Inhoudsopgave
Inleiding
3
Onderzoeksopzet
3
Totstandkoming onderzoeksvraag
4
Deelvragen onderzoek
8
Eindreflectie
17
Toelichting bronnen
18
Bibliografie
20
Auteur: Roan Holtland Student Communication & Multimedia Design Specialisatie: User Experience Design Studiejaar 3 Cursus: Proofing &Reflecting | Seminar Dream Discover Do Format: Essay In opdacht van Hogeschool Utrecht Docenten: Hans Kemp, Lauren Vreekamp Datum: 10 juni 2014
2
Inleiding In dit document wordt het uitgevoerde onderzoek richting mijn essay beschreven en de totstandkoming van mijn hoofdvraag. Daarna geef ik een toelichting op mijn gebruikte bronnen. Tot slot geef ik mijn reflectie op dit onderzoek weer en de kennis die ik heb opgedaan om tot mijn opgeleverde essay te zijn gekomen. Hoofdvraag onderzoek: In hoeverre biedt digitale communicatie oplossingen voor oudere mantelzorgers, nu veel zorgtaken van de overheid bij de gemeenten komen te liggen in 2015? Deelvragen • Welke zorgtaken worden bij de gemeenten neergelegd, en waarom? • Wat zijn de belangen van ouderen en oudere mantelzorgers? • In hoeverre zijn ouderen bekend met de huidige digitalisering? • In hoeverre is de digitale kennis van ouderen toepasbaar in huidige mantelzorgplatformen? Onderzoeksopzet In de aanloop naar mijn onderzoeksvraag voor mijn essay zul je lezen dat er een aantal veranderingen hebben plaatsgevonden. Allereerst ben ik gestart met het inlezen over de veranderingen binnen de gemeenten met ingang van januari 2015. Vervolgens heb ik mijzelf kundig gemaakt met de doelgroep en hun belangen. Ik ben stukjes relevante tekst gaan verzamelen die betrekking hebben op mijn hoofdvraag en deelvragen en tot op zekere hoogte overgegaan op het schrijven van het essay. Naarmate ik de rode draad binnen mijn essay helder op papier had, was ik in staat veel gerichter te zoeken naar relevante bronnen. Deze heb ik vervolgens direct geconcludeerd in combinatie met mijn verzameling aan stukjes informatie. Uiteindelijk heb ik op basis van deze theorie mijn eigen conclusie gegeven op de onderzoeksvraag.
3
Totstandkoming onderzoeksvraag Tijdens mijn vooronderzoek naar een geschikte onderzoeksvraag heb ik een aantal onderwerpen overwogen. Met interesse voor digitale communicatie ben ik opzoek gegaan naar een onderwerp waar veel kansen liggen en met het oog op de toekomst, een onderwerp waar afstudeer- en/of loopbaankansen liggen. Ik probeerde groot te denken en de opleiding CMD en mijn specialisatie UXD zoveel mogelijk te betrekken. Mijn lijstje voor mogelijke richting zag er als volgt uit: • • • •
Invalshoeken Industriële machines Gezondheidszorg Life-savingdevices De bouw
• • • • • •
Onderwerpen die ik heb overwogen: Motion Graphics Prototyping Interaction Interfaces Datavisualisatie (infographics) Augmented reality
• •
Mogelijke onderzoeksvragen Hoe kan UX medische/industriële situaties effectiever maken Hoe zal de communicatie tussen de zorg(instantie) en patiënt verlopen in de toekomst?
Na het voorleggen in de klas werd mij aangeraden om verder door te gaan op de gezondheidszorg. Naarmate mijn onderzoek naar dit specifieke onderwerp verloopt inclusief het vooronderzoek naar de zorg, begreep ik dat de zorgsector een enorme infrastructuur is van allerlei organisaties, bedrijven, verzekeraars en overheidsinstanties. Het gehele zorgsysteem onderzoeken zou veelste breed worden. Met een aantal zorgverleners op verschillende gebieden in mijn familie, leek het mij interessant om de communicatie tussen huisarts en burger te bestuderen. Hoe verloopt dat op dit moment en hoe zal dat in de toekomst eruit gaan zien. Na wat vooronderzoek bleek dit een geschikt onderwerp qua ondergrond en er lopen ook al veel studies over de toekomst ervan. Naar aanleiding van dit vooronderzoek heb ik de volgende onderzoeksvragen opgesteld: Hoofdvraag: Hoe kan de communicatie tussen de huisarts en de burger worden verbeterd in het digitale tijdperk? Deelvragen: • Waar heeft de burger behoefte aan, omtrent zorg? • Waar heeft de huisarts behoefte aan, omtrent persoonsinformatie? • Wat zijn de gevolgen van de wetswijzigingen in het jaar 2014 en 2015? • Welke vormen van communicatie zijn er tussen deze twee partijen? • Waar liggen de kansen voor nieuwe communicatievormen? Motivatie: Iedere burger heeft te op zijn of haar behoefte aan zorg. De eerste stappen beginnen vaak bij de plaatselijke vaste huisarts. Daarbij bestaan alle burgers uit verschillende leeftijden met verschillende behoeftes, in verschillende mate. Met de techniek van deze tijd lijkt het mij dat deze relatie soepeler en sneller kan verlopen dan het maken van online afspraken bij de huisarts. Hoe zit het met de persoonlijke relatie tussen patiënt en huisarts? Moet dit niet gewaarborgd blijven? Als we gegevens gaan digitaliseren, loopt bijvoorbeeld onze privacy dan geen gevaar in tegenstelling tot een gesprek? Is ‘ digitalisering’ wel zo vanzelfsprekend 4
