Adobe Photoshop CS4 Ver volgcursus
Piet Almekinders
Inhoud Cursusmodulen 1. Alpha Channels 2. Teksten 3. Effecten 4. Shape Layers 5. Smart Object Layers 6. Meer middelen tot kleurcorrectie 7. Adjustment Layers 8. Layers combineren 9. Eindwerkstukken Verdiepingsmodulen 1. Kleurbeheersing 2. Werken met CMYK-beelden 3. Werkstuk 4. Automatisering 5. Instellingen
© Piet Almekinders - 2009
Adobe Photoshop - VERVOLGCURSUS
Introductie Adobe Photoshop Het programma Photoshop is geschreven voor het creëren en bewerken van beeldmateriaal. Het betreft beeldmateriaal dat tot stand is gekomen door middel van scan, fotografie of op andere wijze. Een ‘beeld’ is in de mediaomgeving altijd een afbeelding die uit kleine vierkante punten bestaat, welke pixels worden genoemd. Het woord ‘pixel’ is een speelse afkorting van ‘picture element’, waarmee de kleinste beeldeenheid wordt bedoeld. Met beeldbewerking doen we in feite niets anders dan het opnieuw rangschikken en/of kleur veranderen van pixels. Dit in tegenstelling tot zogenaamde vector-programma’s. Hiermee worden afbeeldingen gemaakt vanuit wiskundige beschrijvingen van figuren. We hebben het dan niet alleen over heel andere typen afbeeldingen (logo’s, landkaarten, pictogrammen enzovoorts), maar ook over heel andere software. U moet daarbij denken aan bijvoorbeeld Adobe Illustrator Corel Draw of AutoCad (voor de wereld van bouw en techniek). Photoshop is tegen het einde van de jaren ‘80 door Adobe geschreven om het mogelijk te maken op een desktopsysteem eenvoudige bewerkingen uit te voeren op (meestal in grijswaarden) gescand materiaal. Beeldbewerking op desktopsystemen was nog zeer ongebruikelijk. Daarvoor gebruikte men destijds hard- en software voor zeer speciale doeleinden, aangezien desktopcomputers daar qua hardwarecapaciteit eigenlijk niet geschikt voor waren. Pas met de komst van Pentium- en Powerprocessoren, midden van de jaren ‘90, veranderde dat snel, en werd Photoshop steeds meer toegepast voor alle soorten van beeldbewerking en beeldcreatie. Boven: gefotografeerd beeld in pixels. Onder: een getekende illustratie in vectoren.
Concurrentie is er vanaf het ontstaan van het programma nauwelijks geweest. Er waren ooit wel vele eenvoudige beeldbewerkingsprogramma’s, meestal meegeleverd bij een scanner, maar die stelden qua functionaliteit niet veel voor. De enige serieuze tegenspeler van Photoshop gedurende de jaren ‘90 was Fractal Design Painter. Een echte concurrent was Painter niet, aangezien dit programma door uitgebreide tekenen schilderfaciliteiten meer gebruikt werd binnen het creatieve marktsegment en Photoshop meer werd toegepast binnen een grafische productie-omgeving. Opmerkelijk is dat de concurrentie (die er hier en daar wel is geweest) zich altijd sterk heeft geconcentreerd op het omzeilen van de beperkingen van de hardware. Adobe is er altijd van uitgegaan dat de ontwikkelingen van de hardware zo snel gaan dat het rekening houden met beperkingen onverstandig is. De feiten hebben het gelijk hiervan bevestigd: Photoshop is, zelfs binnen een consumentenomgeving, inmiddels zo ingeburgerd dat de naam van het programma een werkwoord is geworden voor beeldbewerking. Photoshop wordt gebruikt voor het bewerken en corrigeren van beelden die gebruikt worden voor vermenigvuldiging. Het wordt ook gebruikt bij de technieken van interactieve media, zoals het maken van websites en video-editing. Programma’s als Dreamweaver, Flash, After Effects en Première maken gebruik van beeldmateriaal dat vanuit Photoshop gereed wordt gemaakt.
Doelstelling Dit is geen boek in de gewone zin van het woord. De inhoud verschilt per cursus. Afhankelijk van de cursus die u volgt, wordt het materiaal modulair aangeboden. Er zijn drie soorten modulen, die met een kleur in de kopregel en een vlakje rondom het paginanummer zijn weergegeven. Het betreft de volgende modulen: Groen: dit zijn de cursusmodulen, zoals die behandeld worden tijdens de lessen.
