Inhoud Voorwoord
7
De deelnemers
11
Kapitalisatie: voorkomen dat het misgaat Waar gaat het debat in grote lijnen over? Dialoog tussen Wilfred Nagel en Clemens Kool
13 13 17
Wat als het toch (bijna) mis gaat 41 Waar gaat de discussie in grote lijnen over? 41 Dialoog tussen Harald Benink en Kees van Dijkhuizen 42 Gedragsprikkels, zorgen dat iedereen het goede doet Waar gaat het debat in grote lijnen over? Dialoog tussen Rients Abma, Jan Bouwens, Wouter Elsenburg en Rien Nagel
57 57 58
De economische gevolgen 75 Waar gaat het debat in grote lijnen over? 75 Dialoog tussen Michiel Bijlsma en Maurice Oostendorp 77 Nawoord door Kees Vendrik
93
Biografijieën van de Auteurs
99
Begrippenlijst
105
Trefwoordenregister
117
Voorwoord door Harald Benink en Chris Buijink
Op 21 november 2013 trofffen hoogleraren economie, bankiers, politici en bankentoezichthouders elkaar in de Thorbeckezaal van de Tweede Kamer der Staten-Generaal in Den Haag. Kamerleden wilden graag weten hoe de toekomst van de banken eruitziet, wat de kabinetsvisie daarop is en, wat specifijieker, hoe het ervoor staat met de soliditeit van banken. De fijinanciële crisis van 2008 had diepe sporen achtergelaten en alle genodigden waren het erover eens dat een herhaling moest worden voorkomen. Wij behoorden tot de groep die de Kamer had uitgenodigd, een invitatie waar we overigens graag op ingingen. De soliditeit van het bankwezen is een zaak van nationaal belang en het is logisch dat Kamerleden hier meer over willen weten. Na het debat in de Kamer werd de maatschappelijke discussie eind 2013 met grote intensiteit verder gevoerd, in de eerste plaats op de opiniepagina van Het Financieele Dagblad. Er bestond verschil van inzicht tussen wetenschappers en bankiers over de wijze waarop een toekomstige crisis kon worden voorkomen. Een maand later, toen we elkaar spraken tijdens de nieuwjaarsreceptie van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) in januari 2014, ontstond het idee om de discussie ietwat te structureren. Uitgangspunt daarbij was: hoe kunnen bankiers en wetenschappers van elkaar leren? We kwamen op het idee van een dialoog, een serie gesprekken tussen vertegenwoordigers uit met name de wetenschap en de bankensector. De werktitel luidde: ‘Kapitalisatie van banken – in internationaal perspectief’. Dat laatste, omdat 7
bankenregulering immers al lang geen nationale aangelegenheid meer is. De genodigden waren academici, bankbestuurders en andere opinieleiders op dit terrein. Anders dan het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer zouden de bijeenkomsten in besloten kring zijn. Na de meer publieke polemiek leek het verstandig om eerst in een vertrouwelijke setting recht te doen aan de complexiteit van het onderwerp. Dat laatste is gelukt. Zo goed zelfs dat tijdens de gespreksavonden al snel het besef groeide dat het zonde zou zijn om de oogst van het debat niet te delen met een breder publiek. Dat gebeurt nu met dit boekje. Natuurlijk hadden we ervoor kunnen kiezen om gespreksverslagen te bundelen, maar het leek ons interessanter om op een aantal thema’s wat dieper in te gaan met enkele deelnemers. Dit is gebeurd in een serie interviews waarvan u de neerslag in dit boekje aantreft. Voordeel van deze opzet is dat we met deze interviews enerzijds terugkijken op de constructieve bijeenkomsten en anderzijds bepaalde onderwerpen nog wat nader verkennen. Wij vinden dat de interviewers Robin Fransman en Rens van Tilburg – beiden tevens vaste bezoekers van de bijeenkomsten – wonderwel geslaagd zijn in deze balanceeroefening. Waar draait het concreet om? Ten eerste om de vraag hoe banken gekapitaliseerd zouden moeten zijn teneinde in blakende gezondheid te verkeren, oftewel going concern in jargon. Hoe kunnen de kapitaaleisen zo gesteld worden dat een faillissement wordt voorkomen? Wat is daarbij het verschil tussen eisen waarin het risico dat de bank loopt, is meegewogen en eisen die – in het jargon – risico-ongewogen zijn? Welke rol spelen verschillende bankmodellen hierbij en welke rol zouden ze moeten spelen? Wilfred Nagel (ING) en Clemens Kool (Universiteit Utrecht) gingen in gesprek over deze eerste vraag. 8
