Jeugdzorg Tieners Fryslân
Tieners Fryslân
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2007 Gedeputeerde Staten Leeuwarden, 19 december 2006
2
Inhoudsopgave 5
1
Visie op jeugdzorg en de rol van de provincie
2
Jong in Fryslân
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
3
4
9
• Operatie Jong, de Jeugdzorgbrigade en de Gideonsgemeenten 9 • Centra voor Jeugd en Gezin 10 Jong in Fryslân: De aansluiting 10 De provincie en lokaal jeugdbeleid 11 • Voortijdig School Verlaters 12 Inbreng en inzet deskundigheid tweedelijns zorgvoorzieningen 13 Samenhang lokaal jeugdbeleid en de jeugdstrafrechtketen 13 De gezinscoach 14 Agenda ‘Jeugd en Gezin 2020’ 14 Sociaal Investerings Fonds 15
Het Bureau Jeugdzorg 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
4.2
16
3
De aansluiting 16 Doorlooptijden en wachtlijsten indicatiestelling en AMK Kwaliteitsbevordering indicatiestelling 18 Beleidsinformatie jeugd 19 Adequaat functioneren jeugdbescherming 20 Verbeteren kwaliteit Jeugdreclassering 21 Eigen Kracht conferenties 22
Het zorgaanbod 4.1
6
23
Het aanbod sluit aan op de vraag • De Friese Jeugdinrichting 24 • Aanvalsplan wachtlijsten 24 Effectiviteit en kwaliteit 25
inhoudsopgave
Voorwoord
23
17
4.3 4.4 4.5
5
Kwaliteit 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
6
Intersectorale samenwerking 25 Overheveling verantwoordelijkheden JJI’s Invoering P x Q financiering 26 • Marktwerking in de jeugdzorg 27
inhoudsopgave
28
33
Financiële verantwoording 2005 33 Budgetteringsdeel voor t-1 en t 38 Kwalitatieve beschrijving gesubsidieerde activiteiten
Bijlage I:
4
28
Doelmatig, niet bureaucratisch en terugdringen wacht- en doorlooptijden Versterken van de positie van de cliënt 29 Onderzoek 29 • Noordelijke Rekenkamer 30 Vernieuwingen in de jeugdzorg 30 Kwaliteitstoets nieuw zorgaanbod 30 Beleidsinformatie Jeugd 31 • Jeugdmonitor Fryslân, Elektronisch Kinddossier en Verwijsindex 31 Zoeken naar samenwerking 32
Financiën 6.1 6.2 6.3
26
43
Financieel overzicht jeugdzorg 2005 (afrekening 2005 vertaald van format uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2007, naar begroting uit uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2005. Bijlage II: Overzicht gehonoreerde SIF aanvragen Bijlage III: Lijst met gebruikte afkortingen en internet sites Bijlage IV: Schematische weergave van de jeugdzorg
Voorwoord Januari 2007 Nederland is in de aanval. U mag daar zelf allerlei zaken bij invullen, als maar helder wordt dat wij ook in de jeugdzorg spreken van “wij zijn in de aanval”. Operatie Jong, de Jeugdzorgbrigade en het Aanvalsplan van de wachtlijsten in de jeugdzorg zijn hier voorbeelden van. In Fryslân zie ik ook aanvallende bewegingen en dat is goed. Er wordt veranderd. Natuurlijk moet dat wat al goed is behouden blijven, maar ook in de jeugdzorg betekent stilstaan geen vooruitgang. En vooruitgang is nodig omdat er nog steeds veel voorbeelden zijn te noemen waar het beter moet in de jeugdzorg.
Ook in het veld zie ik veel verbeteringen. Instellingen komen met vernieuwende methodieken waar effectiviteit steeds nadrukkelijker een plek in krijgt. Ik merk dat ook verschillende sectoren met elkaar in gesprek raken. Een gesprek over vaak dezelfde jongeren die een gezamenlijke aanpak nodig hebben om ook echt het verschil te kunnen maken. Een gesprek ook waarin duidelijk wordt dat we elkaars ‘taal’ en ‘beelden’ echter nog lang niet altijd verstaan. Het komende jaar zou ik graag meer zicht krijgen op de jongeren in deze provincie die ‘jeugdzorg’ nodig hebben en wil ik waar nodig werken aan meer effectiviteit. Dat kan een provincie niet alleen en daarom is dit gelijk een oproep aan u om daar samen vorm en inhoud aan te geven. Jan Ploeg, gedeputeerde Zorg en Welzijn
Voorwoord
Als provincie hebben we zelf vorig jaar een nieuwe koers ingezet. Dat was nog op papier, maar de eerste resultaten worden zichtbaar. Als voorbeeld noem ik Jong in Fryslân, de samenwerking tussen gemeenten en provincie om lokaal jeugdbeleid en de provinciale jeugdzorg goed op elkaar te laten aansluiten. Na een periode van weerstand zie ik nu veel enthousiasme en daadkracht om hier samen in op te trekken.
5
1
Visie op jeugdzorg en de rol van de provincie
Visie op jeugdzorg en de rol van de provincie
Kader De volgende documenten zijn het kader voor dit uitvoeringsprogramma: • De Wet op de jeugdzorg. • Het landelijk Beleidskader Jeugdzorg 2005 – 2008, waarin de ministeries van VWS (www.minvws.nl) en Justitie (www.minjus.nl) hun ambities hebben geformuleerd voor deze beleidsperiode. • Het Beleidskader Jeugdzorg 2006 – 2008 van de provincie Fryslân (www.fryslan.nl). • De Sociale Agenda 2005 – 2007 van de provincie Fryslân. Dit vormt de basis van waaruit de provincie een bijdrage wil leveren aan sociaal maatschappelijke vraagstukken. • Er is gebruik gemaakt van visies en plannen zoals die door partners in de ‘keten’ (gemeenten, instellingen) zijn ontwikkeld.
Visie ‘Sociaal en zelfredzaam’ In de provinciale visie op jeugd(zorg) groeien kinderen en jongeren in Fryslân in een goede en veilige leef- en leeromgeving op tot sociale en zelfredzame burgers.
Hoofdstuk 1
6
‘Samenhang en samenwerking’ De provincie vindt samenwerking en samenhang belangrijk. Met jongeren en hun opvoeders, met de 31 gemeenten, de rijksoverheid en met alle instellingen die betrokken zijn bij het creëren van een goede en veilige leef-, werk- en leeromgeving. ‘Verantwoordelijkheden’ Voorop staat dat ouders verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kinderen. Vrijwel alle meeste ouders erkennen dat. De meeste ouders zijn gelukkig in staat die verantwoordelijkheid op zich te nemen en vorm te geven aan de opvoedingspraktijk van alledag. Verschillende onderzoeken wijzen ook uit dat de Nederlandse Jeugd zich tot de gelukkigste van de hele wereld rekent. Dat zal voor de Friese jeugd ook gelden. Ouders kunnen en hoeven het niet alleen te doen. Het is een verantwoordelijkheid van de overheid haar burgers ontwikkelingsmogelijkheden te bieden. Gemeenten hebben bijvoorbeeld een grote verantwoordelijkheid in het zorgen voor een veilige leef- en leeromgeving. Het Rijk zorgt bijvoorbeeld voor de financiering van het onderwijs, dat daar ook een bijdrage aan levert. Bovendien is een enorme inzet en inspanning te zien van kinderen en jongeren zelf en van familie en vrijwilligers.
Een deel van de jeugdigen en/of hun ouders redt het toch niet op eigen kracht. Ook de inzet van gemeenten in het lokaal preventief jeugdbeleid en/of het onderwijs kan tekort schieten, gezien de aard en complexiteit van de hulpvraag. In dat geval is (geïndiceerde) jeugdzorg nodig en komt de provinciale verantwoordelijkheid in beeld. De provincie staat hier voor een benadering die zich niet alleen richt op het kind of de jongere, maar ook op de ouders en de omgeving, de systeembenadering. Een benadering die uitgaat van de dialoog met het kind of de jongere en de ouders en aansluit bij de aanwezige competenties. Als het over verantwoordelijkheden gaat moet voorop staan dat we met elkaar doen wat werkt en dat hulpverlening zich richt op het zodanig versterken van het systeem dat ouders de verantwoordelijkheid voor de opvoeding weer op zich kunnen nemen. De provincie gaat daarbij uit van het ‘goed genoeg’ principe. Een hulpverlener wil natuurlijk het beste voor zijn cliënt. Dat is op zich positief, maar het beste kan ook meer zijn dan wat nodig is.
Het bieden van de juiste zorg op het juiste moment is een vervolg op het zo, zo, zoprincipe van de afgelopen jaren. De uitgangspunten van het zo licht mogelijk, zo kort mogelijk en zo dicht mogelijk bij huis hulp verlenen staan nog steeds overeind. Het meer inzetten van ambulante zorg is ook een goed antwoord gebleken op de ‘residentialisering’ van de jeugdzorg. Generaliserend gezegd is een neveneffect van deze benadering dat los van de ernst van de situatie eerst gekozen wordt voor een lichte vorm van hulp, als die niet blijkt te werken een iets zwaardere vorm en uiteindelijk een nog zwaardere vorm. Dit kan voor cliënten onbevredigend zijn, en mogelijk ook onnodig kostbaar. Een ander neveneffect is dat wellicht teveel residentiële voorzieningen zijn omgebouwd tot ambulante voorzieningen. Het lijkt erop dat hierdoor het zorgaanbod niet in balans is. Het bieden van de juiste zorg op het juiste moment moet de balans in het zorgaanbod weer terugbrengen en ook de balans worden tussen het zorgaanbod en alle vormen van ondersteuning die in het voortraject plaatsvinden. Zo kan een cursus opvoedingsondersteuning in een vroegtijdig stadium veel erger voorkomen, maar kan een situatie ook zo zijn dat niet opvoedingsondersteuning de oplossing is, maar dat het direct bieden van een veilige opvoedingssituatie een noodzaak is. De juiste zorg op het juiste moment impliceert ook een differentiatie van het zorgaanbod. Dit kunnen verbindingen zijn tussen bijvoorbeeld een ambulant en een residentieel programma, een verbinding tussen de geestelijke gezondheidszorg en de jeugdhulpverlening, maar ook de koppeling tussen de eerste- en tweedelijns zorg.
7
Hoofdstuk 1
‘De juiste zorg op het juiste moment’ Zeven woorden die misschien wel de kern vormen van waar elke speler in de keten van jeugdbeleid voor staat. Waar heeft een kind of jongere behoefte aan, oftewel wat is de vraag? Signaleren we goed, komen vragen op de goede plek binnen, is dit een vraag voor mij of iemand anders en zo zijn er nog veel meer vragen te stellen. Een belangrijk uitganspunt hierin is dat de ´keten´ zo kort en efficient mogelijk moet worden ingericht.
Visie op jeugdzorg en de rol van de provincie
‘Veilig!’ Richtinggevend is dat kinderen moeten kunnen opgroeien in een veilige leef- en leeromgeving. Veiligheid neemt daarbij een bijzondere plaats in. Het is een uitdrukkelijke voorwaarde dat de omgeving veiligheid biedt voor een kind of een jongere. Als daar niet aan wordt voldaan staat bescherming van het kind voorop.
‘Wat doet de provincie?’ De provincie heeft op grond van de Wet op de jeugdzorg allereerst een uitvoerende rol als het gaat om de financiering van jeugdzorg (op grond van de Wet op de jeugdzorg). Daarnaast heeft de provincie de opdracht ‘regie’ te voeren in de jeugdzorg (zie bijlage V voor een schematische weergave van de jeugdzorg). Ook hier kiest de provincie voor een systeembenadering. Dat houdt in aansluiten bij de praktijk, versterken en ontwikkelen waar nodig en de dialoog aangaan met de andere overheden en de op het thema ‘jeugd en gezin’ betrokken instellingen. Een risico van deze benadering is het grote aantal ‘partners’. Want wie is nu waarvoor verantwoordelijk? Of misschien nog erger, iedereen voelt zich of is deels verantwoordelijk, maar er gebeurt vervolgens niets. Daarop sturen is één van de taken die de provincie zich stelt. Uitgangspunten hierbij zijn het aanspreken van elkaars eigen kracht en verantwoordelijkheden.
Visie op jeugdzorg en de rol van de provincie
‘Resultaat’ Lukt het ons te doen wat werkt en de cliënt centraal te zetten? Dan zal het lukken om resultaatgericht te zorgen voor een goede en veilige leef- en leeromgeving voor de kinderen en jongeren in Fryslân!
Hoofdstuk 1
8
Om te meten of de provincie Fryslân op een voldoende niveau haar verantwoordelijkheid vorm en inhoud geeft zal in 2006 gestart worden met een tevredenheidsonderzoek onder relaties van de provincie: gemeenten, rijk en uitvoeringsinstellingen onder het motto: ‘practice what you preach’.
Jong in Fryslân Inleiding In 2006 is Jong in Fryslân een begrip geworden. Vooral door het congres Jong in Fryslân op 18 mei 2006 in Heerenveen. Voor het congres was veel animo en tijdens het congres is een groot aantal workshops gegeven met goede projecten, voorbeelden, initiatieven die in de provincie leven op het terrein van jeugd en gezin (zie de link op www.ikpjeugd.nl voor meer informatie). Mede naar aanleiding van het congres is in 2006 ook een ontwikkeling in gang gezet om meer verbinding en sturing aan te brengen in het jeugdbeleid onder het thema Jeugd en Gezin (zie hiervoor paragraaf 2.6). Verder wordt in dit hoofdstuk ook een verbinding gemaakt met het Sociaal Beleidskader van de provincie Fryslân. Jeugd is ook hierin een belangrijk thema en o.a. met het Sociaal Investerings Fonds (SIF) wil de provincie een bijdrage leveren aan vraagstukken op dit terrein. Aanvragen die worden ingediend voor het SIF worden getoetst aan het kader en de doelstellingen uit dit uitvoeringsprogramma.
In het kort komt het er op neer dat gemeenten zich inzetten voor het voorkomen van problemen (preventie, de 5 functies uit de WMO). Als er toch sprake is van meervoudige en complexe problematiek biedt de provincie jeugdzorg. In het belang van jeugdigen (en hun opvoeders) moeten de overheden en alle andere partijen deze taken goed uitvoeren, dus samenwerken. Operatie JONG, de Jeugdzorgbrigade en de Gideonsgemeenten In 2006 zijn zowel het eerste advies van Operatie JONG (www.operatie-jong.nl) en het advies van de Jeugdzorgbrigade (www.jeugdzorgbrigade.nl) verschenen. Operatie Jong adviseert onder andere op lokaal niveau Centra voor Jeugd en Gezin te ontwikkelen met daarin de lokale functies als Maatschappelijk Werk etc., maar ook de toegangstaken van Bureau Jeugdzorg. Voorzieningen als de Jeugdbescherming en de Jeugdreclassering, maar ook het zorgaanbod moeten een centrale aansturing krijgen. De provincie verdwijnt hierbij als bestuurslaag uit het spectrum van Jeugdzorg. De Jeugdzorgbrigade adviseert daarentegen om vooral geen stelseldiscussie te voeren en is van mening dat de huidige Wet op de jeugdzorg voldoende ruimte biedt om de verantwoordelijkheden van provincie en gemeente op elkaar aan te laten sluiten. De provincie Fryslân is ook van mening dat een stelseldiscussie niet wenselijk is. Het huidige stelsel van jeugdzorg is er net en sluit goed aan op de omvang van een (plattelands)provincie als Fryslân met 31 gemeenten en in totaal ongeveer 650.000 inwoners. Bovendien laat het project Jong in Fryslân zien dat het huidige stelsel van jeugdzorg voldoende mogelijkheden biedt het lokaal jeugdbeleid en de provinciale jeugdzorg op elkaar te laten aansluiten.
Jong in Fryslân
Verantwoordelijkheden
9
Hoofdstuk 2
2
Daarnaast wordt in 2007 de op 1 januari 2005 ingevoerde Wet op de jeugdzorg geëvalueerd. Ook die evaluatie zal bijdragen aan de dialoog om beleid en uitvoering beter te maken. Voor wat betreft het rapport van de Gideonsgemeenten is het standpunt van de provincie gelijk aan wat hierboven staat. De bruikbare elementen zullen als dat mogelijk is zeker worden vertaald.
Centra voor Jeugd en Gezin De provincie staat achter de oprichting van Centra voor Jeugd en Gezin en ziet dit vooral als een impuls en een verantwoordelijkheid voor het lokaal jeugdbeleid en de Integrale Jeugdgezondheidszorg. De ontwikkeling van Jong in Fryslân sluit hier goed op aan en de provincie ziet er op toe dat beide ontwikkelingen elkaar versterken. Verder zal de provincie onderzoeken hoe Bureau Jeugdzorg het beste kan aansluiten bij de invulling van een Centrum voor Jeugd en Gezin.
