BESTUURSVERSLAG I.
Algemene Informatie
Het bestuur en het intern toezicht zijn binnen Stichting CVO Zuid-West Fryslân nadrukkelijk gescheiden, door het gebruik van het Raad van Toezicht model. Het bestuur van CVO wordt gevormd door een eenhoofdig College van Bestuur, ondersteund door een secretaris. Het College van Bestuur treedt op als bevoegd gezag van de instelling en is eindverantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken van de onderwijsorganisatie. De Raad van Toezicht houdt toezicht op (de kwaliteit van) het bestuur aangaande het realiseren van de CVO missie, met inachtneming van de CVO identiteit. Tevens is er een CVOadviesraad, bestaande uit vertegenwoordigers van diverse relevante maatschappelijke sectoren. De CVOadviesraad fungeert als maatschappelijk venster ten behoeve van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht en heeft in de statuten verankerde adviesbevoegdheden richting de Raad van Toezicht. Het bestuur onderschrijft de code goed onderwijsbestuur en voldoet aan alle bepalingen opgenomen in deze code tot augustus 2011. In 2012 worden alle noodzakelijke aanpassingen doorgevoerd die benodigd zijn om volledig te voldoen aan de gewijzigde code per augustus 2011. 2.
Juridische structuur en organisatiestructuur
Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in Zuid-West Fryslân (kortweg: CVO) is een christelijke scholengroep bestaande uit vier scholen, die gezamenlijk alle soorten voortgezet onderwijs aanbieden. Naam
Brinnummer
Plaats
Opleidingen
Bogerman
25CR
Hoofdvestiging in Sneek, nevenvestigingen in Koudum en Wommels
CSG Gaasterland
00ZH
Balk
Marne College
25 GB
Bolsward
Zuiderpoort
04FR
Sneek
Alle opleidingen voor voortgezet onderwijs van LWOO tot en met VWO (inclusief gymnasium). In Koudum en Wommels is alleen afsluiting VMBO (gemengd/theoretisch) mogelijk. VMBO, inclusief LWOO. Afsluiting van zowel gemengde als theoretische leerweg. Binnen de sectoren zorg en welzijn en economie kan een basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte opleiding gevolgd worden. Verzorgen van onderbouw HAVO en VWO. Alle opleidingen van LWOO tot en met VWO (alleen atheneum) en tweetalig onderwijs (TTO) Praktijkonderwijs
Bogerman en het Marne College staan onder leiding van een rector. De Zuiderpoort en CSG Gaasterland staan onder leiding van een directeur. Het College van Bestuur vormt samen met de rectoren van Bogerman en Marne College, de directeuren van CSG Gaasterland en de Zuiderpoort en het hoofd Centraal Bureau het Centraal Management Team (CMT). In het CMT wordt het beleid voor de Stichting als geheel voorbereid. Na vaststelling door het College van Bestuur en waar nodig na goedkeuring door de Raad van Toezicht en/of na instemming/advies van de (Personeelsgeleding van de ) Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad, wordt de uitvoering ter hand genomen. Op schoolniveau is elke rector/directeur met zijn/ haar managementteam verantwoordelijk voor de gang van zaken van zijn school. De rector/directeur voert daartoe ook overleg met de medezeggenschapsraad van de school. Het Centraal Bureau ondersteunt de schoolleiding, het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. De bevoegdheden van de diverse organen en vergaderingen, evenals de onderlinge verhoudingen, zijn geregeld in de statuten en reglementen van CVO.
1
Organogram CVO-adviesraad
Raad van Toezicht
(P) Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
College van Bestuur Secretaris CvB
Hoofd Centraal Bureau
Secretaresse CvB
Personeel & Organisatie
Financiën Bezinningscentrum
ICT Beheer
Expertisecentrum Frysk
Expertisecentrum Opleiding en training
Facilitair manager
Expertisecentrum ICT
Directeur CSG Gaasterland
Rector Marne College
Rector Bogerman
Directeur De Zuiderpoort
Medezeggenschap Elke school binnen CVO en het Centraal Bureau kent een medezeggenschapsraad (MR). Er vindt overleg plaats tussen rector, directeur of hoofd CB en de desbetreffende MR. In de medezeggenschapsraden van de scholen hebben personeelsleden, ouders en leerlingen zitting. Daarnaast kent CVO een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, waarin personeelsleden, ouders en leerlingen zitting hebben. Die worden verkozen door respectievelijk de personeelsgeleding, oudergeleding en leerlingengeleding van de medezeggenschapsraden. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) en de personeelsgeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (PGMR) voeren overleg met het College van Bestuur. Samenwerking Stichting Simmerdyk (samenwerking de Zuiderpoort en Pro-Sneek) Dit betreft de samenwerking van de christelijke praktijkschool de Zuiderpoort en de openbare praktijkschool ProSneek in Sneek. Met behoud van ieders eigen identiteit en bestuurlijke zelfstandigheid zijn deze twee scholen met ingang van het schooljaar 2009/2010 gehuisvest in één nieuw schoolgebouw. In 2008 is er een samenwerkingsovereenkomst opgesteld en is de Stichting Simmerdyk opgericht. Deze stichting is in het leven geroepen met het oog op het beheer van het nieuwe gezamenlijke schoolgebouw.
2
Wyldemerk De Wyldemerk is een leef- en leerplaats voor jongeren in de leeftijd van 15 tot 22 jaar, die hun onderwijscarrière vroegtijdig hebben beëindigd en zichzelf een tweede kans willen geven om alsnog een diploma te behalen. De Wyldemerk heeft per 1 augustus 2011 haar deuren gesloten. De Wyldemerk was een initiatief van onderwijsadviesbureau APS, ROC Friesland College en CVO Zuid-West Fryslân en betrof een samenwerking van VO en MBO onderwijs. Fultura Fultura, opgericht in 2003, is een interzuilair samenwerkingsverband van en voor de zeven scholen voor Voortgezet Onderwijs in de regio Zuidwest Friesland, waaronder de vier CVO-scholen. Fultura is een ondersteunende dienst voor leerlingenzorg, die vraaggestuurd werkt: de school vraagt, Fultura zoekt een passend antwoord. Hierbij kan gedacht worden aan: scholing, coaching, intervisie, kennisuitwisseling, diagnostisering en handelingsadvisering van leerlingen en het activeren van de korte lijnen naar de hulpinstanties. Met de time-outvoorziening (Rebound) biedt Fultura tevens een passende opvang voor leerlingen die tijdelijk niet in de school terecht kunnen. Naast CVO maken AOC Friesland, Praktijkschool Sneek en RSG Magister Alvinus gebruik van de diensten van Fultura. Fricolore Fricolore wordt gevormd door 16 scholen voor Christelijk en interconfessioneel Voortgezet Onderwijs in Friesland, de Noord-Oost Polder, Urk en de Kop van Overijssel. De scholen werken samen om het onderwijs en de organisatie op de scholen te bevorderen. De coöperatie is opgericht om optimaal te kunnen profiteren van elkaars kennis en ervaring en te leren van en met elkaar in een inspirerend netwerk. De samenwerking spitst zich toe op: • Kwaliteit en continuïteit van christelijk VO: staan voor de waarden die samenhangen met onze christelijke identiteit; • De Fricolore Spegel: borgen en verbeteren van de onderwijskwaliteit door het Fricolore visitatieproject; • De Fricolore Akademy: cursusaanbod en trainingen voor en door mensen in de Fricolorescholen; • Ontwikkeling en afstemming van delen het Personeelsbeleid; • Een eigen vacaturebank. De werkzaamheden van de vacaturebank worden verzorgd door de afdeling P&O van CVO.
3
3.
