INHOUDSOPGAVE
Inhoudsopgave Inleiding
2
1. WAT HOUDT DAT NU IN, DE TWEEDE FASE? 1.1 Verdeling van de studielast per profiel 1.2 Toelichting op voorafgaande schema’s 1.3 Het lesrooster 1.4 De verdeling van de studielast ATHENEUM 1.5 Werkuren
3 5 9 11 12 14
2. PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING 2.1 De studiewijzer 2.2 Praktische opdrachten 2.3 Profielwerkstuk 2.4 Het vak Letterkunde
15 15 15 16 16
3. EXAMENREGLEMENT 3.1 Toetsen en aanwezigheid 3.2 Inleverdata / Te laat inleveren 3.3 Hulpmiddelen bij toetsen 3.4 Inhalen van schoolexamentoetsen 3.5 Herkansingen 3.6 Herexamen Schoolexamen 3.7 Cijfercontrole 3.8 Vak wijzigen in vrije deel 3.9 Hoe komt het cijfer voor het (eind)rapport tot stand 3.10 Vrijstellingen 3.11 Afsluiten van vakken 3.12 Voor of na het centraal examen een vak laten vallen 3.13 Slaag / zakregeling 3.14 Vrijstelling als je bent gezakt 3.15 (Tussentijds) wisselen van afdeling
17 17 17 19 19 19 20 20 21 21 21 22 22 23 23 24
4. BEGELEIDING 4.1 De mentor 4.2 Bijzondere omstandigheden
25 25 26
5. BEROEPSMOGELIJKHEDEN 5.1 Beroepsmogelijkheden gang van zaken toetsen 5.2 Beroepsmogelijkheden gang van zaken bij SE-resultaten 5.3 Beroepsmogelijkheden bij onregelmatigheden
27 27 27 28
INLEIDING
In dit informatieboekje vind je informatie over de Tweede Fase. Zeker wanneer je in de vierde klas zit, lijkt dat veel. Tijdens het keuzeproces in de derde klas ben je al heel wat te weten gekomen over de Tweede Fase, dankzij de decanen en je mentor. Toch kan het helemaal geen kwaad om alles waar je mee te maken krijgt op een rijtje te zetten. Daar is dit boekje voor. We gaan ervan uit dat je het grondig leest, want het is belangrijk dat je goed op de hoogte bent van je rechten en plichten. Omdat er regelmatig zaken veranderen op school, hebben wij ervoor gekozen elk schooljaar een nieuw informatieboekje uit te geven. Op deze wijze blijft iedereen goed op de hoogte en worden wijzigingen verwerkt. Laat dit boekje aan je ouders lezen, want ook zij dienen op de hoogte te zijn. Als je iets niet begrijpt, vraag het dan aan je mentor of aan je teamleider. En als je commentaar hebt, of goede tips, dan horen we dat graag. In dit boekje staat algemene informatie over de Tweede Fase: in feite is dit deels een uittreksel van het examenreglement. Samen met het PTA-boekje (Programma van Toetsing en Afsluiting) is dit de belangrijkste informatie in de Tweede Fase. Het examenreglement is het formele en leidende document waarop het informatieboekje is gebaseerd. Het is voor iedereen in te zien bij de mediatheek, Kamer A, het examensecretariaat en bij de teamleiders. Wij wensen jullie heel veel succes met je studie. En vergeet niet om ook van je schooltijd te genieten!
W. Kerkhofs
locatiedirecteur
2
1.
WAT HOUDT DAT NU IN, DE TWEEDE FASE?
Een groot verschil tussen de onderbouw en de Tweede Fase is het volgende: er wordt veel meer een zelfstandige en actieve studiehouding van je gevraagd. Je moet veel zelf doen: doorwerken als er eens een les uitvalt, zelfstandig opdrachten afmaken, samenwerken met andere leerlingen. Je moet ook regelmatig op school werken als er geen les in je rooster staat: houd daar rekening mee als je afspraken maakt over sport, een baantje en dergelijke. We gaan ervan uit dat je elke dag tot 16.00 uur beschikbaar bent voor schoolactiviteiten. Bij wijze van uitzondering kan dit langer zijn, maar dit zal dan ruim van tevoren worden bekend gemaakt. Ook de organisatie is in de Tweede Fase anders: we hebben het niet over een vast aantal lessen per vak per jaar, over veel of weinig huiswerk, of over proefwerken op een tijdstip dat de leraar die opgeeft, maar we gaan nu per vak uit van studielasturen (SLU). De overheid heeft bepaald dat je 1600 uur per jaar aan je studie moet besteden. Dat is een gemiddelde: als je heel goed bent, heb je misschien minder tijd nodig en als je veel moeite moet doen om te leren, heb je misschien meer tijd nodig. De totale studielast op Atheneum 4-5-6 is het 4800 uur. Die uren zijn verdeeld over alle vakken die je moet doen. De tijd die je nodig hebt voor toetsen, voor huiswerk, voor de lessen, voor contact met je mentor, voor samenwerken met medeleerlingen, voor studieplanning, voor de voorbereiding op je examen, zit allemaal in die 3200 of 4800 uur. Dit houdt in dat je per week gemiddeld 40 uur met je studie bezig moet zijn. Dat zijn ongeveer 28 lessen, en een aantal uren waarin je op school zelfstandig werkt. Thuis moet je dan nog ongeveer 15 klokuren per week werken. Voor een deel is de studielast niet vertaald naar lesuren (zie de lessentabellen). Deze studielast worden vertaald naar werkmiddagen, die in het begin van het jaar zullen worden vastgesteld. Deze werkmiddagen horen dus gewoon bij het lesprogramma. Het gaat om een totaalprogramma van drie jaar op het Atheneum. Dat totaalprogramma sluit je af met het Centraal Examen (CE). Of je aan het eind van je schoolloopbaan slaagt, hangt niet alleen af van de cijfers die je voor het Centraal Examen (CE) in Atheneum-6 haalt. Deze CE-cijfers tellen maar voor de helft mee. De andere helft wordt gevormd door de cijfers en beoordelingen die je voor je Schoolexamen (SE) haalt. Omdat je in de vierde klas al met schoolexamentoetsen (SEtoetsen), praktische opdrachten (p.o's) en dossiers begint, begin je dus in feite in de vierde klas al met je eindexamen! Voor veel vakken geldt dat het uiteindelijke SE-cijfer wordt bepaald door SE-toetsen (mondeling, schrijftelijk), praktische opdrachten en dossiers. Daarnaast zijn er ook voortgangstoetsen in ATH 4 & 5. Voortgangstoetsen tellen alleen mee voor het rapport. Dat is een groot verschil met de onderbouw. In het PTA voor jouw leerlaag valt precies na te lezen welke toetsen je hebt, of ze meetellen voor het schoolexamen en hoe zwaar. Daarnaast heb je ook vakken waarin je geen Centraal Examen doet. Deze vakken worden met een schoolexamen afgesloten. Je hebt dus te maken met twee soorten cijfers: schoolexamencijfers, die meegaan naar de eindexamenklas, maar ook de overgang mede bepalen, en voortgangscijfers, die alleen tellen bij de overgang.
3
Voor een aantal vakken krijg je geen cijfer, maar een beoordeling. Dat kan tot uitdrukking gebracht worden met onvoldoende/voldoende/goed (O/V/G) of met "Naar Behoren" (NB). Het is heel belangrijk om precies te weten hoe jouw studieprogramma in elkaar zit. Daarom vind je hierna per profiel in een schema hoe de 4800 SLU (studielasturen) voor Atheneum zijn verdeeld.
