Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Algemenen weetjes Reizen naar Mars Ruimtestations Satellieten Ruimtesondes Waarom een werkstuk over ruimtevaart?
1. Algemenen weetjes Duizenden jaren geleden konden mensen beelden zien in de sterren, om daarmee de weg van een schip te bepalen. Nu verkennen we een deel van ons heelal door apparaten de ruimte in te sturen. Misschien wonen of werken we later wel in de ruimte, of op een anderen planeet. Onze avonturen in de ruimte zijn nog maar net begonnen!
Waarom reizen we in de ruimte? Zodra de mensen de technologie hadden om door de ruimte te reizen, gingen mensen er heen om de ruimte te ontdekken. Omdat we ontdekkingen hebben gedaan in de ruimte begrijpen we nu beter hoe het in elkaar zit. Misschien reizen we later wel naar anderen planeten of manen om daar nieuwe kostbaren mineralen te winnen. En wie weet voeren we op een dag wel oorlog in de ruimte!
Hoe ziet de ruimte eruit? De ruimte is voor een groot gedeelte leeg. Gassen en vaste deeltjes maken samen enorme klonten, zoals de zon, planeten en hun manen, asteroïden, kometen en anderen sterren. Tussen die klonten is een lege ruimte. Er is geen lucht in de ruimteen er is weinig of geen zwaartekracht of warmte, behalve in de buurt van sterren en planeten.
Ruimtevaartuigen Mensen zijn aangepast aan het leven op aarde, niet aan dat in ruimte. In de ruimte zou een mens zonder bescherming in enkele seconden dood gaan. Dus moeten we de aardse omstandigheden met ons mee nemen in de ruimte. Ruimteschepen en ruimtepakken zorgen voor lucht en warmte, zoals we die op aarde gewend zijn. Alleen geven ze geen zwaartekracht, dat ons op het aardoppervlakte houdt. Maar we kunnen veel en veel makkelijker zonder zwaartekracht dan zonder lucht.
EEN APOLLO-MISSIE 1 2 3 4 5 6
CSM en ML op weg naar de maan CSM laat ML los en cirkelt om de maan ML land ML stijgt op ML wordt aan CSM gekoppeld CSM gaat terug naar de aarde
Race naar de maan In 1961 zei president Kennedy dat er voor 1970 een iemand uit Amerika op de maan zou staan. De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA begon met testen van ruimteschepen en technieken die nodig waren om mensen op de maan te zetten en weer ongedeerd terug op aarde te krijgen. Tijdens zes vluchten met de eenpersoons-Mercury in 1961-1963 en tien vluchten met de tweepersoons-Gemini in 1965-1966 oefende astronauten het veranderen van de baan en het vinden van en het koppelen aan anderen ruimteschepen.
De eerste maanlanding Gemini bereidde de weg voor een missie naar de maan. De driepersoons-Apollo bestond uit modules die losgekoppeld konden worden. Eén astronaut cirkelde in een commando- en servicemodule (CSM) om de maan, terwijl de andere twee in de maanlander (ML) landden. Apollo 11 landden in juli 1969, nog net binnen de door president Kennedy gestelde termijn. Nijl Armstrong was de eerste mens op de maan. Tussen 1969 en 1972 bezochten 12 Apollo-astronauten de maan.
Getrapte raketten Een raket bestaat uit twee of drie delen, of trappen op elkaar. Elke trap heeft tanken met brandstof en oxidantmiddel. Het oxidantmiddel helpt bij het verbranden van de brandstof en is ofwel zuurstof, ofwel een stof die veel zuurstof bevat. De eerste trap tilt de raket van de grond. Als de tanks leeg zijn, wordt de trap los geworpen om het gewicht te verkleinen. De volgende trap wordt ontstoken en dan de daaropvolgende, tot de raket een snelheid van heeft 28.000 km/u heeft bereikt en in de baan om de aarde terecht komt.
Dichtstbijzijnde ster De sterren lijken heel dichtbij, maar ze zijn mega ver weg. Deze getallen hieronder zijn heel hoog, maar toch is het de ster die het dichtste bij ons staat.(Proxima Centauri) In de ruimte zeg je maten meestal met lichtjaren dat is de afstand waar het licht een jaar over doet.(300.000 km. per seconde!) Lichtjaar: 3,4 Kilometer: 39.774.240.000.000 Meter: 39.774.240.000.000.000 Millimeter: 39.774.240.000.000.000.000
2. Reizen naar Mars
Waarschijnlijk lopen mensen over 25 jaar over Mars. De missie daar naartoe wordt de langste en moeilijkste missie tot nu toe. De maan staat altijd best dichtbij de aarde; de afstand is zo’n 284.000 km. De afstand tot Mars verandert van 56 miljoen km tot 400 miljoen km (wanneer Mars ten opzichte van de aarde aan de anderen kant van de zon staat). Als Mars het dichtst bij staat duurt de reis zes maanden. Astronauten zullen waarschijnlijk twee jaar op Mars blijven , dus de hele reis, van de lancering tot de terug keer op de aarde zal zo’n drie jaar duren!
