1. AM SAB - INSTITUUT VOOR SOCIALE GESCHIEDENIS • 2. AMVC-LETTERENHUIS • 3. DIAMANTM USEUM P R OVI N C I E ANT WE RP E N • 4. D I STR I C TS H U I S B E Z AL I • 5. D O C U M E NTATI E C E NTR U M ANT WE RP S NOORDERPOLDERS • 6. EHA!-ECOHUIS • 7. ERFGOEDCEL ANTWERPEN • 8. ETNOGRAFISCH M USEUM • FOTOM USEUM PROVINCIE ANTWERPEN • 10. HET UITZICHT VZW • 11. KBC ROCKOXHUIS • 12. KM SK A • 1 KONINKLIJKE KRING VOOR HEEMKUNDE M ERKSEM • 14. KRING VOOR HEEMKUNDE EN VOLKSOPLEIDIN G ITS C H OTE L B U U R S C HAP - B O R G E R H O UT • 15. K R I N G VO O R H E E MK U N D E WI LR I C A VZ W • 16 M I N E RALO G I S C H E M U S E U M • 17. M U HK A - M U S E U M VAN H E D E N DA AG S E KU N ST ANT WE RPE N • 1 M U S EA STAD ANT WE RPE N • 19. M U S E U M MA AG D E N H U I S • 20. M U S E U M PL ANTI N - M O R E TU S E STE D E LIJ K PR E NTE N K AB I N E T • 21. M U S E U M PO O RTE R SWO N I N G • 22. M U S E U M VLE E S H U I S • 2 NATI O NA AL M U S E U M E N AR C H I E F VAN D O UAN E E N ACC I J N Z E N VZ W • 24. NATI O NA A SCHEEPVAARTM USEUM • 25. OCMW RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN ANTWERPEN • 26. ONZE-LIEV VR O UWE K ATH E D RA AL • 27. O P E N L U C HTM U S E U M VO O R B E E L DH O UWK U N ST M I D D E LH E I M • 2 RIJKSARCHIEF ANTWERPEN • 29. RIJN- EN BINNENVAARTM USEUM ANTWERPEN • 30. SAINT BONIFAC ANGLIC AN CHURCH • 31. SINT-ANDRIESKERK • 32. SINT-BENEDIKTUSKERK • 33. SINT-FREDEGANDUSKERK 34. SINT-JACOBSKERK • 35. SINT-PAULUSKERK • 36. STADSARCHIEF ANTWERPEN • 37. STADSBIBLIOTHEE ANTWERPEN • 38. STEDELIJK INFORMATIECENTRUM ARCHEOLOGIE EN M ONUM ENTENZORG • 39. TOERISM ANT WE RPE N • 40. VE R E N I G I N G VO O R KR U I S E N B E E LD VZ W • 41. VL A AM S E VE R E N I G I N G VO O FAM ILIEKUNDE NATIONAAL VZW • 42. VOLKSKUNDEM USEUM • 43. VOLKSM USEUM DEURNE VZW • 44 VR I J Z I N N I G STU D I E -, AR C H I E F- E N D O C U M E NTATI E C E NTR U M K AR E L C UYP E R S • 45. H E E MK U N D I D O C U M E NTATI E C E NTR U M WIJ KWE R KI N G MAR IAB U R G • 46. ZI LVE R M U S E U M STE R C KS H O F PR OVI N C ANT WE RP E N • 47. Z O O - KO N I N K L I J K E M A ATS C HAP P I J VO O R D I E R K U N D E VAN ANT WE RP E
Antwerpen
P R O G R A M M A
Wat vindt u in deze brochure? De deelnemers
Op de bladzijden 13 tot en met 43 stellen alle deelnemers aan de Antwerpse Erfgoeddag zich voor. Ze staan in alfabetische volgorde en hebben elk een nummer. U krijgt telkens een beschrijving van waar de deelnemer voor staat en van de speciale activiteiten voor de Erfgoeddag. Daar hoort ook de nodige praktische informatie bij. Boven de naam van de deelnemer vindt u een bolletje in een bepaalde kleur en met een letter. Die geven aan om welk soort ‘erfgoedbewaarder’ het gaat: A Archieven/Bibliotheken/Documentatiecentra ● H Heemkundige verzamelingen ● M Musea ● O Overige ● R Religieus erfgoed ●
Antwerpse wetenswaardigheden
Het eigenlijke programma van de Erfgoeddag wordt in deze bladzijden gestoffeerd met een prettige en gevarieerde verzameling van (Antwerpse) wetenswaardigheden, die alles met het ruime thema ‘familie’ te maken hebben. Ze maken van deze brochure meer dan een eendagsfolder. De overkoepelende titel ‘Uit de familie-encyclopedie’ geeft aan dat we hier niet naar volledigheid streven. De teksten werden speciaal voor de gelegenheid door specialisten geschreven. De namen van de auteurs vindt u onder elke bijdrage. Onder elke thematekst worden de Antwerpse deelnemers opgesomd die met het thema te maken hebben. Dat gebeurt aan de hand van het nummer waarmee ze in deze brochure voorkomen en hun naam.
Wat zit er in uw familie? In deze programmabrochure vindt u ook een handig en uitneembaar katern. Dat is een beknopte en aantrekkelijk geschreven gids die niet mag ontbreken als u zich in de wondere, complexe wereld van de familiekunde wil begeven. De Rough Guide van de genealogie, voor u gemaakt door specialisten terzake.
