. En daarom beloonde het VriendenFonds haar met een extra paar nieuwe orthopedische schoenen.
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
33
6. Bedrijfsvoering De afdeling Bedrijfsvoering bestaat uit de vier subafdelingen: Facilitaire Dienst, Informatie Technologie (ICT), Financiën en Personeel & Organisatie (P&O). De afdeling ondersteunt zowel de Nederlandse Brandwonden Stichting als de Euro Tissue Bank. Doel in 2014 was om beide organisaties, met een kleinere bezitting van de afdeling Bedrijfsvoering (3fte minder ten opzichte van 2013), te ondersteunen zodat werkzaamheden optimaal uitgevoerd konden worden door de medewerkers. We streven ernaar dat te doen op een effectieve en efficiënte wijze, waarbij alles draait om servicegerichtheid en (interne) klantvriendelijkheid.
Facilitaire Dienst De twee organisaties en haar medewerkers zijn in 2014 door de afdeling Facilitaire Dienst op de juiste manier voorzien van facilitaire voorzieningen zodat werkzaamheden optimaal konden worden uitgevoerd.
ICT Met 0.8 fte minder in 2014 is de afdeling ICT erin geslaagd een veilige, bedrijfszekere ICTwerkomgeving te bieden aan de werknemers van de Nederlandse Brandwonden Stichting. In mei 2014 kampten we met twee dagen downtime en bijkomende ongemakken. Hiervoor zijn maatregelen getroffen om herhaling te voorkomen.
Medewerkers Nederlandse Brandwonden Stichting 31 december 2014
31 december 2013
48
48
- buitendienst
12
12
- binnendienst
36
36
32,9
38,9
10/38
10/38
Gemiddelde leeftijd
48,3
51,1
Gemiddelde fte
33,4
38,9
Aantal medewerkers instroom
3
3
Aantal medewerkers uitstroom
3
15
Aantal medewerkers
Aantal fte Man/Vrouw
Financiën Financiën heeft in 2014 het management met begrotingen, (meerjaren-)ramingen en tussentijdse financiële rapportages ondersteund. Alle financiële transacties zijn zorgvuldig, snel en volledig geregistreerd. De jaarstukken zijn bijtijds afgeleverd in goede samenwerking met de externe accountants.
P&O Personeel & Organisatie verzorgde in 2014 op adequate wijze de ondersteuning van het HR-beleid. Vanuit kostenoverwegingen is in 2014 de salarisadministratie in eigen beheer genomen via onze bestaande financiële software. In 2014 was het ziekteverzuim laag, het functiegebouw op orde en het ARBO-beleid op de rails. In afwachting van op een nieuwe CAO Ziekenhuizen, worden onze regelingen in 2015 aangepast.
Ondernemingsraad De gemeenschappelijke Ondernemingsraad van de Brandwonden Stichting en de Euro Tissue Bank is op 1 januari 2014 met de deconsolidatie van beide organisaties opgeheven. Voor de Nederlandse Brandwonden Stichting is in april 2014 een nieuwe OR geïnstalleerd. Omdat de nieuwe OR niet opstartte kwam is er in november een nieuwe poging ondernomen met een nieuwe verkiezing. Hierop hebben zich zeven kandidaten gemeld, daaruit zijn vijf nieuwe leden gekozen door de medewerkers. De OR heeft in 2015 een frisse start gemaakt en het voornemen uitgesproken om op vruchtbare wijze het overleg namens de medewerkers met de directie voeren.
34
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
35
7. Communicatie De afdeling communicatie bestaat uit twee medewerkers, die onder verantwoordelijkheid van en in samenwerking met de directie de afdelingen en programma’s ondersteunt en adviseert met betrekking tot het vakgebied communicatie.
Verbinden met doelgroepen Iedere doelgroep van de Brandwonden Stichting voorzien in de juiste wensen en behoeftes door het gesprek aan te gaan, dat is het doel van de afdeling communicatie. Nieuwe- en online media bieden de Brandwonden Stichting de mogelijkheid om op laagdrempelige wijze het gesprek aan te gaan met haar doelgroepen. Enkel als we luisteren is het mogelijk om te voldoen aan de verwachtingen, wensen en behoeften van onze doelgroepen. Wat vinden collectanten interessant om te horen en wat niet? Hoe interesseer je mensen voor preventiemaatregelen? Hoe betrek je mensen bij de organisatie? Dat is ons uitgangspunt. Zo reageren wij proactief en snel op reacties en uitingen op sociale media. We communiceren content die uitdaagt tot interactie en leidt tot verbinding met mensen. We peilen de informatiebehoefte en creëren contactmomenten die effectief leiden tot actie.
36
Een greep uit de duizenden NO make up selfies op NO make up day.
Snelle communicatie en interactie
NO make up day: echte schoonheid zit vanbinnen
Dankzij de korte lijnen met de directie wordt er snel gehandeld. Dat is in het belang van onze doelgroepen. Op de website is een tool ingebouwd waardoor bezoekers kunnen reageren op nieuwsberichten. Op Facebook dagen we uit tot interactie en gaan we graag het gesprek aan. Op Twitter houden we onze volgers op de hoogte van alle nieuwtjes en monitoren we de gesprekken (tweets) over brandwonden. De blog www.Brand-News.nl is in 2014 uitgegroeid tot het nieuwsmedium van de Nederlandse Brandwondenzorg en leidt tot free publicity. Tijdens de BBQ-campagne is een nieuwe manier van voorlichtingscommunicatie opgezet, waarbij voorlichting werd gegeven via online tools en we direct het gesprek aangingen met onze doelgroep.
Donderdag 18 september 2014 was het NO make up day. In het kader ‘echte schoonheid zit vanbinnen’, daagde de Brandwonden Stichting meiden en vrouwen uit om de hele dag geen make-up te dragen. Prachtige selfies met natural beauty’s overstroomden Facebook, Twitter en Instagram (meer dan 39.000 alleen al op Instagram). Kranten en magazines berichtten er massaal over. En we waren te zien bij RTL Late Night, Man Bijt Hond en Shownieuws. Met NO make up day hebben we op één dag de Brandwonden Stichting op een sympathieke manier onder de aandacht gebracht van miljoenen mensen. Een belangrijk leerpunt voor 2015 is om NO make up day fondsenwervend te maken.
Crisiscommunicatie tijdens de collecteweek
Online middelen:
Halverwege de collecteweek van de Brandwonden Stichting kwam een collegafonds negatief in het nieuws. De ervaring leert dat zodra één fonds negatief in het nieuws is, dit zijn weerslag heeft op andere fondsen en op het donateursvertrouwen. In 2013 kwam eveneens een collegafonds negatief in het nieuws halverwege onze collecteweek. Dat jaar daalde onze opbrengst met 15%. Hoewel oorzaak en gevolg niet direct aan elkaar gekoppeld kunnen worden, namen we geen risico. Duizenden collectevrijwilligers zouden die avond weer langs de deuren gaan en wellicht negatieve opmerkingen krijgen naar aanleiding van het nieuwsbericht. We besloten direct in te grijpen en als één blok achter onze collectevrijwilligers te gaan staan. De bemoedigende, verontwaardigde en oprechte reacties namens de directeur bereikte duizenden collectevrijwilligers per e-mail en via Facebook meer dan 26.000 mensen. Collectanten reageerden positief en voelden zich gesteund.
Website: www.brandwondenstichting.nl, www.eerstehulpbijbrandwonden.nl & www.watdoejijbijbrand.nl Twitter: @BrandwondenNL (info & nieuws), @BurnSurvivors (leven met littekens) & @Doejijbijbrand (brandpreventie) Facebook: BrandwondenStichting, Leven na brandwonden & Wat doe JIJ bij brand? Blog: www.brand-news.nl (verhalen en nieuws uit de brandwondenzorg) Filmpjes: YouTube Foto’s: Instagram
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Leerpunten 2015 In 2014 zetten we de eerste stappen om meer doelen mee te nemen in communicatie. In 2015 rollen we dit verder uit en nemen we fondsenwervende doelstellingen eerder mee in het projectmanagement, zoals bij NO make up day. We hebben in onze communicatie geleerd dat wij ons verhaal nog meer vanuit personen moeten vertellen en niet vanuit de organisatie Brandwonden Stichting.
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
37
8. Bestuurlijke verantwoording
Besturing van de organisatie: Raad van Bestuur De Raad van Bestuur is eenhoofdig en wordt gevormd door de statutair directeur: dhr. R.W.J. Baardse. Hij is eindverantwoordelijke en legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht en heeft een dienstverband voor onbepaalde tijd.
8.1 Bestuurlijke inrichting De Nederlandse Brandwonden Stichting heeft een statutaire directie en een Raad van Toezicht die de directie benoemt en toezicht houdt op het beleid. Deze functiescheiding draagt bij aan een transparante organisatie. Zowel de positie van de bestuurlijk verantwoordelijk directeur als het functioneren van de Raad van Toezicht en zijn commissies zijn formeel vastgelegd in de statuten en reglementen. Deze documenten zijn in te zien via www.brandwondenstichting.nl.
Hoofdtaken Raad van Toezicht • Toezien en goedkeuren van het beleid zoals dat is vastgesteld en wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de directie. • Goedkeuren van de jaarrekening en de begroting. • Benoeming directie en vaststellen van de beloning. • Benoeming externe accountant die de boeken en administratieve organisatie jaarlijks controleert.
Samenstelling Raad van Toezicht Volgens de statuten bestaat de Raad van Toezicht van de Nederlandse Brandwonden Stichting uit minimaal drie en maximaal zeven personen. De leden van de Raad van Toezicht worden benoemd en ontslagen door de Raad van Toezicht en geworven aan de hand van een profielschets. Er wordt gestreefd naar diversiteit van personen en expertise. Allen zijn vrijwillig lid en ontvangen geen vergoeding. In 2014 bestond de Raad van Toezicht van de Nederlandse Brandwonden Stichting uit de volgende leden: dhr. drs. E.A.J. van de Merwe voorzitter mw. drs. T. Monzón vicevoorzitter dhr. dr. F. Groenevelt lid dhr. dr. A.P.C.C. Hopperus Buma lid mw. prof. dr. C.M.A.M. van der Horst lid De Raad van Toezicht kent de volgende commissies: • Auditcommissie (mw. Monzón en dhr. van de Merwe) • Remuneratiecommissie (dhr. Groenevelt en dhr. van de Merwe) • Selectie- en Benoemingscommissie (dhr. van de Merwe en dhr. Groenevelt) Een volledige opsomming van de nevenfuncties van de directeur en de leden van de Raad van Toezicht zijn in te zien in de bijlage. De zittingsperiode van de leden van de Raad van Toezicht is reglementair bepaald voor een periode van vier jaar, die maximaal met één periode kan worden verlengd.
Rooster van aftreden Raad van Toezicht Naam Termijn Dhr. Drs. E.A.J. van de Merwe tweede Mw. drs. T. Monzón eerste Dhr. dr. F. Groenevelt tweede Dhr. dr. A.P.C.C. Hopperus Buma tweede Mw. prof. dr. C.M.A.M. van der Horst tweede
38
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Datum aftreden mei 2017 dec 2015 dec 2015 mei 2017 dec 2018
Planning & Controlecyclus Om trouw te blijven aan de missie en doelstellingen te realiseren, verloopt het besturen van de organisatie volgens het navolgende stramien: • Elk afdelingshoofd is lid van het Managementteam (MT). • MT-leden zijn tevens budgethouder van hun afdeling. • De door de MT-leden opgestelde jaarplannen zijn leidend voor de begroting. • Het jaarplan plus begroting bevatten concrete doelstellingen voor het komende jaar (in jargon: het jaarplan is operationeel en S.M.A.R.T. geformuleerd met programma’s en projecten). • De directie stelt de begroting vast en de Raad van Toezicht keurt deze goed. • De uitvoering van het jaarplan wordt maandelijks en per trimester gevolgd. • Budgethouders leggen per trimester rekening en verantwoording af aan de directie en stellen eventueel in overleg doelen bij. • Gedurende het hele jaar wordt in het MT de stand van zaken, voortgang en resultaten besproken. • Alle (behaalde) doelstellingen en resultaten van het jaarplan monden uit in een jaarverslag.
Vergaderingen Raad van Toezicht Het jaar 2014 was een jaar waarin de organisatie volop bezig was om zich organisatorisch opnieuw in te richten. De Raad van Toezicht van de Nederlandse Brandwonden Stichting vergaderde viermaal. De auditcommissie is driemaal bijeengekomen en de selectie- en benoemingscommissie eenmaal. Individuele leden van de Raad van Toezicht zijn verder betrokken geweest bij verschillende besprekingen en initiatieven. In de vergaderingen zijn de navolgende onderwerpen aan de orde gekomen: • Goedkeuring van de jaarrekening 2013 en het jaarverslag 2013. • Bespreking met de accountant inzake de controle van de administratieve organisatie en de jaarrekeningen. • Bespreking en goedkeuring van de begroting 2014. • Benoeming nieuwe voorzitter van de Wetenschappelijke Advies Raad. • Voortgang van het meerjarenbeleid. • Samenwerking met het Huidfonds en de Stichting Kind en Brandwond. • Functioneren van de directie. • Functioneren van de Raad van Toezicht en zijn commissies.
8.2 Belanghebbenden Brandwonden Stichting De Nederlandse Brandwonden Stichting speelt een centrale rol in het netwerk van organisaties en belanghebbenden in de wereld van brandwonden. Dit zijn uiteenlopende organisaties zoals de brandweer, de drie brandwondencentra, de Vereniging van Mensen met Brandwonden, de Nederlandse Vereniging voor Brandwondenzorg, bedrijven actief in brandpreventie en brand bestrijdingsmiddelen, etc. De strategie van de Nederlandse Brandwonden Stichting is grotendeels gebaseerd op het actief leggen van verbindingen in de brandwondenwereld, voornamelijk nationaal, maar ook internationaal.
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
39
8.3 Vrijwilligersbeleid
Met wie communiceren we?
Wat?
Mensen met brandwonden
Lotgenotencontactactiviteiten, (psychosociale) ondersteuning, wetenschappelijk onderzoek
Familie en vrienden van mensen met brandwonden
(Psychosociale) ondersteuning & nazorg
Ouders van kinderen 0 - 4 jaar
Hoe voorkom & behandel je brandwonden bij kinderen?
Kinderen 6-12 jaar
Lesprogramma’s over voorkomen van brand en brandwonden
Inwoners Nederland 18 -100 jaar
Wat kan je doen om brandwonden te voorkomen en brandveilig te leven?
Artsen, verpleegkundigen & andere professionals (brandwonden)zorg
Vergroten kennis, delen kennis, opleiden
Wetenschappers
Alles over (gesubsidieerd) onderzoek m.b.t. brandwonden
Brandweer
Brandpreventieweken, Rookmelderteam, Brandveilig Leven
Donateurs en losse giftgevers
Informatie over projecten om betrokkenheid te vergroten
Bedrijven
Overeenkomstige doelstellingen vinden t.b.v. fondsenwerving
Collectanten
Informatie over projecten om noodzakelijkheid collecte te onderstrepen, betrokkenheid creëren
Vrijwilligers Rookmelderteam
Training, updates Rookmelderteam
Medewerkers
Interne communicatie
Journalisten
(Free) publicity
Ambtenaren
Lobby
De Nederlandse Brandwonden Stichting is een organisatie die haar bestaan en effectiviteit te danken heeft aan veel betrokken vrijwilligers. Zij zetten zich in voor zowel doelstellings- als fondsenwervende activiteiten. Om dit mogelijk te maken, kennen we een vrijwilligersbeleid. Dit beleid is vastgelegd in een nota en gebaseerd op de volgende uitgangspunten: • Vrijwilligers worden met respect en waardering behandeld door (vertegenwoordigers van) de Brandwonden Stichting. Zij worden serieus genomen en waar mogelijk betrokken bij de beleidsvorming en evaluatie. • De Brandwonden Stichting zorgt ervoor dat vrijwilligers zo goed mogelijk, minimaal volgens de wettelijke regels en landelijke protocollen, hun taken kunnen uitvoeren. Bij onduidelijkheden en ongemakkelijke situaties kan de vrijwilliger rekenen op steun van (vertegenwoordigers van) de Brandwonden Stichting. • De Brandwonden Stichting ziet het werk van de vrijwilligers als vrijwillig, maar niet als vrijblijvend. Daarom stelt de Brandwonden Stichting verwachtingen en plichten aan haar vrijwilligers en spreekt hen daarop aan. • Alle vrijwilligers zijn verzekerd tijdens de uitvoering van hun taken. De Brandwonden Stichting heeft een vrijwilligersverzekering waar de vrijwilliger, naast de eigen verzekering, op terug kan vallen.
Krachtenbundeling Om onze missie te laten slagen, hebben we hulp nodig. We werken samen om inhoudelijk en financieel sterker te worden en daarmee onze rol als spil binnen het brandwondennetwerk optimaal in te zetten.
Beleid richt zich naar praktijk Het meerjarenbeleid van de Nederlandse Brandwonden Stichting is opgesteld vanuit een SWOT, zodat de organisatie zich richt op haalbare ambities. Verwerkt in prestatie-indicatoren en succesfactoren (zie bijlagen) conform een vastgesteld primair proces. Op basis hiervan wordt, ieder trimester, de inhoudelijke voortgang op doelstellingsniveau getoetst op MT-niveau. Hiertoe wordt een specifiek jaarplan/project en procesplan systeem gehanteerd. Algemene en specifieke risico’s worden trimestrieel in kaart gebracht volgens een levend risicodocument.
Codes en richtlijnen De Nederlandse Brandwonden Stichting volgt actief de principes van de Code Goed Bestuur met betrekking tot besturen, toezicht houden en omgaan met belanghebbenden en draagt de Stichting het CBF keur voor goede doelen. De inhoudelijke doelen die de code en het keurmerk nastreven Met betrekking tot het bereiken van effect, effectmeting, bedrijfsvoering en verantwoording is en wordt doorlopend in de projecten en processen getoetst.
Vragen, opmerkingen en klachten Hoewel we onze uiterste beste doen zo transparant en helder mogelijk te communiceren met de verschillende doelgroepen kan het gebeuren dat iets tot onduidelijkheid, verwarring of een klacht leidt. Onze insteek is om dit te allen tijde zo snel en netjes mogelijk af te handelen. Voor klachten van belanghebbenden en anderen is een klachtenprocedure opgesteld. Klachten kunnen via website, telefoon, brief en persoonlijk contact binnenkomen en worden conform de vastgestelde procedure afgehandeld. Deze is ook terug te vinden op de website www.brandwondenstichting.nl.
40
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Mindmap van de inhoudelijke programma’s en samenwerkingspartners.
