Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Voorwoord Het Startblok SOPORA 4. Hoofdstuk 2 Visie en missie 5

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1

Voorwoord

4

1.1. 1.2.

Het Startblok SOPORA

4 4

Hoofdstuk 2

Visie en missie

5

2.1. 2.1.1. 2.1.2. 2.1.3. 2.1.4. 2.1.5. 2.1.6. 2.2. 2.3. 2.3.1. 2.3.2.

sociale veiligheid de vreedzame school burgerschap en integratie zelfredzaamheid en weerbaarheid gedragsregels maatjes onacceptabel gedrag fysieke veiligheid schorsing en verwijdering schorsing verwijdering procedure

6 6 6 7 7 7 7 7 8 8 8

Hoofdstuk 3

De school

9

3.1. 3.2. 3.3.

wie werken er op school naar school festiviteiten en activiteiten

9 9 10

Hoofdstuk 4

Allerlei

11

4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7. 4.8. 4.9. 4.10. 4.11. 4.12. 4.13. 4.14. 4.15. 4.16. 4.17. 4.18. 4.19 4.20

aan- en uitkleden bewegingsonderwijs huiswerk lezen multomap afmaken van werk namen speelgoed- /spelletjes middag verjaardagen mobiel & MP3 fruitdagen op Het Startblok papier & kleding inzameling Unicef fotograaf studie(mid)dagen wisselmiddag telefoneren ziek hoofdluiscontrole uitval van leerkrachten

11 11 12 12 12 12 13 13 13 13 13 13 13 13 13 13 13 14 14 14

Hoofdstuk 5

Buitenschoolse opvang

14

Hoofdstuk 6

Afstemming en handelingsgericht werken

15

afstemmend onderwijs

15

6.1.

schoolgids openbare basisschool Het Startblok 2015-2016

1

6.2.

schakelklas

17

Hoofdstuk 7

Zo werken we op Het Startblok

17

7.1. 7.2. 7.3. 7.4. 7.5.

Model dir. instr. en zelfstandig werken stickerboekje groepen 1 en 2 bordschema groepen 3 en 4 weektaken kieskasten

17 20 20 20 21

Hoofdstuk 8

Lesstof per jaar

21

8.1. 8.2. 8.3. 8.4. 8.5

groep 1 groep 3 groep 5 groep 7 Engels

2 4 6 8

21 22 24 26 26

Hoofdstuk 9

lessentabel

27

Hoofdstuk 10

overgang po – vo

28

10.1. 10.2. 10.3. 10.4.

Doorstroming naar voortgezet onderwijs Resultaten Cito eindtoets afgelopen jaren overgang voortgezet onderwijs uitstroomgegevens

28 28 28 29

Hoofdstuk 11

communicatie

29

11.1. 11.2. 11.3. 11.4. 11.5. 11.6. 11.7. 11.8.

oudervertelavond informatiebrief rapportavonden schoolgids Startblokje ouder & school het eerste contact intakegesprek

29 30 30 30 30 30 30 30

Hoofdstuk 12

interne en externe partners

30

12.1. 12.2. 12.3. 12.4. 12.5. 12.6.

Hulpouders activiteiten commissie (AC) medezeggenschapsraad (MR) werkgroep ouderbetrokkenheid Schoolmaatschappelijk werk (SMV) Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)

30 31 31 31 31 31

Hoofdstuk 13

Zorg voor de leerlingen

32

13.1. 13.2. 13.3. 13.4. 13.5 13.6

Passend onderwijs Afstemmend onderwijs (HGW) Leerlingvolgsysteem Schoolondersteuningsprofiel Plaatsingswijzer Klachten

32 33 34 34 35 36

Hoofdstuk 14

bijlagen

36

en en en en


2

14.1. 14.2. 14.3. 14.4.

bijlage bijlage bijlage bijlage

1 2 3 4

vakanties en verlof klachtenregeling adressen roosters

36 37 39 40

Hoofdstuk 1 schoolgids openbare basisschool Het Startblok 2015-2016

3

Voorwoord 1.1. Het Startblok Voor u ligt de schoolgids van openbare basisschool Het Startblok. Deze schoolgids is zowel voor ouders van kinderen die onze school bezoeken als voor ouders die nog voor de keuze staan naar welke school zij hun kind laten gaan. Uw kind is een groot gedeelte van zijn of haar kindertijd op school en het is belangrijk voor u om te weten wat u van de school kan verwachten en wat wij van u verwachten. In deze gids vertellen wij u over de manier van werken, het aanbieden van zorg en het begeleiden van uw kind tijdens deze belangrijke periode. Zo kunt u onder andere lezen dat we afstemmend onderwijs geven. Dit houdt in dat we ons bij ieder kind afvragen; wat heeft dit kind, in deze groep, met deze leerkracht nodig om zich verder te ontwikkelen. We werken handelingsgericht, dat wil zeggen dat leerlingen worden aangesproken op hun mogelijkheden en talenten. We richten ons hierbij op betrokkenheid, welbevinden en optimale ontwikkeling. Dit jaar beginnen we met thematisch onderwijs, hierover leest u meer in deze schoolgids. Daarnaast vindt u in de schoolgids ook allerlei praktische informatie die noodzakelijk is om het naar school gaan zo soepel mogelijk te laten verlopen. Namens het team van obs Het Startblok, Henk Vergunst, schoolleider Basisschool Het Startblok Liszthof 92 2402 GS Alphen aan den Rijn 0172-420794 [email protected] 1.2. SOPORA SOPORA staat voor Stichting Openbaar Primair Onderwijs Regio Alphen aan den Rijn. Achttien scholen, in Alphen aan den Rijn en regio, omvat de stichting Sopora. Dagelijks verzorgen wij het onderwijs aan 3000 leerlingen. De onderwijsinspectie is over al onze scholen tevreden (basisarrangement). Wij willen kinderen onderwijs geven dat aansluit bij deze tijd en hen voorbereidt op de toekomst. Kernwaarden voor ons zijn;  Kindgericht  Handelingsgericht  Opbrengstgericht  Maatschappijgericht  Zichzelf vernieuwende organisatie Wij hechten er binnen onze organisatie waarde aan dat, binnen de aangegeven kaders, elke school haar eigen identiteit ontwikkelt. De schoolleider is onderwijskundig verantwoordelijk voor wat er in de school gebeurt. Sopora wil op een inzichtelijke en toetsbare wijze komen tot kwalitatief goed onderwijs voor alle kinderen. De kinderen kunnen zich, binnen hun mogelijkheden, in onze scholen op een veilige en pedagogisch verantwoorde wijze optimaal ontwikkelen (passend onderwijs). Wij werken aan wat kwalitatief goed is voor de leerkracht en het kind. Het openbaar onderwijs van Sopora wil hiermee bereiken dat de kinderen die na acht jaar basisschool onze scholen verlaten een goede basis hebben voor verdere ontplooiing. De stichting heeft in Alphen aan den Rijn het bestuursbureau. De domeinmanagers onderwijs (Esther Simonis), financiën (Sandra Brouwer), personeel (Jan Willem Hamberg), en huisvesting/bestuursbureau (Marjan Paas) zorgen, samen met de andere medewerkers, voor de ondersteuning van de scholen. Eindverantwoordelijk voor de stichting is de directeur


4

bestuurder (Hans de Roode). De Raad van Toezicht bestaat uit de volgende leden; Hans Amesz (voorzitter) Nanne Dol Frans Heemskerk Doky Verhagen Wij hopen dat uw kind(eren) een goede tijd op een van onze scholen zal/zullen hebben. Hans de Roode, Directeur Bestuurder Sopora

Hoofdstuk 2 Visie en missie Het Startblok is een school waar je jezelf kan zijn. Wij behandelen iedereen op dezelfde wijze en hebben begrip voor de zienswijze van de ander. We laten ons daarbij niet leiden door onze emoties en we vertellen dingen op zodanige wijze dat deze voor één uitleg vatbaar zijn. Wij zorgen ervoor dat een ieder zich veilig en geaccepteerd voelt. Wij hebben daarbij aandacht voor de behoeften van de kinderen. Wij spreken waardering uit en wij hebben inlevingsvermogen. Het Startblokteam laat zien dat zij betrouwbaar, betrokken, eerlijk, objectief, duidelijk en rechtvaardig zijn door verantwoordelijkheid te nemen voor gemaakte afspraken, oprechte interesse te tonen, recht door zee te zijn en zonder vooroordelen te handelen. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen, de ouders en de teamleden zich veilig en gewaardeerd voelen. Veiligheid en vertrouwen zijn een voorwaarde om tot ontwikkeling en leren te komen. Het Startblok wil dat een kind zich optimaal kan ontwikkelen en het beste uit zichzelf haalt zodat het goed voorbereid naar het vervolgonderwijs kan. Het Startblok geeft afstemmend onderwijs. Dit houdt in dat we ons bij ieder kind afvragen; wat heeft dit kind, in deze groep, met deze leerkracht nodig om zich verder te ontwikkelen. We werken handelingsgericht, dat wil zeggen dat leerlingen worden aangesproken op hun mogelijkheden en talenten. We richten ons hierbij op betrokkenheid, welbevinden en optimale ontwikkeling. Het Startblok is een vreedzame school en werkt aan een schoolcultuur waarin het verantwoordelijkheidsgevoel van kinderen toeneemt en kinderen met plezier naar school gaan. Betrokkenheid staat centraal en conflicten (die onvermijdelijk zijn) oplossen is een belangrijk punt in een vreedzame school. Alle conflicten worden opgelost en het liefst door de kinderen zelf, eventueel met hulp van medeleerlingen. Het Startblok wil leerlingen opvoeden tot zelfstandigheid. De kinderen nemen verantwoordelijkheid voor hun eigen werk en leren hun werk te plannen. Het Startblok wil de kinderen op verschillende manieren met zoveel mogelijk disciplines van kunst en cultuur in aanraking laten komen. Dit gebeurt op school door creatieve middagen te organiseren waarbij handvaardigheid en tekenen aan bod komen en podiumkunst middagen waarbij disciplines als drama, zang, muziek en poëzie een belangrijke rol spelen. We werken ook met een externe organisatie, parkexpressie. We maken gebruik van het cultuurpalet van Alphen aan den Rijn, dat een diversiteit aan disciplines aanbiedt in samenwerking met diverse culturele instellingen. 2.1. sociale veiligheid schoolgids openbare basisschool Het Startblok 2015-2016

5

2.1.1.de vreedzame school Wij vinden het belangrijk dat iedereen zich veilig voelt op school. We hebben samen 5 gedragsregels opgesteld die wij naleven om ervoor te zorgen dat Het Startblok een veilige omgeving is voor iedereen:     

Wij Wij Wij Wij Wij

zorgen voor een veilige omgeving laten elkaar rustig werken en spelen zorgen voor een nette en opgeruimde school gaan op een respectvolle manier met elkaar om helpen elkaar

Wij zijn een vreedzame school, dit betekent dat de school een gemeenschap is waarin leerlingen, personeel, ouders en ondersteunend personeel conflicten op een constructieve wijze oplossen en waarin we op een positieve manier met elkaar omgaan. Maar ook een school waarin leerlingen een stem hebben en waar ze zich verantwoordelijk voelen voor het klimaat in de klas en de school. Dat wij het sociale aspect (het omgaan met elkaar) belangrijk vinden, is ook te zien aan de samenstelling van de groepen tijdens een aantal momenten. Tijdens die momenten, beeldende vorming en festiviteiten, worden de groepjes uit verschillende groepen samengesteld. De kinderen hebben door deze samenstelling een zorg voor elkaar en bij de jongere kinderen van de school ontstaat er na zo’n gebeurtenis een vertrouwen in de oudere kinderen. Deze groepssamenstelling kan gebruikt worden o.a. bij: knutselcircuits, Sinterklaas, Kerstmis en het paasfeest. Wij vinden het belangrijk dat uw kind zich veilig en geborgen en geaccepteerd voelt op onze school. Aan het begin van de dag wordt ieder kind persoonlijk, door een handdruk, verwelkomd door de leerkracht. Een belangrijk onderdeel van De Vreedzame School is mediatie. Mediatie is bemiddeling bij conflicten. Alle leerlingen leren wat mediatie is, maar daarnaast worden ook enkele leerlingen opgeleid om de rol van leerlingmediator te vervullen. Zo nemen de kinderen zelf de verantwoordelijkheid voor het oplossen van conflicten in de klas of op het schoolplein. De methode DVS houdt in dat er wekelijks lessen gegeven worden die te maken hebben met de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen. Ook dit schooljaar zijn er mediatoren uit groep 7 en 8 op het schoolplein aanwezig tijdens het buiten spelen van de groepen 3 t/m 8. Leerlingen uit groep 6 solliciteren naar de functie van mediator en wanneer zij gekozen zijn door het team krijgen ze een interne training. Ze worden mediator voor twee schooljaren en helpen de kinderen die buitenspelen bij het oplossen van conflicten. Dit jaar liep het actief buiten lopen soms vast. Na evaluatie blijkt dat de mediatoren soms weinig te doen hebben en ze vergeten om naar buiten te gaan. Voor komend jaar wellicht de volgende aanpassingen: - Leerkrachten houden bij wie er naar buiten moet - Spel van de week introduceren 2.1.2. burgerschap en integratie Vanaf september 2006 zijn alle scholen aan de slag gegaan met burgerschap. Maar wat is burgerschap nu eigenlijk? Door de toenemende individualisering zijn mensen steeds minder betrokken op elkaar. Dit vormt een bedreiging voor de samenhang in de samenleving. We hebben daarom besloten actief burgerschap en sociale integratie hoog op de agenda te zetten. Doel is de kinderen voor te bereiden op deelname aan een pluriforme samenleving. Het gaat


6

daarbij niet alleen om kennisoverdracht, maar ook om ervaringsleren, om actief burgerschap: burgerschap leert men door het te doen, door te ervaren wat het is, door feitelijke sociale bindingen met elkaar in de school en met de omgeving aan te gaan . Bij burgerschap gaat het om omgangsvormen die de samenleving prettig maken en houden. Waarden als respect, tolerantie en hulpvaardigheid kunnen ook bij burgerschap worden ondergebracht. In alle groepen wordt gekeken naar School TV en wordt gewerkt met De Vreedzame School. 2.1.3. gedragsregels Op onze school onderschrijven wij het uitgangspunt, dat mannen en vrouwen, meisjes en jongens gelijkwaardig zijn. Uitgaande van deze gelijkwaardigheid vinden wij de volgende aspecten van belang:    

De school schept een klimaat, waarin kinderen zich veilig voelen. Op school hebben wij respect voor elkaar. De school creëert ruimte om verschillend te zijn. Deze verschillen kunnen betrekking hebben op persoonsgebonden of cultuurgebonden verschillen. De school schept voor kinderen voorwaarden om een positief zelfbeeld te ontwikkelen.

