Inhoudsopgave: 1. Welkom Belangijke informatie vooraf Fysieke aansluiting bij ISDN 5

Inhoudsopgave: 1. Welkom

3

2. Belangijke informatie vooraf

4

3. Fysieke aansluiting bij ISDN

5

4. Verbinding maken met de modem 4.1 Fysieke aansluiting 4.2 PC instellingen

7

5. Instellen van de modem 5.1 System

8 8

5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4

5.2

WAN

5.2.1 5.2.2 5.2.3

5.3 5.4

5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11

10 11

Channel and SSID Encryption

NAT

5.5.1 5.5.2 5.5.3

9

PPPoE ATM ISP

LAN Wireless

5.4.1 5.4.2

5.5

Time zone Password settings Remote management DNS

12

Address mapping Virtual server Special application

Routing Firewall SNMP ADSL DDNS Tools

13 13 13 13 14 15

5.11.1 Configuration tools 5.11.2 Firmware upgrade 5.11.3 Reset

5.12 Status

2

15

6. Verbinding maken met internet

16

7. Vragen en antwoorden

17

8. Modem retour formulier

19

Handleiding SMC ADSL Barricade (SMC7404WBRB)


3

1. Welkom Geachte klant, Deze handleiding behandelt de verschillende mogelijkheden en instellingen van de SMC ADSL Barricade (SMC7404WBRB) wireless modem-router. De relevante instellingen worden doorlopen, uitgaande van een Cistron ADSL verbinding. Mocht u nog specifieke vragen over de router hebben, dan kunt u deze emailen naar [email protected]. Ook voor vragen en opmerkingen over deze handleiding kunt u hier terecht. Cistron Broadband Helpdesk

4


2. Belangrijke informatie vooraf In dit doe-het-zelf-pakket zitten de volgende onderdelen: SMC7404WBRB wireless modem-router voedingsadapter straight UTP kabel quick start guide een SMC CD.

Voordat u begint: Zet bij het instellen van de modem nooit het protocol op iets anders dan RFC1483 Bridging. Foutieve instellingen kunnen resulteren in een lijn die vastloopt, wat alleen door interventie van de helpdesk verholpen kan worden. U bent verantwoordelijk voor wat er met uw ADSL-verbinding gebeurt. Stelt u dus de modem zodanig in dat derden via WiFi misbruik kunnen maken van uw verbinding, dan is dit op uw eigen verantwoordelijkheid. Deze handleiding draagt methoden aan om WiFi zo veilig mogelijk te gebruiken. Het verdient de voorkeur om de telefoonlijn pas op het modem aan te sluiten nadat deze is ingesteld. Laat u dus de ADSL-poort op de modem vooralsnog ongebruikt. Let u erop dat u bij elk van de gewijzigde instellingen rechtsonder op “Apply” klikt en even wacht voor u verder gaat.


5

3.Fysieke aansluiting bij ISDN Er zijn nogal wat verschillende typen ISDN-aansluitingen in Nederland. Over het algemeen is elke aansluiting in elk geval in één opzicht (zo goed als) gelijk: het NT1 kastje (zie rechts). Het enige verschil dat daar kan optreden, is de manier waarop de ínkomende lijn is aangesloten. De volgende aansluitingen zijn mogelijk: Losse draadjes vastgeklikt (situatie 1) Een RJ11 stekker (zie plaatje; situatie 2)