bij verschillende leeftijdsgroepen? Deze eerste vorm van zorg gaat iedere Nederlander aan en zal altijd belangrijk blijven in de toekomst. Hierdoor zie ik ook veel kansen en mogelijkheden binnen de zorg. Dit onderzoeksvoorstel heb ik bij mijn docent voorgelegd en op de algemene blog geplaatst. Als reactie ontving ik het volgende: " Zie ook je motivatie: ik zou ‘patiënt’ ipv ‘burger’ gebruiken in onderzoeksvraag en deelvragen. Ik denk dat je moet kiezen tussen 1. het verbeteren van het de communicatie tussen patiënt en huisarts 2. nadenken over digitale oplossingen nu veel zorgtaken van de overheid bij de gemeenten komen te liggen in 2015 Dat eerste is een redelijk algemene vraag, die eigenlijk van alle tijden is en vooral zorggerelateerd. Het tweede is een heel actuele vraag die ook zeer gecompliceerd is en vooral overheid-gerelateerd. Als ik jou was, zou ik mijn focus laten afhangen van de contacten waarover je beschikt en de mogelijkheden die je daardoor hebt om met experts te spreken over één van deze twee onderwerpen. " Vervolgens heb ik in mijn omgeving gepraat met mensen en gebrainstormd over deze twee punten. Omdat er met ingang van 2015 nogal wat zaken veranderen voor de Nederlandse gemeenten, ben ik mij hierin gaan verdiepen. Via een aantal familieleden die werkzaam zijn in de ouderenzorg, ben ik op dit punt verder gegaan. Door mijn eigen oma die een iPad had aangeschaft was ik bekend met de moeite die ouderen kunnen hebben om hedendaagse technologie onder de knie te kunnen krijgen. Hier zag ik dus wel uitdagingen. Na nog een gesprek te hebben gevoerd met de docent en dit te hebben voorgelegd, heb ik mij toegespitst op ouderen en hoe de zorg er voor hun uit zal gaan zien vanaf 2015. Hoe kan digitale communicatie daar oplossingen voor bieden? Ik formuleerde voor de eerste oplevering in het proces binnen het seminar het volgende onderzoeksvoorstel op het CMDblog. Hoofdvraag Hoe kan digitale communicatie oplossingen biedenvoor mantelzorg voor ouderen, nu veel zorgtaken van de overheid bij de gemeenten komen te liggen in 2015? • • • • • • •
• •
Deelvragen Wat zijn de belangen van ouderen? Wat houdt 'mantelzorg' op dit moment in? Wie zijn mantelzorgers? Welke zorgtaken worden bij de gemeenten neergelegd? Waarom komen deze zorgtaken bij de gemeente terecht? Wat zijn hierin de gevolgen voor mantelzorg? Welke partijen zijn betrokken binnen de ouderenzorg? - Zorgverzekeraars - CAK (Centraal Administratie Kantoor) - Gemeente (overheid) In hoeverre zijn ouderen bekend met de huidige digitalisering? Waar liggen kansen/oplossingen voor deze vorm van zorg? Motivatie: Met het oog op de decentralisatie van overheidstaken zal de gemeente een aantal taken toegeschoven krijgen. Eén van deze taken is zorg bieden aan ouderen. Als we vervolgens kijken naar 'mantelzorg' (=onbetaalde, intensieve zorg voor zieke of gehandicapte 5
familieleden of vrienden voor langere tijd), dan zal dit steeds belangrijker gaan worden. Na wat vooronderzoek merk ik dat er in veel situaties nog onduidelijkheid is. Er moet steeds meer digitaal worden gewerkt en in veel gevallen heeft de digitalisatie de ouderen ingehaald. Moeten ze dan nog naar iPad-les gestuurd worden? of kunnen 'naasten', bekend met dit tijdperk, dit beter aanpakken. Ik denk dat hier veel kansen liggen voor oplossingen en verbeteringen, nu veel van deze taken binnen de gemeente komen te liggen. Met de vele veranderingen in de zorg zal dit altijd belangrijk blijven in de toekomst. Met name op digitaal gebied. Door de vele bronnen die te vinden zijn op het gebied van ouderenzorg, moest ik erg goed oppassen niet te 'verdrinken' en de rode draad van mijn onderzoek voor ogen moest houden. Naarmate het onderzoek vorderde begon ik mijn deelvragen anders te formuleren, namelijk het volgende: • • • • • • •
Hoe ziet ons zorgsysteem er eruit? Wat zijn de belangen van ouderen? Welke zorgtaken worden bij de gemeenten neergelegd? Waarom komen deze zorgtaken bij de gemeente terecht? Wat zijn hierin de gevolgen voor mantelzorg? In hoeverre zijn ouderen bekend met de huidige digitalisering? Waar liggen kansen/oplossingen voor deze vorm van zorg?
Ik kwam al gauw tot de conclusie dat het uitleggen van ons Nederlandse zorgsysteem een onbegonnen klus zou zijn en heb dit na verloop steeds meer ingekort. Ik vond namelijk erg veel organisatierapporten van zorg-, ziekenhuis-, en overheids- instanties. In de op te leveren synopsis benoemde ik de indeling van mijn essay als volgt: • • • • • • •
Hoe ziet ons zorgsysteem er uit? Korte globale weergave en toelichting van de betrokken partijen. Wat zijn de belangen van ouderen? Ouderen worden ouder en langer thuiswonend, maar ook ‘mondiger’ en veeleisender. Welke zorgtaken worden bij de gemeenten neergelegd? Gemeenten krijgen in 2015 de verantwoordelijkheid over de jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Waarom komen deze zorgtaken bij de gemeente terecht? Door bezuinigingen en ‘dubbele vergrijzing’ moet zorg worden beperkt en gefocust. Zorg wordt duurder in de toekomst. Wat zijn hierin de gevolgen voor mantelzorg bij ouderen? Meer en langer vraag naar zorg. Er wordt meer verwacht van ieders sociale netwerk, maar deze wonen vaak niet meer in de buurt. In hoeverre zijn ouderen bekend met de huidige digitalisering? Sinds 2005 is internetgebruik onder 65-plussers ruim verdubbeld en zal toenemen. Daarnaast zijn er al vormen van ‘zorg op afstand’ in de omloop. Waar liggen kansen/oplossingen voor mantelzorg ? Een uitbreiding of combinatie van eHealth, domotica en/of zorg op afstand. Toegankelijke, sneller en nauw contact met netwerk.