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
41
8.4 Organogram
8.5 Analyse van het resultaat Vergelijking realisatie-begroting Het jaar 2014 was in financieel opzicht een goed jaar voor de Brandwonden Stichting. Door hogere inkomsten en lagere uitvoeringskosten was het resultaat hoger dan begroot. De veel hogere inkomsten uit erfenissen en legaten waren niet voorzien en zijn de voornaamste oorzaak van het hoge resultaat. Het ligt in de bedoeling om in 2015 extra uitgaven te doen aan de doelstellingen. Het teruglopen van de kosten bij Fondsenwerving en bij Beheer & Administratie was een belangrijk oogmerk van de reorganisatie in 2013 en is volledig behaald. Daarnaast speelden de grote geoormerkte inkomsten een belangrijke rol in 2014, maar liefst € 580.000. Dit bedrag beïnvloedt de vergelijking met de begroting van 2014 en realisatie van 2013 sterk. De hoofdlijnen zien er als volgt uit:
Bevorderen Preventie Bevorderen Kwaliteit van Zorg
Onderzoek
Programma’s
Bevorderen Kwaliteit van Leven
Relatie & Behoud
OR Wetenschappelijke Adviesraad
Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
€
€
€
Baten
6.154
5.245
5.441
Bestedingen aan doelstellingen
3.843
3.783
3.921
Lasten
1.323
1.447
2.047
988
15
-/-527
Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
€
€
€
Collecte
2.123
2.000
2.253
Giften particulieren
1.316
1.535
1.359
Giften geoormerkt
581
0
63
Giften bedrijven
200
240
170
Erfenissen & legaten
706
260
345
75
60
85
1066
1.050
1.063
87
100
103
6.154
5.245
5.441
Bedragen in duizendtallen
Landelijke Collecte
Relationeel
Resultaat
Backoffice
Nadere analyse van de baten Directie Particulier
Zakelijk Werving & Actie Stichtingen en fondsen
Evenementen
Communicatie
Raad van Toezicht
Bedragen in duizendtallen
Projectsubsidies Loterijen Beleggingen
Financiële dienst
Facilitaire dienst Bedrijfsvoering/ controller ICT
Personeel en Organisatie
42
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Totaal
1. Collecte Er was in de begroting rekening gehouden met teruglopende inkomsten uit de landelijke collecte. Al jaren zien we een tendens van afnemende collecte-opbrengsten, dat vooral een gevolg is van minder vrijwilligers die bereid zijn met een collectebus de straat op te gaan. Daarnaast moest de collecte-organisatie de collecte neerzetten met minder mensen dan in voorgaande jaren. Toch valt de opbrengst ruim 100.000 hoger uit dan verwacht. 2. Giften particulieren Ons beleid om meer structurele giften van particulieren te werven, lukt nog niet erg goed. We blijven volharden in het zoeken naar succesvolle methoden en technieken. Wel zijn we in 2014 buitengewoon succesvol geweest in het werven van giften met een concreet doel, zogeheten
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
43
geoormerkte giften. We hebben van de VriendenLoterij een extra gift gekregen van € 380.594 voor pijnbestrijding bij kinderen met brandwonden. Daarnaast waren we in 2014 het goede doel bij het Groningse evenement De 4Mijl. Daarmee werd ruim € 100.000 opgehaald voor een verbandwisselkamer voor kinderen met brandwonden in het Groningse brandwondencentrum.
Nadere analyse van de lasten Bestedingen doelstellingen Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
€
€
€
Preventie
726
802
897
Zorg
384
394
632
Kwaliteit van Leven
442
447
394
Onderzoek
2.291
2.140
1.198
Totaal
3.843
3.783
3.921
Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
€
€
€
Personeelskosten
454
448
542
Algemene kosten
139
161
184
Wervingskosten
228
310
277
Totaal
821
919
1.003
Bedragen in duizendtallen
3. Giften bedrijven De extra inspanningen om de inkomsten uit deze bron te vergroten, werpen zijn vruchten af. We hechten belang aan ondersteuning door bedrijven en organisaties en zullen dus hierop blijven inzetten. 4. Erfenissen & legaten De inkomsten uit erfenissen en legaten hadden we voorzichtig begroot. In 2014 hebben we zeer veel geld verkregen uit erfenissen en legaten. Daar zijn wij dankbaar voor, maar feit is dat het een lastig te sturen en dus te begroten inkomstenstroom is. We zullen dus voorzichtig blijven begroten. 5. Projectsubsidies De projectsubsidies betreffen subsidies van de ministeries Veiligheid en Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ondanks dreigende berichten van bezuiniging bleven deze bijdragen aan specifieke projecten op het niveau van de voorgaande jaren. 6. Loterijen 7. Hoewel de verwachting is dat de opbrengsten vanuit de loterijen dalen, geldt deze verwachting niet voor de opbrengsten vanuit de VriendenLoterij en Krasloterij in 2014. 7. Beleggingen Beleggingen bestaan volledig uit deposito’s bij een tweetal banken. Omdat de rentestand laag is, zijn de opbrengsten uit deze deposito´s ook laag.
Kosten Eigen Fondsenwerving Bedragen in duizendtallen
De kosten eigen fondsenwerving hebben veel aandacht gehad in 2014 en we kunnen constateren dat we die goed onder controle hebben. We doen meer met minder mensen en middelen. We moeten innoveren en dat levert een spagaat op. Enerzijds moeten we op zoek naar nieuwe, innovatieve fondsenwervingsmethoden en dat vereist investeringen in mensen en middelen. Anderzijds moeten de kosten teruggedrongen worden door de collecte gecontroleerd terug te brengen. We voldoen ruimschoots aan het CBF percentage van 25%.
Kosten Beheer & Administratie Realisatie 2014
Begroting 2014
Realisatie 2013
€
€
€
Personeelskosten
304
308
419
Algemene kosten
157
164
173
0
0
405
461
472
997
Bedragen in duizendtallen
Reorganisatie Totaal
De kosten van Beheer & Administratie lopen terug als beoogd met de reorganisatie in 2013 en zijn nu op niveau. De reorganisatiekosten waren eenmalig en de reorganisatie is in 2013 geheel afgerond. De kosten Beheer & Administratie willen we onder de 10% hebben en we streven naar een percentage lager dan 8%.
44
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
45
8.6 Vierjaarsvergelijking baten en lasten
8.7 2015 en verder
De inkomsten van de Nederlandse Brandwonden Stichting kennen in 2014 een verhoging, tegen gesteld aan wat de tendens was de afgelopen jaren. Of hier sprake is van een trendbreuk is te vroeg om te bepalen. De hogere inkomsten werden veroorzaakt door geoormerkte giften en hoge inkomsten uit erfenissen en legaten. De uitgaven aan doelstellingen zijn redelijk stabiel, zodat de organisatie zich blijft inzetten voor de beoogde resultaten die noodzakelijk zijn om de preventie van brandwonden, de zorg voor patiënten met brandwonden en de kwaliteit van leven van mensen met brandwonden effectief te ondersteunen.
De Nederlandse Brandwonden Stichting wil brandwonden voorkomen en het leed ten gevolge van brandwonden tot een minimum beperken. Binnen het meerjarenbeleid 2013 – 2016 zijn daartoe ambities beschreven en vertaald naar prestatie-indicatoren en succesfactoren. Deze zijn en blijven het uitgangspunt voor de praktische invulling en voortgang van de organisatie. De vragen die wij ons voor 2015 stellen zijn: ‘Op welke wijze communiceren wij het belang van de Nederlandse Brandwonden Stichting aan ons publiek en hoe betrekken wij onze fans/vrienden, betrokkenen en bevlogenen om de doelstellingen te verwezenlijken?’
2014
2013
2012
2011
€
€
€
€
Baten uit eigen fondsenwerving
4.926.130
4.190.467
4.618.174
4.995.940
Baten uit acties van derden
1.065.590
1.063.074
1.110.397
1.178.083
75.000
85.000
85.000
80.000
87.471
102.888
173.815
65.547
6.154.191
5.441.429
5.987.386
6.319.570
Doelstelling preventie
726.010
897.170
1.319.710
1.177.937
Doelstelling zorg
384.006
631.911
539.625
462.104
Doelstelling kwaliteit van leven
441.754
393.966
429.876
416.994
Doelstelling onderzoek
2.291.503
1.998.493
2.262.707
1.883.927
Subtotaal doelstellingen
3.843.273
3.921.540
4.551.918
3.940.962
821.360
1.002.848
1.147.541
1.235.590
40.357
41.913
22.445
19.964
0
5.495
3.469
4.493
861.717
1.050.256
1.173.455
1.260.047
Baten:
Baten subsidies Baten uit beleggingen Som der baten
Lasten: Besteed aan doelstellingen
Werving baten Kosten eigen fondsenwerving Kosten acties derden Kosten beleggingen Subtotaal wervingskosten
In 2015 blijft de Nederlandse Brandwonden Stichting zich richten op mogelijkheden om in te spelen op kansen. Tegelijkertijd blijft het besef dat flexibiliteit nodig is om te reageren op maatschappelijke impact die mogelijk leidt tot negatieve financiële effecten voor de organisatie. De collecte-opbrengst is in 2015 begroot op € 2.000.000. Er zal dan ook de nodige aandacht zijn voor behoud en verbinding van contacten, betrokkenen en bereidwillige vrijwilligers. De inkomsten fondsenwerving stijgen naar verwachting. Deze groeiverwachting is gebaseerd op het effectief kunnen verbinden van zakelijke partners als sponsor en het behouden van de bestaande gevers. Het percentage kosten fondsenwerving is begroot op 21,5%. De kosten van de collecte dalen ten opzichte van 2014, zodat er mogelijkheden benut kunnen worden voor het opzetten van een diversiteit van vormen van fondsenwerving. Vanuit de gedachte dat een groot deel van de lijn van zorg binnen de Nederlandse Brandwondenzorg ‘preventie – zorg – kwaliteit van leven’ afhankelijk is van de inkomsten fondsenwerving van de Nederlandse Brandwonden Stichting, zijn de doelstellingsactiviteiten actief gekoppeld aan fondsenwervende doelstellingen. Met een bestedingsratio van meer dan 70% aan doelstellingsactiviteiten richt de Nederlandse Brandwonden Stichting zich adequaat op het uitvoeren van activiteiten gericht op het bereiken van de missionaire ambities.
Fondsenwerving: Werving & actie, Relatie & Behoud Eind 2014 is de afdeling Fondsenwerving praktisch georganiseerd in twee programma’s: Werving & Actie en Relatie & Behoud. Op deze wijze wordt de in 2014 extra aangetrokken menskracht en de medewerkers van inhoudelijke programma’s die meedenken aan fondsenwervende initiatieven specifiek en effectief ingezet. Omdat de inkomsten vanuit fondsenwerving moeilijker te voorspellen zijn door het wegvallen van structurele inkomstenbronnen zijn de uitgaven binnen de totale afdeling Fondsenwerving voorwaardelijk gesteld, zodat investeringen pas worden gedaan als een pilot succesvol blijkt en als inkomsten in brede zin zich ontwikkelen zoals verwacht.
Fondsenwerving: uitbouwen geoormerkt geven en tests met nieuwe wervingsvormen Beheer en administratie Kosten beheer- en administratie
In 2014 bleek dat geoormerkt geven en sponsoring aansluit op de verwachting van de hedendaagse gever en sponsor. Het beleid dat hiertoe is ingezet, zal in 2015 verder worden uitgewerkt en ingezet. Ook de reguliere fondsenwervende middelen, zoals (e-)mailingen en telemarketing worden gebruikt om deze geefvorm verder in te bedden in de organisatie. De pilots om via sportevenementen te werven voor een specifiek doel worden verder uitgebreid en vergroot. Daarnaast zal groei gericht op diversiteit van inkomsten worden bereikt door middel van het fiscaal schenkenprogramma en de doorontwikkeling van een major donor programma. Een speciaal daartoe georganiseerd gala zal hier een startevenement zijn. Diverse tests met betrekking tot online werving en skipSMS doneren (keuze bij iedere geefvraag) zijn in voorbereiding en worden, wanneer bewezen effectief verder voortgezet.
461.357
996.578
736.967
728.885
5.166.347
5.968.374
6.462.340
5.929.894
987.844
-526.945
-474.954
389.676
Ratio kosten Eigen Fondsenwerving t.o.v. baten Eigen Fondsenwerving
16.7%
23.9%
24.8%
24.7%
Landelijke Collecte: aandacht voor verbinden van vrijwilliger met doelstelling
Bestedingen doelstellingen t.o.v. Totale Baten
62.4%
72.1%
76.0%
62.4%
Bestedingen doelstellingen t.o.v. Totale Lasten
74,4%
65.7%
70.4%
66.5%
8.9%
16.7%
11.4%
12.3%
De inkomsten vanuit de collecte dalen in 2015 gecontroleerd naar een collecte-opbrengst van € 2.000.000. Om deze opbrengst te halen, worden tenminste 5.000 vrijwilligers geworven, zodat er in totaal 57.500 vrijwilligers zijn die zich inzetten als collectant voor de Brandwonden Stichting.
Som der lasten
Resultaat
Kosten Beheer & Administratie t.o.v. Totale Lasten
46
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
47
De ambitie om het uitgavepercentage collecte terug te dringen tot een niveau waarbij investeren in andere mogelijke vormen van fondsenwerving realistisch opgezet en uitgevoerd kunnen worden, is in 2014 behaald. In 2015 blijft deze ambitie de basis van de collecte-organisatie. Gezien de potentie die een landelijke collecte in Nederland heeft, zullen extra initiatieven starten gericht op het behoud en de betrokkenheid van vrijwilligers. In samenwerking met de professionals vanuit de Nederlandse brandwondencentra wordt ingezet op het wijzen op de noodzaak van een landelijke collecte voor de Nederlandse Brandwondenzorg. Tevens wordt ingezet op het verkrijgen van meer e-mailadressen van betrokken collectanten om directe communicatie mogelijk te maken en om hen uit te nodigen voor webinars en andere vormen van sociale- en online communicatie. Relatiebeheer van zowel collectanten als donateurs wordt in 2015 door één team uitgevoerd, zodat databeheer, -verrijking een goede basis biedt voor wervingsactiviteiten. Met een daarop aangesloten behoud bedank -en opvolgprogramma worden acties ingezet om de uitstroom van gevers te beperken.
Preventie Om het aantal brandwonden in Nederland te verminderen worden de acties gericht op kwetsbare doelgroep, zoals ouders van kinderen van 0 tot en met 4 jaar en senioren, voortgezet. De algemene aandacht richt zich op het vergroten van veiligheidsbewustzijn, het daadwerkelijk laten helpen van de doelgroep door vrijwilligers/partners en het overbrengen van handelingsperspectief, zodat de doelgroepen in staat zijn om veilig te handelen in onveilige situaties. Aandacht voor zelfredzaamheid, veilig handelen, productveiligheid en borging van veiligheid in wetgeving zijn daarbij speerpunt. Voortgaand op de basis van de lopende campagne gericht op ouders van kinderen van 0-4 jaar, start in het eerste kwartaal van 2015 een online actie gericht op bewustwording, gedragsintentie en gedragsverandering leidend tot het voorkomen van hete vloeistofverbrandingen bij kleine kinderen. Via netwerk- en doelgroep organisaties wordt actief samenwerking gezocht om de doelgroep ouders van jonge kinderen te bereiken. Vanuit de samenwerking met de brandweerorganisaties, zal in 2015 doorlopend projectmatige landelijke aandacht gevestigd worden op preventie- en vrijwilligersacties om ongevallen die leiden tot brandwonden te voorkomen, werkende (rook)melders te plaatsen en zelfredzaamheid te bevorderen. De groepen die verminderd zelfredzaam zijn, krijgen binnen de projectdoelstellingen grote aandacht. Het in samenwerking met het Instituut Fysieke Veiligheid en de VSBN opgestarte preventieonderzoek zal zich in 2015 mede daarom richten op de oorzaken van de ongevallen van thuiswonende senioren en op een internationale inventarisatie van gebruikte interventies. Met de eerste resultaten worden in samenwerking met de brandweeracademie interventies bevorderd, ontwikkeld en uitgevoerd.
Zorg In januari 2015 start een rondetafeloverleg om te komen tot een visitatiesysteem voor de Nederlandse brandwondenzorg, waarbij het uitgangspunt is om internationaal aan te sluiten en een Europees visitatiesysteem aan te jagen. Het proces om te komen tot een ‘Richtlijn behandeling van brandwonden buiten de brandwondencentra’ zal het eerste kwartaal starten. Via de opleidingen worden artsen en verpleegkundigen getraind in de vastgestelde eerste opvang en verwijzing. Het Nationaal Protocol Grootschalige Brandwondenincidenten is daarnaast operationeel en geoefend. De Brandwondenacademie wordt als netwerk van professionals binnen de brandwondenzorg ingezet om medewerking te verlenen aan beleidsvorming van de Nederlandse Brandwonden Stichting. De in 2014 vastgestelde positie wordt ingezet om de Nederlandse brandwondenzorg te positioneren binnen het maatschappelijke en politieke zorgveld. De onderzoeksubsidies, de financiering van de VSBN en de leerstoelen Brandwondengeneeskunde en Acute brandwondengeneeskunde leiden tot inzet van onderzoek en deskundigheidsbevordering waardoor de kwaliteit van brandwondenzorg/patiëntenzorg wordt vergroot. De hefboomfunctie van consortia (ZonMw, LSH) dat gezamenlijk (translationeel) onderzoek conform de onderzoeksagenda mogelijk maakt, wordt actief benut en als proces aan het bestaande beleid toegevoegd.
48
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Kwaliteit van Leven Vanaf de eerste maanden van 2015 wordt het programma Kwaliteit van Leven verder uitgewerkt in nauwe samenwerking met de Vereniging van Mensen met Brandwonden en de vrijwilligersorganisatie Stichting Kind en Brandwond. Gezien de specifieke doelgroepen is het effectief gebleken om de activiteiten af te stemmen en om deze in te passen in de totale Nederlandse Brandwondenzorg. Zo worden de activiteiten rondom informatie, lotgenotencontact en re-integratie gezamenlijk uitgevoerd waarbij het programma Kwaliteit van Leven van de Brandwonden Stichting de rol neemt van professionele facilitator.
