Inhoudsopgave Pedagogisch beleidsplan 8+ 10 februari 2011 Pagina
1.
Inleiding
2
2.
Visie
2
3. 3.1
3 3
3.2 3.3
De ontwikkeling van kinderen Persoonlijke competenties: zelfvertrouwen en de ontwikkeling op diverse gebieden (sociaal-emotioneel, motorisch, taal/spraak, cognitief en creatief/spel) Observeren en het bevorderen van het welbevinden van kinderen Normen en waarden overdragen
6 6
4. 4.1 4.2 4.3
De groepsleiding Een veilige relatie opbouwen Uitdaging bieden Praten over ons pedagogisch handelen
7 7 7 7
5. 5.1
De groep Sociale competenties: de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten en ervaringen met elkaar te delen 5.2 Regels en rituelen in de groep 5.2.1 Belonen en straffen 5.3 Zicht op de buitenwereld. Activiteiten om ervaringen op te doen buiten de groep. 5.4 Groepsgrootte
8 8
10
6. 6.1 6.2
Ruimte en inrichting Veiligheid en uitdaging in de binnen- en buitenruimten Onze werkwijze komt terug in de inrichting van de groepen en de buitenruimte
10 10 10
7. 7.1 7.2 7.3
Contact en samenwerking met ouders De samenwerking met ouders Omgaan met verschillen tussen ‘thuis’ en kinderdagverblijf Ouders betrekken bij ons pedagogisch denken en doen
11 11 11 11
9 9 9
1. Inleiding Dit pedagogisch beleidsplan omschrijft onze visie op het verantwoord opvoeden (in een groep) van een kind vanaf 8 jaar, met als doel het kind een veilige plek te bieden waar het zich veelzijdig kan ontwikkelen. De groepsleiding handelt volgens dit pedagogisch beleidsplan. Het plan wordt jaarlijks geëvalueerd, waar nodig aangepast en voorgelegd aan de Ouderraad. Het pedagogisch beleidsplan wordt uitgereikt aan Simba-ouders en is voor overige geïnteresseerden te verkrijgen via www.kdvsimba.nl.
2. Visie Simba biedt dagopvang en buitenschoolse opvang in een huiselijke sfeer. De buitenschoolse opvang (bso) is voor kinderen die op de basisschool zitten. Voor kinderen vanaf 8 jaar is er het PR8+PALEIS aan de Rijnweg 71 in Monster, een speciale locatie voor de oudere kinderen in de bso. Kinderen vanaf een jaar of 8 vragen in de bso bijzondere aandacht. Ze voelen zich soms te groot om naar de bso te gaan, maar zijn in de meeste gevallen nog te jong om alleen thuis te zijn. Niet alleen omdat ze daar nog niet aan toe zijn in de zin van verantwoordelijkheden, maar ook gewoon omdat het veel gezelliger is als je je verhaal kunt doen als je uit school komt. Voor de kinderen in Monster heeft Simba een speciale bso plek om ‘thuis’ te komen. Een echt huis waar aan de keukentafel op je wordt gewacht met wat lekkers en een luisterend oor. De 8plussers hebben behoefte aan meer vrijheid, zelfstandigheid, keuzemogelijkheden, eigen verantwoordelijkheid en uitdaging. In het PR8+PALEIS is daar voldoende ruimte voor. De kinderen mogen hier meedenken en meebeslissen. We luisteren naar de kinderen en houden zoveel mogelijk rekening met hun wensen. De groepsleiding geeft de kinderen liefde en aandacht en creëert op die manier een veilig en vertrouwd plekje voor ze. Wij vinden het heel belangrijk dat een kind zich veilig voelt op Simba. Pas dan kan een kind een vertrouwensrelatie opbouwen met leidsters en andere kinderen. De groepsleiding levert een bijdrage aan de opvoeding van de kinderen door ze een kans te geven om zich veelzijdig te ontwikkelen. Dit doen we door de groepsruimten in te richten met gevarieerd spelmateriaal gericht op de leeftijd 8-12 jaar en regelmatig uitstapjes te maken. Alle ontwikkelingsgebieden komen hierbij aan bod. Bij de bso vinden we het belangrijk dat de kinderen zelf mogen kiezen wat ze willen doen. Het is tenslotte hun vrije tijd!
