Bestuursverslag 2011
1
Inleiding
4
2
Algemene informatie
5
3
Juridische structuur en organisatiestructuur 3.1 College van Bestuur 3.2 Raad van Toezicht 3.3 Organisatiestructuur
6 6 8
Kernactiviteiten 4.1 Missie, visie en identiteit 4.2 Doelen
9 9
4
5
6
Belangrijkste resultaten van het gevoerde beleid 5.1 SKOzoK in Balans 5.2 Opbrengsten 5.3 Leerlingaantal 5.4 Personeel 5.5 Planning en Control 5.6 Kwaliteit 5.7 ICT 5.8 Huisvesting
11 14 15 16 18 22 23 26
Financiën 6.1 Balans 6.2 Exploitatierekening 6.3 Treasuryverslag 6.4 Toekomstige ontwikkelingen
29 34 38 40
3
Bestuursverslag 2011
Inhoudsopgave
1. Inleiding
W
ij zijn SKOzoK. We verzorgen primair onderwijs voor ruim 6.200 leerlingen in vijf gemeenten in Zuid-Oost Brabant. Bij SKOzoK werken ruim 600 medewerkers aan het bieden van optimale kansen aan kinderen, zodat ze hun talenten ontwikkelen. Wij willen er als organisatie voor zorgen dat alle leerlingen en medewerkers zo goed mogelijk samen leven, leren, werken en vieren. In 2011 hebben we veel energie gestoken in "het in balans komen” als organisatie. Goeddeels zijn we daarin geslaagd. We hebben meer inzicht in wat er binnen SKOzoK gebeurt. We hebben ons meerjarenperspectief verder uitgewerkt: hoe heeft SKOzoK zich de afgelopen jaren ontwikkeld en vooral: wat kunnen we de komende jaren verwachten? Met name de ontgroening die ook de komende jaren volop doorzet in onze regio, speelt hierbij een heel grote rol. Het sterk afnemende aantal leerlingen heeft consequenties voor de inkomsten, voor de organisatie van het onderwijs, voor de inzet van het personeel. We hebben zowel de medewerkers als de ouders van onze leerlingen op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen en de keuzes die wij daarin als organisatie hebben gemaakt. Ook hebben we meer controle over de processen. Zo zitten we veel dichter op de inkomsten en de uitgaven. Daarbij hebben we onze personele formatie en eventuele personele verplichtingen goed in beeld. We hebben de verhouding tussen het personeel en het aantal leerlingen weer in evenwicht gebracht. Daarvoor hebben wij met de vakbonden een sociaal plan afgesloten, dat we al weer snel succesvol hebben kunnen afsluiten. Dankzij Parnassys en het managementdashboard hebben we inmiddels ook de gewenste informatie beschikbaar over de onderwijsopbrengsten op de scholen, waardoor wij deze nu beter kunnen volgen. Een belangrijke keuze die wij vanuit het meerjarenperspectief hebben gemaakt, is dat wij de samenwerking binnen SKOzoK verder intensiveren. Uiteraard omdat er voordelen zijn te behalen door het gebruiken van de schaalgrootte van onze organisatie. Maar ook omdat ons onderwijs beter wordt door van en met elkaar te leren en te werken. Dat leren wij onze leerlingen en dat willen wij als organisatie zelf ook in de praktijk brengen. De maatregelen die we hebben genomen, komen voort uit dit gedachtegoed. Met de GMR en de vakbonden hebben we afspraken kunnen maken over de organisatiewijzigingen die wij noodzakelijk achten om goed de toekomst in te gaan. Verder in dit bestuursverslag wordt nader ingegaan op de introductie van de Kwaliteitsondersteuners en de herverdeling van de directeuren over clusters van scholen. Ook komt het P-centrum aan bod, waarmee de vervanging voor alle scholen sinds dit jaar vanuit één loket wordt geregeld.
SKOzoK is de afkorting van Samen Koersen Op Zichtbare Onderwijs Kwaliteit. Samen duidt op de verbondenheid van onze scholen, leerlingen, ouders, medewerkers, bestuur en omgeving. Koersen staat voor de weg die we kiezen, namelijk die van ontwikkeling, vernieuwing en dynamiek. Zichtbare geeft aan dat, wat we doen en willen bereiken, vooraf wordt vastgelegd en meetbaar is. Onderwijs Kwaliteit is voor ons het best mogelijke onderwijs geven.
Bestuursverslag 2011
Naast de acties op het gebied van financiën, personeel en organisatie, is er ook hard gewerkt aan het verbeteren van de opbrengsten van ons primaire proces. Er zijn verbeterplannen opgesteld en uitgevoerd voor de scholen waar risico's zijn gedetecteerd in de opbrengsten. De teams van alle scholen zijn flink aan de slag geweest met opbrengstgericht werken. Van het verkrijgen van informatie over de leerresultaten tot het analyseren ervan, tot plannen maken hoe verbetering gestalte kan krijgen. Ook de laatste tranche scholen is in 2011 gestart met het traject Afstemming om handelingsgericht te werken en het beste uit ieder kind te halen. Wij denken het afgelopen jaar een stap voorwaarts te hebben gezet in Samen Koersen op Zichtbare OnderwijsKwaliteit. Uiteraard zijn er altijd nog meer stappen te zetten en daarom vervolgen wij ons pad op weg naar het realiseren van het beste onderwijs in een professionele organisatie, waarin medewerkers en leerlingen alle kansen krijgen om te groeien en te bloeien.
Carlo Segers en Ingrid Sluiter College van Bestuur SKOzoK
4
2. Algemene informatie Naam Adres
: Stichting SKOzoK : Pastoor Jansenplein 21 5504 BS te Veldhoven, Telefoon : 040-2531201 E-mail :
[email protected] Website : www.skozok.nl Bestuursnummer : 31384 Onder SKOzoK ressorteren 30 basisscholen en 1 school voor speciaal onderwijs verspreid over vijf gemeenten in Zuidoost-Brabant. Onderstaand vindt u een lijst van scholen per gemeente (alfabetisch). Bergeijk Luyksgestel Westerhoven Bergeijk Bergeijk Bergeijk Bergeijk Bergeijk Riethoven
Gemeente Heeze-Leende De Talententoren Sterksel De Triangel Leende St. Jan Leende Gemeente Waalre Christoffelschool De Drijfveer De Wilderen
Aalst-Waalre Waalre Waalre
Gemeente Cranendonck De Boogurt Budel De Schatkist Budel De Stapsteen Maarheeze De Wereldwijzer Budel-Schoot St. Andreas Budel-Dorplein St. Joan Soerendonk
Gemeente Valkenswaard Agnetendal Dommelen De Pionier Valkenswaard De Smelen Valkenswaard De Vlaswiek Valkenswaard Haagstraatplein Valkenswaard, bestaande uit: - De Dorenhagen - De Windroos - De Zonnewijzer SBO Schepelweyen Dommelen St. Martinus Dommelen St. Servatius Borkel en Schaft
Bestuursverslag 2011
Gemeente Bergeijk Beisterveld De Klepper De Ster Prinses Beatrix St. Bernardus St. Gerardus St. Jozef St.Thomas v.Aquino St. Willibrordus
5
s
3 Juridische structuur en organisatie structuur KOzoK is een stichting, waar ruim 600 medewerkers het basisonderwijs verzorgen voor ruim 6.200 leerlingen. SKOzoK bestaat uit 31 basisscholen waarvan één school voor Speciaal Basis Onderwijs. De scholen zijn gelegen in de gemeenten Bergeijk, Cranendonck, Heeze-Leende, Valkenswaard en Waalre. De rechtspersoon van SKOzoK is een stichtingsvorm. SKOzoK is opgericht in 1978 en is ontstaan uit een aantal fusies van besturen van scholen voor primair onderwijs in de regio. Op 15 juni 2006 is overgegaan op een besturingsmodel met een Raad van Toezicht en een College van Bestuur. SKOzoK wordt bestuurd door het College van Bestuur. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het functioneren van de organisatie in het algemeen en het bestuur in het bijzonder. Periodiek legt het College van Bestuur hierover verantwoording af aan de Raad van Toezicht.
3.1 College van Bestuur Het College van Bestuur wordt gevormd door mevrouw drs. I.C.A.N. Sluiter, voorzitter, en de heer C.G.C.G. Segers MA als lid van het College van Bestuur. Het College van Bestuur wordt bijgestaan door stafmedewerkers op het gebied van personeel en organisatie, financiën, kwaliteit, ICT, huisvesting en secretariaat. De dagelijkse (integrale) leiding van de scholen ligt in handen van de schooldirecteuren. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in de statuten/ notariële akte, het reglement op het directeurenberaad, het reglement College van Bestuur en het reglement Raad van Toezicht. Het College van Bestuur legt periodiek verantwoording af aan de Raad van Toezicht volgens een overeengekomen verantwoordingsmatrix. Directeuren leggen verantwoording af aan het College van Bestuur via managementrapportages en voortgangsrapporten naar aanleiding van de managementcontracten.
3.2 Raad van Toezicht Toezicht houden betekent op gezonde afstand toezien op de professionele organisatie en in de eerste plaats veel vragen stellen en de verkregen antwoorden en informatie toetsen. Afhankelijk van die antwoorden en bevindingen neemt de Raad besluiten en adviseert het bestuur al dan niet indringend ten aanzien van het beleid. In 2011 bestond de Raad uit de volgende leden:
Bestuursverslag 2011
E.H.J.M. (Eric) Heuvelmans Projectmanager politie Brabant Zuid-Oost G.M. (Gérard) Koot MHA Zorgmanager Ziekenhuis Rivierenland Tiel/Culemborg Drs. J. M.M.(Jos) van Nunen Lid Raad van Bestuur Lumens Groep Drs. E.P.J. (Edward) Peters RC (tot juli 2011) Managing Director School of Business and Economics Maastricht University Mevrouw ir A.C. (Jeannette) Dekker MRE, Manager wijkontwikkeling bij Area Mevrouw drs. M. (Marijke) van Vijfeijken (vanaf juli 2011) Senior wetenschappelijk onderzoeker/adviseur bij IVA Drs. B. (Bart) van Linder (vanaf juli 2011) Directeur Actor| Adviseurs bij verandering 6
voorzitter vicevoorzitter lid lid lid lid lid
Ook in 2011 is de Raad van Toezicht bij haar taakuitoefening uitgegaan van de vernieuwde Code Goed Bestuur en het vastgestelde reglement van de Raad van Toezicht. De Raad evalueert jaarlijks haar eigen functioneren en bespreekt relevante bevindingen daaruit met het College van Bestuur. Dit jaar heeft dat eind juni plaatsgevonden. De belangrijkste taken van de Raad bestaan uit: het goedkeuren van de strategie, de jaarresultaten en de begroting, het beoordelen van het functioneren van het College van Bestuur en erop toezien dat het College van Bestuur de belangen en doelen van de organisatie en alle betrokken partijen op een evenwichtige wijze in acht neemt. De afspraken tussen Raad en College zijn vastgelegd in een prestatiedocument. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over de individuele competentieontwikkeling van het College. Over de volgende onderwerpen is overleg gevoerd met en verantwoording afgelegd door het College van Bestuur aan de Raad van Toezicht:
Demonstratie SKOzoK- dashboard (managementtool) (febr. 2011) Meerjaren financieel beleidsplan 2011-2014 (febr. 2011) Meerjarenbegroting 2011-2014 (febr. 2011) Jaarbegroting 2011 (febr. 2011) Bestuursrapportage 2010 (april 2011) Jaarrekening 2010 (juni 2011) Bestuursverslag 2010 (juni 2011) Benoeming accountant (juni 2011) Eerste financiële rapportage 2011 (juni 2011) Benoeming de heer Bart van Linder en mevrouw Marijke van Vijfeijken als nieuwe leden Raad van Toezicht per 1 juli 2011 Terugtreden van de heer Edward Peters als lid van de Raad van Toezicht (juni 2011) Resultaten tot en met 31 juli 2011 (sept. 2011) Actualisatie meerjarenbegroting 2012 – 2015 (dec. 2011) Wenkend perspectief 2018 (dec. 2011) Resultaten tot en met derde kwartaal (dec. 2011) Benoeming mevrouw Marjo van Doormalen als nieuw lid Raad van Toezicht per 1 januari 2012 (dec. 2011)
Naast formeel overleg over bovengenoemde onderwerpen heeft de Raad van Toezicht de volgende activiteiten ontplooid: In februari is er een informele bijeenkomst geweest met de GMR. In september heeft een afvaardiging van de Raad van Toezicht deelgenomen aan een workshop over risico-management. In november heeft de Raad van Toezicht een werkbezoek afgelegd en een studiemiddag gehad met als thema ‘Opbrengstgericht leren’.
7
Bestuursverslag 2011
Daarnaast is er meerdere malen consultatief overleg geweest met het College van Bestuur over de te ontwikkelen strategie voor SKOzoK.
3.3 Organisatiestructuur
Code Goed Bestuur SKOzoK is aangesloten bij de PO-Raad. De Code voor Goed Bestuur, een initiatief van de PO-Raad, is vastgesteld in januari 2010 tijdens de Algemene Ledenvergadering en is in werking getreden per augustus 2010. Deze code is in overeenstemming met de wijzigingen in de WPO inzake de scheiding van toezicht en bestuur en de verbetering van intern toezicht. Wij als SKOzoK volgen deze code vanuit het besef dat goed bestuur bijdraagt aan goed onderwijs voor ieder kind. Goed bestuur is vooral een kwestie van gedrag en cultuur; binnen onderwijsorganisaties moet een cultuur heersen waarin men elkaar aanspreekt op gedrag dat overeenkomt met de leidende principes. In de genoemde code staan vooral uitgangspunten voor goed bestuur centraal, zodat nieuwe plan- en regellast wordt voorkomen en er ruimte is voor de onderwijsorganisatie om de eigen wijze van invulling van die principes te kiezen. Binnen SKOzoK wordt op nagenoeg alle punten voldaan aan de code. Uitzondering is dat de hoogte van de vergoeding voor de leden van de Raad van Toezicht door het College van Bestuur wordt vastgesteld, in plaats van door de Raad van Toezicht zelf (zoals in de Code wordt aangegeven). We hebben besloten deze afwijking te handhaven totdat er voor de sector een beloningsleidraad voor de Raden van Toezicht beschikbaar is. In 2011 heeft in het kader van Goed Bestuur vooral het thema “de horizontale dialoog” op de agenda gestaan; hierover is onder andere gesproken met de directeuren en de Raad van Toezicht.
Bestuursverslag 2011 8
4 Kernactiviteiten 4.1 Missie, visie en identiteit
D Missie
e SKOzoK-scholen vormen een krachtige leeromgeving waarin kinderen en volwassenen uitgedaagd worden om in een positieve sfeer veel te leren.
Visie We verzorgen eigentijds, kwalitatief goed onderwijs, waar de mogelijkheden en interesses van het
kind centraal staan. De leerling leert in dialoog met medeleerlingen, de leerkracht en de omgeving. We bieden een passend onderwijsarrangement aan, zo dicht mogelijk bij huis. SKOzoK is een open en lerende omgeving voor de medewerkers waarin op professionele wijze wordt gewerkt. Dit houdt onder andere in dat we verantwoordelijkheid nemen, afspraken nakomen, voorbeeldgedrag laten zien en elkaar aanspreken. We beogen een proactieve en duurzame samenwerkingsrelatie met ouders, ketenpartners en gemeenten. Onze organisatie wordt gedreven door efficiëntie en effectiviteit om de beschikbare middelen zo goed mogelijk te benutten en daartoe beschikken we over relevante managementinformatie om te kunnen sturen op kwaliteit en continuïteit. We streven ernaar dat ouders een bewuste, positieve keuze maken voor een SKOzoK school.
