Inhoud van de toelichting 1. Inleiding 1.1. 1.2. 1.3.
Aanleiding Beschrijving plangebied Leeswijzer
2. Beleidskader 2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
Rijksbeleid Provinciaal en regionaal beleid Gebiedsgericht beleid Gemeentelijk beleid
3. Analyse plangebied 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7. 3.8. 3.9.
Inleiding Bodem en water Landbouw Recreatie Landschap en cultuurhistorie Ecologie Wonen en niet-agrarische bedrijvigheid Verkeer en overige infrastructuur Luchtkwaliteit
4. Beleidsvisie 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5.
Inleiding Landbouw Recreatie Zellingen Overige functies
5. Bestemmingsregeling 5.1. 5.2.
Planvorm Toelichting op de bestemmingsregeling
1
blz. 3 3 3 4 5 5 7 9 11 13 13 13 14 15 15 18 20 21 23 25 25 25 26 27 27 29 29 29
6. Economische uitvoerbaarheid
33
7. Inspraak en overleg
35 35 43
7.1. 7.2.
Inspraak ex artikel 6a WRO Overleg ex artikel 10 Bro
Bijlagen: 1. 2. 3. 4. 5.
Bodemkwaliteit. Toelichting algemene aanpak milieuzonering met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Bedrijfsinventarisatie. Verslag inspraakavond. Reacties overleg artikel 10 Bro.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Inhoud van de toelichting
2
Figuur 1 Ligging van het plangebied
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
3
1. Inleiding 1.1. Aanleiding
De polder Esse Gansdorp en Blaardorp, beter bekend als Hitland, wordt nagenoeg geheel in beslag genomen door twee grondgebruiksvormen: landbouw en recreatie. In het gebied is sprake van een aantal, in de afgelopen jaren uitgevoerde ontwikkelingen, die herziening van het bestemmingsplan gewenst maken. Het gaat daarbij om de volgende projecten: recreatieve ontwikkelingen; uitvoeringen van het gebiedsgericht beleid voor de Hollandsche IJssel; uitvoering van het landinrichtingsproject (herinrichting) Hitland. Genoemde projecten zijn aanleiding om een nieuw bestemmingsplan op te stellen voor het gebied Hitland, zodat inmiddels gerealiseerde voorzieningen planologisch worden ingekaderd en een adequaat instrumentarium kan worden geboden voor het beheer van het gebied en eventuele ontwikkelingen. Het doel van dit bestemmingsplan is dan ook om de recente ontwikkelingen in het gebied, zoals hiervoor kort aangeduid, te vertalen in een toegesneden bestemmingsregeling.
1.2. Beschrijving plangebied Begrenzing Het plangebied wordt aan de noordwestzijde begrensd door de bebouwing aan de 's-Gravenweg (die niet in het plangebied is opgenomen), aan de oostzijde door de gemeentegrens met Ouderkerk en aan de zuidwestzijde door de grens met Capelle aan den IJssel. Omdat met betrekking tot de bebouwing langs de 's-Gravenweg geen bijzondere ontwikkelingen spelen is deze bebouwing niet opgenomen in de herziening van het bestemmingsplan Hitland. Op figuur 1 is de ligging van het plangebied weergegeven. Gebiedskarakteristiek Het plangebied kan worden gekarakteriseerd als een gebied met een agrarische en recreatieve hoofdfunctie. Aan de noord- en zuidzijde van het gebied is sprake van aanzienlijke oppervlakten aan recreatiegebied, met daartussen een agrarisch gebied. In beide recreatiegebieden is met name de extensieve recreatie van belang (wandelen, fietsen, paardrijden, schaatsen) in een bos- en natuurrijke omgeving. Daarnaast komen intensievere recreatievoorzieningen voor in de vorm van een golfbaan en een ijsbaan. Het Recreatieschap Hitlandbos heeft de golfbaan uitgebreid van 9- naar 18-holes. Dat betekent ruwweg een verdubbeling van het bestaande golfterrein in noordoostelijke richting. Het agrarische deel van het plangebied bestaat uit grasland; deze gronden zijn in gebruik ten behoeve van de melkrundveehouderij. Aan de Groenendijk zijn vier agrarische bedrijven gevestigd. Bij het buurtschap Groot Hitland komt daarnaast bebouwing voor in de vorm van woningen en bedrijven. Het groene, recreatieve gebied Hitland is regionaal van zeer groot belang als bufferzone tussen de stedelijke gebieden van Nieuwerkerk aan den IJssel en Capelle aan den IJssel en daardoor als verbindingszone tussen het Groene Hart (Rottemerengebied) en de Krimpenerwaard. Vigerende regelingen Het plangebied maakt deel uit van het bestemmingsplan "Hitland", dat is vastgesteld door de gemeenteraad van Nieuwerkerk aan den IJssel op 1 december 1981.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Inleiding
4
1.3. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt het relevante beleid beschreven dat het kader vormt waarbinnen het bestemmingsplan voor Hitland moet worden opgesteld. Hoofdstuk 3 omvat een analyse van het plangebied. Daarin wordt per sector de bestaande situatie in het plangebied beschreven. Vervolgens wordt aangegeven welke ontwikkelingen vanuit de betreffende sector te verwachten zijn in de bestemmingsplanperiode. Teneinde het ruimtelijk beleid voor het plangebied te kunnen formuleren als basis voor bestemmingsplankaart en voorschriften, is in hoofdstuk 4 aangegeven welke ruimtelijke ontwikkeling in het plangebied worden voorzien. Hoofdstuk 5 bevat een toelichting op de juridische regeling van het bestemmingsplan, waarna in hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de economische uitvoerbaarheid. In hoofdstuk 7 tenslotte is het overleg ex artikel 10 Bro verwerkt en zal te zijner tijd de maatschappelijke uitvoerbaarheid worden behandeld door middel van een verslag over inspraak ex artikel 6a WRO.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
5
2. Beleidskader 2.1. Rijksbeleid
Op dit moment is het vigerend rijksbeleid nog de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra (VINEX, 1999). Hierin is de beleidskaart Nationaal Landschap Groene Hart opgenomen. Het plangebied ligt binnen de begrenzing van dit nationaal landschap. Het beleid is erop gericht om enerzijds de concurrentiepositie van de Randstad te versterken en anderzijds het milieu en de leefbaarheid in de Randstad veilig te stellen. Het Groene Hart heeft in dat verband een essentiële functie als groene buffer en grootschalig open en agrarisch gebied tussen grote stedelijke concentraties. Op een lager schaalniveau heeft het plangebied een belangrijke buffer- en recreatiefunctie tussen enerzijds het Rottemerengebied en de Krimpenerwaard en Nieuwerkerk en Capelle aan den IJssel anderzijds. Het plangebied vormt op de PKB-beleidskaart Nationaal Landschap Groene Hart een aandachtsgebied voor bereikbaarheid en toegankelijkheid van het Groene Hart. In januari 2002 is deel 3 van de Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening verschenen (kabinetsstandpunt). De behandeling van de Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening is gestaakt. De huidige Vijfde Nota en het Tweede Structuurschema Groene Ruimte worden geïntegreerd in de Nota Ruimte om het aantal rijksnota's te verkleinen en de eenduidigheid van het rijksbeleid te vergroten. Om het buitengebied te vrijwaren van bebouwing en om voor langere tijd de grenzen van verstedelijking vast te leggen, zijn de rode contouren geïntroduceerd. Binnen het bestaand stedelijk gebied mag contingentsvrij gebouwd worden. Nationaal Landschap Groene Hart Er zijn zeven grote nationale landschappen aangewezen, waaronder het Groene Hart. Voor ieder Nationaal landschap ontwikkelt het Rijk het ontwikkelingsprogramma in overleg met de provincies en betrekt daar de in het gebied liggende gemeenten bij. Door middel van een Kwaliteitszonering worden de ontwikkelingsmogelijkheden en investeringen binnen de Nationale Landschappen per zone (landschappelijke eenheden, randzones, transformatiezones) bepaald. Aan de hand hiervan kan bepaald worden waar behoud en herstel nodig is, welke ontwikkelingsmogelijkheden er voor bijvoorbeeld landbouw, water, recreatie, groen, wonen en toerisme zijn en in welke gebieden een actieve kwaliteitsverbetering noodzakelijk is. Recreatie In het streekplan beschrijft de provincie, uitgaande van de ontwikkelingsgerichte landschapsstrategie in welke zones ingrepen mogelijk zijn om te voorzien in de vraag naar recreatiewoningen. Per zone worden randvoorwaarden gesteld waaraan ontwikkeling van recreatiecomplexen en woningen en attractieparken moet voldoen, waardoor een goede inpassing in het landschap gewaarborgd is. In Nationale en Provinciale Landschappen wordt de ontwikkeling en begrenzing van nieuwe recreatiecomplexen en individuele recreatiewoningen expliciet meegenomen in het ontwikkelingsprogramma. Recreatiewoningen mogen niet permanent worden bewoond. Voor de uitbreiding van bestaande en de ontwikkeling van nieuwe verblijfsrecreatiecomplexen en ontwikkeling van nieuwe individuele recreatiewoningen, geldt dat de gemeenten moeten voorkomen dat permanente bewoning plaatsvindt. Nieuwe recreatiewoningen en -complexen en attractieparken dienen landschappelijk goed te zijn ingepast. Het rijk toetst alle ruimtelijke plannen en initiatieven en de bijbehorende onderbouwing aan dit criterium. Binnen natuurgebieden geldt een Nee-tenzij beleid voor nieuwe voorzieningen voor omvangrijke uitbreiding van permanente verblijfsrecreatie waaronder bungalowparken.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Beleidskader
6
Figuur 2 Uitsnede streekplankaart
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Beleidskader
7
Structuurschema Groene Ruimte Een belangrijk thema in het Structuurschema Groene Ruimte is openluchtrecreatie en toerisme. Het ruimtelijk beleid is gericht op het instandhouden van de recreatief-toeristische basisstructuur en het waarborgen van de kwaliteit en duurzaamheid daarvan. De kwalitatieve en kwantitatieve mogelijkheden voor recreatie en toerisme in verstedelijkte gebieden dienen uitgebreid te worden, rekening houdend met de voor die gebieden gewenste ruimtelijke kwaliteit. Daarnaast valt het plangebied onder de werking van de Randstadgroenstructuur. De verdere ontwikkeling van de Randstadgroenstructuur zal − met inbegrip van natuur- en landschapsontwikkeling − in belangrijke mate moeten bijdragen aan het creëren van een in internationaal opzicht wervend woon- en vestigingsklimaat. Wat betreft het recreatieve aspect van de Randstadgroenstructuur zal het beleid meer op kwaliteit dan op kwantiteit gericht zijn. Uit het oogpunt van natuurbeleid krijgt het ecologisch functioneren van de Randstad nadrukkelijk de aandacht. In het Structuurschema Groene Ruimte 2 (2002, behandeling gestaakt) worden de algemene beoogde kernkwaliteiten voor het landelijk gebied genoemd. Dat zijn onder andere: herkenning van verleden en vernieuwing in het landschap; een vitaal en herkenbaar watersysteem; behoud en versterking van de ruimtelijk diversiteit. Nadere uitwerking Groene Hart Deze nadere uitwerking van de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening vormt de basis voor de uitvoering van een veertiental strategische projecten en heeft het jaar 2015 als horizon. Van belang voor het plangebied is het project Hollandsche IJssel-West. Het doel van het lopende project is de sanering van de rivier en de verontreinigde zellingen en een nieuwe inrichting van de oevers. De Hollandsche IJssel is in het Groene Hart een belangrijk ruimtelijk structurerend element met een hoge (potentiële) gebruiks- en belevingswaarde. De Hollandsche IJssel vervult voor het Groene Hart als geheel enkele belangrijke functies: onderdeel van het Blauwe Netwerk en een belangrijk onderdeel van de verbinding tussen het IJsselmeer en de Delta (natuur en recreatie); onderdeel van het Groene Netwerk: fietsroutes langs de dijk, voorzieningen op knooppunten; daarop aansluitend dagrecreatie in de buitendijkse gebieden; water aan- en afvoer voor het Groene Hart. De vervuiling van water en waterbodem, zoals een groot aantal buitendijkse gebieden (zellingen), is een belangrijke belemmering voor realisatie van bovengenoemde potenties. De drie te saneren onderdelen (water, waterbodem, zellingen) zijn alle van wezenlijk belang voor het Groene Hart als geheel. De in uitvoering zijnde sanering van water en waterbodem (stopzetten vervuiling en opruimen vervuild materiaal) betekent een belangrijke kwaliteitssprong die van wezenlijk belang is voor de waterrecreatie en de waterinlaatfunctie. Sanering van de zellingen is een belangrijke voorwaarde voor een goed gebruik van de oevers voor dagrecreatie en als onderdeel van een Blauw en Groen Netwerk. De zellingen moeten vervolgens ook worden ingericht voor dit gebruik. Door het ontwikkelen van nieuwe functies op de zellingen kan de ruimtelijke kwaliteit sterk worden verbeterd. Hier wordt onder gebiedsgericht beleid nader op ingegaan. Water De Vierde Nota Waterhuishouding stelt de kaders waaraan ruimtelijke ontwikkelingen moeten voldoen waar het gaat om behoud en verdere ontwikkeling van de waterhuishouding op landelijk niveau.
2.2. Provinciaal en regionaal beleid In het Streekplan Zuid-Holland Oost (november 2003) is het plangebied deels aangeduid als agrarisch gebied met bijzondere waarden en deels als natuur en openluchtrecreatiegebied of stedelijk groen. In dit gebied buiten de contour geldt een restrictief beleid ten aanzien van stedelijke ontwikkelingen. Klein Hitland is verblijfsrecreatiegebied.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Beleidskader
8
Agrarisch gebied met bijzondere waarden (A+) Gebied met als hoofdfunctie landbouw (met name grondgebonden veehouderij) waarbinnen (verspreid) natuur-, landschappelijke en cultuurhistorische waarden voorkomen die beschermd dienen te worden. Binnen het gebied met de aanduiding agrarisch gebied met bijzondere waarden (A+) bestaat naast een drooglegging van 60 cm, maximaal 20% van het beschikbare areaal voor maïsteelt, verruiming van het bouwblok tot 1 ha, eveneens de mogelijkheid tot nieuwvestiging van agrarische bedrijven. Dit in het kader van organische structuurverbetering en kwaliteitsverbetering van het landelijk gebied. In het streekplan is het centrale deel van het plangebied aangeduid als waardevol weidevogelgebied. Natuurgebied Binnen gebieden met de hoofdfunctie natuur is, waar inpasbaar, extensief recreatief medegebruik toegestaan. Binnen groene contouren rond natuurgebieden geldt een nee tenzij beleid ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen. Recreatie In het ruimtelijk beleid in A+-gebieden ligt de nadruk op (extensieve) openluchtrecreatie, waterrecreatie, netwerken en routestructuren en bijbehorende voorzieningen op recreatieve knooppunten. Er wordt gestreefd naar verbreding van activiteiten bij de landbouw. Mogelijkheden daarvoor kunnen ook gevonden worden in het ontwikkelen van agrotoerisme. In de A+-gebieden is het agrarische cultuurlandschap bepalend voor de aard en omvang van de toe te laten recreatieve ontwikkelingen. Het beleid voor de A+-gebieden laat toe dat agrarische bedrijven op het bouwblok worden uitgebreid met kleinschalige dan wel extensieve (verblijfs)recreatie, mits dit geen afbreuk doet aan de landschappelijke kwaliteit en identiteit van het gebied. Nieuwe grootschalige (verblijfs)recreatieve voorzieningen zijn uitgesloten. Uitbreiding van bestaande recreatieve voorzieningen kan − onder voorwaarden − mogelijk zijn wanneer deze ten dienste staan van de agrarische sector en de dagrecreatie. Binnen openluchtrecreatiegebied of stedelijk groen is kleinschalige of extensieve dag- of openluchtrecreatie en verblijfsrecreatie toegestaan. Grootschalige verblijfsrecreatie zoals campings en recreatieparken is ook toegestaan, mits ondersteunend aan de functie van het gebied. Voor grootschalige of intensieve dag- of openluchtrecreatie zoals sport/recreatieparken en golfbanen is een afweging op basis van aard en schaal noodzakelijk. Water In het Beleidsplan Milieu en Water 2000-2004 (februari 2000) geeft de provincie Zuid-Holland hoofdrichtingen aan voor het milieu- en waterbeleid ten einde deze een meer sturende rol te geven voor een duurzame verbetering van de kwaliteit van de omgeving. Hollandsche IJssel Het Streekplan staat het ontwikkelen van zellingen, waar in het kader van het Uitvoeringscontract Hollandsche IJssel 1999-2010 stedelijke functies aan zijn toegekend, niet in de weg. Het is hierbij aan de gemeente om tot een nadere afweging te komen. De hoofdopgave in het gebied van de Hollandsche IJssel bestaat uit transformatie van een vervuild en verpauperd gebied naar een gebied waar (hoogwaardige) industrie- en woonlocaties gecombineerd zijn met natuurontwikkeling. In het Project Hollandsche IJssel werken dertien overheidsinstanties al sinds enkele jaren samen conform het Uitvoeringscontract Hollandsche IJssel 1999-2010. Dit contract regelt de uitvoering van deelprojecten, gericht op het herontwikkelen en saneren van de rivier en de zellingen (buitendijkse gebieden) langs de oevers. Voor een aantal van de zellingen, zoals de zellingen Blok en De Onderneming in de gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, is een functiewijziging voorzien. Op basis van een evaluatie kan de Stuurgroep Hollandsche IJssel besluiten om voor een aantal locaties de ruimtelijke en milieuhygiënische ambities te herzien. Bij de beoordeling van plannen in het rivierbed van de Hollandsche IJssel is de RWS-beleidslijn bouwen bed Hollandsche IJssel (ingangsdatum 1 juni 2001) richtinggevend. Deze beleidslijn heeft als belangrijkste oogmerk het waarborgen van het bergend vermogen van het rivierbed van de Hollandsche IJssel. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Beleidskader
9
In de Integrale Regiovisie Midden-Holland (2002) is het plangebied aangeduid als veenweidegebied. Groot Hitland is zoeklocatie voor woningbouw. Groene Hartvisie (2000-2001) De drie Groene Hartprovincies hebben een gezamenlijke Groene Hartvisie opgesteld. Het plangebied is hierin aangegeven als groen uitloopgebied voor de stedelijke gebieden en als bufferzone tussen stedelijke uitleg. Door een meer landschapsparkachtige inrichting hebben deze gebieden kwaliteiten voor extensieve recreatie. Uitdaging is het duurzaam waarborgen van groene functies.
