INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
Pagina 1
INLEIDING Doel Pedagogisch Beleidsplan De totstandkoming
3 3 3
Hoofdstuk 1
DE PEDAGOGISCHE VISIE Leven in een groep Pedagogische uitgangspunten
4 4 4
Hoofdstuk 2
HET BIEDEN VAN EMOTIONELE VEILIGHEID AAN HET KIND Vertrouwde gezichten Fysieke omgeving Structuur van de dag: dagindeling Wenprocedure Hoe benaderen wij de kinderen
5 5 5 6 7 8
Voeding Tafelgewoontes en rituelen rondom het eten Slapen en rustmomenten
9 9 9
Hoofdstuk 3
HET ONTWIKKELEN VAN PERSOONLIJKE COMPETENTIES Het gebruik van de ruimtes Atelier Begeleiden van spel Buitenactiviteiten Rust
11 11 12 12 12 13
Hoofdstuk 4
HET ONTWIKKELEN VAN SOCIALE COMPETENTIES Omgaan met elkaar
14 14
Hoofdstuk 5
DE OVERDRACHT VAN WAARDEN EN NORMEN Corrigeren en belonen Feesten en rituelen
15 15 16
Hoofdstuk 6
KWALITEIT EN VOORWAARDEN Max. groepsgrootte en leeftijdsopbouw van de stamgroep Groepssamenstelling Situaties waarbij de kinderen de stamgroep verlaten Extra dag(deel) opvang Samenvoegen van groepen Vierogenprincipe Kwaliteitshandboek Extra richtlijnen Fysieke veiligheid en gezondheid Hygiëne Welbevinden van kinderen Samenwerking met derden
17 17 17 17 18 18 18 19 19 19 20 21 21
Hoofdstuk 7
DE PEDAGOGISCH MEDEWERKER Competenties Ondersteuning, achterwacht en andere regelingen Beroepskrachten in opleiding Besprekingen/Werkoverleggen
22 22 22 23 23
Hoofdstuk 8
SAMENWERKING MET OUDERS Warm welkom De kennismaking Evaluatiegesprek Overgangsgesprek Dagelijkse breng- en haalcontacten Oudergesprekken Ouderavonden Nieuwsbrieven Exitinterview, klachtenprocedure en tevredenheidsonderzoek Medezeggenschap/oudercommissie
24 24 24 24 24 24 25 25 25 25 25
Hoofdstuk 9
TOT SLOT Evaluatie pedagogisch beleidsplan
26 26
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
2
INLEIDING
Een kind is bij Prinses Irene in goede handen. Ouders en kinderen staan bij ons centraal en wij bieden veilige en zorgzame kinderopvang in accommodaties die kwaliteit uitstralen. Met een professionele uitstraling en aanpak wordt voor kinderen en ouders een vertrouwd, vrolijk en kindgericht klimaat geschapen en een programma geboden met aandacht voor de ontwikkeling van het kind. Er wordt geluisterd naar de wensen van ouders en zij worden op de hoogte gebracht van belevenissen en de ontwikkelingen van hun kinderen. Voor u ligt het Pedagogisch Beleidsplan van kinderdagverblijf Prinses Irene. Doel Pedagogisch Beleidsplan Het geven van richtlijnen aan onze medewerkers. Het verschaffen van inzicht in onze pedagogische opvattingen aan de ouders die hun kinderen aan onze zorg toevertrouwen. Het geven van inzicht hoe onze pedagogische visie vorm wordt gegeven binnen onze kinderopvang. Het pedagogisch beleid van Prinses Irene vormt samen met het pedagogisch kaderbeleid van IJsterk de leidraad voor de pedagogisch medewerkers in de dagelijkse omgang met de kinderen. Bij het maken van het pedagogisch beleidsplan op de kinderdagverblijven maakt men gebruik van het Landelijk Pedagogisch kader kindercentra 0 – 4 jaar. De totstandkoming Het pedagogisch beleidsplan van het kindercentrum wordt geschreven door het team van Prinses Irene onder leiding van de manager en wordt in overleg met de oudercommissie vastgesteld. Dit plan is dus gebaseerd op de pedagogische opvattingen en visies die leven in de praktijk van onze kinderopvang. De oudercommissies hebben op de totale plannen geadviseerd. Onder invloed van maatschappelijke ontwikkelingen en zich wijzigende pedagogische inzichten kan het pedagogische beleid op termijn op onderdelen veranderen. 1 x per drie jaar wordt het Pedagogisch Beleidsplan geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Het beleid staat bij elke werkoverleg op de agenda en wordt aan de hand van concrete voorbeelden erbij gehaald en besproken met elkaar. Prinses Irene werkt met een “Kwaliteitshandboek” en een daarvan afgeleid “Werkinstructieboek”. Zo zijn er bijvoorbeeld protocollen en richtlijnen voor hygiëne, ziekte en ongevallen, kindermishandeling, ontwikkelingsproblemen, risicovolle activiteiten en calamiteiten. In dit pedagogisch beleid wordt hier regelmatig naar verwezen. Deze protocollen en richtlijnen liggen ter inzage op de groepen en het kantoor van de leidinggevende. Wat betreft de hygiëne en besmettelijke ziekten volgt Prinses Irene voor de kinderdagverblijven de richtlijnen die staan beschreven in het handboek “Gezondheidsrisico’s in een kindercentrum, GGD d.d. juli 2011. Dit handboek ligt ter inzage op kantoor. De voertaal in ons kinderdagverblijf is Nederlands.
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
3
Hoofdstuk 1 DE PEDAGOGISCHE VISIE
Ieder kind is anders en bijzonder! Stoer, verlegen, bedachtzaam, roekeloos, groot of klein: bij Prinses Irene kan een kind zichzelf zijn! Leven in een groep De meerwaarde van de kinderopvang is het samenleven met kinderen in groepsverband. Kinderen leren van elkaar. Door met leeftijdgenoten te spelen kunnen zij sociale en communicatieve vaardigheden oefenen én zich op emotioneel gebied ontwikkelen. Doordat kinderen zichzelf kunnen zijn, wordt een groepsgebonden zelfstandigheid gestimuleerd. Die zelfstandigheid bereidt hen voor op een maatschappelijk bestaan, dat ze eigenlijk al in het klein aantreffen binnen de kinderopvang. Een kind is rijk aan capaciteiten en creatieve vermogens en met een sterke wil tot ontdekken, zoeken naar betekenissen, verbanden en de zin der dingen. Hiervoor zijn zij, naast professionele begeleiding van de groepsleiding, aangewezen op hun groepsgenoten. Voor de ontwikkeling van hun sociale vaardigheden dienen kinderen over een zekere experimentele ruimte te beschikken. Pedagogisch medewerkers brengen balans aan tussen het stimuleren en ondersteunen van het experimenteren en het begrenzen daarvan. Prinses Irene vindt het belangrijk dat kinderen elkaar accepteren en respecteren. Door kinderen in hun waarde te laten wordt hen een gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen bijgebracht. Pedagogische uitgangspunten 1. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen gedurende de periode die ze doorbrengen binnen onze kinderopvang een leuke, plezierige en gelukkige tijd hebben. 2. Kinderen worden op een positieve manier benaderd als unieke jonge mensen met ontwikkelingsmogelijkheden. 3. Cruciaal voor de ontwikkeling van kinderen is de ondersteuning van een groeiproces naar zelfstandigheid en zelfrespect. 4. Wij bieden kinderen een veilige, geborgen, vertrouwde, maar tevens stimulerende omgeving waarbinnen de ontwikkeling van een eigen identiteit zoveel mogelijk gegarandeerd wordt. 5. Wij bieden kinderen specifieke activiteiten aan en geven hen ruimte voor het experimenteren met sociale vaardigheden. 6. Opvoeden is een dynamisch proces. Binnen dit proces wegen wij af in hoeverre een kind zich op een speelse en vrije manier kan ontplooien en in hoeverre een duidelijke (grenzen stellende) structuur moet worden aangeboden. 7. Wij volgen kinderen op een gerichte wijze in hun ontwikkeling. 8. Kinderen zijn gelijkwaardig en worden op een gelijkwaardige wijze bejegend. 9. Het welzijn en welbevinden van kinderen staat centraal. Deze pedagogische uitgangspunten worden in de hoofdstukken 2 t/m 5 in vier competenties uitgewerkt: emotionele veiligheid, het ontwikkelen van de persoonlijke competentie, het ontwikkelen van de sociale competentie en de overdracht van waarden en normen.
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
4
HOOFDSTUK 2 HET BIEDEN VAN EMOTIONELE VEILIGHEID AAN HET KIND Een kind dat zich veilig voelt, voelt zich goed en heeft energie om te leren en zich te ontwikkelen
Veiligheid en geborgenheid worden bewerkstelligd door de aanwezigheid van zoveel mogelijk vaste PM’ers op de (stam)groepen. Onze medewerkers creëren een gezellige sfeer in de groep waardoor de kinderen zich geborgen kunnen voelen. De groepsruimtes zijn gezellig ingericht. Wij bieden kinderen veiligheid en geborgenheid door te zorgen voor structuur, duidelijkheid en regelmaat. We werken volgens een vaste dagindeling. Er zijn individuele wenprogramma’s voor nieuwe kinderen. Deze worden in overleg met de ouders vastgesteld. De pedagogisch medewerker stimuleert bij elk kind het gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen. In overleg met ouders wordt vastgesteld wat ieder kind nodig heeft binnen de kinderopvang. Dit kan onder andere betrekking hebben op specifieke slaap- en/of voedingspatronen, maar ook op een afwijkende ontwikkelingsloop. Fysieke veiligheid en gezondheid.
