INHOUDSOPGAVE 8.1
Inleiding
8.2
Art & Economics: algemene informatie
8.3 8.3.1 8.3.2 8.3.3 8.3.4 8.3.5
OER Art & Economics Gezamenlijke propedeuse Afstudeerrichting Event Management Afstudeerichting Theatre Management Afstudeerrichting Music Management Tentamens en examens
8.4
Utrecht Graduate School of Art and Economics
8.5 8.5.1 8.5.2
Centra Centre for Arts and Economics Centre for Intercultural Studies
8.6
Faciliteiten
8.7
Interne organisatie
8.1 INLEIDING
De Interfaculteit is een samenwerkingsverband van de vier faculteiten van de HKU. De Interfaculteit heeft als algemene doelstelling de samenwerking tussen de verschillende faculteiten te bevorderen en voor hen een aantal gemeenschappelijke taken uit te voeren. Het faculteitsbestuur van de Interfaculteit is samengesteld uit vier leden van de andere faculteiten en het hoofd van de School of Art and Economics van de Interfaculteit. In de Interfaculteit zijn ondergebracht: – Utrecht School of Art and Economics; – Utrecht Graduate School of Art and Economics (masteropleiding MA AMMEC); – Centre for Arts and Economics (contractonderwijs en –onderzoek); – Centre for Intercultural Studies (bevorderen culturele diversiteit HKU); – Interfacultaire projecten. De BA Art and Economics kent een gezamenlijke propedeuse en vijf afstudeerrichtingen die ieder organisatorisch onder verschillende schools (en daarmee soms faculteiten) vallen: Richting/onderdeel
School
Faculteit
1. Propedeuse
Utrecht School of Art and Economics
Interfaculteit
2. Event Management
Utrecht School of Art and Economics
Interfaculteit
3. Theatre Management
Utrecht School of Performing Arts and Management
Interfaculteit
4. Music Management
Utrecht School of Performing Arts and Management
Interfaculteit
5. Visual Art and Design Management
Utrecht School of Design and Management
BKV
6. Arts and Media Management
Utrecht School of Media and Management
KMT
De beschrijvingen van de afstudeerrichtingen 5 en 6 is te vinden in het studiegidsdeel van respectievelijk de faculteiten BKV (bkvweb.hku.nl) en KMT.
8.2 ART AND ECONOMICS: ALGEMENE INFORMATIE
Algemeen beroepsprofiel Het werkveld van de Bachelor of Art and Economics, de creative industries, is buitengewoon breed: van commerciële musicalproducties tot beeldende kunstprojecten, van televisieprogramma’s tot grootschalige evenementen en theaterproducties. Je vindt afgestudeerden op allerlei posities werkzaam in, voor of samen met kunst- en mediaorganisaties. Ze begeleiden en ondersteunen het creatieve proces en zorgen onder meer voor organisatie, ideëen, planning, financiering en klanten. Ook starten afgestudeerden vaak een eigen bedrijf/instelling, zoals een mediaproductiebureau of een evenementen-organisatiebureau. In deze studiegids is per afstudeerrichting een kernachtig beroepsprofiel geformuleerd. Een uitgebreider beschrijving is beschikbaar bij de studieleiding. Studieprogramma Het studieprogramma is opgebouwd uit een kernprogramma en een keuzeprogramma. Het kernprogramma bestaat uit onderdelen in de categorieën Organisatie & Marketing, Kunst & Cultuur, Beroepsondersteunende vakken (BOV), Stages en Studieloopbaan. Binnen het keuzeprogramma vallen onder meer seminars en individuele studieactiviteiten (ISA’s). Een belangrijk accent in het eerste jaar ligt op het werken met probleemgestuurd onderwijs (PGO). In de jaren 2, 3 en 4 ligt het accent bij het werken in projectvorm. Een uitgewerkt didactisch model is beschikbaar bij de studieleiding. Propedeuse De gemeenschappelijke propedeuse heeft een oriënterend en een selecterend karakter. In de propedeuse wordt (gemotiveerd en getoetst) gekozen voor de afstudeerrichting die vanaf het tweede jaar wordt gevolgd. Om tot het programma van de afstudeerrichting te worden toegelaten, dient te worden voldaan aan de eisen van het propedeutisch examen. Zie ook de Onderwijs- en Examenregeling van Art and Economics. De afstudeerrichtingen kennen een streefaantal studenten bij aanvang van het tweede studiejaar, te weten:
– – – – –
Event Management: 40 Theatre Management: 24 Music Management: 24 Visual Art and Design Management: 24 Arts and Media Management: 24
Indien voor een afstudeerrichting de belangstelling en het aantal beschikbare plaatsen niet met elkaar overeenstemmen wordt door middel van de plaatsingsregeling afstudeerrichtingen, geplaatst op k&e-web (keweb.hku.nl), daar in voorzien. Kosten van de studie Naast het collegegeld moet worden gerekend op mogelijk bijkomende kosten voor onder meer: – excursies buitenland; – boeken; – intern studiemateriaal, kopieerkosten en readers; - bezoek voorstellingen, concerten en lezingen. Aanspreekpunten Opleidingscommissie Art and Economics kent een clusteropleidingscommissie die de betreffende faculteitsbesturen van advies dient over het onderwijsprogramma en andere zaken van belang voor het onderwijs. Studenten en docenten maken deel uit van deze commissie. Klassenvertegenwoordigers Elke klas heeft een klassenvertegenwoordiger. De klassenvertegenwoordigers hebben regelmatig (gezamenlijk) overleg met een mentor over allerlei praktische zaken waarmee een klas te maken heeft. De taakomschrijving van de klassenvertegenwoordigers is te vinden op het k&e-web. Mentor Helpt je persoonlijk bij je studievoortgang. Let op de tijden van de spreekuren (informatie daarover via de mentor). Studieleider De studieleider zorgt voor het onderwijsprogramma en de uitvoering daarvan. Via de mentor kun je een afspraak maken met de studieleider. Administratie Hier kun je alleen tijdens het spreekuur terecht voor vragen van administratieve aard. Studentenzaken De dienst studentenzaken (vierde verdieping) kan je vragen beantwoorden over inschrijving, studiepunten en studiefinanciering. Studentendecaan In principe kun je bij de studentendecaan terecht met al je vragen, behalve inhoudelijke studievragen. Meer informatie over de studentendecaan is te vinden onder het kopje studiebegeleiding op de www.hku.nl
Bovenstaande informatie is ook terug te vinden op het keweb.hku.nl.
8.3 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) ART AND ECONOMICS
Deze regeling is van toepassing op het onderwijs, tentamens en examens van de voltijdse bacheloropleiding Art and Economics en is één geheel met de Onderwijs- en Examenregeling van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.
