ICE Handleiding
Copyright © 2016 HYTORC. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt worden in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch of door fotokopieën, opname, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur (of optioneel: de uitgever). Inhoudelijke gegevens kunnen zonder aankondiging worden gewijzigd. Aan dit document kunnen geen rechten worden ontleend.
- 001 -
2
INHOUDSOPGAVE
1.
Welkom bij HYTORC ...................................................................................................................4 1.1 Algemene Informatie ................................................................................................................ 5
2
Veiligheidsvoorschriften ..............................................................................................................5
3
Inleiding
4
Voor eerste ingebruikname....................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
8
4.1 Fysische gebruiksomstandigheden .......................................................................................... 9 5
Aansluiten en beproeven .............................................................................................................. 5.1 Aansluiten hydraulische pompunit ........................................................................................... 9 5.2 Voor gebruik - Controle pompen ............................................................................................ 10 5.3 Slangaansluiting ..................................................................................................................... 10 5.4 Controleer voor gebruik.......................................................................................................... 11
6
instellen van het draaimoment ...................................................................................................12
7
Gebruik moerdop ......................................................................................................................13 7.1 Draairichting bepalen ............................................................................................................. 13 7.2 Draairichting veranderen ........................................................................................................ 13 7.3 Reactiearm ............................................................................................................................. 14 7.4 Plaatsen en gebruik van de tool ............................................................................................. 14 7.5 Het vastdraaien van een boutverbinding ............................................................................... 14 7.6 De reactiepal .......................................................................................................................... 14 7.7 Het losdraaien van een boutverbinding ................................................................................. 16
8
Storingen & oplossingen ............................................................................................................16 8.1 Sleutel
16
8.2 Pompen 16 8.2.1 Luchtpompen ................................................................................................................. 17 8.2.2 Elektrische pompunits ................................................................................................... 17 9
Onderhoud
17
9.1 Inspectie voor elk gebruik ...................................................................................................... 17 9.2 Kleine onderhoudsbeurt ......................................................................................................... 18 9.3 Onderhoud bij HYTORC ........................................................................................................ 18 10
Appendix A: Optionele moerdop ................................................................................................18
11
Appendix B: Optionele reactiearmen .........................................................................................20
12
Appendix C: Verklaring van overeenstemming...........................................................................30
13
Appendix D: Onderdelenlijst Avanti-serie ...................................................................................32
- 001 -
3
CE-Markering. Dit gereedschap is voorzien van de CE-markering. Dit houdt in dat deze voldoet aan de van toepassing zijnde Europese richtlijnen. In de bijgeleverde Verklaring van Overeenstemming is aangegeven welke richtlijnen dat zijn. Gebruik de installatie alleen volgens de voorschriften en de instructies uit deze handleiding. Raadpleeg HYTORC bij twijfel over het gebruik. Wij gaan er vanuit dat u, uw werknemers en anderen die gebruik maken of in aanraking komen met de machine op de hoogte zijn hoe met de machine omgegaan dient te worden. Hieronder valt het correcte gebruik, onderhoud en reparatie van de apparatuur zoals die zijn omschreven in deze gebruikershandleiding. Dit houdt ook in dat de werknemers bekend zijn met het gebruik van dit type gereedschap door middel van opleiding of ervaring. Disclaimers: HYTORC sluit aansprakelijkheid uit voor onveilige situaties, ongevallen en schade ten gevolge van:
1.
Het negeren van waarschuwingen of voorschriften zoals weergegeven op de momentsleutel of in deze documentatie.
Gebruik voor andere toepassingen of onder andere omstandigheden dan aangegeven in deze documentatie.
Wijzigingen aan de momentsleutel. Hieronder valt ook het toepassen van andere dan originele vervangingsonderdelen.
Onvoldoende onderhoud.
Het ongeoorloofd verwijderen van veiligheidskappen en/ of beveiligingen.
Het ondeskundig toepassen van het gereedschap.
Aanpassingen en/of veranderingen die invloed hebben op de veiligheid van de momentsleutel mogen niet zonder toestemming van HYTORC worden uitgevoerd en liggen niet binnen de verantwoordelijkheid van HYTORC, maar zijn volledig de verantwoording van degene die de aanpassingen aanbrengt. De garantie komt te vervallen zodra aanpassingen en/of veranderingen worden aangebracht.
HYTORC is niet aansprakelijk voor de gevolgschade bij storingen aan de momentsleutel (bijvoorbeeld schade aan producten, bedrijfsonderbrekingen).
Afbeeldingen kunnen afwijken van hetgeen is geleverd.
Welkom bij HYTORC
Hartelijk dank voor de aankoop van uw HYTORC sleutel! De volgende gebruiksaanwijzing zal u een indruk van de bediening en het onderhoud van uw nieuwe HYTORC sleutel geven. Lees de instructies aandachtig en helemaal door. Mocht u daarna nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met een HYTORC-dealer.
- 001 -
4
1.1
Algemene Informatie
Door de aanschaf van uw HYTORC sleutel kunt u gebruik maken van de volgende HYTORC diensten:
Instructies aan medewerkers binnen uw organisatie door een HYTORC medewerker
Ieder jaar een gratis inspectie van uw HYTORC appatatuur
Leenapparatuur bij reparaties die onder garantie worden uitgevoerd
Mocht uw HYTORC sleutel niet binnen 10 werkdagen na uw schriftelijke goedkeuring van de kostenopgave niet te repareren zijn, dan ontvangt u op verzoek kosteloos (m.u.v. transportkosten) een gelijkwaardige leensleutel
24-uurs service
Wereldwijde garantie
Heeft u hulp in het buitenland nodig? Geen probleem! Wij helpen!
HYTORC equipement volgens de nieuwste technologie
Een jaar volledige garantie
Het ontwerpen van maatwerk oplossingen
Supervisie en begeleiding tijdens de uitvoering van turnarounds en stops.
