Inhoud van de regels
1
Hoofdstuk 1
Inleidende regels
Artikel 1 Artikel 2
Begrippen Wijze van meten
3 10
Hoofdstuk 2
Bestemmingsregels
11
Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23 Artikel 24 Artikel 25 Artikel 26 Artikel 26A Artikel 27 Artikel 28 Artikel 29 Artikel 30 Artikel 31 Artikel 32 Artikel 33
Agrarisch Agrarisch met landschapswaarden Agrarisch met landschaps- en natuurwaarden Agrarisch - Open landschap Agrarisch - Parklandschap Agrarisch - Windturbinepark Bedrijf Bedrijf – Haven Bos Detailhandel Groen Horeca Maatschappelijk Natuur Recreatie - Dagrecreatie Recreatie - Verblijfsrecreatie Sport Tuin Verkeer Water Water - Deltawater Wonen Waterstaatswerken Waterstaatswerken - Beschermde Dijken Agrarisch – Logies - Voorlopige bestemming Leiding - Brandstof Leiding – Gas Leiding - Leidingstrook Leiding - Hoogspanningsverbinding Leiding - Riool Waarde – Archeologie Waarde - Archeologie, middelhoog en hoge verwachtingswaarden
11 26 32 34 43 53 54 57 59 60 61 62 64 65 67 68 69 70 71 72 73 74 78 80 81 82 83 84 87 89 91 93
Hoofdstuk 3
Algemene regels
95
Artikel 34 Artikel 35 Artikel 36 Artikel 37 Artikel 38 Artikel 39 Artikel 40 Artikel 41
Antidubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene gebruiksregels Algemene aanduidingsregels Algemene ontheffingsregels Algemene wijzigingsregels Algemene procedureregels Overige regels
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
blz. 3
95 95 95 96 98 100 100 100
708.007114.00
Inhoud van de voorschriften
2
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels
103
Artikel 42 Artikel 43 Artikel 44
Strafbepaling Overgangsrecht Slotregel
103 103 104
Bijlagen: 1. 2. 3. 4. 5.
Overzicht Bedrijfsvloeroppervlakte Positieve lijst Nieuwe Economische Dragers Realisering parklandschap Staat van Bedrijfsactiviteiten Staat van Horeca-activiteiten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007484.00
Hoofdstuk 1 Artikel 1
3
Inleidende regels
Begrippen
1.1. plan het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Kapelle. 1.2. bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat NL.IMRO.0678.Buitengebied-OW01 met de bijbehorende regels.
in
het
GML-bestand
1.3. aanduiding een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/ of het bebouwen van deze gronden. 1.4. aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.5. aan- en uitbouw een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw. 1.6. aan-huis-gebonden beroep een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. 1.7. afdekfolie folie die op de bodem wordt aangebracht ter verbetering van de microklimatologische omstandigheden om de groei van gewassen onder de folie te bevorderen. 1.8. agrarisch bedrijf een bedrijf, gericht op het voortbrengen van agrarische producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in: a. grondgebonden agrarisch bedrijf: 1. akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, daaronder niet begrepen sier-, fruit- en bollenteelt; 2. bollenteelt: de teelt van bloembollen al dan niet in samenhang met de teelt van bolbloemen; 3. fruitteelt: de teelt van fruit op open grond; 4. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond waarvoor in de bedrijfsvoering de weidegang essentieel is, of waarvoor de gronden feitelijk en in overwegende mate voor voerteelt voor het veehouderijbedrijf worden gebruikt; 5. paardenfokkerij: het fokken van paarden en het houden van paarden ten behoeve van de vlees- en/of melkproductie; 6. sierteelt: de teelt van siergewassen op open grond al dan niet gecombineerd met de handel in boomkwekerijgewassen en vaste planten; b. niet-grondgebonden agrarisch bedrijf: 1. glastuinbouw: de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen; 2. intensieve kwekerij: de teelt van gewassen, paddenstoelen daaronder inbegrepen, in gebouwen; 3. intensieve veehouderij: de teelt van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen en (nagenoeg) zonder weidegang, waarbij de teelt niet afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
0BInleidende regels
c.
4
4. bomenkwekerij: een bedrijf gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van bomen en andere beplanting al dan niet gecombineerd met de verhandeling daarvan; aquacultuur: de teelt van (zout)watergebonden organismen waaronder begrepen planten, algen, weekdieren, scheldieren en vissen, nader te onderscheiden in: 1. aquacultuur in natuurlijke omstandigheden (niet in bassins of gebouwen); 2. aquacultuur in bassins; 3. aquacultuur in gebouwen;
1.9. agrarisch deskundige De agrarische adviescommissie van de Vereniging van Zeeuwse Gemeenten, dan wel een andere door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijk deskundige of onafhankelijke commissie van deskundigen op het gebied van landbouw en tuinbouw. 1.10. hulp- en nevenbedrijf een bedrijf gericht op het opslaan en leveren van goederen aan agrarische bedrijven en/ of het opslaan en verwerken van producten, die afkomstig zijn van agrarische bedrijven, waaronder niet begrepen mestverzamelsilo's met een regionale functie. 1.11. archeologische waarde de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden. 1.11A. bassin voor aquacultuur waterbassin als bouwwerk of ander werk, geen bouwwerk zijnde, buiten gebouwen, ten behoeve van aquacultuur. 1.12. bebouwing een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 1.13. bedrijf een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen. 1.14. bedrijfs- of dienstwoning een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein. 1.15. bedrijfsvloeroppervlakte de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of (agrarisch)bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten. 1.16. bestaand gebruik Het op het tijdstip van het inwerking treden van het plan bestaande gebruik. 1.17. bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak. 1.18. bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.19. Bevi-inrichtingen bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. 1.20. boog- en gaaskassen al dan niet verplaatsbare constructies, overtrokken met en omsloten door lichtdoorlatend materiaal anders dan glas, ten behoeve van de teelt van tuinbouwgewassen, fruit of siergewassen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
0BInleidende regels
5
1.21. bouwen Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. 1.22. bouwgrens de grens van een bouwvlak. 1.23. bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.24. bouwperceelgrens een grens van een bouwperceel. 1.25. bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten. 1.26. bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.27. bijgebouw een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw. 1.28. consumentenvuurwerk vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik. 1.29. containervelden al dan niet verharde percelen voor de teelt van planten in potten. 1.30. cultuurhistorische waarde a. het cultuurpatroon van een gebied, dat kenmerkend is voor het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van de gronden gemaakt heeft, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de kavelindeling, de waterhuishouding, het bodemreliëf, de beplanting en de bebouwing; b. de aan een bouwwerk eigen zijnde waarde in verband met de herkenbaarheid van de in het verleden ontstane elementen van het bouwwerk in relatie tot de geschiedkundige ontwikkeling van het gebied; architectonische waarden worden hieronder mede begrepen. 1.31. dagrecreatie vorm van recreatie waarbij het ruimtegebruik een kortstondig karakter heeft en gericht is op sport en spel, de beleving van en/ of kennismaking met natuur, landschap en cultuur van het platteland, wandelend, per fiets, of te paard dan wel geconcentreerd is ter plaatse van een attractie. 1.32. dakkapel een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst. 1.33. dakopbouw een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
0BInleidende regels
6
1.34. deskundige een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen aangaande een specifiek aspect van de ruimtelijke ordening, zoals bijvoorbeeld een archeologisch deskundige, landschapsdeskundige, milieudeskundige en natuurdeskundige. 1.35. detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. 1.36. dienstverlening het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen. 1.37. extensieve dagrecreatie niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie. 1.38. gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.39. geluidsgevoelige objecten woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder. 1.40. geluidhinderlijke inrichtingen bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken. 1.41. hoofdgebouw een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken. 1.42. horecabedrijf het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf. 1.43. huishouden de bewoning door een persoon of meerdere personen in de vorm van een vast samenlevingsverband, niet zijnde kamerverhuur of een bijzondere woonvorm, van een woning. 1.44. kantoor(ruimte) voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen. 1.45. kamerverhuur het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder te plaatse het hoofdverblijf heeft. 1.46. a. b.
c.
kampeermiddelen een tent, tentwagen, kampeerauto of (sta)caravan, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor ingevolge artikel 40 van de Woningwet een bouwvergunning nodig is, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht, dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf en waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
0BInleidende regels
7
1.47. kassen bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal (ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering) met een hoogte van 1,5 meter of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen. 1.48. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt en waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past. 1.49. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie. 1.50. kleinschalige verblijfsrecratie 'kleinschalig kamperen' met gebruikmaking van voorzieningen in de vorm van kampeer / recreatiebedrijven of logies met ontbijt. 1.51. landschapswaarde de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur. 1.51A. leerwerkproject in de landbouw praktijkopleiding in de landbouw gericht op een specifieke doelgroep die door deze opleiding de kans op werk vergroot. 1.52. logies bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de betreffende personen het hoofdverblijf ter plaatse of elders hebben. 1.53. manege een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en / of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en / of pony's, horeca (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen. 1.54. maatschappelijke voorzieningen (overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, sport , onderwijs en daarmee gelijk te stellen sectoren. 1.55. NEN door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan. 1.56. natuurwaarde de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna. 1.57. nevenactiviteiten activiteiten die in ruimtelijk opzicht ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie op een bouwvlak. 1.58. niet-permanente verblijfsrecreatie verblijfsrecreatie waarbij uitsluitend van seizoensgebonden standplaatsen kampeermiddelen gebruik wordt gemaakt, niet langer dan het zomerseizoen. 1.59.
nutsvoorzieningen
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
0BInleidende regels
8
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
1.60. overkapping een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak. 1.61. overkappingconstructies als teeltondersteunende voorziening bouwwerken zonder wanden, overtrokken met lichtdoorlatend materiaal anders dan glas ten behoeve van de bescherming van tuinbouwgewassen tegen neerslag of zonlicht. 1.62. paardenpension/-stalling een bedrijf dat is gericht op het houden, stallen of africhten van paarden, alsmede de handel in paarden, niet zijnde een paardenfokkerij. 1.63. peil a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg; b. voor een bouwwerk ter plaatse van de bestemming 'Verkeer' met de aanduiding 'spoorweg': 'bovenkant spoorstaaf'. c. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de hoogte van de weg (ter plaatse van de hoofdtoegang) + 15 cm; d. wanneer onduidelijkheid bestaat over het peil kunnen burgemeester en wethouder een peil aanwijzen. 1.64. permanente standplaats kampeermiddel een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, gedurende het gehele jaar. 1.65. praktijkruimte een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied. 1.66. restaurant een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken. 1.67. seksinrichting het bedrijfsmatig - of in een omvang of frequentie die daarmee overeenkomt - gelegenheid bieden tot het ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van seksuele handelingen. 1.68. risicocontour -6 10 iso-risicocontour voor het individuele risico per jaar. 1.69. recreatiewoning een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt. 1.70. restaurant een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken. 1.71. seksinrichting het bedrijfsmatig - of in een omvang of frequentie die daarmee overeenkomt - gelegenheid bieden tot het ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van seksuele handelingen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
0BInleidende regels
9
1.72. Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' (bijlage 4) de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' (bijlage 4) die van deze regels onderdeel uitmaakt. 1.73. Staat van Horeca-activiteiten (bijlage 5) de Staat van Horeca-activiteiten (bijlage 5) die van deze regels deel uitmaakt. 1.74. stellingen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarop planten worden geteeld ten behoeve van fruitteelt en de teelt van andere tuinbouwgewassen. 1.75. standplaats voor kampeermiddel een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten. 1.76. stacaravan een gebouw dat in zijn geheel kan worden verplaatst en is bestemd voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben. 1.77. teeltondersteunende voorzieningen boog- en gaaskassen, hagelnetten, foliekassen en overkappingsconstructies als teeltondersteunende voorziening en stellingen ten behoeve van de bescherming van plantaardige agrarische teelten en/of de voorkweek van ten behoeve van het eigen bedrijf benodigd plantmateriaal en/ of de voorkoming van verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen, ten behoeve van grondgebonden agrarische teelten. 1.78. toeristische standplaats kampeermiddelen een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, gedurende een beperkte periode van het jaar. 1.79. verblijfsmiddelen voor verblijf geschikte - al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken - voer- en vaartuigen, arken, caravans, tenten en andere soortgelijke constructies, voor zover geen bouwwerken en geen kampeermiddelen zijnde. 1.80. verkoopvloeroppervlakte de vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke winkelruimten. 1.81. verkoop eigen producten het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, voor zover deze agrarische producten op het eigen bedrijf zijn geteeld en hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf zijn verwerkt of bewerkt. 1.82. voorgevel-/achtergevellijn de op de kaart als zodanig aangegeven lijn die, in combinatie met de rechte lijnen die in het verlengde daarvan zijn te trekken, bij het bouwen aan de wegzijde (voorgevellijn) of aan de van de wegafgekeerde zijde (achtergevellijn) niet mag worden overschreden. 1.83. voorste perceelsgrens de naar de weg gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg zijn gekeerd, wijzen burgemeester en wethouders een voorste perceelsgrens aan. 1.84. windturbine een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties voor de waterhuishouding. 1.85. woning een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouden, niet zijnde een bijzondere woonvorm of kamerverhuur/ logies voor meer dan drie personen
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
0BInleidende regels
10
inclusief de huishouding dan wel vier personen wanneer er daarnaast geen huishouding in het gebouw is ondergebracht 1.86. zomerseizoen de periode van 15 maart tot en met 31 oktober. 1.87. zorg- of woonzorgproject in de landbouw agrarisch bedrijf waar mensen met een zorg- of hulpvraag een waardevolle dagtaak hebben.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
0BInleidende regels
Artikel 2
11
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1. de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. 2.2. de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, indien zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakkapellen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte (op de achterzijde van een gebouw meer dan 70%), wordt de goot of boeibord van de dakkapel als goothoogte aangemerkt. 2.3. de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/ of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.4. de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.5. de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/ of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.6. de breedte, lengte of diepte van een gebouw: Tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/ of het hart van de scheidsmuren. 2.7. de bouwhoogte van een ander bouwwerk: Tussen het hoogste punt van het bouwwerk en het peil; bij constructies worden de werken in verticale stand meegerekend. 2.8. de afstanden: Afstanden tussen bouwwerken onderling, alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
Hoofdstuk 2 Artikel 3
Bestemmingsregels
11
Agrarisch
3.1. Bestemmingsomschrijving De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. grondgebonden agrarische bedrijven; b. ter plaatse van de aanduiding 'bomenkwekerij’: uitsluitend bomenkwekerij; c. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevol': tevens voor behoud en herstel van een monument; d. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens detailhandel ondergeschikt aan het kassenbedrijf tot een oppervlakte van ten hoogste 250 m² en ten dienste hiervan en ondergeschikt hieraan een ontvangstgebouw tot een oppervlakte van ten hoogste 200 m2 voor cursussen voor het ambtswerk (bloemschikken, bloembinden en daarmee vergelijkbare activiteiten), ondergeschikte en bijbehorende horeca zoals een lunchroom, koffiebar of tearoom met een oppervlakte van ten hoogste 50 m2 alsmede een biomassaverbrandingsinstallatie met een oppervlakte van ten hoogste 300 m2; e. ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw': uitsluitend een glastuinbouwbedrijf; f. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij': tevens een intensieve veehouderijbedrijf; g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 1': tevens een agrarisch hulp- en nevenbedrijf; h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 2': uitsluitend landschappelijke inpassing in de vorm van afschermende beplanting zoals bomen en struiken; i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 3': tevens verkoop eigen agrarische producten en kleinhandelsfunctie voor andere agrarische producten (graan- en meelhandel); j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 4': tevens tijdelijke regenkappen gedurende de periode van 1 april tot 1 november; j1. ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van agrarisch – 5“: tevens aquacultuur; j2. ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van agrarisch – 6“: tevens landschappelijke inpassing ten behoeve van aquacultuur in de vorm van een groenwal langs de oostzijde met een hoogte van ten minste 4 meter en een houtwal langs de noord-, zuid- en westzijde met een hoogte van ten minste 4 meter; k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1': tevens een aannemersbedrijf; k1. ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van maatschappelijk-1”: tevens een leerwerkproject; l. ter plaatse van de aanduiding 'silo': tevens één of meerdere silo's; m. ter plaatse van de aanduiding 'windturbine': tevens een windturbine; n. ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij': tevens een zorgboerderij; o. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende recreatieve fiets-, wandel- en ruiterpaden en daarbij behorende voorzieningen; p. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, sloten en watergangen, natuurvriendelijke oevers, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen. 3.2. Bouwregels 3.2.1. Bouwregels voor bouwvlakken Op een bouwvlak is toegestaan: a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. tenzij anders is aangeduid, is per bouwvlak ten hoogste één bedrijfswoning met aan-, uiten bijgebouwen toegestaan; c. ter plaatse van de aanduiding 'geen bedrijfswoning', is geen bedrijfswoning toegestaan; d. ter plaatse van de aanduiding 'geen kassen', zijn kassen niet toegestaan; e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 2', zijn geen gebouwen en overkappingen toegestaan; f. de afstand van gebouwen onderling, niet aaneengebouwd, bedraagt ten minste 1 meter; g. de afstand van gebouwen tot de bestemming Verkeer bedraagt ten minste 20 meter; Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
12
h.
voor zover de gebouwen en overkappingen niet in de perceelsgrens worden gebouwd, bedraagt de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens ten minste 3 meter; i. de ashoogte van een windturbine mag niet meer bedragen dan 70 meter. j. de totale oppervlakte aan gebouwen en overkappingen, bedraagt ten hoogste 70% per bouwvlak, tenzij anders is aangegeven in bijlage 1 of elders anders is aangegeven; met dien verstande dat een en ander slechts is toegestaan wanneer dit voor een doelmatige bedrijfsvoering gelet op de aard, inrichting, omvang en continuïteit van het bedrijf, nodig is. 3.2.2. Bouwregels voor gronden buiten bouwvlakken Buiten een bouwvlak zijn toegestaan: a. kuilvoerplaten en sleufsilo's, direct aansluitend aan bouwvlakken; b. veldschuren uitsluitend bij een volwaardig grondgebonden agrarisch bedrijf; c. terreinafscheidingen. 3.2.3. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1
bedrijfswoning
2
4
aan-, uit- en bijgebouwen bij een woning, inclusief overkappingen gebouwen voor opslag van agrarische producten andere bedrijfsgebouwen
5
neventak intensieve veehouderij
6
hoofdtak intensieve veehouderij
7
kassen bij wijze van neventak
8
kassen hoofdtak glastuinbouw
9
gebouwen voor intensieve tuinbouw en/of intensieve kwekerij als neventak gebouwen voor intensieve tuinbouw en/of intensieve kwekerij als hoofdtak sanitaire voorzieningen bij een minicamping mestopslagruimten silo ter plaatse van de aanduiding 'silo' aan de westzijde van de Kreekweg ten hoogste 4 silo's en aan de oostzijde ten hoogste 2 silo's hoger dan de aangegeven maatvoeringsaanduiding alsmede aan de west- en oostzijde schoorstenen silo containervelden veldschuren veldschuren voor fruitteeltbedrijf windturbine sleufsilo ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van agrarisch – 5” 1. bassins voor aquacultuur 2. netten en palen voor aquacul-
3
10
11 12 13
14 15 16 17 18 19 19A
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
zie maatvoeringsaanduiding 3m
10 m
750 m³
6m
60 m²
8m
12 m
zie lid 3.2.1 onder j
zie maatvoeringsaanduiding zie maatvoeringsaanduiding zie maatvoeringsaanduiding zie maatvoeringsaanduiding zie maatvoeringsaanduiding zie maatvoeringsaanduiding
10 m 10 m
500 m²
10 m
zie bijlage 1
10 m
10 m
2.000 m², tenzij anders is aangegeven in bijlage 1 5.000 m², tenzij anders is aangegeven in bijlage 1 2.000 m²
zie maatvoeringsaanduiding
10 m
5.000 m²
3m
5m
50 m²
4m
6m 15 m
2.500 m²
10 m
10 m 4m 4m
6m 6m 30 m 6m
2 ha. 50 m²; 1 per bedrijf 100 m²; 1 per bedrijf
1m 3m
708.007114.00
1BBestemmingsregels
13
tuur
3. bouwwerken voor aquacultuur 20 21 22
buiten bouwvlak terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3m
50 m2 per bedrijf
1m 2m 3m
3.3. Ontheffing van de bouwregels 3.3.1. Overschrijding bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 3.2.3 voor overschrijding van het bouwvlak met gebouwen en bouwwerken, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend voor de bouw van een gebouw of een silo die grenst aan het bouwvlak, met een overschrijding van ten hoogste 15%, waarbij het oppervlak van het bouwvlak niet meer toeneemt dan ten hoogste 15 meter; b. ontheffing is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering of voor toepassing van milieuregels en/of andere wettelijke regels; c. ontheffing wordt toegepast indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 3.3.2. Tweede agrarische bedrijfswoning Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 3.2.1 onder c voor een tweede bedrijfswoning, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing verleend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden en voor: 1. een volwaardig agrarisch bedrijf dat werk en inkomen biedt aan minimaal twee volwaardige arbeidskrachten; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; 2. voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting in verband met de aard van de bedrijfsvoering daadwerkelijk en duurzaam ter plaatse noodzakelijk is; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; 3. de afstand van de bedrijfswoning tot bedrijfsgebouwen bedraagt ten hoogste 25 meter; b. ontheffing leidt niet tot strijdigheid met de milieuwetgeving; c. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 3.3.3. Vergroten bedrijfsvloeroppervlakte neventak intensieve veehouderij Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 3.2.3. onder 5 voor het vergroten van het bedrijfsvloeroppervlakte voor een neventak intensieve veehouderij, met inachtneming van de volgende regels: a. de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt ten hoogste 1.600 m²; b. ontheffing is noodzakelijk voor de continuïteit van het agrarisch bedrijf; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; c. ontheffing leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening en versnippering van de agrarische gronden; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 4. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
14
3.3.4. Uitbreiding bedrijfsvloeroppervlak intensieve veehouderij als hoofdtak Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2.3 onder 6 de genoemde bedrijfsvloeroppervlakte voor intensieve veehouderij te vergroten, met inachtneming van de volgende regels: a. de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt ten hoogste 110% van het genoemde in bijlage 1; b. ontheffing is noodzakelijk voor de continuïteit van het agrarisch bedrijf; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; c. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 3.3.5. Uitbreiding bedrijfsvloeroppervlakte glastuinbouwbedrijf Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 3.2.3 onder 8 genoemde oppervlakte voor kassen te vergroten, met inachtneming van de volgende regels: a. de oppervlakte van kassen: 1. voor een glastuinbouwbedrijf waarvan de oppervlakte van de kassen ingevolge bijlage 1 niet meer bedraagt dan ten hoogste 2.000 m², ten hoogste 3.000 m²; 2. voor een glastuinbouwbedrijf waarvan de oppervlakte van de kassen ingevolge bijlage 1 niet meer bedraagt dan ten hoogste 10.000 m², ten hoogste 15.000 m²; 3. voor een glastuinbouwbedrijf waarvan de oppervlakte van de kassen ingevolge bijlage 1 niet meer bedraagt dan ten hoogste 15.000 m², ten hoogste 20.000 m²; 4. voor een glastuinbouwbedrijf waarvan de oppervlakte van de kassen ingevolge bijlage 1 niet meer bedraagt dan ten hoogste 30.000 m², ten hoogste 35.000 m²; b. aangetoond is dat verplaatsing naar de Willem-Annapolder niet mogelijk is; c. uitbreiding van de bedrijfsvloeroppervlakte is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering van het bedrijf; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; d. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; e. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en ruimtelijke kwaliteitswinst; f. ontheffing leidt niet tot: 1. toepassing van assimilatiebelichting; 2. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 3. onevenredige verstening, verglazing en versnippering van de agrarische gronden; 4. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 5. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; g. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 3.3.6. Tweede agrarische bedrijfswoning voor glastuinbouw Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 3.2.1 onder c voor een tweede agrarische bedrijfswoning voor glastuinbouw, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend voor: 1. indien slechts één bedrijfswoning aanwezig is op het bouwvlak; 2. ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf dat werk en inkomen biedt aan minimaal twee volwaardige arbeidskrachten; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; 3. ten behoeve van de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting in verband met de aard van de bedrijfsvoering daadwerkelijk en duurzaam ter plaatse noodzakelijk is;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
b.
c.