8.3.1 GEZAMENLIJKE PROPEDEUSE
A. SCHEMA code
titel
stp
eisen
voertaal
tentamen*
I-AE-BACO1-1-6 I-AE-BACO2-1-6
Cultuurfabriek Media
6
geen
NL
S/O
Cultuurfabriek Beeldend
6
geen
NL
S/O
I-AE-BACO3-1-6
Cultuurfabriek Muziek
6
geen
NL
S/O
I-AE-BACO4-1-6
Cultuurfabriek Theater
6
geen
NL
S/O
I-AE-BACO5-1-2
Cultuur & Overheid
2
geen
NL
S/O
I-AE-BA1-1-2
Bedrijfseconomische vaardigheden 1
2
geen
NL
S
I-AE-BA2-1-2
Bedrijfseconomische vaardigheden 2
2
geen
NL
S
I-AE-BA3-1-2
Projectmanagement
2
geen
NL
S/O
I-AE-KC1-1-2
Inleiding Media
2
geen
NL
S/O
I-AE-KC2-1-2
Inleiding Beeldend
2
geen
NL
S/O
I-AE-KC3-1-2
Inleiding Muziek
2
geen
NL
S/O
I-AE-KC4-1-2
Inleiding Theater
2
geen
NL
S/O
I-AE-BOV1-1-1
Nederlands 1
1
geen
NL
S
I-AE-BOV2-1-1
Nederlands 2
1
geen
NL
S
I-AE-SLB1-1-1
Studieloopbaan 1
1
geen
NL
V
I-AE-SLB2-1-1
Studieloopbaan 2
1
geen
NL
V
I-AE-SLB3-1-1
Portfolio
1
geen
NL
V
I-AE-STA1-1-4
IPW 1
4
geen
NL
V
I-AE-STA2-1-4
IPW 2
4
geen
NL
V
ISA (introductie, seminars, Zappa, extra IPW)
7
geen
NL
V
Kernprogramma Organisatie & marketing
Kunst & Cultuur
BOV**
SLB
Stage
Keuzeprogramma
*Onder voorbehoud ** Naast bovenstaande programma wordt aangeboden: ICT vaardigheden, Bedrijfsecomische vaardigheden opstartcursus S = schriftelijk M = mondeling V = verslag O = overdracht
B. BESCHRIJVING Een nadere toelichting op deze vakken is te vinden op keweb.hku.nl. I-AE-BACO1-1-6, I-AE-BACO2-1-6, I-AE-BACO3-1-6, I-AE-BACO4-1-6,
Cultuurfabriek Media Cultuurfabriek Beeldend Cultuurfabriek Muziek Cultuurfabriek Theater
De bovenstaande vakken worden grotendeels aangeboden in de vorm van probleemgestuurd onderwijs (PGO) ondersteund door colleges en andere onderwijsactiviteiten. In de cultuurfabrieken wordt verkend: – de begrippen organisatie, organisatiestructuur & organisatiecultuur – rollen en taken van de manager; – de financiële cyclus in culturele organisaties: begroten, beheersen, verslaglegging, evaluatie; – het maken en interpreteren van een investerings-, exploitatie- en liquiditeitenbegroting; – grondslagen van marketing in de culturele sector; marketing als filosofie en als instrument. Marketingplan, product/marktcombinaties en marketingmix. Verder staan centraal thema’s als: infrastructuur, programmering, de beroepspraktijk van kunstenaars en de aard van primaire, creatieve processen in de respectievelijke werkvelden Media, Theater, Muziek en Beeldend. In elk blok is een specifieke taak opgenomen op het gebied van Event Management. I-AE-BACO5-1-1, Cultuur & Overheid: kennismaking met de beleidscontext waarbinnen kunst & media organisaties opereren. I-AE-BA1-1-2 / I-AE-BA2-1-2, Bedrijfseconomische vaardigheden: Basisvaardigheden op het terrein van financieel management. I-AE-BA3-1-2, Projectmanagement: Kenmerken van projectmanagement in de culturele sector. Fasering, beheersing, structurering van projecten. Productieplanning. I-AE-KC1-1-2, Inleiding Media I-AE-KC2-1-2, Inleiding Beeldend I-AE-KC3-1-2, Inleiding Muziek
I-AE-KC4-1-2, Inleiding Theater Deze vakken leveren basiskennis met betrekking tot kunst, kunst- & cultuurhistorie, -theorie en -sociologie nodig om primaire processen binnen de werkvelden te kunnen ondersteunen. I-AE-BOV1-1-1 / I-AE-BOV2-1-1, Nederlands 1 & 2: Het schrijven van verschillende soorten Nederlandstalige teksten met nadruk op stijl, spelling en structuur. Ook: brongebruik en –vermelding, zakelijke communicatie. I-AE-SLB1-1-1 / I-AE-SLB2-1-1, Studieloopbaan 1 & 2: Studieloopbaan biedt studenten kennis, inzicht en vaardigheden om effectief te kunnen functioneren in de leeromgeving Kunst & Economie. Onderwerpen zijn o.a. persoonlijke leerstijl, studiehouding, studieplanning, studieleerdoelen verwoord in een POP, tijdmanagement, onderzoeksvaardigheden, introductie werkvorm PGO, samenwerking en het vinden van IPW. Tevens: studievoortgangsgesprekken met de mentor. I-AE-SLB3-1-1, Portfolio: Het leerproces van onder meer Studieloopbaan vindt zijn neerslag in een persoonlijke portfolio. I-AE-STA1-1-04/ I-AE-STA2-1-04 Individueel praktijkwerk: twee korte stages van 15 dagen, vanaf januari, waarin een aantal taken worden verricht binnen een culturele organisatie naar keuze. Onder voorwaarden is het mogelijk twee IPW's in dezelfde organisatie te verrichten. Het IPW wordt afgerond met een leerverslag. Seminars: seminarprogramma met wisselend aanbod in de maanden januari en juni. Individuele Studie Activiteit (ISA): in overleg met de mentor te bepalen individuele leeractiviteit, bijvoorbeeld een eigen onderzoek, een cursus/vak bij een ander instituut of onderwijsinstelling of een extra stage. Zappa: actieve rol in studievereniging Zappa.
8.3.2 AFSTUDEERRICHTING EVENT MANAGEMENT (EM)
Beroepsprofiel eventmanager De eventmanager is de gastheer pur sang: onafhankelijk van het niveau waarop je functioneert draag je zorg voor de ultieme belevenis van je gasten door operational excellence, oog voor detail en een hoge mate van klantgerichtheid. Je bent in staat om zowel commerciële, creatieve als artistieke processen te initiëren en te begeleiden. Zo kan het zijn dat je het ene moment bezig bent een opdracht binnen te slepen bij een klant (pitchen en acquisitie) om vervolgens met creatives een concept verder uit te denken of het te vertalen naar operationele doelstellingen (projectmanagement, productieleiding). Afhankelijk van interesses, netwerk, ervaring en specialismen werken eventmanagers als bruggenbouwers in gehele creatieve industry, zowel vanuit de meer profit-driven organisaties (waarbij events steeds meer een onderdeel vormen van een integrale strategie (event marketing)) als vanuit de culturele instellingen waar het event nog vaak een productie vanuit meer creatieve overwegingen ontstaat. Daarbij kent het werkveld verschillende specialismen, voornamelijk op het gebied van events & safety, marketing, communicatie en de organisatie van specialistische events.