8.8 Begroting 2015 De begroting van 2015 wordt gekenmerkt door lagere begrote inkomsten en lagere uitgaven voor de doelstellingen. Op deze wijze geven we vorm aan het vastgestelde uitgangspunt: de uitgaven zijn in overeenstemming met wat de gevers ons gunnen. In 2015 zetten we door om de organisatie van de collecte te versoberen en een groter beroep te doen op onze vrijwilligers. Daarnaast intensiveren wij de eigen fondsenwerving op een projectmatige wijze. De begroting in cijfers ziet er als volgt uit: Begroot 2015
Gerealiseerd 2014
€
€
Baten uit eigen fondsenwerving
4.179.000
4.926.130
Baten uit acties van derden
1.005.000
1.065.590
Baten uit beleggingen
50.000
87.471
Baten uit subsidies van overheden
60.000
75.000
5.294.000
6.154.191
Doelstelling Preventie
801.000
726.010
Doelstelling Zorg
492.000
384.006
Doelstelling Kwaliteit van Leven
415.000
441.754
Doelstelling Onderzoek
2.127.000
2.291.503
Subtotaal doelstellingen
3.835.000
3.843.273
899.000
821.360
61.000
40.357
0
0
960.000
861.717
472.000
461.357
5.267.000
5.166.347
27.000
987.844
BATEN
SOM DER BATEN LASTEN Besteed aan doelstellingen
WERVING BATEN Kosten eigen fondsenwerving Kosten acties derden Kosten beleggingen Subtotaal wervingskosten BEHEER EN ADMINISTRATIE Kosten beheer- en administratie SOM DER LASTEN RESULTAAT
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
49
8.9 Meerjarenbegroting Uit het meerjarenbeleid blijkt dat de ingezette lijnen van 2013 doorgezet gaan worden in de jaren daarna. Dat zal uiteindelijk resulteren in een gelijkmatiger verdeling van onze inkomsten over collecte en overige fondsenwerving. En in een daling van de kosten eigen fondsenwerving richting de beoogde 20%. Dat zal resulteren in een kosten overhead die onder de 8% van de totale kosten ligt. Dan houden we een gezonde en slagkrachtige organisatie die de strijd tegen brandwonden de komende jaren met onverminderd enthousiasme zal voeren. 2015
2016
2017
€
€
€
Baten uit eigen fondsenwerving
4.179
4.600
4.750
Baten uit acties van derden
1.005
1.062
1.062
Bedragen in duizendtallen
9. Jaarrekening 2014 Nederlandse Brandwonden Stichting
Baten:
Baten uit subsidies overheden
60
80
80
Baten uit beleggingen
50
134
134
5.294
5.876
6.026
Doelstelling Preventie
801
947
1.047
Doelstelling Zorg
492
703
715
Totaal Baten Lasten: Besteed aan doelstellingen:
Doelstelling Kwaliteit van Leven
415
470
517
Doelstelling Onderzoek
2.127
2.077
2.228
Totaal besteed aan doelstellingen
3.835
4.197
4.507
Kosten eigen fondsenwerving
443
527
575
Kosten collecte
456
455
456
Kosten eigen fondsenwerving
899
982
1.031
In % van baten uit eigen fondsenwerving
22%
21%
22%
61
30
52
Werving baten:
Kosten acties van derden Kosten beleggingen
0
3
3
Totaal werving baten
960
1.015
1.086
Beheer en administratie
472
492
453
In % van de totale lasten
9%
9%
7%
5.267
5.704
6.046
27
172
-20
0,72
0,71
0,75
Totale Lasten Resultaat Bestedingsratio Doelstelling t.o.v. baten
50
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
51
Balans (na resultaat bestemming)
31 december
31 december
31 december
31 december
2014
2013
2014
2013
€
€
€
€
ACTIVA
PASSIVA
Immateriële vaste activa
(1)
64.547
33.529
Reserves en fondsen Continuïteitsreserve
(7)
Bestemmingsreserves
(7)
5.582.234
4.683.596
3.591.139
3.845.044
Materiële vaste activa Materiële vaste activa
9.173.373
8.528.640
(2)
Bedrijfsmiddelen
1.809.917
1.009.842
Direct in gebruik voor doelstellingen
1.731.569
2.754.686 3.764.528
3.541.486
Bestemmingsfonds
(8)
380.636
37.525
Voorzieningen
(9)
93.294
88.893
Langlopende schulden Vlottende activa
Subsidies
Voorraden
(3)
(10)
15.969
16.124
489.094
332.213
489.094
332.213
Vorderingen: Debiteuren
(4)
50.661
36.186
Vorderingen en overlopende activa
(5)
832.778
1.121.037 883.439
Kortlopende schulden 1.157.223
Subsidies
(10)
1.649.830
Consortium Pepsi
(11)
156.564
Crediteuren Belastingen en premies Liquide middelen
(6)
7.989.603
6.583.932
52
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
160.513
133.538
(12)
120.502
92.438
(13)
397.256
326.532
Overige schulden en overlopende passiva
12.464.181
1.889.539
11.586.199
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
2.484.665
2.442.047
12.464.181
11.586.199
53
Staat van baten en lasten over 2014
Kasstroomoverzicht 2014
Begroting 2014
2014
2013
€
€
€
2014 €
€
2013 €
€
Baten: - baten uit eigen fondsenwerving
(14)
4.926.130
4.035.000
4.190.467
- baten uit acties van derden
(15)
1.065.590
1.050.000
1.063.074
- baten uit beleggingen
(16)
87.471
100.000
102.888
- baten uit subsidies van overheden
(17)
75.000
60.000
85.000
6.154.191
5.245.000
5.441.429
- doelstelling Preventie
726.010
802.000
897.170
- doelstelling Zorg
384.006
394.000
631.911
- doelstelling Kwaliteit van Leven
441.754
447.000
393.966
2.291.503
2.140.000
1.998.493
3.843.273
3.783.000
3.921.540
Werving baten: - acties derden - beleggingen
Beheer en administratie Reorganisatiekosten
Som der lasten
2.232.742
1.686.340
Collecte
2.117.636
2.228.893
5.055
29.229
Webshop/verzendhuis Nalatenschappen en legaten Consortium Pepsi
Besteed aan doelstellingen:
- eigen fondsenwerving
Giften en donaties
Loterijacties
Lasten: zie model C blz 68 (18 tm 25)
- doelstelling Onderzoek
Ontvangsten:
Euro Tissue Bank: vergoeding tbv kosten voor gemene rekening
Bestedingen uit voorzieningen Consortium Pepsi
-3.005.335
Personeelskosten
-2.114.425
-2.638.065
41.913
0
0
5.495
861.717
975.000
1.050.256
461.357
472.000
592.060
Investeringen in vaste activa
0
0
404.518
Opbrengst verkochte vaste activa
461.357
472.000
996.578
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
5.166.347
5.230.000
5.968.374
23,9%
Besteding doelstellingen in % van de baten
62.4 %
72,1%
72,1%
Besteding doelstellingen in % van de lasten
74.4 %
72,3%
65,7%
8.9%
9,0%
16,7%
343.111
0
37.525
Kosten Beheer & Administratie in % van de som der lasten
-18.624
-1.709.887
56.000
22,8%
-5.908
-7.599
Crediteuren
40.357
16,7%
6.269.062
-1.224.383
Kasstroom uit operationele activiteiten
Beleggingen Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Kosten eigen fondsenwerving in % van baten uit eigen fondsenwerving
850.000
810.000
-1.805.527
1.002.848
-526.945
75.188
Subsidies incl. basisfinanciering 919.000
15.000
1.138.598
Uitgaven:
821.360
987.844
389.241 1.085.359
7.048.643
Rente Resultaat
669.424
Mutatie liquide middelen
-5.656.062
-6.873.691
1.392.581
-604.629
-79.626
-25.553
13.938
14.091 -11.462
-65.688
78.778
106.001
0
1.027.465 78.778
1.133.466
1.405.671
517.375
Resultaatbestemming Toevoeging/onttrekking aan: Bestemmingsfonds Continuïteitsreserve Bestemmingsreserves
898.638
15.000
-199.064
-253.905
0
-365.406
987.844
15.000
-526.945
54
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
55
Toelichting balans en staat van baten en lasten
Reserves De continuïteitsreserve geeft het vrij besteedbaar deel van de reserves aan. Het vrij besteedbaar vermogen geeft aan hoeveel geld beschikbaar is voor de besteding aan doelstellingen en heeft tevens de functie van buffer voor onverwachte tegenvallers. Onder bestemmingsreserves is opgenomen het bedrag aan eigen middelen dat is aangewend ten behoeve van de financiering van activa ter realisering van de doelstellingen en bedrijfsvoering.
Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijn 650 Fondsenwervende Instellingen. De jaarrekening wordt opgesteld naar de grondslag van historische kosten. Activa en passiva worden opgenomen tegen de nominale waarde. De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben ongeacht of zij tot ontvangsten en uitgaven in dat boekjaar hebben geleid. Baten worden slechts opgenomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Lasten en risico’s die hun oorsprong hebben voor het einde van het boekjaar worden in de jaarrekening verwerkt indien zij bekend zijn op het moment van opmaken van de jaarrekening. Baten uit nalatenschappen worden opgenomen in het boekjaar waarin de omvang voldoende betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Bestemmingsfonds Het bestemmingsfonds betreft fondsen vanuit geoormerkte werving bedoeld voor specifieke met de ontvangers reeds afgesproken projecten. Deze fondsen worden na het boekjaar uitgegeven.
Voorzieningen Onder voorzieningen worden opgenomen: • Onderhoudsvoorziening: De voorziening ter gelijkmatige verdeling van onderhoudslasten gebouwen wordt bepaald op basis van te verwachten kosten over een reeks van jaren. De voorziening wordt lineair opgebouwd. Het uitgevoerde onderhoud wordt ten laste van deze voorziening gebracht. • Bedrijfstakpensioenfonds: De stichting is aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds van de zorgsector. De door het fonds verzorgde pensioenregeling is een middelloonregeling. Behalve de premiebetalingen heeft de stichting geen andere verplichtingen dan eventuele toekomstige verhogingen van de premie.
Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
Grondslagen waardering activa en passiva en bepaling van het resultaat
Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd op aanschafwaarde, verminderd met afschrijvingen, bepaald op basis van de geschatte levensduur. De lineaire afschrijvingen worden door middel van een percentage over de aanschafwaarde berekend met ingang van het moment van ingebruikname.
Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten handelsvorderingen en overige vorderingen, geldmiddelen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
Baten uit acties van derden Het onder ‘aandeel in acties van derden’ opgenomen bedrag betreft de van de Vriendenloterij en de Lotto/Krasloterij ontvangen bijdragen. Deze opbrengsten worden verantwoord voor de netto ontvangen bedragen.
Waarderingsgrondslag overige baten Overige baten worden verantwoord voor de netto ontvangen bedragen.
Toedeling kosten (voor zover niet direct toerekenbaar) Kosten worden voor zover dat kan direct toegerekend aan de verschillende doelstellingen en/of afdelingen, te weten: Preventie, Zorg, Kwaliteit van Leven, Onderzoek, Beheer & Administratie, Collecte en Fondsenwerving. Voor de navolgende resterende indirecte kosten gelden de genoemde verdelingsgrondslagen:
Voorraden De voorraden worden gewaardeerd tegen inkoopprijs, eventueel onder aftrek van een voorziening voor incourantheid.
Toegezegde subsidies Toegezegde subsidies komen geheel ten laste van het boekjaar waarin het besluit tot toekenning aan de subsidieontvanger is meegedeeld, ongeacht in welk boekjaar de subsidie wordt uitgekeerd.
Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op aanschafwaarde, verminderd met afschrijvingen, bepaald op basis van de geschatte levensduur. De lineaire afschrijvingen worden door middel van een percentage over de aanschafwaarde berekend met ingang van het moment van ingebruikname. De auto’s worden afgeschreven op basis van een vast percentage (30%) van de boekwaarde.
• Huisvestingskosten m² vloeroppervlak • Personeelskosten aantal werknemers • Kantoor & algemene kosten aantal werkplekken • Afschrijvingen m² en werkplekken
Vorderingen, overlopende activa en liquide middelen Deze worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, eventueel onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid.
Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de directe methode.
56
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
57
Toelichting op de balans
Ingedeeld naar activasoort:
(1) Immateriële vaste activa Panden
ICT
Inventaris
Auto’s
Activa doelstelling
Totaal
€
€
€
€
€
€
3.629.160
20.134
98.950
16.067
217
3.764.528
Investeringen
0
17.389
18.575
43.660
0
79.624
Verkopen
0
0
0
-10.000
0
-10.000
-210.149
-16.003
-52.416
-13.881
-217
-292.666
3.419.011
21.520
65.109
35.846
0
3.541.486
Het verloop van de immateriële vaste activa in 2014 is als volgt weer te geven
Orca
Website
2014 Totaal
€
€
€
€
47.732
16.815
64.547
103.861
Investeringen
0
0
0
18.344
Desinvestering
0
0
0
-31.225
-24.903
-6.115
-31.018
-26.433
22.829
10.700
33.529
64.547
74.711
18.344
93.055
93.055
-51.882
-7.644
-59.526
-28.508
22.829
10.700
33.529
64.547
Stand per 1 januari
Afschrijvingen Stand per 31 december
Aanschafwaarde cumulatief Afschrijvingen cumulatief
2013 Totaal
De afschrijvingspercentages bedragen: % Orca Collecte database 33 Website 33
(2) Materiële vaste activa
Stand per 1 januari
Afschrijvingen Stand per 31 december
De afschrijvingspercentages bedragen: % Gebouwen 3 Verbouwingen panden 10 en 20 Apparatuur en inventaris 20, 25 en 33 Auto’s (van de boekwaarde) 30
De investeringen betreffen:
€
Computerapparatuur
17.389
Auto
43.660
Inventaris Zeestraat
18.575 79.624
Het verloop van de materiële vaste activa in 2014 is als volgt weer te geven:
Bedrijfsmiddelen
Direct in gebruik voor doelstelling
2014 Totaal
2013 Totaal
€
€
€
€
1.009.842
2.754.686
3.764.528
4.082.628
926.280
-926.280
0
0
79.624
0
79.624
7.308
-10.000
0
-10.000
-14.091
-195.829
-96.837
-292.666
-311.317
Stand per 31 december
1.809.917
1.731.569
3.541.486
3.764.528
Aanschafwaarde cumulatief
3.100.986
2.209.603
5.310.589
5.359.520
-1.291.069
-478.034
-1.769.103
-1.594.992
1.809.917
1.731.569
3.541.486
3.764.528
Stand per 1 januari Deconsolidatie Euro Tissue Bank Investeringen Desinvesteringen/inruil Afschrijvingen
Afschrijvingen cumulatief
58
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Per 1 januari 2014 worden de cijfers van de Nederlandse Brandwonden Stichting en de Euro Tissue Bank niet langer geconsolideerd. Die deconsolidatie heeft onder andere tot gevolg dat de materiële vaste activa in gebruik bij de Euro Tissue Bank tot de bedrijfsmiddelen worden gerekend en niet langer tot direct in gebruik voor doelstelling. De Nederlandse Brandwonden Stichting is eigenaar van Zeestraat 25, 27 en 29, alsmede van Markt 58 en 58a. In de panden zijn behalve de Nederlandse Brandwonden Stichting ook de Euro Tissue Bank, de Verenigde Samenwerkende Brandwondencentra Nederland (VSBN), de Vereniging van Mensen met Brandwonden (VMB) en de Stichting Kind en Brandwond gehuisvest. De (boek)waarde van de panden aan de Zeestraat 25, 27 en 29 te Beverwijk bedraagt € 2.705.858. De doorbelasting aan de Euro Tissue Bank bedraagt in 2014 € 49.324. De (boek)waarde van het pand aan de Markt 58 te Beverwijk bedraagt € 713.152. De doorbelasting aan de Euro Tissue Bank bedraagt in 2014 € 55.139. Het juridische eigendom van Zeestraat 29 te Beverwijk is van Stichting Administratiekantoor Duijnwijck. In deze stichting vindt geen enkele activiteit plaats. Er zijn dan ook geen inkomsten, uit welke hoofde dan ook. De Nederlandse Brandwonden Stichting is enig bestuurder van Stichting Administratiekantoor Duijnwijck.
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
59
(3) Voorraden
Webshopartikelen
(6) Liquide middelen 31 december 2014
31 december 2013
€
€
16.124
15.969
De liquide middelen zijn vrij opneembaar. De specificatie is als volgt:
(4) Debiteuren
Debiteurensaldo per 31 december
31 december 2014
31 december 2013
€
€
50.661
36.186
31 december 2014
31 december 2013
€
€
Rabo VermogenSparen
6.300.000
5.000.000
Triodos depositorekening
1.000.000
1.000.000
Rabobank
665.126
549.682
ING bank
22.349
33.885
25
0
2.103
365
7.989.603
6.583.932
Triodos rendementsrekening Kas
(5) Vorderingen en overlopende activa
De specificatie is als volgt: 31 december 2014
31 december 2013
€
€
19.833
212.861
165.607
188.962
Vriendenloterij - geoormerkt
32.332
20.890
Lotto/Krasloterij
95.245
156.410
1.949
2.090
394.786
358.154
5.686
5.518
21.365
37.346
0
27.000
Rente bank
80.445
72.752
Min van Veiligheid en Justitie / Brandpreventieweek
10.000
10.000
Min van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
0
7.000
Bankkosten Collecte
0
19.000
5.530
3.054
832.778
1.121.037
Rekening-courant Euro Tissue Bank Vriendenloterij
Support actie Nalatenschappen Collecte-opbrengsten Vooruitbetaalde facturen Gift tbv 3D printer
Diversen
(7) Reserves Het vermogen wordt onderverdeeld in continuïteitsreserve en bestemmingsreserves. De continuïteitsreserve geeft aan hoeveel geld beschikbaar is voor de besteding aan doelstellingen en heeft tevens de functie van buffer voor onverwachte tegenvallers. Onder de bestemmingsreserves wordt dat deel van het vermogen verantwoord dat overeenkomt met het bedrag aan eigen middelen dat is aangewend ten behoeve van de financiering van activa bedrijfsvoering en activa ter realisering van de doelstellingen. In ons geval zijn dat de vaste activa. We streven ernaar om de continuïteitsreserve rond de 3 miljoen euro te laten zijn. Dat zijn de maximale kosten die we denken te gaan maken als we gedwongen zouden worden al onze activiteiten binnen een jaar te moeten stoppen. Verder geldt dat de continuïteitsreserve niet meer mag bedragen dan 1,5 keer de jaarlijkse kosten van de werkorganisatie. De VFI-richtlijn ‘Reserves Goede Doelen’, de zogenaamde Herkströternorm, bepaalt de maximale hoogte voor 2014 op 5 miljoen euro. Door de toename van geoormerkte giften in 2014 sluit het boekjaar met een hoger continuiteitsreserve dan beoogd. Deze overschrijding van het vastgestelde continuiteitsreserve wordt in 2015 teruggebracht tot onder het gewenste niveau door toekenningen aan de geoormerkte doelen en een verhoging van de beschikbare subsidiegelden ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek. Verloop overzicht reserves: Continuïteits
Bestemmings
reserve
reserve
Totaal
€
€
€
4.683.596
3.845.044
8.528.640
254.060
-254.060
0
-155
155
0
Toegevoegd aan bestemmingsfonds
-343.111
0
-343.111
Resultaat lopend boekjaar
987.844
0
987.844
5.582.234
3.591.139
9.173.373
Stand per 1 januari Mutatie (im)materiele vaste activa Mutatie voorraden
Stand per 31 december
60
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
61
De samenstelling van de bestemmingsreserves is als volgt: 31 december 2014
31 december 2013
€
€
- activa doelstelling
1.731.569
2.754.686
- activa bedrijfsvoering: materiële vaste activa
1.809.917
1.009.842
immateriële vaste activa
33.529
64.547
voorraden
16.124
15.969
3.591.139
3.845.044
(8) Bestemmingsfonds Het verloop in 2014 betreft:
(10) Subsidies Het verloop van het bedrag aan toegezegde subsidies is als volgt: 31 december 2014
31 december 2013
€
€
2.379.633
2.588.576
500
500
Toegezegd uit geoormerkte giften
147.514
0
toegezegd in boekjaar
762.752
1.013.601
3.290.399
3.602.677
16.058
-56
3.274.341
3.602.733
af: betaald in boekjaar
1.292.298
1.224.100
Stand per 31 december
1.982.043
2.378.633
Stand per 1 januari Bij: reisbeurs
1 januari 2014
Ontvangen
Besteed
31 december 2014
€
€
€
€
30.525
25.750
56.275
0
7.000
0
0
7.000
Pijnbestrijding bij kinderen met brandwonden
0
380.594
147.514
233.080
Opgenomen onder langlopende schulden
332.213
489.094
Coaching vrijwilligers
0
1.900
400
1.500
Opgenomen onder kortlopende schulden
1.649.830
1.889.539
BWC Beverwijk
0
10.250
0
10.250
1.982.043
2.378.633
BWC Groningen
0
109.620
7.774
101.846
BWC Beverwijk, 40 jarig jubileum
0
8.000
3.338
4.662
Aquatraining
0
6.798
0
6.798
Lekker Leuk Logeren
0
10.500
0
10.500
Koud Plasma
0
5.000
0
5.000
Brandwondendag
0
23.000
23.000
0
37.525
581.412
238.301
380.636
3D printer BWC recreatieruimte
Totaal
Het bestemmingsfonds betreft het verloop van de geoormerkte giften en de uitgaven die hierop betrekking hebben.