Praktisch Wie zijn Erfgoeddag nauwgezet wil plannen, vindt achteraan een handig overzicht met een tijdstabel: die geeft aan wanneer u wat kunt bezoeken bij welke deelnemer. Foto cover (detail): Caesar Alexander Scaglia van Antoon Van Dijck ©KMSKA
Inhoud Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Uit de familie-encyclopedie Zit het in de familie of in het gezin? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Anders samenleven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Van Antwerpen? Antwerpse familienamen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Kind zonder familienaam. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Antwerpse huizen met familienamen, familiestraatnamen . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Even van naam veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 De familiekundigen, met hoevelen zijn ze? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Familiewapens: waar komen ze vandaan? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Ontwerp je eigen familiewapen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Families op papier. De familieroman . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Verwantschap op Schoonselhof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 De familie en de naam Rubens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Wereldwijde variaties op het familiethema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Kunst, een familiezaak? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Het familiearchief: een getuigenis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Mensjes zonder familie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Van vader op (schoon)zoon: ambachten en gilden, professionele ‘families’ . . . . 28 Het Heilige Kerngezin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Familiehereniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 De maagschap van de Heilige Anna . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Antwerpse familiebedrijven met naam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 DNA-onderzoek: bewijs van afstamming? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 De Antwerpse moederdag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 In puritate mentis – In zuiverheid van geest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Antwerpen, zijn burgemeesters en hun namen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Programma deelnemers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Plattegrond. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Wat zit er in uw familie? Handige genealogische wegwijzer . . . . . . . . . . binnenkatern
Colofon Erfgoeddag in Antwerpen is een gezamenlijke organisatie van Musea stad Antwerpen - afdeling Publieksbeleid (Iris Kockelbergh), de Museumconsulent van de Provincie Antwerpen (Annemie Adriaenssens), Kapa - Kring van Archivarissen in de Provincie Antwerpen (Inge Schoups), Onze-Lieve-Vrouwekathedraal (Christiaan De Vos), de Stedelijke Dienst Monumenten- en Welstandszorg (Eline Daelman), Toerisme Antwerpen (Annik Bogaert), Toerisme Pastoraal (Rudi Mannaerts), Antwerpen Cultuurstad (Astrid Thoné), het kabinet van de schepen voor Cultuur, Bibliotheken en Monumentenzorg (Jan Rombouts) en de Erfgoedcel Antwerpen (Vera De Boeck en Frank Herman). Met dank aan alle deelnemers, stedelijke diensten en auteurs voor hun gewaardeerde medewerking. Vormgeving: Jan Vandewiele en Rob Marcelis Auteurs themateksten: zie diverse bijdragen Bewerking themateksten: Patrick De Rynck Eindredactie: Patrick De Rynck en Vera De Boeck Administratie: Katrien Van Laer Samenstelling en coördinatie: Vera De Boeck 1
Erfgoedcel Antwerpen, Brouwershuis, Adriaan Brouwerstraat 20, 2000 Antwerpen
[email protected] www.erfgoednet.be/antwerpen Verantwoordelijke uitgever: Vera De Boeck, Erfgoedcel Antwerpen, Adriaan Brouwerstraat 20, 2000 Antwerpen
Vo o r w o o r d
e lentemaand april is de jongste jaren uitgegroeid tot ‘erfgoedmaand’. Elk jaar stellen dan honderden Vlaamse erfgoedbewaarders hun deuren gratis open. Tot vorig jaar deden ze dat gedurende een weekend, vanaf dit jaar concentreren ze zich op een zondag. Het Erfgoedweekend is de Erfgoeddag geworden. Dit jaar valt die op zondag 18 april, de week na Pasen.
D
Zo’n Erfgoeddag heeft jaarlijks een ander thema. In 2004 luidt dat ‘’t Zit in de familie’. Het lijkt me opnieuw een uitstekende keuze van de organisatoren. ‘Familie’ is een ideaal onderwerp om het ‘grote publiek’ kennis te laten maken met ons rijk en verscheiden cultureel erfgoed. Iedereen van ons heeft familie en dagelijks gaan we met familie-erfgoed om. Dat wordt voor ons én voor ons nageslacht bewaard door vele grote en kleine erfgoedinstellingen: musea en kerken, maar ook archieven, bibliotheken, documentatiecentra en heemkundige kringen. Voor deze 4de uitgave van de Erfgoeddag zijn er in Antwerpen niet minder dan 47 enthousiaste deelnemers. Die hebben weer kosten noch moeite gespaard om het jaarthema extra in de verf te zetten. Het programma is ronduit veelbelovend. Alle deelnemers - van het Amsab/Instituut voor Sociale Geschiedenis tot de Zoo - zijn gratis toegankelijk van 10 tot 18 uur (met uitzondering van de kerken tijdens de misvieringen). Vele van hen plannen extra activiteiten, zoals lezingen, rondleidingen, ateliers… zowel voor volwassen als voor kinderen. Bij de extra's vemeld ik graag ook de grote RubensReünie op de Groenplaats, de gratis kwartierstaat die bij elke deelnemer verkijgbaar is, het nieuwe familiespel dat (ook gratis) verkrijgbaar is bij de stedelijke musea, en natuurlijk de lekkere familiegerechten die iedereen in enkele Rust- en Verzorgingstehuizen van het OCMW kan degusteren. U leest er alles over in deze brochure. Eigenlijk is ‘brochure’ een te bescheiden woord: dit is een heus boekje geworden, dankzij de vele illustraties en een heel pak (Antwerpse) familiewetenswaardigheden. Ik verwijs hierbij graag ook naar Open Monumentendag in september. Die vormt samen met de Erfgoeddag een erfgoed’tweeluik’. In het voorjaar belicht de Erfgoeddag het zogenaamde roerend en immaterieel erfgoed. Kort gezegd zijn dat de objecten, de documenten en de verhalen. In het najaar focust Open Monumentendag op het onroerend (lees: architecturaal) patrimonium. Twee elkaar aanvullende erfgoedhoogdagen als het ware. Ik wens u een familiaire Erfgoeddag!