© Piet Almekinders - 2009
Adobe Photoshop - VERVOLGCURSUS
Rood: hiermee wordt verdiepingsstof aangeduid, bedoeld voor zelfstudie. Het betreft onderwerpen die in principe tijdens de cursus niet, of summier worden behandeld, maar die voor u wel van belang kunnen zijn om in de dagelijkse praktijk toe te passen. Blauw: Dit zijn extra onderwerpen over functies die niet overal in de dagelijkse praktijk worden gebruikt, maar in speciale gevallen worden behandeld. De blauwe modulen worden uitsluitend bij maatwerktrainingen verstrekt.
Instapniveau Kennis van andere programma’s is niet nodig, maar het is wel een pré. Photoshop is een gecompliceerd programma en het leren ervan vereist een denkwijze waarbij behoorlijke computerervaring in z’n algemeenheid niet alleen wordt aanbevolen, maar noodzakelijk is. Wanneer u de vervolgcursus doet zult u met de onderwerpen uit de basiscursus van Photoshop al bekend moeten zijn. Tijdens de basiscursus zijn de volgende onderwerpen behandeld: • Navigeren door een document en het beheer van de panelstructuur. • Het maken van selecties. • Gebruik van tekengereedschappen. • Begrip van RGB-kleur. • Aanpassen en manipuleren van beelden. • Maskertechniek. • Overvloeimodellen of transparantie. • Werken met Lagen en Laagmaskers. • Enkele filters. • Verschillende kleurmodellen. • Resolutie en beeldgrootte. • Bestandsformaten.
Zelfstudie Gedurende een vooraf vastgesteld aantal dagdelen leert u aan de hand van theorie en praktijkoefeningen het programma kennen. Het is raadzaam dat u thuis of op uw werk over een computer met Photoshop kunt beschikken. U kunt daarmee oefenen zodat u goed voorbereid aan de volgende les of lessen kunt deelnemen. De hardware moet wel geschikt zijn voor het programma, want Photoshop vergt nogal wat hardwarecapaciteit. Om goed de volgende dag(en) te kunnen volgen is het eveneens aan te raden om de verdiepingsstof door te nemen en/of te oefenen.
Werkwijze bij dit boek Deze reader zal tijdens de cursusuren steeds gebruikt worden. De oefeningen kunt u stap voor stap volgen in de reader en de overige informatie is vooral bedoeld om tijdens de oefeningen en thuis in uw eigen tempo nog eens na te lopen. Verder zult u veel verwijzingen tegenkomen naar toetscommando’s. Die zijn in dit boek met het volgende benoemd: Shift shifttoets of hoofdlettertoets. Zoals u weet staat deze geheel links op het toetsenbord met een pijl naar boven erop afgebeeld. Alt op de PC Alttoets geheten, naast de spatiebalk. Op de Mac noemt men deze knop ook wel Optiontoets. Hij staat tussen de Control- en Commandtoets in. CdCl Dit staat voor de Commandtoets op de Macintosh (links van de spatiebalk) en op de PC voor de Controltoets (linksonder in de hoek). Dit boek is geschreven voor gebruik bij de Engelstalige versie van Photoshop. Dit is gedaan omdat steeds meer gebruikers van Adobe-software overstappen op
© Piet Almekinders - 2009
Adobe Photoshop - VERVOLGCURSUS
Engelstalige versies, waardoor deze gebruikersgroep steeds meer toeneemt. Aan het einde van het boek is overigens een vertaallijst opgenomen. Dit boek moet u beschouwen als een cursusboek; niets meer en niets minder. Dat betekent dat u het ook nog na deze cursus goed kunt gebruiken om informatie uit op te slaan. Vooral de achtergrondinformatie uit de ‘Verdiepingsmodulen’ kan van belang zijn. Maar voor gedetailleerde gegevens en procedures kunt u het beste de documentatie bij de software (bijvoorbeeld het Helpmenu) raadplegen.