2.3. Gebiedsgericht beleid In het Startcontract Hollandsche IJssel (31 mei 1996) is een groot aantal projecten aangekondigd, gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de rivier en de zellingen. Het gaat daarbij om de milieukwaliteit en de ruimtelijke kwaliteit (gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde). In het Startcontract is een aantal projecten opgenomen dat is gericht op functiewijziging van enkele zellingen grenzend aan Hitland. Uitvoeringscontract Hollandsche IJssel 1999-2010 Het project Hollandsche IJssel is een samenwerkingsproject. Het Uitvoeringscontract Hollandsche IJssel 1999-2010 bevat om die reden een reeks afspraken die de samenwerking tussen de betrokken overheden regelt. Ook zijn in het Uitvoeringscontract de ambities en doelstellingen van het project verwoord: Wat willen de partijen met de Hollandsche IJssel en de aanliggende gebieden. Het Uitvoeringscontract bevat een werkprogramma dat tot en met 2010 loopt. Het werkprogramma geeft op hoofdlijnen aan wat wanneer gebeurt en wie de verantwoordelijke partij is voor de verschillende deelprojecten. De deelprojecten die voor de gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel zijn genoemd, staan ook genoemd in het Startconvenant Hollandsche IJssel, zoals hierboven is beschreven. In het beeldkwaliteitplan voor de Hollandsche IJssel (mei 1998, Bureau Alle Hosper, landschapsarchitectuur en stedebouw) worden de identiteit en de specifieke kenmerken van de Hollandsche IJssel behandeld. Deze beeldkenmerken dienen waar mogelijk te worden verankerd in het beleid, zoals in dit bestemmingsplan, om te komen tot het gewenste samenhangende totaalbeeld. De zellingen langs de rivier vormen relatief autonome plekken met een sterk eigen karakter die onderling sterk kunnen verschillen. Het karakter van een zelling staat onder invloed van de directe omgeving. Deze plekken worden door de oevers, de dijken en het water bij elkaar gehouden. Er worden binnen het netwerk van continue elementen plekken met een bijzondere betekenis onderscheiden, de zogenaamde "ankers". Ten aanzien van dit plangebied is van belang dat de hele strook van "Kortland en Kleinpolder" tot "Groot Hitland" is aangemerkt als groen anker (natuur). Dit gebied is als bijzonder benoemd als grootste, onbebouwde gebied aan de Hollandsche IJssel en bovendien via de Hitlandzone de verbinding legt met de groene gebieden boven Rotterdam. Er is een sterke combinatie met recreatieve functies wenselijk. Ook zijn in dit bestemmingsplangebied blauwe ankers aangegeven, plekken waar de ruimte voor natuurontwikkeling relatief groot is. Het voormalige balkengat tussen Moordrecht en Nieuwerkerk, dat nog van de rivier gescheiden is door een wand van rietpluimen op de smalle balkenkade, is van cultuurhistorische waarde. Natuurontwikkeling kan hier plaatsvinden in combinatie met het ontwikkelen van een jachthaven. Voor het gebied langs de Groenendijk tegenover het monument is ruimte voor het ontwikkelen van langwerpige eilanden met getijdekreken erachter, ter plaatse van de voormalige zelling. Voor de vormgeving van de dijken en de oevers zijn richtlijnen aangedragen om te zorgen voor een eenduidige behandeling ervan. Om de beeldkwaliteit van de oevers te concretiseren en een juridisch-planologisch toetsingskader te bieden is het voorbeeldbestemmingsplan Hollandsche IJssel opgesteld (augustus 2001, RBOI). In de betreffende rapportage zijn richtlijnen opgenomen voor inrichting van de oever.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Beleidskader
10
Figuur 3 Functies
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Beleidskader
11
In het bestemmingsplan Hitland is de mogelijkheid tot de aanleg van natuurvriendelijke oevers opgenomen in de voorschriften van de bestemmingen Groenvoorzieningen, Natuurgebied en Water. Bij de aanleg ervan zal gebruik worden gemaakt van het toetsingskader van het genoemde voorbeeldbestemmingsplan.
2.4. Gemeentelijk beleid De gemeente wordt gekenmerkt door een rustige en ontspannen woonomgeving in vergelijking met de regio. Deze kwaliteit dient behouden te blijven. In de vastgestelde Structuurvisie (1 juli 2004) wordt gekozen voor uitbouw van het landelijke karakter van Nieuwerkerk. Nieuwerkerk wil een eigen ruimtelijke identiteit blijven door behoud van groene ruimtes tussen de kern en het omliggende stedelijke gebied. Inrichtingsplan Groene Zoom Met de provincie Zuid-Holland heeft de gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel beleid uitgewerkt voor de instandhouding van een groene buffer tussen Capelle aan den IJssel en Nieuwerkerk aan den IJssel. Doel is het realiseren van een sterk raamwerk waarmee de identiteit van het gebied wordt vastgelegd en waardoor nieuwe ruimteclaims worden geweerd. Het raamwerk bestaat uit ecologische verbindingen (voor water-, moeras- en bossoorten) tussen het Rottemerengebied en Hitland en een aantal langzaamverkeersverbindingen (wandel- en fietspaden). In het inrichtingsplan worden de volgende te ontwikkelen elementen aangegeven: een combinatie van recreatieve functies en natuurontwikkeling; natuurontwikkeling in de vorm van een moeraszone van minimaal 30 m breed en een aantal "stepping stones"; eventueel ruimte voor volkstuinen; een boscorridor; fietspaden in noord-zuid- en oost-westrichting, voetpaden en eventueel ruiterpaden. Binnen het raamwerk kunnen verschillende vormen van openluchtrecreatie een plaats krijgen, mits een dergelijke ontwikkeling een bijdrage levert aan de realisatie van het nagestreefde raamwerk. Herinrichting Hitland In het gebied Hitland is een herinrichting uitgevoerd. In de herinrichting Hitland zijn aan de noord- en zuidzijde van het gebied, aansluitend op de al bestaande bosgebieden, aanzienlijke oppervlakten voor recreatief gebruik ingericht (bosaanplant, aanleg paden en voorzieningen). Tussen beide gebieden, langs de Molenwetering, is een fietspad aangelegd, met een aantal dwarsverbindingen in noordelijke en zuidelijke richting. Daarnaast zijn maatregelen uitgevoerd die zijn gericht op het verbeteren van de verkaveling, waterbeheersing (afgestemd op de landbouw, recreatie en natuurwaarden), natuurontwikkeling, realisatie van ecologische verbindingszones en landschapsbouw. Op enkele administratieve aspecten na, is de herinrichting afgerond. Ten behoeve van de landbouw is de waterbeheersing verbeterd door de verbetering en aanleg van waterlopen, kunstwerken en een gemaal (aan de Groenendijk). Er zijn peilverlagingen doorgevoerd en de mogelijkheden voor wateraanvoer zijn verbeterd. Verder is de verkaveling verbeterd en zijn twee bedrijven verplaatst naar nieuwe bouwkavels. Wat betreft natuur, landschap en cultuurhistorie is het herinrichtingsplan gericht op handhaving van het karakter van het gebied (verkavelingspatroon), veiligstelling van bestaande natuurgebieden en de realisatie van nieuwe natuurgebieden. Door deze nieuwe natuurgebieden wordt de ecologische infrastructuur in het gebied aanmerkelijk versterkt. Er zijn voorzieningen getroffen om het waterniveau in de natuurgebieden op peil te houden. Bovendien is bij de inrichting van de recreatiegebieden waar mogelijk rekening gehouden met de bestaande natuurwaarden en mogelijkheden voor natuurbouw. Het herinrichtingsplan is in belangrijke mate gericht op het vergroten van de mogelijkheden voor openluchtrecreatie in het gebied. Daartoe zijn wegen, parkeerplaatsen, fiets-, voet- en ruiterpaden, beplantingselementen, waterpartijen en speel- en ligweiden aangelegd. Door de herinrichting is de oppervlakte recreatie- en natuurgebied aanzienlijk toegenomen in het gebied. De eigendom van deze gebieden is overgedragen aan het Recreatieschap Hitlandbos. Dat geldt ook voor de gronden waar nu de uitbreiding van de golfbaan is gerealiseerd. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Beleidskader
12
Prostitutiebeleid Ter uitvoering van het ruimtelijk beleid met betrekking tot de opheffing van het prostitutieverbod is een algemene herziening voor de geldende bestemmingsplannen vastgesteld op 31 oktober 2000. Deze herziening is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 1 februari 2001. De bepalingen van deze herziening zijn ook in dit plan opgenomen. Er is gekozen voor het maximumstelsel, waarbij de vestiging van 1 seksinrichting kan worden toegestaan. Binnen het bestemmingsplangebied Hitland is geen seksinrichting toegestaan, ook is prostitutie als beroep in een woning uitgesloten. Aanpak permanente bewoning Op recreatiecentrum Hitland wordt permanent gewoond. Uit de door adviesbureau MB-ALL B.V. uitgevoerde inventarisatie op het recreatiepark blijkt dat ruim 81% van alle geïnventariseerde objecten permanent wordt bewoond. Als dit beeld wordt doorgetrokken naar alle objecten dan is de verwachting dat tussen de 80 tot 90% van het totale aantal objecten op recreatiecentrum Hitland permanent worden bewoond. Het gemeentelijke beleid is erop gericht de recreatieve functies van het gebied Hitland te behouden en te versterken. Gelet hierop kiest de gemeente niet voor legalisatie van de permanente bewoning op recreatiecentrum Hitland. De gebruiksbepalingen van het vigerende en het nieuwe bestemmingsplan Hitland, in combinatie met de begripsbepalingen, verbieden gebruik van stacaravans en recreatiewoningen voor permanente bewoning. De gemeente heeft dit gebruiksverbod tot op heden niet actief gehandhaafd. Met de Beleidsen uitvoeringsnotitie aanpak permanente bewoning recreatiecentrum Hitland (MB-ALL BV, april 2004) wordt ingezet op een actief handhavingsbeleid. Het bestemmingsplan vormt het juridische uitgangspunt voor de aanpak van permanente bewoning. Indien in strijd met de (gebruiks)voorschriften van het bestemmingsplan wordt gehandeld, zal de gemeente hiertegen handhavend optreden. Door het feit dat voorheen niet actief is opgetreden, zijn er in de loop der jaren situaties van permanente bewoning op het recreatiecentrum ontstaan. In het verleden heeft dit al geleid tot het verstrekken van objectgebonden gedoogverklaringen voor in totaal 46 objecten. Voor deze en andere bestaande situaties van permanente bewoning moet een oplossing worden gezocht die recht doet aan de situatie dat de bewoners al gedurende kortere of langere tijd permanent wonen, zonder dat de gemeente hiertegen is opgetreden. In die gevallen kan de gemeente kiezen voor het verstrekken van persoonsgebonden gedoogverklaringen. Om te kunnen beoordelen of iemand in aanmerking komt voor een persoonsgebonden gedoogverklaring, moet een zogenaamde peildatum worden vastgesteld. Deze datum is het ijkpunt voor het handhavingsbeleid. Vanaf deze datum is het voor iedereen duidelijk dat permanente bewoning is verboden en dat tegen overtredingen door de gemeente zal worden opgetreden. De gemeente zal als 1) peildatum 31 oktober 2003 aanhouden. Dit conform het beleid over permanente bewoning dat de Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu, vooruitlopend op de Nota Ruimte, aan gemeenten en provincies kenbaar heeft gemaakt.
1)
Brief van de Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu aan de gemeenten d.d. 10 oktober 2003.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
3. Analyse plangebied
13
3.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt voor een aantal sectoren de bestaande situatie beschreven en zijn te verwachten ontwikkelingen binnen de bestemmingsplanperiode aangegeven. Figuur 3 bevat een overzicht van bestaande functies en ontwikkelingen. Als basis voor de beschrijvingen van de overige (gebruiks)functies zal in de eerste plaats worden ingegaan op bodem en water, als belangrijke randvoorwaarden voor het gebruik van het gebied en de voorkomende kwaliteiten. Vervolgens zal op de aanwezige functies worden ingegaan.
3.2. Bodem en water Bestaande situatie De bodem in het plangebied bestaat overwegend uit veengronden (bron: bodemkaart 1:50.000, Stichting voor Bodemkartering). In een brede zone langs de Hollandsche IJssel is sprake van klei-op-veengronden. In verband met de hoge grondwaterstanden en de daarmee samenhangende slechte draagkracht van de ondergrond zijn de bodems in het plangebied slechts (beperkt) geschikt voor weidebouw en bosbouw en weinig geschikt voor akkerbouw. De bodem in het plangebied is tevens aan te merken als zeer tot extreem zettingsgevoelig. Het gebied is door het Hoogheemraadschap van Schieland derhalve aangemerkt als niet geschikt voor verstedelijking en glastuinbouw. Het waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheer in het plangebied wordt uitgevoerd door het Hoogheemraadschap van Schieland. Het plangebied bestaat uit één bemalingsgebied, namelijk de Polder Esse, Gansdorp en Blaardorp. De ontwatering van de gronden in de polder is over het algemeen matig. In het overgrote deel van het plangebied komt grondwatertrap II voor. Dit houdt in dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand minder dan 40 cm beneden maaiveld bedraagt. De gemiddelde diepste waterstand is 50 tot 80 cm beneden maaiveld. In een zone van beperkte omvang langs de Groenendijk Zuid is sprake van beter ontwaterde gronden (grondwatertrap III; gemiddeld hoogste grondwaterstand minder dan 40 cm, gemiddeld laagste grondwaterstand tussen 80 en 120 cm). Het plangebied kan overigens worden aangemerkt als infiltratiegebied. In het kader van de herinrichting Hitland is de waterbeheersing van de landbouwgronden verbeterd door een peilverlaging door te voeren. De gemiddelde drooglegging (hoogteverschil tussen maaiveld en oppervlaktepeil) in het gebied is 50 tot 60 cm en varieert van minder dan 20 cm in sommige delen van het veenweidegebied tot plaatselijk meer dan 100 cm in de tot recreatiegebeid heringerichte gebieden. De drooglegging is bepalend voor de aanleghoogte van nieuwe bebouwing en de hoeveelheid aanvullende waterberging die daarbij eventueel gegraven moet worden. Het overtollige water uit de polder wordt nabij Capelle aan den IJssel uitgeslagen op de Hollandsche IJssel. Vanuit de Ringvaart van de Polder Prins Alexander vindt inlaat van water plaats. Dit water is ook weer afkomstig uit de Hollandsche IJssel. De inlaat van water is nodig ten behoeve van de doorspoeling van watergangen en ten behoeve van verbetering van de waterkwaliteit. Ten aanzien van de fysisch-chemische waterkwaliteit geldt dat het gehalte aan fosfaten de landelijke norm aanzienlijk overschrijdt. Dit wordt deels veroorzaakt door af- en uitspoeling van meststoffen, maar ook door mineralisatie van de veenbodem. Het stikstofgehalte in de polder is relatief laag ten opzichte van het inlaatwater en overschrijdt de landelijke norm slechts gering. Het chloridengehalte, van belang voor de veeteelt, ligt ruim onder de maximaal toegestane landelijke waarde. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Analyse plangebied
14
De scores op ecologische parameters zijn vrijwel allemaal goed, evenals het doorzicht. De ontwikkeling van slootvegetaties is een punt van aandacht. De natuurwaarden in het plangebied zijn sterk afhankelijk van de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater. Door het strengere milieubeleid wordt op termijn een verbetering van de waterkwaliteit verwacht. Bodemverontreiniging De provincie Zuid-Holland hanteert bij de beoordeling van bestemmingsplannen de richtlijn dat voorafgaand aan de vaststelling van een plan een onderzoek naar de bodemkwaliteit moet worden uitgevoerd op gronden waar herinrichting is voorzien. Op enkele locaties binnen het plangebied is bodemverontreiniging vastgesteld. Daarnaast is een aantal locaties in het plangebied opgenomen in het Bodemsaneringsprogramma van de provincie Zuid-Holland. In bijlage 1 is hiervan een overzicht gegeven.