2.1 Jong in Fryslân: de aansluiting Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 – 2008 De provincie zorgt met de gemeenten in Fryslân voor een dekkende structuur als het gaat om de aansluiting tussen lokaal jeugdbeleid en de provinciale jeugdzorg.
Jong in Fryslân
Terugblik
Hoofdstuk 2
10
De provincie Fryslân besteedt al langere tijd veel aandacht aan een goede aansluiting tussen het lokaal jeugdbeleid en de provinciale jeugdzorg. Dit vanuit de gedachte dat hoe eerder problemen gesignaleerd worden en hulp wordt geboden, hoe kleiner de kans is dat uiteindelijk problemen toenemen naar aard en omvang. Begin 2005 hebben provincie en gemeenten een convenant ondertekend. Een convenant over ieders verantwoordelijkheden, maar ook met de ambitie om de verbinding te maken met elkaar.Naar aanleiding van het convenant is door een ambtelijke werkgroep vanuit provincie en gemeenten een advies opgesteld en bekrachtigd over hoe die ‘aansluiting’ er in de provincie Fryslân zou moeten uitzien. Daarna heeft dezelfde werkgroep een uitvoeringsplan gemaakt voor de periode 2006 tot en met 2008. Zowel het advies ‘de aansluiting’ en het ‘uitvoeringsplan Jong in Fryslân’ zijn te downloaden op www.fryslân.nl (sociaal beleid en zorg, jeugdzorg). In 2006 heeft de GGD Fryslân een productgroep JIF (Jong in Fryslân) ingericht. Deze productgroep voert een aantal overstijgende taken uit voor JIF. Bijvoorbeeld een provinciale website met lokale pagina’s voor jeugdigen en hun opvoeders, het beheer en onderhoud van een gemeenschappelijk registratiesysteem, het ontwikkelen van een samenwerkingsmethodiek en de ondersteuning van lokaal en/of regionaal werkende coördinatoren en het ondersteunen van de oprichting van lokale en/of regionale JIF voorzieningen. De steunfunctie instelling Partoer is in 2006 gestart met het doen van procesmatig onderzoek naar de voortgang van JIF. Op 1 februari 2006 is het eerste ‘JIF punt’ geopend: Jong in Kollumerland. Ook de eerder gestarte ‘Steunpunten 0 – 25 jaar’ worden in 2006 getransformeerd in JIF voorzieningen, bijvoorbeeld in Zuid-West en Zuid-Oost Friesland. Ook andere gemeenten, zoals Leeuwarden en Heerenveen, zijn de oprichting van een JIF voorziening aan het voorbereiden.
In de regio’s Zuid West en Zuid Oost zijn zowel ambtelijk als bestuurlijk regio’s gevormd. De website www.jonginfryslan.nl is gelanceerd. Het registratiesysteem ten behoeve van JIF is klaar en in 2006 zijn de eerste trainingen gegeven voor het gebruik van het systeem. Met de komst van de Wet op de jeugdzorg is een afbakening vastgesteld van de verantwoordelijkheden van gemeenten op het terrein van preventief jeugdbeleid enerzijds en de provincie op het terrein van de jeugdzorg anderzijds. In overleg met het ministerie van VWS is in dit verband gekeken naar artikel 10 van de Wet op de jeugdzorg en de ontwikkelingen in het kader van Jong in Fryslân. De conclusie is dat de ontwikkelingen hieraan voldoen en dat zowel het ministerie van VWS als de provincie de komende periode alert blijven op de afbakening van verantwoordelijkheden.
Actiepunten 2007 Implementatie van het “uitvoeringsplan JIF”: • Doelstelling voor 2007 is dat in minimaal 20 van de 31 gemeenten in Fryslân JIF wordt uitgevoerd; • De ambtelijke werkgroep JIF maakt een plan van aanpak om JIF binnen de keten van jeugdbeleid in Fryslân ‘bekend’ te maken. Dit in relatie tot bijvoorbeeld de taken van Bureau Jeugdzorg, Partoer etc; • Vanuit de ambtelijke werkgroep JIF wordt een bijeenkomst georganiseerd (of meerdere) voor gemeenten om kennis uit te wisselen, ervaringen te delen, maar ook verder richting te geven aan JIF; • De ambtelijke werkgroep onderzoekt welke mogelijkheden er zijn om, naast het onderzoek dat door Partoer wordt uitgevoerd, zicht te krijgen op resultaten en daar ook op te sturen.
Terugblik
11
De provincie zet vooral de steunfunctie-instelling Partoer (www.partoer.nl) in voor de ondersteuning van het lokaal jeugdbeleid. Partoer richt zich daarbij steeds meer op dienstverlening aan gemeenten in plaats van uitvoeringsorganisaties. Verder deelt Partoer haar kennis en expertise in provinciale netwerken, als bijvoorbeeld het platform kindermishandeling. Partoer heeft vooral op de volgende terreinen activiteiten geleverd: • Kennis en Informatie. Ontwikkeling van het Informatie- en Kennispunt Jeugd (www.ikpjeugd.nl) en de Jeugdmonitor Fryslân (ook te vinden op www.ikpjeugd.nl). Zie hoofdstuk 5.6 voor een verdere toelichting. De (mede)organisatie van het congres Jong in Fryslân op 18 mei 2006 en van een studiedag voor beroepskrachten in de onderbouw van het primair onderwjis en de kinderopvang/peuterspeelzaalwerk over vroegsignalering. De evaluatie van het project JIF (zie hoofdstuk 2.1). • Projectontwikkeling. De uitvoering van het project ‘Leefomgeving 0-25’ op het terrein van lokaal jeugdbeleid. Professionalisering Peuterspeelzaalwerk/Kinderopvang.
Hoofdstuk 2
Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 – 2008 De provincie geeft als het nodig en mogelijk is ondersteuning aan gemeenten op het terrein van lokaal jeugdbeleid.
Jong in Fryslân
2.2 De provincie en lokaal jeugdbeleid
Organisatie van het steunpunt Jongeren en Seksualiteit Fryslân. Activiteiten op het terrein van kindermishandeling, waaronder deelname aan het platform Kindermishandeling en de implementatie van de landelijke Meldcode Kindermishandeling. De stichting Maatschappelijke Opvang “De Terp” uit Leeuwarden heeft in 2004 een vijfjarige subsidie ontvangen van de provincie voor het project “Huis voor de jongeren” dat zich richt op zwerfjongeren. Hoewel het project qua aantal begeleide jongeren goed loopt, is uit de evaluatie in 2005 voor de provincie onvoldoende duidelijk geworden hoe de provinciale bijdrage is ingezet. In 2006 is vooralsnog de bevoorschotting van de subsidie stopgezet en wordt overlegd met de stichting over de continuering van het project. De provincie Fryslân heeft in het kader van het Sociaal Investeringsfonds (SIF) de afgelopen jaren een aantal subsidies verstrekt. Zie hiervoor paragraaf 2.7. Een knelpunt dat Jeugdhulp Friesland bij de provincie kenbaar heeft gemaakt, is dat steeds meer kinderen die geïndiceerd zijn voor dagbehandeling, niet meer (kunnen) komen, omdat gemeenten het vervoer niet (meer) vergoeden. In het kader van het project Jong in Fryslân voert de provincie overleg met gemeenten. Dit is tot op heden vooral gegaan over de ontwikkeling van JIF. Dit overleg zou ook gebruikt kunnen worden om inhoudelijke ontwikkelingen op het terrein van jeugdbeleid te bespreken en af te stemmen.
Jong in Fryslân
Actiepunten 2007
Hoofdstuk 2
12
• De provincie maakt met Partoer productafspraken voor 2007. • In overleg met gemeenten bepalen of het structureel overleg tussen gemeenten en provincie over JIF uitgebreid kan worden met inhoudelijke onderwerpen/ontwikkelingen op het terrein van jeugdbeleid, zoals het afstemmen van inzet van Partoer, het SIF, de inzet van (effectieve) interventies, gezinscoaching, monitoring etc. • De vervoersproblematiek binnen de dagbehandeling van Jeugdhulp Friesland bespreken binnen de VFG (Vereniging Friese Gemeenten) en komen tot een gezamenlijke oplossing. Voortijdig Schoolverlaters Het volgen van onderwijs is cruciaal in de ontwikkeling van jeugdigen. Het is terecht dat de groep die dreigt uit te vallen veel aandacht krijgt. Er gebeurt ook veel op dit terrein en er is een grote inzet zichtbaar om uitval te voorkomen. De provinciale afdelingen Zorg en Welzijn, Onderwijs en Economie hebben zich verenigd om, in dialoog met het veld, te onderzoeken of de huidige aanpak van vroegtijdig schoolverlaters in Fryslân afdoende is en waar met een gezamenlijke en integrale aanpak het totaal aan projecten en interventies op dit terrein verbeterd kan worden.
2.3 Inbreng en inzet deskundigheid tweedelijns zorgvoorzieningen Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 – 2008 De provincie stimuleert tweede lijns zorgvoorzieningen hun deskundigheid in te brengen en beschikbaar te stellen binnen de eerste lijns zorgvoorzieningen en het onderwijs.
Terugblik Vooral door de instelling van de centrale toegang bij Bureau Jeugdzorg (zie ook www.bjzfriesland.nl) en het aanstellen van netwerkconsulenten wordt deskundigheid ook beschikbaar gesteld aan eerste lijns organisaties. In 2006 is vanuit het SIF een aantal projectaanvragen gehonoreerd over het geven van informatie en deskundigheidsbevordering aan de eerste lijns zorg en het onderwijs op het terrein van (seksueel) geweld. Uitgangspunt voor activiteiten binnen deze doelstelling dat ze antwoord geven op een vraag/vragen vanuit het werkveld.
Actiepunten 2007 • Het verder stimuleren van projecten van tweedelijns zorgvoorzieningen, bijvoorbeeld in het het SIF, die zorgen voor inhoudelijke versterking van de lokaal werkende instellingen en organisaties in de vorm van deskundigheidsbevordering, informatie, consultatie etc.
2.4 Samenhang lokaal jeugdbeleid en de jeugdstrafrechtketen
De provincie neemt deel aan het Platform Jeugdcriminaliteit Fryslân (APJ). Deelnemers in het Platform zijn o.a. RvdK, Reclassering, Gemeenten, Politie, Provincie en O.M. Het platform richt zich op een gemeenschappelijke aanpak van jeugdcriminaliteit en jeugdproblematiek. Een voorbeeld is het project ‘Veiligheidsthermometer’. Dit is een enquête binnen het voortgezet onderwijs die zicht geeft op veiligheidsbeleving binnen het onderwijs in Fryslân. Het algemene beeld is dat Friese Leerlingen veilig en prettig naar school gaan. Uit het onderzoek is wel een duidelijke vraag opgekomen naar meer toezicht en aandacht voor pesten, racisme, discriminatie en geweld. Bureau Jeugdzorg is gestart met een experiment ‘Elektronisch Toezicht’ binnen de jeugdreclassering. Resultaten hiervan zijn nog niet bekend. Een voorbeeld van samenwerking die moeizaam op gang is gekomen, is die van het project ‘Dagbesteding Probleemjongeren’. Op basis van het Advies ‘Waar een wil is, is een weg’ uit 2004 is geprobeerd een sluitende dagbesteding voor probleemjongeren te organiseren. Tot op heden is dat niet gelukt. In 2006 heeft de provincie ervoor gekozen, op basis van het eerder genoemde advies, een geactualiseerd uitvoeringsplan te maken in dialoog met de betrokken partijen en dan vooral met de drie RMC regio’s (Regionale Meld en Coördinatiepunten) en in relatie tot onderwijs en arbeidsvoorzieningen. Verder is in Fryslân een Justitieel Casusoverleg actief. Deelnemers zijn het OM, RvdK en de politie.
13
Hoofdstuk 2
Terugblik
Jong in Fryslân
Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 – 2008 De provincie bevordert de relatie tussen het lokaal jeugdbeleid en de jeugdstrafrechtketen en de samenwerking en samenhang daarin.
Actiepunten 2007 • In samenwerking met RMC regio’s organiseren van dagbesteding voor probleemjongeren. • Vanuit het Platform Jeugdcriminaliteit wordt een impuls gegeven aan de uitvoering van de Leerplichtwet en dan vooral aan de samenwerking tussen leerplichtambtenaren en het OM.
2.5 De gezinscoach Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 – 2008 De provincie stimuleert de inbedding van de ‘gezinscoach’ in de keten van jeugd(zorg)beleid.
Terugblik Als het gaat om de hulpverlening in het vrijwillige kader stemt Bureau Jeugdzorg tijdens de indicacatiefase de hulpverleningsvraag af met andere instellingen. Na indicatiestelling is het de zorgaanbieder, veelal Jeugdhulp Friesland die de hulpverlening afstemt met andere instellingen. In complexe (multiproblem) situaties blijft Bureau Jeugdzorg, in de vorm van Caemanagement Plus, de cliënt bijstaan. Bij hulpverlening in het gedwongen kader stemt de ‘jeugdbeschermer’ of de ‘jeugdreclasseerder’ de hulpverlening af. Jeugdhulp Friesland heeft het initiatief genomen met de verschillende ketenpartners af te spreken wat de aanpak is als verschillende instellingen/organisaties bij de hulpverlening betrokken zijn. Het thema “Eén kind, één plan” heeft verder centraal gestaan bij het congres Jong in Fryslân op 18 mei 2006. De volgende paragraaf gaat hier verder op in. Ook vanuit JIF wordt gewerkt aan de invulling van de functie van ‘gezinscoach’.
Jong in Fryslân
Actiepunten 2007 De provincie volgt ontwikkelingen op dit terrein en ondersteunt die waar nodig en mogelijk is.
2.6 Agenda ‘Jeugd en Gezin 2020’
Hoofdstuk 2
14
Eén van de uitkomsten van het congres Jong in Fryslân op 18 mei 2006 in Heerenveen is dat er behoefte bestaat aan sturing op strategisch niveau binnen Fryslân. Er gebeurt namelijk veel op en rond het terrein van jeugdbeleid in Fryslân (gezondheidszorg, jeugdzorg, onderwijs, veiligheid, arbeid en welzijn). Zoveel dat er behoefte is aan een heldere regie en meer afstemming en samenwerking om een gemeen-schappelijk doel te realiseren: zelfredzame en sociale burgers. De provincie Fryslân heeft het initiatief genomen in dit verband te onderzoeken wat er al is (er is geen behoefte aan nieuwe onnodige structuren), wat er nog ontbreekt en welke verbindingen er kunnen worden gelegd. Tot nu toe heeft dit geleid tot een eerste bijeenkomst op bestuurlijk niveau tussen de Provincie Fryslân, de VFG (Zorg en Welzijn en Onderwijs), de Politie Fryslân en het Zorgkantoor (op termijn direct of indirect uit te breiden met een vertegenwoordiging uit de de domeinen onderwijs en arbeid). Daarnaast is het genoemde initiatief in het al bestaande ‘directieplatform’ van (zorg)instellingen in Fryslân (het Bestuurlijk Platform Jeugd Fryslân) besproken en is enthousiast gereageerd.
Een en ander moet op afzienbare termijn leiden tot het aanbrengen van meer ‘focus’ in het jeugd(zorg)beleid door in dialoog provinciebreed bepaalde doelen/thema’s te formuleren, uit te dragen en er vervolgens ook op te sturen. Voorbeelden van thema’s die uit de verschillende overleggen tot nu toe zijn gekomen, waar mogelijk provinciebreed een ‘focus’ op kan worden gelegd zijn: • De balans tussen preventieve, geïndiceerde en justitiële inzet; • De verhouding tussen de lokale, regionale en provinciale verantwoordelijkheid en aanpak van problematiek; • Vroegtijdige signalering (0-3 jaar) + vroegtijdige aanpak; • Problematiek voortijdig schoolverlaters; • Rendement van interventies, weten = meten; • In casusoverleg altijd een probleemeigenaar benoemen; • ‘Adoptie’ van probleemjongeren; • Systeembenadering bij zorg en focus op eigen kracht van het systeem; • Ouders verantwoordelijk maken. In oktober 2006 wordt aan het bestuurlijk overleg een eerste plan van aanpak voorgelegd. Hierin komt te staan wat er nodig is om voor Fryslân te komen tot een ‘Agenda Jeugd en Gezin 2020’ . Overeenkomstig de provinciale visie op jeugdzorg zal bij het maken van het plan van aanpak, maar ook bij het opstellen van de ‘Agenda Jeugd en Gezin 2020’ de dialoog worden gezocht met de verschillende betrokken en relevante actoren op het terrein van jeugdbeleid.
Het jaar 2006 is een jaar van investeren in een ontwikkeling die veel kan opleveren. Voorwaarde is een gezamenlijke inzet.
2.7 Sociaal Investeringsfonds (SIF)
Jong in Fryslân
Tijdens het congres Jong in Fryslân is een Expertgroep Jeugd en Gezin ingesteld (zie www.ikpjeugd.nl onder Jong in Fryslân). Deze expertgroep zal ook gevraagd worden mee te denken en te adviseren over de ‘Agenda Jeugd en Gezin 2020’.