4
1.1
Verdeling van de studielast per profiel voor Atheneum
ATH (cohort 06-09) Cultuur en Maatschappij (C+M)
Gemeenschap- Nederlandse taal en Letterkunde pelijk deel Engelse taal en Letterkunde Franse taal en Letterkunde 1 Duitse taal en Letterkunde 1 Algemene natuurwetenschappen Geschiedenis 1 Maatschappijleer 1 Culturele en kunstzinnige vorming 1 Lichamelijke opvoeding 1 Letterkunde
SE
CE
SE SE SE SE SE SE SE SE SE SE
CE CE
NB
V/G V/G
SLU Totaal 480 400 160 160 200 80 120 200 160 1960
Profieldeel
Franse taal en Letterkunde 2 Duitse taal en Letterkunde 2 Tekenen of Handvaardigheid of Muziek Geschiedenis2 Wiskunde A 1
SE SE
CE CE
320 320
SE
CE
480
SE SE
CE CE
360 360 1840
Examenvak vrije deel
Examenvak X
Profielwerkstuk Twickelverplich Levensbeschouwing tingen vrije deel Mentoraat en introductie Loopbaanorientatie (LOB) Sfeermodule
SE
CE
120
120
80
80
SE
V/G
SE
NB
120
SE SE SE
NB NB NB
160 40 40 360
Vrij in te vullen Aanvulling examenvak en/of vrije deel Twickelmodule
440 4800
5
ATH (cohort 06-09) Economie en Maatschappij (E+M)
Gemeenschap- Nederlandse taal en Letterkunde pelijk deel Engelse taal en Letterkunde Franse taal en Letterkunde 1 Duitse taal en Letterkunde 1 Algemene natuurwetenschappen Geschiedenis 1 Maatschappijleer 1 Culturele en kunstzinnige vorming 1 Lichamelijke opvoeding 1 Letterkunde
SE
CE
SE SE SE SE SE SE SE SE SE SE
CE CE
NB
V/G V/G
SLU Totaal 480 400 160 160 200 80 120 200 160 1960
Profieldeel
Economie 1.2 Wiskunde A 1.2 Geschiedenis Aardrijkskunde
SE SE SE SE
CE CE CE CE
520 600 360 360 1840
Examenvak vrije deel
Examenvak X
Profielwerkstuk Twickelverplich Levensbeschouwing tingen vrije deel Mentoraat en introductie Loopbaanorientatie (LOB) Sfeermodule
SE
CE
120
120
80
80
SE
V/G
SE
NB
120
SE SE SE
NB NB NB
160 40 40 360
Vrij in te vullen Aanvulling examenvak en/of vrije deel Twickelmodule
440 4800
6
ATH (cohort 06-09) Natuur en Gezondheid (N+G)
Gemeenschap- Nederlandse taal en Letterkunde pelijk deel Engelse taal en Letterkunde Franse taal en Letterkunde 1 Duitse taal en Letterkunde 1 Algemene natuurwetenschappen Geschiedenis 1 Maatschappijleer 1 Culturele en kunstzinnige vorming 1 Lichamelijke opvoeding 1 Letterkunde
SE
CE
SE SE SE SE SE SE SE SE SE SE
CE CE
NB
V/G V/G
SLU Totaal 480 400 160 160 200 80 120 200 160 1960
Profieldeel
Wiskunde B 1 Natuurkunde 1 Scheikunde 1 Biologie 1.2
SE SE SE SE
CE CE CE CE
600 360 400 480 1840
Examenvakken Examenvak X vrije deel
SE
Profielwerkstuk
SE
V/G
SE
NB
120
SE SE SE
NB NB NB
160 40 40
Twickelverplich Levensbeschouwing tingen vrije Mentoraat en introductie deel Loopbaanorientatie (LOB) Sfeermodule
CE
120
120
80
80
360 Vrij in te vullen Aanvulling examenvak en/of vrije deel Twickelmodule
440 4800
7
ATH (cohort 06-09) Natuur en Techniek (N+T)
Gemeenschap- Nederlandse taal en Letterkunde pelijk deel Engelse taal en Letterkunde Franse taal en Letterkunde 1 Duitse taal en Letterkunde 1 Algemene natuurwetenschappen Geschiedenis 1 Maatschappijleer 1 Culturele en kunstzinnige vorming 1 Lichamelijke opvoeding 1 Letterkunde
SE
CE
SE SE SE SE SE SE SE SE SE SE
CE CE
NB
V/G V/G
SLU
Totaal
480 400 160 160 200 80 120 200 160 1960
Profieldeel
Wiskunde B 1.2 Natuurkunde 1.2 Scheikunde 1.2
SE SE SE
CE CE CE
760 560 520 1840
Examenvak vrije deel
Examenvak X
Profielwerkstu k Twickelverplich Levensbeschouwing tingen vrije deel Mentoraat en introductie Loopbaanorientatie (LOB) Sfeermodule
SE
CE
120
120
80
80
SE
V/G
SE
NB
120
SE SE SE
NB NB NB
160 40 40 360
Vrij in te vullen Aanvulling examenvak en/of vrije deel Twickelmodule
440 4800
8
1.2
Toelichting op de voorafgaande schema's
1. Gemeenschappelijk deel Dat zijn de vakken die elke leerling moet volgen. Hieronder valt ook het vak Letterkunde. Letterkunde wordt op Twickel niet als een apart vak gegeven; de lessen worden gegeven bij Nederlands en in het Atheneum ook bij de moderne vreemde talen. Maar je krijgt er wel aparte cijfers voor en een apart eindcijfer voor je SE. Verderop in dit boekje, onder het kopje “Letterkunde”, vind je hoe het eindcijfer voor het vak Letterkunde wordt samengesteld. 2. Profieldeel Dat zijn de vakken die verplicht zijn voor het betreffende profiel. 3. Profielwerkstuk Dat is een verplichting voor elke leerling. Je kunt geen diploma krijgen wanneer het profielwerkstuk niet met “voldoende” of “goed” wordt beoordeeld. Je mag zelf kiezen voor welk vak je een profielwerkstuk maakt, maar het moet wel een vak zijn uit je profieldeel. Je kunt dus niet een profielwerkstuk maken voor het examenvak dat je in het vrije deel hebt gekozen, en ook niet voor een vak uit het gemeenschappelijke deel. Uitzondering: als je het profiel Cultuur en Maatschappij hebt gekozen, mag je je profielwerkstuk ook maken voor het vak Nederlands of het vak Engels. We gaan er van uit dat je het profielwerkstuk samen met één of twee medeleerlingen maakt. 4. Examenvakken vrije deel Je moet naast de examenvakken van het gemeenschappelijke deel en van het profieldeel minimaal één extra examenvak kiezen. Het moet een vak zijn van minstens 120 SLU. Dit kan ook betekenen dat je een deelvak uitbreidt tot het volledige vak. Bijvoorbeeld: je hebt het profiel Natuur en Gezondheid gekozen. Dan is voor jou Wiskunde B 1 verplicht. Je mag dan ook Wiskunde B 1,2 doen. Dat is 160 SLU (Atheneum) extra. Je hebt dan aan je verplichting voor een extra examenvak voldaan. Het totaalvak wordt dan automatisch een profielvak. Dit heeft consequenties voor de overgangsregeling (zie 3.10). Je kunt natuurlijk ook een vak kiezen met een veel groter aantal SLU’s. Dit extra examenvak mag een vak zijn dat wordt afgesloten met een Schoolexamen, (bijvoorbeeld LO 2) of een vak dat wordt afgesloten met een Centraal Examen (bijvoorbeeld AK). 5. Twickelverplichtingen vrije deel Dat zijn de vakken en activiteiten die de school nuttig vindt, en dus verplicht stelt. Bijvoorbeeld mentoraat, introductie en het vak levensbeschouwing.