6
Synopsis essay Ons zorgsysteem in Nederland wordt gezien als één van de beste in de wereld. Toch vinden wij Nederlanders onze zorg erg duur. Met de steeds strakkere bezuinigingen moeten wij daarom ook steeds meer inleveren, want zorg is er voor en door iedereen. Om alle groepen te betrekken binnen dit essay is onhaalbaar en daarom zal ik mij alleen richten op de ouderen in de leeftijd vanaf 65 jaar. Vanaf begin 2015 zal de overheid extra taken bij de gemeenten gaan neerleggen, wat effect heeft op zorgregelingen en het huidige zorgaanbod. Er wordt gericht op een participatiemaatschappij en meer hulp van het sociale netwerk van de zorgvrager. We moeten meer naar elkaar gaan omkijken. Met de bestaande en opkomende technologieën, zoals e-Health ontwikkelingen en domotica, moet de beperking in zorg worden tegengegaan. Het zal de mogelijkheden tot mantelzorg handiger en minder intensief moeten maken. De uitwerking van mijn essay was nog vrij algemeen beschreven. Het bestond puur en alleen nog maar uit de verwerking van alle resultaten en conclusies die ik uit de bronnen opdeed. In de op één na laatste week voor het opleveren van het seminar vond ik het lastig te verwoorden of ik me nu op mantelzorg in het algemeen vóór ouderen moest richten of juist de oudere mantelzorgers. Uit onderzoek bleek dat er hier uiteindelijk steeds meer van kwamen in Nederland dus nam ik oudere mantelzorgers centraal in mijn essay. Daarnaast besloot ik me nog meer te focussen op de digitalisering en minder op de algemene uitleg eromheen. In overleg met de docent zou ik ook niet meer een eigen oplossing gaan conceptualiseren, maar een benchmarkonderzoek uitvoeren onder de huidige platformen voor mantelzorgers. Met deze aanpassingen schaafde ik mijn hoofdvraag voor een laatste keer bij: In hoeverre biedt digitale communicatie oplossingen voor oudere mantelzorgers, nu veel zorgtaken van de overheid bij de gemeenten komen te liggen in 2015? In de week van oplevering kwam er geen radicale feedback meer naar voren en kon ik verder de puntjes op de 'I' zetten. Als aanrader uit de feedback heb ik tot slot een opsomming van eigen richtlijnen genoemd voor het ontwerpen voor oudere mantelzorgers.
7
Deelvraag onderzoek - Welke zorgtaken worden bij de gemeenten neergelegd, en waarom? Decentralisatie van overheidstaken naar gemeenten Gemeenten worden in 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Een deel van deze taken hebben zij nu ook al, een deel nemen zij over van de Rijksoverheid. Dit heet ook wel decentralisatie. Vanuit de gemeente zal 1 persoon ondersteuning en begeleiding bieden aan mensen die dat nodig hebben. Deze persoon doet dat op basis van 1 plan voor het hele huishouden. Gemeenten zitten het dichtst bij de inwoners en kunnen deze zorg effectiever, met minder bureaucratie en goedkoper leveren. Nieuwe taken voor gemeenten Gemeenten krijgen er de komende jaren belangrijke taken bij of de huidige taken worden uitgebreid. Het gaat om: • zorg bieden aan langdurig zieken of ouderen; • hulp bij het vinden van werk (of een uitkering verstrekken); • de jeugdzorg. Gemeenten moeten de nieuwe taken goed aankunnen. Zij kunnen daarvoor met elkaar samenwerken of fuseren. Het Rijk biedt beleidsvrijheid hun nieuwe taken uit te voeren. Maatregelen decentralisatie overheidstaken naar gemeenten Het kabinet neemt een aantal maatregelen zodat gemeenten hun nieuwe taken goed kunnen uitvoeren. Zoals: • Minder regeldruk voor inwoners. De regels moeten zo eenvoudig mogelijk zijn. Inwoners met ingewikkelde problemen kunnen terecht bij 1 aanspreekpunt. • De geldstromen aan gemeenten voor de taken in het sociaal domein worden eenvoudiger en eenduidiger ingericht. Gemeenten krijgen uiteindelijk 1 budget om de participatie in de maatschappij te bevorderen. Besteding van en verantwoording over dit budget wordt zo voor gemeenten overzichtelijker. De gemeenten hebben het voortouw en een eigen verantwoordelijkheid bij decentralisatie van overheidstaken. Het merendeel van deze taken zullen gemeenten op lokaal niveau uitvoeren. Daarvoor moeten gemeenten op bestuurlijk, ambtelijk en financieel gebied samenwerken. Alleen op die manier kunnen gemeenten hun nieuwe verantwoordelijkheden adequaat invullen en hun taken goed uitvoeren. Andere taken in het sociale domein zullen (boven)regionaal worden opgepakt De plannen van het kabinet staan in de brief Aanpak decentralisaties op terrein van ondersteuning, participatie en jeugd. Het sociaal akkoord en zorgakkoord hebben geleid tot veranderingen in de plannen. Deze veranderingen staan in de brief Actualisering van de brief over decentralisaties op het terrein van ondersteuning, participatie en jeugd. In de brief Beeld ontwikkeling, ondersteuning en monitoring decentralisaties staan de recente ontwikkelingen in de aanpak bij de decentralisaties in het sociale domein. Zo goed als alle gemeenten zijn onderdeel van een samenwerkingsverband gericht op de decentralisatie van Jeugdzorg en AWBZ-taken. In korte tijd hebben gemeenten daarmee een belangrijke eerste stap gezet naar een goede uitvoering van de decentralisaties (Zie Kamerbrief over samenwerkingsverbanden gemeenten van 12 juli 2013). Ondersteuning gemeenten Gemeenten krijgen ondersteuning via het BZK-programma Gemeenten van de toekomst (Rijksoverheid, n.d.). Op het webplatform van dit programma vinden gemeenten alles over de 3 decentralisaties. Bijvoorbeeld handreikingen, goede voorbeelden, bijeenkomsten, etc. Op het webplatform is ook informatie te vinden over de ondersteuning die BZK aan gemeenten en samenwerkingsverbanden biedt zoals handreikingen en bijeenkomsten en de expertteams. Deze helpen de gemeenten op weg met regionale samenwerking, Wgr, privacy, e-overheid en burgerkracht. Verder krijgen gemeenten ondersteuning via het VNG-project Slim Samenwerken. Dit helpt de gemeenten bij de invulling en operationalisering van de samenwerking. De VNG en het ministerie van 8