Identiteit SKOzoK staat voor een brede, levensbeschouwelijke identiteit, gebaseerd op de christelijke normen en waarden.
4.2 Doelen Het Koersplan van SKOzoK, “Samen bloeien”, wordt elk schooljaar vertaald in een jaarplan, dat wij het Kompas noemen. In het Kompas worden per schooljaar de focuspunten omschreven, die zowel op organisatie- als op schoolniveau worden opgepakt. In 2011 hebben we gewerkt aan de focuspunten van 2010-2011 en die van 2011-2012. In het Koersplan zijn voor de planperiode vijf doelstellingen uitgewerkt, te weten: Goed onderwijs De professionele medewerker Optimale samenwerking met de omgeving Intensieve samenwerking binnen SKOzoK Ouders kiezen voor SKOzoK-scholen. Omdat 2011 een jaar is geweest van herstructurering, is voor het schooljaar 2011-2012 het aantal doelstellingen beperkt en hebben we ons vooral gericht op goed onderwijs, de professionele medewerker en de samenwerkende organisatie.
Goed onderwijs Zoals gezegd hebben de opbrengsten van onze scholen onze volle aandacht. Doelstellingen m.b.t. opbrengsten zijn expliciet meegenomen in de managementcontracten met de schoolleiders. Via voortgangsrapportages en het managementdashboard volgen wij dit tussentijds. In 2011 is volop ingezet op het versterken van de focus op opbrengsten binnen de organisatie. Er is vooral ingestoken op het verbeteren van de vaardigheden om resultaten te analyseren en mogelijke interventies in te zetten.
9
Bestuursverslag 2011
Koersplan 2010-2014, de tussenbalans
Het streven is dat alle SKOzoK-scholen beschikken over een basisarrangement van de inspectie. Slechts 1 school heeft begin 2011 het predicaat zwak gekregen, de andere scholen hebben een basisarrangement. In totaal werken in 2011 19 scholen met een verbeterplan dat expliciet is gericht op het verhogen, of het borgen van de opbrengsten. Hieronder bevinden zich scholen waar de onderwijsinspectie risico’s ziet, maar ook scholen die wij zelf, pro-actief, nader willen volgen. Het werken met verbeterplannen leidt in het algemeen tot stijgende (tussen)opbrengsten. Het werken met ParnasSys (o.a. leerlingvolgsysteem) maakt het voor scholen én bestuur gemakkelijker om opbrengsten te volgen en zo nodig bijtijds bij te sturen. Alle SKOzoK-scholen volgen het traject afstemming waarin Handelingsgericht Werken (HGW) centraal staat. De scholen worden getraind door de trainers van het Samenwerkingsverband Valkenswaard en omstreken (SWV). Deze manier van werken stelt scholen in staat op een gedegen manier passend onderwijs vorm te geven én opbrengst gericht te werken. In 2011 zijn de laatste scholen aan de tweejarige training gestart en hebben de eerste scholen de training afgesloten. Gebleken is dat de training feitelijk het begin is van het inslijpen van deze manier van werken. Professionalisering op dit vlak is de komende jaren een continu proces. Tevens is in 2011 een “taalimpuls” voorbereid. In dit traject participeren vooral scholen in de taalarmere gebieden in de grensstreek. Zij kampen met beneden-gemiddelde opbrengsten op het vlak van taal. Deze impuls bestaat uit twee delen; een opbrengstgericht deel dat zich richt op de korte termijn en een woordenschat onderdeel, dat effect zal sorteren op de middellange termijn, breder dan alleen op het gebied van taal. De uitvoering van dit traject vindt plaats in 2012.
De professionele medewerker Door de versterkte focus op opbrengsten hebben we een beter inzicht gekregen op de ontwikkelingsbehoefte binnen SKOzoK. In 2011 is een aanvang gemaakt met het opstellen van een professionaliseringsplan. Aanvankelijk was het de bedoeling om dit te ontwikkelen in een meerjarig project, samen met het Ruud de Moor Centrum. Helaas heeft ook het RdMC te lijden onder bezuinigingen en zijn de meerjarenprojecten geschrapt. In het voorjaar van 2012 ligt een plan klaar dat zich in eerste instantie vooral zal richten op didactische vaardigheden en professioneel werken. In het kader van opbrengstgerichtheid is ook effectieve leertijd een onderwerp. Tijdens de gesprekkencyclus komt dit onderwerp regelmatig aan de orde in voortgangsgesprekken met directies en leerkrachten.
De samenwerkende organisatie Naast de focus op de opbrengsten en de professionaliteit van de medewerkers, hebben we in 2011 vooral veel maatregelen genomen om de organisatie nauwer samen te laten werken. De doelen van de 31 basisscholen vertonen grote gelijkenis, maar in de realisatie ervan is de samenwerking tussen de scholen in het verleden beperkt geweest. Het is ons streven om met behoud van de eigenheid van de verschillende scholen vergaand met elkaar te leren en te werken, zodat we betere kwaliteit leveren en efficiënt en effectief werken. In het volgende hoofdstuk wordt hier nader op ingegaan.
Bestuursverslag 2011 10
5 Belangrijkste resultaten van het gevoerde beleid 5.1 SKOzoK in Balans
D
oor de voortdurende krimp van het leerlingenaantal, was het nodig om een aantal acties in gang te zetten om de organisatie toekomstbestendig te maken. Deze acties waren enerzijds gericht op het professionaliseren van de bedrijfsvoering en anderzijds op het beter benutten van de schaalgrootte van de organisatie. Dit laatste willen wij bereiken door intensievere samenwerking, zowel kwalitatief (opbrengsten van onderwijs, ontwikkelmogelijkheden medewerkers) als kwantitatief (efficiënter en effectiever werken). Over dit pakket aan maatregelen communiceerden we via periodieke nieuwsbrieven naar medewerkers en ouders onder de noemer “SKOzoK in balans”. De belangrijkste acties in dit kader waren: verbeteren van Planning & Control, dit is met name in 2010 in gang gezet, in 2011 hebben we dit verder doorontwikkeld (zie 5.5); aanpassen personele formatie aan het dalende leerlingenaantal via het Sociaal Plan; wijzigen van de organisatiestructuur en onze werkwijze door het herinrichten van het directielandschap en het invoeren van kwaliteitsondersteuners.
Sociaal Plan en mobiliteitscentrum Om het aantal medewerkers weer in balans te brengen met het aantal leerlingen waarvoor wij onderwijs verzorgen, hebben we met de vakbonden begin maart overeenstemming bereikt over een Sociaal Plan. Uitgangspunt was het stimuleren van vrijwillige uitstroom, zodat er geen medewerkers in het risicodragende deel van de formatie geplaatst hoefden te worden. Voor deze gelegenheid is een mobiliteitscentrum opgericht. De adviseur van dit mobiliteitscentrum heeft alle teams geïnformeerd over de mogelijkheden van het Sociaal Plan en heeft vervolgens gesprekken gevoerd met de individuele medewerkers die geïnteresseerd waren om hier gebruik van te maken. Op 15 september hebben we het Sociaal Plan alweer kunnen sluiten, omdat het aantal fte binnen SKOzoK was afgenomen van 460 (peildatum 1 januari) naar 410 (september). In totaal hebben 58 medewerkers gebruik gemaakt van een of meerdere opties in het Sociaal Plan.
De daling van het aantal leerlingen is al vier jaar aan de gang en zal de komende jaren nog verder doorzetten. In 2006 telden onze scholen gemiddeld 229 leerlingen; in 2014 bezoeken nog maar gemiddeld 185 leerlingen een school. Dat is een afname van 20%. Het aansturingsmodel van de organisatie was de afgelopen jaren niet gewijzigd. Vrijwel iedere school had sinds jaar en dag een eigen directeur die met zijn/haar team de school zo goed mogelijk laat functioneren. De school had meestal vrij weinig contact en binding met andere scholen. Het bestuur en de beperkte staf stuurden en faciliteerden op een aantal onderdelen in het secundaire proces, maar er was nauwelijks sturing en facilitering op het primaire proces. Hierdoor is er een prachtig kleurenpalet binnen het SKOzoK-landschap ontstaan, maar maakten we onvoldoende gebruik van onze schaalgrootte. Hier is nog veel winst te halen. Zo stonden steeds meer directeuren een deel van de week voor de klas en werden taken op het gebied van ICT en Interne Begeleiding teveel versnipperd. We zien de te behalen winst niet alleen in termen van efficiënt werken en kostenbesparing, maar zeker ook in het verbeteren van de kwaliteit van ons onderwijs en het bieden van ontwikkelkansen aan onze medewerkers. 11
Bestuursverslag 2011
Wijzigingen in de organisatiestructuur
Wij willen diversiteit in onderwijs bieden binnen ons werkgebied en tegelijkertijd de beschikbare middelen zo goed mogelijk besteden. We willen dit bereiken door beter gebruik te maken van elkaars kwaliteiten door samen te leren en samen te werken. Dat is het uitgangspunt voor de wijzigingen in de organisatiestructuur van SKOzoK, die wij in 2011 hebben opgestart op het gebied van directie en kwaliteitsondersteuning.
Herinrichting directielandschap SKOzoK heeft behoefte aan meer focus en meer samenwerking in de aansturing van de teams op de scholen. Het takenpakket van een directeur was in de praktijk zo breed, dat het afleidde van de kerntaken. Bovendien daalt het aantal leerlingen per school sterk, waardoor de inzet van de directeur relatief duur werd. Er was bovendien sprake van grote overlap in de taken van de collegadirecteuren; door meer gebruik te maken van elkaars kwaliteiten, kan meer tijd aan de kerntaken worden besteed. Een werkgroep bestaande uit vijf schooldirecteuren, een lid van de GMR en het CvB is aan de slag gegaan om het directielandschap opnieuw in te richten. Onderwerp van gesprek waren onder meer de kerntaken, de verdeling van scholen over de directies, de mogelijkheden tot taakverlichting, de voorwaarden en de planning van de implementatie. De opbrengst van de werkgroep is via de regioberaden en in twee plenaire directieberaden aan directeuren voorgelegd. De GMR heeft ingestemd met het plan. Het resultaat is dat binnen ons werkgebied 15 logische clusters van scholen zijn vastgesteld. Voor ieder cluster (variërend van 1-3 scholen, afhankelijk van het leerlingenaantal) wordt één directeur eindverantwoordelijk. Focus komt te liggen op leiding en sturing geven aan onderwijs, het team en de organisatie van de school; andere taken worden zo mogelijk anders georganiseerd. In het kader van taakverlichting van de directie wordt sinds augustus de vervanging van leerkrachten al centraal georganiseerd door het P-Centrum. Bovendien is een dashboard geïntroduceerd om de verantwoording te vereenvoudigen en zijn er diverse procesverbeteringen doorgevoerd, waardoor de administratieve last op de scholen aanzienlijk is teruggebracht. Het nieuwe directielandschap wordt geleidelijk aan ingevoerd; per augustus 2013 zal het volledig geïmplementeerd zijn. Ultimo 2011 waren er al acht directeuren (al dan niet tijdelijk) verantwoordelijk voor meer dan een school.
Bestuursverslag 2011
Per gemeente worden de scholen als volgt geclusterd (zie ook kaartje):
12
Clustering van scholen
Stan Schilleman en Christ Mandigers, directeuren: “In 2011 is er een nieuw fenomeen gerealiseerd binnen ons directielandschap. Scholen werden, binnen de bestaande regio’s, geclusterd met als achterliggende gedachte een herorganisatie van aansturing. Een scholencluster, bestaande uit twee of soms drie scholen, zal het in de nabije of zeer nabije toekomst met één directie gaan doen. De “zeer nabije toekomst” betekent dat er op dit moment al clusters worden aangestuurd volgens dit nieuwe model, en er hard gewerkt wordt om deze stevige handen en voeten te geven. Welnu, handen en voeten heeft een directeur al, maar het is dus zaak dat hij een over paar behoorlijke steunzolen moet kunnen gaan beschikken. Platvoetindianen functioneren slechts in sprookjes… De toekomst schreeuwt om stevig onderwijskundig leiderschap, daar ligt ook de eerste verantwoordelijkheid van de directeur. Directieondersteuners met een doordacht en goed beschreven takenpakket zijn hierbij onontbeerlijk, alleen al om de onderwijskundige leider niet door zijn voeten te laten zakken.”
Gemeente Bergeijk 1
De Klepper, St. Gerardus
2
Beisterveld, St. Bernardus
3
Thomas van Aquino, Pr. Beatrix, St. Jozef
4
De Ster, St. Willibrordus
Gemeente Waalre 5
De Wilderen
6
De Drijfveer, St. Christoffel
Gemeente Valkenswaard 7
Schepelweyen
8
Agnetendal, St. Martinus
9
De Pionier, St. Servatius
10
De Zonnewijzer, De Windroos, De Dorenhagen
11
De Smelen, De Vlaswiek
Gemeente Heeze-Leende 12
De Triangel, St. Jan, De Talententoren
Gemeente Cranendonck 13
De Stapsteen, St. Joan
14
De Schatkist, De Boogurt
15
De Wereldwijzer, St. Andreas
Naast het beter benutten van de kwaliteiten van onze directeuren, zagen wij ook een dringende behoefte om de teams op de scholen beter te ondersteunen op het gebied van zorg en kwaliteit. Daartoe hebben we besloten om de kwaliteitsondersteuning op gemeenschappelijk niveau te gaan organiseren, zodat grensoverschrijdende samenwerking wordt gestimuleerd, er beter gebruik gemaakt kan worden van aanwezige expertise, er meer flexibiliteit mogelijk is als de situatie daar om vraagt. Een werkgroep bestaande uit drie Intern Begeleiders, twee schooldirecteuren, een stafmedewerker en het CvB is met de uitwerking hiervan aan de slag gegaan. Onderwerp van gesprek waren onder meer de taken en profiel van de kwaliteitsondersteuner in samenhang met taken van leerkracht en directeur, de organisatie (waaronder verdeling van de capaciteit) en aansturing en de planning van de implementatie. Daarnaast is er een “tegenleesgroep” gevormd die via mail en een werksessie meedachten met de werkgroep. In deze groep participeerden zeven Intern Begeleiders, drie collega’s van het SWV en één schooldirecteur. Ook zijn de opbrengsten met alle schooldirecteuren besproken en hebben zij een bijdrage geleverd aan dit beleidsplan. Tenslotte is met de huidige IB’ers een bijeenkomst belegd om de ideeën nader toe te lichten en eventueel nog aanvullende tips uit deze groep mee te krijgen. De GMR heeft ingestemd met het plan.