Aanbevolen literatuur Zoals hiervoor al is aangegeven is dit boek een trainingshulpmiddel, en geen op zichzelf staand handboek waarin u alles kunt vinden wat u wilt weten over het onderwerp. Daarvoor is andere literatuur voorhanden. Mocht u het voor uzelf nodig vinden om een compleet werk over Photoshop aan te schaffen dan volgen hier enkele titels van wat er op dit moment beschikbaar is in iedere wat ruimer gesorteerde boekhandel. André van Woerkom: Handboek Adobe Photoshop CS 4 - van Duuren Media Erwin Olij: Leer jezelf PROFESSIONEEL Adobe Photoshop - van Duuren Media Olij, Metz, Couprie & Maas: Adobe Creative Suite 3 Design Edition Van Duuren Media Iets minder uitgebreid dan de vorige twee, maar wel met beschrijvingen van diverse Adobe programma’s naast Photoshop, zoals Illustrator, InDesign en Acrobat. Op het moment van schrijven is daar nog geen uitgave van verschenen voor de CS4-versie. Het is niet aan te bevelen om een boek over een oudere versie aan te schaffen, maar informeren of, en wanneer een nieuwe uitgave beschikbaar is.
Wij wensen u veel plezier, maar vooral ook veel succes bij deze opleiding. Piet Almekinders
© Piet Almekinders - 2009
Adobe Photoshop - VERVOLGCURSUS
1. Alpha Channels Tijdens de basiscursus zijn de begrippen ‘selecteren’ en ‘maskeren’ uitgebreid aan de orde geweest. In dit hoofdstuk zullen we de maskertechniek op nog een nieuw onderdeel toepassen, namelijk het Alfakanaal of Alpha Channel. Het Alfakanaal heeft eigenschappen van zowel het Snelmasker als ook van het Laagmasker. Wanneer u deze twee toepassingen goed kent zal het werken met Alfakanalen weinig problemen opleveren. De doelstelling van een Alfakanaal is om selecties voor langere tijd te bewaren. Een Snelmasker is immers een tijdelijk masker; een modus om mee te switchen met de modus van selectiekaders. Een Laagmasker bewaart u wel en u kunt met verschillende Laagmaskers in één beeld werken. Een Laagmasker gebruikt u echter alleen wanneer u met lagen werkt. Welnu, een Alfakanaal gebruikt u ook als u niet met Lagen werkt, maar wel graag uw selecties wilt bewaren en op ieder gewenst ogenblik wilt gebruiken.
Bewaren van selectie Een Alfakanaal kan op verschillende manieren gemaakt worden. Strikt genomen heeft u er niet eens het Channels-panel bij nodig. U kunt op de bekende manier een selectie maken (met of zonder behulp van een Snelmasker). Deze selectie kunt u vanuit het menu ‘Select’ de opdracht ‘Save Selection...’ meegeven. Hierna verschijnt een venster waarin u een naam aan de selectie toekent, waarna deze wordt opgeslagen. Vanaf het moment van opslaan is de menu-optie ‘Load Selection...’ beschikbaar. Met dit commando kunt u de eerder bewaarde selectie weer oproepen en toepassen. U kunt zoveel selecties bewaren als u wilt. Het voordeel hiervan is dat u een selectie altijd weer tevoorschijn kunt halen, voor het geval u in een ooit bewerkt gebied opnieuw een bewerking wilt uitvoeren. U weet inmiddels dat het maken van een mooie selectie soms een heidens karwei kan zijn en dan is het prettig om te weten dat u de moeizaam tot stand gekomen selectie altijd kunt opbergen en op een gewenst moment weer tevoorschijn kunt halen. Een ander voordeel is dat u de ene selectie kunt gebruiken om een andere selectie te maken. We zullen dat tijdens dit hoofdstuk ook in praktische oefeningen behandelen.
De selectie als kanaal Een selectie die bewaard is kunt u vinden in het Channels-panel. Daar staat deze na de kleurkanalen weergegeven op dezelfde manier als een Snelmasker. Het verschil is dat een snelmasker weer verdwijnt zodra u in de normale modus staat. Het Alfakanaal - of bewaarde selectie - blijft gewoon als een extra kanaal in het panel staan. U kunt het wel op dezelfde manier als een Snelmasker bewerken. Hiervoor moet u geen modusverandering in de gereedschappen doen (Q), maar het Alfakanaal activeren in het Channels-panel, of met het daarbij behorende toetscommando. Aangezien wij nu vaker gebruik zullen gaan maken van het Channels-panel is het van belang dat u goed weet hoe de verschillende kanalen geactiveerd én zichtbaar worden gemaakt. U moet goed opletten dat activeren/deactiveren en verbergen/ zichtbaar maken verschillende handelingen zijn. Het gebruik van het Alfakanaal kunnen we het beste toelichten met een oefening.