Eric Antonis, schepen voor Cultuur, Bibliotheken en Monumentenzorg
familieportret, 1943. Foto graaf Edouard Wettstein © FotoMuseum Provincie Antwerpen
3
Het programma van de Erfgoeddag wordt in deze brochure gestoffeerd met een prettige en gevarieerde verzameling van (Antwerpse) wetenswaardigheden, die alles met het ruime thema ‘familie’ te maken hebben. De overkoepelende titel ‘Uit de familieencyclopedie’ geeft aan dat we hier niet naar volledigheid streven. De teksten werden voor de gelegenheid door specialisten geschreven. Onder elke thematekst worden de Antwerpse deelnemers opgesomd die met het thema te maken hebben. Dat gebeurt aan de hand van het nummer waarmee ze in deze brochure voorkomen en van hun naam. Vanaf pagina 12 worden de teksten geïntegreerd in het programmagedeelte.
uit de
familieencyclopedie
Zit het in de familie of in het gezin? ‘Familie’ en ‘gezin’, twee woorden waar je geschiedenis uit afleest.
In het Frans, Duits en Engels heeft het woord ‘familie’ twee hoofdbetekenissen: 1)een (gehuwde) man en vrouw met hun kinderen en 2)een ruimere kring van bloed- en aanverwanten. In het Nederlands hebben we daar twee woorden voor: ‘gezin’ en ‘familie’. Als we het historisch bekijken, zien we dat de betekenis van ‘familie’ vóór de 17de eeuw ruimer was. Het woord verwees naar een groep samenwonende mensen die niet noodzakelijk door afstamming of huwelijk met elkaar verbonden waren. Ook het begrip ‘huishouden’ verwees zowel naar een gezin als naar (eventueel inwonende) verwanten én dienstpersoneel. De moderne Europese talen ontleenden dat concept tussen ca. 1300 en 1500 aan het klassieke Latijn: het woord familia betekent, behalve ‘geslacht’, ook ‘iedereen die deel uitmaakt van een huis(houding)’ en ‘dienstpersoneel’. Pater familias vertaal je bijvoorbeeld met ‘heer des huizes’. Ook het woord ‘gezin’ had die ruime betekenis. Denk bijvoorbeeld aan
het nog bestaande Duitse woord ‘Gesinde’, ‘dienstpersoneel’. Maar vanaf de 16de eeuw verengde die steeds meer tot het begrip ‘kerngezin’. We kunnen dus spreken van een betekenisvernauwing door de eeuwen heen. Vanaf de 19de eeuw valt het dienstpersoneel buiten het ‘gezin’ en de ‘familie’, en wordt ‘verwantschap’ bepalend.
In de ons omringende talen wordt in het woord ‘familie’ de betekenis ‘kerngezin’ stilaan dominanter. Dat weerspiegelt de verzelfstandiging van gezinnen tegenover families. Maar tegelijk is de traditionele samenstelling van dat gezin de jongste tijd op grote schaal aan het veranderen…
4
(Marc Jacobs, directeur van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur) 1 Amsab-Instituut voor Sociale Geschiedenis (visie van socialisten en progressieven op gezin, ● huwelijk en seksualiteit), ● 42 Volkskundemuseum (over de rol van de familie in de levensloop) Studioportret van een gezin uit 1925 Fotograaf Edouard Wettstein. ©Fotomuseum Provincie Antwerpen
— U I T D E FA M I L I E - E N C Y C L O P E D I E —
Anders samenleven
De talrijke ‘alternatieve’ samenlevingsvormen blijven uitzonderingen op de regel die ‘familie’ of ‘gezin’ heet. Tot ca. 1800
Dat mensen alternatieven voor het leven in gezinsverband uitproberen, al dan niet zelfgekozen, is geen nieuw fenomeen. In de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd bestonden allerlei circuits waarin begrippen als ‘huishouden’ en ‘gezin’ opgerekt en opengebroken werden. Denk bijvoorbeeld aan de opleidingssystemen bij de ambachten (met inwonende leerlingen; zie ook blz. 28) of aan de grote boerenhoven met inwonend personeel. Ook het internationale hofleven bood zeer uitgebreide en in de kijker lopende ‘andere’ samenlevingsvormen. De kloosters die in Europa sinds de Middeleeuwen opkwamen, zijn het bekendste alternatief. Maar je had ook de begijnen (vrl.) en de begarden (ml.). Dergelijke religieuze gemeenschappen werden frequent ‘aangewend’ in de huwelijks- en erfenispolitiek van (rijkere) families. Ze moesten onder meer het ‘vrouwenoverschot kanaliseren’. Door de hoge gemiddelde huwelijksleeftijd stond de huwelijksmarkt vanaf de late Middeleeuwen onder spanning. Staatsvormingsprocessen gingen in de 17de en 18de eeuw, zoals Michel Foucault heeft uitgelegd, gepaard met het ontstaan van nieuwe samenlevingsvormen en -modellen op basis van discipline en controle. Denk bijvoorbeeld aan staande legers, nieuwe (geestes)ziekenhuizen, gevangenissen die strafinstrumenten werden en niet langer wachtkamers waren voor schand- of doodstraffen. Dergelijke instellingen en ook kloosters werden gebruikt in een familiepolitiek, om bijvoorbeeld lastige telgen (vaak jongeren) bij te sturen of uit te rangeren. Recent onderzoek, onder meer over Antwerpen, heeft dat aangetoond.