6. LOB Omdat leerlingen in Atheneum 4-5-6 zich oriënteren op het vervolg van hun studie na de middelbare school, krijgt een leerling daarvoor uren. De 40 uren die er staan voor LOB zijn een gemiddelde, dat een leerling aan LOB besteedt. Echter, een leerling moet wel aantonen dat hij/zij deze uren ongeveer daaraan heeft besteed. Met het oog daarop houdt de leerling een dossier bij, dat door de decanen is gemaakt, en dat in de mentorlessen wordt bijgehouden. 7. Sfeermodules Dit zijn werkzaamheden die elke leerling op het Twickel doet ter verbetering van de sfeer. Voorbeelden zijn mentormaatje, het geven van bijles of het helpen bij het organiseren van activiteiten op school, zoals muziekavonden of diploma-uitreikingen.
9
8. Vrij in te vullen vrije deel Hier zitten de SLU’s in die je overhoudt als je alle verplichte vakken en onderdelen uit de punten 1 tot en met 6 hebt ingevuld. Bijvoorbeeld: je hebt op het Atheneum nog 440 SLU’s over (het vrij in te vullen vrije deel en het examenvak in het vrije deel). Met die resterende SLU’s kun je het volgende doen: - je kunt een tweede extra examenvak kiezen. - je kunt een deelvak 1 uitbreiden tot een compleet vak 1,2. - je kunt een verdiepingsmodule kiezen. 9. Verdiepingsmodules Deze modules worden verzorgd door docenten van school en zijn niet verplicht. Wel kunnen ze worden gekozen om het aantal SLU's kloppend te maken en omdat het nu eenmaal zeer aantrekkelijke modules zijn. Het aanbod bestaat uit o.a. een module fotografie, filosofie, de Middeleeuwse keuken, Spaans, de beleggingsclub of deelname aan het Lagerhuis. Het aanbod kan per schooljaar verschillen. 10.Twickelmodules Deze naam kom je vaak tegen. Het is eigenlijk de verzamelnaam van bovengenoemde sfeer- en verdiepingsmodules. Ze zijn typerend voor Twickel.
Achter de vakken in de schema’s per profiel zie je een aantal kolommen staan. De betekenis daarvan is als volgt: SE: Elk vak waar SE achter staat, heeft een schoolexamen. Dat wil zeggen: in de vierde en vijfde (en zesde) klas krijg je voor die vakken toetsen en praktische opdrachten waar je cijfers voor krijgt. Al die cijfers bij elkaar leveren (volgens een bepaalde weging) een eindcijfer. Er is dus geen Centraal Examen. CE: Voor elk vak waar CE achter staat, moet je Centraal Examen doen. Voor het Centraal Examen worden de opgaven landelijk vastgesteld; dat wil dus zeggen dat alle leerlingen in het hele land hetzelfde examen doen. Cijfers tellen voor 50% mee voor je eindcijfer van dat vak. NB: Dat betekent: Naar Behoren. De vakken waar NB achter staat, horen wel bij je Schoolexamen, maar je krijgt er geen cijfer voor. Voor deze vakken krijg je opdrachten. Je bent verplicht om die allemaal goed te doen, alvorens je een diploma kunt krijgen. V/G: De vakken CKV 1, LO 1 en je profielwerkstuk moet je afsluiten met Voldoende of Goed. Als je deze vakken en het profielwerkstuk niet met Voldoende of Goed hebt afgesloten, krijg je geen diploma! SLU: In deze kolom staat het aantal Studielasturen dat bij een vak hoort. Het aantal uren is door de overheid bepaald, m.u.v. het aantal uren voor de Twickel verplichtingen. Dat heeft de school zelf bepaald. Hoe is de studielast over de jaren verdeeld? Dat kun je zien in het schema iets verderop.
10
1.3
Het lesrooster
Vanaf de vierde klas krijg je een heel ander lesrooster dan je gewend bent. Het schooljaar is ingedeeld in vier perioden. Dat betekent dat je op het Atheneum in drie jaar twaalf perioden hebt. Elke periode eindigt met een toetsweek. Per half jaar wordt een nieuw rooster gemaakt. Het aantal lessen per vak kan per half jaar verschillen. Periode 1 Toetsweek 1 Periode 2 Toetsweek 2 Periode 3 Toetsweek 3 Periode 4 Toetsweek 4 Afsluitperiode
: : : : : : : : :
18 augustus t/m 10 oktober (8 schoolweken) 13 oktober – 17 oktober 27 oktober t/m 9 januari (9 schoolweken) 12 januari – 16 januari 19 januari t/m 20 maart (8 schoolweken) 23 maart – 27 maart 30 maart t/m 6 juni (10 schoolweken) 15 juni – 19 juni vanaf 22 juni – 3 juli
In de periode na de laatste toetsweek, wordt naast herkansingen ook nog tijd gepland voor bijvoorbeeld groepswerkstukken en practica. Bovendien moet je in deze periode alle achterstanden wegwerken die je hebt opgelopen. Dat betreft bijvoorbeeld werkstukken, NB opdrachten (bijvoorbeeld extensief lezen MVT), CKV 1 verslagen of leesdossiers. Als de overgangsvergadering jou een taak geeft, dan moet je daar ook in deze laatste schoolweken op school aan werken. Het is dus niet zo dat je in de laatste twee weken van het schooljaar niets meer voor school te doen hebt, je bent verplicht om in die twee weken te verschijnen bij alle activiteiten die worden ingeroosterd. Let op: de toetsweken kunnen eerder beginnen als er een groot aantal toetsen wordt afgenomen. In het schema hieronder kun je zien hoe de studielast per vak is verdeeld over de vierde, vijfde en zesde klas Atheneum.
11
1.4
De verdeling van de studielast in Atheneum, ATH 06-09 Vak Ne Fa1 Fa1,2 Du1 Du1,2 En Gs Gs1 Gs2 Ak Wa1 Wa1,2 Wb1 Wb1,2 ANW Na1 Na1,2 Sk Sk1 Sk1,2 Bi Bi1 Bi1,2 Ec1 Ec1,2 M&O CKV1 Te Ha Mu Ma1 Ma2 Lo1 Lo2 Lb
Slu A4 175 60 160 60 160 120
Slu A5 190 100 160 100 160 160
Slu A6 115
160 120
180 180 180 180 180 220
180 180 180 240 200 320
160
180 160
180 240
160
180 180
220 180
160 120 170 160 120 160 160 160
160 160 180 200
160 80 180
200
160
80
180 220 220 200
160 160 170 80 160 160 160 120 80
160 160 160
100
120
12
Ath. Lessen 08-09
4-1
4-2
5-1
5-2
6-1
6-2
Cohort 06-09 verplicht Ne
3
3
3
3
3
3
En
2
2
3
3
2
2
*1
*1
2
2
gs1
**3
0
Anw
*2
*2
ckv1
*1
*1
ma1
**0
3
2
2
lo1 lb tot
2
2
15
15
9
9
5
5
15
15
9
9
5
5
3
3
3
3
CM tot wa1 fa12
3
3
3
3
3
3
du12
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
gs2 te/ha/mu
3
3
3
3
3
3
24
24
24
24
20
20
tot
15
15
9
9
5
5
fa1
**2
0
2
2
du1
**0
2
2
2
gs2
3
3
3
3
ak
3
3
3
3
tot EM
wa12
3
3
3
3
4
4
ec12
3
3
3
3
3
3
23
23
25
25
18
18
tot
15
15
9
9
5
5
fa1
**2
0
2
2
0
0
du1
**0
2
2
2
0
0
wb1
4
4
3
3
4
3
na1
0
0
3
3
3
3
sk1
0
0
3
3
4
4
bi12
3
3
3
3
3
3
24
24
25
25
19
18
tot NG
tot
13
NT tot
15
15
9
9
fa1
**2
0
2
2
du1
5
5
**0
2
2
2
wb12
4
4
4
4
5
5
na12
3
3
3
3
4
4
sk12
3
3
3
3
3
3
27
27
23
23
17
17
mo
3
3
4
3
ma2
3
3
3
2
lo2
3
3
4
0
2
2
3
3
3
3
3
3
tot overige vakken
ec1 bi1 ec12
3 3
3 3
* Bij deze vakken zitten er ook lesuren in nader aan te geven dagdelen. ** Deze vakken zijn geperiodiseerd: je hebt óf MA1óf GS1, je hebt óf DU1 óf FA1
1.5
Werkuren
In tegenstelling tot voorafgaande jaren heb je in je lesrooster uren waarop je geen les hebt. Dit komt omdat veel lessen in clusterverband worden gegeven in plaats van in klassenverband. De school biedt je diverse mogelijkheden om deze uren zinvol te gebruiken. Denk hierbij aan: mediatheek, stilte werkruimte en andere studieruimten. Op school kun je voorzieningen gebruiken die je thuis wellicht niet hebt.