15
In het kader van het Sociaal Beleid van de provincie Fryslân (vastgelegd in de Sociale Agenda) is Jeugd één van de vijf beleidsthema’s. Het SIF wordt gebruikt als instrument om projecten te financieren die een bijdrage leveren aan één van de thema’s. Rond het thema Jeugd is de afgelopen jaren een aantal subsidies verstrekt (Zie bijlage voor een overzicht van verstrekte subsidies.
Actiepunten 2007: • Volgen van de voortgang van lopende projecten; • Beoordelen van aanvragen rond het thema Jeugd, op grond van het kader en de vastgelegde doelstellingen uit het Beleidskader Jeugdzorg 2006 – 2008 en het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2007. Als uitgangspunt geldt dat aanvragen die niet aansluiten op genoemde doelstellingen ook niet in aanmerking komen voor subsidie. Voor de overige aanvragen gelden de criteria uit de SIF verordening.
Hoofdstuk 2
Terugblik
3
Het Bureau Jeugdzorg Inleiding Bureau Jeugdzorg is op grond van de Wet op de jeugdzorg de toegang tot de geïndiceerde jeugdzorg. Daarnaast zijn het AMK, de jeugdreclassering, de jeugdbescherming en de kindertelefoon ook onderdeel van Bureau Jeugdzorg (sinds 1996).
3.1 De Aansluiting Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 – 2008 De provincie bevordert de aansluiting van Bureau Jeugdzorg op de voorliggende lokale en regionale (zorg)structuren en voorzieningen.
Het Bureau Jeugdzorg
Terugblik
Hoofdstuk 3
16
Bureau Jeugdzorg is in 2005 gestart met de inrichting van één centrale toegang voor jeugdigen, ouders/opvoeders en professionals van andere instellingen of voorzieningen. Dit is een afdeling binnen Bureau Jeugdzorg waar alle vragen (telefonisch, schriftelijk en via internet) binnenkomen. De centrale toegang heeft daarbij een informatiefunctie, een consult/adviesfunctie en kan een ‘aanmelding’ accepteren voor het starten van een indicatietraject in vrijwillig kader of een onderzoek van het AMK. Figuur 1: cijfers centrale toegang, bron beleidsinformatie 2e kwartaal ´06 Bureau Jeugdzorg
2006 informatie aanvragen adviezen/consulten aanmeldingen totaal
1e kwartaal 160 259 417 836
2e kwartaal 144 335 427 906
Casusoverleg Vanuit de centrale toegang is een start gemaakt met het zitting nemen in een aantal zorgnetwerken waar casusoverleg plaatsvindt binnen de provincie. Voorbeelden zijn dat medewerkers van de centrale toegang deelnemen aan de RMC consultatie teams, de VTO-Vroeghulp teams, de PCL (Permanente Commissie Leerlingzorg) en de WSNS samenwerkings-verbanden.
Netwerkconsulenten Bureau Jeugdzorg heeft binnen de centrale toegang ook een aantal netwerkconsulenten aangesteld. Deze netwerkconsulenten maken geen deel uit van netwerken (oftewel ze nemen geen deel aan casusoverleg en de besluitvorming daarover, maar zorgen voor de aansluiting bij en deskundigheidsbevordering van lokale en regio-
nale (zorg)netwerken. Netwerkconsulenten kunnen bijvoorbeeld afspraken maken met (zorg)netwerken over de signalering en doorgeleiding van situaties waarbij sprake is van complexe en meervoudige problematiek. Ook kunnen de netwerkconsulenten zorgen voor het geven van feedback over casussen die zijn doorverwezen. Genoemde ontwikkelingen binnen Bureau Jeugdzorg zijn nog nieuw. Het is belangrijk daarin alert te blijven. Bijvoorbeeld in relatie tot Jong in Fryslân, waarbij op lokaal en/of regionaal niveau ook een toegang wordt gerealiseerd voor vragen van en/of over kinderen en jongeren. De uitdaging is om verwarring te voorkomen en ervoor te zorgen dat deze ontwikkelingen samen opgaan en elkaar versterken.
Actiepunten 2007: • De ontwikkeling van de centrale toegang van Bureau Jeugdzorg (bijvoorbeeld in relatie tot JIF) verder volgen en waar nodig anticiperen en/of bijsturen; • De beleidsinformatie die de centrale toegang oplevert gebruiken voor bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering van lokale zorgnetwerken; • De ontwikkeling van het gebruik van Extranet door Bureau Jeugdzorg volgen.
3.2 Doorlooptijden en wachtlijsten indicatiestelling, in het bijzonder van het AMK
De instroom voor het onderdeel Indicatie en Casemanagement van Bureau Jeugdzorg zat in 2004 en 2005 tussen de 1300 en 1400 cliënten. De 1e helft van 2006 laat een stijging zien, die vooral veroorzaakt wordt door de instroom voor psychiatrische zorg (Bureau Jeugdzorg verzorgt sinds juni 2005 de indicatiestelling voor psychiatrische zorg). De effecten worden nu zichtbaar, doordat de na de startperiode de instroom op gang is gekomen. Bureau Jeugdzorg kent een wachtlijst voor Indicatie en Casemanagement. Begin 2006 heeft Bureau Jeugdzorg een analyse gemaakt van de oorzaak van de wachtlijst en ook maatregelen genomen om de problematiek op te lossen. De ontwikkeling van de wachtlijsten bij het AMK steken gunstig af ten opzichte van de eerder genoemde wachtlijst. De huidige instroom van het AMK is in 2006 13% hoger dan in 2005. Op 1 januari 2006 was er geen wachtlijst meer voor de start van een onderzoek. In de loop van 2006 bleek weer een wachtlijst te ontstaan. Na het nemen van extra maatregelen heeft Bureau Jeugdzorg de wachtlijst op 1 juli 2006 weten terug te brengen tot één. De gemiddelde doorlooptijd voor het doen van onderzoek is in de 1e helft van 2006 afgenomen van 134 naar 103 dagen. Afgezet tegen de landelijke norm van 90 dagen is sprake van een gunstige ontwikkeling die nog doorgezet moet worden om te kunnen voldoen aan de landelijke norm (bron beleidsinformatie 2e kwartaal 2006 Bureau Jeugdzorg. De provincie Fryslân heeft Bureau Jeugdzorg opdracht gegeven per 1 januari 2007 te voldoen aan de wettelijke eisen met betrekking tot wachtlijsten en doorlooptijden bij het AMK.
17
Hoofdstuk 3
Terugblik
Het Bureau Jeugdzorg
Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 – 2008 Bureau Jeugdzorg voldoet aan de landelijke normen en richtlijnen voor doorlooptijden en wachtlijsten.
Actiepunten 2007: • Toetsen van de opdracht aan Bureau Jeugdzorg om per 1 januari 2007 te voldoen aan de landelijke norm met betrekking tot de wachtlijsten en doorlooptijden bij het AMK. • Aan de hand van de resultaten in 2006 van Bureau Jeugdzorg ten aanzien van de overige wachtlijsten met Bureau Jeugdzorg afspraken maken over het (verder) wegwerken ervan.
3.3 Kwaliteitsbevordering indicatiestelling Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 – 2008 Bureau Jeugdzorg is de toegang tot de geïndiceerde zorg en draagt zorg voor een geïntegreerde indicatiestelling.
Terugblik Sinds juni 2005 verzorgt Bureau Jeugdzorg naast de indicatie voor de jeugdhulpverlening ook de indicatie voor de psychiatrische zorg. In 2005 hebben Bureau Jeugdzorg en de GGZ hiervoor een convenant gesloten. Dit convenant is geëvalueerd en in juli 2006 is een nieuw convenant gesloten, waarbij Bureau Jeugdzorg meer in staat is onafhankelijk te indiceren en meer te sturen op het indicatieproces. Per 1 september 2006 start Bureau Jeugdzorg met een team voor de indicatie van psychiatrische zorg.
Het Bureau Jeugdzorg
Figuur 2: cijfers indicatiebesluiten, bron beleidsinformatie 2e kwartaal ´06 Bureau Jeugdzorg
Hoofdstuk 3
18
Jaar totaal 2005 1e kwartaal 2006 2e kwartaal 2006 totaal 2006 BJZ/JHV GGZ LWI PGB/ZIN
BJZ/JHV 2041 563 558 1121
GGZ 74 130 118 248
LWI 238 58 62 120
PGB/ZIN 0 18 77 95
Totaal 2353 769 815 1584
= Bureau Jeugdzorg en Jeugdhulpverlening = Geestelijke Gezondheids Zorg = Landelijk Werkende Instellingen = Persoons Gebonden Budget / Zorg In Natura (in uitvoering per 1-1-05)
In IPO verband is een protocol Indicatiestelling GGZ ontwikkeld. In 2006/2007 kan dit protocol worden ingevoerd. De indicatiestelling voor de Licht Verstandelijk Gehandicapten (LVG) sector zou per 1 januari 2007 overgaan naar Bureau Jeugdzorg. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (www.ciz.nl) voert nu deze indicatiestelling uit. De overheveling is door het ministerie van VWS uitgesteld tot 1 januari 2008. Mee Friesland is een organisatie voor mensen die leven met een beperking en is nauw betrokken is bij de LVG sector. De provincie Fryslân stimuleert dat Bureau Jeugdzorg en Mee Friesland hierbij samenwerken. Bureau Jeugdzorg zal nog in 2006 een deskundigheidsbevorderingstraject organiseren voor medewerkers van de Centrale Toegang, het AMK en Indicatie en Casemanagement. In 2006 heeft het IPO de MO groep verzocht samen een project te starten voor het maken van een kwaliteitsslag als het gaat om de indicatiestelling van de Bureaus Jeugdzorg. In de loop van 2006 moet dit project worden opgestart en in 2007 worden afgerond.
Actiepunten 2007: • Bureau Jeugdzorg bereidt zich verder voor op het overnemen van de indicatiestelling voor de zorg voor Licht Verstandelijk Gehandicapten (LVG) per 1 januari 2008. • Bureau Jeugdzorg zet zich in 2007 in voor een verdere ontwikkeling van een integrale onafhankelijke en efficiënte indicatiestelling. • De resultaten van het landelijke project van IPO en MO groep voor verbetering van de indicatiestelling worden door Bureau Jeugdzorg doorgevoerd. • Invoering protocol Indicatiestelling GGZ.
3.4 Beleidsinformatie jeugd Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 – 2008 Bureau Jeugdzorg levert een bijdrage aan de algemene beleidinformatie met betrekking tot jeugd in Fryslân en de interpretatie en analyse van deze informatie.
Actiepunten 2007: • Het in kwalitatieve en kwantitatieve zin optimaliseren van de beleidsinformatie die Bureau Jeugdzorg per kwartaal beschikbaar stelt, zodat een goede analyse en interpretatie van gegevens mogelijk is en dat deze ook vergelijkbaar is met bijvoorbeeld beleidsinformatie van het zorgaanbod. • Ten behoeve van het vorige actiepunt start in 2007 een provinciale werkgroep die moet zorgen voor eenduidige definities van wachtlijsten/wachttijden in de jeugdzorg. • Het verwerken van de beleidsinformatie van Bureau Jeugdzorg in de Jeugdmonitor Fryslân • Bureau Jeugdzorg maakt voor de provincie inzichtelijk wat de toekomstige vraag is op korte en langere termijn aan geïndiceerde jeugdzorg.
19
Hoofdstuk 3
Provincie en Bureau Jeugdzorg hebben afspraken gemaakt over het per kwartaal beschikbaar stellen van beleidsinformatie aan de provincie. Bureau Jeugdzorg voorziet deze beleidsinformatie van een analyse. Gedeputeerde Staten informeren per kwartaal Provinciale Staten met beleidsinformatie over wachtlijsten en wachttijden in de jeugdzorg. In 2006 zijn de eerste afspraken gemaakt tussen Partoer en Bureau Jeugdzorg over het aanleveren van beleidsinformatie in het kader van de Jeugdmonitor Fryslân (zie hoofdstuk 5.5 voor verdere toelichting). De provincie heeft Bureau Jeugdzorg gevraagd op basis van de beschikbare beleidinformatie een analyse te maken over de toekomstige vraag aan geïndiceerde jeugdzorg in Fryslân. Op deze manier is de provincie beter in staat met het zorgaanbod afspraken te maken over de te leveren producten.
Het Bureau Jeugdzorg
Terugblik
3.5 Adequaat functioneren jeugdbescherming Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 – 2008 Bureau Jeugdzorg sluit voor een adequate uitvoering van de jeugdbescherming aan bij het landelijke programma “Beter Beschermd”.
Terugblik De doorstroom bij de jeugdbescherming is ongeveer gelijk aan die van 2005. Figuur 3: cijfers jeugdbescherming, bron beleidsinformatie 2e kwartaal ´06 Bureau Jeugdzorg
Jeugdigen in zorg in periode naar soort zorgeenheid in 2005 Soort zorgeenheid aanvang bij Gezinsvoogdij (OTS) 386 132 Voogdij 104 17 Totaal 490 149
af 97 15 112
Het Bureau Jeugdzorg
Jeugdigen in zorg in periode naar soort zorgeenheid in 1e helft 2006 Soort zorgeenheid aanvang bij af Gezinsvoogdij (OTS) 426 62 45 Voogdij 103 13 4 Totaal 529 75 49
Hoofdstuk 3
20
einde 427 102 529
einde 443 112 555
“Beter Beschermd” is een landelijk verbeterprogramma voor de jeugdbescherming van het ministerie van justitie. Waar nodig worden voorstellen gedaan voor wijzigingen van de kinderbeschermingswetgeving en kwaliteitsverbetering van de gezinsvoogdij en de voogdij. Bureau Jeugdzorg heeft in juni 2006 afspraken gemaakt over het scholingstraject van medewerkers in het kader van het “Deltaplan Gezinsvoogdij”. Eind 2006 zal Bureau Jeugdzorg een uitvoeringsplan voorleggen aan de provincie. Bureau Jeugdzorg voert het Deltaplan fasegewijs in. Bureau Jeugdzorg is nog niet gestart met een experiment voor het werken met ‘gemengde teams’ (actiepunt 2006). Dit in verband met lopende ontwikkelingen van de reorganisatie binnen (inrichten centrale toegang etc) en de methodiekontwikkeling binnen de jeugdbescherming. Per 1 januari 2008 wordt Bureau Jeugdzorg verantwoordelijk voor de LVG indicatiestelling en zal een aantal medewerkers van Landelijk Werkende Instellingen overgaan naar Bureau Jeugdzorg. Vanaf dan zal Bureau Jeugdzorg starten met het experiment met het werken in gemengde teams. De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) heeft een toetsende taak als het gaat om de vraag een OTS (Onder Toezicht Stelling) niet te verlengen of een uithuisplaatsing te beëndigen. Samen met de RvdK heeft Bureau Jeugdzorg in 2006 een samenwerkingsprotocol opgesteld. Dit om de kwaliteit en de efficiëntie in de keten van jeugdbescherming te verbeteren. In dit kader is ook een pilot aanvraag ingediend bij het ministerie van Justitie om de doorlooptijden in de keten te verkorten. Deze aanvraag is niet gehonoreerd, maar de RvdK en Bureau Jeugdzorg zullen onderling bekijken welke mogelijkheden er zijn dit alsnog op te pakken. Bureau Jeugdzorg neemt samen met de provincies Groningen, Drenthe en Overijssel deel aan een effectiviteitsonderzoek met betrekking tot de jeugdbescherming van de universiteiten Groningen en Nijmegen.
Het ministerie van Justitie is gestart met de ontwikkeling van een nieuwe methodiek voor de voogdij. Deze komt in 2007 beschikbaar.
Actiepunten 2007: • Implementatie “Deltaplan Gezinsvoogdij”. Het Deltaplan gaat uit van een verlaging van de caseload van gezinsvoogdijmedewerkers en de invoering van de recent ontwikkelde landelijke methodiek. Voorwaarde is dat het volledige plan in 2008 is ingevoerd. • Implementatie methodiek voogdij, zodra deze door het ministerie van Justitie beschikbaar wordt gesteld. • Verdere ontwikkeling van verbetering van de keten van jeugdbescherming.
3.6 Verbeteren kwaliteit Jeugdreclassering Doel beleidskader jeugdzorg 2006 – 2008 Bureau Jeugdzorg zorgt voor een sluitende aanpak in de jeugdstrafrechtketen voor wat betreft jeugdreclassering. Bureau Jeugdzorg bevordert de individuele trajectbegeleiding voor criminele jongeren en voor verbetering van de nazorg en scholing- training van jongeren die een justitiële inrichting verlaten.