2
Veiligheidsvoorschriften
Waarschuwing: Uw HYTORC sleutel is een krachtwerktuig en daarom is het, net als met elk krachtwerktuig, belangrijk de juiste veiligheidsmaatregelen in acht te nemen om ongelukken, persoonlijk letsel en schades te voorkomen. De volgende aanwijzingen zullen u daarbij helpen:
Lees alle instructies.
Houd de werkplek schoon en goed verlicht.
Beoordeel de werkplek en haar omgeving. Elektrische pompen mogen nooit gebruikt worden in een omgeving die potentieel explosief is. Bedenk ook dat bij metaal op metaal contactvonken kunnen ontstaan. Eventueel aanvullende maatregelen zullen dan nodig zijn.
Zet de pomp uit indien de sleutel niet wordt gebruikt. De afstandsbediening is bij voorkeur alleen voor diegene die de sleutel bedient. Als dit niet kan, dienen er duidelijke onderlinge afspraken over de bediening en de veiligheidsprocedures te worden gemaakt.
Blijf op veilige afstand gedurende het gebruik. In de meeste gevallen is een ‘handenvrij’ bediening van de sleutel mogelijk. Als dit niet kan en de sleutel toch ondersteund moet worden, gebruik dan hulpmiddelen hiertoe.
Beveilig u tegen elektrische stromen. Verzeker u ervan dat het gehele systeem goed is (doorgeaard en dat het juiste voltage wordt gebruikt.
Ruim sleutels en accessoires die niet gebruikt worden, op. Zo wordt eventueel letsel, schade of verlies voorkomen.
Gebruik de juiste beschermende middelen. Wanneer hydraulische tools gebruikt worden, draag dan werkhandschoenen, veiligheidsschoenen, helm, gehoorbescherming en overall of andere geschikte kleding.
- 001 -
5
Draag een veiligheidsbril met zijkleppen.
Verplaatsen van apparatuur. De hydrauliek slang(en), draaibare slangaansluiting op de sleutel, luchtslang, elektrische stroomtoevoerkabel of afstandsbedieningkabel niet gebruiken als instrument om uw HYTORC sleutel te verplaatsen of vast te houden. Gebruik het handvat of de draagbeugel. Plaats bij voorkeur daar waar het is voorbereid een handvat.
Onderhoud uw HYTORC apparatuur met zorg. Inspecteer de sleutel, pomp en toebehoren regelmatig om goede prestaties te waarborgen. Denk hierbij ook aan de periodieke (jaarlijkse) kalibratie. Voor ieder gebruik de sleutel, pomp en toebehoren visueel inspecteren. Volg de aanwijzingen voor onderhoud van sleutel en pomp op. In het hoofdstuk ‘Onderhoud’ vindt u meer details.
Blijf waakzaam! Kijk goed naar wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik geen krachtwerktuigen als u onder invloed van middelen bent die de geest beïnvloeden.
De momentsleutel mag alleen gebruikt worden voor werkzaamheden zoals deze in de specificaties zijn vastgelegd.
Gebruik altijd kwalitatief hoogwaardige toebehoren. Gebruik alleen de allerbeste kwaliteit moerdoppen, in de juiste maatvoering en volledig aanliggend op de moer en aandrijfvierkant. Desondanks kan er altijd een verborgen zwakke plek zijn die een plotselinge breuk kan veroorzaken. Blijf daarom op veilige afstand van de moerdop gedurende gebruik en draag een veiligheidsbril met zijkleppen.
Gebruik geen middelen om de capaciteit te verhogen. Bijvoorbeeld hamer op moerdop of sleutel.
Zorg ervoor dat de aangegeven capaciteit en toepassing van het gereedschap nooit overschreden wordt.
Zorg ervoor dat kinderen, onbevoegde personen en dieren geen toegang krijgen tot de Avanti!
Blijf uit de buurt van het reactiepunt! Breng geen lichaamsdelen tussen de reactiearm en het afsteunpunt!
- 001 -
6
Veiligheidsvoorzieningen mogen niet verwijderd of buiten werking gesteld worden.
Veiligheidskappen en afdekplaten dienen in goede staat te zijn en op de juiste wijze zijn aangebracht.
Het is niet toegestaan onderhoudswerken en/of reparaties uit te voeren als het gereedschap in werking is.
Houdt de werkplek schoon.
Zorg voor voldoende omgevingsverlichting, vrije doorgangen e.d., zodat het werken met het gereedschap optimaal kan gebeuren.
Volg altijd de plaatselijke arbeids- en veiligheidswetten en milieuvoorschriften op.
Opmerking: HYTORC pompen zijn uitsluitend geschikt voor HYTORC sleutels en omgekeerd. Indien andere apparatuur op een pomp wordt aangesloten, kan de pomp beschadigd raken. Indien een andere pomp wordt aangesloten kan de sleutel defect raken. Een verkorte versie van deze instructie treft u achter op de druk-/draaimomenttabel aan. BEWAAR DEZE BIJ UW HYTORC SLEUTEL!
- 001 -
7
2.1
Inleiding
De ICE is een geavanceerde draaimomentsleutel, waarbij de sleutel en reactiearm onafhankelijk van elkaar rondom de boutas draaien. De momentsleutel kan worden ingezet in de volgende situaties:
Het op boutkracht vastzetten als torq-tensioner met de LoadDISC
Met de HYTORC NUT verandert de AVANTI in een precisietensioner
Het op draaimoment vastzetten met reactiearm of in lijn afsteunen op buurmanbout
Voor het vast- en losdraaien van moeren met beperkte ruimte heeft HYTORC diverse series ringsleutels, zoals de Stealth, XLCT en Versa.