14
2.
PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING
Voor elk vak eist de overheid dat de school vastlegt hoe het schoolexamen eruit ziet: het Programma van Toetsing en Afsluiting (het PTA). Omdat op Twickel de toetsing in de bovenbouw bestaat uit een mengvorm van SE-toetsen en voortgangstoetsen, staat in het PTA voor elk vak het volgende voor het gehele examentraject: • • • • • •
aantal toetsen telt de toets mee voor het Schoolexamen, voor het (overgangs)rapport, of voor beide? over welke stof gaat de toets? welke vorm heeft de toets (schriftelijk, mondeling, presentatie, etc.) hoe zwaar telt de toets mee (weging van de toets) in het totale SE? hoe komt het rapportcijfer tot stand?
De inhoud van het PTA per vak is gebaseerd op de wettelijke exameneisen. Daarom is het PTA bindend voor de leerlingen, maar ook voor de docenten. Met andere woorden: met het PTA in de hand weet jij precies waar je aan toe bent, en weet ook de leraar waar hij zich aan moet houden.
2.1
De studiewijzer
In het PTA staat beschreven hoe het met de leerstof zit per vak. Dit is echter zeer globaal. De uitwerking van het PTA hebben de docenten vastgelegd in de studiewijzer. Met behulp van de studiewijzer kun je doen wat van je verwacht wordt in de Tweede Fase: zelfstandig werken, plannen en studeren. De studiewijzer is een soort spoorboekje waarin je voor elk vak kunt vinden welke stof aan de orde komt, wanneer de stof af moet zijn, waar de toetsen over gaan. Veel van het werk dat in de studiewijzer staat, moet je in de les doen. Wat je in de les niet afkrijgt, moet je thuis afmaken! Als je de studiewijzers van alle vakken die je hebt naast elkaar legt, kun je voor het hele schooljaar je studie plannen. We verwachten van je dat je dat ook doet. Dit betekent dat wanneer je zelf ziek bent je weet wat de bedoeling is en je de stof kunt inhalen. Zeker in de vierde klas zal de mentor veel aandacht geven aan het leren van je studie. Je moet er ook rekening mee houden dat je gewoon moet doorwerken als je leraar ziek is. Als er een les uitvalt, moet je zelf volgens de studiewijzer doorwerken. Je kunt met je klas of cluster vaak gewoon in het lokaal terecht, en dan kun je aan het werk. Dat moet ook wel, want de data van de toetsweken liggen vast. Je hebt natuurlijk wel in de gaten waar het in de Tweede Fase werkelijk om gaat: je bent zelf óók verantwoordelijk voor de voortgang van je studie.
2.2
Praktische opdrachten
Een typisch kenmerk van de Tweede Fase is dat een aantal vakken minstens één praktische opdracht in de stof voor het Schoolexamen moeten verwerken. Daarmee moet elk vak toetsen of je kennis en vaardigheden ook kunt toepassen. Een vak mág meer praktische opdrachten geven. In het PTA kun je per vak zien hoeveel praktische opdrachten je krijgt. De praktische opdrachten tellen meestal voor 20% mee in je eindcijfer voor het Schoolexamen. Met zo’n praktische opdracht kun je het eindcijfer aardig beïnvloeden. Steek er energie in!
15
2.3
Profielwerkstuk
Je hebt al gelezen dat het profielwerkstuk verplicht is. Je moet het profielwerkstuk afsluiten met “voldoende” of “goed”, anders kun je niet slagen. Je begint met je profielwerkstuk aan het einde van de voorexamenklas, en rondt het voor de Kerst af in het examenjaar. In het voorjaar van het examenjaar zul je het profielwerkstuk gaan presenteren op een open avond. Op het Atheneum moet je er 80 SLU aan besteden. Die tijd zul je ook wel nodig hebben. Zorg dat je goed overlegt met je begeleider, ook over de besteding van je tijd.
2.4
Het vak Letterkunde
Letterkunde is op Twickel geen apart vak. Toch krijg je er op je eindlijst en op je rapport wel een apart cijfer voor. Dat gaat als volgt op Atheneum: De onderdelen letterkunde van het vak Nederlands tellen 3x mee. De onderdelen letterkunde van Engels, FA12 en DU12 (indien gekozen in het profiel) tellen 1x mee. Zie het PTA.
16
3.
EXAMENREGLEMENT
Naast het PTA moet elke school ook een officieel Examenreglement hebben. Daar staan alle rechten en plichten van de leerling in én die van de school! Dit examenreglement is gebaseerd op het Examenbesluit, een gedeelte uit de Wet op het Voortgezet Onderwijs. Het is even wennen, maar alles wat je vanaf de vierde klas op school moet doen, is wettelijk bepaald en te vinden in het Examenreglement. Het PTA is daar een onderdeel van. Al je plichten als leerling staan erin. Maar het mooie eraan is dat je rechten er ook instaan, en dat er ook in staat waar de school zich aan moet houden. Het Examenreglement biedt jou als leerling dus ook bescherming.
3.1
Toetsen en aanwezigheid
Het schooljaar is verdeeld in vier perioden. Elke periode wordt gevolgd door een toetsweek. Het conceptrooster voor die week hangt eerst ter inzage op het bovenbouw infobord. Denk eraan: de status van de toetsen verschilt: sommige zijn SE-toetsen, andere zijn voortgangstoetsen. Toetsen kunnen ook buiten de toetsweek worden afgenomen. Dit valt na te lezen in het PTA. Voor alle toetsen geldt dat je verplicht bent om deel te nemen. Als je ziek bent, moet je voordat de toets begint, je ouders/verzorgers laten bellen om je ziek te melden. Dit moet voor elke toets opnieuw! Je moet voor afwezigheid bij toetsen wel een heel goede reden hebben! Dit kan alleen na toestemming van de examensecretaris, die hierover altijd overleg heeft met de teamleiders. Een afspraak bij de tandarts is zeker geen goede reden. Als je zomaar wegblijft bij een toets, wordt er een maatregel genomen: de examencommissie kan besluiten dat je het cijfer één (1) krijgt, of kan je verplichten een herkansing te gebruiken om de gemiste toets alsnog te maken. Je ouders ontvangen hierover schriftelijk bericht. Hetzelfde geldt als je te laat bent met het inleveren van werkstukken en boekenlijsten, of bijvoorbeeld met het inleveren van een werkplan voor een scriptie. Nadat je ouders schriftelijk een bericht hebben ontvangen over het niet naleven van een deadline, kan de examencommissie overgaan tot een maatregel als het geven van een één (1) of het verplicht op school inhalen van het werk. Zorg dat je op tijd bent als er een toets is. Ook te laat komen bij een SE-toets kan als een onregelmatigheid worden gezien. Als je te laat komt voor een toets, moet je je melden bij de examensecretaris, de heer Paus. Hij bekijkt wat er moet gebeuren. Je krijgt in ieder geval de verloren tijd er niet bij!