JAAR 2 EM A. SCHEMA code
titel
stp
toel.eisen
voertaal
toetsing*
Kernprogramma Gemeenschappelijk programma Art and Ecnomics
Organisatie & marketing
I-EM-BA1-2-2
Juridische en personele aspecten
2
geen
NL
I-EM-BA2-2-2
M&T: organisatieanalyse
2
geen
NL
I-EM-CO1-2-2
M&T: marketingonderzoek
2
geen
NL
I-EM-BACO1-2-9
Terra: ondernemingsplan
9
geen
NL
Programma Event Management
I-EM-BA3-2-4
Events &Veiligheid
4
geen
NL
I-EM-BA4-2-4
Landschap Zakelijke Evenementen
4
geen
NL
I-EM-PRO1-2-6
Project Seminars 1
6
geen
NL
I-EM-PRO2-2-4
Project Selectie 1
4
geen
NL
I-EM-PRO3-2-4
Project Seminars 2
4
geen
NL
I-EM-PRO4-2-2
Project Selectie 2
2
geen
NL
I-EM-CO2-2-4
Trendwatching en Prognose
4
geen
NL
I-EM-KC1-2-4
Kunstverdieping
4
geen
NL
I-EM-KC2-2-3
Cultuur & Argumentatie
3
geen
NL
I-EM-BOV1-2-2
Zakelijke Communicatie 1
2
geen
NL
I-EM-BOV2-2-2
Zakelijke Communicatie 2
2
geen
NL
Studieloopbaan
I-EM-SLB1-2-1
Studieloopbaan
1
geen
NL
Stage
I-EM-STA1-2-1
Weekstage 1
1
geen
NL
I-EM-STA2-2-1
Weekstage 2
1
geen
NL
ISA, Seminar, IPW
3
Kunst & Cultuur
BOV
Keuzeprogramma
B. BESCHRIJVING Thema jaar 2 Het tweede jaar Event Management staat in het teken van de ontwikkeling van basisvaardigheden voor de organisatie van verschillende typen events en de uitbreiding en toepassing van creatieve vaardigheden in verschillende processen. Een nadere toelichting op deze vakken is te vinden op keweb.hku.nl. I-EM-BA1-2-2, Juridische en personele aspecten: Introductie van onder meer het contractenrecht, aansprakelijkheidsrecht, het bedrijfsrecht en het staats- en bestuursrecht. Introductie van HRM- instrumenten als werving en selectie, functioneren en beoordelen, functiebeschrijving en functiebouwwerk. Inrichting van de personele administratie. I-EM-CO1-2-2, Methoden & technieken van marketingonderzoek: Introductie van methoden & technieken van onderzoek specifiek in het licht van opzet en evaluatie van marketingbeleid. I-EM-BA2-2-2, Methoden & technieken van organisatieanalyse: Introductie van methoden & technieken van onderzoek, mede gericht op het verdiepen van kennis van management & organisatie. I-EM-BACO1-2-9, Terra; ondernemingsplan: Integrale opdracht voor het maken van een ondernemingsplan op het gebied van Event Management (toepassing en verdieping van organisatie, marketing, juridische, personele en met name ook financiële aspecten). I-EM-BA3-2-4, Events &Veiligheid: Het goed organiseren van een event of podiumproduktie vereist kennis van technische, logistieke en veiligheidsaspecten. Aandacht wordt besteed aan het voortraject met alle benodigde vergunningen en het uitvoeringstraject, resulterend in een draaiboek voor alle betrokkenen. I-EM-BA4-2-4, Landschap Zakelijke Evenementen: Kennis van de spelers in het zakelijk landschap van de events en inzicht in hun onderlinge relaties en de context waarbinnen zij opereren. Hierbij ligt de focus op de grote en kleine leveranciers (licht-& en geluidstechnieken, cateraars, entertainment, etc).
I-EM-PRO1-2-6, Project Seminars 1: De seminars in januari 2006 vormen de context waarbinnen je voor huidige docenten, studenten en alumni seminars leert ontwikkelen, begroten, (be)sturen, plannen en uitvoeren in verschillende rollen en met een hoge mate van verantwoordelijkheid voor het eindproduct. I-EM-PRO2-2-4, Project Selectie 1: De open dag van 22 november 2005 voor Entertainment Management en het assessment in december (selectie aan de poort) voor de opleiding Entertainment Management vormen de context waarbinnen je voor een heel specifieke doelgroep (potentiële studenten EM) belevenissen in verschillende rollen leert ontwerpen en uitvoeren. I-EM-PRO3-2-4, Project Seminars 2: Idem als Project Seminars 1 maar dan voor juni 2006. I-EM-PRO4-2-2, Project Selectie 2 : idem als Project Selectie 1 maar dan voor april en mei 2006 I-EM-CO2-2-4, Trendwatching & Prognose: Inzicht in trendontwikkeling en tijdsbeeld bepalende maatschappelijke aspecten. Een onderzoek naar leefwijzen, tijdsgewricht en trends wordt uitgewerkt in een, aan een produkt en/of doelgroep gerelateerde prognose. Presentaties in tekst en beeld. I-EM-KC1-2-4, Kunstverdieping: In voorbereiding op Cultuur & Argumentatie leg je een inhoudelijke basis door je te verdiepen in de geschiedenis, ontwikkelingen en stromingen van tenminste één kunstdiscipline voor 4 ec. Binnen de HKU kun je hiervoor een keuze maken uit Dramaturgie 1 & 2 (elk 2ec) en theatergeschiedenis (2 ec) op de faculteit Theater en geschiedenis van de popmuziek of klassieke muziek (4 ec) op de faculteit Muziek. I-EM-KC2-2-3, Cultuur & Argumentatie: Vorm je mening over de wonderlijke wereld van de cultuur, leer die mening te verwoorden en te onderbouwen. 2 stp; Eisen: geen. I-EM-BOV1-2-2, Zakelijke communicatie 1: Gericht op de schriftelijke communicatie rond de organisatie van events, zoals in offertes, contracten en plannen van aanpak. I-EM-BOV2-2-2, Zakelijke communicatie 2: Gericht op de schriftelijke communicatie met een nadruk op onderhandelingen en contracten. I-EM-SLB1-2-1, Studieloopbaanbegeleiding: de individuele ontwikkeling in het tweede jaar wordt ondersteund en gestimuleerd door o.a. mentorgesprekken, persoonlijke aktieplannen, verdiepingsverslagen en het portfolio. I-EM-STA1-2-1, Weekstage 1: Het lopen van een door de opleiding geworven groepsstage van ongeveer 1 week bij een externe opdrachtgever met oog op het verwerven van organisatorische inzichten in een bredere context. I-EM-STA2-2-1, Weekstage 2: idem als bij Weekstage 1
JAAR 3 EM A. SCHEMA code
titel
stp
toel.eisen
voertaal
toetsing*
Kernprogramma Gemeenschappelijk programma Kunst & Economie Organisatie & Marketing
I-EM-CO1-3-2
Marketingonderzoek kwantitatief
2
NL
I-EM-CO2-3-2
Marketing
2
NL
I-EM-BA1-3-2
Financieel Management
2
NL
I-EM-BA2-3-1
Organisatie: werkmodellen in stage 1
1
NL
I-EM-BA3-3-1
Organisatie: werkmodellen in stage 2
1
NL
Programma Event Management
Stage
I-EM-PRO-3-18
Project: concept en productie
18
geen
NL
I-EM-STA-3-30
Binnenlandse stage
30
geen
NL
ISA, Seminars
4
Keuzeprogramma
B. BESCHRIJVING Thema jaar 3 Event Management Het derde jaar staat in het teken van de professionalisering van de student Event Management door de interactie met het werkveld (externe opdrachtgevers). Hierbij richt je je op de vertaling van strategische (marketing) doelstellingen naar concepten, pitches en projectplannen voor events en bredere communicatiestrategieën en –plannen. Een nadere toelichting op deze vakken is te vinden op keweb.hku.nl. I-EM-C01-3-2, Marketingonderzoek: Methoden & technieken van marktonderzoek met nadruk op kwantitatieve methoden & technieken. I-EM-C02-3-2, Marketing: Verdieping marketing, onder meer brand marketing, Customer Relationship Marketing etc. I-EM-BA1-3-2, Financieel Management: Alternatieve financieringsvormen in de culturele sector. I-EM-BA2-3-1, Organisatie: werkmodellen in stage 1: Vanuit theorie onderbouwd advies aan stageinstelling. Specifieke thema’s worden bepaald in overleg met studenten. I-EM-BA3-3-1, Organisatie: werkmodellen in stage 2: vervolg, toepassing tijdens binnenlandse stage.