- 001 -
8
3
Voor eerste ingebruikname
Alle HYTORC producten worden getest en zijn direct klaar voor gebruik bij levering. In sommige gevallen dient alleen de hydraulische pomp nog met de meegeleverde olie afgevuld te worden. HYTORC sleutels bieden een nauwkeurigheid van ± 3%. Deze precisie kan middels een test op onze kalibratiebank door HYTORC gecertificeerd worden. Bij een HYTORC draaimomentsleutel hoort tevens een hydraulische pompunit en een hogedruk twinslang. Om de werking en de veiligheid van de sleutel en toebehoren veilig te stellen is een kundige bediening en onderhoud van groot belang.
3.1
Fysische gebruiksomstandigheden
Hiervoor gelden de volgende fysische omstandigheden: Omgevingstemperatuur, werkend
:
0 tot 45 graden Celsius,
Relatieve luchtvochtigheid (RH)
:
30% tot 95% niet condenserend
Verlichting
:
normale omgevingsverlichting
Hoogte
:
luchtdruk tot 1000m boven de zeespiegel
De Avanti is niet geschikt voor gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving. Uw HYTORC-dealer is echter wel in staat om uw HYTORC-equipment (uitgezonderd elektrische modellen) te modificeren waarbij deze voldoet aan: EPS 13 ATEX 2 561 X EX II 2 G EX c IIB T4
4
Aansluiten en beproeven
4.1
Aansluiten hydraulische pompunit
Alle HYTORC pompunits dienen voor gebruik gevuld te worden met de bijgeleverde olie.
Wanneer u uw HYTORC draaimomentsleutel met een andere pomp aandrijft, mag deze de maximum druk van 700 BAR niet overschrijden.
- 001 -
9
4.2
Voor gebruik - controle pompen
4.2.1
Luchtaangedreven pompen
Gebruik minimaal een ¾” luchtslang en ½” koppeling. De werkdruk is 6-10 BAR. Tijdens het gebruik mag de luchtdruk niet terugzakken tot minder dan 4,5 BAR.
Controleer of er geen water in het glas van de afscheider staat. Indien dit wel het geval is draai de schroef onderin open en laat het water volledig weglopen en sluit deze weer.
Controleer of er voldoende olie in de vernevelaar zit.
Stel de vernevelaar in. Op een sticker wordt aangegeven hoeveel druppels smeerolie er verneveld moeten worden voor een goede werking. Voor de meeste pompen is dit 4-6 druppels per minuut.
4.3
4.2.2
Verzeker u ervan dat de netspanning overeenkomt met de ontwerpspanning. De gegevens staan op het typeplaatje. In geval van krachtstroom dient men ook de draairichting te controleren. Indien de rode lamp op de besturingskast brandt, is de draairichting fout en dient men twee fasen om te polen.
Pas op voor overspanning en onderspanning! (d.m.v. te lange en/of te dunne verlengkabel)
Elektrisch aangedreven pompen
o
De spanning voor 230v pompen moet liggen tussen 215v – 235v
o
De spanning voor 400v pompen moet liggen tussen 375v – 410v
Gebruik de hydraulische pomp alleen wanneer alle elektrische instellingen van de groen/gele geleidingen voorhanden zijn en deze geaard zijn.
Gebruik een elektrische verlengkabel met een aderdoorsnede van tenminste een 2,5 mm² en een maximale lengte van 50m. Deze geheel van de haspel afrollen.
Slangaansluiting
De draaimomentsleutel en de hydrauliekpomp zijn door middel van een twinslang met elkaar verbonden. Elk einde heeft één mannelijke en één vrouwelijke aansluiting. De ene slang van de twinslang heeft aan beide uiteinden mannelijke aansluitingen en de andere slang van de twinslang heeft aan beide uiteinden vrouwelijke aansluitingen. Verander dit nooit! Het kan schade toebrengen. POMP
SLEUTEL
Er zijn 3 soorten koppelingen: draai, draai met borging en steekkoppelingen. Deze kunnen niet onderling met elkaar worden verbonden. U kunt geen 2 of 4 slangen aan elkaar koppelen. Wel 3 of 5, dus en oneven aantal slangen.
- 001 -
10
FOUT
GOED
POMP
SLEUTEL
POMP
SLEUTEL
Controleer eerst of de koppelingshelften vrij van vuil zijn. Reinig ze indien nodig.
Duw de aan te sluiten slanghelften geheel in elkaar.
Schroef het geheel met de hand vast. Gebruik geen tang.
Draai bij het losmaken eerst de retourslang los. Gaat dit niet, druk dan éénmaal kort op de bedieningsknop van de afstandsbediening.
Opgelet! Tijdens gebruik kunnen de koppelingen ongemerkt los gaan zitten, waardoor er geen olie meer kan stromen. De sleutel draait dan niet meer.
VERZEKER U DAT DE WARTEL VAN DE VROUWELIJK KOPPELING VOLLEDIG TEGEN DE KRAAG VAN DE MANNELIJKE AANLIGT. 1MM RUIMTE IS AL TEVEEL LETOP! DIT GELDT VOOR DE KOPPELINGEN AAN DE POMP ALSOOK OP DE SLEUTEL DIT IS DE MEEST VOORKOMENDE BEDIENINGSFOUT!
4.4
Controleer voor gebruik
Controleer voor het aanzetten en/of het inschakelen van de krachtbron:
-
Of alle aansluitingen goed zijn bevestigd en niet lekken.
-
Of de hydrauliek slangen niet geknikt of beschadigd zijn.
-
Of het aandrijfvierkant en zijn bevestigingsknop goed aanliggen en vergrendeld zijn.
-
Of alle (hydrauliek) koppelingen, nippels, kniestukken, T-stukken, draaibare aansluitingen niet verbogen, los of beschadigd zijn.
-
de moerdop op maat, kwaliteit, breuk of zwakke plekken. Moerdoppen mogen niet na productie machinaal bewerkt, extreem verhit of gekoeld zijn. Bevestig de moerdop met een montageclip.
-
of alle vergrendelingen vergrendeld en de borgpennen, borgschroeven zijn aangebracht en aangedraaid op alle tools, slangen, pomp en toebehoren.