Simba, pedagogisch beleidsplan bso 8+, 10 februari 2011
2
3. De ontwikkeling van kinderen 3.1 Persoonlijke competenties: het zelfvertrouwen en de ontwikkeling op diverse gebieden (sociaal-emotioneel, motoriek, taal/spraak, cognitief en creativiteit/spel) Zelfvertrouwen Kinderen die zelfverzekerder in het leven staan piekeren minder, kunnen zich beter concentreren en voelen zich vaker ‘lekker in hun vel’ zitten. Zelfvertrouwen krijg je niet in één keer, maar kun je opbouwen. Bij Simba besteden we veel aandacht aan het vergroten van je zelfvertrouwen. We laten de kinderen zichzelf zijn en respecteren ze. Zo leren de kinderen op hun beurt dat zij andere kinderen en volwassenen moeten respecteren. Wij geven de kinderen de vrijheid om hun wereldje te ontdekken door ze nieuwe dingen te laten proberen. We benaderen de kinderen positief en geven veel complimentjes. We geven de kinderen de ruimte om zich te verkleden, in ‘het openbaar’ te zingen of een ‘optreden’ te verzorgen. Goed voor het zelfvertrouwen en gezellig om te doen. Bij het PR8+PALEIS hebben de kinderen veel inspraak. Over bijvoorbeeld de inrichting van de ruimte, het aanbod aan spelmateriaal of de activiteiten tijdens de vakantie. Tijdens kindvergaderingen (minimaal 4 keer per jaar) komen verschillende onderwerpen aan bod en laten we de kinderen meedenken en meebeslissen. Dit is heel leerzaam voor de kinderen en heel leuk. We luisteren naar de kinderen en respecteren hun mening. De ideeën van de kinderen worden zoveel als mogelijk in praktijk gebracht. Deze vergaderingen versterken de onderlinge samenwerking tussen kinderen en leidsters en zijn goed voor de sfeer. Zelfredzaamheid Zelfredzaamheid is het vermogen om voor jezelf te kunnen zorgen zonder directe hulp van anderen. Om op te groeien tot een volledig zelfstandig (volwassen) mens moet een kind zich onafhankelijk durven en kunnen opstellen. Het weet zelf wat het kan en waar het zich verantwoordelijk voor voelt. Een kind dat leert goed voor zichzelf te zorgen ontwikkelt zijn zelfstandigheid. Bij Simba stimuleren wij de zelfredzaamheid aangepast aan de leeftijd met als doel het steeds zelfstandiger worden. Als een kind 8 jaar is, is het van harte welkom in het PR8+PALEIS. Het kan dan al veel dingen zelf en is dus al een echt BSO 8plusser. Soms vindt een kind iets moeilijk, is het iets vergeten of heeft het er geen zin in. De groepsleiding stimuleert kinderen om te laten zien wat ze kunnen. Om steeds zelfstandiger te worden, mag je bij het PR8+PALEIS veel zelf doen vanaf het moment dat je binnenkomt. Voor je het weet ben je een TOPPER. Vanaf ongeveer 9 jaar ga je weer nieuwe dingen leren en kun je een PROF worden. Je maakt dan bijvoorbeeld een boodschappenlijstje voor bakken van een cake en haalt samen met een andere PROF de boodschappen. Ieder kind is uniek en dat geldt dus ook voor de mate van zelfredzaamheid. Het ene kind kan al met 8 jaar dingen zelf die een ander kind van 9 misschien nog niet zelf kan. Het werken aan zelfredzaamheid wordt regelmatig met de kinderen besproken. De verschillende onderdelen waar je aan kunt werken worden uitgelegd en of voorgedaan. Op een speciale kaart houden de kinderen bij wat ze al kunnen en zien waar ze nog aan willen werken.
