Christoforus Kinderopvang Pedagogisch beleidsplan februari 2015
”Wie de wereld wil leren begrijpen, begint met het leren begrijpen van de mens, want wie de mens begrijpt, begrijpt de wereld” Met werken aan het raadsel van het kind, raken we aan het werken aan de wereld. Rudolf Steiner
Inhoud 1.Voorwoord .......................................................................................................................................... 3 2.Pedagogische visie .............................................................................................................................. 3 2.1 Wat willen wij onze kinderen bieden? ....................................................................................................... 5
3. Pedagogische visie in de praktijk ........................................................................................................ 8 3.1 Het team ................................................................................................................................................... 8 3.2 Pm’er- kindratio ........................................................................................................................................ 9 3.3 Groepsindeling .......................................................................................................................................... 9 3.4 Wenbeleid ................................................................................................................................................ 9 3.5 Doorstroming .......................................................................................................................................... 10 3.6 Doorgaande lijn....................................................................................................................................... 10 3.7 Vierogenbeleid (0-4 jaar)......................................................................................................................... 10 3.8 Incidentele opvang/structureel afnemen van een extra dagdeel ............................................................. 10 3.9 Ruildagen ................................................................................................................................................ 11
4. Gezondheidszorg en hygiëne ........................................................................................................... 11 4.1 Ziek en beter melden .............................................................................................................................. 11 4.2 Ziek worden van kinderen tijdens opvanguren ........................................................................................ 11 4.3 Zieke kinderen ........................................................................................................................................ 11 4.4 Vaccinatiebeleid ...................................................................................................................................... 12 4.5 Luiers en toiletbezoek ............................................................................................................................. 12 4.6 Voedingsbeleid ....................................................................................................................................... 12
5. Pedagogisch partnerschap met ouders ............................................................................................ 12 5.1 Klachtenregeling ..................................................................................................................................... 13
6. Algemene zaken ............................................................................................................................... 13 6.1Privacy ..................................................................................................................................................... 13 6.2 Facturatie................................................................................................................................................ 13 6.3 Landelijke registratienummers ................................................................................................................ 13 6.4 Protocollen ............................................................................................................................................. 14 6.5 Vervoer en uitstapjes ............................................................................................................................ 125 6.6 Verzekering ........................................................................................................................................... 155 6.7 Samenwerking met andere organisaties ................................................................................................. 15
2
1.Voorwoord Christoforus Kinderopvang heeft een aantal kleinschalige locaties voor kinderopvang op antroposofische grondslag. Dat wil zeggen dat er gewerkt wordt volgens de pedagogische ideeën van Rudolf Steiner. De kinderopvang is voor elk kind toegankelijk, ongeacht geloof of levensovertuiging van ouders of verzorgers. De kinderdag verblijven bieden opvang aan kinderen van o tot 4 jaar. Afhankelijk van de groepsgrote bieden wij horizontale groepen of een verticale groep aan. De peutergroepen bieden opvang aan voor kinderen van 2 tot 4 jaar De bso groepen vangen kinderen op van 4 tot 12/13 jaar.
2.Pedagogische visie Bij Christoforus Kinderopvang zien we het kind niet als een onbeschreven blad, maar als mens ‘in de dop’ die in aanleg al veel inzicht heeft . In de eerste vormende jaren van een mensenleven werken we samen met de ouders aan een gezonde basis voor het kind. We bieden een warme, veilige en uitnodigende omgeving. Daarin kan het kind naar hartenlust ontdekken en zich al spelend allerlei vaardigheden eigen maken. De pedagogische werkwijze houdt rekening met het mensbeeld waarin lichaam, ziel en geest zich achtereenvolgens ontwikkelen tot samenhangend geheel. We hebben oog voor de eigenheid van ieder kind en respecteren het tempo en de manier waarop het zich ontwikkelt. Als kinderen zich gezien en gewaardeerd voelen om wie ze zijn, krijgen kinderen vertrouwen mee in zichzelf.In een beschermde , uitnodigende omgeving spelen kinderen zich groot. We geven kinderen vertrouwen in de wereld door hen veel positieve ervaringen te bieden. Binnen Christoforus Kinderopvang is onze handelwijze en omgeving afgestemd op de ontwikkelingsfasen van het kind. In de fasen van steeds 7 jaar ontwikkelt de mens steeds weer andere vermogens. In de eerste zeven jaar van hun leven ontwikkelt het kind zich door te doen. Onvermoeibaar oefent het allerlei vermogens en onderzoekt het de wereld om zich heen. Alle indrukken uit de omgeving bootst het kind in deze fase na. Nabootsing is meer dan imitatie: het is het eigen maken door (vanbinnen) na te doen. Jongere kinderen zijn nog één met de omgeving . Indrukken komen nog ongefilterd binnen omdat het kind nog geen standpunt kan innemen. We behoeden kinderen daarom voor teveel en onwenselijke indrukken. Want het jonge kind gedijt in een geborgen, overzichtelijke omgeving. In de tweede zeven jaar ontwikkelen kinderen zich door enthousiasme. Het kind zoekt voorbeelden waarvoor het liefde en ontzag voor kan hebben. De BSO’s bieden in de eerste plaats een huiselijke sfeer waarin het kind kan uitademen na een inspannende schooldag. Uiteenlopende activiteiten zorgen er vooral voor plezier. Zelf of samen iets moois maken geeft bovendien zelfvertrouwen en voldoening . De groeimomenten in de ontwikkeling van kinderen zijn tevens cruciale momenten in de ik-ontwikkeling. Daar hebben we oog voor. Het ontwakend zelfbewustzijn in de koppigheidsfase rond het 3e levensjaar en de ikbeleving rond het 10e levensjaar begeleiden we met geduld en begrip, wetend hoe belangrijk deze periodes zijn voor in de persoonlijkheidsontwikkeling.