I-EM-PRO-3-18, Project: concept en productie: Uitvoeren van een opdracht van een (externe) opdrachtgever, aangeleverd door het projectenbureau X-change Events. I-EM-STA-3-30, Binnenlandse stage: Stage van een half jaar in een zelf te zoeken (culturele) organisatie.
Seminars: seminarprogramma met wisselend aanbod in de maanden januari en juni. Individuele Studie Activiteit (ISA): in overleg met de mentor te bepalen individuele leeractiviteit, bijvoorbeeld een eigen onderzoek, een cursus/vak bij een ander instituut of onderwijsinstelling of een extra stage.
JAAR 4 EM
A. SCHEMA code
titel
stp
toel.eisen
voertaal
toetsing*
Kernprogramma Gemeenschappelijk programma Kunst & Economie Organisatie & Marketing
I-EM-CO-4-2
Marketingonderzoek kwantitatief
2
NL
I-EM-BACO1-4-4
Kunstmanagement Lab
4
NL
Programma Event Management
BOV
I-EM-PRO1-4-18
Project: extern onderzoek
18
geen
NL
I-EM-PRO2-4-4
Projectdocumentatie
4
geen
NL
I-EM-STA-4-13
Internationale component
13
geen
NL
I-EM-BACO2-4-13
Individuele paper
13
geen
NL
I-EM-BACO3-4-2
Kennisdelen
2
geen
NL
I-EM-BOV-4-4
Zakelijke communicatie
4
geen
NL
*Nader bekend te maken
Thema jaar 4 Event Management Het vieder jaar staat in het teken van de positionering door middel van onderzoek, (individuele) verdieping, kennisoverdracht en internationale benchmarking.
B. BESCHRIJVING Een nadere toelichting op deze vakken is te vinden op keweb.hku.nl. I-EM-BACO1-4-4, Kunstmanagement Lab: Reflectie op stageorganisaties leidt tot verdieping van specifieke, actuele thema’s op het gebied van Organisatie en Marketing. I-EM-CO-4-2, Marketingonderzoek Verbreding marktonderzoek met nadruk op kwantitatieve methoden & technieken. I-EM-PRO1-4-18, Project: extern onderzoek: Onderzoeksproject voor een externe opdrachtgever (via X-change Events). Integrale opdracht inclusief projectmanagement en methoden van onderzoek. I-EM-PRO2-4-4, Projectdocumentatie: Complete en adequate verslaglegging van het onderzoeksproces met reflectie op persoonlijke competenties. I-EM-STA-4-13, Internationale component: Individuele keus uit: onderzoek in buitenland, stage bij internationaal georiënteerde organisatie in Nederland, Internationaal georiënteerd onderzoek in Nederland of stage bij organisatie in buitenland. I-EM-BACO2-4-13, Individuele paper: Afsluiting van de studie met een individuele paper. Dit kan de vorm aannemen van een thesis, een bedrijfsplan of een nader te bepalen andere vorm. I-EM-BACO3-4-2, Kennisdelen: gelegenheid om op een nader te bepalen wijze verworven kennis vanuit groepsproject, stage etc. te delen met andere studenten en werkveld. I-EM-BOV-4-4, Zakelijke communicatie: training zakelijke communicatie (w.o. onderhandelen) voorbereidend op de beroepspraktijk.
8.3.3 AFSTUDEERRICHTING THEATRE MANAGEMENT (THM) Beroepsprofiel Theatre Management Bij beroepen in het theater denk je meestal eerst aan acteurs, dansers of regisseurs. Maar achter het podium en in de kantoren van theaterorganisaties werken talloze professionals, die maken dat er voorstellingen op de planken kunnen komen en dat het publiek die weet te vinden. Je vindt daar bijvoorbeeld een produktieleider, die voor de regisseur alle praktische zaken regelt die nodig zijn tijdens de repetitieperiode van een stuk. Een rooster, het kopen of laten maken van kostuums en props, het regelen van eten en drinken voor de spelers, het geruststellen van een nerveuze spelersgroep. Of de zakelijk leider van een dansgezelschap, die de plannen van de huischoreograaf vertaalt naar een begroting, subsidies aanvraagt, de voorstellingen verkoopt aan zalen in het land, en zorgt voor een publiciteitsplan. Voor dergelijke beroepen leidt de richting Theatre Management op. Als theatermanager werk je bij zeer uiteenlopende organisaties in de theaterwereld: een theater- of dansgroep, een produktiehuis of schouwburg, een straattheaterfestival of een castingburo. Ook bij organisaties die wat verder afstaan van het podium vind je theatermanagers: bijvoorbeeld bij culturele fondsen of bij de afdeling Culturele Zaken van een grote gemeente.
JAAR 2 THM A. SCHEMA code
titel
stp
toel.eisen
voertaal
toetsing*
Kernprogramma Gemeenschappelijk programma Art and Ecnomics
Organisatie & marketing
I-THM-BA1-2-2
Juridische en personele aspecten
2
geen
NL
I-THM-BA2-2-2
M&T: organisatieanalyse
2
geen
NL
I-THM-CO1-2-2
M&T: marketingonderzoek
2
geen
NL
I-THM-BACO1-2-9
Terra: ondernemingsplan
9
geen
NL
Programma Theatre Management
I-THM-BA3-2-4
Events &Veiligheid
4
geen
NL
I-THM-BA4-2-3
Theaterlandschap
3
geen
NL
I-THM-BA5-2-3
Basiskennis theatermanagement
3
geen
NL
I-THM-BA6-2-4
Management van creativiteit
4
geen
NL
I-THM-CO2-2-4
Marketingproject
4
geen
NL
I-THM-KC1-2-2
Dramaturgie 1
2
geen
NL
I-THM-KC2-2-2
Dramaturgie 2
2
geen
NL
I-THM-KC3-2-2
Theatergeschiedenis
2
geen
NL
I-THM-KC4-2-2
Cultuur & Argumentatie
2
geen
NL
BOV
I-THM-BOV1-2-2
Theatertechniek
2
geen
NL
Studieloopbaan
I-THM-SLB1-2-1
Studieloopbaanbegeleiding
1
geen
NL
I-THM-SLB2-2-1
Introductie Theatre Management
1
geen
NL
I-THM-STA-2-10
Individueel Praktijkwerk
10
geen
NL
ISA, Seminar
5
Kunst & Cultuur
Stage
Keuzeprogramma
*Nader bekend te maken
B. BESCHRIJVING Een nadere toelichting op deze vakken is te vinden op keweb.hku.nl. I-THM-BA1-2-2, Juridische en personele aspecten: Introductie van onder meer het contractenrecht, aansprakelijkheidsrecht, het bedrijfsrecht en het staats- en bestuursrecht. Introductie van HRM- instrumenten als werving en selectie, functioneren en beoordelen, functiebeschrijving en functiebouwwerk. Inrichting van de personele administratie. I-THM-CO1-2-2, Methoden & technieken van marketingonderzoek. Introductie van methoden & technieken van onderzoek specifiek in het licht van opzet en evaluatie van marketingbeleid. I-THM-BA2-2-2, Methoden & technieken van organisatieanalyse. Introductie van methoden & technieken van onderzoek, mede gericht op het verdiepen van kennis van management & organisatie. I-THM-BACO1-2-9, Terra; ondernemingsplan: Integrale opdracht voor het maken van een ondernemingsplan voor een nieuwe organisatie binnen het theaterlandschap (toepassing en verdieping van organisatie, marketing, juridische, personele en met name ook financiële aspecten). I-THM-BA3-2-4, Events &Veiligheid: Het goed organiseren van een event of podiumproduktie vereist kennis van technische, logistieke en veiligheidsaspecten. Aandacht wordt besteed aan het voortraject met alle benodigde vergunningen en het uitvoeringstraject, resulterend in een draaiboek voor alle betrokkenen. I-THM-BA4-2-3, Theaterlandschap: Hoe zit de theatersector in elkaar? Analyse van de infrastructuur en van de bedrijfsvoering van grote en kleine organisaties in de sector. I-THM-BA5-2-3, Basiskennis theatermanagement: Basiskennis en vaardigheden voor managers in het theater, zoals het verkopen of boeken van een voorstelling, het