13
Bestuursverslag 2011
Organisatie van Kwaliteitsondersteuning
Het resultaat is dat er vanaf augustus 16 Kwaliteitsondersteuners de scholen binnen SKOzoK ondersteunen. Deze organisatiewijziging is dus in hoog tempo geïmplementeerd. We hebben hiervoor gekozen omdat de noodzaak van een kwaliteitsimpuls overduidelijk aanwezig was na analyse van de onderwijskwaliteit aan de hand van meetbare gegevens. De kwaliteitsondersteuners werken in duo’s of trio’s en bedienen zo als generalist “in de eerste lijn” een groep van scholen. Daarnaast hebben ze specifieke taken vanuit een specialisme en/of taken op gemeenschappelijk niveau. De coördinatie is in handen van een primus interparis, één van de kwaliteitsondersteuners. Zij rapporteert rechtstreeks aan het CvB. In de korte tijd dat de Kwaliteitsondersteuners actief zijn, is duidelijk geworden dat de noodzaak tot een bepaalde mate van standaardisering groot is. Hier is dan ook direct een start mee gemaakt, bijvoorbeeld op het gebied van de toetskalender, beleid voor OND-kinderen (overgang groep 2-3), het Ontwikkelingsperspectief en meer eenduidigheid in de zorgstructuur. Daarnaast ondersteunen zij hun scholen o.a. door het houden van groepsbezoeken en het bespreken van de toetsresultaten op groeps- en schoolniveau.
Tonnie van Geel, kwaliteitsondersteuner: “In augustus 2011 is een enthousiaste groep kwaliteitsondersteuners aan de slag gegaan op onze scholen. Allemaal meer dan gemotiveerd om de handen uit de mouwen te steken. Ons gezamenlijk doel is de kwaliteit van ons onderwijs een positieve impuls te geven. We komen van alles tegen op ons professionele pad en daarom soms ook handen te kort. Tijdens onze plenaire bijeenkomsten kijken we dan ook samen hoe we zo opbrengstgericht mogelijk de handen in een kunnen slaan en waar onze speerpunten liggen. Op deze manier profiteren we van elkaars kwaliteiten en merken we dat vele handen het werk wat lichter maken. Ons doel is om de leerkracht sterker te maken niet om haar/hem werk uit handen te nemen maar door samen te kijken wat er nodig is voor onze kinderen. Op deze manier houdt de leerkracht de teugels in eigen handen en groeit de kwaliteit van ons onderwijs. Ontwikkeling en samenwerking gaan hand in hand. Met een positief gevoel kijken we dan ook naar 2012.”
5.2 Opbrengsten Inspectie van het Onderwijs Begin 2011 is helaas één van onze scholen door de inspectie als zwak beoordeeld. Om het tij op deze school te keren, heeft o.a. een directiewisseling plaatsgevonden. Vanaf dat moment is de school met een verbeterplan aan de slag gegaan om planmatig verbeteringen door te voeren om de opbrengsten weer op niveau te brengen. De overige 30 scholen hebben een basisarrangement.
Bestuursverslag 2011
Bij het bestuursgesprek met de inspectie zijn acht scholen benoemd waarbij sprake is van attendering, vier scholen met een risico en één school met een groot risico. Attendering betekent dat er nog geen sprake is van een risico, maar dat er wel zaken zijn die extra aandacht behoeven om risico’s te voorkomen. Dat scholen een risico hebben, kan betekenen dat er bijvoorbeeld sprake is van sterk schommelende eindopbrengsten, of dat er veel kinderen uitstromen naar een lager niveau dan op grond van de populatie verwacht zou worden. Ook hier moet nadrukkelijk aandacht worden geschonken aan de kwaliteit en inhoud van het onderwijs. Bij de scholen met een groot risico zijn de eindopbrengsten van groep 8 twee maal in de laatste drie jaar significant lager dan op grond van de populatie mag worden verwacht. Al deze scholen werken al met verbeterplannen. Daarnaast hebben we pro-actief nog vijf scholen gevraagd eveneens een 14
verbeterplan op te stellen, om te voorkomen dat zij in het risicogebied van opbrengsten terechtkomen. Alle scholen die met een verbeterplan werken, rapporteren tussentijds over de vorderingen, waarna zo nodig bijstelling van de plannen plaatsvindt. In totaal werken 19 scholen met een verbeterplan. De revenuen van deze verbeterplannen worden langzaam zichtbaar in de tussenopbrengsten. Door nadrukkelijker te sturen op opbrengstgerichtheid, onder andere door het werken volgens het principe van Handelingsgericht Werken (HGW), zien we een gestage stijging op de meeste scholen. Met name het bewustzijn bij directies en leerkrachten om meer opbrengstgericht te werken, vergroot de kans op succes. Met ingang van 1 augustus 2011 zijn de normen voor de tussenopbrengsten, waaraan scholen moeten voldoen, door de Inspectie van het Onderwijs verhoogd.
Eindopbrengsten Op grond van de in 2011 vigerende beoordelingssystematiek van eindopbrengsten (gecorrigeerd schoolrapport voor leerlinggewicht) zien we over de afgelopen drie jaren het volgende beeld. 540 538 536 SKOzoK 534
Landelijk
532 530 2009
2010
2011
In 2011 zet de dalende tendens in eindopbrengsten nog door. De effecten van het nadrukkelijker sturen op opbrengsten zien we in dit jaar dus nog niet terug in de eindopbrengsten. In 2012 zijn de effecten wel zichtbaar: de opwaartse trend die wij bij de tussenopbrengsten zien, is dan ook zichtbaar in de Cito-Eindtoets.
5.3 Leerlingaantallen De ingezette krimp in leerlingaantallen heeft zich ook dit jaar verder doorgezet. Op 1 oktober 2011 bezochten 6.247 leerlingen onze scholen. Dit is 3,7 % minder dan het schooljaar ervoor.
Bestuursverslag 2011
Leerlingaantal Mutatie in aantallen Mutatie in %
1-okt-07 1-okt-08 1-okt-09 1-okt-10 1-okt-11 7.034 6.782 6.691 6.488 6.247 -59 -252 -91 -203 -241 -0,8 -3,6 -1,3 -3,0 -3,7
Leerlingaantal 7.200 7.000 6.800 6.600 6.400 6.200 6.000 5.800 1-okt-0 7
1-okt-08
1-okt-09
15
1-okt-10
1-okt-11
5.4 Personeel Personele bezetting FTE (peildatum 1 oktober) Directeur (incl. adjunct directeur) Onderwijzend Personeel Onderwijsondersteunend Personeel (incl KO) Totaal
2008 45 396 50 491
2009 47 388 49 484
2010 45 359 49 453
2011 37 314 59 410
Uiteraard betekent fors minder leerlingen ook fors minder inkomsten. In het schooljaar 2010-2011 is ons personeelsbestand hier op aangepast, met name via het eerder genoemde Sociaal Plan. Na een afname van 6 % in 2010, is het personeelsbestand in 2011 met nog eens 9 % gedaald. De afname van 15% in twee jaar was nodig om weer balans te krijgen in het aantal medewerkers ten opzichte van het aantal leerlingen. SKOzoK heeft in 2011 een plan gemaakt om de organisatie in te richten en toe te rusten op de verdere krimp van het aantal leerlingen op onze scholen. De insteek is om als organisatie beter gebruik te maken van onze schaalgrootte. De organisatie zet nadrukkelijk in op verdergaande samenwerking tussen de scholen en de directeuren onderling. In dat kader is gestart met de herverdeling van de directiecapaciteit over 15 clusters. Voorts heeft in 2011 een herinrichting van de zorgstructuur plaatsgevonden door de aanstelling van kwaliteitsondersteuners op gemeenschappelijk niveau. Om de vervangersproblematiek beter te ondervangen is per 1 augustus 2011 het P-centrum gestart; vervangingen worden sinds die tijd centraal gecoördineerd. Op gemeenschappelijk niveau vindt er periodiek afstemming plaats tussen realisatie en begroting van de personele bezetting. Directeuren controleren de bezetting op schoolniveau. Bij een afwijking tussen realisatie en begroting geeft de directeur een toelichting en worden zo nodig maatregelen genomen.
Leeftijdsopbouw per 1 oktober 2011
2011 0-25 jaar 25-35 jaar 35-45 jaar 45-55 jaar 55-60 jaar 60-100 jaar Totaal
0-25 25-35 35-45 45-55 55-60 60-100
aantal 22 160 109 160 107 68 626
% 3,5 25,5 17,5 25,5 17,1 10,9 100
Bestuursverslag 2011
Uit de leeftijdsopbouw van het personeel blijkt dat de getotaliseerde segmenten 45 jaar en ouder, bijna de helft van ons totale personeelsbestand beslaat en dat meer dan een kwart van onze medewerkers 55+ is. Het aantal jonge, startende medewerkers heeft een gering aandeel in de totale populatie. Circa 30 % van onze medewerkers is jonger dan 36 jaar.
Opbouw personeel naar geslacht Geslacht Man Vrouw Totaal
2008 130 552 682
% 19,1 80,9 100
2009 127 545 672
16
% 18,9 81,1 100
2010 121 538 659
% 18,4 81,6 100
2011 100 526 626
% 16,0 84,0 100
De (landelijke) trend ten aanzien van de feminisering van het onderwijs zet zich ook bij SKOzoK onverminderd voort. Omdat vooral in de hoogste leeftijdscategorie relatief veel mannen voorkomen, zal de man/vrouw verhouding de komende jaren nog schever worden.
Ziekteverzuim Ziekteverzuim Verzuimpercentage % Meldingsfrequentie Gem. verzuimduur in dagen
2007 6,9 1.6 11
2008 6,7 1.4 12
2009 5,7 1.3 13
2010 4,4 1.0 18
2011 6,5 1.0 20
Het ziekteverzuim is in een jaar tijd beduidend hoger geworden. De belangrijkste oorzaak hiervoor is het langdurig verzuim. Die stijging zien we overigens ook in het landelijke beeld bij de sector Primair Onderwijs in 2011. Duidelijk mag zijn dat we hier in 2012 de nodige aandacht aan zullen besteden.
Functiemix In 2011 is SKOzoK gestart met de tweede tranche van het toepassen van de functiemix voor leerkrachten. De directeuren gaan daarmee onderscheid maken in de beloning van leerkrachten door een aantal leerkrachten te bevorderen van de LA- naar de LB-salarisschaal. Bij de beoordeling is het belangrijk om transparant te zijn over de motivatie om al dan niet te bevorderen. Er zijn verschillende bijeenkomsten met directeuren georganiseerd om het gezamenlijke referentiekader aan te scherpen, zodat elke directeur zorgvuldig de selectie kan maken. Met ingang van 1 augustus 2011 is op onze reguliere basisscholen 43 fte ingeschaald in de LB-schaal. Dit is 14 % van het onderwijzend personeel. Het landelijk vastgestelde streefpercentage bedroeg 16 %. In 2012 gaat SKOzoK verder met de derde tranche van de LB-benoemingen.
Scholing In 2011 heeft ook weer scholing plaatsgevonden. De meeste scholingsactiviteiten worden geïnitieerd op schoolniveau. Op SKOzoK-niveau hebben 12 medewerkers ISO 1 afgerond en 6 medewerkers ISO 2. In 2011 zijn 8 leerkrachten gestart met ISO 3. 39 medewerkers hebben deelgenomen aan een herhalingscursus BHV. Acht schoolcontactpersonen, die zich bezighouden met de behandeling van klachten, hebben de cursus “Omgaan met spannende klachtsituaties” gevolgd.
Mobiliteit Bij de jaarlijkse vrijwillige mobiliteitsinventarisatie over 2011 meldden zich 20 collega’s. De redenen voor mobiliteit zijn zeer uiteenlopend. Aangezien er geen vacatureruimte door de formatiekrimp beschikbaar was, vond mobiliteit vooral plaats door de ‘oversteekmogelijkheden’ tussen de collega’s onderling te benutten. Op die manier konden 8 collega’s van werkplek veranderen.
Klachten BAPO De deelname aan de BAPO-regeling lijkt stabiel te blijven. Het BAPO-verlof en de hiermee gepaard gaande kosten zijn echter niet in overeenstemming met het normbedrag waarmee in de lumpsumvergoeding personeel rekening is gehouden. Het verschil tussen de zogenaamde normvergoeding BAPO en de werkelijke kosten in verband met BAPO bedraagt ca. € 321.000. Dit heeft tot gevolg dat SKOzoK ruim 5,3 fte onderwijzend personeel minder in kan zetten om de meerkosten van BAPO te kunnen bekostigen. Gezien de opbouw van het personeel ligt het niet voor de hand dat dit op korte termijn kan worden opgelost.
17
Bestuursverslag 2011
In 2011 waren er drie klachten, waarvan er een voor de Landelijke Klachtencommissie is behandeld.
P-Centrum In september 2011 is het P-Centrum van start gegaan. SKOzoK en collega-bestuur Veldvest hebben de handen ineen geslagen om samen de vervangingsproblematiek aan te pakken. In het verleden was elke school bezig met het zoeken van vervangers. Dit was een zeer tijdrovende klus. Alle scholen belden hetzelfde lijstje met vervangers die dan vaak al elders waren ingezet en derhalve niet meer beschikbaar waren. Door de vervangingen centraal te gaan regelen, zou er nog maar één persoon belast zijn met deze taak. Wij hebben hiervoor een systeem aangeschaft, zodat dit proces gestructureerd kan verlopen. Directeuren en administratief medewerkers werden in juni 2011 geïnformeerd over de werkwijze van het P-Centrum en de database met vervangers werd gevuld, zodat we direct vanaf het begin van het schooljaar 2011-2012 konden starten. In korte tijd is het systeem al aardig geïntegreerd bij onze vervangers en directeuren. Vervangers worden nog maar één keer benaderd en optimaal ingezet. Daarnaast is het monitoren om verplichtingen aan vervangers te voorkomen van groot belang in deze tijden van krimp. Door de samenwerking met Veldvest hoeven we goede vervangers niet te laten schieten, omdat SKOzoK hen op het moment geen vaste baan kan bieden, maar kunnen zij ondergebracht worden bij Veldvest.
Ben van Dooren, directeur: “Als je SKOzoK-directeuren gevraagd zou hebben om een top 3 te maken van zaken die hen frustreerden, dan zou daar zeker bij hebben gestaan: het regelen van vervanging. Het kostte hen vaak veel te veel tijd om, gebruik makende van een lijst met namen/telefoonnummers, een vervanging te regelen. Regelmatig kwam het voor dat na 1 á 2 uur bellen geconcludeerd moest worden dat er geen vervangers beschikbaar waren. De invoering van het P-Centrum was een grote stap naar verbetering. Al snel werden de vele voordelen duidelijk, o.a.: een eenvoudige en snelle aanvraag via internet; mogelijkheden m.b.t. het doorgeven van wensen, vragen, mutaties; een snelle reactie door de coördinator vanuit het P-Centrum; een hoog percentage van gerealiseerde vervangingen. Door de introductie van het P-centrum behoren tijdverlies en administratieve rompslomp voor zowel directeuren als administratiekantoor en P&O tot het verleden. De introductie van het P-centrum is een prima voorbeeld van “ontzorging” van directeuren en administratief medewerkers van scholen en organisatie.”
5.5 Planning en Control
Bestuursverslag 2011
Het onderwerp ‘Planning en Control’ heeft in het jaar 2011 (opnieuw) de nodige aandacht gekregen. De basis hiervoor vormt het financieel beleidsplan over de periode 2010-2014, dat in december 2010 is vastgesteld. De planperiode bestrijkt nu een zelfde periode als het strategisch beleidsplan, bij SKOzoK Koersplan genaamd.
Risico-analyse In 2010 is er voor de eerste maal een risicoanalyse uitgevoerd. Destijds is besloten om deze risicoanalyse jaarlijks uit te voeren, zodat bij het bepalen van beleid en het monitoren en bijsturen van de opbrengsten, steeds gebruik gemaakt kan worden van de meest actuele inzichten in dit kader. In 2011 is er een aanvang gemaakt met een nieuwe risicoanalyse. Er is inzicht ontstaan in de huidige risico’s, waarbij een top 10 van risico’s is geïdentificeerd. In het voorjaar van 2012 wordt dit verder uitgewerkt: ieder risico wordt gescoord op kans van optreden en de impact ervan op de organisatie.
