Heupprothese
Inhoudsopgave Inleiding
4
Het heupgewricht
5
Gewrichtsslijtage
6
Besluit om te opereren
7
Fast Track project
8
Voorbereiding op de operatie Voorbereiding De arbodienst/bedrijfsarts Roken Anesthesie (verdoving) Spreekuur anesthesioloog Spreekuur verpleegkundig specialist Wat moet u meenemen? De coach Waardevolle bezittingen Medicijnen Dieet Allergie Bloedverdunners Krukken De dag voor de operatie Kennismaking Informatie Eén aanspreekpunt
10
De dag van de operatie Pijnbestrijding Nuchter Voorbereidingen
15
2
14
De operatie 16 De gecementeerde en ongecementeerde heupprothese Complicaties
18
Direct na de operatie Medicijnen Infuus, katheter Wondpleister Liggen en slapen Eten en drinken Landelijke registratie
20
Na de operatie Revalideren Röntgenfoto Hechtingen
22
Naar huis Voorbereiding Aanpassingen in huis Fysiotherapie Weer thuis Resultaat van de operatie Wanneer uw arts waarschuwen? Bezoek huisarts of tandarts Controle
23
24
Aandachtspunten bij gebruik van elleboogkrukken 26 De meest gestelde vragen na het plaatsen van een heupprothese
27
Vragen en of problemen
30
Verhindering
30 3
Inleiding Veel mensen met een versleten heupgewricht hebben baat bij een operatie waarbij het heupgewricht vervangen wordt door een kunstheup (heupprothese). Samen met uw arts/de verpleegkundig specialist heeft u het besluit genomen om deze operatie te plannen. ‘Een goed begin is het halve werk’ geldt ook voor een heupoperatie. Een goede voorbereiding zal zeker bijdragen aan een vlot herstel. In deze brochure kunt u lezen over: • het fast track project, • de operatie, • over wat u zelf kunt doen ter voorbereiding, • de opname in het ziekenhuis, • en adviezen voor de herstelperiode thuis. We raden u aan om deze brochure goed te bewaren en bij elk bezoek aan het ziekenhuis mee te nemen (ook tijdens uw opname). Bovendien bevat de brochure uitgebreide adviezen voor als u weer thuis bent.
4
Het heupgewricht Een gezond gewricht Gewrichten in ons lichaam vormen de beweeglijke verbindingen tussen twee beenstukken. Een gewricht bestaat uit twee botdelen die zo zijn gevormd, dat ze precies tegen elkaar aan kunnen liggen of in elkaar passen. De boteinden van beide botdelen(de gewrichtsvlakken) zijn bekleed met een laagje kraakbeen, zodat ze gemakkelijk over elkaar glijden. Het kraakbeen is glad en veerkrachtig en wordt gevoed door het gewrichtsvocht. De botdelen van een gewricht worden op hun plaats gehouden door een stevig kapsel. Om dit kapsel bevinden zich pezen en spieren. De spieren zorgen voor de beweeglijkheid, de benige gedeelten van een gewricht zorgen voor de stevigheid. Het heupgewricht Er bestaan verschillende soorten gewrichten, één daarvan is het kogelgewricht. Bij een kogelgewricht heeft het ene gewrichtsvlak de vorm van een kom, het andere de vorm van een kop. De gewrichtskop en de gewrichtskom passen precies in elkaar en kunnen naar alle kanten bewegen. Het heupgewricht is zo’n kogelgewricht. Het verbindt het bekken met het dijbeen. De kop van het heupgewricht bevindt zich in het bovenste gedeelte van het dijbeen. De gewrichtskom bevindt zich in het bekken. Door het heupgewricht kan het been met behulp van spieren in alle richtingen worden bewogen. Gezond heupgewricht
5
Gewrichtsslijtage Slijtage Een aandoening van de gewrichten die bij veel mensen voorkomt, is gewrichtsslijtage. In medische termen wordt dit ‘artrosis deformans’ of kortweg ‘artrose’ genoemd. Artrose kan voorkomen in alle gewrichten van het menselijke lichaam, dus ook in het heupgewricht. Door slijtage wordt de gladde kraakbeenlaag van het gewricht aangetast en kan het zijn dat de kraakbeenlaag uiteindelijk helemaal verdwijnt. De gewrichtsvlakken kunnen daardoor niet meer zo soepel langs elkaar glijden, met als gevolg dat het bewegen steeds moeilijker en pijnlijker wordt.
Ziek heupgewricht
Klachten Slijtage van het heupgewricht kan allerlei klachten veroorzaken: • Een continue pijn in de lies. De pijn kan uitstralen naar de dijstreek, het bovenbeen en de knie en soms ook naar het onderbeen. • Stijfheid bij het opstaan als u heeft gezeten. Men spreekt ook wel van ‘startpijn’. • Moeite met lopen en de neiging voorover te lopen. • Niet kunnen bukken of traplopen. • Pijn gedurende de nacht. • Verergering van de klachten bij vochtig en koud weer. • Moeite met het vastmaken van uw schoenveters. 6
Verminderen van de klachten Er zijn verschillende mogelijkheden om de klachten te verminderen: • Met behulp van pijnstillers die de arts voorschrijft. • Door met een stok te lopen aan de kant van uw ‘goede’ heup. • Met behulp van fysiotherapie. De fysiotherapeut zal door middel van oefeningen de pijn proberen te verlichten en uw heupgewricht zo beweeglijk mogelijk proberen te houden. • Door middel van een operatie waarbij de heupkom en heupkop worden vervangen door een kunstgewricht. Als pijnstillers en fysiotherapie onvoldoende helpen, is een operatie vaak de enige oplossing.