sluiten van een contract, het programmeren van een zaal. I-THM-BA6-2-4, Management van creativiteit: Inzicht in het begrip creativiteit en de implicaties van artistieke processen voor de theatermanager. Onderzoek naar en oefening van creatieve processen. I-THM-CO2-2-4, Marketingproject: Marketing van een theaterinitiatief. I-THM-BOV1-2-2, Theatertechniek: Hands-on kennis-making met de techniek en logistiek van een kleine reisvoorstelling, incl. lichtontwerp en tourplanning. I-THM-KC1-2-2, Dramaturgie 1: Kennismaking met dramaturgische elementen: dramaturgie, ruimte, tijd, dramatiek, tragiek, theatraliteit, codering en identificatie. Op fac.Theater. I-THM-KC2-2-2, Dramaturgie 2: Inleiding in de uitgangspunten van de open dramaturgie. De principes van de gesloten dramaturgie worden daar tegen af gezet en ermee vergeleken op de volgende gebieden: tijd, ruimte/beeld, tekst/taal, personage, spel en toeschouwer. Op fac.Theater. I-THM-KC3-2-2, Theatergeschiedenis: Historische ontwikkelingen van het theater. Op faculteit Theater. I-THM-KC4-2-2, Cultuur & Argumentatie: Vorm je mening over de wonderlijke wereld van de cultuur, leer die mening te verwoorden en te onderbouwen. I-THM-STA-2-10, Individueel Praktijkwerk: korte stages, waarin een aantal taken worden verricht binnen een theaterorganisatie naar keuze. Over het algemeen wordt 1 IPW via het productieburo van de faculteit Theater intern gelopen. Je bent dan productieleider van een project van hogerejaars theaterstudenten. I-THM-SLB1-2-1, Studieloopbaanbegeleiding: de individuele ontwikkeling in het tweede jaar wordt ondersteund en gestimuleerd door o.a. mentorgesprekken, persoonlijke aktieplannen, verdiepingsverslagen en het portfolio. I-THM-SLB2-2-1, Introductie Theatre Management: Kennismaking met de afstudeerrichting. Seminars: seminarprogramma met wisselend aanbod in de maanden januari en juni. Individuele Studie Activiteit (ISA): in overleg met de mentor te bepalen individuele leeractiviteit, bijvoorbeeld een eigen onderzoek, een cursus/vak bij een ander instituut of onderwijsinstelling of een extra stage.
JAAR 3 THM A. SCHEMA code
titel
stp
toel.eisen
voertaal
toetsing*
Kernprogramma Gemeenschappelijk programma Kunst & Economie Organisatie & Marketing
I-THM-CO1-3-2
Marketingonderzoek kwantitatief
2
NL
I-THM-CO2-3-2
Marketing
2
NL
I-THM-BA1-3-2
Financieel Management
2
NL
I-THM-BA2-3-1
Organisatie: werkmodellen in stage 1
1
NL
I-THM-BA3-3-1
Organisatie: werkmodellen in stage 2
1
NL
Programma Theatre Management
Stage
I-THM-PRO-3-18
Project: concept en productie
18
geen
NL
I-THM-STA-3-30
Binnenlandse stage
30
geen
NL
ISA, Seminars
4
Keuzeprogramma
*Nader te bepalen
B. BESCHRIJVING Een nadere toelichting op deze vakken is te vinden op keweb.hku.nl.
I-THM-C01-3-2, Marketingonderzoek: Methoden & technieken van marktonderzoek met nadruk op kwantitatieve methoden & technieken. I-THM-C02-3-2, Marketing: Verdieping marketing, onder meer brand marketing, Customer Relationship Marketing etc. I-THM-BA1-3-2, Financieel Management: Alternatieve financieringsvormen in de culturele sector. I-THM-BA2-3-1, Organisatie: werkmodellen in stage 1: Vanuit theorie onderbouwd advies aan stageinstelling. Specifieke thema’s worden bepaald in overleg met studenten. I-THM-BA3-3-1, Organisatie: werkmodellen in stage 2: vervolg, toepassing tijdens binnenlandse stage.
I-THM-PRO-3-18, Project: concept en productie: Uitvoeren van een opdracht van een (externe) opdrachtgever in de theatersector, aangeleverd door het projectenbureau X-change Events. I-THM-STA-3-30, Binnenlandse stage: Stage van een half jaar in een zelf te zoeken organisatie in de theatersector.
Seminars: seminarprogramma met wisselend aanbod in de maanden januari en juni. Individuele Studie Activiteit (ISA): in overleg met de mentor te bepalen individuele leeractiviteit, bijvoorbeeld een eigen onderzoek, een cursus/vak bij een ander instituut of onderwijsinstelling of een extra stage.
JAAR 4 THM A. SCHEMA code
titel
stp
toel.eisen
voertaal
code
NL
toetsing*
Kernprogramma Gemeenschappelijk programma Kunst & Economie Organisatie & Marketing
I-THM-CO-4-2
Marketingonderzoek kwantitatief
2
I-THM-BACO1-4-4
Kunstmanagement Lab
4
NL
Programma Theatre Management
BOV
I-THM-PRO1-4-18
Project: extern onderzoek
18
geen
NL
I-THM-PRO2-4-4
Projectdocumentatie
4
geen
NL
I-THM-STA-4-13
Internationale component
13
geen
NL
I-THM-BACO2-4-13
Individuele paper
13
geen
NL
I-THM-BACO3-4-2
Kennisdelen
2
geen
NL
I-THM-BOV-4-2
Zakelijke communicatie
4
geen
NL
*Nader bekend te maken
B. BESCHRIJVING Een nadere toelichting op deze vakken is te vinden op keweb.hku.nl. I-THM-BACO1-4-4, Kunstmanagement Lab: Reflectie op stageorganisaties leidt tot verdieping van specifieke, actuele thema’s op het gebied van Organisatie en Marketing. I-THM -CO-4-2, Marketingonderzoek Verbreding marktonderzoek met nadruk op kwantitatieve methoden & technieken. I-THM-PRO1-4-18, Project: extern onderzoek: Onderzoeksproject voor een externe opdrachtgever in de theatersector (via X-change Events). Integrale opdracht inclusief projectmanagement en methoden van onderzoek. I-THM-PRO2-4-4, Projectdocumentatie: Complete en adequate verslaglegging van het onderzoeksproces met reflectie op persoonlijke competenties. I-THM-STA-4-13, Internationale component: Individuele keus uit: onderzoek in buitenland, stage bij internationaal georiënteerde organisatie in Nederland, Internationaal georiënteerd onderzoek in Nederland of stage bij organisatie in buitenland. I-THM-BACO2-4-13, Individuele paper: Afsluiting van de studie met een individuele paper. Dit kan de vorm aannemen van een thesis, een bedrijfsplan of een nader te bepalen andere vorm. I-THM-BACO3-4-2, Kennisdelen: gelegenheid om op een nader te bepalen wijze verworven kennis vanuit groepsproject, stage etc. te delen met andere studenten en werkveld. I-THM-BOV-4-4, Zakelijke communicatie: training zakelijke communicatie (w.o. onderhandelen) voorbereidend op de beroepspraktijk.