3
Nabootsing In de eerste zeven levensjaren staat het kleine kind geheel open voor de wereld. Vol vertrouwen laat het die wereld binnen stromen. Het kleine kind is gevoelig voor de intenties en de innerlijke houding van de opvoeders. Het beweegt mee met de bewegingen die de opvoeder maakt en bootst ze vervolgens na Nabootsing is in die zin niet een passief kopiëren maar een activiteit waarbij het hele organisme is betrokken. Het is actief opnieuw scheppen. Voor de pm’ers betekent dit dat het belangrijk is dat ze alle handelingen met aandacht doen zodat het kind vanuit enthousiasme mee wil doen. Het is niet hun rol om opdrachten te geven en gestructureerd dingen aan te leren maar om vanuit de totale persoonlijkheid te zijn en het kind voor te leven.
Rust Een kind gedijt goed in een sfeer van rust. Daarin kan het ongestoord zonder afgeleid of gestuurd te worden zichzelf en de wereld om hem heen ontdekken. In deze ongestoorde sfeer van rust kan de ontdekkingsdrang, nieuwsgierigheid en verwondering van het kind zich uitleven. Op de kinderopvang zijn veel kinderen en er is altijd drukte. De pm’ers proberen in hun handelen rust uit te stralen en steeds weer momenten van rust te creëren. Soms voor de hele groep, vaak ook voor een individueel kind. Er is ruimte voor een rustige plek voor kinderen die rust nodig hebben of een plek waar kleine kruipertjes ongestoord kunnen kruipen, rollen en hun eigen ontdekkingen doen.
Ritme en regelmaat Kinderen kennen de wereld nog niet. Om vertrouwen te krijgen in die wereld kan een kind veel steun en houvast ontlenen aan een vaste volgorde, een vaste dagindeling en vaste gewoontes en rituelen. Momenten van (in)spanning en ontspanning, binnen en buiten wisselen elkaar door de dag heen ritmisch af. Door herhaling van de handelingen ontstaat herkenning bij het kind en dat biedt een gevoel van veiligheid en vertrouwen Overgangen door de dag heen worden begeleid door vaste liedjes zodat ze herkenbaar zijn voor alle kinderen. Overgangen zijn vaak moeilijk maar door het zingen van een passend en herkenbaar lied gaat de ene situatie vaak vloeiend over in de volgende. Naast het dagritme is er ook het jaarritme met de jaarfeesten. Rondom de jaarfeesten zingen we steeds dezelfde liedjes.
Respect Door de medemens met respect tegemoet te treden, plant en dier met verwondering en interesse te benaderen en met aandacht om te gaan met voeding, inrichting en speelmateriaal, proberen we eerbiedskrachten te wekken en aan te sluiten bij de gevoelens van eerbied en verwondering, die het kind van nature bezit. De pm ‘ers gaan respectvol om met de hen omringende wereld. De handelingen doen ze met aandacht. Door het jaar heen vieren we de jaarfeesten en sluiten daarbij sterk aan bij het natuur beleven van het kind. We kijken naar alles wat de natuur ons ieder seizoen brengt.
Zintuigen Het kleine kind is één en al zintuig en kent nog geen verschil tussen waardevolle en minder waardevolle indrukken. Daarom proberen we nieuwe en verschillende indrukken gedoseerd aan te bieden, waarbij we waken over de kwaliteit van deze indrukken. Daarom kiezen wij voor een rustig kleurgebruik in onze ruimte, met veel natuurlijke materialen (hout, wil, katoen, zijde).
4
Rudolf Steiner onderscheidt twaalf zintuigen, waarvan de 1e vier vooral voor het kleine kind van belang zijn. Ze werken zowel op lichamelijk als psychisch gebied.
Met de tastzin probeert het kind zijn omgeving en zijn lichaam te begrijpen. Met de levenszin voel je hoe het met je gaat en hoe de sfeer om je heen is. De bewegingszin laat het kind voelen wat het doet (kruipen, springen) en laat het kind de intentie voelen waarmee anderen handelen. De evenwichtszin vertelt of je rechtop zit of scheef, en het geeft je informatie over je geestelijk evenwicht (je innerlijke rust/onrust).
Bij de opvoeding van het jonge kind ligt het accent op de lichaamsgerichte zintuigen. De eerste zeven jaren zijn de jaren waarin het fysieke lichaam van het kind opgebouwd en uitgevormd moet worden en waarin het kind thuis moet raken in het lichaam. De andere zintuigen zijn: geur, smaak, gezicht, warmtezin, gehoor, woord-, spraak- of gestaltezin, gedachtenzin, Ik-zin. Pm’ers verrichten met zorg en aandacht hun dagelijkse bezigheden. Ze werken vanuit een houding van liefde en respect en hebben aandacht voor alles wat kan bijdragen aan een behaaglijk gevoel, waardoor het kind warmte en geborgenheid kan gewaarworden. Wij vormen onze omgeving met meubels en speelgoed van natuurlijke materialen om het kind op deze manier een belevingswereld te bieden die dicht bij het fysieke lichaam ligt.