Vertrouwde gezichten Wij vinden het belangrijk dat een kind op het kinderdagverblijf vertrouwde gezichten om zich heen heeft. Daarom worden kinderen opgevangen door pedagogisch medewerkers die een vertrouwensrelatie hebben met het kind. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen het gevoel hebben onderdeel uit te maken van een groep, ergens bij te horen. Daarom werken wij met basisgroepen met vaste groepsgenoten en vaste pedagogisch medewerkers (maximaal drie per groep). Naast de vaste medewerkers werken wij ook met ambulante medewerkers, zij werken zoveel mogelijk bij een of twee kindercentra, waardoor de kinderen hen goed kennen. Fysieke omgeving Naast de bekende, vertrouwde pedagogisch medewerkers en vaste groepsgenoten is ook de fysieke omgeving van belang voor het zich veilig voelen. Wij vinden het belangrijk dat een kind op het kinderdagverblijf in een voor hem herkenbare en vertrouwde ruimte verblijft. Het kind kan daardoor zijn eigen weg vinden.
Elk kind bieden we een warm welkom. Wij creëren een kindgerichte sfeer door middel van aandacht voor de ruimtes. Op de groep hangt een vertrouwde, uitnodigende en huiselijke sfeer. Op de groep zijn vrolijke kleuren te zien. Op de groepen hangen veel knutselwerkjes en ook de gemeenschappelijke ruimtes zijn voorzien van uitdagende speelobjecten zoals een grote zelfgemaakte auto en een kleurrijke fotowand. Onze kunstenares documenteert alle activiteiten uit het atelier in de gang. Op de babygroepen hebben we aandacht voor de rust die een baby vraagt: We hebben een schommelwieg, een wipper met beweging en er is de mogelijkheid tot buitenslapen in speciaal daarvoor bestemde baby slaaphuisjes. Op de peutergroepen proberen we alles zo overzichtelijk mogelijk te maken voor de kinderen. Er zijn speelhoeken waardoor het kind zelf de mogelijkheid heeft om keuzes te maken in activiteiten en speelgoed. Ieder kind heeft een eigen laatje met zijn of haar foto en/of naam daarop. Wij hebben een gevarieerd speelgoedaanbod welke aansluit op de behoeftes en ontwikkeling van de kinderen: poppenhoek, bouwhoek, garage, etc. Muziek ondersteunt de activiteiten die we met de kinderen doen.
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
5
Structuur van de dag Elke groep hanteert een vast dagprogramma, want ook structuur van de dag (de dagelijks terugkerende cyclus van de dagindeling) en rituelen dragen bij aan het gevoel van veiligheid. Het biedt kinderen houvast in de tijd en het geeft hun zekerheid en greep op de gebeurtenissen. Dagindeling van de babygroep Om de kinderen een gevoel van veiligheid en geborgenheid te geven bieden wij een vaste structuur. De kinderen worden tussen 8.00 en 9.30 uur gebracht. Ouders kunnen tot 9.30 uur blijven om rustig afscheid te nemen of informatie uit te wisselen. 9.30 uur Als alle kinderen gebracht zijn gaan de grote baby’s aan tafel. De kleine baby’s zitten in een wipstoeltje erbij, of liggen in de grote box te spelen. Er wordt fruit gegeten en sap gedronken of een cracker met melk. Als het eten en drinken op is, zingen we liedjes en worden de kinderen gewassen met een eigen washandje. De jongste baby’s krijgen een fles en voeding volgens hun eigen schema. 10.00 uur De kinderen worden verschoond en de grote kinderen kunnen vrij spelen of doen iets samen met de pedagogisch medewerker. Nu is ook tijd om de kleine baby’s een fles te geven of rustig naar bed te brengen of even lekker op schoot te nemen en te knuffelen. 11.45 uur De baby’s krijgen eten. Na het eten krijgen de kinderen melk of water, vervolgens worden hun gezichtjes en handen gewassen. 12.30 uur De kinderen worden verschoond en de grote kinderen die naar bed gaan worden uitgekleed. Nu hebben de kleinere baby’s de ruimte even lekker voor zichzelf. Ook kunnen zij in de speciale lage babybox veilig spelen. De pedagogisch medewerkers blijven indien nodig bij de kinderen tot ze gaan slapen, en gaan elke 10 minuten op de slaapkamer kijken. 15.00 uur De grote baby’s zijn uit bed. Als ze wakker worden, krijgen ze een beker diksap en gaan weer aan tafel. Ze krijgen een cracker met bijvoorbeeld smeerkaas, pindakaas of appelstroop óf yoghurt. Als iedereen klaar is en gewassen, gaan de kinderen weer lekker spelen en als het mogelijk is gaan de kinderen buiten spelen. 16.30 uur De eerste kinderen worden opgehaald. Dagindeling van de peutergroep 9.30 uur De kinderen gaan aan tafel en eten fruit óf cracker en drinken een beker sap. 10.00 uur De kinderen krijgen een schone luier of bezoeken zelf het toilet. Daarna mogen de kinderen zelf spelen, worden er activiteiten aangeboden of ze gaan buiten spelen. 11.45 uur De kinderen ruimen op, wassen hun handen en gaan aan tafel voor een broodmaaltijd. Na het eten gaan de kinderen plassen of worden verschoond. De kinderen die naar bed gaan worden uitgekleed of kleden zichzelf uit, gaan hun gezicht wassen en poetsen hun tanden. 13.00 uur De kinderen gaan naar bed, de kinderen die wakker blijven kunnen vrij spelen of er wordt een activiteit gedaan. 15.00 uur Alle kinderen komen uit bed. Er wordt weer verschoond en aangekleed. 15.30 uur De kinderen gaan weer aan tafel en eten fruit (of cracker/yoghurt) en drinken een beker sap. 16.00 uur De kinderen kunnen vrij spelen, buiten of binnen, of er wordt nog een activiteit gedaan. Rond 16.30 uur worden de eerste kinderen opgehaald. Bij het ophalen is er tijd voor overdracht tussen pedagogisch medewerkers en ouder(s). Tot 17.45 uur is er tijd voor een uitgebreide overdracht, daarna is de overdracht kort in verband met het opruimen. Om 18.00 uur zijn alle kinderen opgehaald.
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
6
Wenbeleid Er is sprake van een extern en intern wenbeleid. Het extern wenbeleid beschrijft hoe we omgaan met het wennen van kinderen die nieuw instromen in ons kinderdagverblijf. Het intern wenbeleid beschrijft hoe omgegaan wordt met kinderen die doorstromen van de babygroep naar de peutergroep in ons kinderdagverblijf. Externe Wenprocedure Tijdens het wennen bij Prinses Irene leren wij het kind kennen door het te observeren en zoveel mogelijk contact te leggen. We laten het kind de groep zien en het kind krijgt de eerste wendagen zoveel mogelijk extra aandacht. Hiermee kunnen wij de essentiële vertrouwensband tussen de pedagogische medewerker en kind goed opbouwen zodat het kind zich snel veilig en vertrouwd bij ons zal voelen. In deze wenperiode kunnen ook de ouders wennen aan (de gewoontes van) het kinderdagverblijf en vertrouwen krijgen in de pedagogisch medewerkers.
Als de beroepskracht-kind-ratio het toelaat en de maximale groepsgrootte niet wordt overschreden, vinden de eerste 3 wendagen plaats in de twee weken voorafgaand aan de eerste van de overeen gekomen plaatsingsdagen, voor maximaal 8 uur. Hiervoor worden geen extra kosten in rekening gebracht (dit is in de plaatsingsovereenkomst bepaald). Ouders kunnen hier geen aanspraak op maken, wij doen ons uiterste best om dit mogelijk te maken. Het wenschema ziet er als volgt uit: o Dag 1 2 uur: 1 uur intakegesprek en 1 uur samen op de groep. o Dag 2 2 uur: Ouder blijft een ½ uur- neemt afscheid en kind blijft 2 uur. o Dag 3 4 uur: Ouder blijft 15 min – neemt afscheid en kind blijft 4 uur. o Dag 4 6 uur: ouder blijft even, en kind blijft 6 uur o Dag 5: 8 uur: ouder blijft even, kind blijft 8 uur. De ouder is beschikbaar tijdens de wenperiode. In overleg met de ouder kan deze periode worden verlengd of verkort. Uitgangspunt is hierbij dat het wennen op de groep goed verloopt. Het is onze ervaring dat een goede wenperiode een belangrijke basis is voor een succesvol verblijf op het kinderdagverblijf. De wenperiode wordt na 2 maanden afgesloten met een evaluatiegesprek.
Interne wenprocedure De overgang van een baby- naar een peutergroep is zowel voor de kinderen als de ouders een grote verandering. In de peutergroep zijn meer kinderen, het is drukker en er gelden andere regels. Daarom vinden wij het op onze locatie belangrijk dat de overgang zorgvuldig plaatsvindt. Dit bereiden wij daarom met team zorgvuldig voor. Bij Prinses Irene gaan kinderen van 1,5 jaar over naar 1 van de 4 peutergroepen. Voorwaarde is dat een kind er, zowel lichamelijk als mentaal, aan toe is: zo moet het kunnen (trap) lopen en er moet, zowel thuis als op het kinderdagverblijf, geoefend zijn met zelfstandig eten, uit een gewone beker drinken en tanden poetsen (het kind hoeft dit echter nog niet te kunnen). Een maand van tevoren is bekend bij de ouders naar welke peutergroep het kind gaat. De pm-ers van de babygroep plannen vervolgens een afspraak voor een overgangsgesprek in overleg met de ouders en PM-ers van de peutergroep. Zij stellen ouders en pm-ers van de peutergroep aan elkaar voor. De twee weken voordat het kind volledig bij de peutergroep zal zijn, gebruiken wij om samen met het kind intern te gaan wennen. Dit wennen bouwen we langzaam op. - De eerste keer gaat de baby PM-er mee met het kind naar de peutergroep en samen blijven ze een half uurtje. - De tweede keer brengt de baby PM-er het kind naar de peutergroep en zal het kind ook even alleen bij de peutergroep blijven. - De derde keer luncht het kind mee op peutergroep en neemt daana ook een kijkje in de slaapkamer, maar slaapt vervolgens nog op de babygroep. - De vierde keer blijft het kind ook slapen bij de peuters. - De vijfde keer wordt het kind ’s ochtends ook al direct gebracht door de ouders bij de peutergroep en tevens opgehaald.