Besluit om te opereren Voordat u zich aan uw heup laat opereren, moet u goed weten waarom een operatie nodig is, wat de operatie inhoudt en hoe het herstel na de operatie zal verlopen. Wanneer u deze brochure leest, heeft de orthopedisch chirurg met u besproken dat een operatie nodig is. Afspraak opname Op de polikliniek, na het bezoek aan uw behandelend arts of verpleegkundig specialist hebt u van de afdeling operatieplanning orthopedie een datum en tijd van opname meegekregen. Daarnaast worden er in principe enige onderzoeken afgesproken zoals een hartfilmpje als u zestig jaar of ouder bent en bloedonderzoek. Vanuit het bloedonderzoek zal blijken of het nodig is om met bloedversterkende injecties te gaan starten (Eprex).
7
Fast Track project In het CWZ wordt voor alle totale heup en totale knieoperaties gewerkt volgens een herstelprogramma, wat in principe drie dagen duurt, en “Fast Track” wordt genoemd. Het programma is een van de belangrijkste ontwikkelingen van de laatste jaren in de chirurgie. Het is gebleken dat een sneller herstelprogramma zorgt voor een beter resultaat. U bent sneller weer op de been, kunt sneller naar huis en ook weer u normale leven oppakken. In tegenstelling tot de zorg die vroeger werd gegeven heeft u nu een veel actievere rol in uw eigen herstel. Zo wordt er van u verwacht dat u direct na de operatie start met bewegen. Deze extra inspanning zorgt voor een sneller herstel, immers “rust roest”. We benaderen u niet als ‘ziek’, maar gaan juist uit van wat u allemaal wel kan. Het herstel vraagt van u een actieve houding, inzet en doorzettingsvermogen. U bent zo min mogelijk in bed en heeft overdag uw eigen kleding aan. De dag van de operatie begint u met fysiotherapie en op de tweede dag na de operatie kunt u naar huis. U verblijft in principe op een kamer met patiënten die het zelfde traject volgen. Er is ook een speciaal ingerichte huiskamer. Uit ervaring weten we dat patiënten een groepsbenadering erg op prijs stellen. Op deze manier leren patiënten met een nieuwe heup van elkaar en vinden ze ook steun bij elkaar. Om dit snelle herstel mogelijk te maken zijn de anesthesie (verdovings)technieken, pijnmedicatie en de fysiotherapie verbeterd.
Het Fast Track project in het kort: • U wordt op de avond voor de operatie, vergezeld van uw coach, verwacht op de afdeling orthopedie (A22). Daar maakt u kennis met enkele medepatiënten die hetzelfde traject zullen volgen. Daarna krijgt u een film te zien over de operatie. • In de ochtend van de volgende dag wordt u geopereerd. 8
• Natuurlijk krijgt u een goede verdoving en pijnstilling. • In de late namiddag of begin van de avond na de operatie komt de fysiotherapeut bij u en gaat u voor het eerst uit bed, in de stoel en oefent u al met lopen. • Vanaf de eerste dag na de operatie draagt u uw eigen kleding en bent u veel uit bed. • De fysiotherapeut oefent twee keer per dag met u en uw groepsgenoten • In de namiddag van de tweede dag na de operatie kunt u, indien u voldoet aan de ontslagcriteria weer naar huis. Dat wil zeggen indien u een bepaalde mate van zelfstandigheid in beweging heeft, de pijn onder controle is, de wond rustig en er geen andere complicaties zijn opgetreden. Wanneer eventueel thuiszorg nodig is, dient dit ook geregeld te zijn. • Het is raadzaam tijdig de verdere revalidatie door de fysiotherapeut bij u in de buurt te regelen.
9
Voorbereiding op de operatie Voorbereiding Een goede voorbereiding op een operatie is altijd belangrijk. Hieronder kunt u lezen wat voor u afgesproken is en wat u zelf kunt doen. De arbodienst/bedrijfsarts Vraagt u zich af of uw aandoening of behandeling consequenties heeft voor het uitoefenen van uw werk? Overleg dan met uw specialist. Zo wordt duidelijk of u (tijdelijk) beperkingen heeft en zo ja, welke. De bedrijfsarts begeleidt de terugkeer naar uw werk. Daarom is het belangrijk dat uw bedrijfsarts op de hoogte is van uw aandoening of behandeling. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler verlopen als u de bedrijfsarts al vóór de ingreep informeert. U kunt een gesprek voeren met uw bedrijfsarts op het arbeidsomstandighedenspreekuur van de arbodienst van het bedrijf of de organisatie waar u werkt. Om uw privacy te beschermen is uw toestemming nodig voor eventueel overleg tussen uw specialist en uw bedrijfsarts. Roken Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer de helft van de patiënten die rookt, een complicatie krijgt. Een complicatie is een onvoorziene gebeurtenis tijdens of na de operatie die extra onderzoek of behandeling behoeft of leidt tot een verlengde opnameduur. De kans op een complicatie is echter met 50%(!) te verminderen door rondom de operatie te stoppen met roken. Als u rookt willen wij u daarom vragen om minimaal 8 weken rondom de operatie te stoppen met roken. 4 weken voor, en tot minstens 4 weken na de operatie. Dit om de kans op schade aan uw gezondheid zo klein mogelijk te maken.