2.1 Wat willen wij onze kinderen bieden? Wilsontwikkeling Voor de ontwikkeling van de wil en van daadkracht is het stimuleren van eigen activiteiten, het bieden van herhaling en regelmaat, het aanleren van goede gewoontes en het richten van aandacht op de omgeving belangrijk. Een goed ontwikkelde wil, is een stevige basis voor het geestelijk prestatievermogen op latere leeftijd. In de eerste levensjaren worden het geheugen, concentratievermogen en doorzettingsvermogen gevormd uit wat een kind met zijn zintuigen waarneemt. Door middel van zijn wil bootst het na. Lopen en praten leert het kind louter en alleen door nabootsing. Evenals respect voor zichzelf en anderen of plezier in spel en werk. Deze dingen kun je een kind niet bijbrengen door er alleen over te praten. Hij kan het alleen nabootsen wanneer hij het werkelijk gezien of ervaren heeft. Daarom creëren wij een omgeving waarin het kind positief gestimuleerd wordt zijn wil te ontwikkelen. Een positieve levenshouding Een klein kind kan de wereld onbevangen en vol vertrouwen tegemoet treden. We proberen dit vertrouwen zoveel mogelijk intact te houden, zodat het een stevige basis van (zelf)vertrouwen kan ontwikkelen en nieuwe/vreemde dingen als een uitdaging kan zien in plaats van als een bedreiging. Door met verwondering naar grote en kleine voorvallen te kijken, wek je zowel bij jezelf als bij het kind een gevoel van blijdschap en eerbied. Zinvolle bezigheden en plezier maken helpen het kind zijn energie positief te richten . De emotionele en sociale ontwikkeling Wij willen de kinderen helpen uit te groeien tot evenwichtige volwassenen en daarbij hoort ook een evenwichtige emotionele ontwikkeling. Door de veilige omgeving mag en kan een kind bij ons zijn emoties tonen, waardoor het leert daarmee om te gaan. De sociale en emotionele ontwikkeling zijn niet los van elkaar te zien. Je kunt je emoties alleen ontwikkelen en leren kennen in relatie tot je omgeving. Het heeft een wederzijdse invloed op elkaar. De kinderen krijgen voldoende ruimte tot sociaal spel. De pm’ers bouwen een goede band op met elk kind, zodat ieder kind zich veilig en vertrouwd kan voelen en zich optimaal kan ontwikkelen. Zorg voor andere kinderen, zelfredzaamheid en zelfstandigheid worden
5
gestimuleerd. Juist in het samenzijn en samenspelen met andere kinderen, kan een kind op sociaal en emotioneel gebied ‘groeien’. Het vrije spel is daarbij voor het jonge kind erg belangrijk. Spelen is leren! Ook rust, regelmaat en herhaling dragen bij aan de sociale en emotionele ontwikkeling. Wij streven naar een sfeer van rust, waarin het kind ongestoord kan spelen zonder dat het opgejut of gestuurd wordt.
Dagritme Het ritmisch voltrekken van de dag is een voorwaarde voor een gezonde ontwikkeling van het kind. Momenten van rust en van activiteit wisselen elkaar af. Duidelijke markeringen van de activiteiten door middel van terugkerende liedjes en spreuken, en vaste eet- en slaaptijden spelen in op de behoefte aan ritme die het kind heeft. Dit geeft het kind een basisvertrouwen. De jongste kinderen volgen hun eigen ritme.
Jaarritme Het jaarritme wordt bepaald door de seizoenen en de jaarfeesten. De seizoenen beleven we zowel buiten als binnen. Onder verschillende weersomstandigheden spelen we buiten. Het jaarritme maken we ook in de jaarfeesten beleefbaar. Net als de seizoenen heeft elke van deze feesten een eigen kwaliteit die ook in de natuur terug te vinden is. Vaak zijn het ook momenten die we samen met de ouders vieren. Het beleven van het jaarverloop geeft kinderen een oriëntatie en vertrouwen in de tijd. In de groep staat een seizoen tafel die laat zien wat de natuur op dat moment te bieden heeft. De liedjes en activiteiten sluiten daarop aan. 6 januari 2 februari 21 maart April Mei 24 juni 29 september 11 november Eind nov./begin dec December
Driekoningen Maria Lichtmis/einde donkere periode 1e lentedag Palmpasen en Pasen Pinksteren en Hemelvaart Sint Jansfeest/Midzomer Michaël feest/Oogstfeest Sint Maarten 1e advent december Sint Nicolaas en Kerstfeest
We vieren de feesten niet uitgebreid op de betreffende dag, maar laten de kinderen vooral de sfeer van het jaarfeest beleven. We nemen ruim de tijd voor de voorbereiding zodat we naar een feest ‘toegroeien’ en laten de liedjes en spelletjes nog geruime tijd naklinken. Kinderen spelen zich groot Spelen doen kinderen van nature als ze de gelegenheid krijgen. Al spelend maken zich sociale en fysieke vaardigheden eigen en verwerken ze allerlei ervaringen. Juist het vrije spel, zonder educatieve doelen, blijkt hiervoor het belangrijkst. Vrij spel vormt dan ook een belangrijk onderdeel van de dag. We scheppen een omgeving die uitnodigt tot spelen. Het huishouden en alle activiteiten die het kind van dichtbij kent, zijn bron van spel. Het speelgoed en de omgeving spreken de verbeeldingskrachten aan. Fantasiespel, waarin het kind zijn eigen wereld schept, legt de basis voor de creatieve scheppende vermogens. Bewegen (kruipen, klauteren, schommelen , hobbelen , sjouwen , bouwen, enz.) legt de basis voor spreken en denken. Spelen met natuurlijke materialen geeft kinderen een gevoel voor kwaliteit en echtheid mee. Kunstzinnige activiteiten helpen het kind zich creatief te uiten en brengen het in de drukte van de groep weer bij zichzelf.