3.3. Landbouw Bestaande situatie Het centrale deel van het plangebied bestaat uit agrarische gronden, die in gebruik zijn als grasland ten behoeve van de melkveehouderij. In het kader van de herinrichting zijn de verkaveling, waterbeheersing en ontsluiting verbeterd, mede gericht op het agrarische gebruik. Langs de Groenendijk komen vier melkveehouderijbedrijven voor, die het grootste deel van de agrarische gronden in het gebied in gebruik hebben. Ontwikkelingen In het algemeen is in de landbouw als gevolg van veranderingen in het markt-, prijs- en milieubeleid sprake van aanzienlijke ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen kunnen directe ruimtelijke consequenties hebben. Zo is het mogelijk dat behoefte ontstaat aan het oprichten van nieuwe of vernieuwen van bestaande bedrijfsgebouwen of dat naar neveninkomsten wordt gezocht in aanvulling op het agrarische inkomen. Dergelijke neveninkomsten kunnen uit agrarische, semi- of niet-agrarische activiteiten worden gegenereerd. Ook is het denkbaar dat bedrijven worden samengevoegd (schaalvergroting). Gelet op het kleine aantal agrarische bedrijven en de verbeteringen van de externe productieomstandigheden in het kader van de herinrichting is het aangeven van een tendens echter niet zinnig. Bovendien betekent de uitvoering van een landinrichtingsproject in het algemeen een sterke impuls voor agrarische ontwikkelingen, terwijl in de periode na de afronding van een dergelijk project een stabilisatie optreedt van landbouwkundige ontwikkelingen zoals bedrijfsbeëindigingen. Uitgaande van de situatie na uitvoering van de herinrichting kan worden aangenomen dat de vier landbouwbedrijven in het gebied een goede bedrijfseconomische basis hebben. In dat licht is het niet de verwachting dat één of meerdere bedrijven in de loop van de planperiode zullen worden beëindigd. Er kunnen zich echter specifieke omstandigheden voordoen waardoor toch een bedrijf wordt beëindigd. Meer concreet kunnen de globaal aangegeven ontwikkelingen tot gevolg hebben dat op de agrarische bedrijven behoefte kan ontstaan aan extra bouwmogelijkheden voor bijvoorbeeld vernieuwing van de bedrijfsgebouwen of realisatie van voorzieningen voor mestopslag. Gelet op de ligging van het plangebied in de nabijheid van stedelijke concentraties, zou een eventuele verbreding van het agrarische inkomen gezocht kunnen worden in nevenactiviteiten. Voorbeelden daarvan zijn de verkoop van producten van het eigen bedrijf en natuur- en landschapsbeheer. Nu worden de landbouwbedrijven al betrokken bij het beheer van het recreatiegebied. Deze ontwikkelingen kunnen worden gevat onder de paraplu van de "verbrede plattelandsontwikkeling". Conclusie Behoud en versterking van de positie van de melkveehouderij in het gebied is van groot belang. Er dient voldoende planologische ruimte te zijn voor een moderne bedrijfsvoering met voldoende bouwmogelijkheden. Mogelijkheden voor ontwikkeling van nevenactiviteiten in de sfeer van het natuur- en landschapsbeheer is wenselijk. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Analyse plangebied
15
3.4. Recreatie Bestaande situatie Hitland is een gebied met een belangrijke recreatiefunctie, samenhangend met de ligging in de nabijheid van aanzienlijke stedelijke agglomeraties. Met het oog op die belangrijke recreatiefunctie is het Recreatieschap Hitlandbos opgericht. In de volgende beschrijving wordt achtereenvolgens ingegaan op dag- en verblijfsrecreatie. Dagrecreatie In 1983 en 1986 is in het noordelijk deel van het plangebied ongeveer 50 ha bos aangeplant met een recreatieve functie. In het kader van de herinrichting is in het zuidelijk deel van het plangebied, ten zuidwesten van de Ouderkerkselaan, een multifunctioneel bos- en natuurgebied aangelegd. Bovendien is de oppervlakte van het noordelijk bosgebied vergroot en is de oppervlakte extensief recreatiegebied aanzienlijk uitgebreid. Het gaat daarbij om extensieve graslandpercelen en water- en moeraspercelen. In zowel het zuidelijk als het noordelijk recreatiegebied is een uitgebreid netwerk van recreatieve paden gerealiseerd (fiets- en wandelpaden en in het noordelijk deelgebied ook ruiterpaden). Binnen beide gebieden is sprake van een afwisseling van bos en gebieden met extensieve en intensieve recreatieve gebruiksmogelijkheden. Wat betreft de recreatieterreinen ligt in het noordelijk recreatiegebied het accent op landgebonden recreatie, in het zuidelijk gebied op oeverrecreatie. Aan de Hitlandselaan ligt een ijsbaan. Langs de Molenwetering is een fietspad gerealiseerd, dat beide recreatiegebieden met elkaar verbindt. Langs De Mient zijn verbindende paden aangelegd tussen enerzijds de Molenwetering en anderzijds de Groenendijk en de 's-Gravenweg. De golfbaan aan de Blaardorpseweg is een openbare 18-holes baan, die wordt geëxploiteerd door het recreatieschap. Er wordt intensief gebruikgemaakt van de verschillende voorzieningen en er is inmiddels sprake van een bloeiende vereniging. Op het Recreatiecentrum Hitland is een manege gevestigd waarvan de bebouwing recent is geherstructureerd en uitgebreid. De Hollandsche IJssel is van belang voor de recreatieve toervaart. De rivier maakt deel uit van het landelijke toervaartnet. In het bestemmingsplangebied komen geen specifieke voorzieningen voor ten behoeve van de toervaart. Ten slotte dient het buurthuis in het buurtschap Groot Hitland te worden genoemd. Ontwikkelingen Er wordt een volkstuinencomplex aan de Hitlandselaan, ter plaatse van de voormalige glastuinbouwlocatie, gerealiseerd. Ten slotte bestaat de wens om in het recreatiegebied eenvoudige recreatieve c.q. educatieve steunpunten te kunnen realiseren. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan een kleinschalig informatiecentrum met expositieruimte en/of kanoverhuur. Conclusie Gelet op de grote recreatieve belangen in het plangebied is een daarop afgestemde regeling gewenst. Dat betekent dat de bestaande voorzieningen en genoemde ontwikkelingen direct worden bestemd.
3.5. Landschap en cultuurhistorie Bestaande situatie e e Het gebied is in de 11 en de 13 eeuw ontgonnen en in cultuur gebracht met de hoger gelegen kleigronden langs de IJssel en de 's-Gravenweg als ontginningsbasis. Vanaf deze lijnen is het plangebied ontgonnen ten behoeve van de landbouw. Doordat de bodem uit veen bestaat en de grondwaterstanden erg hoog zijn, is een zeer dicht slotenpatroon aangelegd. Het kenmerkende verkavelingspatroon dat daardoor is ontstaan bestaat uit zeer lange, smalle percelen, zogenaamde "slagen". Typerend is de geknikte verkaveling, ontstaan doordat van twee kanten ontgonnen is. De Molenwetering vormt de scheiding tussen beide verkavelingsrichtingen. Na de bedijking is de inklinking van de bodem versneld doorgegaan, gevolgd door steeds verdergaande peilverlagingen. Deze klink is de reden dat het landbouwkundig gebruik in het plangebied beperkt is tot grasland, voor akkerbouw is het gebied te nat. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Analyse plangebied
16
Figuur 4 Archeologische verwachtingswaarde
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Analyse plangebied
17
In het gebied zijn drie, inmiddels verlandde, veenputten gegraven, namelijk de voormalige ijsbaan, een veenput die grenst aan de huidige golfbaan en één langs De Mient. In het plangebied worden drie landschapstypen onderscheiden, te weten: het agrarische gebied, het bos- en recreatiegebied en het buitendijkse gebied met de zellingen. Het agrarische deel van het plangebied kan worden gekarakteriseerd als een grootschalig en open veenweidegebied. Kenmerkend is het graslandkarakter, de openheid en de zeer regelmatige en smalle opstrekkende verkaveling. Aan de oostzijde vormt de Groenendijk een scherpe begrenzing van het gebied. Omgekeerd kan het gebied vanaf de Groenendijk goed worden overzien en ervaren. Aan de westkant vormt de kleinschalige en afwisselende bebouwing langs de 's-Gravenweg met de bijbehorende erfbeplantingen een meer diffuse visuele begrenzing van het plangebied. Vanaf de 's-Gravenweg zijn er op een aantal plaatsen tussen de bebouwing doorzichten op het gebied. De centrale open ruimte wordt aan de noord- en zuidzijde begrensd door de bos- en recreatiegebieden. Bebouwing in het agrarische gebied komt hoofdzakelijk voor langs de Groenendijk, bij Klein en Groot Hitland. Op de achtergrond is de hoogbouw van Capelle aan den IJssel en Nieuwerkerk aan den IJssel beeldbepalend. De beplanting in het gebied bestaat uit erfbeplanting langs de randen, in het overige deel van het agrarische gebied is opgaande begroeiing beperkt tot de veenputten en de knotwilgen langs de NAM-weg. De bos- en recreatiegebieden worden gekenmerkt door een afwisseling van bos en open ruimten. De open ruimten hebben in belangrijke mate een natuurlijk karakter (extensief grasland, water en moerassige terreinen). Kenmerkende elementen zijn de golfbaan en het Recreatiecentrum Hitland. Met name in het zuidelijk deel van het gebied is de beplanting relatief jong. In de verkavelingsstructuur is de oorspronkelijke slagenverkaveling nog te herkennen. Bebouwing komt voor op de golfbaan en op het Recreatiecentrum Hitland. Het buitendijkse gebied bestaat uit een smal lint tussen de dijken aan weerszijden van de Hollandsche IJssel. De Hollandsche IJssel is beeldbepalend. De rivier kan vanaf de Groenendijk worden ervaren. Het karakter van het buurtschap Groot Hitland wordt in belangrijke mate bepaald door de voorkomende bebouwing (woningen en bedrijfsbebouwing). Cultuurhistorie Wat betreft de cultuurhistorie zijn drie aspecten van belang, te weten: de historisch-geografische patronen, de archeologische waarden en de waardevolle bebouwing. Historisch-geografische patronen In Hitland is nog sprake van een zeer sterke samenhang tussen infrastructuur, verkaveling en grondgebruik, die in de loop van de eeuwen, tot aan de aanleg van de recreatiegebieden, nauwelijks is gewijzigd. De realisatie van de recreatiegebieden hebben het karakter van het gebied aanzienlijk veranderd; de oorspronkelijke patronen en de verkaveling zijn echter nog nadrukkelijk te herkennen. Het lint van de 's-Gravenweg en de rivierdijk langs de Hollandsche IJssel zijn in de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland, regio Krimpenerwaard en Gouwestreek (provincie ZuidHolland, 2002) aangeduid als historisch-landschappelijke lijnen van hoge tot zeer hoge waarde. Archeologie In 1992 is het Verdrag van Malta totstandgekomen. Doelstelling van het verdrag is de bescherming en het behoud van archeologische waarden. Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen. De Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland laat zien dat delen van het plangebied zijn aangeduid als gebied met redelijke tot grote kans op archeologische sporen. Vanwege deze redelijke tot hoge archeologische verwachtingswaarde, dient hier voorafgaand aan eventuele werkzaamheden die dieper gaan dan 30 cm een verkennend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd door een hiertoe gecertificeerd bureau.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Analyse plangebied
18
Indien uit het onderzoek blijkt dat er resten aanwezig zijn, dient met de provinciaal archeoloog overlegd te worden hoe met deze waarden zal worden omgegaan. Voor de gronden waar archeologische verwachtingswaarden gelden wordt een aanlegvergunningenstelsel opgenomen. Een en ander houdt in, dat voordat er werken en/of werkzaamheden worden verricht, eerst archeologisch bodemonderzoek moet worden verricht. Zie figuur 4 voor de ligging van deze gronden. Waardevolle bebouwing Een deel van de bebouwing in het plangebied is cultuurhistorisch waardevol. Het betreft twee complexen van voormalige steenovens: een complex van vier steenovens in Klein Hitland nabij Groenendijk nummer 4 en de steenoven in Groot Hitland ("De Olifant") aan Groenendijk 311. Beide complexen zijn aangewezen als Rijksmonument, evenals het pand aan Groenendijk 259. Ontwikkelingen In het kader van de herinrichting Hitland is een aantal beplantingen aangelegd en zijn gronden ingericht voor een extensief recreatief gebruik (semi-natuurlijk gebied en recreatiewater). Wat betreft de landschappelijke ontwikkelingen is van belang dat de vergroting van de golfbaan door middel van landschapsbouw is ingepast in de omgeving. Daarnaast worden in het kader van het project Hollandsche IJssel plannen ontwikkeld voor de zellingen Groot Hitland Strekdam en Klein Hitland. Bovendien ontwikkelt Rijkswaterstaat in samenhang met deze projecten plannen voor het herinrichten van de oevers van de Hollandsche IJssel. Na het MIP is het Monumenten Selectie Project (MSP) uitgevoerd voor plaatsing op de Rijksmonumentenlijst. Naar aanleiding van het MIP en het MSP is een concept gemeentelijke monumentenlijst opgesteld.
3.6. Ecologie Bestaande situatie Flora Wat betreft de flora en vegetatie in het plangebied kan het volgende worden opgemerkt. In het algemeen bevatten de watergangen matig soortenrijke begroeiingen van voedselrijke en zeer voedselrijke milieus. In enkele doodlopende sloten komen soortenrijke vegetaties voor, kenmerkend voor schoon, voedselrijk water (krabbescheervegetaties met soorten als kleine egelskop, zwanebloem, holpijp en scherpe zegge). In ondiepe, vrij schone sloten komen vegetaties voor met soorten als stijve waterranonkel en aarvederkruid. Langs de IJsseldijk blijkt uit de voorkomende plantensoorten dat kwel voorkomt (holpijp, haarfonteinkruid en sterrenkroossoorten). De oevers van de sloten bevatten matig soortenrijke begroeiingen met plaatselijk wat soortenrijke (schraalland)vegetaties, met een voedselarm karakter; dat geldt vooral voor het midden en zuiden van het plangebied. Karakteristieke soorten zijn hier onder meer echte koekoeksbloem, moeraswalstro, egelboterbloem, zwanebloem en dotterbloem. De graslanden zijn in het algemeen soortenarm, door een hoge voedselrijkdom en een relatief intensief agrarisch gebruik. De oevers van de wielen langs de Hollandsche IJssel herbergen voornamelijk begroeiingen van voedselrijke milieus. In de veenputten komen plantensoorten van schrale, vochtige milieus voor (waaronder hazezegge en wateraardbei). Op enkele plaatsen zijn veenmosbulten ontstaan met typerende planten. Er komen verschillende verlandingsstadia voor; waar de verlanding het verst is voortgeschreden is berken- en elzenbroekbos ontstaan. De terreinen die in het kader van de herinrichting zijn ingericht als semi-natuurlijk terrein (extensief gebruikte graslanden) of als water- c.q. moerasgebied, zullen zich ontwikkelen in de richting van soortenrijke grasland- en moerasvegetaties. Langs de Hitlandselaan en de Ouderkerkselaan komen plaatselijk in de bermen soortenrijke begroeiingen voor. Vogels Vanwege de rust in het gebied en de relatief vochtige graslanden is de weidevogelstand goed. Een groot deel van het gebied kon voor de herinrichting aangemerkt worden als goed tot zeer goed weidevogelgebied. Daarnaast vervult het gebied een belangrijke functie voor vogels van veenweidegebieden. Broedvogels zijn kievit, grutto, scholekster, tureluur, zomertaling, slobeend, kuifeend, knobbelzwaan, patrijs, veldleeuwerik, graspieper, fuut en zwarte stern. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Analyse plangebied
19
Het bosgebied heeft als broedvogel onder andere de ransuil. Hitland vervult tijdens het najaar en in de winterperiode ook een belangrijke functie voor foeragerende en pleisterende vogels, waaronder bruine kiekendief, smient, wulp en watersnip. Grutto, tureluur, zomertaling en patrijs staan op de Rode Lijst van bedreigde vogelsoorten. De zwarte stern wordt als ernstig bedreigd beschouwd. Zoogdieren Binnen het plangebied hebben onder meer veldmuis, haas en mol vaste rust-, verblijfs- en voortplantingsplaatsen. In de oevervegetatie komen mogelijk ook andere beschermde soorten voor zoals dwergmuis, bosspitsmuis, huisspitsmuis, bunzing, wezel en hermelijn. Verder komen naar verwachting passerende en foeragerende watervleermuizen, ruige en gewone dwergvleermuizen voor. Deze dieren vliegen langs de boomkronen en boven het water. De in het plangebied aanwezige gebouwen of bomen zijn mogelijk geschikt als vaste verblijfplaats voor vleermuizen. Amfibieën en vissen In het plangebied is veel open water aanwezig. Aanwezige soorten zijn waarschijnlijk snoek, zeelt, blankvoorn, baars, kroeskarper, kleine modderkruiper, tiendoornige stekelbaars, middelste groene kikker, bruine kikker, kleine watersalamander en gewone pad. Mogelijk is ook de rugstreeppad aanwezig. Overige organismen Het plangebied is waarschijnlijk rijk aan libellen gezien de goed ontwikkelde water- en oevermilieus. In sloten met veel krabbescheer komt mogelijk de groene glazenmaker voor, een zeldzame en streng beschermde soort. Ontwikkelingen In het kader van de herinrichting zijn maatregelen uitgevoerd die van invloed zijn op de voorkomende ecologische waarden. Voor de agrarische gronden ontstaan door met name het verbeteren van de waterbeheersing (peilverlaging) mogelijkheden tot een intensivering van het grondgebruik. Als gevolg daarvan kan de kwaliteit van sloot- en oevervegetaties en van de weidevogelpopulatie verminderen. Daardoor zouden kritische soorten als tureluur, slobeend en zomertaling in aantal kunnen afnemen. Anderzijds heeft de herinrichting nadrukkelijk positieve effecten voor de ecologische waarden in het gebied. Zo is 12 ha aangewend voor natuurbouw (ecologische verbindingszone, gekoppeld aan het fietspad langs de Molenwetering), waardoor de migratiemogelijkheden in het gebied toenemen, met positieve effecten voor kleine zoogdieren en amfibieën. Door de bosontwikkeling zal met name de zangvogelstand zich positief ontwikkelen. In het extensief ingerichte recreatiegebied zullen zich relatief soortenrijke grasland en moerasen watervegetaties kunnen ontwikkelen. Bij de uitbreiding van de golfbaan is kleinschalige natuurontwikkeling tot stand gebracht. Daarnaast vindt in het kader van het Hollandsche IJsselproject natuurontwikkeling plaats op de zellingen en langs de oevers. Tevens wordt een provinciale ecologische verbindingszone gerealiseerd langs de Molenwetering. Gestreefd wordt naar een aaneengesloten moerasverbinding met een breedte van circa 30 m die geschikt is voor kritische diersoorten. Flora- en faunawet en het bestemmingsplan Het bestemmingsplan is het besluit dat ingrepen mogelijk maakt en een aantasting van beschermde dier- of plantensoorten kan betekenen. Uiterlijk bij het nemen van een besluit dat ruimtelijke veranderingen mogelijk maakt, zal daarom zekerheid moeten zijn verkregen of verlening van ontheffing op grond van de Flora- en faunawet nodig zal zijn en of het reëel is te verwachten dat deze zal worden verleend. Per 1 januari 2005 geldt het gewijzigde Besluit vrijstelling beschermde plant- en diersoorten (Staatsblad 2004, 501). Dit besluit van 10 september 2004 maakt onderscheid in drie categorieën beschermde soorten. Ten aanzien van categorie 1 (algemene soorten) en ruimtelijke ontwikkelingen het volgende:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Analyse plangebied
20
Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of ruimtelijke ontwikkelingen, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 1 voor artikel 8 t/m 12 van de Flora- en faunawet. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld. Voor deze activiteiten hoeft geen ontheffing aangevraagd te worden. Een aantal zeldzamere soorten (onder andere kleine modderkruiper) en alle vogels vallen in categorie 2 (overige soorten) Hiervoor geldt het volgende: Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of ruimtelijke ontwikkelingen, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 2 voor artikel 8 t/m 12 van de Flora- en faunawet, mits activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de Minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Een gedragscode moet door een sector of ondernemer zelf opgesteld worden en ingediend voor goedkeuring. Hetzelfde geldt voor alle vogelsoorten. Ervan uitgaande dat de initiatiefnemer ten tijde van de uitvoering nog beschikt over een goedgekeurde gedragscode, betekent dit dat voor deze soorten geen ontheffing behoeft te worden aangevraagd. In de benodigde gedragscode zullen naar verwachting bepalingen moeten worden opgenomen inzake het vermijden van verstoring van broedende vogels, het zo mogelijk verplaatsen van beschermde soorten naar veilige gebieden, etc. Tenslotte is er categorie 3 die bestaat uit soorten van bijlage IV (zoals de groene glazenmaker, rugstreeppad en alle vleermuizen) alsmede een aantal overige zeldzame soorten. Voor deze soorten dient bij ruimtelijke ontwikkelingen altijd ontheffing aangevraagd te worden indien vaste rust-, verblijfs- en voortplantingsplaatsen worden verstoord. Daarbij worden er eisen gesteld aan mitigatie en compensatie, moet aangetoond worden dat er sprake is van een zwaarwegend belang, dat alternatieven ontbreken en dat de gunstige staat van instandhouding van de te beschermen soorten niet in gevaar komt. Voor de uitvoering van werkzaamheden in het kader van bestendig beheer en onderhoud in de landbouw gelden de ontheffingsgronden alleen indien er zorgvuldig wordt gehandeld. Dit betekent met name dat de soorten en hun voortplantings-, rustof verblijfplaatsen zoveel mogelijk moeten worden ontzien. Het bestemmingsplan maakt geen ingrepen mogelijk die een bedreiging vormen voor de gunstige staat van instandhouding van beschermde soorten. De Flora- en faunawet staat derhalve de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.
