1
Inhoudsopgave Woord vooraf 1.
Visie op stage in onze modulaire opleiding
2
1.1 Uitgangspunten van een modulaire opleiding 1.2 Uitgangspunten van stage in een modulaire opleiding 1.3 De stagelijn in 1 BaKO
2.
Stageverwachtingen en - afspraken
8
2.1 Algemeen
8
2.2 Stagemap en lesvoorbereidingen
8
2.3 (Spel)materialen
9
2.4 Stage lopen
10
3.
11
Stage in de modules van het eerste semester
3.1 Module 1.1: ontdekken 3.1.1
Algemeen
3.1.2
Stage-opdrachten
3.1.3
Begeleiding en beoordeling
3.2 Module 1.2: de kleuter 3.2.1
Algemeen
3.2.2
Stage-opdrachten
3.2.3
Begeleiding en beoordeling
11
13
Bijlage 1: Gegevens van lectoren 1 BaKO Bijlage 2: Kalender academiejaar 2014-2015 Bijlage 3: Modeldagschema voor module 1.2 Bijlage 4: Begeleide activiteiten uit Taal-Materiaal voor de stagedagen 30 november en 8 tot 10 december.
Katholieke Hogeschool Leuven, bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee
Moduleboek stage semester 1 2015-2016
2
Woord vooraf
Dit ‘Moduleboek stage semester 1’ bevat de belangrijkste informatie over de inhoud en organisatie van de stage van het eerste semester.
Het document is bedoeld voor studenten van het
eerste
opleidingsjaar ‘bachelor in onderwijs, kleuteronderwijs’ BaKO en hun mentoren. Deze laatsten zijn de kleuteronderwijzers die hen bij hun stage begeleiden. De verwachtingen en afspraken met de verschillende betrokkenen, m.n. de studenten, de mentoren en de lectoren – studietrajectbegeleiders worden in dit document verduidelijkt. Zo hopen we voor alle partijen een transparante communicatie over de stage te bieden en een vlot verloop van de didactische praktijk te garanderen. Bij vragen of onduidelijkheden
kan
er
steeds
contact
opgenomen
worden
met
de
betreffende
studietrajectbegeleider of de praktijkverantwoordelijke (= stagecoördinator) 1 BAKO: hieronder vind je hun gegevens.
Els Bertrands Opleidingshoofd Bachelor kleuteronderwijs Campus Heverlee 016/39 92 12
[email protected]
Cathérine Van Eyen Praktijkverantwoordelijke (= stagecoördinator) 1 BaKO Bachelor kleuteronderwijs
[email protected]
…………………………………………………… Jouw studietrajectbegeleider Bachelor kleuteronderwijs Campus Heverlee …………………………………………………… ……………………………………………………
Katholieke Hogeschool Leuven, bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee
Moduleboek stage semester 1 2015-2016
3
1.
Visie op stage in onze modulaire opleiding
1.1 Uitgangspunten van een modulaire opleiding
* De competenties, waarover een beginnend leraar kleuteronderwijs dient te beschikken, zijn richtlijn en uitgangspunt bij de vormgeving van onze opleiding.
* Elk van onze 3 opleidingsjaren is thematisch-modulair opgebouwd. Dat betekent dat er telkens gedurende een periode van een 5 à 6-tal weken vanuit alle vakgebieden gewerkt wordt rond een bepaald thema. Zo kent het eerste opleidingsjaar 4 modules, 4 periodes dus met telkens een eigen invalshoek, die ook in de stages voorop staat. De thema’s van de modules uit het eerste jaar zijn :
ontdekken (= module 1.1)
de kleuter (= module 1.2)
spel en spelen (= module 1.3)
de wereld verkennen (= module 1.4)
De competenties die in een module worden nagestreefd, worden geïntegreerd aangeboden. Dit wil zeggen dat het thema van de module en niet de vakken centraal staan. * De stage is de motor van je ‘leren’ in onze modulaire opleiding.
Daarom krijgt ze een zeer
belangrijk gewicht in het programma van elk opleidingsjaar. Zo worden in het eerste opleidingsjaar 10 studiepunten (van de 60 studiepunten in totaal) aan stage toegekend
1.2 Uitgangspunten van stage in een modulaire opleiding
1.2.1 De Stage als motor van leren Stageopdrachten worden per module geformuleerd. De kerncompententies stage van een bepaalde module zijn volledig geënt op de compententies van de betreffende module: Zie verder 1.3 stagelijn 1 BAKO.
1.2.2 De stage is afgestemd op de realiteit in het werkveld: De stageopdrachten kunnen ondergebracht worden in vier verschillende soorten ‘activiteiten’ die per module vastgelegd worden.
Katholieke Hogeschool Leuven, bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee
Moduleboek stage semester 1 2015-2016
4 1.2.2.1 Klas-assistentschap Onder deze titel beschrijven we alle activiteiten die een student uitvoert terwijl hij in de stageklas aanwezig is. Bij klas-assistentschap participeert de student aan de activiteiten in de kleuterklas onder verantwoordelijkheid van de kleuteronderwijzer. De kleuteronderwijzer plant het dagverloop en het activiteitenaanbod (in ruime zin) en realiseert dit bij de kleuters. De student is op dat moment ‘klas-assistent’. Hij/zij is actief aanwezig en neemt deel aan het klasgebeuren. Door zo actief mogelijk mee te draaien in een kleuterklas krijgen studenten een heleboel ervaringskansen bij zoveel mogelijk (deel)aspecten van het beroep. We willen op deze manier duidelijk maken dat een student meer doet dan louter observeren en voorbereide ‘activiteiten geven’. Overzicht van mogelijke taken als klas-assistent
Wanneer? Voordat de kleuters in de klas zijn
Taken van de klas-assistent Materiaal klaarzetten voor klasactiviteiten of groepsactiviteiten (van de mentor) Jassen uitdoen, brieven aannemen, boodschappen van ouders overbrengen aan de mentor,… Spontane gesprekken voeren met kleuters Kleuters van de speelplaats naar de klas begeleiden Laatkomers begroeten
Tijdens de klasuren
= Meedraaien, meespelen, mee begeleiden… -
-
-
Na schooltijd
-
Samen met kleuteronderwijzer klasgebeuren organiseren (o.a. opruimen, schorten aandoen, toiletmoment mee begeleiden, …) Enthousiast meedoen tijdens kringactiviteiten Even meespelen in hoeken Groepjes kleuters begeleiden (= helpen, iets uitleggen, voordoen, … ) bv. kleien, gezelschapsspel, verven, … Tijdens de speeltijden op de speelplaats aanwezig zijn, toezicht houden, (of meespelen, helpen bij de verzorging : toiletbezoeken, snotneuzen, kleine wonden verzorgen,…) Deelnemen aan toezicht (op speelplaats/ in eetruimte) in de beurtrol van de kleuteronderwijzer Helpen bij ‘jas en boekentas’ Persoonlijk materiaal opruimen en meepakken Klas opruimen (verfborstels uitwassen, tafels schoonmaken, klas grondig borstelen,…) Eventueel klas al klaarzetten voor de volgende ochtend
Wat wordt er dus van jou als student verwacht? NIET: voortdurend op een stoel in een hoekje blijven zitten en noteren WEL: naar kleuter(s) en kleuteronderwijzer toestappen en zo veel mogelijk meedoen of helpen
Katholieke Hogeschool Leuven, bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee
Moduleboek stage semester 1 2015-2016
5 1.2.2.2 Observeren Door observatie probeert de student een globaal beeld te krijgen van de kleuterklas, de organisatie, het klasverloop, de kleuters, de klasinrichting,… De observatie-activiteiten die een student moet realiseren in functie van de stage-opdrachten, worden per module beschreven. De observatiegegevens die worden verzameld door de studenten worden verwerkt in de lessen op het Departement Lerarenopleiding (DLO).