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
7
Middels deze manier wennen zij geleidelijk aan de nieuwe situatie. Mocht het wennen niet zo makkelijk verlopen dan kan het kind extra komen wennen (met de ouder) op dagen dat het niet geplaatst is. Dit is alleen mogelijk als de beroepskracht-kindratio dit toelaat en de maximale groepsgrootte niet overschreden wordt. Onze ervaring is dat het wennen over het algemeen soepel verloopt. Tijdens het interne wennen kan de beroepskracht-kindratio op groepsniveau tijdelijk worden losgelaten. De bkr moet in dit geval terug te voeren zijn naar de geldende bkr op de betreffende groepen. Het overgangsgesprek Ongeveer twee weken voor dat het wennen plaatsvindt, is er een gesprek met de ouders, een pm-er van de “oude” groep en een pm-er van de “nieuwe” groep. Hierin worden afspraken gemaakt over het wennen. De pm-er van de oude groep vertelt haar ervaringen met het kind. De pm-er van de nieuwe groep geeft informatie over deze groep: wie werkt op welke dagen, de samenstelling van de groep (leeftijdsindeling en verhouding jongens–meisjes), de dagindeling, regels van de peutergroep, gebruik atelier, uitstapjes en het eigen mandje met reservekleding en eventueel knuffel.. Ook wordt informatie gegeven over de (samenwerking met de) buurgroep: wie werken er, eventuele gezamenlijke opvang in de ochtend en eind van de dag, opvang tijdens slaapdienst e.d. De bijzonderheden van het kind worden besproken, zoals slapen, eten, ontwikkeling en gedrag, gebruik speen, knuffel en tandenborstel. Het formulier “Plaatsingsgegevens” wordt doorgenomen, gecontroleerd wordt of de gegevens van de ouders nog kloppen. Ook worden de formulieren die bij plaatsing zijn ingevuld, zoals toestemming foto- en video-opnamen en uitstapjes, doorgenomen en indien nodig gecorrigeerd Hoe benaderen wij de kinderen Wij nemen de kinderen serieus en vinden het belangrijk dat iedereen respect heeft voor elkaar. Respect hebben voor elkaar geldt voor de omgang met en tussen iedereen: kinderen onderling, tussen pedagogisch medewerker en kind, tussen pedagogische medewerkers, ouders en pedagogisch medewerkers, leidinggevende en pedagogisch medewerkers. Hierdoor stimuleren wij het gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Concreet doen wij dit op de volgende manier: Door het geven van liefdevolle aandacht voelt het kind zich uniek. Wij begroeten de kinderen elke morgen enthousiast en wij knuffelen veel met de kinderen. In de interactie met de kinderen hebben de pedagogisch medewerkers oogcontact met het kind en proberen ze te verwoorden wat een kind doet en voelt. Ze doet dit op een rustige manier. Een grapje moet kunnen, maar niet ten koste van de kinderen. Op iedere groep zijn regels waar de kinderen zich aan moeten houden. De pedagogisch medewerkers stellen duidelijke grenzen waarbij ze de kinderen in hun waarde laten. Binnen deze grenzen kunnen de kinderen zichzelf zijn. Niet het kind afwijzen maar het gedrag. Nooit zeggen “wat ben je toch altijd vervelend” maar “wat je nu doet vind ik niet leuk”. Accepteren en gelijk behandelen van kinderen en hun ouders ongeacht religie, huidskleur of cultuur. Stimuleren van zelfstandigheid door zelf aan- en uitkleden, tanden poetsen, opruimen, eten en drinken. Maar ook door het zelf laten proberen kleine onderlinge conflictjes op te lossen. Inspelen op individuele behoeftes. Wanneer het kind bijvoorbeeld na stimuleren niet mee wil knutselen hoeft het dit ook niet. Bij het doen van activiteiten moedigen wij het kind aan en vinden wij het proces belangrijker dan het resultaat. Het ontwikkelen van sociale vaardigheden: rekening houden met elkaar, elkaar helpen, naar elkaar leren luisteren, speelgoed delen, elkaar geen pijn doen, conflicten tussen kinderen begeleiden, bij conflictjes tussen pedagogisch medewerker en kind maakt de pedagogisch medewerker het altijd weer goed met het kind, groepsregels aanleren. Hierbij maken wij veel gebruik van complimentjes.
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
8
Stil staan bij het feit dat kinderen ook veel van elkaar kunnen leren. Dit op het gebied van spelervaringen maar ook van emoties. Zo leggen we bijvoorbeeld aan de groep uit waarom een kind verdriet heeft. Met de kinderen in gesprek te zijn in plaats van over hen te spreken in hun aanwezigheid.
Voeding Binnen onze kinderopvang wordt op verantwoorde wijze omgegaan met voeding. Voor een goede ontwikkeling van de kinderen zorgen wij voor de benodigde bouw- en voedingsstoffen en dragen wij bij aan een gezond eetpatroon. Dat betekent dat kinderen meerdere verschillende dingen eten op vaste momenten van de dag. Daarnaast maakt onze kok elke week 2 om 3 dagen per week een warme maaltijd voor de kinderen. Zij maakt een gevarieerd menu van pasta, rijst of aardappelen met groente en vlees of vis, ook wordt dagelijks rekening gehouden met de kinderen die vegetarisch of allergisch zijn voor bepaalde voedingsstoffen. Enerzijds bieden wij gevarieerde vegetarische maaltijden, anderzijds maken we uitsluitend gebruik van biologisch vlees. Dit betekent dat we als basis vegetarisch koken, aangevuld met 1 a 2 keer per week biologisch vlees. Hiermee bieden we de kinderen een gezonde en verantwoorde maaltijd. Op de dagen dat de kok er niet is, krijgen de kinderen een broodmaaltijd. Tafelgewoontes en rituelen rondom het (warm) eten Babygroep Voor het eten handen wassen en afdrogen. Kinderen eten hun boterham van een bordje en oefenen met een vorkje (vanaf 16 maanden). De eerste boterham is altijd met hartig beleg. Wij stimuleren en leren de kinderen om zo spoedig mogelijk uit een bekertje te drinken. Peutergroep Voor het eten plassen, handen wassen en afdrogen. De eerste boterham is altijd met hartig beleg naar keuze. Bij de volgende boterham mogen de kinderen zelf kiezen wat zij op brood willen. Kinderen wachten met eten totdat ieder kind een broodje heeft en er is gezongen. Rust aan tafel is belangrijk. Kinderen blijven aan tafel zitten totdat iedereen klaar is. Luisteren naar elkaar. Leren voeding benoemen in plaats van wijzen. Als er behoefte aan is, bieden wij gelegenheid om te bidden. Als we klaar zijn met eten worden er washandjes uitgedeeld en maken de kinderen zichzelf schoon. Na het eten poetsen de kinderen (zelf) hun tanden. Stimuleren van het zelf doen Afhankelijk van de situatie en leeftijd van het kind mogen zij zelf een doekje gaan halen als het drinken is omgevallen. Wij stimuleren het eten met bestek. De oudere kinderen mogen zelf hun boterham smeren. Wij stimuleren de kinderen om de korstjes op te eten. Uitgangspunt hierbij is dat er geen machtsstrijd ontstaat en dat het gezellig moet blijven. Slapen en rustmomenten Zowel de baby’s als de peuters slapen zoveel mogelijk in een eigen bedje. In principe nemen kinderen niets mee naar bed. In overleg met de ouder kan een kind een eigen knuffel, doekje of speen mee naar bed nemen. Sieraden en haarspeldjes worden vanwege de veiligheid af en/of uitgedaan bij de intake wordt aan de ouders gevraagd om geen sieraden aan te doen bij het kind i.v.m. de veiligheid). Ouders die dit niet willen, tekenen hiervoor een formulier (zie Prinses Irene huisregels).
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
9
Baby’s Voor de baby’s geldt dat zij in hun eigen ritme slapen. Opbouwend naar structureel twee keer per dag op vaste tijdstippen. Daarna afbouwend naar één keer per dag op een vast tijdstip. Protocol veilig slapen Baby’s slapen conform het “protocol veilig slapen en wiegendoodpreventie tijdens kinderopvang”. De preventieve maatregelen zijn bekend bij onze medewerkers. Wij leggen baby’s op hun rug te slapen (niet op hun buik). De baby’s slapen in katoenen slaapzakjes (wij gebruiken geen dekbedjes) óf de bedjes worden kort opgemaakt met een goed ingestopt lakentje en dekentje. De pedagogisch medewerkers gaan iedere 10 minuten in de slaapkamer kijken. Het protocol wiegendood ligt ter inzage op de babygroep. Inbakeren In principe bakeren wij baby’s niet in (zie beleid inbakeren). Hangmat In overleg met de ouder kan ervoor gekozen worden dat een baby op de groep slaapt. Baby’s slapen dan in een hangmat en niet in de box, maxi cosi of wipstoel. Zodra baby’s zichzelf kunnen omdraaien gaan zij niet meer in de hangmat. Buitenslaaphuisjes Wij bieden de baby’s ook de mogelijkheid om te slapen in onze buitenslaaphuisjes. Deze staan in direct zicht van de pedagogisch medewerkers op het babyterras, aansluitend aan de groepsruimte. In de buitenlucht bouwen baby’s meer vitamine D op, waardoor ze meer weerstand kunnen opbouwen. De ervaring leert dat kinderen het erg fijn vinden om hier te slapen. Slapen peuters Vanaf de peuterleeftijd zijn er vaste slaaptijden van 13.00 – 15.00 uur. In overleg met de ouders wordt de behoefte aan rust per kind vastgesteld. De kinderen slapen in eigen bedden. Er zit altijd een pedagogisch medwerker bij de slapende kinderen. Oudere peuters, die niet meer naar bed gaan bieden wij wel een rustpauze aan van een half uur op de groep. Ondanks de individuele slaapbehoefte van een kind is het slapen een sociaal gebeuren. De kinderen kleden zich gezamenlijk uit en zij gaan met elkaar naar de slaapkamer. Tevens wordt de zelfstandigheid van kinderen gestimuleerd door hen zoveel mogelijk zichzelf te laten uit- en aankleden. De kinderen slapen in onderkleding. (In de wintermaanden slapen zij, als ouders dat wensen in pyjama zonder knopen).
