Inhoudsopgave: Inleiding van de sectordirecteur
3
Aan de leerlingen
4
Data van het centraal examen in 2014
6
Het examenreglement vmbo –beroepsgericht Examencommissies
7
1. Algemeen
7
2. Begripsbepaling
8
3. Het examen
8
4. Schoolexamen
8 t/m 13
5. Centraal examen
13 en 14
6. Afwijking wijze van examinering
14
7. Absentie
14 en 15
8. Uitslag
15 en 16
9. Diploma en cijferlijst
16
10. Certificaten
17
11. Onregelmatigheden
18 en 19
12. Geheimhouding
20
13. Spreiding examen
20
14. Slotbepaling
20
1
Legenda
20 en 21
Uitstel voor het maken van pta-opdrachten
21
Exameneenheden CSPE en CE
21 t/m 24
Het Programma van Toetsing en Afsluiting Beroepsgerichte vakken: Techniek Talent (=Breed)
25
Bouwtechniek; Fijnhout
26
Sport Dienstverlening Veiligheid
27
Verzorging
28
Algemene vakken Aardrijkskunde
29
Biologie
30
Economie
31
Engels
32
Lichamelijke opvoeding; SDV, TT en VZ 33 Nask I
34
Nederlands
35
Wiskunde
36
2
Geachte ouders/verzorgers, Hierbij ontvangt u het officiële examenboekje voor het VMBO BB (basisberoepsgerichte leerweg) examen van het Trinitas College locatie Johannes Bosco. Hieronder zet ik de belangrijkste punten van dit examen voor u op een rijtje. Het SchoolExamen (SE)- eindcijfer is het voortschrijdende gemiddelde van cijfers die behaald zijn in leerjaar 3 en leerjaar 4: “ Het schoolexamen is in het derde leerjaar van start gegaan. De cijfers van de PTA-onderdelen, die vorig jaar voor de examenvakken zijn behaald, tellen ook in leerjaar 4 mee bij de vaststelling van het schoolexamen eindcijfer”. De totale weging van de cijfers uit leerjaar 3 t.o.v. van leerjaar 4 is per vak verschillend. De totale weging in leerjaar 4 voor de algemene vakken ligt tussen de 3 en 5 keer zo zwaar t.o.v. leerjaar 3. De totale weging voor het afdelingsvak ligt tussen de 2 en 3 keer zo zwaar t.o.v. leerjaar 3. PTA is de afkorting voor Programma van Toetsing en Afsluiting. Het Centraal examen bestaat uit 2 onderdelen: een Centraal Schriftelijk Praktisch Examen (CSPE) voor het afdelingsvak en een Centraal Schriftelijk Examen (CSE) voor de algemene vakken. Het CSE voor de algemene vakken start op 11 april 2014. Het CSPE voor het afdelingsvak start vanaf 18 april 2014. Binnen het CSE in de basisberoepsgerichte leerweg worden alle examens voor de algemene vakken met de computer afgenomen. (de digitale examens) Er moeten binnen de examenvakken, of in leerjaar 3 of in leerjaar 4 Handelings Opdrachten (HO) worden uitgevoerd. Voor deze opdrachten geldt dat de kwalificatie naar behoren (= voldoende) moet worden behaald. Voor SDV geldt: voldoende of goed Voor het vak Lichamelijke Opvoeding (LO) moet de kwalificatie voldoende of goed worden behaald. Het cijfer van het vak Maatschappijleer telt mee voor de vaststelling of leerlingen zijn geslaagd of gezakt. Dit vak is reeds in leerjaar 3 afgesloten. CKV moet in het 3e jaar met een voldoende beoordeling zijn afgesloten.
Taal en rekenen: Vanaf het schooljaar 2013-2014 worden de referentieniveaus taal en rekenen voor het voortgezet onderwijs (VO) getoetst in het eindexamen VO. Voor taal gebeurt dat via de centrale examens Nederlands, voor rekenen gebeurt dat via de rekentoets VO In de slaag/zakregeling vmbo is vanaf 2013-2014 voor het vak Nederlands een voorwaarde toegevoegd: De kandidaat moet voor het vak Nederlands in leerjaar 4 tenminste het cijfer 5 of hoger behalen (artikel 8.24 A-e). 3
De rekentoets is een verplicht examenonderdeel. Wel heeft het ministerie besloten dat de rekentoets dit schooljaar nog niet meetelt in de uitslagregel van het VMBO-examen. Dit betekent dat de leerling niet kan zakken vanwege een onvoldoende resultaat voor de rekentoets. Het behaalde cijfer komt wel op de cijferlijst te staan, die bij het diploma wordt uitgereikt. Leerlingen die in leerjaar 3 een 5 of hoger hebben behaald hebben een vrijstelling voor de rekentoets die ook dit jaar tot het examenprogramma behoort. Leerlingen die vorig jaar een lager cijfer hebben behaald én leerlingen die vorig jaar de niet in leerjaar 3 zaten maken dit jaar de toets en volgen het rekenlesuur. De landelijke rekentoets staat begin maart 2014 op de examenkalender. De eventuele herkansing vindt plaats in de maand juni. Planning De afronding SE voor het praktijkvak en algemene vakken is op 8 april 2014. Alle onderdelen van het PTA moeten op deze datum zijn afgerond. Indien een onderdeel niet is afgerond, wordt een leerling niet toegelaten tot het CE. In dit boekje treft u verder aan: Het examenreglement vmbo De examendata Het PTA per vak. Met daarin de toetsen die meetellen voor het schoolexamen, evenals het “gewicht” van de toetsen Namens de directie: Mw B.H.M. Nouwen (sectordirecteur vmbo)
Aan de leerlingen van leerjaar 4 Voor jullie zetten we de belangrijkste punten voor het school- en centraal examen nog even op een rij: Het SchoolExamen (SE)- eindcijfer is het voortschrijdende gemiddelde van cijfers die behaald zijn in leerjaar 3 en leerjaar 4: “ Het schoolexamen is in het derde leerjaar van start gegaan. De cijfers van de PTA-onderdelen, die vorig jaar voor de examenvakken zijn behaald, tellen ook in leerjaar 4 mee bij de vaststelling van het schoolexamen eindcijfer”. De totale weging van de cijfers uit leerjaar 3 t.o.v. van leerjaar 4 is per vak verschillend. De weging in leerjaar 4 voor de algemene vakken ligt tussen de 3 en 5 keer zo zwaar t.o.v. leerjaar 3. De totale weging voor het afdelingsvak ligt tussen de 2 en 3 keer zo zwaar t.o.v. leerjaar 3. 4
Het Centraal examen bestaat uit 2 onderdelen: een Centraal Schriftelijk Examen (CSE) voor de algemene vakken en een Centraal Schriftelijk Praktisch Examen (CSPE) voor het afdelingsvak. Het CSE voor de algemene vakken start op 15 april 2013. Het CSPE voor het afdelingsvak start vanaf 22 april 2013. Binnen het CSE worden alle algemene vakken in de basisberoepsgerichte leerweg met de computer afgenomen. Er moeten binnen de vakken HandelingsOpdrachten(HO) worden uitgevoerd. Hiervoor moet de kwalificatie naar behoren (= voldoende) worden behaald. Voor SDV geldt: voldoende of goed Voor het vak Lichamelijke Opvoeding (Lo1) moet de kwalificatie voldoende of goed worden behaald. Het vak maatschappijleer telt mee voor de slaag/zak-regeling. Dit vak heb je reeds in leerjaar 3 afgesloten. Vanaf dit schooljaar is de rekentoets een verplicht examenonderdeel. Wel heeft het ministerie besloten dat de rekentoets dit schooljaar nog niet meetelt in de uitslagregel van het VMBO-examen. Dit betekent dat je niet kunt zakken vanwege een onvoldoende resultaat voor de rekentoets. Het behaalde cijfer komt wel op de cijferlijst te staan, die bij het diploma wordt uitgereikt. Leerlingen die in leerjaar 3 een 5 of hoger hebben behaald hebben een vrijstelling voor de rekentoets die ook dit jaar tot het examen programma behoort. Leerlingen die vorig jaar een lager cijfer hebben behaald én leerlingen die vorig jaar de niet in leerjaar TL zaten maken dit jaar de toets en volgen het rekenlesuur. De landelijke rekentoets staat begin maart 2014 op de examenkalender. De eventuele herkansing vindt plaats in de maand juni. In de slaag/zakregeling vmbo is dit jaar voor het vak Nederlands een voorwaarde toegevoegd: De kandidaat moet voor het vak Nederlands in leerjaar 4 tenminste het cijfer 5 of hoger behalen (artikel 8.24 A-e). Welke proefwerken/toetsen/opdrachten je per vak krijgt kun je lezen in het PTA voor elk vak. De details hoor je van je vakdocent. Alle onderdelen van het PTA (-schoolexamen) van het afdelingsvak en de algemene vakken moeten op 8 april 2014 zijn afgerond. Als dit niet het geval is kun je geen examen doen!