1.2.2.3 Activiteiten met/voor kleuters begeleiden (eigen aan die module) Hieronder vallen alle activiteiten die een student moet plannen en realiseren in de kleuterklas. Per module wordt vastgelegd welke activiteiten de student minimum moet aanbieden. Studenten die extra oefenkansen willen, mogen in overleg met de mentor meer activiteiten geven.
Afhankelijk van de groeperingsvorm spreken we van klasactiviteiten of groepsactviteiten. Klasactiviteiten zijn die activiteiten die aan de hele klas worden aangeboden (bv. het klassikaal vertellen van een verhaal). Groepsactiviteiten worden aangeboden aan een groepje kleuters (6 à 8 kleuters).
Binnen de groepsactiviteiten zijn er, afhankelijk van de mate van sturing van de kleuteronderwijzer, 2 soorten groepsactiviteiten: Bij zelfstandige activiteiten (= ZA) bepaalt de kleuter in grote mate het verloop. De begeleiding en sturing door de kleuteronderwijzer is eerder beperkt: de kleuters spelen zelfstandig
met
het
materiaal
dat
permanent
in
de
klas
aanwezig
is
of
door
de
kleuteronderwijzer wordt aangeboden. Dit is het spel in de hoeken/aan de tafels die open zijn tijdens de begeleide activiteiten. De prioriteit van de kleuteronderwijzer ligt op dat moment bij de begeleide activiteit(en) of bij het observeren van de kleuters, maar sluit niet uit dat er af en toe impulsen gegeven worden. Eerstejaarsstudenten realiseren pas ZA’s in de stageweek van module 1.4. Bij begeleide activiteiten (= BA) wordt het verloop van de activiteit bepaald door zowel de inbreng van de kleuters als door de kleuteronderwijzer. De mate van sturing door de kleuteronderwijzer wordt bepaald door:
de intensiteit van de begeleiding
de structuur die nodig is in het verloop
Katholieke Hogeschool Leuven, bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee
Moduleboek stage semester 1 2015-2016
6 Deze 2 soorten groepsactiviteiten kunnen niet strikt van elkaar gescheiden worden. In de praktijk wordt dit onderscheid immers niet altijd gemaakt. De mate van sturing en begeleiding moet eerder als een continuüm gezien worden. groeperingsvorm
klasactiviteiten
mate van begeleiding/sturing
groepsactiviteiten - ZA = zelfstandige activiteit - BA = begeleide activiteit
1.2.2.4 Reflecteren (= onderdeel van professionele houding) Met professionele groei bedoelen we alle stage-activiteiten die te maken hebben met persoonlijke groei in leraarschap. We beschrijven per module over welke informatie in verband met zijn professioneel handelen een student kan beschikken. Deze informatie komt van: -
eigen reflecties
-
gesprekken met medestudenten
-
begeleiding en feedback door de kleuteronderwijzer
-
begeleiding en beoordeling door de lector
-
supervisie tijdens de studietrajectbegeleiding op het DLO
1.2.3 Accent op spel en interactie Wat betreft de door de student te plannen activiteiten, willen we het accent leggen op wereldverkenning, interactie met kleuters en spelbegeleiding. In het begin van het jaar (module 1.1) leren studenten om al participerend en door middel van observatie-opdrachten de kleuters, het leven in de kleuterklas en de kleuteronderwijzer te leren kennen. Nadien (module 1.2) zullen studenten opdrachten krijgen waarbij ze materialen aanbieden en verkennen (stukje wereld exploreren) en leren in interactie te gaan met kleuters (toepassen interactiekader MISC en TVO). Niet zozeer activiteiten ‘geven’, maar spelen met kleuters en spelimpulsen geven, is het vertrekpunt. Voor het eerst zullen studenten een tussendoortje of verhaal aanbieden aan de hele klasgroep. Geleidelijk aan (module 1.3) gaan we over naar het plannen en begeleiden van spelmomenten en spelactiviteiten in de verschillende hoeken (inrichten en verrijken van hoeken tot krachtige leeromgevingen waarin kinderen een stukje wereld kunnen verkennen). Ook het begeleiden van een beperkt aantal klasactiviteiten komt hier aan bod.
Katholieke Hogeschool Leuven, bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee
Moduleboek stage semester 1 2015-2016
7
Tijdens de laatste module (module 1.4) zullen de studenten gedurende een week een belangstellingscentrum uitwerken en daarbij het klasmanagement actief opnemen. Een meer concreet overzicht van de stageopdrachten, vind je verder in de stagelijn.
1.2.4 Soepele planning van verplichte activiteiten binnen stagetijd: overleg met kleuteronderwijzer Er wordt van de student verwacht dat hij overlegt en communiceert met de kleuteronderwijzer in verband met : -
de taken klas-assistentschap: hoe vul ik het klas-assistentschap in, welke verwachtingen heeft de kleuteronderwijzer hierrond,… ?