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
10
HOOFDSTUK 3 HET ONTWIKKELEN VAN PERSOONLIJKE COMPETENTIES
We bieden kinderen de mogelijkheid zich op alle onderdelen van hun ontwikkeling te kunnen ontplooien: de emotionele, de creatieve, de sociale, de motorische en de cognitieve ontwikkeling. We volgen het kind zoveel mogelijk in zijn eigen ontwikkeling en we spreken een kind aan op zijn mogelijkheden. Dingen die een kind zelf kan doen, mag hij zoveel mogelijk zelf doen en in zijn eigen tempo. We ondersteunen en stimuleren het kind en dagen het uit, daar waar nodig. Prinses Irene volgt hierin de holistische benadering vanuit het Landelijk Pedagogisch kader Kindercentra 0-4 jaar. Dit is gebaseerd op het gegeven dat voelen, ervaren, leren, spelen, praten, samen dingen doen, fantasie en denken bij kinderen samen gaat. Het ontwikkelen van de verschillende competenties hangen samen en overlappen elkaar grotendeels. Een meisje dat fietst op haar fietsje, oefent haar grove motoriek, maar tegelijkertijd kijkt ze ook naar haar vriendjes, fietsen die ook mee? Moet ze even wachten? Als ze met haar fietsje tegen dat van een ander kind botst, heeft ze haar sociale competenties nodig om te onderhandelen. Wie krijgt voorrang? Door haar emotionele competenties – zelfvertrouwen- geeft ze niet meteen toe. De pedagogisch medewerker: is actief in de begeleiding van het kind; stimuleert de kinderen om zelf initiatieven te nemen en gaat daar zo veel mogelijk in mee. Het kind ontwikkelt daardoor een gevoel van eigenwaarde en (zelf)respect; biedt het kind mogelijkheden om zijn spelsituaties uit te breiden; leert de kinderen eigen keuzes te maken en een eigen mening te hebben; biedt het kind, wanneer het ervoor kiest, de mogelijkheid zijn grenzen te verleggen. We willen dat elk kind zijn individualiteit in de groep kan bewaren. De pedagogisch medewerker: is zich bewust van en houdt rekening met de verschillen binnen een groep wat betreft de leeftijden, verschillende ontwikkelingsniveaus en eigen kenmerken van kinderen; houdt in haar aanpak en omgang met het kind rekening met die verschillen. Gebruik van de ruimtes In kinderdagverblijf Prinses Irene zijn wij er trots op dat wij verschillende ruimtes hebben waar wij activiteiten kunnen aanbieden. Dit is ontstaan tijdens een studiedag met het thema “Hoe beleven de kinderen de ruimte?” Wij zijn toen letterlijk op ons knieën door het dagverblijf heen gegaan en hier is een plan van aanpak uit ontstaan. In samenwerking met ouders en PM’ers hebben we toen het volgende uitgevoerd: Op elke deur van een ruimte in de gang die niet bedoeld is voor de kinderen een pictogram dat verwijst naar wat achter de deur te vinden is; toilet, leidsterkamer, washok, luierhok, etc.. Een vrolijk gekleurde auto in de benedengang waarbij gebruik is gemaakt van echte auto-onderdelen. Hier kunnen de kinderen in spelen. Een fotowand bij de trap met foto’s van ‘onze kinderen’. Een kruiptunnel in de bovengang. Een snoezelruimte in de gang voor de peuterslaapkamers met matras en kussens. Er is gedempt licht en er kan rustige muziek worden aangezet.
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
11
Wij kunnen dus stellen dat naast de variatie in spel en spelmateriaal wij ook in de gezamenlijke ruimtes de mogelijkheden voor de kinderen optimaal benut hebben. Het is heel leuk om dit terug te zien in het spel van de kinderen: De kinderen rijden met de auto naar Bakkum of genieten van het zwaaien naar de ouders vanuit de kruiptunnel. Het is prettig voor de kinderen dat hier ook weer gespeeld kan worden in kleine groepjes. Atelier Wij zijn trots op ons atelier, waar onze kunstenares, al jarenlang creatieve activiteiten aanbiedt aan de kinderen. De kunstenares werkt procesgericht in plaats van resultaatgericht. Dit doet zij in kleine groepjes. Ook de babygroepen komen aan bod. Bij de baby’s is de activiteit erg gericht op voelen, gebruik van verschillende materialen en geluid. Op de deur van het atelier hangt een rooster waarin vermeld staat met welke groepen de kunstenares tweewekelijks werkt. De resultaten worden uitgestald in het vitrinekastje naast het atelier. Er worden elke keer foto’s gemaakt die te vinden zijn in het fotoboek op de gang en op prikborden naast de groepen. De atelierruimte wordt op andere dagen ook door de PM’ers met de kinderen gebruikt. Ook werken we 1 keer per maand samen met Stichting Memo. Op een speelse wijze laten studenten van het conservatorium of Hogeschool voor de kunsten kinderen in contact komen met instrumenten en zang. De groep wordt op deze manier even omgetoverd tot ware concert-theaterzaal. Begeleiden van spel De pedagogisch medewerkers zijn professioneel in het werken met kinderen. Zo hebben zij tijdens hun opleiding en in het werk ervaring opgedaan in het stimuleren van kinderen tot spel. Zij weten in welke ontwikkelingsfase het kind zich bevindt en kunnen het speelgoed daar op aanpassen. Bijvoorbeeld een baby die gaat grijpen een rammelaar aanbieden of een peuter die steeds sneller de insteekpuzzels in elkaar legt een puzzel met stukjes aanbieden. Hierbij worden de voorkeuren en eigenheden van het kind meegenomen. Als een kind bijvoorbeeld graag met duplo speelt zal het, wanneer het groter wordt, op een rustig moment lego aangeboden krijgen (als de kleinere kinderen slapen). Pedagogisch medewerkers spelen, tijdens het begeleiden van spel, in op emoties en leermomenten. Bijvoorbeeld wanneer een kind gefrustreerd raakt omdat iets toch te moeilijk is. De pedagogisch medewerker zal dan proberen het kind op weg te helpen of iets anders aan te bieden. Hierdoor worden grenzen verlegd en dit is goed voor het zelfvertrouwen. Door het geven van complimentjes en steeds een stukje verder te gaan in het spelaanbod kan een kind ontwikkelen waar hij of zij goed in is. De PM’ers stimuleren de motoriek van de kinderen door hen te laten dansen op muziek of te laten bewegen tijdens gymnastiek. Door gericht bezig te zijn met de kinderen, bijvoorbeeld door het samen zingen van liedjes, het aanleren van versjes en voorlezen, stimuleren PM’ers kinderen in hun ontwikkeling. Buitenactiviteiten We vinden het heel belangrijk om naar buiten te gaan. Bij alle weertypen, ook bij koud of regenachtig weer. We hebben een grote en uitdagende buitenspeelplaats met een zandbak, fietsroutes, waterspeelbak, een grasstrook en speelhuisjes. Er wordt actief toezicht gehouden op de spelende kinderen. Met de peutergroepen organiseren we jaarlijks een sportochtend in het Westerpark. Daarnaast maken we regelmatig uitstapjes met de bolderwagen naar het Westerpark, de kinderboerderij, het woeste westen of een loopje op de markt.
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
12
Rust Naast de drukkere activiteiten op de groep en buiten creëren wij ook rustmomenten. Dit doen wij op de volgende manier: Tijdens de maaltijden. Door geen radiozenders in de groepen aan te hebben. Wanneer een deel van de kinderen in bed ligt hebben de pedagogisch medewerkers de rust en de aandacht voor de “opblijvers”. Wij zijn ons er van bewust dat het niet te rumoerig moet worden in de groep en passen onze aanpak daar op aan. Als het (te) druk wordt gaan we bijvoorbeeld een boekje lezen of we spreken de kinderen aan op hun drukke gedrag. Elke groep heeft jaarlijks terugkerende thema’s (zoals lente en herfst) en eigen thema’s (lichaam, natuur, muziek). Tussen de thema’s door hebben we ook ‘rustweken’.