Veel succes in dit examenjaar, P. A. J. van der Hulst examencoördinator beroepsgerichte leerwegen A. de Vries, adjunct-sectordirecteur; secretaris van het examen
5
Data van het centraal examen in 2014 (Basisberoepsgerichte leerweg)
Eerste tijdvak Centraal Schriftelijk Examen (CSE) - algemene vakken: Digitale examens Start: Einde:
11 april 2014 17 april 2014
Exacte data en tijden worden in maart bekend gemaakt.
Eerste tijdvak Centraal Schriftelijk Praktisch Examen (CSPE) - afdelingsvakken: Start: Einde:
18 april 2014 24 april 2014
Exacte data en tijden worden in maart/april 2013 bekend gemaakt.
25 april:
Boeken en kluissleuteltje inleveren (‘s middags)
4 juni:
Uitslag CSPE
11 juni:
Uitslag totale examen
12 en 17 juni:
Start tweede tijdvak CSPE (afdelingsvakken)
16 en 17 juni:
Start tweede tijdvak (herkansing) (algemene vakken)
25 juni:
Uitslag herkansing
26 juni:
Diploma uitreiking (19.30 uur)
augustus:
Start derde tijdvak
6
EXAMENREGLEMENT VMBO (beroepsgerichte leerwegen) Voorzitter van het examen:
Mw B.H.M. Nouwen (sectordirecteur) Secretaris van het examen: Dhr. A. de Vries (adjunct-sectordirecteur) Coördinator van het examen BL: Dhr. P. A. J. van der Hulst Zij vormen de examencommissie locatie Johannes Bosco afdeling Beroepsgerichte leerwegen.
Commissie van Beroep: De voorzitter van de raad van toezicht van de Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Heerhugowaard, dhr. P.J.M. van den Dries De voorzitter van de ouderraad van Johannes Bosco. Een lid van de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad, (tevens secretaris van de commissie). Postadres:
Hectorlaan 7 1702 CL Heerhugowaard
1.
ALGEMEEN
1.1
Het examenreglement wordt vastgesteld door het bevoegd gezag. Indien daartoe aanleiding is kan het bevoegde gezag het reglement tussentijds wijzigen. Het eindexamen is geregeld in het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo (uitgave december 2000). Het examenreglement is noodzakelijk volgens artikel 31 van bovengenoemd besluit. Een exemplaar van dit besluit ligt ter inzage bij de administratie van de school.
1.2 1.3 1.4
7
2.
BEGRIPSBEPALINGEN
2.1 Bevoegd gezag: het Curatorium van de Stichting Katholiek Voortgezet 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
2.7
3.
Onderwijs te Heerhugowaard. Kandidaat: een ieder die door het bevoegde gezag tot het eindexamen wordt toegelaten. Examen: hiermee wordt zowel het schoolexamen als het centraal examen bedoeld. Examinator: degene die belast is met het afnemen van het examen. Toetsen: alle door de kandidaat af te leggen proeven van bekwaamheid die onderdeel zijn van het examen (zie ook 4.1.1). Examendossier: het dossier omvat alle onderdelen van het schoolexamen, zoals deze in het voorlaatste en laatste leerjaar van de opleiding wordt opgebouwd, ook van die vakken die hetzij niet centraal worden geëxamineerd, hetzij reeds in het derde leerjaar worden afgesloten. Programma van toetsing en afsluiting: hierin is opgenomen een omschrijving van de inhoud van de leerstof van de toetsen, van de wijze, waarop getoetst wordt, alsmede van de weging van het resultaat.
HET EXAMEN
3.1 Het bevoegd gezag stelt de leerlingen van de school in de gelegenheid ter 3.2 3.3 3.4
4.
afsluiting van de opleiding een examen af te leggen. Het examen bestaat uit een schoolexamen en voorzover dat in het examenprogramma bepaald is, een centraal examen. De sectordirecteur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het examen af. De sectordirecteur wijst één van de personeelsleden aan als secretaris van het examen. Deze secretaris regelt samen met de sectordirecteur alle aangelegenheden die het examen betreffen.
SCHOOLEXAMEN
4.1 Algemeen 4.1.1 Het schoolexamen kan bestaan uit de volgende toetsen: a. mondelinge toetsen b. schriftelijke toetsen met gesloten en/of open vragen c. praktische opdrachten d. handelingsopdrachten e. sectorwerkstuk of sectoropdracht. 4.1.2 Voor kandidaten in de theoretische leerweg en de gemengde leerweg geldt bovendien een sectorwerkstuk (zie 4.1.1). 8
4.1.3 Het schoolexamen wordt gehouden overeenkomstig het voor ieder vak geldend programma van toetsing en afsluiting.
4.2 Tijden van het schoolexamen 4.2.1 Het schoolexamen begint in het voorlaatste leerjaar. Vanaf dat leerjaar wordt dan ook begonnen met de opbouw van het examendossier. 4.2.2 Het schoolexamen wordt afgesloten voor de aanvang van het eerste tijdvak van het examen. De exacte einddatum voor het afdelingsvak als ook voor de algemene vakken is op 8 april 2014. Indien een onderdeel niet is afgerond wordt de leerling niet toegelaten tot het Centraal examen. 4.2.3 Een kandidaat die ten gevolge van ziekte of een andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid het schoolexamen niet heeft kunnen afsluiten volgens het hiervoor onder 4.2.2 gestelde, krijgt de gelegenheid het schoolexamen af te sluiten vóór het centraal examen van dat vak. 4.2.4 Ook de vakken waarin geen centraal examen wordt afgelegd, worden afgesloten vóór aanvang van het eerste tijdvak. 4.2.5 De kandidaten ontvangen voor 1 oktober van het derde en vierde leerjaar het examenreglement met het bijbehorende programma van toetsing en afsluiting voor leerjaar 3, waarin vermeld staat: a. een overzicht van de toetsen van het schoolexamen b. een planning van de toetsen c. een omschrijving van de te toetsen leerstof d. een omschrijving van de wijze van toetsing e. de wijze waarop het eindcijfer schoolexamen wordt berekend. Het programma van toetsing en afsluiting voor leerjaar 4 ontvangen de leerlingen voor 1 oktober van het daarop volgende schooljaar. 4.2.6 Tenminste 7 dagen voor de aanvang van elke toets ontvangen de kandidaten mededeling van: a. de plaats waar de toetsen worden afgenomen b. het tijdstip waarop de toetsen worden afgenomen c. de duur van de toetsen. 4.3 De toetsen 4.3.1 De opgaven voor de toetsen en de daarbij behorende normen worden door de vakgroepen vastgesteld. 4.3.2 Mondelinge toetsen worden afgenomen door de leraarexaminator. 4.3.3 Zo nodig kan de secretaris een bijzitter aanwijzen, die een protocol maakt van de toets. 4.3.4 Het cijfer wordt door de leraarexaminator vastgesteld. Indien een bijzitter aanwezig is, kan deze een tegencijfer voorstellen. De leraarexaminator stelt evenwel het cijfer vast. 4.3.5 Een voorbeeldopgave, normen, het gemaakte werk, eventueel de gemaakte protocollen, alsmede de cijfers worden zo spoedig mogelijk bij de secretaris ingeleverd. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het in 4.5.1 gestelde. Het gemaakte werk wordt door de docent tot het einde van het 9