3.2
Inleverdata / te laat inleveren
In de PTA’s en studiewijzers zijn inleverdata vastgelegd met betrekking tot dossiers, verslagen, werkstukken en handelingsdelen. Die data zijn officieel. Overleg dus tijdens het maken van werkstukken regelmatig met je leraar. Zij/hij kan je begeleiden, zodat je de deadline ook haalt. Alleen als je al een tijd ziek bent, kan er in overleg iets worden geregeld. Maak op tijd afspraken met je leraar; je moet vooraf toestemming hebben om later in te leveren. Als je op de dag dat je iets moet inleveren ziek bent, moet je je werk door iemand anders, een klasgenoot of familielid, bij de leraar laten brengen.
17
Als je je niet aan die inleverdata houdt, is dat een onregelmatigheid. Het maakt uit of het gaat om onderdelen van het schoolexamen waarvoor je een cijfer krijgt of dat het gaat om onderdelen van het schoolexamen waarvoor je een NB moet halen.
1) Te laat of niet inleveren van onderdelen van het schoolexamen waarvoor je een cijfer krijgt. Als je je niet aan een inleverdatum houdt, neemt de examensecretaris neemt direct na melding van de vakdocent contact met je op en gaat er schriftelijk bericht naar huis. Na de melding van de onregelmatigheid wordt door de vakdocent één punt in mindering gebracht (op een beoordelingsschaal van 1,0 tot 10). Zou je normaal gesproken een 7,0 als beoordeling hebben gekregen, dan krijg je nu een 6,0 als beoordeling. Als je 5 werkdagen na de inleverdatum nog niet aan je verplichtingen voldaan hebt, meldt de vakdocent dat aan de examensecretaris. De examensecretaris neemt direct na melding van de vakdocent weer contact met je op. Daarna kan de examencommissie overgaan tot het nemen van een maatregel. De genomen maatregel wordt schriftelijk aan je ouders medegedeeld.
2) Het inleveren van onderdelen van het schoolexamen waarvoor je een NB moet halen. a) Het inleveren gebeurt op tijd. Als je je aan de inleverdatum houdt, maar de vakdocent vindt het ingeleverde net niet goed genoeg voor een NB, dan krijg je van hem/haar nog een aantal werkdagen de tijd om alsnog het NB te halen. Het kan ook zijn dat er nog erg veel mankeert aan het ingeleverde. In dat geval moet de vakdocent dat aan de examensecretaris melden. De examensecretaris neemt direct na melding van de vakdocent contact met je op en er gaat schriftelijk bericht naar huis. Je krijgt van je vakdocent een aanvullende opdracht (aantal SLU’s maximaal 10% van het aantal SLU’s van de oorspronkelijke NB-opdracht) naast de oorspronkelijke opdracht. De vakdocent en de examensecretaris bepalen samen wat hiervoor de nieuwe inleverdatum wordt. Als je op de nieuwe inleverdatum in gebreke bent gebleven, meldt de vakdocent dat aan de examensecretaris. De examensecretaris neemt direct na melding van de vakdocent weer contact met je op. Daarna kan de examencommissie overgaan tot het nemen van een maatregel. De genomen maatregel wordt schriftelijk aan je ouders medegedeeld, je kunt daarbij denken aan verplicht op school doorwerken aan de NBopdracht en/of een verdere uitbreiding van de NB-opdracht.
b) Het inleveren gebeurt niet op tijd. Als je je niet aan een inleverdatum houdt, dan moet de vakdocent dat aan de examensecretaris melden. De examensecretaris neemt direct na melding van je vakdocent contact met je op en er gaat schriftelijk bericht naar huis. Je krijgt van de vakdocent een aanvullende opdracht (aantal SLU’s maximaal 10% van het aantal SLU’s van de oorspronkelijke NB-opdracht) naast de oorspronkelijke opdracht. De vakdocent en de examensecretaris bepalen samen wat hiervoor de nieuwe inleverdatum wordt. Als je op de nieuwe inleverdatum in gebreke bent gebleven, meldt de vakdocent dat aan de examensecretaris. De examensecretaris neemt direct na melding van de vakdocent weer contact met je op. Daarna kan de examencommissie overgaan tot het nemen van een maatregel. De genomen maatregel wordt schriftelijk aan je ouders medegedeeld, je kunt daarbij denken aan verplicht op school doorwerken aan de NB-opdracht en/of een verdere uitbreiding van de NB-opdracht.
18
3.3
Hulpmiddelen bij toetsen
Bij sommige toetsen heb je speciale hulpmiddelen nodig. Voorbeelden zijn een rekenmachine, een woordenboek of een atlas. Deze moeten vaak aan speciale voorwaarden voldoen, zoals een recente druk. In deze boeken mag niets bijgeschreven zijn! Als je bijvoorbeeld in je Binasboek allerlei aantekeningen hebt geschreven, en je gebruikt dat boek bij een toets, dan is dat hetzelfde als een spiekbriefje. Dan pleeg je fraude en dat zal behandeld worden als een onregelmatigheid. Voor het Centraal Examen is wettelijk vastgelegd welke hulpmiddelen je mag gebruiken. Je krijgt daar tijdens de examenvoorlichting een lijst van. Ook op het examen geldt: aantekeningen in hulpmiddelen worden beschouwd als fraude, met alle consequenties van dien.
3.4
Inhalen van schoolexamentoetsen
Als je door ziekte, of om een andere zeer dringende reden, ter beoordeling van de schoolleiding, een SE-toets niet kon maken, moet je die toets inhalen. Zo’n inhaal gaat als volgt: een schriftelijke SE-toets haal je in tijdens de herkansingsperiode. Indien er redenen zijn op grond waarvan dit niet kan, wordt een andere regeling getroffen. Voor een mondelinge SE-toets geldt: zo gauw mogelijk, in overleg met de examensecretaris. Als je een SE- toets moet inhalen, mag je er daarna niet nog een herkansing over doen. In alle gevallen moet je zo spoedig mogelijk contact opnemen met de examensecretaris, dhr. Paus. Leerlingen uit Havo 4, atheneum 4 en 5 kunnen toetsen uit periode 1 en 2 inhalen na periode 2, op het moment dat er voor de andere leerjaren de herkansing- en/of inhaalperiode plaatsvindt. De ingehaalde toetsen mogen aan het eind van het schooljaar niet herkanst worden. Herkansingen kunnen pas na periode 4 gemaakt worden. Voor gemiste toetsen die alleen voor het rapportcijfer meetellen gelden andere regels. Het inhalen daarvan kun je zelf met je docent regelen.
3.5
Herkansingen (zie bijlage 1)
Er kunnen redenen zijn dat je een SE-toets niet goed maakt. Omdat ze onderdeel uitmaken van het examendossier, moet elke school hiervoor een regeling treffen. Elke SE-toets is herkansbaar, maar de praktische opdrachten mag je over het algemeen niet herkansen, tenzij er in het PTA staat dat het wel mag. De regeling kun je terugvinden in bijlage 1. Herkansingen vinden plaats op door de school aan te wijzen momenten, die in de jaaragenda worden aangegeven. Toetsen voor het schoolexamen kunnen éénmaal worden herkanst, ongeacht het cijfer. De leerling dient een aanvraag tot herkansing schriftelijk in bij de examensecretariaat. Dit geldt voor de centraal georganiseerde herkansingen. De leerling gebruikt hierbij het standaardformulier. Op het aanvraagformulier wint de leerling ook het advies in van de vakdocent. Als je een herkansingsaanvraag te laat indient, verspeel je het recht op een herkansing!
19
Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij de eerder afgelegde toets van het schoolexamen geldt als definitief cijfer voor de desbetreffende toets. Als je niet aan een aangevraagde herkansing deelneemt, vervalt de desbetreffende herkansing. Het alsnog maken van de herkansing is niet mogelijk. Dit geldt ook indien je afwezigheid bij de herkansing is veroorzaakt door ziekte of andere redenen buiten je eigen wil om.