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
13
HOOFDSTUK 4 HET ONTWIKKELEN VAN SOCIALE COMPETENTIES Wij zijn ons ervan bewust dat de interactie met leeftijdgenoten, het deel uitmaken van een groep en het deelnemen aan groepsgebeurtenissen, kinderen een leeromgeving biedt voor het opdoen van sociale vaardigheden. Wij proberen dit zo goed mogelijk te begeleiden. Hieronder kunt u lezen hoe wij dit op ons kinderdagverblijf vorm geven. Omgaan met elkaar
Door dagelijks met de kinderen in de groep om te gaan hebben de pedagogisch medewerkers zicht op de onderlinge verhoudingen van de kinderen: kinderen die naar elkaar toe trekken, minder goed met elkaar omgaan of kinderen die enigszins alleen in de groep staan. Vriendschappen worden gestimuleerd door kinderen samen te laten spelen, bijvoorbeeld in de poppenhoek, de bouwhoek of onder toezicht op de gang. Ook doordat ze vaak naast elkaar aan tafel mogen zitten tijdens het eten. We proberen minstens éénmaal per dag buiten te spelen. Tijdens dit buiten spelen kunnen de kinderen zich vrij bewegen. Wij hebben gemerkt dat dit vriendschappen stimuleert. Wanneer de kinderen “elkaar niet zo liggen” is het van de situatie afhankelijk hoe we hiermee omgaan: - Op de eerste plaats respecteren wij dat sommige kinderen elkaar niet liggen. Uitgangspunt is wel dat kinderen elkaar niet pijn mogen doen en op een aardige manier met elkaar om moeten gaan. - Wanneer wij merken dat dit niet gebeurt zullen we de kinderen corrigeren door uit te leggen dat dit niet mag en uit te leggen wat voor effect dit heeft op een ander. - Hierbij willen we opmerken dat wij, afhankelijk van de ernst van de situatie en de leeftijd van het kind, “het ook wel eens even aankijken”. Het is voor de zelfstandigheid van de kinderen belangrijk dat zij een conflictsituatie ook zelf kunnen oplossen. - Tevens plaatsen we de kinderen afhankelijk van de ernst van het gebeuren “uit de situatie” door het kind een paar minuten op de bank of een stoeltje te zetten. - Het kan zijn dat wij merken dat de kinderen elkaar eigenlijk niet goed kennen en daardoor elkaar “in de weg zitten”. In zo’n situatie kiezen wij er ook wel voor om de kinderen juist samen te laten spelen. Dit kan een positief effect opleveren. Voorwaarde is dat een kind zich veilig moet voelen en niet bang is voor het andere kind. - Het gevoel van veiligheid en je lekker voelen in de groep houden wij goed in de gaten. We kunnen er dus uiteindelijk voor kiezen om sommige kinderen juist zoveel mogelijk apart te laten spelen en aan tafel kinderen niet naast elkaar te zetten. Om de kinderen het groepsbesef bij te brengen ondernemen we gezamenlijke activiteiten zoals creatieve activiteiten en samen eten. Hierdoor leren kinderen op elkaar te wachten, naar elkaar te luisteren en rekening te houden met elkaar. De pedagogisch medewerkers bevorderen de communicatie tussen de kinderen door met de kinderen een gesprek te voeren of de kinderen zelf te laten vertellen over wat ze gedaan hebben. Wij kiezen er soms ook voor om in kleine subgroepjes te werken, bijvoorbeeld wanneer een deel van de groep naar buiten wil en een deel binnen wil blijven of wanneer sommige kinderen echt niet aan een knutselactiviteit willen deelnemen. Hierdoor creëren we binnen de grote groep rust en kunnen we inspelen op de individuele wensen en keuzes van de kinderen. Door de verschillende leeftijden in de groep leren de kinderen van en met elkaar. Zo laten we de grote kinderen de kleinere kinderen soms helpen bij het uitkleden of we laten ze een doekje halen wanneer een beker is omgegooid. Voor de groteren is dit goed voor het zelfvertrouwen en de kleineren leren hierdoor op een ander te kunnen terugvallen. Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
14
Hoofdstuk 5 DE OVERDRACHT VAN WAARDEN EN NORMEN
Om in de samenleving te kunnen functioneren is het voor kinderen belangrijk zich de waarden en normen van de samenleving eigen te maken. Waarden en normen worden vaak vertaald in (gedrags)regels welke kinderen duidelijkheid en overzicht geven. Wij vinden het belangrijk dat kinderen en volwassenen met respect met elkaar omgaan, en met de ruimte, materiaal en de natuur. Onze normen zijn daarop gebaseerd. Door zelf met respect behandeld te worden, leren kinderen zichzelf en anderen te respecteren. Respect begint met accepteren dat er verschillen zijn tussen mensen, hun achtergronden, hun uiterlijk, etc. Dit uit zich in: Ieder kind mag er zijn. Wij staan open voor verschillende culturen, waarden en normen van kinderen (en hun ouders). Iedereen krijgt ongeacht huidskleur of achtergrond onze liefde en aandacht. Wij discrimineren niet (Ysterk werkt volgens de anti discriminatiecode). Wij leren de kinderen op een goede manier met elkaar om te gaan: elkaar te helpen, elkaar niet te plagen/pesten, geen dingen van elkaar af te pakken, elkaar geen pijn te doen en ook voor zichzelf op te komen, enzovoort; Wij zorgen ervoor dat kinderen, ouders en pedagogisch medewerkers elkaar zien door elkaar te groeten en elkaar welkom te heten of afscheid te nemen. Zij geeft hierin het juiste voorbeeld; Als wij op de groep zijn, zijn we er voor de kinderen. We luisteren actief naar elkaar en we praten met de kinderen over de leuke, spannende of verdrietige dingen die zij hebben meegemaakt. We schreeuwen niet in de groep. Er worden geen kinderen buitengesloten. Kinderen hebben het recht om emoties te uiten. Kinderen mogen elkaar, lichamelijk en geestelijk, geen pijn doen. Het aanleren van tafelmanieren: het regelmatig gebruik van bestek, niet spelen met eten, wachten met eten tot iedereen eten heeft. We blijven rustig aan tafel zitten tot iedereen klaar is. Het delen met elkaar. Respect hebben voor de omgeving en het milieu. We leren kinderen om aandacht te hebben voor hun omgeving (opruimen van speelgoed) en de natuur (o.a. aandacht voor de seizoenen). Corrigeren en belonen
Het accent ligt bij ons op belonen en niet op straffen. Bij corrigeren keuren wij het gedrag van het kind af en niet het kind. Wij leggen uit waarom wij het kind corrigeren en wat voor effect zijn/haar gedrag op de anderen kan hebben. Wij maken de straf niet te zwaar: het kind wordt bijvoorbeeld even uit de situatie gehaald. Wij houden er rekening mee dat het kind zich altijd veilig moet voelen bij ons. Wij maken veel lichamelijk contact zodat het kind zich geliefd en begrepen voelt. Wij geven vaak complimentjes aan de kinderen waardoor het kind zich prettig voelt en het minder vaak negatief gedrag zal laten zien.
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
15
Feesten en rituelen In ons kinderdagverblijf staan we stil bij de volgende gelegenheden: Als er een nieuw kind komt wordt dit aan kinderen van de groep en de ouders bekend gemaakt door middel van een aankondiging op de deur. Hierdoor ervaart het nieuwe kind en de ouder(s) dat ze welkom zijn. Verjaardag- en afscheidsfeestjes. Hierbij kan een versierde stoel als verjaardagstroon gebruikt worden, waardoor het kind zich extra feestelijk voelt. Er is een feestmuts, er hangen slingers, er wordt gezongen én er is een cadeautje. De ouders van het jarige kind zijn van harte welkom. Trakteren tijdens een verjaardag of afscheidsfeestje vindt meestal plaats in de ochtend of middag. In overleg, bijvoorbeeld als ouders pannenkoeken willen bakken, wordt er tijdens de lunch getrakteerd. Ieder jaar is er een zomerfeest met een thema. De hele buitenspeelplaats wordt dan omgetoverd, er worden dan allerlei activiteiten voor de kinderen georganiseerd, er is muziek en voor iedereen staan er hapjes en drinken klaar. Ieder jaar gaan alle peuters een dagje uit. Aandacht voor jaarlijks terugkerende thema’s zoals Pasen, de seizoenen (bijv. op de peutergroepen hebben we vlinderkasten in de lente waarbij de kinderen het proces van pop naar vlinder kunnen volgen), kinderboekenweek (bijv. opa’s en oma’s kunnen komen voorlezen), St Maarten, Sinterklaas en Kerst. Ziektes, geboortes, en ander lief en leed.