BZK hebben 3 ambassadeurs gemeentelijke samenwerking aangesteld. Zij gaan gemeenten helpen bij het verder opzetten van gemeentelijke samenwerkingsverbanden. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) betaalt de langdurige zorg voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten. Zij hoeven dan geen hoge kosten te maken als ze dure verpleging, verzorging of behandeling nodig hebben. Het kabinet is van plan om de AWBZ ingrijpend te hervormen. Dat is nodig om de zorg in de toekomst betaalbaar te houden. (Rijksoverheid, n.d.) Het aantal werkende mantelzorgers zal alleen maar meer worden in de toekomst. Er zijn steeds meer mantelzorgers nodig door de ontgroening en vergrijzing. Hierdoor zullen mensen meer en langer doorwerken, ouderen en zieken willen langer zelfstandig thuis blijven wonen en door het personeelstekort in de zorg wordt er een groter en zwaarder beroep op de mantelzorgers gedaan. Grote kans dus dat steeds meer organisaties direct of indirect met mantelzorg te maken krijgen. De combinatie van werk en mantelzorg is mogelijk als mantelzorgers, werkgevers en andere partijen daar samen aan werken. Deelvraag onderzoek - Waarom komen deze zorgtaken bij de gemeente terecht? (deelvraag is hier later onderverdeeld) Organisaties in de verpleging & verzorging hebben te maken met een turbulente en continu veranderende omgeving. Door vergrijzing, bezuinigingen en gebrek aan gekwalificeerd personeel vindt er een noodzakelijke verschuiving plaats van daadwerkelijke zorgverlening naar het beperken van de zorgvraag. Hoe vlieg je als zorgorganisatie deze verschuiving aan? Hoe trek je gekwalificeerd personeel aan? Hoe kun je het werk efficiënter doen en bezuinigen? En welke rol spelen digitale en online toepassingen hierin? Veranderend speelveld Er is turbulentie aan zowel de vraag- als aanbodzijde (Middendorp, 2014). Aan de vraagzijde verandert zowel de zorgvrager als de zorgvraag. Zo is er sprake van dubbele vergrijzing: zorgvragers worden gemiddeld ouder en het aantal zorgvragers neemt door westerse leefstijl en toenemende medische mogelijkheden snel toe. Daarnaast heeft de zorgvrager vaker meerdere aandoeningen tegelijkertijd, wat de individuele zorgvraag complex maakt. Deze zorgvraag wordt nog complexer door de wens om zo lang mogelijk in de eigen woonomgeving te blijven, waar 24/7 laagdrempelige en kwalitatieve zorg dichtbij huis is te ontvangen. Aan de aanbodzijde zien we dat de zorg steeds duurder wordt en dat bezuinigingen aan de orde van de dag zijn. Daarnaast is het moeilijk voldoende gekwalificeerd en gemotiveerd personeel te vinden. Uiteraard heeft dit met de toenemende zorgvraag (dubbele vergrijzing) een nauw verband. Daardoor zijn zorgorganisaties gedwongen te kijken naar efficiencyverbeteringen en focussing op de kerntaken. Logisch gevolg is dat er steeds meer een beroep wordt gedaan op een actievere houding van de zorgvrager en noodzakelijke en aanvullende hulp van bijvoorbeeld mantelzorgers.
9
Deelvraag onderzoek - Wat zijn de belangen van ouderen en oudere mantelzorgers? De belangrijkste partijen waarmee je als patiënt te maken kunt krijgt, staan in de binnenste driehoek. De patiënt betaalt premie voor zijn zorg aan de zorgverzekeraar. De zorgverzekeraar koopt de beste zorg in bij de zorgaanbieder, voor de laagste prijs. En de zorgaanbieder verleent deze zorg weer aan de patiënt. (Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg - Windesheim, 2013) De groepen rondom zijn de partijen die invloed hebben op de driehoek. Patiëntenverenigingen vertegenwoordigen de belangen van patiënten. Beroepsverenigingen zorgen voor de juiste richtlijnen voor goede zorg en de overheid bekijkt wat wel of niet wordt vergoed vanuit de basisverzekering.
Wie behoort tot de doelgroep ouderen? Geen strikte definitie van het begrip ouderen In ouderenbeleid wordt geen strikte grens gegeven van het begrip oud. Vaak worden groepen ouderen gedefinieerd afhankelijk van het beleidsterrein. Gaat het over de kansen voor ouderen op de arbeidsmarkt, dan worden mensen van 50-65 jaar bedoeld, bij AOW-gerechtigden worden mensen vanaf 65 jaar bedoeld en bij het gebruik van zorgvoorzieningen gaat het vooral om 75-plussers. Voor de uitwerking van het onderwerp preventie gericht op ouderen in het kompas zijn ouderen gedefinieerd als personen van 65 jaar en ouder.
10
Twee groepen ouderen zijn extra kwetsbaar Hoogbejaarde (85-plussers) alleenstaande ouderen (grotendeels vrouwen) en allochtone ouderen zijn extra kwetsbaar. Deze groep ouderen heeft vaak te maken met drie problemen: slechte gezondheid; laag inkomen; weinig mogelijkheden om aan het maatschappelijk leven deel te nemen. Onder de groep allochtone ouderen vallen vooral ouderen uit Turkije, Marokko, Suriname en de Nederlandse Antillen. (Harbers, 2009) Minste ouderen in grote steden en nieuwbouwlocaties In Nederland is in 2013 16,8% van de bevolking 65 jaar of ouder (meer dan 2,8 miljoen mensen). Het percentage 65-plussers verschilt sterk per gemeente. (Mulder, 2013) Urk kent het laagste percentage ouderen met 8,2%, direct gevolgd door Almere met 8,7%. In Laren is bijna een derde van de bevolking 65 jaar of ouder, namelijk 29,6%. In het algemeen is het percentage ouderen het laagst in de grotere steden en omliggende gemeenten met veel nieuwbouwwijken. Dit komt doordat veel jongeren naar de stad verhuizen voor studie of werk, en later vaak naar de randgemeenten zodra ze kinderen krijgen. In perifere gebieden zoals Zuid-Limburg, Oost-Groningen en Zeeland is het aandeel ouderen hoog. Hier is duidelijk te zien dat jongeren die zijn weggetrokken vaak niet terugkeren. Huwelijkse staat - Oudere mannen gehuwd, oudere vrouwen verweduwd De hulpbehoevendheid van ouderen hangt sterk samen met de leeftijd en met het ontbreken van een partner (Harbers, 2009). Binnen de groep van 65-plussers was op 1 januari 2012 het merendeel van de mannen (75%) gehuwd. Het aandeel gehuwden onder vrouwen was een stuk kleiner (47%) en vanaf 78 jaar was het aandeel weduwen groter dan het aandeel gehuwden. Dit komt doordat een man binnen een huwelijk vaak als eerste overlijdt. Daarvoor zijn twee redenen: mannen hebben een hogere sterftekans dan vrouwen en mannen zijn bovendien meestal met een iets jongere vrouw getrouwd. a Figuur 2: Mannen naar leeftijd en burgerlijke staat , 1 januari 2012 (Bron: CBS Bevolkingsstatistiek).