- 001 -
11
Maak de installatie gebruiksgereed, door alles aan te sluiten en test het systeem door de sleutels, losliggend enkele takten te laten draaien en het systeem op maximale druk van 700 bar te brengen.
5
Instellen van het draaimoment
Een HYTORC hydraulische pompunit heeft een bereik van 20 tot maximaal 700 BAR. Binnen dit bereik is iedere willekeurige druk traploos instelbaar. De volgende stappen gelden voor het instellen van het juiste moment: 1.
Elk sleuteltype heeft zijn eigen druk/draaimomenttabel, die separaat wordt geleverd bij uw HYTORC sleutel. Zoek het gewenste draaimoment in de correcte kolom (Nm, kgm of ft.lbs.) uit de bijbehorende tabel en lees de bijbehorende druk af in BAR (rechts) of in PSI (links).
2.
Draai de sterknop drukinstelventiel (zie rode pijl) geheel linksom naar boven, om de druk zo laag mogelijk te krijgen. Indien de sterknop zwaar loopt dient eerst de borging gelost te worden door de vleugelmoer linksom naar boven te draaien.
3.
Leg de draaimomentsleutel ergens los op de grond of een andere veilige plaats.
4.
Pak de afstandsbediening en druk kortstondig op de groene start/run knop. De pomp treedt in werking en de zuiger in sleutel beweegt zich naar de 0 positie. Druk de groene start/run knop in waardoor de zuiger zich naar voren beweegt (bij geen beweging de drukinstelknop 360 graden indraaien) en houdt deze vast totdat het aandrijfvierkant (moerdop) niet meer draait. De zuiger staat nu in de voorste stand. Door de knop los te laten beweegt de zuiger terug naar de 0 positie. Herhaal dit 2 keer.
5.
Houd vanaf nu de start-knop ingedrukt
- 001 -
12
6.
Draai vervolgens de stermoer in tot de
manometer op de juiste druk staat. Laat dan de drukknop pas los. 7.
Druk deze na enkele seconden opnieuw in en
controleer de druk waarna de vleugelmoer gefixeerd kan worden. Daarna nogmaals controleren. Belangrijk De drukinstelling dient plaats te vinden van lage druk naar hoge druk, niet omgekeerd.
6
Gebruik moerdop Bevestig de moerdop met de borgpen aan de draaimomentsleutel.De procedure hiervoor is nader omschreven in appendix A
In bovengenoemde gevallen kan er iets breken en ongelukken veroorzaken!
6.1
Draairichting bepalen
Op de tool staan de woorden (“tightening” = vastdraaien en “loosen” = losdraaien). Zie onderstaande foto.
Vastdraaien
6.2
Losdraaien
Draairichting veranderen
Druk de knop op de borging waarmee het aandrijfvierkant in de sleutel wordt vergrendeld, in.
Trek het aandrijfvierkant eruit en steek deze vanaf de andere kant opnieuw in de tool.
- 001 -
13
Bevestig de borging.
Bij sommige HYTORC-typen kan het aandrijfvierkant eenvoudig van de ene naar de andere kant doorgedrukt worden.
6.3
Reactiearm
De Avanti HYTORC-draaimomentsleutel is standaard voorzien van een universeel reactiearm of een optioneel type. Deze reactiearm vangt de door de machine gegenereerde krachten op. Enkel de reactiearm moet aanliggen. Zie voor de verschillende uitvoeringen van reactiearmen appendix B. 6.4
Plaatsen en gebruik van de tool
bepaal een stevig en goed reactiepunt conform de mogelijkheden eisen als gesteld in appendix B.
Zet de sleutel op de boutverbinding en draai deze met de hand zodat de reactiearm tegen het reactiepunt aanligt.
Check of de hydrauliekslangen en de rest van de sleutel compleet vrij liggen. Enkel de reactiearm moet aanliggen.
Druk kortstondig op de startknop om te zien of alles goed is. Als de sleutel de neiging heeft op zijn reactiepunt ‘weg te kruipen’ of ‘af te glijden’ of er anderszins iets niet goed gaat, stop dan onmiddellijk door de start/run knop los te laten.
6.5
Het vastdraaien van een boutverbinding
Wij veronderstellen dat de sleutel geplaatst is volgens paragraaf 7.4.
Blijf de knop ingedrukt houden tot de zuiger in de uiterste positie komt. Op het moment dat dit het geval is, hoort u 'klik' en zal tevens de oliedrukmeter oplopen tot de ingestelde waarde.De verhoging van oliedruk tot de ingestelde waarde betekent niet dat het gewenste draaimoment is bereikt; dit wordt veroorzaakt omdat de zuiger niet verder kan bewegen.
Laat de knop los en de zuiger keert automatisch in de beginstand terug. De zuiger is in enkele seconden in de beginpositie teruggekeerd. U hoort 'klik'.
Druk de start/run-knop opnieuw in voor de volgende takt.
Herhaal dit totdat de moer niet meer draait.
De boutverbinding is nu met een nauwkeurigheid van ± 3% aangespannen.
6.6
De sleutel loshalen met behulp van de reactiepal
De reactiepal is een terugloopblokkering van het tandwiel. Het kan zijn dat de reactiepal, bij het bereiken van het gewenste draaimoment, in het tandwiel vastzit. U merkt dit doordat het geheel nog onder
- 001 -
14
spanning staat en de sleutel niet van de moer gaat. De ingebouwde reactiepal doet nu zijn werk door torsie en speling op te vangen.
Druk opnieuw de voorwaartsknop van de afstandsbediening in en houd deze ingedrukt tot de oliedruk weer is opgebouwd.
Schuif nu de hendel waaraan de reactiepal vastzit naar boven.
Laat nu de drukknop op de afstandbediening los. Schuif de hendel van de reactiepal naar beneden. De sleutel is weer los.
- 001 -
15
6.7
Het losdraaien van een boutverbinding
Wij veronderstellen dat de sleutel geplaatst is volgens paragraaf 7.4.