Na volledige installatie moet uw aansluiting er (ongeveer) uit zien zoals is weergegeven in afbeelding aan het eind van deze paragraaf. In geval van van situatie 1: Zoek eerst het NT1 kastje op. Draai met de schroevendraaier het klepje open. U ziet aan de linkerkant van de opening twee houdertjes waar twee draadjes in gestoken zijn. Aan de bovenzijde van deze houdertjes zitten twee pennetjes die u naar achteren kunt drukken. Druk de twee pennetjes naar achteren en trek de twee draadjes los. (Het is vanaf dit moment niet mogelijk om te bellen.) Sluit de vrijgekomen draadjes als volgt aan op de geleverde wandcontactdoos: Uit de kabel die u zojuist hebt losgehaald komen een aantal draadjes. Sluit nu de twee draadjes die u net uit het NT1-kastje hebt gehaald (over het algemeen rood en blauw, oranje en wit is ook mogelijk) in de wandcontactdoos aan op respectievelijk punt 'a' (rood of oranje) en punt 'b' (blauw of wit). Schroef nu de wandcontactdoos weer dicht. Het eerste aansluitingspunt is nu verplaatst naar de wandcontactdoos. Het is nu zaak om de NT1 weer aan te sluiten. Neem 1 van de telefoonsnoertjes en knip aan het einde van het snoertje een stekker eraf. Maak vervolgens een stukje van de kabel kaal, zodat u vier losse kabeltjes hebt. Maak nu van het rode en het blauwe kabeltje en stukje kaal. Steek het rode kabeltje in punt 'a' of punt '1' van het NT1kastje, en het blauwe kabeltje in punt 'b' of punt '2'. Het aanzicht van het NT1kastje zou nu net zo moeten zijn als toen we begonnen. Steek het andere uiteinde van hetzelfde telefoonsnoer in de 'isdn'-uitgang van de splitter. Het NT1-kastje kan nu weer dichtgeschroefd worden. Steek nu de ene zijde van een tweede telefoonsnoer in de line-ingang van de splitter, en de andere kant in de geleverde stekker. Steek de stekker in de wandcontactdoos die we net hebben gemonteert. Als u alles goed hebt gedaan 6


kunt u nu weer bellen. Plaats het modem op de gewenste locatie en voltooi de verbinding met het laatste telefoonsnoer. U dient de stekker aan de kant van de splitter in de ADSLuitgang te steken, en aan de kant van het modem in de WAN-aansluiting. Sluit de voedingsadapter aan op het modem, en sluit het modem aan op uw netwerkkaart. U kunt hier elk type netwerkkabel voor gebruiken. Uw 'WAN'-lampje op het modem zou nu moeten gaan branden. In geval van situatie 2: Monteer eventueel de splitter op de wand naast het NT1-kastje. Trek de RJ 11stekker aan de linkerkant van het NT1-kastje los, en steek het in de 'line'-ingang van de splitter. Gebruik nu een van de korte telefoonkabeltjes om een verbinding te maken tussen de 'isdn'-uitgang van de splitter en de ingang van het NT1-kastje waar u zojuist de stekker uit hebt getrokken. Plaats het modem op de gewenste lokatie (bij voorkeur vlakbij de aansluiting) en voltooi de verbinding met een normaal telefoonsnoer (zoals de draad die u in het pakket aantreft). U dient de stekker aan de kant van de splitter in de DSL-uitgang te steken, en aan de kant van het modem in de WAN-poort.

8 ISRApunt

ADSL/ISDN splitter

3

1

4

KPN NT1

Etech ADSL/ISDN modem

5

2 6


7

1: Eerste punt in uw huis 2: Wandcontactdoos 3: Line-ingang op de splitter 4: Modem-uitgang op de splitter 5: Phone-uitgang op de splitter 6: Phone-ingang op de NT1 7: Telefoonuitgangen op de NT1 8: Wan-aansluiting op het modem

7

4. Verbinding maken met de modem 4.1 Fysieke aansluiting Om te beginnen verbindt u uw netwerkkaart middels de bijgeleverde UTP-kabel met één van de vier genummerde UTP poorten. Het verdient de voorkeur om pas in een later stadium van de WiFi functionaliteit gebruik te maken, al kunt u in principe direct al via WiFi verbinding leggen met de modem. De ADSL-poort verbindt u pas met de telefoonlijn nadat de modem is ingesteld. Verbind nu de modem met het lichtnet.