-
de planning van observatie- en spelmomenten
-
reflectie en het formuleren van werkpunten, zowel schriftelijk als mondeling
Katholieke Hogeschool Leuven, bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee
Moduleboek stage semester 1 2015-2016
8
Stagelijn 1 BaKO
Periode 1 van 14/09 tot 30/10
Periode 2 van 09/11 tot 18/12
Periode 3 Van 08/02 tot 18/03
Periode 4 van 21/03 tot 27/05
Ontdekken (oriëntering)
De kleuter
Spel en spelen
De wereld verkennen
Kennismaken met het beroep van kleuteronderwijzer en met de kleuterklas en – school, met bijzondere aandacht voor de omgang van de kleuterleid(st)er met de kleuters.
Op basis van het interactiekader een krachtige leeromgeving realiseren voor korte klasactiviteiten en begeleide activiteiten rond materialen. Een kleuter observeren op het vlak van welbevinden en betrokkenheid.
Op basis van observatie van een kleuterklas met het oog op een bepaalde hoek en na overleg met de leid(st)er, een hoek in de kleuterklas uitbouwen en in die hoek gediversifieerde (spel)impulsen geven met blijk van ervaringsgerichtheid.
Door het begeleiden van klasactiviteiten organisatorische en didactische competenties opbouwen. 4 keer 1 dag en 3 aaneensluitende dagen
Door een open en actief onderzoekende houding t.a.v. de bestaansdimensies binnen mens en wereld en binnen een actief klasmanagement, een evenwichtig aanbod klassikale en zelfstandige activiteiten realiseren, waarbij studenten optimale kansen creëren om kleuters de wereld te laten verkennen.
- 3 keer 1 dag oriëntatie
-
Student staat alleen in klas 1 (3, 4 of 5jarigen) van een partnerschool
Student staat alleen in klas 1 (3, 4 of 5jarigen) van een partnerschool
Student staat alleen in klas 2 (3, 4 of 5jarigen) van dezelfde partnerschool
Student staat alleen in klas 2 (3, 4 of 5jarigen) van dezelfde partnerschool
- kennismaken met kleuterklas en -school
- gericht kijken naar kleuters - in interactie gaan met kleuters - begeleide activiteiten en korte klasactiviteiten organiseren
- hoek inrichten - begeleiden van activiteiten in hoeken - gericht kijken naar klasorganisatie en routines - begeleiden van een aantal klasactiviteiten
- een thema uitwerken - klas-, begeleide en zelfstandige activiteiten begeleiden - actief klasmanagement
Kern van de stageopdracht
Stageformule
Stagevolume
Kerncompetentie
Thema of module
1.3
Katholieke Hogeschool Leuven, bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee
-
2 dagen oriëntatie
- 1 dag oriëntatie
-
2 keer 2 dagen
- 1 week stage
Moduleboek stage semester 1 2015-2016
-9-
2.
Stageverwachtingen en - afspraken
In de bundel ‘wegwijs stage’ vind je alle afspraken i.v.m. stage over de drie opleidingsjaren heen. We verwijzen dan ook graag naar die bundel voor info over afwezigheid door ziekte, het begeleidings- en beoordelingssysteem, of het maken van lesvoorbereidingen . Hier willen we enkel nog een paar specifieke afspraken maken:
2.1 Algemeen -
Een toelichting bij de stage-opdrachten wordt gegeven tijdens de praktijkintroductie (bij het begin van elke module). Aanwezigheid op deze praktijkintroducties is verplicht! Als je ziek bent op zo een moment, bezorg je op de eerstvolgende werkdag die volgt op je ziekteperiode een kopie van een doktersattest aan de studentendienst (brievenbus) EN je verwittigt ook zo snel mogelijk de praktijkverantwoordelijke, mevr. Van Eyen,
via mail :
[email protected]. Ongewettigde afwezigheid op een praktijkintro leidt tot een onvoldoende op professionele houding.
-
In het eerste semester (= module 1.1 ‘Ontdekken’ en 1.2 ‘De kleuter’) krijgen studenten elk één stageklas toegewezen. De verdeling van de stageklassen gebeurt
door
de
praktijkverantwoordelijke. Zij baseert zich hiervoor op de gegevens m.b.t. woonplaats, eventueel kotadres, gebruik van vervoersmiddelen,… aangereikt door de studenten op de startdagen.
2.2 Stagemap -
Per
stageperiode
stelt
de
student
een
stagemap
samen.
Deze
map
bevat
zowel
lesvoorbereidingen, observaties als reflecties. De stagemap moet elke stagedag aanwezig zijn in de kleuterklas. De bedoeling van deze stagemap is meervoudig:
-
leren planmatig werken : plannen van verschillende stageactiviteiten
bieden van een houvast : een informatiebron en leidraad tijdens de stage
leren grondig voorbereiden
leren afstemmen van de stage op de klassituatie
Voor alle studiejaren van de opleiding wordt de stagemap op dezelfde manier geordend nl. in 7 delen. Wat er precies in de stagemap moet komen voor een bepaalde stage wordt aangeduid en toegelicht in dit moduleboek stage. De eerste 5 delen moeten tijdens de stageperiode steeds door de mentor geraadpleegd kunnen worden in de stagemap. De
University College Leuven (voorheen KHLeuven), bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee Moduleboek stage semester 1 2015-2016
- 10 -
bezoekende lector kan deze map bij de mentor opvragen. Delen 6 en 7 (de observaties en reflecties) steek je in dezelfde map achteraan. Dit zijn 2 delen die tijdens de stage verder aangevuld kunnen worden. Ze zijn vooral bedoeld voor de student zelf en de bezoekende lector. De student kan door de lector aangesproken worden om deze te tonen.
-
Praktisch: De stagemap is een dikke rode ringmap met op de rugzijde in grote drukletters de naam en klas van de student. De map is elke stagedag te vinden op het bureau van de kleuteronderwijzer. De stagemap kan gefeedbackt worden door de kleuteronderwijzer en de lector/studietrajectbegeleider wat betreft inhoud, volledigheid, zorg,… De map wordt op donderdag 17 december 2015 tijdens studietrajectbegeleidingssessie 3 afgegeven aan de studietrajectbegeleider. Je bent verplicht om, voordat de map wordt afgegeven, de begeleidings- en feedbackformulieren zelf te kopiëren. Deze documenten gebruik je namelijk in semester 2 tijdens de sessies van Leraar worden: reflecteren. De originelen komen in je stagedossier op het DLO terecht.