3.7. Wonen en niet-agrarische bedrijvigheid Bestaande situatie Langs de Groenendijk komt een aantal woningen voor. Het gaat daarbij met name om een zekere concentratie in de omgeving van Groot Hitland, zowel binnendijks als op de zelling langs de Hollandsche IJssel. De binnendijkse woningen zijn in het algemeen oudere woningen, die voor een deel als karakteristiek zijn aan te merken. Een belangrijk deel van deze woningen heeft een agrarische oorsprong. Op de zelling Ver Hitland zijn onder meer zes luxe, grote woningen gebouwd. In de voormalige werkhaven van bagger- en scheepvaartbedrijf Van Haaften komt een aantal woonschepen voor. Daarnaast liggen diverse andere boten, voor recreatief of bedrijfsmatig gebruik, afgemeerd. De haven is in 1978 door de huidige eigenaar aangekocht en in exploitatie genomen. In overleg met Rijkswaterstaat is gekozen voor het afmeren van betrekkelijk weinig in- en uitvarende schepen. Dit ter voorkoming van aanvaringen met de beroepsvaart op de IJssel en de ligging van de havenmond in een bocht van de IJssel. De haven wordt dan ook niet als jachthaven gebruikt. De haven is voorzien van een vrij complete infrastructuur, zoals elektriciteitsvoorziening, drinkwaterleidingnet, openbare verlichting, parkeerterrein, fietsenstalling, havenmeestersberging en enkele schuren voor bewoners. De niet-agrarische bedrijven betreffen enkele bouwbedrijven en een installatiebedrijf op de zelling Ver Hitland. De mate en aard van milieuhinder van niet-agrarische bedrijven kan in beeld gebracht worden aan de hand van een zogenaamde Staat van Bedrijfsactiviteiten. In bijlage 2 is een toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten gegeven. De bedrijven in het plangebied behoren tot de categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (zie bijlage 3).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Analyse plangebied
21
Eén bedrijf voldoet echter niet aan deze algemene toelaatbaarheid. Hazebroek en Tamerus valt in te schalen in categorie 3.2. Het bedrijf krijgt daarom een specifieke subbestemming die een afwijking mogelijk maakt voor de huidige bedrijfsactiviteiten. Bij bedrijfsbeëindiging of verplaatsing kan zich dan alleen nog een gelijksoortig bedrijf vestigen, of een bedrijf dat past binnen het algemene toelatingsbeleid. Als bijzondere vorm van bedrijvigheid kan de NAM-locatie worden aangemerkt, die midden in het gebied aan de Molenwetering is gevestigd. Ontwikkelingen De aanwezige niet-agrarische bedrijven zullen zich in de planperiode mogelijk in enige mate willen ontwikkelen/uitbreiden. Bezien zal moeten worden in hoeverre ontwikkeling van de bedrijvigheid toelaatbaar c.q. wenselijk is. Gezien de ligging van de bedrijven kunnen hier op basis van de milieuregelgeving bedrijven uit de categorieën 1 t/m 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten worden toegelaten. In het kader van het project Hollandsche IJssel is woningbouw gepland ter plaatse van de bestaande bedrijven in aansluiting op de al aanwezige woningen. Conclusie Voor de bestaande woningen en bedrijven is een toegespitste bestemmingsregeling wenselijk. Wat betreft de bedrijvigheid is de relatie met het Hollandsche IJssel-project van belang. Uitvoering van dit project kan ertoe leiden dat de bedrijvigheid wordt verplaatst en dat woningbouw wordt gerealiseerd.
3.8. Verkeer en overige infrastructuur Verkeer Het plangebied wordt begrensd door wegen; alleen in het zuidwesten is dat niet het geval, daar grenst het gebied direct aan Capelle aan den IJssel. De Groenendijk verbindt Kortenoord met Capelle aan den IJssel. Aan de westzijde wordt het plangebied vanaf de Schielandweg (N219), de 's-Gravenweg en de Kerklaan ontsloten. De Schielandweg (N219) heeft een belangrijke lokale en regionale ontsluitingsfunctie. Deze weg geeft het plangebied een verbinding met de A20 (Gouda-Rotterdam) en het landelijk snelwegennet. De Hitlandselaan doorsnijdt het plangebied van west naar oost en heeft evenals de Groenedijk een erftoegangsfunctie. De Hitlandselaan, de Groenendijk, de Mient, de Ouderkerkselaan, de Klaas Klinkertkade en het Molenweteringpad maken onderdeel uit van de (recreatieve) fietsstructuur. Ook voetgangers maken gebruik van deze wegen en fietspaden. Ter hoogte van de kern Ouderkerk aan den IJssel bevindt zich aan de Groenendijk een voetveer ten behoeve van voetgangers en fietsers. Gezien de relatief lage verkeersintensiteiten op de Hitlandselaan en de Groenendijk is hier geen sprake van een knelpunt ten aanzien van de gemengde afwikkeling. De verkeersveiligheid van voetgangers en fietsers vormt hier echter wel een belangrijk aandachtspunt gezien de relatief hoge snelheden van het gemotoriseerde verkeer in verhouding tot de lage snelheden van het langzaam verkeer en de beperkt aanwezige ruimte. Ook de opgangen van de Groenendijk vormen aandachtspunt ten aanzien van de (integrale) toegankelijkheid. Het plangebied wordt door het openbaar vervoer ontsloten door een busverbinding op Kortenoord (Rotterdam naar Gouda). Daarnaast ligt het plangebied op 800 tot 2.500 m afstand van het N.S.-station Nieuwerkerk aan de IJssel. De afstand van de zuidrand van het plangebied tot metrostation De Terp (Capelle aan den IJssel) bedraagt circa 700 m. Het plangebied is te karakteriseren als redelijk ontsloten per openbaar vervoer. Wegverkeerslawaai Op grond van de Wet geluidhinder zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen in principe alleen mogelijk indien de gevelbelasting ten gevolge van het verkeer op gezoneerde wegen niet meer bedraagt dan 50 dB(A). In de herziening van de Geluidsniveaukaart Nieuwerkerk aan den IJssel, die is vastgesteld op vastgesteld door de gemeenteraad op 4 december 2001, zijn de gevelbelastingen in beeld gebracht. Hierbij is uitgegaan van geprognosticeerde verkeersintensiteiten voor het jaar 2012.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Analyse plangebied
22
Een groot deel van de wegen in het onderhavige plangebied Hitland hebben een maximumsnelheid van 30 km/h en zijn derhalve gedezoneerd op grond van de Wet geluidhinder. Uit de geluidsniveaukaart blijkt daarnaast dat op een aantal wegen de verkeersintensiteiten zodanig laag zijn dat de geluidsbelasting op 10 m uit de wegas van de meest nabijgelegen rijstrook minder bedraagt dan 50 dB(A). Met de vaststelling door de gemeenteraad van de geluidsniveaukaart, zijn ook deze wegen op grond van de Wet geluidhinder gedezoneerd. De gezoneerde wegen die in het plangebied liggen of waarvan de geluidszone delen van het plangebied overlapt, beperkt zich tot de Schielandweg. Op grond van de geluidsniveaukaart blijkt dat de contour van de voorkeursgrenswaarde (50 dB(A)) ten gevolge van de Schielandweg verschilt per wegvak. Onder invloed van onder andere verkeersintensiteit, wegdekcategorie, objectfractie en hoogteligging, varieert de ligging van de contour tussen 205 en 255 m uit de as van de weg. De Wet geluidhinder biedt door middel van de geluidsniveaukaart de mogelijkheid dat Gedeputeerde Staten op verzoek van burgemeester en wethouders in stedelijk gebied een algemeen geldende hogere waarde voor geluidsgevoelige objecten vaststellen tot een uiterste waarde van 55 dB(A) (artikel 82a). In gebieden binnen de 55 dB(A)-contour (dichter bij de weg dan deze contour) in binnenstedelijk gebied zal voor nieuwe situaties nader akoestisch onderzoek vereist blijven en eventueel een afzonderlijk Verzoek hogere waarde dienen te worden opgesteld. Voor de uitgangspunten van onderstaande contouren wordt verwezen naar genoemde geluidsniveaukaart. Tabel 1 Geluidscontouren Schielandweg 2012* wegvak
afstand 50 dB(A)-contour tot de as van de weg
afstand 55 dB(A)-contour tot as van de weg
Gemeentegrens - 's-Gravenweg
205 m
100 m
's-Gravenweg - Schielandplein (oostzijde)
235 m
115 m
Schielandplein - Kerklaan (oostzijde)
235 m
115 m
Kerklaan - Françoisviaduct (oostzijde)
235 m
125 m
In het bestemmingsplan worden via wijzigingsbevoegdheden nieuwe gevoelige functies (woningen) aan de Groenendijk mogelijk gemaakt. Deze gebieden liggen buiten de hierboven aangegeven contouren. * Deze contouren gelden op basis van de herziene geluidsniveaukaart. Inmiddels is dubbellaags ZSA (zeer stil asfalt) aangebracht op de Schielandweg. Hiermee is vooralsnog geen rekening gehouden in de geluidsniveaukaart. De geluidscontouren zullen hierdoor echter verder beperkt worden door de sterke geluidsreducerende werking van het asfalt.
Waterkering De Groenendijk is een primaire waterkering. Het Hoogheemraadschap van Schieland is de beheerder van de dijk. Leidingen In het plangebied komen twee planologisch relevante leidingen voor: een 380 kV hoogspanningsleiding; een hoofdaardgastransportleiding (diameter 30", druk 67 bar). Voor de hoogspanningsleiding geldt een zakelijk rechtstrook van 2 x 38 m. Voor de aardgasleiding geldt een minimale bebouwingsafstand van 5 m vanaf de leiding voor incidentele bebouwing, waaronder woningen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Analyse plangebied
23
3.9. Luchtkwaliteit In de nabijheid van wegen kan sprake zijn van lokale luchtverontreiniging. Dit kan negatieve effecten op de volksgezondheid hebben. Als gevolg van strengere Europese regelgeving is sinds 19 juli 2001 een nieuw Besluit luchtkwaliteit in werking getreden. Bij nieuwe functies langs wegen mag er geen sprake zijn van een overschrijding van de grenswaarden zoals opgenomen in het Besluit luchtkwaliteit. Berekeningen hoeven alleen te worden uitgevoerd wanneer het gaat om bestemmingen nabij drukke verkeerswegen met een intensiteit groter dan 6.000 mvt/etmaal op een afstand van 5 m vanaf de as van de weg. De Schielandweg ligt buiten het plangebied en kent een hogere intensiteit. In het plangebied komen binnen de genoemde afstandsmaat geen nieuwe functies voor langs deze weg. Gelet op de intensiteiten van de wegen binnen het plangebied (minder dan 6.000 mvt/etmaal) en de afstand van de woningen tot deze wegen, zijn er geen belemmeringen in het kader van dit bestemmingsplan als gevolg van het aspect luchtkwaliteit.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Analyse plangebied
24
blanco pagina
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
4. Beleidsvisie
25
4.1. Inleiding In dit hoofdstuk is op basis van de vorige hoofdstukken het beleid voor het plangebied geformuleerd. Dit beleid vormt de grondslag voor de bestemmingsregeling (voorschriften en bestemmingsplankaart). In het vorige hoofdstuk is reeds gebleken dat het met name gaat om de aspecten landbouw, recreatie en de zellingen. Op de betreffende beleidsrichtingen wordt hierna kort ingegaan. Ten slotte wordt ingegaan op het beleid met betrekking tot de overige, in het vorige hoofdstuk beschreven, functies.
4.2. Landbouw Landbouw Wat betreft het beleid voor de landbouw in het plangebied zijn de volgende elementen van belang: zonering landelijk gebied; agrarische bedrijfslocaties. Zonering landelijk gebied Het karakter van de agrarische gronden in het plangebied wordt nadrukkelijk bepaald door de grootschaligheid, de openheid en de smalle, opstrekkende verkaveling. Het landschapsbeeld van het betreffende gebied is zeer kenmerkend, in relatie tot de eraan grenzende gebieden en in samenhang met de Groenendijk en de aanwezige bebouwing, of juist het ontbreken daarvan. De landschappelijke karakteristiek is waardevol, vanuit cultuurhistorisch, visueel-ruimtelijk en niet in de laatste plaats, vanuit recreatief oogpunt. Behoud van deze kenmerken is dan ook gewenst. Zoals in paragraaf 3.6 beschreven komen in het gebied diverse ecologische kwaliteiten voor. In het kader van de herinrichting zijn de externe productieomstandigheden echter verbeterd ten behoeve van de landbouw, waardoor de waarde van het gebied voor weidevogels en sloot- en oevervegetaties zal zijn afgenomen. Gelet op het feit dat bescherming van de voorkomende landschappelijke en ecologische waarden beperkingen zal inhouden voor het landbouwkundige gebruik, dienen keuzes te worden gemaakt tussen een agrarische of ecologische/landschappelijke ontwikkelingsrichting. Van belang daarbij is dat in het kader van de herinrichting in het agrarische gebied de productieomstandigheden (met name de ontwatering) op de landbouw zijn afgestemd, en de agrarische bedrijven voor hun bedrijfsvoering volledig afhankelijk zijn van gronden in het gebied. Op dit moment is de melkveehouderij de economische motor voor de landbouw in het gebied. Met het oog op bodem en waterhuishouding is het gebied ook vrijwel uitsluitend geschikt voor de melkveehouderij. Juist die melkveehouderij is een belangrijke randvoorwaarde voor de instandhouding van het karakter van het plangebied. Dit overwegende wordt het niet gewenst geacht om de landbouw beperkingen op te leggen met het oog op de ecologische kwaliteiten van het gebied. Met het oog op het belang voor de landbouw en het behoud van de karakteristiek van het gebied wordt ingezet op een koers die ontwikkelingsmogelijkheden biedt voor de melkveehouderij, maar ook uitgaat van behoud van de landschappelijke kwaliteiten. Daartoe is de bestemming "Agrarische doeleinden met landschapswaarden" opgenomen. Door middel van een aanlegvergunningenstelsel zal behoud van het karakter van het gebied worden gewaarborgd. Belangrijkste aanlegvergunningen zijn die voor het omzetten van grasland in bouwland en voor het dempen van waterlopen. Agrarische bedrijfslocaties Voor de bestemmingsregeling van de agrarische bedrijfslocaties is gekozen voor de bouwvlakbenadering, waarbij scherpe grenzen op de bestemmingsplankaart zijn aangegeven. Bebouwing mag worden opgericht ten behoeve van de melkveehouderij. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Beleidsvisie
26
Daarnaast mag als neventak intensieve veehouderij worden gevestigd. Doorgroei naar intensieve veehouderij als hoofdtak zal met het oog op het kwetsbare landschap en het grondgebonden karakter van de landbouw in het gebied niet worden toegelaten. Andere agrarische productierichtingen zoals sierteelt, opengrondstuinbouw of tuinbouw onder glas zullen eveneens niet worden toegestaan. Ondergeschikte niet agrarische nevenactiviteiten zoals de verkoop van streekeigen producten, recreatief medegebruik en paardrijdactiviteiten, zijn rechtstreeks toegestaan. Hiervoor mag een oppervlakte van maximaal 200 m² van de bestaande bebouwing worden gebruikt. Nieuwe gebouwen voor nevenfuncties zijn toegestaan tot een maximum oppervlakte van 75 m². Voor een aantal andere niet-agrarische nevenfuncties kent het bestemmingsplan een vrijstellingsmogelijkheid. Het gaat dan onder andere om de verhuur van fietsen en kano’s, het gebruik voor praktijk- en zorgfuncties, etc. Kleinschalige verblijfsrecreatie ("kamperen bij de boer") zal niet worden toegelaten. Het toestaan van kampeermogelijkheden zou al snel leiden tot een aantasting van het karakter van het gebied, mede gelet op het feit dat de agrarische bedrijven onderaan de dijk liggen en landschappelijke afscherming daarom niet goed mogelijk is. Bovendien is tot op heden niet gebleken dat behoefte aan dergelijke kampeermogelijkheden bestaat in het gebied en zijn er al voldoende kampeermogelijkheden op de bestaande kampeerterreinen in de omgeving. Gelet op het kleine aantal agrarische bedrijven in het plangebied, de recente verbetering van de productieomstandigheden en de recente nieuwbouw van twee bedrijven wordt ervan uitgegaan dat in de planperiode geen agrarische bedrijven zullen worden beëindigd. Indien onverhoopt echter toch een bedrijf zou worden beëindigd, wordt het niet gewenst geacht dat zich een nietagrarische bedrijfsfunctie zou vestigen, met het oog op de landschappelijke en recreatieve kwaliteiten van het gebied. In dat licht zal alleen de vestiging van een agrarische bedrijfsfunctie en een woonfunctie mogelijk worden gemaakt. Aan de agrarische bedrijven die in het kader van de herinrichting Hitland zijn beëindigd, is een woonbestemming toegekend.