Verslag Raad van Toezicht
Inleiding Dit is het vijfde verslag van de Raad van Toezicht, waarin de Raad verantwoording aflegt over het uitgeoefende toezicht in 2011. Dit verslag maakt integraal onderdeel uit van het jaarverslag van CVO Zuid-West Fryslân en wordt tevens gepubliceerd op de website van CVO. Een onderwijsinstelling is primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van haar onderwijs. De overheid geeft onderwijsinstellingen beleidsruimte om deze verantwoordelijkheid waar te maken. Governance oftewel goed onderwijsbestuur moet zorgen voor een systeem van “checks and balances” om deze beleidsruimte op verantwoorde wijze in te vullen. Bij goed onderwijsbestuur draait het om besturing, control, verantwoording en toezicht. De branchecode “Goed Onderwijsbestuur”, opgesteld door de vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs, de VO-raad, geeft minimale waarborgen op het terrein van horizontale verantwoording, de verhouding tussen toezicht en bestuur en de besturing en control. De Code Goed Onderwijsbestuur dient in beginsel te worden toegepast. Waar van de Code Goed Onderwijsbestuur wordt afgeweken, wordt dit uitgelegd en naar de belanghebbenden toe verantwoord. Het bestuur van CVO wordt gevormd door de heer B. Kamphuis, een eenhoofdig College van Bestuur. Het College van Bestuur treedt op als bevoegd gezag van de instelling en is eindverantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de onderwijsorganisatie. De Raad van Toezicht houdt toezicht op (de kwaliteit van) het bestuur om de CVO missie (CVO wil bron zijn voor inspirerend en sterk voortgezet onderwijs in Zuid-West Fryslân), met inachtneming van de CVO identiteit, te realiseren. Er is een CVO-adviesraad, bestaande uit vertegenwoordigers van diverse relevante maatschappelijke sectoren, die toeziet op het werk van de Raad van Toezicht. In het kader van het toezicht fungeert de Raad van Toezicht voor het bestuur afwisselend als verantwoordingsorgaan, als goedkeuringsorgaan voor bepaalde bestuursbesluiten, als adviseur en klankbord, als werkgever en als maatschappelijk venster. Samenstelling en werkwijze en nevenfuncties Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht kent een samenstelling die voldoende spreiding van deskundigheden en maatschappelijke achtergronden waarborgt. De samenstelling van de Raad van Toezicht is in 2011 als volgt:
Naam Ton Wallast Cees Schellens Dominicus Hooghiemstra Leen Diepenhorst
Functie Voorzitter Vicevoorzitter Secretaris
Werkzaam als Organisatieadviseur v/h bankdirecteur Directeur PO
Denominatie Protestant-Christelijk Rooms-Katholiek Rooms-Katholiek
Benoemd sinds e 2005 3 termijn e 2005 3 termijn e 2004 3 termijn
Lid
Protestant-Christelijk
2009 1 termijn
Jan Olivier Jolly van Hijum-Postma
Lid Lid
v/h plv. korpschef provincie Friesland Directeur Internal audit Organisatieadviseur
Protestant-Christelijk Protestant-Christelijk
2009 1 termijn e 2005 3 termijn
Dominicus Kamsma
Lid
Onderwijsdirecteur onderwijscentrum VU
Rooms-Katholiek
2004 3 termijn
4
e e
e
De voor CVO relevante nevenfuncties of nevenwerkzaamheden van de afzonderlijke leden van de Raad van Toezicht in 2011: Naam Ton Wallast
Cees Schellens
Dominicus Hooghiemstra
Leen Diepenhorst
Jan Olivier Jolly van Hijum-Postma Dominicus Kamsma
Voor CVO relevante nevenfuncties of nevenwerkzaamheden • Vicevoorzitter Pensioenfonds Predikanten PKN • Lid Raad van Commissarissen Lefier (woningcorporatie) • Vicevoorzitter Raad van Toezicht Besturenraad • Lid ledenraad Rabobank Zuid-West Friesland • Bestuurslid Europees Platform • Lid Lions • Penningmeester Stichting Christelijk Speciaal Basisonderwijs Sneek (Súdwester) • Penningmeester Stichting Christelijk Speciaal Onderwijs Fryslân • Penningmeester Stichting Bouwen met Bouma’s (ontwikkelingsorganisatie) • Voorzitter Lokale WMO adviesraad gemeente Gaasterlân-Sleat • Parochievoorganger • Voorzitter projectgroep brede school Lemmerweg • Lid stuurgroep brede school Sneek • Lid diverse onderwijswerkgroepen Bisschop Moller Stichting • Secretaris ijsclub Blauhus eo • Voorzitter Hemdykrintocht • Lid bestuur dorpsbelang Blauwhuis • Lid van de Raad van Toezicht van de stichting Thuiszorg Het Friese Land • Voorzitter van de Raad van Toezicht van de stichting Jeugdhulp Friesland • Lid van de Raad van Toezicht van de Stichting Fier Fryslân • Lid van de Commissie van Toezicht van de Penitentiaire Inrichting Leeuwarden • Lid Raad van Toezicht Caleidoscoop (welzijnskoepel gemeente Heerenveen e.o.) • Voorzitter Stichting Passie voor Zorg • Lid van de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken • Geen voor CVO relevante nevenfuncties of nevenwerkzaamheden • Voorzitter Concertcommissie Karmelkerk • Lid Soroptimisten • Voorzitter Raad van Toezicht Bisschop Möller Stichting (katholiek Primair Onderwijs)
De leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van drie jaar en kunnen worden herbenoemd voor ten hoogste twee termijnen van drie jaar. In 2011 zijn de leden Wallast, Schellens en Van HijumPostma benoemt voor een derde termijn. Werken met een commissiestructuur De Raad van Toezicht werkt met een commissiestructuur. Er is een remuneratiecommissie, een onderwijscommissie en een auditcommissie. Voor de commissies is een werkwijze vastgesteld. De remuneratiecommissie, bestaande uit de heer Wallast en mevrouw Van Hijum-Postma, houdt zicht bezig met de werving- en selectie van de bestuurder en de leden van de Raad van Toezicht, het voeren van de functionerings- en beoordelingsgesprekken met de bestuurder en met de bezoldiging van de bestuurder en de leden van de Raad van Toezicht.
5
De onderwijscommissie, bestaande uit de heren Kamsma, Hooghiemstra en Diepenhorst, houdt zich bezig met de opbrengsten van het onderwijs en de wijze waarop die zich bezig houdt met de verbetering van deze opbrengsten. De onderwijscommissie vergadert in aanwezigheid van het College van Bestuur. De auditcommissie bestaat uit de heren Schellens en Olivier en wordt bijgestaan door de controller van CVO ZuidWest Fryslân, mevrouw Van den Berg. De auditcommissie heeft tot taak het voorbereiden van de besluitvorming van de Raad van Toezicht op het terrein van de externe financiële rapportage en het jaarverslag, het doen van een benoemingsvoordracht voor de externe accountant en het beoordelen van diens functioneren en het beoordelen van de kwaliteit en effectiviteit van interne financiële en managementrapportages en overige systemen voor interne beheersing. De auditcommissie vergadert in aanwezigheid van het College van Bestuur. Deskundigheidsbevordering Raad van Toezicht In het kader van de deskundigheidsbevordering van de Raad van Toezicht zijn twee themavergaderingen belegd. De thema’s die aan de orde zijn geweest zijn: “de rol van de toezichthouder ten aanzien van de onderwijskwaliteit” en “governance en risicomanagement”. De Raad van Toezicht is lid van de Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOI). Deze vereniging heeft tot doel het bevorderen van deskundigheid op gebied van besturen en toezicht door het organiseren van symposia, het geven van voorlichting, het innemen van standpunten en het behartigen van belangen. Zelfevaluatie Raad van Toezicht In 2011 heeft de jaarlijkse zelfevaluatie van de Raad van Toezicht plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze zelfevaluatie heeft de Raad van Toezicht de accenten van toezicht voor 2011 vastgesteld. Voor 2011 liggen de accenten bij risicomanagement, onderwijskwaliteit, financiën en de kwaliteit van de interne organisatie. Bezoldiging leden Raad van Toezicht De leden van de Raad van Toezicht ontvangen een honorering voor hun werkzaamheden. De voorzitter, de heer Wallast ontving € 5000,-, de vicevoorzitter, de heer Schellens, € 4000,- en de leden, de heren Kamsma, Diepenhorst, Olivier, Hooghiemstra en mevrouw Van Hijum-Postma ontvingen € 3000,- bruto per jaar. Bij de bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht is de VTOI-regeling gevolgd. De Raad van Toezicht heeft in 2011 besloten om de hoogte van de bezoldiging ongewijzigd te laten. Vergaderingen Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft in 2011 zes keer regulier met het College van Bestuur vergaderd en twee keer aparte themavergaderingen belegd met het College van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft één keer vergaderd buiten de aanwezigheid van het College van Bestuur. In deze vergadering is de zelfevaluatie, de eigen deskundigheidsbevordering en de voorbereiding van het beoordelingsgesprek met de bestuurder aan de orde geweest. Ook heeft de Raad van Toezicht een gezamenlijke vergadering gehad met het College van Bestuur en het Centraal Managementteam met als thema “professionalisering”. Tot slot heeft de Raad van Toezicht in aanwezigheid van het College van Bestuur tweemaal vergaderd met de CVOadviesraad.