15
4. de afstand van de bedrijfswoning tot bedrijfsgebouwen niet minder mag bedragen dan 25 meter; 5. het verzoek om ontheffing moet ter toetsing worden voorgelegd aan de agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan de voorwaarden als bedoeld onder lid a sub 2 en 3 wordt voldaan; ontheffing leidt niet tot: 1. strijdigheid met de milieuwetgeving; 2. negatieve effecten op de waterhuishouding; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
3.3.7. Nieuwe Economische Dragers Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.1 voor het vervangend nieuw bouwen van een gebouw ten behoeve van een NED ter plaatse van een bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels: a. de oppervlakte van de NED bedraagt ten hoogste de in bijlage 2 'Positieve lijst van Nieuwe Economische Dragers ' genoemde omvang; b. ontheffing wordt verleend indien ten minste eenzelfde oppervlak bestaande bedrijfsgebouwen behorende tot het agrarisch bedrijf wordt gesloopt; c. ontheffing wordt verleend indien ook toepassing is of wordt gegeven aan het bepaalde in lid 3.5.2; d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 3.3.8. Huisvesting arbeidsmigranten Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van 3.2.1. voor het gebruik en/of bouwen van voorzieningen of het tijdelijk plaatsen van stacaravans en woonunits voor de huisvesting van de arbeidsmigranten, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend voor ten hoogste 5 stacaravans of woonunits; b. ontheffing wordt verleend indien de huisvesting plaatsvindt op het bouwvlak; c. ontheffing wordt verleend voor tijdelijke huisvesting voor het eigen agrarisch bedrijf; d. de vrijstelling wordt buiten gebouwen uitsluitend verleend voor de plaatsing van verplaatsbare wooneenheden ten behoeve van de huisvesting van aan het betreffende agrarisch bedrijf verbonden seizoensarbeiders, met een gezamenlijk oppervlak van ten hoogste 250 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 meter voor een aaneengesloten periode van ten hoogste 10 weken per kalenderjaar; e. de gezamenlijke oppervlakte - inclusief sanitair, keukenvoorzieningen, verblijfs- en slaapruimten - van alle bouwkundige voorzieningen in gebouwen voor huisvesting van arbeidsmigranten bedraagt ten hoogste 250 m²; f. de gebouwde voorziening voldoet aan de eisen van de betreffende gemeentelijke verordening of andere van toepassing zijnde regelgeving; g. de afstand tussen nieuwbouw van bouwkundige voorzieningen voor arbeidsmigranten en de bedrijfswoning bedraagt ten minste 5 meter; g1. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; h. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 3.3.9. Afstand tot bestemming Verkeer Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van 3.2.1. onder g voor een kleinere afstand dan 20 meter, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend indien de afstand meer bedraagt dan 10 meter; b. ontheffing leidt niet tot aantasting van de verkeersveiligheid; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder voor zover het wegen betreft van het Waterschap Zeeuwse Eilanden of de provincie Zeeland; c. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
16
3.4. Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels: a. opslag, anders dan opslag voor agrarische producten is buiten het bouwvlak, tot ten hoogste 1,5 meter toegestaan; b. teeltondersteunende voorzieningen zijn uitsluitend op een bouwvlak toegestaan; c. het gebruik van mestopslagruimten voor de handel is, anders dan voor het eigen agrarisch gebruik, niet toegestaan; d. op gronden buiten het bouwvlak is de opslag van mest, niet zijnde tijdelijke mestopslag, niet toegestaan; e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 1' zijn mestverzamelsilo's niet toegestaan; f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 2' is ten hoogste 6.000 m² verhard oppervlak toegestaan; f1. ter plaats van de aanduiding “specifieke vorm van agrarisch – 6” is uitsluitend landschappelijke inpassing toegestaan in de vorm van een grondwal met een hoogte van ten hoogste 1 meter; f2. ter plaatse van de aanduidingen “glastuinbouw” en “detailhandel” is een waterbassin groter 2 dan 1.500 m niet toegestaan. g. het gebruik van groeibevorderende of conditionerende belichting, zoals assimilatiebelichting of cyclische belichting in kassen is niet toegestaan, tenzij de kassen (gevel en dak) aan de binnenzijde volledig zijn afgeschermd tegen horizontale en verticale lichtuitstraling met dien verstande dat bij kassen ter plaatse van gronden niet gelegen aan de Kreekweg, de lichtuitstraling met ten minste 95% moet zijn gereduceerd op 10 meter van de kassen; h. het gebruik van groeibevorderende of conditionerende belichting, zoals assimilatiebelichting of cyclische belichting in boog- en gaaskassen is niet toegestaan; i. het gebruik van de gronden voor een minicamping is niet toegestaan; j. containervelden zijn aansluitend aan het bouwvlak toegestaan, met een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 2 ha; k. de oppervlakte van een zorgboerderij mag niet meer bedragen dan 250 m²; l. het gebruik van de gronden voor een windturbine is niet toegestaan, tenzij anders is aangegeven; m. het gebruik van de gronden voor rotorbladen bevestigd aan een windturbine is toegestaan; n. fruitteelt is ter plaatse van gronden die zijn gelegen binnen een afstand van 50 meter van woningen van derden, rond de woonkernen of terreinen bestemd voor verblijfsrecreatie (minicampings daaronder inbegrepen) niet toegestaan; o. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' is geen sprake van een zelfstandige activiteit, danwel een zelfstandige onderneming.
3.5. Ontheffing van de gebruiksregels 3.5.1. Teeltondersteunende voorzieningen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van 3.4 onder b voor het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van boog- en tunnelkassen, regenkappen of hagelnetten, buiten agrarische bouwvlakken, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend voor: 1. een doelmatige agrarische bedrijfsvoering; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; 2. teeltondersteunde voorzieningen die bedrijfseconomisch ondergeschikt zijn aan het grondgebonden agrarisch bedrijf; 3. teeltondersteunende voorzieningen aansluitend aan agrarische bouwvlakken, waarbij regenkappen en hagelnetten niet in aansluiting op agrarische bouwvlakken hoeven te worden gerealiseerd; b. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing. c. de hoogte van teeltondersteunende voorzieningen bedraagt ten hoogste voor: 1. boog- en tunnelkassen 3,5 meter; 2. regenkappen 4,5 meter; 3. hagelnetten 6 meter;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
d.
e.
f.
g.
17
de oppervlakte van de teeltondersteunende voorzieningen bedraagt per bedrijf ten hoogste voor: 1. boog- en tunnelkassen 1 ha; 2. regenkappen 3 ha; 3. van hagelnetten oppervlakte van de boomgaard; ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; ontheffing leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening, verglazing en versnippering van de agrarische gronden; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 4. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
3.5.2. Nieuwe Economische Dragers Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 3.1 voor nevenfuncties naast de hoofdactiviteit van het agrarisch bedrijf, met inachtneming van de volgende regels: a. tenzij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 3.3.7 vindt de NED plaats in bestaande gebouwen op een bouwvlak; b. ontheffing wordt verleend voor nevenfuncties naast de hoofdfunctie, zoals genoemd in bijlage 2 'Positieve lijst van Nieuwe Economische Dragers (NED's)'; c. landbouwverwante of niet-agrarische activiteiten vinden plaats in de aanwezige gebouwen met inachtneming van de bedrijfsvloeroppervlaktemaat genoemd in bijlage 2 onder 'indicatieve maximale oppervlakte in m²'; d. de ruimte overeenkomstig ten hoogste de maximaal toelaatbare bedrijfsvloeroppervlaktemaat vindt binnen de bestaande bebouwing in bouwkundige zin of enkele afzonderlijke ruimte(n) te vormen; e. de NED, of alle NED's tezamen, behorende bij een agrarisch bedrijf, wordt of worden uitgeoefend in een kleinschalige omvang, hetgeen blijkt uit: 1. de arbeidsbehoefte; 2. de ruimtelijke uitstraling; 3. de verkeersaantrekkende werking, waarbij de ontheffing niet tot een onevenredige toename leidt van de automobiliteit; 4. de categorie uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten waartoe de activiteit behoort, waarbij geldt dat: a. de bedrijfsactiviteit ten hoogste tot categorie 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten behoort; b. de bedrijfsactiviteit ten hoogste tot categorie 3 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten behoort, mits is aangetoond dat daardoor geen milieuhinder voor aangrenzende percelen ontstaat; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de milieudeskundige; f. functieverandering gaat samen met: 1. een goede landschappelijke inpassing van en landschappelijke inpassing van en landschapsontwikkeling; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; 2. ontheffing wordt slechts verleend als zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst in de vorm van landschaps- of natuurontwikkeling of het verbeteren van de inrichting van het erf; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een deskundige; 3. sanering van de aanwezige overige gebouwen, met uitzondering van de woning met de daaraan ondergeschikte bijgebouwen;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
g.
h.
18
ontheffing wordt verleend voor een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een agrarisch deskundige; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
3.5.3. Minicamping Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.4 onder i voor het toevoegen van de functieaanduiding 'minicamping' en / of het bouwen van sanitaire voorzieningen en/ of een recreatieruimte voor een minicamping aansluitend aan het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend voor ten hoogste 25 standplaatsen; b. ontheffing wordt niet verleend voor permanente bewoning van kampeermiddelen; c. de bouwhoogte van het sanitairgebouw en/ of recreatieruimte bedraagt ten hoogste 3,5 meter; d. het totale oppervlak van sanitairgebouwen en/ of recreatieruimten bedraagt ten hoogste 100 m²; e. sanitairgebouwen en/ of recreatieruimten zijn uitsluitend direct grenzend aan het bouwvlak toegestaan; f. ontheffing wordt niet verleend: 1. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Natuur; 2. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Water-Deltawater; 3. binnen een afstand van 100 meter van de plangrens rond de kernen en verblijfsrecreatieterreinen; g. voorzien wordt in een adequate landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een dichte struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; h. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing; i. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies; j. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
3.6. Aanlegvergunning 3.6.1. Aanlegverbod Het is verboden op de in lid 3.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) voor fruitteelt ter plaatse van gronden die zijn gelegen binnen een afstand van 50 meter van plangrenzen rond de kernen of terreinen bestemd voor verblijfsrecreatie (minicampings daar niet onder inbegrepen) is niet toegestaan. 3.6.2. Uitzonderingen op het aanlegverbod Het verbod van lid 3.6.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die: a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning. 3.6.3. Voorwaarden voor een aanlegvergunning Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor geen nadelige effecten optreden voor het woon- en leefklimaat in de kern of het recreatieterrein. 3.6.4. Advisering over de aanlegvergunning Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 3.6.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de milieudeskundige. 3.7.
Wijzigingsbevoegdheid
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
19
3.7.1. Vormverandering bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van een bouwvlak wijzigen, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering of voor toepassing van milieuregels en/of andere wettelijke regels; b. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden voor naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; c. wijziging leidt niet tot vergroting van het oppervlak van het bouwvlak; d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 3.7.2. Vergroting bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor vergroting van een bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels: a. de gezamenlijke oppervlakte van bouwvlakken bedraagt ten hoogste 1,5 ha per agrarisch bedrijf; b. wijziging is noodzakelijk voor de continuïteit van het agrarisch bedrijf of voor de toepassing van milieuregels en/of andere wettelijke regels; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; d. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; e. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 3.7.3. Nieuw agrarisch bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen voor het realiseren van een nieuw bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast voor het oplossen van ruimtelijke knelgevallen in verband met ruimtegebruik en/of milieuhinder; b. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond binnen een half jaar geen of niet tijdig vrijkomende agrarische bedrijven beschikbaar zijn; c. wijziging wordt toegepast: 1. op een afstand van ten minste 100 meter rond de kernen; 2. op een afstand van ten minste 100 meter binnen de in het buitengebied gelegen bebouwingsconcentraties en/of buurtschappen; 3. op een afstand van ten minste 100 meter van natuurgebieden en/ of natuurontwikkelingsgebieden; 4. buiten de geluidzone – industrie; 5. ter plaatse van gronden waar de geluidsbelasting ingevolge wegverkeerslawaai niet meer bedraagt dan 48 dB; d. wijziging is ter plaatse van bergingsgebieden voor oppervlaktewater en hydrologische buffers niet toegestaan; e. de oppervlakte van het bouwvlak bedraagt ten hoogste 1,5 ha; f. de afstand van een bouwvlak tot de openbare weg bedraagt ten hoogste 50 meter; g. wijziging heeft betrekking op een volwaardig grondgebonden bedrijf, zoals bedoeld onder lid 3.1; h. een nieuw bouwvlak is toegestaan voor het splitsen van een bestaand agrarisch bedrijf, mits is aangetoond dat zowel het bestaande, als het nieuwe bedrijf, beiden volwaardige agrarische bedrijven zijn; alvorens de wijziging toe te passen te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; i. wijziging is noodzakelijk voor toepassing van milieuvoorschriften en/ of andere wettelijke bepalingen en voor de continuïteit van het agrarisch bedrijf; j. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing be-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
k.
l.
20
draagt ten minste 10 meter; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening, verglazing en versnippering van de agrarische gronden; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 4. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
3.7.4. Uitbreiding intensieve veehouderij in verband met wettelijke huisvestingseisen Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de in dit artikel in lid 3.2.3. onder 5 bedoelde maat van bedrijfsvloeroppervlakte - na toepassing van de ontheffingsbevoegdheden als bedoeld in lid 3.3.1 en 3.3.2 – wijzigen voor uitbreiding van intensieve veehouderij in verband met wettelijke huisvestingseisen, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging is noodzakelijk in verband met de wettelijke eisen voor de huisvesting van vee vanuit een oogpunt van dierenwelzijn; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; b. wijziging leidt niet tot: 1. toename van het aantal dieren; 2. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 3. onevenredige verstening en versnippering van de agrarische gronden; 4. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 5. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder. c. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 3.7.5. Uitbreiding oppervlakte glastuinbouwbedrijf Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Agrarisch met de aanduiding 'glastuinbouw', met inachtneming van de volgende regels: a. de oppervlakte van kassen: 1. voor een glastuinbouwbedrijf waarvan de oppervlakte van kassen ingevolge bijlage 1 niet meer bedraagt dan 2.000 m², ten hoogste 4.000 m²; 2. voor een glastuinbouwbedrijf waarvan de oppervlakte van kassen ingevolge bijlage 1 niet meer bedraagt dan 10.000 m², ten hoogste 20.000 m²; 3. voor een glastuinbouwbedrijf waarvan de oppervlakte van kassen ingevolge bijlage 1 niet meer bedraagt dan 15.000 m², ten hoogste 25.000 m²; 4. voor een glastuinbouwbedrijf waarvan de oppervlakte van kassen ingevolge bijlage 1 niet meer bedraagt dan 30.000 m², ten hoogste 40.000 m², mits elders in de gemeente Kapelle wordt gesaneerd danwel dat zicht is op sanering hiervan gedurende de planperiode van tien jaar; 5. wijziging houdt tevens in het aanpassen van de oppervlaktematen in bijlage 1; b. wijziging is noodzakelijk voor de continuïteit van het agrarisch bedrijf; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; c. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat verplaatsing naar de Willem-Annapolder niet tot de mogelijkheden behoort; d. de oppervlakte van het bouwvlak kan worden vergroot met ten hoogste 125% van de onder a genoemde oppervlakte van kassen; e. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing be-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
f. g.
h.
21
draagt ten minste 10 meter; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; wijziging wordt toegepast als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing; wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening, verglazing en versnippering van de agrarische gronden; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de wijziging wordt toegepast vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 4. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
3.7.6. Verplaatsing glastuinbouw Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch wijzigen met de aanduiding 'glastuinbouw' en 'specifieke vorm van agrarisch – 2' (landschappelijke inpassing) met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging is toegestaan ter plaatse van de gronden met de bestemming Agrarisch gelegen tussen de Kreekweg, Oude 's-Gravenpoldersedijk, Eversdijkseweg, Schoorse Oudedijk en Schoorse Zeedijk; b. wijziging is noodzakelijk voor de continuïteit van het bedrijf; alvorens de wijziging wordt toegepast vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; c. de afstand tussen een nieuw bouwvlak met de aanduiding 'glastuinbouw' en een bouwvlak met de aanduiding 'glastuinbouw' bedraagt ten hoogste 200 meter; d. wijziging voor een glastuinbouwbedrijf is, ter plaatse van de dubbelbestemmingen Leiding Leidingstrook, Leiding - Hoogspanningsleiding en Leiding - Gas, uitsluitend toegestaan na schriftelijke instemming van de leidingbeheerder; e. wijziging is uitsluitend toegestaan voor de in de gemeente Kapelle gevestigde glastuinbouwbedrijven; f. wijziging is niet toegestaan ter plaatse van gronden die zijn aangewezen als bergingsgebied voor oppervlaktewater en hydrologische buffer; g. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; h. wijziging wordt toegepast als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing; i. wijziging leidt niet tot: 1. toepassing van assimilatiebelichting; 2. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 4. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder. i. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 3.7.7. Wijziging voor installatie opwekken duurzame energie Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het realiseren van een installatie voor het opwekken van duurzame energie in de vorm van een biomassaverbrandingsinstallatie, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging mag worden toegepast ten behoeve van een glastuinbouwbedrijven aan de Kreekweg in de Willem-Annapolder ter plaatse van de gronden met de aanduidingen 'glastuinbouw' en 'silo's'; b. de energieproductie is ondergeschikt aan het glastuinbouwbedrijf; c. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 12 meter; Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
d. e. f.
g.
22
de reststof (het digestaat) is een meststof; de grondstoffen voor energieproductie zijn afkomstig van het eigen bedrijf en / of het digestaat wordt op het eigen bedrijf toegepast; wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 3. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
3.7.8. Verbetering waterhuishouding Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen Water voor verbetering van de waterhuishouding, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging is toegestaan voor realisering van waterlopen ten zuiden van de kern Wemeldinge in de richting van de Oosterschelde; b. wijziging is toegestaan voor waterberging in het kader van gebiedsgerichte aanpak; c. wijziging is toegestaan voor de waterberging in de omgeving van Bedrijventerrein Smokkelhoek en de kern Schore; d. wijziging past in een plan dat door het waterschap is opgesteld; e. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening en versnippering van de agrarische gronden. f. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 3.7.9. Natuurontwikkeling Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast voor uitbreiding van natuurgebieden, gericht op het vergroten van natuurgebieden of het realiseren van een verbindingszone tussen de bedoelde natuurgebieden; b. wijziging wordt toegepast voor verbetering van natuurvriendelijke oevers, gericht op het vergroten van natte ecologische verbindingen; c. wijziging wordt toegepast naar aanleiding van veranderingen in het natuurbeleid; d. het terrein is verworven voor de inrichting als natuurgebied, dan wel de eigenaar en gebruiker schriftelijk hebben ingestemd met de natuurontwikkeling; e. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 3. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder. f. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 3.7.10. Nieuw landgoed Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen Wonen, Bos en Natuur voor vestiging van een landgoed, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast op een afstand van ten hoogste 500 meter van de bestemming Bos en op 500 meter afstand van de plangrens met de bebouwde kom van Kapelle, Biezelinge, 's Gravenpolder, Wemeldinge, Schore; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; b. de oppervlakte bedraagt ten minste 5 ha aaneengesloten nieuw landgoed; c. de oppervlakte bos bedraagt ten minste 4 ha;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
d. e.
f. g. h.
i.
23
wijziging wordt toegepast indien ten minste 250 meter van het bos en/of natuurgebied met doorgaande paden openbaar toegankelijk zijn; wijziging wordt toegepast voor ten hoogste één hoofdgebouw (woning) met ten minste 2 bouwlagen, een voorgevel van ten minste 20 meter breed en een inhoud van ten minste 1.000 m³ en ten hoogste 4.500 m³; wijziging wordt toegepast voor ten hoogste twee bijgebouwen met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 200 m²; wijziging wordt toegepast als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing; wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening, verglazing en versnippering van de agrarische gronden; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 4. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
3.7.11. Wijziging naar Verkeer, Waterstaatswerken - Beschermde Dijken Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen Verkeer, Waterstaatswerken - Beschermde Dijken met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging is noodzakelijk voor verbreding van wegen, dijken en/of waterstaatswerken; b. wijziging is toegestaan indien de gronden hiervoor gebruiksvrij zijn verworven; c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en bouwmogelijkheden ter plaatse van naburige gronden; d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 3.7.12. Woonfunctie Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast nadat de bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd; b. wijziging wordt toegepast wanneer het bestaande bouwvolume niet wordt vergroot; c. wijziging wordt toegepast voor ten hoogste 1 woning; een extra woning is toegestaan wanneer dit noodzakelijk is voor het behoud van relatief oorspronkelijke gebouwen, danwel voor vervanging van sterk detonerende gebouwen met een woning van hoogwaardige architectuur en met een inhoud van ten minste 750 m³; d. wijziging wordt toegepast wanneer het woonperceel direct aan de bestemming Verkeer wordt geprojecteerd; e. wijziging leidt niet tot aanpassing van het bestaande stratenpatroon; f. wijziging leidt niet tot het projecteren van een nieuw agrarisch bouwvlak; g. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies; h. wijziging is toegestaan indien geen milieuhygiënische belemmeringen zijn i. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 3.7.13. Woonfunctie in landelijke bebouwingsconcentraties Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch in en bij landelijke bebouwingsconcentraties wijzigen in de bestemming Wonen, in met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt uitsluitend toegepast indien open gaten in dorps- of lintbebouwing worden opgevuld; b. wijziging wordt toegepast indien het woonperceel wat betreft situering en omvang past binnen het bebouwingspatroon waarbinnen het wordt geprojecteerd; c. wijziging wordt toegepast binnen een afstand van 150 meter van de bestemming Maatschappelijk met de aanduiding 'begraafplaats' ter plaatse van de kern Eversdijk;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
d. e. f.
g. g.
h.