8.3.4 AFSTUDEERRICHTING MUSIC MANAGEMENT (MUM) Beroepsprofiel Music Management Als music manager ben je een duizendpoot in de wereld van de muziek. Je speelt een actieve rol achter de schermen van concerten of muziekopnames en werkt daarbij met muzikanten, publiek, geluidsstudio’s, muziekpodia, sponsors, overheden en/of platenmaatschappijen. Voorbeelden van functies zijn product manager bij een platenlabel, zakelijk leider bij een ensemble en publiciteitsmedewerker bij een pop-podium.
JAAR 2 A. SCHEMA code
titel
stp
toel.eisen
voertaal
toetsing*
Kernprogramma Gemeenschappelijk programma Kunst & Economie Organisatie & marketing
I-MUM-BA1-2-2
Juridische en personele aspecten
2
geen
NL
I-MUM-BA2-2-2
M&T: organisatieanalyse
2
geen
NL
I-MUM-CO1-2-2
M&T: marketingonderzoek
2
geen
NL
I-MUM-BACO1-2-9
Terra: ondernemingsplan
9
geen
NL
Programma Theatre Management
I-MUM-BA3-2-4
Events & safety
4
geen
NL
I-MUM-BA4-2-4
Muzieklandschap
4
geen
NL
I-MUM-BA5-2-3
Basiskennis muziekmanagement
3
geen
NL
I-MUM-BA6-2-3
Recording & Publishing
3
geen
NL
I-MUM-BA7-2-4
Onderhandelingen & Contracten
4
geen
NL
I-MUM-CO2-2-4
Project Muziekmarketing
4
geen
NL
I-MUM-KC1-2-2
Basis Muziek
2
geen
NL
Keuze
I-MUM-KC2-2-4
Geschiedenis van de Popmuziek
4
geen
NL
Of:
I-MUM-KC3-2-2
Inl Klassieke Muziekgeschiedenis
2
geen
NL
Plus: I-MUM-KC4-2-2
Klassieke muziekgeschiedenis
2
geen
NL
I-MUM-SLB1-2-1
Introductie Music Management
1
geen
NL
I-MUM-SLB2-2-1
Studieloopbaanbegeleiding
1
geen
NL
I-MUM-STA-2-8
Individueel Praktijkwerk
9
geen
NL
ISA, Seminars, keuzevakken faculteit
6
Kunst & Cultuur
Studieloopbaan
Stage
Keuzeprogramma
*Nader bekend te maken
B. BESCHRIJVING Een nadere toelichting op deze vakken is te vinden op keweb.hku.nl. I-MUM-BA1-2-2, Juridische en personele aspecten: Introductie van onder meer het contractenrecht, aansprakelijkheidsrecht, het bedrijfsrecht en het staats- en bestuursrecht. Introductie van HRM- instrumenten als werving en selectie, functioneren en beoordelen, functiebeschrijving en functiebouwwerk. Inrichting van de personele administratie. I-MUM-CO1-2-2, Methoden & technieken van marketingonderzoek. Introductie van methoden & technieken van onderzoek specifiek in het licht van opzet en evaluatie van marketingbeleid. I-MUM-BA2-2-2, Methoden & technieken van organisatieanalyse. Introductie van methoden & technieken van onderzoek, mede gericht op het verdiepen van kennis van management & organisatie. I-MUM-BACO1-2-9, Terra; ondernemingsplan: Integrale opdracht voor het maken van een ondernemingsplan voor een nieuw bedrijf in de muzieksector (toepassing en verdieping van organisatie, marketing, juridische, personele en met name ook financiële aspecten).
I-MUM-SLB1-2-1, Introductie Music Management: kennismaking met de afstudeerrichting.
I-MUM-BA1-2-4, Events &Veiligheid: Het goed organiseren van een event of podiumproduktie vereist kennis van technische, logistieke en veiligheidsaspecten. Aandacht wordt besteed aan het voortraject met alle benodigde vergunningen en het uitvoeringstraject, resulterend in een draaiboek voor alle betrokkenen. I-MUM-BA1-2-4, Muzieklandschap: Hoe zit de muzieksector in elkaar? Analyse van de infrastructuur en van de bedrijfsvoering van grote en kleine organisaties in de sector. I-MUM-BA2-2-3, Basiskennis muziekmanagement: Basiskennis voor managers in de muziek m.b.t. onder andere optredens, honoraria, belastingen en techniek. I-MUM-BA3-2-3, Recording & Publishing: Hoe verloopt het proces van een muzikaal of commercieel idee naar opname en distributie?
I-MUM-BA4-2-4, Onderhandelingen & Contracten: Theorie en praktijk van onderhandelingen, contracten en exploitatie van rechten in de muzieksector. I-MUM-KC1-2-2: Basis Muziek: Verbreding van repertoirekennis, inzicht in muzikale basisbegrippen zoals melodie, harmonie en ritme. I-MUM-KC2-2-4, Geschiedenis van de Popmuziek: Popmuziekgenres en hun belangrijkste vertegenwoordigers, startend bij New Orleans Dixieland en eindigend bij de huidige muziekscene, worden in verband gebracht met maatschappelijke ontwikkelingen. I-MUM-KC3-2-2: Inleiding Klassieke Muziekgeschiedenis: Opstapcursus voor het volgen van klassieke muziekgeschiedenis op conservatoriumniveau. I-MUM-KC4-2-2, Klassieke muziekgeschiedenis: Geschiedenis van de klassieke muziek vanaf 1600. I-MUM-CO1-2-4, Project Muziekmarketing: Het marketen van een act of ensemble. I-MUM-SLB2-2-1, Studieloopbaanbegeleiding: de individuele ontwikkeling in het tweede jaar wordt ondersteund en gestimuleerd door o.a. mentorgesprekken, persoonlijke aktieplannen, verdiepingsverslagen en het portfolio. I-MUM-IPW1-2-9, Individueel Praktijkwerk: korte stages, waarin een aantal taken worden verricht binnen een muziekorganisatie naar keuze.
Seminars: seminarprogramma met wisselend aanbod in de maanden januari en juni. Individuele Studie Activiteit (ISA): in overleg met de mentor te bepalen individuele leeractiviteit, bijvoorbeeld een eigen onderzoek, een cursus/vak bij een ander instituut of onderwijsinstelling of een extra stage.
JAAR 3 MUM A. SCHEMA code
titel
stp
toel.eisen
voertaal
tentamen*
Kernprogramma Gemeenschappelijk programma Kunst & Economie Organisatie & Marketing
I-MUM-CO1-3-2
Marketingonderzoek kwantitatief
2
geen
NL
I-MUM-CO2-3-2
Marketing
2
geen
NL
I-MUM-BA1-3-2
Financieel Management
2
geen
NL
I-MUM-BA2-3-1
Organisatie: werkmodellen in stage 1
1
geen
NL
I-MUM-BA3-3-1
Organisatie: werkmodellen in stage 2
1
geen
NL
Programma Music Management
Stage
I-MUM-PRO-3-18
Project: concept en productie
18
geen
NL
I-MUM-STA-3-10
Binnenlandse stage
30
geen
NL
ISA, seminars, keuzevakken faculteit
4
Keuzeprogramma
*Nader bekend te maken
B. BESCHRIJVING Een nadere toelichting op deze vakken is te vinden op keweb.hku.nl. I-MUM-C01-3-2, Marketingonderzoek: Methoden & technieken van marktonderzoek met nadruk op kwantitatieve methoden & technieken. I-MUM-C02-3-2, Marketing: Verdieping marketing, onder meer brand marketing, Customer Relationship Marketing etc. I-MUM-BA1-3-2, Financieel Management: Alternatieve financieringsvormen in de culturele sector. I-MUM-BA2-3-1, Organisatie: werkmodellen in stage 1: Vanuit theorie onderbouwd advies aan stageinstelling. Specifieke thema’s worden bepaald in overleg met studenten. I-MUM-BA3-3-1, Organisatie: werkmodellen in stage 2: vervolg, toepassing tijdens binnenlandse stage.