18
Op deze wijze ontstaat er een nadere prioritering van risico’s. Bovendien zal in 2012 aan de belangrijkste geïdentificeerde risico’s een aantal beheersmaatregelen en een “risico-eigenaar” worden gekoppeld. De bij dit traject betrokken actoren zijn afkomstig uit diverse geledingen: Raad van Toezicht, College van Bestuur, stafmedewerkers, directeuren, kwaliteitsondersteuning en GMR (ouder- en personeelsgeleding). Op deze wijze is naar ons idee het identificeren van de juiste risico’s én het integreren van de hiermee samenhangende beheersmaatregelen het beste gewaarborgd.
Meerjarenbegroting In het najaar van 2011 is de meerjarenbegroting 2012-2015 tot stand gekomen. De in de eerste meerjarenbegroting (2011-2014) opgenomen uitgangspunten zijn gestaafd aan de hand van gerealiseerde gegevens. Daar waar nodig zijn uitgangspunten aangepast aan nieuwe inzichten die zijn opgedaan vanuit deze analyse. Uit de meerjarenbegroting blijkt dat we wat betreft het financiële aspect op de goede weg zitten, de lasten komen meer in evenwicht met de baten. Wij voorzien dat de jaren 2012 en 2013 nog met een (gering) negatief exploitatiesaldo afgesloten wordt. Vanaf 2014 zouden we, uitgaande van de meerjarenbegroting, weer positief moeten kunnen afsluiten. Een belangrijke oorzaak voor het nog niet in balans zijn van de lasten met de baten, heeft te maken met het sterk dalende leerlingaantal. Voor het maken van meerjarenbegrotingen gaan wij uit van een prognose van het leerlingaantal. De werkelijke leerlingaantallen wijken hier in negatieve zin van af, zodat plannen weer bijgesteld moeten worden. Het effect van een aantal scenario’s, waaronder de afwijking van het leerlingaantal, wordt ook in meerjarig perspectief geplaatst en in de meerjarenbegroting vermeld. Hierbij is gekeken naar het effect van een aantal variabelen op het vermogen, het resultaat en een aantal kengetallen.
Jaarbegroting De jaarbegroting 2011 is goedgekeurd door de Raad van Toezicht in februari 2011. In de begroting is rekening gehouden met het gegeven dat er al gesprekken gaande waren met de vakbonden over het afsluiten van een sociaal plan. Het jaar 2011 is hiermee als een bijzonder jaar te beschouwen.
In het voorjaar van 2011 is het allocatiemodel voor het onderwijzend personeel opgesteld betreffende het schooljaar 2011-2012. Hiermee was al in april 2011 het formatiebudget voor Onderwijzend Personeel (OP) voor het volgende schooljaar bekend. In de maanden erna bleek dat, als gevolg van personeel dat vanaf 1 augustus 2011 (of later) gebruik ging maken van het sociaal plan én de hoeveelheid tijdelijke contracten die per einde schooljaar afliepen, er een discrepantie ging ontstaan tussen het formatiebudget volgens allocatiemodel en de beschikbare OP-capaciteit. Met de vakbonden is overeengekomen om alsnog 5 fte op tijdelijke basis aan onze organisatie te binden. Vanuit deze ervaring is (nog meer) de informatiebehoefte ten aanzien van personele toekomstige verplichtingen duidelijk geworden. Samen met het administratiekantoor werken wij er aan om hier beter zicht én grip op te krijgen. Bij de verdeling van het formatiebudget voor onderwijzend personeel (OP) is in het schooljaar 2011-2012 uitgegaan van 21,9 leerlingen op 1 fte OP.
Financieel verslag Aan de hand van een afstemming tussen begroting en realisatie is driemaal tussentijds een financieel verslag op stichtingsniveau opgesteld: over de eerste 3 maanden, de eerste 4 maanden en de eerste 7 maanden van 2011. Dit is niet geheel conform de afspraken zoals opgenomen in de P&C-cyclus. De rapportage over de eerste 4 maanden is behandeld in een (reguliere) vergadering van de Raad van Toezicht, 19
Bestuursverslag 2011
Formatieplanning onderwijzend personeel
waarbij dit extra rapport is opgesteld, omdat een langere verantwoordingsperiode al wat meer inzicht geeft in de prognose over het gehele jaar. In het najaar zijn de resultaten over de eerste 9 maanden van het jaar besproken; verder is er prioriteit gegeven aan het opstellen van de meerjarenbegroting. Directeuren hebben tussentijds viermaal verantwoording afgelegd aan het College van Bestuur, dit aan de hand van het dashboard. Hierover is meer te lezen in de paragraaf ‘informatievoorziening’.
Interim-controle In 2010 is er een interim-controle uitgevoerd door de accountant. Er is besloten om deze interim-controle tweejaarlijks uit te laten voeren, om voldoende gelegenheid te hebben om de conclusies en de aanbevelingen te incorporeren in de planning- en controlcyclus. De conclusie van de interim-controle was dat de planning- en controlcyclus aanzienlijk is doorontwikkeld. De volgende aanbevelingen zijn in 2011 ter hand genomen cq. is een aanvang mee gemaakt: opstellen meerjarenbegroting, inclusief koppeling risicoparagraaf met risicoanalyse, verbeteringen risicomanagement, opstellen aanbestedingskalender, vastleggen (financiële) processen, opheffen BAPOvoorziening en aanpassen treasurystatuut. De volgende aanbevelingen worden de komende periode verder uitgewerkt: verdere borging van (kwaliteit) dashboardinstrumentarium, voeren van verplichtingenadministratie (> € 5.000), vastleggen (financiële en personeels-)processen, opstellen inkoop- en aanbestedingsbeleid en aanbevelingen commissie Don vertalen naar eigen situatie.
Jaarrekening Het laatste rapportagemoment als onderdeel van de P&C-cyclus betreft de jaarrekening. In de voorliggende jaarrekening (inclusief bestuursverslag) wordt extern verantwoording afgelegd aan het ministerie van OCW. De documenten zijn echter ook beschikbaar voor andere belanghebbenden en belangstellenden. De jaarrekening zal worden opgenomen op het openbare gedeelte van onze website. Deze publicatie wordt onder onze relaties onder de aandacht gebracht. Jaarlijks worden de in de (meerjaren-)begroting opgenomen uitgangspunten gestaafd met de realisatie. De nieuwe inzichten worden meegenomen bij het volgende begrotingsproces. Dit kan leiden tot een (meerjaren-)begroting met bijgestelde uitgangspunten/kaders. Ook kunnen nieuwe inzichten leiden tot nieuwe uitgangspunten betreffende het financieel beleidsplan. Op deze iteratieve werkwijze wordt bij SKOzoK verder gewerkt aan een ‘onderwijsorganisatie in control’.
Informatievoorziening
Bestuursverslag 2011
In 2010 zijn wij gestart met het project ‘Informatievoorziening’. Doel van dit project was om uitgaande van de (strategische) doelstellingen van de organisatie de sturingsvariabelen te definiëren en in samenhang hiermee de informatiebehoefte te bepalen. In het jaar 2010 is de focus vooral hierop gericht geweest. Om de organisatie (blijvend) beter in control te houden, is er in 2011 geïnvesteerd in de implementatie van een toepassing, een dashboard, om de sturingsvariabelen in de grip te houden. In het dashboard is een aantal indicatoren opgenomen, waarbij periodiek de realisatie zichtbaar afgestemd kan worden met de vastgestelde norm. Het dashboard kenmerkt de integrale benadering van de wijze waarop wij de resultaten op stichtingsniveau willen monitoren. De resultaten zijn onder te brengen in een viertal aandachtsgebieden te weten: financiën, personeel, leerlingen en focus/ ontwikkeling. In de planning- en controlcyclus is opgenomen dat er op een viertal momenten op basis van het dashboard verantwoording wordt afgelegd door de directeuren aan het College van Bestuur. In 2011 heeft dit ook plaatsgevonden. Iedere periode kent hierbij een aantal specifieke 20
aandachtsgebieden. Zo dient in de rapportage in de maand maart specifiek aandacht besteed te worden aan de resultaten behaald op de afname van de middentoetsen. In de maand november is specifiek aandacht gevraagd voor de voortgang ten aanzien van de focuspunten die over het schooljaar 2011-2012 zijn vastgesteld. In alle rapportages komen de aandachtsgebieden financiën en personeel terug. Het werken met een dashboard en het analyseren van de gegevens, wordt door de directeuren nog als lastig ervaren. De inspanningen in 2012 zijn er dan ook o.a. op gericht om het werken met het dashboard meer gemeengoed te laten worden. Een randvoorwaarde voor het meer laten inbedden van deze toepassing betreft de juistheid en de volledigheid van de in het dashboard opgenomen informatie. Ook ten aanzien van dit aspect zal er in 2012 de nodige inspanning gepleegd moeten worden om de betrouwbaarheid van de informatie beter te borgen. In navolging op de implementatie van het dashboard, is er een aanvang gemaakt met het definiëren van de bedrijfs-kritische processen. In samenwerking met het administratiekantoor zijn wij in 2011 gestart met het (eventueel) herformuleren van een deel van de processen en het beschrijven ervan.
Europese aanbesteding In 2010 hebben wij een Europees aanbestedingstraject voor energie (gas en elektra) doorlopen. Wij zijn daarbij ondersteund door een extern bureau. Er waren na publicatie van de opdracht twee inschrijvingen, waarvan er één ongeldig bleek. De opdracht is derhalve gegund aan de enige geldige inschrijving. Vanaf 1 januari 2011 tot 1 januari 2014 nemen wij energie af bij E.on. In 2011 is er een aanbestedingskalender opgesteld. Na energie staat het aanbesteden van schoonmaak op de kalender. In de loop van 2011 is er een begin gemaakt met het aanbestedingstraject. Om aan te sluiten op een natuurlijk moment in het schooljaar, heeft de publicatie van de opdracht plaatsgevonden in februari 2012, zal de gunning plaatsvinden in april 2012 en vangen de werkzaamheden in dit kader aan per 1 augustus 2012.
21
Bestuursverslag 2011
Onderstaand is ter illustratie een print van het dashboard weergegeven van het aandachtsgebied ‘leerlingen’ over het jaar 2011.
5.6 Kwaliteit Ontwikkelingen als gevolg van in- of externe kwaliteitszorg Netwerk Onderwijs SKOzoK kent sinds enkele jaren een Netwerk Onderwijs (voorheen Netwerk Kwaliteit). In dit netwerk hebben directeuren uit de drie regio’s zitting, alsmede een lid van het College van Bestuur en een stafmedewerker. In de eerste helft van 2011 kwam het netwerk eenmaal per twee maanden bij elkaar. Met de komst van de kwaliteitsondersteuners (KO) is de frequentie verhoogd tot maandelijks, omdat dit netwerk tevens als klankbord fungeert voor de KO. In 2011 heeft het netwerk in samenwerking met het Samenwerkingsverband (SWV) opnieuw de toetskalender opgesteld. Deze kalender omvat de door organisatie verplicht gestelde niet-methode gebonden toetsen. Iedere school dient dus deze toetsen, op een vastgestelde tijd en conform de handleiding, af te nemen. Dit is een belangrijke kwaliteitsslag om zo betrouwbaar mogelijke gegevens te verzamelen en de opbrengsten van de scholen te kunnen vergelijken. Er is verder een aanvang gemaakt met het ontwikkelen van een uniform zorgplan voor de SKOzoK-scholen, dat volledig in lijn is met HGW. Vanuit het netwerk zijn ook dit jaar de tevredenheidsmetingen begeleid.
Tevredenheidsmetingen SKOzoK werkt sinds enkele jaren samen met Scholen met Succes bij het uitvoeren van tevredenheidsmetingen. Personeel dat direct betrokken is bij het primaire proces wordt jaarlijks benaderd voor deze meting en ouders en leerlingen van de groepen 5 tot en met 8 óm het jaar. In het voorjaar van 2011 heeft de meting plaatsgevonden onder alle drie de groepen. Tevredenheid leerlingen De leerlingen op de SKOzoK-scholen geven gemiddeld een 8 voor de school, het landelijk gemiddelde is 8,1. Het meest tevreden zijn onze leerlingen over kunstzinnige oriëntatie en het contact dat ze met de leerkracht hebben. De algemene tevredenheid scoort een 9. Het minst tevreden zijn ze over het vak wereldoriëntatie en over rekenen en taal. De leerlingen van SKOzoK scoren nauwelijks afwijkend van de landelijke referentiegroep. Tevredenheid ouders Ouders geven gemiddeld een 7,3 voor de school van hun kind. Het landelijk gemiddelde is 7, 5, daar zitten we dus net onder. Ouders geven aan het minst tevreden te zijn over de omgeving van de school. Het meest tevreden is men over de leerkracht. Ook landelijk gezien zijn dit de laagst en hoogst scorende rubrieken in de ouderpeiling.
Bestuursverslag 2011
Tevredenheid personeel Het algemene rapportcijfer dat SKOzoK-collega’s geven aan de school waarop zij werkzaam zijn is een 7,5. De landelijke referentiegroep scoort een 7,6. Nauwelijks verschillend dus. Zowel landelijk als bij SKOzoK zijn de medewerkers het meest tevreden over het pedagogisch klimaat dat op hun school heerst. Werkklimaat en secundaire arbeidsvoorwaarden ziet men als verbeterpunten. Ook dit komt overeen met het landelijke beeld.
Project “Afstemming” In 2011 hebben de eerste drie scholen de door het SWV verzorgde tweejarige training afgerond. Afstemming is het traject dat alle scholen doorlopen om vorm te kunnen geven aan Passend Onderwijs. De laatste zes scholen zijn gestart in 2010. Zij zullen in 2012-2013 de training volledig doorlopen hebben. Nu de eerste scholen de trainingen hebben afgerond, blijkt dat nog niet overal het werken volgens de principes van HGW goed is geïmplementeerd. In het op te stellen 22
professionaliseringsplan zal hierop worden geanticipeerd en bieden we specifiek op didactiek gerichte onderdelen aan, die leerkrachten moeten ondersteunen om heldere doelen te stellen bij hun onderwijs. Heldere en haalbare doelen stellen is een belangrijke vereiste binnen HGW, maar ook voor het vergroten van de opbrengstgerichtheid van het onderwijs.
Marjet van Poppel, directeur en trainer project Afstemming: “Het zou kunnen zijn dat er ’n bijeenkomst over de jaarwisseling is getild, maar in principe hebben alle SKozOK-scholen de 2e jaar teamtrainingen in handelingsgericht werken in 2011 afgesloten. Sommige scholen hebben er voor gekozen om het trainerstraject eigen handen en voeten te geven. De meeste scholen hebben bij alles samen met de trainer de handen uit de mouwen gestoken. Dat betekent dat alle SKOzOK-scholen met handelingsgericht werken uit de voeten kunnen. Ook de samenwerking met ouders, het formuleren van onderwijsbehoeften en de pedagogische sfeer in de groep zijn hierin meegenomen. Alle voeten wijzen in de richting van afstemming, groepsoverzichten en groepsplannen. Het project “Afstemming” is met open armen ontvangen op de scholen. Ook al heeft volledige implementatie nog een lange weg te gaan, het ligt voor de hand dat dit zijn borging gaat vinden in 2012 of niet lang daarna. Dit is te merken aan het cyclisch werken, formuleringen in onderwijskundige rapporten en het beredeneerde aanbod van leerkrachten. Aan de hand van de inhoud van de genoten trainingen gaan scholen zich verder handelingsgericht bekwamen in proactief handelen van ‘wat’ naar ‘hoe ‘. “
Partners in opleiding SKOzoK biedt veel studenten een uitdagende leer-/werkplek waar ze ervaringen kunnen opdoen in het begeleiden van kinderen. We werken met studenten van de Fontys Pabo Eindhoven en van Pabo De Kempel in Helmond. Het aanbod van afstudeerstudenten ( Lio-ers ) loopt terug, een weerspiegeling van de totale terugloop van studenten die voor het onderwijs kiezen. Dit heeft ook alles te maken met de baanzekerheid die op dit moment als gevolg van het teruglopende leerlingenaantal niet groot is. In 2011 hebben 48 studenten op onze scholen middels een leer-/werkplek samen met collega’s veel geleerd.