Terugblik
Figuur 4: cijfers jeugdreclassering, bron beleidsinformatie 2e kwartaal ´06 Bureau Jeugdzorg
af 90
Jeugdigen in zorg in periode naar soort zorgeenheid in 1e helft 2006 Soort zorgeenheid aanvang bij af Jeugdreclassering 128 79 49
einde 128
21
einde 158
Na een beschrijving van een nieuwe methodiek voor de jeugdreclassering door Bureau Jeugdzorg zelf is inmiddels landelijk ook een nieuwe methodiek voor de jeugdreclassering gepresenteerd. De implementatie van deze methodiek zal in 2007 plaatsvinden. De MO groep heeft van het ministerie van Justitie opdracht gekregen onderzoek te doen naar de methodiek Intensieve Traject Begeleiding (ITB). Dit om de methodiek te kunnen voorleggen aan de Erkenningscommissie Gedragsinterventies. De instroom is landelijk gezien lager dan verwacht. Dit geldt ook voor Fryslân. Oorzaak is dat de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) vooralsnog te weinig aanvragen voor de inzet van ITB indient. Op basis van Operatie JONG loopt een project van het ministerie van Justitie over het onderwerp nazorg. Justitie heeft hiervoor een verantwoordelijkheidskader nazorg ontwikkeld. Justitiële Jeugd Inrichtingen (JJI) zetten in dit kader het programma Work Wise in, de jeugdreclassering begeleidt jongeren en de RvdK is verantwoordelijk voor casusregie. Ook gemeenten zouden een rol moeten spelen in het bieden van nazorg aan
Hoofdstuk 3
Jeugdigen in zorg in periode naar soort zorgeenheid in 2005 Soort zorgeenheid aanvang bij Jeugdreclassering 138 89
Het Bureau Jeugdzorg
In 2006 is een forse stijging van de groei te zien binnen de jeugdreclassering. De provincie en Bureau Jeugdzorg maken nog in 2006 afspraken over de consequenties hiervan.
jongeren die een JJI of andere vormen van behandeling ´verlaten´. Eind 2006 wordt een convenant Nazorg ondertekend tussen de RvdK, SRN (Stichting Reclassering Nederland), JJI ’t Poortje (Justitiële Jeugd Inrichting) en de Bureaus Jeugdzorg van de drie noordelijke provincies. De afdeling jeugdreclassering van Bureau Jeugdzorg is in 2006 gestart met een experiment ´Elektronisch Toezicht´. Resultaten zijn nog niet beschikbaar. De jeugdreclassering heeft afspraken gemaakt met de algemene reclassering om betere afstemming te krijgen over de over de overgang van 18 jarigen. In opdracht van het Platform Jeugdcriminaliteit (APJ) heeft Bureau Halt in 2006 op alle scholen voor voortgezet onderwijs het project de ‘Veiligheidsthermometer’ uitgevoerd (zie voor toelichting hoofdstuk 2.4).
Actiepunten 2007: • Afronding van implementatie en van de landelijke methodiek jeugdreclassering binnen Bureau Jeugdzorg • Onderzoeken of het wenselijk is dat de jeugdreclassering zitting neemt in het Justitieel Casus Overleg en of dat een bijdrage kan leveren aan een hogere instroom voor ITB. • Evalueren of gemaakte afspraken tussen jeugdreclassering en algemene reclassering afdoende zijn. • Onderzoeken of het wenselijk en mogelijk is voor Fryslân een project te starten met betrekking tot het onderwerp nazorg, bijvoorbeeld voor de groep ex-gedetineerde starfrechtelijke jongeren.
Het Bureau Jeugdzorg
3.7 Eigen Kracht conferenties
Hoofdstuk 3
22
Doel beleidskader jeugdzorg 2006 – 2008 De provincie bevordert de inbedding en uitvoering van “Eigen Kracht” conferenties door Bureau Jeugdzorg.
Terugblik Voor 2006 heeft Bureau Jeugdzorg van de provincie middelen ontvangen voor het inzetten van “Eigen Kracht” conferenties (EKC). EKC is een instrument dat wordt ingezet ter voorkoming van bijvoorbeeld een uithuisplaatsing. Het gaat om een methodiek die in veel landen wordt gebruikt en waarvan de effectiviteit bewezen is. EKC’s zijn systeemgerichte trajecten gericht op het inschakelen van de eigen omgeving van jeugdigen en/ of hun opvoeders om meervoudige en complexe problematiek op te lossen, met een minimale inspanning van professionals.
Actiepunten 2006 • Bureau Jeugdzorg zorgt voor verdere bekendmaking van de methode en stimuleert ook andere partners de methode in te zetten. • Onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor de (structurele) financiering van EKC’s binnen Bureau Jeugdzorg en/of bij andere organisaties in Fryslân.
Het zorgaanbod Inleiding Eén van de uitgangspunten in de Wet op de jeugdzorg is het recht op jeugdzorg. Dit impliceert een vraaggestuurd stelsel, waarbij de cliënt centraal staat en waarbij telkens weer de vraag gesteld moet worden: ‘Wat heeft de cliënt nodig’ en achter af ‘Wat heeft hij er aan gehad’. Om toe te groeien naar een vraaggestuurd stelsel moeten de komende periode verschillende ontwikkelingen doorgevoerd worden. De inhoudelijke uitdaging is de zorgprogramma’s zo (verder) te ontwikkelen dat deze zowel aansluiten op de vraag of behoefte van een cliënt, als voldoen aan professionele en maatschappelijke standaarden. Bijvoorbeeld of een veilige opvoedingssituatie wordt gerealiseerd door eenduidige ondersteuning en of de geboden hulp wel effectief is. Een betere sturing moet mogelijk worden door de ontwikkeling van kostprijzen voor de jeugdzorg. Een andere ontwikkeling is die van marktwerking in de jeugdzorg. De provincie moet afwegen in welke mate markwerking bij kan dragen aan een vraaggestuurd stelsel, ten gunste van de cliënt, een effectieve jeugdzorg en de verhouding tussen prijs en kwaliteit.
Doel beleidskader jeugdzorg 2006 – 2008 Het zorgaanbod sluit op een systeemgerichte wijze voldoende aan op de vraag aan geïndiceerde jeugdzorg. Het zorgaanbod gaat daarbij zo veel mogelijk uit van de ‘eigen kracht’ en competenties van de jeugdige en zijn omgeving en ook van de eigen verantwoordelijkheid om het eigen leven vorm en inhoud te geven.
Het zorgaanbod
4.1 Het aanbod sluit aan op de vraag
23
Terugblik De in het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006 gesignaleerde positieve ontwikkeling binnen het zorgaanbod heeft zich in 2006 doorgezet. Voorbeelden zijn de methodische ontwikkelingen binnen de pleegzorg (er zijn twee varianten ontwikkeld: een ‘ terug naar huis’ variant en een ‘ begeleidings’ variant) en de structurele inbedding van de rol van de ouders in de zorgprogramma’s. Verder zijn initiatieven genomen, zoals het project “Een stap naar voren” om kinderen en jongeren die een indicatie van Bureau Jeugdzorg hebben ontvangen, sneller op te nemen in het zorgaanbod. In 2006 is het aantal pleeggezinnen uitgebreid en zijn structureel meer kinderen ‘in zorg genomen’ dan in 2005. Ondanks een uitbreiding van pleeggezinnen is in 2006 tijdelijk een extra ‘gezinshuis’ geopend vanwege een gebrek aan specialistische therapeutische pleegzorg. Dit omdat op korte termijn nog geen zicht is op uitbreiding van de capaciteit binnen de therapeutische pleegzorg. Nog in 2006 zal de provincie een onderzoek starten naar de huisvestingssituatie van het zorgaanbod, gerelateerd aan de vraag naar jeugdzorg. Er is een start
Hoofdstuk 4
4
gemaakt met de regionalisering van het aanbod, om zodoende beter te kunnen aansluiten bij lokale en regionale netwerken. Dit levert ook een bijdrage aan de invoering van het ‘systeemgericht’ werken. Er zijn afspraken gemaakt met Bureau Jeugdzorg over de afbakening van observatiediagnostiek en casemanagement. Tot slot heeft de provincie met het zorgaanbod afspraken kunnen maken over de invoering van een PxQ systematiek (financiering en verantwoording op basis van vastgestelde prijzen en aantallen.
De ‘Friese Jeugdinrichting’ De zorgaanbieder Jeugdhulp Friesland (www.jeugdhulpfriesland.nl) heeft het initiatief genomen te onderzoeken of het mogelijk en wenselijk is in Fryslân een nieuwe residentiële voorziening te ontwikkelen. Doel is om Friese kinderen en jongeren die nu in landelijke voorzieningen worden behandeld (bijvoorbeeld Limburg of Rotterdam) binnen de eigen provincie te houden en te behandelen. Dit op basis van de Wet op de jeugdzorg en het uitgangspunt dat kinderen zo dicht mogelijk bij huis hulp ontvangen. De provincie Fryslân staat positief tegenover dit initiatief en heeft voor 2006 middelen beschikbaar gesteld voor het doen van een haalbaarheidsonderzoek. Op basis van dat onderzoek, waarvan in 2007 de uitkomsten beschikbaar komen, zal de provincie Fryslân een afweging maken of en zo ja in welke mate de provincie een bijdrage levert aan deze ontwikkeling.
Het zorgaanbod
Aanvalsplan Wachtlijsten
Hoofdstuk 4
24
In 2006 heeft Staatssecretaris Ross het standpunt ingenomen dat kinderen en jongeren niet langer dan 9 weken mogen wachten op jeugdzorg. Op basis van een inventarisatie van de wachtlijsten met daarbij een prognose tot aan het einde van 2006, hebben provincies een incidentele bijdrage ontvangen van VWS om de wachtlijsten weg te werken. In de loop van 2006 maakt de provincie Fryslân prestatieafspraken met het zorgaanbod om daadwerkelijk de wachtlijst weg te werken.
Actiepunten 2007 • Het zorgaanbod blijft werken aan een verdere efficiency van de inzet van zorgprogramma’s door die zorg in te zetten die nodig is en dan ook niet langer dan nodig en effectief is (maximeren zorgprogramma’s). • Het zorgaanbod zorgt als dat nodig is voor een gecombineerd gebruik van verschillende vormen van zorg (bijvoorbeeld combinaties van ambulante zorg en pleegzorg). • Binnen de pleegzorg wordt gezocht naar een antwoord op het groeiende tekort aan geschikte pleegouders voor Therapeutische Pleegzorg. • De provincie maakt op basis van het haalbaarheidsonderzoek naar een ‘ Friese Jeugdinrichting’ een afweging of en zo ja in welke mate de provincie een bijdrage zal leveren aan deze ontwikkeling. • De provincie maakt (nog in 2006) prestatieafspraken met het zorgaanbod over de inzet van de middelen ten behoeve van het ‘Aanvalsplan Wachtlijsten’. • Met het project “Een stap naar voren” wil Jeugdhulp Friesland zover komen dat elke cliënt binnen 4 weken na de indicatie een hulpverleningsplan heeft en binnen 6 weken de benodigde zorg danwel een vervangende vorm van zorg ontvangt.
4.2 Effectiviteit en kwaliteit Doel beleidskader jeugdzorg 2006 – 2008 Het zorgaanbod is in staat de provincie inzicht te geven in de effectiviteit van de ingezette zorg. Waar mogelijk wordt gewerkt met ‘evidence based’ zorgprogramma’s. Het zorgaanbod werkt hierbij met een gecertificeerd kwaliteitssysteem.
Terugblik Een voorbeeld van een effectief ambulant zorgprogramma dat door Jeugdhulp Friesland wordt ingezet is ‘Families First’. Uit onderzoek van de universiteit Nijmegen is gebleken dat dit één van de effectief bewezen interventies is die momenteel in Nederland wordt ingezet. Een ander voorbeeld is de in de vorige paragraaf genoemde ontwikkeling binnen de pleegzorg, waar vanuit de praktijk de effectiviteit is verbeterd. Verder wordt binnen het project Doen Wat Werkt (zie volgende paragraaf ) gewerkt met de methodes Multi System Therapy en Functional Family Therapy, beide ‘evidence based’ zorgprogramma’s. Jeugdhulp Friesland heeft verder toegezegd voor eind 2006 zover te zijn dat voor elke cliënt een hulpverleningsplan aanwezig is. Jeugdhulp Friesland bereidt zich voor op de invoering van HKZ certificering per 1 januari 2008, in plaats van de beoogde. Dit komt overeen met het landelijke beeld rond de invoering van HKZ certificering bij jeudzorginstellingen.
Actiepunten 2007
Doel beleidskader jeugdzorg 2006 – 2008 De provincie bevordert het zorgaanbod intersectoraal te werken, daar waar dat nodig is om de zorgvraag op een effectieve manier te beantwoorden.
Terugblik Een belangrijk voorbeeld van intersectorale samenwerking in Noord Nederland is het project “Doen Wat Werkt”. 1 juli 2006 is dit project formeel gestart. De provincies Groningen, Drenthe (penvoerder) en Fryslân financieren dit project vanuit een stimuleringsregeling van het ministerie van VWS. Het project is ontwikkeld en wordt uitgevoerd door de instellingen Accare (GGZ), de Base Groep en Jeugdzorg Drenthe (jeugdhulpverlening), het Poortje (JJI) en Thallingahiem (LVG).Het project richt zich op jongeren die civielrechtelijk zijn geplaatst in een JJI en bestaat uit een intersectoraal aanbod dat uitgaat van ambulante behandeling met indien nodig een gesloten ‘time out’ voorziening. Jeugdhulp Friesland en TjallingaHiem willen de krachten gaan bundelen in een Multi Functioneel Centrum (MFC). Beide organisaties bedienen deels een vergelijkbare doelgroep. In het beoogde centrum kunnen zaken als de behandeling van meervoudige problematiek, gespecialiseerde diagnostiek en innovatie in nieuwe behandelvormen plaatsvinden.
25
Hoofdstuk 4
4.3 Intersectorale samenwerking
Het zorgaanbod
• Het zorgaanbod blijft zich verder ontwikkelen op het effectief en efficiënt inzetten van zorgprogramma’s. Binnen de subsidierelatie tussen provincie en zorgaanbieders zal de provincie nadrukkelijker aandacht besteden aan dit onderwerp. • Jeugdhulp Friesland streeft naar HKZ certificering per 1 januari 2008.
In 2006 heeft de provincie structureel overlegd met de Raad voor de Kinderbescherming, het Zorgkantoor, de provincies Groningen en Drenthe, andere zorgaanbieders etc., om te onderzoeken of er behoefte bestaat aan intersectorale samenwerking. Het Renn4 onderwijs heeft in 2006 een nieuw visiedocument vastgesteld. De ketenpartners hebben positief gereageerd op dit document. De komende periode zal moeten blijken of dit voldoende basis biedt voor de ketenpartners om daar op aan te sluiten en zorg te dragen voor een integrale aanpak van de combinatie zorg en onderwijs. In interprovinciaal verband (IPO) zijn afspraken vastgelegd over hoe om wordt gegaan met het grensverkeer tussen provincies als het gaat om jeugdzorg.
Actiepunten 2007 • Samen met het zorgkantoor een kader ontwikkelen waarbij een goede scheiding wordt gelegd tussen de AWBZ en de Jeugdzorg, en onderzocht wordt waar (financiering van) intersectorale zorg mogelijk en wenselijk is; • Afstemming van zorgaanbod op het Renn4 onderwijs; • Uitvoering van het project “Doen Wat Werkt”;
4.4 Overheveling verantwoordelijkheden JJI’s Doel beleidskader jeugdzorg 2006 - 2008 De provincie bereidt zich voor op de aanstaande wetswijziging voor overheveling van verantwoordelijkheden van het ministerie van Justitie naar VWS als het gaat om civielrechtelijk geplaatste jongeren die momenteel in een Justitiële Jeugd Inrichting (JJI) verblijven.
In de afspraken tussen de ministeries van VWS en Justitie en het IPO is vastgelegd dat de verantwoordelijkheid voor civielrechtelijk geplaatste jongeren in een JJI, eerst voor een periode van vijf jaar gaat naar VWS (gestreefd wordt naar 1 januari 2007), waarna de verantwoordelijkheid wordt overgeheveld naar de provincies.
26
Actiepunten 2007
Hoofdstuk 4
Het zorgaanbod
Terugblik
• De provincie volgt de ontwikkeling en bereidt zich te zijner tijd voor op de overheveling van verantwoordelijkheden van VWS naar de provincie. Ondertussen overlegt de provincie met JJI het Poortje over een verdergaande samenwerking als het gaat om genoemde doelgroep.
4.5 Invoering ‘PxQ’ financiering Doel beleidskader jeugdzorg 2006 – 2008 Het zorgaanbod werkt met kostprijzen/zorgmodules, gebaseerd op de nog landelijk te introduceren ‘PxQ’-systematiek.