Na 1800
In de loop van de geschiedenis verschijnen nog allerlei alternatieven. Voor veel mensen blijven het ‘geestelijke’ ontsnappingsroutes uit het familieleven, die zelden ‘echt’ werden beoefend. Denk voor de jongste twee eeuwen aan het circus, het vreemdelingenlegioen… In de tweede helft van de 20ste eeuw werden allerlei vormen van samenwonen in een sfeer van tegencultuur uitgeprobeerd. Soms gaat het om alternatieve religieuze - tot zelfs sektarische - vormen. De communes van de jaren 1960 liepen, ondanks hun relatief bescheiden aantal, flink in de mediakijker als een alternatief voor het klassieke kerngezin. Ook de voorbije tien jaar verschijnen er opnieuw experimenten, zoals de Haringrokerij in Antwerpen. Ze zijn gestoeld op een combinatie van pragmatisch-ecologische overwegingen, idealen en kapitaalkrachtige gezinseenheden. Het blijven momenteel, zoals steeds in de geschiedenis, uitzonderingen. Hun aantrekkingskracht bestaat er onder meer in dat ze een alternatief bieden voor de dominante samenlevingsvormen: de afzonderlijke huishoudens en het gezin.
5
(Marc Jacobs, directeur van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur)
Begijnhof 1937. Religieuze gemeenschappen waren voor (rijkere) families vaak dé oplossing om hun vrouwenoverschot te kanaliseren. ©Stadsarchief Antwerpen
— U I T D E FA M I L I E - E N C Y C L O P E D I E —
Van Antwerpen? Antwerpse familienamen Je kan nauwelijks nog van ‘typisch’ Antwerpse namen spreken, hoogstens van hogere concentraties van streekeigen namen. De Antwerpse steden en gemeenten sturen intussen hun (familie)namen de wereld rond… Bestaan er Antwerpse familienamen? Als we met Antwerpen de stad bedoelen, is het antwoord: nauwelijks. Grote steden en agglomeraties zijn smeltkroezen met nog slechts weinig ‘autochtonen’, zelfs als we geen rekening houden met de migranten uit de laatste kwarteeuw. Het familienamenbestand van de Brusselse agglomeratie bijvoorbeeld is een staalkaart van de Belgische familienamen. Dat is - iets minder - ook het geval voor Antwerpen. Naast de autochtone Brabantse namen komen ook hier Vlaamse en Limburgse familienamen voor. (Met ‘Brabant’ bedoelen we het oude hertogdom Brabant: Noord-Brabant in Nederland, de provincie Antwerpen en Vlaams- en Waals-Brabant.) Toch zijn de streekeigen namen te herkennen aan hun grotere concentratie. Namen komen nog altijd talrijker voor waar ze zijn ontstaan. Een frappant voorbeeld: een Vlaming - iemand uit het graafschap Vlaanderen - die ‘Petrus’ gedoopt werd, heette in de Middeleeuwen onveranderlijk Pieter, een Brabander daarentegen Peter. Wie vandaag de familienaam Pieters draagt, is zonder de minste twijfel uit Vlaanderen afkomstig. Wie Pe(e)ters heet, komt duidelijk uit Brabant. Zo komt het dat vandaag nog 70% van de familie Pieters in West- en Oost-Vlaanderen woont, tegenover slechts iets meer dan 4% van de familie Pe(e)ters. Vaak wordt beweerd dat Peeters de frequentste familienaam is in België. Dat klopt alleen maar als we de naamvormen Peeters en Janssens vergelijken, maar als we Peeters en Peters samentellen en daarnaast ook Jansen(s) en Jans(s)ens, dan is de laatste naam veruit de meest gedragen familienaam. Niet te verwonderen, want Jan was in de Middeleeuwen de allerpopulairste voornaam: een kwart van alle jongetjes droeg hem.