schooljaar bewaard. Aan het eind van het schooljaar levert de docent het gemaakte werk in een envelop in bij de examensecretaris. 4.3.6 De criteria aan de hand waarvan de beoordeling van werkstukken, praktische opdrachten, handelingsopdrachten en sectorwerkstuk plaatsvindt, worden tijdens de lessen aan de kandidaat bekend gemaakt. 4.4 Beoordeling 4.4.1 Voor de beoordeling van de toetsen van het schoolexamen gebruikt de examinator de cijfers 1 t/m 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. 4.4.2 De handelingsopdracht wordt niet met een cijfer beoordeeld, maar met de beoordeling ‘naar behoren’. Indien naar het oordeel van de leraarexaminator deze opdracht niet met een “naar behoren” beoordeeld kan worden, wordt de kandidaat in de gelegenheid gesteld alsnog deze beoordeling met een “naar behoren” te scoren. 4.4.3 In afwijking van het in 4.4.1. gestelde wordt het deelvak CKV en het deelvak LO uit het gemeenschappelijk deel van de leerweg beoordeeld met voldoende of goed. De beoordeling gaat daarbij uit van de mogelijkheden van de leerling. In afwijking hiervan wordt de sectoropdracht beoordeeld met voldoende of goed op grond van het genoegzaam voltooien van de opdracht. De sectoropdracht wordt beoordeeld door 2 examinatoren die de kandidaat hebben begeleid bij het tot stand komen van de opdracht. 4.4.4 De gehele cijfers voor het schoolexamen hebben de volgende betekenis: 1 = zeer slecht 6 = voldoende 2 = slecht 7 = ruim voldoende 3 = zeer onvoldoende 8 = goed 4 = onvoldoende 9 = zeer goed 5 = bijna voldoende 10 = uitmuntend 4.4.5 Uit de beoordeling van alle toetsen in een vak of programma leidt de examinator het eindcijfer voor het schoolexamen af. Hiervoor worden de cijfers 1 t/m 10 en de daartussen liggende cijfers met één decimaal gebruikt. Het eindcijfer voor het schoolexamen is het gewogen gemiddelde van de beoordelingen, die voor de toetsen van het schoolexamen aan de kandidaat zijn gegeven. Dit gemiddelde wordt afgerond op 1 decimaal. 4.4.6 Indien een kandidaat in een (onderdeel van een) vak of programma door twee of meer leraren is geëxamineerd bepalen deze leraren in onderling overleg het cijfer voor het schoolexamen. Komen zij niet tot overeenstemming dan wordt het cijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de beoordeling door ieder van hen. 4.4.7 Bij het afronden worden de volgende afrondingsregels gebruikt: Voor het schoolexamen: Het cijfer wordt afgerond op 1 cijfer achter de komma en wel als volgt: (voorbeeld) 6,55 wordt 6,6 6,54 wordt 6,5 Voor het centraal examen: een door de minister ingestelde examencommissie stelt regels op voor het omzetten van de scores naar cijfers. Voor het eindcijfer wordt verwezen naar het gestelde in 8.1.3. 10
4.5 Mededeling cijfers 4.5.1 Het cijfer van iedere toets wordt zo spoedig mogelijk aan de kandidaat bekend gemaakt. Tijdens deze bekendmaking hebben de kandidaten het recht het door hen gemaakte werk te zien. 4.5.2 De administratie neemt en bergt de door de docent aangeleverde cijfers op in het examendossier. Het eindcijfer voor het schoolexamen wordt voor de aanvang van het centraal examen aan de kandidaat meegedeeld. 4.5.3 Schriftelijke rapportering aan de kandidaten en hun ouders betreffende de beoordelingen van het schoolexamen geschiedt periodiek op door de secretaris vast te stellen momenten en in elk geval in de laatste week voor de aanvang van het centraal examen, waarbij tevens de eindcijfers voor het schoolexamen worden gerapporteerd.
4.6 Beroepen tegen cijfers 4.6.1 Indien getwijfeld wordt aan de juistheid van een cijfer voor een onderdeel van het schoolexamen, kan de kandidaat binnen 3 dagen na het bekend worden van het cijfer een verzoek tot herziening van het cijfer indienen bij de secretaris van het examen. Dit verzoek dient mede ondertekend te zijn door zijn ouders. 4.6.2 Indien getwijfeld wordt aan de juistheid van de berekening van het eindcijfer van het schoolexamen kan de kandidaat binnen 1 dag na het bekend worden van dit cijfer een verzoek tot herziening van het eindcijfer indienen. Dit verzoek dient mede ondertekend te zijn door zijn ouders. 4.6.3 De in 4.6.1 en 4.6.2 genoemde verzoeken dienen schriftelijk ingediend te worden bij de secretaris van het eindexamen. 4.6.4 Binnen 10 dagen na ontvangst van een verzoek om herziening van het cijfer beslist de sectordirecteur over het verzoek. In geval het een verzoek betreft conform 4.6.1 treedt een docent op als adviseur van de sectordirecteur.
11
4.7 Herkansing 4.7.1 Herkansing van een toets, die meetelt voor het schoolexamen van een vak of programma dat ook een centraal examen kent, kan geschieden, wanneer de kleine examencommissie vindt dat de kandidaat door bijzondere omstandigheden die de kandidaat in redelijkheid niet verweten kunnen worden een prestatie heeft geleverd die geacht wordt beneden zijn of haar kunnen te zijn. Daartoe dient de kandidaat binnen 5 dagen een schriftelijk verzoek en met redenen omkleed in bij de secretaris van het examen. De mogelijkheid tot herkansing wordt in ieder geval verleend voor het vak maatschappijleer dat behoort tot het gemeenschappelijk deel van de leerwegen, indien de kandidaat voor dat vak een eindcijfer heeft behaald lager dan een 6 (art. 35b1). 4.7.2 In geval van reglementaire absentie (art. 7.2 e.v.) kan herkansing van een toets of een ander onderdeel van het schoolexamen worden verleend. 4.7.3 De examencommissie beslist over de herkansing schoolexamen bedoeld in 4.7.1 + 4.7.2. 4.7.4 In geval van herkansing geldt het hoogst behaalde cijfer. 4.7.5 Kandidaten en hun ouders kunnen, als zij zich niet kunnen verenigen met de gang van zaken bij een schoolexamen of met een gegeven beoordeling, hun bezwaren schriftelijk en binnen 5 dagen na het voorval bekend maken aan de secretaris van het examen. De commissie onderzoekt de haar voorgelegde zaak en de voorzitter neemt vervolgens een besluit.
4.8 Afsluiting schoolexamen 4.8.1 Het schoolexamen kan pas worden afgesloten indien alle toetsen zijn afgelegd en aan alle onderdelen van het schoolexamen is voldaan, waaronder het handelingsdeel. Indien een onderdeel niet is afgerond wordt de leerling niet toegelaten tot het Centraal examen. 4.8.2 Indien een toets niet is afgelegd op het vastgestelde tijdstip of binnen de vastgestelde termijn zonder een naar het oordeel van de secretaris geldige reden kan de secretaris, alvorens een van de maatregelen genoemd in artikel 10 te treffen, de kandidaat verplichten het ontbrekende onderdeel binnen 14 dagen alsnog af te leggen, exacte termijn nader vast te leggen door de secretaris. 4.8.3 Indien een kandidaat niet voldoet aan de in 4.8.2 gestelde verplichting kan de sectordirecteur na alle betrokkenen gehoord te hebben de kandidaat uitsluiten van verdere deelname aan het schoolexamen of een van de andere maatregelen, genoemd in artikel 11, treffen. 4.9 Overige bepalingen 4.9.1 De resultaten van het schoolexamen behaald in het voorlaatste leerjaar, komen te vervallen als de kandidaat niet wordt bevorderd van het voorlaatste tot het laatste leerjaar. 4.9.2 De schoolexamenresultaten, behaald in het laatste leerjaar, komen te vervallen, als de kandidaat niet slaagt voor het examen. 12
4.9.3 Voor de kandidaat die tot het voorlaatste of laatste leerjaar wordt toegelaten, nadat in dat leerjaar reeds toetsen zijn gehouden (bijvoorbeeld bij verhuizing), stelt de sectordirecteur samen met de secretaris een regeling vast, in overleg met de betrokken docent(en) en de kandidaat. 4.9.4 De resultaten van het SE behaald in het voorlaatste leerjaar, komen te vervallen als de kandidaat via het leerwerktraject examen gaat doen in de basisberoepsgerichte leerweg. 4.9.5 Het se-cijfer van het praktijkvak wordt voor de lwt-leerling als volgt vastgesteld: het gemiddelde cijfer van de theorie en het gemiddelde cijfer van de praktijk + stage verhoudt zich als 1:3.