4.2 PC instellingen De modem wordt in fabrieksinstellingen geleverd. Deze houden onder andere in dat de ingebouwde DHCP server inschakeld is. Om de modem via de webinterface te kunnen bereiken volstaat het dus om uw netwerkkaart op de standaardinstellingen te zetten of te laten staan: automatisch een IP-adres verkrijgen, geen gateway specificeren, en DNS uitschakelen. Dit doet u in Windows 95/98/ME door te gaan naar configuratiescherm – netwerk – TCP/IP behorend bij uw netwerkkaart – eigenschappen. In Windows 2000/XP gaat u bij de netwerkinstellingen naar de eigenschappen van de LAN-verbinding en vervolgens naar de eigenschappen van het IP-protocol. Er dient ingesteld te staan dat een IP-adres automatisch moet worden verkregen; er moet geen gateway gespecificeerd zijn; en DNS moet uitschakeld staan. Was dit niet het geval, dan verandert u het en in het geval van Windows 95/98/ME reboot u vervolgens. Brandt het ledje behorend bij de UTP-poort waar u de netwerkkabel in hebt gestoken, en staat uw netwerkkaart goed ingesteld, dan hebt u een IP-adres van de router toegewezen gekregen. Dit controleert u door naar een command prompt te gaan (start - uitvoeren command) en hier ipconfig in te tikken. Hier ziet u als het goed is iets van de volgende strekking staan: Ethernet adapter : IP Address 192.168.2.xxx Subnet Mask 255.255.255.0 Default Gateway 192.168.2.1 “xxx” dient in het bereik van 100 – 199 te liggen. Klopt dit, dan is de router nu via de webinterface in te stellen. Hiertoe start u een browser op en surft u naar http://192.168.2.1/ ; dit is standaard het IP-adres waarop het modem bereikbaar is. Let u erop dat geen proxyservers staan ingesteld, en dat “offline werken” (onder “bestand”) niet aangevinkt staat. Het uitzetten van eventuele firewalls is ook wenselijk. Als het goed is 8


krijgt u nu het login-scherm te zien:

Standaard staat geen wachtwoord ingesteld, dus u kunt gewoon op “login” klikken. In het volgende scherm kiest u voor “advanced setup”.

5. Instellen van de modem De instellingen zijn opgedeeld in een aantal categorieën; elk van deze categorieën wordt in het kort behandeld. Vergeet u niet om na elke gewijzigde instelling op “apply” te klikken.

5.1 System 5.1.1 Time Zone

Hier stelt u de tijdzone in. Voor Nederland is dit GMT+01:00 . Desgewenst kunt u instellen dat de router rekening houdt met zomer- en wintertijd. 5.1.2 Password settings


9

Met het oog op kwaadwillenden die erop uit zijn om de instellingen van uw router te veranderen is het verstandig om een wachtwoord in te stellen.

5.1.3 Remote management

Hier kunt u een (uniek) IP-adres instellen dat vanaf internet toegang heeft tot uw router. Daar is trouwens nog wel een wachtwoord voor vereist (mits u dit hebt ingesteld). Let u erop dat hier geen fouten bij worden gemaakt, om misbruik te voorkomen. 5.1.4 DNS DNS-servers statisch invoeren (alleen van toepassing in routermode) in de modem is niet nodig, want deze gegevens worden via DHCP opgehaald.

5.2 WAN 5.2.1 PPPoE Dit protocol is niet van toepassing bij Cistron ADSL verbindingen. Laat u dit dus op “disable” staan. 5.2.2 ATM Zoals u waarschijnlijk wel bekend is maakt Cistron ADSL gebruik van DHCP. Dit betekent dat uw netwerkkaart of modem-router automatisch de vereiste IP-gegevens voor een internetverbinding krijgt van onze DHCP-server. Er wordt hierbij een lease uitgegeven van twee uur: gedurende deze twee uur kan alleen de netwerkkaart of modem-router in 10


kwestie aanspraak maken op dit IP-adres. Het apparaat wordt door onze DHCP-server geïdentificeerd op basis van het MAC-adres en de hostname. De lease wordt ieder uur automatisch verlengd. Wilt u DHCP per se omzeilen, dan kunt u hier uw Cistron IP-adres invullen.