4.3. Recreatie De golfbaan is uitgebreid tot 18-holes na instemming met de plannen van het gemeentebestuur in 1996 en conform het streekplanbeleid. Realisatie is totstandgekomen na toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Hierdoor is versnippering van het gebied voorkomen en is een ecologische zone aansluitend op de Molenwetering tot stand gebracht. Op het bestaande verharde parkeerterrein van de golfbaan is nog voorzien in twee nieuwe gebouwen. Om te kunnen voorzien in de vraag naar dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van volkstuinen is een nieuw volkstuinencomplex mogelijk gemaakt aan de Hitlandselaan. Het Recreatiecentrum Hitland wordt in dit bestemmingsplan gehandhaafd op basis van een inventarisatie van de huidige situatie. Echter, de kwaliteit (grootte standplaatsen, inrichting terrein) van het terrein laat te wensen over en uitbreiding van het terrein en het aantal standplaatsen is gewenst. Deze uitbreiding mag plaatsvinden onder voorwaarde dat een en ander plaatsvindt op basis van een inrichtingsplan dat nadrukkelijk gericht is op verbetering van de kwaliteit van het totale terrein. Tevens zal rekening moeten worden gehouden met de waterkwaliteit. Overleg met het Hoogheemraadschap is gewenst. Ten behoeve van de landschappelijke inpassing van het terrein zal een groene zone van minimaal 10 m breed rondom de uitbreiding moeten worden aangelegd. Deze eisen zijn vastgelegd in de wijzigingsbevoegdheid in de voorschriften van dit bestemmingsplan die de uitbreiding mogelijk maakt. Educatieve en/of recreatieve steunpunten Ter versterking van de dagrecreatie in Hitland acht het recreatieschap het gewenst de vestiging van enkele educatieve of recreatieve steunpunten mogelijk te maken. Daarbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan een kleine tentoonstellings- of expositieruimte of een kanoverhuurpunt. Uitgangspunt is kleinschaligheid; koppeling aan horeca is niet gewenst. Ten behoeve van dergelijke functies kunnen eenvoudige gebouwen worden gerealiseerd. De veenputten in het gebied van het recreatieschap worden als natuurgebied bestemd. De ecologische verbindingszone langs de Molenwetering en De Mient wordt als zodanig bestemd. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Beleidsvisie
27
4.4. Zellingen Binnen het plangebied zijn twee zellingen aangewezen voor mogelijke ontwikkelingen naar (overwegend) woningbouw. Het betreft Groot Hitland en Hitland Strekdam. Groot Hitland In het kader van het de sanering van de zellingen is beëindiging van bedrijfsmatige activiteiten, sanering van de vervuiling en het creëren van mogelijkheden voor nieuwe functies, uitgangspunt. In dat verband wordt voor Groot Hitland ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige woningbouw voorgestaan, na beëindiging van de bedrijfsactiviteiten. De locatie vraagt, vanwege de ligging tussen de rivier en het open weidegebied van Hitland, om een zorgvuldige landschappelijke benadering. De thema's die hierbij horen zijn landelijk, open en groen en ligging aan de rivier. Daarnaast is vanwege de ligging ver buiten de bebouwde kom van Nieuwerkerk en Capelle aan den IJssel een lage bebouwingsdichtheid (circa 30 vrijstaande woningen) gewenst. De locatie kan extra kwaliteit ontlenen aan de realisatie van een openbaar toegankelijke oever aan de IJssel.
4.5. Overige functies De bestaande natuurgebieden, waar het beheer uitsluitend gericht is op behoud en versterking van de natuurwaarden, worden als zodanig bestemd. Langs de Hollandsche IJssel laat de bestemmingsregeling inrichting van natuurvriendelijke oevers toe. De bestaande woningen in het plangebied worden als zodanig bestemd. Daarbij wordt het aantal woningen vastgelegd op de feitelijke situatie. Het buurthuis aan de Groenendijk bij Groot Hitland wordt als zodanig bestemd. Dat geldt ook voor de nutsvoorzieningen in het gebied (hoogspannings- en aardgastransportleiding). Voor beide leidingen zal de zakelijk rechtstrook in het bestemmingsplan worden vastgelegd. De Groenendijk wordt als waterkering bestemd (dubbelbestemming), waarbij de weg tevens als verkeersdoeleinden is bestemd en de dijktaluds als "groenvoorzieningen". In de groenvoorzieningen is ook een dug-out (jongerenontmoetingsplaats) toegestaan. Voor de voormalige steenovens is de bestaande situatie uitgangspunt. De terreinen van de steenovens zijn bestemd tot Maatschappelijke doeleinden waarop een (bestaande) dienstwoning toelaatbaar is gesteld.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Beleidsvisie
28
blanco pagina
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
5. Bestemmingsregeling
29
5.1. Planvorm Zoals in hoofdstuk 1 reeds beschreven, is het onderhavige bestemmingsplan erop gericht een aantal nieuwe recreatieve ontwikkelingen planologisch in te passen. Daarbij is gekozen voor vrij globale bestemmingen. Het grootste deel van het gebied dat recreatief in gebruik is of zal worden genomen, heeft een bestemming Recreatieve doeleinden gekregen. Binnen deze bestemming zijn de meeste dagrecreatieve voorzieningen opgenomen. Alleen recreatieve voorzieningen die qua functie afwijken van de overige voorzieningen, zijn apart bestemd. Behalve een recreatieve functie heeft het plangebied een belangrijke agrarische functie. Het gehele agrarische gebied is in gebruik ten behoeve van veehouderij. Omdat in dit gebied ook landschapswaarden voorkomen, hebben de betreffende gronden een agrarische bestemming met landschapswaarden gekregen. De overige functies in het plangebied zijn min of meer consoliderend bestemd.
5.2. Toelichting op de bestemmingsregeling Na een algemene opmerking wordt hier ingegaan op de hoofdzaken van de bestemmingsregeling. Bij raadsbesluit van 7 oktober 1997 is besloten coffeeshops niet toe te staan. Daar waar een horecabedrijf is toegestaan wordt daaronder geen coffeeshop verstaan. Dit is in de begripsbepalingen geregeld. In de gebruiksbepalingen van het bestemmingsplan zijn coffeeshops in het algemeen uitgesloten. Deze algemene uitsluiting geldt ook voor seksinrichtingen. Archeologisch waardevol gebied Delen van het plangebied zijn aangewezen als archeologisch waardevol gebied. Op de plankaart is aangegeven welk gebied het betreft. Ter bescherming van de archeologische waarden is in de voorschriften bouwen of andere werkzaamheden pas mogelijk gemaakt na vrijstelling. Aan verlening van een dergelijke vrijstelling is de voorwaarde verbonden dat vooraf advies wordt ingewonnen bij de betreffende deskundige over de vraag of door de voorgenomen activiteit de archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad. Recreatieve doeleinden (R) Het grootste deel van het recreatiegebied heeft een recreatieve bestemming gekregen. Op deze gronden zijn behalve recreatieve voorzieningen ook wegen, fiets- en voetpaden, ruiterpaden, water en groenvoorzieningen toelaatbaar. De specifieke vormen van dag- en verblijfsrecreatie zijn voorzien van op maat gesneden subbestemmingen. Het gaat dan om de ijsbaan, de golfbaan, de volkstuinen, de manege, het kampeerterrein en een horecabedrijf en een zomerhuis aan de Hollandsche IJssel. Op de gronden zonder subbestemming mogen gebouwen ten behoeve van educatieve en/of recreatieve steunpunten worden gerealiseerd tot een oppervlakte van 500 m² met een maximum van 100 m² per gebouw. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een gebouw ten behoeve van kanoverhuur of een ruimte voor een natuurexpositie. De gezamenlijke oppervlakte van gebouwen ten behoeve van de golfbaan, waaronder begrepen het horecabedrijf, mag maximaal 3.000 m² bedragen. Van deze oppervlakte mag ten hoogste 60 m² worden benut voor ten hoogste drie schuilgelegenheden. Voor de ijsbaan en het horecabedrijf langs de Hollandsche IJssel is een beperktere bebouwingsmogelijkheid opgenomen. Ten behoeve van de ijsbaan mag een gebouw met een oppervlakte van maximaal 20 m² worden gerealiseerd. Het horecabedrijf mag een oppervlakte hebben van maximaal 300 m². Aan de gronden tussen de Hitlandselaan en de Kortlandstraat, waar in het verleden een glastuinbouwbedrijf (rozenkwekerij) was gevestigd, is thans eveneens de bestemming Recreatieve doeleinden toegekend. Op deze gronden wordt een volkstuinencomplex gevestigd; dit wordt met een subbestemming mogelijk gemaakt. Bij het gebruik van de volkstuinen moet rekening
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Bestemmingsregeling
30
worden gehouden met de waterkwaliteit. Verontreiniging ontstaat met name door het gebruik van meststoffen en gewasbescherming. Overleg met het Hoogheemraadschap is gewenst. Hierbij wordt ook ruimte geboden aan groenvoorzieningen ten behoeve van de landschappelijke inpassing. Dienstwoningen zijn niet toegestaan. Rondom de gronden met de bestemming Natuurgebied is sprake van een bufferzone. Door het beheer hebben zich op deze gronden natuurlijke waarden ontwikkeld. Deze gronden hebben dan ook een bestemming Recreatieve doeleinden gekregen met een subbestemming natuurwaarden. Ter ondersteuning van het beleid dat thans wordt gevoerd, zijn werken en werkzaamheden die een aantasting van de natuur- en landschapswaarden kunnen vormen, aanlegvergunningplichtig gesteld. Normaal onderhoud, beheer en gebruik van de gronden zijn echter niet vergunningplichtig. Om de beoogde kwaliteitsverbetering van het Recreatiecentrum Hitland mogelijk te maken, is in artikel 7 van de voorschriften een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Het terrein kan hierdoor worden uitgebreid. Aan de Groenendijk is een gemaal verbouwd tot zomerhuis. Dit zomerhuis is bestemd voor recreatieve doeleinden met een specifieke subbestemming voor zomerhuis. De oppervlakte van de aanwezige gebouwen mag niet worden vergroot. Agrarische doeleinden met landschapswaarden (AL) De gronden die agrarisch in gebruik zijn, hebben een bestemming Agrarische doeleinden met landschapswaarden gekregen. De betreffende gronden zijn bestemd voor grondgebonden veehouderij. Intensieve veehouderij is slechts toelaatbaar als neventak van de bestaande agrarische bedrijfsvoering. Het agrarische gebied is ook landschappelijk waardevol. Daarom zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud en herstel van actuele en potentiële landschapswaarden. Gebouwen ten behoeve van de agrarische bedrijven mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak. Buiten het bouwvlak mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Hierop is een uitzondering gemaakt voor de gronden met de nadere aanwijzing (ah). Op deze gronden is een agrarisch hulpgebouw aanwezig dat als zodanig is bestemd. Per agrarisch bedrijf mag ten hoogste één bedrijfswoning aanwezig zijn. De inhoud van een agrarische bedrijfswoning mag maximaal 650 m³ bedragen. Bedrijfsgebouwen dienen minimaal 5 m achter de bedrijfswoning te worden gebouwd. Mestsilo's mogen een inhoud hebben van maximaal 2.500 m³. Ondergeschikte niet agrarische nevenactiviteiten zijn ofwel rechtsreeks of via vrijstelling toegestaan. Hiervoor mag een oppervlakte van maximaal 200 m² van de bestaande bebouwing worden gebruikt. Nieuwe gebouwen voor nevenfuncties zijn toegestaan tot een maximum oppervlakte van 75 m². Ter bescherming van de landschapswaarden is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen. Een aantal werken en werkzaamheden is slechts toelaatbaar als de aanwezige of potentiële landschapswaarden niet onevenredig worden aangetast. Alvorens aanlegvergunning te verlenen dient advies te worden gevraagd aan de deskundige inzake natuur en landschap. Woondoeleinden (W) De bestaande burgerwoningen in het plangebied zijn bestemd voor Woondoeleinden. Het aantal woningen mag per bestemmingsvlak niet meer bedragen dan het aantal op de kaart ingetekende stippen. De inhoud van de woning, inclusief aan- en bijgebouwen, mag ten hoogste 600 m³ bedragen (conform de regelgeving van de Nota Planbeoordeling 2002) tenzij anders op de plankaart is aangegeven. De toelaatbare goothoogte van de woningen is op de plankaart aangegeven. Aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen ten minste 3 m achter de voorgevel van een hoofdgebouw te worden gebouwd. Binnen de bestemming Woondoeleinden is het uitoefenen van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten mogelijk, mits de woonfunctie blijft prevaleren en geen hinder optreedt voor de woonomgeving. Onder kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten kan bijvoorbeeld worden verstaan een kap- en schoonheidssalon of een pedicure. Verkoop is bij kleinAdviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Bestemmingsregeling
31
schalige bedrijfsmatige activiteiten in beperkte mate toelaatbaar, met dien verstande dat de verkoop ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit. Dit betekent ook dat in deze gevallen geen etalages en dergelijk mogen worden gebouwd. Deze kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn uitsluitend via een vrijstellingsprocedure mogelijk. Woonbotenligplaats (WL) In de haven in de Hollandsche IJssel ligt een aantal boten. De ligplaatsen zijn als zodanig bestemd door hieraan de bestemming Woonbotenligplaats toe te kennen. De bestemming Woonbotenligplaats biedt de mogelijkheid de schepen te bewonen al zijn uiteraard ook schepen toelaatbaar die niet of niet permanent worden bewoond. De toelaatbare capaciteit van de haven is niet in een aantal uitgedrukt. In feite wordt de feitelijke capaciteit bepaald door de eis dat binnen de bestemmingsgrenzen schepen evenwijdig aan de oever dienen te worden afgemeerd. Het wordt daarbij ruimtelijk niet relevant geacht of meer kleine schepen of minder grote schepen worden afgemeerd. Wat betreft bouwwerken zijn uitsluitend steigers toegestaan met een breedte van maximaal 2 m. Bedrijfsdoeleinden (B) De niet-agrarische bedrijven in het plangebied hebben de bestemming Bedrijfsdoeleinden gekregen. Het betreft hoofdzakelijk bedrijven langs de Hollandsche IJssel. Op deze gronden zijn bedrijven toelaatbaar voorzover ze vallen in de categorieën 1 t/m 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Eén bedrijf valt in een hogere categorie. Dit bedrijf heeft een subbestemming gekregen, hetgeen inhoudt dat behalve bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 t/m 3.1 ook het gevestigde bedrijf toelaatbaar is. Met behulp van een vrijstellingsbevoegdheid is het mogelijk bedrijven die vallen in een hogere categorie dan algemeen toelaatbaar is, toe te staan, indien ze naar aard en invloed op de omgeving gelijk gesteld kunnen worden met algemeen toelaatbare bedrijven. Hetzelfde geldt voor bedrijven die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn opgenomen. Daar, waar thans een bedrijfswoning aanwezig is, is deze als zodanig toelaatbaar. De bouw van nieuwe bedrijfswoningen is uitgesloten. De toelaatbare goothoogte van gebouwen alsmede het maximaal toelaatbaar bebouwingspercentage per perceel is op de plankaart aangegeven. Het beleid is erop gericht op termijn de bedrijvigheid op de locatie Ver Hitland te vervangen door woningbouw. Daartoe is in het onderhavige bestemmingsplan in artikel 7 van de voorschriften een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Bij beëindiging van bedrijfsactiviteiten mag de bestemming gewijzigd worden in een bestemming Woondoeleinden en Groenvoorzieningen. De woningen mogen uitsluitend vrijstaand worden gebouwd. De wijzigingsbevoegdheid mag echter alleen worden toegepast als de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven daardoor niet wordt belemmerd. Natuurgebied (N) Een aantal natuurgebieden in het plangebied is als zodanig bestemd. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Een aantal werken en werkzaamheden is aan een aanlegvergunning gebonden teneinde de natuurlijke waarden te beschermen. Alvorens aanlegvergunning te verlenen, dient advies te worden gevraagd aan de deskundige inzake natuur en landschap. Maatschappelijke doeleinden (M) Het buurthuis aan de Groenendijk, een gemaal en de steenovens hebben een maatschappelijke bestemming gekregen. De gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen. De toelaatbare goothoogte van de gebouwen is op de plankaart aangegeven. De dienstwoning bij de steenovens is als zodanig bestemd. Mijnbouwkundige doeleinden (MB) Centraal in het plangebied ligt een gebiedje dat in gebruik is bij de NAM. Deze gronden waren tot voor kort in gebruik voor opslag ten behoeve van mijnbouwkundige doeleinden. Dit gebruik is opgeheven, desondanks zijn de betreffende gronden als zodanig bestemd. De gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen op deze gronden mag ten hoogste 900 m² bedragen. De goothoogte van de gebouwen mag ten hoogste 4 m bedragen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Bestemmingsregeling