-
Voorbereidingen in stagemap: In het moduleboek stage vind je per module een overzicht van de voorbereidingen die studenten moeten maken. Deze voorbereidingen zitten steeds (voordat de stage begint) in de stagemap. De voorbereidingen worden geordend per dag. Studenten maken voor elke dag ook een dagschema op. Dat is een overzicht met een tijdsaanduiding van de activiteiten die zij zullen aanreiken (zie bijlage 3). Dit dagschema komt in de stagemap steeds voor de voorbereidingen van die dag te zitten.
Door een
plastieken mapje of lipje zorgt het dagschema voor een visuele scheiding van de verschillende stagedagen in de map
2.3 (Spel)materialen De student mag in overleg met de mentor (spel)materialen uit de kleuterklas gebruiken. Hierover moeten vooraf wel duidelijke afspraken met de kleuteronderwijzer gemaakt worden (bv. welk knutselmateriaal is er precies aanwezig, wanneer kan de CD-speler van de school gebruikt worden,…). Hieronder geven we nog een aantal belangrijke tips voor materialen die je zelf kan verzamelen of maken:
-
meervoudig inzetbaar materiaal Je gebruikt (gemaakte) materialen indien mogelijk best voor meerdere activiteiten. Zo kunnen bijv. figuurtjes gemaakt uit hout gebruikt worden bij een wiskundige activiteit, bij het uitspelen van een verhaal, bij een zelfgemaakt gezelschapsspel,…
-
duurzame materialen Je maakt best gebruik van materialen die degelijk zijn en langdurig meegaan.
University College Leuven (voorheen KHLeuven), bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee Moduleboek stage semester 1 2015-2016
- 11 -
Bijv. geplastificeerde prenten of stappenplannen, een voeldoos uit stevig materiaal, … -
kosteloos materiaal Je hoeft geen duur materiaal te gebruiken dat je in winkels moet gaan kopen. Met kosteloos materiaal (en een beetje fantasie) geraak je ook al een eind op weg. Bijv. kaasdoosjes, rolletjes van keukenrol, schoendozen, plastic flesjes, (afval van) gekleurd papier…
2.4 stage lopen -
Bij de eerste contactname met de stageschool (op donderdag 8 oktober) stelt de student zichzelf voor aan directie en aan de eigen kleuteronderwijzer (=mentor). De student geeft de mentor een exemplaar van dit moduleboek, de stagefiche in ’t kort (zie Toledo) en overloopt kort wat hij/zij de eerstvolgende stagedagen precies zal doen.
-
De student bezorgt die dag aan de kleuteronderwijzer een steekkaart met naam, voornaam,
kopie
van
foto,
adres,
telefoon,
e-mailadres,
klas
DLO,
naam
van
prakijkverantwoordelijke 1 BAKO en van de eigen studietrajectbegeleider.
-
De student checkt de eerste dag meteen of alle stages op de geplande dagen kunnen doorgaan. Indien niet, meldt de student dit (via mail) aan de stageverantwoordelijke op het DLO.
-
Studenten zijn steeds tijdig aanwezig op de stageschool (= minimum 15 minuten voor het aanvangsuur). Tijdens de speeltijd krijgen studenten eerst de gelegenheid het materiaal op te ruimen en/of klaar te zetten voor de volgende activiteiten vooraleer zij deelnemen aan het toezicht op de speelplaats (meespelen, luisteren naar de kleuters, preventief optreden, praten met kleuteronderwijzers,…).
-
Elke dag legt de student spontaan zijn/haar aanwezigheidskaart voor aan de de mentor om af te tekenen. Een lector die op stagebezoek komt, plaatst eveneens een handtekening op de aanwezigheidskaart.
University College Leuven (voorheen KHLeuven), bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee Moduleboek stage semester 1 2015-2016
- 12 -
3.
Stage in de modules van het eerste semester
3.1
Module 1.1: Ontdekken
3.1.1 Algemeen Kerncompetentie
Kennismaken met het beroep van kleuteronderwijzer en met de kleuterklas en -school, met bijzondere aandacht voor de omgang van de kleuterleid(st)er met de kleuters.
Stagevolume
3 dagen oriëntatiestage (= observatie / participatie)
Datum
Donderdag 8 oktober Donderdag 15 oktober Dinsdag 20 oktober (Reservedag op maandag 19 oktober indien een van de vorige momenten niet kan doorgaan, bv. omwille van pedagogische studiedag). Studenten staan alleen in één stageklas
Stageformule
3.1.2 Stage-opdrachten Klas-assistentschap Vanaf het eerste stagemoment draai je volop mee met de kleuteronderwijzer in het klasgebeuren, maar je draagt nog geen verantwoordelijkheid. Een lijstje met mogelijke taken voor dit klasassistentschap vind je op p. 4. We verwachten van jou dat je vlot communiceert met de leid(st)er over wat en wanneer jij kan meedoen in de klas. Zo doe je spontaan ervaringen op en kan je groeien op het vlak van professionele attitudes (relationele gerichtheid, flexibiliteit, creativiteit…). Je schrijft deze concrete afspraken met de leid(st)er op in je stagemap, deel 4 (). Indien nodig, vul je deze afspraken aan na elke stagedag. Op de derde oriëntatiedag op dinsdag 20 oktober zal je 2 begeleide activiteiten (BA’s) met een groepje kleuters begeleiden. Je hoeft deze activititeiten nog niet zelf voor te bereiden, dat doet de mentor wel.
Het is daarom belangrijk dat je tijdig met haar/hem overlegt welke activiteiten dit
zullen worden, welke begeleiding zij/hij verwacht van jou, of jij materialen moet meebrengen,… enz.
University College Leuven (voorheen KHLeuven), bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee Moduleboek stage semester 1 2015-2016
- 13 -
Observeren Elke keer als je in een nieuwe klas komt, dus bij het begin van de stage van module 1.1 ‘Ontdekken’ vul je deel 1 van de stagemap in (= algemene gegevens van stageklas en stageschool). Elke kleuterklas heeft immers typische kenmerken, die je zeker moet kennen als je stage wil lopen (). Je vindt in je stagemap, deel 6, een observatie-instrument vanuit de verschillende vakgebieden. Dit instrument helpt je om volgende aspecten te observeren: de school, de omgeving, de klas, de kleuter, de kleuteronderwijzer(s) en de interactie tussen kleuters en leid(st)er. Schrijf echter na de observatieperiode de verslagen concreter uit en bewaar ze in je map. Nadien zal je deze verzamelde informatie tijdens de lessen op het DLO gebruiken ().