a
Gehuwd is inclusief 'geregistreerd partnerschap'.
Figuur 3: Vrouwen naar leeftijd en burgerlijke staat a, 1 januari 2012 (Bron: CBS Bevolkingsstatistiek).
11
a
Gehuwd is inclusief 'geregistreerd partnerschap'.
Woonvorm- 4 procent van de 65-plussers woont in een verzorgings- of verpleeghuis Op 1 januari 2012 woonden ruim 112.000 personen van 65 jaar en ouder in een verzorgingshuis of verpleeghuis (zie figuur 4). Van alle 65-plussers woonde daarmee 4% in een verzorgingshuis of een verpleeghuis en van de 80-plussers was dat 14%. Vrouwen vormen de ruime meerderheid, vooral in de hoogste leeftijdscategorieën. Een klein aandeel van de 65-plussers woonde in een andere instelling, zoals een psychiatrisch ziekenhuis of een inrichting voor verstandelijke gehandicapten. In totaal woonde het overgrote deel van de 65-plussers (95%) thuis. Van de 80-plussers woonde in 2012 nog 86% zelfstandig (Garssen & C, 2011). Ouderen wonen steeds langer zelfstandig Het aantal ouderen groeit snel, maar het aantal ouderen in een verzorgings- of verpleeghuis daalt. Zowel het aandeel zelfstandig alleenwonende ouderen als het aandeel zelfstandig samenwonende ouderen neemt toe. Ouderen ingeschreven bij verzorgings- of verpleeghuis
Meer ouderen, maar minder in tehuizen Tussen 2000 en 2010 nam het aantal 80-plussers toe van 500 duizend naar 648 duizend. Het aantal 80-plussers dat in de Gemeentelijke Basisadministratie is ingeschreven bij een verzorgings- of verpleeghuis daalde in dezelfde periode van 102 duizend naar 90 duizend. Het aandeel 80-plussers dat deel uitmaakt van een institutioneel huishouden nam hierdoor sterk af, van 20 naar 14 procent. De afname heeft zich bij alle leeftijden voorgedaan. De gemiddelde leeftijd van mannen in verzorgingshuizen (bijna 82 jaar) is sinds de eeuwwisseling vrijwel constant. Bij vrouwen nam de gemiddelde leeftijd met 1 jaar toe tot ruim 86 jaar. Zes op zeven 80-plussers wonen zelfstandig Zes op de zeven 80-plussers wonen zelfstandig, al dan niet met ondersteuning. Met uitzondering van de allerhoogste leeftijden wonen vrouwen daarbij beduidend vaker alleen dan mannen. Dit komt doordat in echtparen de man vaak als eerste overlijdt. In de loop der tijd is het aandeel alleenwonende 80-plussers vooral onder vrouwen sterk toegenomen. Ook na het verlies van hun partner blijven ze langer zelfstandig wonen. Alleenwonende 80-plussers
12
Vrouwen alleen, mannen met partner Vooral het aandeel mannen dat samen met een partner zelfstandig woont is in tien jaar tijd aanzienlijk toegenomen. Tegenwoordig woont op 87-jarige leeftijd nog de helft van alle mannen zelfstandig samen. Dit geldt voor slechts één op de negen vrouwen van deze leeftijd. Dit verschil wordt vooral veroorzaakt doordat mannen doorgaans ouder zijn dan hun vrouw en gemiddeld eerder overlijden. (CBS, 2013) Samenwonende 80-plussers
Joop Garssen en Carel Harmsen Meer begeleiding langdurig zieken, gehandicapten en ouderen in noorden, oosten en Limburg dan elders Nederland telde in 2012 ruim 250 duizend langdurig zieken, gehandicapten of ouderen die begeleiding nodig hadden bij het organiseren van praktische zaken in het dagelijks leven (Rijksoverheid, n.d.). Deze vorm van zorg zonder verblijf vanuit de AWBZ komt in de noordelijke en oostelijke provincies en in Limburg vaker voor dan elders in het land. Bijna 2 procent indicatie voor begeleiding In 2012 hadden 257 duizend volwassenen die niet in een instelling woonden een indicatie voor begeleiding vanuit de AWBZ. Dat komt neer op een aandeel van 1,9 procent van de bevolking van 18 jaar en ouder. Hiervan hadden 149 duizend personen een indicatie voor individuele begeleiding, 61 duizend voor begeleiding in groepsverband en 46 duizend voor een combinatie van beide. Begeleiding is er op gericht dat ouderen, chronisch zieken, mensen met een handicap of mensen met langdurige psychische problemen zelfstandig kunnen wonen en leven. Regionale verschillen Op 1 januari 2015 gaat de verantwoordelijkheid voor de begeleiding van langdurig zieken, gehandicapten en ouderen van de rijksoverheid over naar de gemeenten. Het blijkt dat in het noorden en oosten van het land en in Limburg het aandeel volwassenen met deze vormen van zorg hoger ligt dan gemiddeld. Zo kwam in 2012 het hoogste aandeel indicaties individuele begeleiding voor in Leeuwarden en Eemsmond (2,7 procent). In Muiden kreeg minder dan een half procent van de volwassenen daarvoor een indicatie. Groepsbegeleiding werd geïndiceerd bij 1,9 procent van de volwassen in Heerlen. Vlieland had het laagste aandeel groepsbegeleiding met 0,2 procent.