Van overal in Antwerpen Herkomstnamen zijn het best geschikt om iemands geografische herkomst te achterhalen. Wie een van-naam draagt, weet dat hij van die plaats afkomstig is. Toch is het vreemd dat 115 van de 390 Belgen die Van Antwerpen heten, in de provincie Antwerpen wonen. Hun voorouders kunnen namelijk in geen geval in de stad Antwerpen gewoond hebben: Antwerpenaren waren uiteraard allemaal… van Antwerpen. Wie De Brabander(e) heet, heeft het hertogdom Brabant verlaten en kreeg die naam omdat Brabant het buitenland was. Vanzelfsprekend zijn heel wat Antwerpse plaatsnamen in familienamen vertegenwoordigd: Van Akeren komt uit Ekeren, Van Deurne, van Deur(en), van Duer(en), van Durne, van Deurme uit Deurne. Heimessen, van Hoo(i)missen, van Hooymissen, van Hoeymissen zijn allemaal herkomstig uit Hemiksem. De Antwerpse schilder Jan van Hemessen (15051566) was geboren in Hemiksem. Namen als Van Hoboken, Van Lier, Van Ranst, Van Lint, Van Malle, Van Mal (uit Westmalle of Oostmalle), Van Mechelen, Van Mol, Van Schil(t) uit Schilde, Van Turnhout (van Ture(n)hou(d)t, van Tuerenhout, van Torn(h)out, van Thourenhout), Van Wyneghem spreken voor zichzelf. Wie Van Berchem heet, moet zijn stamboom opmaken, want er zijn verschillende plaatsen die Berchem heten. De naam Van Zandvliet (van Zantvliet, van Santvliet, van Santfliet) is over de taalgrens getrokken en onderging er tal van gedaanteverwisselingen, waardoor hij op den duur onherkenbaar werd: Vanzanduliet, Vansamuliet, Vansammilliette, Vansamillet(te), Vasamuliet(te), Vasamillet(te), Vassamiliet, Vassanillet, Vansil(l)iette, Vansillette, Vanzillette, Vansihette, Wasamutiat. (Frans Debrabandere, secretaris-generaal van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie) 3 Diamantmuseum (voor wie ‘Slijper’ of ‘Diamant’ heet…) ●
T O P -T I E N V A N FA M I L I E N A M E N I N B E L G I Ë E N I N A N T W E R P E N
BELGIË Naam Aantal Peeters....................32.887 Janssens.................31.773 Maes .......................24.988 Desmet ...................24.572 Devos ......................19.962 Jacobs .....................19.755 Mertens..................18.531 Willems..................18.073 Declercq .................16.779 Claes .......................16.287
ANTWERPEN Naam Aantal Janssens.................3243 Peeters ...................3009 Wouters..................1485 Jacobs .....................1461 Maes .......................1328 Mertens..................1324 Pauwels..................1083 Claes .......................1037 Aerts .......................965 El (voorvoegsel) ..........957 6
Haalden het in Antwerpen net niet: Naam Aantal Goossens ...............933 Hendrickx .............883 Van Dyck................875 Hermans ................843 Vermeulen .............802 Verhoeven..............775 Van den Broeck ....764 Willems..................764 Claessens...............763 Van de Velde..........734
Info van dr. Ann Marynissen, Instituut voor Naamkunde en Dialectologie, K.U.Leuven
Twee top-tienen, met een voorspelbare top-twee en opvallende gelijkenissen, maar ook met verschillen tussen België en Antwerpen. In het Instituut voor Naamkunde en Dialectologie van de K.U.Leuven weten ze onder meer alles over familienamen. Ziehier een dubbele toptien: die van België en die van Antwerpen. De gegevens geven de toestand weer op 31 december 1997. Kijk en vergelijk:
— U I T D E FA M I L I E - E N C Y C L O P E D I E —
Kind Zonder Familienaam
De namen die vondelingen kregen, klinken soms erg bizar. De betrokken ambtenaar beschikte over een volledige vrijheid bij de naamgeving van gevonden jongens en meisjes. Veel van die familienamen zijn intussen verdwenen. Anonieme vondelingen moesten een naam krijgen. Als men bij het kind een briefje van de moeder aantrof met haar wensen terzake, dan werden die gewoonlijk gerespecteerd. Dat maakte een latere herkenning ook makkelijker. Maar doorgaans gaf de bediende van de Kamer van de Huisarmen, en later de officier van de burgerlijke stand, het kind zelf een naam. Hij beschikte daarbij over een erg grote vrijheid en kon zijn fantasie desgewenst de vrije loop laten… Zo’n ambtenaar bleef erg redelijk als hij het kind noemde naar de plaats waar het was aangetroffen: Verbruggen, Van Der Poorten, Portael… Opgepast: mensen met een dergelijke familienaam stammen niet noodzakelijk af van een vondeling. In veel gevallen vind je bij het lezen van het proces-verbaal de verklaring van de naam. Twee voorbeelden: - “Cornelia Blouwsteen werd op 20.11.1692 gevonden… op de Kiepper poort vest in de graght onder een blouwensteen.” - “Anne Maria Ommeganck gevonden op 26.1.1694… in de ommeganck van onse live vrouwe kerke aen den bichtstoel over St. Antoni Cappel.” Zo komt het ook dat in Antwerpen de naam ‘Kerkstoel’ een bekende vondelingennaam was. Soms bepaalde niet de plaats maar wel het tijdstip van de vondst de naam van het kind: Noël (gevonden op kerstdag), Paeschnacht enz. Of liet de naamgever zich inspireren door kenmerken van het kind: De Schreeuwer, Schoonkint… Maar voor erg veel vondelingennamen valt er geen zinnige uitleg te verzinnen, behalve de fantasie - of het gebrek eraan - van de naamgever. Enkele staaltjes uit de oude archieven: Zandplant, Weerglas, Appel, Peir, Krieck, Appelcien…