24
wijziging wordt toegepast indien het woonperceel direct aan de bestemming Verkeer is geprojecteerd en het bestaande stratenpatroon blijft gehandhaafd; wijziging wordt toegepast indien een beeldkwaliteitsplan is opgesteld; wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing en is geïnvesteerd in de omgevingskwaliteit; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; wijziging wordt toegepast als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing; wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 3. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
3.7.14. Wonen in (historische) buitenplaatsen of beeldbepalende boerderijen Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast indien bouwhistorisch onderzoek heeft aangetoond dat sprake is van een (historische) buitenplaats; b. wijziging wordt toegepast indien onderzoek heeft aangetoond dat sprake is van een beeldbepalende, cultuurhistorisch waardevolle boerderij; c. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat het historische karakter en uiterlijk van het beeldbepalende, cultuurhistorisch waardevolle karakter behouden blijft; d. wijziging wordt toegepast indien het bestaande bouwvolume niet wordt vergroot; e. wijziging wordt toegepast voor ten hoogste 3 woningen, indien en voor zover dit noodzakelijk is voor het behoud van het genoemde karakter; f. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 3. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder. g. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 3.7.15. Zorg- en woonprojecten in (historische) buitenplaatsen of beeldbepalende boerderijen Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemming Wonen met de aanduiding 'zorgboerderij', met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast indien bouwhistorisch onderzoek heeft aangetoond dat sprake is van een (historische) buitenplaats; b. wijziging wordt toegepast indien onderzoek heeft aangetoond dat sprake is van een beeldbepalende, cultuurhistorisch waardevolle boerderij; c. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat het historische karakter en uiterlijk van het beeldbepalende, cultuurhistorisch waardevolle karakter behouden blijft; d. onder zorg- en woonzorgprojecten wordt verstaan het huisvesting bieden aan bewoners met een zorgindicatie en zorgverlening; e. wijziging wordt toegepast voor uitbreiding van zorg- en woonzorgprojecten indien de zorgfunctie dit vereist, mits uitbreiding beperkt blijft tot ten hoogste 25% van het gebouw; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders schriftelijk advies dat uitbreiding aansluit op de karakteristiek van het gebouw; f. het aantal wooneenheden bedraagt ten hoogste 5 per gebouw; g. wijziging leidt niet tot:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
h.
25
1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 3. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
3.7.16. Wro-zone-wijzigingsgebied 5 Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van 'wijzigingsgebied 5' een nieuw bouwvlak projecteren ten behoeve van een agrarisch bedrijf gecombineerd met een leerwerkproject in de landbouw en/of een zorg- of woonzorgproject in de landbouw, met in achtneming van het volgende: a. de oppervlakte van het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 1 ha; b. wijziging betrekking heeft op een volgens dit plan toelaatbaar, grondgebonden bedrijf, dat – exclusief intensieve veehouderij als neventak, glastuinbouw bij wijze van neventak, intensieve tuinbouw of intensieve kwekerij in gebouwen als neventak en teeltondersteunende voorzieningen – volwaardig is; c. van het agrarisch bedrijf dient een leerwerkproject in de landbouw en/of een zorg- of woonzorgproject in de landbouw deel uit te maken; onder een leerwerkproject in de landbouw wordt verstaan een praktijkopleiding in de landbouw gericht op een specifieke doelgroep die door deze opleiding de kans op werk vergroot; onder zorg- en woonzorgprojecten wordt verstaan het huisvesting bieden aan bewoners met een zorgindicatie en zorgverlening; d. bij de toetsing van een volwaardig bedrijf, als bedoeld onder b, mag rekening worden gehouden met de inzet van meerdere deelnemers aan een leerwerkproject in de landbouw en/of zorg- of woonzorgproject in de landbouw; e. indien gebleken is dat geen bedrijfswoning noodzakelijk is, wordt ter plaatse van het bouwvlak de aanduiding “(-bw)” (zonder bedrijfswoning) opgenomen; f. gewaarborgd dient te zijn dat gebouwen een beeldbepalend karakter hebben; g. aangetoond moet zijn dat gedurende een periode van ten minste een half jaar geen of niet tijdig vrijkomende agrarische bedrijven beschikbaar zijn; h. wijziging mag niet leiden tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bouwvlakken; 2. onevenredige verstening, verglazing en versnippering van de agrarische gronden; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; 4. onevenredige schade aan infrastructuur mede gelet op de capaciteit van de ontsluitingsweg, wat betreft de breedte en de draagkracht hiervan; i. het verzoek om wijziging wordt ter toetsing voorgelegd aan de agrarisch deskundige; j. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 4
26
Agrarisch met landschapswaarden
4.1. Bestemmingsomschrijving De voor Agrarisch met landschapswaarden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. grondgebonden agrarische bedrijven, waarbij rekening wordt gehouden met de bescherming en ontwikkeling van de aanwezige landschappelijke en natuurlijke waarden, bestaande uit de kenmerkende openheid zonder dan wel nagenoeg zonder boomgaarden; b. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende recreatieve fiets-, wandel- en ruiterpaden en daarbij behorende voorzieningen; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, sloten en watergangen, natuurvriendelijke oevers, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
4.2. Bouwregels 4.2.1. Bouwregels voor bouwvlakken Op een bouwvlak is toegestaan: a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. tenzij anders is aangeduid, is per bouwvlak ten hoogste één bedrijfswoning met aan-, uiten bijgebouwen toegestaan; c. de afstand van gebouwen tot de bestemming Verkeer bedraagt ten minste 20 meter; d. de afstand van gebouwen onderling, niet aaneengebouwd, bedraagt ten minste 1 meter; e. voor zover de gebouwen en overkappingen niet in de perceelsgrens worden gebouwd bedraagt de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens ten minste 3 meter; f. de totale oppervlakte aan gebouwen en overkappingen, bedraagt ten hoogste 70% per bouwvlak, tenzij anders is aangegeven in bijlage 1 of elders anders is aangegeven; met dien verstande dat een en ander slechts is toegestaan wanneer dit voor een doelmatige bedrijfsvoering gelet op de aard, inrichting, omvang en continuïteit van het bedrijf, nodig is. 4.2.2. Bouwregels buiten bouwvlakken Buiten een bouwvlak zijn toegestaan: a. kuilvoerplaten en sleufsilo's, direct aansluitend aan bouwvlakken; b. veldschuren uitsluitend bij een volwaardig grondgebonden agrarisch bedrijf;; c. terreinafscheidingen. 4.2.3. Hoogte, oppervlakte en inhoud. De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1
bedrijfswoning
2
4
aan-, uit- en bijgebouwen bij een woning, inclusief overkappingen gebouwen voor opslag van agrarische producten neventak intensieve veehouderij
5
kassen bij wijze van neventak
6
gebouwen voor intensieve tuinbouw en/of intensieve kwekerij overige gebouwen
3
7 8 9 10 11 12
mestopslagruimten silo veldschuren veldschuren voor fruitteeltbedrijf terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
zie maatvoeringsaanduiding 3m
10 m
750 m³
6m
60 m²
8m
12 m
zie lid 4.2.1 onder f
zie maatvoeringsaanduiding zie maatvoeringsaanduiding zie maatvoeringsaanduiding zie maatvoeringsaanduiding 4m
10 m
500 m²
10 m
2.000 m², tenzij anders is aangegeven in bijlage 1 2.000 m²
4m 4m
10 m 10 m 6m 10 m 6m 6m 1m
2.500 m² 50 m² per bedrijf 100 m² per bedrijf
708.007114.00
1BBestemmingsregels
13 14
bouwwerk terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
27
goothoogte
bouwhoogte 2m
oppervlakte/inhoud
3m
4.3. Ontheffing van de bouwregels 4.3.1. Overschrijding bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 4.2.3 voor overschrijding van het bouwvlak met gebouwen en bouwwerken, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend voor de bouw van een gebouw of een silo dat grenst aan het bouwvlak, met een overschrijding van ten hoogste 15%, waarbij het oppervlak van het bouwvlak niet meer toeneemt dan ten hoogste 15 meter; b. ontheffing is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering of voor toepassing van milieuregels en/of andere wettelijke regels; c. ontheffing wordt toegepast indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 4.3.2. Tweede agrarische bedrijfswoning Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 4.2.1 onder c voor een tweede bedrijfswoning met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing verleend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden en voor: 1. een volwaardig agrarisch bedrijf dat werk en inkomen biedt aan minimaal twee volwaardige arbeidskrachten; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; 2. voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting in verband met de aard van de bedrijfsvoering daadwerkelijk en duurzaam ter plaatse noodzakelijk is; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; 3. de afstand van de bedrijfswoning tot bedrijfsgebouwen bedraagt ten hoogste 25 meter; b. ontheffing leidt niet tot strijdigheid met de milieuwetgeving; c. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 4.3.3. Ontheffing voor uitbreiding bedrijfsvloeroppervlakte bij wijze van neventak Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2.3 onder 6 de genoemde bedrijfsvloeroppervlakte voor intensieve veehouderij te vergroten, met inachtneming van de volgende regels: a. de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 1.600 m²; b. ontheffing noodzakelijk dient te zijn voor de continuïteit van het agrarisch bedrijf of toepassing van milieuvoorschriften; c. ontheffing niet mag leiden tot: 1. onevenredige aantasting van natuurwaarden; 2. strijdigheid met de milieuwetgeving; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; d. het verzoek om ontheffing wordt ter toetsing voorgelegd aan de agrarisch deskundige voor de vraag of aan de voorwaarde als bedoeld onder b wordt voldaan; e. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 4.3.4. Nieuwe Economische Dragers Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 4.1 voor het vervangend nieuw bouwen van een gebouw ten behoeve van een NED ter plaatse van een bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
a. b. c. d.
28
de oppervlakte van de NED bedraagt ten hoogste de in bijlage 2 'Positieve lijst van Nieuwe Economische Dragers ' genoemde omvang; ontheffing wordt verleend indien ten minste eenzelfde oppervlak bestaande bedrijfsgebouwen behorende tot het agrarisch bedrijf wordt gesloopt; ontheffing wordt verleend indien ook toepassing is of wordt gegeven aan het bepaalde in lid 4.5.2; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
4.3.5. Huisvesting arbeidsmigranten Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van 4.2.1. voor het bouwen/ en of gebruik van voorzieningen of het tijdelijk plaatsen van stacaravans en woonunits voor de huisvesting van de arbeidsmigranten, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend voor ten hoogste 5 stacaravans of woonunits; b. ontheffing wordt verleend indien de huisvesting plaatsvindt op het bouwvlak; c. ontheffing wordt verleend voor tijdelijke huisvesting voor het eigen agrarisch bedrijf; d. de vrijstelling wordt buiten gebouwen uitsluitend verleend voor de plaatsing van verplaatsbare wooneenheden ten behoeve van de huisvesting van aan het betreffende agrarisch bedrijf verbonden seizoensarbeiders, met een gezamenlijk oppervlak van ten hoogste 250 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 meter voor een aaneengesloten periode van ten hoogste 10 weken per kalenderjaar; e. de gezamenlijke oppervlakte - inclusief sanitair, keukenvoorzieningen, verblijfs- en slaapruimten - van alle bouwkundige voorzieningen in gebouwen voor huisvesting van arbeidsmigranten bedraagt ten hoogste 250 m²; f. de gebouwde voorziening voldoet aan de eisen van de betreffende gemeentelijke verordening of andere van toepassing zijnde regelgeving; g. de afstand tussen nieuwbouw van bouwkundige voorzieningen voor arbeidsmigranten en de bedrijfswoning bedraagt ten minste 5 meter; g1. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; h. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 4.3.6. Afstand tot bestemming Verkeer Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van 4.2.1. onder d voor een kleinere afstand dan 20 meter, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend indien de afstand meer bedraagt dan 10 meter; b. ontheffing leidt niet tot aantasting van de verkeersveiligheid; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder voor zover het wegen betreft van het Waterschap Zeeuwse Eilanden of de provincie Zeeland; c. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
4.4. Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels: a. de opslag van goederen, anders dan agrarische producten afkomstig van het eigen agrarisch bedrijf, buiten gebouwen, is niet toegestaan; b. teeltondersteunende voorzieningen zijn uitsluitend op een bouwvlak toegestaan; c. de opslag van dierlijke mest ten behoeve van handelsdoeleinden is niet toegestaan; d. op gronden buiten het bouwvlak is de opslag van mest, niet zijnde tijdelijke mestopslag, niet toegestaan; e. het gebruik van de gronden voor intensieve veehouder als hoofdtak is niet toegestaan; f. het gebruik van de gronden voor een minicamping is niet toegestaan; g. containervelden buiten het bouwvlak zijn niet toegestaan; h. het gebruik van waterbassins is niet toegestaan; i. paardenbakken zijn niet toegestaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
29
4.5. Ontheffing van de gebruiksregels 4.5.1. Teeltondersteunende voorzieningen Burgemeester en wethouders kunnen lid 4.4. onder b voor het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van hagelnetten, buiten agrarische bouwvlakken, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend voor: 1. teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van hagelnetten; 2. een doelmatige agrarische bedrijfsvoering; 3. hagelnetten bedrijfseconomisch ondergeschikt aan het grondgebonden agrarisch bedrijf; b. de hoogte van hagelnetten bedraagt ten hoogste 6 meter; c. de oppervlakte van hagelnetten bedraagt per bedrijf ten hoogste de oppervlakte van de boomgaard; d. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; e. ontheffing leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening, verglazing en versnippering van de agrarische gronden; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 4. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; f. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 4.5.2. Nieuwe Economische Dragers Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 4.1 voor nevenfuncties naast de hoofdactiviteit van het agrarisch bedrijf, met inachtneming van de volgende regels: a. tenzij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 4.3.4 vindt de NED plaats in bestaande gebouwen op een bouwvlak; b. ontheffing wordt verleend voor nevenfuncties naast de hoofdfunctie zoals genoemd in bijlage 2 'Positieve lijst van Nieuwe Economische Dragers (NED's)'; c. landbouwverwante of niet-agrarische activiteiten vinden plaats in de aanwezige gebouwen met inachtneming van de bedrijfsvloeroppervlaktemaat genoemd in bijlage 2 onder 'indicatieve maximale oppervlakte in m²'; d. de ruimte overeenkomstig ten hoogste de maximaal toelaatbare bedrijfsvloeroppervlaktemaat vindt binnen de bestaande bebouwing in bouwkundige zin of enkele afzonderlijke ruimte(n) te vormen; e. ontheffing wordt verleend bij een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een agrarisch deskundige; f. de NED, of alle NED's tezamen, behorende bij een agrarisch bedrijf, wordt of worden uitgeoefend in een kleinschalige omvang, hetgeen blijkt uit: 1. de arbeidsbehoefte; 2. de ruimtelijke uitstraling; 3. de verkeersaantrekkende werking, waarbij de ontheffing niet tot een onevenredige toename leidt van de automobiliteit; 4. de categorie uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten waartoe de activiteit behoort, waarbij geldt dat: a. de bedrijfsactiviteit ten hoogste tot categorie 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten behoort; b. de bedrijfsactiviteit ten hoogste tot categorie 3 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten behoort, mits is aangetoond dat daardoor geen milieuhinder voor aangrenzende percelen ontstaat; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de milieudeskundige;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
g.
h.
30
functieverandering gaat samen met: 1. een goede landschappelijke inpassing van en landschappelijke inpassing van en landschapsontwikkeling; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; 2. ontheffing wordt slechts verleend als zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst in de vorm van landschaps- of natuurontwikkeling of het verbeteren van de inrichting van het erf; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; 3. sanering van de aanwezige overige gebouwen, met uitzondering van de woning met de daaraan ondergeschikte bijgebouwen; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
4.6. Aanlegvergunning (fruitteelt) 4.6.1. Aanlegverbod Het is verboden op de in lid 4.1 bedoelde gronden, ter plaatse van gronden die zijn gelegen binnen een afstand van 50 meter van plangrenzen rond de kernen of terreinen bestemd voor verblijfsrecreatie (minicampings daar niet onder inbegrepen), zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) te gebruiken voor fruitteelt is niet toegestaan. 4.6.2. Uitzonderingen op het aanlegverbod Het verbod van lid 7.6.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die: a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning. 4.6.3. Voorwaarden voor een aanlegvergunning Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor geen nadelige effecten optreden voor het woon- en leefklimaat in de kern of het recreatieterrein. 4.6.4. Advisering over de aanlegvergunning Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 4.5.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de milieudeskundige.
4.7. Wijzigingsbevoegdheid 4.7.1. Vormverandering bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van een bouwvlak wijzigen, met inachtneming van de volgende regels: a. de oppervlakte van het bouwvlak mag niet worden vergroot; b. wijziging is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering of voor toepassing van milieuvoorschriften en/ of andere wettelijke bepalingen; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden voor naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 4.7.2. Vergroting bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor vergroting van een bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels: a. de gezamenlijke oppervlakte van bouwvlakken bedraagt per agrarisch bedrijf ten hoogste 1,5 ha; b. wijziging is noodzakelijk voor de continuïteit van het agrarisch bedrijf of voor de toepassing van milieuvoorschriften en/of andere wettelijke bepalingen; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
c. d.
e.
31
wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
4.7.3. Natuurontwikkeling Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast voor uitbreiding van natuurgebieden, gericht op het vergroten van natuurgebieden of het realiseren van een verbindingszone tussen de bedoelde natuurgebieden; b. wijziging wordt toegepast naar aanleiding van veranderingen in het natuurbeleid; c. het terrein is verworven voor de inrichting als natuurgebied, dan wel de eigenaar en gebruiker schriftelijk hebben ingestemd met de natuurontwikkeling; d. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 3. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; e. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 4.7.4. Verbetering waterhuishouding Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen Water voor verbetering van de waterhuishouding, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging is toegestaan voor realisering van waterlopen ten zuiden van de kern Wemeldinge in de richting van de Oosterschelde; b. wijziging is toegestaan voor waterberging in het kader van gebiedsgerichte aanpak; c. wijziging is toegestaan voor de waterberging in de omgeving van Bedrijventerrein Smokkelhoek; d. wijziging past in een plan dat door het waterschap is opgesteld; e. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening en versnippering van de agrarische gronden; f. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 5
32
Agrarisch met landschaps- en natuurwaarden
5.1. Bestemmingsomschrijving De voor Agrarisch met landschaps- en natuurwaarden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. grondgebonden agrarische bedrijven, waarbij rekening wordt gehouden met de bescherming en ontwikkeling van de aanwezige landschappelijke en natuurlijke waarden, bestaande uit de kenmerkende openheid zonder dan wel nagenoeg zonder boomgaarden en bebouwing; b. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende recreatieve fiets-, wandel- en ruiterpaden en daarbij behorende voorzieningen; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, sloten en watergangen, natuurvriendelijke oevers, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
5.2. Bouwregels 5.2.1. Bouwregels voor de bestemming Op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. 5.2.3. Hoogte, oppervlakte en inhoud. De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1 2 3
terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
1m 2m 3m
5.3. Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels: a. de opslag van goederen, anders dan agrarische producten afkomstig van het eigen agrarisch bedrijf, buiten gebouwen, is niet toegestaan; b. de opslag van dierlijke mest ten behoeve van handelsdoeleinden is niet toegestaan; c. het gebruik van de gronden voor fruitteelt is niet toegestaan; d. het gebruik van de gronden voor houtteelt is niet toegestaan; e. het gebruik van de gronden voor een boomkwekerij is niet toegestaan; f. het gebruik van mestbassins is niet toegestaan; g. het gebruik van waterbassins is niet toegestaan; h. het gebruik van de gronden voor een minicamping is niet toegestaan; i. containervelden buiten het bouwvlak zijn niet toegestaan; j. paardenbakken zijn niet toegestaan.
5.4. Wijzigingsbevoegdheid 5.4.1. Verbetering waterhuishouding Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen Water voor verbetering van de waterhuishouding, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging is toegestaan voor realisering van waterlopen ten zuiden van de kern Wemeldinge in de richting van de Oosterschelde; b. wijziging is toegestaan voor waterberging in het kader van gebiedsgerichte aanpak; c. wijziging is toegestaan voor de waterberging in de omgeving van Bedrijventerrein Smokkelhoek en de kern Schore; d. wijziging past in een plan dat door het waterschap is opgesteld; e. wijziging leidt niet tot:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
f.
33
1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening en versnippering van de agrarische gronden; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
5.4.2. Natuurontwikkeling Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast voor uitbreiding van natuurgebieden, gericht op het vergroten van natuurgebieden of het realiseren van een verbindingszone tussen de bedoelde natuurgebieden; b. wijziging wordt toegepast voor verbetering van natuurvriendelijke oevers, gericht op het vergroten van natte ecologische verbindingen; c. wijziging wordt toegepast naar aanleiding van veranderingen in het natuurbeleid; d. het terrein is verworven voor de inrichting als natuurgebied, dan wel de eigenaar en gebruiker schriftelijk hebben ingestemd met de natuurontwikkeling; e. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 3. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; g. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 6
34
Agrarisch - Open landschap
6.1. Bestemmingsomschrijving De voor Agrarisch - Open landschap aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. grondgebonden agrarische bedrijven, waarbij rekening wordt gehouden met het open, onbebouwde karakter van het landschap; b. ter plaatse van de aanduiding 'bomenteelt': tevens een bomenteelt; c. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende recreatieve fiets-, wandel- en ruiterpaden en daarbij behorende voorzieningen; d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, sloten en watergangen, natuurvriendelijke oevers, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
6.2. Bouwregels 6.2.1. Bouwregels voor bouwvlakken Op een bouwvlak is toegestaan: a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. tenzij anders is aangeduid, is per bouwvlak ten hoogste één bedrijfswoning met aan-, uiten bijgebouwen toegestaan; c. de afstand van gebouwen tot de bestemming Verkeer bedraagt ten minste 20 meter; d. de afstand van gebouwen onderling, niet aaneengebouwd, bedraagt ten minste 1 meter; e. voor zover de gebouwen en overkappingen niet in de perceelsgrens worden gebouwd bedraagt de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens ten minste 3 meter; f. de totale oppervlakte aan gebouwen en overkappingen, bedraagt ten hoogste 70% per bouwvlak, tenzij anders is aangegeven in bijlage 1 of elders anders is aangegeven; met dien verstande dat een en ander slechts is toegestaan wanneer dit voor een doelmatige bedrijfsvoering gelet op de aard, inrichting, omvang en continuïteit van het bedrijf, nodig is. 6.2.2. Bouwregels voor gronden buiten bouwvlakken Buiten een bouwvlak zijn uitsluitend toegestaan: a. kuilvoerplaten en sleufsilo's, direct aansluitend aan bouwvlakken; b. terreinafscheidingen. 6.2.3. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1
bedrijfswoning
2
4
aan-, uit- en bijgebouwen bij een woning, inclusief overkappingen gebouwen voor opslag van agrarische producten overige gebouwen
5
neventak intensieve veehouderij
6
kassen bij wijze van neventak
7
gebouwen voor intensieve tuinbouw en/of intensieve kwekerij mestopslagruimten silo terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3
8 9 12 13 14
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
zie maatvoeringsaanduiding 3m
10 m
750 m³
6m
60 m²
8m
12 m
zie lid 6.2.1 onder f
zie maatvoeringsaanduiding zie maatvoeringsaanduiding zie maatvoeringsaanduiding zie maatvoeringsaanduiding 4m
10 m
zie lid 6.2.1 onder f
10 m
500 m
10 m
2.000 m², tenzij anders is aangegeven in bijlage 1 2.000 m²
10 m 6m 10 m 1m
2.500 m²
2m 3m
708.007114.00
1BBestemmingsregels
35
6.3. Ontheffing van de bouwregels 6.3.1. Overschrijding bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 6.2.3 voor overschrijding van het bouwvlak met gebouwen en bouwwerken, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend voor de bouw van een gebouw of een silo die grenst aan het bouwvlak, met een overschrijding van ten hoogste 15%, waarbij het oppervlak van het bouwvlak niet meer toeneemt dan ten hoogste 15 meter; b. ontheffing is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering of voor toepassing van milieuregels en/of andere wettelijke regels; c. ontheffing wordt toegepast indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 6.3.2. Tweede agrarische bedrijfswoning Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 6.2.1 onder b voor een tweede bedrijfswoning met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing verleend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden en voor: 1. een volwaardig agrarisch bedrijf dat werk en inkomen biedt aan minimaal twee volwaardige arbeidskrachten; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; 2. voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting in verband met de aard van de bedrijfsvoering daadwerkelijk en duurzaam ter plaatse noodzakelijk is; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; 3. de afstand van de bedrijfswoning tot bedrijfsgebouwen bedraagt ten hoogste 25 meter; b. ontheffing leidt niet tot strijdigheid met de milieuwetgeving; c. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 6.3.3. Vergroten bedrijfsvloeroppervlakte neventak intensieve veehouderij Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 6.2.3. onder 5 voor het vergroten van het bedrijfsvloeroppervlakte voor een neventak intensieve veehouderij, met inachtneming van de volgende regels: a. de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt ten hoogste 1.600 m²; b. ontheffing is noodzakelijk voor de continuïteit van het agrarisch bedrijf; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; c. ontheffing leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening, verglazing en versnippering van de agrarische gronden; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 4. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 6.3.4. Nieuwe Economische Dragers Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.1 voor het vervangend nieuw bouwen van een gebouw ten behoeve van een NED ter plaatse van een bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels: a. de oppervlakte van de NED bedraagt ten hoogste de in bijlage 2 'Positieve lijst van Nieuwe Economische Dragers ' genoemde omvang;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
b. c. d.