Terugblik Voor een vraaggerichte sturing is het nodig dat de huidige aanbodgerichte financiering wordt omgevormd. Er is landelijk voor gekozen dit te doen middels de PxQ systematiek (prijs x volume). Dit houdt in dat landelijk kostprijzen worden vastgesteld voor zorg-
eenheden. Op basis van de vraag kan de provincie vervolgens volumeafspraken maken met het zorgaanbod. Invoering van de PxQ systematiek stond gepland voor 1 januari 2007, maar is door het ministerie van VWS uitgesteld tot 1 januari 2008. Bureau Jeugdzorg heeft in de begroting voor 2006 vooruitgang geboekt door het opnemen van een aantal meetbare prestaties (bijvoorbeeld aantallen indicaties per full time medewerker). Jeugdhulp Friesland heeft in 2006 bij wijze van pilot voor het onderdeel Pleegzorg kostprijzen ontwikkeld van de verschillende varianten binnen de Pleegzorg.
Actiepunten 2007
27
• Bureau Jeugdzorg en het zorgaanbod hebben in 2007 de ontwikkeling van een begroting op basis van PxQ (kostprijzen, beschreven in zorgmodules) afgerond en verwerkt in de op te stellen begroting 2008; • Het zorgaanbod bereidt zich voor op invoering van de PxQ systematiek per 1 januari 2008; • De provincie start een traject om te komen tot een afweging ten aanzien van marktwerking in de Jeugdzorg, eventueel gevolgd door een implementatietraject.
Hoofdstuk 4
De provincie staat positief tegenover tegen marktwerking in de Jeugdzorg. Maar wat is marktwerking eigenlijk? Hoewel er veel beelden bestaan over marktwerking, zal de eerste stap voor Fryslân moeten zijn een heldere definitie te ontwikkelen en het doel te bepalen wat er mee bereikt moet worden. Een invulling van marktwerking is bijvoorbeeld een meer doelmatige inzet van middelen en verbetering van de kwaliteit. Een ontwikkeling is bijvoorbeeld dat nagedacht wordt of de inzet van Gespecialiseerde Verzorging een bijdrage kan leveren aan de jeugdzorg. Kanttekeningen kunnen zijn dat juist de afgelopen jaren gestuurd is op schaalvergroting binnen de jeugdzorg om versnippering tegen te gaan. Dit is een risico dat verbonden is aan marktwerking. Verder is de huidige situatie gebaseerd op een stuk historie. De provincie heeft een subsidierelatie met één ‘zorgaanbieder’, wat het mogelijk maakt binnen de totale budgetafspraken ‘ketenzorg’ te bieden en in te spelen op veranderingen in de vraag naar jeugdzorg. In een situatie waarin sprake is van marktwerking kan dat ook, maar vergt dat veel meer voorbereiding en sturing vooraf door de provincie. Dat is op dit moment nog niet mogelijk. Op dit moment voert de provincie oriënterende gesprekken met potentiële aanbieders. De komende periode zal de provincie verder onderzoeken hoe dit voor Fryslân is te definiëren, wat de voordelen van marktwerking kunnen zijn en hoe de provincie deze kan vertalen in een goed functionerend proces van subsidie verlenen, in een veld met meerdere aanbieders. Uiteindelijk moet het daarbij gaan om de cliënt en het zo efficiënt mogelijk beantwoorden van de vraag van de cliënt. Dit vraagt om een goed gedifferentieerd en kwalitatief aanbod, dat voldoende beschikbaar is (tegen een concurrerende prijs)
Het zorgaanbod
Marktwerking in de jeugdzorg
5 Kwaliteit Inleiding De provincie Fryslân ziet een aantal positieve ontwikkelingen binnen de jeugdzorg. Zo is er veel kwaliteit aanwezig, is er een grote betrokkenheid bij hulpverleners en is zichtbaar dat steeds mee samenwerking wordt gezocht. Er is ook nog veel te verbeteren. Bijvoorbeeld om de te lange doorlooptijden die cliënten vaak door moeten te verkorten (van de ene wachtlijst naar de andere), de effectiviteit van zorgprogramma’s te verbeteren, etc. De doelgroep waarvoor wordt gewerkt en ook de aanzienlijke bedragen die daarmee gemoeid zijn, legitimeren het streven naar een voortdurende kwaliteitsverbetering in de jeugdzorg. Doelstelling Beleidskader Jeugdzorg 2006 – 2008 De provincie streeft een verdere verbetering van de kwaliteit van jeugdzorg / het jeugdbeleid na.
5.1 Doelmatigheid
Kwaliteit
Terugblik
Hoofdstuk 5
28
De afgelopen periode is in IPO-verband gewerkt aan het inzichtelijk maken van doelmatigheid. In juli 2006 is een monitor verschenen naar vraag- en doelmatigheidsontwikkeling . In juni 2006 is de eerste versie verschenen van de benchmark jeugdzorg. Verder wordt in IPO-verband gewerkt aan het omschrijven van prestatie-indicatoren voor de jeugdzorg. Deze zijn: 1. Doelrealisatie; 2. Cliënttevredenheid; 3. Versterken van de autonomie van de cliënt; 4. Herstel veiligheid van de omgeving/samenleving (waaronder recidive); 5. Herstel veiligheid voor de jeugdige. Deze indicatoren sluiten goed aan op de provinciale visie op jeugdzorg worden in die zin ook besproken met Bureau Jeugdzorg en het zorgaanbod. Binnen de provincie zijn met Bureau Jeugdzorg afspraken gemaakt over de aanpak van doorlooptijden en wachtlijsten. Voor Bureau Jeugdzorg geldt dat de wachtlijsten voor het AMK is verdwenen en dat de doorlooptijd is afgenomen. In 2006 is Bureau Jeugdzorg gestart met het “Doorbraak project”. Het zorgaanbod heeft een start gemaakt met het anders organiseren van de instroom van cliënten, met als doel cliënten sneller ‘in jeugdzorg’ te krijgen.
Actiepunten 2007 • De provincie draagt bij aan de landelijke ontwikkelingen over het ‘meten’ van doelmatigheid en laat indien nodig voor Fryslân afzonderlijk onderzoek doen.
• De provincie stuurt op de inzet van effectieve en efficiënte (zorg)programma’s. • Bureau Jeugdzorg en het zorgaanbod werken zoveel mogelijk met kostprijzen en zorgmodules, zodat op productniveau de doelmatige inzet van middelen inzichtelijk wordt.
5.2 Versterken van de positie van de cliënt. Terugblik De Vertrouwenspersoon heeft werkafspraken gemaakt met Bureau Jeugdzorg en Jeugdhulp Friesland over de wederzijdse taken en verantwoordelijkheden. Verder heeft de Vertrouwenspersoon een traject van supervisie en deskundigheidsbevordering gevolgd. Algemene indruk is dat het aantal aanmelding bij de Vertrouwenspersoon stijgt. Er zijn in noordelijk verband tussen de verschillende vertrouwenspersonen nog geen afspraken vastgelegd. (actiepunt 2006). Op basis van het rapport ‘Gebruikersparticipatie in de brede jeugdzorg’ hebben de provincie en het Patiënten en Consumenten Platform Fryslân (PCPF) afspraken gemaakt over een aantal uit te voeren activiteiten. De PCPF zal bijvoorbeeld een rapport maken in samenwerking met cliëntorganisaties ter versterking van de positie van de cliënt. Eind 2006 wordt een ‘Meldweek voor de jeugdzorg’ georganiseerd. Op basis van de Focusgroep methodiek zullen cliënten worden betrokken bij het doen van verbetervoorstellen en er zullen rondetafelgesprekken georganiseerd worden tussen cliëntorganisaties en het zorgaanbod om kennis en ervaringen uit te wisselen.
Actiepunten 2007
5.3 Onderzoek
Kwaliteit
• De vertrouwenspersoon maakt in noordelijk verband afspraken over samenwerking etc. • De PCPF voert een aantal activiteiten uit op het gebied van gebruikersparticipatie en versterking van de positie van de cliënt. • Het verder onderzoeken van de haalbaarheid van een provinciaal platform ter ondersteuning van cliëntorganisaties (actiepunt 2006).
29
De Inspectie Jeugdzorg heeft de afgelopen periode onder andere onderzoek gedaan naar de inhoud van de hulpverleningsplannen bij Jeugdhulp Friesland. Vanuit IKP Jeugd is in dit kader de ontwikkeling van de Jeugdmonitor relevant, maar is in 2006 ook een scenario onderzoek gedaan naar voortijdig schoolverlaters. Er is ook een start gemaakt met Bureau Jeugdzorg en Jeugdhulp Friesland om te kijken hoe het instrument onderzoek structureel gebruikt kan worden voor het toetsen van de effectiviteit van de jeugdzorg. Landelijke ontwikkelingen zijn verder de Benchark Jeugdzorg en de Doelmatigheidsmonitor die vanuit het IPO zijn geïnitieerd.
Actiepunten 2007 • Verder uitwerken van onderzoeksdoelen in samenwerking met Bureau Jeugdzorg en Jeugdhulp Friesland. • Vervolgonderzoek van de Inspetcie Jeugdzorg bij Jeugdhulp Friesland. • Verdere ontwikkeling van de Benchmark Jeugdzorg en de Doelmatigheidsmonitor. • Verdere ontwikkeling van de Jeugdmonitor Fryslân.
Hoofdstuk 5
Terugblik
Noordelijke Rekenkamer Eind 2006 is het rapport “Vraagsturing in de jeugdzorg” verschenen van de Noordelijke Rekenkamer. Gedeputeerde Staten hebben de aanbevelingen uit het rapport overgenomen. Het algemene beeld is dat de onderzochte periode (het jaar 2005) nog veel knelpunten liet zien, maar dat de genomen maatrgelen in 2005 en 2006 juist deze knelpunten aanpakken. De conclusies en aanbevelingen uit het rapport leveren voor de provincie voor de komende periode de volgende actiepunten op: • het indicatiebesluit en de bijbehorende registratie moet onderscheid maken in eerst aangewezen zorg en vervangende zorg en onderdeel uitmaken van de werkprocessen; • er moet meer inzicht komen in de resultaten van zorg om zodoende ook te kunnen sturen; • er moeten eenduidige definities komen als het gaat om wachtlijsten en wachtenden in de jeugdzorg (bijvoorbeeld sluitende registratie tussen Bureau Jeugdzorg en het zorgaanbod; • beleidsdoelstellingen moeten concreter worden vertaald in subsidievoorschriften; • explicieter aangeven welke rol de provincie heeft op grond van de Wet op de jeugdzorg, een uitvoerende of een sturende.
5.4 Vernieuwingen in de jeugdzorg
Kwaliteit
Terugblik
Hoofdstuk 5
30
Jeugdzorginstellingen zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van jeugdzorg en daarmee ook voor vernieuwing ten gunste van de kwaliteit. Binnen de doeluitkering heeft de provincie in het verleden structureel ruimte gereserveerd voor het uitvoeren van ‘vernieuwende’ projecten. Omdat de vraag naar jeugdzorg de afgelopen periode is gestegen wordt de druk op de doeluitkering steeds groter en is deze structurele ruimte komen te vervallen. In een situatie waarin gewerkt wordt aan kostprijsfinanciering en mogelijk in de toekomst een vorm van marktwerking, lijkt het logisch om de verantwoordelijkheid voor vernieuwing ook in financieel opzicht bij de instellingen te laten. Het Sociaal Investerings Fonds (SIF) van de provincie Fryslân kan een mogelijkheid zijn voor instellingen om een beroep op te doen als het gaat om vernieuwende projecten. Verder zal de provincie (landelijke) ontwikkelingen op dit gebied zo veel mogelijk vertalen in de productafspraken met Bureau Jeugdzorg en het zorgaanbod. Voor 2007 zijn hieronder geen afzonderlijke actiepunten opgenomen.
5.5 Kwaliteitstoets nieuw zorgaanbod Terugblik De Inspectie Jeugdzorg en het IPO hebben samen een instrument ontwikkeld voor het toetsen van de kwaliteit van nieuw zorgaanbod. Deze kwaliteitstoets is een voorloper van de invoering van een certificeringsplicht binnen de jeugdzorg (zie hoofdstuk 4.2).
Actiepunten 2007 De provincie hanteert de kwaliteitstoets bij het beoordelen van eventueel nieuw zorgaanbod. De uitgangspunten van de provincie Fryslân als het gaat om nieuw zorgaanbod en marktwerking in de jeugdzorg zijn te vinden in hoofdstuk 4.5.
5.6 Beleidsinformatie Jeugd Terugblik De provincie is samen met de door de provincie gesubsidieerde steunfunctie-instellingen een traject gestart om te komen tot een kennis- en netwerkstructuur in de provincie. De afdeling Zorg en Welzijn is opdrachtgever en voorzitter van de stuurgroep die dit traject begeleidt. Onder deze stuurgroep ´hangt´ het Kennisnetwerk Jeugd. Dit bestaat uit een vertegenwoordiging van de provinciale afdelingen Zorg en Welzijn en Beleid en Cartografie, Partoer en de GGD. Dit kennisnetwerk probeert de gegevensstromen rond jeugd binnen de provincie te stroomlijnen en samen te laten komen in het Informatie- en Kennispunt Jeugd, www.ikpjeugd.nl en de Jeugdmonitor Fryslân. IKP`s vormen in de op te zetten kennis/ en netwerkstructuur een belangrijke schakel. In 2006 is de eerste versie van de Jeugdmonitor Fryslân beschikbaar gekomen en is een start gemaakt om ook de beleidsinformatie van Bureau Jeugdzorg op te nemen in de jeugdmonitor. Uiteindelijk moet het mogelijk worden op één plek, binnen IKP Jeugd, alle relevante gegevens te kunnen vinden over jeugd (cijfers, maar bijvoorbeeld ook voorbeeldprojecten, subsidieregelingen, trendnotities, beleidsanalyses en onderzoeken).
Elektronisch Kind Dossier (EKD) Dit is een digitaal ‘dossier’ waar op ‘kindniveau’ gegevens worden geregistreerd. Het is een landelijk instrument dat door de Jeugdgezondheidszorg wordt ontwikkeld en beheerd. Het EKD is alleen bedoeld voor professionals in de ‘zorg’. Invoering van het EKD is vooralsnog uitgesteld tot 1 januari 2008. In het EKD zal gebruik worden gemaakt van het nog landelijk in te voeren ‘burger service nummer’.
Verwijsindex In 2007 moeten alle gemeenten beschikken over een verwijsindex. In deze index moeten ‘risicokinderen’ worden geregistreerd. In Nederland heeft de afgelopen jaren een aantal gemeenten pilots uitgevoerd op dit terrein. De gemeente Leeuwarden heeft in dit kader de ‘Zorgmonitor’ ontwikkeld. Op basis van convenanten en afgebakende protocollen kunnen professionals kinderen registeren danwel raadplegen in de Zorgmonitor. Het
31
Hoofdstuk 5
Er gebeurt veel op het terrein van informatie over jeugd. Hoewel er overeenkomsten zijn tussen verschillende ontwikkelingen, zijn er ook belangrijke verschillen. Om misverstanden te voorkomen een korte uitleg van een paar belangrijke ontwikkelingen. Jeugdmonitor Fryslân. Dit is een monitor waarin (cyclische) onderzoeksgegevens worden opgenomen. Binnen de jeugdmonitor wordt bij voorkeur geen nieuw onderzoek gedaan, maar worden bestaande onderzoeken opgenomen en vertaald (bijvoorbeeld gezondheidsonderzoeken van GGD of gegevens van Bureau Jeugdzorg). De jeugdmonitor werkt met een aantal indicatoren, die overgenomen zijn uit de landelijke jeugdmonitor die in het kader van Operatie Jong wordt ontwikkeld. De Friese Jeugdmonitor is vooral bedoeld voor beleidsontwikkelaars en zal ook zo veel mogelijk informatie uitsplitsen naar gemeenten.
Kwaliteit
Jeugdmonitor Fryslân, Elektronisch Kind Dossier en Verwijsindex
doel van de verwijsindex is dat inzichtelijk wordt of een kind al een ‘hulpverleningstraject’ achter de rug heeft en of er nog trajecten gaande zijn. Dit om sneller inzicht te krijgen in de problematiek bij ‘risicokinderen’ en dubbele werkzaamheden en daarmee frustratie bij kinderen en hun ouders te voorkomen.
Actiepunten 2007 • Verdere ontwikkeling van het IKP jeugd. Het rendement van het IKP jeugd is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Hoe wordt het IKP jeugd gebruikt, wat is de vraag, voldoet het IKP jeugd aan de vraag en hoe kan het verder verbeterd worden. • De Jeugdmonitor Fryslân wordt ´gevuld´ met gegevens over de Friese Jeugd.
5.7 Zoeken naar samenwerking Doelstelling Beleidskader Jeugdzorg 2006 – 2008 De provincie zal ten gunste van de kwaliteit van de jeugdzorg zoeken naar vormen van samenwerking die deze kwaliteit kunnen bevorderen.
Terugblik Naast het reguliere overleg dat provincies voeren in IPO verband, komen de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân 3 tot 4 keer per jaar bij elkaar. In deze overleggen worden ontwikkelingen besproken en wordt gekeken welke zaken in noordelijk verband zo efficiënt mogelijk kunnen worden opgepakt en uitgevoerd. Er zijn nog geen ontwikkeling als het gaat om samenwerking op Europees niveau.