32
Verkeersdoeleinden (V), Groenvoorzieningen en Water De bestaande wegen, groenvoorzieningen en grotere waterlopen in het plangebied zijn als zodanig bestemd. Op de betreffende gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming toelaatbaar. De veerdienst in de Hollandsche IJssel maakt gebruik van een aanlegsteiger en een wachtershuisje. Deze zijn op de plankaart aangegeven en in de voorschriften toelaatbaar gesteld. Ecologische verbindingszone Centraal in het plangebied, in noordoost-zuidwestrichting, is een waterloop, de Molenwetering, gelegen waarvan het de bedoeling is dat de oevers ecologisch worden ingericht. Daartoe is aan de betreffende gronden een medebestemming Ecologische verbindingszone toegekend. Deze medebestemming ligt over een deel van de bestemming Recreatieve doeleinden en Water. Ten behoeve van de medebestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. In afwijking van het bepaalde in de voorschriften bij de bestemmingen Recreatieve doeleinden en Water zijn op de gronden met de medebestemming Ecologische verbindingszone, ten behoeve van de samenvallende bestemmingen, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toelaatbaar. De bouw van deze bouwwerken mag de natuurwaarden niet onevenredig schaden. Voordat bouwvergunning wordt verleend, dient advies te worden ingewonnen bij de deskundige inzake natuur en landschap. Een aantal werken en werkzaamheden is aan een aanlegvergunning gebonden, teneinde de natuurlijke waarden te beschermen. Ook hierbij geldt dat alvorens aanlegvergunning wordt verleend, advies dient te worden ingewonnen bij de deskundige inzake natuur en landschap. Primair waterkering Langs de Hollandsche IJssel is een zone aanwezig met een waterkerende functie. Deze zone heeft de bestemming Primair waterkering gekregen. Ten behoeve van deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Bouwwerken ten behoeve van andere, samenvallende bestemmingen zijn uitsluitend toelaatbaar voorzover de belangen van de waterkering hierdoor niet onevenredig worden geschaad. Alvorens bouwvergunning te verlenen dient advies te worden gevraagd aan de beheerder van de waterkering. Leidingen In het plangebied zijn twee leidingen aanwezig, te weten een bovengrondse hoogspanningsleiding (380 kV) en een aardgasleiding. Binnen een afstand van 38 m respectievelijk 5 m ten opzichte van de hoogspanningsleiding respectievelijk de aardgasleiding zijn bouwwerken ten behoeve van andere bestemmingen uitsluitend toelaatbaar voorzover de belangen van de leiding hierdoor niet onevenredig worden geschaad. Voor een aantal werken en werkzaamheden die worden uitgevoerd in deze zones, is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen. Alvorens bouw- of aanlegvergunning te verlenen dient advies te worden gevraagd aan de betrokken leidingbeheerder.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
6. Economische uitvoerbaarheid
33
Een groot deel van het plangebied wordt beheerd door het Recreatieschap Hitlandbos. De inrichting, het beheer en de exploitatie van de gronden met de bestemming Recreatieve doeleinden valt hieronder. Ten aanzien van de stichting van volkstuinen zal het initiatief uitgaan van het Recreatieschap die deze gronden daartoe in erfpacht zal uitgeven. Voor de onderdelen van het bestemmingsplan die nog voor realisering in aanmerking komen, zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen. De economische uitvoerbaarheid zal, indien gebruik wordt gemaakt van de betreffende wijzigingsbevoegdheden, in dat kader moeten worden onderzocht. Het bestemmingsplan beoogt voor het overige geen uitvoering van werken en werkzaamheden in opdracht of voor rekening van de gemeente. Er is derhalve afgezien van een onderzoek als bedoeld in artikel 9 van het Besluit op de ruimtelijke ordening.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Economische uitvoerbaarheid
34
blanco pagina
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
7. Inspraak en overleg
35
7.1. Inspraak ex artikel 6a WRO Ingevolge artikel 6a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Inspraakverordening is het nieuwe voorontwerpbestemmingsplan Hitland voor de inwoners van de gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel en voor de in de gemeente een belanghebbende natuurlijke- en rechtspersonen ter inzage gelegd. Gedurende deze periode zijn schriftelijk inspraakreacties ten aanzien van het voorontwerpbestemmingsplan naar voren worden gebracht. Tevens is het voorontwerpbestemmingsplan Hitland tijdens een inspraakavond toegelicht. Het verslag van de inspraakavond is als bijlage 4 bij de toelichting gevoegd. Hieronder volgt een behandeling van de binnengekomen reacties tegen voorontwerpbestemmingsplan Hitland.
1.
Middelwaterbouw B.V. dhr. W.H. Kok
Brief van 2 juli 2004 ontvangen d.d. 5 juli 2004 Betreft: perceel Groenendijk 134 Verzoek/reactie: Huidige bestemming handhaven betreffende het bebouwingspercentage (40% in plaats van 20%) en de nadere aanwijzing (ZW) laten vervallen. Beantwoording De bestemmingsplanregeling van het geldende bestemmingsplan Hitland zal worden overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan Hitland. Dit betekent concreet dat het bebouwingspercentage van 40% wordt overgenomen. Een bedrijfswoning is niet mogelijk. In het geldende bestemmingsplan is een bedrijfswoning toegestaan. Conform deze vigerende regeling maakt de woning gelegen op nr. 144 deel uit van het bedrijf op nr. 134 aan de Groenendijk. Aanpassing bestemmingsplan De hierboven beschreven regeling met betrekking tot het bebouwingspercentage wordt in het ontwerpbestemmingsplan "Hitland" opgenomen. 2.
Buurtvereniging "Belang Ver-Hitland"
Brief van 7 mei 2004 ontvangen d.d. 7 mei 2004 Betreft: Wijzigingsbevoegdheid werkhaven Hitland Verzoek/reactie: De wijzigingen in het bestemmingsplan ten opzichte van de vigerende regeling staan haaks op de beleidsvisie van Nieuwerkerk aan den IJssel (zie structuurvisie). Met de mogelijk gemaakte realisatie van 40 waterwoningen en 6 grondgebonden woningen is geen sprake meer van de in diverse beleidsstukken beschreven "rustige en ontspannen woonomgeving" en komt "het behoud van groene ruimtes tussen de kern en het omliggende stedelijke gebied" te vervallen. De realisatie van 40 waterwoningen en 6 grondgebonden woningen en eventueel een horecagelegenheid heeft tevens gevolgen voor de verkeersintensiteit en daarmee de verkeersveiligheid. Momenteel worden er in het plan 18 ligplaatsen mogelijk gemaakt terwijl er 25 schepen in de haven liggen. Verzocht wordt om bovenstaande overwegingen bij de verdere planvorming te betrekken. Beantwoording De reactie is gericht op de wijzigingsbevoegdheid die is opgenomen voor de Werkhaven. De wijzigingsbevoegdheid is opgenomen, omdat in de Werkhaven sterk verontreinigd slib ligt.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Inspraak en overleg
36
De herstructurering van de Werkhaven is voortgekomen uit de noodzaak tot het uitbaggeren en afvoeren van verontreinigd slib. De herinrichting bestaat in hoofdlijnen uit de herinrichting van de haven voor 18 woonschepen en de bouw van 30 waterwoningen. In het voorontwerpbestemmingsplan Hitland zijn 40 waterwoningen, 6 grondgebonden woningen en een horecagelegenheid opgenomen, dit wordt in het nieuwe plan vervangen door 30 waterwoningen. Het aantal van de 18 woonschepen klopt. Volgens recente gegevens van de eigenaar van de Werkhaven, de heer Sipkema, bevinden zich momenteel 21 woonschepen in de haven. Van deze 21 woonschepen verdwijnt er op korte termijn 1. Verder staat er nog 1 schip te koop. De heer Sipkema heeft de verkopende partij reeds meegedeeld dat de nieuwe eigenaar van het schip als eerste op de lijst zal komen die dan de Werkhaven zal moeten verlaten indien de nieuwbouwplannen van de Werkhaven werkelijkheid worden. Voorts betreft de wijzigingsbevoegdheid dat het college de mogelijkheid heeft om het bestemmingsplan te wijzigen zonder het gehele planproces opnieuw te doorlopen, indien daar aanleiding toe bestaat. Dit betekent dat het geen verplichting is om deze wijzigingsbevoegdheid te benutten. Indien het college gebruik besluit te maken van de wijzigingsbevoegdheid bestaat de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen. Vooralsnog is er geen aanleiding de wijzigingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan te halen. Aanpassing bestemmingsplan Geen. 3.
-
-
Natuur- en Milieu Vereniging Brief van 28 april, binnengekomen d.d. 6 mei 2004 Betreft: reactie op voorontwerp Verzoek/reactie: Op het voorontwerpbestemmingsplan staat abusievelijk de titel "bestemmingsplan" hierdoor kan verwarring ontstaan over de status van het plan. Verzocht wordt om het genoemde onderbrengen van het Hitland als deelgebied van het Nationaal landschap "het groene hart" duidelijk in het bestemmingsplan vast te leggen. Om de toekomst van de veehouderij zeker te stellen bij gebrek aan opvolgers is het van belang om te streven naar schaalvergroting. Een andere optie is om met subsidies in de toekomst natuurbeschermingsorganisaties als Natuurmonumenten de veenweide gebieden te laten beheren. Motorrijders vormen een bedreiging voor de fietsers en wandelaars op de dijk en staan haaks op de rustige, recreatieve belevenis van de polder. Verzocht wordt om kanovaart niet in het middengebied, maar in de zuidelijke plassen te situeren. Het middengebied is te ondiep en gevaarlijk voor kanovaart. Verzocht wordt om een informatie- en educatiecentrum in het noordelijk- of zuidelijk gedeelte mogelijk te maken in plaats van in het midden gebied. De in de toelichting opgenomen natuurwaarden zijn niet meer actueel. De camping maakt een verwaarloosde indruk. Onduidelijk is waar de nieuwe horecagelegenheid moet komen. Gevraagd wordt wat met bouwwerken geen gebouwen zijn. Voorgesteld wordt om helemaal geen voorzieningen in natuurgebieden mogelijk te maken.
Beantwoording De opmerkingen over motorrijders en kanovaart betreffen zaken die niet in een bestemmingsplan geregeld kunnen worden. Wel vormen zij waardevolle input voor de uitvoering van het gemeentelijke beleid voor Hitland. Het bestemmingsplan Hitland maakt het opknappen van de camping en de vestiging van een horecafunctie mogelijk. Ten aanzien van de veehouderij worden in het bestemmingsplan ruimere nevenfuncties mogelijk gemaakt. De natuurwaarden (blz. 18 toelichting) worden geactualiseerd.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Inspraak en overleg
37
Aanpassing bestemmingsplan De natuurwaarden op blz. 18 worden geactualiseerd en bij de bestemming Agrarische doeleinden worden meer nevenfuncties mogelijk gemaakt.
4.
Mr. L.G.I. Barth
Brief van 5 mei, binnengekomen d.d. 10 mei 2004 Betreft: reactie op voorontwerp Verzoek/reactie: Verzocht wordt om van de vervolgstappen in de bestemmingsplanprocedure op de hoogte te worden gehouden. Verzocht wordt tevens om de wijzigingsbevoegdheid met betrekking tot de werkhaven te schrappen. Het gebied valt buiten de verstedelijkingscontour zoals deze in het streekplan is opgenomen. Daarnaast is dit gebied het grootste onbebouwde gebied langs de oever van de Hollandsche IJssel, dat dienst doet als buffer tussen Capelle aan den IJssel en Nieuwerkerk/Gouda. Beantwoording De reactie heeft voornamelijk betrekking op de Werkhaven in Nieuwerkerk aan den IJssel. Gevreesd wordt voor een verdere verstedelijking van de Hollandsche IJsseloever in Nieuwerkerk. Het plan tot het herstructureren van de Werkhaven en het realiseren van 30 waterwoningen is reeds uitgebreid besproken met de projectgroep Hollandsche IJssel en Rijkswaterstaat. Voor de duidelijkheid het eerste plan ging uit van verplaatsing van de Werkhaven, het realiseren 40 (water)woningen en een horecagelegenheid. Abusievelijk is dit eerste plan in het voorontwerpbestemmingsplan opgenomen. Voorts willen wij u meedelen dat het bestemmingsplan op de gebruikelijke wijze openbaar kenbaar wordt gemaakt. Wij zullen u dan ook niet persoonlijk in kennis stellen van de verdere procedure van het bestemmingsplan. Wel willen wij u erop wijzen dat de gemeenterubriek op onze website wordt gepubliceerd. Aanpassing bestemmingsplan Geen. 5.
R.W. Laterveer
Brief van 6 mei 2004, ontvangen d.d. 7 mei 2004 Betreft: reactie op voorontwerp Verzoek/reactie: De locatie aan de Hitlandselaan wordt ongeschikt geacht voor een volkstuinvereniging. Gevreesd wordt dat de ruimtelijke kwaliteit die nu aanwezig is, verloren gaat. Daarnaast ligt de locatie dichtbij de bebouwing aan de Kortlandstraat, waardoor (geluids)overlast voor de bewoners kan ontstaan. Verwacht wordt dat ondanks het verbod in het bestemmingsplan gezien de bebouwingsmogelijkheden toch bewoning (caravans) zal plaatsvinden, dan wel een soort "tweede camping" zal ontstaan. De opgenomen regeling met betrekking tot overlast en bewoning wordt als te beperkt ervaren, tevens wordt verwacht dat handhaving niet mogelijk is zodra privaatrechtelijke overeenkomsten worden gesloten tussen de Volkstuinvereniging en recreatieschap Hitland of dat handhaving achterwege blijft in verband met kosten. Voorgesteld wordt om de locatie van de volkstuinvereniging mee te nemen bij een uitbreiding van de camping. De volkstuinen kunnen dan gesitueerd worden bij het uitzicht op de houtloods aan de overkant van de rivier. Indien dit onmogelijk blijkt, wordt verzocht om geen of minder bebouwing toe te staan en het voorkomen van overlast uitgebreider in het bestemmingsplan te regelen. Tenslotte wordt vermeld dat in tegenstelling tot de 's-Gravenweg de bewoners van de Kortlandstraat niet bij de planontwikkeling zijn betrokken.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Inspraak en overleg
38
Beantwoording De inspraakreactie heeft betrekking op de locatie van het nieuwe volkstuinencomplex en de eventuele daaruit voortvloeiende overlast. Over de locatie is in breed verband overeenstemming bereikt. Namelijk tussen het recreatieschap Hitland, de Belangenvereniging 's-Gravenweg en de Volkstuinvereniging "De Amateurtuinder". Dat wat overeen is gekomen, is opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan "Hitland". Het volkstuinencomplex wordt in het geldende bestemmingsplan "Hitland" gedeeltelijk gerealiseerd op de gronden met de bestemming "recreatiedoeleinden A" en de bestemming "agrarische doeleinden II". Ten aanzien van de verwachte overlast is niet vast te stellen of een dergelijk vorm van overlast zal plaatsvinden. Indien toch enige vorm van overlast zal ontstaan, zal hier via de publiekrechtelijke als de privaatrechtelijke weg moeten worden opgetreden. Aanpassing bestemmingsplan Geen. 6.