2.1.4. zelfredzaamheid en weerbaarheid Er wordt actief aandacht besteed aan zelfredzaamheid en weerbaar gedrag. In de methode “de vreedzame school”wordt hier veel aandacht aan besteed. Daarnaast wordt er van alle geledingen binnen de school (schoolleider, leerkrachten, leerlingen en niet onderwijzend personeel) verwacht dat zij zich houden aan de vastgestelde gedragsregels. Het streven naar gelijkwaardigheid binnen de school houdt in dat de volgende gedragingen niet worden getolereerd:  

Grappen met een seksueel getinte, vernederende strekking ten aanzien van anderen. Seksueel getinte, vernederende toespelingen of insinuaties, direct of indirect. Hieronder verstaan wij ook seksueel getinte opmerkingen over of vragen naar uiterlijk en/of gedrag van een ander en handtastelijkheden.

Het is van belang, dat de school zich duidelijk distantieert van beeldend en schriftelijk materiaal, waarin de ander wordt voorgesteld als minderwaardig of als lustobject. Hieronder verstaan we ook leer- en hulpmiddelen, die een rolbevestigend karakter hebben. Dit betekent dat affiches, films, boeken, spelen ontwikkelingsmateriaal en tijdschriften met een dergelijk karakter niet worden aangeschaft en verspreid. Voor de website van de school worden regelmatig foto’s gemaakt van activiteiten (sinterklaas viering, kerst enz.). Mocht u bezwaar hebben dat een foto van uw kind op de website van de school wordt geplaatst, kunt u dit uiteraard kenbaar maken aan de schoolleider. 2.1.5. maatjes Kleuters die pas op school komen worden gekoppeld aan een leerling - een maatje. Dat maatje helpt de nieuwe leerling een handje wanneer de leerkracht even met andere kinderen bezig is. Dit kan zijn wanneer de leerkracht een handelingsplan uitvoert of een groepje kleuters begeleidt. Dit maatjes zijn heeft tevens een pedagogische waarde; kinderen leren op deze manier hulp vragen en hulp bieden. 2.1.6. onacceptabel gedrag Wanneer kinderen gedrag vertonen dat als onacceptabel wordt ervaren, worden zij en hun ouders hierop aangesproken. Afhankelijk van de situatie gebeurt dit individueel of in klassenverband. Onacceptabel gedrag van leerkrachten ten aanzien van leerlingen, collegae en stagiaires wordt individueel met de betrokkene besproken. Dit gebeurt door de schoolleider. 2.2. fysieke veiligheid Wij doen er alles aan om de dag van uw kind zo veilig mogelijk te laten verlopen. Mocht uw kind op school toch een ongeluk(je) krijgen, dan doen wij het volgende:


7

 

Is het niet ernstig, dan behandelen wij het kind zelf. Een aantal leerkrachten is gekwalificeerd Bedrijfshulp Verlener (BHV). Is het ernstiger, bellen wij u onmiddellijk op. Indien nodig gaan we met uw kind naar de dokter, tandarts of zo nodig naar het ziekenhuis.

SOPORA heeft een ongevallenverzekering afgesloten. Hierdoor zijn alle leerlingen verzekerd voor ongevallen tijdens schooluren en tijdens evenementen in schoolverband. Onder evenementen in schoolverband worden o.a. verstaan: schoolreisjes, sportdagen en excursies. De verzekering is ook van toepassing op begeleidende ouders. De verzekering zal pas uitkeren als deze kosten niet verhaalbaar zijn op enige andere verzekering (ziektekostenverzekering). De verzekering keert uitsluitend uit wanneer iemand ten gevolge van een ongeval lichamelijk letsel oploopt. Wanneer ten gevolge van een ongeval een fiets, kleding of bril wordt beschadigd, worden de kosten niet op grond van die verzekering vergoed. Als uw kind op school schade lijdt, die aantoonbaar een gevolg is van nalatigheid van de school, kunt u de schoolleiding aansprakelijk stellen voor de schade. Veel voorkomende ongelukjes, bijvoorbeeld verf of lijm in kleding, een bril of een jas die wordt beschadigd tijdens kinderspel, kunnen niet op school worden verhaald. 2.3 schorsing en verwijdering 2.3.1. schorsing Het kan voorkomen dat uw kind zich niet aan de regels houdt, bedreigingen uit, of fysiek onacceptabel gedrag vertoont. Wanneer dit gebeurt, gaan we altijd met uw kind in gesprek en nodigen u uit voor een gesprek uit op school. We maken samen afspraken om herhaling te voorkomen. Wanneer uw kind zich niet aan deze afspraken houdt, zijn wij genoodzaakt, om de veiligheid van iedereen op school te kunnen garanderen, uw kind te schorsen.    

De eerste keer 3 dagen Na een volgend incident 4 dagen Na een daaropvolgend incident 5 dagen Mocht het tot een volgend incident komen dan start de verwijderingprocedure.

2.3.2. verwijderingprocedure De schoolleider bereidt het besluit tot verwijderen voor en geeft dit door aan het bevoegd gezag. De school stelt een onderwijskundig rapport op. De schoolleider hoort de betrokken groepsleraar over de voorgenomen verwijdering. De schoolleider neemt contact op met de ouders/verzorgers en informeert hen over het voornemen tot verwijdering. De ouders worden uitgenodigd door de schoolleider/het bevoegd gezag en worden gehoord. Het uiteindelijke besluit tot verwijdering wordt ter kennisgeving opgestuurd naar het bevoegd gezag, de leerplichtambtenaar en de onderwijsinspectie. De schoolleider informeert de ouders/verzorgers schriftelijk en met redenen over het besluit tot verwijdering. De schoolleider wijst de ouders/verzorgers op de mogelijkheid van het indienen van een bezwaarschrift. De ouders kunnen tot zes weken na het besluit van het bevoegd gezag van een openbare school een bezwaarschrift indienen. De schoolleider/het bevoegd gezag is verplicht de ouders/verzorgers te horen over het bezwaarschrift. Ouders/verzorgers wordt gewezen op de mogelijkheid zich in dit gesprek te laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. Het bevoegd gezag neemt een uiteindelijke beslissing binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift. Definitieve verwijdering is pas mogelijk nadat het bevoegd gezag een andere basisschool of een andere school voor speciaal onderwijs voor de leerling heeft gevonden. De leerling kan


8

slechts worden uitgeschreven, als een kennisgeving van inschrijving van een nieuwe school is ontvangen. Als het bevoegd gezag gedurende acht weken er alles aan heeft gedaan om de leerling elders geplaatst te krijgen, dan mag toch worden overgegaan tot definitieve verwijdering. De ouders/verzorgers worden schriftelijk op de hoogte gesteld van de definitieve verwijdering.

Hoofdstuk 3 De school 3.1. wie er werken op onze school  De schoolleider  Een team van groepsleerkrachten  De intern begeleider (IB’er) De IB-er coördineert en organiseert de extra zorg voor leerlingen die dat nodig hebben  Ambulant begeleider; verzorgd extra ondersteuning voor zorgleerlingen  Vakdocent geestelijke stromingen  Conciërge  Stagiaire, stagiaires zijn leerlingen die hun stageperiode op onze school doorbrengen om praktijkervaring op te doen.  De Leerkracht In Opleiding (LIO’er) is een student in het laatste jaar van zijn opleiding die gedurende een half jaar, een aantal dagen per week de verantwoording voor een groep krijgt. Dit onder supervisie van de vaste groepsleerkracht. Hierdoor wordt hij of zij beter voorbereid op zijn toekomstige vak als groepsleerkracht.  Gastdocenten worden gevraagd ter ondersteuning van bepaalde lessen. 3.2. naar school Een kind kan naar de basisschool op de dag dat het vier jaar oud is. Maar een kind moet naar school op de eerste dag van de maand nadat het vijf jaar is geworden. Dan begint de leerplicht. De schooltijden zijn: Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 08.30 uur – 11.45 uur en van 13.00 uur – 15.15 uur. Woensdag: 08.30 uur – 11.45 uur. De bel gaat 5 minuten voor aanvang van de les. De basisschool kent acht leerjaren, maar soms hebben kinderen iets meer tijd nodig om de school te kunnen verlaten. In ieder geval moet de leerling de basisschool aan het einde van het schooljaar verlaten waarin de leerling veertien jaar is geworden. Op het moment dat de leerling tussentijds de basisschool verlaat, ontvangen de ouders of verzorgers een onderwijskundig rapport van de school. Kauwgom en snoep zijn niet toegestaan op school. De kinderen komen zoveel mogelijk lopend naar school. Wanneer men op de fiets komt, houdt iedereen er rekening mee dat we op het plein en op de stoep rond de school lopen naast de fiets. De leerlingen van de groepen 1 en 2 plaatsen hun fiets in daarvoor bestemde zone op het kleuterplein. De andere groepen doen dat op het grote speelplein. De school heeft twee ingangen: 1. Aan de voorkant van de school, voor leerlingen van de groepen 3 t/m 8 en bezoekers. 2. Aan de zijkant aan het kleuterplein, voor de kinderen van de groepen 1 en 2. De kinderen van de groepen 1 en 2 mogen tien minuten voor aanvang van de lessen met hun ouders naar hun eigen klas. De leerlingen van de groepen 3 t/m 8 worden om 08:25 en om 12.55 uur (bij het luiden van de bel) door hun eigen groepsleerkracht op het plein, op vooraf schoolgids openbare basisschool Het Startblok 2015-2016

9

afgesproken plekken, opgehaald. Op deze manier kunnen de lessen ook echt om 08:30 uur en om 13:00 uur beginnen. In verband met de organisatie en planning verzoeken wij u uw kind drie maanden van te voren Aan te melden op school. Op de dag dat een kind 4 jaar wordt, mag het volgens de wet naar school en kan dan ook op onze school worden toegelaten. Daarnaast kunnen kinderen ook tussentijds op onze school worden toegelaten. Mocht het in dit laatste geval een overstap van een andere school uit de buurt zijn, dan vindt er alvorens het betreffende kind wordt ingeschreven eerst overleg met de directie van de school van herkomst plaats. Via het inschrijfformulier melden de ouders ons dat hun kind op de eerste dag dat het bij ons op school komt niet meer op een andere school staat ingeschreven. Wij sturen bij een tussentijdse instroom een bericht van inschrijving naar de school van herkomst, terwijl de school van herkomst ook wettelijk verplicht is ons een bericht van uitschrijving te sturen. Als aan deze wettelijke eisen voldaan wordt, kunnen in principe alle leerlingen bij ons worden ingeschreven. Vanaf 5 jaar is een kind leerplichtig en moet dus dagelijks naar school. In het kader van de regeling “passend onderwijs” is afgesproken dat ouders eerst hun kind aanmelden via het aanmeldformulier. Daarnaast vullen zij het intakeformulier in: daarin vermelden zij alle bijzondere zaken omtrent de zorg voor hun kind die voor de school van belang zijn. Vanaf de datum van aanmelding heeft de school van eerste voorkeur 6 tot 10 weken om te beslissen of zij het aangemelde kind op basis van de door ouders verstrekte gegevens passend onderwijs kunnen bieden. Gedurende die periode kan de school met toestemming van ouders bij bijvoorbeeld een VVE kinderdagverblijf of peuterspeelzaal informeren naar de noodzakelijke zorg rondom een toekomstige leerling. Als de school besluit tot acceptatie van een leerling kan het inschrijfformulier door ouders worden ingevuld. Besluit een school van eerste voorkeur niet tot acceptatie van een kind, dan rust op deze school wel de verplichting om een andere passende plek voor de aangemelde leerling te zoeken. Lukt dit niet dan is de school van eerste voorkeur verplicht het aangemelde kind toch aan te nemen. 3.3 festiviteiten en activiteiten Buiten de onderwijsactiviteiten die in deze schoolgids uitvoerig staan beschreven, zijn er op onze school ook andere activiteiten die van grote waarde zijn voor het pedagogische klimaat van de school. Binnen onze school wordt extra aandacht geschonken aan o.a. de volgende feesten en/of activiteiten:  pleinfeest Het Startblok viert aan het begin van ieder schooljaar op een woensdagmiddag een groot pleinfeest. Het is een feest om het nieuwe schooljaar feestelijk te starten en wordt door ouders en groepsleerkrachten georganiseerd.  open podium Een paar keer per jaar voert elke groep een podiumvoorstelling op. De kinderen spelen dan toneel, zingen liedjes en dansen voor elkaar. Er wordt één keer per schooljaar opgetreden voor de ouders van de optredende groep.  Sinterklaas De sint bezoekt natuurlijk ieder jaar onze school, het accent ligt op de onderbouw (groep 1 t/m 4). Vanaf groep 5 bekijkt hij de door de kinderen zelfgemaakte surprises en gedichten.  Kerstfeest Wij sluiten de sfeervolle kerstperiode af met bijvoorbeeld een echt kerstdiner en liedjes voor de ouders op het plein.