Stabiliteit van banken gaat niet alleen over banken die gezond zijn; de belangen van de belastingbetaler lijken juist in het geding te zijn als banken dreigen om te vallen of nadat dat is gebeurd, ook wel als gone concern aangeduid. Hoe voorkomen we dat de belastingbetaler alsnog de rekening krijgt gepresenteerd in het geval een bank failliet gaat, dan wel moet worden geherstructureerd? Zijn de nu geldende regels van het Europese resolutiemechanisme toereikend? Hoe voorkomen we dat het redden of omvallen van een bank impact heeft op het fijinanciële systeem als geheel? Harald Benink (Universiteit van Tilburg) en Kees van Dijkhuizen (ABN AMRO) behandelden dit vraagstuk in het tweede interview. Stabiliteit van banken vraagt om regels en toezicht, maar dit is niet voldoende. Tal van prikkels bepalen het gedrag van de banken. Welke prikkels spelen een rol bij het kapitalisatievraagstuk van banken? Hoe werkt de fijiscale behandeling van eigen en vreemd vermogen door op banken? Hoe kijken beleggers en accountants naar een bank en hoe werkt zoiets eigenlijk binnen een coöperatie? Rien Nagel (Rabobank), Jan Bouwens (Universiteit van Amsterdam), Wouter Elsenburg (Ministerie van Financiën) en Rients Abma (Eumedion) bespraken deze kwesties in het derde interview. Tot slot: stabiliteit van banken is essentieel, maar dat is niet voldoende. Banken hebben ook de economie te dienen. Maurice Oostendorp (SNS) en Michiel Bijlsma (Centraal Planbureau; CPB) bespraken dit vraagstuk in het vierde interview. Dit deden ze door in te gaan op het efffect van kapitaaleisen op het bedrijfsmodel van kredietverstrekking door banken. En breder: hoe zou de overgang van een voornamelijk bank- naar een marktgefijinancierde economie moeten verlopen? Tot slot volgt een nawoord van Kees Vendrik (Algemene Rekenkamer), die als voorzitter fungeerde van de soms 9
verhitte debatten tijdens onze bijeenkomsten. Dankzij hem en dankzij de deelnemers kunnen we – twee jaar na dato – vaststellen dat de dialoog heeft bijgedragen aan begrip voor elkaars overwegingen en standpunten. Maar belangrijker, standpunten zijn, zoals de gesprekken laten zien, ook gaan bewegen, zonder dat overigens de economen en bankiers het nu over alles eens zijn geworden. Ook dat leest u in dit boekje, dat een goed inzicht geeft in de stand van de discussie die per defijinitie een tussenstand is. Verder debat zal nodig zijn. Harald Benink Hoogleraar Banking & Finance, Tilburg University Chris Buijink Voorzitter, Nederlandse Vereniging van Banken
10
De deelnemers Rients Abma (Eumedion) Pierre Aeby (Triodos) Melle Bakker (Ministerie van Financiën) Jellie Banga (Triodos) Roel Beetsma (Universiteit van Amsterdam) Harald Benink (Tilburg University en Sustainable Finance Lab) Peter van den Berg Jan Marc Berk (De Nederlandsche Bank) Michiel Bijlsma (Centraal Planbureau) Peter Blom (Triodos Bank en Sustainable Finance Lab) Wim Boonstra (Rabobank) Jan Bouwens (Universiteit van Amsterdam) Jurgen Broekhuis (Ministerie van Financiën) Chris Buijink (Nederlandse Vereniging van Banken) Bruno de Cleen (Rabobank) Eric Cuijpers (Ministerie van Financiën) Kees van Dijkhuizen (ABN AMRO) Wouter Elsenburg (Ministerie van Financiën) Carel van Eykelenburg (BNG) Edward Feitsma (Nederlandse Vereniging van Banken) Robin Fransman (Argumentenfabriek) Otto ter Haar (Nederlandse Vereniging van Banken) Gerbert Hebbink (De Nederlandsche Bank) Lex Hoogduin (Rijksuniversiteit Groningen) Marcel Klopper (SNS) Jaap Koelewijn (Nyenrode Business University) Ties de Kok (Tilburg University) Clemens Kool (Centraal Planbureau, Universiteit Utrecht en Sustainable Finance Lab) 11
Mark Kruidhof (De Nederlandsche Bank) Rien Nagel (Rabobank) Wilfred Nagel (ING Groep) Gerard van Olphen (voormalig SNS Reaal) Maurice Oostendorp (SNS Bank) Jan de Ruiter (RBS Nederland) Constant Thoolen (ING) Rens van Tilburg (Sustainable Finance Lab) Kees Vendrik (Algemene Rekenkamer) Herman Wijffels (Universiteit Utrecht en Sustainable Finance Lab)
12