36
ontheffing wordt verleend indien ten minste eenzelfde oppervlak bestaande bedrijfsgebouwen behorende tot het agrarisch bedrijf wordt gesloopt; ontheffing wordt verleend indien ook toepassing is of wordt gegeven aan het bepaalde in lid 6.5.2; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
6.3.5. Huisvesting arbeidsmigranten Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van 6.2.1. voor het gebruik en /of bouwen van voorzieningen of het tijdelijk plaatsen van stacaravans en woonunits voor de huisvesting van de arbeidsmigranten, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend voor ten hoogste 5 stacaravans of woonunits; b. ontheffing wordt verleend indien de huisvesting plaatsvindt op het bouwvlak; c. ontheffing wordt verleend voor tijdelijke huisvesting voor het eigen agrarisch bedrijf; d. de vrijstelling wordt buiten gebouwen uitsluitend verleend voor de plaatsing van verplaatsbare wooneenheden ten behoeve van de huisvesting van aan het betreffende agrarisch bedrijf verbonden seizoensarbeiders, met een gezamenlijk oppervlak van ten hoogste 250 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 meter voor een aaneengesloten periode van ten hoogste 10 weken per kalenderjaar; e. de gezamenlijke oppervlakte - inclusief sanitair, keukenvoorzieningen, verblijfs- en slaapruimten - van alle bouwkundige voorzieningen in gebouwen voor huisvesting van arbeidsmigranten bedraagt ten hoogste 250 m²; f. de gebouwde voorziening voldoet aan de eisen van de betreffende gemeentelijke verordening of andere van toepassing zijnde regelgeving; g. de afstand tussen nieuwbouw van bouwkundige voorzieningen voor arbeidsmigranten en de bedrijfswoning bedraagt ten minste 5 meter; g1. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; h. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 6.3.6. Afstand tot bestemming Verkeer Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van 6.2.1. onder c voor een kleinere afstand dan 20 meter, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend indien de afstand meer bedraagt dan 10 meter; b. ontheffing leidt niet tot aantasting van de verkeersveiligheid; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder voor zover het wegen betreft van het Waterschap Zeeuwse Eilanden of de provincie Zeeland; c. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
6.4. Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels: a. opslag, anders dan opslag voor agrarische producten is buiten het bouwvlak, is ten hoogste tot 1,5 meter toegestaan; b. teeltondersteunende voorzieningen zijn uitsluitend op een bouwvlak toegestaan; c. het gebruik van mestopslagruimten voor de handel is, anders dan voor het eigen agrarisch gebruik, niet toegestaan; d. op gronden buiten het bouwvlak is de opslag van mest, niet zijnde tijdelijke mestopslag, niet toegestaan; e. containervelden zijn aansluitend aan het bouwvlak toegestaan, met een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 2 ha; f. het gebruik van groeibevorderende of conditionerende belichting, zoals assimilatiebelichting of cyclische belichting in kassen is niet toegestaan, tenzij de kassen (gevel en dak) aan de binnenzijde volledig zijn afgeschermd tegen horizontale en verticale lichtuitstraling
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
g. h. i.
37
met dien verstande dat bij kassen ter plaatse van gronden niet gelegen aan de Kreekweg, de lichtuitstraling met ten minste 95% moet zijn gereduceerd op 10 meter van de kassen; het gebruik van groeibevorderende of conditionerende belichting, zoals assimilatiebelichting of cyclische belichting in boog- en gaaskassen is niet toegestaan; het gebruik van de gronden voor een minicamping is niet toegestaan; fruitteelt is ter plaatse van gronden die zijn gelegen binnen een afstand van 50 meter van woningen van derden, rond de woonkernen of terreinen bestemd voor verblijfsrecreatie (minicampings daaronder inbegrepen) niet toegestaan.
6.5. Ontheffing van de gebruiksregels 6.5.1. Teeltondersteunende voorzieningen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 6.4 onder b voor het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van boog- en tunnelkassen, regenkappen of hagelnetten, buiten agrarische bouwvlakken, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing is toegestaan voor: 1. een doelmatige agrarische bedrijfsvoering; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; 2. teeltondersteunde voorzieningen die bedrijfseconomisch ondergeschikt zijn aan het grondgebonden agrarisch bedrijf; 3. teeltondersteunende voorzieningen aansluitend aan agrarische bouwvlakken, waarbij regenkappen en hagelnetten niet in aansluiting op agrarische bouwvlakken hoeven te worden gerealiseerd; b. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; c. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing; d. de hoogte van teeltondersteunende voorzieningen bedraagt ten hoogste voor: 1. boog- en tunnelkassen 3,5 meter; 2. regenkappen 4,5 meter; 3. hagelnetten 6 meter; e. de oppervlakte van de teeltondersteunende voorzieningen bedraagt per bedrijf ten hoogste voor: 1. boog- en tunnelkassen 1 ha; 2. regenkappen 3 ha; 3. van hagelnetten oppervlakte van de boomgaard; f. ontheffing leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening, verglazing en versnippering van de agrarische gronden; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 4. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; g. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 6.5.2. Nieuwe Economische Dragers Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 6.1 voor nevenfuncties naast de hoofdactiviteit van het agrarisch bedrijf, met inachtneming van de volgende regels: a. tenzij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 6.3.4 vindt de NED plaats in bestaande gebouwen op een bouwvlak; b. ontheffing wordt verleend voor nevenfuncties naast de hoofdfunctie zoals genoemd in bijlage 2 'Positieve lijst van Nieuwe Economische Dragers (NED's)'; c. landbouwverwante of niet-agrarische activiteiten vinden plaats in de aanwezige gebouwen met inachtneming van de bedrijfsvloeroppervlaktemaat genoemd in bijlage 2 onder 'indicatieve maximale oppervlakte in m²';
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
d.
e.
f.
g.
38
de ruimte overeenkomstig ten hoogste de maximaal toelaatbare bedrijfsvloeroppervlaktemaat vindt binnen de bestaande bebouwing in bouwkundige zin of enkele afzonderlijke ruimte(n) te vormen; de NED, of alle NED's tezamen, behorende bij een agrarisch bedrijf, wordt of worden uitgeoefend in een kleinschalige omvang, hetgeen blijkt uit: 1. de arbeidsbehoefte; 2. de ruimtelijke uitstraling; 3. de verkeersaantrekkende werking, waarbij de ontheffing niet tot een onevenredige toename leidt van de automobiliteit; 4. de categorie uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten waartoe de activiteit behoort, waarbij geldt dat: a. de bedrijfsactiviteit ten hoogste tot categorie 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten behoort; b. de bedrijfsactiviteit ten hoogste tot categorie 3 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten behoort, mits is aangetoond dat daardoor geen milieuhinder voor aangrenzende percelen ontstaat; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de milieudeskundige; functieverandering gaat samen met: 1. een goede landschappelijke inpassing van en landschappelijke inpassing van en landschapsontwikkeling; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; 2. ontheffing wordt slechts verleend als zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst in de vorm van landschaps- of natuurontwikkeling of het verbeteren van de inrichting van het erf; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een deskundige; 3. sanering van de aanwezige overige gebouwen, met uitzondering van de woning met de daaraan ondergeschikte bijgebouwen; 4. ontheffing wordt verleend bij een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een agrarisch deskundige; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
6.5.3. Minicamping Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.4 onder h voor het toevoegen van de functieaanduiding 'minicamping' en / of het bouwen van sanitaire voorzieningen en/ of een recreatieruimte voor een minicamping aansluitend aan het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend voor ten hoogste 25 standplaatsen; b. ontheffing wordt niet verleend voor permanente bewoning van kampeermiddelen; c. de bouwhoogte van het sanitairgebouw en/ of recreatieruimte bedraagt ten hoogste 3,5 meter; d. het totale oppervlak van sanitairgebouwen en/ of recreatieruimten bedraagt ten hoogste 100 m²; e. sanitairgebouwen en/ of recreatieruimten zijn uitsluitend direct grenzend aan het bouwvlak toegestaan; f. ontheffing wordt niet verleend: 1. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Natuur; 2. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Water-Deltawater; 3. binnen een afstand van 100 meter van de plangrens rond de kernen en verblijfsrecreatieterreinen; g. voorzien wordt in een adequate landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een dichte struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; h. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
i. j.
39
ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
6.6. Wijzigingsbevoegdheid 6.6.1. Vormverandering bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van een bouwvlak wijzigen, met inachtneming van de volgende regels: a. de oppervlakte van het bouwvlak mag niet worden vergroot; b. wijziging is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering of voor toepassing van milieuvoorschriften en/of andere wettelijke bepalingen; c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden voor naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 6.6.2. Vergroting bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor vergroting van het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels: a. de gezamenlijke oppervlakte van bouwvlakken bedraagt per agrarisch bedrijf ten hoogste 1,5 ha; b. wijziging is noodzakelijk voor de continuïteit van het agrarisch bedrijf of voor de toepassing van milieuvoorschriften en/of andere wettelijke bepalingen; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; d. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; e. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 6.6.3. Nieuw agrarisch bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen voor het realiseren van een nieuw bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast voor het oplossen van ruimtelijke knelgevallen in verband met ruimtegebruik en/of milieuhinder; b. wijziging is uitsluitend toegestaan voor gronden aan wegen waaraan reeds bouwvlakken zijn opgenomen; wijziging wordt niet toegepast ter plaatse van gronden met de aanduiding ”specifieke vorm van agrarisch-7”; c. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond binnen een half jaar geen of niet tijdig vrijkomende agrarische bedrijven beschikbaar zijn; d. wijziging wordt toegepast: 1. op een afstand van ten minste 100 meter rond de kernen; 2. op een afstand van ten minste 100 meter binnen de in het buitengebied gelegen bebouwingsconcentraties en/of buurtschappen; 3. op een afstand van ten minste 100 meter van natuurgebieden en/ of natuurontwikkelingsgebieden; 4. buiten de geluidzone – industrie; 5. ter plaatse van gronden waar de geluidsbelasting ingevolge wegverkeerslawaai niet meer bedraagt dan 48 dB; e. wijziging is ter plaatse van bergingsgebieden voor oppervlaktewater en hydrologische buffers niet toegestaan; f. de oppervlakte van het bouwvlak bedraagt ten hoogste 1,5 ha; g. de afstand van een bouwvlak tot de openbare weg bedraagt ten hoogste 50 meter;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
h. i.
j. k.
l.
m.
40
wijziging heeft betrekking op een volwaardig grondgebonden bedrijf, zoals bedoeld onder lid 3.1; een nieuw bouwvlak is toegestaan voor het splitsen van een bestaand agrarisch bedrijf, mits is aangetoond dat zowel het bestaande, als het nieuwe bedrijf, beiden volwaardige agrarische bedrijven zijn; alvorens de wijziging toe te passen te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; wijziging is noodzakelijk voor toepassing van milieuvoorschriften en/ of andere wettelijke bepalingen en voor de continuïteit van het agrarisch bedrijf; wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening, verglazing en versnippering van de agrarische gronden; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 4. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
6.6.4. Verbetering waterhuishouding Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen Water voor verbetering van de waterhuishouding, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging is toegestaan voor realisering van waterlopen ten zuiden van de kern Wemeldinge in de richting van de Oosterschelde; b. wijziging is toegestaan voor waterberging in het kader van gebiedsgerichte aanpak; c. wijziging is toegestaan voor de waterberging in de omgeving van Bedrijventerrein Smokkelhoek en de kern Schore; d. wijziging past in een plan dat door het waterschap is opgesteld; e. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening en versnippering van de agrarische gronden; f. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 6.6.5. Natuurontwikkeling Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast voor uitbreiding van natuurgebieden, gericht op het vergroten van natuurgebieden of het realiseren van een verbindingszone tussen de bedoelde natuurgebieden; b. wijziging wordt toegepast naar aanleiding van veranderingen in het natuurbeleid; c. het terrein is verworven voor de inrichting als natuurgebied, dan wel de eigenaar en gebruiker schriftelijk hebben ingestemd met de natuurontwikkeling; d. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 3. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; e. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
41
6.6.6. Woonfunctie Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast nadat de bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd; b. wijziging wordt toegepast wanneer het bestaande bouwvolume niet wordt vergroot; c. wijziging wordt toegepast voor ten hoogste 1 woning; een extra woning is toegestaan wanneer dit noodzakelijk is voor het behoud van relatief oorspronkelijke gebouwen, danwel voor vervanging van sterk detonerende gebouwen met een woning van hoogwaardige architectuur en met een inhoud van ten minste 750 m³; d. wijziging wordt toegepast wanneer het woonperceel direct aan de bestemming Verkeer wordt geprojecteerd; e. wijziging leidt niet tot aanpassing van het bestaande stratenpatroon; f. wijziging leidt niet tot het projecteren van een nieuw agrarisch bouwvlak; g. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies; 6.6.7. Nieuw landgoed Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen Wonen, Bos en Natuur voor vestiging van een landgoed, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast op een afstand van ten hoogste 500 meter van de plangrens met de bebouwde kom van Kapelle; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; b. de oppervlakte bedraagt ten minste 5 ha aaneengesloten nieuw landgoed; c. de oppervlakte bos bedraagt ten minste 4 ha; d. wijziging wordt toegepast indien ten minste 250 meter van het bos en/of natuurgebied met doorgaande paden openbaar toegankelijk zijn; e. wijziging wordt toegepast voor ten hoogste één hoofdgebouw (woning) met ten minste 2 bouwlagen, een voorgevel van ten minste 20 meter breed en een inhoud van ten minste 1.000 m³ en ten hoogste 4.500 m³; f. wijziging wordt toegepast voor ten hoogste twee bijgebouwen met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 200 m²; g. wijziging wordt toegepast als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing; h. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening, verglazing en versnippering van de agrarische gronden; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 4. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder. j. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 6.6.8. Wonen in (historische) buitenplaatsen of beeldbepalende boerderijen Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemmingen Wonen, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast indien bouwhistorisch onderzoek heeft aangetoond dat sprake is van een (historische) buitenplaats; b. wijziging wordt toegepast indien onderzoek heeft aangetoond dat sprake is van een beeldbepalende, cultuurhistorisch waardevolle boerderij; c. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat het historische karakter en uiterlijk van het beeldbepalende, cultuurhistorisch waardevolle karakter behouden blijft; d. wijziging wordt toegepast indien het bestaande bouwvolume niet wordt vergroot; e. wijziging wordt toegepast voor ten hoogste 3 woningen, indien en voor zover dit noodzakelijk is voor het behoud van het genoemde karakter; f. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
g.
42
2. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 3. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
6.6.9. Zorg- en woonprojecten in (historische) buitenplaatsen of beeldbepalende boerderijen Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemmingen Wonen, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast indien bouwhistorisch onderzoek heeft aangetoond dat sprake is van een (historische) buitenplaats; b. wijziging wordt toegepast indien onderzoek heeft aangetoond dat sprake is van een beeldbepalende, cultuurhistorisch waardevolle boerderij; c. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat het historische karakter en uiterlijk van het beeldbepalende, cultuurhistorisch waardevolle karakter behouden blijft; d. onder zorg- en woonzorgprojecten wordt verstaan het huisvesting bieden aan bewoners met een zorgindicatie en zorgverlening; e. wijziging wordt toegepast voor uitbreiding van zorg- en woonzorgprojecten indien de zorgfunctie dit vereist, mits uitbreiding beperkt blijft tot ten hoogste 25% van het gebouw; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders schriftelijk advies dat uitbreiding aansluit op de karakteristiek van het gebouw; f. het aantal wooneenheden bedraagt ten hoogste 5 per gebouw; g. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 3. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; h. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 7
43
Agrarisch - Parklandschap
7.1. Bestemmingsomschrijving De voor Agrarisch - Parklandschap aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. grondgebonden agrarische bedrijven: b. het behoud en ontwikkeling van parklandschap; c. recreatief medegebruik; d. ter plaatse van de aanduiding 'bomenkwekerij: uitsluitend bomenkwekerij, alsmede bijbehorende en ondergeschikte detailhandel tot een oppervlakte van ten hoogste 250 m²; e. verbrede plattelandsontwikkeling binnen het karakter van een parklandschap; f. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende recreatieve fiets-, wandel- en ruiterpaden en daarbij behorende voorzieningen; g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, sloten en watergangen, natuurvriendelijke oevers, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
7.2. Bouwregels 7.2.1. Bouwregels voor bouwvlakken Op een bouwvlak is toegestaan: a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. tenzij anders is aangeduid, is per bouwvlak ten hoogste één bedrijfswoning met aan- en uitbouwen en bijgebouwen toegestaan; c. de afstand van gebouwen tot de bestemming Verkeer bedraagt ten minste 20 meter; d. de afstand van gebouwen onderling, niet aaneengebouwd, bedraagt ten minste 1 meter; e. voor zover de gebouwen en overkappingen niet in de perceelsgrens worden gebouwd bedraagt de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens ten minste 3 meter; f. de totale oppervlakte aan gebouwen en overkappingen, bedraagt ten hoogste 70% per bouwvlak, tenzij anders is aangegeven in bijlage 1 of elders anders is aangegeven; met dien verstande dat een en ander slechts is toegestaan wanneer dit voor een doelmatige bedrijfsvoering gelet op de aard, inrichting, omvang en continuïteit van het bedrijf, nodig is. 7.2.2. Bouwregels voor gronden buiten bouwvlakken Buiten een bouwvlak zijn uitsluitend toegestaan: a. kuilvoerplaten en sleufsilo's, direct aansluitend op bouwvlakken; b. veldschuren uitsluitend bij een volwaardig grondgebonden agrarisch bedrijf; c. terreinafscheidingen. 7.2.3. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1
bedrijfswoning
2
4
aan-, uit- en bijgebouwen bij een woning, inclusief overkappingen gebouwen voor opslag van agrarische producten overige gebouwen
5
neventak intensieve veehouderij
6
gebouwen voor intensieve tuinbouw en/of intensieve kwekerij bij neventak gebouwen voor intensieve tuinbouw en/of intensieve kwekerij bij hoofdtak kassen bij wijze van neventak
3
7
8
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
zie maatvoeringsaanduiding 3m
10 m
750 m³
6m
60 m²
8m
12 m
zie lid 7.2.1 onder f
zie maatvoeringsaanduiding zie maatvoeringsaanduiding zie maatvoeringsaanduiding
10 m
zie lid 7.2.1 onder f
10 m
500 m²
10 m
2.000 m²
zie maatvoeringsaanduiding
10 m
5.000 m²
zie maatvoeringsaanduiding
10 m
2.000 m², tenzij anders is aangegeven in bijlage 1
708.007114.00
1BBestemmingsregels
9 10 11 12
12A 13 14 15 16 17
sanitaire voorzieningen bij een minicamping mestopslagruimten silo containervelden ter plaatse van gronden zonder de aanduiding “boomkwekerij” boogkassen ter plaatse van de aanduiding “boomkwekerij” veldschuren veldschuren voor fruitteeltbedrijf terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw overige bouwwerken, geen gebouw zijnde
44
3m
5m
50 m²
4m
6m 10 m
2.500 m² 2 ha
5m 4m 4m
6m 6m 1m
50 m² per bedrijf 100 m² per bedrijf
2m 3m
7.3. Ontheffing van de bouwregels 7.3.1. Overschrijding bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 7.2.3 voor overschrijding van het bouwvlak met gebouwen en bouwwerken, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend voor de bouw van een gebouw of een silo die grenst aan het bouwvlak, met een overschrijding van ten hoogste 15%, waarbij het oppervlak van het bouwvlak niet meer toeneemt dan ten hoogste 15 meter; b. ontheffing is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering of voor toepassing van milieuregels en/of andere wettelijke regels; c. ontheffing wordt toegepast indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; ontheffing verleend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden en voor; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 7.3.2. Tweede agrarische bedrijfswoning Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 7.2.1 onder b voor een tweede bedrijfswoning met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing verleend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden en voor: 1. een volwaardig agrarisch bedrijf dat werk en inkomen biedt aan minimaal twee volwaardige arbeidskrachten; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; 2. voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting in verband met de aard van de bedrijfsvoering daadwerkelijk en duurzaam ter plaatse noodzakelijk is; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; 3. de afstand van de bedrijfswoning tot bedrijfsgebouwen bedraagt ten hoogste 25 meter; b. ontheffing leidt niet tot strijdigheid met de milieuwetgeving; c. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 7.3.3. Vergroten bedrijfsvloeroppervlakte neventak intensieve veehouderij Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 7.2.3. onder 5 voor het vergroten van het bedrijfsvloeroppervlakte voor een neventak intensieve veehouderij, met inachtneming van: a. de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt ten hoogste 1.600 m²; b. ontheffing is noodzakelijk voor de continuïteit van het agrarisch bedrijf; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; c. ontheffing leidt niet tot: Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
d.