Leven op Mars De astronauten moeten voor drie jaar voedsel mee nemen naar Mars, hoewel ze kunnen proberen groentes te verbouwen zodat ze minder mee hoeven te nemen. Het voedsel moet licht zijn en zal dus gedroogd zijn. Water is zo zwaar dat er geen water voor drie jaar meegenomen kan worden. In plaats daarvan zullen de astronauten het benodigde water zelf maken. De Marsatmosfeer bestaat vooral uit kooldioxide. Als daar waterstof aan toegevoegd wordt, krijg je water om te drinken.
Net als thuis Misschien willen astronauten ooit op mars gaan wonen, bijvoorbeeld als er een verschrikkelijke ramp gebeurd op aarde. Bacteriën zouden gebruikt kunnen worden om zuurstof in de atmosfeer te brengen, waardoor de mensen de lucht in kunnen ademen en buiten gewassen te kunnen laten groeien. Enorme spiegels zouden in een baan om de planeet geplaatst kunnen worden om meer zon licht op Mars te laten komen. Hierdoor zou de bevroren kooldioxide vrijkomen, waardoor een groten watervoorraad gevormd kan worden. Het meer op de aarde laten lijken noemen we terravorming.
Nog even wachten De apertuur die astronauten voor het verblijf op Mars nodig hebben, zal waarschijnlijk vooruit gestuurd worden. De eerste vluchten zullen onder anderen een kernenergie-generator en twee wagens om over het Marsoppervlak te rijden. De astronauten zullen pas gelanceerd worden als de apertuur meld wordt dat alles goed wekt.
3. Ruimtestations de meeste bemande ruimteschepen blijven maar een korte tijd in de ruimte en gaan daarna weer terug naar de aarde. Een ruimtestation blijft zijn hele levensduur in de ruimte. Verschillende bemanning gaat dan naar zo’ n ruimtestation, en gaan weer terug naar de aarde en worden vervangen door anderen bemanning. Het station is een soort drijvend, reusachtig laboratorium. Aan boord gebruiken wetenschappers de gewichtloosheid om bijzondere kristallen te laten groeien of om planten en dieren op anderen manieren te onderzoeken.
Tussenstation In een ruimtestation kunnen wetenschappers de ruimte en de aarde bestuderen. De bemanning wordt ook bestudeerd, om te zien hoe ze beïnvloed worden door
zeer langen ruimtevluchten. In de toekomst kan een ruimtestation misschien als tussenstation gebruikt worden, als astronauten daar aan komen kunnen ze worden voorbereid op een reis naar de maan bijvoorbeeld.
Ruimtestation Mir Het Russische ruimtestation Mir werd in 1986 gelanceerd. Toen het in de ruimte was werd het uitgebreid met extra modules en zonnepanelen. Sommige bemanningsleden zijn gedurende jaar of langer aan boord gebleven om de reactie op geest en lichaam te onderzoeken. Mir te maken gekregen met stroomonderbrekingen, computerstoringen, brand en zelfs en botsing met een ruimteschip, maar heeft alles overleefd. Wetenschappers en technici hebben veel geleerd over het bouwen van ruimtestations omdat ze deze problemen hadden moeten oplossen.
Zwaartekracht Gewichtloosheid kan heel leuk zijn, maar op ten duur kun je re ook zwak van worden. Spieren en botten worden zwak als ze nergens tegen aan kunnen drukken. Dus moeten astronauten trainen om gezond te blijven. In de toekomst zullen ruimteschepen ronddraaien, waardoor er een centrifugale kracht ontstaat die zwaartekracht kan vervangen. Je kunt centrifugale kracht opwekken door een bal aan een touwtje boven je hoofd rond te draaien.
4. Satellieten Satellieten spelen een belangrijke rol in ons leven. Een weervoorspeller kan het weer van morgen bepalen door foto’s die satellieten hebben genomen. We kunnen televisieprogramma’s zien die door satellieten onze huizen binnen gestraald worden. Satellieten dragen camera’s en wetenschappelijke instrumenten die de aarde, planeten en de sterren in de gaten houden, waardoor onze kennis over het heelal zich uitbreid.