© Piet Almekinders - 2009
Adobe Photoshop - VERVOLGCURSUS
Cursusmodule 1 - 1
Oefening Open een willekeurig fullcolor-beeld en maak een selectie van een bepaald gebied. Het is de bedoeling om enkele dingen met deze selectie te gaan doen. • Ga naar het menu ‘Select’ > ‘Save Selection...’. Geef de selectie een willekeurige naam en bevestig het venster met OK. • Deselecteer (Cmd/Ctrl D). De selectie is nu opgeheven en is in principe niet meer oproepbaar. Wij hebben de selectie echter bewaard: • Ga naar menu ‘Select’ > ‘Load Selection...’. Het selectievenster verschijnt en u kunt de zojuist bewaarde selectie oproepen. • Wijs de selectie aan en bevestig het venster met OK. De selectie staat nu weer in het beeld en kan opnieuw toegepast worden. Nieuw hieraan is het bewaren en laden van de selectie. Op deze manier kunt u zoveel selecties maken en bewaren als u wilt. U kunt de selecties tevens bewerken op dezelfde wijze als een Snelmasker:
•
Ga naar het Channels-panel. U ziet onder de laatste kleur de zojuist bewaarde selectie als een Alfakanaal staan. Activeer het Alfakanaal met een klik op de naam van het Alfakanaal (dus níet op het oog). Daarmee ziet u het Alfakanaal als een grijswaardenbeeld, zonder de eigenlijke afbeelding.
•
Maak de afbeelding zichtbaar met een klik op het oogje van de fullcolor samenstelling (het bovenste kanaal). U ziet nu het kleurenbeeld met het Alfakanaal als masker er overheen, op dezelfde manier als u een Snelmasker kunt zien. Bewerk het Alfakanaal met de penseel of met een andere bewerkingsgereedschap.
Kijk goed in het Channels-panel naar de zichtbaarheid en de bewerkbaarheid van de verschillende kanalen. Daar maakt u snel vergissingen mee als u niet gewend bent om met kanalen te werken. Aan de linkerzijde staat bij ieder kanaal een oog. Wanneer het oog er niet staat is het betreffende kanaal onzichtbaar. Aan de rechterzijde staat de naam van het kanaal met het toetscommando om het kanaal te activeren. Met een klik op de naam activeert u het kanaal. Een actief kanaal is altijd herkenbaar aan een markeringskleur.
•
•
Activeer het fullcolorbeeld met een klik op de naam van het bovenste kanaal en maak het Alfakanaal onzichtbaar met een klik op het oog bij het Alfakanaal.
Wanneer u met ingedrukte Cmd/Ctrltoets op het Alfakanaal klikt, wordt hij als een selectie in de afbeelding geladen.
Uiteindelijk heeft het Alfakanaal geen andere functie dan om als selectie te worden gebruikt. U kunt het Alfakanaal nu als een selectie laden.
© Piet Almekinders - 2009
Adobe Photoshop - VERVOLGCURSUS
Cursusmodule 1 - 2
Oefening
Het panel hierboven laat een onjuiste situatie zien en veroorzaakt een foutmelding. Er bestaat een redelijke kans dat u deze foutmelding wel eens zult krijgen. Dat komt omdat de zichtbaarheid en bewerkbaarheid van een kanaal niet met elkaar overeeenkomen: een kanaal dat u bewerkt moet altijd zichtbaar zijn.
De volgende oefening is bedoeld om meerdere Alfakanalen te maken, waarbij we gebruik zullen maken van het ene kanaal om het andere te maken. Open het bestand ‘Haarlem’. Het is een afbeelding van een gracht, een paar huizen en een lucht erboven. Dit beeld moet op drie plaatsen gecorrigeerd worden: in de lucht, in het water en in de huizen met de kade. Alledrie de correcies zijn verschillend, dus moeten er ook drie selecties (Alfakanalen) worden gemaakt. Dat doen we als volgt: • Selecteer de lucht. Als u een goede selectie heeft gemaakt bewaar deze dan met ‘Select’ > ‘Save selection...’. Geef een naam aan de selectie: ‘Lucht’. • Maak vervolgens een selectie van het water. Bewaar dit op dezelfde manier en noem deze ‘Water’. Nu moet er van het tussenliggende gedeelte een selectie gemaakt worden. Dat kan op allerlei manieren, maar het uitgangspunt is dat we gebruik maken van de eerder gemaakte Alfakanalen. We doen het op de volgende manier: • Geef het commando ‘Select’ > ‘Load Selection...’ en laad de selectie ‘Water‘ (tenminste, als deze niet meer geselecteerd staat) en ga vervolgens weer opnieuw naar het commando ‘Load Selection...’, om de selectie ‘Lucht’ te laden. • Wijs als selectie de lucht aan en kruis in het venster vervolgens de optie ‘Add to Selection’ aan. Geef OK, waarna het water én de lucht als selectie in het beeld staan. Het tussenliggende gebied is niet geselecteerd.