5.
CENTRAAL EXAMEN
5.1 Algemeen 5.1.1 Het centraal examen wordt afgenomen conform de artikelen 36 t/m 44 van Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo. 5.1.2 Tenminste 1 week voor de aanvang van het centraal examen ontvangen de kandidaten het rooster van het centraal examen. In dit rooster staat in elk geval vermeld: a. de plaats waar de toetsen van het centraal examen worden afgenomen b. het tijdstip waarop de toetsen worden afgenomen c. de duur van de toetsen. 5.2 Gang van zaken tijdens het examen 5.2.1 De secretaris van het examen draagt er zorg voor dat het nodige toezicht bij het centraal examen wordt uitgeoefend. 5.2.2 Tijdens een toets van het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard dan ook, aangaande de opgaven gedaan. 5.2.3 Het meenemen van andere dan door het CEVO toegestane hulpmiddelen is verboden. Elke vakleerkracht vertelt de kandidaten tijdig wat voor zijn vak als hulpmiddel(en) is (zijn) toegestaan. 5.2.4 Tassen, jassen en dergelijke mogen niet meegenomen worden naar het examenlokaal. 5.2.5 Het examenwerk mag niet met potlood worden gemaakt, tenzij het als hulpmiddel is voorgeschreven. 5.2.6 Tijdens de zitting mag een kandidaat de examenzaal niet verlaten zonder toestemming van de toezichthouder. 5.2.7 De aan de kandidaat voorgelegde opgaven voor een toets van het centraal examen blijven in het examenlokaal tot aan het einde van de toets. 5.2.8 Een kandidaat die te laat komt mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de toets worden toegelaten. Deze kandidaat stopt uiterlijk op de tijd die als eindtijd is vastgesteld.
13
5.2.9 Zij die toezicht houden maken een proces-verbaal op en leveren dat samen met het gemaakte werk in bij de secretaris van het examen. 5.2.10 De docentexaminator controleert of het werk van alle kandidaten is ingeleverd en dat hun examennummer, naam, vak en vakdocent op elk blad van het ingeleverde werk staat. 5.2.11 Een kandidaat verlaat het examenlokaal niet vóór 45 minuten na aanvang van de toets.
6.
AFWIJKING WIJZE VAN EXAMINEREN
6.1
De sectordirecteur kan toestaan dat een lichamelijk of geestelijk gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de sectordirecteur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. Het bevoegd gezag kan toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij examen aflegt ten hoogste vier jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, met betrekking tot het vak Nederlandse taal en letterkunde, tot het vak Nederlands taal of enig vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit. Voor zover wordt afgeweken van de voorschriften wordt deze afwijking medegedeeld aan de inspectie. De afwijking kan voor zover dit het centraal examen betreft slechts bestaan uit een verlenging van de duur van de toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal.
6.2
7.
ABSENTIE
7.1
Indien een kandidaat deelneemt aan een toets van het examen behoudt het resultaat dat de examinator voor die toets vaststelt zijn geldigheid. Indien een kandidaat zonder geldige reden te laat bij een toets verschijnt, kan hij uiterlijk tot een half uur na het begintijdstip van de toets tot het examenlokaal worden toegelaten. Hij levert zijn werk in op het tijdstip dat voor de andere kandidaten geldt. Als een kandidaat door ziekte of door een andere vorm van overmacht niet in staat is een toets bij te wonen, moet dit schriftelijk vóór of telefonisch op de dag van de toets voor de aanvang van de toets gemeld worden aan de secretaris.
7.2
7.3
14
7.4
Zodra een kandidaat die door ziekte een toets heeft verzuimd weer op school komt, dient hij een verklaring ondertekend door zijn ouders omtrent zijn verzuim in te leveren bij de sectordirecteur. De sectordirecteur behoudt zich het recht voor een controlerend arts een onderzoek te doen instellen indien ziekte als reden voor afwezigheid wordt opgegeven. 7.5 Een kandidaat die in gebreke blijft de in 7.4 genoemde verklaring in te leveren, wordt geacht niet reglementair afwezig geweest te zijn. 7.6 Indien een kandidaat op grond van niet reglementaire afwezigheid een toets niet heeft afgelegd neemt de sectordirecteur maatregelen overeenkomstig het gestelde in art. 11. 7.7 Indien een toets van het schoolexamen niet is afgelegd op grond van reglementaire afwezigheid treedt art. 4.7.2 in werking. Indien het een toets van het centraal examen betreft, wordt de kandidaat in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen op ten hoogste twee toetsen te voltooien. 7.8 Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. 7.9 De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de secretaris aan bij de voorzitter van de desbetreffende staatscommissie. In dat geval deelt de secretaris aan de commissie mede welke cijfers de kandidaat voor het schoolexamen en het eventueel reeds afgelegde gedeelte van het centraal examen heeft behaald, alsmede, wanneer dat zich voordoet: a. dat ten behoeve van de kandidaat op grond van artikel 6.6.2 toestemming is verleend dat met betrekking tot het vak Nederlandse taal en letterkunde dan wel tot het vak Nederlandse taal of tot enig vak, waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit; b. dat ten behoeve van de gehandicapte kandidaat op grond van artikel 6.6.1toestemming is verleend dat hij het centraal examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan zijn mogelijkheden. 7.10 Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatscommissie het resultaat mede aan de sectordirecteur en/of secretaris.
15
8.
UITSLAG
8.1 Eindcijfer eindexamen 8.1.1 Voor de Basis- en de Kaderberoepsgerichte leerweg geldt dat het eindcijfer van het examen in gelijke mate wordt bepaald door het eindcijfer van het schoolexamen en het cijfer van het centraal examen: ((1x SE + 1x CE) : 2). 8.1.2 Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 t/m 10. 8.1.3 Indien het volgens 8.1.1. berekende eindcijfer niet een geheel getal is, dan wordt het, indien het eerste cijfer achter de komma 4 of minder is, naar beneden afgerond, en indien dit 5 of meer is, naar boven afgerond. 8.2 Vaststelling uitslag 8.2.1 De sectordirecteur en de secretaris van het eindexamen stellen de uitslag vast met inachtneming van het bepaalde in 8.2.4. 8.2.2 De sectordirecteur en de secretaris van het examen stellen uit alle eindcijfers van de vakken waarin de kandidaat examen heeft afgelegd een lijst op, zodanig dat de op deze lijst vermelde vakken een eindexamen vormen als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 25 van het eindexamenbesluit vwo-havomavo-vbo, dat voldoet aan het bepaalde in 8.2.4. 8.2.3 A Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen betrekken de sectordirecteur en de secretaris van het examen een of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de uitslag. Indien een “extra” vak buiten beschouwing moet worden gelaten om de kandidaat te kunnen laten slagen, maakt deze, indien hij op meerdere manieren kan slagen, zelf een keuze aan de hand van een voorstel van de school. 8.2.4 A De kandidaat die eindexamen in de Beroepsgerichte leerwegen heeft afgelegd, is geslaagd indien hij: a. bij het centraal examen behaalde onafgeronde cijfers een gemiddelde van 5,5 of hoger heeft behaald. b. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of c. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of d. voor twee van zijn examenvakken, het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan tenminste één 7 of hoger met dien verstande dat het eindcijfer van het afdelingsvak in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg wordt meegerekend als twee eindcijfers. e. Voor het vak Nederlands tenminste het cijfer 5 of hoger heeft behaald. 8.2.4 B Voor het eerste lid (8.2.4 A) geldt tevens, dat voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijke deel, hier benoemd onder CKV, de kwalificatie “voldoende” of “goed” is behaald. 16
8.2.4 C De kandidaat die eindexamen heeft afgelegd in de basisberoepsgerichte leerweg volgens het Leerwerktraject is geslaagd, indien hij/zij voor het praktijkvak tenminste een 6 en voor Nederlands tenminste een 6 heeft gehaald. 8.2.5 Zodra de uitslag volgens 8.2.4 is vastgesteld, deelt de secretaris deze tezamen met de eindcijfers aan iedere kandidaat mede. Hij maakt daarbij melding van het bepaalde in art. 8.3. 8.3 Herkansing 8.3.1 De kandidaat, geslaagd of gezakt, heeft het recht in het tweede tijdvak deel te nemen aan de herkansing van zowel het CSPE als één vak van het CSE, dat deel uitmaakt van het centraal examen en bij de bepaling van de uitslag is betrokken. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. De kandidaat doet een schriftelijk verzoek tot herkansing aan de secretaris voor een door de secretaris te bepalen dag en tijdstip. 8.3.2 Kandidaten die door ziekte 1 of meerdere CSE (‘s) hebben gemist, mogen die als nog in het tweede tijdvak maken (max. 2 vakken). Bij meerdere vakken wordt verwezen naar het 3e tijdvak.