(9) Voorzieningen Verloop in 2014 van de voorziening groot onderhoud: 31 december 2014
31 december 2013
€
€
Saldo per 1 januari
88.893
77.801
Toevoeging
12.000
17.000
Onttrekking
-7.599
-5.908
93.294
88.893
Saldo per 31 december
62
De voorziening groot onderhoud wordt gevormd ten behoeve van de panden Zeestraat 25, 27 en 29 en Markt 58 en 58a. De onttrekking in 2014 heeft betrekking op vervanging gevelkozijn en valbeveiliging Zeestraat.
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
af: vrijval in boekjaar
De subsidies welke langer doorlopen dan 31 december 2015, worden voor dat deel wat betrekking heeft op na 2015 onder langlopende schulden opgenomen. Voor een verloopoverzicht subsidie op jaar verwijzen wij u naar pagina 98.
(11) Consortium Pepsi Verloop in 2014: 31 december 2014
31 december 2013
€
€
Ontvangen bijdragen
175.188
0
Ingediende facturen
-18.624
0
Saldo per 31 december
156.564
0
In 2014 is een samenwerking gestart met vier partijen in het kader van het topsectorenbeleid van de Nederlandse overheid (Life Science Health) en daarmee ook met een subsidie van het ministerie van Economische Zaken. Dit consortium LSH heeft de intentie om binnen een periode van maximaal 4 jaar een (onderzoeks)resultaat te realiseren, dat toepasbaar is in de brandwondenzorg (zogenaamde pepsi studie). Geprognosticeerd is op dit moment dat dit traject in totaal maximaal € 1.203.000 gaat kosten, verdeeld over de deelnemende partijen. Het staat overigens iedere partij vrij om op elk moment tussentijds uit te stappen. De Nederlandse Brandwonden Stichting neemt deel voor maximaal € 400.000 in die 4 jaren.
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
63
(12) Belastingen en premies sociale verzekeringen
De specificatie is als volgt:
Loonheffing Pensioenlasten Premie ziektekostenverzekering Omzetbelasting
31 december 2014
31 december 2013
€
€
99.245
89.533
4.034
-609
0
-486
17.223
4.000
120.502
92.438
(13) Overige schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt: 31 december 2014
31 december 2013
€
€
17.875
14.000
151.306
163.332
Nationaal Huidfonds (deel opbrengst loterijen)
17.028
17.239
Nog te ontvangen facturen
82.734
35.741
Personeel
21.208
36.346
Vooruitontvangen inz CO Campagne 2015
25.000
0
0
2.000
20.000
0
6.000
0
43.842
42.217
Bankkosten
5.944
6.409
Diversen
6.319
9.248
397.256
326.532
Accountants- en belastingadvieskosten Vakantiegeld en vakantiedagen (inclusief sociale lasten)
Brandwondenacademie 4e kw Toezegging project Aquatraining Fellowship A. de Jong EMSB Burnmiles
64
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Aan de VSBN is met ingang van 1 januari 2009 een basisfinanciering toegekend voor de instandhouding van een basisorganisatie. Daarnaast worden om niet huisvesting voor kantoor- en laboratoriumwerkzaamheden ter beschikking gesteld, alsmede alle voorzieningen om die huisvesting te gebruiken. De afspraken over deze basisfinanciering worden elk jaar opnieuw gemaakt. Met ingang van 2015 zal de basisfinanciering worden gesteld op € 644.576. Met ingang van april 2011 is er een leasecontract voor 5 jaar voor zes kopieermachines. Dit betreft operationele lease en bedraagt per 1 april 2015 € 1.598 per maand. Met ingang van 25 februari 2010 is er een leasecontract voor 5 jaar voor de telefooncentrale. Dit betreft operationele lease en bedraagt € 874 per maand. Met ingang van 1 januari 2014 is er een overeenkomst gesloten met de Euro Tissue Bank. Die overeenkomst bepaalt dat de Euro Tissue Bank gedurende tien jaar diensten voor gemene rekening zal afnemen van de Brandwonden Stichting. Dat betreft voornamelijk huisvesting en ondersteuning van bedrijfsvoering.
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
65
Toelichting op de staat van baten en lasten Begroting
Begroting
2014
2014
2013
2014
2014
2013
€
€
€
€
€
€
(14) Baten uit eigen fondsenwerving
(15) Baten uit acties van derden
Collecte
2.123.231
2.000.000
2.253.059
Lotto / Krasloterij
335.921
380.000
339.433
Giften
1.389.264
1.775.000
1.489.656
Vriendenloterij
709.677
700.000
704.565
581.412
0
0
FBU
24.677
20.000
28.394
706.044
260.000
345.180
Vriendenloterij ( geoormerkte loten)
91.963
50.000
86.724
Sponsoring
57.000
0
30.000
Support Actie
10.380
10.000
11.198
Verkoop goederen
20.142
0
22.351
1.172.618
1.160.000
1.170.314
Overige baten uit eigen fondsenwerving
49.037
0
50.221
107.028
110.000
107.240
4.926.130
4.035.000
4.190.467
1.065.590
1.050.000
1.063.074
Obligatierente
0
0
14.651
Gerealiseerde koersresultaten
0
0
87.386
Ongerealiseerde koersresultaten
0
0
-100.080
1.000
0
16.455
86.471
100.000
84.476
87.471
100.000
102.888
Geoormerkte giften Nalatenschappen/legaten
Af: Aandeel Huidfonds
(16) Baten uit beleggingen
Toelichting betreffende de verkoop goederen Netto omzet
87.576
100.909
Kostprijs
51.250
44.101
Bruto marge
36.326
56.808
Kosten
16.184
34.457
20.142
22.351
Rente rekening-courant ETB Bankrente
(17) Baten uit subsidies van overheden Min. Van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van plaatsen rookmelder
66
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Min. Van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties t.b.v.plaatsen rookmelder
25.000
10.000
35.000
Ministerie van Veiligheid en Justitie t.b.v. Nationale Brandpreventieweken
50.000
50.000
50.000
75.000
60.000
85.000
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
67
Toelichting lastenverdeling
€
€
(18) Subsidies
Lasten Realisatie
Bestemming
€
Subsidies
500
1.000
500
Verstrekte subsidies aan derden
762.752
850.000
1.013.601
Subsidie aan derden uit geoormerkte gift
147.514
0
0 1.554.766
1.495.000
1.668.727 16.058
0
-56 1.538.708
1.495.000
1.668.783
Preventie
€
306.872
0
(19)
267.979
1.778
138.313
0
50.515
166.816
0
420.713
1.538.708
€
90.407
63.975
1.091.678
6.469
935.024
1.538.708
€
Kwaliteit Subtotaal van leven Onderzoek doelstelling
29.756
2.811
189.771
1.759
126.184
0
€
Fondsen werving
55.362
2.385
264.229
745
101.789
0
€
Collecte
2.095
426
26.667
0
10.061
0
€
Acties derden
0
0
0
0
0
0
€
87.213
5.622
480.667
2.504
238.034
0
€
Beleg Subtotaal gingen werving
122.167
12.437
304.355
4.858
0
0
€
Beheer en administratie
299.787
82.034
1.876.700
13.831
1.173.058
1.538.708
€
Totaal 2014
323.000
93.000
1.833.000
23.000
1.270.000
1.495.000
€
Begroot 2014
199.934
346.649
100.756
2.102.438
21.852
1.123.443
1.668.783
€
Totaal 2013
Werving baten
5.111
23.199
193.000
€
19.813
182.229
5.968.374
404.518
17.540
5.230.000
47.677
5.166.347
0
461.357
1.108
861.717
42.266
0
4.303
40.357
117.012
466.776
91.552
354.584
8.760
3.843.273
2.291.503
Voor een specificatie van de verstrekte subsidies aan derden verwijzen wij u naar pagina 87.
441.754
Doelstelling Zorg
€
0
69.126
2.932
285.504
384.006
6.846
16.105
371.379
726.010
9.854
31.290
3.493
1.759
(22)
(21)
Huisvestingskosten
(23)
(24)
(25)
4.856
(20)
(18)
Onderzoek
Kantoor- en algemene kosten
Afschrijvingen
Reorganisatiekosten
Totaal
Totaal Subsidies
2013 Eigen projecten
654.626
Af: Vrijval subsidies
2014
Publiciteit en communicatie
644.000
Reisbeurzen
2014 Personeelskosten
644.000
Basisfinanciering VSBN
69 Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014 Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
68
Begroting
Begroting 2014 €
(19) Projecten doelstelling
Begroting
2014
2013
2014
2014
2013
€
€
€
€
€
116.574
159.000
142.544
8.080
16.000
19.729
90
3.000
0
1.440
8.000
2.012
126.184
186.000
164.285
101.789
124.000
112.847
Fondsenwerving acties derden
10.061
25.000
20.016
Totaal projecten werving baten
238.034
335.000
297.148
1.173.058
1.270.000
1.123.443
0
10.000
0
Marketing
7.324
7.000
6.643
Abonnementen en documentatie
6.507
6.000
15.209
13.831
23.000
21.852
(19) Projecten werving baten
Preventie
Fondsenwerving
Brandwonden voorkomen
123.237
140.000
29.128
Brandveilig Leven
177.173
225.000
219.740
Rookmelderteam
0
0
83.598
6.462
15.000
8.903
306.872
380.000
341.369
7.774
0
0
0
0
16.121
Vooronderzoek en evaluatie Zorg Geoormerkte kosten BWC Groningen Patiënteninformatie Deskundigheidsbevordering
44.065
85.000
43.274
Brandwondenacademie
16.523
10.000
260.540
764
3.000
12.438
0
2.000
0
69.126
100.000
332.373
400
0
0
Geoormerkte kosten Brandwondendag
23.000
0
0
Bevordering lotgenotencontact
49.326
50.000
115.139
Informatie voor mensen met brandwonden
37.239
60.000
10.599
Richtlijnontwikkeling Calamiteiten
Kosten giften particulier Kosten giften zakelijk Kosten giften Stichtingen en Fondsen Kosten giften nalatenschappen/legaten
Collecte Kosten collecte
Kwaliteit van Leven Geoormerkte kosten coaching vrijwillegers
0
0
6.780
Revalidatie
20.120
26.000
109
Onderzoek
0
2.000
200
Patientenparticipatie
3.120
5.000
3.860
Bevordering psycho-sociale zorg
5.108
8.000
0
138.313
151.000
136.687
56.275
0
0
3.338
0
0
100.000
0
0
Informatie producten
Onderzoek Geoormerkte kosten 3D printer Geoormerkte kosten BWC Beverwijk 40 jarig jubileum LSH Impulse 2014
1.000
2.000
2.000
258.408
300.000
0
1.692
2.000
0
St EBA 2011, VSBN Lustrumcongres etc.
0
0
13.667
Buitenland
0
0
199
420.713
304.000
15.866
935.024
935.000
826.295
Proefschriften Leerstoelen Wetenschapsdag
Totaal projecten doelstelling
70
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Totaal eigen projecten
(20) Publiciteit en communicatie Website
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
71
Begroting
Bezoldiging directie dhr. R.W.J. Baardse
2014
2014
2013
€
€
€
Dienstverband:
(21) Personeelskosten
2014
2013
onbepaald
onbepaald
36
36
100%
100%
01.01-31.12
01.02–31-12
Aard (looptijd) Salarissen
1.575.802
1.538.000
1.798.199
266.994
264.000
290.411
Parttime %
Pensioenlasten
147.113
145.000
167.396
Periode
Overige personeelsvergoedingen
94.592
74.000
128.018
Bezoldiging:
€
€
2.084.501
2.021.000
2.384.024
Jaarinkomen
90.319
78.192
46.606
Vakantiegeld
7.078
6.188
97.397
84.380
9.995
8.769
10.467
7.216
117.860
100.365
Sociale lasten
Bij: inleen Af: uitkering sociale verzekeringwetten
5.906
13.449
15.148 2.075.259
2.021.000
2.417.181
66.559
65.000
21.499
Kosten opleidingen
5.988
2.000
6.146
Autokosten
9.735
12.000
15.327
2.157.541
2.100.000
2.460.153
245.573
241.000
289.808
Kosten P&O
23.382
19.000
15.872
Autokosten
4.029
7.000
7.802
272.984
267.000
313.482
7.857
0
44.23 3
1.876.700
1.833.000
2.102.438
Kosten P&O
Salarissen
Doorbelast aan Euro Tissue Bank
Direct tlv projecten
Gemiddeld aantal personeelsleden: Gemiddeld aantal personeelsleden in fulltime arbeidsplaatsen
33,4
32,5
38,9
Uren
Fulltime jaarinkomen Sociale lasten Pensioenlasten Totale bezoldiging
In 2013 is per 1 februari, dhr. R.W.J. Baardse, benoemd als directeur van de Nederlandse Brandwonden Stichting. Het vermelde salaris van 2013 is dan ook niet op een geheel jaar gebaseerd. Aan de directie zijn geen leningen, voorschotten of garanties verstrekt. De Raad van Toezicht heeft op advies van de remuneratiecommissie het bezoldigingsbeleid, de hoogte van de directiebeloning en de hoogte van de bezoldigingscomponenten opnieuw per 1 februari 2013 vastgesteld. Het beleid wordt periodiek geactualiseerd. Bij de bepaling van het bezoldigingsbeleid en de vaststelling van de beloning volgt de Nederlandse Brandwonden Stichting de Adviesregeling Beloning Directeuren van Goede Doelen van VFI en de Code Wijffels (zie www.vfi.nl). De Adviesregeling geeft aan de hand van zwaartecriteria een maximumnorm voor het jaarinkomen. De weging van de situatie bij de Nederlandse Brandwonden Stichting vond plaats door de remuneratiecommissie. Dit leidde tot een zogenaamde BSD-score van 415 punten met een maximaal jaarinkomen van € 109.550. (ongewijzigd in 2014). Het fulltime jaarinkomen van de directie, ad. € 97.397 blijft binnen het maximum van € 109.550 volgens de VFI beloningsregeling.
Het beloningsbeleid volgt de CAO-Ziekenhuizen. Functies zijn beschreven en gewaardeerd volgens het in die CAO gehanteerde functiewaarderingssysteem FWG 3.0 De leden van de Raad van Toezicht zijn onbezoldigd. Aan de leden van de Raad van Toezicht zijn geen leningen, voorschotten of garanties verstrekt.
72
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
73
Begroting
Begroting
2014
2014
2013
2014
2014
2013
€
€
€
€
€
€
155.011
169.000
173.012
(22) Huisvestingskosten
(24) Afschrijvingen
Onderhoudskosten gebouwen
87.616
96.000
96.081
Panden Zeestraat
Dotatie voorziening groot onderhoud
12.000
12.000
17.000
Pand Markt
55.139
55.000
55.138
Verlichting, verwarming etc.
42.500
60.000
58.555
Inventaris en apparatuur
68.417
66.000
71.104
Overige huisvestingskosten
24.335
20.000
26.430
Auto’s
13.881
12.000
9.372
166.451
188.000
198.066
ORCA database
24.904
25.000
24.904
84.417
95.000
97.310
6.115
12.000
0
82.034
93.000
100.756
217
2.000
4.220
323.684
341.000
337.750
141.455
148.000
137.816
182.229
193.000
199.934
Doorbelast aan Euro Tissue Bank
(23) Kantoor- en algemene kosten Drukwerk en kantoorbenodigdheden
40.720
45.000
39.881
Portikosten
28.089
34.000
30.298
106.159
119.000
147.312
Telefoonkosten
52.473
44.000
45.868
Assurantiekosten
12.044
15.000
15.123
Abonnementen/ contributies
38.803
45.000
41.726
Accountantskosten
40.538
21.000
32.203
3.223
10.000
7.923
349
1.000
3.607
3.277
10.000
13.837
23.188
25.000
29.300
Kantinekosten
8.369
9.000
9.433
Onderhoud en validatie
2.175
5.000
3.904
-1.846
2.000
-7.267
357.561
385.000
413.148
57.774
62.000
66.499
299.787
323.000
346.649
Kosten automatisering
Advieskosten Congres- en (opleidingskosten) Reis- en verblijfkosten Betalingsverkeer/vermogensbeheer
Diverse algemene kosten
Doorbelast aan Euro Tissue Bank
74
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Website Spandoeken
Doorbelast aan Euro Tissue Bank
(25) Reorganisatiekosten Advieskosten
0
0
55.784
Strategisch advies
0
0
58.853
Afkoopsommen
0
0
261.534
Outplacement
0
0
14.945
Website
0
0
35.823
Overig
0
0
7.456
0
0
434.395
0
0
29.877
0
0
404.518
Doorbelast aan Euro Tissue Bank
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
75
10. Overige gegevens 10.1 Controle verklaring
76
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
77
11. Bijlage 11.1 Voortgang prestatie-indicatoren en succesfactoren meerjarenbeleid Preventie
Ambitie In Nederland woon, werk en leef je veilig met een minimumrisico op brand(wonden)letsel.