10
Stoppen met roken doet u niet alleen Wij begrijpen dat tijdelijk stoppen met roken misschien een grote stap voor u is, om deze reden bieden wij u graag onze hulp bij het stoppen aan. Vraag erna bij de orthopedisch verpleegkundigen. Tevens bestaan er ook medicijnen die u kunnen helpen met het stoppen met roken. Anesthesie (verdoving) Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk. Hierover kunt u meer lezen in de CWZ-folder ‘Verdoving (anesthesie) bij volwassenen’. Voor de operatie en de anesthesie zijn meestal enige voorbereidingen noodzakelijk, dit wordt ook wel preoperatief onderzoek of preoperatieve voorbereiding genoemd. Spreekuur anesthesioloog De anesthesioloog schat in welke risico’s in uw geval aan de operatie en de anesthesie verbonden zijn en hoe deze kunnen worden beperkt. Daarnaast zal de anesthesie techniek met u besproken worden. Daarom heeft de doktersassistente een afspraak voor u op het spreekuur van de anesthesioloog gemaakt. Spreekuur verpleegkundig specialist Aansluitend aan uw afspraak op de polikliniek anesthesie heeft u een afspraak bij de verpleegkundig specialist op de polikliniek orthopedie. De verpleegkundig specialist bespreekt met u de voorbereidingen en de nazorg. Wat moet u meenemen? Tijdens uw opname heeft u nodig: • Ondergoed en bedkleding (bij voorkeur met korte of oprolbare mouw en ondergoed met zachte rand of klein pijpje); • Gemakkelijk zittende kleding (niet te strakke rok of broek); • Kamerjas; • Toiletartikelen (geen handdoek en washandjes); • Lectuur en dergelijke; • Goede schoenen (geen slippers). 11
De coach Bij het herstel (revalidatie) gedurende de eerste twee maanden na een heupoperatie kan een vertrouwd iemand, een belangrijke rol spelen. Het woord coach zegt het al; begeleider, helper, aanmoediger in de herstelfase. Om dit goed te doen, is het belangrijk dat de coach vanaf het begin zoveel mogelijk overal bij betrokken is. Het is raadzaam dat uw coach aanwezig is bij het bezoek aan het verpleegkundig orthopedisch spreekuur, bij de opname en bij de instructie door de fysiotherapie op revalidatiedag twee tijdens de laatste oefensessie voor het ontslag. Na de operatie krijgt de coach telefonisch bericht wanneer u terug bent op de afdeling. Eventueel bezoek na de operatie kan in overleg. Waardevolle bezittingen Het is raadzaam grotere geldbedragen, sieraden en andere kostbaarheden thuis te laten. De ervaring leert dat het gevaar van zoekraken en diefstal in een openbaar gebouw aanwezig is. Het ziekenhuis kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Medicijnen De medicijnen die u tijdens uw verblijf nodig heeft, ontvangt u van de ziekenhuisapotheek. Neem geen medicijnen in zonder hierover overleg te plegen. Een combinatie van geneesmiddelen kan namelijk bij ondeskundig gebruik gevaarlijk zijn. Omdat het van belang is te weten welke medicijnen u tot de opnamedag heeft gebruikt, verzoeken wij u deze medicijnen, in de originele verpakking, bij opname mee te nemen. Dieet Als u een bepaald dieet volgt, vragen wij u dit aan de verpleegkundige mede te delen. Dan wordt bekeken of wijzigingen hierin al dan niet noodzakelijk zijn.
12
Allergie Wanneer u weet dat u voor bepaalde stoffen allergisch (overgevoelig) bent, is het belangrijk dit te melden. Hiermee wordt dan rekening gehouden bij uw behandeling en verpleging. Bloedverdunners Bij het gebruik van bloedverdunnende geneesmiddelen is het soms nodig deze voor de operatie te stoppen. Uw arts of de polikliniekmedewerker/verpleegkundige geeft aan of dit voor u van toepassing is. Stop nooit op eigen initiatief met het gebruik van bloedverdunners. Krukken In het ziekenhuis krijgt u een paar elleboogkrukken te leen. De fysiotherapeut zal deze voor u op de juiste hoogte afstellen. U mag deze krukken mee naar huis nemen en wanneer u ze niet meer nodig heeft, kunt een telefoonnummer bellen om de krukken weer op te laten halen. Meer informatie hierover krijgt u in het ziekenhuis.