45
1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening, verglazing en versnippering van de agrarische gronden; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 4. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
7.3.4. Nieuwe Economische Dragers Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 7.1 voor het vervangend nieuw bouwen van een gebouw ten behoeve van een NED ter plaatse van een bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels: a. de oppervlakte van de NED bedraagt ten hoogste de in bijlage 2 'Positieve lijst van Nieuwe Economische Dragers' genoemde omvang; b. ontheffing wordt verleend indien ten minste eenzelfde oppervlak bestaande bedrijfsgebouwen behorende tot het agrarisch bedrijf wordt gesloopt; c. ontheffing wordt verleend indien ook toepassing is of wordt gegeven aan het bepaalde in lid 7.5.2; d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 7.3.5. Huisvesting arbeidsmigranten Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van 7.2.1. voor het gebruik en /of bouwen van voorzieningen of het tijdelijk plaatsen van stacaravans en woonunits voor de huisvesting van de arbeidsmigranten, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend voor ten hoogste 5 stacaravans of woonunits; b. ontheffing wordt verleend indien de huisvesting plaatsvindt op het bouwvlak; c. ontheffing wordt verleend voor tijdelijke huisvesting voor het eigen agrarisch bedrijf; d. de vrijstelling wordt buiten gebouwen uitsluitend verleend voor de plaatsing van verplaatsbare wooneenheden ten behoeve van de huisvesting van aan het betreffende agrarisch bedrijf verbonden seizoensarbeiders, met een gezamenlijk oppervlak van ten hoogste 250 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 meter voor een aaneengesloten periode van ten hoogste 10 weken per kalenderjaar; e. de gezamenlijke oppervlakte - inclusief sanitair, keukenvoorzieningen, verblijfs- en slaapruimten - van alle bouwkundige voorzieningen in gebouwen voor huisvesting van arbeidsmigranten bedraagt ten hoogste 250 m²; f. de gebouwde voorziening voldoet aan de eisen van de betreffende gemeentelijke verordening of andere van toepassing zijnde regelgeving; g. de afstand tussen nieuwbouw van bouwkundige voorzieningen voor arbeidsmigranten en de bedrijfswoning bedraagt ten minste 5 meter; g1. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; h. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 7.3.6. Afstand tot bestemming Verkeer Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van 7.2.1 onder c voor een kleinere afstand dan 20 meter, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend indien de afstand meer bedraagt dan 10 meter; b. ontheffing leidt niet tot aantasting van de verkeersveiligheid; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder voor zover het wegen betreft van het Waterschap Zeeuwse Eilanden of de provincie Zeeland; c. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
46
7.4. Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels: a. opslag, anders dan opslag voor agrarische producten is buiten het bouwvlak, is ten hoogste tot 1,5 meter toegestaan; b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch, agrarisch hulp- en nevenbedrijf' zijn mestverzamelsilo's niet toegestaan; c. teeltondersteunende voorzieningen zijn uitsluitend op een bouwvlak toegestaan; d. fruitteelt is ter plaatse van gronden die zijn gelegen binnen een afstand van 50 meter van woningen van derden, of terreinen bestemd voor verblijfsrecreatie (minicampings daaronder inbegrepen) niet toegestaan; e. het gebruik van mestopslagruimten voor de handel is, anders dan voor het eigen agrarisch gebruik, niet toegestaan; f. op gronden buiten het bouwvlak is de opslag van mest, niet zijnde tijdelijke mestopslag, niet toegestaan; g. containervelden zijn aansluitend aan het bouwvlak toegestaan, met een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 2 ha; h. het gebruik van groeibevorderende of conditionerende belichting, zoals assimilatiebelichting of cyclische belichting in kassen is niet toegestaan, tenzij de kassen (gevel en dak) aan de binnenzijde volledig zijn afgeschermd tegen horizontale en verticale lichtuitstraling; i. het gebruik van groeibevorderende of conditionerende belichting, zoals assimilatiebelichting of cyclische belichting in boog- en gaaskassen is niet toegestaan met dien verstande dat bij kassen ter plaatse van gronden niet gelegen aan de Kreekweg, de lichtuitstraling met ten minste 95% moet zijn gereduceerd op 10 meter van de kassen; j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch, landschappelijke inpassing' is ten hoogste 6.000 m² toegestaan; k. het gebruik van de gronden voor een minicamping is niet toegestaan; 2 l. ter plaatse van de aanduiding “boomkwekerij” is een waterbassin groter dan 2.500 m niet toegestaan. 7.5. Ontheffing van de gebruiksregels 7.5.1. Teeltondersteunende voorzieningen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van 7.4 onder c voor het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van boog- en tunnelkassen, regenkappen of hagelnetten, buiten agrarische bouwvlakken, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing is toegestaan voor: 1. een doelmatige agrarische bedrijfsvoering; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; 2. teeltondersteunde voorzieningen die bedrijfseconomisch ondergeschikt zijn aan het grondgebonden agrarisch bedrijf; 3. teeltondersteunende voorzieningen aansluitend aan agrarische bouwvlakken, waarbij regenkappen en hagelnetten niet in aansluiting op agrarische bouwvlakken hoeven te worden gerealiseerd; b. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; c. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing; d. de hoogte van teeltondersteunende voorzieningen bedraagt ten hoogste voor: 1. boog- en tunnelkassen 3,5 meter; 2. regenkappen 4,5 meter; 3. hagelnetten 6 meter; e. de oppervlakte van de teeltondersteunende voorzieningen bedraagt per bedrijf ten hoogste voor: 1. boog- en tunnelkassen 1 ha; 2. regenkappen 3 ha; 3. van hagelnetten oppervlakte van de boomgaard; f. ontheffing leidt niet tot:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
g.
47
1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening, verglazing en versnippering van de agrarische gronden; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 4. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
7.5.2. Nieuwe Economische Dragers Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 7.1 voor nevenfuncties naast de hoofdactiviteit van het agrarisch bedrijf, met inachtneming van de volgende regels: a. tenzij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 7.3.4 vindt de NED plaats in bestaande gebouwen op een bouwvlak; b. ontheffing wordt verleend voor nevenfuncties naast de hoofdfunctie zoals genoemd in bijlage 2 'Positieve lijst van Nieuwe Economische Dragers (NED's)'; c. landbouwverwante of niet-agrarische activiteiten vinden plaats in de aanwezige gebouwen met inachtneming van de bedrijfsvloeroppervlaktemaat genoemd in bijlage 2 onder 'indicatieve maximale oppervlakte in m²'; d. de ruimte overeenkomstig ten hoogste de maximaal toelaatbare bedrijfsvloeroppervlaktemaat vindt binnen de bestaande bebouwing in bouwkundige zin of enkele afzonderlijke ruimte(n) te vormen; e. de NED, of alle NED's tezamen, behorende bij een agrarisch bedrijf, wordt of worden uitgeoefend in een kleinschalige omvang, hetgeen blijkt uit: 1. de arbeidsbehoefte; 2. de ruimtelijke uitstraling; 3. de verkeersaantrekkende werking, waarbij de ontheffing niet tot een onevenredige toename leidt van de automobiliteit; 4. de categorie uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten waartoe de activiteit behoort, waarbij geldt dat: a. de bedrijfsactiviteit ten hoogste tot categorie 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten behoort; b. de bedrijfsactiviteit ten hoogste tot categorie 3 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten behoort, mits is aangetoond dat daardoor geen milieuhinder voor aangrenzende percelen ontstaat; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de milieudeskundige; f. functieverandering gaat samen met: 1. een goede landschappelijke inpassing van en landschappelijke inpassing van en landschapsontwikkeling; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; 2. ontheffing wordt slechts verleend als zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst in de vorm van landschaps- of natuurontwikkeling of het verbeteren van de inrichting van het erf; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een deskundige; 3. sanering van de aanwezige overige gebouwen, met uitzondering van de woning met de daaraan ondergeschikte bijgebouwen; 4. ontheffing wordt verleend bij een volwaardig of een reëel agrarisch bedrijf; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een agrarisch deskundige; g. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 7.5.3. Minicamping Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 7.4 onder k voor het toevoegen van de functieaanduiding 'minicamping' en / of het bouwen van sanitaire voorzieningen en/ of een recreatieruimte voor een minicamping aansluitend aan het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
a. b. c. d. e. f.
g.
h. i. j.
48
ontheffing wordt verleend voor ten hoogste 25 standplaatsen; ontheffing wordt niet verleend voor permanente bewoning van kampeermiddelen; de bouwhoogte van het sanitairgebouw en/ of recreatieruimte bedraagt ten hoogste 3,5 meter; het totale oppervlak van sanitairgebouwen en/ of recreatieruimten bedraagt ten hoogste 100 m²; sanitairgebouwen en/ of recreatieruimten zijn uitsluitend direct grenzend aan het bouwvlak toegestaan; ontheffing wordt niet verleend: 1. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Natuur; 2. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Water-Deltawater; 3. binnen een afstand van 100 meter van de plangrens rond de kernen en verblijfsrecreatieterreinen; voorzien wordt in een adequate landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een dichte struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies; ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
7.6. Aanlegvergunning 7.6.1. Aanlegverbod Het is verboden op de in lid 7.1 bedoelde gronden, ter plaatse van gronden die zijn gelegen binnen een afstand van 50 meter van plangrenzen rond de kernen of terreinen bestemd voor verblijfsrecreatie (minicampings daar niet onder inbegrepen), zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) te gebruiken voor fruitteelt is niet toegestaan. 7.6.2. Uitzonderingen op het aanlegverbod Het verbod van lid 7.6.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die: d. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming; e. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; f. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning. 7.6.3. Voorwaarden voor een aanlegvergunning Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 7.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor geen nadelige effecten optreden voor het woon- en leefklimaat in de kern of het recreatieterrein. 7.6.4. Advisering over de aanlegvergunning Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 7.6.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de milieudeskundige. 7.7. Wijzigingsbevoegdheid 7.7.1. Realisering Parklandschap Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen voor realisering van het parklandschap, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast voor nieuwe functies en met de afmeting genoemd in bijlage 3; in een bedrijfsplan wordt aangetoond dat het om een volwaardige functie gaat waarbij tevens een onderbouwing wordt gegeven ten aanzien van de omvang van de functie (perceel) en gebouw(en); voor zover nodig wordt in het wijzigingsplan een kleinere oppervlakte van het perceel en de oppervlakte van gebouw(en) opgenomen dan in bijlage 3 als ten hoogste toelaatbaar is gesteld; b. wijziging wordt toegepast indien nieuwe functies onderdeel uitmaken van het parklandschap;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
c.
d. e. f. g. h.
i.
49
wijziging wordt toegepast indien ten minste 80% van het perceel wordt beplant met bos, met een oppervlakte van ten minste 2.000 m², waarbij ten minste 50% openbaar toegankelijk is; de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 6 meter; in afwijking van lid 7.6.1 onder d mag de goothoogte van de in bijlage 3 onder 1 tot en met 7 bedoelde gebouwen ten hoogste 9 meter bedragen; de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 10 meter; in afwijking van lid 7.6.1 onder f mag de bouwhoogte van de in bijlage 3 onder 1 tot en met 7 bedoelde gebouwen ten hoogste 12 meter bedragen; wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening, verglazing en versnippering van de agrarische gronden; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 4. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
7.7.2. Vormverandering bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van een bouwvlak wijzigen, met inachtneming van de volgende regels: a. de oppervlakte van het bouwvlak mag niet worden vergroot; b. wijziging is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering of voor toepassing van milieuvoorschriften en/of andere wettelijke bepalingen; c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden voor naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 7.7.3. Vergroting bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen een bouwvlak vergroten, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging is noodzakelijk voor de continuïteit van het agrarisch bedrijf of voor de toepassing van milieuvoorschriften en/of andere wettelijke bepalingen; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; b. de gezamenlijke oppervlakte van bouwvlakken bedraagt per agrarisch bedrijf ten hoogste 1,5 ha; c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; d. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; e. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 7.7.4. Nieuw agrarisch bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor een nieuw bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast voor het oplossen van ruimtelijke knelgevallen in verband met ruimtegebruik en/of milieuhinder; b. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond binnen een half jaar geen of niet tijdig vrijkomende agrarische bedrijven beschikbaar zijn; c. wijziging ter plaatse van bergingsgebieden voor oppervlaktewater en hydrologische buffers is niet toegestaan; d. wijziging wordt toegepast: 1. op een afstand van ten minste 100 meter rond de kernen;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
e. f. g. h.
i.
k.
l.
50
2. op een afstand van ten minste 100 meter binnen de in het buitengebied gelegen bebouwingsconcentraties en /of buurtschappen; 3. op een afstand van ten minste 100 meter van natuurgebieden en/ of natuurontwikkelingsgebieden; 4. ter plaatse van gronden waar de geluidsbelasting ingevolge wegverkeerslawaai niet meer bedraagt dan 48 dB; de oppervlakte van het bouwvlak bedraagt ten hoogste 1,5 ha; de afstand van een bouwvlak tot de openbare weg bedraagt ten hoogste 50 meter; wijziging heeft betrekking op een volwaardig grondgebonden bedrijf, zoals bedoeld in lid 7.1; een nieuw bouwvlak is toegestaan voor het splitsen van een bestaand agrarisch bedrijf, mits is aangetoond dat zowel het bestaande, als het nieuwe bedrijf, volwaardige agrarische bedrijven zijn; wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening, verglazing en versnippering van de agrarische gronden; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 4. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
7.7.5. Verbetering waterhuishouding Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen Water voor verbetering van de waterhuishouding, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging is toegestaan voor waterberging in het kader van gebiedsgerichte aanpak; b. wijziging past in een plan dat door het waterschap is opgesteld; c. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening en versnippering van de agrarische gronden; d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 7.7.6. Natuurontwikkeling Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast voor uitbreiding van natuurgebieden, gericht op het vergroten van natuurgebieden of het realiseren van een verbindingszone tussen de bedoelde natuurgebieden; b. wijziging wordt toegepast naar aanleiding van veranderingen in het natuurbeleid; c. het terrein is verworven voor de inrichting als natuurgebied, dan wel de eigenaar en gebruiker schriftelijk hebben ingestemd met de natuurontwikkeling; d. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 3. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; e. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
51
7.7.7. Woonfunctie Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast nadat de bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd; b. wijziging wordt toegepast wanneer het bestaande bouwvolume niet wordt vergroot; c. wijziging wordt toegepast voor ten hoogste 1 woning; een extra woning is toegestaan wanneer dit noodzakelijk is voor het behoud van relatief oorspronkelijke gebouwen, danwel voor vervanging van sterk detonerende gebouwen met een woning van hoogwaardige architectuur en met een inhoud van ten minste 750 m³; d. wijziging wordt toegepast wanneer het woonperceel direct aan de bestemming Verkeer wordt geprojecteerd; e. wijziging leidt niet tot aanpassing van het bestaande stratenpatroon; f. wijziging leidt niet tot het projecteren van een nieuw agrarisch bouwvlak; g. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies. 7.7.8. Nieuw landgoed Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen Wonen, Bos en Natuur voor vestiging van een landgoed, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast op een afstand van ten hoogste 500 meter van de plangrens met de bebouwde kom van Kapelle, Biezelinge; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; b. de oppervlakte bedraagt ten minste 5 ha aaneengesloten nieuw landgoed; c. de oppervlakte bos bedraagt ten minste 4 ha; d. wijziging wordt toegepast indien ten minste 250 meter van het bos en/of natuurgebied met doorgaande paden openbaar toegankelijk zijn; e. wijziging wordt toegepast voor ten hoogste één hoofdgebouw (woning) met ten minste 2 bouwlagen, een voorgevel van ten minste 20 meter breed en een inhoud van ten minste 1.000 m³ en ten hoogste 4.500 m³; f. wijziging wordt toegepast voor ten hoogste twee bijgebouwen met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 200 m²; g. wijziging wordt toegepast als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing; h. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige verstening, verglazing en versnippering van de agrarische gronden; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 4. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder. k. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 7.7.9. Wonen in (historische) buitenplaatsen of beeldbepalende boerderijen Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemmingen Wonen, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast indien bouwhistorisch onderzoek heeft aangetoond dat sprake is van een (historische) buitenplaats; b. wijziging wordt toegepast indien onderzoek heeft aangetoond dat sprake is van een beeldbepalende, cultuurhistorisch waardevolle boerderij; c. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat het historische karakter en uiterlijk van het beeldbepalende, cultuurhistorisch waardevolle karakter behouden blijft; d. wijziging wordt toegepast indien het bestaande bouwvolume niet wordt vergroot; e. wijziging wordt toegepast voor ten hoogste 3 woningen, indien en voor zover dit noodzakelijk is voor het behoud van het genoemde karakter; f. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
g.
52
2. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 3. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
7.7.10. Zorg- en woonprojecten in (historische) buitenplaatsen of beeldbepalende boerderijen Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemmingen Wonen, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast indien bouwhistorisch onderzoek heeft aangetoond dat sprake is van een (historische) buitenplaats; b. wijziging wordt toegepast indien onderzoek heeft aangetoond dat sprake is van een beeldbepalende, cultuurhistorisch waardevolle boerderij; c. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat het historische karakter en uiterlijk van het beeldbepalende, cultuurhistorisch waardevolle karakter behouden blijft; d. onder zorg- en woonzorgprojecten wordt verstaan het huisvesting bieden aan bewoners met een zorgindicatie en zorgverlening; e. wijziging wordt toegepast voor uitbreiding van zorg- en woonzorgprojecten indien de zorgfunctie dit vereist, mits uitbreiding beperkt blijft tot ten hoogste 25% van het gebouw; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders schriftelijk advies dat uitbreiding aansluit op de karakteristiek van het gebouw; f. het aantal wooneenheden bedraagt ten hoogste 5 per gebouw; g. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 3. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; h. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 7.7.11. Wro-zone-Wijzigingsgebied 2 - vergroting boomkwekerij Burgemeester en wethouders kunnen aan de bestemming Agrarisch-Parklandschap de aanduiding ”boomkwekerij” toevoegen, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast ten behoeve van de bestaande, aangrenzende boomkwekerij; b. wijziging is noodzakelijk voor de continuïteit van het bedrijf of voor de toepassing van milieuvoorschriften en/of andere wettelijke bepalingen; c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; d. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; e. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 8
53
Agrarisch - Windturbinepark
8.1. Bestemmingsomschrijving De voor Agrarisch - Windturbinepark aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. grondgebonden agrarische activiteiten; b. ter plaatse van de aanduiding 'windturbine': een windturbine; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, sloten en watergangen, natuurvriendelijke oevers, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
8.2. Bouwregels 8.2.1 Bouwregels voor bouwvlakken Op een bouwvlak is toegestaan: a. ter plaatse van het bouwvlak met de aanduiding 'windturbine' zijn uitsluitend windturbines toegestaan met bijgehorende voorzieningen; b. de ashoogte van een windturbine mag niet meer bedragen dan 70 meter. 8.2.2. Bouwregels buiten een bouwvlak Buiten een bouwvlak is toegestaan: a. kuilvoerplaten en sleufsilo's, direct aansluitend aan bouwvlakken; b. terreinafscheidingen. 8.2.3. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1 2
gebouwen voor windturbines bouwwerken, geen gebouwen zijnde,voor windturbines
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
4m 70 m
15 m²
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 9
54
Bedrijf
9.1. Bestemmingsomschrijving De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijven zoals aangegeven in bijlage 1; b. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': uitsluitend een nutsvoorziening; c. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': uitsluitend opslag; d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2': uitsluitend een rioolwaterzuiveringbedrijf alsmede gronddepot; e. ter plaatse van de aanduiding 'windturbine': tevens een windturbine; f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.
9.2. Bouwregels 9.2.1. Bouwregels voor de bestemming Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwperceel gebouwd; b. per bouwvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, tenzij anders op de plankaart is aangegeven; c. ter plaatse van de aanduiding 'geen bedrijfswoning' is geen bedrijfswoning toegestaan; d. de afstand van gebouwen onderling binnen een bouwvlak bedraagt ten minste 1 meter; e. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 1 meter. 9.2.2. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1
bedrijfswoning
2
aan-, uit- en bijgebouwen bij een woning, inclusief overkappingen bedrijfsgebouwen en overkappingen
3 4 5 6
terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding nutsvoorziening
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
zie maatvoeringsaanduiding 3m
10 m
750 m³
6m
60 m²
zie maatvoeringsaanduiding
10 m
zie bijlage 1
1m 2m 12 m
6A
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor windturbines
70 m
7
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3m
9.3. Ontheffing van de bouwregels 9.3.1. Vergroting oppervlakte gebouwen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de oppervlakte gebouwen, zoals genoemd in bijlage 1, voor het vergroten van oppervlakte van gebouwen, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend voor ten hoogste 20% van de in bijlage 1 genoemde oppervlakte; b. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat: 1. uitbreiding van het bedrijf noodzakelijk is voor de continuïteit en toekomst van het bedrijf; 2. verplaatsing naar een bedrijventerrein niet mogelijk is; 3. het bedrijf gebonden is aan de locatie; Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
55
4. 5. 6. 7. 8. c. d.
wordt zorg gedragen voor verbetering van de ruimtelijk-planologische situatie; geen sprake is van toename van hinder op basis van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; ontheffing leidt niet tot onevenredige verkeersaantrekkende werking; uitbreiding financieel-economisch uitvoerbaar is; er geen sprake is van nadelige effecten voor de gebruiksmogelijkheden en belangen van naburige percelen alsmede van gemalen en vergelijkbare voorzieningen; ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat wordt voorzien in een adequate landschappelijke inpassing; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
9.4. Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels: a. opslag van goederen en materialen op onbebouwde gronden is binnen 3 meter van de perceelsgrens niet toegestaan; b. de opslag en verkoop van vuurwerk zijn niet toegestaan; c. opslag van goederen en materialen op onbebouwde gronden is tot een gezamenlijke hoogte van ten hoogste 4 meter toegestaan; d. detailhandel en zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel, zoals genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'; e. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; f. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan.
9.5. Wijzigingsbevoegdheid 9.5.1. Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen, met inachtneming van de volgende: a. de categorie-indeling van de bij dit artikel behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' (bijlage 4) mag worden gewijzigd, indien en voor zover wijziging van de belasting van de daarin opgenomen typen van bedrijven op de milieu daartoe aanleiding geeft, dan wel het Inrichtingen en Vergunningen besluit van de Wet milieubeheer met betrekking tot geluidsprocederende inrichtingen wordt gewijzigd; b. voor de vaststelling van een wijziging wordt de milieudeskundige schriftelijk advies gevraagd omtrent de voorgenomen wijziging; c. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 9.5.2. Aanduidingen Burgemeester en wethouders kunnen de aanduidingen binnen de bestemming wijzigen in een bestemming zonder functieaanduiding of met een andere aanduiding, met inachtneming van de volgende regels: a. de wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast voor zover het gebruik overeenkomstig de aanduiding voor de duur van ten minste 2 jaar aaneengesloten is onderbroken of zoveel eerder als met belanghebbenden is overeengekomen; b. wijziging wordt toegepast indien geen milieuhygiënische belemmeringen zijn; c. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze bepaling moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 9.5.3. Woonfunctie Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende: a. wijziging leidt niet tot vergroting van het bouwvolume; b. bij wijziging is ten hoogste 1 woning toegestaan; een extra woning is toegestaan indien dit noodzakelijk is voor het behoud van relatief oorspronkelijke gebouwen dan wel voor vervanging van sterk detonerende gebouwen met een inhoud van ten minste 750 m³ door een woning met een hoogwaardige architectuur; c. het woonperceel wordt direct aan de bestemming Verkeer geprojecteerd; d. wijziging leidt niet tot aanpassing van het bestaande stratenpatroon; e. wijziging leidt niet tot:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
f. g. h. i. j.