6
Goedkeuring bestuursbesluiten Aan de hand van de jaarcyclus zijn de begroting, de jaarrekening en het sociaal jaarverslag besproken. De bespreking van de jaarrekening was voorbereid door de auditcommissie in aanwezigheid van de accountant. De Raad van Toezicht heeft in 2011 de volgende bestuursbesluiten goedgekeurd: • Begroting 2011 • Wijziging van de statuten en reglementen • Akte van levering en akte aanbiedingsplicht met koopoptie Marne College • Meerjarenraming 2011-2014 en bestuursformatieplan 2011-2012 • Jaarverslag 2010 • Sociaal Jaarverslag 2010 Informatie en Verantwoording De bestuurder informeert de Raad van Toezicht en legt verantwoording af onder andere aan de hand van de besluitenlijsten College van Bestuur en de kwartaalrapportages. De Raad van Toezicht heeft ook de beschikking over de verslagen van de vergaderingen van de bestuurder en de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad, de rapportage van de accountant en de rapportages van de Inspectie van het Onderwijs. Daarnaast heeft de Raad van Toezicht bij verschillende scholen schoolbezoeken afgelegd. Naast de reguliere informatie zijn de volgende onderwerpen in 2011 expliciet aan de orde geweest in het overleg tussen de bestuurder en de Raad van Toezicht: • • • • • • • • •
Missie en Visie CVO Zuid-West Fryslân Voortgang strategietraject Start nevenvestiging Bogerman in Balk Onderwijskwaliteit Sluiting van Stichting Wyldemerk Nieuwe code goed onderwijsbestuur Kaderbrief 2012: “De basis verder op orde” Financiën en begrotingsproces Reorganisatie managementstructuur en reorganisatie bedrijfsvoering en ondersteuning
Consultatie De Raad van Toezicht is het afgelopen jaar als adviseur en klankbord van de bestuurder betrokken geweest bij: • De ontwikkeling Centraal Bureau, dit in relatie tot de kwaliteit van de interne organisatie. Overleg (voorzitter) Raad van Toezicht en College van Bestuur Maandelijks is er overleg geweest tussen de voorzitter van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur. Daarnaast heeft de remuneratiecommissie het jaarlijkse functioneringsgesprek en beoordelingsgesprek met de bestuurder gevoerd. Overleg Raad van Toezicht en CVO-adviesraad In april en december heeft de Raad van Toezicht vergaderd met de CVO-adviesraad. De CVO-adviesraad is in 2011 als volgt samengesteld: • de heer Reitsma, voormalig burgemeester Wymbritseradiel; • de heer Van den Boogaart, directeur lerarenopleidingen NHL; • de heer Snoek, Regiomanager Zorg Jeugdhulp Friesland; • de heer Wiersma, Directeur bedrijven Rabobank; • de heer Rigter, bestuursdirecteur Bisschop Möller Stichting;
7
In de vergaderingen met de CVO-adviesraad is om advies gevraagd dan wel geconsulteerd over de volgende onderwerpen: • Verslag Verantwoording uitgeoefende toezicht 2010 • Kwaliteit en ambitie in het onderwijs • Strategie CVO Zuid-West Fryslân • Reorganisaties van managementstructuur en de bedrijfsvoering Naast bovenstaande onderwerpen is met de CVO-adviesraad gesproken over doorontwikkeling van de CVOadviesraad, waarbij de CVO-adviesraad gaat fungeren als maatschappelijk venster voor het College van Bestuur in plaats van primair voor de Raad van Toezicht. Naar aanleiding van deze gedachtewisseling is besloten deze rolverandering van de CVO adviesraad verder uit te werken en de statuten en reglementen van CVO in verband daarmee te wijzigen. Tot slot CVO Zuid-West Fryslân zal, gelet op de meerjarenraming de komende jaren de tering naar de nering moeten zetten. Er zal bezuinigd moeten worden, enerzijds om financieel gezond te blijven, anderzijds om ruimte te scheppen voor vernieuwing en versterking van de kwaliteit. Daarom zijn in 2011 een tweetal trajecten in gang gezet die in 2012 zullen uitmonden in een reorganisatie van de managementstructuur en een reorganisatie van de bedrijfsvoering en ondersteuning. De eerste reorganisatie heeft tot doel te komen tot een compacte, sobere robuuste organisatiestructuur om zo de sturing van de organisatie te verbeteren. De tweede reorganisatie heeft tot doel te komen tot een effectieve, kwalitatieve en efficiëntere bedrijfsvoering en ondersteuning. Deze laatste reorganisatie gaat gepaard met een bezuinigingstaakstelling. Beide reorganisaties hebben grote impact op de medewerkers en zijn relatief nieuw binnen het voortgezet onderwijs. Medewerkers hebben niet langer baanzekerheid en moeten werken aan mobiliteit. Daarnaast wordt het onderwijs dagelijks geconfronteerd met strengere eisen vanuit de politiek, ouders en leerlingen om meer ambitie en kwaliteit te laten zien. Van bestuur en medewerkers wordt in deze context veel gevraagd en het is belangrijk dat CVO en de scholen hierin een eigen geluid laten horen en zelf een antwoord geven aan deze verwachtingen. Hiertoe zijn in 2011 de nodige aanzetten gegeven. De Raad van Toezicht is erkentelijk voor wat er in het afgelopen jaar door bestuur en medewerkers aan betrokkenheid is getoond en aan doelstellingen is verwezenlijkt en spreekt het vertrouwen uit dat er het komende jaar nog veel gerealiseerd zal worden.
8
4.
Organisatiedoelen
Omgevingsschets
In februari 2007 is het huidige strategisch beleidsplan van CVO voor de periode 2007-2012 vastgesteld onder de naam “Op zoek naar bezieling…”. De strategische doelen zijn opgesteld in het kader van inspirerend en sterk voortgezet onderwijs, binnen een werkomgeving met professionele ondersteuning en mede ten behoeve van de samenleving. CVO wil leerlingen inspireren met de inhoud en vorm van ons onderwijs: een rijke leeromgeving is de beste stimulans voor het leren van leerlingen. Wij willen, in samenspel met ouders en verzorgers, onze leerlingen kansen bieden om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op leven en maatschappij. Wij zien het als onze opdracht om vanuit goede werkomstandigheden personeelsleden in staat te stellen een bron van inspiratie voor leerlingen en elkaar te zijn. Omgekeerd verwachten wij dat ons personeel onze gezamenlijke missie uitdraagt en inhoud geeft. In 2011 is een start gemaakt met het opstellen van een nieuw strategisch plan, waarin in ieder geval aandacht wordt besteed aan personeel, sturing en professionalisering, de verhouding met de omgeving en de positionering en identiteit van CVO en de scholen. Het strategisch plan zal globale kaders bevatten voor wat betreft het onderwijs. De school is het identificatiepunt voor leerlingen, ouders en docenten. In het strategietraject zal ook het huidige onderwijskundig kader onderwerp van gesprek zijn. Elementen die een plaats krijgen in het strategietraject in het kader van het uitwerken van de missie/visie zijn: goed onderwijs (kennis en bieden toekomstperspectief, het beste halen uit de leerling),verbinding maken , juist in dit laatste speelt identiteit een belangrijke rol en het bieden van ruimte aan professionals.
Strategisch beleid
In toenemende mate ontstaat het besef dat het belangrijk is op een meer strategische wijze vooruit te kijken. Professionalisering, functiedifferentiatie door de functiemix, demografische ontwikkelingen en de door de overheid ingezette nullijn voor de materiële bekostiging zijn een aantal belangrijke factoren die invloed hebben op het lange termijnbeleid. Bij planning en beleidsontwikkeling gaat het natuurlijk om kwantiteit, maar vooral ook om kwaliteit. Wat is de (onderwijs)visie, welke ontwikkelingen en vernieuwingen staan in de komende jaren op stapel en welke consequenties heeft dat voor de samenstelling van het personeel en de materiële uitgaven. Er is behoefte aan een duidelijke koers met duidelijke kaders en het expliciteren van de verwachtingen over en weer tussen leiding en medewerkers ook voor wat betreft de invulling van de eigen professionele ruimte. CVO moet niet alles willen, maar duidelijke keuzes maken en positie kiezen. Het team als thuisbasis is een goede ontwikkeling, maar er is ook behoefte aan andere verbindingen, zoals vakgroepen, om fragmentering te voorkomen en optimaal elkanders talenten te benutten. Het is belangrijk de expertisecentra beter in te bedden in de organisatie, zodat de opbrengsten van deze expertisecentra zichtbaarder worden en medewerkers/teams hier beter van kunnen profiteren. De scholen binnen CVO willen met het onderwijs leerlingen stimuleren tot bewuste keuzes. Pluriformiteit wordt daarbij gezien als bron voor verrijking. CVO wil open staan voor andere opvattingen en tradities om vanuit de dialoog de bewustwording van normen en waarden bij leerlingen te stimuleren. Door de demografische ontwikkelingen bevinden wij ons in een krimpregio. Dit betekent minder leerlingen. De vraag dient zich aan hoe een breed onderwijsaanbod in de regio gegarandeerd kan worden. Er zal een krapte op de arbeidsmarkt ontstaan, waardoor het lastiger wordt om goed gekwalificeerd personeel aan te nemen, dit betekent dat de ontwikkeling van CVO als opleidingsschool verder moet worden uitgebouwd. Er ontstaat in de maatschappij een kloof tussen laag en hoog opgeleiden, hierin ligt een opdracht voor CVO, juist vanuit onze identiteit, om het beste uit de leerlingen te halen, zowel de zorgleerlingen als de leerlingen die meer kunnen. Behoefte aan een andere benadering van zorgleerlingen, hier gaat nu in verhouding veel geld naar toe. Het is belangrijk meer via een pedagogische bril dan via de psychologische bril de zorgleerlingen te benaderen, het is zaak om daar op een juiste wijze in te investeren.
9
In 2012 zal CVO haar strategische koers gaan bepalen voor de komende jaren. Dit gaat uitmonden in een uitgewerkt strategisch beleidsplan. Het strategisch beleidsplan heeft een bereik van vijf jaar en bevat uitspraken over: • Missie • Onderwijsvisie • Marktvisie • Identiteit en profiel • Organisatie- en besturingsvisie • P&O- en arbeidsmarktvisie • Strategische keuzes.