•
Keer de selectie om. Nu is alleen het tussenliggende gebied geselecteerd. Bewaar deze selectie en noem het ‘Huizen en kade’.
Er zijn nu drie Alfakanalen gemaakt die elk op hun beurt gebruikt kunnen worden als selectie om drie verschillende gebieden te kunnen bewerken. U mag zelf kiezen wat voor bewerking u aan de drie verschillende gebieden wilt uitvoeren. Bij deze oefeningen is het belangrijk dat u leert om begrippen als selecties en Alfakanalen van elkaar te onderscheiden. Probeer steeds te onthouden dat de selectie het uitgangspunt is voor een beeldbewerking en dat het Alfakanaal een middel is om de selectie te maken en te bewerken.
© Piet Almekinders - 2009
Adobe Photoshop - VERVOLGCURSUS
Cursusmodule 1 - 3
Een kleurkanaal gebruiken om Alfakanaal te maken Tijdens de basiscursus hebben wij al eens naar het Channels-panel gekeken, met betrekking tot de opbouw van een RGB-afbeelding in aparte kleurseparaties. Het is mogelijk om zo’n kleurseparaat te gebruiken als Alfakanaal. Het kan in bepaalde gevallen heel ingewikkeld zijn om een masker te maken dat precies een gewenste vorm heeft, en daarbij kan een kleurkanaal soms uitkomst bieden. Ook hier kunnen we dat het beste duidelijk maken met een oefening.
Oefening We hebben een afbeelding van een meisje met wat los zittend haar (‘Kapsel2’). Achter haar is een egaal grijze achtergrond. Deze moet vervangen worden door een (zelf te bepalen) afbeelding. Er moet dus een selectie komen van het meisje met het haar. We zouden ijverig kunnen gaan klikken met de toverstaf, maar er is een betere manier: • Ga naar de Preferences en controleer onder ‘Interface’ of de optie ‘Show Channels in Color’ uit staat. • Ga naar het Channels-panel en bekijk de afzonderlijke kleurkanalen. Kijk welk kleurkanaal het meeste contrast heeft tussen het haar van het meisje en de achtergrond. • Selecteer het kanaal met het meeste contrast en maak daarvan een duplicaat. Dit doet u via het panelmenu met het commando ‘Duplicate Channel...’ • Er verschijnt een venster waarin u het gedupliceerde kanaal een naam moet geven. Geef een willekeurige naam en geef OK. U heeft nu een Alfakanaal gemaakt dat precies dezelfde beeldinformatie heeft als het gekozen kleurkanaal. • Activeer het nieuwe Alfakanaal en verhoog hierin het contrast vanuit het Curvesvenster. Zorg ervoor dat het haar zoveel mogelijk gesloten zwart wordt en de achtergrond open wit. Controleer de toonwaarden met het info-paneltje. Boven: de originele afbeelding. Links: een gedupliceerd kleurkanaal als Alfakanaal. Rechts: contrastverhoging op het nieuwe kanaal. Het contrast mag beslist niet te hard zijn en moet vooral op de randen nog een klein beetje grijs te zien geven.
•
• •
© Piet Almekinders - 2009
Schilder vervolgens het Alfaknaal dicht met de penseel. Gebruik ook het gummetje om de laatste resten grijs uit de achtergrond weg te vegen. Probeer hierbij wel zoveel mogelijk nuances in het haar te behouden. Vooral met de losse haren aan de bovenzijde kan zo op natuurlijke wijze een nieuw achtergrondbeeld ingepast worden. Wanneer het Alfakanaal geheel bewerkt is moet u de kleursamenstelling in het Channels-panel weer activeren en opletten dat het Alfakanaal niet meer meedoet. Gebruik het nieuwe kanaal als selectie met het menucommando ‘Select’ > ‘Load Selection...’, en wijs hierin het nieuwe kanaal aan.
Adobe Photoshop - VERVOLGCURSUS
Cursusmodule 1 - 4