9.
DIPLOMA EN CIJFERLIJST
9.1
De sectordirecteur of diens vertegenwoordiger reikt aan elke kandidaat die het eindexamen heeft afgelegd een lijst uit waarop zijn vermeld: de cijfers voor het schoolexamen, de cijfers voor het centraal examen, de eindcijfers voor de examenvakken, alsmede de uitslag van het eindexamen. De sectordirecteur of diens vertegenwoordiger reikt aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop alle vakken zijn vermeld die bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken. Duplicaten van diploma’s worden niet uitgereikt. Indien een kandidaat examen heeft afgelegd in meer dan het voorgeschreven aantal vakken worden de eindcijfers van de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken vermeld op de cijferlijst, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft.
9.2
9.3
10. CERTIFICATEN 10.1 De sectordirecteur of diens vertegenwoordiger reikt aan de definitief voor het eindexamen afgewezen kandidaat van een dagschool voor vmbo die de school verlaat en die voor een of meer vakken van zijn laatst afgelegde eindexamen een eindcijfer van 6 of meer heeft behaald, een certificaat uit. 10.2 Het certificaat vermeldt in ieder geval het vak of de vakken waarvoor de kandidaat een eindcijfer van 6 of meer heeft behaald, het voor dat vak of die vakken behaalde eindcijfer, de cijfers, behaald voor het schoolexamen en voor het centraal examen daarin, de soort van school waaraan het examen heeft plaatsgevonden, alsmede de datum waarop de uitslag van het examen is vastgesteld. 17
11. ONREGELMATIGHEDEN 11.1 Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de sectordirecteur maatregelen nemen. Onder onregelmatigheid wordt ook begrepen het niet op tijd inleveren van in het pta voorgeschreven opdrachten, als ook onwettige afwezigheid bij een SE of bij een CSE. 11.2 De maatregelen bedoeld in het eerste lid (11.1) die al dan niet in combinatie met elkaar genomen worden kunnen zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of centraal examen; b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer zittingen van het schoolexamen of het centraal examen; c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen; d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in de door de sectordirecteur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in het volgende tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. 11.3 Alvorens een beslissing ingevolge het tweede lid (11.2) wordt genomen, hoort de (adjunct)-sectordirecteur de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. Indien de (adjunct)sectordirecteur het voornemen heeft een maatregel te nemen zoals vermeld is onder 11.2: b, c of d wordt dit voorgenomen besluit ter bekrachtiging voorgelegd aan de algemeen directeur. De (adjunct)-sectordirecteur deelt de beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in het vierde lid (11.4). De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat, indien deze minderjarig is, alsmede aan de inspectie. 11.4 De kandidaat kan tegen een beslissing in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen commissie van beroep. Van de commissie van beroep mag de sectordirecteur geen deel uitmaken. Het beroep wordt binnen 3 dagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk bij de commissie van beroep ingediend. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen 2 weken op het beroep tenzij zij de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste 2 weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, de sectordirecteur en aan de inspectie. 18
12. GEHEIMHOUDING Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit besluit en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
13. SPREIDING EXAMEN Het bevoegd gezag kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van kandidaten die in het laatste leerjaar langdurig ziek zijn en ten aanzien van kandidaten die lange tijd niet in staat zijn geweest onderwijs in het laatste leerjaar te volgen, het eindexamen gespreid over twee schooljaren wordt afgenomen.
14. SLOTBEPALINGEN 14.1 Het werk van het centraal examen der kandidaten en de lijst met cijfers, door de sectordirecteur ondertekend, van het schoolexamen als mede in voorkomende gevallen de beoordeling van het profielwerkstuk of sectoropdracht en de vakken waarop het profielwerkstuk betrekking heeft respectievelijk het thema van de sectoropdracht, worden gedurende tenminste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de secretaris ter inzage voor belanghebbenden. 14.2 Waar in dit reglement gelezen wordt: de ouders, kan onder bepaalde omstandigheden ook gelezen worden: de verzorgers of voogden. 14.3 Waar sprake is van (mede)ondertekening door de ouders van de kandidaat geldt dit voor leerlingen, die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt. Meerderjarigen (18 jaar en ouder) hebben in deze zelf tekenbevoegdheid. 14.4 De sectordirecteur behoudt zich het recht voor de ouders van meerderjarigen over alle examenzaken inlichtingen te verschaffen, tenzij de meerderjarige schriftelijk kenbaar maakt dat hij dit niet wenst. 14.5 In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist, de partijen gehoord hebbende, de sectordirecteur. Heerhugowaard, 25 september 2013 Namens het bevoegd gezag, Namens de docentenexaminatoren, ………………………., sectordirecteur ……………………….., secretaris van het examen 19
Legenda: Toelichting bij de pta’s
Per. (periode) De pta periode loopt tot 8 april 2014.
Omschrijving leerstof De hoofdstukken uit het boek worden hier meestal genoemd.
Onderdeel examenprogramma: Daarin wordt in de termen zoals in het examenprogramma omschreven staat om welk(e) onderdeel of onderdelen van het examenprogramma hier gaat.
Tijdsduur Hier wordt vermeld hoeveel lesuren er ongeveer nodig zijn om de toets goed te kunnen voorbereiden.
Toetsvorm gpo kpo ho so st mo
= grote praktijkopdracht = kleine praktijkopdracht = handelingsopdracht = schriftelijk overhoring = schriftelijke toets (= een proefwerk van minstens 50 minuten) = mondelinge overhoring.
ct
= computertoets
Gewicht: Het percentage dat een toets meetelt voor de vaststelling van het schoolexamen eindcijfer. Het pta-cijfer van het derde leerjaar telt mee in het schoolexamen cijfer van het vierde leerjaar. (n.b. voor enkele vakken geldt een andere regeling). Leerlingen die instromen in het vierde leerjaar hebben eventueel geen pta-cijfer van het derde leerjaar. Voor deze leerlingen wordt uit de pta-cijfers van het vierde leerjaar het schoolexamencijfer vastgesteld. Leerlingen die het examenjaar over doen, omdat zij gezakt zijn, hebben geen cijfer van het derde leerjaar. Dat cijfer is n.l. al een keer gebruikt voor de berekening van het examencijfer. Voor deze leerlingen wordt uit de pta-cijfers van het vierde leerjaar het schoolexamencijfer vastgesteld.
20
Herkansing schoolexamen: Over het algemeen kan een pta-opdracht in de BL niet herkanst worden. Alleen als de vakdocent gegronde redenen heeft om een herkansing te laten plaatsvinden, overlegt hij hierover met de secretaris van het examen en vraagt dan toestemming voor herkansing. De laatste geeft dan na overleg met de examen- commissie toestemming voor wel of niet herkansen. In het pta wordt aangegeven of de toets herkanst mag. Als er herkanst wordt, telt het hoogste cijfer. HandelingsOpdrachten (HO) mogen altijd eenmalig herkanst worden. De herkansing dient voor 8 april 2014 te hebben plaatsgevonden. Wanneer de opgegeven inleverdatum wordt overschreden vervalt de herkansing.