Dr. J. van der Meer
Brief van 6 mei 2004, ontvangen d.d. 7 mei 2004 Betreft: reactie op voorontwerp Verzoek/reactie: Aangegeven wordt dat onder leiding van de voorzitter van het Recreatieschap Hitland tussen de direct betrokkenen een acceptabel compromis is bereikt. Indien bij de verder planvorming van de afgesproken regeling wordt afgeweken, zal het hiertegen bezwaar worden gemaakt. Ter overweging wordt meegegeven om bij de uitbreiding van de camping de realisatie van het volkstuinencomplex te betrekken. In het gebied worden de huisjes dan geconcentreerd, waardoor schaalvoordelen zijn te behalen en de entree tot het hitland onaangetast blijft. Tevens is er hier geen sprake van Archeologisch waardevol gebied, terwijl dat wel voor delen van het nu beoogde gebied geldt. De inspreker maakt zich zorgen om het handhaven van de privaatrechtelijke overeenkomsten die gesloten zal worden omtrent het waarborgen dat de huisjes uitsluitend voor dagrecreatieverblijf gebruikt worden. Gevraagd wordt om de aard van de overeenkomsten ook in het bestemmingsplan tot uitdrukking te brengen. Indien het volkstuinencomplex op de beoogde locatie wordt mogelijk gemaakt, wordt gepleit voor het verbreden van de sloot die de woningen aan de 's-Gravenweg scheidt van de locatie. Dit heeft de voorkeur boven de geplande groene buffer vanuit het oogpunt van veiligheid en privacy. Beantwoording De reactie heeft betrekking op het aan te leggen volkstuinencomplex in Hitland. Voor de locatie is in breed verband overeenstemming bereikt. Namelijk tussen het recreatieschap Hitland, de Belangenvereniging 's-Gravenweg en de Volkstuinvereniging "De Amateurtuinder". Dat wat overeen is gekomen, is opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan "Hitland". Het volkstuinencomplex wordt in het geldende bestemmingsplan "Hitland" gedeeltelijk gerealiseerd op de gronden met de bestemming "recreatiedoeleinden A" en de bestemming "agrarische doeleinden II". Het voorontwerpbestemmingsplan Hitland biedt geen mogelijkheden om nabij het recreatiecentrum een volkstuinencomplex mogelijk te maken. De wijzigingsbevoegdheid die in het bestemmingsplan voor het recreatiecentrum is opgenomen, dient voor de uitbreiding van het kampeerterrein. Een volkstuinencomplex is geenszins een kampeerterrein. Aanpassing bestemmingsplan Geen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Inspraak en overleg
7.
39
AKD Prinsen Van Wijmen Advocaten-Notarissen Namens: Recreatiecentrum Hitland BV Klein Hitland 10 2911 BR NIEUWERKERK AAN DEN IJSSEL
Brief van 6 mei, ontvangen d.d. 6 mei 2004 Betreft: reactie op voorontwerp, recreatiecentrum Klein Hitland Verzoek/reactie: Indien de mogelijkheden in het voorontwerpbestemmingsplan voor Recreatiecentrum Hitland B.V. ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan zijn verminderd, wordt daartegen bezwaar aangetekend. Gevraagd wordt om uitstel voor een definitieve reactie om onder andere uit te zoeken of de aanwezige bebouwing in strijd is met de in het voorontwerp opgenomen bestemmingslegging en daarbijbehorende bouw en aanlegvoorschriften. Verzocht wordt om van de verdere ontwikkelingen met betrekking tot het voorontwerpbestemmingsplan op de hoogte gehouden te worden. Beantwoording Bedoelde definitieve reactie is niet ontvangen. De reactie wordt derhalve voor kennisgeving aangenomen. Aanpassing bestemmingsplan Geen. 8.
J. van Reenen
Brief van 6 mei 2004, ontvangen d.d. 7 mei 2004 Betreft: reactie op voorontwerp, werkhaven Verzoek/reactie: Bezwaar wordt gemaakt tegen de in artikel 7 opgenomen wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO I. Gesteld wordt dat de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving indien gebruikgemaakt wordt van de wijzigingsbevoegdheid achteruit gaat, waardoor ook het persoonlijk belang van de inspreker wordt geschaad. De mogelijk gemaakte bebouwing wordt in strijd geacht met het restrictieve provinciale en rijksbeleid ten aanzien van het groene hart, temeer de locatie buiten de bebouwingscontour is gelegen. Ook is deze wijzigingsbevoegdheid in strijd met het Rijksbeleid ten aanzien van ruimte voor de rivier, tenzij compenserende waterberging wordt gerealiseerd. In het bestemmingsplan is deze compenserende waterberging vooralsnog niet gewaarborgd. Opgemerkt dat tussen de beschrijving van de wijzigingsbevoegdheid in de toelichting en de voorschriften verschil zit. Beantwoording De reactie is gericht op de wijzigingsbevoegdheid van de Werkhaven. In het kader van de sanering van de Hollandsche IJssel, dient het verontreinigde slib in de Werkhaven te worden verwijderd. Gelet op de kosten die daarmee gemoeid zijn, heeft de eigenaar een herstructureringsplan voor de werkhaven overlegd. Om zo de Werkhaven toch te kunnen handhaven. De plannen voor de Werkhaven zijn reeds met Rijkswaterstaat en de projectgroep Hollandsche IJssel besproken. Beide instanties kunnen zich in beginsel vinden in het plan. In het bestemmingsplan staan wat tegenstrijdigheden ten aanzien van de Werkhaven. Het is de bedoeling een mogelijkheid te creëren middels een wijzigingsbevoegdheid de Werkhaven te reconstrueren en te verkleinen tot 18 ligplaatsen. Voorts mogen er maximaal 30 waterwoningen worden gerealiseerd. Er is hier gekozen voor een wijzigingsbevoegdheid. Dit betekent dat het geen verplichting is om binnen de bestemmingsplanperiode van 10 jaar het plan aldaar te wijzigen. Indien de eigenaar van de Werkhaven aan een aantal voorwaarden kan voldoen en het verontreinigde slib wordt gesaneerd dan kan burgemeester en wethouders de locatie wijzigen voor het bouwen van 30 waterwoningen en het reconstrueren van de Werkhaven. Om deze plannen te kunnen realiseren, dient er een wijzigingsplan in procedure te worden gebracht.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Inspraak en overleg
40
Tegen dit plan kunnen zienswijzen worden ingediend. Ook het wijzigingsplan dient de goedkeuring van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland te hebben. Aanpassing bestemmingsplan Geen. 9.
P.J. Groenendijk
Brief van 5 mei 2004, ontvangen d.d. 6 mei 2004 Betreft: Gemaal Groenendijk 127 Verzoek/reactie: Gevraagd wordt of binnen de in het bestemmingsplan opgenomen regeling de recreatieve bewoning van het pand aan de Groenendijk 127 is toegestaan. Beantwoording Het voormalige gemaalgebouw aan de Groenendijk 127 is nu bestemd als zomerwoning. Aan de voorschriften van het bestemmingsplan zal een wijzigingsbevoegdheid worden toegevoegd om een permanente woonbestemming mogelijk te maken. Aanpassing bestemmingsplan Toevoegen wijzigingsbevoegdheid naar woondoeleinden op het perceel Groenendijk 127. 10.
A.W. en M.A. Wijnhold
Brief van 27 april 2004, ontvangen d.d. 27 april 2004 Betreft: Perceel achter 's-Gravenweg 87-87a Verzoek/reactie: Opgemerkt wordt dat op toegezonden kaart niet de thans aanwezige bebouwing op de percelen 87-87a van de tekening, maar de situatie in 1996 is weergegeven. Tevens is de perceelsnummering incorrect. Verzocht wordt om een actuele tekening toe te zenden. Verzocht wordt om een exemplaar van het voorontwerpbestemmingsplan ter beschikking te stellen. Tevens wenst de inspreker in de voorwaarden waaronder een volkstuinencomplex achter de 's-Gravenweg mogelijk gemaakt worden. Er wordt uitdrukkelijk bezwaar gemaakt tegen het mogelijk maken van het volkstuinencomplex op deze locatie. De inspreker is eigenaar van het perceel 's-Gravenweg 87a. Bij aankoop van het perceel is bij navraag bij de gemeente begin 2004 geen melding gemaakt van het voornemen om achter deze locatie een volkstuinencomplex mogelijk te maken. De aanwezigheid en ruimtelijke uitstraling van een dergelijk complex doet afbreuk aan de waarde van de gekochte woning. Verzocht wordt om van de verdere ontwikkelingen met betrekking tot het voorontwerpbestemmingsplan op de hoogte gehouden te worden. Beantwoording De reactie is gericht op het volkstuinencomplex in Hitland. U bent door de gemeente verkeerd voorgelicht ten aanzien van de locatie van het volkstuinencomplex. U stelt de gemeente aansprakelijk ten aanzien van de onjuiste informatie. Op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is het mogelijk een planschadeverzoek in te dienen. Echter zijn zowel de beide (voormalige) eigenaren van de 's-Gravenweg 87 en 87a (Van der Meer en Tieman) duidelijk op de hoogte van de toekomstige situatie. Zij zijn ook zeer nauw betrokken geweest bij de nieuwe locatie voor het volkstuinencomplex. Ook de verkopende partij heeft een informatieplicht ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen. Met name daar beide eigenaren van de percelen 's-Gravenweg 87 en 87a zeer goed op de hoogte zijn van de toekomstige situatie. Over de locatie van de volkstuinen is namelijk in breed verband overeenstemming bereikt. Namelijk tussen het recreatieschap Hitland, de Belangenvereniging 's-Gravenweg en de Volkstuinvereniging "De Amateurtuinder". Voorts willen wij u meedelen dat het bestemmingsplan op de gebruikelijke wijze openbaar kenbaar wordt gemaakt, namelijk de gemeentepagina van het Kanaal.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Inspraak en overleg
41
Wij zullen u dan ook niet persoonlijk in kennisstellen van de verdere procedure van het bestemmingsplan. Wel willen wij u erop wijzen dat de gemeenterubriek op onze website wordt gepubliceerd. Aanpassing bestemmingsplan Geen. 11.
Ir. J.S. Sipkema
Brief van 28 april 2004, ontvangen d.d. 3 mei 2004 Betreft: Perceel achter Groenendijk 321 (van erven Sipkema) Verzoek/reactie: Aangegeven wordt dat in grote lijnen kan worden ingestemd met het voorontwerpbestemmingsplan. Verzocht wordt om als aanleiding tot het herstructureren van de werkhaven op te nemen dat uit de noodzaak een gedeelte van het verontreinigde slib uit te baggeren en af te voeren in verband met het huidige gebruik van de haven. De schepen worden steeds meer belemmerd bij het in- en uitvaren van de haven vanwege het aanwezige slibniveau. Met betrekking tot de plankaart worden de volgende opmerkingen gemaakt: De haven loopt verder door langs de dijk dan op de plankaart staat aangegeven. Gevraagd wordt of met betrekking tot de eigendomssituatie de haven correct is aangegeven op de plankaart. Enkele aanwezige schuren op het terrein van de haven zijn niet weergegeven op de plankaart. Artikel 13 gaat uit van evenwijdige ligging van de woonboten aan de oeverlijn. In de huidige situatie liggen schuin ten opzichte van de oever. De opgenomen regeling in artikel 13 beoogd volgens de toelichting op pagina 31 om het aantal ligplaatsen te begrenzen. Verzocht wordt om de aanwezige (schuine) ligplaatsen positief te bestemmen in het plan. Ten aanzien van de opgenomen wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO voor de bouw van 40 waterwoningen en 6 grondgebonden woningen wordt verzocht de tekst te wijzigen zodat 12 grondgebonden en 30 waterwoningen worden mogelijk gemaakt. Ook de tekst op pagina 31 van de toelichting dien overeenkomstig te worden aangepast. Beantwoording De reactie heeft betrekking op bouwmogelijkheden die zijn opgenomen voor de percelen sectie E nr. 458 en sectie E nr. 869. Uw constatering met betrekking tot de afwijkende inhoudsmaat voor burgerwoningen van 500 m³ (excl. bijgebouwen) naar 600 m³ (incl. bijgebouwen) is correct. Wij hebben ons geconformeerd aan het provinciaal planologisch beleid voor burgerwoningen in het buitengebied, welke 600 m³ incl. bijgebouwen voorschrijft. Het voorontwerp kent geen bouwvlak voor woningen. Wel een bestemmingsvlek waarbinnen het aantal woningen gebouwd mag worden conform het aantal op de kaart aangegeven woonstippen. e Met betrekking tot het agrarisch perceel, bekend onder sectie E nr. 869, het volgende. In de 11 herziening van het bestemmingsplan Hitland is een agrarische doeleinden I bestemming opgenomen. Het agrarisch bouwperceel heeft de grootte van de te verplaatsen landbouwschuur. Ook in het voorontwerpbestemmingsplan is het een agrarisch perceel met een nadere aanwijzing van agrarische hulpgebouwen. Op basis van het voorontwerp is het mogelijk een agrarisch hulpgebouw van 100 m² te realiseren. Er is dus geen sprake van een verslechtering, omdat op basis van het geldende bestemmingsplan het niet mogelijk is een volwaardig agrarisch bedrijf ter plaatse te realiseren dan wel een agrarisch bedrijfswoning. Aanpassing bestemmingsplan Geen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Inspraak en overleg
12.
42
De heer Van Loon
Brief van 2 april 2004, ontvangen d.d. 7 april 2004 Betreft: Nevenactiviteiten bij de boer Verzoek/reactie: Opgemerkt wordt dat ondanks dat gebleken is dat momenteel geen behoefte bestaat aan "Kamperen bij de boer", dit niet wil zeggen dat dit in de toekomst niet aan de orde kan zijn. Ten aanzien van de verkoop van producten bij de boer wordt verwezen naar landelijk beleid waarin het een en ander is geregeld. Daarbij wordt opgemerkt dat indien het gebied ook in de toekomst een open, agrarisch gebied dient te blijven er onvoldoende uitbreidingsperspectief voor de boeren is er alternatieve mogelijkheden voor de boeren mogelijk dienen te zijn om een inkomen te verdienen. Enkele suggesties op dit gebied zijn: kinderboerderij; paardenstalling; fietsverhuur; bezoekerscentrum/expositieruimte; kinderopvang; zorgboerderij. In dit kader wordt gevraagd wat het toegestane bouwvlak is en wat een wijzigingsbevoegdheid inhoud. Beantwoording In het plan zullen de mogelijkheden voor nevenfuncties bij de bestemming Agrarische doeleinden worden verruimd. Aanpassing bestemmingsplan Verruiming van nevenfuncties bij de bestemming Agrarische doeleinden. Overigens wordt ook verwezen naar de beantwoording van de reactie (in het kader van het overleg ex artikel 10 Bro) van de WLTO. 13.
M.C. Roobol
Brief van 15 december 2004, ontvangen d.d. 16 december 2004 Betreft: bezwaar tegen uitbreiding kampeerterrein Recreatiecentrum Hitland (gebied aangeduid als R III) Verzoek/reactie: De uitbreiding van het kampeerterrein wordt gezien als een aantasting van het uitzicht, natuurgebied zal verdwijnen, het leefklimaat zal veranderen en het bezit van inspreker zal in waarde dalen. Beantwoording De mogelijke uitbreiding van het kampeerterrein is opgenomen in een wijzigingsbevoegdheid waaraan de gemeente strikte voorwaarden heeft verbonden. Het bezwaar van inspreker wordt in dit stadium voor kennisgeving aangenomen. Mocht het in de toekomst tot een wijzigingsplan komen, dan bestaat de mogelijkheid voor inspreker om daartegen zienswijzen in te dienen. Aanpassing bestemmingsplan Geen.
14.
De heer Verduijn
Tijdens de inspraakavond heeft de heer Verduijn gevraagd of het bouwvlak voor de agrarische bestemming kan worden verruimd. Beantwoording Het bouwvlak wordt niet verder vergroot. Indien de noodzaak aanwezig is meer bebouwd oppervlakte te kunnen realiseren buiten het bouwvlak is het mogelijk dit via een vrijstellingsprocedure te realiseren. Wel worden de nevenactiviteiten verder verruimd.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Inspraak en overleg
43
Aanpassing bestemmingsplan Geen. 15.
De heer Stofbergen
Ook de heer Stofbergen heeft tijdens de inspraakavond of het bouwvlak kan worden verruimd. Beantwoording Zie gemeentelijk commentaar onder punt 13.
7.2. Overleg ex artikel 10 Bro In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) zal het voorontwerpbestemmingsplan Hitland voorgelegd aan de volgende instanties: 1. Provinciale Planologische Commissie; 2. Inspectie Ruimtelijke Ordening West; 3. Gemeente Capelle aan den IJssel; 4. Gemeente Ouderkerk; 5. Recreatieschap Hitlandbos; 6. N.V. Nederlandse Gasunie; 7. Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM); 8. Westelijke Land- en Tuinbouworganisatie (WLTO); 9. Transportnet Zuid-Holland (TZH); 10. Hoogheemraadschap van Schieland; 11. Rijksdienst voor de Monumentenzorg; 12. Rijkswaterstaat, Directie Zuid-Holland; 13. Projectteam Hollandsche IJssel; 14. Monumentencommissie Nieuwerkerk aan den IJssel; 15. Natuur- en milieugroep Nieuwerkerk aan den IJssel; 16. Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek; 17. Dienst landelijk Gebied, voormalige Landinrichtingscommissie Hitland. Hieronder volgt de behandeling van de binnengekomen reacties. De reacties zijn als bijlage 5 bij de toelichting van dit plan gevoegd. 1.
Provinciaal Planologische Commissie
Reactie Het plan is besproken in de vergadering van 16 december 2004. De in 1999 uitgebrachte adviezen van de PPC op een eerdere versie van het bestemmingsplan zijn op goede wijze verwerkt in het plan. Plantoelichting Geadviseerd wordt om het provinciale Beleidsplan Milieu en Water 2000-2004 op te nemen. Verzocht wordt om aan te geven op welke wijze invulling is gegeven aan de watertoets. Gevraagd wordt om een inschatting op te nemen van de effecten van het plan op de waterhuishouding. Aanvullen tekst met betrekking tot het beleid voor het A+gebied. Geadviseerd wordt aan te geven hoe de uitvoering van het inrichtingsplan Groene Zoom gerealiseerd kan worden. Geadviseerd wordt om conform het streekplan een minimale breedte van 30 m voor de recreatieve, ecologische verbinding aan te houden. Geadviseerd wordt om de naamgeving van de Zellingen aan te passen. De wijzigingsbevoegdheden dienen aangepast te worden: voor de werkhaven maximaal 30 waterwoningen en voor de Ver Hitland maximaal 30 woningen. Opgemerkt wordt dat in de voorschriften niets is terug te vinden van het voorbeeldbestemmingsplan Hollandsche IJssel. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Inspraak en overleg
-
44
Indien externe veiligheidsrisico's aanwezig zijn bij de mijnbouwkundige doeleinden dient hier een zondering te worden opgenomen. De regeling ten behoeve van de ecologische verbindingszone biedt een te beperkte bescherming. In overweging wordt gegeven de ecologische zone te laten doorlopen tot de natuurgebieden ten oosten van de camping. Er dient een inventarisatie plaats te vinden van welke (illegale) situaties) worden gelegaliseerd.