Veel van deze vreemde namen zijn mettertijd verdwenen. Daar zijn twee harde redenen voor: de kindersterfte bij vondelingen lag erg hoog en het ging meestal om meisjes, die de naam niet voortzetten. (Jan Vanderhaeghe, directeur Nationaal Centrum voor Familiegeschiedenis) 19 Museum Maagdenhuis, ● 41 VVF ●
DE VONDELING EN DE GENEALOOG Vondelingen plaatsen de genealoog voor grote problemen. Meestal eindigt zijn onderzoek hier. Afstammen van een vondeling heeft echter ook zijn charmes. Er is eerst en vooral heel wat literatuur over vondelingen in het algemeen. Maar ook over de bloedeigen voorouder-vondeling zelf is er waarschijnlijk heel wat te vinden. Waar werd hij te vinden gelegd? Hoe was hij gekleed? Lag er een herkenningsteken bij het kind? Hoe kreeg het zijn naam? Hoe oud was het? Hoe bracht het zijn eerste levensjaren en jeugd door? Werd het uitbesteed en bij wie? Werd het daar goed behandeld? De eerste twintig levensjaren van een vondeling zijn dikwijls zeer goed te reconstrueren. Hetzelfde geldt trouwens voor arme wezen en verlaten kinderen. Die kregen dezelfde behandeling als vondelingen. (Jan Vanderhaeghe, directeur Nationaal Centrum voor Familiegeschiedenis)
Een doopregister van vondelingen te Leuven. De namen die gegeven werden los van elkaar, zijn nietszeggend. Achter elkaar gelezen vormen zij een zin, passend in de tijdsgeest: ‘Enfin alles gaetom zeep ende maegere ratten worden vet metge stolen goed zoodat steelen herboots rooven plunderen geene zonde meer enis helaes onder watti rannen leeven wij’ ©VVF
7
— U I T D E FA M I L I E - E N C Y C L O P E D I E —
Antwerpse huizen met familienamen Nog steeds worden bepaalde huizen in Antwerpen genoemd naar een familie die er ooit gewoond heeft: het Rubenshuis (Wapper), het Rockoxhuis (Keizerstraat) en het Jordaenshuis (Reyndersstraat) zijn bekende voorbeelden. Maar er zijn er meer. En soms lieten eigenaars en bewoners ook tastbare tekens en zichtbare symbolen na. Een onvolledig overzichtje, met bovendien hier en daar een waarschuwing… Heilige Geeststraat 9 - Huis Draeck
Oude Waag 6
Huis Draeck dankt zijn naam aan voormalige eigenaars. Het stond er al in de tweede helft van de 14de eeuw en werd bewoond door de adellijke schepenfamilie Draeck(e).
Het poortje met het opschrift ‘LVB’ en het jaartal 1670 aan huis De Waghetol werd geplaatst tijdens de herstellingswerken in 1923. Dit was een gift van mevrouw Leysen-Van den Bergh aan de stad en het bevond zich oorspronkelijk in de Brouwerstraat tegen de gevel van de familiebrouwerij. De familie woonde dus nooit op deze plek.
Jodenstraat 20 Dit pand, dat voor het eerst wordt vermeld in 1579, was toen eigendom van Vincent van den Broeck. In 1713 behoorde het toe aan Johannes de Schieter. De bundel pijlen in de deurwaaier houdt waarschijnlijk verband met deze eigenaar.
Prinsstraat 13 - Hof van Liere Het Hof van Liere verwijst naar Arnold van Liere, voor wie de woning in 15151520 werd gebouwd. Momenteel is het eigendom van de Universiteit Antwerpen.
Keizerstraat 9 - Hotel Delbeke Deze woning uit 1516 werd in 1897 door baron en minister August Delbeke gekocht. Ze staat nog steeds bekend als ‘Hotel Delbeke’. Het ‘Hotel’ werd aanvankelijk gebouwd voor Maria de Groote, weduwe van Balthasar Bosschaert. Het bleef in de familie tot 1765, toen de familie Moretus het pand aankocht. De schilden van de families De Groote en Bosschaert zijn nog te zien op de gevel van de achterbouw.
Sint-Jacobsmarkt 41-43 - Van Straelentoren De Van Straelentoren maakte deel uit van het voormalige hotel De Groote Robijn aan deze markt. Dat was vanaf 1565 in het bezit van burgemeester Antoon Van Straelen. De windwijzer op de torenspits is versierd met een draak. Die verwijst naar de familie Draecke, waartoe Van Straelens moeder behoorde. Zie ook Heilige Geeststraat.
Korte Koepoortstraat en Kaasrui (hoek) Symbolen duiden niet altijd op de familienaam. In huis De Pepel verwijzen taferelen op de borstwering naar het drukkersambacht. Hiermee wordt gealludeerd op de beroepsactiviteit van de familie Schoesetters, sinds 1766 eigenaars van het pand.
Familiestraatnamen Straatnamen hebben opvallend vaak een (familie)naam. Het bekendst zijn de namen van leden van de koninklijke familie naar wie straten, leien en pleinen zijn genoemd. Maar er zijn nog tientallen andere voorbeelden, alleen al in Antwerpen. Cogels-Osylei Is genoemd naar eigenaars van de grond waar deze straat zich bevindt. Andere voorbeelden: Falconplein, De Boeystraat, Fuggerstraat, Della Faillelaan, Biartstraat, Everaertstraat... Een aantal vergelijkbare gevallen is intussen vervangen door een nieuwe naam: zo heette de Korte Leemstraat vroeger de Van Buytenstraat.
8
Van Immerseelstraat
Is genoemd naar een familie die in de geschiedenis van Antwerpen een belangrijke rol speelde. De Van Immerseels waren een geslacht van burgemeesters, markgraven en schouten. Andere voorbeelden: Verdussenstraat (belangrijke drukkers), Van de Wervestraat (ook burgemeesters, markgraven en schouten), De Waghemaekerestraat (bouwmeesters).
