INHOUD
Voorwoord
11
1. Inleiding
13
1.1 1.2 1.3
15 17 18 18 19 19 20 21 21 24 26 26 26 28
1.4
1.5
De ontwikkeling van het kind: gewikt en gewogen Wat is ontwikkeling? Hoe ontstaat ontwikkeling? 1.3.1 De natuur (je aanleg, ‘nature’) 1.3.2 Het milieu (je omgeving, ‘nurture’) 1.3.3 Een derde ontwikkelingsfactor: de zelfbepaling? 1.3.4 De gulden middenweg? Hoe gaan we met ontwikkeling om? 1.4.1 Werken in de ‘zone van naaste ontwikkeling’ 1.4.2 Welbevinden en betrokkenheid als richtsnoeren Het boek in een notendop 1.5.1 De ontwikkelingsfasen 1.5.2 De ontwikkelingsdomeinen of -gebieden 1.5.3 Voor leerkrachten, ouders en opvoeders
2. De ongeboren baby en de geboorte
31
2.1
De lichamelijke (en motorische) ontwikkeling 2.1.1 De germinale periode (de eerste twee weken) 2.1.2 De embryonale periode (2 tot 8 weken) 2.1.3 De foetale periode (8 tot 38 weken) 2.2 De psychische ontwikkeling 2.3 Schadelijke omgevingsinvloeden 2.4 De geboorte 2.4.1 De bevalling 2.4.2 Een traumatische ervaring? 2.4.3 Soorten bevallingen 2.4.3.1 De omgeving scheppen: de zachte geboorte 2.4.3.2 Ziekenhuis of thuis? 2.4.3.3 Wanneer ingegrepen moet worden: de keizersnede 2.4.3.4 Een ander standje: zittend bevallen 2.4.3.5 Een andere plaats: de onderwaterbevalling
33 33 34 35 37 38 41 41 43 43 44 44 44 45 45
3. De pasgeborene (eerste 8 weken)
47
3.1 3.2
49 50
De lichamelijke ontwikkeling De motorische ontwikkeling
6
Groot worden
3.3 3.4
De perceptuele ontwikkeling De seksuele ontwikkeling 3.4.1 Wat is kinderseksualiteit? 3.4.2 De seksuele ontwikkeling bij de pasgeborene 3.5 De sociaal-emotionele ontwikkeling 3.6 De taalontwikkeling
52 55 55 56 57 57
4. De baby (2 maanden - 1,5 jaar)
59
4.1 De lichamelijke ontwikkeling 4.2 De motorische ontwikkeling 4.2.1 Het kijkstadium (0-3 maanden) 4.2.2 Het grijpstadium (3-6 maanden) 4.2.3 Het zitstadium (6-9 maanden) 4.2.4 Het kruipstadium (9-12 maanden) 4.2.5 Het loopstadium (12-15 maanden) 4.3 De tekenontwikkeling 4.4 De perceptuele ontwikkeling 4.5 De seksuele ontwikkeling 4.6 De sociaal-emotionele ontwikkeling 4.6.1 Gehechtheid 4.6.2 Veilig versus onveilig 4.6.3 Vreemdenangst of ‘acht maanden’-angst 4.7 De cognitieve ontwikkeling 4.7.1 De cognitieve ontwikkeling volgens Piaget 4.7.2 De baby in het sensori-motorisch stadium 4.8 De taalontwikkeling 4.9 De spelontwikkeling 4.9.1 Wat is spelen en spelontwikkeling? 4.9.2 De spelontwikkeling bij de baby
61 61 62 62 62 63 64 64 65 66 67 68 69 71 72 72 75 78 81 81 82
5. De peuter (1,5 - 3 jaar)
85
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
87 89 89 90 90 92 94 94 95
De lichamelijke ontwikkeling De motorische ontwikkeling De tekenontwikkeling De perceptuele ontwikkeling van de peuter en de kleuter De seksuele ontwikkeling De sociaal-emotionele ontwikkeling De cognitieve ontwikkeling van de peuter en de kleuter 5.7.1 Verworven denkcapaciteiten 5.7.2 Denkfouten
inhoud
5.8 5.9 5.10 5.11 5.12
7
5.7.2.1 Conservatieproef: behoud van hoeveelheid vloeistof en massa 5.7.2.2 Het ‘drie bergen’-experiment 5.7.2.3 Het klasse-inclusie-experiment 5.7.3 Verwarring tussen fantasie en werkelijkheid De taalontwikkeling De schoolse ontwikkeling De morele ontwikkeling De spelontwikkeling De persoonlijkheidsontwikkeling
96 99 100 101 103 104 107 107 110
6. De kleuter (3-6 jaar)
113
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
115 115 116 118 119 120 120 121 122 123 125 125 126 126 128 128 129 130 130 131 131 131 134 137 137 139 141
6.6 6.7 6.8 6.9
De lichamelijke ontwikkeling De motorische ontwikkeling De tekenontwikkeling De perceptuele ontwikkeling De seksuele ontwikkeling 6.5.1 De fallische fase bij de kleuterjongen 6.5.2 De fallische fase bij het kleutermeisje De sociaal-emotionele ontwikkeling De cognitieve ontwikkeling De taalontwikkeling De schoolse ontwikkeling 6.9.1 Spelenderwijs leren 6.9.2 Ervaringsgericht kleuteronderwijs 6.9.2.1 Ervaringsgerichtheid 6.9.2.2 De praktijkprincipes a) Vrij kleuterinitiatief b) Milieuverrijking c) Ervaringsgerichte dialoog