Voorschriften Artikel 26 dient in lijn met artikel 25 te worden aangepast. Artikel 24b lid 3 dient anders geformuleerd te worden. Plankaart Op enkele locaties verzoekt de PPC de bestemming Natuur dan wel de bestemming Water op te nemen, teneinde de aanleg van een natuurvriendelijke oever mogelijk te maken. De aanduiding dug-out dient naar inzien van de PPC te vervallen. Overige overlegreacties Verzocht wordt rekening te houden met de opmerkingen van Rijkswaterstaat en de VROMInspectie. Beantwoording Per brief van 29 juli 2004 heeft de gemeente gereageerd op de opmerkingen ten aanzien van het voorontwerpbestemmingsplan. De PPC refereert in haar reactie aan die brief en is met die gemeentelijke beantwoording akkoord. Het betrof de opmerkingen over de zellingen, het bestemmingsplan voor de HIJ-oevers, de mogelijkheden voor natuurvriendelijke oevers en het verwijderen van de dug-out. Kortheidshalve wordt hier verder verwezen naar de PPC-reactie. Aanvullend daarop zullen ook de overige opmerkingen va de PPC in het plan worden verwerkt. Ten aanzien van de zonering rond de mijnbouwkundige doeleinden zij vermeldt dat de NAM deze locatie niet meer als zodanig in gebruik heeft. De Milieudienst heeft dit na recente inspectie bevestigd. De NAM heeft bij de Milieudienst inmiddels aangegeven dat de nog geldende Hinderwetvergunning ingetrokken kan worden. Ten aanzien van de watertoets zij vermeldt dat het overleg met het Hoogheemraadschap van Schieland in het kader van het overleg ex artiekl 10 Bro heeft plaatsgevonden. Verwezen wordt naar de behandeling van hun reactie. Met Rijkswaterstaat is (voorafgaand aan het overleg ex artikel 10 Bro) overleg gevoerd op 22 oktober 2002. De resultaten daarvan zijn vermeld in het eerder aangehaald gemeentelijk schrijven van 29 juli 2004 waarop de PPC met instemming heeft gereageerd. Ten aanzien van de natuurvriendelijke oevers zij vermeldt dat de mogelijkheid van de aanleg daartoe uitdrukkelijk wordt opgenomen in de voorschriften bij de bestemmingen Groenvoorzieningen, Natuurgebied en Water. Aanpassingen van de plankaart zijn op deze wijze niet noodzakelijk. Aanpassing bestemmingsplan De door de PPC gewenste aanpassingen zullen in het plan worden doorgevoerd.
2.
Recreatieschap Hitlandbos Blaardorpseweg 1 2911 BC NIEUWERKERK AAN DEN IJSSEL
Reactie Plantoelichting Nader onderzoeken of een wijzigingsbevoegdheid moet worden opgenomen voor agrarische bedrijven voor eventuele nevenactiviteiten. Bijvoorbeeld agrotoerisme. Blz. 3 en 14: meer bedrijven dan is opgenomen in het bestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Inspraak en overleg
-
45
Blz. 5 en 7: Nota Ruimte actualiseren. Blz. 11: herinrichting is voltooid. e Blz. 18, 1 alinea: de ecologische verwachtingswaarden moet zijn archeologische verwachtingswaarden. Blz. 19: flora- en faunawet aanpassen tekst. Blz. 20: toets flora- en faunawet niet terug te vinden in de planvoorschriften. Blz. 25: zie eerste gedachtestreepje. Blz. 31: plantoelichting komt niet overeen met planvoorschriften. Blz. 31: locatie NAM: geen bebouwing opnemen. De bestaande bebouwing is opgenomen.
Planvoorschriften Artikel 1, lid 21: verwijzing moet zijn "lid 20 onder a". Artikel 7: een wijzigingsbevoegdheid ten behoeve voor nevenactiviteiten voor agrarische bedrijven opnemen. Artikel 10, lid 1 onder d: toevoegen golfshop. Artikel 10, lid 2 onder b: systematiek betreffende dienstwoning aanhouden. Artikel 10, lid 3 onder c en j: hoogtematen conform bestaande situatie handhaven. Zie uitwerkingsplan is vrijstellingsbevoegdheid voor max. 10 m hoog. (N.B.: de algemene vrijstellingsbevoegdheid volstaat niet.) Artikel 10, lid 3 onder h: de hoogte van hooibergen bedraagt 15 m. Dit is opvallend. Artikel 17, lid 2 en 3: geen bebouwing toestaan. Artikel 19, lid 1: de noodzaak van een dug-out in de groenbestemming wordt betwist. Plankaart Diverse aanpassingen van de plankaart worden voorgesteld. Hiervoor zijn bijlagen bijgevoegd. Beantwoording Toelichting De opmerkingen worden overgenomen en de toelichting zal worden aangepast met uitzondering van de volgende: in het plangebied zijn 4 als zodanig bij de gemeente bekende agrarische bedrijven bestemd voor agrarische doeleinden; bij de NAM-locatie is de bestaande bebouwing opgenomen. Ten aanzien van het aspect ecologie wordt specifiek het volgende vermeld: Blz. 19 De Flora- en faunawet, zoals die van kracht was in 2004, is correct weergegeven. De toelichting zal worden aangepast op basis van het per 1 januari 2005 gewijzigde Besluit beschermde planten diersoorten (Staatsblad 2004, 501). Pag. 20 Ook het tekstdeel gevolgen van het bestemmingsplan is correct, met dien verstande dat de eventueel gewekte indruk dat verstoring van vogelnesten buiten het broedseizoen is toegestaan, zal worden weggenomen. Ook deze passage zal worden aangepast aan het per 1 januari 2005 gewijzigde besluit. Voorschriften De opmerkingen worden overgenomen en de voorschriften worden aangepast met uitzondering van de onderstaande: artikel 10: een dienstwoning wordt niet toegestaan; artikel 17: dit artikel blijft onveranderd. Plankaart De voorgestelde aanpassingen worden overgenomen. Aanpassingen bestemmingsplan Zie hierboven.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Inspraak en overleg
3.
46
WLTO Postbus 649 2003 RP HAARLEM
Reactie De reactie van de WLTO heeft betrekking op de toegestane nevenactiviteiten op agrarische bouwpercelen. Indien niet-agrarische nevenactiviteiten worden toegestaan wordt gedacht aan activiteiten als huisverkoop en verwerking van streekeigen agrarische producten, caravanstalling of opslag van goederen maar ook het organiseren van rondleidingen en excursies over het bedrijf, creëren van ruimte om voorlichting te geven, educatie, kamperen bij de boer, logeren bij de boer, het realiseren van beperkte zorgopvang, etc. Dit om verrommeling van het landelijke gebied op lange termijn tegen te gaan. Beantwoording Deze wens wordt gehonoreerd. In artikel 11 van de voorschriften zullen diverse nevenfuncties rechtstreeks, of bij wijze van vrijstelling, bij de bestemming Agrarische doeleinden worden toegestaan. Aanpassing bestemmingsplan Zie hierboven.
4.
Hoogheemraadschap van Schieland Postbus 4059 3006 AB ROTTERDAM
Reactie Het bestemmingsplan geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen: Toelichting, paragraaf 3.2: e 1 alinea: verzocht wordt om op te nemen dat het gebied is aangemerkt als niet geschikt voor verstedelijking en glastuinbouw aangezien het gebied zeer tot extreem zettinggevoelig is; e 3 alinea: verzocht wordt om de tekst met betrekking tot de drooglegging conform het tekstvoorstel aan te passen; e 5 alinea: de teksten met betrekking tot waterkwaliteit is niet geheel correct, verzocht wordt om de tekstvoorstellen over te nemen. Voorschriften: artikel 11 Agrarische doeleinden, artikel 15 Natuurgebied en artikel 21 Ecologische verbindingszone: binnen deze bestemmingen is een groot aandeel water. Verzocht wordt binnen doeleindenomschrijving tevens water op te nemen. Het aanleggen van waterlopen of vergraven, verruimen of dempen van aanwezige waterlopen kan worden onder gebracht onder lid 5 van dit artikel; artikel 22: het woord "waterberging" vervangen door "waterhuishouding" of "de bescherming van het land tegen overstromingen". Plankaart: verzocht wordt om de waterkering, het tracé van de hoofdwatergangen en het gemaaltje langs de Molenwatering correct op de plankaart op te nemen. Deze verzoeken tot wijzigingen worden digitaal aangeleverd. Beantwoording De voorstellen van het Hoogheemraadschap worden overgenomen. De toelichting, de voorschriften en de plankaart worden conform de wensen aangepast. Aanpassing bestemmingsplan Zie hierboven.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Inspraak en overleg
5.
47
VROM Inspectie Regio Zuid-West Postbus 29036 3001 GA ROTTERDAM
Reactie Ten aanzien van de laatste alinea op blz. 31 wordt opgemerkt dat met betrekking tot mijnbouwkundige doeleinden onduidelijk is of hier externe veiligheidsrisico's aan zijn verbonden. Indien externe veiligheidsrisico's aanwezig zijn, dan dient dit een veiligheidszone op de plankaart worden vermeld. Ecologische hoofdstructuur: gelet op de bouwvoorschriften kunnen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht met een maximale hoogte van 2 m. De regeling biedt hierdoor een te beperkte bescherming. Verzocht wordt om op te nemen dat bebouwing uitsluitend mag worden gerealiseerd indien deze bijdraagt aan de realisatie van de bestemming. Tevens is onduidelijk waarom de noordoost lopende verbindingszone eindigt op de plek waar het gebied met de bestemming recreatie begint. Bebouwing binnen deze bestemming kan een verstoring opleveren voor de verbindingszone richting het natuurgebied. Overgangsrecht: Onvoldoende wordt duidelijk gemaakt welke illegale situaties met het overgangsrecht worden gelegaliseerd. Een inventarisatie is wenselijk. Artikel 24, lid 3 onder b: indien dit artikel de permanente bewoning van stacaravans moet tegengaan, wordt verzocht een andere formulering op te nemen. Beantwoording De reactie van de Inspectie is overgenomen door de PPC. Kortheidshalve wordt verwezen naar de behandeling van die reactie. Aanpassing bestemmingsplan De gewenste aanpassingen ten aanzien van de ecologische zone en het overgangsrecht worden in het plan opgenomen. 6.
Gemeente Capelle aan den IJssel Postbus 70 2900 AB CAPELLE AAN DEN IJSSEL
Reactie Verzocht wordt om, gezien het belang van het gebied voor Capelle aan den IJssel, intensief betrokken te worden bij de inrichting van de Groene Zoom. Beantwoording Aan dit verzoek wordt tegemoetgekomen. Aanpassing bestemmingsplan Geen.
7.
Rijksdienst voor de Monumentenzorg Postbus 1001 3700 BA ZEIST
Geen opmerkingen.
8.
Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek Postbus 1600 3800 BP AMERSFOORT
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Inspraak en overleg
48
Reactie In het gebied spelen geen rijksbelangen op het gebied van archeologie. Wel worden twee tekstuele opmerkingen gemaakt: het "Verdrag van Malta" werd niet in 1998, maar in 1992 getekend en op blz. 18 van de toelichting "ecologische verwachtingswaarden" moet zijn "archeologische verwachtingswaarden". Beantwoording De opmerkingen worden overgenomen en het plan wordt aangepast. Aanpassing bestemmingsplan Zie hierboven. 9.
-
Rijkswaterstaat Directie Zuid-Holland Postbus 556 3000 AN ROTTERDAM Verzocht wordt om aan het Beleidskader de Vierde Nota Waterhuishouding toe te voegen. Verzocht wordt een verwijzing naar de beleidslijn "Bouwen Bed Hollandsche IJssel" op te nemen. Tevens ontbreekt een beschrijving van de eventuele beperkingen en gevolgen van de grondgebonden bebouwing in het buitendijks gebied met name ten aanzien van veiligheid, waterkwaliteit en ecologie.
Beantwoording: De opmerkingen worden gehonoreerd. Het bestemmingsplan wordt hierop aangepast. Aanpassing bestemmingsplan Zie hierboven. 10.
Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. Postbus 33 3100 AA SCHIEDAM
Geen opmerkingen.
11.
Gastransport Services District West Postbus 444 2740 AK WADDINXVEEN
Geen opmerkingen.
12.
Projectteam Hollandsche IJssel
Reactie: Verzocht wordt om in relatie tot het project HIJ een eenduidige naamgeving te hanteren. Het buurtschap heet Ver Hitland. Dit omvat ook de beneden (binnen)dijksgelegen woonbebouwing. In het project HIJ wordt de zelling (dus alleen het buitendijks gelegen deel) Groot Hitland genoemd en wat in het bestemmingsplan Werkhaven Hitland is, wordt in het project HIJ Hitland Strekdam genoemd. Verzocht wordt om het woningbouwprogramma en de daarop gebaseerde wijzigingsbevoegdheden aan te passen conform de thans voorliggende herontwikkelingsplannen: voor zowel deze zelling als de werkhaven bestaat het programma uit maximaal 30 woningen. Verzocht wordt om in de voorschriften gebruik te maken van het voorbeeldbestemmingsplan HIJ, zodat sturend kan worden opgetreden wat betreft de kwaliteit van de oeveraankleding.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Inspraak en overleg
-
-
49
Voor diverse delen van het plangebied wordt verzocht om de aanleg van natuurvriendelijke oevers/natte natuur mogelijk te maken. Verzocht wordt om de bestemming Voet/fietsveerverbinding, waarbinnen voorzieningen als verharding, een steiger en een wachthuisje mogelijk worden gemaakt, in plaats van Groen op te nemen voor de locatie ter plaatse van het voetveer naar Ouderkerk aan den IJssel. Verzocht wordt om de aanwijzing Dug-out op de zelling Groot Hitland te verwijderen aangezien op deze grond (natte) natuur wordt ontwikkeld.
Beantwoording: De opmerkingen worden gehonoreerd. Het bestemmingsplan wordt hierop aangepast. Aanpassing bestemmingsplan Zie hierboven.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Bijlage 1. Bodemkwaliteit Locaties waarvoor bodem- en of grondwateronderzoek is uitgevoerd Slibdepot Hitlandselaan Hier is in 1992 een sterk verhoogde minerale olieconcentratie aangetroffen. Inmiddels is de locatie ontmanteld. Twee slibdepots nabij Groot Hitland Hier zijn in 1990 licht tot matig verhoogde gehalten lood aangetroffen. Het grondwater is plaatselijk licht verontreinigd met minerale olie. Klein Hitland 1 In de puinhoudende bovengrond bij deze voormalige dienstwoning zijn in 1995 licht tot matig verhoogde gehalten aan zink, arseen, lood, nikkel, koper, cadmium en PAK aangetroffen. Het gehalte aan EOX is licht verhoogd. In het grondwater is het gehalte aan chroom licht verhoogd. Klein Hitland 2 Ter plaatse van Café Klein Hitland is in 1994 onderzoek uitgevoerd. In de bodem is een licht verhoogd gehalte aan zink, nikkel, kwik en PAK aangetroffen. De fenolindex van het grondwater is matig verhoogd. Klein Hitland 9 Ter plaatse van de manege Hitland is in 1997 bodemonderzoek uitgevoerd. In de grond zijn licht tot matig verhoogde gehalten aan nikkel, cadmium, kwik, minerale olie, lood en PAK aangetroffen. Daarnaast zijn ernstig verhoogde gehalten aan koper en zink aangetroffen. Het gehalte EOX overschrijdt de detectiegrens. Het grondwater bevat cadmium, chroom, nikkel tolueen en cresolen. Het gehalte aan arseen is ernstig verhoogd. Slibdepot recreatiegebied Hitland Bij een bodemonderzoek in 1997 zijn in de bodem licht verhoogde gehalten aan minerale olie en kwik aangetroffen. In het grondwater is een verhoogd gehalte tolueen vastgesteld.
-
Locaties opgenomen in het bodemsaneringsprogramma van de provincie Zuid-Holland Klein Hitland. Zelling Groot Hitland. Groot Hitland - Strekdam.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Bijlage 2. Toelichting algemene aanpak milieuzonering met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Bijlage 3. Bedrijfsinventarisatie
straat
Groenendijk
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
categorie S.v.B.
algemene toelaatbaarheid
opmerkingen/bijzonderheden/ eventuele klachten
bestemmingsre geling
naam en aard van het bedrijf
S.B.I. code
Capelse streekbouw, aannemingsbedrijf
45.1/45.2
3.1
3.1
B(3.1)
108
IJsselbouw, aannemingsbedrijf
45.1/45.2
3.1
3.1
B(3.1)
114
Hazebroek en Tamerus, wegenbouwbedrijf
45.2/51.53
3.2
3.1
B(3.1)w
134
BLS Totaal Installateurs bv, installatiebedrijf
45.3
2
3.1
B(3.1)
nr.
96
175.9896.00
Bijlage 4. Verslag inspraakavond
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00
Bijlage 5. Reacties overleg artikel 10 Bro
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
175.9896.00