Het protocol dient altijd op 1483 Bridging te staan. Bridge Wanneer u de modem als bridge wilt gebruiken zien de instellingen eruit zoals in het plaatje is weergegeven. In bridge-mode communiceren wij direct met uw netwerkkaart, en is het derhalve niet de modem maar uw PC die bij ons het IP-adres opvraagt. Dus moet de DHCP-client in de modem niet ingeschakeld zijn. Router

Wanneer u de modem als router wilt gebruiken en dus de modem het IP-adres van ons wilt laten krijgen i.p.v. uw PC, zet u een vinkje neer bij “DHCP Client”. 5.2.3 ISP Deze instellingen zijn niet van toepassing op Cistron ADSL verbindingen, en derhalve kunt u deze velden leeg laten.

5.3 LAN

Deze instellingen betreffen de LAN-kant van de modem. “IP address” is hier het adres waarop de modem lokaal bereikbaar is. Het beste kunt u deze op 192.168.2.1 laten staan; Handleiding SMC ADSL Barricade (SMC7404WBRB)

11

verandert u het en bent u even later vergeten wat het ook alweer was, dan kunt u het modem niet meer bereiken en resteert slechts een hardhandige reset. Bridge In bridgemode moet de DHCP-server uitgeschakeld zijn. Router In routermode staat de DHCP-server in principe aan. De DHCP-server is standaard aangeschakeld; PC's die worden aangesloten op de modem krijgen hiermee automatisch alle vereiste gegevens voor een werkende (internet-) verbinding. Draait u een soort van firewall op één of meer PC's, of wenst u om een andere reden lokaal geen gebruik te maken van DHCP, dan kunt u dit hier uitschakelen. U dient dan op alle aangesloten PC's handmatig lokale IP-adressen uit te delen in het bereik van die van de modem, met de modem (192.168.2.1) als gateway en met de onze DNSservers bij de DNS-configuratie. Let u erop dat vanaf het moment dat u de DHCP-server uitschakelt, de modem vanaf nu alleen nog maar bereikbaar is wanneer u handmatig lokale IP-gegevens hebt ingevoerd op een aangesloten PC.

5.4 Wireless 5.4.1 Channel and SSID

Maakt u gebruik van de WiFi-functionaliteit van de router, dan kunt u hier een en ander instellen. Het is van belang deze opties goed in te stellen, daar WiFi onderhevig kan zijn aan misbruik door kwaadwillenden, die b.v. met een laptop van uw verbinding kunnen maken. Met name in grote steden is dit probleem significant. Wanneer u klachten hebt over de snelheid kan dit dus het gevolg zijn van misbruik door derden. Het wordt aanbevolen om een SSID in te vullen met een naam die niet snel te raden is. Op client-PC's kunt u dan deze naam invullen bij het zoeken naar een Access Point (nl. de router). De transmission rate is afhankelijk van factoren als afstand, en kan als gevolg daarvan variëren. Het beste is derhalve om deze op automatisch te laten staan zodat de router de snelheid bepaalt. De basic rate is de minimale snelheid om te kunnen verbinden met de router; dit kunt u laten voor wat het is. Het te gebruiken kanaal kunt u beter niet op automatisch laten staan; kiest u hier één van de kanalen. Hebt u ooit problemen met de verbinding, dan kunt u hier een ander kanaal proberen in te stellen. 5.4.2 Encryption

12


Nog veiliger is het om alle dataverkeer te laten vercijferen. Dat doet u hier; bij voorkeur kiest u voor 128bits versleuteling. U voert een woord in en daar wordt vervolgens een 128bits code voor gegenereerd. Op aangesloten WiFi PC's dient u deze code op te geven om te kunnen verbinden met de router. Het moge duidelijk zijn dat dit misbruik zeer effectief tegengaat. 5.4.3 Mac Address Filtering

Hier kunt u MAC-adressen invullen van PC's die (niet) gebruik mogen maken van de router. Kiest u (na enable aangeklikt te hebben) voor permissions, dan hebben alle in de tabel ingevulde MAC-adressen toegang tot uw router. U kunt daarentegen ook voor prohibition kiezen, om zodoende bepaalde MAC-adressen te weren. De eerste optie lijkt misschien de ultieme beveiliging tegen misbruik door derden, ware het niet dat MAC-adressen zijn te vervalsen (spoofen).