Uitstel voor het maken van pta-opdracht Uitstel wordt alleen verleend als er sprake is van overmacht of ziekte en alleen dan wanneer de ouders/verzorgers voor aanvang van het maken van de pta-opdracht schriftelijk contact hebben opgenomen met de examensecretaris. Bij overmacht dient aangegeven te worden wat de redenen van de overmacht zijn. De geldigheid van de reden is ter beoordeling aan de examencommissie. Een uitgestelde pta-opdracht wordt op een later tijdstip ingehaald. De leerling overlegt hierover met de vakdocent. Exameneenheden Op de volgende 4 bladzijden vind je de exameneenheden per vak afgedrukt. Deze onderdelen worden op het landelijk Centraal Examen (CSPE en CE) 2014 getoetst. Syllabus Techniek-breed BB Verdeling van de examenstof Techniek-breed BB over centraal examen en schoolexamen Exameneenheden TB/1 Oriëntatie op de techniek en de beroepen in de techniek TB/2 Professionele vaardigheden TB/3 Dienstverlening en onderhoud TB/4 Techniek in industrie en productieprocessen TB/5 Technisch tekenen en tekeninglezen TB/6 Automatiseren TB/7 Techniek in en om de woning• TB/8 Grafimedia• TB/9 Mobiliteit, verkeer en transport• TB/10 Magazijnbeheer•
21
CE B B B B
moet op SE mag op SE B B B B B B B B B B
Syllabus Bouwtechniek-fijnhoutbewerken BB Tabel: Verdeling van de examenstof Bouwtechniek-fijnhoutbewerken BB over centraal examen en schoolexamen moet mag Exameneenheden CE op SE op SE B/K/1 Oriëntatie op de bouw en bouwberoepen B B/K/2
Professionele vaardigheden
B
B
B/K/3
Technische informatica
B
B/K/4
Introductie timmeren/meubel maken
B
B/K/5
Introductie metselen
B
B/K/6
Introductie stukadoren
B
B/K/7
Introductie schilderen
B
B/K/8
Introductie reclame en decoratieve technieken
B
B/K/9
Introductie infrastructuur
B
BT/K/1 6
Houtbewerkingstechnieken & afbouw
B
BT/K/27
Meubel maken
BT/K/28
Interieurbetimmering
B
B B
Syllabus Sport, dienstverlening en veiligheid BB la. Verdeling van de examenstof Sport, dienstverlening en veiligheid BB over centraal examen en schoolexamen moet op SE mag op SE Exameneenheden CE Oriëntatie op de wereld van sport, dienstverlening en SDV/1 B veiligheid SDV/2 Professionele vaardigheden B B SDV/3 Grondhouding en kernvaardigheden SDV B SDV/4 Methodische vaardigheden B B SDV/5 ICT-vaardigheden B B SDV/6 Dienstverlening en sport B SDV/7 Dienstverlening en veiligheid B B Syllabus Verzorging BB Verdeling van de examenstof Verzorging BB over centraal examen en schoolexamen moet op SE mag op SE Exameneenheden CE VZ/K/1 Oriëntatie op de werkvelden B VZ/K/2 Professionele vaardigheden B B VZ/K/3 Sociale en communicatieve vaardigheden B VZ/K/4 Drama B VZ/K/5 Grondhouding B VZ/K/6 Informatie en communicatie technologie B B VZ/K/7 Welzijn van kinderen B VZ/K/8 Welzijn van jongeren B VZ/K/9 Welzijn van ouderen B B VZ/K/10 Assisteren en verzorgen zieken B B VZ/K/12 Zorg en hulpverlening B VZ/K/13 Voedingsverzorging B B VZ/K/14 Zorg voor huishouding B B VZ/K/15 Facilitaire dienstverlening B
22
Syllabus Aardrijkskunde BB Verdeling van de examenstof aardrijkskunde BB over centraal examen en schoolexamen moet op SE mag op SE Exameneenheden CE AK/K/1 Oriëntatie op leren en werken B AK/K/2 Basisvaardigheden B AK/K/3 Leervaardigheden in het vak aardrijkskunde B B AK/K/4 Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden B AK/K/5 De Nederlanders en hun vakantiebestemmingen B B AK/K/6 Migratie en de multiculturele samenleving B AK/K/7 Omgaan met natuurlijke hulpbronnen B B AK/K/8 Internationaliseringvan de kleding- en schoenen markten B AK/K/9 Transport en infrastructuur B Syllabus biologie BB Verdeling van de examenstof biologie BB over centraal examen en schoolexamen moet op SE mag op SE Exameneenheden CE BI/K/1 Oriëntatie op leren en werken B BI/K/2 Basisvaardigheden B BI/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie B B BI/K/4 Cellen staan aan de basis B B BI/K/5 Schimmels en bacteriën: nuttig ensoms schadelijk B BI/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend B B BI/K/7 Mensen beïnvloeden hun omgeving B BI/K/8 Houding, beweging en conditie B Het lichaam in stand houden: voeding en genotmiddelen, BI/K/9 B B energie, transport en uitscheiding BI/K/10 Bescherming B BI/K/11 Reageren op prikkels B B BI/K/12 Van generatie op generatie B B
Syllabus Economie BB Verdeling van de examenstof economie BB over centraal examen en schoolexamen Exameneenheden CE EC/K/1 Oriëntatie op leren en werken EC/K/2 Basisvaardigheden EC/K/3 Leervaardigheden in het vak economie B EC/K/4A Consumptie B EC/K/4B Consumptie en consumentenorganisaties EC/K/5A Arbeid en productie B EC/K/5B Arbeid en bedrijfsleven EC/K/6 Overheid en bestuur EC/K/7 Internationale ontwikkelingen B EC/K/8 Natuur en milieu
23
moet op SE mag op SE B B B B B B B B B B
Syllabus Engelse taal BB Verdeling van de examenstof Engels BB over centraal examen en schoolexamen Exameneenheden MVT/K/1 Oriëntatie op leren en werken MVT/K/2 Basisvaardigheden MVT/K/3 Leervaardigheden in de moderne vreemde talen MVT/K/4 Leesvaardigheid MVT/K/5 Luister- en kijkvaardigheid
CE
B B B
moet op SE mag op SE B B B B B
Syllabus natuur- en scheikunde 1 BB Verdeling van de examenstof natuur- en scheikunde 1BBover centraal examen en schoolexamen moet op SE mag op SE Exameneenheden CE NASK1/K/1 Oriëntatie op leren en werken B NASK1/K/2 Basisvaardigheden B NASK1/K/3 Leervaardigheden in het vak natuurkunde B B NASK1/K/4 Stoffen en materialen B B NASK1/K/5 Elektrische energie B B NASK1/K/6 Verbranden en verwarmen B NASK1/K/7 Licht en beeld B NASK1/K/8 Geluid B B NASK1/K/9 Kracht en veiligheid B B NASK1/K/10 Bouw van de materie B
Syllabus Nederlands BB Bij de uitvoering van het examenprogramma worden de referentieniveaus Nederlandse taal in acht genomen, bedoeld in artikel 2, onderdeel e en onderdeel f, van het Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen. NE/K/1 NE/K/2 NE/K/3 NE/K/4 NE/K/5 NE/K/6 NE/K/7 NE/K/8 1
Oriëntatie op leren en werken Basisvaardigheden Leervaardigheden in het vak Nederlands Luister- en kijkvaardigheid' Spreek- en gespreksvaardigheid Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Fictie
BB
KB
X
X
X CE X X X X X
X CE X X X X X
Het CvE kan bepalen dat het centraal examen geen betrekking heeft op NE/K/4; dit kan per leerweg verschillen
Syllabus Wiskunde BB Verdeling van de examenstof wiskunde BB over centraal examen en schoolexamen Exameneenheden WI/K/1 Oriëntatie op leren en werken WI/K/2 Basisvaardigheden WI/K/3 Leervaardigheden in het vak wiskunde WI/K/4 Algebraïsche verbanden WI/K/5 Rekenen, meten en schatten WI/K/6 Meetkunde WI/K/7 Informatieverwerking, statistiek WI/K/8 Geïntegreerde wiskundige activiteiten
CE
B B B B
24
moet op SE mag op SE B B B B B B B B
Programma van Toetsing en Afsluiting 2013-2014 Leerweg: Vak: per.
BB & KB Techniek Breed (Talent) nr.