6
Zingen laat de dag stromen Pm’ers hebben een schat aan liedjes paraat die het ritme van de dag begeleiden. Overgangsmomenten gaan met liedjes bijna vanzelf . Klusjes als opruimen worden een feest. De seizoenen en jaarfeesten worden beleefbaar en de taal klinkt rijk. Liedjes zorgen voor een stroom waarop kinderen makkelijk kunnen mee komen . Met een liedje of een rijmpje bereik je het jonge kind zoveel makkelijker dan met gewoon praten. Ze zijn gevoeliger voor klank en ritme
2.2 Belang van natuur en buiten spelen Het pedagogisch belang van buiten spelen in de tuin en in de natuur is te herleiden tot 3 gebieden die in de ontwikkeling van het kind een hoofdrol spelen. Fysieke ontwikkeling Door veel in de buitenlucht te zijn bouwt het kind een gezonde weerstand op. Het lichaam went eraan om in alle weertypen buiten te zijn. Naar mate kinderen ouder worden houden ze het bijvoorbeeld in de winter steeds langer vol, zonder het koud te krijgen . Voor de allerkleinsten, de baby’s, zijn de natuurindrukken vormend voor de zintuigen. Het bewegen van de bladeren aan de bomen, de vogelgeluiden, het ruisen van de wind, de wolken die langs de hemel schuiven, de frisheid van de ochtend, de warmte van de zon, de geur van het gras, etc. Dit zijn kwaliteiten die de zintuigen op een rustige manier voeden en dat is in deze tijd van overprikkeling van grote waarde. De motorische ontwikkeling vormt de basis voor alle leerprocessen die een kind in zijn lagere schooltijd doorloopt. Het kind oefent in het buitenspel om zijn lichaam te gebruiken voor allerlei motorische activiteiten. Klimmen, springen, balanceren, bukken, reiken, sjouwen, trekken, duwen, etc. Dit zijn grof motorische vaardigheden die in het bos volop geoefend worden. Met stokken zwaaien en gooien mag hier. Zo leert een kind zich te verhouden tot zijn omgeving. Emotionele ontwikkeling Kinderen houden van ritme en regelmaat. Het geeft ze houvast en zekerheid. Het altijd terugkerende ritme van de seizoenen vormt een veilig kader waarin heel veel te beleven valt . Het is bijvoorbeeld ieder jaar herfst, maar elke herfst is een beetje anders. Het voldoet aan hun basiszekerheid maar geeft ook nieuwe indrukken. Elk jaar beleven ze weer andere dingen; zo verrijkt het hun gevoelsleven. Kinderen leren hun grenzen kennen in een natuurlijke omgeving. Ze leren vertrouwen op hun eigen kunnen en worden zelfverzekerder. Door bijvoorbeeld regelmatig in dezelfde boom te klimmen en elke keer een stukje verder te durven.
Sociale ontwikkeling Kinderen onder de 2 jaar spelen nog veelal naast elkaar en komen elkaar af en toe tegen. Op zo’n moment zie je ze even samen peuteren in de aarde of klimmen over een stronkje. De kinderen die ouder zijn zie je samen rondstruinen, klimmen en hutten bouwen. Zo leren ze samenwerken, elkaar helpen en elkaars inbreng waarderen. Er is buiten, letterlijk en figuurlijk , ruimte voor initiatief! De kinderen leren rekening houden met elkaar en maken bij het spel hun eigen spelregels. Ook spelen ze fantasiespel en gebruiken de natuurlijke omgeving als inspiratiebron. Een omgezaagde boom kan in hun spel van alles zijn. Daarnaast zijn er altijd gezamenlijke afspraken waar iedereen zich aan moet houden.
Creëren van een vertrouwensbasis Het kind krijgt bij Christoforus Kinderopvang de mogelijkheid zich verbonden te voelen met zichzelf en zijn omgeving. De oprechte interesse in wie een kind is en wil worden maakt dat kinderen zich gezien en gekend voelen.
7
We willen dat kinderen de dag als een geheel kunnen ervaren, ook al brengt het tijd door op verschillende plekken. De brug naar thuis en later naar school is dan ook van wezenlijk belang. We bevestigen het feit dat een kind onderdeel uitmaakt van een groter geheel, waarin het zich nu geborgen en gedragen kan voelen. En waarin het later vanuit zelfvertrouwen zijn eigen plek zal kunnen innemen.