Tussenschoolse Opvang De tussenschoolse opvang is op alle scholen van SKOzoK gemeengoed en wordt door goed opgeleide TSO krachten verzorgd. De scholing en verdere professionalisering van de TSO medewerkers wordt verzorgd door ROC Eindhoven. Jaarlijks kunnen de scholen aangeven op welk gebied ze TSO nascholing willen inzetten.
5.7 ICT SKOzoK werkt op het gebied van ICT reeds jaren volgens het model “4 in Balans +”. Het effectief gebruik van ict voor het onderwijs draait om een evenwichtige inzet van de bouwstenen:
visie deskundigheid software en content infrastructuur leiderschap
23
Bestuursverslag 2011
17 onderwijs assistenten en 9 klassenassistenten van ROC Gilde Weert en ROC Eindhoven hebben in 2011 bij onze scholen een leerwerkplek gevonden, veelal in de onderbouw-groepen.
Visie Bij de bouwsteen Visie is gedurende het Ambassadeurs / I-Coach traject o.l.v. Kennisnet vorm en inhoud gegeven aan de begrippen Kennisoverdracht en Kennisconstructie zonder en met ICT. Naast de aandacht voor deze onderwijsinhoudelijke componenten, zien we op diverse scholen een verdere integratie en toename van technologie: o.a. digitale schoolborden, touchscreens, netbooks, tablets, foto- en filmmateriaal e.d. Daarnaast is er groeiende belangstelling voor Mediawijsheid: ‘Het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee kinderen, leerkrachten en ouders zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld.’ Op veel scholen wordt aandacht geschonken aan Mediawijsheid, d.m.v. projecten voor de kinderen, teambijeenkomsten en ouderavonden.
Deskundigheid Bij de bouwsteen Kennis en vaardigheden is er het voorbije jaar opnieuw geïnvesteerd in de I-Coaches middels het Ambassadeurs /I-Coach leertraject. In het kader van de samenwerking met schoolbestuur Veldvest wordt dit project in gezamenlijkheid uitgevoerd. Dit 2-jarig traject wordt gesubsidieerd door Kennisnet. Gedurende het traject wordt de ambassadeur / I-Coach toegerust om de rol als stimulator en innovator binnen de eigen school handen en voeten te kunnen geven. ICT heeft zowel aan SKOzoK- als Veldvestmedewerkers workshops en nascholingsactiviteiten aangeboden op de volgende onderdelen: Web 2.0 toepassingen Mediawijsheid Google Maps Digitale Bordgereedschappen Digitale Presentatie gereedschappen De behoefte aan scholing op ICT-gebied is nog steeds groot. De scholing werd uitgevoerd door eigen ICT specialisten. Daarnaast werd, middels het project SKOzoK on ICT Tour, ICT ondersteuning op maat gegeven voor de scholen die dit wensten.
Software en content Hoewel het onderwijsmateriaal nog steeds méér uit boeken bestaat dan uit digitale leermiddelen, zien we bij de bouwsteen Software en content steeds meer leerkrachten gebruik maken van ( gratis) online materiaal waaronder Web 2.0 toepassingen. Daarnaast vindt er een verschuiving plaats naar software in de Cloud en worden steeds meer methodes in gebruik genomen met digitale content, zoals de wereldoriëntatie-methode Alles-in-één en Begrijpend lezen. Ook het administratiepakket Parnassys is een pakket wat in de Cloud draait. Het werken in de Cloud vraagt om voldoende internet bandbreedte en daarom zijn op veel scholen noodverbandjes aangelegd met snellere UPC zakelijke verbindingen. Op dit moment maken de Valkenswaardse scholen gebruik van glasvezel. Regionale ontwikkelingen laten zien dat de gemeenten Bergeijk en Cranendonck spoedig zullen volgen en dus ook de SKOzoK scholen.
Bestuursverslag 2011
Infrastructuur De infrastructuur op scholen heeft SKOzoK voor een groot gedeelte ge-outsourced. Paradigit / Skool is verantwoordelijk voor het concept dat op alle SKOzoK scholen is gestandaardiseerd: Skool Control. Tot eind december 2011 was Wortell verantwoordelijk voor het beheer van de Exchange en Sharepoint omgeving. Vanuit kostenoverwegingen heeft een migratie plaatsgevonden naar een nieuwe ICT partner: Drie O uit St. Oedenrode. Parallel aan deze migratie zijn er voorbereidingen opgestart om te migreren van Sharepoint 2007 naar 2010. E.e.a. wordt ondersteund door APS IT Diensten, specialisten op het gebied van SharePoint inrichtingsprincipes. De definitieve migratie vindt medio 2012 plaats. 24
Op schoolniveau biedt ICT Helpdesk ondersteuning voor niet gerelateerde Skool zaken. De bedrijfskritische applicaties zoals Exchange, internet , SharePoint als werk- en communicatie omgeving, digitale schoolborden en de Skool Controlomgeving voor kinderen en leerkrachten worden door ICT voortdurend gemonitord. In het secundaire proces zien we een toename van het gebruik van de Sharepoint schoolportalen. Het plaats- en tijdonafhankelijk werken bevordert dit gebruik en zal in de toekomst alleen nog toenemen. De landelijke trend dat kinderen en leerkrachten hun eigen device de school inbrengen (Bring Your Own Device) doet ook langzaam z’n intrede bij de SKOzoK-scholen. Een optimale draadloze internetverbinding in iedere school is op den duur hiervoor noodzakelijk.
Verdere ICT ontwikkelingen Administratiepakket Parnassys Op inhoudelijk niveau zijn er bij het implementatieproces van het administratiepakket m.n. slagen gemaakt op het niveau van de kwaliteitsondersteuners en directieleden. Bij de monitoring bovenschools wordt voortdurend gebruik gemaakt van de actuele gegevens vanuit Parnassys. In het verlengde van de implementatie van Parnassys hebben de eerste groep kwaliteitsondersteuners en directieleden een traject gevolgd ten aanzien van implementatie van Zien, de sociaal emotionele module. Didactiek en Leiderschap in Balans Een groot aantal scholen heeft eind 2010/begin 2011 deelgenomen aan een groot landelijk onderzoek over ICT: Didactiek en Leiderschap in Balans. De resultaten hiervan hebben als onderlegger gediend voor de schoolplannen.
Samen Deskundiger in de Regio: RizoB SKOzoK ICT is het coördinatiepunt voor Kennisnet rondom het project Samen Deskundiger in de Regio. Het is een landelijk deelproject waarvoor SKOzoK financieel ondersteund werd door Kennisnet. In verband met de bezuinigingen bij Kennisnet is de financiële ondersteuning onlangs gestopt, maar maakt het netwerk wel dankbaar gebruik van Kennisnet als expertisecentrum. Het accent in het project Samen Deskundiger ligt op samenwerking en kennisuitwisseling op het gebied van ICT in de regio tussen schoolbesturen, Fontys Pabo Eindhoven en Pabo De Kempel in Helmond. Het project bestaat uit een vijftal bijeenkomsten per jaar en een grote ICT themamarkt.
25
Bestuursverslag 2011
Glasvezel De ontwikkelingen op het gebied van breedband volgt SKOzoK nauwgezet. Op dit moment zijn de scholen van de gemeente Valkenswaard voorzien van glasvezel. Op sommige scholen merken we dat up- en download steeds meer begint te knellen door allerlei web based toepassingen, gebruik digitale schoolbord e.d. Ontwikkelingen op dit gebied volgen elkaar snel op en zoals het er nu naar uitziet zullen er binnen de gemeentes Bergeijk, Cranendonck en Heeze-Leende, snel initiatieven op het gebied van glasvezel gerealiseerd worden. SKOzoK onderkent het belang van glasvezel, maar zal gezien de hoge kosten bij de uitrol van e.e.a. een realistische weg bewandelen.
Innovative Schools-programma Microsoft Basisschool De Talententoren maakt als z.g. Pathfinder school deel uit van het wereldwijde netwerk Innovative Schools. De school wordt in dit traject op allerlei manieren inhoudelijk ondersteund op het gebied van "21st Century Learning ". Het project focust m.n. op wereldwijde kennisuitwisseling en samenwerking. De school heeft het predicaat “mentorschool” en vertoeft inmiddels tussen ruim 25 wereldwijde mentorscholen. Samenwerking SKOzoK werkt op het gebied van ICT samen met diverse partners, zowel landelijk als regionaal. Regio: Paradigit / Skool ( infrastructuur), De Rode Kikker (begrijpend lezen), Serious Toys (spelcomputer), Drie O ( Exchange en Sharepoint). In november 2011 heeft Skozok een kennispartner-overeenkomst afgesloten met Prowise, de leverancier van Touchscreen borden. Onderdeel van deze overeenkomst is dat alle SKOzoK-scholen standaard de Prowise Presenter presentatie-gereedschappen gaan gebruiken.
5.8 Huisvesting SKOzoK is verantwoordelijk voor het onderhoud van de binnenkant van onze schoolgebouwen. Met de gemeenten Bergeijk en Valkenswaard zijn in het verleden afspraken gemaakt in het kader van doordecentralisatie. Voor basisschool De Drijfveer in Waalre is er in 2011 ook een getekende doordecentralisatie-overeenkomst getekend. Voor deze gemeenten geldt dat SKOzoK jaarlijks een (normatief) budget ontvangt en zorg dient te dragen voor o.a. de daken en het onderhoud aan de buitenkant van het gebouw. In het najaar van 2011 is aan een extern bureau opdracht verleend om de meerjarenonderhoudsplanning te herijken en meer te standaardiseren. Er heeft een schouw plaatsgevonden en de planning is geactualiseerd. Voor iedere school is er nu een meerjarenonderhoudsplan voor de periode 2012-2021. Op basis van de schouw, de kennis over, de toekomstige ontwikkelingen met betrekkking tot de gebouwen en de toepassing van de 0-prognose, is het reguliere onderhoud gepland. De uit de meerjarenonderhoudsplanning voortvloeiende activiteiten in een bepaald jaar zijn leidend in het jaar van uitvoering. Het CvB heeft haar akkoord gegeven voor de benodigde middelen voor het begrotingsjaar 2011 en de geplande werkzaamheden zijn uitgevoerd.
Projecten
Bestuursverslag 2011
Binnenklimaat De laatste jaren staat het binnenmilieu van onderwijsgebouwen erg in de belangstelling. In 2010 is er door de landelijke overheid een subsidie toegekend aan gemeenten om de grootste knelpunten op dit gebied weg te nemen. Enkele van de scholen hebben hiervan mogen profiteren. Binnenmilieu houdt meer in dan alleen maar “frisse lucht”. Het betreft ook een teveel aan fijnstof, verkeerde verlichting, koudeval langs enkele beglazing, etc. De definitieve beschikking (€ 127.000) van de gemeente Cranendonck, waarin de verdeling en toekenning van de rijksmiddelen ter verbetering van het binnenklimaat is toegelicht, was reeds bekend. De betreffende middelen zijn ingezet op basisschool St. Joan en De Schatkist ter verbetering van het binnenklimaat. Deze gelden zijn verantwoord naar de gemeente. Bij basisschool De Wilderen is in een twaalftal lokalen de ventilatie verbeterd (€ 53.978). Bij basisschool St. Willibrordus is een bedrag ingezet van € 129.000 voor het aanbrengen van luchtbehandeling en het vervangen/aanpassen van de plafonds en de verlichting.
26
Basisschool De Vlaswiek In opdracht van SKOzoK begeleidt een extern bureau de ontwikkeling van de nieuwbouw brede school De Vlaswiek te Valkenswaard. Aan de Warande te Valkenswaard zijn noodlokalen geplaatst om te voorzien in de tijdelijke huisvesting. De school is verhuisd naar de noodlokalen en het oude schoolgebouw aan de Van de Venstraat 1b is gesloopt. Begin 2012 zal een start gemaakt worden met de nieuwbouw. Basisschool De Boogurt De gemeenteraad van Cranendonck heeft besloten tot vaststelling van het bouwkrediet voor de nieuwbouw van basisschool De Boogurt in combinatie met ruimten voor peuterspeelzaal Hummelhonk tot een bedrag van € 3.127.016,00. De definitief-ontwerp fase is afgerond en er is een begin gemaakt met de bestekfase. Basisschool St. Jan Basisschool St. Jan te Leende is bezig met het verder ontwikkelen van de zogenaamde Integrale Dorpsontwikkelingsplannen (IDOP). Besloten is dat de school als vervangende nieuwbouw tegen de bestaande gymzaal gerealiseerd zal gaan worden. De bestekfase is afgerond. Basisschool St. Joan Het jaar 2011 is afgesloten met een renovatie en uitbreiding van basisschool St. Joan te Soerendonk. Dit in het kader van de zogenaamde IDOP-subsidies vanuit de provincie om kleine woonkernen leefbaar te maken en te houden. Integratie en samenwerking tussen diverse belangengroepen staat daarbij centraal. In het kader van de integrale huisvestingsplanning 2011 zijn voor basisschool St. Joan aanvragen ingediend bij de gemeente Cranendonck voor renovatie van de toiletgroepen en aanbrengen van de luchtbehandeling. Deze aanvragen zijn gehonoreerd door de gemeente en de werkzaamheden zijn gelijktijdig met de renovatie en uitbreiding uitgevoerd.
Basisschool St. Willibrordus Er hebben vele gesprekken plaatsgevonden met de gemeente Bergeijk over de uitvoering van de werkzaamheden in het kader van de kwaliteitsimpuls ten behoeve van basisschool St. Willibrordus te Riethoven, in verband met het gelijktijdig uitvoeren van de maatregelen voor verbetering van het binnenklimaat. Hierbij zou ook gebruik gemaakt kunnen worden van de subsidie die het ministerie van OC&W voor dit doel beschikbaar stelt. Al met al vraagt het gehele gebouw om een daadkrachtige aanpak, met behoud van de karakteristieke, monumentale eigenschappen van het pand. In het kader van de integrale huisvestingsplanning 2011 zijn voor basisschool St. Willibrordus aanvragen ingediend bij de gemeente Bergeijk voor het vervangen van de buitenkozijnen en aanbrengen van isolerende beglazing, vervangen van dakpannen, dakbeschot en het lood- en zinkwerk en het aanbrengen van isolerende dakplaten. In 2011 zijn er op basisschool St. Willibrordus werken uitgevoerd in het kader van de subsidieregeling "verbetering binnenmilieu scholen". Hiervoor heeft de Gemeente Bergeijk de co-financiering verzorgd. Er zijn drie onderdelen uitgevoerd, te weten: het vervangen van conventionele TL armaturen in een HF (energiezuinig) uitvoering, het aanbrengen van ventilatie (klasse B) met warmte-terugwinning (WTW) en het isoleren van het dak. Eind 2011 is gestart met de voorbereiding voor de kwaliteitsimpuls. De plannen zijn goedgekeurd door de Gemeente Bergeijk en worden medio 2012 opgeleverd. Het betreft aanpassingen die direct onderwijs gerelateerd zijn, zoals multi-media, documentatiecentrum, projectwerkplekken, computerwerkplekken en aandacht voor een individuele benadering van de leerling. 27
Bestuursverslag 2011
Basisschool St. Christoffel De nieuwbouw in Waalre van de Multi Functionele Accommodatie (MFA) Ekenrooi is in volle gang. De verwachting is dat begin 2012 basisschool St. Christoffel naar dit nieuwe gebouw gaat verhuizen.