Actiepunten 2007
Kwaliteit
• Continueren van en verdere uitwerking geven aan de samenwerking tussen de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân. • Onderzoek doen naar de mogelijkheden van samenwerking in Europees verband.
Hoofdstuk 5
32
Financiën Inleiding
In de Regeling Bekostiging Jeugdzorg is een verplicht model (bijlage 3 van de Regeling) opgenomen voor de uitwerking van de bovenstaande punten. Dit model wordt sinds het Uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2006 als basis gebruikt voor de financiële toelichting in dit hoofdstuk. De begroting 2005 is nog op basis van een voorgaand model begroot. In bijlage I staat een vergelijkingstabel tussen de begroting 2005 (Uitvoeringsprogramma 2005) en de financiële verantwoording van het jaar 2005, zodat de cijfers voor het jaar 2005 vergelijkbaar zijn.
Financiën
Het uitvoeringsprogramma 2007 dient als aanvraag richting het Rijk voor de uitkering van het komende jaar (t). Het uitvoeringsprogramma dient ingevolge artikel 32, tweede lid van de Wet op de Jeugdzorg een overzicht te bevatten van: • De geleverde activiteiten van de stichting en zorgaanbieders en de hiervoor verstrekte subsidies in het jaar van vaststelling voorafgaande kalenderjaar (t-2). De financiële verantwoording over het jaar 2005. • De geleverde en te verleveren activiteiten van de stichting en zorgaanbieders en de hiervoor versterkte subsidies in het jaar van vaststelling (t-1). De voorlopige stand van zaken over 2006. • De te leveren activiteiten van de stichting en zorgaanbieders en de hiervoor te verwachten subsidies in het jaar volgend op het jaar van vaststelling. (t). De begroting voor het jaar 2007.
33
6.1 Financiële verantwoording 2005 Conform onderdeel A Inrichting verantwoordingsdeel van het model wordt eerst een overzicht gegeven van de verleende en vastgestelde subsidies aan Bureau Jeugdzorg Friesland. Daarna worden de verleende en vastgestelde subsidies aan het zorgaanbod behandeld. Tenslotte worden de inkomsten en de stand van de reserve behandeld. De in de tabel 1 en 2 opgenomen bedragen bevatten structurele en mogelijk incidentele subsidies. In de toelichting wordt ingegaan op de belangrijkste incidentele toekenningen.
Hoofdstuk 6
6
Uitgaven doeluitkering Bureau Jeugdzorg 2005 I. De stichting, die een Bureau Jeugdzorg in stand houdt
Door de stichting ontvangen subsidie jaar t-2
No ten 1 2
Financiën
Bureau Jeugdzorg OTS tot 1 jaar OTS overigen Voorlopige voogdij Overige voogdij Jeugdreclassering Centrale overhead Samenloop civiel/straf ITB harde kern ITB Criem STP Totaal Extra subsidie justitiedeel 3 Totaal justitie taken
Subsidieverlening Subsidievaststelling prijs per hoeveel subsidie prijs per hoeveel subsidie eenheid heid bedrag eenheid heid bedrag
6.018 5.017 5.068 3.672 3.776 258 673 1.204 1.613 1.613
Indicatiestelling Advies- en meldpunt kindermishandeling (AMK) Casemanagement/contactpersoon Consultatie/ deskundigheidsbevordering voorliggende voorzieningen Niet-geïndiceerde ambulante hulp Kindertelefoon Totaal VWS taken
108 293 1 107 143 652 0 72 24 6
649.944 1.469.981 5.068 392.904 539.968 168.216 0 86.688 38.712 9.678 3.361.159 206.208 3.567.367
6.018 5.017 5.068 3.672 3.776 258 673 1.204 1.613 1.613
119 291,5 1 102,5 134 648 0 74,16 30,67 3
716.142 1.462.456 5.068 376.380 505.984 167.184 0 89.289 49.471 4.839 3.376.812 190.555 3.567.367
5.628.726
5.628.726
1.075.795 -
1.075.795 -
116.897 6.821.418
116.897 6.821.418
20.000 170.332 344.825 535.157
0 0 344.825 344.825
-
237.647
10.923.942
10.971.257
Hoofdstuk 6
34
Totaal taken Bureau Jeugdzorg Cliëntvertrouwenspersoon (PCPF) 4 Experimenten; subsidies 4 Experimenten; facturen 5 Steunfuncties Totaal overige posten Verleende voorschotten/ uitgaven die geen betrekking hebben op subsidieverlening 2005 6 Totaal doeluitkering Bureau Jeugdzorg
1. In het Uitvoeringsprogramma 2006 waren voor het justitiedeel de gegevens in de kolommen prijs en aantal omgewisseld. Dit had echter geen gevolgen voor de totaalbedragen. 2. Subsidievaststelling voor Bureau Jeugdzorg is op basis van een conceptbeschikking, deze vaststelling is conform de verlening. 3. Er is gekozen om de incidentele verhogingen in 2005 voor het justitiedeel als een apart bedrag op te nemen. 4. De subsidies voor deze posten zijn nog niet vastgesteld. De verleende voorschotten zijn onder de post verleende voorschotten/uitgaven die geen betrekking hebben op subsidieverlening 2005. 5. Betaalde facturen bij de post experimenten worden aangemerkt als (vastgestelde) subsidie. 6. Op deze post worden verleende voorschotten van niet vastgestelde subsidies voor 2005 vermeld. Tevens afrekeningen van subsidies van voorgaande jaren. De subsidie aan Bureau Jeugdzorg Friesland (BJZ) voor 2005 is ten opzichte van 2004 sterk toegenomen. Enerzijds wordt dat veroorzaakt doordat de inkomsten en uitgaven voor het justitiedeel van BJZ vanaf 2005 via de provinciale doeluitkering lopen en doordat BJZ ook de indicatie van de Jeugd-GGZ heeft overgenomen. Anderzijds wordt dit veroorzaakt door de toekenning van extra structurele en incidentele subsidie om de toegenomen vraag (m.n. voor het AMK) naar jeugdzorg op te vangen en het oplossen van knelpunten in de bedrijfsvoering die nog voortkomen uit de destijdse ontvlechting.
De post Experimenten bevat voornamelijk de kosten die gemaakt worden in het kader van de aansluiting tussen het gemeentelijke jeugdbeleid en de provinciale jeugdzorg. De kosten die hiervoor gemaakt worden zijn subsidies aan gemeenten voor de pilot-projecten en kosten die gemaakt worden om de wijze van samenwerking verder te ontwikkelen en het verder opzetten van een centrale ondersteuningstructuur (b.v. centraal registratiesysteem en website).
35
Hoofdstuk 6
De functie cliëntvertrouwenspersoon Bureau Jeugdzorg wordt uitgevoerd door het Patiënten en consumenten Platform Friesland (PCPF). Deze stichting voert ook de functie cliëntvertrouwenspersoon zorgaanbieders uit. Aan de PCPF is in 2005 € 43.073,-- subsidie verleend voor het uitvoeren van deze functie. Hiervan is € 20.000,-aan de doeluitkering Bureau Jeugdzorg toegerekend. Zie tabel 1 uitgaven BJZ en tabel 2 uitgaven Zorgaanbod.
Financiën
Voor BJZ is het subsidiedeel voor de Justiele taken voor 2005 vastgesteld op het verleende totaalbedrag. BJZ heeft het onder noot 3 genoemde subsidiebedrag niet volledig besteed en daarom op het Justitiedeel een positief resultaat geboekt. Dat resultaat is conform art. 8 van de subsidieverordening Jeugdhulpverlening opgenomen in de subsidie-egalisatiereserve. Met BJZ is afgesproken dat deze egalisatiereserve wordt opgesplitst in enerzijds een deel voor de VWS taken en anderzijds een deel voor de Justitie taken.
Uitgaven doeluitkering Zorgaanbod 2005
II Zorgaanbod Aan zorgaanbieders verleende subsidies jaar t-2 Dag- en nachthulp Pleegzorg Dagbehandeling Overige Totaal verblijf
Noten
Subsidieverlening
Subsidievaststelling
10.700.879 4.603.057 5.732.452 33.981 21.070.369 0 2.744.190 2.744.190
10.700.879 4.603.057 5.732.452 33.981 21.070.369
2 2 2
30.182 23.073 222.231 275.486
-
3
24.090.045
167.532 23.982.091
1
0 Jeugdhulp Totaal jeugdhulp Provinciale cliëntenorganisatie Cliëntvertrouwenspersoon (PCPF) Experimenten Steunfuncties Huisvesting Totaal overige posten
Financiën
Verleende voorschotten/uitgaven die niet betrekking hebben op subsidieverlening 2005 Totaal doeluitkering zorgaanbod
Hoofdstuk 6
36
2.744.190 2.744.190
1. Subsidievaststelling voor Stichting Jeugdhulp Friesland (enige zorgaanbieder) is op basis van een conceptbeschikking, deze vaststelling is conform de verlening. 2. De subsidies voor deze posten zijn nog niet vastgesteld. De verleende voorschotten zijn onder de post verleende voorschotten/uitgaven die geen betrekking hebben op subsidieverlening 2005. Betaalde facturen bij de post experimenten worden aangemerkt als (vastgestelde) subsidie. 3. Op deze post worden verleende voorschotten van niet vastgestelde subsidies vermeld. Tevens afrekeningen van subsidies van voorgaande jaren. Naast de structurele subsidie aan Stichting Jeugdhulp Friesland is een incidentele subsidie van € 496.224,- verleend voor het uitbreiden van het aantal pleegzorgplaatsen met 55 plaatsen. Bovendien is er in 2005 een subsidie van € 237.524,- verleend voor het uitvoeren van de projecten Pleegzorg; het ontwikkelen van meerdere vormen van pleegzorg en het project Spoedeisende hulp; het centraliseren van de binnenkomende vraag van spoedeisende hulp. Onder de post Provinciale cliëntenorganisaties zijn de subsidies aan de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen (NVP) en de Stichting Minderjarigen Noord Nederland opgenomen (SMNN). De NVP verzorgt de belangenbehartiging van de pleeggezinnen. De SMNN ondersteunt cliënten vooral met uitvoerende werkzaamheden. De functie cliëntvertrouwenspersoon Bureau Jeugdzorg wordt uitgevoerd door de stichting PCPF. Deze stichting voert ook de functie cliëntvertrouwenspersoon zorgaanbieders uit.
Aan de PCPF is in 2005 € 43.073,- aan subsidie verleend voor het uitvoeren van deze functie. Hiervan is € 23.073,- aan de doeluitkering Zorgaanbod toegerekend. Zie eerdere verwijzing bij de uitgaven doeluitkering BJZ. Uit de post experimenten zijn subsidies verleend aan de SMO Fryslân voor het project “Sluitend plan van aanpak sociaal kwetsbare jongeren in Fryslân” bedoeld voor daken/of thuisloze jongeren en het project “Dagbesteding” waarin mogelijkheden voor verbetering van de dagbesteding van risicojongeren en veelplegers worden gezocht. Daarnaast is een incidentele subsidie verleend aan de William Schrikker Groep voor 4 pleegzorgplaatsen.
Inkomsten en stand van de reserve III Subsidiestromen provincie jaar t-2 Stand egalisatiereserve ultimo jaar t-3 Ontvangen uitkering Bureau Jeugdzorg VWS-deel Ontvangen uitkering Bureau Jeugdzorg Justitie-deel Ontvangen uitkering Zorgaanbod VWS-deel Ontvangen uitkering zorgaanbod Justitie-deel Vastgestelde subsidies + verleende voorschotten Compensabele BTW* Verschil met financiële administratie Toegevoegde rente Stand egalisatiereserve ultimo jaar t-2
Bedrag 7.177.032 6.916.314 3.387.779 23.828.341 - 34.953.348 - 65.402 211 168.344 6.458.849
Aanmeldingen aan het LBIO IV Aantal aanmeldingen aan het LBIO* jaar 2005 door Bureau Jeugdzorg Aanmeldingen 455 Afmeldingen 385 * Landelijk Bureau Inning Ouderbijdragen
37
Hoofdstuk 6
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat in 2005 de uitgaven groter zijn geweest dan de inkomsten. Voornamelijk veroorzaakt door de stijgende vraag naar Jeugdzorg en het in verhouding achterblijven van de doeluitkeringen. De provincie Fryslân beschikt nog over een grote egalisatiereserve in verhouding tot de hoogte van de doeluitkeringen. Het provinciale beleid is er op gericht om de reserve in de loop van de komende jaren te laten afnemen ten gunste van innovatieve incidentele projecten ten behoeve van het zorgaanbod en het oplossen van knelpunten in de jeugdzorg. Het momenteel lopende onderzoek naar de noodzaak en haalbaarheid van een nieuwe Friese (semi)residentiële jeugdinrichting is een voorbeeld van een innovatief incidenteel project. Afhankelijk van de besluitvorming op basis van de uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek zal de reserve Jeugdzorg ook bij de realisatie van een dergelijke jeugdinrichting een substantieel deel van de kosten dekken.
Financiën
* De opgegeven btw bleek achteraf niet compensabel en is derhalve weer t.l.v. de doeluitkeringen gebracht.
Bureau Jeugdzorg Friesland heeft het aantal aanmeldingen en afmeldingen gebaseerd op de zorgtoewijzingen die in 2005 begonnen of beëindigd zijn. Hierop is een correctie gedaan voor de cliënten die binnen het residentiele zorgaanbod zijn verhuisd en daardoor dubbel zouden meetellen. Een directe berekening was in 2005 niet mogelijk omdat het in het landelijke registratieprogramma IJ niet meer mogelijk was om deze wijzigingen bij te houden. Wel wordt van elke mutatie van aan- en afmeldingen aan het LBIO een kopie in het dossier van de betreffende cliënt gedaan. Bureau Jeugdzorg zal melding maken bij de MO-groep over het weer opnemen van het aantal aanmeldingen en afmeldingen LBIO in het landelijke registratieprogramma IJ.
6.2. Budgetteringsdeel voor t-1 en t In deze paragraaf worden conform de Regeling bekostiging jeugdzorg de verwachte c.q. begrote uitgaven voor de jaren 2006 (t-1) en 2007 (t) weergegeven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van bijlage 3, onderdeel B Inrichting budgetteringsdeel uitvoeringsprogramma van de Regeling bekostiging jeugdzorg. Allereerst wordt de verwachte subsidie voor 2006 en begrote subsidie voor 2007 voor Bureau Jeugdzorg Friesland behandeld. Daarna worden de verwachte subsidie voor 2006 en begrote subsidie voor het Zorgaanbod behandeld. Tenslotte wordt er een overzicht over subsidiestromen voor 2007 gegeven.
Financiën
Net als in vorige paragraaf bevatten de tabellen 1 en 2 structurele en mogelijk incidentele subsidies. In de toelichting wordt ingegaan op de belangrijkste incidentele toekenningen.
Hoofdstuk 6
38
Verwachte uitgaven 2006/ begrote uitgaven 2007 doeluitkering Bureau Jeugdzorg I. De stichting, die een Bureau Jeugdzorg in stand houdt
No ten 1
Bureau Jeugdzorg OTS tot 1 jaar OTS overigen Voorlopige voogdij Overige voogdij Jeugdreclassering Centrale overhead 2 Samenloop civiel/straf Finc. Taken KR pleegzorg ITB harde kern ITB Criem STP Totaal Deltaplan 3 Totaal justitie taken
Verwachte subsidie t-1 (2006) Begrote subsidie t (2007) prijs per hoeveel subsidie prijs per hoeveel subsidie eenheid heid bedrag eenheid heid bedrag
6.066 5.057 5.108 3.701 3.806 260 678
113 314 1 112 150 690 0
685.458 1.587.898 5.108 414.512 570.900 179.400 0
6.066 5.057 5.108 3.701 3.806 260 678
150 360 3 112 150 775 0
909.900 1.820.520 15.324 414.512 570.900 201.500
1.214 1.626 1.626
72 24 6
87.408 39.024 9.756 3.579.464 116.290 3.695.754
1.214 1.626 1.626
72 24 6
87.408 39.024 9.756 4.068.844 4.068.844
Indicatiestelling 4 5.184.351 Advies- en meldpunt kindermishandeling (AMK) 903.210 Casemanagement/ contactpersoon 215.000 Consultatie/deskundigheidsbevordering voorliggende voorzieningen Niet-geïndiceerde ambulante hulp 5 176.400 Kindertelefoon 183.346 Totaal VWS taken 6.662.307
5.084.351 851.686 176.400 116.897 6.443.415
Financiën
Door de stichting ontvangen subsidie jaar t-2
39
Cliëntvertrouwenspersoon (PCPF) Experimenten Steunfuncties Totaal overige posten Totaal doeluitkering Bureau Jeugdzorg
20.000 650.000 670.000 11.028.061
20.000 650.000 670.000 11.182.259
1. In het Uitvoeringsprogramma 2006 waren voor het justitiedeel de gegevens in de kolommen prijs en aantal omgewisseld. Dit had geen gevolgen voor de totaalbedragen. 2. Begrote aantallen voor 2007 op basis van prognose van BJZ. 3. Subsidie in het kader van het deltaplan, dit bedrag is vanuit het ministerie van Justitie aan de provincie toegekend. 4. Inclusief subsidie voor bevordering van deskundigheid op het terreinen van kindermishandeling en indicatiestelling. 5. Betreft subsidie voor het organiseren van Eigen Kracht Conferenties.