Activiteiten begeleiden Tijdens de eerste twee oriëntatiedagen van module 1.1 geef je zelf nog geen activiteiten. Op de derde oriëntatiedag begeleid je helemaal zelf,
zonder hulp van de kleuteronderwijzer 2
begeleide activiteiten (BA’s) met telkens een klein groepje kleuters. De kleuteronderwijzer bereidt deze activiteiten wel nog voor en zorgt ook voor de materialen die nodig zijn. Het is belangrijk hierover tijdig met hem/haar te overleggen: dit gebeurt het liefst tijdens de tweede observatiedag of anders uiterlijk ’s morgens van de derde observatiedag zelf.
Reflecteren (professionele groei) Na de 1e oriëntatiedag (op 8 oktober) vul je de fiche met reflectievragen in, in de stagemap, deel 7 (). Na de derde oriëntatiedag (op 20 oktober), vul je de 2e reflectiefiche in. Tijdens de studietrajectbegeleiding zal je met deze beide fiches werken.
Overzicht: Wat moet er in- of aangevuld worden in de stagemap door de student? :
afspraken met de leid(st)er i.v.m. het klas-assistentschap
stagemap, deel 4
algemene gegevens (stage)school en (stage)klas
stagemap, deel 1
observatie-instrument van de verschillende vakgebieden
stagemap, deel 6
fiches met reflectievragen
stagemap, deel 7
University College Leuven (voorheen KHLeuven), bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee Moduleboek stage semester 1 2015-2016
- 14 -
3.1.3 Begeleiding en feedback van de stagedagen in module 1.1 ‘Ontdekken’: INFO voor de MENTOR
Overzicht: Wat zijn de verwachtingen m.b.t. begeleiden en beoordelen door de kleuteronderwijzer? Verwachtingen -
-
afspraken
met
Hoe? Waar? de
studenten
maken
i.v.m.
het
klas-
Gesprek met de studenten
assistentschap en professionele identiteit
bij het begin van de stage
feedback, opmerkingen, tips geven in verband met het klas-
Kort
assistentschap
oriëntatiedag
gesprek
na
elke
University College Leuven (voorheen KHLeuven), bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee Moduleboek stage semester 1 2015-2016
- 15 -
3.2
Module 1.2: De kleuter
3.2.1 Algemeen Kerncompetentie
Op basis van het interactiekader MISC en TVO een krachtige leeromgeving realiseren voor korte klasactiviteiten en begeleide activiteiten rond materialen. Een
kleuter
observeren
op
het
vlak
van
welbevinden
en
betrokkenheid. Stagevolume
4 losse stagedagen EN 3 aaneensluitende dagen stage
Data
Losse stagedagen : -
woensdag 18 november
-
donderdag 19 november
-
vrijdag 27 november
-
maandag 30 november
Aaneengesloten stagedagen :
Stageformule
-
Dinsdag 8 december
-
Woensdag 9 december
-
Donderdag 10 december
Studenten staan nog steeds alleen in dezelfde stageklas als in module 1.1 ‘Ontdekken’
4.2.2 Stage-opdrachten 4 losse stagedagen : 18 november, 19 november, 27 november, 30 november Klas-assistentschap De verwachtingen in verband met klas-assistentschap uit de vorige stageperiode blijven gelden. Je neemt dus zoveel mogelijk taken op binnen het takenpakket van de leid(st)er. Bespreek bij het begin van de dag met je leid(st)er wat je eventueel meer en/of anders kan doen: je kent nu immers de klas en de kleuters al goed. We verwachten alleszins dat je de klassikale momenten zoals de rituelen tijdens het onthaal, het drankmoment, de jasjes,... geleidelijk aan zelf organiseert. Gaandeweg ga je op informele momenten (bv. aan de schoolpoort bij het afzetten en University College Leuven (voorheen KHLeuven), bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee Moduleboek stage semester 1 2015-2016
- 16 -
ophalen van de kleuters) in contact treden met ouders. De nieuwe afspraken noteer je achter de vorige afspraken in je stagemap, deel 4 ().
Observeren Je maakt voor elke stagedag een dagschema op. Je gebruikt hiervoor het formulier ‘dagschema’. Duid op deze dagschema’s aan wanneer jijzelf activiteiten zal begeleiden (zie verder). Voor het opstellen van deze dagschema’s kan je je baseren op het modeldagschema in bijlage 3 van dit moduleboek stage. De dagschema’s steek je telkens voor de voorbereidingen van die dag (deel 3 in de stagemap ). Je stopt ze bij voorkeur in een doorzichtig mapje of voorziet ze van een ‘lipje’. De dagschema’s voor de drie laatste stagedagen (8, 9 en 10 december) voeg je ten laatste op dinsdag 24 november toe in het stage-informatiesysteem (SIS). In het opleidingsonderdeel van de gemeenschappelijke stam ‘Leren en ontwikkelen I’ krijg je een observatie-opdracht. Deze voer je uit op 18, 19 , 27 en 30 november. Noteer ook hier op je dagschema in de stagemap wanneer je deze opdracht zal uitvoeren ().