Simba, pedagogisch beleidsplan bso 8+, 10 februari 2011
3
In een aantal gevallen is toestemming van ouders nodig. Bijvoorbeeld voor het alleen naar Simba komen fietsen of het op een vooraf afgesproken tijd alleen naar huis gaan. Afspraken hierover houden we bij op het toestemmingsformulier. Sociaal-emotioneel Samen met ouders brengen wij de kinderen normen en waarden bij. Groepsleiding geeft het goede voorbeeld in samenwerken, omgaan met regels en conflicten. Samenwerken De kinderen spelen in kleine groepjes of doen mee aan een groepsactiviteit. Hierbij leren ze rekening houden met elkaar. Ze moeten het spelmateriaal met elkaar delen en leren om te overleggen en afspraken te maken. Vriendjes of niet? Hoe ga je om met vriendschappen op de BSO? En wat doe je als je iemand niet zo aardig vindt? We leren de kinderen aardig te zijn voor elkaar. Toch ontstaat er weleens een kleine ruzie. We leren kinderen voor zichzelf op te komen en leren ze oplossingen te bedenke. We geven kinderen eerst de tijd om het zelf op te lossen. Als ze er echt niet uitkomen helpt de groepsleiding. Emoties Wij stimuleren de kinderen om hun emoties te tonen. Ze mogen huilen als ze verdrietig zijn en boos zijn als iets niet lukt. We benoemen dit gedrag en op die manier leert het kind zichzelf beter kennen. Naast rekening houden met elkaar en het durven tonen van je emoties, is het belangrijk om stapje voor stapje zelfstandig te worden. Bij ieder kind stimuleren wij de zelfstandigheid. Pesten Pesten is niet hetzelfde als plagen. Het verschil tussen plagen en pesten voel je meestal direct aan. Om plagen kun je lachen, van pesten moet je huilen. Het is plagen als de kinderen aan elkaar gewaagd zijn, de ene keer doet de een iets onaardigs, een volgende keer is het de ander. Niet altijd leuk, maar het is een ‘spelletje’ en niet bedreigend. Door elkaar te plagen leren kinderen om met conflicten om te gaan. Het hoort bij het groot worden. Pesten is wel bedreigend. En het gebeurt niet zomaar een keer, maar iedere dag weer, soms langere tijd achter elkaar. Pesten is gemeen, mag niet en moet stoppen. Bij Simba praten we over plagen en pesten. Het is belangrijk dat kinderen weten hoe het voelt om gepest te worden en dat we er met elkaar voor zorgen dat pesten niet voorkomt. We bedenken met elkaar hoe je hier mee om kunt gaan, hoe je elkaar kunt helpen en hoeveel leuker het is om aardig te zijn voor elkaar. Motoriek Wij bieden de kinderen creatieve activiteiten aan waarmee ze hun fijne motoriek kunnen ontwikkelen. In de handwerkkamer, maar ook aan de knutseltafels. Een tasje naaien, een shawl breien of een echte vlieger maken. Ook door te bouwen met klein bouwmateriaal wordt de fijne motoriek gestimuleerd. Beweging is belangrijk en daarom zorgen we voor veel beweegactiviteiten waarbij de grove motoriek wordt gestimuleerd. Binnen kunnen we lekker dansen op de dansvloer of in een sportzaal gymmen met verschillende materialen. Buiten kunnen we balspelletjes doen, voetballen op een pleintje, rennen, skeeleren, stelten lopen of hockeyen. Daarnaast bieden we introductielessen aan van verschillende sporten. Denk hierbij aan judo, tennis, streetdance of yoga. Wij vinden het heel belangrijk dat de kinderen na schooltijd voldoende beweging hebben. Simba, pedagogisch beleidsplan bso 8+, 10 februari 2011
4