3.6
Herexamen (zie bijlage 2)
Het herexamen is iets anders dan een herkansing. Je kunt alleen herexamen doen voor een vak dat met een schoolexamen is afgesloten in een bepaald leerjaar. De regeling kun je terugvinden in bijlage 2. Het herexamen bevat onderdelen van het examenprogramma die door de docent zijn vastgesteld en die een kans geven op het uiteindelijk behalen van een voldoende. De kandidaat dient een aanvraag tot herexamen schriftelijk in bij de secretaris van het eindexamen en gebruikt daarbij het standaardformulier. De kandidaat houdt zich hierbij aan de in de jaaragenda aangegeven data. De kandidaat wint advies in bij de vakdocent. Dit wordt aangegeven op het aanvraagformulier. Aanvragen die de secretaris later bereiken dan op de in deze agenda aangegeven datum en tijd worden niet gehonoreerd.
3.7
Cijfercontrole
Je krijgt vanaf de vierde klas ook cijfers, die meetellen voor je eindcijfer schoolexamen. De administratie van die cijfers moet heel zorgvuldig gebeuren. Omdat het over jóuw cijfers gaat, omdat het in jóuw belang is dat alles klopt, en dat je uiteindelijk correcte eindcijfers krijgt, ben je verplicht om elke cijferlijst die je krijgt te controleren. Dat betekent dat je alle cijfers die je haalt, zelf ook in je agenda en je PTA-boekje moet schrijven. Zo zie je onmiddellijk, hoe zwaar ze meetellen. Je krijgt 3 werkdagen (na het ontvangen van je SE-lijst) de tijd om verschillen tussen de cijfers op de SE-lijst en je eigen administratie te melden bij je vakdocent. Daarna liggen de cijfers vast. Denk erom: als je een te laag cijfer niet meldt, benadeel je jezelf. Je bent verplicht om elke fout te melden. Het spreekt vanzelf dat je je eindcijfer schoolexamen heel zorgvuldig moet controleren. Daarvoor heb je de formules in het PTA nodig. Bewaar je cijferlijsten zorgvuldig! In het examenjaar, vlak voordat de SE-cijfers naar de Inspectie worden gestuurd, word je verzocht de juistheid van je SE-cijfers te bevestigen.
20
3.8
Vak wijzigen in het vrije deel
Het kan zijn dat je in de loop van het jaar een examenvak wilt veranderen. Dat kan niet zomaar. Je moet bij de decaan het formulier ‘Pakketwijziging Tweede Fase’ ophalen. Aan de hand van dit formulier moet je eerst advies vragen aan de leraren, je mentor, de decaan en de teamleider. Zij zullen naar een aantal dingen kijken: is de keuze voor een ander examenvak verstandig in verband met je vervolgopleiding; wordt je studielast niet te hoog; kun jij dat vak aan? Als dat er allemaal goed uitziet, dan wordt nog bekeken of het roostertechnisch kan en of er plaats is. Heb je alle handtekeningen op het formulier, dan lever je dat in bij de teamleider. Pas dan gaat de wijziging in. Zorg dat je zelf een kopie van dit formulier houdt.
3.9
Hoe komt het cijfer voor het (eind-)rapport tot stand?
Per schooljaar krijg je 3 rapporten (m.u.v. H5 en A6): in december, maart en einde schooljaar. Je kent de gemiddelden per vak die je tot dan toe hebt behaald, de formules daarvoor staan in het PTA. Maar die gemiddelden worden door je leraar afgerond tot een heel cijfer. Dat afgeronde cijfer ligt natuurlijk wel in de buurt van het gemiddelde dat je hebt, maar het kan in bepaalde gevallen ook anders worden afgerond. Dat komt omdat ook je studiehouding en je kansen om te slagen meewegen bij de bepaling van je rapportcijfer. Verder let je leraar erop of je de onderdelen die je naar behoren moest hebben gedaan, ook goed voor elkaar hebt. Je rapportcijfer is in veel gevallen dus een mix van cijfers voortgangstoetsen en SE-toetsen.
3.10 Vrijstellingen bij doubleren Wanneer je blijft zitten is daar vaak een goede reden voor. Wanneer je uitzicht op een diploma hebt, is het daarom verstandig het jaar nog een keer te doen. De vrijstellingsregeling is bedoeld om de onderdelen die je wel goed hebt gedaan, te laten staan en je op die manier meer ruimte te geven om aandacht aan de vakken te geven waarop je bent blijven zitten. De vrijstellingsregeling ziet er als volgt uit: 1. Vakken die je in de vierde klas of in Atheneum 5 naar behoren of met voldoende/goed hebt afgesloten, hoef je niet opnieuw te volgen. Dit geldt niet voor LO 1 (zie ook punt 4). 2. Vakken die worden afgesloten met een eindcijfer schoolexamen voor dat vak, hoef je niet opnieuw te volgen, als je tenminste als eindcijfer een 6 of meer hebt gehaald. Je mág zo’n vak natuurlijk wel overdoen, dan telt het hoogste eindcijfer. Maar, als je het vak overdoet, moet je ook álle onderdelen overdoen! 3. Voor het vak Letterkunde op het Atheneum geldt het volgende: Zij die voor Letterkunde op hun rapport een 6 of hoger hadden én een goedgekeurd leesdossier moeten de volgende keuze maken: - hij/zij gaat verder met het leesdossier vlgs. richtlijnen voor ATH 6. De leerling doet examen rond dezelfde tijd als ATH 6. Voor onregelmatigheden (bv. te laat inleveren) gelden dezelfde sancties. De proefwerken/PTA’s voor LET-NE A5 hoeven niet opnieuw gemaakt te worden. - Hij/zij doet het hele Letterkunde programma opnieuw, incl. leesdossier (vanaf begin A5). De proefwerken/PTA’s voor LET-NE A5 moeten opnieuw met A5 gemaakt te worden.
21
4.
5. 6.
7.
Zij die voor Letterkunde op hun rapport een onvoldoende hadden moeten alle onderdelen (inclusief leesdossier vanaf begin A5) opnieuw doen Het vak LO 1 in A5: je hebt in principe een vrijstelling, indien NB afgerond. Wil je wel aan de lessen deelnemen, geef je dit aan het begin van het jaar aan en volg je het hele jaar de lessen. Werkstukken voor LO 1 die Naar Behoren waren, hoef je niet opnieuw te maken. Voor vakken die in het volgende leerjaar doorlopen, of die doorlopen tot het Centraal Examen, krijg je geen vrijstelling. Alles wat je voor het vak CKV 1 Naar Behoren hebt gedaan, blijft staan. Je moet je tweede jaar in Atheneum 4 gebruiken om een aantal opdrachten te doen, die je anders in de vijfde had moeten doen. Voor praktische opdrachten heb je geen recht op vrijstelling.
Wat doe je met de vrijgekomen tijd? Je bespreekt samen met je mentor hoe je de tijd, die vrijkomt door de vrijstellingen, gaat invullen. Denk eraan dat je moet kunnen verantwoorden hoe je je studielasturen besteedt!