3. Pedagogische visie in de praktijk 3.1 Het team De pm’er is een belangrijk persoon in het leven van een kind. Er ontstaat een band, die voor de pm’er ook verantwoordelijkheid schept. Kinderen krijgen meer mee dan alleen wat zichtbaar is. Ook de intentie en stemmig waarmee iets gebeurt komt bij een kind binnen. Pm’ers nemen hun eigen ontwikkeling serieus. Pm’ers bieden kinderen de eerste zeven levensjaren een omgeving die ze kunnen nabootsen in gewoontevorming , gedrag en bezigheden . Hierin is de pm’er vaak bewust en onbewust een middelpunt. Voor kinderen in de tweede zeven jaar fase dragen pm’ers een voorbeeldfunctie in verhouding tot de wereld. Ze vertegenwoordigen voor de schoolkinderen de maatschappij en hoe je daar van binnenuit mee om kunt gaan in al haar facetten. Nabootsing speelt een belangrijke rol in de manier waarop jonge kinderen leren. De leidsters die met deze leeftijdsgroep naar buiten gaan moeten zelf van de natuur en het buiten zijn houden, alleen dan kunnen ze het goede voorbeeld geven. Voor de BSO kinderen komt daar een spelenderwijs leren kennen van natuurprocessen bij, ze gaan gedetailleerder kijken en onderzoeken. Hier wordt het belangrijk dat de medewerkers naast het bovenstaande ook kennis hebben van de natuur. De pm’ers zijn zich bewust van hun voorbeeldfunctie. Ze werken vanuit een gevoel van eerbied en respect voor mens, dier en omgeving. Zij staan steeds weer stil bij hun eigen houding. De pm’ers zijn sturend aanwezig en bepalen de structuur waarbinnen de kinderen zich vrij kunnen bewegen. Op de groep is altijd een gekwalificeerde pm’er aanwezig. Iedere groep heeft een vast team van minimaal drie pm’ers. Daarnaast zijn er regelmatig stagiaires van diverse opleidingen en worden de pm’ers eventueel ondersteunt door vrijwilligers. Van alle pm’ers, vrijwilligers en stagiaires is een verklaring omtrent gedrag (VOG). Alle pm’ers zijn in het bezit van een (kinder)EHBO diploma Oranje Kruis. Er is altijd iemand aanwezig met het diploma BHV (bedrijfshulpverlening) Bij ziekte van één van de pm’er wordt er een beroep gedaan op een andere gekwalificeerde pm’er. Er is een achterwachtregeling voor als een pm’er alleen op een groep staat. Is de achterwachtregeling van toepassing dan is de locatie manager achterwacht. Locatiemanager kan vervangen worden door manager van andere locatie of directeur
8
3.2 Pm’er- kindratio Dit gaat minimaal conform de onderstaande wettelijke richtlijnen. Groepen van 0 tot 2 jaar 2 beroepskrachten tot en met 9 kinderen opvangen. Groepen met alleen 2-3 jarigen 1 beroepskracht op 8 kinderen. Groepen met van 0 tot 3 jaar 3 beroepskrachten tot en met 15 kinderen opvangen. In de categorie van 4 tot 8 jaar ratio van 2 beroepskrachten tot en met 20 kinderen. Een groep bestaat maximaal uit 20 kinderen In de categorie van 8 tot 13 jaar mogen 3 beroepskrachten tot en met 30 kinderen opvangen. In deze situatie kan in plaats van een beroepskracht een extra volwassene worden ingezet als derde beroepskracht.
3.3 Groepsindeling Binnen Christoforus vindt de opvang van kinderen plaats in stamgroepen. De samenstelling van de stamgroep is afhankelijk van de leeftijdsopbouw van de kinderen en de oppervlakte van de ruimte. Vanuit de stamgroep vinden de basisactiviteiten als slapen, eten en andere activiteiten plaats. Naast de activiteiten die in de stamgroep plaatsvinden, worden ook activiteiten buiten de stamgroep georganiseerd. Hier kan sprake zijn van samenwerking tussen de verschillende groepen binnen één locatie. Voorbeelden van activiteiten binnen de stamgroep zijn: fruit eten, boterham eten, slapen, verjaardag vieren, knutselactiviteiten. Voorbeelden van activiteiten buiten de stamgroep zijn: specifieke activiteiten voor leeftijdsgenoten, bewegen op muziek en buiten spelen. In de pedagogisch werkplannen wordt helder omschreven hoe de samenstelling en werkwijze van de stamgroepen op dat kinderdagverblijf is georganiseerd In onze locaties zijn verticale en horizontale groepen. Verticale groep Onder een verticale groep wordt een groep verstaan waarin de leeftijden meer dan twee jaar uit elkaar liggen, bijvoorbeeld zes weken tot vier jaar. In een verticale groep is dat een kind met het ouder worden steeds een verschillende positie inneemt binnen dezelfde groep; van de jongste naar de oudste van de groep en de toenemende aansporing om verantwoordelijk te zijn voor de kleinsten. Horizontale groep In een horizontale groep liggen de leeftijden dicht bij elkaar. Voordelen hiervan zijn dat veel gezamenlijk kan worden gedaan, wat de onderlinge contacten kan stimuleren. Door de beperkte spreiding in de leeftijd kan de leiding meer inzicht krijgen in de ontwikkelingsfases van de kinderen, omdat de samenstelling van de groep meer vergelijkingsmogelijkheden biedt.
3.4 Wenbeleid Niet alleen de kinderen, ook de ouders moeten wennen aan de opvang, is onze ervaring. Daarom hebben we een wenperiode. Hierin leggen we de basis voor een vertrouwensrelatie tussen kind, pedagogisch medewerker en ouders. Afspraken rondom het wennen gaan in overleg met de ouders.
9
Wennen op de peutergroepen en KDV gaat als volgt. Ouder en kind komen eerst samen een half uur op de groep een kopje thee drinken en spelen. De volgende stap kan zijn dat de ouder het kind een uur alleen op de groep laat. Passend bij het kind en de ouder wordt dit uitgebreid naar een halve dag, hele dag. Om maximale zorg te bieden aan het nieuwe kind en de rust op de groep te waarborgen kan er één kind tegelijk op de groep wennen. De doorstroom van onze peutergroepen en KDV gaat spelenderwijs. Kinderen gaan tegen hun vierde jaar regelmatig een uur spelen bij de BSO. De betaling van de opvang start als de wenperiode begint.