Leerjaar: 4 Lesmethode: Techniek op maat
omschrijving
h p 2–8 p t/m 2 – 11 p p h
1 1 2 7 8 2
portfoliogesprek periode 1 prestaties periode 1 * beroepshouding ** technische informatica * theorie * stage
h 4 – 11 p t/m p 21 – 12 p p
3 3 4 7 8
portfoliogesprek periode 2 prestaties periode 2 * beroepshouding ** technische informatica * theorie*
h 6–1 p t/m p 29 – 3 p p
4 5 6 7 8
portfoliogesprek periode 3 prestaties periode 3 * beroepshouding ** technische informatica * theorie*
exameneenheid
TB/1 t/m TB/7 TB/5 TB/1 t/m TB/7
TB/1 t/m TB/7 TB/5 TB/1 t/m TB/7
TB/1 t/m TB/7 TB/5 TB/1 t/m TB/7
toets vorm gewicht ho kpo mo st st ho
cijfer v/o
3 1 3* 3* v/o
ho kpo mo st st
3 1 * *
ho kpo mo st st
3 1 * *
* verzamelcijfer ** geheel van sociaal-normatieve kwalificaties; eigenschappen die een persoon in staat stellen arbeid te verrichten binnen de voor die arbeid kenmerkende verhoudingen. Meer algemene term: attitude.
25
herkans. ja/nee j n n n n j
v/o
j n n n n
v/o
j n n n
Programma van Toetsing en Afsluiting 2013-2014 Leerweg: Vak: per.
BB Bouw, wonen en interieur / fijnhoutbewerken nr.
2–8 t/m
2 – 11
Leerjaar: 4 Lesmethode: Techniek op maat
omschrijving
p 1
prestaties periode 1 *
p 2
beroepshouding **
p 7
technische informatica *
h 1
exameneenheid
B/K 2, 10, 16, 27, 28
toets vorm gewicht
cijfer
herkans. ja/nee
kpo
4
n
mo
1
n
B/K 1
st
1*
n
stage
B/K 3
ho
p 3
prestaties periode 2 *
B/K 2, 10, 16, 27, 28
kpo
4
n
p 4
beroepshouding **
mo
1
n
p 7
technische informatica *
B/K 3
st
*
n
p 5
prestaties periode 3 *
B/K 2, 10, 16, 27, 28
kpo
4
n
p 6
beroepshouding **
mo
1
n
p 7
technische informatica *
st
*
n
v/o
j
4 – 11 t/m
21 – 12
6–1 t/m
29 – 3
B/K 3
*
verzamelcijfer
**
geheel van sociaal-normatieve kwalificaties; eigenschappen die een persoon in staat stellen arbeid te verrichten binnen de voor die arbeid kenmerkende verhoudingen. Meer algemene term: attitude.
26
Programma van Toetsing en Afsluiting 2013-2014 Leerweg: Vak: per.
BB & KB Sport, Dienstverlening & Veiligheid nr.
Leerjaar: 4 Lesmethode: Eigen ontwikkeling
omschrijving
exameneenheid toets vorm gewicht
h p p p p p h
1 1 2 3 4 5 4
portfoliogesprek periode 1 prestaties periode 1 * beroepshouding ** externe activiteiten * externe sporten * bewegingsvaardigheid * stage
SDV 2, 6 SDV 1, 2, 6 SDV 3 SDV 1, 3 SDV 1, 6 SDV 1, 6 SDV 1, 2, 3, 4
ho kpo mo gpo kpo kpo ho
h p 4 – 11 p t/m 21 – 12 p p p
2 6 7 3 4 5
portfoliogesprek periode 2 prestaties periode 2 * beroepshouding ** externe activiteiten * externe sporten * bewegingsvaardigheid *
SDV 2, 7 SDV 1, 2, 7 SDV 3 SDV 1, 3 SDV 1, 6 SDV 1, 6
ho kpo mo gpo kpo kpo
11 3 * * *
h 3 p 8 p 9 p 3 p 4 p 5 p10 p11
portfoliogesprek periode 3 prestaties periode 3 * beroepshouding ** externe activiteiten * externe sporten * bewegingsvaardigheid * meesterproef SE week
SDV 2, 7 SDV 1, 2, 6, 7 SDV 3 SDV 1, 3 SDV 1, 6 SDV 1, 6 SDV 2, 3, 4 SDV 2, 3, 4, 5
ho kpo mo gpo kpo kpo gpo ct
11 3 * * * 3 10
2–8 t/m
2 – 11
6–1 t/m
29 – 3
* **
cijfer
herkans. ja/nee
v/o 11 3 3* 5* 8* v/o
v/o
v/o
verzamelcijfer
geheel van sociaalnormatieve kwalificaties; eigenschappen die een persoon in staat stellen arbeid te verrichten binnen de voor die 27
j n n n n n j
j n n n n
j n n n n n n n
Programma van Toetsing en Afsluiting 2013-2014 Leerweg: Vak: per.
BB & KB Verzorging
Leerjaar: 4 Lesmethode: Traject Z&W-VMBO Verzorging
omschrijving
exameneenheid toets vorm gewicht
p 1
wps verzorging *
K 1 t/m 15
so/st/kpo
h 1
portfoliogesprek
K 1 t/m 15
mo
v/o
j
stage
K 1, 2, 3, 5, 6
gpo
v/o
j
stageverslag
K 1, 2, 3, 5, 6
gpo
9
n
wps verzorging *
K 1 t/m 15
so/st/kpo
9
n
21 – 12 h 3
portfoliogesprek
K 1 t/m 15
mo
p 4
wps verzorging *
K 1 t/m 15
so/st/kpo
9
n
p 5
wps examentraining * (eindtoets theorie in se week)
K 1 t/m 15
so/st/kpo
9
n
h 4
eind portfoliogesprek
K 1 t/m 15
mo
2–8
cijfer
herkans. ja/nee
nr.
9
n
t/m
2 – 11 h 2 p 2
4 – 11 p 3 t/m
v/o
j
6–1 t/m
29 – 3
* verzamelcijfer WPS: gemiddelde diverse onderdelen: tussentoetsen, studiewijzers, praktijktoets, voedingsdienst en eindtoets. De eindtoets telt drie keer zo zwaar als de andere toetsen.
28
v/o
j
Programma van Toetsing en Afsluiting 2013-2014 Leerweg: Vak:
BB Aardrijkskunde
Leerjaar: 4 Lesmethode: Eigen ontwikkeling
omschrijving
exameneenheid toets vorm gewicht
Inleidende toets wereldbeeld
K2,3
st
5
herkans. ja/nee n
module 1 “Leefbaar Nederland” (§1 t/m §6)
K4
st
10
n
atlasvaardigheden *
K3
st
5
n
p 4
module 2 “Migratie en multiculturele samenleving” (§1 t/m §6)
K6
st
10
n
4 – 11 p 5
praktische opdracht: “Migratie en multiculturele samenleving”
K1, 2, 3
kpo
5
n
21 – 12 p 3
atlasvaardigheden *
K3
st
5
n
p 6
excursie Amsterdam
K2, 3, 4, 6
gpo
5
n
p 7
module 3 “Nederlanders op vakantie” (§1 t/m §6)
K5
st
15
n
p 8
module 4 “Natuurlijke hulpbronnen” (§1 t/m §5)
K7
st
15
n
p 9
praktische opdracht : “Nederlanders op vakantie” afgerond met de voorjaarsvakantie
K5,7
st
5
n
p 3
atlasvaardigheden *
K3
st
5
n
p10
digitaal oefenexamen
K3, 5, 7
ct
5
n
per.
nr. p 1
2–8 t/m
2 – 11
p 2 p 3
cijfer
t/m
6–1 t/m
29 – 3
de modules 3 en 4 zijn de onderwerpen voor het centraal examen * verzamelcijfer 29
Programma van Toetsing en Afsluiting 2013-2014 Leerweg: Vak: per.