Basisschool De Stapsteen
Mári Kokke, directeur: “Na 12 jaar van overleg en plannen maken, wensen vertalen in tekeningen, deze herzien en weer opnieuw bekijken werd in oktober 2010, de nieuwbouw voor de Stapsteen gerealiseerd. Na de eerste 3 maanden van gewenning was voor kinderen en leerkrachten, 2011 dus het eerste jaar in de nieuwe ‘Brede school de Muzenberg’. Eindelijk had het onderwijsconcept van de Stapsteen ‘handen en voeten’ gekregen in dit nieuwe gebouw. Vier lokalen (samen een cluster) zijn gegroepeerd rondom een verbrede hal die ‘leertuin’ wordt genoemd. In die leertuin is aan twee grote tafels de gelegenheid om met computers of aan werkstukken te werken. Op deze manier hebben de clusters 1-2, 3-4, 5-6 en 7-8, verdeeld over twee verdiepingen, allemaal hun eigen gedeelte binnen het gebouw. Doordat iedere cluster door klapdeuren van de andere is gescheiden, kunnen kinderen zonder de andere clusters te storen zelfstandig of in groepjes in de leertuin werken. Tegelijkertijd kan er vanuit de lokalen door de vele ramen goed toezicht worden gehouden op de daar zelfstandig werkende kinderen. Dit zorgt er voor dat de leerkracht na een gezamenlijke instructie de kinderen kan verdelen over de beschikbare werkplekken en computers, in de klas en in de leertuin. De leerkracht zelf kan dan in het eigen lokaal verder gaan met extra instructie of begeleiding. Tijdens lunchtijd is er ook weer voldoende ruimte voor de overblijvers om rustig te kunnen eten. Daarnaast zorgt een nieuw gebouw voor een gezondere leerwerkomgeving. De hygiëne in de toiletgroepen is niet langer een zorg en verwarming en luchtverversing zorgen in combinatie met een goede isolatie en zonwering voor een gezond leefklimaat. Er gaat nu minder aandacht naar zorg voor het gebouw en er kan dus nog meer zorg geboden worden aan goed onderwijs. Een onderwijsconcept gerealiseerd in een nieuw gebouw, geeft op deze manier de kwaliteit opnieuw een impuls.”
Gemeente Bergeijk De Stichting Brede School Nederland, partner in advies en management, heeft voor het bestuur van SKOzoK een onderzoek gedaan. Een onderzoek, voorzien van adviezen, naar de mogelijkheden voor de toekomst van Bergeijkse SKOzoK-scholen, qua organisatie-inrichting en qua huisvesting. Het rapport zal in het voorjaar 2012 worden afgerond. Daarna zal het bestuur een besluit ter zake nemen.
Contractbeheer
Bestuursverslag 2011
In het kader van centralisatie van het onderhoud en de opzet om te komen tot een complete ontzorgovereenkomst heeft SKOzoK de huidige onderhoudsovereenkomsten voor wat betreft beveiliging, doormelding, elektra en blusmiddelen per 31 december 2011 opgezegd. SKOzoK is voornemens om het onderhoud rondom brandmeld- en ontruimingsinstallatie, inbraakinstallatie, noodverlichting, noodverlichting accuvervanging, meldkamerabonnement, NEN3140, NEN2767 en blusmiddelen bij één partij neer te leggen. De gesprekken zijn in een zodanig vergevorderd stadium dat inmiddels een intentie-overeenkomst is getekend, zodat de veiligheid vanaf 1 januari 2012 is gegarandeerd. Voor 2012 zijn we voornemens om te starten met de gesprekken met partijen om vergelijkbare contracten af te sluiten voor alle werktuigkundige installaties (w-installaties, luchtbehandeling, riolering).
Verhuur/Medegebruik Op basis van de inventarisatie van verhuur en medegebruik binnen alle scholen zijn er in 2011 nieuwe eensluidende contracten met de partijen opgesteld. De contracten zijn getekend retour ontvangen en verzameld in een contractregister. Voor een enkele partij is het definitieve contract nog niet daadwerkelijk getekend, de onderhandelingen daarover lopen nog, omdat daarbij ook diverse gemeentelijke instanties betrokken zijn. 28
6 Financiën
H
et begrote resultaat over 2011 was € 1.513.000 negatief. Over dit jaar is € 397.000 (negatief) gerealiseerd. Het verschil tussen begroting en realisatie (€ 1.116.000) wordt met name veroorzaakt door: € Rijksbijdrage (o.a. lumpsum en LGF)
258.000
Overige overheidsbijdragen (o.a. gemeenten en vervangingsfonds)
43.000
Overige baten (o.a. REC Chiron, ICT-subsidies, oudervereniging)
245.000
Personele lasten (o.a. cursuskosten, kosten sociaal plan)
496.000
Afschrijvingen (o.a. inhaalafschrijvingen)
-/- 71.000
Huisvestingslasten (o.a. energie)
26.000
Overige lasten (o.a. accountantskosten, repro, leermiddelen
92.000
Financieel resultaat (o.a. koerswinst)
31.000
6.1 Balans Materiële vaste activa (€ 3.387.000) Kengetal: materiële vaste activa / eigen vermogen * 100% indicatie van de omvang van het in materiële vaste activa vastgelegde (eigen) vermogen SKOzoK 2011
52
SKOzoK 2010
52
De afgelopen jaren is er al een stevige impuls aan ICT gegeven. In 2011 zijn de investeringen in ICT wat lager (-/- € 153.000) vergeleken met voorgaande jaren. In 2011 is voor € 128.000 uitgegeven aan digitale borden (2010: € 221.000 en 2009: € 299.000). Andere ICT-investeringen doen inmiddels hun intrede; er is voor een bedrag van € 17.000 geïnvesteerd in tablets. Er heeft in het voorjaar van 2012 een nulmeting plaatsgevonden met als doel om de stand van zaken met betrekking tot de actualiteit en capaciteit van hardware in beeld te brengen. In 2012 zal deze nulmeting worden betrokken bij het formuleren van beleid met betrekking tot de meerjareninvesteringsplanning. In 2011 heeft er een inventarisatie van de materiële vaste activa plaatsgevonden. De activa die niet meer aanwezig waren in de school of niet meer gebruikt werden, zijn door middel van een inhaalafschrijving afgeboekt. Dit heeft in het 2011 geleid tot een (incidentele) hogere afschrijvingspost van € 78.000.
29
Bestuursverslag 2011
In 2011 is er in totaal voor een bedrag van € 571.000 (2010: € 852.000) geïnvesteerd. In de begroting was rekening gehouden met een investeringsuitgave van € 1.249.000. Het verschil wordt deels (€ 265.000) veroorzaakt door de gehanteerde begrotingssystematiek, waarbij investeringen in de laatste maanden van het jaar voorafgaand aan de begroting, werden meegenomen als investering in het begrotingsjaar. De systematiek is inmiddels op dit punt aangepast. Een andere oorzaak voor het achterblijven van de investeringen betreft een latere ingebruikname van een nieuw schoolgebouw; de ingebruikname was voorzien in 2011, maar heeft pas in 2012 plaatsgevonden. Hierdoor wordt een bedrag van € 201.000 pas in 2012 geïnvesteerd. Evenals voorgaand jaar lopen met name de investeringen op het gebied van leermiddelen (-/- € 121.000) achter op de begroting. In de begroting 2012 zijn de uitgestelde investeringen weer deels opgenomen.
Financiële vaste activa (€ 5.434.000) Kengetal: beleggingen / eigen vermogen * 100 Indicatie van het deel van het vermogen dat langlopend is vastgezet om rendement te genereren SKOzoK 2011
83
SKOzoK 2010
98
Gemiddelde PO 2010
22
Op onze betaalrekening genereren wij al enige tijd een zeer geringe rente, zodat wij actiever zijn gaan opereren op het gebied van treasury. Het saldo op de betaalrekening houden wij zo minimaal mogelijk. Regelmatig vindt er een overheveling plaats vanuit de betaalrekening naar de spaarrekening en vice versa. Wanneer wij voorzien dat middelen gedurende een langere tijd weggezet kunnen worden, stelt de treasurycommissie (op basis van een advies van de bank) een treasuryadvies op voor het bestuur. Afhankelijk van de te genereren rendementen op de diverse producten, vindt er al dan niet een omzetting naar een financieel vast actief plaats. In de loop van 2011 is er één obligatie geëxpireerd en zijn er 3 obligaties verkocht. De gerealiseerde boekwinst bedroeg € 41.000. Er zijn geen nieuwe obligaties gekocht. Op balansdatum was de marktwaarde van de obligaties lager dan de nominale waarde; in de boekwaarde is een afboeking van € 22.000 verdisconteerd. Voor nadere informatie met betrekking tot financiële vaste activa wordt verwezen naar de treasuryparagraaf. Een bedrag van € 302.000 ‘overige financiële vaste activa’ heeft betrekking op het gegeven dat het pand aan het Pastoor Jansenplein te Veldhoven formeel eigendom is van het Besturenbureau Kempenland. SKOzoK heeft, evenals Veldvest, vijf jaar geleden 50% van de financiering van het pand betaald. Deze vordering op het Besturenbureau loopt in 40 jaar in gelijke termijnen af.
Vorderingen (€ 2.505.000) Kengetal: vorderingen / totale baten (incl. financiële baten) * 365 SKOzoK 2011
29
SKOzoK 2010
26
Deze post is met € 230.000 toegenomen ten opzichte van verleden jaar. Er doet zich een aantal bijzonderheden voor: Bij een aantal scholen is er een traject om te komen tot nieuw- of verbouw opgestart. Met de gemeenten is afgesproken dat wij de betreffende facturen voldoen en vervolgens een declaratie indienen bij de gemeente. De post ‘gemeentelijke voorziening huisvesting’ is als gevolg hiervan per 31 december 2011 van relatief hoge omvang. De post ‘nog te ontvangen bedragen’ is € 27.000 lager dan verleden jaar op balansdatum. Dit is onder andere toe te schrijven aan het gegeven dat we minder financiële vaste activa/liquiditeiten tot onze beschikking hebben, zodat de te vorderen rente op balansdatum lager is. De post ‘verhuur/medegebruik’ is relatief hoog. Naast de vergoeding die wij nog te vorderen hebben in het kader van verhuur/medegebruik, zijn hier ook andere vorderingen (op gemeenten) verantwoord.
Bestuursverslag 2011
Liquide middelen (€ 868.000) Kengetal: vlottende activa / kortlopende schulden * 100% (‘liquiditeit’) SKOzoK 2011
103
SKOzoK 2010
75
Gemiddelde PO 2010
171
In 2009 is het rapport van de commissie Don verschenen. Hierin zijn diverse kengetallen en signaleringsgrenzen voorgesteld voor het Primair Onderwijs. De kengetallen en signaleringsgrenzen zijn behalve voor het bestuur ook ontwikkeld als instrumenten voor het toezicht. Afwijkingen van de 30
signaleringsgrenzen kunnen dan aanleiding zijn voor nader onderzoek. De Inspectie van het Onderwijs gaat deze methode ook hanteren om zicht te krijgen op instellingen die nu risico lopen ten aanzien van onderwijskwaliteit en/of continuïteit. Voor het kengetal liquiditeit wordt een ondergrens van 50 en een bovengrens van 150 gehanteerd. De liquiditeit van SKOzoK bevindt zich dus binnen de signaleringsgrenzen. Ten opzichte van verleden jaar is de liquiditeit hoger geworden. De afgelopen periode is het effectief rendement op obligaties vergelijkbaar met het rendement op een spaarrekening. Dit heeft er toe geleid dat het saldo op onze spaarrekening in 2011 hoger is dan in 2010.
Eigen vermogen (€ 6.551.000) De commissie Don adviseert om het begrip weerstandsvermogen niet meer te gebruiken, dit om verwarring en onzuivere begripsvorming te vermijden. Er is in 2009 een nieuw kengetal geïntroduceerd; de kapitalisatiefactor. Naast de kapitalisatiefactor hecht de commissie ook belang aan het kengetal solvabiliteit. Kengetal: (eigen vermogen + voorzieningen) / totale passiva * 100% (‘solvabiliteit 2’) SKOzoK 2011
73
SKOzoK 2010
73
Gemiddelde PO 2010
65
De commissie Don heeft als signaleringsgrens voor het financieel beheer van onderwijsinstellingen een ondergrens van 20% aangegeven. Een bovengrens is niet van toepassing. Hierbij merken wij op dat de commissie Don bij het bepalen van de solvabiliteit de omvang van de voorzieningen meeneemt voor het bepalen in hoeverre organisaties op lange termijn aan de verplichtingen kunnen voldoen. Voorzieningen zien wij echter niet als besteedbaar vermogen; de omvang is immers bepaald aan de hand van een raming van de toekomstige verplichtingen. Wanneer afgezien wordt van het verdisconteren van de voorzieningen in het kengetal solvabiliteit, heeft SKOzoK een solvabiliteitsratio van 54% (2010: 53%). Risico’s ten aanzien van de omvang van de solvabiliteit zijn bij SKOzoK dan ook op korte termijn niet te verwachten.