3.5 Doorstroming Kinderen stromen door naar een andere groep als dit qua leeftijd en ontwikkeling bij hen past. Het feit dat een kind er aan toe kan zijn om overgeplaatst te worden telt meer mee in de afwegingen dan de exacte kalenderleeftijd. Een doorplaatsing van een kind naar een andere groep wordt zorgvuldig voorbereid. Doorstroming van een kind vindt in overleg met de ouders plaats.
3.6 Doorgaande lijn Er is regelmatig overleg met de kleuterjuffen van de Vrijeschool waarin we gevestigd zijn, zodat de overgang naar de kleuterklas gemakkelijk verloopt We werken met een overdrachtsformulier dat na goedkeuring door de ouders aan de school wordt gegeven. Ouders van kinderen die naar een andere school gaan, krijgen een overdrachtsformulier mee dat ze aan de kleuterjuf kunnen geven. Toestemming voor contact van pm’ers en leraren van de school wordt vastgelegd in het intake formulier
3.7 Vierogenbeleid (0-4 jaar) De pm’er is in principe nooit de enige volwassenen in het pand. Mogelijke uitzonderingen zijn aan het begin en einde van de dag tussen 7.30-8.30 uur en tussen 17.00-18.00 uur en tijdens middagpauze van 45 minuten.
Op momenten dat de pm’er op alleen op de groep is, staan de gangdeur en alle binnendeuren open Pedagogische medewerkers gaan altijd met z’n tweeën op stap met de kinderen Pedagogische medewerkers lopen regelmatig elkaars groepsruimtes binnen zonder te kloppen De coördinator komt regelmatig binnen in de groepsruimtes In alle binnendeuren zitten ramen
3.8 Incidentele opvang/structureel afnemen van een extra dagdeel Het kan zijn dat ouders incidenteel een extra dag(deel) willen afnemen welke buiten de vaste contacturen valt. Dit is mogelijk wanneer de maximale stamgroepsgrootte evenals het aantal pm’ers gehandhaafd blijft . Deze incidentele opvang dag vindt in principe binnen de eigen stamgroep/basisgroep van het kind plaats. Wij zijn van mening dat geborgenheid en gevoel van veiligheid voor het kind en voor de stamgroep/basisgroep als geheel voorop staan. De mogelijkheid om een extra opvang dag of ruildag buiten de stamgroep/basisgroep af te nemen, indien geen plaats is op de eigen groep, wordt in overleg met de ouders besproken en schriftelijk vastgelegd. Structureel afnemen extra dag(deel) Uitgangspunt is dat bij het structureel afnemen van een extra dag(deel) het kind in de oorspronkelijke stamgroep geplaatst wordt. Wanneer de groepsgrootte het niet toelaat het kind een extra dag(deel) in deze groep te plaatsen, kan in overleg met ouders besloten worden het kind voor die dag/dat dagdeel tijdelijk in een andere groep te plaatsen. Hiervoor is schriftelijke toestemming van de ouders nodig. Als deze situatie zich voordoet, mag een kind in maximaal één andere groep geplaatst worden. Zodra plaats is in de oorspronkelijke stam- of basisgroep wordt het kind overgeplaatst naar deze groep. In de (nieuwe) plaatsingsovereenkomst wordt vermeld dat het kind voor die dag in een andere groep wordt opgevangen en per wanneer de het kind weer in zijn eigen groep geplaatst kan worden.
10
3.9 Ruildagen
Er is geen maximum aantal ruildagen Een toegezegde ruildag betekent dat de vrijgekomen plaats kan worden toegezegd aan een andere klant Ruilen kan alleen binnen hetzelfde product. Verschillende producten kunnen niet onderling worden geruild. Bv. ruilen tijdens vakantie, kan alleen voor opvang in die vakantie De mogelijkheid van de ruiling wordt beoordeeld door de medewerkers van de betreffende locatie op basis van: beschikbare plaatsen, welbevinden van de kinderen en het pedagogisch klimaat van de groep Ruildagen kunnen niet ingezet worden op extra openingstijden i.v.m. studiedagen van school Erkende feestdagen en andere vaste sluitingsdagen kunnen niet worden geruild Voor de bso dienen de ruildagen binnen het schooljaar te worden opgenomen. Niet gebruikte ruildagen komen aan het einde van het schooljaar te vervallen Voor het kinderdagverblijf dienen ruildagen binnen het kalenderjaar te worden opgenomen. Niet gebruikte ruildagen komen aan het einde van het schooljaar te vervallen Afwezigheid van kinderen zonder afmelding geeft geen recht op een ruildag
.
4. Gezondheidszorg en hygiëne Sinds 1 januari 2005 is de Wet Kinderopvang van kracht, die kinderdagverblijven verplicht aan een door de overheid vastgestelde kwaliteitsnorm te voldoen. Jaarlijks worden door Christoforus alle risico’s op het gebied van veiligheid en gezondheid geïnventariseerd, en waar nodig wordt actie ondernomen. Deze Risico Inventarisatie & Evaluatie wordt jaarlijks getoetst door de GGD; de rapportage ligt voor ouders ter inzage bij de coördinator, of via de site van de GGD en onze eigen site. Als de pm’ers signaleren in de loop van het jaar gevaarlijke situaties signaleren dan worden deze direct aangepakt.