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
16
HOOFDSTUK 6 KWALITEIT EN VOORWAARDEN Wat betreft de kwaliteit, zoals de groepsgrootte, huisvesting en medezeggenschap van ouders, voldoen wij minimaal aan de eisen van de Wet kinderopvang. Maximale groepsgrootte en leeftijdsopbouw van de stamgroep Wij werken met vaste groepen met vaste pedagogisch medewerkers (maximaal drie per stamgroep). Voor de beroepskracht-kind-ratio (bkr) en de groepsgrootte hanteren wij de normen zoals vastgelegd in de Wet kinderopvang en zoals deze berekend kan worden via www.1ratio.nl. Bij Prinses Irene brengen dagelijks max. 70 kinderen van 0 tot 4 jaar hun dag door. De kinderen zijn verdeeld over 6 groepen. 2 babygroepen (kabouters en ijsberen) met per groep max. 9 kinderen vanaf 10 weken tot 1,5 jaar met 2 pedagogisch medewerkers. 4 peutergroepen (pooh, boefjes, stampers en spetters, met per groep max. 13 kinderen vanaf 1,5 jaar tot 4 jaar met 2 pedagogisch medewerkers. Kinderen worden voor 2, 3, 4 of 5 dagen geplaatst. Plaatsing voor 1 dag is beperkt mogelijk. Groepssamenstelling Bij de overgang van de baby- naar de peutergroep kan, in overleg met de leidinggevende, enigszins flexibel omgegaan worden met de leeftijdsgrenzen. Hierbij wordt rekening gehouden met de ontwikkeling en de mogelijkheden van het kind. Bij de plaatsing en de planning wordt gestreefd naar een evenwichtige leeftijdsopbouw en groepssamenstelling (verhouding jongens – meisjes). Als het mogelijk is worden (indien gewenst) broertjes, zusjes en/of vriendjes en vriendinnetjes bij elkaar in de groep geplaatst. De afdeling plaatsing en planning heeft hierin de uiteindelijke beslissing. Ouders kunnen een groepsvoorkeur uitspreken. De voorkeur wordt alleen gehonoreerd als de groepssamenstelling dit toelaat. De afdeling plaatsing en planning heeft hierin de uiteindelijke beslissing. Ieder kind heeft een vaste stamgroep met de vaste pedagogisch medewerkers die bij deze groep horen. Dit biedt veiligheid en geborgenheid. Situaties waarbij de kinderen de stamgroep verlaten (en gebruik maken van andere ruimtes) of te maken hebben met andere pedagogisch medewerkers. Kinderen worden in niet meer dan twee ruimtes per week opgevangen. Als een peuter een dag of dagdeel mag spelen in een andere groep. Dit gebeurt incidenteel, in overleg met de ouder én meestal met een “vriendje” uit de eigen groep zodat ze de ruimte en het speelgoed daar samen kunnen ontdekken. De groepsleiding bekijkt welke kinderen dit aankunnen en het leuk vinden. Dit kan alleen als de BKR op de groep dit toelaat. Als er buiten wordt gespeeld op de grote buitenspeelplaats of op het babyterras. De groepen maken op hetzelfde tijdstip gebruik van de buitenruimte. Er wordt regelmatig, onder toezicht, op de gang gespeeld waar verschillende speelmogelijkheden en hoekjes zijn. Tussen 13.00 en 15.00 uur als er bij de peutergroepen slaapdiensten worden gedraaid. Twee peutergroepen delen samen één slaapkamer. De “opblijvers” kunnen indien nodig samen in een peutergroep worden opgevangen. Bij ziekte en/of vrije dagen van de vaste PM’ers. In eerste instantie wordt gekeken of een vaste invalkracht van IJsterk ingezet kan worden. Is dit niet mogelijk dan kan het
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
17
voorkomen dat de kinderen van 2 buurgroepen tussen 8 en 9.30 uur of van 16.30 tot 18 uur gezamenlijk worden opgevangen. Op dagen dat de groepen vanwege onderbezetting structureel worden samengevoegd. Op zulke momenten werkt een vaste PM’er van beide groepen op de samengevoegde groep (zie ook onderstaand kopje ‘samenvoegen’). In overleg met de ouder kan een kind tijdelijk een dag op een andere groep geplaatst worden als een gewenste extra dag of ruildag op de eigen groep niet gehonoreerd kan worden vanwege de groepsbezetting (zie ook onderstaand kopje ‘extra dag(deel) opvang). Als er een uitstapje wordt gemaakt met de bolderkar of met het openbaar vervoer (zie “Richtlijnen risicovolle activiteiten”).
Extra dag(deel) opvang Kinderen worden bij Prinses Irene in één vaste stamgroep geplaatst. Als ouders tijdelijk extra opvang af willen nemen, en er voor de gewenste extra opvang (nog) geen plaats is op de vaste stamgroep van het betreffende kind, kan de extra opvang plaatsvinden in één andere groep. Voorwaarde is dat ouders schriftelijke toestemming geven voor de extra opvang op de andere groep en er schriftelijke afspraken over de duur van de extra opvang op de andere groep worden gemaakt met de ouders. Incidenteel Als ouders voor één dag extra opvang willen voor hun kind en er is geen plaats in de eigen stamgroep dan geven ouders hiervoor schriftelijke toestemming door het invullen van een formulier “afrekening extra opvang”. De extra opvang wordt achteraf in rekening gebracht. Structureel Als ouders voor langere tijd extra opvang willen, bv. vanwege (tijdelijke) uitbreiding van werk, en er is geen plaats in de eigen stamgroep dan geven ouders hiervoor schriftelijk toestemming middels een aanvullende plaatsingsovereenkomst waarin afspraken gemaakt worden over de duur van de extra opvang in de andere groep. De extra opvang wordt in de maand voorafgaand aan de maand waarin de opvang plaatsvindt in rekening gebracht. Het bovenstaande is alleen mogelijk als de beroepskracht-kindratio dit toelaat en de maximale groepsgrootte niet overschreden wordt. Ouders kunnen hier geen aanspraak op maken. Wij doen ons best om dit mogelijk te maken. Samenvoegen van groepen In principe maken alle kinderen deel uit van één vaste stamgroep. Indien het kindaantal het toelaat kunnen stamgroepen structureel worden samengevoegd: op dagen dat groepen onderbezet zijn (bijvoorbeeld op woensdag en vrijdag) en in vakantie periodes. Aan het begin- en eind van de dag kunnen kinderen (evt. gezamenlijk met een andere groep) in een andere (groeps) ruimte opgevangen worden. Als er groepen worden samengevoegd, zijn er vaste pedagogische medewerkers aanwezig. In alle gevallen moet het voor zowel het kind als de ouder inzichtelijk zijn in welke ruimte en stamgroep de opvang van het kind plaatsvindt. Ouders worden hierover altijd vooraf schriftelijk geïnformeerd. Vierogenprincipe Het vierogenprincipe houdt in dat er altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren. Dat betekent dat een beroepskracht nooit alleen is met een of meerdere kinderen binnen of buiten, zonder dat iemand haar kan zien of kan horen gedurende alle momenten van de dag. Dit is de basis voor de veiligheid in de kinderopvang. Ouders en oudercommissies worden jaarlijks geïnformeerd over de invulling van het vierogenprincipe op hun locatie (bv. via de website).
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
18
Op Prinses Irene geven we er als volgt invulling aan: - Prinses Irene is een transparant gebouw met veel glas en doorkijkjes zo is er veel toezicht op elkaar.Tevens lopen er veel ouders in en uit tot 9.30 en na 16.30 uur als de PMer alleen op de groep staat. Daarnaast hebben de groepen ook vaak de deur open staan (en hekje dicht) zodat overal waar je langsloopt je constant naar binnen kunt kijken. - Voor de landelijke invoering van de Meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld is het gehele team getraind tijdens een studiedag. PMers weten hoe ze het onderwerp op professionele wijze ter sprake kunnen brengen. - Locatiemanager, Chris Beek, is getraind als aandachtsfunctionaris kindermishandeling. - Door bovenstaand vaker te bespreken tijdens team- en werkoverleggen heeft Prinses Irene een alert team, dat ook haar onderbuikgevoel uitspreekt naar elkaar. - We werken zo veel mogelijk met stagiares en sowieso hebben we onze groepshulp. Tevens is er ook regelmatig een kok en kunstenaar in het pand. - Er is nooit iemand alleen in het pand met de kinderen. We starten en sluiten altijd met meerdere PMers. - In alle slaapkamerdeuren zitten ramen en tevens werken we met babyfoons. - Om de transparantie op de groepen op de eerste verdieping te vergroten zijn er ramen gemaakt tussen de peuter en de babygroep. - Bij buitenspelen hebben we de afspraak dat alle kinderen in de benedengroepen verschoond worden, hierdoor is er ook altijd zicht op elkaar. Kwaliteitshandboek Het pedagogisch beleid van Prinses Irene staat niet op zich, maar heeft een duidelijke samenhang met ander beleid, richtlijnen, protocollen en afspraken. Dit betreft bijvoorbeeld de onderwerpen: plaatsingsbeleid, kennismaken en wennen, contacten met ouders, voeding, richtlijnen voor bijzondere activiteiten en uitstapjes, het toedienen van medicijnen en homeopathische middelen, het veilig laten slapen en inbakeren van jonge kinderen, hoe om te gaan met persoonsgegevens, veiligheid en gezondheid, ziekte en werkinstructies wat te doen bij calamiteiten. Deze stukken zijn opgenomen in het Kwaliteitshandboek dat ter inzage ligt op het kinderdagverblijf. Externe richtlijnen De kinderopvang heeft een verplichte meldcode ‘Huiselijk geweld en kindermishandeling’ wat betreft het signaleren van (een vermoeden van) kindermishandeling. Dit thema stond centraal tijdens de studiedag in april 2012. De werknemers zijn op de hoogte van deze meldcode en werken met een observatie en signalenlijst. Hygiëne en besmettelijke ziekten: wij volgen voor de kinderdagverblijven de richtlijnen die staan beschreven in het handboek “Gezondheidsrisico’s in een kindercentrum of peuterspeelzaal”. Ook deze liggen ter inzage op het kinderdagverblijf. Veiligheid- en gezondheidsmanagement: ieder jaar wordt er een Risico Inventarisatie Veiligheid en een Risico Inventarisatie Gezondheid (conform de modellen Veiligheidsmanagement en Gezondheidsmanagement van Stichting Consument en Veiligheid) uitgevoerd. Ook wordt er een plan van aanpak gemaakt. De (bijna) ongelukken worden geregistreerd op basis waarvan verbetermaatregelen worden genomen. Fysieke veiligheid en gezondheid
Onze locaties voldoen aan de formele veiligheidseisen, zoals die door de overheid aan de kinderopvang gesteld worden. Onze medewerkers volgen regelmatig een EHBO cursus waardoor zij, indien nodig, adequaat kunnen handelen. Wij hebben per groep één (opgeleide) bedrijfshulpverlener per locatie die adequaat kan handelen bij calamiteiten.