I-MUM-PRO-3-18, Project: concept en productie: Uitvoeren van een opdracht van een (externe) opdrachtgever in de muzieksector, aangeleverd door het projectenbureau X-change Events. I-MUM-STA-3-30, Binnenlandse stage: Stage van een half jaar in een zelf te zoeken muziek organisatie. Seminars: seminarprogramma met wisselend aanbod in de maanden januari en juni. Individuele Studie Activiteit (ISA): in overleg met de mentor te bepalen individuele leeractiviteit, bijvoorbeeld een eigen onderzoek, een cursus/vak bij een ander instituut of onderwijsinstelling of een extra stage.
JAAR 4 MUM A. SCHEMA code
titel
stp
toel.eisen
voertaal
code
NL
toetsing*
Kernprogramma Gemeenschappelijk programma Kunst & Economie Organisatie & Marketing
I-MUM-CO-4-2
Marketingonderzoek kwantitatief
2
I-MUM-BACO1-4-4
Kunstmanagement Lab
4
NL
Programma Music Management
BOV
I-MUM-PRO1-4-18
Project: extern onderzoek
18
geen
NL
I-MUM-PRO2-4-4
Projectdocumentatie
4
geen
NL
I-MUM-STA-4-13
Internationale component
13
geen
NL
I-MUM-BACO2-4-13
Individuele paper
13
geen
NL
I-MUM-BACO3-4-2
Kennisdelen
2
geen
NL
I-MUM-BOV-4-4
Zakelijke communicatie
4
geen
NL
*Nader bekend te maken
B. BESCHRIJVING Een nadere toelichting op deze vakken is te vinden op keweb.hku.nl. I-MUM-BACO1-4-4, Kunstmanagement Lab: Reflectie op stageorganisaties leidt tot verdieping van specifieke, actuele thema’s op het gebied van Organisatie en Marketing. I-MUM-CO-4-2, Marketingonderzoek Verbreding marktonderzoek met nadruk op kwantitatieve methoden & technieken. I-MUM-PRO1-4-18, Project: extern onderzoek: Onderzoeksproject voor een externe opdrachtgever binnen de muzieksector (via X-change Events). Integrale opdracht inclusief projectmanagement en methoden van onderzoek. I-MUM-PRO2-4-4, Projectdocumentatie: Complete en adequate verslaglegging van het onderzoeksproces met reflectie op persoonlijke competenties. I-MUM-STA-4-13, Internationale component: Individuele keus uit: onderzoek in buitenland, stage bij internationaal georiënteerde organisatie in Nederland, Internationaal georiënteerd onderzoek in Nederland of stage bij organisatie in buitenland. I-MUM-BACO2-4-13, Individuele paper: Afsluiting van de studie met een individuele paper. Dit kan de vorm aannemen van een thesis, een bedrijfsplan of een nader te bepalen andere vorm. I-MUM-BACO3-4-2, Kennisdelen: gelegenheid om op een nader te bepalen wijze verworven kennis vanuit groepsproject, stage etc. te delen met andere studenten en werkveld. I-MUM-BOV-4-4, Zakelijke communicatie: training zakelijke communicatie (w.o. onderhandelen) voorbereidend op de beroepspraktijk.
8.3.5
TENTAMENS EN EXAMENS
Deze paragraaf is tevens van toepassing op de OER van de Utrecht School of Design and Management en de Utrecht School of Media Management en is een aanvulling op de centrale OER. Periodes in HKU jaarrooster” 1 1 - 16 (september/ december) 2 17 - 20 (januari, seminars) 3 21 - 36 (februari/ mei) 4 37 - 42 (juni, seminars) 5 43 - 50 (bijzondere onderwijsweken) I Tentamens 1 2 3 4 5 6 7
De regels met betrekking tot tentamens van de kern- en keuzeprogramma’s zijn vastgelegd in het OER van de HKU. Gelegenheid tot het afleggen van een tentamen van het kernprogramma is aan het eind van de moduulperioden. Gelegenheid tot het afleggen van een tentamen van het keuzeprogramma is in periode 2, 4 en 5 van het jaarrooster HKU. Gelegenheid tot het afleggen van een hertentamen van het kern- en keuzeprogramma is in de perioden 2, 4 en 5 van het jaarrooster HKU. De geldigheidsduur van de tentamens in de postpropedeutische fase is beperkt tot 5 jaar na datum aftekening tentamenbewijs door de examinator/voorzitter tentamencommissie, te verlengen door de examencommissie. Er is maximaal 1 herkansingsmogelijkheid per tentamen per studiejaar in de postpropeduetische fase. Deelresultaten van alle niet-afgeronde modules vervallen per 1/9 van elk studiejaar.
II Propedeuse 1 De regels met betrekking tot het propedeutisch examen zijn vastgelegd in het OER van de HKU. 2 Het propedeutisch examen vindt plaats in periode 4 van het jaarrooster van de HKU. 3 Gelegenheid tot het propedeutisch herexamen is in periode 5 van het jaarrooster. 4 Studenten die in het eerste jaar van inschrijving de propedeuse niet hebben behaald (en een uitgesteld bindend studieadvies van de examencommissie hebben ontvangen) worden in de gelegenheid gesteld om hertentamens leidend tot het propedeutisch examen af te leggen tot en met periode 2 van het jaarrooster HKU in het in het jaar volgend op hun eerste jaar van inschrijving. 5 De geldigheidsduur van de tentamens in de propedeutische fase is beperkt tot 2 jaar na datum aftekening tentamenbewijs door de examinator/ voorzitter tentamencommissie. 6 Er zijn maximaal drie herkansingsmogelijkheden per tentamen in de propedeuse, waarvan 1 indien III punt 1 van toepassing is. III Bindend studieadvies 1 Indien een student in het propedeutisch jaar tussen 55 en 60 punten haalt geeft de examencommissie een uitgesteld bindend studieadvies. De student dient binnen maximaal 7 maanden aan de eisen van de propedeuse te voldoen. De opleiding wijst maximaal 1 extra herkansingsmogelijkheid aan voor de niet behaalde onderdelen, uiterlijk te behalen in periode 2. 2 Indien een student in het propedeutisch jaar minder dan 55 studiepunten behaalt dan verstrekt de examencommissie een bindend studieadvies. 3 De studiepunten behorend bij de vakken Cultuurfabriek Media, Cultuurfabriek Theater, Cultuurfabriek Muziek en Cultuurfabriek Beeldend maken deel uit van de 55 punten die moeten zijn behaald om door te gaan naar de postpropedeutische fase van de studie. 4 De examencommissie kan afwijken van punt 2 indien advies van het decanaat of andere zwaarwegende overwegingen daartoe aanleiding geven. De examencommissie kan dan besluiten tot een uitgesteld bindend studieadvies van maximaal 12 maanden. IV Bachelorexamen 1 De regels met betrekking tot het bachelorexamen zijn vastgelegd in het OER van de HKU. 2 Het examen wordt afgenomen in periode 4 van het jaarrooster. 3 Herexamen is mogelijk in periode 2 of 5 van het jaarrooster. BA-tentamen Studenten van het derde jaar kunnen het BA-keuze-programma volgen dat wordt afgesloten met het BA-tentamen, waaraan verbonden is de BA-verklaring. Alleen met de BA-verklaring kan worden deelgenomen aan het contractdeel van het afstudeerprogramma Master of Arts in Arts and Media Management in a Europian Context.