Hoofdstuk 6
Totaal taken Bureau Jeugdzorg
De toegekende subsidie aan BJZ in 2006 voor de uitvoering van de justitie taken is hoger dan de toegekende uitkering van het Rijk. Dit komt omdat Bureau Jeugdzorg Friesland in 2006 een hoger aantal cliënten verwacht dan in de uitkering van het ministerie van Justitie is opgenomen. De uitkering van het ministerie is in eerste instantie gebaseerd op het aantal cliënten per de peildatum van 1 oktober 2003. Hierop zal nog een correctie op de uitkering volgen (12-maandsgemiddelde 2005) om de groei van cliënten die zich heeft voorgedaan te compenseren. Het aantal justitiële cliënten voor 2007 zal op basis van de prognose van Bureau Jeugdzorg Friesland voor 2007 flink toenemen. Volgens de huidige systematiek zal deze verhoging pas over een jaar door Justitie zal worden gecompenseerd in de doeluitkering. De Provincie zal het verschil moeten voorfinancieren uit de reserve doeluitkering. Voor de implementatie van het Deltaplan heeft het ministerie van Justitie een bedrag van € 116.290, - incidenteel aan de Doeluitkering Bureau Jeugdzorg toegevoegd. Dit bedrag zal naar verwachting in 2006 aan BJZ worden toegekend. Naast de structurele subsidie bedoeld door de uitoefening van de vrijwillige jeugdzorg taken (WVS) heeft Bureau Jeugdzorg in 2006 een aantal incidentele subsidies ontvangen. Het betreft hier een subsidie van € 215.000,- voor het uitvoeren van casemanagement. Door de destijdse ontvlechting in twee stichtingen was JHF in 2006 nog onvoldoende toegerust om de casemanagement taken volledig uit te voeren. Bij wijze van overgangsjaar heeft BJZ deze taken nog uitgevoerd.
Financiën
Daarnaast is aan BJZ in 2006 een subsidie van € 100.000,- ter bevordering van deskundigheid op het terreinen van kindermishandeling en indicatiestelling verleend. Hiervoor heeft de provincie hetzelfde bedrag ontvangen van het Ministerie van VWS. Tenslotte heeft Bureau Jeugdzorg een subsidie van € 176.400,- ontvangen voor het organiseren van Eigen Kracht Conferenties. Door deze conferenties kan worden voorkomen dat geïndiceerde zorg moet worden verleend aan de cliënt.
Hoofdstuk 6
40
De Cliëntvertrouwenspersoon is ondergebracht bij de PCPF. Deze vertrouwenspersoon werkt zowel voor cliënten van Bureau Jeugdzorg als het zorgaanbod. In de tabel is € 20.000,- ten laste gebracht van de doeluitkering bureau Jeugdzorg en overige € 23.073,-komt ten laste van de doeluitkering Zorgaanbod. Uit de post Experimenten worden de subsidies en overige uitgaven gedaan op het gebied van het project ‘Jong In Fryslân’; de aansluiting tussen het gemeentelijke jeugdbeleid en de provinciale jeugdzorg. In 2006 is de centrale ondersteuning als aparte productgroep bij de GGD ondergebracht.
Verwachte uitgaven 2006/ begrote uitgaven 2007 doeluitkering Zorgaanbod noten Verwachte subsidie t-1 (2006)
Begrote subsidie t (2007)
12.178.459 3.634.427 5.746.467 222.098 21.781.451 0 2.492.630 2.492.630
11.584.534 3.634.427 5.746.467 222.098 21.187.526
2.965.125
1.500.000
60.182 23.073 191.469 274.724 27.513.930
60.182 23.073 361.469 444.724 25.624.880
1
Jeugdhulp Totaal jeugdhulp Aanvalsplan op de wachtlijsten 2 Provinciale cliëntenorganisatie Cliëntvertrouwenspersoon Experimenten Steunfuncties Huisvesting Totaal overige posten Totaal doeluitkering zorgaanbod
2.492.630 2.492.630
1. Betreft overige kosten die JHF niet onder weet te brengen in een van de zorgvormen. De provincie stuurt er op aan om deze deelkosten zoveel onder te brengen bij de betreffende zorgvorm. 2. Deze post is toegevoegd om de extra incidentele inzet zichtbaar te maken, bij de onderstaande toelichting wordt verder ingegaan op deze post. In 2006 ontvangt Stichting Jeugdhulp Friesland (JHF) een structurele subsidie van € 23.630.156,- voor het uitvoeren van haar zorgaanbod. In 2006 is een begin gemaakt met het subsidiëren op basis van kostprijzen, het onderdeel pleegzorg is in 2006 al op deze wijze gesubsidieerd. De provincie Fryslân streeft erna om in 2007 alle producten van JHF volgens de kostprijsmethode te subsidiëren. Daarnaast ontvangt JHF in 2006 een aantal incidentele subsidies ter hoogte van € 643.925,-. Deze subsidies hebben betrekking op het opstellen van het haalbaarheidsonderzoek ‘De nieuwe Jeugdinrichting in Fryslân’, de kosten voor het uitoefenen van een therapeutisch gezinshuis en het budget Zorg op Maat bestemd voor verlenen van zorg dat (nog) niet in het bestaande Zorgaanbod zijn opgenomen. De subsidie die JHF ontvangt in het kader van het Aanvalsplan wordt apart behandeld. Voor het Begrotingsjaar 2007 is de structurele subsidie van JHF als uitgangspunt genomen. Alleen de incidentele subsidie voor het budget Zorg op Maat is meegenomen in de begrote kosten 2007.
Financiën
Aan zorgaanbieders verleende subsidies jaar t-2 Dag- en nachthulp Pleegzorg Dagbehandeling Overige Totaal verblijf
41
Hoofdstuk 6
II Zorgaanbod
Op 20 juni 2006 heeft de directie jeugdbeleid van het ministerie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport besloten om in 2006 een incidentele uitkering van € 1.985.588,beschikbaar te stellen voor de aanpak van de wachtlijsten langer dan 9 weken in de jeugdzorg. Dit onder de naam het ‘Aanvalsplan op de wachtlijsten’. De provincie stelt vanuit de Reserve Jeugdzorg tevens € 1.000.000,- beschikbaar. In totaal is er € 2.985.588,- beschikbaar voor het oplossen de wachtlijsten langer dan 9 weken in de jeugdzorg. De financiering van het aanvalsplan is gebaseerd op het geprognosticeerde aantal van 152 jeugdigen vóór 31 december 2006 versneld in zorg worden genomen. Op dit moment ziet het ernaar uit dat dit doel in Fryslân gehaald wordt. Mocht het aantal jeugdigen nog veranderen, wordt ook het uitkeringsbedrag voor het Aanvalsplan navenant aangepast. In 2007 zal naar verwachting 1,5 miljoen incidenteel worden toegevoegd aan de doeluitkering Zorgaanbod om nieuwe wachtlijsten langer dan 9 weken op geïndiceerde jeugdzorg te voorkomen. Onder de post Provinciale cliëntenorganisaties staan de verwachte subsidies voor 2006 aan de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen, Stichting minderjarigen Noord Nederland en de het Patiënten en consumenten Platform Friesland. De NVP verzorgt de belangenbehartiging van de pleeggezinnen. De SMNN ondersteunt cliënten vooral met uitvoerende werkzaamheden. De PCPF ontvangt in dit kader subsidie voor het verder ontwikkelen van het provinciale cliëntenbeleid op het gebeid van de jeugdzorg. De begrote kosten voor 2007 voor deze drie organisaties zijn gelijk geraamd met de verwachte subsidie voor 2006.
Financiën
De functie cliëntvertrouwenspersoon Bureau Jeugdzorg wordt uitgevoerd door de stichting PCPF. Deze stichting voert ook de functie cliëntvertrouwenspersoon zorgaanbieders uit. Aan de PCPF is in 2006 € 43.073,- aan subsidie verleend voor het uitvoeren van deze functie. Hiervan is € 23.073,- aan de doeluitkering Zorgaanbod toegerekend. De begrote kosten voor 2007 zijn gelijk geraamd met de verwachte subsidie voor 2006.
Hoofdstuk 6
42
Uit de post experimenten worden in 2006 en 2007 subsidies verleend aan de SMO Fryslân voor het project “Sluitend plan van aanpak sociaal kwetsbare jongeren in Fryslân” bedoeld voor dak- en/of thuisloze jongeren en het project “Dagbesteding” waarin mogelijkheden voor verbetering van de dagbesteding van risicojongeren en veelplegers worden gezocht. Daarnaast wordt een incidentele subsidie verleend aan de William Schrikker Groep voor een aantal pleegzorgplaatsen.
Subsidiestromen provincie jaar t (2007) Totaal te verstrekken subsidies
Te verstrekken subsidies Gevraagde uitkering
1 Bureau Jeugdzorg
2 Zorgaanbod
1+2 Totaal
11.182.259 11.182.259
25.624.880 25.624.880
36.807.139 36.807.139
Uit bovenstaande tabel blijkt, zijn de begrote uitgaven € 36.807.139,-. Hierbij is echter geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat er incidentele subsidies worden verleend voor het oplossen van knelpunten in de jeugdzorg. Bovendien zal er door voorfinancierings-systematiek (uitkering wordt achteraf pas bijgesteld op ware aantallen) een beroep moeten worden gedaan op de Reserve JHV.
Wordt gekeken naar de verwachte inkomsten voor 2007 (gebaseerd op de structurele uitkering van 2006, de verwacht middelen in het kader van het Aanvalsplan en uitkering van het werkelijke aantal justitiële cliënten) van € 36.447.542,-, zal een beroep worden gedaan op de reserve JHV van € 359.597,-. Dit past in de taakstelling om de reserve te verkleinen. In 2007 zal Jeugdhulp Friesland bovendien zijn haalbaarheidsonderzoek ‘De nieuwe Jeugdinrichting in Fryslân’ presenteren. Voor de mogelijke nieuwe huisvesting zal wellicht ook een beroep worden gedaan op de Reserve JHV.
6.3 Kwalitatieve beschrijving gesubsidieerde activiteiten In onderstaand overzicht worden conform de Regeling bekostiging jeugdzorg, onderdeel C, de gesubsidieerde activiteiten beschreven. I. Uit de doeluitkering Bureau Jeugdzorg gesubsidieerde activiteiten a. Activiteiten geleverd en te leveren door de stichting
Consultatie en deskundigheidsbevordering voorliggende voorzieningen Voor een goede aansluiting tussen het lokaal jeugdbeleid en de provinciale jeugdzorg is in Fryslân het project Jon in Fryslân gestart. Dit is een samenwerkingsproject tussen provincie en gemeenten in Fryslân. Op lokaal/regionaal niveau wordt hierin op een eenduidigemanier vorm gegeven aan o.a. coördinatie van zorg. Bureau Jeugdzorg sluit hierop aan door het inzetten van ‘netwerkconsulenten’. Zij moeten in samenwerking met de lokale/regionale uitvoering van coördinatie van zorg binnen het project Jong in Fryslân, de schakel vormen tussen zorg op lokaal/regionaal niveau en de provinciale jeugdzorg.
43
Hoofdstuk 6
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Tot nu blijft het AMK geconfronteerd met een structurele groei van aanmeldingen. Er zijn maatregelen genomen om de al bestaande wachtlijsten weg te nemen en de doorlooptijden te verkorten en om toekomstige groei aan te kunnen. In de eerste plaats zijn er extra middelen beschikbaar gesteld aan Bureau Jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg heeft zelf maatregelen genomen in het kader van personeelsbeleid en de inrichting van de werkprocessen om wachtlijsten te voorkomen en zo snel mogelijk te voldoen aan de landelijke normen (minimaal) als het gaat om doorlooptijden. Bureau Jeugdzorg neemt hiervoor ook deel aan het ‘Doorbraak’ project.
Financiën
Indicatiestelling De centrale toegang binnen Bureau Jeugdzorg is het startpunt voor een indicatietraject. Van hieruit wordt bepaald of een cliëntvraag leidt tot verwijzing naar voorliggende voorzieningen, onderzoek door het AMK of tot een indicatietraject. De samenwerking met GGZ-jeugd ten behoeve van het indicatietraject is door Bureau Jeugdzorg geavalueerd. In juni 2006 heeft dit geleid tot een nieuw convenant met GGZjeugd. Per 1 september 2006 start Bureau Jeugdzorg met een team voor de indicatie van psychiatrische zorg. Er wordt vanuit gegaan dat per 1 januari 2008 de indicatiestelling voor LVG zal overgaan naar Bureau Jeugdzorg
Niet geïndiceerde zorg / ambulante zorg Bureau Jeugdzorg verleent in principe geen (licht) ambulante zorg. Is een indicatie niet nodig, wordt doorverwezen naar voorliggende voorzieningen. Bureau Jeugdzorg experimenteert wel met een project ‘Eigen Kracht Conferenties’. Kindertelefoon De kindertelefoon geeft informatie en advies aan jeugdige bellers. De kindertelefoon registreert en genereert beleidsinformatie voor zowel intern gebruik als omgeving. b. Overige activiteiten Vertrouwenspersoon Bureau Jeugdzorg De Wet op de Jeugdzorg gaat ervan uit dat de vertrouwenspersoon wordt benoemd bij een onafhankelijke rechtspersoon. Vanaf 1 januari 2005 is de vertrouwenspersoon aangesteld bij het Patiënten- en Consumentenplatform Fryslân.(PCPF). De vertrouwenspersoon is aangesteld voor de individuele begeleiding van cliënten. De provincie stimuleert echter dat opgedane kennis en ervaring wordt gedeeld met provincie en jeugdzorginstellingen. De vertrouwenspersoon bespreekt met Bureau Jeugdzorg haar werkwijze en rol. Experimenten Het project Jong in Fryslân is hier een belangrijk onderdeel van. Zie hierboven. Steunfuncties De steunfunctie-instelling Partoer ontwikkelt een Informatie- en Kennispunt Jeugd (www.ikpjeugd.nl). Onderdeel hiervan is de Jeugdmonitor Fryslân. Verder ondersteunt Partoer het project Jong in Frysân door het doen van onderzoek en het extra ondersteunen van gemeenten.
Financiën
II. Uit de doeluitkering Zorgaanbod gesubsidieerde activiteiten
Hoofdstuk 6
44
a. Activiteiten geleverd en te leveren door zorgaanbieders Dag en Nachthulp De capaciteit voor residentieel aanbod is uitgebreid. Deels door een goeiende vraag en deels door een gebrek aan therapeutische pleegzorgplaatsen. De zorgaanbieder heeft een nieuwe visie op huisvesting ontwikkeling. Onderdeel van deze visie is het realiseren van een Fries aanbod voor jongeren die nu in landelijke werkende voorzieningen worden geplaats, of daar op een wachtlijst staan. Pleegzorg Het zorgaanbod werkt met een aantal varianten voor pleegzorg (weekend, vakantie etc). De Friese zorgaanbieder heeft een nieuwe methodiek ingevoerd die uitgaat van een ug naar huis’ variant en een ‘long stay’ variant. De Friese zorgaanbieder hefet voor de pleegzorg kostprijzen ontwikkeld, die de komende periode verder uitgewerkt worden. Dagbehandeling De behandeling sluit zoveel mogelijk aan bij de eigen kracht en competenties van de jeugdige en zijn omgeving. Deze systeembenadering is de afgelopen tijd in gang gezet en geldt ook voor de pleegzorg, dag- en nachthulp en de residentiële zorg.
Jeugdhulp De provincie stimuleert een systeemgerichte benadering van de jeugdige en zijn omgeving. De behandeling sluit aan op het systeem en is erop gericht dat het systeem de eigen verantwoordelijkheid weer kan dragen. In die gevallen waar dat niet mogelijk is, moet worden gezorgd voor een verantwoord alternatief. Deze systeembenadering pleit voor een flexibele inzet van zorgprogramma’s. Voor alle programma’s geldt dat gekeken wordt of ze nodig en effectief zijn voor de cliënt. b. Overige activiteiten Cliëntenorganisaties De provincie ziet cliëntenorganisaties als een belangrijke gesprekspartner zowel voor de provincie als naar Bureau Jeugdzorg als naar het zorgaanbod. Er zijn verschillende cliëntenorganisaties in Fryslân actief. Vanuit de doeluitkering worden de NVP en de SMNN gesubsidieerd. De provincie wil het gesprek aangaan met deze cliëntenorganisaties en de PCPF voor een verdere ontwikkeling van de kwaliteit en de effectiviteit van het cliëntenbeleid. De PCPF kan hierin vooral een voorwaardescheppende rol vervullen.