5.5 NAT Handleiding SMC ADSL Barricade (SMC7404WBRB)

13

NAT is alleen van toepassing wanneer de modem als router moet fungeren. In het geval van bridgemode kunt u alles hier leeg laten. 5.5.1 Address mapping Indien u meerdere externe IP-adressen van ons hebt kunt u deze hier aan interne adressen op het netwerk koppelen. 5.5.2 Virtual server

Dit is waar u zogenaamde poort forwarding (of poort mapping) instelt. Wanneer u op een lokale PC b.v. een FTP-server draait op de standaardpoort (21), en u wilt dat deze FTPserver van buitenaf bereikbaar is op deze poort, dan stelt u dat in zoals hierboven is weergegeven. U dient te specificeren om welk(e) van de twee protocollen, TCP en UDP, het gaat. Welk protocol wordt gebruikt bij een bepaalde service hangt van de service af. Bij FTP is dit alleen TCP; bij b.v. een Quake3-server betreft het zowel TCP als UDP (zie plaatje). Ook moet u het doel IP-adres ingeven waarheen de packets geforward moeten worden. 5.5.3 Special application Het via de modem draaien van Internetapplicaties die meerdere verbindingen vereisen kunt u hier mogelijk maken. Dit gaat ongeveer zoals het poortmappen in 4.4.2, met als verschil dat u de “hoofdpoort” hier invult bij Trigger Port, en alle bijbehorende poorten in het Public Port veld.

5.6 Routing De geavanceerde instellingen die u hier vindt kunt u ongemoeid laten, daar deze normaal gesproken niet van toepassing zijn.

5.7 Firewall Deze router heeft een aantal uitgebreide firewall mogelijkheden. Let u erop dat verkeerd instellen kan leiden tot een niet werkende verbinding. Het instellen van deze firewall – wat niet iets is om de eerste keer mee te beginnen – kunt u het beste stapje voor stapje doen, zodat wanneer het mis gaat u slechts één stap terug hoeft om weer in de situatie terug te 14


komen waarin de verbinding nog werkte. Slaat u dus bij voorkeur de firewall de eerst keer even over. Wanneer u met de firewall instellingen aan de slag wilt kiest u hier voor enable. Een uitgebreide beschrijving van alle firewall features van deze router vindt u op de website van SMC: http://www.smceurope.com/.

5.8 SNMP Voor eventuele SNMP-instellingen kunt u hier terecht. Als u niet weet wat dit inhoudt kunt u deze instellingen overslaan.

5.9 ADSL In deze sectie vindt u waardevolle informatie omtrent de ADSL-verbinding, die kan helpen bij het analyseren van verbindingen die niet naar behoren werken. 5.9.1 Parameters

De Operation Mode zet u hier op G.992.1 Annex-B. 5.9.2 Status De belangrijkste informatie die hier te vinden is wordt kort behandeld.

Onder “Status” ziet u of er een fysieke verbinding is tussen de modem en de wijkcentrale. Wanneer de telefoonlijn is aangesloten op de ADSL-poort van de modem zou hier na een tijdje “Showtime” moeten staan.

De “Data Rate” geeft aan op welke snelheid de modem gesynchroniseerd is, in kilobits per seconde. Dit is b.v. 512 om 2048. Bij MAXX-abonnementen kan de downstream variëren, afhankelijk van de afstand tot de centrale, van de kwaliteit van uw interne bekabeling en Handleiding SMC ADSL Barricade (SMC7404WBRB)

15

de kwaliteit van het koperdraad. De waarden in Kbps gedeeld door 10 geeft een benadering van de maximale snelheid die u moet kunnen halen in kilobytes per seconde.

De informatie onder “Operation data / Defect indication” kan waardevol zijn bij het analyseren van een verbinding die niet naar behoren functioneert. Deze waarden zeggen op zich niets, maar zijn van grote betekenis bij de behandeling van storingen.