Cognitieve vaardigheden (dingen leren) Omdat kinderen in hun vrije tijd op Simba zijn, leren ze hier niet op een ‘schoolse’ manier, maar altijd spelenderwijs. We oefenen bijvoorbeeld op een speelse manier waarnemen, logisch denken en inzicht. We spelen vaak gezelschapsspelletjes zoals Uno, Monopoly, het Zakgeldspel, of Levensweg. Ook woordzoekers of kruiswoordraadsels zijn favoriet. Kinderen krijgen de kans om zelf nieuwe dingen te ontdekken en uit te proberen. Als kinderen daar zelf voor kiezen, kunnen ze hun huiswerk op Simba maken. Hier is ruimte voor in de (rustige) woonkamer en in de computerkamer. Taal- en spraakontwikkeling Bij de bso komt taal- en spraakontwikkeling aan de orde door veel met elkaar te praten en bijvoorbeeld moeilijke woorden uit te leggen. In de woonkamer kunnen de kinderen rustig lezen. Creatieve en spelontwikkeling Spelen is onmisbaar voor de ontwikkeling van kinderen. Spel stimuleert kinderen op alle ontwikkelingsgebieden. In het PR8+PALEIS zijn verschillende speelkamers: beneden is een grote leefruimte met daarin een echte kapsalon, een professionele draaitafel, een dansvloer met verkleedkleding, een bouwhoek met Kapla, een tafeltennistafel en een woonkeuken om te kokkerellen. Op de begane grond vind je ook de woonkamer waar je kunt rustig kunt kletsen, lezen of huiswerk maken. In deze ruimte worden ook workshops kinderyoga gegeven. De bovenverdieping is, net als thuis, verdeeld in verschillende kamers: de handwerkkamer, computerkamer en techniekkamer. In de handwerkkamer staan naaimachines en zijn er breinaalden, wol, stof en allerlei ander leuk handwerkmateriaal. Samen met vrijwillige ‘handwerkoma’s maken de kinderen bijvoorbeeld kleding of een tasje. In de computerkamer staan twee computers. Hierop kunnen de kinderen spelletjes doen of een werkstuk typen. Bij het gebruik van computers en internet hanteren we duidelijke afspraken en een filter voor internet. De techniekkamer is voor kinderen die bijvoorbeeld aan de slag willen met ingewikkelde lego of knex constructies. Op de Wii kunnen kinderen binnen sportspellen doen zoals tennis, golf en honkbal waarbij ze niet stil kunnen blijven zitten, maar lekker bewegen. Creativiteit is een onderdeel van het spel. De kinderen mogen zelf knutselmateriaal kiezen en pakken. Het plezier en het ontdekken van de mogelijkheden van verschillend materiaal vinden we belangrijker dan het resultaat. Beneden en boven staan grote tafels waar de kinderen lekker kunnen eten, spelletjes doen of creatief aan de slag. Daarnaast zijn er overal gezellige zitjes om met elkaar te kletsen. Lekker naar buiten In de achtertuin staan een pooltafel en een tafelvoetbalspel. Ook de tafeltennistafel kan buiten gebruikt worden. Er zijn kweekbakken om zelf te tuinieren en de tuin is ook een fijne plek om te ‘chillen’.
Simba, pedagogisch beleidsplan bso 8+, 10 februari 2011
5
3.2 Observeren en het bevorderen van het welbevinden van kinderen De groepsleiding houdt continue in de gaten hoe het met de kinderen gaat. Als er bijzonderheden worden gesignaleerd in het welbevinden van een kind (met andere woorden: hoe een kind zich voelt) overlegt de groepsleiding met elkaar. Besproken wordt hoe ervoor gezorgd kan worden dat een kind zich prettiger voelt. Waar nodig wordt met ouders overlegd. Een stil en teruggetrokken kind wordt bijvoorbeeld gestimuleerd om meer van zichzelf te laten zien. Een kind dat onrustig is bieden we activiteiten om tot rust te komen. Tijdens het werkoverleg bespreken we met elkaar hoe het met de kinderen gaat. Als ouders dat willen is er jaarlijks de gelegenheid voor een 10-minutengesprek met of zonder het kind. Voorafgaand aan het gesprek wordt een observatieverslag gemaakt. 3.3 Normen en waarden overdragen De leidsters hebben een voorbeeldfunctie, kinderen leren veel van de houding van de leidsters. Door kinderen vertrouwd te maken met regels en grenzen, leren we omgaan met elkaar en de omgeving. We leren respect te hebben en aardig te zijn voor elkaar. Iedereen moet zichzelf kunnen zijn in de groep. Dat leren we de kinderen ook. We leggen uit waarom iets niet mag en nemen de kinderen soms even apart om iets uit te leggen. Groepsmomenten worden ook gebruikt om normen en waarden uit te leggen.