13
Volwassenen met een indicatie voor individuele begeleiding per gemeente, 2012 Begeleiding vooral bij psychiatrische aandoeningen Vaak vormen psychiatrische aandoeningen de aanleiding voor indicatie voor begeleiding. Zo werd 40 procent van de indicaties voor individuele begeleiding en 28 procent van de indicaties voor groepsbegeleiding afgegeven aan personen met een psychiatrische aandoening. Daarnaast maakten lichamelijke, ofwel somatische aandoeningen bij beide zorgvormen bijna een kwart uit van de indicaties. (CBS, 2013) Indicaties begeleiding naar grondslag 2012
14
Deelvraagonderzoek - In hoeverre zijn ouderen bekend met de huidige digitalisering? Internetgebruik ouderen fors toegenomen Het aandeel 65- tot 75-jarige Nederlanders dat gebruikmaakt van internet is sinds 2005 ruim verdubbeld. Het internetgebruik in deze leeftijdsgroep is vrijwel nergens in de EU zo hoog als in Nederland. Steeds meer ouderen bellen, winkelen en bankieren via het internet. Meer dan de helft van de 65- tot 75-jarigen dagelijks op internet. In 2013 gaven acht op de tien 65- tot 75-jarigen aan wel eens gebruik te hebben gemaakt van het internet, ruim twee keer zo veel als in 2005. Het aandeel personen dat recent, in de afgelopen drie maanden, het internet heeft gebruikt, is op een vergelijkbare manier gestegen. Ruim de helft (55 procent) van de 65- tot 75-jarigen internet vrijwel dagelijks. Dat is bijna vier keer zoveel als in 2005, toen nog maar 15 procent dat deed. Het aandeel 12- tot 65-jarigen dat elke dag internet gebruikt ligt met 87 procent overigens nog beduidend hoger. Internetgebruik 65- tot 75-jarigen
Steeds meer ouderen bellen, winkelen en bankieren via het internet Ouderen maken steeds meer gebruik van de diverse mogelijkheden van het internet. Was het aandeel 65- tot 75-jarigen dat telefoneert via internet (bijvoorbeeld via Skype) in 2005 nog te verwaarlozen, in 2013 was dit 15 procent. Het aandeel dat online winkelt steeg in dezelfde periode van 7 naar 32 procent, en het aandeel dat bankiert via internet van 16 naar 57 procent. Bijna drie op de tien 65- tot 75-jarigen maakten in 2013 gebruik van sociale media. Internetactiviteiten 65- tot 75-jarigen
15
Twee op de tien 75-plussers dagelijks op internet Sinds 2012 ondervraagt het CBS ook de oudste leeftijdsgroep van 75 jaar en ouder. Het internetgebruik ligt in deze groep aanzienlijk lager dan onder 65- tot 75-jarigen. In 2013 gaf 39 procent van de 75-plussers aan het internet wel eens te hebben gebruikt, en 20 procent doet dit dagelijks. Dit is wel hoger dan in 2012, toen dit 34 en 16 procent was. (Akkermans, 2013) Deelvraag onderzoek - In hoeverre is de digitale kennis van ouderen toepasbaar in huidige mantelzorgplatformen? Deze deelvraag is door mij ingedeeld als eigen analyse naar mantelzorgplatformen. De volgende platformen heb ik onderzocht op toegankelijkheid, risico's en ontwerpwijze: WeHelpen [www.wehelpen.nl] – Landelijk gericht MijniHelp [www.mijnihelp.nl] – Gericht op Amsterdam Mezzo [www.mezzo.nl] – Landelijk gericht Caren [www.carenzorgt.nl] – Landelijk gericht Op basis van deze analyse en de onderzoeksresultaten van een universitaire kennissynthese (Riper, Ballegooijen, Kooistra, Wit, & Donker, 2013) heb ik een aantal richtlijnen geschreven met betrekking op ontwerpen voor oudere mantelzorgers. Deelvraag onderzoek - Waar liggen kansen/oplossingen voor deze vorm van zorg? (later onderverdeeld) Een stapje terug Veel zorgorganisaties draaien momenteel pilots van 1 of meerdere online toepassingen. Vooral beeldschermzorg en zelfmanagementtoepassingen zijn populair. Uiteraard levert dit de nodige inzichten op. Om e-health toepassingen tot een succes te maken moet je vooraf: •
nadenken over gewenst resultaat: wanneer is de organisatie tevreden over een online toepassing?
•
goed kijken naar randvoorwaarden en succesfactoren bij de doelgroepen: wanneer zijn de cliënt en medewerker tevreden over een online toepassing?
•
goed nadenken over consequenties van de online toepassing: Waar moet bijvoorbeeld een afdeling IT rekening mee houden inzake beheer en ondersteuning van online toepassingen? Hoeveel tijd kost het je medewerkers om te wennen aan een nieuwe werkwijze?