5.10 DDNS Wie geinteresseerd is in het draaien van dynamic DNS kan hier terecht.

5.11 Tools 5.11.1 Configuration tools Hier hebt u de mogelijkheid om configuratie-gerelateerde handelingen te doen. Zo kunt u met “backup” uw huidige modemconfiguratie in een bestand laten opslaan, zodat u deze in een later stadium weer kunt inladen middels de “restore”-optie. Ook kunt u hier softwarematig het modem terugzetten in de fabrieksinstellingen, mocht u onverhoopt helemaal vast komen te zitten. 5.11.2 Firmware upgrade Hier kunt u terecht voor het upgraden van de firmware van de modem. Dit is in principe niet nodig, en het brengt de nodige risico's met zich mee. Cistron kan hier dan ook geen support op geven: het upgraden van de firmware is geheel op eigen risico. 5.11.3 Reset Een softwarematige reset van het modem kunt u hier uitvoeren door op “apply” te klikken. Wanneer de leds voorop het modem niet meer knipperen is de router opnieuw opgestart.

5.12 Status

16


In de laatste sectie is veel waardevolle informatie te vinden. Hier ziet u hoe de internetverbinding ervoor staat, een lijst van PC's die momenteel via DHCP zijn aangesloten (IP- en MAC-adressen) en een logvenster.

Onder internet vindt u “release” en “renew” opties. Deze zijn er om de eerder genoemde externe DHCP lease vrij te geven respectievelijk op te vragen. Bij information ziet u onder meer de versie firmware die u hebt, en MAC-adressen van de LAN- en de WAN-kant van de router.

In de security log ziet u on andere het verloop van eventueel DHCP-verkeer aan de WAN-kant. In het bovenstaande voorbeeld ziet u dat de internetconnectie succesvol is gelegd (een “offer” gevolgd door een “request” en een “ack”), en dat even later een PC op het netwerk verbinding heeft gelegd met de router (en het IP 192.168.2.105 heeft gekregen). Het NTP (network time protocol) synchroniseert de tijdinstelling in de router met de huidige tijd(-zone).


17

In de DHCP client log ziet u alle via DHCP aan de router verbonden PC's, met bijbehorende MAC-adressen (die u eventueel ter referentie kunt gebruiken bij PCspecifieke firewall instellingen).

6. Verbinding maken met internet Nu de modem helemaal correct is ingesteld moet u de modem uit zetten. Dan kunt u de telefoonlijn verbinden met de ADSL-poort van de modem. Zet u het modem nu weer aan, dan zal deze in routermode een IP-adres bij Cistron opvragen en krijgen. In het geval van bridgemode moet uw netwerkkaart op automatisch staan en de PC gereboot worden.

Als het goed is ziet u in de modem onder internet dat er verbinding is gemaakt met internet.

7. Vragen en antwoorden 1. Hoe reset ik de modem naar de fabrieksinstellingen? Dit doet u door de modem uit te schakelen (adapter uit het stopcontact halen) en het kleine knopje achterop de modem ingedrukt te houden. Vervolgens, met dit knopje ingedrukt, voorziet u de modem weer van stroom. Als het goed is ziet u enkele seconden later de leds voorop de modem knipperen. Daarna zet u de modem weer uit, om hem een paar seconden later weer aan te schakelen. De modem staat nu weer in de fabrieksinstellingen.

18


2. Hoe geef ik mijn Cistron IP-adres vrij? Let u erop dat dit alleen mogelijk is wanneer er een werkende verbinding is, anders komt de release niet door. Hoe u uw externe IP-adres vrijgeeft, indien mogelijk, hangt er vanaf hoe uw modem staat ingesteld. Modem in Bridge mode In Windows 95/98/ME gaat u naar start - uitvoeren - winipcfg , selecteert u de netwerkkaart die de internetverbinding heeft en klikt u op vrijgeven of release. In Windows 2000/XP gaat u naar start - uitvoeren - command , en tikt u "ipconfig /release". Modem in Router mode In dit geval is het niet mogelijk om het IP-adres vrij te geven. Er zit meestal niets anders op dan, afhankelijk van het tijdstip waarop de IP-lease voor de laatste keer werd verlengd, één tot twee uur te wachten.