56
1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. het projecteren van een nieuw agrarisch bouwvlak; wijziging is toegestaan nadat de bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd; wijziging is toegestaan indien geen milieuhygiënische belemmeringen zijn; wijziging is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' of de aanduiding 'geen bedrijfswoning'; wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 10
57
Bedrijf – Haven
10.1. Bestemmingsomschrijving De voor Bedrijf - Haven aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 3.2': uitsluitend bedrijven uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein', van bijlage 4, alsmede: 1. kade- of havengebonden bedrijven; 2. bedrijven die overwegend diensten verlenen voor kade- en havengebonden bedrijven, voor zover deze voorkomen in de categorieën 2, 3.1 of 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten met uitzondering van geluidhinderlijke inrichtingen; 3. detailhandel en groothandel in scheepsbenodigdheden vanaf een drijvende constructie; b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 3': uitsluitend een scheepswerf voor geluidhinderlijke inrichtingen voor zover valt in categorie 5.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; c. groenvoorzieningen; d. kaden met laad- en losfaciliteiten; e. ontsluitingswegen; f. parkeervoorzieningen; f1. een geluidsscherm met een bouwhoogte van niet meer dan 3,75 meter; g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, vaar- en waterwegen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.
10.2. Bouwregels 10.2.1. Bouwregels voor de bestemming Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. ter plaatse van het bouwvlak zijn geen bedrijfswoningen toegestaan; c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 3.2' zijn havenkranen toegestaan tot een hoogte van 40 meter, gemeten vanaf de bovenkant van de kade; d. de afstand van gebouwen onderling, niet aaneengebouwd, bedraagt ten minste 1 meter; e. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 1 meter. 10.2.2. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1
bedrijfsgebouwen en overkappingen
2
havenkranen, gemeten vanaf de bovenkant van de kade terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding nutsvoorziening geluidsscherm overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3 4 5
5A 6
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
zie maatvoeringsaanduiding
10 m
zie bijlage 1
40 m 1m 2m 12 m
3,75 m 3m
10.3. Ontheffing van de bouwregels 10.3.1. Bedrijfsactiviteiten Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 10.1:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
a.
b.
c. d.
58
om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 10.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 10.1 genoemd; om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 10.1 genoemd; ontheffing leidt niet tot onevenredige verkeersaantrekkende werking; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
10.3.2 Vergroting oppervlakte gebouwen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de oppervlakte gebouwen, zoals genoemd in bijlage 1, voor het vergroten van oppervlakte van gebouwen, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt verleend voor ten hoogste 25% van de in bijlage 1 genoemde oppervlakte; b. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat: 1. uitbreiding van het bedrijf noodzakelijk is voor de continuïteit van het bedrijf; 2. verplaatsing naar een bedrijventerrein niet mogelijk is; 3. het bedrijf gebonden is aan de locatie; 4. wordt de ontheffing leidt tot verbetering van de ruimtelijk-planologische situatie; 5. geen sprak is van toename van hinder op basis van de Staat van bedrijfsactiviteiten; 6. ontheffing leidt niet tot onevenredige verkeersaantrekkende werking; 7. uitbreiding financieel-economisch uitvoerbaar is; 8. er geen sprake is van nadelige effecten voor de gebruiksmogelijkheden en belangen van naburige percelen alsmede van gemalen en vergelijkbare voorzieningen; e. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; f. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
10.4. Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels: a. opslag van goederen en materialen op onbebouwde gronden is binnen 3 meter van de perceelsgrens niet toegestaan; b. opslag van goederen en materialen op onbebouwde gronden is tot een gezamenlijke hoogte van ten hoogste 4 meter toegestaan; c. de opslag en verkoop van vuurwerk zijn niet toegestaan; d. detailhandel en zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel, zoals genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'.
10.5. Wijzigingsbevoegdheid 10.5.1. Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen, met inachtneming van de volgende: a. de categorie-indeling van de bij dit artikel behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' mag worden gewijzigd, indien en voor zover wijziging van de belasting van de daarin opgenomen typen van bedrijven op de milieu daartoe aanleiding geeft, dan wel het Inrichtingen en Vergunningen besluit van de Wet milieubeheer met betrekking tot geluidsprocederende inrichtingen wordt gewijzigd; b. voor de vaststelling van een wijziging wordt de milieudeskundige schriftelijk advies gevraagd omtrent de voorgenomen wijziging; c. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 11
59
Bos
11.1. Bestemmingsomschrijving De voor Bos aangewezen gronden zijn bestemd voor bos, water, alsmede voor bescherming en ontwikkeling van de actuele en potentiële landschappelijke waarden en extensief recreatief medegebruik.
11.2. Bouwregels 11.2.1. Bouwregels voor de bestemming Op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. 11.2.2. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1 2
terreinafscheiding grenzend aan openbaar gebied overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
2m 3m
11.3. Aanlegvergunningen 11.3.1. Aanlegverbod Het is verboden op de in lid 11.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van paden, wegen en parkeergelegenheden alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen; b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; c. het beplanten van gronden met houtgewassen, ter plaatse waar de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant; d. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem; e. het dempen van aanwezige waterlopen; f. het vellen of rooien van struiken of bomen. 11.3.2. Uitzonderingen op het aanlegverbod Het verbod van lid 11.3.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die: a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning. 11.3.3. Voorwaarden voor een aanlegvergunning Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 11.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 11.1 genoemde waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. 11.3.4. Advisering over de aanlegvergunning Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 11.3.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 12
60
Detailhandel
12.1. Bestemmingsomschrijving De voor Detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. detailhandel en dienstverlening; b. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg': een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.
12.2. Bouwregels 12.2.1. Bouwregels voor de bestemming Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwperceel gebouwd; b. ter plaatse van het bouwvlak zijn geen bedrijfswoningen toegestaan; c. de afstand van gebouwen onderling, niet aaneengebouwd, bedraagt ten minste 1 meter; d. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 1 meter. 12.2.2. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1
bedrijfsgebouwen en overkappingen
2
terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3 4
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
zie maatvoeringsaanduiding
4 m hoger dan de goothoogte 1m
zie bijlage 1
2m 3m
12.3. Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels: a. de opslag en verkoop van vuurwerk zijn niet toegestaan; b. detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel zijn niet toegestaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 13
61
Groen
13.1. Bestemmingsomschrijving De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bos; b. extensief recreatief medegebruik; c. geluidsafschermende voorzieningen; d. nutsvoorzieningen; e. plantsoen; f. speelvoorzieningen; g. wandel- en fietspaden; h. water.
13.2. Bouwregels 13.2.1. Bouwregels voor de bestemming Op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. 13.2.2. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste: bouwwerk 1 2
terreinafscheiding grenzend aan openbaar gebied overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
2m 3m
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 14
62
Horeca
14.1. Bestemmingsomschrijving De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 1': uitsluitend horecabedrijven tot en met categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten (bijlage 5); a1. ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van horeca – 1”: tevens zalenverhuur tot en met categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten; b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
14.2. Bouwregels 14.2.1. Bouwregels voor de bestemming Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. per bouwvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, tenzij anders op de plankaart is aangegeven; c. de afstand van gebouwen onderling, niet aaneengebouwd bedraagt ten minste 1 meter; d. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 1 meter. 14.2.2. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1
bedrijfswoning
2
aan-, uit- en bijgebouwen bij een woning, inclusief overkappingen bedrijfsgebouwen en overkappingen
3 4 5 6
terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw bouwwerken, geen gebouwen zijnde
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
zie maatvoeringsaanduiding 3m
4 m hoger dan de goothoogte 6m
750 m³
zie maatvoeringsaanduiding
10 m
zie bijlage 1
60 m²
1m 2m 3m
14.3. Ontheffing van de bouwregels 14.3.1. Staat van Horeca-activiteiten Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 14.1: a. om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 14.1 genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 14.1 genoemd; b. om horecabedrijven toe te laten die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 14.1 genoemd; c. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
14.4. Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels: a. de opslag en verkoop van vuurwerk zijn niet toegestaan; b. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan; c. detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel zijn niet toegestaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
63
14.5. Wijzigingsbevoegdheid 14.5.1. Woonfunctie Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging is toegestaan nadat de bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd; b. wijziging is toegestaan indien er geen milieuhygiënische belemmeringen zijn; c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies; d. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze bepaling moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 32.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 15
64
Maatschappelijk
15.1. Bestemmingsomschrijving De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats': uitsluitend een begraafplaats; b. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens het behoud van cultuurhistorische waarden; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water. 15.2. Bouwregels 15.2.1. Bouwregels voor de bestemming Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. de afstand van gebouwen onderling binnen een bouwvlak bedraagt ten minste 1 meter; c. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 1 meter. 15.2.2. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
1
gebouwen
zie maatvoeringsaanduiding
4m
2% van het bouwvlak
2
terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3 4
1m 2m 3m
15.3. Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels: a. het gebruik van de gronden voor het plaatsen lichtmasten is niet toegestaan; b. opslag van goederen en materialen op onbebouwde gronden is niet toegestaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 16
65
Natuur
16.1. Bestemmingsomschrijving De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden; b. extensieve dagrecreatie.
16.2. Bouwregels 16.2.1. Bouwregels voor de bestemming Op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. 16.2.2. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1 2
terreinafscheiding grenzend aan openbaar gebied overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
2m 5m
16.3. Ontheffing van de bouwregels 16.3.1. Bouwen van gebouwen Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de bestemming ontheffing verlenen voor de bouw van observatiehutten, met inachtneming van de volgende regels a. ontheffing wordt verleend voor een oppervlakte tot ten hoogste 25 m²; b. ontheffing wordt verleend voor een bouwhoogte van ten hoogste van 4 meter, c. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak en een minimale rustverstoring is gewaarborgd; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige.; d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
16.4. Aanlegvergunningen 16.4.1. Aanlegverbod Het is verboden op de in lid 16.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; het wegnemen of veranderen van stoepen, alsmede het wijzigen van de wegindeling; b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; c. het beplanten van gronden met houtgewassen, ter plaatse waar de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant; d. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem; e. het vellen of rooien van struiken of bomen; f. het dempen van aanwezige waterlopen. 16.4.2. Uitzonderingen op het aanlegverbod Het verbod van lid 16.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die: a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
66
16.4.3. Voorwaarden voor een aanlegvergunning Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 16.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 16.1 genoemde waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. 16.4.4. Advisering over de aanlegvergunning Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 16.4.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 17
67
Recreatie - Dagrecreatie
17.1. Bestemmingsomschrijving De voor Recreatie-Dagrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. ter plaatse van de aanduiding 'manege': uitsluitend een manege; b. ter plaatse van de aanduiding 'motorcrossterrein': uitsluitend een motorcrossterrein; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.
17.2. Bouwregels 17.2.1. Bouwregels voor de bestemming Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. ter plaatse van de aanduiding 'motorcrossterrein' is ten hoogste 1 gebouw toegestaan voor opslag; c. ter plaatse van de aanduiding 'geen bedrijfswoning' zijn geen bedrijfswoningen toegestaan; d. de afstand van gebouwen onderling binnen een bouwvlak bedraagt ten minste 1 meter; e. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 1 meter; f. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan. 17.2.2 Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1 2 3
gebouwen voor opslag ter plaatse van de aanduiding 'motorcrossterrein' terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
zie maatvoeringsaanduiding
4m
20 m²
1m 3m
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 18
68
Recreatie - Verblijfsrecreatie
18.1. Bestemmingsomschrijving De voor Recreatie-Verblijfsrecreatie (R-VR) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': uitsluitend een kampeerterrein; b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen. 18.2. Bouwregels 18.2.1. Bouwregels voor de bestemming Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. tenzij anders is aangeduid, is per bouwvlak ten hoogste één bedrijfswoning met aan- en uitbouwen en bijgebouwen toegestaan; c. de afstand van gebouwen onderling binnen een bouwvlak bedraagt ten minste 1 meter; d. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 3 meter. 18.2.2. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1 2 3 4 6 7 7 8 9
bedrijfswoning aan-, uit-, en bijgebouwen bij een woning, inclusief overkappingen centrumgebouwen en sanitairgebouwen berging bij permanente standsplaatsen recreatiewoning bijgebouwen bij een recreatiewoning terreinafscheiding grenzend aan openbaar gebied overige terreinafscheidingen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
6m 3m
10 m 6m
750 m³ 60 m²
3,5 m
zie bijlage 1
3m
12 m²
4 m hoger dan de goothoogte 6m 1m
zie bijlage 1
zie maatvoeringsaanduiding 3m
zie bijlage 1
2m 3m
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 19
69
Sport
19.1. Bestemmingsomschrijving De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. sportactiviteiten; b. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld': uitsluitend een of meerdere sportvelden; c. ter plaatse van de aanduiding 'tennisbaan': uitsluitend een tennisbaan; d. de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water. 19.2. Bouwregels 19.2.1. Bouwregels voor de bestemming Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwperceel gebouwd; b. tenzij anders is aangeven, is per bouwvlak is één bedrijfswoning toegestaan; c. de afstand van gebouwen onderling, niet aaneengebouwd, bedraagt ten minste 1 meter; d. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 1 meter; 19.2.2 Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1
bedrijfswoning
2
aan-, uit-, en bijgebouwen bij een woning, inclusief overkappingen bedrijfsgebouwen en overkappingen
3 4
5 6 7
gebouwen voor sanitaire en recreatieve voorzieningen, opslag en clubhuis op het bouwvlak met de aanduiding 'sportveld' staande wip (ten behoeve van de boogschutters) terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
zie maatvoeringaanduiding 3m
4 m hoger dan de goothoogte 6m
750 m³
zie maatvoeringsaanduiding zie maatvoeringsaanduiding
10 m
zie bijlage 1
7m
zie bijlage 1
60 m²
30 m 1m 3m
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 20
70
Tuin
20.1. Bestemmingsomschrijving De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen. 20.2. Bouwregels 20.2.1. Bouwregels voor de bestemming Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. 20.2.2. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1 2 3
terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw overige terreinafscheidingen bouwwerken, geen gebouwen zijnde
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
1m 2m 3m
20.3. Ontheffing van de bouwregels 20.3.1. Aan- of uitbouwen en overkappingen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 16.2.1, ter plaatse van de bestemming, voor het aan- of uitbouwen van gebouwen en overkappingen bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen, met inachtneming de volgende regels: a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt niet meer dan 8 m², de goothoogte niet meer dan 3,5 meter en de bouwhoogte niet meer dan 5 meter; b. verlening van ontheffing mag niet tot gevolg hebben dat het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld of de verkeersveiligheid onevenredig worden aangetast; c. ontheffing mag niet worden verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken; d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 21
71
Verkeer
21.1. Bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bermen, bermsloten, natuurvriendelijke oevers; b. wegen, fiets- en voetpaden; c. ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom': een monumentale boom; d. ter plaatse van de aanduiding 'spoorweg': een spoorweg; e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 1': een verkeersdepot; f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 2': een verkeersondersteuningspunt; g. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende recreatieve fiets-, wandel- en ruiterpaden en daarbij behorende voorzieningen; h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, sloten en watergangen, laaden losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, geluidsafschermende voorzieningen en parkeervoorzieningen.
21.2. Bouwregels 21.2.1. Bouwregels voor de bestemming Op deze gronden zijn bouwwerken toegestaan. 21.2.2. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1 2 3 4
5
gebouwen bouwwerken (bushokjes) terreinafscheidingen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde,voor de bij de bestemming behorende voorzieningen. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
4m 3m 2m 10 m
15 m² 9 m²
3m
21.3. Gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt tevens de volgende regel: a. het gebruik van de gronden voor rotorbladen van windturbines is toegestaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 22
72
Water
22.1. Bestemmingsomschrijving De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bruggen; b. natuurvriendelijke oevers; c. oevers; d. wateraanvoer en -afvoer; e. waterberging; f. water voor de waterhuishouding; g. watergebonden recreatie; h. vaarwegen voor de beroeps- en recreatievaart.
22.2. Bouwregels 22.2.1. Bouwregels voor de bestemming Op deze gronden zijn bouwwerken toegestaan. 22.2.2. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1 2 3 4
bedrijfsgebouwen remwerken terreinafscheidingen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
4m
6m 6m 2m 3m
25 m²
22.3. Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels: a. het gebruik van bedrijfsgebouwen voor wonen en/of recreatiewoning is niet toegestaan; b. bedrijfsgebouwen staan ten dienste van de voor het waterbeheer gerelateerde activiteiten.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 23
73
Water - Deltawater
23.1 Bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor Water-Deltawater aangewezen gronden zijn, met inbegrip van de oevers, bestemd voor: a. waterhuishouding, waterkering en waterbeheersing, natuurvriendelijke oevers; b. ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger': tevens een aanlegsteiger; c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - 1': een scheepswraklocatie; d. behoud, herstel en/ of ontwikkeling van de aanwezige natuurwaarden samenhangend met het deltawater; e. aan de natuurwaarden ondergeschikte gebruiksvormen, zoals extensieve dagrecreatie, beroepsvaart en -visserij.
23.2. Bouwregels 23.2.1. Bouwregels voor de bestemming Op deze gronden zijn toegestaan: a. bouwwerken; b. ter plaatse van de aanduiding 'geen aanlegsteiger' zijn geen aanlegsteigers toegestaan. 23.2.2. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste: bouwwerk 1 2 3
remwerken terreinafscheidingen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
6m 2m 3m
23.3. Aanlegvergunning 23.3.1. Aanlegverbod Het is ter plaatse van gronden met de bestemming Water-Deltawater verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds; b. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en ophogen van bij eb droogvallende gronden; c. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen; d. het verwijderen van oevervegetaties. 23.3.2. Uitzonderingen op aanlegverbod Het verbod van lid 23.3.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die: a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. reeds mogen worden uitvoert krachtens een verleende vergunning. 23.3.3. Voorwaarde voor de aanlegvergunning Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 23.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 23.1 genoemde aanwezige waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. 23.3.4. Advisering over de aanlegvergunning Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 23.3.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de natuur- en landschapsdeskundige.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 24
74
Wonen
24.1. Bestemmingsomschrijving De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen in een woning met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; b. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevol': tevens een monumentaal pand; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.
24.2. Bouwregels 24.2.1. Bouwregels voor de bestemming Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. aan-, uit- en bijgebouw zijn toegestaan op het bouwperceel; c. tenzij anders is aangeduid, is per bouwvlak ten hoogste één woning met aan-, uit- en bijgebouwen toegestaan; d. de afstand van de woning tot de voorste bouwgrens mag niet meer bedragen dan 5 meter; e. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 3 meter, tenzij anders op de plankaart is aangegeven; f. de afstand van gebouwen onderling, niet aaneengebouwd, bedraagt ten minste 1 meter; g. van een aan-, uit- en bijgebouwen ligt de voorgevel ten minste 3 meter naar achteren ten opzichte van de voorgevel van het hoofdgebouw; h. de afstand tussen de voorgevel van een aan-, uit- en bijgebouw dat als garage wordt gebouwd en de naar de weg gekeerde perceelsgrens ten minste 5 meter; 24.2.2. Bouwen buiten bouwvlakken Buiten bouwvlakken zijn toegestaan: a. aan-, uit-, en bijgebouwen; b. terreinafscheidingen. 24.2.3. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt binnen het bestemmingsvlak ten hoogste: bouwwerk 1
woning
2
aan-, uit- en bijgebouw inclusief overkappingen terreinafscheiding grenzend aan openbaar gebied overige terreinafscheidingen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3 4 5
goothoogte zie maatvoeringsaanduiding 3m
bouwhoogte 4 m hoger dan de goothoogte 6m
oppervlakte/ inhoud 750 m³ 60 m²
1m 2m 3m
24.3. Ontheffing van de bouwregels 24.3.1. Kleinschalige beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten Burgemeester en wetouders kunnen ontheffing verlenen van lid 24.1 voor het uitoefenen van kleinschalige beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten in de woning, aanbouwen en/ of bijgebouwen, met inachtneming van de volgende regels: a. de woonfunctie blijft de hoofdfunctie van het bouwperceel; b. uitsluitend kleinschalige beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten zoals zijn genoemd in bijlage 2 'Positieve lijst van Nieuwe Economische Dragers' zijn uitsluitend op het bouwvlak toegestaan; c. de gebruiker van de woning is tevens degene die de kleinschalige beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten uitvoert bij de woning; Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
d. e. f. g.
h. i. j.
75
ontheffing leidt niet tot verkeersaantrekkende werking of onevenredige parkeerdruk; detailhandel, anders dan verkoop van de beroeps of bedrijfsmatige activiteiten is niet toegestaan; het gezamenlijk oppervlak voor kleinschalige beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten in de woning, aanbouwen en bijgebouwen is voor ten hoogste 50 m² toegestaan; ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen, functies en indien van toepassing cultuurhistorische waarden; Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
24.3.2. Afstand tot zijdelingse perceelsgrenzen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 24.2.1 voor het bouwen van gebouwen op een kleinere afstand tot de perceelsgrens, met inachtneming van de volgende regels: a. ontheffing wordt veleend indien de vorm van het perceel onevenredig nadelig is voor de bouw- en gebruiksmogelijkheden van een perceel; b. de afstand moet ten minste 1 meter bedragen; c. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 24.3.3. Oppervlakte bijgebouwen en aanbouwen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 24.2.2. en lid 24.2.3 voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte bijgebouwen en aanbouwen buiten het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels: a. ter plaatse van percelen: 1. vanaf 450 m² tot 800 m² een gezamenlijke oppervlakte van 100 m²; 2. percelen vanaf 800 m² een gezamenlijke oppervlakte van 120 m²; b. ontheffing wordt verleend indien niet meer dan 50% van de gronden buiten het bouwvlak worden bebouwd; c. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
24.4. Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels: a. logies zijn binnen het hoofdgebouw en binnen 15 meter van het hoofdgebouw, in aan-, uiten bijgebouwen, toegestaan; b. logies zijn in het hoofdgebouw en in aan-, uit- en bijgebouwen toegestaan met een omvang tot ten hoogste 50 m², tenzij het vloeroppervlak meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw.
24.5. Wijzigingsbevoegdheid 24.5.1. Wonen in (historische) buitenplaatsen of beeldbepalende boerderijen Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemmingen Wonen, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast indien bouwhistorisch onderzoek heeft aangetoond dat sprake is van een (historische) buitenplaats; b. wijziging wordt toegepast indien onderzoek heeft aangetoond dat sprake is van een beeldbepalende, cultuurhistorisch waardevolle boerderij; c. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat het historische karakter en uiterlijk van het beeldbepalende, cultuurhistorisch waardevolle karakter behouden blijft; d. wijziging wordt toegepast indien het bestaande bouwvolume niet wordt vergroot; e. wijziging wordt toegepast voor ten hoogste 3 woningen, indien en voor zover dit noodzakelijk is voor het behoud van het genoemde karakter; f. wijziging leidt niet tot:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
g.