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
19
Er zijn altijd twee pedagogisch medewerkers aanwezig tijdens de openingstijden van het kinderdagverblijf, zodat in het geval van calamiteiten een van deze medewerkers met het kind meekan naar bijvoorbeeld de huisarts of het ziekenhuis. Meer informatie over onze afspraken en regels omtrent calamiteiten kunt u vinden in onze werkinstructies calamiteiten, in het kwaliteitshandboek dat ter inzage op kantoor ligt. Wat betreft de veiligheid van kinderen zijn onze medewerkers gebonden aan de werkinstructies en richtlijnen, zoals wij die geformuleerd hebben in het “Kwaliteitshandboek kinderopvang”. Deze werkinstructies kunt u inzien op de groep van uw kind. Ouders hebben de plicht de groepsleiding te informeren over bijvoorbeeld speciale voeding en/of ziekte. Dit is in het belang van de veiligheid van het kind. Een keer per jaar worden er Risico Inventarisaties & Evaluaties (RI&E) Veiligheid en Gezondheid uitgevoerd. Hierbij wordt geïnventariseerd welke risico’s kinderen lopen en welke maatregelen er genomen moeten worden om die risico’s te verminderen. Op basis van de uitkomsten van de inventarisaties worden er plannen van aanpak gemaakt met verbeteracties. De oudercommissies geven advies over deze plannen. Ook wordt er ieder jaar een Veiligheids- en Gezondheidsverslag gemaakt waarin de plannen van aanpak worden geëvalueerd: welke maatregelen ter verbetering zijn er genomen en wat moet nog gedaan worden? Ieder jaar laten wij de binnen en buiten speeltoestellen keuren door het Keurmerkinstituut. De GGD (inspectie) controleert of de veiligheid en gezondheid van de kinderen voldoende gewaarborgd is. In principe komen zij 1 keer per jaar langs. De bevinding van de inspectie zijn terug te lezen in het inspectierapport. Dit is te vinden op het prikbord in de hal, en is tevens na te lezen via landelijkregisterkinderopvang.nl Enkele voorbeelden van afspraken en voorzieningen in het kader van de veiligheid: Beveiligde stopcontacten, vingerstrips op deuren, schoonmaakmiddelen hooggeplaatst, niet rennen met potloden, kwastjes en scharen, hete dranken niet binnen bereik van kinderen, EHBO trommel op de groepen en op kantoor, de nooddeuren zijn altijd open, de vluchtwegen zijn vrij (er worden geen speelgoed en buggy’s voor geplaatst), meerdere keren per jaar brandoefening, opgeleide bedrijfshulpverleners, etc. Voor het handhaven van de veiligheid vragen wij de medewerking van de ouders (zie de Prinses Irene huisregels).
Hygiëne Hygiëne is een belangrijke voorwaarde voor goede kinderopvang. De hygiëne van de kinderen wordt expliciet benadrukt en in acht genomen. Kinderen worden gemotiveerd om hun persoonlijke hygiëne serieus te nemen door bijvoorbeeld in groepsverband hun tanden te poetsen. Voor zowel de kinderen als de groepsleiding bestaan richtlijnen, zoals handen wassen na toiletbezoek, na het buitenspelen, voor en na het eten. Ook het uitkoken van spenen en het verschonen van bedden gebeurt volgens vaste schema’s; spenen en flessen dagelijks, het verschonen van bedden minimaal één keer per week, indien nodig vaker. Door het werken volgens duidelijke richtlijnen over hygiëne en besmettelijke ziekten wordt aan de basisvoorwaarde voldaan om een zo veilig mogelijke omgeving te scheppen voor opgroeiende kinderen. Onze locaties worden dagelijks schoongemaakt door een schoonmaakbedrijf dat op de hoogte is van de geldende voorschriften. Ook het personeel is op de hoogte van de geldende voorschriften. Pedagogisch medewerkers zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse verzorging en hygiëne van de kinderen, de ruimtes en het speelgoed. Voor de babygroepen is gekozen om de volwassenen oversloffen aan te laten doen bij het binnenkomen van de babygroep, dit in verband met het kruipen van de babies op de vloer. Welbevinden van kinderen
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
20
Dagelijks zijn wij actief in het observeren van de kinderen en besteden daarbij veel aandacht aan het effect van onze begeleiding in de ontwikkeling. De pedagogisch medewerkers maken minimaal een keer per jaar een observatieverslag van elk kind. Dit verslag wordt als leidraad gebruikt voor het jaarlijkse oudergesprek. Soms ontwikkelt een kind zich niet zo goed en heeft het extra aandacht nodig of geeft het extra zorgen. Dit kan zijn vanwege gedrag- en/of leerproblemen, een handicap of chronische ziekte of problemen in de thuissituatie. De dagelijkse opvang op de groep kan dan niet toereikend zijn en van invloed zijn op het welbevinden van een kind op het kindercentrum. Pedagogisch medewerkers hebben een belangrijke signalerende functie als zij menen dat de kwaliteit van de opvang voor het betreffende kind niet kan worden gewaarborgd en deskundigheid van buitenaf noodzakelijk is. Samenwerking met derden Er vindt afstemming plaats tussen de verschillende instanties die met een kind te maken hebben. Indien nodig plegen wij overleg met het consultatiebureau, het Ouder Kind Centrum (OKC), VTO-team (Vroegtijdige Onderkenning) of buurtnetwerk of breedzorgoverleg. Voor de begeleiding van kinderen met een handicap of andersoortige ontwikkelingsproblemen zoeken wij ondersteuning.
HOOFDSTUK 7 DE PEDAGOGISCH MEDEWERKER _______________________________________________________________________ Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
21
Wij werken met deskundige pedagogisch medewerkers en invalkrachten die beschikken over een diploma dat vereist is voor het werken in de kinderopvang (conform de CAO Kinderopvang minimaal MBO niveau). Alle medewerkers, stagiaires én invalkrachten beschikken over een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Bij aanname van nieuw personeel is 1 van de richtlijnen dat er altijd 2 referenties worden opgevraagd en gedocumenteerd. De kinderopvangbranche heeft een beroepscode. De beroepscode vormt een leidraad voor het handelen en het gedrag tijdens de uitoefening van het beroep door de pedagogisch medewerker. Kinderopvang IJsterk heeft een anti discriminatiecode. Competenties De belangrijke competenties zijn te verdelen in vier domeinen: 1. Het omgaan met kinderen, samenwerking met collega’s en zelfreflectie; 2. Contacten met ouders, samenwerking met scholen en andere instanties; 3. Organisatorische vaardigheden; 4. Het omgaan met regels, procedures, protocollen en beleid. De pedagogisch medewerker geeft met haar pedagogisch handelen vorm aan het pedagogisch beleid in haar dagelijkse werk met de kinderen in het kindercentrum. Zij is hierin de belangrijkste factor. Zij heeft kennis van de ontwikkeling van kinderen en begeleidt hen hierin. Het in de praktijk vertalen van de pedagogische visie, het uitvoeren van de doelstellingen en de uitgangspunten, vraagt belangrijke competenties van de pedagogisch medewerker zoals het kunnen structureren, het bevorderen van een positieve interactie tussen kinderen en het stellen van grenzen. Ondersteuning, achterwacht en andere regelingen De pedagogisch medewerkers worden in hun dagelijkse werkzaamheden ondersteund en aangestuurd door de locatiemanager. Regelmatig krijgen zij werkbegeleiding in de vorm van werkoverleg, waarbij het pedagogisch handelen, de ontwikkeling van de kinderen, het contact met de ouders en de onderlinge samenwerking aan bod komen. Ook vindt er teamoverleg plaats, zie het overzicht op de volgende pagina. Indien de locatiemanager afwezig is op kantoor, is deze wel altijd mobiel bereikbaar, daarnaast is het team op de hoogte dat als de locatiemanager afwezig is dat er een achterwacht gebeld kan worden. Deze achterwacht is bekend bij het team en kan binnen 15 minuten aanwezig zijn. Op Prinses Irene zorgt de kok een paar dagen per week voor een gezonde en warme lunch. Een kunstenaar komt elke week 1 dagdeel op onze locatie om met de kinderen creatieve activiteiten te ondernemen (zie H 3, ‘atelier’). Het komt zodoende nooit voor dat er 1 pedagogisch medewerker in het pand alleen aanwezig is. Hiernaast wordt er gezamenlijk geopend en gesloten. Daarnaast werken de groepen nauw samen en is het team alert tijdens de pauzes. Gedurende een deel van de dag kunnen er in afwijking van de beroepskracht-kindratio minder beroepskrachten worden ingezet1, bijvoorbeeld aan het begin en einde van de dag en tijdens de middagpauze. Binnen deze locatie werken groepen onderling nauw samen, iedere groep is gekoppeld aan een buurgroep waarmee wordt samengewerkt. Zodoende kan er in het geval van calamiteiten altijd een pedagogisch medewerker mee met een kind naar bijvoorbeeld huisarts of ziekenhuis.
1
De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
22
Beroepskrachten in opleiding Binnen KOIJ werken ook “beroepskrachten in opleiding” en “pedagogisch medewerkers in ontwikkeling”. De mate van inzetbaarheid op de groep is vastgesteld in het beleid Beroeps Praktijk Vorming en wordt schriftelijk vastgelegd op basis van hun vorderingen. Daarnaast zijn er in onze kindercentra ook regelmatig stagiaires van andere opleidingen aanwezig. Zij volgen de Beroeps Opleidende Leerweg (BOL). De stagiaires worden opgeleid in het uitoefenen van het vak van pedagogisch medewerker. De stagiaires werken ‘boventallig’ op de groep en werken altijd samen met een gediplomeerde pedagogisch medewerker. Wij hanteren een opleidingsboek van IJsterk betreffende de specifieke bevoegdheden van een stagiaire, dit ligt ter inzage op kantoor. Op het gebied van pedagogische ondersteuning kan een beroep gedaan worden op Het Pedagogium van IJsterk. Wat betreft de kwaliteit en veiligheid vindt ondersteuning plaats door de afdeling Kwaliteit & Veiligheid. De praktijkopleider ondersteunt bij het opleiden van pedagogisch medewerkers. Besprekingen / Werkoverleggen Groepsbespreking met de afzonderlijke groepen Frequentie: 1 x per 6 weken / Tijd: 1 uur Deelnemers: PM’ers van één groep (die werken op die dag) met leidinggevende. Inhoud: kindbesprekingen, inhoud werk, samenwerking en beleidsaspecten. Werkwijze: de bespreking wordt gepland op wisselende dagen zodat alle PM’ers regelmatig aanwezig zijn. Door de groepsleiding en de leidinggevende worden aantekeningen gemaakt. Incidenteel (door leidinggevende te bepalen) zijn alle PM’ers aanwezig. Dit overleg wordt gepland tussen 13 en 15 uur als de meeste kinderen slapen. Teamvergadering klein Frequentie: eenmaal per 4 weken/ Tijd: 16.30 – 18 uur Deelnemers: leidinggevende en één afgevaardigde per groep (aansluitend aan werktijd) Inhoud: dagelijkse gang van zaken, ziekteverzuim, bezetting, vertaling van onderwerpen die besproken zijn in het Management Team van Prinses Irene. Werkwijze: De leidinggevende stelt de agenda op en is voorzitter en maakt ook het verslag. De PM’ers informeren hun collega’s die niet aanwezig zijn. Teamvergadering groot Kan ook gesplitst worden in baby- en peuteroverleg. Frequentie: 2 x per jaar / Tijd: 2 uur / 18.30 – 20.30 uur Deelnemers: leidinggevende en het voltallige team. Er geldt een verplichte aanwezigheid. De leidinggevende bepaalt of afwezigheid geoorloofd is. Inhoud: inhoudelijke onderwerpen/verdieping (evt. thema’s), beleidszaken, samenwerking, discussies Werkwijze: de leidinggevende stelt de agenda op en is voorzitter. Van de vergadering wordt een verslag gemaakt. Organisatie bijzondere activiteiten Frequentie: incidenteel. Inhoud: bespreking uitstapjes, zomerfeest, sinterklaasfeest, en dergelijke. Deelnemers: een baby- en een peuterPM, de leidinggevende en indien gewenst een lid van de oudercommissie. Studiedagen Er zijn 2 studiedagen per jaar met verschillende thema’s. Bijvoorbeeld samenwerking in het team of inhoudelijke pedagogische verdieping (het thema in 2011 was het kinderbrein, in 2012 vermoeden kindermishandeling).