School- en afdelingsplannen
Het strategisch beleidsplan vormt het kader voor jaarlijkse formatie- en team- of afdelingsplannen. De aanzet tot een strategisch denkproces, waarin een school kritisch kijkt naar haar positie in de omgeving, naar (noodzakelijke) beleidskeuzes en de consequenties hiervan voor personeelsvoorziening en –ontwikkeling en de materiële uitgaven, is noodzakelijk. Dit is een cyclisch proces. Bijvoorbeeld als blijkt dat de consequenties voor de kwantitatieve en kwalitatieve personeelsvoorziening of het investeren in huisvesting zeer ingrijpend zijn, moeten beleidskeuzes wellicht worden heroverwogen. Het is belangrijk om bij het tot stand komen van de jaarcijfers ook inzicht te verschaffen in het vrij besteedbaar eigen vermogen, zodat eventuele exploitatietekorten kunnen worden opgevangen of uitgaven kunnen worden beperkt en plannen worden bijgesteld. In het schoolplan wordt een vertaling gemaakt van de strategische keuzes in personele en materiële consequenties. Deze analyse leidt uiteindelijk tot beleidsvoornemens op het gebied van personeelsmanagement (“het hoe”). Onder ‘budget’ ten slotte vallen de jaarlijkse begrotingen en formatieplannen (“het waarmee”).
10
5.
Gevoerde financieel beleid
Financiële kaders
CVO ontvangt een bekostiging van het ministerie van OCW die gebaseerd is op het Uitvoeringsbesluit WEB . De rijksbijdrage wordt in de vorm van een lumpsumbedrag uitgekeerd. Binnen wettelijke grenzen kan de instelling zelf bepalen hoe en waaraan de rijksbijdrage wordt besteed. De bekostiging is louter inputfinanciering. Dat wil zeggen dat het aantal leerlingen op een bepaalde teldatum bepalend is voor de hoogte van de rijksbijdrage. Bekostiging vindt plaats per kalenderjaar. Bepalend voor de bekostiging in enig kalenderjaar, zijn de ingeschreven leerlingen op 1 oktober daaraan voorafgaand. Dit wordt aangeduid met t-1. De exploitatiekostenvergoeding die CVO ontvangt bestaat uit een vergoeding voor leermiddelen, schoonmaak, instandhouding en overige exploitatie. De overige subsidiegelden die CVO ontvangt hebben betrekking op kwaliteitsgelden, maatschappelijke stage en een leerling gebonden financiering. Het is de school vrij om daarnaast subsidies binnen te halen via gemeenten of andere overheidsinstanties. In 2011 zijn subsidies verworven voor onder andere Frysk en revitalisering economie. Het jaar 2011 is voor CVO cruciaal geweest. Dit jaar is de begrotingsdiscipline versterkt. Er is sterk ingezet op het terugbrengen van de uitgaven en in dit jaar zijn diverse plannen ontwikkeld om de organisatie meer slagkracht te geven en voor te bereiden op de uitdagingen (o.a. leerlingendaling, bezuinigingen, vergrijzing, professionalisering) waar de organisatie de komende jaren voor komt te staan.
Verdeling van middelen
De bekostiging van een school vindt plaats op schoolniveau en wordt ontvangen op bestuursniveau. Het CvB bepaalt via een allocatiemodel de manier waarop de beschikbare middelen over de afzonderlijke scholen en het bovenschoolse niveau worden verdeeld. Op schoolniveau is het aan de rector/directeur om met het beschikbaar gestelde budget zoveel mogelijk activiteiten, die bijdragen aan de gestelde doelen, uit te voeren. Ten aanzien van de allocatie van de middelen wordt vanuit het materieel budget een bedrag aan de stichtingsbegroting toegevoegd. In deze begroting wordt een bedrag gereserveerd voor innovatie, ICT en personeelsinstrumenten. De afschrijvingslasten van gebouwaanpassingen, die voorheen uit de meerjaren investeringsbegroting werden betaald, lopen nu via de stichtingsbegroting. Vanuit het personeelsbudget gaat ook een bedrag naar de stichtingsbegroting. Dit bedrag wordt gereserveerd voor de salariskosten van de directie, het centraal bureau, de GMR en de Raad van Toezicht. Deze uitgaven worden begroot op basis van de leerlingen op 1 oktober t-1 en de op handen zijnde beleidsplannen ten aanzien van uitbreiding of inkrimping van het personeelsbestand dat vanuit de Stichtingsbegroting wordt bekostigd.
Planning en control
CVO kent een Planning & Control cyclus. Jaarlijks vinden vier P&C-gesprekken plaats met het managementteam van elke organisatie eenheid, waar de scholen verantwoording afleggen aan het College van Bestuur. Voor het opstellen van de begroting wordt door het College van Bestuur in de zomer van het kalenderjaar een kaderbrief opgesteld. In deze kaderbrief staat de ambitie voor komend jaar vermeld en zijn de inhoudelijke kaders ten aanzien van het onderwijs, financiën en personeelsbeleid uitgewerkt. Aan de hand van de kaderbrief wordt per organisatie eenheid een jaarplan opgesteld. De uitputting van de begroting en de voortgang van het jaarplan hebben een prominente plaats op de agenda van de P&C-gesprekken.
11
6.
Algemeen instellingsbeleid
Kwaliteitsbeleid
De inrichting van de informatievoorziening is verbeterd en uitgebreid en wordt in 2012 nog verder verfijnd en ontwikkeld. Binnen de scholen heeft de cyclische borging van de pdca-cyclus de aandacht. Verdere verbetering is gewenst op het gebied van het opnemen van kwaliteitszorgrapportages in de jaaragenda’s van management/ teamvergaderingen en de vastlegging van rapportages van kwaliteitsbesprekingen in teams en vaksectie. De meest systematische verantwoording aan de samenleving over de onderwijskwaliteit vindt op dit moment plaats in de vorm de deelname aan Vensters voor verantwoording. Er zijn soms grote verschillen in de kwaliteit van lessen. Het is een verheugende ontwikkeling dat er binnen de scholen veel werk van wordt gemaakt om dit te verbeteren, door lesbezoeken over en weer, gesprekken over de normen van een goede les en de meetbaarheid van lessen. Al deze activiteiten vinden plaats, en worden gedurende de komende jaren CVO-breed beleidsmatig geborgd. In 2011 zijn de kwaliteitsgelden VO ingezet voor een aantal met de MR vastgestelde prioriteiten Bij het vaststellen van deze prioriteiten is aansluiting gezocht bij de visie en het beleid van de scholen. De gelden kwaliteit VO zijn ingezet voor het verbeteren van de kwaliteit van het personeel, verbeteren van de kwaliteit van de examens, het verbeteren van de kwaliteit van taal en rekenen en het optimaliseren van de leerloopbaan van leerlingen. Voor het verbeteren van de kwaliteit van het personeel is ingezet op lesbezoeken, trainingen en (individuele) coaching van leraren binnen de scholen gericht op sociaal pedagogische leerstijlen en onderwijsontwikkeling binnen de school. Ten behoeve van het optimaliseren van de leerloopbaan van leerlingen is ingezet op het ontwikkelen van programma’s voor hoogbegaafde leerlingen en nieuwe leerrichtingen. Een deel van de projecten lopen door in 2012, na het afronden van deze projecten wordt in 2012 het restant van de ontvangen gelden voor kwaliteit VO ingezet.
Onderwijsprestaties
Een aantal van de opleidingen binnen Bogerman en het Marne College zijn door de Inspectie van Onderwijs als onvoldoende aangemerkt. Dit heeft ertoe geleid dat sterk ingezet is op het resultaatgericht werken aan de onderwijskwaliteit in de verschillende afdelingen. Er wordt per afdeling uitvoering gegeven aan een resultaatgericht plan van aanpak. Lesbezoeken, het werken met een professionele standaard en lesplanners, het versterken van de vakgroepstructuur, toetsontwikkeling, werken aan de doorlopende leerlijn, diagnose en analyse op basis van data zoals VAS-toetsen en de beleidsrijke invoering van de functiemix moeten leiden tot een duidelijke verbetering van de onderwijskwaliteit in zijn geheel en van de examenopbrengsten in het bijzonder. Al deze acties zijn vertaald naar plannen van aanpak voor de als onvoldoende aangemerkte opleidingen. Er is daarnaast in 2011 een werkgroep kwaliteitszorg ingesteld, mede met het oog op het structureel inbedden van de voorgenomen acties en het structureel op orde krijgen van de afdelingen. Het is nu zaak om de acties structureel in te bedden binnen de scholen. Zo zal ook de wijziging van de managementstructuur een positieve invloed hebben op de onderwijskwaliteit van de afzonderlijke scholen.