Lovelingstraat
Is genoemd naar de zusters Rosalie en Virginie Loveling, schrijfsters en de tantes van Cyriel Buysse. Die gaf op zijn beurt zijn naam aan een
straat. Zo kunnen er tussen straten familieverbanden worden ontdekt. Ander voorbeeld: de twee schilders Ferdinand de Braeckeleer en Henri Leys waren schoonbroers en gaven beiden hun naam aan een straat.
Ulrikstraat
Is genoemd naar Ulrik Pels. In dit geval kreeg de straat dus de doopnaam van een persoon. De Reyndersstraat is genoemd naar grondeigenaar Reynier van de Elst en de Joannasteeg is geopend op gronden van Joanna van Amelsvoort. Andere (vermoedelijke) voorbeelden: Filomenastraat, Magdalenastraat, Louizaplaats... (Eline Daelman, dienst Monumenten- en Welstandszorg Stad Antwerpen)
Even van naam veranderen…
Familienamen liggen sinds twee eeuwen vast. Dat was voordien niet het geval. Namen konden toen worden aangepast of bijvoorbeeld ook, zoals humanisten deden, in het Latijn worden omgezet. Tallewie?
1795 is een uiterst belangrijk moment als we over familienamen spreken. In dat jaar werd de burgerlijke stand ingevoerd: iedereen moest zich inschrijven én iedereen moest voor het eerst zijn familienaam registreren en de spelling ervan vastleggen. Voordien schreef je je naam een beetje zoals je het zelf wou… Namen evolueerden daarom ook. Dat is sinds 1795 niet langer het geval. De gevolgen van deze vastlegging zijn groter dan je op het eerste gezicht zou verwachten. Zo blijven familienamen van migranten nu ongewijzigd, hoe moeilijk uitspreekbaar ze voor ons ook zijn. In de 18de eeuw zouden Arabische of Turkse namen heel gewoon aan onze tongval zijn aangepast. Van Talhaoui hadden we wellicht Tallewie of Talouis gemaakt. Toen de Fransman Christophe Plantin - een Franse naam die ‘plantsoen, aanplanting’ betekent - naar Antwerpen kwam, werd zijn naam, zoals het toen gebruikelijk was, spontaan aan de lokale taal aangepast: Plantijn.
Namen op -us
het maakte het ook makkelijker om de naam op Europese schaal te gebruiken. Humanisten vormden een soort Europese Gemeenschap (van geletterde geleerden) avant la lettre, met het Latijn als voertaal. Enkele voorbeelden van humanisten die allemaal iets met Antwerpen te maken hebben gehad. Soms werden gewoon de klanken aangepast: Hugo De Groot wordt Hugo Grotius, Thomas More wordt Thomas Morus, Joost Lips wordt Justus Lipsius, de Duitse Antwerpenaar Oertel wordt Ortelius… In andere gevallen kon je een betekenisvolle naam vertalen: Kremer (van ‘kramer, handelaar) wordt in het Latijn Mercator. Desiderius Erasmus spant hier de kroon: Gerrit Gerritszoon, zoals hij heette, zette zijn voornaam om in een Latijns en zijn achternaam in een Grieks woord, die allebei met ‘begeerte’ te maken hebben, zoals dat volgens hem ook met zijn oorspronkelijke namen het geval was. Leuke oefening: haal er in de bibliotheek even het Nederlands-Latijns woordenboek bij. Hoe zou je je achternaam in het chique Latijn vertalen?
Met Plantijn belanden we in het milieu van humanisten. Daar was het de gewoonte een soort omgekeerde beweging uit te voeren: Nederlandse, Duitse, Italiaanse… namen van humanisten werden ‘vertaald’ in het Latijn en soms het Grieks. Dat was een statussymbool en
(Patrick De Rynck, publicist) (Frans Debrabandere, secretaris-generaal van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie)
20 Museum Plantin-Moretus (centrum van humanisme), ● 41 VVF (namen en hun voortzetting in kaart gebracht) ●
— U I T D E FA M I L I E - E N C Y C L O P E D I E —
De familiekundigen, met hoevelen zijn ze? Hoeveel mensen zijn in Vlaanderen bezig met stamboomonderzoek en familiegeschiedenis? We weten het niet. We weten wel dat hun aantal stijgt. Dat stellen archivarissen dagelijks vast, ook in onze buurlanden. Eén indrukwekkend cijfer in dit verband: de jongste halve eeuw… vertienvoudigde in Nederland het aantal bezoekers aan het rijksarchief. Het is ook overduidelijk dat stamboomonderzoek ‘gedemocratiseerd’ is. Terwijl het vroeger vooral een bezigheid was van de hogere kringen, vind je vandaag de dag in alle rangen en standen wel genealogen. Dat komt overeen met een tendens in de geschiedschrijving die ‘het verhaal van de gewone man’ centraal stelt. Factoren als meer vrije tijd, meer jonggepensioneerden en een hogere scholingsgraad spelen vanzelfsprekend ook een rol in de stijging. Meer in het algemeen is de honger naar allerlei facetten die verband houden met ‘geschiedenis’ duidelijk toegenomen. Er is één hard cijfer: de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde telt vandaag ca. 4500 leden. Maar die vormen duidelijk slechts een deel(tje) van de Vlamingen die gebeten zijn door het stamboomvirus. Om nog te zwijgen van degenen die beroepshalve met familiekwesties bezig zijn: notarissen, demografen, archivarissen enz. 2 AMVC-Letterenhuis (schrijversfamilies en -verwantschappen), ● 4 District BeZaLi, ● 5 Documentatiecentrum Antwerpse Noorderpolders, ● 14 Kring voor Heemkunde en Volksopleiding ● Gitschotelbuurschap Borgerhout, ● 15 Kring voor Heemkunde Wilrica, ● 22 Nationaal Museum en Archief van Douane en Accijnzen, ● 28 Rijksarchief Antwerpen, ● 31 Sint-Andrieskerk, 36 Stadsarchief Antwerpen, ● 41 Vlaamse Vereniging voor Familiekunde (hét documentatiecentrum voor de familiekundige), ● 46 Zilvermuseum ●