13
De dag voor de operatie Kennismaking U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de afdeling orthopedie A22, waar u wordt opgenomen. U maakt dan kennis met de verpleging van de afdeling orthopedie en met de andere patiënten die op dezelfde dag als u aan hun heup of knie worden geopereerd. Tijdens uw opname zult u veel met hen samen doen, bijvoorbeeld de oefeningen in het kader van de revalidatie. Informatie Op de opnamedag heeft u een gesprek met een verpleegkundige over zaken die voor de verpleging belangrijk zijn om te weten. Tevens vertelt de verpleegkundige u nog kort het één en ander over de gang van zaken rond de operatie. Als u dat prettig vindt, kan uw partner/begeleider bij het opnamegesprek aanwezig zijn. Samen met de andere patiënten kunt u nog kijken naar een voorlichtingsfilm over de operatie en nabehandeling. Eén aanspreekpunt U wordt door het hele traject begeleid door de verpleegkundig specialist. Zij is uw vaste aanspreekpunt op de verpleegafdeling en polikliniek. De orthopedisch verpleegkundigen geven u voorlichting voor de operatie en zijn telefonisch te bereiken bij vragen of problemen. Zij staan in nauw contact met de verpleegkundig specialist. Meer informatie over hen vindt u in de folder ‘medisch ondersteunend personeel binnen de zorgeenheid orthopedie’.
14
De dag van de operatie Pijnstilling De ochtend van de operatie start u met de pijnmedicatie. Dit heeft als doel een spiegel in uw bloed op te bouwen zodat na de operatie de pijnmedicatie meer effect heeft. Nuchter Omdat de operatie onder anesthesie plaatsvindt, is het nodig dat u nuchter bent. Hierover heeft de anesthesioloog op het spreekuur afspraken met u gemaakt. Meer informatie hierover kunt u lezen in de folder ‘Verdoving (anesthesie) bij volwassenen’. Voorbereidingen Op de dag van de operatie kunt u zich in de vroege ochtend nog gaan wassen of douchen. Voordat u naar de operatiekamer gaat, krijgt u eerst op de afdeling de voorbereidende medicatie voor de anesthesie (premedicatie). Het is belangrijk dat u deze medicatie voor de ingreep inneemt. Ook is het belangrijk dat u voor de ingreep nog even plast, zodat de blaas leeg is. De verpleegkundige zal, samen met u, een pijl op het te opereren been zetten, dit ter controle van de juiste zijde. Tijdens de operatie draagt u een operatiejasje dat u op de afdeling alvast aantrekt. Bovengenoemde maatregelen zijn om de hygiëne op de operatiekamer te waarborgen en daardoor infecties te voorkomen. Een kwartier voor de ingreep wordt u naar de voorbereidingsruimte van de operatieafdeling gebracht. Hier worden u nog wat vragen gesteld en krijgt u een kunststof naaldje in een bloedvat in uw arm, waarop het infuus wordt aangesloten.
15
U gaat in uw bed naar de operatiekamer en schuift op een smalle operatietafel. De anesthesioloog geeft u de verdoving, die met u besproken is. Ook zal er voordat de operatie begint bewakingsapparatuur aangesloten worden, om lichaamsfuncties zoals bloeddruk, pols en ademhaling tijdens de operatie goed te kunnen observeren.
De operatie In het CWZ worden twee verschillende methoden toegepast bij heupoperaties: de gecementeerde heupprothese en de ongecementeerde heupprothese. De gecementeerde en ongecementeerde heupprothese Tijdens een operatie van het heupgewricht wordt het aangetaste gewricht vervangen door een kunstgewricht (een prothese). Om bij het heupgewricht te kunnen komen, maakt de orthopedisch chirurg een snee aan de zijkant van uw bovenbeen, de spieren en pezen worden opzij gelegd. Vervolgens maakt hij het gewrichtskapsel open om de kop uit de kom te kunnen halen. Wanneer dat gebeurd is, wordt de kop verwijderd en de kom schoongemaakt. In het heupbeen plaatst de orthopedisch chirurg een nieuwe kom. In het dijbeen wordt een metalen pin ingebracht met daarop een kop. Kop en kom passen precies in elkaar. De prothese wordt, net als het zieke gewricht, op de plaats gehouden door het gewrichtskapsel. Als de kop in de kom is gezet, worden het gewrichtskapsel en de huid weer dichtgemaakt (gehecht). Het verwijderde bot wordt – met uw toestemming - bewaard voor de botbank. U leest hierover meer in de folder ‘Procedure botbank’. De operatie op zich duurt ongeveer één tot anderhalf uur. Is er gekozen voor een ruggeprik (regionale anesthesie) dan bent u tijdens de operatie wakker. U hoort dan alle geluiden van de operatie. Dus het geluid van kloppen of boren hoort bij deze operatie. Wilt u deze geluiden liever niet horen, dan kunt u de anesthesioloog om een licht slaapmiddel vragen.
16
Bij de ongecementeerde heup wordt de prothese in het bot vastgeslagen tijdens de operatie, waarna deze vervolgens vastgroeit. Dit wordt ook wel de ‘ingroeiprothese’ genoemd. Bij de gecementeerde heup wordt de heupprothese met behulp van cement in het bot vastgezet. Afhankelijk van uw leeftijd en de kwaliteit van uw bot, wordt gekozen voor de gecementeerde of ongecementeerde prothese. De arts bespreekt op de polikliniek met u de keuze van de soort prothese.