Als er geen inzicht is in bovenstaande zaken kunnen zorgorganisaties simpelweg niet bepalen of een pilot geslaagd is en definitief uitgerold kan worden. Om dit inzicht te krijgen is een strategische aanpak vereist. Daarbij is het niet de bedoeling om dikke strategische rapporten te maken, maar om het maken van keuzes en het schenken van aandacht aan gewenst resultaat, succesfactoren en consequenties. Begin nooit zomaar aan de invoering van een toepassing, maar zet eerst een stapje terug. Om ‘zorg op afstand’ echt dichtbij je cliënt te brengen zal je minimaal de wensen en eisen van je cliënten moeten kennen. (Middendorp, 2014)
16
Eindreflectie Voor dit onderzoek heb ik als format een essay gekozen. Ik heb dit gedaan met het oog op het afstuderen in het komende studiejaar, want in de afgelopen drie jaren hebben wij als CMD'ers ons met name getoetst door middel van eindpresentaties en documentatieverslagen. Een literair onderbouwd verslag met APA-richtlijnen heb ik nog nooit met maximale zorg gerealiseerd. Omdat dit bij het afstuderen ook van belang is, was dit een zeer goede oefening. Niet alleen het onderzoek uitvoeren, maar ook leren om gericht te zoeken en eigen conclusies te formuleren. Het is lastig om in het begin van de streep af te komen. Het ondervinden van een geschikte hoofdvraag en een rode draad uitleggen was voor mij de grootste drempel binnen dit seminar. Wanneer dit eenmaal vaststond kon ik beginnen met meters maken en was het ook veel interessanter en uitdagender om er mee bezig te zijn. Wat in het begin van de periode werd aangeraden, was optijd starten met onderzoek doen. Dit was voor mij geen probleem aangezien het onderwerp rijk is aan bronnen. Dit was misschien tegelijkertijd ook een valkuil. Als de rode draad niet helder is, raak je makkelijk de weg kwijt binnen je onderzoek. Waar ik in de loop van de periode achter kwam, was dat je niet per sé vanaf het begin je hoofdvraag vast moet willen zetten. Als ik terugkijk op het proces was dat ook bijna niet mogelijk geweest, tenzij je een professional bent op het gebied. Naarmate ik onderzoek deed, kwam ik telkens weer tot nieuwe inzichten, wat de rode draad van mijn essay veranderde. Met een invalshoek als de zorg is dat naar mijn mening ook niet gek. Ik weet nu dat er op veel gebieden binnen de zorg, de integratie van digitale apparaten en werkvormen veel voorwaarden met zich meebrengt. De zorg zal altijd belangrijk blijven, want de gezondheid van de mens gaat boven alles. Dat de eindgebruiker hierin centraal staat is dus van groot belang. Hoewel de ouderen in mijn eigen familie niet echt overweg kunnen met de hedendaagse technologie, vond ik dit vooral interessant om met mijn essay het tegendeel te bewijzen. De oudere generaties groeien eigenlijk heel snel mee in deze ontwikkelingen. Daarnaast zijn de cijfers omtrent de groei in mantelzorgers niet te verwaarlozen. Digitale ontwikkelingen in de zorg bieden daarom zeker kansen voor CMD'ers en met name UXD'ers.
17
Toelichting bronnen - Document essay (Onalfabetische volgorde) Akkermans, M. (2013, december 13). Internetgebruik ouderen fors toegenomen. Opgehaald van Centraal Bureau voor de Statistiek: http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/vrije-tijdcultuur/publicaties/artikelen/archief/2013/2013-4005-wm.htm CBS. (2013, april 22). Persbericht. 220 duizend Nederlanders voelen zich zwaar belast door mantelzorg . Harbers, M. (2009, maart 30). Wie behoort tot de doelgroep ouderen? Opgehaald van Nationaal Kompas Volksgezondheid: http://www.nationaalkompas.nl/preventie/gericht-opdoelgroepen/ouderen/wie-behoort-tot-de-doelgroep-ouderen/ Moeskops, M. (2013, december 13). Meer dan de helft van de Nederlanders bezit een tablet. (GfK) Opgehaald van Gesellschaft für Konsumforschung : http://www.gfk.com/nl/news-and-events/pressroom/press-releases/paginas/aantal-smartphones-hoger-dan-aantal-computers.aspx Mulder, M. (2013, december 11). Minste ouderen in grote steden en nieuwbouwlocaties. (RIVM, Producent) Opgehaald van Nationale Atlas Volksgezondheid: http://www.zorgatlas.nl/beinvloedendefactoren/demografie/levensfase/ouderen-per-gemeente#breadcrumb Rijksoverheid. (n.d.). Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Opgehaald van Rijksoverheid.nl: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/algemene-wet-bijzondere-ziektekosten-awbz/vraag-enantwoord/wat-gaat-er-veranderen-voor-mensen-die-gebruikmaken-van-zorg-uit-de-awbz-of-dewmo.html Rijksoverheid. (n.d.). Ouderenzorg. Opgehaald van Rijksoverheid.nl: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ouderenzorg Rijksoverheid. (n.d.). Decentralisatie van overheidstaken naar gemeenten. Opgehaald van Rijksoverheid.nl: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gemeenten/decentralisatie-vanoverheidstaken-naar-gemeenten Het CBS biedt ontzettend veel demografische cijfers over de huidige status omtrent ouderen. Evenals andere websites van de overheid met ontzettend veel feitelijke onderzoeksresultaten. Deze hielpen enorm bij het beginnen van mijn onderzoek. Hierdoor werd het beeld van de oudere mantelzorger sterk beïnvloed. Betuw, A. v. (n.d.). Druk maar op die knop, het ontploft echt niet…. Opgehaald van Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen: http://www.anbo.nl/de-vereniging/column/druk-maar-op-dieknop-het-ontploft-echt-niet Deze bron bewees dat hoe goed onze senioren ook meekomen met de digitalisering; een groot deel heeft overzicht nodig om niet te 'verdrinken' in de vele knoppen op een scherm. Breeker, H. d., Dijk, U. v., Kuijpers, A., & Rosier, J. (2012). Ondersteuning aan Oudere Mantelzorgers (Cahier 4 ed.). Gelderland, Nederland. 18