76
1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 3. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
24.5.2. Zorg- en woonprojecten in (historische) buitenplaatsen of beeldbepalende boerderijen Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemmingen Wonen, met inachtneming van de volgende regels: a. wijziging wordt toegepast indien bouwhistorisch onderzoek heeft aangetoond dat sprake is van een (historische) buitenplaats; b. wijziging wordt toegepast indien onderzoek heeft aangetoond dat sprake is van een beeldbepalende, cultuurhistorisch waardevolle boerderij; c. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat het historische karakter en uiterlijk van het beeldbepalende, cultuurhistorisch waardevolle karakter behouden blijft; d. onder zorg- en woonzorgprojecten wordt verstaan het huisvesting bieden aan bewoners met een zorgindicatie en zorgverlening; e. wijziging wordt toegepast voor uitbreiding van zorg- en woonzorgprojecten indien de zorgfunctie dit vereist, mits uitbreiding beperkt blijft tot ten hoogste 25% van het gebouw; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders schriftelijk advies dat uitbreiding aansluit op de karakteristiek van het gebouw; f. het aantal wooneenheden bedraagt ten hoogste 5 per gebouw; g. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 3. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; h. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 24.5.3. Nieuwe agrarische bedrijven Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Wonen wijzigen in de bestemming Agrarisch voor het plaatsen van een nieuw agrarisch bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels: a. de oppervlakte van het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 1 ha; b. de afstand van een bouwvlak tot de openbare weg bedraagt ten hoogste 50 meter; c. wijziging betrekking heeft op een volgens dit plan toelaatbaar, grondgebonden bedrijf, dat – exclusief intensieve veehouderij als neventak, glastuinbouw bij wijze van neventak, intensieve tuinbouw of intensieve kwekerij in gebouwen als neventak en teeltondersteunende voorzieningen – volwaardig is; d. indien een nieuw bouwvlak wordt geprojecteerd ten behoeve van het splitsen van een bestaand agrarisch bedrijf, zowel het bestaande als het nieuwe bedrijf volwaardig moet zijn, exclusief eventuele teeltondersteunende voorzieningen; e. planwijziging noodzakelijk is voor: 1. toepassing van milieuvoorschriften en / of andere wettelijke bepalingen; of voor: 2. continuïteit van de agrarische bedrijfsvoering; f. aangetoond moet zijn dat gedurende een periode van ten minste een half jaar geen of niet tijdig vrijkomende agrarische bedrijven beschikbaar zijn; g. wijziging niet mag leiden tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bouwvlakken; 2. onevenredige verstening, verglazing en versnippering van de agrarische gronden; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
h. i.
77
4. onevenredige schade aan infrastructuur mede gelet op de capaciteit van de ontsluitingsweg, wat betreft de breedte en de draagkracht hiervan; het verzoek om wijziging wordt ter toetsing voorgelegd aan de agrarisch deskundige; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 25
78
Waterstaatswerken
25.1. Bestemmingsomschrijving De voor Waterstaatswerken aangewezen gronden zijn bestemd voor de waterkering en de waterbeheersing door dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen voor de waterkering, alsmede voor de bestemming Verkeer, zoals aanwezig ten tijde van de inwerkingtreding van het plan.
25.2. Bouwregels 25.2.1. Bouwregels voor de bestemming Op deze gronden zijn bouwwerken toegestaan. 25.2.2. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1 2 3 3
4
bouwwerken terreinafscheidingen remmingswerken overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde,voor waterbeheersing en scheepvaartbegeleiding overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
10 m 2m 6m 10 m
25 m²
100 m²
3m
25.3. Aanlegvergunning 25.3.1. Aanlegverbod Het is verboden op de in lid 25.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van paden, wegen en parkeergelegenheden alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen; b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; c. het beplanten van gronden met houtgewassen, ter plaatse waar de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant; d. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem; e. het dempen van aanwezige waterlopen; f. het vellen of rooien van struiken of bomen. 25.3.2. Uitzonderingen op het aanlegverbod Het verbod van lid 25.3.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die: a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning. 25.3.3. Voorwaarden voor een aanlegvergunning Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 25.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 25.1 genoemde waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind en wordt voldaan aan de Wet Beheer Rijkswaterstaatwerken. 25.3.4. Advisering over de aanlegvergunning Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 25.3.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de beheerder van de dijk en/ of waterkering, zoals genoemd in lid 25.3.3.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
79
25.4. Wijzigingsbevoegdheid 25.4.1. Bestemmingen Natuur en Water Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming onderling wijzigen in de bestemmingen Natuur en Water voor het aanpassen van de onderlinge begrenzingen van de genoemde bestemmingen aan de zich wijzigende diepten van het water; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 39.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 26
80
Waterstaatswerken - Beschermde Dijken
26.1. Bestemmingsomschrijving De voor Waterstaatswerken - Beschermde Dijken aangewezen gronden zijn bestemd voor behoud en /of herstel van de daaraan eigen landschappelijke en / of cultuurhistorische waarden, alsmede voor: a. grondgebonden agrarisch gebruik; b. groenvoorzieningen; c. verkeersdoeleinden, zoals aanwezig ten tijde van de inwerkingtreding van het plan.
26.2. Bouwregels 26.2.1. Bouwregels voor de bestemming Op deze gronden zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. 26.2.2. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1 2
terreinafscheidingen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
2m 3m
26.3. Aanlegvergunning 26.3.1. Aanlegverbod Het is verboden op de in lid 26.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van paden, wegen en parkeergelegenheden, alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen; b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; c. het beplanten van gronden met houtgewassen, ter plaatse waar de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant; d. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem; e. het dempen van aanwezige waterlopen; f. het vellen of rooien van struiken of bomen. 26.3.2. Uitzonderingen op het aanlegverbod Het verbod van lid 26.3.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die: a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning. 26.3.3. Voorwaarden voor een aanlegvergunning Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 26.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 26.1 genoemde waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind en wordt voldaan aan de Wet Beheer Rijkswaterstaatwerken. 26.3.4. Advisering over de aanlegvergunning Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 26.3.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de beheerder van de dijk en/ of waterkering, zoals genoemd in lid 26.3.3.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
81
26.4. Wijzigingsbevoegdheid 26.4.1. Bestemmingen Natuur en Water Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming onderling wijzigen in de bestemmingen Natuur en Water voor het aanpassen van de onderlinge begrenzingen van de genoemde bestemmingen aan de zich wijzigende diepten van het water; indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 39.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
82
Artikel 26A Agrarisch – Logies - Voorlopige bestemming VOORLOPIGE BESTEMMING 26A.1. Bestemmingsomschrijving De voor Agrarisch – Logies - Voorlopige bestemming aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. logies ten behoeve van aangrenzende glastuinbouwbedrijven; b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, sloten en watergangen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen. 26A.2. Bouwregels 26A.2.1. Bouwregels voor de bestemming Op deze gronden zijn bouwwerken toegestaan 26A.2.2. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
1
gebouwen
zie maatvoeringsaanduiding
6m
4.500 m³
2
bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3m
26A.3 Specifieke gebruiksregel Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels: a. het bieden van logies voor meer dan 150 personen is niet toegestaan. 26A.4 Geldigheidstermijn van de voorlopige bestemming De termijn waarvoor de voorlopige bestemming geldt, bedraagt 5 jaar, gerekend vanaf de dag van inwerkingtreding van het bestemmingsplan. DEFINITIEVE BESTEMMING 26A.5. Bestemmingsomschrijving en andere bepalingen De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor Agrarisch conform artikel 3. De bepalingen van artikel 3 (bouwregels, ontheffing van de bouwregels, specifieke gebruiksregels, ontheffing van de gebruiksregels, aanlegvergunning, wijzigingsbevoegdheid) alsmede de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 37 lid 37.5 zijn van overeenkomstige toepassing.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 27
83
Leiding - Brandstof
27.1. Bestemmingsomschrijving De voor Leiding - Brandstof aangewezen gronden zijn – bij wijze van dubbelbestemming – bestemd voor een kerosineleiding.
27.2. Bouwregels 27.2.1. Bouwregels voor de dubbelbestemming Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming, zoals in lid 27.1 bedoeld, slechts bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 meter; b. ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels – slechts worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering. 27.3. Ontheffing bouwregels 27.3.1. Ontheffing Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 27.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. 27.3.2. Advisering over de ontheffing Alvorens omtrent het verlenen van ontheffing te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en), tevens wordt indien van toepassing advies ingewonnen bij de beheerder van de waterkering. 27.4. Aanlegvergunning 27.4.1. Aanlegverbod Het is verboden op de in lid 27.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van paden, wegen en parkeergelegenheden alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen; b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; c. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem; d. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, greppels, vijvers en andere wateren; e. het vellen of rooien van struiken of bomen; f. het beplanten van gronden met struiken of bomen; g. het afbranden van de vegetatie. 27.4.2. Uitzondering op het aanlegverbod Het verbod van lid 27.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die: a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning. 27.4.3. Voorwaarden voor een aanlegvergunning Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 27.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 27.1 genoemde leidingen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast. 27.4.4. Advisering over de aanlegvergunning Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 27.4.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de leidingbeheerder(s).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 28
84
Leiding – Gas
28.1. Bestemmingsomschrijving De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn – bij wijze van dubbelbestemming – bestemd voor een aardgastransportleiding van: a. 20 inch en maximaal 80 bar (vastgestelde bedrijfsdruk: 66,2 bar); en tevens een propeenleiding van 6 inch en maximaal 60 bar, met een veiligheidsgebied van 80 meter aan weerszijden.
28.2. Bouwregels 28.2.1. Bouwregels voor de dubbelbestemming Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming, zoals in lid 28.1 bedoeld, slechts bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 meter; b. ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels – slechts worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
28.3. Ontheffing bouwregels 28.3.1. Ontheffing Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 28.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. 28.3.2. Advisering over de ontheffing Alvorens omtrent het verlenen van ontheffing te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en), tevens wordt indien van toepassing advies ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.
28.4. Aanlegvergunning 28.4.1. Aanlegverbod Het is verboden op de in lid 28.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van paden, wegen en parkeergelegenheden alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen; b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; c. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem; d. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, greppels, vijvers en andere wateren; e. het vellen of rooien van struiken of bomen; f. het beplanten van gronden met struiken of bomen; g. het afbranden van de vegetatie. 28.4.2. Uitzondering op het aanlegverbod Het verbod van lid 28.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die: a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
85
28.4.3. Voorwaarden voor een aanlegvergunning Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 28.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 28.1 genoemde leidingen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast. 28.4.4. Advisering over de aanlegvergunning Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 28.4.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de leidingbeheerder(s).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 29
86
Leiding - Leidingstrook
29.1. Bestemmingsomschrijving De voor Leiding - Leidingstrook aangewezen gronden zijn – bij wijze van dubbelbestemming – bestemd voor: de aanleg en instandhouding van ondergrondse buisleidingen voor het transport van: a. Ruwe olie (30 inch); b. diverse aardgasleidingen (10 inch, 100 bar) (4 inch, 80 bar) (6 inch, 80 bar) (30 inch 67 bar) (48 inch, 80-110 bar); c. drinkwaterleiding (36 inch); d. landbouwwaterleidng (28 inch); e. freshwaterleiding (28 inch); zodanig dat is aangetoond dat de risicocontour en oriënterende waarde groepsrisico van de betreffende leidingen ligt binnen 110 meter van de bestemmingsgrens Leiding - Leidingstrook; wanneer op kortere afstand woonwijken of zogeheten bijzonder objecten categorie I (bejaardentehuizen, verpleeginrichtingen, scholen en winkelcentra, hotels en kantoorgebouwen voor meer dan 50 personen) aanwezig zijn, dan moet de veiligheidsafstand van de betreffende leidingen binnen die kortere afstand liggen.
29.2. Bouwregels 29.2.1. Bouwregels voor de dubbelbestemming Op deze gronden is het bouwen van bouwwerken niet toegestaan.
29.3. Ontheffing bouwregels 29.3.1. Limitatieve opsomming van stoffen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de limitatieve opsomming van stoffen, zoals bepaald in lid 1, indien en voor zover: a. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat de veiligheid van de waterkering met de bestemmingen Waterstaatswerken, Waterstaatswerken – Beschermde Dijken niet kunnen worden aangetast; b. de risicocontour van de betreffende buisleiding is gelegen binnen 110 meter van de bestemmingsgrens Leiding - Leidingstrook; indien op kortere afstand woonwijken en/of zogeheten bijzondere objecten categorie I (verzorgingscentra, verpleeginrichtingen, scholen en winkelcentra, hotels en kantoorgebouwen voor meer dan 50 personen) aanwezig zijn, dan dient de veiligheidsafstand van de betreffende leiding binnen die kortere afstand te liggen; c. ontheffing wordt verleend indien: 1. aangetoond is dat voldaan is aan de eisen inzake de oriënterende waarde groepsrisico; 2. voldaan is aan de vereisten van de Natuurbeschermingswet; 3. het belang van de reeds aanwezige buisleidingen niet wordt geschaad; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders advies aan de beheerder van de leiding(en). 29.3.2. Advisering over de ontheffing Alvorens omtrent het verlenen van ontheffing te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
29.4. Aanlegvergunning 29.4.1. Aanlegverbod Het is verboden op de in lid 29.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van paden, wegen en parkeergelegenheden alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen; b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; c. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
d. e. f. g.
87
het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, greppels, vijvers en andere wateren; het vellen of rooien van struiken of bomen; het beplanten van gronden met struiken of bomen; het afbranden van de vegetatie.
29.4.2. Uitzondering op het aanlegverbod Het verbod van lid 29.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die: a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning. 29.4.3. Voorwaarden voor een aanlegvergunning Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 29.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 29.1 genoemde leidingen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast. 29.4.4. Advisering over de aanlegvergunning Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 29.4.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de leidingbeheerder(s).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 30
88
Leiding - Hoogspanningsverbinding
30.1. Bestemmingsomschrijving De voor Leiding-Hoogspanningsverbinding aangewezen gronden zijn - bij wijze van dubbelbestemming - tevens bestemd voor: a. een bovengrondse hoogspanningsverbinding van ten hoogste 150 kV, met een beschermingszone van 30 meter; b. een bovengrondse hoogspanningsverbinding van ten hoogste 380 kV, met een beschermingszone van 36 meter; 30.2. Bouwregels 30.2.1. Bouwregels voor de dubbelbestemming Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 30.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 50 meter; b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag − met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels − uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid, gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering en de bouwhoogte niet wordt verhoogd.
30.3. Ontheffing van de bouwregels 30.3.1. Ontheffing Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 30.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. 30.3.2. Advisering over de ontheffing Alvorens omtrent het verlenen van ontheffing te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
30.4. Aanlegvergunning 30.4.1. Aanlegverbod Het is verboden op de in lid 30.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van paden, wegen en parkeergelegenheden alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen; b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; c. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem; d. het vellen of rooien van struiken of bomen; e. het beplanten van gronden met struiken of bomen; f. het afbranden van de vegetatie. 30.4.2. Uitzonderingen op het aanlegverbod Het verbod van lid 30.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die: a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning. 30.4.3. Voorwaarden voor een aanlegvergunning Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 30.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 30.1 genoemde aanwezige verbindingen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
89
30.4.4. Advisering over de aanlegvergunning Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 30.4.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de leidingbeheerder.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 31
90
Leiding - Riool
31.1. Bestemmingsomschrijving De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn – bij wijze van dubbelbestemming – bestemd voor een afvalwatertransportleiding.
31.2. Bouwregels 31.2.1. Bouwregels voor de dubbelbestemming Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming, zoals in lid 30.1 bedoeld, slechts bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 meter; b. ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels – slechts worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
31.3. Ontheffing bouwregels 31.3.1. Ontheffing Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 31.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. 31.3.2. Advisering over de ontheffing Alvorens omtrent het verlenen van ontheffing te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
31.4. Aanlegvergunning 31.4.1. Aanlegverbod Het is verboden op de in lid 31.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van paden, wegen en parkeergelegenheden alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen; b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; c. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem; d. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, greppels, vijvers en andere wateren; e. het vellen of rooien van struiken of bomen; f. het beplanten van gronden met struiken of bomen; g. het afbranden van de vegetatie. 31.4.2. Uitzondering op het aanlegverbod Het verbod van lid 31.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die: a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning. 31.4.3. Voorwaarden voor een aanlegvergunning Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 31.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 30.1 genoemde leidingen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
91
31.4.4. Advisering over de aanlegvergunning Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 31.4.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de leidingbeheerder.
Artikel 32
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
92
Waarde – Archeologie 32.1. Bestemmingsomschrijving De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn - bij wijze van dubbelbestemming bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
32.2. Bouwregels 32.2.1. Bouwregels voor de dubbelbestemming Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke gebouwd mogen worden ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen zijn uitsluitend toelaatbaar indien aan één of meer van de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1. het bouwwerk dient ter vervanging van een reeds aanwezig bouwwerk, waarbij de horizontale en verticale afmetingen van de fundering van dat bouwwerk niet veranderen; 2. het bouwwerk en de fundering komen niet dieper te liggen dan 30 cm beneden het maaiveld, met uitzondering van paalfunderingen; 3. het grondoppervlak van het bouwwerk bedraagt niet meer dan 30 m². 32.2.2. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1
bouwwerken, geen gebouwen zijnde,ten behoeve van de dubbelbestemming Archeologisch waardevol gebied
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
2m
32.3. Ontheffing van de bouwregels 32.3.1. Archeologisch onderzoek Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 32.2.1 onder b voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende andere bestemming(en) die niet aan de in lid 32.2.1 onder b genoemde voorwaarden voldoen, met dien verstande dat de archeologische waarden niet onevenredig mogen worden geschaad. 32.3.2. Ontheffing archeologisch onderzoek Ontheffing, zoals in lid 32.3.1 bedoeld, zal in ieder geval worden verleend indien: a. de aanvrager van de bouwvergunning blijkens archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat op de betrokken bouwlocatie geen archeologische waarden aanwezig zijn; b. de aanvrager van de bouwvergunning een rapport heeft overlegd waarin wordt aangetoond dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van het college in voldoende mate worden veiliggesteld; c. de betrokken archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade wordt voorkomen door aan de ontheffing regels te verbinden, gericht op: 1. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. het doen van opgravingen; 3. begeleiding van de bouwactiviteiten door de archeologisch deskundige.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
93
32.4. Aanlegvergunning 32.4.1. Aanlegverbod Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken en /of werkzaamheden uit te voeren: a. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 40 cm, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en aanleggen van drainage, tenzij deze werkzaamheden noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor ontheffing zoals bedoeld in lid 32.3.1 of bouwvergunning is verleend; b. het ophogen van gronden met meer dan 30 cm; c. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren; d. het verlagen of verhogen van het waterpeil; e. het planten of rooien van bomen waarbij de stobben worden verwijderd; f. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur. 32.4.2. Uitzondering op het aanlegverbod Het in lid 32.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van: a. werken en/of werkzaamheden die normaal beheer of onderhoud betreffen; b. werken en/of werkzaamheden die op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn; c. werken en/ of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende bouw- of aanlegvergunning of ontgrondingsvergunning; d. werken en/ of werkzaamheden waarbij geen grondbewerkingen plaatsvinden dieper dan 40 cm beneden het maaiveld; e. werken of werkzaamheden over een oppervlakte kleiner dan 30 m²; f. archeologisch onderzoek. 32.4.3. Voorwaarde voor aanlegvergunning Aanlegvergunning wordt in ieder geval verleend indien: a. de aanvrager van de aanlegvergunning aan de hand van archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn; b. de aanvrager van de aanlegvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarden van het betrokken terrein naar het oordeel van het college in voldoende mate worden veiliggesteld; c. de betrokken archeologische waarden door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de aanlegvergunning regels te verbinden, gericht op: 1. het treffen van maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. het doen van opgravingen; 3. begeleiding van de activiteiten door de archeologisch deskundige.
32.5. Wijzigingsbevoegdheid 32.5.1. Wijziging dubbelbestemming Waarde - Archeologie Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door van een of meer bestemmingen met de dubbelbestemming Waarde – Archeologie, waarden geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien: a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn; b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Artikel 33 waarden
94
Waarde - Archeologie, middelhoog en hoge verwachtings-
33.1. Bestemmingsomschrijving De voor Waarde - Archeologie, middelhoog en hoge verwachtingswaarden aangewezen gronden zijn - bij wijze van dubbelbestemming - bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
33.2. Bouwregels 33.2.1. Bouwregels voor de dubbelbestemming Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde,worden gebouwd; b. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke gebouwd mogen worden ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen zijn uitsluitend toelaatbaar indien aan één of meer van de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1. het bouwwerk dient ter vervanging van een reeds aanwezig bouwwerk, waarbij de horizontale en verticale afmetingen van de fundering van dat bouwwerk niet veranderen; 2. het bouwwerk en de fundering komen niet dieper te liggen dan 30 cm beneden het maaiveld, met uitzondering van paalfunderingen; 3. het grondoppervlak van het bouwwerk bedraagt niet meer dan 100 m². 33.2.2. Hoogte, oppervlakte en inhoud De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/ of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste: bouwwerk 1
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de dubbelbestemming Archeologisch waardevol gebied
goothoogte
bouwhoogte
oppervlakte/inhoud
2m
33.3. Ontheffing van de bouwregels 32.3.1. Archeologisch onderzoek Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 33.2.1 onder b voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende andere bestemming(en) die niet aan de in lid 33.2.1 onder b genoemde voorwaarden voldoen, met dien verstande dat de archeologische waarden niet onevenredig mogen worden geschaad. 33.3.2. Ontheffing archeologisch onderzoek Ontheffing, zoals in lid 33.3.1 bedoeld, zal in ieder geval worden verleend indien: a. de aanvrager van de bouwvergunning blijkens archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat op de betrokken bouwlocatie geen archeologische waarden aanwezig zijn; b. de aanvrager van de bouwvergunning een rapport heeft overlegd waarin wordt aangetoond dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van het college in voldoende mate worden veiliggesteld; c. de betrokken archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade wordt voorkomen door aan de ontheffing regels te verbinden, gericht op: 1. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. het doen van opgravingen; 3. begeleiding van de bouwactiviteiten door de archeologisch deskundige.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
95
33.4. Aanlegvergunning 33.4.1. Aanlegverbod Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken en /of werkzaamheden uit te voeren: a. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 30 cm, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en aanleggen van drainage, tenzij deze werkzaamheden noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor ontheffing zoals bedoeld in lid 33.3.1 of bouwvergunning is verleend; b. het ophogen van gronden met meer dan 30 cm; c. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren; d. het verlagen of verhogen van het waterpeil; e. het planten of rooien van bomen waarbij de stobben worden verwijderd; f. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur. 33.4.2. Uitzondering op het aanlegverbod Het in lid 33.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van: a. werken en/of werkzaamheden die normaal beheer of onderhoud betreffen; b. werken en/of werkzaamheden die op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn; c. werken en/ of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende bouw- of aanlegvergunning of ontgrondingsvergunning; d. werken en/ of werkzaamheden waarbij geen grondbewerkingen plaatsvinden dieper dan 40 cm beneden het maaiveld; e. werken of werkzaamheden over een oppervlakte kleiner dan 100 m²; f. archeologisch onderzoek. 33.4.3. Voorwaarde voor aanlegvergunning Aanlegvergunning wordt in ieder geval verleend indien: a. de aanvrager van de aanlegvergunning aan de hand van archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn; b. de aanvrager van de aanlegvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarden van het betrokken terrein naar het oordeel van het college in voldoende mate worden veiliggesteld; c. de betrokken archeologische waarden door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de aanlegvergunning regels te verbinden, gericht op: 1. het treffen van maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. het doen van opgravingen; 3. begeleiding van de activiteiten door de archeologisch deskundige.