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
23
HOOFDSTUK 8 SAMENWERKING MET OUDERS
Warm welkom Binnen onze kinderopvang vinden wij een warm welkom voor kinderen én hun ouders erg belangrijk. Elkaar wederzijds goed informeren, zowel mondeling als schriftelijk, is essentieel voor het opbouwen van vertrouwen in de kinderopvang. Hierdoor kunnen ouders hun kinderen met een gerust hart naar de opvang brengen. Wij staan voor een open en eerlijk contact tussen de organisatie en de ouders, maar vooral in het dagelijkse persoonlijke contact bij het brengen en halen van de kinderen. Daarnaast hebben wij een aantal zaken zodanig geregeld dat we tegemoet komen aan de wensen en behoeftes van ouders met betrekking tot informatie en medezeggenschap. Bij alle vormen van overleg is het welbevinden van de kinderen uitgangspunt. Het is voor ons belangrijk dat ouders betrokken zijn en meedenken over wat er gebeurt in onze kinderopvang. Ouders zijn een belangrijke schakel in een groter geheel waarin de kinderen centraal staan. Juist om de leuke en extra zaken, zoals feesten en uitstapjes, voor elkaar te krijgen, hebben wij de hulp van ouders nodig en stellen het op prijs als wij een beroep op ouders kunnen doen. De kennismaking Het doel van het kennismakingsgesprek is het wederzijds informeren: de ouder informeert ons over de thuissituatie en de bijzonderheden van het kind. Wij informeren ouders over de afspraken die binnen Prinses Irene gelden en de protocollen betreffende hygiëne, ziekte, ongevallen en andere calamiteiten. Tevens wordt verteld dat gegevens van de kinderen en ouders worden behandeld volgens het privacy reglement van Prinses Irene. Het algemene deel van het gesprek wordt gevoerd door de leidinggevende. De ouder ontvangt dan ook het pedagogisch beleidsplan. Tijdens het gesprek met de groepsleiding wisselen we informatie uit over (de bijzonderheden van) het kind, groepsregels en ander belangrijke zaken. Ook wordt de wenperiode besproken en worden daar afspraken over gemaakt. Babygroep 2 mnd 10 min evaluatie gesprek
Overgangsgesprek
Peutergroep 2 mnd 10 min evaluatie gesprek
10 min gesprek
Afscheidsformulier / gesprek
5 mnden
1,5 jaar
20 mnd
3,5 jaar
4 jaar
1+
2,5 jaar
Evaluatiegesprek Twee maanden na plaatsing vindt er een oudergesprek plaats met als onderwerp het verloop van de wenperiode: gaat het goed met het kind op de groep, heeft het zijn/haar eigen plekje, heeft het kind al contact met andere kinderen, hoe verloopt het afscheid nemen? Indien nodig worden er afspraken gemaakt. Overgangsgesprek Bij de overgang van een kind van de baby- naar de peutergroep vindt er een overgangsgesprek plaats. Doel is een overdracht van de oude groep en een kennismaking met de nieuwe groep zodat het kind én de ouders zich snel thuis en vertrouwd voelen in de nieuwe groep. Dagelijkse breng- en haalcontacten Belangrijk zijn de momenten dat de groepsleiding de ouders spreekt tijdens het brengen en halen van de kinderen. Op die momenten wordt vaak cruciale informatie uitgewisseld over het welzijn en functioneren van de kinderen. Zo kan er goed ingespeeld worden op eventuele onverwachte gebeurtenissen. Door eerlijk heldere informatie uit te wisselen is Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
24
het mogelijk rekening te houden met de wederzijdse verwachtingen en kan de betrokkenheid van ouders binnen de kinderopvang geoptimaliseerd worden. Wij nemen hiervoor de tijd en stellen het zeer op prijs als ouders ook even tijd nemen voor een goede overdracht; ’s ochtends staat de koffie altijd klaar. Oudergesprekken Tenminste éénmaal per jaar is er een (10 minuten) oudergesprek over het welbevinden van het kind op de groep. De gesprekken worden gevoerd aan de hand van een oudergesprek formulier waarbij allerlei ontwikkelingen worden besproken, met als doel de opvoeding van een kind in de thuissituatie en op de opvang op elkaar af te stemmen. Daarbij kan onder andere gedacht worden aan zindelijkheidstraining of een consequente omgang met opvoedkundige problemen. Verslagen van deze gesprekken worden bewaard in een persoonlijk dossier. Ouders kunnen dit dossier altijd inzien en krijgen dit mee bij het verlaten van het kinderdagverblijf. Indien nodig of gewenst, bijvoorbeeld als er “zorgen” zijn over een kind, kan er altijd een afspraak voor een gesprek gemaakt worden. Ouderavonden Tenminste éénmaal per jaar wordt er een ouderavond georganiseerd, waar diverse thema’s/onderwerpen aan de orde kunnen komen. Doel is om ouders te informeren over onze werkwijze en elkaar beter te leren kennen. De data zijn ruim van te voren bekend. Indien gewenst kunnen er meer ouderavonden, per groep of algemeen, georganiseerd worden (eventueel in overleg met de oudercommissie). Nieuwsbrieven Naast de dagelijkse contacten, de oudergesprekken en de ouderavonden worden ouders via nieuwsbrieven geïnformeerd over de ontwikkelingen en de gang van zaken binnen de kinderopvang van Prinses Irene. Bij een specifieke gebeurtenis van een groep (bijvoorbeeld een personeelswisseling) worden de betreffende ouders hierover apart geinformeerd per mail. Ook hangen er op de locaties informatie- en/of prikborden of hangen er mededelingen op of naast de deur van de groep of de uitgang. Exitinterview, klachtenprocedure en tevredenheidsonderzoek klanten Wij vinden het belangrijk om voortdurend op de hoogte te zijn van de behoeftes en wensen van ouders om zo de kwaliteit van onze kinderopvang te verbeteren en onze dienstverlening zoveel mogelijk op deze wensen/behoeftes te kunnen aanpassen. Om hier een goed inzicht in te krijgen houden wij exitinterviews met de ouders van kinderen die de opvang verlaten, hebben wij een klachtenprocedure (we zijn aangesloten bij de SKK), en houden wij regelmatig een tevredenheidsonderzoek onder ouders. Klachtenformulieren zijn aanwezig op de locatie. De exitinterviews worden schriftelijk en/of mondeling aangeboden. Hiervoor is ook een speciaal formulier. Medezeggenschap / Oudercommissie Wij hechten grote waarde aan de participatie van ouders bij Prinses Irene. Iedere Ysterk vestiging heeft een oudercommissie. De rechten en plichten van de oudercommissie zijn beschreven in het medezeggenschapsreglement. Hierin worden ook een aantal zaken genoemd waarover de oudercommissie verzwaard adviesrecht heeft. Bij Prinses Irene wordt de oudercommissie ook betrokken en geinformeerd bij de aanname van nieuwe pedagogisch medewerkers en leidinggevenden door middel van een kennismakingsgesprek met de kandidaat waarmee Prinses Irene wil gaan werken. Naast de formele medezeggenschap speelt de oudercommissie een onmisbare rol bij de ondersteuning van het team bij de organisatie van activiteiten, uitstapjes en feesten.
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
25
HOOFDSTUK 9 TOT SLOT
Binnen elk kindercentrum van KOIJ werken de pedagogisch medewerkers volgens het pedagogisch beleidsplan van de betreffende centrum. Het pedagogisch beleidsplan is de vertaling van het pedagogisch kaderbeleid naar de werkvloer en vormt de leidraad voor het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers in de praktijk. In het beleidsplan van het kindercentrum wordt beschreven hoe er in de dagelijkse praktijk vorm en uitvoering wordt gegeven aan het kaderbeleid. Het geeft ouders een goed beeld van de manier waarop er in het kindercentrum wordt gewerkt. De verschillende onderwerpen uit het beleidsplan zijn vaste thema’s tijdens werkbesprekingen en teamvergaderingen, waarin de pedagogisch medewerkers een actieve rol hebben. Evaluatie pedagogisch beleidsplan Één maal per drie jaar wordt het pedagogisch beleidsplan van het kindercentrum in overleg met de oudercommissie geëvalueerd en indien nodig bijgesteld.
Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Prinses Irene Maart 2014
26