Activiteiten begeleiden
Woensdag 18 november
De student bereidt 2 verschillende activiteiten voor, telkens vertrekkend vanuit een andere muzische invalshoek (beeld, drama/taal, muziek of beweging). Daarbij gaat de student vanuit concrete materialen in interactie met een groepje (6 à 8) kleuters gedurende ± 15 minuten. Beide activiteiten worden herhaald met een ander groepje kleuters. 1. Inhoudelijke invulling vanuit de 4 muzische invalshoeken Taal (drama): Verhaal: De bedoeling is dat je in overleg met je mentor een prentenboek naar keuze kiest (iets uit de eigen klasbibliotheek of een Boektopper bijvoorbeeld, hoeft niet in BC) en dit vertelt aan een klein groepje kleuters (probeer al in interactie te gaan met de kleuters, dus niet puur letterlijk voor te lezen). Voor wie al ‘meer’ durft of wil uitproberen : je kan het verhaal ook uitspelen met figuurtjes, popjes, kleine voorwerpen, … je mag dus zelf bepalen welke uitdaging het voor jou wordt : een eerste poging tot interactief vertellen of een eerste kennismaking met drama/poppenspel. Beweging: Bewegen op een liedje: Als begeleide activiteit (BA) voor beweging bied je een gekend bewegingslied aan een klein groepje kleuters aan. Dit kan bijvoorbeeld in een vrij hoekje van de klas, in de gang of op de speelplaats. Het bewegen van de kleuters en jezelf staat centraal. Je University College Leuven (voorheen KHLeuven), bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee Moduleboek stage semester 1 2015-2016
- 17 -
gebruikt een lied dat kleuters aanzet om mee te klappen, mee te dansen en mee te spelen. Je zorgt uiteraard dat het lied aansluit bij de leeftijdsgroep. Je mag een opname gebruiken bij de start, maar nadien probeer je wel zelf te zingen. In de cursus beweging vind je enkele voorbeelden van bewegingsliedjes. Op toledo kan je een demo bekijken van bewegen met kleuters op muziek. Muziek: Spelen met een liedje: Je vertrekt vanuit een eenvoudig kleuterlied uit de cursus van module 1.2 dat je zelf behoorlijk goed kan zingen. (Liefst een ongekend lied voor de kleuters). Terwijl je het lied enkele keren ‘live’ (=zonder opname) zingt, laat je de kleuters muzikale spelletjes/opdrachtjes uitvoeren. (vb. metrisch stappen, klappen, tikken,... het lied uitbeelden, dramatiseren, de kleuters gepast laten reageren op een muzikale tegenstelling zoals luid-zacht, snel-traag, muziek-geen muziek...) Je kan deze muzikale activiteit koppelen aan een ander muzisch domein: vb beeld: lied “Regendruppels vallen”: metrisch regendruppels laten tekenen bij een regenwolk... een huis tekenen en een boom (cfr. liedinhoud). Zie verder cursus muzikale opvoeding module 1.2 p. 6-17 Beeld: Laat kleuters vrij tekenen. Overleg met je mentor welk grafisch materiaal en welk formaat je best gebruikt. Het is niet de bedoeling dat je met hen een techniek uitprobeert, dat je hen een tekening laat inkleuren, dat je gaat knutselen of dat je een voorbeeld toont. Het is wel de bedoeling dat je hen motiveert om te tekenen, dat je zoekt naar een actueel thema (sluit bv. aan bij het verhaal) waarover de kleuter iets beeldend kan vertellen. Kleed je opdracht in. Zet materiaal klaar voor elke kleuter zodat hij/zij meteen kan beginnen. Het is ook de bedoeling dat je hen observeert: hoe gaan ze te werk, wat brengen ze in beeld, wat boeit jongens en wat boeit meisjes… ? Stel gerichte vragen bij de groei van hun tekening en laat hen vertellen, geef ‘pluimen’… Deze ervaring kan je integreren in de taak beeld (zie moduleboek).
2. Organisatie Binnen één activiteit mogen verschillende muzische domeinen worden geïntegreerd: Bv. een verhaal (taal) (= uitgangspunt) + uitbeelden (drama) Bv. liedje (muziek) (= uitgangspunt) + dansen (=beweging) De student maakt nog geen schriftelijke voorbereiding, maar noteert wel enkele ideeën of impulsen op een steekkaart of een fiche. De student overlegt ’s morgens met de kleuteronderwijzer de praktische elementen zoals ‘tijdstip’, ‘plaats’ en ‘gebruik van klasmaterialen’.
University College Leuven (voorheen KHLeuven), bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee Moduleboek stage semester 1 2015-2016
- 18 -
Mogelijke organisatie van deze stagevoormiddag: STUDENT Voor de speeltijd
act 1: …… herhaling act 1 met een ander groepje kleuters
Na de speeltijd
act 2: …… herhaling act 2 met een ander groepje kleuters
Hoe worden studenten voorbereid om ‘expressief’ in interactie te gaan met een
groepje kleuters? In
muzische
ateliers
(taal,
beeld,
muziek,
beweging)
krijgen
studenten
ideeën,
mogelijkheden en tips aangereikt om op een expressieve en creatieve manier muzisch in interactie te gaan met een groepje kleuters. Deze input bezorgt de studenten voldoende inspiratie ter voorbereiding van hun eerste stage-ervaringen op dit vlak.
Datum 18 november
student
BA vanuit muzische invalshoek 1 BA vanuit muzische invalshoek 2 Klas-assistentschap
Afspraken - Geen schrift. lesvoorbereiding, wel notities - Geen BC - BA’s verplicht herhalen met ander groepje
University College Leuven (voorheen KHLeuven), bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee Moduleboek stage semester 1 2015-2016
- 19 -
Donderdag 19 november
Idem als de stagedag op 18 november. Voor de muzische begeleide activiteiten vertrek je nu vanuit de 2 overgebleven muzische domeinen. Ook deze activiteiten herhaal je met een ander groepje kleuters.
Datum 19 november
student
Afspraken
BA vanuit muzische invalshoek 3 BA vanuit muzische invalshoek 4 Klas-assistentschap
- Geen schriftelijke lesvoorbereiding, wel notities - Geen BC - BA’s herhalen met ander groepje
vrijdag 27 november
Vandaag laat je je activiteiten aansluiten bij het belangstellingscentrum Sinterklaas / speelgoed. Elke student geeft 1 BA beeld en 1 BA verhaal vertellen aan een groepje kleuters (6 à 8 kls). Voor het verhaal kies je in (in overleg met je mentor) een prentenboek uit de keuzelijst per leeftijd op toledo (binnen BC Sinterklaas). Deze begeleide activiteit verhaal vertellen wordt voorbereid op een fiche, zie stagemap, deel 3 (). Daarnaast
geef
je
nog
1
klasactiviteit
(KA):
1
muzikaal
tussendoortje
of
1
bewegingstussendoortje. Het tussendoortje noteer je op een fiche. Je voegt deze fiche toe aan je stagemap, deel 3 ().