Voor beide operatiemethoden geldt dezelfde nabehandeling en herstelperiode. De rest van deze folder zal dan ook van toepassing zijn voor beide genoemde operatietechnieken.
17
Complicaties Ook al wordt de operatie goed uitgevoerd, er kunnen na de operatie toch complicaties ontstaan zoals wondinfectie, trombose of nabloeding. De complicaties die kunnen ontstaan zijn: • Trombose Er kan een verstopping van een bloedvat in het been (trombose) ontstaan. Wanneer dit niet behandeld wordt, kan er een stolsel naar de longvaten of hersenvaten schieten. Dit kan zeer ernstige gevolgen hebben. Trombose is herkenbaar aan een gezwollen, glanzende en pijnlijke kuit. Om trombose tegen te gaan, krijgt u gedurende zes weken bloedverdunnende injecties, bijvoorbeeld Clexane voorgeschreven. Er bestaat een kleine kans op specifieke complicaties na een heupprothese operatie. Dit zijn onder andere: • Infectie Dit kan een oppervlakkige infectie zijn, maar ook een diepe infectie rond de delen van de prothese. Diepe infecties kunnen tot ernstige complicaties leiden, waardoor de ziekenhuisopname verlengd wordt. Behandeling van dergelijke infecties kan op verschillende manieren plaats vinden. U kunt via een infuus antibiotica toegediend krijgen, maar ook een operatieve ingreep kan noodzakelijk zijn om de wond te reinigen. Bij een diepe infectie kan uw orthopedisch chirurg besluiten de prothese geheel te verwijderen. • Luxatie Een heupluxatie is het schieten van de heupkop uit de heupkom. Dit komt vooral in de eerste 3 maanden na de operatie voor. U vermindert de kans op een heupluxatie als u de adviezen, zoals besproken met uw orthopedisch chirurg en fysiotherapeut, zorgvuldig opvolgt.
18
• Zwelling Na de operatie kan een zwelling van het onderbeen ontstaan. Dit is een normaal verschijnsel na een heupprothese en zal in de loop van de enkele maanden weer verdwijnen. Eventueel kan men de zwelling tegengaan door het dragen van een steunkous. • Losraken De heupprothese wordt duurzaam en stabiel vastgezet. Toch kan het soms voorkomen dat deze gaat loszitten en pijn veroorzaakt. In dat geval is een extra operatie nodig (‘revisie’). • Slijtage Uw heupprothese is een mechanisch werkend geheel en is daarom onderhevig aan wrijving en slijtage. De slijtage is beperkt vanwege het ontwerp van de prothese. Geheel voorkomen van slijtage is echter niet mogelijk. Daarom kunnen er metaalsporen in het bloed en weefsel worden aangetroffen. Voor zover bekend levert dit geen nadelige effecten op. • Verschil in beenlengte Na uw heupoperatie kan het voorkomen dat er een beenlengteverschil is ontstaan. Gewoonlijk is dit het gevolg van een lichte verlenging van de geopereerde zijde. Uw orthopeed streeft altijd optimale beenlengte na. Mocht er een beenlengteverschil blijven bestaan, dan wordt een verhoogde schoenzool geadviseerd. • Looppatroon Na het plaatsen van een heupprothese is het looppatroon van sommige patiënten niet optimaal. Dit heeft allerlei oorzaken, bijvoorbeeld pijn. Normaal gesproken moet dit na drie maanden geheel of grotendeels verdwenen zijn. Een klein deel van de patiënten houdt deze problemen.
19
Direct na de operatie Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (verkoeverkamer). Hier zal men regelmatig uw bloeddruk, polsslag, temperatuur en ademhaling controleren. Er wordt ook regelmatig naar de wond gekeken en naar de pijn gevraagd. Als u weer goed wakker bent en de pijn onder controle, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Op de verpleegafdeling belt de verpleegkundige die voor u zorgt uw contactpersoon/begeleider. Na de operatie kunt u pijn hebben. Met behulp van een speciale pijnbestrijdingsmethode (zie hoofdstuk pijnmeting in de folder ‘Anesthesie’) wordt de pijn onder controle gehouden, zodat u sneller van de operatie kunt herstellen. Tegen eventuele misselijkheid krijgt u eventueel medicijnen. Medicijnen U krijgt via een injectie bloedverdunnende middelen gedurende zes weken. Het is de bedoeling dat u tijdens de opname aangeleerd wordt om u zelf de bloedverdunnende injecties te geven. Mocht u bekend zijn met het gebruik van bloedverdunnende middelen, dan is het mogelijk dat er voor u een ander beleid van toepassing is, dat hoort u bij uw bezoek aan de arts of verpleegkundig specialist. Infuus, katheter Na de operatie heeft u een infuus in uw arm. Het infuus zorgt ervoor dat u voldoende vocht krijgt. Verder krijgt u via het infuus een antibioticum en eventueel bloed toegediend. Het infuus wordt in de avond of de volgende ochtend verwijderd. Om het plassen te vergemakkelijken, kan het zijn dat een blaaskatheter bij u wordt ingebracht. De katheter wordt de eerste dag weer verwijderd.