9
— U I T D E FA M I L I E - E N C Y C L O P E D I E —
Familiewapens: waar komen ze vandaan? Familiewapens of wapenschilden: de woorden hebben iets strijdlustigs in zich. Dat valt te verklaren door hun oorsprong. Maar dat heldhaftige is intussen allang voltooid verleden tijd. Familiewapens maakten een grondige evolutie mee, tot in onze dagen… De oorsprong Duizenden jaren lang gebruikten vechtende mannen (héél zelden ook vrouwen) schilden om de slagen van strijdbijlen of de zwaarden van hun tegenstanders af te weren. Om elkaar in zo’n snel en ruw gevecht te herkennen als vriend of vijand liet men de schilden - in het begin waren die vaak rond, van hout en met leer bespannen - beschilderen met kleuren en symbolen. Die waren eigen aan een bepaalde vorst of zijn krijgers, of ook wel aan een bepaalde familie. Het wapenschild werd later stilaan meer gemaakt van duurzamer materiaal, bij voorkeur metaal: zilverkleurig voor ijzer en goudkleurig voor brons. Vandaar een strenge wapenregel die tot op vandaag voor de kleuren geldt: je beeldt altijd metaal op kleur en kleur op metaal af. Dus geen rode bloem op een blauwe achtergrond, geen gouden bollen op een zilveren achtergrond.
In de 13de eeuw werd zegelen een vrij algemeen gebruik. Zo kwam het dat bijna iedereen, behalve heel arme mensen, een familiewapen of een ambachts- of handelsmerk aannam, ook stadsbesturen, gilden, ambachten enz. Wij hebben het trouwens nog altijd over ‘iets bezegelen’. Nu gebeurt dat meestal met een handdruk, een etentje, een drankje of zelfs… een kus. Zo ontstond de gewoonte om een familiewapen te voeren, dat kenmerkend was voor een bepaalde familie. Noem het een soort logo. In die tijd kon men daar wel eens hoogmoedig en pronkerig mee omgaan en werd het familiewapen zowat overal op aangebracht: op vaatwerk, vendels, ringen, kleding van de dienaars, kasten, briefpapier, portretten, juwelen enz. Overal zag je familiewapens. Tot aan de Franse Revolutie, toen plotseling iedereen z’n familiewapen moest verbergen en zelfs vernielen. Wapens werden als symptoom van ondemocratische ‘ongelijkheid’ beschouwd.
De evolutie tot 1789 In onze streken werden de wapenschilden ongeveer duizend jaar geleden vooral gebruikt door vorsten, ridders, edellieden, prelaten en voorname machtige families. In die tijd konden maar weinig mensen schrijven. Als er iets werd genoteerd over een verkoop of een andere belangrijke overeenkomst, gebruikte men zijn familiewapen als zegel. Met een hol gegraveerde stempel of zegelring werd het wapen in gesmolten was en later in zegellak gedrukt. De zegels waren een soort handtekening. Eerst hingen ze aan perkamenten staartjes of koordjes aan op perkament geschreven documenten, later werden ze rechtstreeks op papier aangebracht.
Tot op vandaag… Toch bestaat het familiewapen nog steeds, en wat het mooiste is: iedereen mag er een voeren. Het is vandaag vooral een symbool van wat jouw familie hoog in ere houdt: een bepaalde deugd, je herkomst, een prestatie van voorouders… Er zijn zoveel betekenissen en inspiratiebronnen als er familiewapens zijn. (Jan Van Helmont, uitgever) 15 Kring voor Heemkunde Wilrica, ● 33 Sint-Fredeganduskerk, ● 41 Vlaamse Vereniging voor ● 46 Zilvermuseum Sterckshof Familiekunde (het Heraldisch College van VVF registreert wapens), ●
HERALDISCH COLLEGE? Bij de registratie van een familiewapen ontvangt men een wapenbrief . Het voorbeeld hieronder toont de wapenbrief en het wapen van de familie HENDRICKX. © VVF
Wie een oud wapen vindt of een nieuw wapen laat ontwerpen, wil dat ook graag geregistreerd zien. Adellijke wapens worden automatisch geregistreerd bij het verheffen in de adelstand. Burgerlijke wapens genoten tot het decreet van 1998 geen bescherming. Om toch naar een zekere registratie van burgerlijke wapens te streven werd in 1973 het Heraldisch College van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde in het leven geroepen. Dat wil de heraldiek bij zijn leden bekendmaken, o.m. door het organiseren van cursussen. De belangrijkste opdracht van het College is het burgerlijke wapen ingang te doen vinden bij alle lagen van de bevolking. Zo is voor genealogen een (nieuw) wapen een mooie ‘bekroning’ van hun opzoekwerk. Info: Secretaris van het Heraldisch College is Michel Louwette Boerbemdstraatje 1, 3020 Veltem-Beisem T + 32 16 48 9 4 85 - F + 32 16 49 04 43 E-mail:
[email protected] 41 Vlaamse Vereniging voor Familiekunde (Heraldisch College) ●
10