Steunfuncties De steunfunctie-instelling Partoer ontwikkelt een Informatie- en Kennispunt Jeugd (www.ikpjeugd.nl). Onderdeel hiervan is de Jeugdmonitor Fryslân. Verder ondersteunt Partoer het project Jong in Frysân door het doen van onderzoek en het extra ondersteunen van gemeenten.
45
Hoofdstuk 6
Experimenten De provincie financiert zorgprogramma’s die aansluiten bij de vraag van cliënten die van Bureau Jeugdzorg een indicatie ontvangen. Bijzondere doelgroep zijn de jongeren die dak-en thuisloos zijn. De provincie subsidieert afzonderlijk een project gericht op deze doelgroep. Verder heeft de provincie middelen gereserveerd voor een project voor het bieden van een sluitende dagbesteding aan ‘probleemjongeren’.
Financiën
Vertrouwenspersoon voor zorgaanbieders De Wet op de Jeugdzorg gaat ervan uit dat de vertrouwenspersoon wordt benoemd bij een onafhankelijke rechtspersoon. Vanaf 1 januari 2005 is de vertrouwenspersoon aangesteld bij het Patiënten- en Consumentenplatform Fryslân.(PCPF). De vertrouwenspersoon is aangesteld voor de individuele begeleiding van cliënten. De provincie stimuleert echter dat opgedane kennis en ervaring wordt gedeeld met provincie en jeugdzorginstellingen. De vertrouwenspersoon bespreekt met de zorgaanbieders haar werkwijze en rol.
B1
Financieel overzicht jeugdzorg 2005 afrekening 2005 vertaald van format uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2007, naar begroting uit uitvoerings-programma jeugdzorg 2005
Begroting 2005 t.o.v. verantwoording 2005 Opzet uitvoeringsprogramma 2005
1 1.1 1.2 1.3 1.4
Verantwoording 2005 UP jeugdzorg 2007
Begroting 2005
Verantwoording 2005
29.998.432 1.008.414
29.736.241 1.008.414
3.381.880 34.388.726
3.387.779 34.132.434
Inkomsten Door VWS toegekende doeluitkering (verwacht) AWBZ voor indicering GGZ-jeugd (verwacht) door Justitie toegekende doeluitkering (verwacht) totaal inkomsten
Noten
1
Het bovenstaande bedrag wordt als volgt verdeeld naar een doeluitkering bureau jeugdzorg en een doeluitkering geïndiceerde zorg.
Financieel overzicht Biljage 1
46
Begroting 2005 uit UP jeugdzorg 2005
Doeluitkering zorgaanbod 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Zorgvarianten geïndiceerde ambulante hulp residentieel pleegzorg dagbehandeling overige projecten subtotaal
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Overige posten experimenten/zorgvernieuwing/ projecten cliëntenbeleid/ vertrouwenspersoon cliënten steunfuncties Implementatie Wet op de Jeugdzorg flexibele ruimte subtotaal totaal Zorgaanbod
2 3 2.614.954 10.584.660 4.102.014 5.670.193 33.612
2.744.190 10.700.879 4.603.057 5.732.452 33.981
23.005.433
23.814.559
275.000 75.000 20.000 50.000 87.600 507.600
114.277 23.073 30.182 167.532
23.513.033
23.982.091
4
5
Doeluitkering Bureau jeugdzorg 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Taken bureau jeugdzorg Toegangsfuncties BJZ advies- en meldpunt kindermishandeling kindertelefoon Gezinsvoogdij/ jeugdreclassering Toegangstaak JGGZ en intake RvK subtotaal
5 5.1 5.2 5.3
Overige posten experimenten/zorgvernieuwing/ projecten cliëntenbeleid/ vertrouwenspersoon cliënten aansluiting gem.jeugdbeleid en prov. Jeugdhulpbeleid Implementatie Wet op de Jeugdzorg Project Zwerfjongeren flexibele ruimte subtotaal
5.4 5.5 5.6 5.7
3.773.538 488.766 110.774 3.381.880 1.008.414 8.763.372
4.572.941 1.075.795 116.897 3.567.367 1.055.785 10.388.785
400.000 75.000
20.000
7
8
650.000 861.234 125.000 1.087 2.112.321
562.472
totaal Bureau Jeugdzorg/Toegang
10.875.693
10.971.257
totaal uitgaven
34.388.726
34.953.348
582.472
9
3 4 5 6 7
8
9
47
Bijlage 1
2
Met ingang van 2005 zijn extra taken en middelen aan de doeluitkering Bureau Jeugdzorg toegekend. In de begroting 2005 waren de inkomsten voor deze extra taken te hoog begroot, dit werd veroorzaakt doordat de exacte bedragen ten tijde van het opstellen van de begroting nog niet bekend waren. In de begroting 2005 had het begrip “doeluitkering” op deze plaats vervangen moeten worden door het begrip “uitgaven doeluitkering”. De benamingen van de zorgsoorten zijn in het nieuwe model veranderd. Door de bedragen uit deze bijlage te vergelijken met de verantwoording 2005 (hoofdstuk 6, pag. 26 en 28) kunt u tekstuele wijzingen volgen. T.o.v. de begroting 2005 zijn de kosten voor de pleegzorg hoger, dit wordt veroorzaakt door de verhoogde vraag naar pleegzorg De begrote kosten voor de Overige posten zorgaanbod zijn hoger begroot dan er werkelijk is uitgegeven. Dit komt vooralnamelijk omdat deze bedragen verplaatst zijn naar de post Zorgvarianten. De post 4.4 Gezinsvoogdij/ jeugdreclassering is de nieuwe opzet vervangen door de post Justitietaken. Onderdeel 4.5 Toegangstaak GGZ-jeugd en intake RvK wordt in het nieuwe model ondergebracht bij de post Indicatiestelling. De uitgaven voor Bureau Jeugdzorg vallen in 2005 significant hoger uit dan de begroting. In 2005 heeft Bureau Jeugdzorg extra middelen ontvangen (structureel en incidenteel) om de toegenomen vraag naar jeugdzorg op te vangen en voor het oplossen van knelpunten in de bedrijfsvoering die nog voortkomen uit de destijdse ontvlechting. Hiervoor zijn de Overige posten (5.1,5.4) aangewend. De begrote kosten voor de Overige posten BJZ zijn hoger begroot dan er werkelijk is uitgegeven. Dit komt voornamelijk omdat vanuit de Overige posten subsidies zijn verleend aan het Bureau Jeugdzorg, de bedragen zijn a.h.w. verschoven naar Bureau Jeugdzorg. Daarnaast is in 2005 geen voorschot verleend aan het project Zwerfjongeren, omdat niet tijdig voldaan werd aan gestelde verplichtingen. De uitgaven in 2005 zijn groter geweest dan de begroting 2005. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door de stijgende vraag naar Jeugdzorg en het in verhouding achterblijven van de doeluitkeringen. De provincie Fryslân beschikt nog over een grote egalisatiereserve in verhouding tot de doeluitkeringen. Het provinciale beleid is er op gericht om de reserve in de loop van de komende jaren te laten afnemen ten gunste van innovatieve incidentele projecten ten behoeve van het zorgaanbod en het oplossen van knelpunten in de jeugdzorg. Dit past in de taakstelling van het Rijk om de reserve te verkleinen.
Financieel overzicht
Uitleg noten 1
B2
Gehonoreerde SIF aanvragen 2004 – 2006, thema Jeugd
Project: Resultaat:
Organisatie: Looptijd: Afrekendatum:
Gehonoreerde SIF aanvragen
Project: Resultaat:
Bijlage 2
48
Organisatie: Looptijd: Afrekendatum: Project: Resultaat:
Traumakaart en Traumaroute Traumakaart + voorlichtingsprogramma. Professionals en niet professionals kunnen signalen van getraumatiseerde kinderen herkennen en verwijzen Centrum aanpak huiselijk geweld, Vrouwenopvang Fryslân 1 juli 2006 - 31 december 2007 Subsidie: 1 juli 2008 € 25.000,-Motoriek in beweging 1) motoriekkaart, 2) motoriekroute en 3) samenwerkingsmodel vroegtijdig advies en ondersteuning van motorische stoornissen bij kinderen van 0 – 12 jaar ROS 2006 Subsidie: 1 december 2007 € 41.050,--
Organisatie: Looptijd: Afrekendatum:
Omgangshuis Friesland Veilige plek waar kinderen na echtscheiding beide ouders kunnen ontmoeten Raad voor de Kinderbescherming 2006 1 november 2007
Subsidie: € 5.000,--
Project: Resultaat: Organisatie: Looptijd: Afrekendatum:
Kinderen / jongeren en rouwverwerking Preventieve zelfhulpgroep voor rouwverwerking Humanitas 2006 31 december 2007
Subsidie: € 1.924,--
Project: Resultaat:
Kinderen en echtscheiding Preventieve zelfhulpgroep van kinderen van gescheiden ouders Humanitas 2006 1 juli 2007
Subsidie: € 3.265,--
Organisatie: Looptijd: Afrekendatum: Project: Resultaat: Organisatie: Looptijd: Afrekendatum:
Cultuurdag (uitwerking project Fries Jeugdparlement) Cultuurdag op school gericht op onderling begrip en tolerantie tussen middelbare scholieren Cie MCF 2006 1 mei 2007
Subsidie: € 286,--
Organisatie: Looptijd: Afrekendatum: Project: Resultaat: Organisatie: Looptijd: Afrekendatum:
Subsidie: € 4.187,--
Werving jongeren voor vrijwilligerswerk Draaiboek netwerkopbouw voor werving van jongeren als vrijwilliger voor kindervakantieweken Humanitas 2006/2007 31 december 2007
Subsidie: € 4.440,--
Samenwerkingsplan Brede School Breed gedragen visie als basis voor samenwerking tussen participanten brede school Menaldumadeel 2004 / 2006 1 september 2006
Subsidie: € 12.000,--
Organisatie: Looptijd: Afrekendatum:
Overgang Nationale Eredivisie Eénmailge bijdrage aan Nationale Eredivisie voor de overgang van Woon!Aris naar de eredivisie Stichting Top Basketbal 2004 / 2005 Nvt
Subsidie: € 17.500,--
Project: Resultaat: Organisatie: Looptijd: Afrekendatum:
Visieontwikkeling Brede School Breed gedragen visie als basis voor toekomstige ontwikkeling Dantumadeel 1 november 2004 – 1 november 2006 Subsidie: 1 mei 2007 € 7.919,--
Project: Resultaat:
Gezonde start Gezondheidsbevordering bij kinderen in achterstandssitiuaties in Noord-West Fryslân GGD 2004 / 2006 1 juli 2006
Subsidie: € 41.760,--
Scholenactie 2004 Werken aan betrokken, samenwerkende en gezonde autochtone en allochtone jongeren in een duurzame en leefbare samenleving, bereik ong. 4500 jongeren Stichting Dance 4 Life 2004 / 2006 1 mei 2007
Subsidie: € 26.000,--
Maatjesproject Koppelen van ‘maatjes’ aan risicojongeren om uitval te voorkomen Solidair / Support Fryslân (nog invullen) (nog invullen)
Subsidie: € 38.000,--
Organisatie: Looptijd: Afrekendatum: Project: Resultaat:
Organisatie: Looptijd: Afrekendatum: Project: Resultaat:
Organisatie: Looptijd: Afrekendatum: Project: Resultaat: Organisatie: Looptijd: Afrekendatum:
49
Bijlage 2
Project: Resultaat:
Vrijwilligers en Jeugd Circa 8000 jongeren van 13 – 25 betrekken bij maatschappelijke activiteiten, gericht op sociale samenhang Federatie Christelijk Jeugdwerk 2005/2006 1 november 2007
Gehonoreerde SIF aanvragen
Project: Resultaat:
Project: Resultaat:
Organisatie: Looptijd: Afrekendatum:
Kleurrijk Samenspel Verbetering reproductief zorgaanbod voor allochtone tieners en jonge moeders (seksuele voorlichting, SOA’s etc) GGD 2005 / 2008 1 juli 2009
Project: Resultaat: Organisatie: Looptijd: Afrekendatum:
Sportontmoetingsplaats Ferwerderadiel Recreatiesportactiviteiten voor en door jongeren Go 4 Sport 2004 / 2006 1 mei 2007
Project: Resultaat:
“Van breezerseks tot loverboys, waar sta jij?” Voorlichtingsprogramma voor middelbare scholen en beroepsopleidingen op basis waarvan scholen zelf voorlichting kunnen geven. Centrum aanpak huiselijk geweld, Vrouwenopvang Fryslân 1 juni 2006 – 31 december 2007 Subsidie: 1 juli 2008 € 50.000,--
Organisatie: Looptijd: Afrekendatum:
Gehonoreerde SIF aanvragen
Project: Resultaat: Organisatie: Looptijd: Afrekendatum: Project: Resultaat:
Organisatie: Looptijd: Afrekendatum:
De jeugdsoos Onderkomen voor dorpsjeugd m.b.v. vrijwillige activiteitenbegeleiding door ouders Dorpshuis De Golle, Wirdum-Swichum 2003 / 2006 1 mei 2007
Subsidie: € 196.787,--
Subsidie: € 48.750,--
Subsidie: € 55.000,--
Vangnet schoolgaande kinderen Zelfredzame lokale stichtingen, die als laatste vangnet financiële belemmeringen helpen oplossen die schoolgaande kinderen uit minimagezinnen ondervinden ter voorkoming van sociale isolatie en uitsluiting Verenigingen van stichtingen Leergeld en Nederland 2006 / 2007 Subsidie: 1 juli 2008 € 81.500,--
Bijlage 2
50
TOTAAL: € 660.968,--
Jong in Fryslân Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport Sociaal Investerings Fonds Informatie- en kennispunt Vereniging Friese Gemeenten Arrondisementaal Platform Jeugdcriminilatiet Justitieel Casus Overleg (OM, Rvdk en Politie) Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Raad voor de Kinderbescherming Advies en Meldpunt Kindermishandeling Geestele Gezondheids Zorg Licht Verstandelijke Handicap Interprovinciaal Overleg Maatschappelijk Ondernemersgroep Intensieve Trajectbegeleiding Justitiële Jeugdinrichting Openbaar Ministerie Eigen Kracht Conferentie Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling Zorgsector Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Regionaal Exeptisecentrum Noord Nederland cluster 4 Patiënten Consumenten Platform Friesland Elektronisch Kind Dossier Permanente Commissie Leerlingzorg VroegTijdige Onderkenning Stichting Reclassering Nederland Wet Maatschappelijke Ondersteuning Onder Toezicht Stelling
www.minvws.nl www.minjus.nl www.fryslan.nl www.ikpjeugd.nl www.partoer.nl www.operatie-jong.nl www.jeugdzorgbrigade.nl www.jonginfryslan.nl www.jeugdhulpfriesland.nl www.bjzfriesland.nl
Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport Ministerie van Justitie Provincie Fryslân Informatie- en Kennis Punt Jeugd Steunfunctie instelling Partoer Operatie Jong Jeugdzorgbrigade Jong in Fryslân Jeugdhulp Friesland Bureau Jeugdzorg
Afkortingen en internetsites
JIF VWS SIF IKP (jeugd) VFG APJ JCO RMC RvdK AMK GGZ LVG IPO MO groep ITB JJI OM EKC HKZ AWBZ RENN4 PCPF EKD PCL VTO vroeghulp SRN WMO OTS
51
Bijlage 3
B3
Gebruikte afkortingen en internetsites
B4
Schematische weergave van de jeugdzorg
Jeugdzorg Component 1
Jeugdzorg Component 2
Jeugdzorg Component 3
• Provincie • Aanspraak op grond van de Wet op de jeugdzorg
• Minister van justitie • Aanspraak op grond van de Beginselen-wet JJI
• Zorgverzekeraars • Aanspraak op grond van de AWBZ
Bureau Jeugdzorg
Schematische weergave
Toegang tot de componenten 1, 2 en 3 Overige taken: jeugdbescherming, jeugdreclassering, AMK, kindertelefoon
Bijlage 4
52
Provincie
Wet op de jeugdzorg Jeugdzorg Component 4 • Gemeenten • Welzijnswet e.a.
Titel:
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2007
Datum:
December 2006
Opdrachtgever:
Gedeputeerde Staten Fryslân
Fotografie:
Spectrum Fotografie Noord
Ontwerp:
Annelies Ruesink (provincie Fryslân)
Druk:
Provincie Fryslân
Adres: provincie:
Provincie Fryslân Postbus 20120, 8900 HM Leeuwarden Tel: 058-2 925 925 E-mail:
[email protected]
Auteursrecht voorbehouden.
Colofon
Colofon
53
54