20
Wondpleister Op de wond zit een speciaal soort pleister. Dit is een comfortabele en flexibele pleister wat mobiliteit bevordert, waardoor oefeningen makkelijker uit te voeren zijn. De pleister kan veel vocht absorberen en vasthouden en moet zo lang mogelijk blijven zitten (maximaal zeven dagen) Dit voorkomt onnodige verbandwisselingen en daarmee de kans op blaarvorming. Tot slot vormt het een barrière voor bacteriën en virussen waardoor de kans op een wondinfectie ook geminimaliseerd wordt. Liggen en slapen Het makkelijkst zal zijn om gedurende de eerste weken op uw rug te liggen. U mag op beide zijden liggen, maar dan met een kussen tussen de benen. Vooral de eerste dagen zal dit in verband met de wond nog pijnlijk zijn. Eten en drinken Bij terugkomst van de operatiekamer mag u beginnen met het drinken van water en indien dit goed gaat met eten. Landelijke registratie Uw operatiegegevens zullen worden geregistreerd in de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten. Indien u hier bezwaar tegen heeft kunt u dit kenbaar maken aan uw behandelend specialist.
21
Na de operatie De eerste dag heeft u bij uw lichamelijke verzorging wellicht hulp nodig van een verpleegkundige. Het is echter de bedoeling dat u zo snel mogelijk weer dingen zelf gaat doen. Uw versleten heup is immers vervangen en verder bent u niet ziek. De dag na de operatie wordt er bloed afgenomen om te controleren of u tijdens de operatie niet teveel bloed heeft verloren. Waarnodig krijgt u een extra zakje bloed toegediend of start u met staaltabletten. Revalideren In de late middag of vroege avond na de operatie start u, onder begeleiding van een fysiotherapeut met oefenen. U krijgt oefeningen op bed en leert hoe u uit bed moet komen. Ook oefent u al even met lopen. Dit wordt op de eerste en tweede dag na de operatie verder uitgebreid. Het doel is dat u zelfstandig en veilig met krukken en/of een rollator kunt lopen. Ook traplopen en het in/ uit de auto stappen wordt met u geoefend. Opbouw van andere activiteiten zoals bijvoorbeeld fietsen en autorijden worden met u besproken. Tijdens de loopoefeningen is het raadzaam om makkelijk zittende kleding en stevige schoenen (dicht en met veters of een goede instapschoen) aan te hebben. Het is raadzaam om tussen de middag en ’s avonds een half uur platte bedrust te nemen. Dit bevordert de strekking van de heupspieren wat van belang is voor een goed herstel. Röntgenfoto De dag na de operatie wordt er een controlefoto van uw heup gemaakt. Hechtingen De huid is gesloten met hechtingen die na ongeveer zes weken vanzelf oplossen. Het is dus niet nodig hechtingen te verwijderen.
22
Naar huis Voorbereiding In principe gaat u in de middag van de tweede dag na de operatie weer naar huis. De verpleegkundige bespreekt de eerste dag na de operatie met u en eventueel uw partner/contactpersoon of er aanvullende hulp nodig is als u naar huis kan. Zonodig wordt het Transferpunt Zorg CWZ ingeschakeld om aanvullende thuiszorg te regelen. Voordat u naar huis gaat, neemt een verpleegkundige nog enkele praktische zaken met u door, zoals medicijnen die u moet gebruiken en diverse afspraken. Aanpassingen in huis Na de operatie is het prettig om thuis een hoge rechte stoel met leuningen te hebben. Haal losse kleedjes op een gladde vloer weg vanwege het gevaar van uitglijden. De trap moet voorzien zijn van een stevig bevestigde trapleuning. Een toiletverhoger en handgrepen in de douche en toiletruimte kunnen ook handig zijn, evenals een lange schoenlepel en een helping-hand (grijptang). Uw bed hoeft niet speciaal verhoogd te zijn maar een verlaagd bed of waterbed is niet praktisch. Bij een te laag bed kunt u eventueel klossen bij de Thuiszorgwinkel lenen. Wanneer u alleen woont, en/of ‘s nachts vaak naar het toilet moet, is het fijn om tijdelijk een postoel naast uw bed te hebben. Deze hulpmiddelen kunt u zelf lenen of kopen bij de Thuiszorgwinkel. Het is raadzaam om dit voor uw opname te regelen. Fysiotherapie Bij ontslag krijgt u een verwijsbrief en een overdrachtsbrief mee voor vervolg fysiotherapie. U kunt zelf contact opnemen met de behandelende fysiotherapeut.