Regel de druk van pomp af op het maximum van 700 bar of 10.000 PSI.
Controleer de tool op losdraaien staat.
Zet de sleutel op de boutverbinding.
Druk op de start/run knop van de afstandsbediening in en blijf deze ingedrukt houden totdat de moerdop gaat draaien en de zuiger aan het einde van de slag is. U hoort dan een 'klik'.
Laat de start/run knop los en wacht tot de zuiger automatisch in de beginpositie is teruggekeerd. U hoort dan weer een 'klik'.
Druk de start/run knop opnieuw in tot u de 'klik' weer hoort. Herhaal dit zolang nodig is.
Opmerking Indien de boutverbinding niet losgaat, is een zwaarder HYTORC model gewenst. Mocht u deze niet hebben, raadpleeg HYTORC om gezamenlijk tot een oplossing te komen.
7
Kies bij het losdraaien een druk waarbij de bout of moer los komt, echter stel deze niet onnodig hoog in.
Als voor het losdraaien voortdurend een druk nodig is die tegen het maximum aanzit, bijvoorbeeld meer dan 630bar wordt aangeraden een zwaarder type tool te kiezen, dit om de levensduur van de tool te verlengen.
Storingen & oplossingen
7.1
Sleutel
7.2
De sleutel beweegt niet meer controleer of alle koppelingen (zowel op sleutel als pomp) goed vast zitten. De wartelmoer van de vrouwelijke koppeling moet helemaal tegen de kraag van de mannelijke koppeling zijn aangedraaid.
Pompen
De pompdruk is bij een vaste instelling niet repeterend nauwkeurig pompdruk regelventiel is vervuild of defect neem contact op met HYTORC-dealer
Pomp loopt en geeft druk, maar gereedschap doet niets koppelingen goed aandraaien.
Het gereedschap loopt de verkeerde kant op wellicht zijn er twee slangen aan elkaar gekoppeld of zijn de mannelijke en vrouwelijke koppelingen verwisseld.
Gereedschap loopt langzamer dan gebruikelijk pompdruk op 700 BAR afstellen en uitzetten terwijl de bedieningsknop ingedrukt blijft de druk zakt snel tot ca. 100 BAR maar moet dan blijven staan. Indien de druk tot nul doorzakt, duidt dit op een lekkage. Neem contact op met HYTORC-dealer.
- 001 -
16
7.2.1
Pompmotor start niet knik in luchtslang afstandsbediening helemaal afrollen.
Pompmotor start niet starterventiel (positie 21) defect druk op uitstekend pinnetje van het starterventiel terwijl AAN/UIT hendel (positie 9) op AAN staat.
Pomp loopt langzaam en niet regelmatig te lage luchtdruk moet minimaal 4 BAR zijn met lopende motor vervuild filter schoonmaken vuil in de motor.
De motor loopt of schakelt niet dit wijst op een storing in het stuurventiel.
Neem zo nodig contact op met Hytorc dealer.
7.2.2
8
Luchtpompen
Elektrische pompunits
Motor maakt raar geluid en geeft geen druk controleer draairichting.
Motor komt niet op toeren / stopt na aanloop spanningsval in voeding. Meestal door te dunne of te lange verlengkabel. Controleer pompunit met steker direct in wandcontactdoos.
Motor draait, echter schakelt niet over van aanvoer op retour breuk in kabel afstandsbediening ventielblok defect.
Motor draait niet geen voeding of breuk in kabel.
De elektromotor raakt oververhit: Dit duidt op een te lage spanning, controleer de stroomtoevoer, verlengkabel op lengte (max. 50m) en kabeldiameter (2,5 mm 2)
ONDERHOUD
8.1
Inspectie voor elk gebruik
Controleer of de beide olieniveaus van de pompunit voldoende zijn.
Controleer voeding (luchtdruk minimaal 5 BAR dan wel juiste E-spanning).
Geen beschadiging van kabels en luchtslang van de afstandsbediening.
Rol de slang van de afstandsbediening bij luchtpompen altijd helemaal af. Knikken van de kleine luchtslangen veroorzaken storingen.
Kijk of voedingskabels niet beschadigd zijn.
Controleer de hydrauliek slangen op beschadigingen. De werkdruk is 700 BAR. Stel een pompdruk van 200 BAR in. Controleer of de naald repeterend hierop terugkomt. Herhaal dit bij 400 BAR en 700 BAR.
Indien er water in de waterafscheider staat, dit aftappen.
Oliedrukmeters zijn gevuld met glycerine. Indien het glycerinepeil zakt, dan is er sprake van lekkage en is reparatie nodig. Mocht de meter zich vullen met hydrauliek olie dan duidt dit ook op een interne lekkage.
Na ieder gebruik de sleutel reinigen en inspecteren op voldoende smeermiddel.
- 001 -
17
8.2
Kleine onderhoudsbeurt
Hydrauliek-olie: De olie moet na elke 40 bedrijfsuren in zijn geheel vervangen worden, of op zijn minst 2x per jaar. Gebruik alleen een high-grade olie, ISO VG 46 of 32
Filter op de pomp: De filter moet 3x per jaar verwisseld worden bij normaal gebruik en vaker indien de unit elke dag gebruikt wordt.
Snelkoppelingen slangen: Maak moeilijk lopende en vervuilde schroefkoppelingen schoon of vervang ze.
Koolborstels (elektrische unit): Controleren en zonodig vervangen.
8.3
9
Onderhoud bij HYTORC
Draaimomentsleutel: Afhankelijk van het gebruik, maar minimaal 1x per jaar, sleutel volledig demonteren, reinigen, inspecteren, veren vervangen en voorzien van nieuw smeermiddel. Inspectie op capaciteit op 100, 200, 300 of 700 BAR.
Pompunit: Pompdrukmeter 1x per jaar laten ijken en glycerine bijvullen.
Motor (elektrisch en lucht): De rotoras en haar lagers 1x per jaar reinigen en smeren.