Datum 27 nov.
student
BA beeld (opdracht) BA verhaal vertellen KA bewegingstussendoortje (BT) Klas-assistentschap
Afspraken - Voorbereiding BA’s + KA op fiche - De BA wordt (indien mogelijk) herhaald met een ander groepje - BC Sinterklaas / speelgoed
University College Leuven (voorheen KHLeuven), bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee Moduleboek stage semester 1 2015-2016
- 20 -
Maandag 30 november
Net
als
op
de
vorige
stagedag
geef
je
1
KA
muzikaal
tussendoortje
of
1
KA
bewegingstussendoortje, maar dan nu datgene dat jij vorige keer nog niet gegeven hebt. Je noteert dit tussendoortje op een fiche en voegt die toe in je stagemap, deel 3 (). Daarnaast realiseer je met een ander groepje kleuters nog 1 begeleide activiteit met materialen. Je herhaalt deze activiteit ( = verplicht) nog eens met een groepje kleuters dat nog niet aan bod kwam hierbij. Voor deze begeleide activiteiten maak je gebruik van de bewerkte kopies uit het bronnenboek ‘Taal-materiaal’, die je achteraan in bijlage vindt.1 Door de opleiding werd per kleuterleeftijdsgroep 1 activiteit geselecteerd:
→Jonge kleuters (=klassen met 3- jarigen en klassen met een menggroep 3- en 4-jarigen) : begeleide activiteit 49 ‘ schoenenplezier ‘ →Oudere kleuters (=klassen met 4- jarigen, klassen met een menggroep 4- en 5-jarigen en klassen met (5-jarigen):
begeleide activiteit 55 ‘ kijken door een vergrootglas’
Je vindt meer informatie over deze begeleide activiteiten in bijlage 4 (= bewerkte fotokopies uit Taal-Materiaal met suggesties) Tijdens deze stagedag moeten er nog geen lesvoorvoorbereidingen gemaakt wordt van de begeleide activiteiten met materialen. Wel denkt de student vooraf goed na over het organiseren van het geheel, het aanbrengen van het materiaal, het geven van zinvolle impulsen, … en noteert dit overzichtelijk op een apart blad of op de kopies uit Taal- Materiaal zelf. Indien mogelijk en in overleg met de kleuteronderwijzer, kan de student 1 of meerdere activiteiten doorheen de stagedag herhalen (= meer oefenkansen). Een voorbeeld van een dagschema vind je in bijlage 3. Hoe worden studenten voorbereid op het begeleiden van het spelen
met materiaal? Naast de creastage waarin studenten zich oefenen in hun onderwijsondersteunende vaardigheden, worden zij ook tijdens lesdoorbrekende dagen begeleid. Tijdens deze lesdoorbrekende dagen staat het zelf experimenteren met het materiaal centraal, waaruit zinvolle impulsen voor de interactie met het groepje kleuters op stage kunnen worden afgeleid. De studenten verkennen de geselecteerde activiteiten uit Taal-Materiaal dus zelf vooraf grondig. Lectoren begeleiden hen hierbij met inhoudelijke en organisatorische tips.
Jaspaert e.a. (1994). Taal-Materiaal: Talig omgaan met materialen in de kleuterklas. Deurne: Plantyn. 1
University College Leuven (voorheen KHLeuven), bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee Moduleboek stage semester 1 2015-2016
- 21 -
Datum 30 november
student
Afspraken
1 BA uit Taal-Materiaal: Jonge kls (3-j. en 3/4-j.) : “Schoenenplezier” Oudere kls (4-j., 4/5-j en 5j-.): “Kijken door een vergrootglas” KA muzikaal tussendoortje (MT) Klas-assistentschap
- BA TM zonder schrift. lesvoorbereiding, maar met aanvullingen op kopie uit TM (bijlage moduleboek stage) of op apart blad genoteerd - Herhaling van BA met een ander groepje is verplicht - KA’s op fiche - BC Sinterklaas/speelgoed
Reflecteren (professionele groei) Na de stagedagen vul je een reflectiefiche in. Die stop je in je stagemap deel 7 (). Je brengt deze fiches mee naar de studietrajectbegeleidingssessie op donderdag 17 december.
3 aaneengesloten stagedagen: dinsdag 8, woensdag 9 en donderdag 10 december
Klas-assistentschap De verwachtingen in verband met klas-assistentschap blijven gelden. Je neemt zoveel mogelijk taken op binnen het takenpakket van de leid(st)er. Bespreek bij het begin van de dag met je leid(st)er wat je eventueel meer en/of anders kan doen: je kent nu immers de klas en de kleuters al goed. We verwachten alleszins dat je de klassikale momenten zoals de rituelen tijdens het onthaal, het drankmoment, de jasjes,... zelf organiseert. Verder verwachten we dat je tijdens informele momenten in contact treedt met ouders (bv. aan de schoolpoort). De nieuwe afspraken noteer je achter de vorige afspraken in je stagemap, deel 4 ().
Observeren Je stelt voor elke stagedag een dagschema op. Hiervoor gebruik je het formulier ‘dagschema’. Duid op deze dagschema’s aan wanneer jijzelf en je medestudent activiteiten zullen begeleiden(zie verder). Voor het opstellen van deze dagschema’s kan je je baseren op het modeldagschema in bijlage 4 van dit moduleboek stage. De dagschema’s steek je telkens voor de voorbereidingen van die dag (deel 3 in de stagemap ).
De dagschema’s voor de driedaagse stage voeg je ten
laatste op dinsdag 24 november toe aan het SIS.
University College Leuven (voorheen KHLeuven), bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee Moduleboek stage semester 1 2015-2016
- 22 -
Aan de hand van het observatie-instrument ‘betrokkenheid’ in je stagemap, observeer je verspreid over de drie stagedagen heen de betrokkenheid van 1 kleuter tijdens twee begeleide activiteiten van je mentor. Deze informatie neem je op in je stagemap.
Activiteiten begeleiden
Tijdens deze stagedagen werk je in de mate van het mogelijke, rond het belangstellingscentrum Licht en donker / Kerstmis,… Elke
student
realiseert
over
de
3
dagen
heen
1
muzikaal
tussendoortje
en
1
bewegingstussendoortje. De tussendoortjes worden vooraf op een fiche genoteerd (zie voobeelden op TOLEDO). Deze fiche voeg je toe in je stagemap, deel 3 (). Elke student begeleidt ook 1 beeldende activiteit over de 3 dagen heen. Elke student leest over de 3 dagen heen 1 voorleesverhaal aan de hele klasgroep. Bekijk hiervoor de keuzelijst per kleuterleeftijd op toledo. Deze klasactiviteit wordt voorbereid op een gewoon lesvoorbereidingsformulier, zie stagemap, deel 3 (). Zie voor afspraken en voorbeelden TOLEDO, module 1.2, leerinhoud taal. Elke student realiseert daarnaast nog 3 begeleide activiteiten met materialen (zie hieronder). Het is de bedoeling dat hij/zij elke begeleide activiteit geeft en dit aan een verschillend groepje kleuters (telkens 6 tot 8). Indien mogelijk herhaal je deze activiteiten nog eens met een groepje kleuters dat nog niet de kans kreeg de BA bij jou te volgen. Voor deze begeleide activiteiten maken studenten
gebruik
van
het
bronnenboek
‘Taal-materiaal’.2
Op
het
DLO
werden
per
kleuterleeftijdsgroep 3 activiteiten geselecteerd: Jonge kleuters:
begeleide activiteit 16: wat is er weg? (kimspel)
(= 3-jarigen + 3-4-jarigen)
begeleide activiteit 52: licht en donker in een doos begeleide activiteit 13: tastspel
Oudere kleuters:
begeleide
activiteit
28:
een
stoel
inpakken
met
krantenpapier (= 4-jarigen, 4-5-jarigen + 5-jarigen) begeleide activiteit 53: zaklampen begeleide activiteit 57: spiegels Je vindt meer informatie over deze begeleide activiteiten in bijlage 5.