Simba, pedagogisch beleidsplan bso 8+, 10 februari 2011
6
4. De groepsleiding 4.1 Een veilige relatie opbouwen Het team van Simba is zeer hecht, er vinden weinig wisselingen plaats. En omdat iedere groep vaste (gediplomeerde) leid(st)ers heeft, zien ouders en kinderen iedere dag vertrouwde gezichten. De kinderen en leidsters leren elkaar op die manier goed kennen. Bij ziekte of vakanties van de leidsters zorgen we voor vervanging door een collega van een andere groep of zetten we één van onze vaste invalkrachten in. Stagiaires krijgen bij Simba de mogelijkheid om het vak van pedagogisch medewerkster in de praktijk te leren. Een stagiaire via de beroepsopleidende leerweg (BOL) komt voor een vooraf vastgestelde periode stagelopen. Een BOL stagiaire staat als extra kracht (boventallig) ingedeeld op een groep en wordt begeleid door een gediplomeerde leidster. Een stagiaire via de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) gaat één dag per week naar school en werkt daarnaast bij Simba om het vak te leren. Na een intensieve inwerkperiode van 2 maanden worden de competenties, inzet en belastbaarheid van de onderwijsdeelnemer besproken. Vervolgens wordt de wijze van inzetbaarheid (afhankelijk van kennis, ervaring en inzet) schriftelijk vastgelegd. Het streven is dat elke onderwijsdeelnemer vanaf het 3e jaar 100% inzetbaar is. Dit betekent dat de BBL’er dan samen met een gediplomeerde leidster op een groep mag staan. De stagiaires en BBL’er helpen mee met de verzorgende taken en diverse activiteiten (voorlezen, spelen, knutselen) voor de kinderen. De groepsleiding, vertrouwde gezichten, haalt de kinderen uit school. Ook de groep is een vertrouwde omgeving voor het kind. Op vaste dagen zijn er dezelfde kinderen op de groep. De leidsters stellen zich open voor de kinderen en leren ze dat andersom ook te doen. 4.2 Uitdaging bieden In het PR8+PALEIS is het van belang dat we de kinderen voldoende uitdaging bieden. Kinderen vanaf 8 jaar hebben al veel ‘beleefd’ en willen een stapje verder. Kinderen mogen zoveel mogelijk zelf kiezen waar, met wie en met welk materiaal ze willen spelen. Ze mogen meedenken en meebeslissen over spelmateriaal, activiteiten en uitstapjes. We vertrouwen ze steeds meer toe. Kinderen vanaf een jaar of 9 willen graag bewegen, zich met elkaar meten of nieuwe vaardigheden onder de knie krijgen. Deze behoeften vullen we bij Simba in door sportactiviteiten aan te bieden en georganiseerde activiteiten. Deze kunnen intern worden georganiseerd, maar ook met behulp van externen: sportclubs of deskundigen op bepaald gebied. 4.3 Praten over het pedagogisch handelen Door veel met elkaar te overleggen op de groep, vullen naaste collega’s elkaar direct aan en geven we elkaar feedback op positieve en negatieve punten. Minimaal vier keer per jaar heeft de groep werkoverleg. Daarnaast vindt er zes keer per jaar een teamvergadering plaats waarin alle groepen van Simba zijn vertegenwoordigd.