Communicatiesatellieten De eerste commerciële satelliet, Telstar , werd in 1962 geglaceerd om tv-signalen van het ene naar het andere continent te sturen. De eerste uitzending duurde maar 20 minuten. Tegenwoordig worden communicatiesatellieten de hele tijd gebruikt om telefoongesprekken, radio en televisieprogramma’s en computer-
gegevens over de hele wereld te verspreiden met de snelheid van het licht.
Het weer voorspellen Weersatellieten tasten de aarde voortdurend af om weer systemen te bekijken. Ze kunnen waarschuwen als er een orkaan het land nadert, en overdag sturen ze televisiebeelden naar de aarde. s’ Nachts gebruiken ze warmtegevoelige infraroodcamera’s, omdat de tempraturen van het land, de zee en de wolken beter zichtbaar worden met warmtebeelden.
Remote sensing Remote sensing is het verzamelen van informatie op een afstand met een satelliet. Sommige sensoren van satellieten zijn alleen gevoelig voor infrarode of ultraviolette stalen. Anderen laten radiogolven van de aarde terug kaatsen. Op deze manier kunnen satellieten verschillende planeten en gesteente waarnemen. Zo kunnen kaartenmakers de verschillen steden, akkers en natuurrijke gebieden laten zien.
Ze verschillen Satellieten variëren in vorm en groten afhankelijk van wat ze doen. Navigatiesatellieten fungeren als bakens aan de hemel waarmee schepen en vliegtuigen hun koers bepalen. Anderen satellieten bestuderen sterren en anderen objecten in de ruimte.
5. Ruimtesondes Mensen zijn nog niet verder dan de maan geweest. Maar automatische ruimteschepen hebben de ruimte tussen de planeten, en verder, doorkruist. Ruimtesondes het hebben ons beeld op het zonnestelsel veranderd. Ze hebben bewezen dat er geen intelligent leven is op Mars, dat Venus geen mooie, zonovergrote planeet is en de manen van de buiten planeten geen saaie, stoffige steenbrokken zijn.
Reis naar de planeten In 1977 gingen Voyager 1 en Voyager 2 op weg om anderen planeten te bestuderen. Als ze dan langs een planeet vlogen werden ze aangetrokken door de zwaartekracht van die planeet en werden dan weer naar de volgende planeet geslingerd. Dit kon omdat de planeten precies op de goede plaats stonden. Anders hadden de ruimtesondes nooit genoeg brandstof mee kunnen nemen.
Het zonnestelsel was verlaten Voyager 1 bereikte in 1980 Saturnus en verliet toen het zonnestelsel. Voyager 2 vloog in 1986 lang Uranus en drie jaar later langs Neptunes en verliet toen ook het zonnestelsel. De voyagers namen dichtbij adembenemende foto’s van deze verre planeten.
De ruimtesonde Galileo De ruimtesonde Galileo werd in 1986 gelanceerd om de reuze planeet Jupiter te verkennen. Hij werd vernoemt naar de Italiaanse astronoom die in 1910 de manen van Jupiter ontdekten. Onderweg nam Galileo ook de eerste foto’s van de asteroïden Gaspra en Ida. In 1995 werd Galileo Jupiters eerste kunstmatige satelliet. De sonde liet een kleine sonde in Jupiters stormachtige atmosfeer vallen en ging verder met onderzoeken van Europa en lo, twee manen van Jupiter.
Buitenaards leven? Ruimtesondes doen vaak verassende ontdekkingen. Wetenschappers denken dat Europa de meest logische plek is voor buitenaards leven in ons zonnestelsel. Wat zullen de sondes aantreffen als ze op de manen van buiten planeten landen? Als er intelligent leven is heeft het waarschijnlijk de hete binnenplaneten, zoals de aarde vermeden, en zijn ze naar de koudere buitenplaneten getrokken. Hoe lang zal het duren voor ruimtesondes sporen van een landingsplaats vinden of echt leven?
6. waarom een werkstuk over ruimtevaart? Ik heb mijn werkstuk over ruimtevaart gemaakt omdat ik het heel interessant vind. Wand ik hou wel van techniek en wetenschap en dat vind je vaak terug in de ruimtevaart. Het boeit me ook wel hoe ze alles doen in de ruimte, hoe het werkt en wat ze vinden in de ruimte en op de planeten. Toen we zelf mochten kiezen wat voor werkstuk je ging maken kwam ik al vrij snel op het idee om het over de ruimtevaart of over het heelal te doen, maar uiteindelijk is het toch ruimtevaart geworden! Zo kwam ik op het idee. En dit is dan al weer het einde van mijn werkstuk hopelijk vond je het leuk en lees je het snel noch eens!
Einde.