Jaspaert e.a. (1994). Taal-Materiaal: Talig omgaan met materialen in de kleuterklas. Deurne: Plantyn. 2
University College Leuven (voorheen KHLeuven), bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee Moduleboek stage semester 1 2015-2016
- 23 -
Indien mogelijk en in overleg met de kleuteronderwijzer, kan je 1 of meerdere activiteiten doorheen de 3 dagen herhalen (= meer oefenkansen). Tijdens de laatste 3 stagedagen moeten er lesvoorbereidingen gemaakt worden van de begeleide activiteiten met materialen, de beeldende activiteit en van het voorleesverhaal. De student gebruikt hiertoe de voorbereidingsformulieren, in stagemap, deel 3 (). Aan de hand van een checklist ga je na of je je lesvoorbereidingen ‘begeleide activiteit uit TM’ en ‘begeleide activiteit beeld’ goed hebt opgesteld. Je niet deze checklist aan je lesvoorbereidingen TM en beeld (in stagemap, deel 3 ()).
Hoe worden studenten voorbereid op het begeleiden van het spelen
met materiaal? Net als voor de vorige stagedag verkennen de studenten vooraf de activiteiten uit TaalMateriaal en de bijhorende materialen. Tijdens de ateliers worden deze activiteiten verder uitgediept en in een schriftelijke voorbereiding gegoten. De studenten krijgen een voorbeeldlesvoorbereiding van de derde BA met materialen.
Die kunnen ze eventueel
persoonlijk aanpassen aan hun klassituatie en ook ter inspiratie gebruiken voor het voorbereiden van de twee overige BA’s met materialen.
Datum 8, 9 en 10 december
student
Afspraken
3 BA’s uit Taal-Materiaal Jonge kls (3-j. + ¾-j.): - “Kimspel: Wat is er weg?” - “Licht en donker in een doos” - “Tastspel” Oudere kls (4-j., 4/5-j. + 5-j) : - “Stoel inpakken” - “Zaklampen” - “Spiegels” BA beeld (opdracht) KA verhaal voorlezen KA muzikaal tussendoortje (MT) KA bewegingstussendoortje (BT) Klas-assistentschap
- Schriftelijke lesvoorbereidingen - Herhaling van BA’s indien mogelijk - BC = Kerstmis/licht & donker
Reflecteren (professionele houding) Na de stagedagen op 27 en 30 november en de driedaagse stage in december vul je telkens een reflectietaak in. Tijdens de studietrajectbegeleiding op 17 december ga je hier dieper op in. University College Leuven (voorheen KHLeuven), bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee Moduleboek stage semester 1 2015-2016
- 24 -
Overzicht: Wat moet er door de student in- of aangevuld worden in de stagemap? :
afspraken met de leid(st)er i.v.m. het klas-assistentschap
stagemap, deel 4
7 dagschema’s opstellen (in samenspraak met kleuter-
stagemap, deel 3
onderwijzer en medestudent)
3 observaties ‘betrokkenheid’ van 1 kleuter
stagemap, deel 6
4 fiches met tussendoortjes
stagemap, deel 3
1 fiche van verhaal vertellen (BA)
stagemap, deel 3
1 lesfiche of (bewerkte kopie) van begeleide activiteiten met
stagemap, deel 3
materialen
3 lesvoorbereidingen van begeleide activiteiten met
stagemap, deel 3
materialen + checklist
1 lesvoorbereiding van verhaal voorlezen (KA)
stagemap, deel 3
2 lesvoorbereidingen van beeldende activiteit
stagemap, deel 3
fiches met reflectievragen
stagemap, deel 7
3.2.3 Begeleiding en beoordeling Tijdens de 3 aaneengesloten stagedagen is het mogelijk dat je studietrajectbegeleider of een andere lector uit BAKO met een stagebegeleidingsopdracht (= ’werkbegeleider’) een stagebezoek brengt aan je stageklas, maar dit enkel bij gesignaleerde problemen (door stageschool of student).
In dat geval observeert deze lector gedurende een dagdeel (voor de speeltijd, na de
speeltijd, na de middag tot aan de laatste speeltijd of na de laatse speeltijd tot bij het naar huis gaan) de activiteiten die jij begeleidt. Deze bezoekende lector kan je vragen om een tussendoortje te herhalen tijdens het stagebezoek. Je zorgt er dan ook voor dat het materiaal voor dit tussendoortje tijdens deze drie stagedagen voortdurend aanwezig is in je klas.
University College Leuven (voorheen KHLeuven), bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee Moduleboek stage semester 1 2015-2016
- 25 -
Overzicht: Wat zijn de verwachtingen m.b.t. begeleiden en beoordelen door de kleuteronderwijzer van de stagedagen in module 1.2 ‘De kleuter’ : INFO voor de MENTOR Hoe? Waar? Wanneer?
Verwachtingen -
Nieuwe of bijkomende afspraken met de student in verband
Gesprek met de student bij
met klasassistentschap
het
begin
van
de
1e
stagedag
-
Bekijken en bespreken van de dagschema’s van de student
Gesprek met de student bij het begin van elke stagedag
-
-
Feedback, opmerkingen, tips in verband met de diverse rollen
Kort gesprek op het einde
uit competentiematrix. Samen met de student spreekt de
van elke stagedag. Student
mentor 1 werkpunt af. De student noteert. De volgende dag
noteert de begeleidingstips
legt de student zijn verslag voor (= feedbackformulier). De
op het feedbackformulier (in
mentor handtekent.
stagemap, deel 5)
Synthesefeedback van de student op de diverse rollen uit de
Invullen
competentiematrix
einde
evaluatie
van
de
op
het
driedaagse
stage (in stagemap, deel 5)
University College Leuven (voorheen KHLeuven), bachelor in onderwijs: 1e jaar kleuteronderwijzer Heverlee Moduleboek stage semester 1 2015-2016