Afstandsbediening (luchtunit):
De luchtslangen controleren op verstoppingen. Deze zonodig repareren. De bedieningsknoppen zijn voorzien van een veer en moeten vlot openen en sluiten.
Schoonmaken stuurventielen.
APPENDIX A: OPTIONELE MOERDOP
HYTORC-momentsleutels vallen in de zwaarste categorie momentsleutels die er bestaan. Gebruik deze altijd in combinatie met dikwandige heavy duty moerdoppen. De volgende standaard type heavy duty moerdoppen zijn optioneel: 1. Moerdoppen met binnen zeskant 2. Moerdoppen met binnen twaalfkant 3. Hoge moerdoppen 4. Excentrische moerdoppen 5. Inbus moerdoppen 6. Op maat gemaakte moerdoppen
Aanwijzingen t.a.v. gebruik moerdoppen
- 001 -
18
Het is niet toegestaan moerdoppen te gebruiken die ook gebruikt worden met slaggereedschappen. Bekend als slagmoersleutels en impact wrenches. De slaande werking deformeert het aandrijfgat; maakt het staal hard en bros, waardoor er een spontane breuk kan ontstaan, met wegvliegende delen als gevolg. Onderschat dit risico niet, ook een in beginsel sterk ontworpen moerdop kan door gebruik op een slaggereedschap ongeschikt raken voor verder gebruik in combinatie met een HYTORC-sleutel!
Het is niet toegestaan moerdoppen af te draaien of anderszins te bewerken of bloot te stellen aan extreem hoge of lage temperaturen.
Het is niet toegestaan om er met een zwaar voorwerp (hamer) tegen aan te slaan.
De S.W. (sleutelwijdte) van de moerdop dient overeen te komen met de S.W. van de los te draaien moer. Let vooral op bij Engelse en metrische maatvoering.
De moerdop dient altijd deugdelijk aan de tool geborgd te zijn.
Plaats de sleutel + moerdop op de moer en zorg ervoor dat deze zover mogelijk over de moer heen geschoven is. Ook als deze geroest of gecoat is!
Gebruik nooit een verlengstuk en/of een verloopadapter.
Gebruik nooit een twaalfkantige moerdop indien niet noodzakelijk!
Gebruik nooit een dunwandige/afgedraaide moerdop!
- 001 -
19
Veiligheidsregels t.a.v. gebruik moerdoppen:
Veiligheidsschoenen
Werkhandschoenen
Veiligheidsbril
Veiligheidshelm
Laat nooit de moerdop met gereedschap hangen aan de moer.
Men dient altijd in een stabiele positie te staan tijdens het gebruik van gereedschap met moerdop.
10 APPENDIX B: OPTIONELE REACTIEARMEN De volgende reactiearmen zijn optioneel:
Reactiearm basisuitvoering type 1x 360.
- 001 -
20
Reactiearm type 360x360. Ook in hoogte verstelbaar.
TPF-arm ( track pad fixture) arm
- 001 -
21
WTCT-arm met reactiecup in lengte verstelbaar rechte uitvoering.
WTCT-arm met reactiecup in lengte verstelbaar gekromde uitvoering met pincup voor inbusbouten
- 001 -
22
Tool
Tool
Reactiearm voor verdiepte inbouwsituaties. Verstelbaar en vast
LoadDISC dubbelmoerdop (coaxiaal aandrijving)
- 001 -
23
HYTORC Washer dubbelmoerdop (coaxiaal aandrijving)
HYTORC Nut aandrijving (coaxiaal aandrijving)
- 001 -
24
Dual tool interconnect-reactiearmen. U-vormig voor het omzeilen van bijvoorbeeld verstevigingsribben.
Dualtool interconnect-reactiearmen.
- 001 -
25
Multitool interconnect-reactiearmen
Reactiering
- 001 -
26
Vlakke strip met HEX-drive
Borgen reactiearm
Zorg dat het inbusboutje (rode pijl) in de uitsparing ( gele pijl) in de vertanding wordt geschroefd. Schuif de aandrijfas verder in de richting van de blauwe pijl zodanig dat de uitsparing en de inbus volledig boven elkaar liggen. Draai daarna de imbusbout handvast vast.
- 001 -
27
Aanwijzingen t.a.v. gebruik reactiearmen type 1 en 2: Tijdens het plaatsen moet men rekening houden met:
Reactiearm alleen plaatsen tegen een voldoende sterk punt, dat de belasting aan kan.
De reactiearm niet plaatsen tegen een verend afsteunpunt.
Reactiearm niet plaatsen tegen een rondlopend of schuinlopend vlak, zodanig dat de reactiearm gaat kruipen en scheef gaat staan.
Voor die typen waar een hoogteverstelling mogelijk is ( bijvoorbeeld type 2), dient de arm zo laag als mogelijk, dus zo dicht mogelijk boven het flensoppervlak te worden afgesteld.
Het reactiepunt dient niet onverantwoord dicht tegen 1 van de uiteinden van de reactiearm te liggen. Houdt tenminste 5mm-10mm (X) afstand van het uiteinde. Als dit niet kan in eerste instantie een ander afsteunpunt kiezen en in 2e instantie een wel geschikte reactiearm gebruiken. Nooit los opvulmateriaal gebruiken.
Let op er is klemgevaar!
- 001 -
28
Echter is er voor gekozen geen pictogrammen aan te brengen, omdat deze op posities geplaatst moeten worden, waar ze niet kunnen zitten, omdat deze door de bedrijfsomstandigheden per direct zullen beschadigen en onleesbaar worden. Aanwijzingen t.a.v. gebruik overige reactiearmen: Tijdens het plaatsen moet men rekening houden met:
Kies bij alle verstelbare type reactiearmen een afsteunpunt dat zover als mogelijk is weggelegen. Sla eventueel een bout over. Hoe langer de arm hoe kleiner de reactiekracht.