Simba, pedagogisch beleidsplan bso 8+, 10 februari 2011
7
5. De groep Het met elkaar omgaan van kinderen en groepsleiding in een groep kent alle aspecten van het dagelijks leven, zoals plezier, samen eten, samen spelen en samenwerken, alleen zijn, ruzie, boos en verdrietig zijn, troosten, feesten en nog veel meer. Ieder kind heeft zijn eigen ik. Daarom heeft ieder kind een andere behoefte. We kijken bij ieder kind naar wat het nodig heeft om zich veilig te voelen in de groep. Wennen Nieuwe kinderen bij Simba, of kinderen die vanuit de bso 4-7 jaar overgaan, kunnen in het PR8+PALEIS komen wennen voorafgaand aan de start van de opvang. Het kind kan dan de locatie verkennen, kennismaken met de kinderen en de groepsleiding en lekker meedoen met spelen. Structuur & rust Door het hanteren van een vaste dagindeling bieden we het kind duidelijkheid en structuur. Soms is het nodig om rust te creëren, dit doen we bijvoorbeeld door de groep te splitsen door binnen en buiten te spelen in verschillende groepen, of met een deel van de groep te gaan gymmen in de sporthal.
5.1 Sociale competenties: de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten en ervaringen met elkaar te delen. Na schooltijd haalt de groepsleiding de kinderen uit school. Kinderen vanaf 10 jaar komen, met toestemming van ouders, zelfstandig naar Simba. De tafel staat vol met lekkernijen (o.a. eierkoeken, crackers, ontbijtkoek en limonade) en met elkaar gaan we eten, drinken en kletsen. Vervolgens gaan de kinderen lekker spelen, ze kiezen zelf met wie en wat ze spelen. Aan het einde van de middag staat er vers fruit op tafel en zijn er hartige hapjes (kaas, worst, komkommer). Tijdens vakanties of op bijzondere dagen is er altijd een lekker extraatje. We maken bijvoorbeeld tosti’s, pizza, pannenkoeken of macaroni. In de keuken kunnen de kinderen ook zelf kokkerellen. In de vakanties bedenken we activiteiten waarbij de kinderen elkaars hulp nodig hebben. Dit kan in sommige speurtochten of spellen gebeuren. Een kind leest bijvoorbeeld de opdracht voor, de anderen moeten dan stil zijn en goed luisteren. Vervolgens moeten ze met elkaar een plan bedenken of een opdracht uitvoeren.
Simba, pedagogisch beleidsplan bso 8+, 10 februari 2011
8
5.2 Regels en rituelen in de groep Natuurlijk zijn er op een bso andere regels dan thuis, misschien nog wel meer dan thuis. Dit is nodig omdat we in groepsverband werken. De kinderen leren de regels en rituelen snel en hebben vaak geen moeite om ze toe te passen, ook al gelden thuis andere regels. Groepsregels Onze groepsregels bieden kinderen veiligheid en duidelijkheid. We bespreken de regels regelmatig met de kinderen (tussendoor of tijdens een kindvergadering) en bekijken of ze nog passen binnen de groep. Soms komen er regels bij of worden de regels aangepast. Als de kinderen inspraak hebben in de regels houden ze zich hier eerder aan. Naarmate de kinderen ouder en zelfstandiger worden, laten we ze meer vrij. Dit zie je terug in de regels. Er zijn bijvoorbeeld regels over hoeveel kinderen er tegelijkertijd in een kamer kunnen spelen en regels over hoe we met elkaar en de spullen omgaan. Rituelen Het hebben van rituelen (bijvoorbeeld op de verjaardag van een kind) vinden wij belangrijk, vooral voor het vergroten van het groepsgevoel. Een moment of gebeurtenis wordt speciaal omdat je steeds dezelfde vormen en gebruiken kiest. 