Personeelsbeleid
Op het gebied van personeelsbeleid heeft CVO in 2011 nieuwe stappen gezet. In het voorjaar van 2011 heeft CVO een nieuwe gesprekkencyclus vastgesteld. De cyclus bestaat uit drie gesprekken die jaarlijks worden gevoerd. De implementatie is gestart vanaf augustus 2011. De gesprekkencyclus bestaat uit een startgesprek, een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek. De cyclus wordt door de scholen per schooljaar doorlopen. In juli 2011 is door het College van Bestuur een contract ondertekend voor een tweejarig leertraject voor leidinggevenden (teamleiders en leidinggevenden OOP). In november is gestart met de eerste module. Deze module ondersteunde de teamleiders in het voeren van gesprekken in het kader van de gesprekkencyclus. Naast trainingsmodules bestaat de leergang uit intervisie en coaching on the job. Voor het uitvoering geven aan de bepalingen in het convenant leerkracht zijn kaders ontwikkeld, die tot uiting zijn gebracht in het document ‘De leraar bij CVO’ Een evenwichtige verdeling van formatie LC en LD over de diverse teams is daarbij een streven. De scholen van CVO vinden het belangrijk dat alle medewerkers in de verschillende onderwijssoorten (PRO, VMBO, HAVO/VWO) dezelfde kansen krijgen om door te groeien naar een andere functie.
12
Ook is gezegd dat de kaders van de functiemix een minimaal streven is. Het staat de scholen vrij om, mits de financiële situatie dit toe laat, meer formatie in LC of LD uit te geven dan volgens de kaders nodig is. Afhankelijk van de onderwijskundige keuzes van de school wordt gebruik gemaakt van de bandbreedte zoals die in de functiemix is vastgesteld. Oktober 2011 is het eerste formele meetpunt voor de functiemix geweest. De scholen van CVO hebben in een eerder stadium een groeiscenario gekozen zoals deze in bijlage 15 van de CAO-VO zijn opgenomen. In het voorjaar en de nazomer van 2011 zijn vacatures uitgezet voor LC en LD- functies. Alle scholen van CVO hebben hun groeiscenario behaald. Daarbij hebben Bogerman en het Marne College gekozen voor scenario maximum LD en CSG Gaasterland en Zuiderpoort hebben gekozen voor het scenario maximum LC. Overzicht mutaties functiemix School
Startmeting (1-10-2008)
Gekozen scenario Max. groei LD 66,40% 18,80% 14,80% Max. groei LC 74,30% 25,70% Max. groei LD 65,80% 22,10% 12,10% Max. groei LC 79,20% 20,80%
Bogerman
LB LC LD
68,40% 18,80% 12,80%
LB LC
78,30% 21,70%
LB LC LD
67,80% 22,10% 10,10%
LB LC
83,20% 16,80%
CSG Gaasterland
Marne College
De Zuiderpoort
Realisatie (1-10-2011) 64,00% 20,47% 15,53% 69,00% 31,00% 65,42% 22,36% 12,22% 71,43% 28,57%
CVO is een organisatie met vier leidinggevende lagen. Hierdoor is de slagkracht beperkt en is onduidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is. Het College van Bestuur heeft samen met het CMT en de scholen een compacte en sobere managementstructuur ontwikkeld. De scholen van CVO hebben zelf een organisatieplan gemaakt, het College van Bestuur heeft een kader meegegeven. Met het gehele management van CVO zijn in 2011 een aantal bijeenkomsten geweest waarin gesproken is over de managementstructuur en wat verwacht mag worden van een leidinggevende in de nieuwe structuur. Een belangrijk kenmerk van de nieuwe structuur is dat tussen rector of directeur en het onderwijsproces één leidinggevende zit. In oktober 2011 is een externe partij gevraagd om onderzoek te doen naar efficiency en kwaliteit van de ketens in de bedrijfsvoering en ondersteuning. Tevens bestaat het idee dat de omvang van de ondersteuning in relatie tot andere scholen fors is. In het onderzoek zijn de medewerkers OOP zelf actief betrokken. Het College van Bestuur heeft de OOP-medewerkers voorafgaande aan het onderzoek ingelicht middels een plenaire bijeenkomst waarin uitleg over het onderzoek gegeven is. Vervolgens zijn de medewerkers via nieuwsbrieven op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. Het onderzoeksrapport is in het voorjaar van 2012 gereed gekomen. Het rapport een bevestiging vormt van de noodzaak om in de bedrijfsvoering en ondersteuning wijzigingen door te voeren gericht op verbetering van de efficiency, effectiviteit en kwaliteit. Er bestaat nog wel de noodzaak voor een nadere uitwerking. Inmiddels is een werkgroep gestart die een visie gaat ontwikkelen over wat centraal en wat decentraal moet worden belegd, wat de omvang van de formatie moet zijn en welke kwaliteiten er nodig zijn. Deze werkgroep zal voor de zomervakantie rapporteren aan het College van Bestuur. Zowel de herbezinning op de managementstructuur als de uitkomsten van het onderzoek ondersteunende diensten leiden tot een reorganisatie. Om deze reorganisatie te begeleiden is een stuurgroep samengesteld die tot taak heeft het proces te begeleiden en voorbereidende documenten te ontwikkelen. Aan het einde van 2011 is nog niet vastgesteld op welke wijze de genoemde reorganisaties gaan plaatsvinden en welke medewerkers het betreft.
13
Kerngegevens personeel
Per 31 december 2011 zijn 548 medewerkers indienst van CVO, die 440,33 fte vertegenwoordigen (regulier personeel inclusief vervanging). Personeelsbestand (incl. vervanging) Bezetting OP OOP onderwijsondersteunend OOP beheerstaken Directie (inclusief bovenschools)
Aantal personen 359 49 107 33 548
Totaal Leeftijdsopbouw en gemiddelde leeftijd Leeftijdscategorie 20 - 30 jr 30 - 40 jr 40 - 50 jr
Aantal fte 291,55 34,51 81,96 32,30 440,33
50 - 60 jr 60 - 65 jr = > 65 jr
Aantal personen 57 108 158 172 51 2
Gem. leeftijd vrouwen Gem. leeftijd mannen Gem. leeftijd CVO
42,7 48,7 45,6
De gemiddelde leeftijd in het voortgezet onderwijs is 45,8 jaar. De gemiddelde leeftijd van de medewerkers binnen CVO liggen met 45,6 jaar in lijn met de gemiddelde leeftijd in het voortgezet onderwijs. De hoge gemiddelde leeftijd brengt met zich mee dat in de komende jaren sprake zal zijn van een hoger dan gemiddeld natuurlijk verloop. Hieronder wordt het natuurlijk verloop voor de komende jaren gepresenteerd, waarbij er vanuit wordt gegaan dat men op 65-jarige leeftijd de organisatie verlaat. Zoals in onderstaande tabel is weergegeven krijgt CVO de komende jaren te maken met een forse uitstroom van onderwijzend personeel. Overzicht natuurlijk verloop Directie OP OOP met onderwijstaken OOP met beheerstaken FTE Totaal
2012
2013
2014
1,00 0,74
4,35
8,26
1,00 5,35
0,87 9,13
1,74
2015 3,00 9,49 2,00 3,49 17,98
2016 1,00 9,05 1,00 11,05
Ontwikkeling personeelsbestand t.o.v. 2010 Aantal personen Aantal fte 2011 548 440,33 2010 573 455,04 Reductie -25 -15,04 In 2011 is bewust ingezet op het terugbrengen van de personele kosten. De afname van personen en fte in het personeelsbestand is gerealiseerd door tijdelijke contracten niet te verlengen en daar waar mogelijk ziektevervanging creatief te organiseren. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een reductie van 15,4 fte. Deze reductie heeft zich vooral in het OP voorgedaan.
14
Verzuim
Het ziekteverzuim over 2011 bedraagt 4,55%. Dit is een daling ten opzichte van 2010 met 0,44%, toen bedroeg het ziekteverzuimcijfer 4,99%. Dit komt onder andere doordat het aantal langdurig zieken sterk is gedaald in de zomerperiode van 2011. De verzuimcijfers van CVO komen overeen met het beeld in de sector van 4,9%. De berekeningswijze van het verzuimpercentage is het aantal verzuimde kalenderdagen uitgedrukt als percentage van het totaal aantal kalenderdagen. Ziekteverzuim als gevolg van zwangerschap is meegenomen in de statistieken.
ARBObeleid
CVO kent een arbozorgsysteem waarbij op centraal niveau een arbo-stuurgroep functioneert. Elke school kent een eigen arbo-commissie. In het door de arbo-stuurgroep opgeleverde arbo-jaarverslag staat beschreven welke werkzaamheden uitgevoerd zijn in 2011. Het speerpunt in het arbo-werkplan was het optimaliseren van de BHV. Daarnaast zijn in gezamenlijkheid met de brandweer de ontruimingsplannen geactualiseerd en zijn zogenaamde bereikbaarheidskaarten opgesteld. Een bereikbaarheidskaart is een plattegrond van de school waarop specifieke gegevens staan aangegeven zoals technische installaties, opslag gevaarlijke stoffen, etc. zodat de brandweer in het geval van calamiteiten adequaat kan optreden.