4.1 Ziek en beter melden Bij afwezigheid en ziekte van het kind dit zo spoedig mogelijk melden.
4.2 Ziek worden van kinderen tijdens opvanguren Wanneer het kind tijdens de opvang ziek wordt, dan nemen wij contact met de ouders op. Een kind is voor ons ziek als: • koorts boven de 38 ˚C • moet overgeven/diarree • zich duidelijk ziek voelt Als een kind een besmettelijke ziekte heeft, volgen wij het protocol van de GGD. Wanneer er bij Christoforus Kinderopvang een besmettelijke ziekte heerst, worden ouders hierover geïnformeerd. Zo nodig zal een huisarts geraadpleegd worden (als het kan de eigen huisarts).Bij ernstige zaken gaan wij direct naar het ziekenhuis, waarbij tegelijkertijd de ouder(s) gewaarschuwd worden. Het is wenselijk dat de ouders ons informeren als het kind in aanraking is geweest met een besmettelijke ziekte. Richtlijnen hiervoor zijn aanwezig in het protocol hygiëne en veiligheid van de GGD .
4.3 Zieke kinderen Wanneer een kind een ziekte heeft (of bijvoorbeeld een levensbedreigende allergie), wordt vooraf afspraken gemaakt met de ouders over de wijze van handelen in noodsituaties. Soms kan het wenselijk zijn dat een kind medicijnen toegediend krijgt gedurende zijn verblijf in de opvang. Dat is een grote verantwoordelijkheid.
11
Er moet op toegezien worden dat het kind zijn medicijnen op tijd krijgt en ook in de juiste hoeveelheid. Daarom hebben wij de volgende afspraken gemaakt:
Een pm’er kan altijd het toedienen van medicijnen weigeren Als een pm’er bereid is medicijnen toe te dienen, moeten de ouders hiervoor schriftelijke toestemming geven middels het formulier ´toediening medicijnen. Het protocol toedienen van medicijnen is hier van toepassing
4.4 Vaccinatiebeleid Het is geen eis dat kinderen ingeënt moeten zijn. Voor kinderen die ingeënt zijn ontvangen wij graag bij het kennismakingsgesprek een kopie van de inentingspapieren. Dit geldt ook voor BSO kinderen (tetanus)
4.5 Luiers en toiletbezoek De kinderen worden regelmatig verschoond of geholpen naar de wc. te gaan. In overleg met de ouders werken de pm’ers mee aan de zindelijkheidstraining.
4.6 Voedingsbeleid We gaan bewust om met voeding. Binnen Christoforus wordt zoveel mogelijk biologisch-dynamische voeding gebruikt, zonder toegevoegde suikers. Waar mogelijk houden we rekening met specifieke wensen, c.q. diëten. Het kan zijn dat ouders gevraagd wordt bepaalde voeding (zoals flesvoeding) zelf mee te geven. Eetmomenten zijn gelijkmatig verdeeld over de dag. De maaltijden eten we aan een gedekte tafel in een gezellige huiselijke sfeer. Wanneer een kind jarig is mag er getrakteerd op een ‘gezonde traktatie”.
5. Pedagogisch partnerschap met ouders Voor ouders zijn we een plek waar ze hun kind met een gerust hart kunnen toevertrouwen aan onze zorg. Daarom vinden we een goede relatie met ouders belangrijk. Deze vormt de brug waarover het kind veilig van thuis naar de opvang en weer terug naar huis kan gaan. In de BSO is er ook nog de brug tussen school en de BSO. Ons streven is het kind de dag als een geheel te laten ervaren, ook al het is op verschillende plekken met verschillende mensen geweest. In een goed contact tussen pedagogisch medewerker en ouder is er wederzijds vertrouwen in elkaar, een vertrouwensband. Christoforus hanteert daarbij de volgende uitgangspunten:
Doel is dat alle ouders zich thuis en welkom voelen op de locatie Ouders krijgen regelmatig informatie over hoe met de kinderen wordt om gegaan zodat de ouders weten waar zij aan toe zijn Ouders krijgen voldoende gelegenheid om hun wensen en hun kritiek over te brengen; Ouders hebben invloed op de uitvoering Ouders met verschillende visies en gewoonten in de opvoeding voelen zich geaccepteerd en gerespecteerd Ouders kunnen advies krijgen ten aanzien van de opvoeding en verzorging
Wat kan de ouder van de pm’er verwachten en wat verwacht de pm’er van de ouder?
12
Een open contact Betrokkenheid, zij delen de zorg en de opvoeding Respect voor de werkwijze, medewerking en erkenning van regels en grenzen die er zijn
De contacten tussen de ouder en Christoforus kunnen als volgt vorm krijgen:
Korte gesprekken tijdens het brengen en halen of op afspraak met de pm’er of coördinator Ouderavonden Op afspraak Jaarlijkse ouder gesprekken In overleg met de oudercommissies Via nieuwsbrief Koffie ochtenden What´s app groep
Ouders kunnen per locatie zitting nemen in de oudercommissie van Christoforus Kinderopvang. Het doel van de oudercommissie is het zo goed mogelijk behartigen van de belangen van de kinderen en de ouders. Dit betekent dat de oudercommissie meedenkt over o.a. het pedagogisch beleid, tarieven en andere plannen.
5.1 Klachtenregeling Een belangrijk uitgangspunt voor onze organisatie is het aanbieden van diensten van kwalitatief hoog niveau. Toch is het mogelijk dat een ouder niet tevreden is over de dienstverlening. Wij vinden het belangrijk dat de ouder ons op de hoogte stelt van de klacht. Een klacht biedt ons de mogelijkheid de kwaliteit van onze dienstverlening te verbeteren. Een schriftelijke klacht kan als volgt worden in gediend bij Spectrum CMO Gelderland.