23
Weer thuis Resultaat van de operatie Met uw nieuwe heup zullen de pijnklachten die u voor de operatie had grotendeels verdwenen zijn. De eerste maanden zal uw nieuwe heup nog een beetje gevoelig zijn maar daar zult u geleidelijk steeds minder last van hebben. Toch zult u, ook met een nieuwe heup, altijd wat last houden van stijfheid. De spieren rond de heup zijn namelijk door de langdurige pijnklachten die u van tevoren had, wat korter geworden. Dit euvel wordt door de operatie niet verholpen. Meestal is gebruik van pijnstillers niet (meer) nodig. Mocht u toch nog pijn hebben dan kunt u paracetamol nemen. Maximaal 4 maal daags 2 tabletten van 500 mg. Wanneer uw arts waarschuwen? Het is belangrijk dat u in de volgende gevallen contact opneemt met het telefonisch spreekuur orthopedie: • Als de operatiewond gaat lekken; • Als het wondgebied erg gezwollen en rood blijft; • Als uw been erg pijnlijk aanvoelt; • Als u niet meer op het geopereerde been kunt staan, terwijl u dat eerst wel kon; • Als u koorts gaat ontwikkelen hoger dan 38,5° Celsius; • Vermeld bij contact met de huisarts altijd dat u geopereerd bent en hoe lang dit geleden is. Bezoek huisarts of tandarts Zolang u de prothese heeft, blijft het risico van infectie bestaan. In verband hiermee is het belangrijk dat u uw huisarts en tandarts vertelt dat u een kunstheup heeft, op het moment dat er een operatieve ingreep plaatsvindt. Zij kunnen u dan zonodig antibiotica geven, om het gevaar van infectie tegen te gaan.
24
Controle Drie weken na de operatie zal de orthopedisch verpleegkundige u opbellen. U kunt dan met haar bespreken hoe het gaat en mochten er vragen zijn dan kunt u die stellen. Acht weken na de operatie heeft u een afspraak bij de verpleegkundig specialist. Meer informatie over de verpleegkundig specialist vindt u in de folder ‘medisch ondersteunend personeel binnen de zorgeenheid orthopedie’. Zitten Bij voorkeur een hoge stoel met armleuningen. Als u gaat zitten of staan, het geopereerde been iets naar voren plaatsen, het been niet hoog leggen op een kruk of stoel. Draaien Stap voor stap; niet staand draaien op de voet van het geopereerde been. Liggen De eerste twee maanden het geopereerde been niet gestrekt tillen (daarna mag u dit gaan oefenen). Traplopen Dit oefent u met de fysiotherapeut. Omhoog: eerst het beste been (niet geopereerde), dan bijsluiten; het geopereerde been en de elleboogkruk. Omlaag: eerst de elleboogkruk met het geopereerde been, dan bijsluiten. Een stevige trapleuning is nodig.
25
Aandachtspunten bij het gebruik van elleboogkrukken De krukken worden door de fysiotherapeut afgesteld. De krukken staan op de goede hoogte afgesteld wanneer u kunt staan met de handen op de handgrepen van de krukken en de ellebogen bijna gestrekt. Gaan zitten Wanneer u wilt gaan zitten, loopt u naar achteren totdat u het bed of de stoel met de achterkant van uw benen voelt. Zet de krukken eerst aan de kant en steun met beide handen op de leuningen van de stoel of op het bed. Let erop dat u tijdens het gaan zitten, uw geopereerde been wat naar voren zet. Gaan staan Wanneer u wilt gaan staan, verplaatst u zich eerst naar de rand van de zitting, dus naar voren toe. Drukt u zich dan op met beide armen vanaf de armleuningen. Let ook hierbij op dat u uw geopereerde been iets naar voren zet bij het gaan staan. Probeert u nooit op te staan door u op te drukken vanaf de krukken, dit is onstabiel waardoor u kunt vallen. Lopen Wanneer u met krukken loopt, doe dit in de goede houding. Houdt u hoofd rechtop en kijk recht vooruit. Wanneer u naar uw voeten kijkt, bestaat de mogelijkheid dat u struikelt en valt. Bovendien raakt u hiervan ook meer vermoeid. Loop rustig. Het is niet nodig dat u zich haast. Controleer of de doppen van de krukken nog voldoende profiel hebben. Kijk uit voor natte en/of gladde vloeren! Conclusie: doe het rustig aan en wees voorzichtig.
26
De meest gestelde vragen na het plaatsen van een heupprothese Hoe lang zal mijn heup pijnlijk blijven? De eerste periode heeft u nog last van spierpijn, dit wordt geleidelijk aan minder. Tot zes à acht maanden na de operatie treedt er nog steeds verbetering op . Startpijn, lokale vermoeidheid en een rekkend, trekkend en drukkend gevoel zullen steeds minder op de voorgrond staan. Hoe lang blijft mijn been dik? Het is heel normaal dat u de eerste drie maanden na de operatie enige zwelling in de voet en/of onderbeen heeft. Hoe vaak moet ik oefenen? U krijgt van de fysiotherapeut oefeningen in lig, zit en stand die u regelmatig kunt herhalen. Uw fysiotherapeut thuis zal u hierin advies geven. Oefen regelmatig, maar overdrijf niet! Wanneer mag ik weer gaan autorijden/fietsen? Indien u zonder hulpmiddelen kunt lopen (twee maanden na de operatie) mag u na overleg met de orthopeed weer autorijden/fietsen. In verband met de lage instap is een damesfiets aan te raden. Raadpleeg tevens de polisvoorwaarden van uw verzekering. Wanneer mag ik weer gaan douchen/in bad? U kunt al snel weer onder de douche. Als u een goede sta-functie heeft, kunt u in principe vanaf twee dagen na de operatie onder de douche. De wondpleister mag nat worden. Zorg ervoor dat u onder de douche niet kunt uitglijden en u eventueel aan een stevige grijpstang kunt vasthouden. Het is raadzaam de eerste twee maanden niet in bad te gaan vanwege de moeilijke instap.