Kerngegevens leerlingen Leerlingen In onderstaande tabel is de leerlingentelling per 1 oktober opgenomen. 1-10-2011 1-10-2010 1-10-2009 Bogerman 2.521 2.548 2.647 CSG Gaasterland 340 366 374 Marne College 1.496 1.457 1.376 Zuiderpoort 115 115 128 Totaal 4.472 4.486 4.525
Het totaal aantal leerlingen laat voor CVO een daling zien ten opzichte van voorgaand jaar, op CVO-niveau gaat het om een daling van 14 leerlingen.
15
Examenresultaten e In de onderstaande tabel het overzicht van de examenresultaten (na 2 tijdsvak) van het schooljaar 2010/2011 met tussen haakjes de resultaten over het schooljaar 2009/2010, dit in vergelijking met het landelijk gemiddelde slagingspercentage van 2010/2011.
VMBO
HAVO VWO
BB KB GL TL (G)T Atheneum Gynamsium
Landelijk gemiddelde 95% 94% 93% 93% 93% 85% 89% 89%
CSG Gaasterland 100% (100%) 100% (100%)
Marne College 92% (100%) 94% (92%) 77% (90%) 82% (96%)
Sneek 85% (86%) 84% (93%) 87% (95%) 94% (92%)
100% (100%) 91% (82%) 93%(90%)
Bogerman Wommels
Koudum
100% (100%)
92% (95%)
83% (85%) 76% (91%) 95%(83%)
Op basis van bovenstaande uiteenzetting blijkt dat het Marne College en Bogerman voor een aantal opleidingen onder het landelijk gemiddelde slagingspercentage blijft. Het betreft voor het Marne College de opleidingen VBMO BB en G/T en voor Bogerman geldt dit voor alle opleidingen van het VMBO, uitgezonderd VMBO TL, HAVO en het Atheneum. In de plannen van aanpak omtrent de verbetering van de onderwijskwaliteit wordt door de scholen onder andere ingezet op het verbeteren van de slagingspercentages.
Huisvesting CSG Gaasterland te Balk In Balk staat een modern onderwijsgebouw. In november 2004 is een uitbreiding van 1040 m2 gerealiseerd en is het gerenoveerde deel heropend. De verschillende lokalen zijn gegroepeerd rond lespleinen. Zo kent de school een talenplein, een economieplein, een plein exacte vakken, een plein Mens en Maatschappij, een plein beeldende vorming en een verzorgingsplein. Marne College in Bolsward Het Marne College is gehuisvest op de Marne Campus in verschillende gebouwen aan de Schoolstraat. Het Marne College beschikt sinds 2010 over een geheel nieuw gebouw voor alle opleidingen van vmbo BB/KB. Een gebouw met sportruimtes, verschillende (praktijk)lokalen, een gebouw met veel licht en waarin op veel verschillende manieren geleerd kan worden. In het hoofdgebouw wordt voornamelijk het onderwijs voor de opleidingen vmbo-GT, havo en vwo verzorgd. In het najaar van 2011 zijn drie noodlokalen geplaatst om tegemoet te komen aan het groeiend aantal leerlingen. De Zuiderpoort in Sneek De school, opgeleverd in 2009, staat op de hoek van de Hemdijk en de Simmerdyk; dit verklaart de naam van het gebouw “De Diken”. Het gebouw wordt gehuurd van Stichting Simmerdyk. Het is een ruime locatie geworden met ontzettend veel faciliteiten. Beneden is de middenbouw gesitueerd met, naast een aantal transparante lokalen, een ruim lesplein met voldoende ICT-plekken. Er is een professionele grootkeuken en daarnaast is op het zorgplein beneden nog een leskeuken. Op dit zorgplein bevinden zich ook onze kap- en schoonheidssalon voor uiterlijke verzorging en ruimtes voor ziekenverzorging en kinderverzorging. Verder is er beneden een hele grote “fabriekshal” waar de techniekvakken (houtbewerken, metaal, groen, autotechniek) en arbeidstraining worden gegeven. Ook het stagekantoor is hier gevestigd. Boven bevinden zich de ruimtes voor de onderbouw en het bovenbouwplein dat opvalt door de vele ICT-werkplekken voor de leerlingen.
16
Bogerman Sneek Bogerman kent twee gebouwen in Sneek, beide gebouwen zijn gelegen aan de Hemdijk. De gehele onderbouw van Bogerman Sneek heeft zijn plaats in de locatie Hemdijk 47 en de gehele bovenbouw is gesitueerd aan de Hemdijk 2. De onderwijskundige vernieuwingen hebben ertoe geleid dat het gebouw is opgedeeld in drie gedeelten: een lwoo gedeelte, een vmbo gedeelte en een havo/vwo gedeelte. Zo heeft de school een vertrouwde leeromgeving voor alle opleidingen. Bogerman Wommels Het gebouw in Wommels is een modern onderwijsgebouw. Het gebouw kent drie grote lespleinen, die de leerlingen de mogelijkheid bieden om ook buiten de lokalen aan hun opdrachten te werken. Door tussen twee theorielokalen paneelwanden te plaatsen is de flexibiliteit van het onderwijs gewaarborgd. Daarnaast geldt dat door een kleine handeling van twee lokalen gemakkelijk een grote ruimte gemaakt kan worden. Bogerman Koudum Deze nevenvestiging is gevestigd in de multifunctionele accommodatie “de Swel”. Dit gebouw is gesitueerd aan de rand van het sportveld, gelegen naast de sporthal en het gemeenschapscentrum “De Klink”. Bogerman is hoofdgebruiker van “de Swel”, en de medegebruikers zijn de bibliotheek, de lokale omroep RTN, jeugd en jongerenwerk en een deel van de muziekschool. Het gedeelte voor Bogerman bestaat uit ruime lokalen met openheid naar de lespleinen.
Horizontale dialoog
CVO hecht veel waarde aan horizontale verantwoording en het aangaan van de dialoog met relevante interne en externe partijen en belanghebbenden. Minimaal twee keer per jaar vindt overleg plaats tussen College van Bestuur/ Raad van Toezicht met de CVO-adviesraad, een maatschappelijke raad, over relevante ontwikkelingen binnen CVO en het voortgezet onderwijs. Daarnaast wordt steeds meer de dialoog gevoerd met de stakeholders van de scholen, waarbij voorrang wordt gegeven aan de dialoog met ouders in de vorm van ouderpanels.
Interne risicobeheersings- en controlesysteem
Een risicoanalyse is aanwezig. Op diverse onderdelen binnen de organisatie worden interne controles op de bedrijfsvoering uitgevoerd. Deze zijn gekoppeld aan de risicoanalyse. De eerder genoemde lesbezoeken, maar ook de uitvoering van zelfevaluaties, leerling- en ouderenquêtes geven voor het onderwijskundige deel uitvoering aan het controlesysteem. CVO is voornemens om de interne organisatie en bedrijfsvoering verder in control te brengen en te borgen. Een risicomanagement systeem is een belangrijk hulpmiddel om dit handen en voeten te geven. Op die manier kunnen de geïdentificeerde risico's die de realisatie van onze (strategische) doelstellingen (kunnen) bedreigen (tijdig) van de aard, ernst en beïnvloedbaarheid van de risico’s tijdig maatregelen worden genomen. In 2013 zal een risicomanagementsysteem gereed zijn.
17
7.
Bedrijfsvoering
Financieel beleid
De jaarrekening over 2011 laat een totaalresultaat zien van € 114.615 positief. Om inzicht te geven in de financiële positie dient de volgende opstelling (x € 1.000): 31-12-2011 31-12-2010 verschil Vlottende activa Voorraden 619 617 2 Vorderingen 561 879 -318 Liquide middelen 5.882 5.637 245 Totaal vlottende activa 7.062 7.133 -71 Kortlopende schulden 4.668 4.956 -288 Netto vlottende middelen 2.394 2.177 217 (werkkapitaal) Vaste Activa Materiële vaste activa 4.304 4.530 -226 Financiële vaste activa 18 19 -1 Totaal vaste activa 4.322 4.549 -227 Totaal financieringsbehoefte 6.716 6.726 -10 De financiering vond plaats met: Algemene reserve 1.535 1.558 -23 Bestemmingsreserve 2.771 2.633 138 Egalisatierekening investeringssubsidies 0 0 0 Voorzieningen 2.410 2.535 -125 Langlopende schulden 0 0 0 Totaal 6.716 6.726 -10 De financieringsbehoefte van CVO is licht gedaald met € 10.000. Resultaatanalyse (x € 1.000) Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten Totale baten Lasten Personele lasten Afschrijvingslasten Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totale lasten Saldo baten en lasten
Realisatie 2011
Realisatie 2010
Verschil
32.976 109 1.342 34.427
33.681 194 1.455 35.330
-705 -85 -113 -903
28.270 827 1.888 3.490 34.475 -48
28.980 870 2.013 4.493 36.356 -1.024
-710 -43 -125 -1.003 -1.881 976
Financiële baten en lasten
163
139
24
Bijzonder baten en lasten Exploitatiesaldo
0 115
-1.719 -2.605
1.719 2.720
18
De totale baten bedragen in 2011 € 34,4 miljoen, een afname van € 900.000 in vergelijking met 2010. De daling van de totale baten is vooral te wijten aan de leerlingendaling. Tevens zijn minder aanvullende subsidies ontvangen. 2011 is het eerste jaar waarin de totale baten zijn gedaald. De lonen en salarissen zijn in 2011 met € 710.000 gedaald. De totale rijksbijdrage personeel inclusief overige subsidies en bijdragen voor personeel bedragen € 28.180.000. Dit afgezet tegen de personele kosten van € 28.270.000 laat een negatief resultaat zien op het personele budget van € 90.000. Dit negatieve resultaat wordt veroorzaakt door de flexibele bapo. Deze lasten worden sinds 2010 geheel ten laste van het resultaat gebracht, totaal bedragen de lasten voor de flexibele bapo in 2011 € 317.000, op de personele lasten exclusief de bapo-lasten is een positief resultaat behaald van € 227.000.. De daling van de overige instellingslasten met € 1 miljoen wordt grotendeels veroorzaakt door het feit dat vanaf augustus 2011 binnen CVO strak gestuurd is op de materiële uitgaven. Daarnaast is een positief resultaat behaald op de leermiddelen van € 227.000.