10

 







Pasen Dit feest vieren we op een van de volgende manieren: paasontbijt, paaslunch, spelletjes of een speurtocht. musical De leerlingen van groep 8 sluiten hun schoolperiode af met een musical.  kabouterpad In de herfst en de lente lopen de groepen 1 en 2 een kabouterpad door de wijk. Tijdens deze speurtocht voeren de kinderen allerlei opdrachtjes uit en leren ze spelenderwijs over de verschijnselen die bij de jaargetijden horen.  schoolreizen/schoolkamp Ieder jaar organiseert de school voor de groepen 1 t/m 6 een dag dat ze op schoolreis gaan. Groep 7 gaat op survival en groep 8 gaat een aantal dagen op kamp.  sport- en speldag De gezamenlijke sport- en speldag is een jaarlijks terugkomende gebeurtenis voor de kinderen van groep 7 en 8. sporttoernooien Voor de kinderen uit de groepen 3 t/m 8 zijn er de sporttoernooien, georganiseerd door de plaatselijke verenigingen. Onze school doet mee, uiteraard alleen als er voldoende belangstelling voor is. culturele activiteiten en/of excursie Kunstmenu stelt leerlingen van het basisonderwijs in de provincie Zuid-Holland in de gelegenheid om in aanraking te komen met alle vormen van professionele kunst. Voor alle groepen staan voorstellingen, concerten, films of tentoonstellingen op het programma. aanschouwelijk onderwijs Dit bereiken we door middel van schooltelevisie, voorstellingen, excursies, voorstellingen van Kunstmenu en leskisten van de Milieu Educatieve Dienst. De leersituatie sluit aan bij de belevingswereld van het kind.

Hoofdstuk 4 Allerlei 4.1. aan– en uitkleden In de onderbouw worden, indien nodig, kinderen geholpen met aan- en uitkleden. Bij het omkleden voor en na de gymles houdt de leerkracht toezicht met inachtneming van de algemeen geldende uitgangspunten. Hierbij geldt dat de leerkracht niet uitdrukkelijk aanwezig is. In de midden- en bovenbouw kleden de jongens en de meisjes zich afzonderlijk om. 4.2. bewegingsonderwijs


11

De kinderen van de groepen 1 & 2 gaan regelmatig naar het speellokaal. Daarvoor vragen wij gymschoenen met stroeve zolen, liefst met klittenband of elastiek en voorzien van naam. Groep 1 & 2 laat de gymschoenen op school. Voor de zomervakantie krijgen de kinderen de gymschoenen mee naar huis, om ze vervolgend in groep 2 weer mee naar school te nemen. Mochten ze in de loop van het schooljaar te klein zijn, gaan ze uiteraard eerder mee naar huis. Vanaf groep 3 hebben de kinderen voor de gymles een gympak of korte broek/gymbroek, T-shirt en (binnen) gymschoenen nodig. In verband met de veiligheid van de leerlingen is het dragen van sieraden tijdens de gymles niet toegestaan. Ook raden wij aan de sieraden op de dag van de gymles thuis te laten. 4.3. huiswerk Na de instructie van de zaakvakken door de leerkracht, krijgen de leerlingen in de klas de gelegenheid om de werkboekjes te maken. Uiteraard wordt dit door de leerkracht hierna gezamenlijk besproken. De leerlingen zorgen dus zelf voor het juiste antwoord in hun eigen werkboekjes. Dit onder andere om de autonomie van de leerlingen te vergroten. De boeken van de methode gaan niet mee naar huis, mits hier door de leerkracht en de interne begeleider anders over is besloten. Het gaat hier dus om uitzonderlijke gevallen. Vanaf groep 6 leren de kinderen thuis de zaakvak toetsen. Alle kinderen krijgen een kopie van de samenvatting van het te leren hoofdstuk of het studieschema en hun eigen werkboekje mee naar huis. In groep 7 krijgen de kinderen, mocht dat nodig zijn, oefenbladen voor het theoretisch verkeersexamen mee naar huis. In groep 7 en 8 krijgen zij ook Engels mee naar huis om te leren. 4.4. lezen Kinderen die extra leesondersteuning nodig hebben krijgen wekelijks een boekje mee naar huis om thuis samen met u te lezen. Dit jaar hebben we gewerkt met een nieuwe methode technisch lezen; Lekker Lezen. Door te werken met de verschillende leesniveaus in de combinatiegroepen kan de leerkracht groep doorbrekend werken. De leerlingen krijgen hierdoor de aandacht en tijd die ze nodig hebben om de techniek van het lezen te verbeteren. We hebben drie keer per week een moment voor tutorlezen waarbij kinderen die het niveau dat ze zouden moeten hebben gezien hun leeftijd en de groep waar ze in zitten, lezen met een oudere leerling die hen helpt om hun leesniveau te verhogen. Alle andere kinderen lezen die tijd zelfstandig in de klas. Een aantal kinderen heeft BLOON op de computer staan waar ze mee werken en een aantal kinderen leest iedere week een tekst van Nieuwsbegrip. We stimuleren kinderen om te lezen door het maken van boekverslagen en het houden van boekbesprekingen. Iedere leerkracht leest dagelijks voor aan de groep. 4.5. multomap In de groepen 6, 7 en 8 hebben de kinderen een 23-rings multomap nodig. Ouders dienen deze zelf aan te schaffen. 4.6. afmaken van werk Uiteraard kan het gebeuren dat het werk van die dag nog niet helemaal af is. De kinderen werken dan na schooltijd een kwartier op school. Is het werk om 15:30 uur nog niet af dan wordt het mee naar huis gegeven of wordt met ouders telefonisch contact opgenomen.


12

4.7. namen Om te voorkomen dat kleding, bekers, gymschoenen en dergelijke onbedoeld van eigenaar verwisselen, vragen wij u om deze van hun naam te voorzien. 4.8. speelgoed-/spelletjesmiddag In de groepen 1 & 2 zijn er een aantal speelgoed- en spelletjesmiddagen gepland. Kinderen mogen die middag speelgoed van thuis meebrengen om op school mee te spelen. Oorlogsspeelgoed mogen ze niet meebrengen, liever ook geen speelgoed met heel kleine onderdelen. 4.9. verjaardagen Als een kind trakteert op zijn/haar verjaardag, dan vragen wij u om iets anders uit te delen dan snoep. Een traktatie hoeft niet groot te zijn. Wij stellen het zeer op prijs als u zich beperkt tot 1 traktatie voor ieder kind. Als de leerkrachten getrakteerd worden kan zonder meer worden volstaan met datgene waarop ook de leerlingen zijn getrakteerd. 4.10. mobiel & mp3 In de hogere groepen komt het steeds vaker voor dat leerlingen op school komen met dure apparatuur. De school is niet verantwoordelijk voor het kwijt raken en/of stuk gaan van dergelijke apparatuur. Wij vragen u dringend om uw kind(eren) geen mp3 spelers/mobieltjes mee naar school te laten nemen. Mocht uw kind toch een mobieltje/MP3 speler mee naar school nemen, moet deze zowel op het plein als in de school uit staan. Wanneer het mobiel afgaat of de mp3 speler toch aanstaat dan zal deze voor die dag bij de groepsleerkracht ingeleverd moeten worden. Uiteraard kan uw kind in noodgevallen te allen tijde gebruik maken van de telefoon op school. 4.11. fruitdagen op het Startblok Kinderen op het Startblok nemen op maandag, woensdag en vrijdag fruit mee naar school als tussendoortje. Iets anders wordt niet toegestaan. Op dinsdag en donderdag mogen de kinderen een koek meenemen. Chocolade in of op de koek is niet toegestaan. Op deze manier willen we de kinderen een gezonde start meegeven. Zien eten doet eten. Wij geven zelf het goede voorbeeld. 4.12. papier & kleding inzameling Op het schoolplein staat een papiercontainer. Iedere vrijdag wordt de papiercontainer geleegd. Ook staat er een kledingcontainer waarin in het hele jaar door kleding verzameld kan worden. Als hij vol is komt de organisatie hem legen. 4.13. Kinderpostzegels Dit schooljaar doen we als school mee met de verkoop van kinderpostzegels. Leerlingen uit groep 7 en 8 gaan in de eerste week van oktober langs de deuren om kinderpostzegels te verkopen. 4.1.14. fotograaf Eens per jaar komt de schoolfotograaf bij ons op school om een foto te maken van uw kind. Ook wordt er een groepsfoto gemaakt. 4.15. studie(mid)dagen Een aantal maal per jaar worden er voor de leerkrachten studie(mid)dagen georganiseerd. De kinderen hebben dan geen school. De data van deze dagen worden tijdig bekend gemaakt. Deze vrije uren gaan niet ten koste van het wettelijk verplichte aantal uren dat een kind onderwijs moet ontvangen. 4.16. wisselmiddag Aan het eind van het schooljaar maken alle kinderen kennis met hun nieuwe leerkracht(en) in hun nieuwe klas. Ook nieuwe leerlingen worden hierbij uitgenodigd. 4.17. telefoneren schoolgids openbare basisschool Het Startblok 2015-2016

13

Als telefonisch contact, om welke reden dan ook, met de leerkracht gewenst is dan verzoeken wij u dit voor of na schooltijd te doen. 4.18. ziek Wij verzoeken u om verzuim wegens ziekte te melden vóór 08:25 uur, omdat de kinderen en leerkrachten dan naar binnen gaan en het niet altijd mogelijk is de telefoon direct te beantwoorden. Mocht een kind onder schooltijd ziek worden, dan nemen we telefonisch contact op met de ouders. U kunt uw kind dan op komen halen. Wanneer u een geplande afspraak heeft met een arts verzoeken wij u dit tijdig, schriftelijk door te geven aan de leerkracht. 4.19. hoofdluiscontrole Vrijwel iedere school wordt geconfronteerd met hoofdluis. Om verspreiding te voorkomen, worden alle leerlingen iedere eerste schooldag na de vakantie op hoofdluis gecontroleerd. Wordt er tijdens de controle een levende luis gevonden dan zal er contact worden opgenomen met de ouders van de desbetreffende leerling, zodat de leerling kan worden behandeld. 4.20. uitval van leerkrachten Het kan voorkomen dat tijdens het schooljaar groepsleerkrachten voor kortere of langere tijd wegens ziekte of zwangerschapsverlof afwezig zijn. Wij proberen zo snel mogelijk vervanging te regelen. Leerlingen naar huis sturen gebeurt zo weinig mogelijk en pas nadat SOPORA op de hoogte is gesteld. Voor de kinderen naar huis worden gestuurd, krijgt u van ons telefonisch of schriftelijk bericht. Kinderen waarvoor geen opvang mogelijk is, worden op school gehouden.

Sponsorloop waarvan de opbrengst ten goede komt aan de school en een goed doel

Hoofdstuk 5 Buitenschoolse opvang schoolgids openbare basisschool Het Startblok 2015-2016

14

Junis Kinderopvang biedt in de gemeente Alphen aan den Rijn en Bodegraven in de buurt van alle basisscholen buitenschoolse opvang aan. Buitenschoolse opvang omvat voorschoolse (ontbijtclub), naschoolse opvang en vakantieopvang. Ook heeft Junis op verschillende locaties lunchclub. Dat is lekker een boterham eten in een huiselijke omgeving. Ideaal voor kinderen die graag in alle rust lunchen. De BSO zit vlak in de buurt van de school of bij sommige locaties zelfs in de school. De kinderen worden bij school opgehaald door onze pedagogisch medewerkers; oudere kinderen mogen – met toestemming van de ouders – zelfstandig naar de BSO komen. Elke dag is er een activiteitenprogramma voorbereid. Op de BSO krijgen zij alle ruimte om een activiteit te kiezen die past bij hun stemming en voorkeur. Maar ook niets doen mag. BSO-tijd is vrije tijd! Voor kinderen is dat vaak een welkome afwisseling na een schooldag. Naast de naschoolse opvang bieden we ook vakantieopvang aan. Dit is opvang tijdens de schoolvakanties. Het is ook mogelijk om alleen vakantieopvang af te nemen. Tijdens de vakanties heeft de BSO een speciaal vakantie activiteitenprogramma. Wat er precies te doen is, kunt u terug vinden op onze website. Heeft u bijna nooit buitenschoolse opvang nodig, maar vindt u het wel fijn om voor incidentele gevallen iets achter de hand te hebben? Daarvoor is de strippenkaart. U kunt de strippenkaart gebruiken voor de ontbijtclub en/of naschoolse opvang bij alle BSO-locaties, met uitzondering van de thema BSO’s. Wilt u meer weten over buitenschoolse opvang? Kijk op www.junis.nl of neem contact op met de afdeling Klantenservice (0172 - 424 824).

Hoofdstuk 6 Afstemming en handelingsgericht werken 6.1. afstemmend onderwijs Afstemming vindt zijn kracht in het anders leren kijken naar kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. We richten ons hierbij onder andere op interactie met zowel kinderen als ouders. Zo gaan wij samen op zoek naar een betere afstemming van de onderwijsbehoeften van uw kind. Daarbij wordt gewerkt vanuit de volgende principes:       

Wat kan dit kind met deze begeleiding van de groepsleerkracht wel? We denken, kijken, praten en handelen in termen van onderwijsbehoeften van uw kind We gaan uit van een voortdurende samenwerking tussen leerkracht, kind, ouders en begeleiders We richten ons op het benutten van kansen en positieve factoren en het zoeken naar mogelijkheden We gebruiken daarvoor een zo breed mogelijk referentiekader We zijn gericht op het geven van haalbare, bruikbare adviezen We streven daarbij een systematische en voor iedereen transparante werkwijze na

Afstemmend onderwijs op Het Startblok is onder andere zichtbaar door:   

de leerlijn zelfstandig werken door de gehele school het bordschema in de groepen 3, 4 en 5 en het werken met de weektaken in de groepen 6, 7 en 8. het handelingsgericht werken met kinderen (werken met groeps- en handelingsplannen). schoolgids openbare basisschool Het Startblok 2015-2016

15

       

compacten van de rekenmethode. Aanbieden van extra uitdagend werk voor kinderen die dat aankunnen. het arbeid naar keuze planbord (ANK) en de kruisboekje in de groepen 1 en 2. het afstemmen van ontwikkelingsmaterialen op de kinderen in de groepen 1 en 2. de Kieskasten in de groepen 3 t/m 8. het tutorlezen. het gedifferentieerde instructie model bij het taal, spelling- en rekenonderwijs oudervertelgesprekken bij de start van het schooljaar, 10-minuten gesprekken met ouders en gesprekken tussendoor indien wenselijk.