1
Prestatie indicator
Voortgang 2012 - 2014
Aandacht & actie 2015
Het aantal acute brandwondenslachtoffers
Hoewel het absolute aantal brandwon-
In het voorjaar wordt een kennis- en bewustwor-
onder de 4 jaar daalt tot 2016 met 10% ten op-
denslachtoffers onder de 4 jaar lijkt te dalen,
dingsactie voortgezet op de basis van interactie-
zichte van het driejaarsgemiddelde, gemeten
blijft de incidentie stabiel met 120 slachtoffers
Prestatie indicator
Voortgang 2012 - 2014
Aandacht & actie 2015
Het aantal doden door woningbranden daalt
Het IFV analyseerde de oorzaken van fatale wo-
Binnen het platform Brandveiligheid van het
tot 2016 met 5% ten opzichte van het gemid-
ningbranden over vijf jaar (2008-2012). In deze
Ministerie van Veiligheid en Justitie worden
ve voorlichting die in 2014 is gelegd. Daarnaast
delde in 2012, gemeten via de telling van de
vijf jaar vonden 148 fatale woningbranden plaats,
de oorzaken van fatale woningbranden en
waarbij 160 doden vielen. 33% van de fatale
de oorzaken van woningbranden met ernstig
woningbranden wordt veroorzaakt door roken.
letsel als gevolg besproken met het doel om
Bij 21% van de woningen waar een fatale brand
beleid aan te passen om deze oorzaken te
De prestatie indicator wordt aangepast omdat
woedde, waren functionerende rookmelders
voorkomen.
het aantal slachtoffers niet het inzicht geeft dat
aanwezig. De aanwezigheid van rookmelders is
Epidemiologisch onderzoek naar risico’s met
niet afdoende in woningen waarin verminderd
betrekking tot de senioren doelgroep en een
zelfredzame personen aanwezig zijn (82% van
systematic review naar interventies vormen een basis voor verder beleid.
5
in 2012, gemeten via de VSBN registratie R3 en
op 100.000. Er is geen sprake van daling van
wordt de interventiestrategie verder uitgewerkt
Brandweeracademie van het Instituut Fysieke
de Landelijke Medische Registratie.
het aantal slachtoffers.De grootste oorzaak
op basis van een wetenschappelijke analyse.
Veiligheid.
van brandwondenletsel bij baby’s peuters en kleuters is een ongeval met hete thee, heet water of koffie.
2
Brandwonden ongevalscijfers VeiligheidNL: 2014
nodig is.
Het totaal aantal brandwondenslachtoffers, be-
Het aantal op een Spoedeisende Eerste Hulp
Vanuit de data die is gegenereerd vanuit de
de slachtoffers van deze branden). Elk jaar treft
handeld op de Spoedeisende Eerste Hulp van
behandelde verbrandingen, veroorzaakt door
database NBR R3 worden de in 2013 en 2014
een relatief groot deel van de fatale woning-
Nederlandse ziekenhuizen daalt tot 2016 met
een hete vloeistof of hete damp, is de laatste
ingezette voorlichtings- en bewustwordingsac-
branden personen van 60 jaar of ouder (47%)
10% ten opzichte van driejaarsgemiddelden
5 jaar met 20% afgenomen. Het aantal brand-
ties via social media, pers en samenwerkings-
in 2012, gemeten door het Letsel Informatie
wondenslachtoffers na een bedrijfsongeval is
partners verder uitgewerkt en ingezet.
Systeem van VeiligheidNL.
de laatste 5 jaar met 21% gedaald. Of het totaal
Het aantal doden door woningbranden daalt niet.
aantal slachtoffers daalt, is pas vast te stellen
De informatie vanuit de huisartsenposten
als de informatie vanuit de huisartsenposten
wordt opgevraagd en toegevoegd aan de
wordt toegevoegd aan de rapportages.
epidemiologische informatie.
Fatale woningbrandwonden, IFV, 2014
Brandwonden ongevalscijfers VeiligheidNL: 2014
3
Succesfactor
Voortgang 2012 - 2014
Aandacht & actie 2015
In samenwerking met, onder andere, de
In 2013 is het deelprogramma onderzoek
De eerste analyse met de prognose van
Vereniging Samenwerkende Brandwonden-
in samenwerking met de Brandweeracade-
toename van het aantal slachtoffers onder
centra Nederland en het Instituut Fysieke
mie (IFV) en de VSBN opgestart. De eerste
senioren, wordt ingezet in de brainstorm en
Het aantal acute ziekenhuisopnamen na een
De Landelijke Medische registratie telt jaarlijks
Deze prestatie indicator wordt in 2015 aan-
brandwondenongeval daalt tot 2016 met 10%
gemiddeld 1.800 ziekenhuisopnamen van
gepast omdat het meten op aantallen geen
ten opzichte van het driejaarsgemiddelde,
brandwond patiënten. De drie Nederlandse
weergave zal geven van wijzigingen.
gemeten in 2012, gemeten door de Landelijke
Brandwondencentra tellen gemiddeld 750
Medische Registratie.
acute opnamen na brandwondenletsel. Het
Recent onderzoek geeft aan dat het aantal
Veiligheid, is in 2014 een deelprogramma
van een drietal verwachte onderzoeksrap-
expertmeeting met de brandweerpartners
aantal opnamen blijft stabiel. Er is echter wel
slachtoffers niet daalt, maar de ernst van het
onderzoek gestart gericht op het bevorde-
portages, gericht risico’s en interventies
om het beleid 2015 te vormen. In het najaar
indicatie dat de ernst van de brandwonden
letsel van de opgenomen slachtoffers daalt.
ren van epidemiologie, registratie en pro-
bij senioren is in concept opgeleverd in
wordt de analyse van mogelijke interventies
verminderd. Slachtoffers met minder totaal
bleemanalyse ten behoeve van de verdere
december 2014.
verwacht, waarna deze bediscussieerd wor-
verbrand lichaamsoppervlak worden in de ge-
ontwikkeling van preventie- interventies en
den in het internationale netwerk, voordat
specialiseerde brandwondencentra behandeld.
effectevaluaties.
deze geïmplementeerd worden.
1
Nederlandse Brandwondenregistratie R3: 2014
4
De begeleidingscommissie preventie
De begeleidingscommissie preventie geeft
binnen de Nederlandse Brandwonden
bestaat uit Brandweer Nederland, Instituut
met brainstorms, expermeetings en een
Instituut Fysieke Veiligheid worden de in 2013
Stichting is een blauwdruk van actieve
Fysieke Veiligheid, Ministerie van Veiligheid
netwerk een opzet voor gezamenlijk pre-
van 2012 300 personen minder. Het aantal ge-
ingezette activiteiten voortgezet met betrekking
stakeholders inzake veiligheid: Brandweer
en Justitie en het Verbond van Verzekeraars
ventiebeleid in 25 Nederlandse Veiligheids-
wonden bij brand daalde naar 700 personen.
tot beïnvloeding, vrijwilligersinzet voor interven-
Nederland, VeiligheidNL, Instituut Fysieke
en een vertegenwoordiging van de Neder-
regio’s.
CBS Brandweerstatistiek: 2014
ties en de Nationale Brandpreventieweken.
Veiligheid, Ministerie van Veiligheid en Justi-
landse Veiligheidsregio’s. VeiligheidNL heeft
tie en het Verbond van Verzekeraars.
vanwege eigen beleidskeuzes haar zetel ter
Het NIBHV wordt ingewerkt als nieuw lid
beschikking gesteld.
van de begeleidingscommissie.
In 2013 zijn bijna 1,3 duizend personen slacht-
In samenwerking met de brandweer en het
latietrauma na woningbranden daalt tot 2016
offer geworden van brand. Dit is ten opzichte
met 10% ten opzichte van het gemiddelde in 2012, gemeten door het CBS.
78
2
De begeleidingscommissie Preventie
Het aantal gewonden met brandwonden/inha-
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
79
3
4
Succesfactor
Voortgang 2012 - 2014
Aandacht & actie 2015
11.2 Voortgang prestatie- indicatoren en succesfactoren meerjarenbeleid Zorg
De bewustwording met betrekking tot
Een interviewonderzoek naar ongevallen
Vanaf het voorjaar worden de communica-
Ambitie
aantoonbare oorzaken van brandwonden
met brandbare vluchtige stoffen is gebruikt
tieactie die in 2014 is getest voortgezet, met
zoals hete vloeistoffen, hete voorwerpen,
als basis voor een eerste online communi-
als basis interactie van voorlichters, waarbij
brandbare vluchtige stoffen en kookgedrag
catieactie in augustus 2014.
het concept webinars wordt ingezet.
stijgt door communicatie met geselecteer-
Een analyse met betrekking tot gedrag
de doelgroepen tot 2016 met tenminste
van ouders van 0-4 jaar is de basis voor de
20% ten opzichte van de 0-meting in 2013.
eerste online kennis interventie.
Snelle melding van een brand/ongeval
Via het vrijwilligersproject Rookmelderteam
Het vrijwilligersproject wordt voortgezet
Het aantal patiënten dat volgens de vast-
De wetenschappelijke basisgegevens voor
De richtlijn ‘Eerste opvang en verwijzing van
wordt middels communicatie door de
en het project Nationale Brandpreventie-
en verder aangesloten bij de reguliere Ne-
gestelde richtlijn is opgevangen, stijgt met
de richtlijn ‘Eerste opvang en verwijzing van
brandwondpatienten’ wordt vastgesteld en
samenleving als noodzaak gezien, leidend
weken wordt aandacht gevraagd voor het
derlandse preventieinitiatieven. Binnen de
tenminste 25% ten opzichte van een 0-meting,
brandwondpatienten worden als 0-meting
geïmplementeerd. Om het effect van de geïm-
uitgevoerd in 2013.
beschouwd.
plementeerde richtlijn te meten zal dossieron-
In de Nederlandse (brandwonden)zorg is uitmuntende behandeling en zorg aan patiënten met brandwonden beschikbaar, gericht op een snel en zo volledig mogelijk herstel.
Prestatie indicator 6
Voortgang 2012 - 2014
tot een stijging van de rookmelderdekking
plaatsen van werkende rookmelders en het
algemene campagnes wordt de boodschap
met 15% in 2016 tot 75%, gemeten via de
afspreken van een vluchtplan.
die in 2012 is ingezet voortgezet.
WOONonderzoek van MinBZK
De dekking rookmelders in 2012 is gemeten
De richtlijn ‘Behandeling van brandwonden
op 68,8%, waarbij er op te merken is dat
buiten de brandwondencentra’ wordt in 2015
Vanuit een knelpuntenanalyse start een multi-
de dekking van personen onder de 70 jaar
opgestart.
disciplinaire werkgroep van deskundigen van
derzoek georganiseerd worden.
op 70,3% uitkomt. Van 65 tot 75 jaar 65,5%
binnen en buiten de Nederlandse brandwon-
en bij de thuiswonenden ouder dan 75 jaar
dencentra met het opstellen van de richtlijn
61,2%.
‘Behandeling van brandwonden buiten de brandwondencentra’.
Woon, MinBZK 2012 (analyse Brandwonden
7
Stichting)
5
Inrichtingsmaterialen die branduitbreiding
Het Ministerie van VenJ nam in juni
De Brandwonden Stichting blijft met haar
versnellen zijn in 2016 door de overheid ge-
2014 een negatief besluit met betrekking
partners ijveren voor innovatie door in te
reguleerd en worden na 2016 door innova-
tot regulering van brandvertraging van
zetten op regelgeving rond het vaststellen
tie van de betreffende branches vervangen
inrichtingsmaterialen. Dit besluit om niet te
van ‘minimum brandveiligheid’ door het
door brandvertragende materialen.
6
90% van de doorverwezen patiënten is naar de
De verwijscriteria zijn onderdeel van de EMSB
Om na de implementatieperiode het effect
Nederlandse brandwondencentra verwezen
training, de algemene communicatie en de
van de geïmplementeerde richtlijn te meten
volgens de vastgestelde verwijscriteria.
te implementeren richtlijn ‘Eerste opvang en
zal dossieronderzoek georganiseerd worden
verwijzing van brandwondpatienten’.
waarin kwaliteit van verwijzingen en inschatting van Totaal Verbrand Lichaamsoppervlak in kaart gebracht wordt.
8
Het aantal verwijzingen met een juiste inschat-
Als basis voor de 0-meting wordt de weten-
In 2015 worden mogelijkheden voor
reguleren is gebaseerd op het weren van
verminderen van brandbaarheid van inrich-
chemische vlamvertragers.
tingsmaterialen. Hierbij ligt de nadruk op
ting van de ernst van het letsel van patiënten
schappelijke achtergrond voor de richtlijn
dossieronderzoek dat inzicht geeft over de
een vastgesteld brandveiligheidsniveau en
stijgt tot 2016 met tenminste 25% ten opzichte
‘Eerste opvang en verwijzing van brandwond-
kwaliteit van verwijzingen en inschatting van
niet op de wijze waarop dit bereikt wordt.
van een 0-meting uitgevoerd in 2013.
patienten via het artikel ‘Effect of the Emergen-
Totaal Verbrand Lichaamsoppervlak in kaart
cy Management of Severe Burns training on
gebracht. Mogelijke voorbereidingen voor het dossieronderzoek wordt gestart.
Door de inzet van doelgroepcommunicatie
Binnen het project Nationale Brandpreven-
Omdat de doelgroep gespecificeerd is op
knowledge and performance of emergency
stijgt het bewustzijn van de noodzaak om
tieweken is landelijk thematisch aandacht
de senioren doelgroep, wordt voortgang
care workers using an online simulated burn
kennis te hebben van vluchtmogelijkheden
voor het afspreken van een vluchtplan door
voor deze doelgroep gemeten.
bij melding van brand met 40% naar ten-
particulieren.
incident’ gebruikt.
9
minste 70% van de Nederlanders.
7
Aandacht & actie 2015
De maatschappelijke impact van de activiteiten
Na evaluatie van de in 2011 uitgevoerde
Er wordt een start gemaakt met het opstellen
en toegekende subsidieaanvragen is in 2016
impactmeting, blijkt dat zowel de impact
van succesfactoren die leiden tot impactvolle
met tenminste 10% gestegen ten opzichte
gemeten door citaties als door interviewonder-
activiteiten en projecten vanuit het oogpunt
Door inzet van doelgroepgerichte preven-
De preventieacties vanuit het programma
Via regionale voorlichters worden doel-
van een retrospectieve 0-meting uitgevoerd
zoek geen inzichtgevende maat zijn voor de
van de patiënt en de zorgverlener, zonder een
tieacties daalt het aantal ongevallen die
preventie zijn grotendeels gericht op ouders
groep organisaties betrokken om preventie
in 2013.
kwaliteit van het beleid.
meetgegeven ‘impact’ vast te stellen.
leiden tot brandwondletsel met tenminste
van kinderen van 0-4 jaar en thuiswonende
bij senioren en ouders van jonge kinderen
De wetenschappelijke impact van de activi-
De output van wetenschappelijk onderzoek
Er wordt een start gemaakt met het opstellen
5% bij de niet-zelfredzame doelgroepen.
senioren. In 2014 zijn de samenwerkings-
te implementeren in het beleid.
teiten en toegekende subsidieaanvragen en
en activiteiten is weliswaar te meten via
van factoren die leiden tot kwaliteit bevorde-
verbanden hiertoe ingezet om de komende
de ingestelde leerstoelen is met tenminste 5%
publicaties, citaties en leidend tot implemen-
rende activiteiten en -projecten die vanuit het
jaren deze doelgroepen op te nemen in de
gestegen ten opzichte van een retrospectieve
tatie, ,maar deze blijken de impact niet naar
oogpunt van de patiënt en zorgverlener, zon-
programma’s.
0-meting uitgevoerd in 2013.
tevredenheid weer te geven.
der een meetgegeven ‘impact’ vast te stellen.
80
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
10
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
81
Succesfactor 8
Voortgang 2012 - 2014
Aandacht & actie 2015
Succesfactor 15
De juiste eerste hulpregels zijn vastgesteld op
De vastgestelde eerste hulpregels worden
De brandwondenacademie kent in 2016 één
In 2014 is één positiebepaling voor Brand-
De positie wordt verwerkt in communicatie-
den zijn in 2014 evidence based vastgesteld
publieksniveau en op het niveau van professi-
actief gecommuniceerd op publieksniveau en
beschreven, op kwaliteit van patiëntenzorg
wondenzorg Nederland beschreven en door
middelen om de uitgangspunten van Brand-
door een werkgroep professionals vanuit de
onals. De informatie wordt actief gecommuni-
op het niveau van professionals. Via een regu-
gefundeerde, gezamenlijk vastgestelde positi-
de brandwondenacademie vastgesteld in een
wondenzorg Nederland te borgen.
brandwondenzorg en zijn in 2016 bekend bij
ceerd via de pubieksinformatie en professione-
lier marktonderzoek wordt de kennis in kaart
onering van de brandwondenzorg binnen de
position paper. De positie is ter beoordeling
tenminste 80% van de bevolking en 90% bij
le informatiekanalen.
gebracht bij de relevante doelgroepen.
totale zorg.
aangeboden aan bestuurders van de drie ziekenhuizen waarin brandwondencentra zijn
regulier marktonderzoek.
gevestigd.
In 2016 zijn tenminste twee zorgrichtlijnen en
In 2014 is de eerste richtlijn ‘ ‘Eerste opvang en
In het voorjaar start de communicatie van
daarvan afgeleide protocollen, gericht op de
verwijzing’ als definitief concept afgerond. Een
eerste opvang en behandeling van mensen
16
In 2016 is een door de brandwondencentra
Eind 2014 is een start gemaakt met een project
Een visitatiewerkgroep bereid een eerste
de vastgestelde richtlijn ‘Eerste opvang en
ontwikkeld visitatiesysteem beschikbaar,
om Europese visitatie mogelijk te maken vanuit
testvisitatie voor en bevorderd een eenduidig
nieuw gevormde werkgroep is gestart met de
verwijzing’. Na de knelpuntenanalyse start de
gericht op de kwaliteit van zorg van de brand-
een in Nederland ontwikkeld visitatiemodel.
kwaliteitssysteem binnen de Nederlandse
met brandwonden, opgesteld en geïmplemen-
richtlijn ‘Behandeling van brandwonden buiten
multidiscliplinaire werkgroep met het opstellen
wondencentra en instellingen die brandwon-
teerd binnen de Nederlandse zorg.
de brandwondencentra’.
van de richtlijn ‘Behandeling van brandwonden
denzorg verlenen.
De training en opleiding vanuit de brandwon-
Op basis van de 0-meting rond het ‘Effect of
Een meting wordt uitgevoerd onder professi-
dencentra, gericht op zorgprofessionals die
the Emergency Management of Severe Burns
onals die de cursus Emergency Management
brandwondenslachtoffers opvangen, leidt
training on knowledge and performance of
of Severe Burns hebben gevolgd ten opzichte
tot een verhoging van de kwaliteit van zorg,
emergency care workers using an online
van professionals die deze cursus lange tijd
gemeten via een impactmeting in 2015.
simulated burn incident’ is een online tool
geleden hebben gevolgd en een groep die de
beschikbaar om de voortgang te meten.
cursus niet heeft gevolgd. (waardoor de kennis
buiten de brandwondencentra’.
10
17
factor zijn voor de kwaliteit van zorg)
12
13
14
brandwondencentra.