6.9.2.3 Het einddoel: de geëmancipeerde mens a) Bevrijdingsprocessen b) Creatieve processen
6.9.3 Zorgbreedte en zorgverbreding 6.10 De morele ontwikkeling 6.11 De spelontwikkeling 6.11.1 Kenmerken van het spel bij de kleuter en het lagereschoolkind 6.11.2 De spelontwikkeling bij de kleuter 6.12 De persoonlijkheidsontwikkeling
8
Groot worden
7. Het lagereschoolkind (6-12 jaar)
145
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
147 148 149 151 152 152 152 153 154 154 156 156 157 159 165 165 167 168 170 170 172 172 174 177 179 179 181 181 182 182 182 182 183 185 186 187 188 189
De lichamelijke ontwikkeling De motorische ontwikkeling De tekenontwikkeling De perceptuele ontwikkeling De seksuele ontwikkeling 7.5.1 Kinderen van 6 tot 8 jaar 7.5.2 Kinderen van 8 tot 10 jaar 7.5.3 Kinderen van 10 tot 12 jaar 7.6 De sociaal-emotionele ontwikkeling 7.6.1 Gehechtheid 7.6.2 Sociale relaties en vriendschappen 7.6.2.1 In groep omgaan met leeftijdsgenootjes 7.6.2.2 Vriendschap 7.6.3 Pesten 7.7 De cognitieve ontwikkeling 7.7.1 Het lagereschoolkind in het concreet operationeel stadium (6-12 jaar) 7.7.2 Het magisch denken 7.8 De taalontwikkeling 7.9 De schoolse ontwikkeling 7.9.1 Schoolrijpheid 7.9.2 Drie schoolse vaardigheden 7.9.2.1 Lezen 7.9.2.2 Schrijven 7.9.2.3 Rekenen 7.9.3 Als de ontwikkeling anders loopt... 7.9.3.1 Leerstoornissen a) Dyslexie b) Dysorthografie c) Dyscalculie d) Dysgrafie
7.9.3.2 ADHD a) ADHD: Probleem of stoornis? b) Belangrijkste kenmerken van ADHD c) Bijkomende problemen in verband met ADHD d) Aanpak in geval van ADHD
7.10 De morele ontwikkeling 7.11 De spelontwikkeling 7.12 De persoonlijkheidsontwikkeling
inhoud
9
8. De adolescent
193
8.1
195 195
8.2 8.3 8.4 8.5
8.6
8.7
8.8 8.9
8.10
De lichamelijke ontwikkeling 8.1.1 Seksuele rijpingsprocessen 8.1.2 Versnellingen van de lichaamsgroei en verandering in lichaamsproporties 8.1.3 Reacties op de lichamelijke veranderingen 8.1.4 Het acceleratieverschijnsel De motorische ontwikkeling De tekenontwikkeling De perceptuele ontwikkeling De seksuele ontwikkeling 8.5.1 De genitale fase 8.5.2 Enkele seksuele thema’s tijdens de adolescentie 8.5.2.1 Zelfbevrediging 8.5.2.2 De eerste keer 8.5.2.3 Anticonceptie en veilig vrijen 8.5.2.4 Homoseksueel gedrag De sociaal-emotionele ontwikkeling 8.6.1 Ouders en de adolescent 8.6.2 Gezin en de adolescent 8.6.3 Conflicten en de adolescent 8.6.4 Leeftijdsgenoten en de adolescent 8.6.5 In grote groep, kliek of individuele vriendschap 8.6.5.1 De jeugdcultuur en zijn subculturen 8.6.5.2 Kliekjes of vriendengroepen 8.6.5.3 Vriendschap tussen boezemvriend(inn)en De cognitieve ontwikkeling 8.7.1 Het denken van de adolescent versus het denken van kinderen 8.7.2 Het formeel operationeel stadium De taalontwikkeling De schoolse ontwikkeling 8.9.1 Straffen en belonen 8.9.1.1 Straffen 8.9.1.2 Belonen 8.9.2 Leerlingenbegeleiding 8.9.2.1 Leren leren 8.9.2.2 Leren kiezen 8.9.2.3 Leren leven De morele ontwikkeling
196 197 199 200 200 201 201 201 202 203 203 205 205 206 207 208 211 212 214 214 215 216 216 217 217 219 220 220 220 222 224 224 226 228 230
10
Groot worden
8.11 De spelontwikkeling 8.12 De persoonlijkheidsontwikkeling 8.12.1 Egocentrisme 8.12.1.1 Imaginair publiek 8.12.1.2 Persoonlijke fabel 8.12.2 Conformisme 8.12.3 Identiteitsvinding en -ontplooiing 8.12.3.1 Identificatie 8.12.3.2 Experimenteren 8.12.4 Identiteitsstatus
231 232 232 232 233 234 235 235 236 236
Tot slot
239
Referenties
243
Bijlage: ontwikkeling in functie van beroepsprofielen en basiscompetenties voor leraren Beroepsprofiel voor leraren: tien typefuncties Beroepshoudingen en attitudes Register
249
259