Praktisch ziet dat er als volgt uit:  de leerkracht maakt een groepsoverzicht met daarin de stimulerende en belemmerde factoren van een kind. De toetsgegevens en andere relevante gegevens.  Daarna maakt de leerkracht een groepsplan, daarin staan de doelen die gesteld worden voor de komende periode van ongeveer 10 weken. In het groepsplan komen de leerlingen te staan met wat ze nodig hebben om de doelen te behalen. Voor de een is dat anders dan voor de andere leerling. De leerlingen worden geclusterd in groepen.  Aan het einde van de periode wordt, door middel van toetsen en observaties gekeken of de leerling het doel behaald heeft.  Een nieuw groepsplan wordt gemaakt met nieuwe doelen en eventueel niet gehaalde doelen.  Er is een groepsbespreking met de IB-er. Kortom, onderwijs waarbinnen zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de verschillen tussen leerlingen.

waarnemen

Schematisch ziet dat er als volgt uit:

6) Uitvoeren groepsplan

Intern handelen 1) Groepsoverzicht/evalueren

leerlingen die

leerlingen

extra begeleiding

realiseren 5) Opstellen

Groepsbespreking

2) Signaleren van

nodig hebben

ou

groepsplan

de r

s

a kr er le

ch

t

Gesprek kind, ouders

begrijpen

4) Clusteren vergelijkbare onderwijsbehoeften

plannen

leerlingen met

Zorgteam school

3) Benoemen onderwijsbehoeften

Gesprek kind, ouders

Individueel handelingsplan

ZAT Handelingsgericht begeleiden

Handelingsgerichte diagnostiek

Zorg


Verwijzing

16

6.2. schakelklas De gemeente Alphen aan den Rijn heeft op een aantal plekken in de gemeente een schakelklas ingericht van minimaal 7 en maximaal 15 kinderen. Niet alle kinderen komen hiervoor in aanmerking. Het gaat om kinderen in de groepen 4 t/m 7 met een gemiddelde of bovengemiddelde intelligentie, die laag scoren op woordenschat en begrijpend leestoetsen, maar op rekenen en lezen voldoende of goed presteren. Vaak stromen deze kinderen in het Voortgezet Onderwijs lager in, dan op grond van hun intelligentie verwacht zou worden. Kinderen zitten in principe één jaar in de schakelklas. In de schakelklas krijgen de kinderen volgens een programma veel taal aangeboden. Woordenschat en begrijpend lezen staan op de eerste plaats, maar er is ook aandacht voor wereldoriëntatie en verhaaltjessommen, meten, tijd en geld voor rekenen. Kinderen zullen daarin ook zoveel mogelijk praktisch benaderd worden.

Hoofdstuk 7 Zo werken we op Het Startblok 7.1. model directe Instructie en zelfstandig werken Zelfstandig werken betekent dat kinderen, zonder directe hulp van de leerkracht, werken aan lesstof. Door deze manier van werken krijgen kinderen de mogelijkheid om zelf (werk)problemen op te lossen (aan de hand van klassenregels). Hierdoor leren wij de kinderen met elkaar te spelen en van elkaar te leren (pedagogische waarde) Door deze manier van werken kan de groepsleerkracht ook meer aandacht schenken aan het individuele kind, bijvoorbeeld om groepsplannen of individuele handelingsplannen uit te voeren. De tijd van zelfstandig werken wordt in de groepen 1 t/m 4 aangegeven met de kleurenklok. Deze klok is verdeeld in gekleurde vlakken, relaterend aan tijd. Hierdoor wordt de zelfstandig werktijd zichtbaar gemaakt voor kinderen. Iedere groep heeft een verkeerslicht in de klas waarmee aangegeven wordt of de leerlingen stil moeten werken zonder te vragen (rood) of dat ze mogen overleggen in het groepje (oranje) of dat er ook aan de leerkracht gevraagd mag worden (groen). Als het licht op rood staat heeft de leerkracht tijd om aandacht te geven aan leerlingen die dat nodig hebben. Het directe instructiemodel is een lesmodel dat uitgaat van de verschillende leervermogens van kinderen. Kinderen verschillen van elkaar in de manier en snelheid van leren. Sommige kinderen begrijpen de instructie snel en willen vlot aan de slag, andere kinderen hebben meer uitleg nodig. Daar is in het Directe Instructiemodel rekening mee gehouden. -

Er wordt instructie gegeven in 2 tot 3 vakken. Het model wordt zoveel mogelijk bij de instructie in rekenen, taal en spelling gebruikt. Er wordt hoogstens 1 leerkrachtgebonden les ingepland, de andere vakken moet de leerkracht kunnen volstaan met een korte uitleg De klassikale instructie is kort en eenvoudig: maximaal 10 a 15 minuten Er zijn instructiegroepen gevormd, die extra begeleiding / instructie aan de instructietafel krijgen (dit wordt vastgelegd in een groepsplan) De leerkracht geeft van tevoren aan wie instructie krijgt aan de instructietafel

Het doel van ons model directe instructie is tweeledig: 1. 2.

De groep is in staat gedurende een bepaalde periode zelfstandig een opgekregen taak uit te voeren De leerkracht heeft tijdens deze les gelegenheid om aan een aparte instructietafel aangepaste / extra instructie aan een kleine groep “opvallende” kinderen te geven.

Het zelfstandig werken wordt toegepast bij alle lessen / vakken die zich daarvoor lenen. In ieder geval bij de dagelijkse instructie van rekenen, taal en spelling. schoolgids openbare basisschool Het Startblok 2015-2016

17

Een zelfstandig werkles wordt aangegeven d.m.v. een rood stoplicht. Vanaf dat moment gelden onderstaande regels en organisatie Groep 1 en 2 In de groepen 1 en 2 wordt gewerkt volgens het circuitmodel, wel worden de kinderen in de loop van de kleuterperiode vertrouwd gemaakt met de onderstaande begrippen / regels uit het instructiemodel, zodat de leerkracht in groep 3 daarop kan voortbouwen. Regels en naleving van regels voor groep 1 en 2: Zelfstandig werken wordt aangegeven via een stoplicht. D.w.z. stoplicht op rood = je mag nu niet naar de juf / meester Stoplicht op groen = de juf / meester is voor iedereen beschikbaar In groep 1 en 2 wordt er tijdens zelfstandig werken gebruik gemaakt van de kleurenklok - Zelf een probleem oplossen (lukt het niet, buurman / buurvrouw om hulp vragen) - Geen vinger opsteken - Niet roepen - Zelf naar de WC gaan - Werk af = ander werkje pakken Groep 3 t/m 8 Gebruik instructiemodel: De les start met het uitleggen van de verschillende vakken, d.m.v. korte, directe instructie. Na de uitleg gaat het stoplicht op rood. De kinderen moeten dan helemaal zelfstandig aan het werk en mogen niet met elkaar overleggen. De kinderen mogen geen vragen stelen. De leerkracht kan nu kinderen op weg helpen die dit nodig hebben. De leerkracht bepaalt dus naar welke kinderen hij/zij gaat (dit is dus geen vragenrondje). Hierna volgt een vragenronde (stoplicht op groen zetten). De kinderen kunnen als ze een vraag hebben, het vraagtekenkaartje op rood leggen. De leerkracht loopt een vaste ronde (dus altijd op dezelfde manier) door de klas en beantwoordt de vragen van de leerlingen. Geef aan wanneer je het stoplicht op groen zet, zodat dit ook voor alle kinderen duidelijk is. Hierna kan weer een periode van het rode of het oranje stoplicht volgen. Wanneer het stoplicht op oranje staat mogen de leerlingen wel met elkaar overleggen, maar geen vragen stellen aan de leerkracht. Wanneer het stoplicht op rood staat, mogen de kinderen ook niet met elkaar overleggen en moeten ze helemaal zelfstandig aan het werk. De leerkracht heeft nu de tijd om aan de instructietafel met een groepje leerlingen te werken. Je kunt van tevoren aan de leerlingen aangeven hoe lang de periode van het stoplicht duurt, zodat ze weten hoe lang ze zelfstandig aan het werk moeten. Na deze periode volgt weer het groene stoplicht met de bijbehorende vragenronde. En daarna volgt weer een periode van het oranje of rode licht. Tot het einde van de les. Het is wel verstandig om de les af te sluiten met het groene licht, zodat de kinderen niet met onopgeloste vragen blijven zitten.

Bovenstaande is samengevat voor combi –groepen in de hier onderstaande tabel:


18

Groep A

Kleur stoplicht

Instructie + werkinstructie

Groep B Zelfstandig werken

Kleur stoplicht rood

vragenrondje Zelfstandig werken

rood

Instructie + werkinstructie

vragenrondje Verlengde instructie

rood

Verlengde instructie

rood

Tussen verlengde instructie A en B groep nogmaals vragenronde Afmaken les zelfstandig werken

oranje

Afmaken les zelfstandig werken

oranje

Regels en naleving van regels groep 3 t/m 8: De volgende regels worden aan het begin van elk schooljaar (en /of als de naleving te wensen overlaat ook tussentijds) besproken en na de les geëvalueerd. - Zelf een probleem oplossen - Geen vinger opsteken - Niet roepen - Weet je het even niet? a. denk eerst zelf na b. vraag aan je buurman (alleen bij oranje en groen) c. lukt het echt niet = even overslaan, leg rood/groen kaartje neer d. kom je er bij 1 vak niet uit, ga dan door met een ander vak - Zachtjes praten, je mag wel helpen / niet hinderen - Alleen lopen als het echt nodig is - Zelf naar de WC gaan (niet bij instructie, bezoekronde en vragenronde) - Werk af = je extra werk pakken - Werk dat af is wordt ingeleverd op een vaste plek. Indien anders, gebeurt dat volgens afspraak met de leerkracht. Stoplicht op rood = de juf / meester is niet voor iedereen beschikbaar. Kinderen mogen niet met elkaar overleggen Stoplicht op oranje = de juf / meester is niet voor iedereen direct beschikbaar. Kinderen mogen zachtjes met elkaar overleggen. Stoplicht op groen = de juf / meester is weer voor iedereen beschikbaar Bij een groen stoplicht mogen max 2 lln. bij het bureau van de leerkracht komen met vragen. Tijdsduur rode stoplicht De tijdsduur per groep: 1/2 10-30 minuten 2/3 15-45 minuten 4 30-45 minuten 5 30-45 minuten 6 45 minuten 7 Minimaal 45 minuten 8 Minimaal 45 minuten


19

Vakken Vakken die in aanmerking kunnen komen zijn wisselend, maar in ieder geval rekenen, taal en spelling. Wat hierbij vooral van belang is, is dat de leerstof niet nieuw moet zijn. Hierdoor lopen de leerlingen te snel tegen vragen aan. Dan hebben ze hulp nodig en gaat het effect van het zelfstandig werken verloren. Overzicht van de diverse begrippen en toepassingen ervan: Rondes (in totaal 3 per les van ca 45 à 60 min.) - de leerkracht loopt de rondes in een vaste volgorde - tijdens de eerste snelle ronde kijkt de leerkracht of iedereen aan het werk kan = startronde - na de eerste ronde geeft de leerkracht instructie aan een groepje aan de instructietafel, onderbroken door een korte tussenronde langs de andere leerlingen = voortgangsronde - de kinderen kunnen op afspraak met de leerkracht taken zelf nakijken. Ongevraagde en gevraagde aandacht - er worden geen vingers opgestoken - er wordt niet op andere manieren aandacht gevraagd - de leerkracht geeft regelmatig positieve aandacht (belonend) - na de les kan de leerkracht indien hij/zij dat nodig acht opstekers geven over hoe dit verliep Correctie (van gedrag) - er wordt individueel, non-verbaal gecorrigeerd - het gedrag wordt gecorrigeerd, niet de persoon - de correctie gebeurt op een rustige manier (niet geïrriteerd) Instructietafel - in ieder lokaal (groep 3-8) staat een instructietafel - de leerkracht moet zicht hebben op de gehele groep Vervolgwerk Om een groep in staat te stellen tot zelfstandig werken zal er ruim voldoende zinvol en uitdagend vervolgwerk aanwezig moeten zijn in de vorm van weektaken. Sinds de invoering van zelfstandig werken is in diverse klassen hard gewerkt aan het aanmaken van dit vervolgwerk. 7.2. kruisboekje groep 1 en 2 Groep 2 krijgt na de voorjaarsvakantie een boekje om de activiteiten (van het ANK) die zij in de klas doen af te kruisen. Dit heet een kruisboekje. Op deze manier kan de leerkracht in de gaten houden waar de belangstelling van het kind ligt. 7.3. bordschema groepen 3, 4 en 5 Op Het Startblok is er voor kinderen die meer aankunnen dan de basisstof (dit is de stof die alle kinderen moeten maken en zijn de minimumdoelen), de verrijkingsstof (extra). Voor kinderen die behoefte hebben aan extra oefening is remediërende stof beschikbaar. Wanneer de kinderen klaar zijn met de basisstof en het extrawerk kunnen de kinderen een keuze maken uit het keuzewerk. De ontwikkeling van autonomie wordt gestimuleerd wanneer kinderen zelf beslissingen mogen nemen, kunnen kiezen en verantwoordelijkheid mogen dragen voor hun activiteiten. Vanaf groep 3 kunnen de kinderen, natuurlijk onder begeleiding van de leerkracht, zelf de werkvolgorde bepalen van die dag. 7.4. weektaken Kinderen werken vanaf groep 3 aan een weektaak. Dit betekent dat leerlingen zelf de volgorde van hun werk voor die week bepalen. Uiteraard krijgen die leerlingen die dit nog niet zelfstandig kunnen, begeleiding van de leerkracht. Kinderen registreren op hun eigen weektaak welk werk zij hebben gedaan. Deze vorm van notatie biedt de kinderen een beter overzicht over de totale weektaak en hun vorderingen. Voor de groepsleerkracht is het een goed middel


20

om de voortgang van het werk onder controle te houden. In het voortgezet onderwijs wordt van leerlingen verwacht dat ze steeds zelfstandiger kunnen studeren. Onder andere door het werken met weektaken kunnen kinderen op de basisschool een zelfstandige werkhouding ontwikkelen. Dagelijks krijgen de groepen 3 t/m 8 tijd om zelfstandig aan de dag-, weektaak te werken of krijgen zij instructie. Dit geeft volop differentiatiemogelijkheden. Kan een kind meer aan dan de basisstof (basiswerk), dan wordt er verdiepingsstof (extrawerk) aangeboden. Daarna werken de kinderen met een keuze uit het keuzewerk. De leerkracht heeft hierdoor de mogelijkheid om kinderen te observeren, een handelingsplan uit te voeren of (een groepje) kinderen verlengde instructie te geven. Door deze werkwijze streven wij ernaar zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de individuele verschillen en mogelijkheden van de kinderen kortom, afstemmend Onderwijs. 7.5. kieskasten De kieskasten - een open kast in de klas - zijn ingericht met materialen gericht op taal, rekenen, spel en creatief. De materialen in de kieskast wisselen met enige regelmaat. De kinderen kunnen met de materialen uit de kieskasten werken wanneer zij de basisstof en de verdiepingsstof af hebben. Daarnaast zijn er vaste momenten in de week dat alle kinderen werken met de materialen uit de kieskast. De kieskast maakt het mogelijk dat kinderen zelf doelen stellen, werk kiezen en plannen.