Door middel van datavergelijking vergelijken
Het registratiesysteem NBR R3 is voorbereid
Binnen de brandwondenacademie en in het
de brandwondencentra jaarlijks behaalde
om behandeleffecten te kunnen vergelijken.
overleg met de besturen van de drie Neder-
behandeleffecten per doelgroep via geïden-
landse Brandwondencentra wordt aandacht
tificeerde outcome parameters en stellen zij
gevraagd om een project te starten om
gezamenlijk doelen tot verbetering van de
outcome te vergelijken.
kwaliteit van de behandeling van patiënten met brandwonden.
en vaardigheden gemeten worden die succes-
11
Aandacht & actie 2015
De juiste eerste hulpregels bij brandwon-
geoefende EHBO-ers en BHV-ers, gemeten via
9
Voortgang 2012 - 2014
18
Door de inzet van het instellen van bijzon-
In de doelstelling van de bijzondere leer-
De termijnen van de ingestelde bijzondere
dere leerstoelen brandwondengeneeskun-
stoel acute brandwondengeneeskunde is
leerstoelen lopen af. In samenspraak met
van de nieuwe voorzitter van de protocolcom-
de aan universitaire centra, is het onder-
een gestandaardiseerde opleidingsmodule
de commissie vanuit de Raad van Toezicht
missie.
werp brandwondengeneeskunde in 2016
als doel beschreven. Tot 2014 is er nog
en de raden van Curatoren wordt de voort-
opgenomen in de curricula geneeskunde
geen gestandaardiseerde module beschik-
gang van de leerstoelen op basis van output
De Academie geeft input voor een update
door één beschikbare gestandaardiseerde
baar.De verbinding tussen de brandwon-
besloten.
speriode opgebouwd tot een netwerk van
voor de onderzoeks/relevantieagenda gericht
opleidingsmodule (master brandwondenge-
dencentra en de academische centra zijn
brandwondenzorg en geeft door middel van
dedicated professionals die mede nieuwe
op vernieuwing en verbetering van de zorg aan
neeskunde) zodat de kennis op het gebied
geborgd.
een probleemanalyse tenminste 1 keer per jaar
initiatieven ondernemen die de kwaliteit van de
mensen met brandwonden, welke als basis
van (acute) brandwondengeneeskunde bij
input voor een update voor de onderzoeks/
Nederlandse Brandwondenzorg verbeteren. 1
dient voor de jaarstrategie binnen het beleid
zorgprofessionals buiten de brandwonden-
relevantieagenda gericht op vernieuwing en
keer per jaar geeft de Academie input voor een
van de Nederlandse Brandwonden Stichting.
geneeskunde stijgt en de verbinding tussen
verbetering van de zorg aan mensen met
update voor de onderzoeks/relevantieagenda
de brandwondencentra en de academische
brandwonden, welke als basis dient voor de
gericht op vernieuwing en verbetering van de
centra is geborgd.
jaarstrategie binnen het beleid van de Neder-
zorg aan mensen met brandwonden, welke
landse Brandwonden Stichting.
als basis dient voor de jaarstrategie binnen
Het Nationaal Protocol Grootschalige Brand-
Jaarlijks is het Nationaal Protocol Grootscha-
Het protocol wordt geoefend onder leiding
wonden incidenten is een ‘levend’ protocol dat
lige Brandwonden Incidenten geoefend met
jaarlijks geoefend is, door de via het protocol
alle betrokken partners. In 2014 is het protocol
verbonden partners.
op papier geoefend.
De Brandwondenacademie is een blauwdruk
De Brandwondenacademie is in de beleid-
van verantwoordelijken binnen de Nederlandse
De aanpak van topprioriteiten leidt tot een
19
De Vereniging Samenwerkende Brandwon-
De financiering van de Vereniging Samen-
Door financiering en facilitering van de
het beleid van de Nederlandse Brandwonden
dencentra Nederland is gefinancierd met
werkende Brandwondencentra Nederland
Vereniging Samenwerkende Brandwon-
Stichting.
een basisfinanciering, leidend tot de imple-
is vastgesteld.
dencentra Nederland wordt de bijdrage van
De aanpak van de topprioriteiten wordt
Via een evaluatie door een panel van des-
mentatie en borging van (pre)klinisch-, psy-
wetenschappelijk onderzoek, vastgesteld in de positie geborgd.
verbetering van behandeling binnen de brand-
besproken binnen het kader van de Brand-
kundigen, ervaringsdeskundigen en mensen
chosociaal- en epidemiologisch onderzoek
wondencentra, naar het oordeel van een panel
wondenacademie. Daarnaast wordt een panel
met brandwonden wordt de aandacht voor
binnen de Nederlandse brandwondenzorg
van deskundigen, patiënten en mensen met
van ervaringsdeskundigen / mensen met
topprioriteiten in kaart gebracht.
en is aantoonbaar leidend in publicaties op
brandwonden.
brandwonden geraadpleegd.
Via de brandwondenacademie wordt de con-
In 2014 is een Fellowshipcommissie samenge-
De Fellow zal het onderzoek naar werkwij-
tinuïteit van de kwaliteit van zorg bevorderd
steld ter begeleiding van een Fellow die zich
ze rond wetenschappelijk verpleegkundig
door de, zo mogelijk, jaarlijkse toekenning van
richt om in kaart te brengen op welke wijze
onderzoek afronden en een start maken met
één fellowship aan een (jong) professional bin-
wetenschappelijk verpleegkundig onderzoek
publicatie, kennisdeling en implementatie.
nen de brandwondenzorg, die de opgedane
vormgegeven dient te worden.
kennis gebruikt in tenminste 1 publicatie en 1 multicentre presentatie gericht op een oplossing van een geïdentificeerde problematiek.
deze vakgebieden.
20
In 2014 zijn vraaggericht onderzoek op ba-
De prioriteiten worden zowel in de Brand-
Vraaggericht onderzoek wordt in de proce-
sis van de prioriteitenlijst van de brandwon-
wondenacademie geagendeerd en vanuit
dure geïmplementeerd.
denacademie en verpleegkundig onderzoek
de directie Wetenschappelijk Onderzoek
en para medisch onderzoek geïmplemen-
van de Vereniging Samenwerkende Brand-
teerd in de onderzoeksprocedure.
wondencentra Nederland wordt prioritering uitgevoerd. De onderzoeksprocedure blijft gebaseerd op de Onderzoeksagenda. Vraaggericht onderzoek is nog niet geïmplementeerd.
82
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
83
Succesfactor 21
Voortgang 2012 - 2014
Prestatie indicator
Aandacht & actie 2015
De onderzoeks- / subsidieprocedure is
In 2014 is een eerste implementatiepro-
De onderzoeksprojecten worden voortge-
in 2013 uitgebreid met mogelijkheid tot
ject rond pijnbestrijding door afleiding bij
zet en jaarlijks geëvalueerd.
indienen van implementatieprojectaanvra-
kinderen gestart.
13
Voortgang 2012 - 2014
Aandacht & actie 2015
Lotgenotencontact leidt tot een door de
Lotgenotencontact wordt door de doel-
Een impactonderzoek wordt gepland ter
doelgroep beoordeelde verbetering van
groep geaccepteerd als een middel om te
voorbereiding op een nieuwe meerjarenbe-
functioneren in de maatschappij, met de
komen tot kennis en vaardigheden om te
leidsperiode.
gen en leidt in de beleidsperiode 2013-2016
gevolgen van leven met littekens, gemeten
functioneren in de maatschappij volgens
tot tenminste drie implementatieprojecten
via een in 2016 beschikbaar impactonder-
evaluaties van activiteiten. De behoefte-
binnen de Nederlandse brandwondenzorg.
zoek.
meting geeft aan dat de reden waarom deelnemers participeren in activiteiten vaak
22
23
De onderzoeks- / subsidieprocedure is
In 2014 is een gesloten subsidieronde
De subsidieprocedure die in 2013 is afge-
in de beleidsperiode 2013-2016 jaarlijks
gehouden, waarbij reeds ingediende projec-
sproken zal in 2015 uitgevoerd worden in
geëvalueerd en aangepast naar aanleiding
taanvragen zijn getoetst.
samenspraak met de nieuwe voorzitter van
gericht is op ‘de ander’.
14
Door beïnvloeding in samenwerking met
Er is geen beïnvloedingsproces opgestart
Op vraag van de Vereniging van Mensen
van zowel een doelgroepevaluatie als een
de Wetenschappelijke Adviesraad en de
ervaringsdeskundigen, zijn de psychologi-
in samenwerking met de ervaringsdes-
met Brandwonden biedt de Stichting on-
financiële verantwoordingsevaluatie.
Brandwondenacademie.
sche nazorg, medische aanpassingen en
kundigen / patientenvereniging. Via de
dersteuning op het gebied van beïnvloeding
(medicinale) zorg voor brandwondpatiënten
brandwondenacademie is aandacht voor
van omgevingsfactoren.
het aanbieden van passende patiëntenzorg.
In 2014 start een impactstudie naar het ef-
In 2014 is een start gemaakt met een mo-
In 2015 wordt dit monitoringsysteem
in de periode na de opname in de brand-
fect van implementatie van uitkomsten van
nitoringsysteem op basis van persoonlijke
verder uitgewerkt en start een evaluatie van
wondencentra beschikbaar.
gesubsidieerd onderzoek leidend tot een
werkbezoeken aan uitvoerders en project-
voortgang naar aanleiding van uitkomsten
monitoringsysteem. In 2016 is een monito-
leiders van lopende onderzoeksprojecten.
eerder van gesubsidieerd wetenschappelijk
ringsysteem beschikbaar om de impact van
onderzoek.
gesubsidieerd onderzoek te beoordelen.
Succesfactor
Voortgang 2012 - 2014
Aandacht & actie 2015
11.3 Voortgang prestatie-indicatoren en succesfactoren meerjarenbeleid Kwaliteit van Leven 24
Ambitie De nazorg aan patiënten met brandwonden is gericht op re-integratie van de patiënt tot de hoogst mogelijke maatschappelijke participatie.
Patientenparticipatie en ervaringsdeskun-
Door de nauwe samenwerking tussen er-
De samenwerking met de Vereniging van
digheid vergroot de kwaliteit en implemen-
varingsdeskundigen van de Vereniging van
Mensen met Brandwonden wordt geïntensi-
tatiemogelijkheden van initiatieven in de
Mensen met Brandwonden en de mede-
veerd, zodat ervaringsdeskundigheid onder-
beleidsperiode 2013 – 2016 volgens een in
werkers van de Nederlandse Brandwonden
deel is van beleidsvorming en uitvoering.
2013 vastgesteld participatiemodel.
Stichting krijgt patientenparticipatie meer ruimte dan in het participatiemodel.
Prestatie indicator 11
Voortgang 2012 - 2014
Revalidatie, re-integratie en maatschappelij-
Er is geen 0 meting beschikbaar die het to-
Om een beeld te schetsen van revalidatie,
ke participatie van patiënten met brandwon-
taalbeeld schetst van revalidatie, re-integra-
re-integratie en maatschappelijke partici-
den is in 2016 op zodanige wijze bevorderd,
tie en maatschappelijke participatie. Door
patie wordt de doelgroep in kaart gebracht
zoals door mensen met brandwonden
het geringe bereik van de doelgroep is deze
en bereikt. Via contact en expertmeetings
wenselijk wordt geacht, vergeleken met een
meting niet mogelijk.
wordt een basis gelegd om beleid op te
0-meting in 2013.
12
Aandacht & actie 2015
26
stellen voor te ontwikkelen activiteiten.
Informatie en psycho-educatie gericht op
De papieren patienteninformatie / psycho
Informatie en psycho-educatie gericht op
inzicht in littekengenezing, leidt tot een er-
educatie is beschikbaar. De Facebook
inzicht in littekengenezing wordt omge-
varen verbetering van de kwaliteit van leven
community Leven na Brandwonden kent
vormd naar online informatie en wordt
van mensen met brandwonden, gemeten
1.400 vrienden.
gericht op meer besloten communities die
via een impactonderzoek in 2016.
worden uitgewerkt in nauwe samenwerking met de drie brandwondencentra. Een impactonderzoek wordt gepland ter voorbereiding op een nieuwe meerjarenbeleidsperiode.
84
25
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
De (psychologische) nazorg is geborgd bin-
Een eerste oriëntatie / analyse is beschik-
Vanaf 2015 wordt een experiment uitge-
nen de Nederlandse brandwondenzorg met
baar, zodat in samenwerking met de bijzon-
voerd of het eerste zorgproduct aangeslo-
ondersteuning door zorgproducten, mede
der hoogleraar brandwondengeneeskunde
ten kan worden aan het op te zetten digitale
ontwikkeld in samenwerking met het VSBN
en het programma psychosociaal onder-
patienteninformatiesysteem.
programma psychosociaal onderzoek.
zoek keuzes gemaakt kunnen worden.
Een in te zetten revalidatie-netwerk leidt
Het revalidatienetwerk is gestart met het
Faciliteren van het bestaande revalidatie-
tot een gevalideerd behandelprotocol voor
protocolleren van uitkomstmaten binnen
netwerk en de doorontwikkeling van de
patiënten met brandwonden in 2016.
Europa. Het project POSAS, een recent en
littekenschaal POSAS.
geaccepteerd meetsysteem wordt actief gefaciliteerd.
27
Vanuit de in 2012 vergaarde informatie met
In 2014 is gebleken dat er een heroriëntatie
In samenspraak met de samenwerkings-
betrekking tot de behoefte aan lotgenoten-
op het uit te voeren lotgenotencontact
partners Vereniging van Mensen met Brand-
contact bij de doelgroep, is in 2014 effectief
noodzakelijk is.
wonden en de Stichting Kind en Brandwond
meetbaar lotgenotencontact opgezet,
worden nieuwe lotgenotencontactactivitei-
waarbij de resultaten jaarlijks beschikbaar
ten opgezet en uitgevoerd.
komen en gebruikt worden voor evaluatie en publicatie.
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
85
Succesfactor
Voortgang 2012 - 2014
Aandacht & actie 2015
11.4 Lopende pilotstudies en projecten Gestart in 2014
28
De patiëntenvereniging Vereniging van
De patiëntenvereniging Vereniging van
In het voorjaar van 2015 is de intentie dat
Mensen met Brandwonden en het vrijwil-
Mensen met Brandwonden en de Stichting
de samenwerking met de Vereniging van
ligersinitiatief Kind en Brandwond worden
Kind en Brandwond worden gefaciliteerd. In
Mensen met Brandwonden wordt uitge-
gefaciliteerd om een gezamenlijk vastge-
2014 is een verdere samenwerking met de
breid. De uitwerking van de samenwerking
stelde strategische slagkracht te ontwikke-
Stichting Kind en Brandwond afgesproken.
met Stichting Kind en Brandwond wordt
len, leidend tot bevordering van Kwaliteit
projectmatig uitgewerkt.
van Leven van Mensen met Brandwonden.
29
De informatie voor mensen met brandwon-
De patienteninformatie is schiftelijk beschik-
De patiënteninformatie wordt van schrif-
den is via moderne communicatiemiddelen
baar en aanwezig in de drie Nederlandse
telijke informatie omgevormd tot digitale
en systemen beschikbaar door samenwer-
Brandwondencentra. De Brandwonden-
patiënteninformatie, passend in de zieken-
king met vrijwilligers en ervaringsdeskun-
informatielijn is omgevormd naar een
huisomgeving.
digen en voldoet aan de behoeften van
informatielijn waar deskundigen, werkzaam
patiënten met brandwonden, gemeten via
in de brandwondencentra, de informatie
een tevredenheidsonderzoek, gemeten in
verstrekken.
2015.
30
In samenwerking met de Vereniging
De Vereniging van Mensen met Brandwon-
De Vereniging wordt vanaf 2015, na start
van Mensen met Brandwonden wordt
den voert eigenstandig beleid op het gebied
van de beoogde intensivering van de
belangenbehartiging van patiënten met
van belangenbehartiging.
samenwerking, ondersteund in belangen-
brandwonden in de samenleving geprofes-
behartiging.
sionaliseerd.
31
Middels een analyse is in 2015 geconsta-
Op basis van de behoeftemeting die in
Omdat de start van vernieuwing van
teerd welke lotgenotencontact activiteiten
2012 is uitgevoerd, zijn aanpassingen in de
lotgenotencontactactiviteiten gepland
de kwaliteit van leven van mensen met
bestaande lotgenotencontactactiviteiten
staat in 2015, wordt de analyse op een later
brandwonden bevorderen.
doorgevoerd.
moment uitgevoerd.
Pilot 12.06 - van Laarhoven/ LUMC - Psychoneurobiologie van jeukklachten in patiënten met brandwonden. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat de jeukperceptie en de verwerking bij mensen met langdurige jeuk verstoord is, bijvoorbeeld door sensitizatieprocessen. Bij patiënten met brandwonden is dit echter nog onvoldoende onderzocht. Het doel van deze pilot studie is om de psychoneurobiologische mechanismen van jeuk bij brandwonden patiënten te onderzoeken. Dit wordt onderzocht op het niveau van de jeukperceptie en –verwerking. Deze kennis kan op termijn mogelijk bijdragen aan vroegtijdige herkenning van patiënten die risico lopen op het ontwikkelen van langdurige jeuk en de ontwikkeling van behandelingen. Pilot 13.02 - Aalders / AMC - Hyperspectraal imagen en wiskundig modelleren van de helende brandwond. Tijdens de behandeling van brandwonden is het van belang om al in een zo vroeg mogelijk stadium de diepte van de brandwond met bijbehorende wondgenezing tendens te kunnen vaststellen om zo de juiste therapie (wel of niet opereren) in te kunnen zetten. Echter, de juiste inschatting van de diepte blijkt lastig bij de tussenliggende dieptes. Spectroscopie is een optische techniek, waarbij chromoforen, licht absorberende stoffen, zoals bloed en bilirubine gemeten kunnen worden. Hyperspectrale beeldvorming is een combinatie van spectroscopie met digitale fotografie. Het doel van deze pilot studie is om ruimtelijke chemische informatie te verkrijgen over het wondhelings proces van brandwonden met behulp van hyperspectrale beeldvorming. Met de verkregen data zal een wiskundig model gebouwd worden om uiteindelijk de wondheling te voorspellen van een brandwond. In een vroeg stadium kan daarmee een beslissing over wel of niet opereren genomen worden. 14.104 - Boekema / VSBN - Toepassing van koud gas plasma bij de behandeling van brandwonden. Brandwondenpatiënten lopen, vanwege een groot wondoppervlak en een verzwakt immuunsysteem, een verhoogd risico op besmetting van hun wonden door opportunistische bacteriën zoals Pseudomonas aeruginosa. Aanwezigheid van bacteriën in een wond belemmert de genezing en kan leiden tot complicaties en langere ligduur. Koud gas plasma kan een nieuw alternatief bieden om bacteriën in brandwonden te bestrijden. Koud gas plasma ontstaat door gas te ontladen op kamertemperatuur. Door contact van het plasma met lucht uit de omgeving worden actieve deeltjes gevormd zoals zuurstof- en stikstof radicalen. Deze kunnen binnen enkele minuten hoge concentraties bacteriën doden zonder schade toe te brengen aan cellen van de huid. Het kan zelfs de groei van opperhuidcellen stimuleren. Dit maakt het een krachtige methode om besmettingen tegen te gaan en daardoor infecties en ontstekingen te voorkomen. Het doel van dit onderzoek is om te testen wat de optimale instellingen zijn waarbij bacteriën in een (in-vitro) huid en een wondmodel worden gedood en wat onder die condities het effect is op de wondgenezing. Ten tweede, worden de mogelijkheden onderzocht van een flexibele Dielectric Barrier Discharge (DBD), een methode waarbij plasma wordt gemaakt met een metalen raster en de omgevingslucht. Het voordeel van deze DBD methode is dat het ook toepasbaar is op grotere oppervlakken.