SKOzoK 2011
38,4
SKOzoK 2010
40,4
Gemiddelde PO 2010
41,4
Voor besturen van een grote omvang (jaarlijkse baten > € 8.000.000) heeft de commissie Don een bovengrens van 35% aangegeven. Een ondergrens is voor dit kengetal niet van toepassing. SKOzoK zou op basis van dit kengetal ca. € 1.060.000 van haar kapitaal in moeten zetten in het primaire proces. Verleden jaar was dit nog ca. € 1.400.000. In 2012 en 2013 verwachten wij nog een negatief exploitatieresultaat, zodat de omvang van de kapitalisatiefactor waarschijnlijk nog verder af zal nemen. Onlangs heeft de Onderwijsinspectie in het kader van haar taken op het gebied van financieel toezicht, onder een groot aantal besturen een onderzoek uitgevoerd naar de financiële positie. Op grond van de financiële gegevens zoals opgenomen in onze jaarrekening 2009 en 2010 zijn wij ook bij dit onderzoek betrokken. Op korte termijn ontvangen wij de resultaten van dit onderzoek. Het onderzoek heeft zich over een breder spectrum uitgestrekt dan (slechts) de kapitalisatiefactor. De kapitalisatiefactor wordt uitgesplitst in een drietal aspecten: Transactiefunctie: Middelen aanhouden voor het betalen van kortlopende schulden. Financieringsfunctie: Middelen aanhouden om de vaste activa tzt te kunnen vervangen. Bufferfunctie: Middelen aanhouden voor het opvangen van onvoorziene risico’s. Met name de omvang van de bufferfunctie wordt in het onderzoek van de inspectie betrokken. Onze kapitalisatiefactor is als volgt opgebouwd:
31
Bestuursverslag 2011
Kengetal: (totaal kapitaal – gebouwen/terreinen) / totale baten * 100% (‘kapitalisatiefactor’)
Transactiefunctie SKOzoK 2011
10,6
Financieringsfunctie 13,3
Bufferfunctie 14,5
Kapitalisatiefactor 38,4
SKOzoK 2010
11,3
12,0
17,1
40,4
Benchmark PO NOM-Ned 2010 Norm PO groot bestuur
14,0
15,8
16,6
46,4
8,8
21,2
5,0
35,0
Wij zetten in afwachting van het rapport van de onderwijsinspectie nu geen actie uit om de kapitalisatiefactor (of onderdelen daarvan) meer in overeenstemming te brengen met de (signalerings)grens. Kengetal: (eigen vermogen -/- MVA) / rijksbijdrage * 100% (‘weerstandsvermogen’) SKOzoK 2011
11
SKOzoK 2010
11
Gemiddelde PO 2010
13
In het financieel beleidsplan is opgenomen dat wij een ondergrens van 10% hanteren voor het weerstandsvermogen. Op basis hiervan is ons weerstandsvermogen op orde. Met ingang van 2010 is onder het eigen vermogen een bestemmingsreserve uitgestelde BAPO verantwoord. Voorheen werden de verplichtingen in dit kader geraamd en in een voorziening ondergebracht. Als gevolg van gewijzigde verslaggevingsvoorschriften is dit niet meer toegestaan. Daar wij de uitgestelde BAPO-verplichtingen inzichtelijk willen houden, is er een bestemmingsreserve uitgestelde BAPO in het leven geroepen. Op 1 januari 2012 zijn wij eigen risicodrager geworden voor vervanging van ziekte korter dan één jaar. De afgelopen jaren was ons ziekteverzuim lager dan het landelijk gemiddelde. Wij zien de laatste tijd het ziekteverzuim oplopen. Om vervanging wegens ziekte financieel te kunnen borgen, is er een bestemmingsreserve eigen risico vervanging van kracht geworden. De omvang bedraagt 1% van de loonkosten over het kalenderjaar 2011. De post voorzieningen bestaat uit een aantal onderdelen: Kengetal: voorzieningen / leerling SKOzoK 2011
377
SKOzoK 2010
401
Bestuursverslag 2011
Voorziening personele verplichtingen Met name deze voorziening heeft een (verlagend) effect op het kengetal ‘voorziening / leerling’. Deze voorziening wordt met ingang van 2010 in de verantwoording opgenomen, daar wij steeds vaker geconfronteerd werden met het gegeven dat het Participatiefonds negatief beslist over de instroomtoets. Dit heeft tot gevolg dat wij de WW-uitkering van voormalige medewerkers moeten betalen. Er is gebleken dat de omvang van de in de toekomst te betalen WW-uitkeringen te hoog was ingeschat. In de loop van 2011 zijn er geen nieuwe uitkeringen bij ons in rekening gebracht. De voorziening is deels vrijgevallen ten gunste van het resultaat (+/+ € 100.000). Voorziening jubilea Deze voorziening is bedoeld om de uitgaven voor toekomstige jubileumgratificaties te kunnen bekostigen. De omvang van de voorziening is op basis van dezelfde uitgangspunten als in eerdere jaren gekwantificeerd. Per saldo is er iets meer gedoteerd aan de voorziening dan er is onttrokken (i.c. € 10.000). In de begroting was geen rekening gehouden met een (saldo van) dotaties en onttrekkingen. Verleden jaar was opgemerkt dat in 2011 zal worden bezien in hoeverre de omvang van deze voorziening specifieker, i.c. berekening per medewerker, bepaald kan worden. Dit punt heeft in 2011 echter geen prioriteit gekregen. Gezien het geringe verschil tussen dotatie en onttrekking, achten wij een nadere uitwerking ervan nu niet van belang. 32
Voorziening onderhoud In 2012 is de meerjarenonderhoudsplanning geactualiseerd. Uit deze planning blijkt dat de omvang van de voorziening toereikend is om bij een jaarlijkse dotatie van € 200.000 de uitgaven in het kader van groot onderhoud voor de komende 10 jaar te kunnen bekostigen. Sinds een aantal jaren is de jaarlijkse dotatie aan de voorziening € 290.000; deze kan dus naar beneden worden bijgesteld. Er is voor gekozen om de dotatie aan te passen in plaats van het deels laten vrijvallen van de voorziening. In de loop van 2012 zal het uitvoeren van groot onderhoud waarschijnlijk -als pilot- worden overgedragen aan een woningcorporatie. Dit zal gepaard gaan met een (periodieke) overdracht van middelen. De mate waarin er een financiële overdracht zal plaatsvinden, is nog niet duidelijk. Als gevolg van deze onzekerheid vinden wij het van belang om het voorzieningenniveau (vooralsnog) op peil te houden. In de begroting was een bedrag van € 376.000 opgenomen voor onderhoudsuitgaven. Er is € 357.000 gerealiseerd. Met name een aantal grotere projecten is in 2011 ten laste van de voorziening gebracht. Bij basisschool Beisterveld ( € 113.000) is er geïnvesteerd in de CV-installatie, de E-installatie, het sanitair en schilderwerk. Bij Agnetendal (€ 30.000) in de CV-installatie en bestrating en de bij Wilderen tenslotte (€ 119.000) met name in binnenschilderwerk en vloerbedekking. Voorziening spaarverlof De voorziening spaarverlof is toereikend om de vervanging van de verlofgangers in de toekomst te kunnen bekostigen. Op 31 december 2011 is er voor 2.200 klokuren aan rechten opgebouwd. Per 31 december 2010 was de omvang van dit opgebouwde recht 3.000 klokuren. Momenteel wordt niet meer gespaard; deze voorziening zal in de loop van de komende tijd alleen maar verder afnemen.
SKOzoK 2011
39
SKOzoK 2010
41
De kortlopende schulden zijn € 321.000 lager dan verleden jaar. Enkele bijzonderheden per ultimo 2011: In de loop van 2010 is gebleken dat de rekening courantverhouding van SKOzoK met de (voormalige) besturen van het Scholenbureau Kempenland niet juist berekend was. De (financiële) afwikkeling van het Scholenbureau Kempenland heeft in 2011 zijn beslag gekregen. Daarmee is de schuldpositie met € 241.000 afgenomen. De subsidie cultuureducatie is een zogenaamde geoormerkte subsidie met een terugbetalingsverplichting. Daar wij niet alle subsidie (tijdig) besteed hebben, vindt er nu een terugbetaling plaats van € 21.000. Cultuureducatie wordt met ingang van 2012 toegekend middels de prestatiebox; oormerking is dan niet meer van toepassing. Het aandeel overige subsidies OCW/ geoormerkt zal verder afnemen als gevolg van invoering van de prestatiebox en het afschaffen van de subsidie in verband met de scholing van overblijfkrachten. In de loop van 2011 hebben er 58 personeelsleden gebruik gemaakt van het sociaal plan. Bij uitdiensttreding (15,8 fte) heeft er een uitbetaling van vakantiegeld en eindejaarsuitkering plaatsgevonden. Het opgebouwde recht op vakantiegeld per 31 december is nu derhalve relatief laag. Ook de gewijzigde berekening van het recht op vakantiegeld heeft invloed op de omvang van deze post (zie ook: grondslagen voor waardering en resultaatbepaling in de jaarrekening). De subsidie taal en rekenen over het schooljaar 2010/2011 was volledig in 2010 toegekend. Omdat deze deels was vooruitbetaald, was een overlopende post in de jaarrekening 2010 verantwoord. Deze situatie doet zich in 2011 in mindere mate voor (over de maanden augustus tot en met december wordt 7/12e deel toegekend). Verleden jaar was er een aantal incidentele posten (afrekening energie en naheffing loonheffing) dat zich nu niet meer voordoet. Een deel van het personeel is in vaste dienst en verricht hiervoor vervangingswerkzaamheden (‘poolvervanging’). De loonkosten komen in eerste instantie ten laste van het vervangingsfonds. Wanneer deze medewerkers voor andere zaken dan voor vervanging wegens declarabel verlof worden ingezet, moeten wij de loonkosten terugbetalen. Wij hebben deze kosten over de nog niet in rekening gebrachte periode (augustus tot en met december) geraamd en als schuld in de jaarrekening
33
Bestuursverslag 2011
Kengetal: kortlopende schulden / totale baten * 365
opgenomen. Bovendien is de ontvangen factuur over het schooljaar 2010-2011 (€ 162.000) als schuld in de jaarrekening opgenomen (2009-2010: € 100.000). De inzet van deze medewerkers hoort feitelijk bij de reguliere bezetting thuis. Bij het beoordelen van de realisatie versus de begroting van het aantal fte dient dit aspect mede in ogenschouw genomen te worden. Omdat wij per 1 januari 2012 eigen risicodrager zijn geworden voor ziekte korter dan 1 jaar, is het risico reëel dat wij over het schooljaar 2011-2012 wellicht nog meer loonkosten moeten terugbetalen aan het vervangingsfonds. Het is dus noodzaak om de vervanging door poolers op reguliere basis onder de loep te nemen en de (niet-declarabele) inzet te kwantificeren.
6.2. Exploitatierekening Exploitatieresultaat (-/- € 397.000) In de volgende passages wordt nader ingegaan op het gerealiseerde tekort over 2011. Kengetal: exploitatieresultaat / totale baten (‘rentabiliteit’) * 100% SKOzoK 2011
-/- 1,3
SKOzoK 2010
-/- 2,1
Gemiddelde PO 2010
-/- 1,1
Rijksbijdragen (€ 29.036.000) Kengetal: rijksbijdrage / totale baten * 100% SKOzoK 2011
93,6
SKOzoK 2010
92,7
Gemiddelde PO 2010
89,8
Daar de buitenschoolse activiteiten van de scholen in zijn algemeenheid zijn ondergebracht bij andere rechtspersonen (‘ouderverenigingen’) is de afhankelijkheid van de rijksbijdrage bij SKOzoK relatief hoog. Daarnaast nemen de gemeentelijke subsidies de afgelopen jaren steeds meer af, zodat het aandeel rijksbijdrage relatief toeneemt. De rijksbijdrage is hoger dan begroot (€ 258.000). De belangrijkste verschillen zijn: Hogere lumpsumvergoeding personeel (groeibekostiging € 54.000 niet begroot)
+/+ 189.000
Hogere vergoeding LGF personeel (m.n. meer toekenningen, indexering)
+/+ 29.000
Lagere vergoeding LGF materieel (bedrag per toekenning te hoog geraamd) Hogere vergoeding personeel- en arbeidsmarktbeleid (indexering) Minder subsidie lerarenbeurs en overige personele subsidies
-/- 10.000 +/+ 21.000 -/- 10.000
Bestuursverslag 2011
Hogere lumpsumvergoeding materieel (groeibekostiging niet begroot)
+/+ 10.000
Hogere (toegerekende) baten ivm cultuureducatie en overblijven
+/+ 18.000
Overige overheidsbijdragen (€ 304.000) Kengetal: overige overheidsbijdragen / totale baten * 100% SKOzoK 2011
1,0
SKOzoK 2010
1,3
Gemiddelde PO 2010
4,4
34
Aan overige overheidsbijdragen en -subsidies is € 43.000 meer ontvangen dan begroot. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door: Diverse gemeenten: bijdrage BVL slechts deels begroot
+/+ 14.000
Vergoeding energie gymzalen (voorgaande kalenderjaren)
+/+ 9.000
Gem Cranendonck: bijdrage lokaal onderwijsbeleid (niet begroot)
+/+ 12.000
Vervangingsfonds: premierestitutie 2010/2011 (niet begroot)
+/+ 28.000
Lagere bijdrage gemeente inzake doordecentralisatie (doordecentralisatie 1
-/- 18.000
Lagere ID-subsidie
-/- 6.000
Overige baten (€ 1.402.000) Deze post is € 241.000 hoger uitgevallen dan begroot. De belangrijkste oorzaken zijn: Lagere baten vanuit SWV Valkenswaard (geen toekenning projectformatie SBO meer vanaf 11-12, coördinator uit dienst, IAB via REC Chiron ipv via SWV,
-/- 48.000
Hogere verhuur/medegebruikopbrengsten
+/+ 32.000
Detacheringsbaten (niet begroot)
+/+ 8.000
Overige baten (o.a. Stg. Vrienden van Maarheeze, REC Chiron, afrekening
+/+ 255.000
Personele lasten (€ 26.473.000) Kengetal: personele lasten / totale lasten * 100% SKOzoK 2011
84,3
SKOzoK 2010
85,8
Gemiddelde PO 2010
82,1
Onder deze post zijn alle lasten opgenomen die verband houden met het in dienst hebben van personeel. De personele lasten vormen een groot deel (i.c. 84,3%) van de totale exploitatielasten. De uitgaven aan personele kosten laten zijn lager dan begroot (€ 496.000). De belangrijkste oorzaken zijn: Per saldo lagere loonkosten a.g.v. - hogere Gemiddelde PersoneelsLast - meerinzet personeel - lagere loonkosten sociaal plan Mutaties personele voorzieningen (m.n. vrijval en onttrekking voorziening
-/- 130.000
Meer inzet extern personeel, m.n. op schoolniveau (€ 24.000)
+/+ 31.000
Minder scholing, m.n. op schoolniveau (€ 57.000)
-/- 79.000
Lagere kosten werving en selectie
-/- 19.000
Lagere kosten i.v.m. bedrijfsgezondheidszorg (incidenteel hoger geraamd in
-/- 40.000
Lagere overige personele kosten, m.n. op schoolniveau (€ 22.000)
-/- 27.000
Ten opzichte van de begroting is de omvang van de gerealiseerde GPL ca. 1,6% (wat betreft OP) hoger. De lumpsumvergoeding is echter slechts 0,5% hoger dan begroot. Onze loonkostenontwikkeling wijkt derhalve in negatieve zin af van de lumpsumontwikkeling.
35
Bestuursverslag 2011
-/- 185.000
Ten opzichte van de begroting zijn er meer fte’s ingezet dan begroot. Hier staan echter ook meer baten tegenover. Er is ongeveer 2,9 fte ingezet waar een (directe) financiële dekking tegenover staat. Verder is er meer gebruik gemaakt van BAPO en ouderschapsverlof dan begroot (1,4 fte). In de loop van 2011 hebben de directeuren die meerdere scholen aanstuurden (‘de meerschoolse directeuren’) extra ondersteuning gekregen; in het formatiebudget dat in de begroting was verwerkt, was hier nog geen rekening mee gehouden. De post overige personele lasten is lager met name als gevolg van een wijziging in rubricering; de terugbetaling aan het vervangingsfonds in verband met niet-declarabel verlof is begroot bij overige personele lasten (voor € 120.000), maar verantwoord bij bruto lonen en salarissen. Dit geldt ook voor de verrekening van de gezamenlijke kosten met Veldvest (begroot € 50.000). De personele lasten kunnen als volgt met andere onderwijsinstellingen worden vergeleken.
Personeelslasten per leerling
In bovenstaand overzicht zijn de personeelslasten per leerling opgenomen, waarbij als benchmark voor SKOzoK PO-instellingen in de regio Noord, Oost en Midden-Nederland zijn gebruikt. In 2011 bedragen de personeelslasten per leerling € 4.080. Een benchmark over 2011 is nog niet voorhanden. De personeelslasten per leerling zijn de afgelopen 3 jaren dus afgenomen, dit in tegenstelling tot de benchmark.