Bij de TPF modellen wordt een 2e moerdop gebruikt om mee af te steunen. Deze dient volledig over de reactiemoer te vallen, zodat deze er niet kan afschieten.
Bij de WTCT modellen wordt een reactiecup gebruikt om mee af te steunen. Ook deze dient volledig over het reactiepunt te vallen zodat deze er niet kan afschieten.
Bij alle vormen van moerdoppen dient de maatvoering in overeenstemming te zijn met de sleutelwijdte. Let hierbij op het verschil tussen Imperial / inch en Metrische maatvoering.
Het is niet toegestaan reactiearmen af te draaien of anderszins te bewerken of bloot te stellen aan extreem hoge of lage temperaturen.
Het is niet toegestaan om er met een zwaar voorwerp (hamer) tegen aan te slaan.
Veiligheidsregels t.a.v. gebruik reactiearmen:
Veiligheidsschoenen
Werkhandschoenen
Veiligheidsbril
Veiligheidshelm
Laat nooit de reactiearm met gereedschap hangen aan de moer.
Men dient altijd in een stabiele positie te staan tijdens het gebruik van gereedschap met reactiearm.
De reactiearm kan voorzien worden van een handvat, zodat men deze goed kan handelen.
- 001 -
29
Overzicht handvat
11 APPENDIX C: VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING (volgens bijlage II.1.A van de Machinerichtlijn)
Betreffende de machinerichtlijn. Wij HYTORC Platinawerf 8 6641 TL Beuningen Nederland Verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid: Wij zijn de fabrikant van de Avanti met optionele toebehoren, waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de bepalingen van de volgende richtlijn(en):
machinerichtlijn 2006/42/EG
PED 98/23/EG
De volgende geharmoniseerde normen zijn toegepast:
- 001 -
30
NEN-EN-ISO 12100
NEN-EN 4413
NEN-EN 349
NEN-EN-ISO 13857
NEN-EN 1005-2
NEN-EN 1005-3
NEN-EN 1005-4
Plaats: Beuningen Datum: 16-10-2014
Naam : HYTORC
Directie
- 001 -
: Ing. M. van Kortenhof
31
12 APPENDIX D: ONDERDELENLIJST AVANTI-SERIE
- 001 -
32
ITEM
QTY.
AV-p.7
AV-1
AV-3
AV-5
AV-8
AV-10
AV-20
AV-35
AV-50
AV-80
AV-130
1
1
Description Housing
AV-.7-01
AV-01-01
AV-03-01
AV-05-01
AV-08-01
AV-10-01
AV-20-01
AV-35-01
AV-50-01
AV-80-01
AV-130-01
2
1
Piston Assembly
AV-.7-25
AV-01-25
AV-03-25
AV-05-25
AV-08-25
AV-10-25
AV-20-25
AV-35-25
AV-50-25
AV-80-25
AV-130-25
3
1
End Cup
MXT-.7-26
MXT-01-26
MXT-03-26
MXT-05-26
AV-08-34
AV-10-34
MXT-20-26
MXT-35-26
AV-50-34
AV-80-34
AV-130-34
4
1
Disengagement Lever (R/L)
AV-.7-15A
AV-01-15A
AV-03-15A
AV-05-15A
AV-08-15A
AV-10-15A
AV-20-15A
AV-35-15A
AV-50-15A
AV-80-15A
AV-130-15A
4-A
1
Disengagement Lever Pivot Shaft
AV-.7-15B
AV-01-15B
AV-03-15B
AV-05-15B
AV-08-15B
AV-10-15B
AV-20-15B
AV-35-15B
AV-50-15B
N/A
AV-130-15B
4-ASM
1
Disengagement Lever Assembly
AV-.7-15
AV-01-15
AV-03-15
AV-05-15
AV-08-15
AV-10-15
AV-20-15
AV-35-15
AV-50-15
AV-80-15
AV-130-15
4-B
1
Reaction Pawl Push Pin Spring
AV-.7-18
AV-01-18
AV-03-18
AV-05-18
AV-08-18
AV-10-18
AV-20-18
AV-35-18
AV-50-18
AV-80-15
AV-130-18
5
1
Reaction Pawl Assembly
AV-.7-10
AV-01-10
AV-03-10
AV-05-10
AV-08-10
AV-10-10
AV-20-10
AV-35-10
AV-50-10
AV-80-10
AV-130-10
6
1
Reaction Pawl Push Pin
AV-.7-42
AV-01-42
AV-03-42
AV-05-42
AV-08-42
AV-10-42
AV-20-42
AV-35-42
AV-50-42
N/A
AV-130-42
7
1
Square Drive Assembly
AV-.7-05
AV-01-05
AV-03-05
AV-05-05
AV-08-05
AV-10-05
AV-20-05
AV-35-05
AV-50-05
AV-80-05
AV-130-05
8
1
Ratchet
AV-.7-06
AV-01-06
AV-03-06
AV-05-06
AV-08-06
AV-10-06
AV-20-06
AV-35-06
AV-50-06
AV-80-06
AV-130-06
9
2
Drive Plates (Left / Right)
AV-.7-04L/R
AV-01-04L/R
AV-03-04L/R
AV-05-04L/R
AV-08-04L/R
AV-10-04L/R
AV-20-04L/R
AV-35-04L/R
AV-50-04L/R
AV-80-04L/R
AV-130-04L/R