3. Ik kan de modem niet (meer) benaderen in mijn browser. Opent u eerst een command prompt (start - uitvoeren - command) om hier vervolgens "ping 192.168.2.1" te tikken. Krijgt u antwoorden ("ping replies"), dan staat er alleen maar iets uw browser niet goed ingesteld. In Internet Explorer dient in het menu "bestand" geen vinkje te staan voor "offline werken". Verder moet onder extra - internet opties verbindingen ingesteld staan dat er nooit ingebeld dient te worden, en hier moet verder bij "lan instellingen" geen proxyserver gespecificeerd zijn. Reageert de modem niet op pings, dan zijn er een aantal mogelijke oorzaken: - er is geen fysieke verbinding met de modem; - het lokale IP-adres van de modem is veranderd; - de netwerkkaart staat niet goed ingesteld; - de netwerkkaart functioneert niet. Van het laatste geval is in principe geen sprake, daar u deze netwerkkaart waarschijnlijk voorheen ook gewoon hebt kunnen gebruiken om te internetten. Kijkt u toch even bij Apparaatbeheer of er geen foutmeldingen staan bij de netwerkkaart. Voor de instellingen van de netwerkkaart dient u hoofdstuk 4 nogmaals even door te nemen. Hebt u het lokale IP-adres van de modem (per ongeluk) veranderd, dan dient u de modem te resetten naar de fabrieksinstellingen. Zie hiervoor vraag 1. Verder kenmerkt een fysieke verbinding zich door een brandend (genummerd) ledje op de modem en (meestal) achterop de netwerkkaart. Gebruikt u wel een straight, en geen cross UTP kabel? Is elk van de bovenstaande potentiële oorzaken uitgesloten, dan kunt u nog proberen om de modem naar de fabrieksinstellingen te resetten.

4. Ik weet mijn wachtwoord niet meer. In dit geval dient u de modem te resetten; zie hiervoor vraag 1.


19

5. De modem werkt als bridge, maar niet in routermode (of vice versa). Voor u de modem van bridge in router verandert of omgekeerd, moet de de IP-lease worden opgeheven. Zie hiervoor vraag 2.

6. De modem is volledig ingesteld als bridge, conform hoofdstuk 5, maar ik heb geen verbinding. Indien het “syn”-lampje (“sync”) niet constant brandt is er geen fysieke verbinding met de wijkcentrale. Voor u de helpdesk belt kunt u nog even proberen of sync gaat branden wanneer u de modem direct op de lijn aansluit, zonder splitter ertussen en met zo kort mogelijke bekabeling. Brandt de sync, dan kunt u in het modem bij ADSL – Status (zie 5.8.2) aflezen op hoeveel kbps de lijn synchroniseert. Zijn dit niet de verwachte waarden (b.v. 2048/512 bij een 2048-abonnement), neemt u dan telefonisch contact op met de helpdesk.

8. Modem Retour Formulier In het geval dat de modem defect is, kan deze met toestemming van een helpdeskmedewerker geretourneerd worden. Modems die zonder dit fomulier worden geretourneerd zullen bij vervanging nogmaals gefactureerd worden. U wordt vriendelijk verzocht niet op de doos te schrijven. Naam klant: Klantnummer:

_________________________ _________________________

Type modem:

_________________________

Naam gesproken Cistron medewerker: Oorzaak voor retourzending:

Cistron ticketnummer:

_________________________ _________________________ _________________________ _________________________ _________________________ _________________________

U kunt de modem terugsturen naar:

20


Cistron Broadband B.V. Antwoordnummer 12043 2400 VD ALPHEN AAN DEN RIJN

Datum retourzending:

_________________________

Handtekening klant:

_________________________

De modem zal bij aankomst door een van onze medewerkers getest worden. Hiervan zult u bij het ontvangen van een eventuele nieuwe modem een testrapport ontvangen. Wij zullen de (nieuwe) modem naar u opsturen zodra uw modem bij ons getest is.


21

Inhoudsopgave: 1. Welkom Belangijke informatie vooraf Fysieke aansluiting bij ISDN 5

Recommend Documents