Aantal leerlingen per fte (excl. vervanging)
Bestuursverslag 2011
Het aantal leerlingen per fte bedraagt in 2011 14,7. Het aantal leerlingen per fte is ten opzichte van 2010 dus nagenoeg stabiel gebleven. 36
Afschrijvingslasten (€ 809.000) De afschrijvingslasten zijn hoger (€ 71.000) dan begroot. Dit heeft te maken met het gegeven dat in 2011 een inventarisatie van de materiële vaste activa heeft plaatsgevonden. Een deel van de activa bleek niet meer in gebruik, de resterende boekwaarde (€ 78.000) is in 2011 ineens afgeschreven. Daarnaast is in 2011 de afschrijvingssystematiek aangepast. Afschrijving geschiedt met ingang van 2011 in het jaar ná aanschaf. Tenslotte zijn diverse afschrijvingstermijnen aangepast en is de omvang van de afschrijving als gevolg hiervan gewijzigd.
Huisvestingslasten (€ 1.745.000) Aan huisvesting is minder uitgegeven dan begroot (€ 26.000). De volgende redenen liggen hier onder andere aan ten grondslag. Onderhoud (+/+ € 56.000) In verband met wijzigingen in wet- en regelgeving en strengere eisen vanuit de brandweer zijn er meer aanpassingen uitgevoerd. Ook is er relatief vaak lekkage ontstaan als gevolg van noodweer. In de begroting 2012 is de nieuwe meerjarenonderhoudsplanning opgenomen; het jaarlijks te ramen bedrag voor klein onderhoud is naar boven bijgesteld. Energie en water (-/- € 67.000) Een groot deel van de afwijking tussen begroting en realisatie is het gevolg van de ontvangst van jaarafrekeningen, voor in totaal € 39.000.
Overige lasten (€ 2.346.000) De post overige instellingslasten is € 92.000 lager dan begroot. De volgende (belangrijkste) oorzaken zijn hiervoor aan te wijzen. Accountantskosten (-/- € 10.000). Er is minder gebruik gemaakt van aanvullende dienstverlening. Reproductiekosten (-/- € 11.000). Een relatief hoge omvang van afrekeningen (-/- € 16.000) leidt tot een lagere uitgave voor repro. Overige leermiddelen (-/- € 22.000). De kosten zijn te hoog begroot. Medezeggenschapsraad (-/- € 10.000). Zowel op bestuursniveau (GMR: -/- € 5.000) als op schoolniveau wordt er minder uitgegeven dan begroot (MR -/- € 5.000).
Financiële baten (€ 267.000) en lasten (€ 33.000) Kengetal: saldo financiële baten en lasten / eigen vermogen SKOzoK 2011
3,6%
SKOzoK 2010
2,9%
Het verschil met de begroting bedraagt € 31.000 (positief). De financiële baten zijn € 56.000 hoger dan begroot. Dit is onder andere het gevolg van de verkoop van een aantal obligaties. Daarnaast is de omvang van de financiële vaste activa/liquide middelen minder afgenomen dan begroot.
37
Bestuursverslag 2011
Een opvallend verschil met de jaarrekening 2010 betreft de post deskundigenadvies (€ 251.000 hoger dan in 2010). Met ingang van 2011 worden de kosten in verband met schoolbegeleiding onder deze post opgenomen. In 2011 is er voor een bedrag van € 103.000 aan schoolbegeleiding in de jaarrekening verantwoord. Daarnaast is deze post in 2011 incidenteel van hoge omvang, omdat voor het opstellen en het uitvoeren van het sociaal plan externe deskundigheid is ingehuurd, dit in totaal voor een bedrag van € 84.000. Aan juridisch advies is in 2011 € 35.000 uitgegeven. Tenslotte is € 40.000 besteed aan het uitvoeren van een tevredenheidsenquête onder ouders, leerlingen en personeel. Ook een opvallende post is de post overige ICT-kosten. Er is € 60.000 meer besteed dan in 2010. In 2011 is voor de eerste maal gebruik gemaakt van een toepassing om de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen te kunnen toetsen en volgen. De jaarlijkse licentiekosten bedragen € 38.000 per jaar. Onderhoud aan digitale borden (o.a. vervangen beamerlampen) komt ook ten laste van deze post; als gevolg van een groter aantal digitale borden, stijgen ook de kosten in verband met het onderhoud ervan.
De financiële lasten zijn € 25.000 hoger dan begroot. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een afboeking van de waarde van de obligaties. Daarnaast zijn de transactiekosten hoger geweest in verband met de verkoop van een deel van de portefeuille. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het treasuryverslag.
6.3. Treasuryverslag In het financieel beleidsplan dat in het najaar van 2010 is vastgesteld is het treasurystatuut van SKOzoK opgenomen. In dit statuut is het beleid ten aanzien van beleggen en belenen verwoord. Ons beleid is in overeenstemming met de OCW-regeling inzake beleggen en belenen. Op 1 januari 2010 is een nieuwe regeling beleggen en belenen van kracht geworden. Voor transacties die gesloten worden na deze datum is de nieuwe regeling van kracht. Deze regeling stelt (nog) striktere eisen ten aanzien van het beleggingsbeleid. De volgende onderwerpen komen in het treasuryverslag aan bod: Een liquiditeitsprognose voor de korte en middellange termijn; Een overzicht en analyse van de huidige liquiditeits- en risicopositie; Een prognose van de ontwikkelingen op de financiële markten (rentevisie) en het financieel resultaat; Een overzicht van de transacties die de afgelopen periode zijn aangegaan op de geld- of kapitaalmarkt; Een overzicht van gegoede debiteuren, omdat de kredietwaardigheid van tegenpartijen onderhevig kan zijn aan veranderingen.
Liquiditeitsprognose Korte termijn Uit de begroting 2012 blijkt dat wij verwachten dat het saldo financiële vaste activa/liquide middelen met € 1.100.000 zal afnemen. Het saldo dat beschikbaar is op de beleggersrekening is direct inzetbaar en waarschijnlijk toereikend om dit liquiditeitstekort op te vangen. Middellange termijn Over de jaren 2013 tot en met 2015 is per saldo een (gering) liquiditeitstekort te verwachten. Dit blijkt uit de meerjarenbegroting die is opgesteld over de periode 2012-2015.
Liquiditeits- en risicopositie De portefeuille financiële vaste activa en liquide middelen van SKOzoK per 31-12-11: Bank ABN AMRO
RABO
Bestuursverslag 2011
TOTAAL
Product Ondern top deposito Bank 41.94.43.258 Spaardeposito Bank 10.34.18.229 Beleggersrekening Variabele couponobl ABN AMRO MTN Goldman Sachs Merril Lynch MTN Kassen
Nom saldo 31-12-11 75.000 1.000 2.000.000 218.000 567.0000 2.500.000 177.000 238.000 238.000 7.000 6.021.000
Marktwaarde 31-12-11 75.000 1.000 2.000.000 218.000 567.000 2.488.000 176.000 237.000 230.000 7.000 5.999.000
Rendement Expiratie2011 datum 1,8% n.v.t. n.v.t. n.v.t. 3,3% 2014 0,7% n.v.t. 2,5% n.v.t. 3,0% 2016 4,75% 2014 4,75% 2014 4,625% 2013 n.v.t. n.v.t.
De ingenomen posities voldoen allen aan de eis met betrekking tot de rating zoals deze wordt geëist op grond van de ‘oude’ regeling beleggen en belenen; deze dient minimaal A te bedragen. De nieuwe regeling beleggen en belenen gaat uit van minimaal een rating van AA- voor beleggingen die langer dan drie maanden worden aangehouden. De volgende beleggingen voldoen niet aan deze eis: ABN AMRO MTN 177.000 A (Fitch) Goldman Sachs 238.000 A (Fitch) Merrill Lynch MTN 238.000 A (Fitch) Spaardeposito ABN AMRO 2.000.000 A+ (Fitch) 38
In de nieuwe regeling, die van kracht is geworden op 1 januari 2010, is opgenomen dat de nieuwe eisen gelden voor transacties die gesloten worden vanaf 1 januari 2010. Daar alle effecten reeds in een eerder stadium zijn gekocht, is deze eis nog niet van toepassing. De per 31 december 2011 ingenomen positie is als defensief te beschouwen. SKOzoK loopt slechts in geringe mate koersrisico. De hoofdsommen zijn in alle gevallen gegarandeerd.
Rentevisie en financieel resultaat In de afgelopen jaren zijn de schommelingen op de kapitaalmarkt erg groot geweest. De rentevergoeding die SKOzoK krijgt op de betaalrekening is gebaseerd op euribor, waarbij een afslag van 0,5% wordt gehanteerd. In 2008 ontvingen wij nog gemiddeld 3,8% creditrente over het saldo op de betaalrekening. In 2009 en 2010 hebben wij gemiddeld slechts 0,4% resp. 0,1% rente ontvangen. In 2011 is de euribor weer wat hoger geweest, zodat wij een rente van 0,7% hebben kunnen genereren. Op dit moment (april 2012) bedraagt de 1 maand euribor slechts 0,42%. De laatste maanden is het rendement op de betaalrekening weer verwaarloosbaar. De verwachting is dat de rente laag zal blijven de komende periode. Het is derhalve van belang om het saldo op de betaalrekening te minimaliseren, zodat de middelen zo renderend mogelijk (tijdelijk) weggezet kunnen worden. De in de begroting 2011 opgenomen financiële bate bedraagt € 212.000. Er is een financiële bate van € 267.000 gerealiseerd. Bij het opstellen van de begroting was rekening gehouden met een rentevergoeding van 0,3% op de betaalrekening tegen een gemiddeld saldo van € 200.000. Er is een hogere rente van 0,7% tegen een gemiddeld saldo van € 990.000 gegenereerd (+ € 6.000). Gedurende het kalenderjaar is er één obligatie (€ 538.000) geëxpireerd en een drietal obligaties is voor expiratiedatum verkocht (€ 495.000, € 180.000 en € 155.000). Bij de verkoop van de obligaties is een koerswinst van € 41.000 gerealiseerd. Eén obligatie (€ 495.000) is verkocht vanwege een liquiditeitstekort, de overige twee zijn verkocht vanwege het geringe effectieve rendement ervan. Tenslotte is bij het begroten van de financiële baten rekening gehouden met een afname van het saldo financiële vaste activa/liquide middelen over 2011 met € 2.100.000. Vergeleken met de balanspositie per 31 december 2010 is de waarde echter slechts gedaald met € 956.000. Een hoger saldo FVA/liquide middelen heeft een hoger financieel resultaat tot gevolg gehad. Het in geringere mate aanspreken van de effectenportefeuille is het gevolg van onder andere het gegeven dat we minder hebben geïnvesteerd (zie ook ‘materiële vaste activa’) en het resultaat is aanzienlijk minder negatief dan begroot. Op balansdatum noteerde de marktwaarde van de obligaties onder de nominale waarde. Een bedrag van € 22.000 is afgeboekt en als financiële last in de jaarrekening opgenomen. Deze afboeking was niet begroot. Als gevolg van de verkoop van een deel van de portefeuille zijn de transactiekosten (als onderdeel van de financiële lasten) ook hoger dan begroot. Op dit moment (april 2012) is de marktwaarde van de obligaties weer hoger dan de nominale waarde, zodat bij het opstellen van de balans de afboeking weer teniet gedaan kan worden.
De betaalrekening is voor wat betreft het creditsaldo geminimaliseerd, daar er nauwelijks rente wordt gegenereerd over dit saldo. Acties uitgezet in de afgelopen periode: Datum
Bedrag
Omschrijving
18 jan
€ 495.000
Verkoop obligatie Nederland 5% tegen 105,6%
15 juli
€ 538.000
Expiratie obligatie Nederland 5% tegen 100%
19 okt
n.v.t.
Openen beleggersrekening Rabo (2,5%)
27 okt
n.v.t.
Opheffen bedrijfsspaarrekening Rabo (max. 1,8%)
21 nov
n.v.t.
Opheffen bedrijfsbonusrekening Rabo (max. 2,1%)
2 dec
€ 180.000
Verkoop obligatie BNG 4,375% tegen 104,2%
2 dec
€ 155.000
Verkoop obligatie Rabobank NL MTN 4,25% tegen 103,4% 39
Bestuursverslag 2011
Overzicht van transacties
Daarnaast heeft er een aantal malen een overboeking plaatsgevonden tussen de betaalrekening en de bedrijfsbonusrekening (later: beleggersrekening), dit om enerzijds het saldo op de betaalrekening te minimaliseren en anderzijds voldoende middelen beschikbaar te hebben om betalingen te verrichten.
Overzicht van gegoede debiteuren Onze effectenportefeuille zoals opgenomen in de paragraaf ‘liquiditeits- en risicopositie’ geeft onze financiële debiteuren weer. Gezien de ratings die van toepassing zijn (A+ en AA), kunnen wij concluderen dat deze debiteuren als kredietwaardig kunnen worden aangemerkt.
6.4. Toekomstige ontwikkelingen Baten
Werkelijk
Begroot
2011
2012
3.1 Rijksbijdragen
29.033.000
28.150.000
304.000
229.000
1.405.000
1.088.000
30.742.000
29.467.000
3.2 Overige overheidsbijdragen 3.5 Overige baten
Totaal baten
Lasten
4.1 Personeelslasten
Werkelijk
Begroot
2011
2012
26.474.000
25.331.000
809.000
639.000
4.3 Huisvestingslasten
1.745.000
1.821.000
4.4 Overige lasten
2.346.000
2.260.000
31.374.000
30.051.000
-632.000
-584.000
235.000
200.000
-397.000
-384.000
4.2 Afschrijvingen
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5 Financiële baten en lasten
Resultaat
Bestuursverslag 2011
Ook voor 2012 voorzien wij een negatief exploitatiesaldo. Wij verwachten in 2014 de lasten weer in evenwicht te hebben gebracht met de baten. Omdat het leerlingaantal de komende jaren blijft dalen, is het van groot belang om met name de personele kosten, goed in de grip te blijven houden. Hiertoe hebben we de afgelopen jaren diverse maatregelen genomen, zoals aanpassingen in het proces (centralisatie), aanpassingen in de budgetteringssystematiek en verbeteringen in de monitoring. De komende periode zal een verdere ontwikkeling plaatsvinden. Zo zullen diverse processen geanalyseerd en zo mogelijk verbeterd worden. In 2012 zal er een keuze gemaakt worden voor een nieuw personeels- en salarispakket. De mogelijkheden op verbeteringen in het proces zullen deel uitmaken van het programma van eisen, zodat beheersing van het proces optimaal gewaarborgd kan blijven.
40
Ook voor het financiële pakket zal een programma van eisen opgesteld worden. Op basis hiervan wordt in 2012 een keuze gemaakt. Het is de bedoeling om per begin 2013 beide pakketten te hebben geïmplementeerd. De komende periode zal bezien moeten worden welke gevolgen de invoering van de Wet Passend Onderwijs voor ons heeft. Financiële consequenties zullen in ieder geval in toekomstige begrotingen tot uitdrukking moeten komen. Veldhoven, 8 mei 2012 College van Bestuur
Bestuursverslag 2011
Drs. I.C.A.N. (Ingrid) Sluiter-van Hoof C.G.C.G. (Carlo) Segers MA
41