86
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
87
14.105 - Ghalbzouri/ LUMC -Remmen van TGF- ß signaaltransductie met ‘exon skipping’ als gerichte behandeling van hypertrofische littekens. De behandeling van verdikte (hypertrofische) littekens is moeilijk en schiet vaak te kort; na chirurgische behandeling treedt namelijk vaak opnieuw vorming van hypertrofische littekens op. In dit onderzoek worden nieuwe inzichten in de biologie van littekenvorming onderzocht. Hierbij gaat het om nieuwe mogelijkheden gericht op het remmen van eiwitten met een oor zakelijke rol in de littekenvorming (‘targeted’ therapie). Het doel van dit onderzoek is om de effecten van een nieuw geneesmiddel en een vorm van gentherapie (exon skipping) op hyper trofische littekens vast te stellen. Het geneesmiddel en de gentherapie remmen beide eiwitten in de cel (TGF-ß receptoren) met een essentiële rol bij de vorming van littekens. Het gaat om een lokale toediening van het geneesmiddel in het litteken. In andere ziekten waarbij er verdikking van het bindweefsel optreedt is deze aanpak onlangs succesvol gebleken. 14.106 - Lamberts/ Martini Ziekenhuis Groningen - Afstemming van de mogelijkheden van virtual reality op de individuele patiënt binnen de brandwondenzorg; wat zijn de bepalende factoren bij pijnreductie door virtual reality? (Mede mogelijk gemaakt door / Gefinancierd door de Vriendenloterij) Het ondergaan van verbandwisselingen tijdens opname op een brandwondencentrum is een pijnlijke en soms stressvolle gebeurtenis. Medicatie kan helaas niet alle pijn wegnemen. “Virtual Reality” (VR) is een veelbelovende techniek waarmee de aandacht van de patiënt kan worden afgeleid. Eerder onderzoek heeft de effectiviteit van VR bewezen in het verminderen van de pijn en angst tijdens verbandwisselingen in de brandwondenzorg. Helaas is deze techniek tot op heden nog niet geïmplementeerd. Dit hangt samen met de praktische beperkingen van VR en het feit dat niet alle patiënten een verbandwisseling met VR willen ondergaan of baat lijken te hebben bij het gebruik van VR. Het doel van het project is om VR implementeren in de dagelijkse zorg voor patiënten met brandwonden opgenomen in een brandwondencentrum. Daarvoor zullen de laatste technische inzichten en mogelijkheden van VR moeten worden doorgevoerd en afgestemd op de gebruikers; zowel patiënten als de medische en verpleegkundige zorgverleners. 14.110 - van Loey/ VSBN - Aanwezigheid van ouders bij de wondverzorging van hun kind: ervaringen van ouders en verpleegkundigen. Kinderen met brandwonden ervaren pijn ondanks de pijnstillende medicatie die ze krijgen. Daarom zijn verdere inspanningen nodig om niet-farmacologische interventies toe te passen die de pijnervaring gunstig beïnvloeden. Of de aanwezigheid van ouders tijdens pijnlijke ingrepen een positief effect heeft op het kind en de ouder zelf is nog steeds onderwerp van discussie. Dit project onderzoekt het effect van aanwezigheid van de ouders tijdens de wondverzorging van hun kind. Het doel is te onderzoeken of er een onderscheid is in ouders die goed in staat zijn een zinvolle rol te vervullen tijdens de wondverzorging en ouders die hiertoe minder goed in staat zijn, en wat de determinanten hiervan zijn. Ten tweede is het doel om te achterhalen of bepaalde gedragingen van de ouders als gunstig dan wel niet gunstig voor het kind worden ervaren. PEPSI - Nibbering/LUMC, VSBN, VUMC, Madame Therapeutics & Mölnycke Healthcare Innovatieve antimicrobiële peptiden voor de behandeling van brandwonden. (Consortium onderzoek gefinancierd binnen het LSH Impuls programma met een financiële bijdrage van de Brandwonden Stichting) Hoewel grote vooruitgang is geboekt in de behandeling van brandwonden, leiden infecties met (antibioticum-resistente) bacteriën nog steeds tot ernstige ziekte en sterfte. Het doel van dit onderzoek is om een nieuwe oplossing te onderzoeken welke gebaseerd is op antimicrobiële peptiden (een synthetische variant op moleculen die het menselijk afweersysteem produceert) die actief zijn tegen de meeste bacteriën en een beperkter risico hebben om resistentie op te wekken. In dit translationele onderzoek (een vervolg op project 10.106) wordt eerst in het lab
88
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
de beste peptide geselecteerd met behulp van een wond infectiemodel. Vervolgens wordt de werkzaamheid van het peptide onderzocht in geïnfecteerde wonden en tenslotte in patiënten met bacterieel besmette brandwonden. Het eindproduct heeft de potentie te leiden tot: minder littekens, minder pijn en een vermindering van mortaliteit en morbiditeit. 14.200 - Boekema/VSBN - Koud gas plasma voor de behandeling van brandwonden, een translationeel onderzoek (Gefinancierd binnen het co-financieringsprogramma Translationeel Onderzoek van ZonMw en de Samenwerkende GezondheidsFondsen.) Koud gas plasma kan een nieuw alternatief bieden om bacteriën in brandwonden te bestrijden. Doordat er geen contact gemaakt wordt, is het in principe een pijnloze behandeling. Het doel van dit project is om te onderzoeken of koud gas plasma veilig en zonder extra pijn te veroor zaken gebruikt kan worden bij brandwonden. Daarnaast is het van belang dat de behandeling effectief is voor de bestrijding van bacteriën op de huid en in wonden. In dit translationele onderzoek (vervolg op project 14.104 en een eerder project 07.114) zal een fase 1 studie worden opgezet voor de toepassing van plasma behandeling bij vrijwilligers en bij patiënten. Dit houdt in dat eerst in vrijwilligers de juiste dosering wordt onderzocht op veiligheid, het toepassen zonder pijn en op effectiviteit. Daarna wordt deze optimale dosering onderzocht op veiligheid en effect op wondgenezing bij donorsites van brandwondenpatiënten en bij kleine brandwonden. Naast wondgenezing wordt ook gekeken naar de aanwezigheid (vermindering) van bacteriën in de brandwond (effectiviteit). Gestart in 2013 Pilot 13.01 -Hovius/ Erasmus MC - De rol van zenuwvezels in de huid bij het ontstaan van jeuk bij brandwonden. Het is op dit moment niet bekend welk type zenuwvezel betrokken is bij het ontstaan van jeuk bij brandwonden. Het doel van deze pilot studie is om een model voor jeuk bij brandwonden te ontwikkelen waarmee we kunnen bepalen welke zenuwvezels betrokken zijn bij het ontstaan van jeuk bij brandwonden en om te beoordelen van het effect is van nieuwe behandelingen. Pilot 13.03 -Middelkoop/ VSBN Beverwijk - Lipofilling: het werkingsmechanisme. Lipofilling of vettransplantatie heeft de laatste jaren veel aan populariteit gewonnen als middel om plastisch chirurgische correcties uit te voeren en voor het verbeteren van littekenkwaliteit. Echter de resultaten zijn nog niet goed kwantitatief in beeld gebracht. Het doel van deze pilot studie is om het werkingsmechanisme van lipofilling bestuderen voor het klinische indicatie gebied: het vermeerderen van vetmassa in vivo en het regenereren van een subcutane huidlaag 13.101 - Gibbs/ VUMC - Onderzoek naar het gebruik van endotheelcellen uit vetweefsel voor herstel van huidweefsel bij brandwondenpatiënten. De standaardbehandeling voor diepe brandwonden is nog steeds de ‘autograft’ (een stuk huid afgenomen van het lichaam van de patiënt zelf), echter recent zijn er ook dermale en gekweekte huid transplantaten ontwikkeld. Essentieel voor het overleven van deze transplantaten is snelle ingroei van bloedvaatjes. Echter er is nog weinig bekend over de mogelijke rol van endotheel cellen voor de vaat ingroei en bij de vorming van granulatie weefsel en hypertrofie. Het doel van dit onderzoek is om te bepalen of endotheelcellen uit het vetweefsel de vorming van litteken hypertrofie bevorderen. Ten tweede om te bepalen of endotheelcellen uit het vetweefsel gebruikt kunnen worden om vascularisatie van transplantaten te bevorderen en daarmee graft take en littekenvorming in brandwondenpatiënten gunstig te beïnvloeden.
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
89
13.102 - van Baar/ VSBN Rotterdam - Brandwonden op de spoedeisende hulp, kwaliteit van leven en kosten; een haalbaarheidsstudie (toegekend als pilot). Er is weinig bekend over de kenmerken van brandwonden, kwaliteit van leven en kosten van patiënten met brandwonden die een bezoek brengen aan een Spoedeisende Hulp afdeling (SEH). Het doel van deze haalbaarheidsstudie is om verschillende methoden om patiënten te rekruteren van een SEH te analyseren en te optimaliseren. De volgende stap is dan om een volledige studie op te zetten naar de kenmerken, kwaliteit van leven en kosten van brandwonden behandeld op alle SEH-afdelingen binnen het Netwerk Acute Zorg Brabant (NAZB). 13.103 - van Dijk / Erasmus MC (en samenwerking met brandwondencentrum Kaapstad) Aromatherapie massage bij kinderen met brandwonden: een gerandomiseerde studie. In een observatiestudie onder kinderen met brandwonden is gevonden dat dankzij massage de hartslag en ademhalingsfrequentie daalde. Daarnaast ontspanden ze zich en vielen ze vaak in slaap. Een grotere controleerde studie is nodig om de waarde van deze complementaire therapie aan te tonen. Het doel van deze randomized controlled trial is om de ontspannende kwaliteiten van massage bij kinderen met brandwonden te bepalen, ten tweede om de toegevoegde waarde van essentiële oliën in de aromatherapie bovenop op de waarde van massage met gewone olie. Ten derde om te onderzoeken of het effect van de massage toeneemt naarmate het kind er meer aan gewend is. 13.104 - H Niessen & Ulrich/ VUMC - Het toedienen van C1-esterase remmer om locale en systemische complicaties bij brandwonden te voorkomen. In patiënten met brandwonden treedt een massale ontstekingsreactie op die niet alleen een negatief effect heeft op de wondheling van de brandwond, maar die ook systemische effecten heeft in verschillende organen, waaronder het hart. Recentelijk is in een pre-klinisch brandwonden model aangetoond dat toediening van C1-esterase inhibitor (C1-inh), een ontstekingsremmer die onder meer complement remt, de locale wondheling in de brandwond bevorderde en tevens systemische effecten, meer specifiek de ontsteking van het hart, remde. Het doel van dit project is om de toediening van C1-inh in een pre-klinisch brandwondmodel te optimaliseren en ten 2e om een pilot studie in brandwonden patiënten met C1-inh uit te voeren. 13.105 - Nieuwenhuis/ VSBN Groningen – Beloop van fysieke fitheid en activiteit in kinderen met acute Brandwonden. Het is aangetoond dat fitheid is afgenomen bij patiënten met brandwonden en dat door revalidatie (training) fitheid weer verbeterd kan worden. Onze kennis hierover is echter verre van compleet. Ook is bekend dat een deel van de patiënten na het oplopen van brandwonden niet volledig functioneel hersteld. De revalidatie moet dus verder verbeterd worden, maar daarvoor is meer kennis nodig. Het doel van dit onderzoek is om het beloop van fysieke fitheid en activiteit bij kinderen met acute brandwonden, ook in relatie met hun functioneren vast te stellen. 13.106 - van Loey / VSBN - Van patiënten leren hoe kwaliteit van leven kan verbeteren: een kwalitatieve studie. Hoewel de meerderheid van de mensen met brandwonden in staat is een bevredigende kwaliteit van leven te bereiken na een brandwondenongeval, is er een subgroep die dit niveau niet haalt. Dit kan betekenen dat sommige gezondheidsgerelateerde problemen over het hoofd worden gezien en daarom niet worden behandeld. Het doel van dit kwalitatieve onderzoek is om te inventariseren welke verschillende gezondheidsproblemen worden ervaren. Hiermee kan een hiërarchisch overzicht worden samengesteld van aangedane gezondheidsgerelateerde domeinen die kan dienen als input voor bijvoorbeeld het ontwikkelen van een model om in de klinische praktijk systematisch specifieke hulpbehoeften te screenen.
90
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
13.107 - van Zuijlen/ VSBN Beverwijk - Het belang van het afbeelden van vascularisatie voor brandwonden- en reconstructieve chirurgie. Het meten van de bloedvoorziening van de huid met behulp van niet invasieve (=zonder dat er daarvoor in de huid gesneden of geprikt hoeft te worden) meetapparatuur zal een belangrijke rol gaan spelen in de uitkomst van zowel brandwondenchirurgie als reconstructieve chirurgie. Het doel van deze studie is het testen van de geschiktheid van optische coherentie tomografie (OCT) (polarization sensitive OCT en Doppler OCT), foto-akoestiek, duplex, thermografie en LDI. De klinische toepasbaarheid en de accuraatheid worden onderzocht voor het afbeelden van de bloedvoorziening van brandwonden, littekens en gezonde huid. Gestart in 2012 Pilot 12.02 - Middelkoop / VSBN Beverwijk –Functie en activatie van trombocyten bij brandwondenpatiënten. Disfunctioneren van trombocyten heeft mogelijk een effect op bloedingstijd, alsmede dat het de gevoeligheid voor infecties en wondgenezingsproblemen kan beïnvloeden. Daarnaast, als plaatjes rijk plasma wordt overwogen als behandeling bij brandwonden is het waardevol om te weten of en wanneer bloedplaatjes een verminderd of juist verhoogde functie hebben. Het doel van deze pilot studie is om de functie en activatie van trombocyten in kaart te brengen in de eerste periode (ca 3 weken) na een brandwond. Deze pilotstudie is in 2014 afgerond. Pilot 12.04 - Nieuwenhuis / VSBN Groningen - Evaluatie van een taxonomie om het handelen van verpleegkundigen tijdens verband- wissels bij kinderen te beschrijven; kunnen we verbetering van zorg meten? Een pilotstudie. Video interactie begeleiding (VIB) wordt gebruikt als methode om verpleegkundigen te scholen in hoe zij de behoeften van kinderen kunnen peilen en daarop in kunnen spelen tijdens een verband wissel. Om vast te stellen of VIB niet alleen leidt tot meer kennis, maar ook werkelijk tot gedragsveranderingen is een taxonomie ontwikkeld om de interactie tussen verpleegkundigen en kinderen tijdens verbandwissels systematisch in kaart te brengen. Het doel van deze pilotstudie is om te onderzoeken of de taxonomie een betrouwbare methode is om de interactie tussen kinderen en verpleegkundigen tijdens verbandwisselingen in kaart te brengen. Deze pilotstudie is in 2014 afgerond. 12.101 - Schulz / AMC - Gerandomiseerde studie naar de effectiviteit en veiligheid van verneveling van heparine voor de behandeling van pulmonale coagulopathie bij brandwondpatiënten met inhalatie trauma. Inhalatietrauma bij brandwondenpatiënten zorgt voor een ernstig ziektebeloop en is een belangrijke oorzaak van sterfte bij deze patiënten. Het doel van deze randomised controlled trial is om te bepalen of verneveling van heparine bij brandwondenpatiënten met inhalatietrauma leidt tot 1) een toename van aantal beademingsvrije dagen in de eerste 28 dagen, leidt tot een lagere Lung Injury Score, leidt tot een afname van pulmonale stollingsactivatie, leidt tot remming van de pulmonale ontstekingsreactie en of deze behandeling veilig is bij brandwondenpatiënten met inhalatietrauma. 12.102 - Krom/ ACTA – Inter-species interacties als aangrijppunt in de strijd tegen brandwondinfecties. Brandwond infecties zijn biofilm-gerelateerde infecties die in tijd poly-microbieel worden. Het doel van dit onderzoek is om de relevantie van fysieke en chemische communicatie te onderzoeken in biofilm formatie, met name op het gebied van resistentie, expressie en virulentie factoren en wond heling in een in-vitro brandwond-infectie model.
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
91
12.103 - Vermolen / TU Delft - Wiskundige modellering van het gedrag van (myo-)fibroblasten tijdens de contractie van brandwonden ter voorkoming van hypertrofische littekens. Om richtlijnen te geven voor het verbeteren van behandelingsmethoden van brandwonden, is het belangrijk om de invloed van de (myo)fibroblasten op de genezing en op de generatie van littekenweefsel te kwantificeren. Dit onderbouwt de noodzaak van goede wiskundige modellen die de relevante biologische mechanismes meenemen in zowel deterministische als stochastische processen. Het doel van dit onderzoek is om wiskundige modellen voor de contractie en genezing van brandwonden te ontwikkelen. Hiermee zal men in staat zijn om kwalitatief en kwantitatief te bepalen welke processen verantwoordelijk zijn voor contractie en bovendien in hoeverre deze processen in de ontwikkeling van littekens resulteren. 12.104 - Nieuwenhuis/ VSBN Groningen - Fysieke fitheid en fysiek activiteiten niveau bij kinderen en adolescenten na matige en ernstige brandwonden. Nu steeds meer mensen brandwonden overleven, wordt gezondheid-gerelateerde kwaliteit van leven (HRQoL) steeds belangrijker. Veelbelovende interventies om HRQoL te verhogen zijn training en andere vormen van fysieke activiteit. Het doel van deze cross-sectionele observatie studie is het karakteriseren van fysieke fitheid en activiteiten niveau bij kinderen na brandwonden en het onderzoeken van de relatie tussen fysieke fitheid, fysieke activiteiten niveau en HRQoL. 12.105 - van Loey/ VSBN - De sociale impact van leven met littekens van brandwonden. Het doel van dit kwalitatieve onderzoek is om te onderzoeken hoeveel en welke sociale problemen mensen met brandwonden ervaren. Ook wordt onderzocht welke factoren een goed functioneren belemmeren. Daarbij gaat speciale aandacht uit naar onbegrip door andere mensen als een belemmerende factor. 12.107 - F Niessen / VUMC - Kan vroege inflammatie voorspellen of er littekenhypertrofie ontstaat? Nog steeds is niet bekend wanneer de ontsporing van de littekenvorming exact begint, zodat we nog geen goede therapie ter preventie van littekenhypertrofie hebben gevonden. Uit vorig onderzoek blijkt dat zeer vroege ontstekingsprocessen gerelateerd zijn aan het ontstaan van hypertrofie. Wanneer deze processen beter worden begrepen kan mogelijk een preventie therapie tegen litteken hypertrofie worden ontwikkeld. Het doel van dit onderzoek is om de aanleg voor de vorming van littekenhypertrofie te onderzoeken in een gestandaardiseerd pre-sternaal (borstbeen) littekenmodel. (Littekenvorming na een hartoperatie). 12.109 - Breederveld/ LUMC & Brandwondencentrum Beverwijk –Kwaliteit van leven en kosten effectiviteit bij de behandeling van patiënten met brandwonden. (OIO promotietraject behorende bij de bijzondere leerstoel aan het LUMC) Het doel van dit onderzoek is om de effectiviteit van verschillende wondbedekkers bij de behandeling van brandwonden met elkaar te vergelijken. Lopende projecten gestart voor 2012 11.101 - Nieuwenhuis / VSBN Groningen - Jeuk bij patiënten met brandwonden. Het doel van dit onderzoek is om een meetinstrument van de verschillende aspecten van jeuk bij patiënten met brandwonden te ontwikkelen en evalueren, 2) het uitvoeren van een systematische review (Cochrane) m.b.t. het bepalen van jeuk, 3) het uitvoeren van een longitudinale studie m.b.t. incidentie, beloop en fysieke en psychosociale (risico) factoren en 4) het uitvoeren van een dubbelblind gerandomiseerde en gecontroleerde studie m.b.t. de effectiviteit van behandeling van jeuk met Doxepine crème.