Dit document heeft mij veel inzichten gegeven voor het beantwoorden van mijn hoofdvraag. Het is een grote bundeling van alle belangen die oudere mantelzorgers hebben. Een gouden bron voor mijn essay. De Telegraaf. (2012, december 31). Ouderen gaan met de tijd mee. Opgehaald van Telegraaf.nl: http://www.telegraaf.nl/digitaal/21190085/__Ouderen_gaan_met_de_tijd_mee__.html Mezzo Facebook. (sd). Groepspagina Mezzo Mantelzorg. Opgeroepen op april 8, 2013, van Facebook: https://www.facebook.com/MezzoMantelzorg Dit zijn typische bewijzen voor het feit dat senioren net zo goed meedoen in de ontwikkelingen van digitalisatie. De inzet van Facebook is natuurlijk een must. Een makkelijkere manier om elkaar tegenwoordig te bereiken en in te zien is er haast niet. Plasterk, R. (2013, februari 19). Kamerbrief Decentralisatie. Opgehaald van Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gemeenten/documenten-enpublicaties/kamerstukken/2013/02/19/kamerbrief-aanpak-decentralisaties-op-terrein-vanondersteuning-participatie-en-jeugd.html De aanleiding van de vele veranderingen in ons land worden in een kamerbrief uitgebreid uitgelegd en wordt binnen de regering besproken. Een ingewikkelde bron met soms veel vakjargon. Omdat ik uiteindelijk ben afgestapt van een uitgebreide toelichting over de zorg, is de uitspraak van onze minister wel een zeer goede bron. PWC. (2009). Vergrijzing van morgen, innovatie vandaag. Visiedocument, PricewaterhouseCoopers, Gezondheidszorg. Uit een rapport van PWC kwam een duidelijke onderbouwde uitleg naar voren wat de dubbele vergrijzing inhoud en wat het voor gevolgen zou hebben. Dit is een van de oorzaken waardoor er meer vraag komt naar mantelzorgers, maar ook meer mantelzorgers zullen ontstaan. Riper, H., Ballegooijen, W. v., Kooistra, L., Wit, J. d., & Donker, T. (2013). Preventie & eMental-health. Kennissynthese, Vrije Universiteit Amsterdam, Klinische Psychologie, Den Haag. Deze universitaire bundeling van kennis en onderzoek bracht mij tot de conclusie dat er wel gewerkt wordt aan oplossingen voor mijn doelgroep, alleen er een tekort is aan testdeelnemers. Hierdoor kunnen er nog geen feitelijke uitspraken worden gedaan over nieuwe interventies voor oudere matelzorgers. Velden, L. v., Francke, A., & Batenburg, R. (2011). Vraag- en aanbodontwikkelingen in de verpleging en verzorging in Nederland . Kennissynthese, NIVEL. Uit deze bron kwam naar voren dat patiënten steeds mondiger en slimmer worden door het internet. Ze zoeken steeds meer zelf naar oplossingen, advies en veranderingen over zorg. Hierdoor zijn ze beter ingelezen wanneer ze bijvoorbeeld in het ziekenhuis terecht komen of een gesprek voeren met zorgdeskundigen. 19
Bibliografie Akkermans, M. (2013, december 13). Internetgebruik ouderen fors toegenomen. Opgehaald van Centraal Bureau voor de Statistiek: http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/vrije-tijdcultuur/publicaties/artikelen/archief/2013/2013-4005-wm.htm Betuw, A. v. (n.d.). Druk maar op die knop, het ontploft echt niet…. Opgehaald van Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen: http://www.anbo.nl/de-vereniging/column/druk-maar-op-die-knop-het-ontploft-echt-niet Breeker, H. d., Dijk, U. v., Kuijpers, A., & Rosier, J. (2012). Ondersteuning aan Oudere Mantelzorgers (Cahier 4 ed.). Gelderland, Nederland. CBS. (2013, april 22). Persbericht. 220 duizend Nederlanders voelen zich zwaar belast door mantelzorg . De Telegraaf. (2012, december 31). Ouderen gaan met de tijd mee. Opgehaald van Telegraaf.nl: http://www.telegraaf.nl/digitaal/21190085/__Ouderen_gaan_met_de_tijd_mee__.html Garssen, J., & C, H. (2011). Ouderen wonen steeds langer zelfstandig. Den Haag/ Heerlen: CBS, 2011. Opgehaald van http://www.nationaalkompas.nl/bevolking/vergrijzing/huidig/#reference_21370 Harbers, M. (2009, maart 30). Wie behoort tot de doelgroep ouderen? Opgehaald van Nationaal Kompas Volksgezondheid: http://www.nationaalkompas.nl/preventie/gericht-op-doelgroepen/ouderen/wie-behoort-totde-doelgroep-ouderen/ Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg - Windesheim. (2013). Succesvol ondernemen met eHealth - Innovatieroutes in de Zorg. Zwolle. Mezzo Facebook. (sd). Groepspagina Mezzo Mantelzorg. Opgeroepen op april 8, 2013, van Facebook: https://www.facebook.com/MezzoMantelzorg Middendorp, J. v. (2014, 04 10). Hoe maak je digitale zorgtoepassingen tot een succes. Opgehaald van Zorgenvoormorgen.org: http://zorgenvoormorgen.org/2014/04/10/hoe-maak-je-digitale-zorgtoepassingen-toteen-succes/ Moeskops, M. (2013, december 13). Meer dan de helft van de Nederlanders bezit een tablet. (GfK) Opgehaald van Gesellschaft für Konsumforschung : http://www.gfk.com/nl/news-and-events/press-room/pressreleases/paginas/aantal-smartphones-hoger-dan-aantal-computers.aspx Mulder, M. (2013, december 11). Minste ouderen in grote steden en nieuwbouwlocaties. (RIVM, Producent) Opgehaald van Nationale Atlas Volksgezondheid: http://www.zorgatlas.nl/beinvloedendefactoren/demografie/levensfase/ouderen-per-gemeente#breadcrumb Plasterk, R. (2013, februari 19). Kamerbrief Decentralisatie. Opgehaald van Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gemeenten/documenten-enpublicaties/kamerstukken/2013/02/19/kamerbrief-aanpak-decentralisaties-op-terrein-van-ondersteuningparticipatie-en-jeugd.html PWC. (2009). Vergrijzing van morgen, innovatie vandaag. Visiedocument, PricewaterhouseCoopers, Gezondheidszorg. Rijksoverheid. (n.d.). Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Opgehaald van Rijksoverheid.nl: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/algemene-wet-bijzondere-ziektekosten-awbz/vraag-enantwoord/wat-gaat-er-veranderen-voor-mensen-die-gebruikmaken-van-zorg-uit-de-awbz-of-de-wmo.html Rijksoverheid. (n.d.). Decentralisatie van overheidstaken naar gemeenten. Opgehaald van Rijksoverheid.nl: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gemeenten/decentralisatie-van-overheidstaken-naar-gemeenten Rijksoverheid. (n.d.). Ouderenzorg. Opgehaald van Rijksoverheid.nl: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ouderenzorg Riper, H., Ballegooijen, W. v., Kooistra, L., Wit, J. d., & Donker, T. (2013). Preventie & eMental-health. Kennissynthese, Vrije Universiteit Amsterdam, Klinische Psychologie, Den Haag. Velden, L. v., Francke, A., & Batenburg, R. (2011). Vraag- en aanbodontwikkelingen in de verpleging en verzorging in Nederland . Kennissynthese, NIVEL.
20