Hoofdstuk 8 Lesstof per leerjaar Hieronder is per leergroep beschreven wat in een specifieke groep qua lesstof wordt aangeboden. Wanneer dezelfde methoden worden gebruikt in een volgende groep wordt dit niet meer beschreven. 8.1. groep 1 en 2 In de onderbouw richten we ons op de brede ontwikkeling van het kind als geheel. We stimuleren de cognitieve ontwikkeling (het vergroten van kennis en vaardigheden) en de sociaal-emotionele ontwikkeling (het omgaan met jezelf, anderen en de omgeving). Jonge kinderen leren spelenderwijs, door dingen zelf te ervaren. Het onderwijs en de inrichting van de groep zijn daarop afgestemd. Tijdens een dagdeel wisselen individuele en groepsmomenten elkaar af. 

thema’s In de onderbouw werken we thematisch vanuit de methode Schatkist. Een thema duurt een aantal weken en veel activiteiten zijn daarop gericht.



kring Tijdens de kring komen afwisselend de volgende activiteiten aan de orde:  gesprekken (vrije gesprekken en leergesprekken)  muziek  boekaanbiedingen  voorlezen  vertellen  taalactiviteiten  rekenactiviteiten  materiaalaanbiedingen

●

taalontwikkeling/voorbereidend lezen Veel taalactiviteiten vinden plaats in de kring en in kleine groepjes. Er wordt onder andere gebruik gemaakt van de methode schatkist. Woordenschat uitbreiding krijgt veel aandacht in Schatkist.



rekenontwikkeling De kinderen leren begrippen zoals meer, minder en evenveel, veel


21

en weinig, eerste, laatste en middelste. Er wordt onder andere gebruik gemaakt van lessuggesties uit Schatkist, ontwikkelingsmaterialen en van de computer. Daarnaast ligt het accent op tellen, de getalsymbolen (0 t/m 10) en het omgaan met hoeveelheden en de ruimtelijke oriëntatie. 

arbeid naar keuze Ieder dagdeel is er tijd voor arbeid naar keuze. In principe kan ieder kind, binnen de regels en afspraken die in de groep gehanteerd worden, zelf een vrije keuze maken uit de verschillende activiteiten. Kinderen van groep 2 werken hierbij met het kruisboekje. Tijdens de arbeid naar keuze, waarin de kinderen zelfstandig aan het werk gaan, kan de leerkracht observeren en begeleiden.



zelfstandig werken Het verkeerslicht gaat dan op rood, wat betekent dat de kinderen niet naar de leerkracht mogen komen. De kleurenklok wordt gebruikt om de tijd aan te geven van het zelfstandig werken. Tijdens het zelfstandig werken gaat de leerkracht aan de slag met een groepje kinderen of werkt met een kind aan een handelingsplan.



voorbereidend schrijven Er wordt gewerkt met Schrijfdans, hierbij wordt met behulp van muziek en beweging toegewerkt naar een vlotte en soepele motoriek.



het werken in circuitvorm Gedurende meerdere perioden per schooljaar werken kinderen in vier vaste groepjes aan knutsel/tekenopdrachten en met ontwikkelingsmaterialen. Na een aantal dagen heeft elk kind alle opdrachten gedaan. Deze opdrachten en lessen sluiten aan bij het thema dat centraal staat.



muziek In de kring wordt ook aan muzikale vorming gedaan. Er worden liedjes aangeleerd op instrumenten gespeeld. Ook wordt er naar muziek geluisterd. We maken onder andere gebruik van de methode “Moet je doen”.



bewegingsonderwijs Iedere dag is er ruimte voor bewegingsonderwijs. De kinderen hebben gymles in het speellokaal of ze spelen buiten.



computers Kleuters werken o.a. met Schatkist. Het is bedoeld om kinderen spelenderwijs kennis te laten maken met de muis en hun vaardigheid daarmee te vergroten.



sociale vorming Wij werken bij ons op school volgens het programma “De Vreedzame School”. De Vreedzame School is een methode die kinderen o.a. leert om zich verantwoordelijk te voelen voor de klas en de school. Daarnaast leren kinderen om op een positieve manier met elkaar om te gaan, rekening met elkaar te houden en te proberen om problemen zelf op te lossen.



kennismakingsochtenden voor nieuwe kleuters Een kennismakingsochtend wil zeggen dat de nieuwe kleuter, na afspraak met de groepsleerkracht van groep 1 & 2, vijf dagdelen naar school mag komen nog voordat hij/zij vier jaar is.

8.2. groep 3 en 4  zelfstandig werken Het begin van het schooljaar staat voor groep 3 in het teken van het afbouwen van het aantal vrije keuze momenten en tegelijkertijd het opbouwen van de duur van het zelfstandig werken. In groep 4 wordt het zelfstandig werken verder uitgebouwd, waarbij de kinderen wordt geleerd om uiteindelijk het overzicht over een dagdeeltaak te hebben en die ook af te kunnen maken.


22



taal/lezen Voor dit vak wordt in groep 3 de methode Veilig Leren Lezen gebruikt. Na een gezamenlijke start gaat ieder kind verder met het leren van de letters en woorden op eigen niveau. In het aanvankelijke leesproces onderscheiden we drie groepen kinderen:  De eerste groep bestaat uit de sterkinderen. Dit zijn kinderen die veel instructie en begeleiding nodig hebben om het aanvankelijk lezen onder de knie te krijgen.  De tweede groep bestaat uit kinderen die de kerninstructie en oefening uit de handleiding nodig hebben om te leren lezen. Dit noemen we ook wel de maankinderen. Hieronder vallen ook die kinderen die het aanvankelijk lezen vlotter onder de knie hebben en die iets sneller door de stof gaan dan de gemiddelde leerling.  De derde groep kinderen zijn die kinderen die al een AVI (leesniveau) beheersen op het moment dat ze in groep 3 komen of die na de herfstsignalering (een toets afname moment) een AVI niveau behalen. Dit noemen we de zonkinderen. De werkhouding, het zelfvertrouwen, de concentratie en het taakbesef zijn ook belangrijke factoren bij het leren lezen. Deze groep kinderen volgen hun eigen, zelfstandige leer/lees lijn. Ook wordt in de methode aandacht geschonken aan het begrijpend lezen. Vanaf groep 4 wordt gewerkt met de voortgezet technisch leesmethode Lekker lezen. Voor begrijpend- en studerend lezen wordt gewerkt uit Grip op lezen. Kinderen kunnen ook gebruik maken van de schoolbibliotheek om zelf boeken te lenen voor in de klas. Taalactief is de taalmethode vanaf groep 4 waarin remediërende- en verrijkingstof (twee niveaus) aangeboden wordt. Het spellingonderwijs wordt gegeven uit de methode taal actief en het groepsplan spelling kent de volgende cyclus:

Spelling De leerkracht van groep 4 geeft de te halen mijlpalen tot de herfstvakantie door aan de leerkracht van groep 3

Spelling De leerkracht van gr. 3 maakt op basis van het groepsoverzicht, behaalde resultaten en observaties een groepsplan spelling voor groep 4. Op deze manier ontstaat er een doorlopende leerlijn

Spelling Na 8 weken wordt het groepsoverzicht aangepast, een nieuw groepsplan gemaakt en is er een groepsbespreking met de IB-er

Spelling De leerkracht van groep 4 start vanaf de eerste week met het groepsplan spelling. Geen verlies van effectieve leertijd

Spelling Na 4 weken onderwijs is er een moment om met de vorige leerkracht te overleggen, om nog niet begrepen leerlingen te bespreken


23



rekenen Wij werken met de methode Wereld in getallen. In groep 3 krijgen de kinderen o.a. inzicht in getalbegrippen en cijfers tot twintig. In groep vier wordt ter ondersteuning van het cijferen de abacus (een speciaal telraam) als nieuw hulpmiddel gebruikt. Ook leren de kinderen de tafels van vermenigvuldigen. Automatiseren van de tafels is een belangrijk onderdeel, waarbij ouders thuis ook spelenderwijs kunnen helpen.



schrijven Met de methode Pennenstreken worden de voorbereidende schrijfvormen behandeld, waarna het vloeiend aan elkaar schrijven van de letters aan de orde komt. In groep 4 worden de hoofdletters geleerd. Kinderen schrijven hun eerste brief. In de loop van het schooljaar schrijven de kinderen van groep 4 met een vulpen. Alle kinderen die op school komen, krijgen één keer van de school een vulpen. Het schrijven met vulpen is beter dan het schrijven met ballpoint. Als de vulpen weg raakt of stuk gaat, moet men zelf via school een nieuwe vulpen kopen.



wereldoriëntatie Dit vak komt aan bod tijdens kringgesprekken, projecten en bij het kijken naar School tv. Er worden onderwerpen behandeld uit de ervaringswereld van het kind die te maken hebben met dieren, mensen, planten en natuurverschijnselen.



aardrijkskunde Er worden onderwerpen ‘dicht bij huis’ behandeld.



Natuur, biologie Voor groep 4 gebruiken we de methode “Argus Clou”.



verkeer Wij werken met Wijzer door het verkeer.



computers De computers in groep 3 worden gebruikt voor rekenen en lezen. De gebruikte programma’s zijn onderdeel van de methode en ondersteunen de stof die op dat moment ook aan de orde is. Daarnaast zijn er speciale programma’s voor kinderen met leerproblemen. De kinderen kunnen ook werken met Kennisnet, dit is een internetsite speciaal voor het onderwijs. De computerprogramma’s vanaf groep 4 zijn verder uitgebreid met spelling.



bewegingsonderwijs Vanaf groep 3 gaan de kinderen naar de sportzaal aan de Verdihof. We volgen ook hierbij een methode, bewegingslessen, zodat de kinderen stapsgewijs vaardigheden aangeboden krijgen en deze kunnen ontwikkelen.



beeldende vorming Dit vak richt zich vooral op de creativiteit, de ruimtelijke oriëntatie en het esthetische gevoel van kinderen. Er wordt gebruik gemaakt van de methode Moet Je Doen.

8.3. groep 5 en 6 De volgende onderdelen van het lesprogramma zijn anders dan in groep 4. De overige onderdelen zijn hetzelfde als u bij groep 4 hebt kunnen lezen. Deze worden dus niet meer apart vermeld. 

rekenen Ook in de groepen 5 en 6 werken we met de methode Wereld in getallen.



aardrijkskunde Er worden onderwerpen ‘dicht bij huis’ behandeld, zoals steden en platteland, waterland. In groep 6 ligt de nadruk op Nederland met de bijbehorende topografie. We gebruiken de methode “Argus Clou”.



schrijven Vanaf groep 6 mogen kinderen ook schrijven met een Stabilo. Wij vragen aan de ouders/verzorgers voor voldoende vullingen voor deze pen.



geschiedenis Er wordt gewerkt uit de methode “Wijzer door de tijd”. In groep 5 wordt kennis gemaakt met geschiedenis dicht om ons heen. Het begrip tijd, je eigen tijd,


24

ouders, oma en opa enz. Vanaf groep 6 staat het ontwikkelen van historisch besef vanuit historische contexten en gebeurtenissen centraal. 

natuurkunde, biologie In de groepen 5 tot en met 8 werken we met de methode “Natuurzaken”. Bij Natuurzaken ontdekken de kinderen de wereld om hen heen. De levende natuur (biologie), niet-levende natuur (natuurkunde) en techniek (toegepaste natuurkunde) met behulp van het digibord en de digitale of papieren werkboeken.



geestelijke stromingen Onze Nederlandse samenleving is in de loop van de jaren in levensbeschouwelijk opzicht sterk veranderd onder invloed van een multiculturele samenleving. Niet alleen kennis van de verschillende stromingen is belangrijk, ook het aanbrengen van een tolerante houding is mede een taak van de school. Aan dit onderwerp en andere zaken wordt in de, door een vakdocent gegeven lessen, regelmatig aandacht besteed. Ook worden er bezoeken gebracht aan de verschillende kerken die de godsdienst vertegenwoordigen. Deze lessen worden één keer per week 45 minuten, gegeven vanaf groep 5. Deze lessen zijn niet verplicht voor uw kind. U kunt aan het eind van het schooljaar via een briefje kenbaar maken of uw kind deel gaat nemen aan deze lessen.



computers Vanaf groep 6 wordt de ontwikkeling van de typevaardigheid op de computer verder en structureel ontwikkeld. De methode type-basic wordt gebruikt.



spreekbeurten en boekbespreking (groep 6 7 en 8) De kinderen bereiden een keer per jaar een spreekbeurt en een boekbespreking voor.



werkstuk (groep 6, 7 en 8) De kinderen maken zowel in groep 6 als 7 een werkstuk. Ze krijgen hierbij begeleiding van de leerkracht.


25

8.4. groep 7 en 8 De volgende onderdelen van het lesprogramma zijn anders dan in groep 4, 5 of 6. De overige onderdelen zijn hetzelfde als u bij de groepen 4, 5 of 6 heeft kunnen lezen. Deze worden dus niet meer apart vermeld. 

werkstuk De kinderen van groep 8 maken een keer per jaar een werkstuk.



verkeersproef Jaarlijks is er voor groep 7 een schriftelijke en praktische verkeersproef in samenwerking met Veilig Verkeer Nederland. Meer informatie hierover ontvangt u tijdens het schooljaar.



muziek Met name de laatste maanden van het schooljaar wordt hieraan in groep 8 veel aandacht besteed. De afscheidsmusical staat dan centraal.

8.5. Engels Wekelijks staat de Engelse methode “Groove me” op het rooster van alle groepen. Naast heel veel aandacht voor Engels spreken in groep 1 t/m 4, wordt ook geoefend met het schrijven van Engelse woorden en zinnen in de groepen 5 t/m 8.