5.2.1 Belonen en straffen In de 8+ zijn hele duidelijke regels die de kinderen goed kennen. Aan nieuwe kinderen leggen we de regels uit en herhalen ze voor iedereen. De kinderen doen hun best om zich aan de regels te houden en de fijne sfeer in de groep te behouden. Kinderen groeien van complimenten. Bij kinderen van deze leeftijd zijn dat niet alleen de verbale complimenten, maar ook eens een vette knipoog die niemand anders ziet, een ‘high five’, een aai over de bol of wat extra één op één contact. We maken ze ook blij met een extra leuke activiteit, individueel of voor de hele groep. Soms loopt het even niet. Een kind vindt het moeilijk om zich aan de regels te houden of vertoont vervelend gedrag. We praten dan apart met het kind. Helpt dit niet, dan moet het kind even apart zitten van de groep om na te denken. 5.3 Zicht op de buitenwereld. Activiteiten om ervaringen op te doen buiten de groep In de schoolvakanties werken we volgens een speciaal op maat gemaakt ‘vakantierooster’. Hierin staat per dag beschreven wat we eten en welke uitstapjes we gaan maken. Zodra de groepsgrootte het toelaat maken we uitstapjes. We gaan lopend of met de Simba bussen. We gaan bijvoorbeeld Survivallen in het bos, zandsculpturen bouwen op het strand, naar een grote speeltuin, een museum of lekker varen. Door uitstapjes en het organiseren van bijzondere activiteiten creëren we situaties om de kinderen samen betekenisvolle ervaringen te laten opdoen.
Simba, pedagogisch beleidsplan bso 8+, 10 februari 2011
9
5.4 Groepsgrootte Gezien de omvang van het PR8+PALEIS mogen hier in totaal maximaal 40 kinderen opgevangen worden. In een groep met kinderen vanaf 8 jaar, zitten maximaal 30 kinderen bij elkaar in een basisgroep. Bij meer dan 30 kinderen wordt gezamenlijk gegeten en gedronken waarna de groep wordt opgesplitst over verschillende ruimten binnen of buiten de locatie. Leidster/kindratio Er werkt één gediplomeerde leidster per 10 kinderen op deze locatie. Bij meer dan 20 kinderen mogen de beroepskrachten ondersteund worden door een andere volwassene (deze volwassene hoeft niet gediplomeerd te zijn).
6. Ruimte en inrichting 6.1 Veiligheid en uitdaging in de binnen- en buitenruimten We werken volgens de normen die worden gesteld door de Wet kinderopvang en de daaruit voortvloeiende werkinstructies. De GGD inspecteert onze locaties aan de hand van deze normen. We hanteren jaarlijks de risico-inventarisatie veiligheid (Consument & Veiligheid) en gezondheid (Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid). Op basis daarvan worden, indien nodig, verbeteringen doorgevoerd. Achterwachtregeling Bij Simba heeft onze groepsleiding de dagelijkse verantwoordelijkheid voor een groep kinderen. We werken samen met collega’s (van andere groepen) op een locatie en kunnen bij calamiteiten op elkaar terugvallen. Zodra een groepsleid(st)er alleen op een locatie staat (in uitzonderlijke momenten waarop de groepsgrootte en situatie het toelaten) gaat de achterwachtregeling in werking. 6.2 Onze werkwijze komt terug in de inrichting van de groepen Simba staat voor huiselijke opvang waarbij we zoveel mogelijk de thuissituatie proberen na te bootsen. Bij de verbouwing van de locatie is hier bewust rekening mee gehouden en is ervoor gekozen om de locatie te verbouwen tot een ‘echt (t)huis’. De kinderen mogen zelf kiezen wat ze willen doen of waarmee ze willen spelen. De groepsleiding doet bijvoorbeeld gezellig mee met spelletjes, voetballen of tafeltennis. Het huis is verdeeld in verschillende kamers zodat de kinderen in groepjes kunnen spelen, maar er is ook volop ruimte om in groter groepsverband te kunnen spelen. Er zijn verschillende hoeken, nisjes en zitjes om je terug te kunnen trekken. Kinderen kunnen het spelmateriaal zelf kiezen en zelf pakken. Buiten hebben we een gezellige tuin en kunnen we daarnaast gebruik maken van de voetbalveldjes of speeltuinen in Monster maar ook van de buitenruimten van onze andere Simba locaties in de buurt.