Kengetallen
De in dit bestuursverslag opgenomen financiële kengetallen (ratio’s) zijn bedoeld om informatie te verschaffen over het financieel presteren van CVO. De kengetallen dienen als graadmeter voor de bepaling van de financiële positie van CVO op de balansdatum en geven een indicatie over het financiële weerstandsvermogen en de continuïteit op korte (liquiditeit) en langere termijn (solvabiliteit). Overzicht kengetallen Kengetallen 31-12-2011 Vermogenswaarde 1.kapitalisatiefactor
Werkelijk
Signaalwaarde
Score
29,1%
35%
2.Weerstandvermogen
12,4%
10% <WV> 40%
3.Solvabiliteit
37,8%
20%
Budgetbeheer 1.Rentabiliteit
0,3%
0%
5%
2. Liquiditeit (current ratio)
1,51
0,5
Op basis van bovenstaande overzicht blijkt dat CVO voor wat betreft de kengetallen voor vermogensbeheer en budgetbeheer, met uitzondering van de liquiditeit valt binnen de signaalwaarden van het ministerie OCW. De kapitalisatiefactor ligt onder de signaalwaarde van het ministerie. Deze signaalwaarde betreft een maximum. Indien een onderwijsinstelling boven de 35% uitkomt wordt een onderzoek door de inspectie ingesteld om vast te stellen of een onderwijsinstelling wel op een juiste wijze haar geld inzet. Voor wat betreft de solvabiliteit, de rentabiliteit en de kapitalisatiefactor staat CVO er goed voor. Dat wil zeggen dat deze kengetallen vallen binnen de genoemde signaalwaarden of zelfs boven de signaalwaarde ligt, zoals de liquiditeit. Deze signaalwaarden geven een minimum c.q. maximum aan. Wordt echter gekeken naar het weerstandsvermogen dan moet worden geconcludeerd dat de eigen middelen van CVO minimaal zijn en dat weinig ruimte aanwezig is om financiële tegenslagen op te vangen. Dit tegenstrijdige beeld tussen de solvabiliteit, liquiditeit en het weerstandsvermogen wordt veroorzaakt doordat CVO in verhouding met haar inkomsten een lage balanswaarde kent. Dat wil zeggen dat CVO relatief weinig vorderingen dan wel schulden heeft openstaan aan het einde van het boekjaar. Personeelsreserve Binnen CVO is voor de personeelskosten een aparte bestemmingsreserve personeel gevormd. De personeelsreserve is bestemd voor de risico’s die CVO loopt ten aanzien haar personeel. Het streefcijfer voor de personeelsreserve verschilt per organisatie eenheid, zijnde de vier scholen en de stichting, afhankelijk van de mate waarin de risico’s zich voor kunnen doen. Voor de Stichting op bestuursniveau is de personeelsreserve gesteld op 6%. Een eventueel surplus boven de norm kan worden ingezet voor extra personeel in jaar t+1, zoals in 2011 bij de Zuiderpoort het geval is geweest.
19
Overzicht personeelsreserve Personeelsreserve Bogerman
Norm% 6
2007 3,07
2008 2,13
2009 5,84
2010 0
2011 1,94
CSG Gaasterland
8
13,21
10,96
10,01
1,31
2,98
Marne College
6
13,32
12,59
12,62
5,47
3,54
Zuiderpoort
12
18,49
26,43
26,84
22,33
14,38
Stichting
6
-
3,8
3,4
3,54
10,03
Op basis van voorgaande kan worden geconcludeerd dat op dit moment CVO niet op alle onderdelen voldoet aan de intern gestelde normen. Door het College van Bestuur zijn met de organisatie eenheden die op dit moment niet aan de norm voldoen afspraken gemaakt om in de komende jaren de personeelsreserve op orde te brengen. Dit mede om zorg te dragen dat voldoende middelen aanwezig zijn, om in staat te zijn de personeelsfluctuaties die in de komende jaren op ons af komen door de leerlingenkrimp voldoende te kunnen opvangen.
Analyse resultaat 2011 ten opzichte van begroting De vergelijking van de begroting met de realisatie in 2011 (x € 1.000) Realisatie 2011 Baten Rijksbijdragen OCW 32.976 Overige overheidsbijdragen 109 Overige baten 1.342 Totale baten 34.427 Lasten Personele lasten 28.270 Afschrijvingslasten 827 Huisvestingslasten 1.888 Overige instellingslasten 3.490 Totale lasten 34.475 Saldo baten en lasten -48
Begroting 2011
Verschil
32.865 75 799 33.739
111 34 543 688
27.489 714 1.929 3.706 33.838 -99
781 113 -41 -216 637 51
Financiële baten en lasten
163
175
-12
Bijzonder baten en lasten Exploitatiesaldo
0 115
0 76
0 39
CVO behaalde in 2011 een positief resultaat van € 115.000 tegenover een begroot resultaat van afgerond € 76.000. De stijging van de personele uitgaven ten opzichte van de begroting wordt grotendeels veroorzaakt door de niet begrote flexibele bapo-lasten van € 317.000 en een onvoorziene terugvordering van ESF-gelden van totaal € 73.000. De daling van de materiële kosten betreft vooral een strakke sturing op de uitgaven vanaf augustus 2011 en het gunstiger inkopen op centraal niveau. Tevens is in de begroting rekening gehouden met een nul resultaat op de leermiddelen, in werkelijkheid is in 2011 een positief resultaat op de leermiddelen behaald van € 227.000.
20
Treasuryverslag
CVO beschikt over een Treasury Statuut, waarin het beleid op het gebied van treasury management is geformuleerd. Het beleid richt zich op het sterk houden van de gezonde liquiditeitspositie van de Stichting. Het Treasury Statuut van CVO sluit aan met de regeling ‘lenen en beleggen’ van het ministerie OCW. CVO hanteert bij het bepalen van haar beleid een treasuryplan. Hierin zijn opgenomen de liquiditeits-planning, de leningenportefeuille, de verwachte beschikbaarheid van tijdelijke overtollige liquide middelen en afspraken voor het liquiditeitenbeheer gedurende het boekjaar. Vanaf 2008 wordt een deel van de gelden beschikbaar gehouden op de rekening-courant rekening tegen Euribor zonder afslag en een deel van de gelden op een spaarrekening gehouden. Dit om een hoger rendement te behalen en om risico’s op verliezen te mitigeren. CVO heeft geen gelden beleend of belegd. In 2011 zijn hierin geen wijzigingen aangebracht.
21
8.
Toekomstige ontwikkelingen
Begroting 2012
De geconsolideerde begroting voor 2012 is vastgesteld door het College van Bestuur en goedgekeurd door de Raad van Toezicht. De begroting presenteert een omzet van € 34,8 miljoen voor de vier scholen en de Stichting tezamen. Dit bedrag vormt in financiële zin een indicatie voor de omvangrijke taakstelling die CVO met haar vier scholen is toevertrouwd. (x € 1.000) Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten Totale baten Lasten Personele lasten Afschrijvingslasten Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totale lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Exploitatiesaldo
Begroting 2012 33.039 119 700 33.858 27.814 848 2.111 3.233 34.006 -148 148 0
Voor het begrotingsproces 2012 zijn transparantie, commitment en duidelijkheid over onderliggende veronderstellingen belangrijke uitgangspunten geweest. De begroting 2012 is op een andere, beleidsrijkere, manier tot stand gekomen. Alle opgenomen budgetten kennen een onderbouwing. Ook de veronderstellingen en keuzes die aan de begroting(ssystematiek) ten grondslag liggen, zijn geëxpliciteerd en met elkaar gedeeld. Het overleg tussen het Centraal Bureau en de scholen is geïntensiveerd. Nagenoeg wekelijks heeft overleg plaatsgevonden. Dit heeft voor 2012 geleid tot een meer stabiele en inzichtelijker begroting dan voorgaande jaren. De begroting 2012 is opgesteld met in achtneming van de kaderbrief 2012. De algemene lijn voor 2012 om een sluitende begroting te presenteren is behaald. Tevens is met uitzondering van de Zuiderpoort, de verhouding van de totale lasten als volgt: 82% personeel en 18% materieel per organisatieonderdeel. Voor 2012 is sprake van een conservatieve, valide en taakstellende begroting. De sluitende begroting is ontstaan door een combinatie van een betere analyse en een realistische taakstelling. De sluitende begroting is geen administratieve uitkomst, maar is ontstaan doordat de scholen onderling commitment aan elkaar hebben gegeven om zorg te dragen dat een sluitende resultaat behaald kan worden.