26

Hoofdstuk 9 Lessentabel

Nederlandse taal Taal Schrijven Lezen Engels Rekenen en wiskunde Rekenen Oriëntatie op mens en wereld Aardrijkskunde Geschiedenis Burgerschap/verkeer BV. Soc. Red. Natuur, milieu en techniek Spel en beweging Zint. oef. Lich. Oef. Kunstzinnige vorming Tekenen en handvaardigheid Muziek Spel/bew. Pauze

Andere didactische werkvormen Keuzelessen geestelijke stromingen

Gr8

Gr7

Gr6

Gr5

Gr4

Gr3

Gr1/2

5.00

5.00 4.45 0.45

4.30 1.00 5.00 0.45

4.00 1.15 5.00 0.45

3.00 2.30 5.00 0.45

3.30 0.30

4.45 0.45

4.45 0.45 5.00 0.45

5.00

5.00

5.00

5.00

4.30

4.30

1.15

1.00 1.00 0.15 0.45 1.00

1.00 1.00 0.15 0.45 1.00

1.00 1.00 0.15 0.45 1.00

1.00 1.00 0.15 0.45 1.00

1.00 1.00 0.45 0.45 1.00

1.00 0.45 0.45 1.00

0.45 1.15 1.00

1.30

1.30

1.30

1.30

1.30

1.30

4.45 5.30

1.30 0.45

1.30 0.45

1.30 0.45

1.30 0.45

1.15

1.15

1.15

1.15

1.30 0.45 0.15 1.15

2.00 0.45 0.30 1.15

2.30 1.15 1.00 1.15

0.45

0.45

0.45

0.45

0.45

Opmerking De uren die gegeven worden kunnen jaarlijks iets afwijken. Gestreefd wordt een nauwkeurigheid aan te houden van +15 of -15 minuten voor een bepaald onderdeel op weekbasis.


27

Hoofdstuk 10 Overgang po – vo 10.1 Doorstroming naar het voortgezet onderwijs In groep 8 vindt de keuze van Voortgezet Onderwijs plaats. Het basisonderwijs legt, de naam zegt het al, de basis voor al het daarop volgende onderwijs. De ouders kunnen zelf beslissen of hun kind bij een openbare of bijzondere school van voortgezet onderwijs wordt aangemeld. In principe hebben de ouders een vrije schoolkeuze. In de praktijk wordt de keuze alleen beperkt door het advies van de basisschool en de toelatingseisen bij vmbo, havo en vwo. Leerlingen moeten het onderwijs immers “aankunnen”. Een leerling mag niet aan een opleiding beginnen, waarvoor hij of zij geen positief advies heeft, bijvoorbeeld op een vwo-afdeling, wanneer de leerling een vmbo-advies heeft. De schoolleider en de leerkracht van groep 8 geven begin januari een schooladvies.

Criteria, waarop het advies gebaseerd wordt, zijn o.a.: de schoolrapporten, de Cito-toetsen, werkhouding (inzet, concentratie, nauwkeurigheid, doorzettingsvermogen, werktempo, zelfvertrouwen en incasseringsvermogen) en het omgaan met huiswerk. Het schooladvies wordt op papier gezet en aan de ouders en leerlingen gegeven. Daarna vinden uitgebreide adviesgesprekken plaats tussen ouders, leerlingen en school. In de maanden januari en februari kunnen de ouders en de kinderen vervolgens de voorlichtingsavonden en open dagen van scholen van voortgezet onderwijs bezoeken. Uiterlijk 1 maart dient de keuze gemaakt te zijn en vindt de aanmelding plaats. 10.2. Resultaten Cito eindtoets afgelopen jaren Elk jaar wordt door de leerlingen van groep 8, van nagenoeg alle Nederlandse basisscholen, de Eindtoets Basisonderwijs gemaakt. De toets bestaat uit vier onderdelen: Taal, rekenen, studievaardigheden en wereldoriëntatie. De behaalde Cito eindscores zijn als volgt:

Landelijk gemiddelde Het Startblok

2011 535,1 537,1

2012 534,8 536,3

2013 535,2 532,7

2014 533,1 528,9

2015 534,8 539,6

10.3. overgang voortgezet onderwijs In het laatste schooljaar vindt een aantal activiteiten plaats om de overgang naar het Voortgezet Onderwijs (VO) zo soepel mogelijk te laten verlopen: Ons advies aan ouders en kinderen is om zich zo breed mogelijk te oriënteren, op meerdere


28

scholen te gaan kijken, voor- en nadelen af te wegen en zo een welbewuste keuze te maken. Aanmelding van leerlingen bij het voortgezet onderwijs vindt plaats door de ouders, dit moet voor 1 april geregeld zijn. De beslissing over toelating wordt gebaseerd op het advies van de basisschool én de uitslag van de Cito-toets. De basisschool ontvangt van de scholen van het VO jaarlijks een overzicht van de vorderingen van de ex-leerlingen. 10.4. uitstroomgegevens In het schooljaar 2014-2015 waren er 17 schoolverlaters. Zij kregen de volgende adviezen: 2 leerlingen VWO 1 leerling Gymnasium-tweetalig 2 leerlingen HAVO/VWO 1 leerling HAVO 6 leerlingen VMBO theoretische leerweg 3 leerlingen VMBO kader 1 leerling VMBO basis 1 leerling praktijkonderwijs In het schooljaar 2013-2014 waren er 18 schoolverlaters. Zij kregen de volgende adviezen: 2 leerlingen HAVO/VWO 2 leerlingen HAVO 7 leerlingen VMBO-T 7 leerlingen VMBO-basis/kader In het schooljaar 2012-2013 waren er 22 schoolverlaters. Zij kregen de volgende adviezen: 3 leerlingen VWO 5 leerlingen HAVO 4 leerlingen VMBO-T/HAVO 4 leerlingen VMBO-T 6 leerlingen VMBO-basis/kader In het schooljaar 2011-20112 waren er 20 schoolverlaters. Zij kregen de volgende adviezen: 5 leerlingen VWO 1 leerling HAVO/VWO 5 leerlingen HAVO 3 leerlingen VMBO-T/HAVO 3 leerlingen VMBO-T 2 leerlingen VMBO-kader 1 leerling VMBO-basis

Hoofdstuk 11 Communicatie Wij willen u zo goed mogelijk informeren over het wel en wee van uw kind(eren). Daarnaast is er algemene informatie die ook voor u van belang is. We communiceren op verschillende manieren en momenten. Hieronder staan die beschreven. 11.1. Oudervertelavond In het kader van het afstemmingsgericht onderwijs zijn er aan het begin van het schooljaar oudervertelavonden. Aan de hand van vragenlijsten die ouders van tevoren hebben ontvangen worden zij in staat gesteld de leerkracht te informeren over hun kind. De zo verkregen schoolgids openbare basisschool Het Startblok 2015-2016

29

informatie zal de leerkracht vervolgens gebruiken om hun kind zo optimaal mogelijk te begeleiden. 11.2. Informatiebrief Door middel van een informatiebrief stelt elke leerkracht de ouders van de leerlingen in de gelegenheid om kennis te nemen van de in de betreffende groep gehanteerde leermethoden en leermiddelen. De informatiebrief wordt door de leerkracht tijdens de oudervertelgesprekken aan het begin van het schooljaar aan de ouders overhandigt. 11.3. Rapportavonden De kinderen van groep 1 t/m 8 krijgen tweemaal per jaar een rapport: het eerst rapport ontvangt u in februari, het tweede rapport aan het einde van het schooljaar. Daarnaast wordt in ieder geval twee maal per jaar een tien-minuten gesprek gehouden. Het eerste gesprek is in november/december. Hoewel er dan nog geen rapport beschikbaar is, worden de ouders van de leerlingen door de leerkracht op school uitgenodigd. Gedurende dit persoonlijke gesprek worden de ontwikkelingen en vorderingen van het kind doorgenomen en eventuele vragen beantwoord. Bij het eerste rapport in februari horen ook rapportavonden waarbij de vorderingen van het kind nogmaals besproken worden. Op verzoek van de ouders of leerkracht kan over het laatste rapport ook een gesprek worden gevoerd. Zowel ouders als leerkrachten kunnen, buiten de georganiseerde gesprekken, uiteraard altijd een afspraak maken als zij iets over hun kind(eren)/leerling(en) willen bespreken. 11.4. Schoolgids De schoolgids bevat algemene informatie over de school en wordt ieder schooljaar geactualiseerd. 11.5. Startblokje Het Startblokje is een maandelijkse digitale uitgave van een nieuwsbrief waarin u kunt lezen wat uw kind op school beleefd en wat er staat te gebeuren. Deze bevat onder meer belangrijke data, toelichting op aanstaande activiteiten en eventueel nieuws vanuit de sportcommissie, AC en MR. Het Startblokje (de nieuwsbrief) wordt digitaal verstuurd. 11.6. Ouder & school De school staat positief tegenover het betrekken van ouders bij zowel de activiteiten in en rond de dagelijkse schoolpraktijk als bij de zaken die daar iets verder van af staan. 11.7. Het eerste contact Voordat ouders onze school bezoeken ontvangen ze een informatiepakket, met onder meer deze schoolgids. In het eerste gesprek wordt door de schoolleider de informatie waar nodig toegelicht. Daarna volgt een rondleiding door de school. Na dit gesprek volgt de eventuele inschrijving. 11.8. Intake gesprek Wanneer uw kind ingeschreven staat en de dag nadert dat uw kind naar school mag, wordt u uitgenodigd door de leerkracht voor een intake gesprek. U maakt kennis met de leerkracht en in dit gesprek zal de leerkracht u een aantal vragen stellen waardoor zij een zo goed mogelijk beeld krijgt van uw kind. Op deze manier proberen wij de overgang naar school to zo gemakkelijk mogelijk te maken voor uw kind.

Hoofdstuk 12 Interne en externe partners 12.1. hulpouders Voor veel activiteiten op school is hulp van ouders onontbeerlijk. Aan het begin van elk schooljaar ontvangt elke ouder het activiteitenboekje. Daarin vindt u bonnen met de verschillende activiteiten/klussen waarbij we op school, uw hulp hard nodig hebben. Ingevulde schoolgids openbare basisschool Het Startblok 2015-2016

30

bonnen kunt u inleveren bij de leerkracht van uw kind. 12.2. Activiteitencommissie (AC) Deze telt zich tot doel het contact tussen school en ouders te bevorderen door het organiseren van activiteiten voor de kinderen. Dit gaat in samenspraak met de groepsleerkrachten. Enkele voorbeelden zijn de Sint, Kerst, Paas viering, organiseren van het plein- en eindfeest. Deze activiteiten worden gefinancierd vanuit de vrijwillige ouderbijdrage. [email protected] voorzitter: 12.3. Medezeggenschapsraad (MR) Ook bij ons op school praten en denken ouders mee over de inhoud en organisatie van de school. De MR bestaat uit een geleding van ouders en leerkrachten, die door hun achterban telkens voor vier jaar worden gekozen. Het aantal van deze geleding is wettelijk bepaald en hangt af van het aantal leerlingen dat de school bezoekt. De MR vergaderingen zijn openbaar; iedereen mag aanwezig zijn. De agenda en stukken waarover vergaderd wordt, zijn vooraf in te zien op school. Daarnaast kan iedereen onderwerpen voor de agenda in dienen bij de voorzitter. Regelmatig wordt er een kort verslag in het Startblokjes geplaatst, evenals de vergaderdata. De MR vindt haar wettelijke basis in de Wet op de Medezeggenschap in het Onderwijs. De leden streven, ieder vanuit hun eigen invalshoek, het positief functioneren van de school na, met het onderwijs aan de kinderen als gemeenschappelijk belang. Er is een reglement waarin de taken, functies en verkiezing van de leden is beschreven. In dit reglement is onder meer vastgelegd in welke (bestuurlijke) aangelegenheden de medezeggenschapsraad advies of instemmingsrecht heeft. U kunt dit reglement opvragen bij de schoolleiding of de voorzitter van de MR. Voor zaken die alle scholen van Sopora aangaan is er een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR), samengesteld uit vertegenwoordigers van de medezeggenschapsraden. Ook onze school is in deze GMR vertegenwoordigd.

[email protected] De voorzitter van onze MR is Jaap Vledder. 12.4. Werkgroep ouderbetrokkenheid De werkgroep ouderbetrokkenheid is opgericht om de ouders nauwer te betrekken bij de schoolontwikkeling van de leerlingen. In de werkgroep hebben ouders en leerkrachten zitting. Zij buigen zich over zaken die direct met het onderwijs aan de leerlingen te maken hebben. 12.5. School Maatschappelijk Werk (SMW) Er is op school een schoolmaatschappelijk werker, Brenda Hootsen. U kunt een afspraak maken wanneer u bijvoorbeeld opvoedkundige vragen hebt. Ook wanneer er andere dingen zijn waarbij u denkt dat het welzijn van uw kind in het geding kan komen bent u welkom voor een gesprek met de schoolmaatschappelijk werker. 12.6. Centrum voor Jeugd en Gezin

Centrum voor Jeugd en Gezin Ouders, kinderen en jongeren kunnen bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) terecht met alle soorten vragen over opvoeden en opgroeien. We denken met jullie mee en bieden waar nodig ondersteuning. In het CJG werken verschillende professionals samen, zoals jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, jeugd- en gezinswerkers en pedagogen. Iedere medewerker heeft eigen specifieke deskundigheid ter ondersteuning van u en uw kinderen. Ook andere betrokkenen zoals bijv. grootouders of professionals zijn welkom met hun vragen.

De basisschool en het CJG De medewerkers in het CJG werken op verschillende manieren samen met uw basisschool. Elke school heeft vaste contactpersonen. De jeugdgezondheidszorg en de jeugd- en gezinsteams maken onderdeel uit van het CJG. Ze zijn een bekend gezicht voor u, de kinderen en voor de school.