3.11 Afsluiten van vakken Zoals je in de schema’s per profiel hebt kunnen zien, zijn er verschillende manieren om een vak af te sluiten. 1. Je moet Centraal Examen doen in Nederlands, Engels, alle profielvakken (behalve Wiskunde A1 op de Havo), en in je examenvak(ken) uit het vrije deel (behalve Biologie 1 op Atheneum, LO 2, Frans 1 en Duits 1. Die vakken hebben alleen Schoolexamen). 2. Je moet de vakken CKV 1, LO 1 en het Profielwerkstuk afsluiten met “Voldoende” of “Goed”. Dat komt ook op je cijferlijst te staan. Als je deze vakken niet met “Voldoende” of “Goed” hebt afgesloten, kun je niet slagen. 3. Verder moet je Naar Behoren hebben deelgenomen aan Levensbeschouwing (in Ath 4), mentoraat, LOB, introductieactiviteiten en Twickel modulen. 4. Dan blijven nog over de vakken die je alleen met een Schoolexamen afsluit. Atheneum-4: ANW, Geschiedenis 1, Ma1 en Biologie 1. Atheneum-5: Frans 1, Duits 1, CKV 1 en LO 1. Atheneum-6: Letterkunde en LO 2
3.12 Voor of na het Centraal Examen een vak laten vallen. Als je in de vrije ruimte twéé examenvakken hebt, kun je vlak voor het Centraal Examen (uiterlijk begin april) besluiten om in één van deze twee examenvakken geen Centraal Examen te doen. Als er bij die twee vakken een totaalvak 1,2 zit, terwijl je voor je profiel alleen het deelvak 1 hoeft te doen, kun je op dat moment ook besluiten om examen te doen in het deelvak 1. Voor sommige vakken betekent dit dat je geen CE meer hoeft te doen, bv. FA1 en DU1. Het eindcijfer voor het totaalvak 1,2 vervalt dan. Je moet wel eerst goed overleggen met je leraar, want deze stap is niet altijd verstandig. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat de stof voor het deelvak 1 anders is dan voor het totaalvak 1,2. Dit geldt met name voor Wiskunde B. Het kan ook zo zijn dat de stof voor het totaalvak 1,2 eigenlijk niet moeilijker is dan voor het deelvak 1, alleen uitgebreider. Terugschakelen naar een deelvak 1 kan alleen vóór het Centraal Examen. Als je eenmaal examen hebt gedaan in het totaalvak 1,2, mag je niet meer in het Tweede Tijdvak 22
herkansen in het deelvak 1. Je mag immers alleen een vak herkansen, waarin je al Centraal Examen hebt gedaan. Als je twee examenvakken hebt in de vrije ruimte, mag je ook ná het Centraal Examen (of na de herkansing in CE-II) een van die vakken uit je pakket laten verwijderen. Sterker nog: als je daardoor slaagt, móeten we zo’n extra vak weghalen. In dat geval kun je kiezen of je dat vak wel of niet op je cijferlijst wilt hebben.
3.13 Slaag-/zakregeling A6 Je bent geslaagd : als je voor alle vakken voldoende hebt (6 of hoger) als je 1x5 óf 1x4 als eindcijfer hebt, en verder alleen voldoendes als je 2x5 óf 1x5 en 1x4 hebt, en verder allemaal voldoendes. Er mag maar één onvoldoende in je profieldeel zitten. Hoe worden deze eindcijfers bepaald? 1. Het eindcijfer voor vakken met Schoolexamen en Centraal Examen: Dit eindcijfer wordt bepaald door het gemiddelde te nemen van je onafgeronde cijfer voor het Schoolexamen (SE) en je onafgeronde cijfer voor het Centraal Examen (CE). Bijvoorbeeld: je berekende cijfer SE is 6,6 en je cijfer CE is 6,8. Dan is je gemiddelde 6,7. Dit gemiddelde wordt afgerond op 7. Het komt er op neer dat een gemiddelde van ....,5 en hoger, naar boven wordt afgerond. Een gemiddelde van ...,45 of lager wordt naar beneden afgerond. Bijvoorbeeld: je berekende cijfer SE is 5,5 en je cijfer CE is 5,4. Dan is je gemiddelde 5,45. Dit gemiddelde wordt afgerond op het eindcijfer 5. 2. Het eindcijfer voor vakken met alleen een Schoolexamen. Als een vak alleen een Schoolexamen heeft, wordt het eindcijfer Schoolexamen op een andere manier afgerond. Bijvoorbeeld: 5,5 wordt een 6 als eindcijfer op je eindlijst; 5,45 wordt een 6 als eindcijfer op je eindlijst, maar 5,44 of lager wordt 5 op je eindlijst. Een 6,45 wordt dus op een 7 afgerond. Na het eerste Centraal Examen mag je in het Tweede Tijdvak opnieuw examen afleggen in één van de vakken waarin je Centraal Examen hebt gedaan om alsnog te slagen. Of om een cijfer te verbeteren. Dat laatste heet herprofilering. Het hoogste cijfer telt. Als je niet slaagt, mag je een jaar later opnieuw examen doen. Je kunt dan ook naar het volwassenenonderwijs gaan wanneer je 18 bent. Je krijgt van de school een cijferlijst mee met de eindcijfers voor alle vakken waarin je examen hebt gedaan. Je kunt dan in het volwassenenonderwijs je onvoldoende vakken overdoen en zo alsnog een diploma “verzamelen”.
3.14 Vrijstellingen als je bent gezakt Als je bent gezakt, moet je alle Schoolexamens die in het laatste jaar worden afgenomen in vakken met een Centraal Examen opnieuw doen. En je moet natuurlijk alle Centrale Examens overdoen. Je krijgt vrijstelling voor de vakken die alleen met een Schoolexamen worden afgesloten, mits je eindcijfer 6 of meer was. Je kunt ook een vrijstelling krijgen voor LOB, LO 1 en voor CKV 1. Je krijgt vrijstelling voor je profielwerkstuk, mits dat Voldoende of Goed was. 23
3.15 (tussentijds) Wisselen van afdeling Het kan verstandig zijn (tussentijds) te wisselen van afdeling. In de meeste gevallen is dat van het Atheneum naar het Havo, maar omgekeerd zou natuurlijk ook kunnen. Wat gebeurt er dan met je behaalde cijfers, met name die voor het SE, en hoe ga je dan om met de verschillen in SLU voor de verschillende vakken? Omdat er verschillende overstappen mogelijk zijn, zullen we hier niet alle mogelijkheden beschrijven. Vuistregel is dat de cijfers niet worden omgerekend van Atheneum naar Havo-niveau of omgekeerd. Een andere vuistregel is dat het examendossier wordt opgebouwd in de afdeling waarin examen wordt gedaan.
24
4.
BEGELEIDING
Op de eerste plaats heb je je eigen mentor. De mentor praat in de loop van het jaar een paar keer met je over je cijfers, hoe het met je gaat op school en of je op schema ligt met je werk. Zoek zo nodig vaker contact met je mentor, neem zelf tijdens het mentoruur ook initiatief! Als je ouders in overleg met jou iets willen weten van school, kunnen ze altijd je mentor bellen. Op de tweede plaats is er de decaan: dhr. J. Heerdink voor Atheneum (kamer 330) en voor het Havo dhr. Van Asselt (kamer 329). De decaan is eindverantwoordelijk voor LOB: Loopbaanoriëntatie en -Begeleiding. Daaronder valt ook advies bij eventuele wisselingen van afdeling of profiel, wisseling van vakken in het vrije deel in verband met vervolgstudie en begeleiding naar die vervolgstudie. Op de derde plaats is er het examensecretariaat. Hier bevindt zich de examensecretaris, de heer M. Paus. Hij zit in kamer 303. Je kunt hem het beste bereiken in de grote pauze. E-mailen kan natuurlijk ook:
[email protected]. Hij weet alles over de organisatie van het schoolexamen en het centraal examen. Hij zorgt ervoor, dat alles volgens de wet verloopt. Voor formele vragen kun je bij hem terecht. Neem ook contact met hem op als je niet volgens de regels hebt gehandeld. Op de vierde plaats heb je de teamleider. Voor de klassen Havo 4 en 5 is dat mevrouw S. Goossens. In verband met de vacature teamleider Atheneum is dhr. M. Bakker aangesteld als coördinator bovenbouw. Zij weten alles over de organisatie van de Tweede Fase en kunnen je dus helpen als je daar vragen over hebt. De absentiecontrole gebeurt in de eerste plaats door de mensen in kamer A. Afwezigheid geven ze wekelijks door aan de mentoren. Bij veelvuldige afwezigheid wordt ook de teamleider ingelicht. Op de vijfde plaats is er de locatiedirecteur, de heer W. Kerkhofs. Als je er ondanks je mentor, de examensecretaris of je teamleider niet uitkomt, kun je bij hem terecht. We gaan er vanuit dat je ouders (samen met jou) naar de algemene informatieavonden gaan en zo nodig een ‘tien minuten gesprek’ met de mentor hebben.