V Keuze afstudeerrichting Voor 1 mei van het propedeusejaar dient een keuze te worden aangegeven voor een afstudeerrichting. Indien een student geen keuze kenbaar maakt wordt hem/haar door de studieleiding een voorstel gedaan. De student dient binnen 7 dagen zijn besluit op het voorstel kenbaar te maken aan de studieleiding. Na verstrijken van deze termijn is het Onderwijs- en Examenreglement van de HKU van toepassing (paragraaf III 2.7).
8.4 UTRECHT GRADUATE SCHOOL OF ART AND ECONOMICS Master of Arts in Arts and Media Management in a European Context (MA AMMEC) De masteropleiding richt zich op studenten die de ambitie hebben organisatie- en/of beleidsfuncties te vervullen binnen culturele organisaties die zich (mede) richten op de Europese samenleving. Deze opleiding staat in het teken van Europees cultureel ondernemerschap, is Engelstalig en duurt 12 maanden (start september). Studenten komen uit allerlei landen. Het onderwijs bestaat uit zes modulen: 1. Europese culturele projecten 2. strategisch management 3. managementfuncties 4. stage 5. schrijven thesis 6. presenteren case study Het programma is gestoeld op de principes van de lerende organisatie. Dat wil zeggen dat studenten optimaal gestimuleerd worden eigen leerdoelen en leertrajecten om te zetten in realistische en aantrekkelijke resultaten waarbij teamwork een belangrijk aspect vormt. Gastdocenten met Europese ervaring verzorgen voor een deel de colleges. De MA AMMEC is gevalideerd door de Open University London. In de eindfase van de bacheloropleiding Art and Economics van de Interfaculteit, Faculteit Muziek en Faculteit Beeldende Kunst en Vormgeving is het mogelijk een deel van het MA-programma te volgen als afstudeerprogramma. Wil je als student van de bacheloropleiding in het vierde jaar deelnemen aan het MA-afstudeerprogramma, dan ben je verplicht in het derde jaar deel te nemen aan het keuzeprogramma BA, af te sluiten met het BA-tentamen. Alleen studenten die op deze wijze in het bezit zijn gekomen van de BA-verklaring, kunnen in het vierde jaar deelnemen aan het MA-programma MA AMMEC. Eerst rondt je dan je bachelor af, waarna je kunt deelnemen aan het contractdeel van de MA AMMEC.
8.5 CENTRA 8.5.1 CENTRE FOR ARTS AND ECONOMICS & HET CONCEPTBUREAU EXCHANGE EVENTS Het Centre for Art and Economics ontwikkelt en organiseert contractonderwijs binnen het vakgebied Art and Economics, verzorgt trainingen binnen de culturele sector, acquireert en monitort projecten voor het onderwijs (het Conceptbureau) in het derde en vierde studiejaar en onderhoudt de externe relaties namens de IF-K&E (het Conceptbureau). Activiteiten – Acqusiitie onderwijsprojecten – Onderhoud externe relaties – Cursus Management Culturele Instellingen (zie hieronder); – trainingen strategievorming, projectmanagement, communicatie en presentatie; – trainingen tijdens veranderingstrajecten. Management Culturele Instellingen De cursus Management Culturele Instellingen (MCI) wordt elk jaar op basis van de marktvraag aangeboden. MCI is gericht op personen die managementverantwoordelijkheid binnen de culturele sector hebben. Doel van het opleidingstraject is het persoonlijk, zakelijk, organisatorisch en beleidsmatig functioneren van de manager in de culturele sector te optimaliseren. De cursus MCI wordt aangeboden in modules die ook afzonderlijk zijn te volgen. Het is mogelijk om in opeenvolgende jaren deel te nemen aan verschillende modulen. De volgende modulen worden in 2005/2006 bij voldoende aanmeldingen aangeboden: – Strategisch Management – Financieel Management – Projectmanagement – Marketing – Personeelsmanagement – Schrijven van een Verbetertekst De bijeenkomsten bestaan afwisselend uit theoretische onderdelen en praktische opdrachten en vinden in de regel op dinsdag plaats. Met behulp van opdrachten en te lezen literatuur maken de cursisten een vertaalslag van de behandelde onderwerpen naar de eigen praktijksituatie. Aan de modules Project- en Personeelsmanagement is een tweedaagse communicatietraining gekoppeld. Certificaat MCI De deelnemers die alle modulen volgen, ontvangen het certificaat Management Culturele Instellingen. Nadere informatie MCI:
[email protected]
8.5.2 CENTRE FOR INTERCULTURAL STUDIES
8.6 FACILITEITEN
Bibliotheek & Informatiedienst/Mediatheek Studenten en medewerkers kunnen gebruikmaken van de mediatheek Theater & Interfaculteit op de Lange Viestraat 2b. De mediatheek beschikt over
studiewerkplaatsen en computerfaciliteiten met internetverbinding. Daarnaast is er een theorielesruimte met de mogelijkheid tot het bekijken van videobanden. De mediatheek bevat zowel de collectie van de Faculteit Theater (boeken, tijdschriften, videobanden en scripties) als de boeken- en tijdschriftencollectie van de Interfaculteit (Kunst & Economie). De mediatheek Theater & Interfaculteit is vrij toegankelijk voor alle studenten en medewerkers van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Studenten dienen voor het lenen van materialen in het bezit te zijn van een geldige collegekaart. Studenten en medewerkers kunnen ook gebruikmaken van de andere faculteits-mediatheken en van de diensten van de Universiteitsbibliotheek. Studenten kunnen zich gratis inschrijven bij de Universiteitsbibliotheek (Faculteit Letteren) op vertoon van hun collegekaart en geldig bewijs van inschrijving. Een barcode wordt op je collegekaart toegevoegd waarna je gratis boeken kunt lenen. Informatie over en de catalogi van de faculteitsbibliotheken en de Universiteitsbibliotheek zijn online raadpleegbaar via het adres http://bid.hku.nl. ICT-werkplaats Voor studenten van de Interfaculteit en de Faculteit Theater is de ICT-werkplaats met computers en een printer, allen met internetverbinding op de vijfde verdieping tijdens openingsuren van het gebouw toegankelijk.
8.7 INTERNE ORGANISATIE Faculteitsbestuur Het bestuur van de Interfaculteit is samengesteld uit vier leden van de faculteiten en het hoofd van de sub-faculteit Kunst & Economie. Een van de leden is voorzitter. De leden hebben elk een of meer aandachtsvelden van de Interfaculteit in portefeuille. Faculteitsbeheersoverleg Ten behoeve van de praktische gang van zaken op beheers/administratief gebied binnen de Interfaculteit functioneert het Faculteitsbeheersoverleg (FBB). Daaraan nemen deel het hoofd Faculteitsbureau en het beheers-/administratief personeel. Aan de vergaderingen wordt deelgenomen door de interne dienst van het gebouw Lange Viestraat.