Elandsingel 40 6845 BH Arnhem 026-3522420 Het zo fijn zijn als klachten voordat ze een officiële klacht worden eerst besproken binnen de organisatie. Een probleem kan eerst met de pm’er daarna met de coördinator en/of directeur besproken worden.
6. Algemene zaken 6.1Privacy Wij willen zorgvuldig om gaan met gegevens van ouders en kinderen. Het privacy protocol is hier van toepassing. Het contact tussen de ouder en de pm’er betreft altijd zaken die te maken hebben met de eigen kind. Dit betekent dat er geen informatie wordt gegeven over andere kinderen. Overleg tussen leerkrachten en pm’ers over het kind kan alleen met toestemming van de ouders van het kind. Het gebruik van foto’s op foldermateriaal, website en facebook kan alleen met toestemming van de ouders, ouders kunnen dit aangeven op het intakeformulier.
6.2 Facturatie Betaling per automatische incasso. Op de eerste dag van de maand wordt geïncasseerd voor de betreffende maand. Op de eerste van de maand wordt er gefactureerd. De factuur ontvangen ouders per mail.
6.3 Landelijke registratienummers Wij zijn een erkende kinderopvang organisatie .
13
Landelijk registratienummers van onze locaties Apeldoorn: De Kleine Beer/Buiten Beer De Hobbit
694458430 699658470
Deventer: Bloesemboom/Het Rozenpoortje 197850807 De Bolster 869184465
6.4 Protocollen De gemaakte afspraken m.b.t. veiligheid en gezondheid worden vastgelegd; deze afspraken worden regelmatig met pm’ers besproken en waar nodig bijgesteld. Onder andere beschikken we over: Ontruimingsplan en calamiteitenplan Hier staat aangegeven hoe te handelen in noodsituaties in en rondom het pand. Protocol Hygiëne Net als aan veiligheid stellen wij ook aan hygiëne hoge eisen. In een protocol, opgesteld conform GGDrichtlijnen, staan alle handelingen vermeld die uitgevoerd worden ter bevordering van de hygiëne. Jaarlijks wordt een risico-inventarisatie hygiëne gedaan. Hierdoor krijgen wij inzicht in de gezondheidsrisico’s die kinderen lopen. Zo nodig worden hiervoor passende maatregelen getroffen. Protocol Kindermishandeling Wij hanteren een protocol Signaleren Kindermishandeling. In dit protocol wordt de verantwoordelijkheid omschreven voor het signaleren van kindermishandeling en er staat een stappenplan voor het ondernemen van actie na het signaleren. Gedragscode Ongewenste Omgangsvormen Wij willen met deze gedragscode een goed en stimulerend werkklimaat waarborgen. Hierin behoren collegialiteit, respect en aandacht voor de ander tot de normale omgangsvormen en wordt op ongewenst gedrag alert gereageerd. Onder ongewenst gedrag worden alle vormen van (seksuele) intimidatie , (psychische en fysieke) agressie en geweld en discriminatie op grond van ras, leeftijd, levensovertuiging , godsdienst , politieke gezindheid, geslacht , nationaliteit , hetero-homoseksuele gerichtheid, burgerlijke staat en handicap verstaan.Dit protocol bied handvatten voor hoe te handelen in het geval van ( een vermoeden van) ongewenste omgangsvormen . Pestprotocol Onze opvang behoort een veilige plaats te zijn om te spelen hiervoor hebben wij een aantal gedragsregels opgesteld en handvatten om pesten te voorkomen. Protocol bij overlijden Hierin staat beschreven hoe te handelen bij overlijden van medewerker, kind en ouder van het kind. Protocol veilig slapen De kinderen kunnen volgens hun eigen ritme gaan slapen in overleg met de ouders. Om het risico met betrekking tot wiegendood te verkleinen, worden baby's bij Christoforus niet op de buik te slapen gelegd en slapen zij onder een deken. Hiervan wordt alleen afgeweken na schriftelijke toestemming van de ouders. Protocol toedienen medicijnen In dit protocol is vastgelegd het handelen en de verantwoording bij ziekte en eventuele medicijnen toediening bij ziekte. Protocol uitstapjes/vervoer Dit protocol geeft aan hoe veiligheid gewaarborgd worden wanneer we met de kinderen er op uitgaan.
14
Protocol Privacy Het doel hiervan is om zorgvuldig om te gaan met de gegevens van onze medewerkers en klanten.
6.5 Vervoer en uitstapjes Uitstapjes gaan naar de boerderij, speeltuin of bos. Deze uitstapjes gaan lopend met bolderkar. Uitstapjes met de auto gaan volgens de wettelijke vervoersregels.
6.6 Verzekering Voor alle kinderen en personeelsleden is er een WA- en ongevallenverzekering afgesloten. Wij gaan er van uit dat er door de ouder(s) een eigen ziektekostenverzekering is afgesloten. Christoforus kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het zoekraken van kleding/speelgoed e.d.
6.7 Samenwerking met andere organisaties Christoforus werkt samen met deskundigen op specifieke gebieden. Enkele voorbeelden hiervan zijn de antroposofische huisarts, vrijeschool ‘De Vijfster en ‘De kleine Johannes’,Triskell (centrum voor spel en beweging, waaraan ook een orthopedagoog is verbonden), Spectrum (Instituut Maatschappelijk Welzijn in Gelderland), MEE Veluwe, Calibris, Groen Cement. Daarnaast is er samenwerking met collega-kinderdagverblijven en de Vereniging van Vrije Scholen. Indien van toepassing wordt samengewerkt met gemeentelijke overheden voor wat betreft toepassing taalontwikkelingsprogramma’s en participatieplekken.
15
16