BB Biologie
Leerjaar: 4 Lesmethode: Biologie voor jou cijfer
herkans. ja/nee
nr.
omschrijving
exameneenheid toets vorm gewicht
p 1
thema 1 stofwisseling
K1, 2, 3, 4, 9
st
35
n
p 2
thema 2 planten
K1, 2, 3, 6
st
35
n
p 3
thema 3 ecologie
K1, 2, 3, 5, 6, 7
st
20
n
thema 4 mens en milieu
K1, 2, 3, 5, 6, 7
st
20
n
thema 5 voeding en vertering
K1, 2, 3, 9
st
35
n
K1, 2, 3, 9
st
20
n
K1, 2, 3, 9
st
35
n
K1, 2, 3, 10
st
15
n
st/mo
40
n
2–8 t/m
2 – 11
4 – 11 p 4 t/m
21 – 12 p 5
p 6 p 7 p 8 6–1 t/m
29 – 3
thema 6 gaswisseling thema 7 transport thema 8 opslag, uitscheiding, bescherming
p 9
werkstuk en mondeling naar aanleiding van vooraf geselecteerd onderwerpen
p10
practicum
st
20
n
p11
digitaal oefenexamen
ct
5
n
Nb: De totstandkoming van het pta cijfer wordt bepaald door de resultaten van de toets en de resultaten van het werkboek. Het werkboek dient te worden ingeleverd tijdens de toets i.v.m. de beoordeling.
30
K1 t/m 12
Programma van Toetsing en Afsluiting 2013-2014 Leerweg: Vak: per.
BB Economie
Leerjaar: 4 Lesmethode: Percent cijfer
herkans. ja/nee
nr.
omschrijving
exameneenheid toets vorm gewicht
p 1
h8
dat werkt!
K5
st
8
n
p 2
h9
leren en werken
K5
st
8
n
h10
aan het werk
K6
st
8
n
21 – 12 p 4
h11
werk en werkloosheid
K7
st
8
n
p 5
h12
de overheid is de baas
K5, 8
st
8
n
p 6
h13
Nederland en het buitenland
K7
st
8
n
p 7
h14
economie en milieu
K5, 7
st
8
n
p 8
digitaal oefenexamen
K5, 6, 7, 8
ct
8
n
2–8 t/m
2 – 11
4 – 11 p 3 t/m
6–1 t/m
29 – 3
31
Programma van Toetsing en Afsluiting 2013-2014 Leerweg: Vak: per.
BB Engels
Leerjaar: 4 Lesmethode: Go for it! 4B cijfer
herkans. ja/nee
nr.
omschrijving
exameneenheid toets vorm gewicht
p 1
gemiddeld cijfer woordkennis*
K3
so
10*
n
p 2
cijfer van 1 toets over Scene 1
K2
st
3
n
p 3
boekverslag 1
K4
st
5
n
p 1
gemiddeld cijfer woordkennis*
K3
so
*
n
p 4
boekverslag 2
K4
st
5
n
p 5
meerkeuzetoets informatie
K4
st
5
n
p 1
gemiddeld cijfer woordkennis*
K3
so
*
n
p 6
cijfer van 1 toets over scene 2
K2
st
3
n
p 7
luistertoets (cito)
K5
st
5
n
p 8
mondelinge vaardigheid
K1, 6
mo
5
n
p 9
digitaal oefenexamen
K2, 3, 4, 5
ct
1
n
2–8 t/m
2 – 11
4 – 11 t/m
21 – 12
6–1 t/m
29 – 3
*
verzamelcijfer
32
Programma van Toetsing en Afsluiting 2013-2014 Leerweg: BB / KB TT , VZ & SDV Vak: Lichamelijke opvoeding
Leerjaar: 4 Lesmethode: cijfer
herkans. ja/nee
per.
nr.
omschrijving
exameneenheid toets vorm gewicht
2–8
p 1
domein buitenspel *
K2, 3, 4
kpo
20
n
domein atletiek *
K2, 3, 7
kpo
10
n
onderdelen van de domeinen: turnen, atletiek 2, binnenspel 1 en bewegen op muziek *
K2, 3, 4, 5, 7, 8
kpo
20
n
21 – 12 p 4
sok periode 1*
K2, 3, 9
kpo
15
n
p 5
sok periode 2*
K2, 3, 9
kpo
15
n
p 6
onderdelen van de domeinen: turnen 2, atletiek 3, binnenspel 2 en zelfverdediging *
K2, 3, 4, 5, 7, 8
kpo
20
n
p 7
theorie sport
K1
st
10
n
29 – 3 p 8
sok periode 3*
K2, 3, 9
kpo
15
n
p 9
sok periode 4*
K2, 3, 9
kpo
15
n
p10
sok periode 5*
K2, 3, 9
kpo
15
n
t/m
2 – 11 p 2
p 3 4 – 11 t/m
6–1 t/m
* verzamelcijfer
SDV leerlingen TT leerlingen VZ leerlingen
p1, p2, p3, p6, p7 p1, p2, p4, p5, p8 p1, p2, p4, p5, p8, p9, p10
33
Programma van Toetsing en Afsluiting 2013-2014 Leerweg: Vak: per.
BB Natuurkunde
Leerjaar: 4 Lesmethode: Nu voor straks cijfer
herkans. ja/nee
nr.
omschrijving
exameneenheid toets vorm gewicht
p 1
geluid (hoofdstuk 9)
K2, 3, 5
st
4
n
p 2
bouw van materie (hoofdstuk 10)
K2, 3, 8
st
4
n
p 3
elektriciteit (8.1 t/m 8.5)
K2, 3, 4, 10
st
3
n
p 4
elektriciteit thuis (hoofdstuk 8)
K1 t/m 9
st
4
n
p 5
practicum (hoofdstuk 8 t/m 10) *
K1 t/m 10
kpo
3
n
p 6
examenhoofdstukken (hoofdstukken: 1, 3, 5, 6, 8, 9 en 10)
K1 t/m 10
st
3
n
p 7
digitaal oefenexamen
K1 t/m 10
ct
3
n
2–8 t/m
2 – 11 4 – 11 t/m
21 – 12
6–1 t/m
29 – 3
*
verzamelcijfer
34
Programma van Toetsing en Afsluiting 2013-2014 Leerweg: Vak: per.
BB Nederlands
Leerjaar: 4 Lesmethode: Nieuw Nederlands basis cijfer
herkans. ja/nee
nr.
omschrijving
exameneenheid toets vorm gewicht
p 1
fictiedossier boek 1, verslag en opdrachten
K3, 5, 7, 8
st
2
n
p 2
hoofdstuk 1
K3, 6, 7
st
5
n
p 3
hoofdstuk 2
K3, 6, 7
st
5
n
p 4
kijk / luistertoets
K2, 4
st
5
n
stageverslag + verslag voorlichtingsdag voor MBO-richtingen *
K1, 7
st
5
n
hoofdstuk 3
K3, 6, 7
st
5
n
p 7
fictiedossier boek 2, verslag en opdrachten
K3, 5, 7, 8
st
3
n
p 8
hoofdstuk 4
K3, 6, 7
st
5
n
p 9
presenteren
K2, 4, 5
mo
4
n
p10
schrijfopdrachten fictie*
K7
st
5
n
p11
eindevaluatie portfolio
K5, 8
mo
5
n
p12
digitaal oefenexamen
K3, 6, 7
ct
3
n
2–8 t/m
2 – 11
4 – 11 p 5 t/m
21 – 12 p 6
6–1 t/m
29 – 3
*
verzamelcijfer
35
Programma van Toetsing en Afsluiting 2013-2014 Leerweg: Vak:
BB Wiskunde
Leerjaar: 4 Lesmethode: Getal & Ruimte toets vorm gewicht
cijfer
herkans. ja/nee
per.
nr.
omschrijving
exameneenheid
27-8
p 1
hfdst 1: rekenen
K5
st
4
n
p 2
hfdst 2: verbanden
K4
st
4
n
p 3
hfdst 3: meetkunde
K6
st
4
n
p 4
hfdst 4: statistiek
K7
st
4
n
t/m
2-11
4-11
één van de onvoldoende gemaakte toetsen uit deel 4b1 mag herkanst worden.
t/m
21-12
6-1 t/m
8-4
p 5
hfdst 5: rekenen
K5
st
4
n
p 6
hfdst 6: meetkunde 1
K6
st
4
n
p 7
hfdst 7: verbanden
K3/4
st
4
n
p 8
hfdst 8: meetkunde 2
K6
st
4
n
p 9
digitaal oefenexamen
K4/5/6/7
ct
4
n
één van de onvoldoende gemaakte toetsen uit deel 4b2 mag herkanst worden.
36