27
Wat voor soort schoenen kan ik het beste aantrekken? Het is verstandig om schoenen te dragen die vast aan de voet zitten en een brede hak hebben. Hoge hakken en slippers moet u de eerste drie maanden vermijden. Moet ik een steunkous dragen? In principe is het niet nodig, echter als er toch zwelling in de voet en/of onderbeen optreedt, is het aan te raden om er toch een te dragen, dit in overleg met de arts. Wanneer mag ik weer op mijn zij slapen? Legt u uit voorzorg, gedurende de eerste twee maanden na de operatie, een kussen tussen uw benen als u in bed ligt. U mag op beide zijden slapen als u zorgt dat er altijd een kussen tussen de knieën ligt. Op deze manier voorkomt u draaiing van de heup. Hoe verzorg ik mijn wond? De pleister mag blijven zitten tot de zevende dag na de operatie. U kunt dan zelf de pleister verwijderen en het is niet meer nodig om een nieuw pleister aan te brengen. Indien u voor de operatie al bloedverdunnende middelen gebruikte via de trombosedienst gaat u hier na de operatie gewoon mee door. De wond moet schoon en droog blijven. De huid rondom de hechtingen kan er wat rood of geïrriteerd uit zien. Soms is deze iets gezwollen. Wanneer de hechtingen opgelost zijn (na ± zes weken) zal deze roodheid langzamerhand afnemen. Wanneer het wondgebied erg gezwollen is, rood wordt, warm aanvoelt of als er vocht uit komt, is het verstandig met uw huisarts of de verpleegkundig specialist te overleggen wat u moet doen. U kunt de wond gewoon wassen. Het is wel beter om deze van boven naar beneden te wassen, in plaats van links naar rechts. Let er ook op dat u rond het wondgebied geen crème of lotion gebruikt.
28
Waar moet ik op letten na de operatie? Gedurende de eerste twee maanden na de operatie is het erg belangrijk dat u de leefregels goed in acht neemt. Deze leefregels kunt u nog eens nalezen in deze folder. Mag ik sporten? Zwemmen kan en mag na ongeveer twee maanden (overleg dit met uw arts). Wandelen, fietsen en een aantal andere laag belastende sporten zijn toegestaan. Overleg dit met uw arts/verpleegkundig specialist. Hoe lang moet ik gebruik maken van een loophulpmiddel? Patiënten met een heupprothese lopen gemiddeld tot twee maanden na de operatie met een loophulpmiddel. In overleg met uw fysiotherapeut wordt dit afgebouwd. Hierbijgeldt: niet te vroeg met één kruk gaan lopen in verband met het aannemen van verkeerde houding. Hoe ga ik om met bloedverdunnende middelen? Als u in het ziekenhuis gestart bent met bloedverdunnende injecties dient u deze gedurende zes weken te blijven gebruiken.
29
Vragen en/of problemen Ontstaan er ondanks de goede voorbereidingen en na het lezen van de folder nog vragen, neem dan contact op met het telefonisch spreekuur orthopedie. Telefoonnummers vindt u achter in deze brochure. U kunt ook contact opnemen door een email te sturen naar
[email protected] Bij problemen - als u na de behandeling/operatie weer thuis bent verwijzen wij u naar de folder ‘Instructie bij ontslag uit het ziekenhuis’. Deze heeft u bij het ontslag op de afdeling orthopedie gekregen. Hierin staat precies beschreven hoe u contact op kunt nemen.
Verhindering Mocht de geplande operatiedatum niet door kunnen gaan bijvoorbeeld omdat: • er meer voorbereiding nodig blijkt te zijn door longarts of cardioloog; • u ziek bent met koorts (griep); • u verhinderd bent door onverwachte privé-omstandigheden. Laat dit dan zo snel mogelijk weten. U belt naar de afdeling operatieplanning orthopedie, bereikbaar op werkdagen tussen 8.30 - 16.30 uur, op telefoonnummer (024) 365 88 36. Als u tijdig belt, kan er nog een andere patiënt gepland worden en maken wij met u een nieuwe afspraak.
30
31
Adres en telefoonnummers Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen Voor het maken, annuleren of verzetten van afspraken op de polikliniek: Polikliniek orthopedie (B56) Iedere werkdag van 8.30 - 16.30 bereikbaar Telefoon (024) 365 82 65 of online via www.orthopedie.cwz.nl Voor het verzetten van de operatiedatum: Operatieplanning orthopedie Iedere werkdag tussen 8.30 - 16.30 uur bereikbaar Telefoon (024) 365 88 36 Voor alle vragen over uw behandeling en/of operatie: Verpleegkundig spreekuur orthopedie Iedere werkdag van 8.30 tot 9.30 uur bereikbaar Telefoon (024) 365 81 19 Verpleegafdeling orthopedie (A22) Telefoon (024) 365 78 30
32
G356 / 04-14
Website: www. orthopedie.cwz.nl