Onderwijsontwikkelingen
Ontwikkelingen waar CVO rekening mee moet houden in de komende jaren zijn: • Door de demografische ontwikkelingen bevinden wij ons in een krimpregio. Dit betekent minder leerlingen en de vraag hoe een breed onderwijsaanbod in de regio gegarandeerd kan worden; • Er zal krapte op de arbeidsmarkt ontstaan, waardoor het lastiger wordt om goed gekwalificeerd personeel aan te nemen. Dit betekent dat de ontwikkeling van CVO als opleidingsschool verder moet worden uitgebouwd; • Er ontstaat in de maatschappij een kloof tussen laag en hoog opgeleiden, hierin ligt een opdracht voor CVO, juist vanuit onze identiteit, om het beste uit de leerlingen te halen, zowel de zorgleerlingen als de leerlingen die meer kunnen;
22
• • •
Behoefte aan een andere benadering van zorgleerlingen, hier gaat nu in verhouding veel geld naar toe, meer via een pedagogische bril dan via de psychologische bril de zorgleerlingen benaderen; Aansluiting PO-VO en VO-MBO/HBO/WO verdient aandacht, het VO, met een tamelijk schools karakter, wordt nu als een vreemde tussenstap gezien tussen PO en vervolgonderwijs; Aandacht schenken aan vorming, normen en waarden in het onderwijs en hierbij ook de relatie leerling-ouder-school versterken.
Jaarplannen 2012
Sinds 2010 wordt gewerkt overeenkomstig de afgesproken P&C-cyclus. Het College van Bestuur stelt aan het begin van het schooljaar een kaderbrief vast en op basis hiervan stellen de scholen en het Centraal Bureau een jaarplan op. Deze jaarplannen vormen de basis voor een viertal P&C-gesprekken tussen het College van Bestuur en het managementteam van de scholen en het Centraal Bureau. Deze gesprekken vormen de input voor de verantwoording van het College van Bestuur aan de Raad van Toezicht middels de kwartaalberichten. De gesprekken worden zodanig gepland, dat CVO in staat is om binnen een maand na het desbetreffende kwartaal een kwartaalbericht op te leveren Jaarplan Centraal Bureau Voor 2012 ligt het jaarplan “Bouwen aan processen” voor, dat aansluit op het jaarplan 2011. Dit jaarplan geeft een duidelijke prioritering aan in de werkzaamheden die wel dan wel niet in 2012 worden uitgewerkt en uitgevoerd. Deze prioriteiten zijn: de ondersteuning bij de beide reorganisaties, het begrotingsproces, de verdere verbetering van de kwaliteit van de managementinformatie, de ondersteuning bij het beleid rond leermiddelen en de actualisatie van het inkoopbeleid. In het voorjaar van 2012 wordt veel tijd gestoken in de personeelsplanning 2012/2013, dit mede omdat de begroting van 2013 met het inzetten van het personeel voor het schooljaar voor 7 maanden vast staat. Binnen het Centraal Bureau ligt intern in 2012, naar aanleiding van de zelfevaluatie de nadruk op: - Communicatie binnen het Centraal Bureau, communicatie met de scholen en communicatie met derden. Het gaat hierbij om het managen van verwachtingen en tijdig en helder het doel en beoogd resultaat kenbaar maken. - Bewustwording bij de medewerkers ontwikkelen om in processen te leren denken in plaats van in taken. - Prioriteiten stellen en deze afspraken nakomen. Klantgerichtheid betekent ook “nee” kunnen zeggen. Binnen het Centraal Bureau is er een cultuur van incidentalisme. Door duidelijk prioriteiten te stellen en deze binnen CVO af te stemmen kan het Centraal Bureau ervoor zorgen dat de afgesproken prioriteiten ook worden uitgevoerd. - Professionaliteit en in het verlengde daarvan rol, verantwoordelijkheden en positionering. Het Centraal Bureau mag de ruimte innemen die haar is toebedeeld. Hier zit voor het Centraal Bureau de komende jaren de uitdaging. Jaarplan Bogerman Naast de kwaliteit van het onderwijsleerproces en de vormgeving van een nieuwe onderwijskundige ontwikkeling wordt binnen Bogerman in 2012 ook aandacht geschonken aan het verbeteren van de bedrijfsvoering en schoolplanontwikkeling. Ook het komende jaar wordt onverminderd ingezet op het verbeteren van de onderwijsopbrengsten. In 2012 wordt vorm gegeven aan een nieuwe onderwijskundige inrichting. Deze inrichting gaat gepaard met een reorganisatie van het management. Tevens zal daarbij rekening worden gehouden met een versobering van de ondersteuning. Het streefbeeld is een slagvaardiger en plattere organisatie, waarin (binnen onderwijskundig ‘logische’ eenheden) docenten samenwerken aan ‘onderwijs van kwaliteit’. Gestreefd wordt naar een school met vijf afdelingen in Sneek en daarnaast de twee locaties in Koudum en Wommels. De onderwijskundige inrichting moet door deze wijziging meer gericht zijn op het bewerkstelligen van een doorgaande leerlijn voor alle leerlingen. Dit betekent dat leerlingen vanaf het moment van instroom vanuit het PO tot en met de diplomering zo weinig mogelijk te maken zouden moeten hebben met ‘breuken’ in schoolklimaat, leerstofaanbod en didactische werkwijze.
23
Jaarplan CSG Gaasterland In het jaarplan 2012 wordt aandacht geschonken aan de vraag in hoeverre docenten in staat zijn om daadwerkelijk rekening te houden met verschillen en de wijze waarop de school dat wil realiseren. Csg Gaasterland is met ingang van schooljaar 2011/2012 overgegaan naar een onderwijsinrichting met een leslengte van 60 minuten. Uit interne waarneming en uit de visitatie van de Fricolore blijkt, dat leerlingen nu voldoende betrokken zijn bij het onderwijsleerproces. Dit laat onverlet dat hierin nog wel progressie gemaakt kan worden. Voor het verbeteren van de communicatie tussen de school, ouders en leerlingen is een plan uitgewerkt dat in 2012 zal worden vastgesteld en doorgevoerd. Het gevoel van veiligheid is, zo blijkt uit gesprekken met ouders en leerlingen door de inspectie en door de Fricolorecommissie, het afgelopen jaar toegenomen. Jaarplan Marne College Eén van de speerpunten in 2012 is de opbrengsten en kwaliteit van de lessen verbeteren. Hierbij moet worden gedacht aan de condities (leslengte, periodisering, lessentabel) heroverwegen en eventueel wijzigen, het borgen van toetsen en de kwaliteit en het werken met data ter verbetering van onderwijsrendement en leerwinst. In 2011 is een besturingsnotitie voor het Marne College opgesteld. Deze besturingsnotitie zal worden uitgewerkt en geconcretiseerd met als resultaat dat het duidelijk is wie met wie praat waarover en met welk resultaat. Tevens wordt gestuurd op een beter overzicht van de kwaliteitscyclus. Daarnaast wordt gestreefd naar een duidelijkere relatie met “externen” die de school (on)gevraagd feedback geven, en deze feedback gaat ook bewust georganiseerd worden. Jaarplan De Zuiderpoort De Zuiderpoort gehuisvest in de Diken is een herkenbare onderwijssoort binnen Zuidwest Friesland en het samenwerkingsverband Fultura. De herkenbaarheid van de Zuiderpoort bij het basisonderwijs kan nog worden vergroot. De betekenis en mogelijkheden van praktijkonderwijs voor leerlingen afkomstig van het reguliere basisonderwijs kan in ZW Friesland worden vergroot. Op dit moment blijkt nog te vaak dat leerlingen eerst onterecht het reguliere voorgezet onderwijs volgen en pas later overstappen naar het praktijkonderwijs. Diverse initiatieven hiertoe zijn in ontwikkeling (uitnodigen docenten, organiseren meeloop dagen, opleiding PrO minors aan de PaBo, informatieronde langs de scholen). Het praktijkonderwijs is als onderwijsvorm nu al in staat vorm en inhoud te geven aan passend onderwijs. Elke leerling heeft een individuele leerlijn en een eigen uitstroomperspectief. Twee maal per jaar worden er met ouders en leerling afspraken gemaakt over de leer- en ontwikkelingsmogelijkheden en het uitstroomperspectief. Ouders, de leerling en de school maken hierover afspraken die middels het individueel ontwikkelingsplan worden vastgelegd. Binnen de school is er sprake van leren en werken op drie (cognitieve) niveau’s. De school kent vier beroepssectoren waarbinnen de leerlingen zich kunnen scholen. ‘Het onderwijs volgt de leerling’ is de basis waarop het onderwijs is ingericht. Maatwerk als passend onderwijs.
24