Simba, pedagogisch beleidsplan bso 8+, 10 februari 2011
10
7. Contact en samenwerking met ouders 7.1 De samenwerking met ouders Vooraf nodigen we geïnteresseerde ouders en kinderen wij uit voor een rondleiding die door een leidster en kind uit de groep wordt gegeven. Nieuwe ouders worden vooraf duidelijk geïnformeerd over de mogelijkheden bij de bso. Tijdens de opvang betrekken we ouders zoveel mogelijk en houden we zoveel mogelijk rekening met hun wensen met betrekking tot de opvang van hun kind. Bijzonderheden worden door ouders meestal telefonisch doorgegeven, de groepsleiding ziet de meeste ouders weer aan het einde van de bso-middag. Een aantal kinderen heeft een mobiele telefoon. De regel is dat de telefoon bij Simba in de tas of zak blijft. Als ouders iets aan hun kind willen doorgeven, wordt dat via de Simba telefoon gedaan en niet via de telefoon van het kind. Als ouders hun kind komen halen, geeft de groepsleiding een persoonlijke overdracht. Een aantal kinderen gaat, met toestemming van de ouders, alleen naar huis. Ouders kunnen altijd met vragen of opmerkingen bij de groepsleiding terecht. Via onze Nieuwsbrief, die we per email versturen, houden we ouders op de hoogte van actuele informatie. Daarnaast verspreiden we ongeveer twee keer per jaar het ‘Simbaatje’. Hierin staan uitgebreide (achtergrond)informatie en leuke wetenswaardigheden. Jaarlijks organiseert Simba een ouderavond voor alle ouders, vaak over een specifiek thema. Daarnaast kunnen ouders zich inschrijven voor het jaarlijkse oudergesprek over hun kind. Tweejaarlijks houdt Simba een tevredenheidsonderzoek om de mening van ouders te peilen. Ouderraad Simba heeft een actieve ouderraad. De ouderraad heeft tot doel: • de belangen van kinderen en ouders zo goed mogelijk te behartigen en de ouders te vertegenwoordigen; • de verantwoordelijkheid van de ouders voor de opvoeding van de eigen kinderen te realiseren, door invloed uit te oefenen op het beleid van het kinderdagverblijf; • de communicatie tussen leiding, groepsleiding en ouders te bevorderen; • het kwaliteitsbeleid van het uitvoerend werk in het kinderdagverblijf mede te bepalen. Om haar doel te bereiken en invulling te geven aan haar bevoegdheden overlegt de ouderraad ongeveer één keer per twee maanden, waarvan een aantal keer met de leiding van Simba. De ouderraad geeft adviezen en levert een bijdrage aan ouderavonden. De ouderraad verstrekt de ouders heldere informatie over haar activiteiten en is aanspreekpunt voor opmerkingen/klachten van ouders. De ouderraad is per email te bereiken via:
[email protected]. 7.2 Omgaan met verschillen tussen ‘thuis’ en kinderdagverblijf Simba houdt zoveel mogelijk rekening met de wensen van de ouders. Wij proberen zoveel mogelijk flexibel te zijn, maar kunnen door het werken met een groep vanzelfsprekend niet aan alle individuele wensen voldoen. We streven er naar om zoveel mogelijk op één lijn te komen. 7.3 Ouders betrekken bij ons pedagogisch denken en doen Het pedagogisch beleidsplan wordt voorgelegd aan de ouderraad van Simba. In deze ouderraad zit ook een vertegenwoordiging vanuit het PR8+PALEIS.
Simba, pedagogisch beleidsplan bso 8+, 10 februari 2011
11