31

De jeugdgezondheidszorg nodigt jaarlijks de kinderen uit groep 2 en 7 uit voor een onderzoek of screening. Naast onderzoek van o.a. gehoor, gezichtsvermogen , groei en motorische ontwikkeling wordt ook aandacht besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind. Verder kan er advies gegeven worden over bijvoorbeeld voeding, bedplassen, hoofdluis, gedragsproblemen, omgaan met elkaar en voorkomen van pesten. U kunt altijd contact opnemen voor advies of extra onderzoek. Jeugd- en gezinswerkers van het jeugd- en gezinsteam (JGT) houden op sommige scholen een spreekuur waar u terecht kunt met uw vragen. Het JGT kijkt samen met u wat nodig is en kan ook snel extra ondersteuning thuis bieden. Gezinnen krijgen dan hulp bij het zelf vinden van antwoorden op hun eigen vragen, met als uitgangspunt “wat lukt wel” en waar liggen mogelijkheden. De gezonde ontwikkeling van kinderen staat voorop. Daarnaast is het mogelijk voor ouders om deel te nemen aan een cursus of kunnen we een ouderavond organiseren over een thema dat leeft. Samen met u en de school bekijken we wat nodig is. Ook is er op school overleg van een ondersteuningsteam, waar de CJG-medewerkers aan deelnemen.

CJG-medewerkers op uw basisschool U kunt contact opnemen met de CJG-medewerkers op uw school via 088 – 254 23 84 of doe bij school navraag over het spreekuur. Voor direct contact met het jeugd- en gezinsteam bel:  JGT Alphen Centrum (Postcodes 2403, 2405, 2406, 2407) 088 - 254 23 50  JGT Alphen West (Postcodes 2404, 2408, 2409) 088 - 254 23 51  JGT Boskoop (Postcodes 2771, 2471, 2445) 088 - 254 23 53  JGT Ridderveld (Postcodes 2401, 2402) 088 - 254 23 52  JGT Rijnwoude (Postcodes 2391, 2394, 2396, 2731) 088 - 254 23 54

U bent ook welkom in het CJG Ook buiten de school kunt u met uw vragen terecht bij het CJG. Tijdens het inloopspreekuur, telefonisch of via de website.  CJG Stadhuis: Stadhuisplein 7, Alphen aan den Rijn  CJG Ridderveld: Troubadourweg 2A, Alphen aan den Rijn  CJG Boskoop: Snijdelwijklaan 4A, Boskoop  CJG Rijnwoude: Lindehof 3, Hazerswoude-Dorp 088 – 254 23 84 www.cjgalphenaandenrijn.nl / www.hoezitdat.info CJG Alphen aan den Rijn is ook te vinden via Facebook: www.facebook.com/cjgalphenaandenrijn.

Hoofdstuk 13 Zorg voor de leerlingen 13.1. Passend onderwijs Wat is passend onderwijs? Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Het kabinet wil dat zoveel mogelijk kinderen naar een gewone school in de buurt kunnen gaan. Want zo hebben ze de beste kansen op een vervolgopleiding en meedoen in de samenleving. Kinderen die het echt nodig hebben kunnen, net als nu, naar het speciaal onderwijs. Dat blijft. Wat verandert er? schoolgids openbare basisschool Het Startblok 2015-2016

32

Scholen krijgen een zorgplicht. Dat betekent dat scholen elk kind een passende onderwijsplek moeten bieden. Of op de school waar u uw kind aanmeldt, eventueel met extra ondersteuning, of op een andere school in het regulier of speciaal onderwijs. Ouders worden hier nauw bij betrokken en scholen gaan beter samenwerken. Ook hoeven ouders geen ingewikkelde indicatieprocedure te doorlopen en zijn er straks geen rugzakjes meer. De extra ondersteuning die kinderen nodig hebben wordt rechtstreeks door de samenwerkende scholen georganiseerd en betaald. Dit gaat in overleg met het samenwerkingsverband van onze regio. In het samenwerkingsverband zal voor iedere leerling een passend onderwijsaanbod beschikbaar moeten zijn. Sommige voorzieningen zijn al landelijk georganiseerd, zoals onderwijs voor leerlingen in cluster 1 en 2 en voor leerlingen met epilepsie. Niet iedere school zal alle typen ondersteuning willen of kunnen bieden. Bij elkaar moeten alle ondersteuningsprofielen van de deelnemende scholen echter wel een dekkend aanbod van ondersteuning bieden. Wat betekent dit voor u en uw kind? Volgt uw kind speciaal onderwijs? Kinderen die al op speciaal onderwijs zitten houden hun plek en indicatie tot uiterlijk 1 augustus 2016 (zolang het kind op dezelfde school blijft). Daarna volgt een nieuwe beoordeling over de best passende plek in overleg met de school. Gaat uw kind met een rugzakje naar een gewone school? Vanaf 1 augustus 2014 bestaan er geen rugzakjes meer. De extra ondersteuning die uw kind nodig heeft wordt, in overleg met u, rechtstreeks door de school georganiseerd. Ga met de school in gesprek hoe de ondersteuning aan uw kind geregeld wordt. Denkt u dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft? Nieuwe aanmelding: U kiest de school die u voor uw kind geschikt vindt en u meldt uw kind minimaal 10 weken van te voren schriftelijk aan. In ons zorgprofiel staat welke ondersteuning de school kan bieden. Binnen 6 tot 10 weken laat de school weten of uw kind wordt toegelaten of komt de school met een voorstel voor een beter passende plek voor uw kind op een andere school. Dat gebeurt altijd in nauw overleg met u. Uw kind heeft geen extra ondersteuning nodig? In dat geval verandert er waarschijnlijk weinig voor uw kind. In de loop der tijd kunnen er misschien een paar kinderen die extra ondersteuning nodig hebben bij uw kind in de klas komen. Dit is afhankelijk van de afspraken die de scholen in uw regio met elkaar hebben gemaakt. 13.2. Afstemmend onderwijs (HGW) Afstemmend onderwijs houdt in dat we ons bij ieder kind afvragen; wat heeft dit kind, in deze groep, met deze leerkracht, op deze school, nodig om zich verder te ontwikkelen. Wat zijn de onderwijsbehoeften van ieder kind. We werken handelingsgericht, dat wil zeggen dat leerlingen worden aangesproken op hun mogelijkheden en talenten. We richten ons hierbij op betrokkenheid, welbevinden en optimale ontwikkeling. In de praktijk hebben we het volgende gedaan:  Iedere leerkracht maakt een groepsoverzicht waar ieder kind in vermeld staat.  De leerkracht benoemt de onderwijsbehoeften van het kind en de stimulerende en belemmerende factoren.  Iedere leerkracht maakt een groepsplan waarin de leerlingen in subgroepen zijn verdeeld met betrekking tot spelling, rekenen en sociaal emotionele ontwikkeling.  De leerkracht organiseert zijn klassenmanagement rondom deze subgroepen.


33

 



Om opbrengst gericht te werken (OGW) nemen we de uitslagen van de Cito mee in het groepsplan. De leerkracht maakt drie groepsplannen per jaar waarbij het laatste groepsplan meegaat naar het volgende leerjaar. De nieuwe leerkracht werkt daarmee tot ongeveer oktober. Hierdoor ontstaat er een doorlopende leerlijn die belangrijk is voor de ontwikkeling van de kinderen. Er zijn drie groepsbesprekingen per schooljaar.

13.3. Leerlingvolgsysteem Op Het Startblok maken wij gebruik van een leerlingvolgsysteem. In de kleuterbouw worden de leerlingen regelmatig, volgens vaste procedures, geobserveerd. Hiervoor gebruiken wij het Gouds Ontwikkelingsvolgsysteem Voor Kleuters (GOVK). Wij gebruiken hiernaast ook de Citotoetsen “Taal voor kleuters” en “rekenen voor kleuters”. Gedurende de kleuterperiode worden deze toetsen drie keer afgenomen: Eenmaal eind groep 1 en twee maal in groep 2. Zodra we merken dat een kind wat betreft gedrag of prestaties achterblijft, wordt deze leerling door de leerkracht besproken met de IB’er. Leerkracht en IB’er onderzoeken en bespreken welke onderwijsbehoeften deze leerling heeft. De leerkracht houdt de vorderingen bij van deze onderwijsbehoeften. Indien nodig wordt er een apart programma, een handelingsplan, gemaakt en uitgevoerd. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders. In groep 3 t/m 8 worden de kinderen regelmatig getoetst met Cito-toetsen voor de onderdelen rekenen, begrijpend lezen, spelling, technisch lezen en woordenschat. Deze toetsen zijn landelijk genormeerd en methodeonafhankelijk. Daarnaast gebruiken wij de genormeerde toetsen van Veilig Leren Lezen (VLL) in groep 3. De Cito-M scores worden gebruikt om middels een groepsanalyse en een schoolanalyse een verbeterplan voor ons onderwijs te maken. Er wordt aan de hand van deze genormeerde toetsen gekeken waar een kind een doel niet heeft gehaald. Zodra we dit weten, wordt er een (groeps)plan opgesteld. Dit plan wordt negen weken door de groepsleerkracht uitgevoerd. Mocht blijken dat een kind na deze periode meer (individuele) hulp nodig heeft wordt er een individueel handelingsplan opgesteld, en na overleg met de ouders uitgevoerd. Een handelingsplan gaat meestal over een periode van zes tot acht weken. De handelingsplannen worden in de klas uitgevoerd door de eigen leerkracht. De ouders worden altijd vooraf op de hoogte gesteld van het handelingsplan, zij worden gevraagd het te ondertekenen. Als het werken volgens een handelingsplan onvoldoende vorderingen oplevert, kan in overleg met de ouders contact worden gezocht met deskundigen buiten onze school. Behalve leerlingen die zich trager ontwikkelen of die in gedrag en prestaties achterblijven, zijn er natuurlijk ook kinderen die sneller gaan, hogere prestaties vertonen of die op een andere manier opvallen. Ook voor deze kinderen fungeert het leerlingvolgsysteem als vangnet. De IB’er coacht en begeleidt het gehele proces, zij belegt de nodige besprekingen met de leerkrachten en is, indien nodig, bij de gesprekken met ouders aanwezig. 13.4. Schoolondersteuningsprofiel Het Startblok heeft een schoolondersteuningsprofiel waarin beschreven staat welke zorg wij kunnen bieden. Een korte samenvatting: Op dit moment situeert Het Startblok zich als een goede smalle zorgschool. De leerkrachten doen een aantal dingen op het gebied van een brede zorgschool maar deze worden nog niet door het gehele team structureel, groep doorbroken en in een doorgaande lijn ingezet. Het Startblok heeft de ambitie om door te ontwikkelen richting een brede zorgschool. Het team is onzeker over de mogelijkheden van ondersteuning van buitenaf en is daarom gericht op eigen kwaliteit, eigen deskundigheid en mogelijkheden. Het team is tevreden wanneer zij alle leerlingen die binnen hun school onderwijs volgen van de benodigde ondersteuning kan voorzien, zodat iedere leerling zich naar eigen kunnen en vanuit eigen mogelijkheden kan ontwikkelen.


34

Zij kan momenteel voor veel leerlingen passend onderwijs verzorgen op grond van haar pedagogisch klimaat en de visie op omgaan met elkaar. Kinderen worden op Het Startblok steeds vaker uitgenodigd om hun eigen leerproces ter hand te nemen. Hoewel dit binnen het team nog in ontwikkeling is, zien zij dit wel als een noodzaak om de leerlingen beter en meer bij het eigen proces te betrekken. Zij willen dit nog meer vorm geven door kindgesprekken een structureel onderdeel van het onderwijs te laten zijn. Het samen met de leerlingen opstellen van korte en lange termijn doelen is nog in ontwikkeling binnen het team. Reflecteren op leerkrachtgedrag en weten “De leerkracht doet ertoe”, biedt inzichten die maken dat zij samen met de leerlingen het onderwijs vormgeven. In deze sterke kant van de school benoemt zij ook een aantal aandachtspunten. In haar ambities, zoals beschreven in hoofdstuk 6, benoemt de school op welke wijze zij wil versterken. Het Startblok laat zich kennen in het SWV en in de buurt als een school die bereid is om met alle ouders en anderen te onderzoeken of er voldoende perspectief op passend onderwijs is. Zij is hier realistisch in weet dat dit niet in alle gevallen kan ontstaan. Het bieden van een veilige en vertrouwde omgeving om van daaruit onderwijs te kunnen ontvangen, staat hoog in het vaandel van het team. De omgang met elkaar, zowel tussen leerkrachten, leerlingen en leerkrachten en leerlingen, vindt plaats vanuit een basis van respect voor en zorg naar elkaar. Er wordt lesgegeven vanuit een basisvertrouwen in de leerling. De school voldoet aan de basiszorg zoals aangegeven in de criteria van de onderwijsinspectie. Hierbij is het een gegeven dat het team op enkele vlakken nog ontwikkeling door wil en kan maken. Te denken valt aan het opbrengstgericht werken waarmee het team een start heeft gemaakt. Het systematisch volgen en analyseren van de ontwikkeling van de leerlingen biedt ook nog kansen en mogelijkheden om beter af te stemmen op het onderwijsaanbod. Het daadwerkelijk Handelingsgericht Werken blijkt in de praktijk veel inzichten en kansen op te leveren. De school beoordeelt zichzelf als voldoende tot goed en op een aantal punten excellent. Het samenwerken met leerlingen, hen betrekken bij analyses, het formuleren van doelen en het benutten van hun ideeën, is nog iets waar het team winst in kan behalen. Grenzen aan de mogelijkheden in het kader van passend onderwijs ervaart Het Startblok nauwelijks. In hoofdstuk 5 hebben de teamleden met elkaar beschreven wanneer ze toch eventuele begrenzing zouden ervaren. Hierbij wordt vooral begrenzing in onderwijs benoemd wanneer de relatie met de leerling niet (meer) ontstaat, de leerling zich structureel niet competent voelt of de veiligheid van de groep, de leerling of de leerkracht in het geding is. Het bieden van onderwijs aan leerlingen met zwaardere problematieken vinden zij alleen te doen wanneer er structurele ondersteuning geboden kan worden op de werkvloer voor de leerling en/of de leerkracht. Het benoemen van die zwaardere problematieken blijft lastig. Dit zal per leerling en mogelijkheid van onderwijs, bekeken worden. Het team van Het Startblok heeft voor de komende jaren de ambitie om zich verder te bekwamen in de realisering van het bieden van passend onderwijs aan alle leerlingen die nu en in de toekomst aan hen worden toevertrouwd. Wanneer de ambities, zoals het team deze omschreven heeft, (gedeeltelijk) behaald kunnen worden, zal Het Startblok in staat zijn het onderwijsniveau en het -aanbod te continueren en te versterken in de komende jaren. 13.5. Plaatsingswijzer De plaatsingswijzer is ontwikkeld om ervoor te zorgen dat er een advies komt dat beter aansluit bij het VO. Nu zijn er veel terugplaatsingen binnen het VO. Het VO kijkt ook binnen zijn eigen geledingen waar het aan kan liggen, maar een oorzaak zou kunnen zijn dat de leerlingen een te hoog advies krijgen. Het werkt als volgt:  De leerkrachten formuleren samen met de IB-er en directie een advies.  Dit wordt naast de plaatsingswijzer gehouden.