4.1
De mentor
Voor de klassen Havo 4-5 en Atheneum 4-5-6 is een mentoruur ingeroosterd. Tijdens dit mentoruur besteedt de mentor aandacht aan studieplanning. Hij/zij geeft algemene informatie en uitleg over regelingen. Ook kan het functioneren van de klas als groep aan de orde komen. Het uur kan ook worden gebruikt om achterstanden weg te werken of huiswerk te maken. Soms zal je mentor ervoor kiezen om dit uur te gebruiken voor individuele gesprekken.
25
4.2
Bijzondere omstandigheden
Sommige leerlingen kunnen niet op de voorgeschreven manier de toetsen van het Schoolexamen en het Centraal Examen doen. Soms is het dan mogelijk dat de school voor aangepaste regelingen zorgt. Hieronder kun je zien in welke gevallen er eventueel aanpassingen mogelijk zijn. 1. Lichamelijke problemen. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan slechthorendheid. Misschien moeten dan de luistertoetsen op een andere manier worden afgenomen. Denk ook aan slechtziendheid. Dan zijn er eventueel mogelijkheden voor opgaven in een groot lettertype. Je hebt wel een verklaring van een arts nodig. 2. Dyslexie/discalculie. Als door een erkende deskundige is vastgesteld dat je dyslectisch/discalcuul bent dan krijg je een dyslexie-/discalculiepas. Meld je daarvoor bij Mevr. Schenke. Er is dan soms verlenging mogelijk. Deze verlenging mag nooit meer zijn dan 30 minuten extra voor het Centraal Examen en een evenredig deel daarvan voor Schoolexamentoetsen. Je moet wel bij elke toets je dyslexie/discalculiepas bij je hebben. 3. Anderstaligen. Als je, met inbegrip van je examenjaar, nog maar 6 jaar in Nederland woont, en Nederlands is niet je moedertaal, dan kun je eventueel aanpassingen krijgen. Dat kan zijn: een verlenging van maximaal 30 minuten voor het Centraal Examen, en een evenredig deel daarvan voor Schoolexamentoetsen. En verder het gebruik van een Nederlands woordenboek. Als je denkt dat je voor een aangepaste regeling in aanmerking komt, moet je in het begin van de vierde klas contact opnemen met het examensecretariaat en mevr. Schenke.
26
5.
BEROEPSMOGELIJKHEDEN
Het kan zijn dat je tegen zaken aanloopt waar je het niet mee eens bent. Je vindt bijvoorbeeld dat er onjuist gehandeld is. In 5.1 en 5.2 kun je lezen wat je beroepsmogelijkheden zijn als de school naar jouw mening niet juist handelt. In 5.3 kun je lezen wat je kunt doen als je het niet eens bent met een genomen maatregel. Let goed op de termijn waarbinnen dat moet gebeuren.
5.1
Beroepsmogelijkheden gang van zaken toetsen
Je kunt tegen de gang van zaken bij het afnemen van een toets bezwaar maken wanneer je vindt, dat die onjuist was. Denk bijvoorbeeld aan een toets die onderdelen bevat van het examenprogramma die niet overeenkomen met de omschrijving in het PTA, of dat er sprake was van hinderlijke geluidsoverlast tijdens de toets. Leg je probleem schriftelijk voor aan de examensecretaris. Hij zal je verder begeleiden met het verwerken van je klacht. Hij zal je klacht voorleggen aan de examencommissie. Schrijf duidelijk op, wat er fout is gegaan. En denk er om, je brief moet uiterlijk 3 werkdagen nadat de toets is afgenomen binnen zijn. Klachten die na deze termijn van 3 werkdagen binnenkomen, worden NIET meer in behandeling genomen.
5.2
Beroepsmogelijkheden gang van zaken bij SE-resultaten
Als leerling kun je tegen enig SE-resultaat beroep aantekenen. Volg daarbij de hieronder beschreven werkwijze. De leraar Als je niet akkoord gaat met de beoordeling van een toets, praktische opdracht, handelingsdeel of profielwerkstuk, overleg je meteen met je examinator (de leraar die jouw werk heeft beoordeeld). Je hebt altijd het recht het werk in te zien. Mochten jullie samen niet tot overeenstemming komen, dan kun je binnen 3 werkdagen na het krijgen van je beoordeling schriftelijk bezwaar aantekenen bij de examensecretaris. De examensecretaris Hij bekijkt het probleem, neemt contact op met de leraar en informeert je mentor. Ook hij zal in eerste instantie proberen een oplossing te bereiken. Daarvoor blijft hij ook met jou in contact. Wanneer ook dat overleg niet tot een oplossing leidt, zal de examensecretaris, in samenspraak met examinator en mentor advies uitbrengen aan de examencommissie.
De examencommissie De examencommissie neemt een officiële beslissing, nadat zij kennis hebben genomen van het advies, en jou gehoord heeft. Dit doet zij namens de locatiedirecteur. De commissie informeert zich zo breed mogelijk en kan nog om aanvullende informatie vragen. De beslissing wordt daarna binnen 4 werkdagen mondeling aan je meegedeeld. Deze wordt daarna schriftelijk bevestigd. De examencommissie bestaat uit de teamleiders Havo – Atheneum bovenbouw, aangevuld met twee bovenbouwdocenten. De examensecretaris is als ambtelijk secretaris aanwezig bij de vergaderingen van de examencommissie.
27
Wanneer je het niet eens bent met de beslissing van de examencommissie, kun je beroep aantekenen bij de locatiedirecteur, dhr. W. Kerkhofs. Hier staat een tijd voor van 3 werkdagen.
De locatiedirecteur De locatiedirecteur zal beide partijen horen en beslist binnen een week op het beroep.
5.3
Beroepsmogelijkheden bij maatregelen
Je hebt het al eerder gelezen dat als je je niet aan de officiële regels houdt, de wet dat een onregelmatigheid noemt. Je moet dan bijvoorbeeld denken aan het op onrechtmatige wijze vooraf kennis verkrijgen van opgaven van het examen, fraude zoals spieken, het plegen van plagiaat of gelegenheid geven tot spieken. Zonder opgaaf van redenen wegblijven bij een toets, of te laat komen bij een toets, is ook een onregelmatigheid. En te laat inleveren van werkstukken ook! In dat soort gevallen zal de examencommissie, namens de locatiedirecteur, een maatregel nemen. Zo’n maatregel kan bijvoorbeeld zijn dat je het cijfer 1 krijgt, of dat je een toets, of zelfs je examen, opnieuw moet doen. Het is zelfs mogelijk dat je je schoolexamen of het centraal examen niet mag afmaken. Een combinatie van deze maatregelen kan ook. Voordat het zover is, moet je aan de examencommissie uitleggen wat er is gebeurd. Je mag dan wel iemand meebrengen die meerderjarig is, bijvoorbeeld je ouders.
Wanneer je het niet eens bent met de beslissing van de examencommissie, kan je beroep aantekenen bij de locatiedirecteur, dhr. W. Kerkhofs. Hier staat een tijd voor van 3 werkdagen. Als er een maatregel wordt genomen wegens onregelmatigheden, kun je daartegen in beroep gaan. Als je nog geen 18 bent, kunnen je ouders dat namens jou doen. Dat moet wel gebeuren binnen drie werkdagen nadat je schriftelijk bericht hebt gehad van de genomen maatregel. Het adres is: Commissie van Beroep Inzake gevallen betreffende onregelmatigheden bij het examen Postbus 864 7550 AW Hengelo N.B.: In artikel 6 van het examenreglement kun je precies nalezen, wanneer er sprake is van een onregelmatigheid, welke maatregelen er kunnen worden genomen, en hoe je tegen een beslissing van de locatiedirecteur in beroep kunt gaan.
28