92
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
11.102 - van Baar/ VSBN Rotterdam - Kosten-effectiviteit van de toepassing van laser Doppler imaging in de diagnose van brandwonden: een gerandomiseerde klinische studie. Er zijn geen prospectieve studies beschikbaar over de effectiviteit en de kosten van het gebruik van laser Doppler imaging in de brandwondenzorg. Het doel van dit onderzoek is om inzicht verkrijgen in de gevolgen van de introductie van laser Doppler imaging in brandwondenzorg, met betrekking tot de diagnose van branddiepte en behandeling, voor de uitkomsten van patiënten en voor de totale kosten (medische kosten en niet-medische kosten). 11.103 - van Zuijlen / VUMC & Brandwondencentrum Beverwijk - Kraakbeenregeneratie ten behoeve van aangezichtsreconstructies. (OIO promotietraject behorende bij de bijzondere leerstoel aan het VUMC) Na een diepe verbranding is het aangezicht vaak onherstelbaar beschadigd. Kraakbeen is van essentieel belang voor vorm maar ook functie van oren en neus. Wanneer het beschadigd is, is het moeilijk vervangbaar daar goede donorplaatsen beperkt zijn. Tissue engineering van autoloog kraakbeen kan daarom een doorbraak betekenen aangaande de mogelijkheden voor aangezichtsreconstructies. Het onderzoek naar vetstamcellen, z.g. Adipose Derived Stem Cells (ADSC), laat zien dat zij een belangrijke rol kunnen spelen bij tissue engineering van kraakbeen. Het doel van dit onderzoek is om 1) steunkraakbeen beter te karakteriseren met name op biomechanische en morfometrische kwaliteiten, 2) het co-kweken van vetstamcellen om de optimale omstandigheden voor differentiatie en cell interactie te onderzoeken, 3) de mechanische karakterisatie van verschillende typen kraakbeen mbt elasticiteit, stijfheid, viscoelasticiteit, 4) het testen van verschillende Scaffolds als dragermateriaal met vetstamcellen voor regeneratie van steunkraakbeen. Voorts zal een in-vitro studie wordt uitgevoerd om de cell interacties tussen ADSC en chondrocyten te bestuderen. Pilot 10.01 - van Loey/ VSBN Beverwijk - Worden pijn en psychische stress gereflecteerd in het inflammatoire cytokine profiel bij mensen met brandwonden Pijn is een bekend probleem bij brandwonden. Echter, biologische mechanismen van pijn zijn onvoldoende begrepen. Dat is niet verbazingwekkend omdat pijn complex is: lichamelijke, cognitieve, affectieve en gedragsfactoren lijken allen een invloed uit te oefenen op pijnervaringen. Het doel van deze pilot studie is om te onderzoeken of er een relatie is tussen verschillende biologische markers, psychologische problemen en pijn. Pilot 10.02 - Middelkoop/ VSBN Beverwijk - Impact van mannose-binding lectin op gevoeligheid voor kolonisatie door Pseudomonas aeruginosa bij brandwonden patiënten. Gebleken is dat patiënten met diepe brandwonden een hoger risico hebben om wondgenezingsproblemen te ontwikkelen door de aanwezigheid van P. aeruginosa in hun brandwonden. Wondgenezingsproblemen resulteerden in verminderde overleving van huid transplantaten, meer operaties voor huid transplantatie en een langere ligduur. Doel van deze pilot studie is om te onderzoeken of het mannose-bindende lectine (MBL), een van de factoren van de ontstekings reactie na verwonding, een rol speelt bij de wondgenezingsproblemen. Onderzocht wordt of MBL deficiëntie het risico op besmetting met P. aeruginosa en gerelateerde wondgenezings problemen verhoogt. 10.103 - Smit/ VUMC - Cellulaire processen bij mechanische belasting: een in vitro model voor het testen van spalkstrategieën. Bewegingsbeperkingen in gewrichten zijn belangrijke problemen die veelvuldig voorkomen na brandwonden. De beperking zit niet in het gewricht zelf, maar in een tekort aan huid. Verschillende rek- en spalktechnieken worden ingezet om mechanische tegenkrachten te bieden
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
93
aan de contractie van het wondgebied. De veelheid aan mogelijke regimes en gebrek aan klinisch bewijs van effectiviteit maken het echter moeilijk om tot goede klinische onderzoeken en protocollen te komen. Het doel van dit project is een in vitro test system op te zetten, waarmee verschillende rek- en spalkstrategieen nagebootst kunnen worden. Hiermee kan vervolgens het effect op celfunctie en expressie van markers die geassocieerd worden met littekenaanmaak gemeten worden. Ook zal bestudeerd worden op welk tijdstip gedurende/na genezing een dergelijke therapie het best gestart kan worden. 10.104/10.110 - van Zuijlen/ VSBN Beverwijk - Een gerandomiseerde gecontroleerde multicentrische studie naar de toepassing van op perforatoren gebaseerde transpositieplastieken voor littekenreconstructies. Veel patiënten krijgen bewegingsbeperkingen bij gewrichten doordat brandwondenlittekens samentrekken (contraheren). Er zijn verschillende chirurgische technieken om de contractie op te heffen; deze technieken hebben allemaal specifieke nadelen. Mogelijk worden betere resultaten bereikt door een nieuwe techniek waarbij gezonde huid uit de omgeving gebruikt wordt. Deze huid blijft met een huidsteel aan de oorsprong vastzitten om doorbloed te blijven. Als perforatoren (bijzondere bloedvaten) deze huidplastiek van bloed blijven voorzien, kunnen mogelijk grotere en veiligere huidplastieken gedaan worden, zodat vaker gezonde huid in plaats van een transplantaat gebruikt kan worden. Het doel van dit project is om deze nieuwe techniek (huidplastiek gebaseerd op een perforator) te vergelijken met de meest gebruikte standaard techniek: het volledig dikte huidtransplantaat. 10.106 - Nibbering/ LUMC - Nieuwe strategieën voor de preventie en behandeling van infecties Bacteriële infecties vertragen het herstelproces, waardoor meer littekenweefsel ontstaat en de patiënten langdurig behandeld moeten worden met hoge kosten voor de volksgezondheid. De bacteriën op het wondoppervlak reageren veelal niet op de gangbare antibiotica, omdat de bacteriën zich in een biofilm bevinden. Het doel van dit onderzoek is om de moleculaire basis van de interacties tussen bacteriën (in biofilm) en (verwonde) menselijke huidconstructen op te helderen. Op basis van deze resultaten kunnen geschikte kandidaten geïdentificeerd worden voor de behandeling/preventie van infecties in brandwond patiënten. Daarnaast worden de effecten van verschillende factoren, die bacteriële biofilm vorming beïnvloeden, op infecties op (verwonde) menselijke huidconstructen en het wondhelingsproces onderzocht. 10.109 - Ulrich/VSBN Beverwijk en VUMC - Fibrose en ontstekingsremmende middelen voor de verbetering van wondgenezing bij brandwonden. De genezing van diepe brandwonden gaat gepaard met de vorming van excessieve littekens. Dit wordt veroorzaakt door een excessieve ontstekingsreactie met als gevolg fibrose van het nieuwe weefsel. Door remming van de ontstekingsreactie of het fibroseproces zelf zal het eind resultaat van de genezing aanzienlijk verbeterd kunnen worden. Het doel van dit project is om te onderzoeken of wondgenezing kan worden verbeterd met bestaande geneesmiddelen die al zijn goedgekeurd voor andere aandoeningen waardoor klinische toepassing snel mogelijk is.
94
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
09.102 - Spek& Peppelenbosch/AMC - Voorkomen van lidtekenvorming door het tegengaan van stollingsafhankelijke activatie van PARs. De vorming van littekenweefsel blijft een van de grootste problemen bij brandwonden. Nieuwe strategieën die de vorming van littekenweefsel kunnen tegengaan zouden de huid in staat moeten kunnen stellen zich netjes te herstellen. Recent is aangetoond dat zogenaamde Protease geactiveerde receptoren (PAR-2 receptoren) noodzakelijk zijn voor de vorming van littekens. PARs (een transmembrane receptor; activeert het doorgeven van signalen binnen de cel) zijn mogelijk via de activatie van de coagulatie cascade (bloedstolling) gerelateerd zijn aan het ontstaan van littekens. Hun inhibitie (remming) lijkt een aantrekkelijke strategie om de vorming van littekenweefsel tegen te gaan. Het doel van dit onderzoek is om het bewijs leveren dat remming van PAR activering littekenvorming voorkomt en de klinische toepassing van dergelijke remming voor te bereiden. Dit onderzoek is in 2014 afgerond. 09.110 - Wagener/Radboud UMC - Inductie van celbeschermende eiwitten als een nieuwe strategie tegen hypertrofe littekenvorming door oxidatieve stress en ontsteking. Patiënten met brandwonden ontwikkelen vaak hypertrofe littekens die kunnen leiden tot zowel cosmetische als functionele beperkingen. Deze littekens kunnen het gevolg zijn van het te lang aanhouden van het ontstekingsproces. De cel beschermende eiwitten die nodig zijn om de ontsteking te remmen schieten in die gevallen tekort, of ze zijn niet voldoende beschikbaar. Het doel van dit project is om te onderzoeken of het verhogen van de aanmaak van celbeschermende eiwitten (dmv het stimuleren en remming van het aantal factoren) in het wondgebied de vorming van hypertrofe littekens kan voorkomen of verminderen. Kennis over het aanzetten van de genen die celbeschermende eiwitten maken zal kunnen leiden tot nieuwe behandelmethoden voor het voorkomen en verminderen van hypertrofe littekens. Dit onderzoeksproject is in 2014 afgerond. 08.109 Geijtenbeek/ AMC - C-type lectines als targets om de wondgenezing in brandwonden te verbeteren Dit project heeft als doel om de rol van de verschillende antigeen presenterende cellen (APC) (“surveillanten“ van het afweersysteem) in de huid te onderzoeken bij brandwonden, en om de functie van de verschillende APC te modificeren voor een gunstiger immuun response dat nodig is voor (betere) genezing van brandwonden. Dit onderzoek is in 2014 afgerond. 07.116 - Ulrich/ VSBN & VUMC - Toepassing van gekweekte autologe keratinocyten in combinatie met een meshed split skin autograft voor de genezing van brandwonden. De genezing van brandwonden van volledige dikte gaat over het algemeen gepaard met littekenvorming. Transplantatie met eigen huid (de standaard behandeling) levert niet het gewenste cosmetische en functionele resultaat en bij grote brandwonden is er te weinig gezonde huid aanwezig. Door de huid te meshen (netvorming) kan de oppervlakte van het transplantaat vergroot worden, echter bij grote mazen kan dit leiden tot erge littekens. Door opperhuidcellen te kweken en samen met eigen vergrote huid te transplanteren zal de wond sneller genezen en zal er minder littekenvorming plaatsvinden. Het doel van het onderzoek is om de applicatie van gekweekte autologe (lichaamseigen) keratinocyten (opperhuidcellen) in combinatie met een split skin autograft op de verbetering van genezing van brandwonden te onderzoeken. Dit onderzoeksproject is in 2014 afgerond.
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
95
11.5 Nevenfuncties Directie en Raad van Toezicht R.W.J. Baardse • European Fire Safety Platform • Stichting Loterijacties Volksgezondheid
Founding member Bestuurslid
Drs. E.A.J. van de Merwe • GWK Travelex Non-executive Chairman • Achmea Bank Holding N.V. Voorzitter Raad van Commissarissen, lid Audit & Risk Committee • Staalbankiers N.V. Voorzitter Raad van Commissarissen, lid Audit & Risk Committee • Achmea B.V. Audit & Risk Committee Voorzitter Raad van Commissarissen, lid • Rabobank Nederland Voorzitter Raad van Commissarissen, lid Audit & Risk Committee, voorzitter Risk Committee • Henri Sijthoffprijs Jurylid • Kids Rights Foundation Lid Bestuur • Dutch Security Institute Lid Arbitragecommissie • Vrije Universiteit Amsterdam Voorzitter bestuur curatorium postdoctoralestudie ‘Corporate Compliance and Integrity’ • Vrije Universiteit Amsterdam Lid bestuur curatorium postdoctorale studie ‘Financial Professional in Banking’ • Instituut van Internal Auditors Nederland Lid Raad van Advies • Euro Tissue Bank Voorzitter Raad van Toezicht
96
Dr. A.P.C.C. Hopperus Buma, Commandeur-arts b.d. • Diploma in the Medical Care of Catastrophes (DMCC) of the Worshipful Society of Apothecaries of London • Royal College of Physicians and Surgeons of Glasgow • Rotterdams Heelkundig Genootschap ‘In Sociorum Salutem’ • New Westminster College, Vancouver BC, Canada
Drs. T.E. Monzón, RA • 4thline Risk Management • Woonstichting de Key • Euro Tissue Bank
Managing partner en oprichter Voorzitter Audit commissie Vicevoorzitter Raad van Toezicht
Prof. dr. C.M.A.M.van der Horst • Afdeling Plastische, Reconstructieve en Handchirurgie AMC • International Advisory Board IPRAS 2007 • Editorial Advisory board Scandinavian Journal of Surgery • Professional Advisory Board VS Sturge Weber Foundation • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde • Schisisteam AMC • Decubitus- en Wondencommissie • Interne Visitatiecommissie • Onderzoek naar patiëntveiligheid in Nederlandse ziekenhuizen (NIVEL) • Adviesraad voor Mensen met een Gelaatsafwijking • Adviesraad Dokters van de Wereld • Adviesraad Smile Train
Dr. F. Groenevelt • Cancer Clinic International Foundation • Euro Tissue Bank
Voorzitter Lid Raad van Toezicht
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
Deputy Convener
Fellow Bestuurslid Senior Fellow
Hoofd Lid Lid Lid Lid Lid Voorzitter Lid ‘Deskundig achterwacht’ lid lid lid
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
97
11.6 Verloop onderzoeksubsidies jaar 2006
1 januari bestedingen
jaar 2006
jaar 2007
jaar 2008
jaar 2009
jaar 2010
jaar 2011
jaar 2012
jaar 2013
jaar 2014
0
1.633.241
1.352.064
729.584
384.018
263.461
190.505
107.182
51.344
19.319
292.706
623.655
343.437
106.190
68.297
83.323
55.838
51.344
-11.529
-1.175
2.129
14.367
4.659
1.352.064
729.584
384.018
263.461
190.505
107.182
51.344
0
0
1.087.012
835.757
365.079
125.684
125.694
102.622
26.170
107.352
241.061
404.678
234.395
0
22.893
77.515
26.170
10.194
66.000
5.000
-10
179
-1.063
835.757
365.079
125.684
125.694
102.622
26.170
0
0
1.227.767
984.810
538.560
217.676
85.488
50.000
27.219
242.050
437.600
311.305
82.833
35.488
50.000
907
8.650
9.579
49.355
984.810
538.560
217.676
85.488
50.000
0
0
994.888
637.867
372.467
184.996
130.480
52.778
356.121
265.400
187.471
53.510
vrijval via derden
2007
211.800
toevoegingen
1.440.760
31 december
1.633.241
1 januari bestedingen vrijval
2008
toevoegingen
1.194.364
31 december
1.087.012
1 januari bestedingen vrijval
2009
toevoegingen
1.254.986
31 december
1.227.767
1 januari bestedingen vrijval
2010
900
toevoegingen
1.047.666
31 december
994.888
1 januari bestedingen
372.467
184.996
130.480
130.480
0
1.124.028
659.872
306.138
165.683
132.499
461.739
357.148
140.455
2.417
-3.414
659.872
306.138
165.683
0
1.006.541
698.037
316.287
43.946
308.504
381.750
109.670
toevoegingen
1.256.527
31 december
1.124.028
1 januari bestedingen vrijval
2012
1.040.915
31 december
1.006.541
bestedingen
R.W.J. Baardse, directeur
Namens de Raad van Toezicht van de Nederlandse Brandwonden Stichting:
42.259
107.366
698.037
316.287
0
1.104.113
725.143
138.322
377.834
430.437
vrijval
2013
Namens de directie van de Nederlandse Brandwonden Stichting:
-16.058
-9.572
toevoegingen
1 januari
Beverwijk, 26 mei 2015
1.006
637.867
vrijval
2011
12. Ondertekening directie en Raad van Toezicht
Drs. E.A.J. van de Merwe
Drs. T.E. Monzón
Dr. F. Groenevelt
Dr. A.P.C.C. Hopperus Buma
206.617
1.136
toevoegingen
1.242.435
31 december
1.104.113
1 januari bestedingen
725.143
294.706
0
913.526
100.075
396.521
vrijval toevoegingen
1.013.601
31 december 2014
913.526
1 januari
517.005 0
bestedingen
184.397
vrijval
Prof. dr. C.M.A.M. van der Horst
toevoegingen
910.266 725.869 2.588.576
98
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
2.378.633
1.982.043
Jaarverslag Nederlandse Brandwonden Stichting 2014
99
Colofon Teksten: Nederlandse Brandwonden Stichting Vormgeving: DesignKracht © Nederlandse Brandwonden Stichting, 2015