35

 

Bij verschillen telt het advies van de basisschool maar moet wel onderbouwd worden. De uitslag van de Cito-eindtoets wordt niet meer meegenomen in het advies. Dit omdat de Cito-eindtoets later in groep 8 afgenomen gaat worden.

Deze is ontwikkeld om kinderen een goed advies te kunnen geven, zonder de gegevens van de Cito eind. Hij is gebaseerd op het leerlingvolgsysteem (LVS) van Cito. Twee keer per jaar worden er, in de groepen, Cito toetsen afgenomen. Deze vormen samen het LVS. Dit leerlingvolgsysteem biedt ons voldoende gegevens om te komen tot een goed beeld van het ontwikkelingsperspectief van uw kind(eren). Naast deze cognitieve gegevens van uw kind(eren) hebben de leerkrachten ook een goed beeld van de verdere ontwikkeling van uw kind. U kunt denken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling, taakgerichtheid, doorzettingsvermogen, het vermogen tot samenwerken, concentratie, werkhouding e.d. Deze gegevens samen vormen het advies dat uw kind volgend jaar gaat krijgen voor het voortgezet onderwijs. 13.6. Klachten Overal gaan wel eens dingen verkeerd of ontstaan er misverstanden. Mocht u het op bepaalde punten niet met ons eens zijn of klachten hebben over een bepaalde gang van zaken op school, overleg dan in eerste instantie met de groepsleerkracht van uw zoon of dochter. Samen probeert u dan een goede oplossing te zoeken. Indien dit gesprek naar uw mening toch onbevredigend is verlopen, dan kunt u vervolgens contact opnemen met de schoolleider. Als ook dat overleg geen oplossing biedt kunt u met het bestuur van de school gaan praten. Het telefoonnummer van het schoolbestuur treft u achter in de schoolgids aan. Mocht u, om wat voor reden dan ook, niet naar de school of het bestuur willen stappen dan kunt u zich nog altijd wenden tot de contactpersoon van de school. Dit is Marloes Schildkamp, leerkracht van groep 7/8 op maandag, dinsdag en woensdag om de week. Zij zal in overleg met u bepalen op welke wijze uw klacht het beste behandeld kan worden. Ze zal niet zelf de klacht in behandeling nemen maar zal u waarschijnlijk verwijzen naar de vertrouwenspersoon of naar de klachtencommissie. (In bijlage 2 staat precies aangegeven bij wie een klacht ingediend kan worden en hoe de afhandeling plaatsvindt).

Hoofdstuk 14 Bijlagen 14.1. bijlage 1 vakanties en verlof Elk jaar worden de schoolvakanties tijdig vastgesteld en wordt hiervan mededeling gedaan aan de scholen. Wanneer u de vakantie gaat regelen/bespreken, dient u met de vastgestelde schoolvakanties rekening te houden. De ‘leerplichtwet’ geeft de schoolleider van een school, evenals de leerplichtambtenaar de mogelijkheid om buiten de vastgestelde periode verlof te verlenen. Deze mogelijkheid bestaat alleen als er sprake is van gewichtige omstandigheden. Een verzoek om extra vakantieverlof moet minimaal zes weken van tevoren aan de schoolleider van de school worden voorgelegd en alleen:   

Wanneer wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders het slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan als deze aanvraag vergezeld gaat van een verklaring van de werkgever waaruit blijkt dat geen verlof in de vastgestelde officiële schoolvakanties mogelijk is. Het moet echter ook om de enige vakantie in dat schooljaar gaan; als de ouders een zelfstandig beroep uitoefenen, moeten zijzelf aannemelijk maken dat het extra vakantieverlof noodzakelijk is.

Extra vakantieverlof mag onder strikte voorwaarden: schoolgids openbare basisschool Het Startblok 2015-2016

36

  

Eenmaal per schooljaar worden verleend; niet langer duren dan 10 schooldagen; in ieder geval niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het nieuwe schooljaar.

De schoolleider beslist over uw verzoek, eventueel in overleg met de leerplichtambtenaar van de gemeente. Bovendien zijn er geen andere mogelijkheden om extra vakantieverlof te verkrijgen. Zo is het bijvoorbeeld niet toegestaan een paar dagen eerder dan de aanvang van de kerst- of voorjaarsvakantie naar een wintersportbestemming te vertrekken of een ruimere vakantieperiode op te nemen voor een familiebezoek in het buitenland. Als de leerling tijdens het (extra) vakantieverlof ziek wordt en daardoor niet in staat is op tijd terug te zijn, dan dient u de schoolleider daarvan onmiddellijk, of zo snel als mogelijk, in kennis te stellen. U dient dan na terugkomst een doktersverklaring te overleggen waaruit het tijdstip en de aard van de ziekte blijkt. Onder bepaalde omstandigheden kan extra verlof worden verleend. Hieronder staat een overzicht van die omstandigheden waarvoor aanspraak bestaat op extra verlof:      

Voor het voldoen van een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden voor verhuizing één dag voor het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de 3e graad. Twee dagen indien dit huwelijk buiten de woonplaats wordt gesloten en één dag indien dit in de eigen woonplaats geschiedt bij ernstige ziekte van ouders, bloed- of aanverwanten tot en met de 3e graad, waarbij de duur van het verlof in overleg met de schoolleider wordt vastgesteld bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1e graad voor ten hoogste vier dagen. Bij overlijden van bloed- en aanverwanten in de 2e graad voor ten hoogste twee dagen; van bloed- en aanverwanten in de 3e of 4e graad voor één dag; bij 25, 40 en 50 jarig ambtsjubileum en het 12½, 25, 40, 50 en 60 jarig huwelijksjubileum van bloed- en aanverwanten tot en met de 3e graad voor één dag.

Het is de bevoegdheid van de schoolleider om een beslissing te nemen over het al dan niet toekennen van verlof. Als u meer dan tien verlofdagen binnen een schooljaar wilt aanvragen dan mag de schoolleider over de toestemming hiervoor geen beslissing nemen. Uw aanvraag wordt dan doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar die daarover een besluit neemt. Deze beslissing wordt u schriftelijk medegedeeld. Om de juiste beslissing te kunnen nemen moet u, zo mogelijk, uw aanvraag altijd vier weken van tevoren bij de schoolleider indienen, ook als meer dan 10 dagen verlof wordt gevraagd. Als van dit laatste sprake is, zendt de schoolleider de aanvraag (met zijn advies) door aan de leerplichtambtenaar. Wanneer u het niet eens bent met de beslissing van de schoolleider of de leerplichtambtenaar, dan kunt u een bezwaarschrift bij hen indienen. In dat geval wordt uw verzoek opnieuw overwogen en wordt u schriftelijk op de hoogte gebracht van het genomen besluit. Tegen de beslissing volgend op het bezwaarschrift kan binnen zes weken schriftelijk beroep worden aangetekend bij de Arrondissementsrechtbank te Den Haag. Ten slotte: de schoolleider is wettelijk verplicht om de leerplichtambtenaar in kennis te stellen van ongeoorloofd schoolverzuim. Tegen de ouders die hun leerplichtige kinderen zonder toestemming van school houden kan een proces-verbaal worden opgemaakt. Dit procesverbaal kan leiden tot strafvervolging door de officier van justitie. Voor het aanvragen van extra verlof, dient u een aanvraagformulier vier weken van te voren in te inleveren. Deze is te verkrijgen bij de schoolleider. 14.2. bijlage 2 klachtenregeling Vos/ABB verzorgt de klachtencommissie voor Sopora. Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld


37

begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. Als dat, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of als de afhandeling niet naar tevredenheid was, dan kan men een beroep doen op deze klachtenregeling. Op iedere school is tenminste één contactpersoon (Nanja de Roo) die de klager verwijst naar een vertrouwenspersoon, in dit geval iemand van de GGD. De contactpersoon is toegankelijk voor alle betrokkenen bij de school. Zowel de contactpersoon als de klachtencommissie is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die zij in die hoedanigheid horen. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt en of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. Desgewenst begeleidt de klachtencommissie de klager bij de verdere procedure en verleent bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie. Een klacht kan worden ingediend bij Sopora of bij de klachtencommissie. De klager bepaalt zelf waar hij de klacht indient. De klacht moet altijd schriftelijk en ondertekend worden ingediend. Tevens moet deze voorzien zijn van naam en adres van de klager, de datum en een omschrijving van de klacht. De klachtencommissie onderzoekt de klacht, waarbij klager en aangeklaagde tijdens een besloten vergadering worden gehoord. De bevindingen worden schriftelijk aan het Sopora gerapporteerd. Binnen vier weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie deelt Sopora aan de klager, de aangeklaagde, de schoolleider van de betrokken school en de klachtencommissie schriftelijk en gemotiveerd haar beslissing mee. Daarin staat of het oordeel over de gegrondheid van de klacht wordt gedeeld en/of er maatregelen worden genomen en zo ja, welke. Landelijke Klachten Commissie Gebouw "Woudstede" Zwarte Woud 2 Postbus 85191 Telefoon: (030) 280 95 90 Fax: (030) 280 95 91 E-mail: [email protected] Internet: www.onderwijsgeschillen.nl De klachtenregeling kunt u vinden onder de volgende link:

http://www.onderwijsgeschillen.nl/klachten/landelijke-klachtencommissie-onderwijs-po-vo-bve-enhbo/reglement-commissie/


38

Podiumoptreden onderbouw groepen 14.3. bijlage 3 adressen Sopora bezoekadres: Prins Bernhardlaan 14A 2405 VT Alphen aan den Rijn Postadres: Postbus 2053 2400 CB Alphen aan den Rijn Contact: 0172 501119 [email protected] www.sopora.nl Junis kinderopvang Postbus 499 2400 AL Alphen aan den Rijn 0172 424824 [email protected] www.junis.nl Inspectie van Onderwijs 088-6696060 Vertrouwensinspecteur: 0900-1113111 www.onderwijsinspectie.nl


39

Vereniging voor Openbaar Onderwijs Postbus 10241 1301 AE Almere 036 5331500 CJG Stadhuis Stadhuisplein 7 2405 SH Alphen a/d Rijn 088-2542384 www.cjgalphenaandenrijn.nl GGD Hollands Midden Alphen Rijnstreek Jeugdgezondheidszorg Stadhuisplein 7 2405 SH Alphen aan den Rijn 088-3083066 [email protected] www.ggdhm.nl SBO Op Maat Henry Dunantweg 11 2402 NM Alphen aan den Rijn 0172-418740 www.sboopmaat.nl

14.4. bijlage 4 roosters Schooltijden Maandag t/m vrijdagochtend: Maandag/dinsdag/donderdag/vrijdagmiddag:  

08.30 uur – 11.45 uur 13.00 uur – 15.15 uur

De middagen beginnen we met tutorlezen van 13.00 -13.15 uur De lessen rekenen/spelling/taal, begrijpend en technisch lezen, DVS in de ochtend, de zaakvakken/drama/muziek/handvaardigheid/tekenen zoveel mogelijk in de middag. (zal niet helemaal sluitend zijn)

Groep 1/2 A

5/13

leerlingen

Baukje Glas

maandag t/m vrijdag

Groep 1/2 B

6/11

leerlingen

Gerrie Jansen Sandra Wansinck

maandag t/m woensdag donderdag en vrijdag

Groep 3/4

21/10

leerlingen

Lucia Mulder

maandag, dinsdag

Groep 4/5

13/18 leerlingen

Ellen van de Brug Irenen Sahner

woensdag t/m vrijdag maandag, dinsdag

Judith Zwarst/ Vera van Loveren

woensdag t/m vrijdag

Judith de Jonge

Maandag t/m woensdag

Marit Mol

Donderdag, vrijdag

Groep 6/7

19/6

leerlingen


40

Groep 7/8

9/16

leerlingen

Milou Timmer

Intern begeleider

Nanja de Roo

maandag t/m vrijdag

Maandagmiddag en dinsdag,

Gymrooster 2015-2016 Maandag spelles Dinsdag spelles

14.30 – 15.15

Groep 7/8

14.30 - 15.15

Groep 4/5

Woensdag gymles

08.30 09.15 10.00 10.45

Groep Groep Groep Groep

Donderdag spelles vrijdag Spelles

14.30 – 15.15

Groep 3/4

14.30-15.15

Groep 6/7

- 09.15 - 10.00 – 10.45 – 11.30

7/8 4/5 3/4 6/7

Geestelijke stromingen Dinsdag 08.30 – 09.15 uur

Groep 5

Dinsdag 09.15 – 10.00 uur

Groep 6


Groep 7


Groep 8

vakantie 2015-2016

herfstvakantie kerstvakantie voorjaarsvakantie paasvakantie (vr. + ma.) meivakantie (2 weken) pinksteren junivakantie zomervakantie

19 t/m 23 oktober 2015 21 december t/m 1 januari 2016 22 t/m 26 februari 2016 25 en 28 maart 2016 25 april t/m 6 mei 2016 16 mei 2016 6 t/m 10 juni 2016 11 juli t/m 19 aug 2016

jaarmarkt Alphen vrijdagmiddag Studiedagen Studiedag Sopora Dinsdag Vrijdag

16 september 2015 Vrijdagmiddag 4 en 18 december 2015 9 november 2015 en 24 maart 2016 16 maart 2016 29 maart 2016 8 juli 2016


41

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Voorwoord Het Startblok SOPORA 4. Hoofdstuk 2 Visie en missie 5

Recommend Documents