10
1
Drive Pawl Assembly
AV-.7-63
AV-01-63
AV-03-63
AV-05-63
AV-08-63
AV-10-63
AV-20-63
AV-35-63
AV-50-63
AV-80-63
AV-130-63
11
1
Shroud
AV-.7-31
AV-01-31
AV-03-31
AV-05-31
AV-08-31
AV-10-31
AV-20-31
AV-35-31
AV-50-31
AV-80-31
AV-130-31
12
1
Uniswivel Assembly
AV-001CL
AV-001CL
AV-003CL
AV-003CL
AV-003CL
AV-010CL
AV-010CL
AV-010CL
AV-010CL
MXT-010A
AV-130-001
13
1
Rod Pin
AV-.7-19
AV-01-19
AV-03-19
AV-05-19
AV-08-19
AV-10-19
AV-20-19
AV-35-19
AV-50-19
AV-80-19
AV-130-19
14
1
Drive Retainer Assembly
AV-.7-11
AV-01-11
AV-03-11
AV-05-11
AV-08-11
AV-10-11
AV-20-11
AV-35-11
AV-50-11
AV-80-11
AV-130-11
15
1
Drive Spline Sleeve Assembly
AV.7-07
AV-01-07
AV-03-07
AV-05-07
AV-08-07
AV-10-07
AV-20-07
AV-35-07
AV-50-07
AV-80-07
AV-130-07
16
1
Reaction Arm
AV-.7-03
AV-01-03
AV-03-03
AV-05-03
AV-08-07
AV-10-07
AV-20-07
AV-35-07
AV-50-07
AV-80-07
AV-130-07
17
1
Uniswivel Cap
AV-01-001P
AV-01-001P
AV-03-001P
AV-03-001P
AV-10-001P
AV-10-001P
AV-10-001P
AV-10-001P
AV-10-001P
N/A
AV-10-001P
18
1
Drive Plate Retaining Ring Backup Ring
AV.7-20
AV-01-20
AV-03-20
AV-05-20
AV-08-20
AV-10-20
AV-20-20
AV-35-20
AV-50-20
AV-80-20
AV-130-20
19
1
Drive Plate Retaining Ring
AV-.7-30
AV-01-30
AV-03-30
AV-05-30
AV-08-30
AV-10-30
AV-20-30
AV-35-30
AV-50-30
AV-80-30
AV-130-30
20
1
Sq. Drive Set Screw
AV-.7-5A
AV-01-5A
AV-03-5A
AV-05-5A
AV-08-5A
AV-10-5A
AV-20-5A
AV-35-5A
AV-50-5A
AV-80-5A
AV-130-5A
21
1
Reaction Arm Set Screw
AV-.7-22
AV-01-22
AV-03-22
AV-05-22
AV-08-22
AV-10-22
AV-20-22
AV-35-22
AV-50-22
AV-80-22
AV-130-22
22
2
Uniswivel Cover Screw
AV-.7-13
AV-01-13
AV-03-13
AV-05-13
AV-08-13
AV-10-13
AV-20-13
AV-35-13
AV-50-13
N/A
AV-130-13
23
1
Drive Pawl Spring Pin
AV-.7-40
AV-01-40
AV-03-40
AV-05-40
AV-08-40
AV-10-40
AV-20-40
AV-35-40
AV-50-40
AV-80-40
AV-130-40
23A
1
Drive Plate Dowl Pin
AV-.7-41
AV-01-41
AV-03-41
AV-05-41
AV-08-41
AV-10-41
AV-20-41
AV-35-41
AV-50-41
AV-80-41
AV-130-41
24
2
Drive Pawl Spring
AV-.7-27
AV-01-27
AV-03-27
AV-05-27
ÀV-08-27
AV-10-27
AV-20-27
AV-35-27
AV-50-27
AV-80-27
AV-130-27
25
2
Access Plug with O-Ring
AV-.7-02
AV-01-02
AV-03-02
AV-05-02
AV-08-02
AV-10-02
AV-20-02
AV-35-02
AV-50-02
AV-80-02
AV-130-02
26
1
Shroud Spring
AV-.7-59
AV-01-59
AV-03-59
AV-05-59
AV-08-59
AV-10-59
AV-20-59
AV-35-59
AV-50-59
AV-80-59
AV-130-59
27
1
Shroud Spring Screw
AV-.7-58
AV-01-58
AV-03-58
AV-05-58
AV-08-58
AV-10-58
AV-20-58
AV-35-58
AV-50-58
AV-80-58
AV-130-58
28
2
Disengagement Lever Screw
AV-.7-39
AV-01-39
AV-03-39
AV-05-39
AV-08-39
AV-10-39
AV-20-39
AV-35-39
AV-50-39
AV-80-39
AV-130-39
29
2
Shroud Screw
AV-.7-32
AV-01-32
AV-03-32
AV-05-32
AV-08-32
AV-10-32
AV-20-32
AV-35-32
AV-50-32
AV-80-32
AV-130-32
30
2
Reaction Pawl Pin Set Screw
AV.-7-65
AV-01-65
AV-03-65
AV-05-65
AV-08-65
AV-10-65
AV-20-65
AV-35-65
AV-50-65
AV-80-65
31
1
Reaction Pawl Pin
AV-.7-43
AV-01-43
AV-03-43
AV-05-43
AV-08-43
AV-10-43
AV-20-43
AV-35-43
AV-50-43
AV-80-43
AV-130-43
32
1
Male Coupler
090155-1/8
090155-1/8
090155-1/4
090155-1/4
090155-1/4
090155-1/4
090155-1/4
090155-1/4
090155-1/4
090155-1/4
090155-1/4
33
1
Female Coupler
090156-1
090156-1
90156
90156
90156
90156
90156
90156
90156
90156
90156
34
1
Housing Seal Kit (Not Shown)
AV-.7-62
AV-01-62
AV-03-62
AV-05-62
AV-08-62
AV-10-62
AV-20-62
AV-35-62
AV-50-62
AV-80-62
AV-130-62
35
1
Uniswivel Seal Kit (Not Sown)
AV-01-00
AV-01-00
AV-03-00
AV-03-00
AV-03-00
AV-10-00
AV-10-00
AV-10-00
AV-10-00
MXT-010-00
AV-10-00
36
1
Maintenance Kit (Not Shown)
MK.AV.7
MK-AV1
MK-AV3
MK-AV5
MK-AV8
MK-AV10
MK-AV20
MK-AV35
MK-AV50
MK-AV80
MK-AV130
- 001 -
34
AV-130-65