33.5. Wijzigingsbevoegdheid 32.5.1. Wijziging dubbelbestemming Waarde – Archeologie, middelhoog en hogeverwachtingswaarden Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door van een of meer bestemmingen met de dubbelbestemming Waarde - Archeologie, middelhoog en hogeverwachtingswaarden, geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien: a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn; b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1BBestemmingsregels
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
96
708.007114.00
Hoofdstuk 3 Artikel 34
Algemene regels
95
Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 35
Algemene bouwregels
35.1. Overschrijding bouwgrenzen De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door: a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, alsmede andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 meter bedraagt; b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 meter bedraagt; c. de bouw van andere bouwwerken ten dienste van nutsvoorzieningen, mits deze voorzieningen van geringe horizontale en verticale afmetingen zijn en de bouwhoogte in ieder geval niet meer dan 10 meter; in afwijking van het in vorige zin bepaalde bedraagt de bouwhoogte van voorzieningen voor telecommunicatie ten behoeve van privé-gebruik maximaal 15 meter en voor gemeenschappelijk gebruik maximaal 30 meter; d. voor de bouw van kleine niet voor bewoning bestemde gebouwtjes ten dienste van nutsvoorzieningen; de inhoud van deze gebouwtjes bedraagt ten hoogste 50 m³ en de bouwhoogte ten hoogste 3 meter. e. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 meter bedraagt.
Artikel 36
Algemene gebruiksregels
36.1. Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten a. voor een bouwwerk, dat krachtens een bouwvergunning op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringsbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat: 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden; 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden; b. in geval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt; c. op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
2BAlgemene regels
Artikel 37
96
Algemene aanduidingsregels
37.1. Molenbiotoop In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-molenbiotoop' de volgende regels: a. binnen een afstand van 100 meter tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek; b. binnen een afstand van 100 tot 400 meter tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht met een hoogte die meer bedraagt dan 1/30 van de afstand van het bouwwerk tot het middelpunt van de molen, gerekend vanaf de onderste punt van de verticaal staande wiek; c. burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van dit lid onder a, indien: 1. de vrije windvang of het zicht op de molen al zijn beperkt vanwege aanwezige bebouwing en de windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt vanwege de nieuw op te richten bebouwing; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders schriftelijk advies bij de molendeskundige (Vereniging Zeeuwse Molen); 2. toepassing van de in dit lid onder a bedoelde afstands- en/of hoogtematen de belangen in verband met de nieuw op te richten bebouwing onevenredig zouden schaden; d. indien op grond van hoofdstuk 2 een lagere maximale bouwhoogte geldt dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte ingevolge dit lid onder a tot en met c, prevaleert de maximaal toelaatbare bouwhoogte van hoofdstuk 2. 37.2. Geluidszone Industrie Met betrekking tot de 'geluidszone-industrie' geldt dat binnen deze zone geen nieuwe geluidsgevoelige objecten zijn toegestaan. 37.3. Wro-zone-wijzigingsgebied 1 - landschapscamping Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen ter plaatse van 'wijzigingsgebied 2' in de bestemming Recreatie-Verblijfsrecreatie met de aanduiding 'landschapscamping' en, in de bestemming Natuur met aanduiding 'landschapscamping' ten behoeve van het realiseren van een landschapscamping, met in achtneming van het volgende: k. het aantal standplaatsen bedraagt ten minste 10 en ten hoogste 60 niet-permanente standplaatsen; l. het aantal standplaatsen bedraagt ten hoogste 30 per ha; m. per standplaats wordt een oppervlak van ten minste 833 m² aan landschaps- en natuurwaarden gerealiseerd; n. het bij de landschapscamping behorende oppervlak bedraagt ten minste 2 ha, waarbij geldt dat de verhouding tussen de bij het agrarisch bedrijf behorende bouwgrond en de gronden van de landschapscamping ten minste 2:1 bedraagt; o. de inrichting van de landschapscamping past binnen de ruimtelijk-landschappelijke structuur van de omgeving; p. voorzien wordt in voldoende parkeerplaatsen ten behoeve van de landschapscamping op het eigen terrein, waarbij geldt dat het aantal parkeerplaatsen ten minste 110% van het aantal standplaatsen bedraagt; q. aangetoond wordt dat de wijziging voldoet aan regelgeving inzake flora- en fauna, geluidhinder, milieuzonering van bedrijven, bodemkwaliteit, luchtkwaliteit en waterhuishouding en wordt aangetoond dat sprake is van een behoefte aan de landschapscamping en economische uitvoerbaarheid; r. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen; s. wijziging wordt niet toegepast alvorens een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschaps- en natuurwaarden ter plaatse van de landschapscamping; t. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze bepaling moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 37.4. Wro-zone-wijzigingsgebied 2 - nutsvoorziening realisering spaarbekken (niet vastgesteld)
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
2BAlgemene regels
97
37.5. Wro-zone-wijzigingsgebied 3 - uitbreiding glastuinbouw Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch ter plaatse van 'wijzigingsgebied 3' wijzigen door toevoeging van de aanduiding 'glastuinbouw' en 'specifieke vorm van agrarisch, landschappelijke inpassing', met inachtneming van de volgende regels: a. de aanduidingen 'glastuinbouw en ''specifieke vorm van agrarisch, landschappelijke inpassing' worden vergelijkbaar met de bestemminglegging voor de aangrenzende gronden aan de noordkant van de Langeweg, waarbij het gaat om een goede landschappelijke inpassing van de randen rondom het gebied; b. de goothoogte bedraagt ten hoogste 7 meter; c. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 9 meter; c1. in het wijzigingsplan wordt tevens bijlage 1 gewijzigd door voor de bedoelde gronden “3 Kreekweg westzijde en oostzijde“ toe te voegen “3 en 4 Kreekweg westzijde en oostzijde” d. per bedrijf is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan; e. wijziging wordt toegepast indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing en is geïnvesteerd in de omgevingskwaliteit; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 meter; f. wijziging leidt niet tot: 1. toepassing van assimilatiebelichting; 2. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 4. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; f. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze bepaling moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40. 37.6. Wro-zone-wijzigingsgebied 4 - aquacultuur Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch ter plaatse van “wijzigingsgebied 4 wijzigen door het toekennen van bouwvlakken uitsluitend voor de bouw van waterbassins voor aquacultuur, met inachtneming van de volgende regels: a. de hoogte van de waterbassins bedraagt ten hoogste 1 meter gemeten vanaf het bestaande maaiveld; b. wijziging wordt niet toegepast: 1. binnen een afstand van 100 meter rond kernen, bebouwingsconcentraties of verblijfsrecreatieterreinen; 2. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Natuur en / of natuurontwikkelingsgebieden; c. wijziging wordt toegepast voor waterbassins die aansluiten op een bouwvlak; d. voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een met gras begroeide omwalling direct rondom de bassins, met een hoogte die ten minste gelijk is aan de hoogte van de bassins; e. wijziging wordt toegepast wanneer een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing; f. wijziging wordt slechts toegepast ten behoeve van een reëel of volwaardig agrarisch bedrijf; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige; g. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven; 2. onevenredige en versnippering van de agrarische gronden; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover advies aan een agrarisch deskundige; 3. negatieve effecten op de waterhuishouding; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies het waterschap; 4. onevenredige schade aan infrastructuur; alvorens de wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de wegbeheerder; g. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze bepaling moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
2BAlgemene regels
Artikel 38
98
Algemene ontheffingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds ontheffing kan worden verleend - ontheffing verlenen van de regels voor: a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%; b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 meter bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot; c. ontheffing wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken; d. Voor de bouw van gebouwen voor nutsvoorzieningen met een oppervlakte van ten hoogste 50 m² en een maximale bouwhoogte van ten hoogste 3 m, met dien verstande dat ter plaatse van de bestemming Waarden - Archeologie de bouw van gebouwen voor nutsvoorzieningen met een oppervlakte van ten hoogste 30 m² is toegestaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
2BAlgemene regels
Artikel 39
99
Algemene wijzigingsregels
39.1. Overschrijding bestemmingsgrenzen Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. 39.2. Verkeer, Groen en Water Burgemeester en wethouders kunnen bestemmingen wijzigen in de bestemmingen Verkeer, Groen en Water, met inachtneming van de volgende: a. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies; b. wijziging wordt toegepast nadat is gebleken dat de bodemkwaliteit ter plaatse geschikt is voor de beoogde functie. 39.3. Waarde archeologie 39.3.1. Wijziging ten behoeve van de verwijdering van de bestemming Burgemeester en wethouders kunnen een of meer bestemmingsvlakken de van bestemming Waarde – Archeologie of Waarde – Archeologie met middelhoge of hoge verwachtingswaarden geheel of gedeeltelijk laten vervallen, met inachtneming van de volgende regels: a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn; b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet. 39.3.2. Wijziging voor verandering van een bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van de bouwvlakken veranderen, indien dit op grond van archeologisch onderzoek noodzakelijk is met het oog op de bescherming of de veiligstelling van de ter plaatse aanwezige archeologische waarden, met inachtneming van de volgende regels: a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn; b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet. 39.3.3. Wijziging voor verandering van een bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van de bouwvlakken veranderen, indien de bebouwing ten behoeve van de voor dat bouwvlak geldende bestemming zonder deze verandering niet of niet goed zou kunnen worden gerealiseerd en op grond van archeologisch onderzoek is gebleken dat de verandering van het bouwvlak geen afbreuk doet aan de bescherming of de veiligstelling van de aanwezige archeologische waarden, met inachtneming van de volgende regels: a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn; b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
39.4. Zendmasten Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor de plaatsing van zendmasten met inachtneming van de volgende regels: a. de hoogte van een zendmast mag niet meer bedragen dan strikt noodzakelijk en in ieder geval niet meer dan 40 meter;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
2BAlgemene regels
b. c. d. e.
f.
100
aangetoond dient te zijn dat het niet mogelijk is gebruik te maken van bestaande zendmasten/zendlocaties; de afstand tot de Oosterschelde en tot de Kapelse Moer moet ten minste 400 meter bedragen; zendmasten zijn niet toegestaan in de bestemming Agrarisch - Parklandschap en Natuur; zendmasten zijn uitsluitend toegestaan: 1. langs een rijksweg bij een viaduct of vergelijkbaar knooppunt van wegen of andere infrastructuur (bestemming Verkeer); 2. op windturbines (bestemming Windturbinepark) en hoogspanningsmasten (bestemming Leiding – Leidingstrook en Leiding - Hoogspanningsleiding); 3. wijziging mag niet leiden tot aantasting van verkeersveiligheid en de veiligheid op (Rijks)vaarwegen; burgemeester en wethouders winnen schriftelijk advies in bij de beheerder van de vaarwegen omtrent de onder e opgenomen voorwaarde.
39.5 Woonpercelen Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch (artikel 4 tot en met 8), de bestemming Wonen en de bestemming Tuin wijzigen ten behoeve van een betere situering van een burgerwoning, met inachtneming van de volgende regels: a. privaatrechtelijk dient te zijn vastgelegd dat de oorspronkelijke woning wordt afgebroken na realisering van de nieuwe woning; b. de verplaatsing van de bestaande burgerwoning door nieuwbouw van de burgerwoning is toegestaan over een afstand van ten hoogste 25 meter; c. de oppervlakte van het bouwvlak waarbinnen de woning moet worden gesitueerd, mag ten 2 hoogste 750 m bedragen; d. de maximale inhoudsmaat zoals opgenomen in artikel 24 Wonen blijft onverkort van toepassing; e. er dient sprake te zijn van een verbetering van de stedenbouwkundige situatie; in ieder geval dient de ligging van de rooilijn voor de nieuwe woning te worden afgestemd op de rooilijnen van bestaande woningen langs de betreffende weg; f. de nieuwe woning dient gekenmerkt te worden door een hoogwaardige architectuur; g. wijziging leidt niet tot aanpassing van het bestaande stratenpatroon; h. wijziging leidt niet tot: 1. onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies; 2. milieuhygiënische belemmeringen; i. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
Artikel 40
Algemene procedureregels
Indien in de bestemmingsplanregels naar deze regel is verwezen, is op de voorbereiding van een besluit tot ontheffing, uitwerking of wijziging van een bestemmingsplan de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
Artikel 41
Overige regels
41.1. Werking wettelijke regelingen De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
Hoofdstuk 4 Artikel 42
103
Overgangs- en slotregels
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in: a. artikel 3, lid 3.6.1; b. artikel 4, lid 4.5.1; c. artikel 6, lid 6.6.1; d. artikel 7, lid 7.6.1; e. artikel 11, lid 11.3.1; f. artikel 16, lid 16.4.1; g. artikel 23, lid 23.3.1; h. artikel 25, lid 25.3.1; i. artikel 26, lid 26.3.1; j. artikel 27, lid 27.4.1; k. artikel 28, lid 28.4.1; l. artikel 29, lid 29.4.1; m. artikel 30, lid 30.4.1; n. artikel 31, lid 31.4.1; o. artikel 32, lid 32.4.1; is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
Artikel 43
Overgangsrecht
43.1. Overgangsrecht bouwwerken Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan. 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
43.2. Overgangsrecht gebruik Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
3BOvergangs- en slotregels
Artikel 44
104
Slotregel
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Buitengebied'.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
1
Bijlage 1. Overzicht Bedrijfsvloeroppervlakte Kaart-
Straat en huisnummer
Aard van het bedrijf
blad
Maximaal toelaatbare oppervlakte bedrijfsgebouwen (exclusief bedrijfswoning)
Bestemming Agrarisch 2
Steenweg 26
intensieve veehouderij
2
Wemeldingse Zandweg 2
verkoop eigen producten
8.070 m²
3
Dijkwelseweg 40
verkoop eigen producten
2
Bonzijweg 6
glastuinbouwbedrijf
2.000 m²
2
Paardenweegje 3
glastuinbouwbedrijf
10.000 m²
3
Donkerewegje ongen.
glastuinbouwbedrijf
10.000 m²
3 3
Noordhoeksewegeling 5 Dijkwelseweg 38a
glastuinbouwbedrijf bomenteelt
30.000 m² 100% van het bouwvlak
3
Kreekweg westzijde en oostzijde
glastuinbouwbedrijf
4
Dijkwelseweg 15b
glastuinbouwbedrijf
oppervlakte van de aanduiding “glastuinbouw” 20.000 m2
4
Dankersweg ong.
glastuinbouwbedrijf
10.000 m²
4
Vroonlandseweg 59
glastuinbouwbedrijf
10.000 m²
4
Vroonlandseweg 61
glastuinbouwbedrijf
15.000 m²
475 m² 545 m²
Bestemming Wonen 2
Wemeldingse Zandweg
garage/berging
3
S 12
garage/berging
3
Everdijkseweg 22
exposities
66 m² 36 m² 465 m²
Bestemming Bedrijf 2
Oude Polderweg 12
opslag aannemingsbedrijf
2
Wemeldingse Zandweg ongen.
stalling en hobbymatige autore-
1.068 m² 100 m²
paratie 2
Hogeweg ongenum
waterschapsgebouw
3
Danielsweg 1
waterpompstation
3
Nieuwe Zeedijk
rioolwaterzuivering
892 m² 11.940 m²
3
Plasweg 2
gas/drukregelstation
3
Populierendijk ongen.
nutsvoorziening
78 m² 0 m²
4
Eversdijkseweg ongen.
nutsvoorziening
4.624 m²
4
Steenweg 40
opslag oud ijzer
280 m²
4
Smokkelhoekweg ong.
waterschapsgebouw
4
Kanaalweg ongen.
opslag waterstaat
43 m² 1.108 m²
Bestemming Detailhandel 4
Smokkelhoekweg 10
benzinepomp
60 m²
Bestemming Recreatie-Verblijfsrecreatie 2
Oude Ruisweg 4
dienstgebouwen camping
2.000 m²
Bestemming Horeca 2
Stelhoekweg 1
partycentrum
437 m²
4
Smokkelhoekweg 10
motel
906 m²
Bestemming Recreatie-Dagrecreatie 2
Chezeeweg ongen.
clubgebouw voetbal
349 m²
2
Paardewegje 2
clubgebouw tennisclub
165 m²
3
Noordweg 20
manege
2.351 m²
4
Eeweg 9
paardenhouderij/manege
3.247 m²
3
Vierwegen 1
wegenonderhoudsdepot
3.500 m²
3
Vierwegen 3
wegenonderhoudsdepot
3
Vierwegen ongen.
ANWB-station
Verkeer
Waterstaatswerken: WW
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
Bijlage 1. Overzicht Bedrijfsvloeroppervlakte
4
Kanaalweg
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
dienstgebouw tunnel
2
1.300 m2
708.007114.00
Bijlage 1. Overzicht Bedrijfsvloeroppervlakte
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
3
708.007114.00
1
Bijlage 2. Positieve lijst van Nieuwe Economische Dragers A. Via ontheffing/wijziging toe te staan
Toelaatbaarheid per bestemming
A
A-P
N, A-LN,
Koppeling aan functies
N
V
M
Indicatieve maximale
Categorie-indeling Staat
oppervlakte in m²
van Bedrijfsactiviteiten
W
A-L landbouwverwante functies agrarische hulpbedrijven loonbedrijven drainagebedrijven veehandelsbedrijven toeleverende bedrijven spermabank fouragehandel zaaizaad en pootgoed opslag agrarische producten hoefsmederij semi-agrarische bedrijven hoveniersbedrijven boomverzorgingsbedrijf natuur- en landschapsbeheer tuincentrum vis-, escargot- en wormenkwekerij sociale nevenfunctie op agrarisch bedrijf (resocialisatie, therapie, gehandicapten)
+ + +
+ + +
-
v v v
w w w
1500 1500 1500
2/3 3 3+
+ + + + +
+ + + + +
-
v v v v v
w w w w w
375 1500 1500 1500 150
3 2 3 3+ 2
+ + + + +
+ + + + +
+ -
v v v v v v
w w w w w w
375 375 375 1500 1500 375
1 1 1 2 2 1
+ + +
+ + +
v v v
w w w
500 500 500
2/3 2/3 2/3
opslag caravans/boten + inboedel + overige opslag + verklaring bij tabel Koppeling aan functies N toelaatbaar als nevenactiviteit op agrarisch bedrijf V toelaatbaar als vervolgactiviteit op voormalig agrarisch bedrijf (bouwvlak met bestemming Wonen met de aanduiding vab) W toelaatbaar bij woningen M toelaatbaar in monumentale en karakteristieke panden Toelaatbaarheid per bestemming A: bestemming Agrarisch A-P: bestemming Agrarisch – Parklandschap
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Na toepassing van v ontheffingsbevoegdheid w wijzigingsbevoegdheid + toelaatbaar in zone - niet toelaatbaar in zone
Categorie-indeling 1 grootste afstand 0 tot 10 m. 2 grootste afstand 30 m. 3 grootste afstand 50 of 100 m. 4 grootste afstand 200 of 300 m.
N: bestemming Natuur A-L: bestemming Agrarisch met Landschapswaarden A-LN: bestemming Agrarisch met landschaps- en natuurwaarden
708.007114.00
Bijlage 2. Positieve lijst van Nieuwe Economische Dragers
A. Via vrijstelling/wijziging toe te staan
2
Toelaatbaarheid zones
A
A-P
Koppeling aan functies
N, A-LN,
N
V
M
Indicatieve maximale
Categorie-indeling Staat
oppervlakte in m²
van Bedrijfsactiviteiten
W
A-L ambachtelijke landbouwproductverwerkende bedrijven slachterij vleesverwerking zuivelverwerking plantaardige productverwerking imkerij palingrokerij wijnmakerij bierbrouwerij riet- en vlechtwerk overige ambachtelijke bedrijven bouwbedrijven schildersbedrijven installatiebedrijven elektrotechnisch installatiebedrijf dakdekkersbedrijf rietdekkersbedrijf
+ + + + + + + + +
+ + + + + + + + +
-
v v v v v v v v v
w w w w w w w w w
250 250 250 250 250 250 250 250 250
2/3 2/3 2/3 3+ 2 1 2 3 2
+ + + + +
+ + + + +
-
v v v v v
w w w w w
250 250 250 250 250
2 2 2 2 2
*) motorisch vermogen <100 KW verklaring bij tabel Koppeling aan functies N toelaatbaar als nevenactiviteit op agrarisch bedrijf V toelaatbaar als vervolgactiviteit op voormalig agrarisch bedrijf (bouwvlak met bestemming Wonen met de aanduiding vab) W toelaatbaar bij woningen M toelaatbaar in monumentale en karakteristieke panden Toelaatbaarheid per bestemming A: bestemming Agrarisch A-P: bestemming Agrarisch – Parklandschap
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Na toepassing van v ontheffingsbevoegdheid w wijzigingsbevoegdheid + toelaatbaar in zone - niet toelaatbaar in zone
N: bestemming Natuur
Categorie-indeling 1 grootste afstand 0 tot 10 m. 2 grootste afstand 30 m. 3 grootste afstand 50 of 100 m. 4 grootste afstand 200 of 300 m.
A-L: bestemming Agrarisch met Landschapswaarden
A-LN: bestemming Agrarisch met landschaps- en natuurwaarden
708.007114.00
Bijlage 2. Positieve lijst van Nieuwe Economische Dragers
A. Via ontheffing/wijziging toe te staan
3
Toelaatbaarheid zones
A
A-P
Koppeling aan functies
N, A-LN,
N
V
M
Indicatieve maximale
Categorie-indeling Staat
oppervlakte in m²
van Bedrijfsactiviteiten
W
A-L -
-
-
houtbewerkingbedrijven - houtzagerij en -schaverij - speeltoestellenfabricage lasinrichtingen/bankwerkerijen vervaardiging medische instrumenten/precisie instrumenten en orthopedische artikelen meubelmakerij/restauratie meubelstoffeerderijen vervaardigen en reparatie sieraden vervaardigen en reparatie muziekinstrumenten spel- en speelgoedfabricage textiel - spinnen en weven van textiel - vervaardiging van textielwaren - kledingvervaardiging reparatiebedrijven gebruiksgoederen pottenbakkerij natuursteenbewerking/beeldhouwerij zeefdrukkerij
+ + + +
+ + + +
-
v v v v
w w w w
250 250 250 250
3*) 3*) 3*) 2
+ + + + +
+ + + + +
-
v v v v v
w w w w w
250 50 50 50 250
3*) 1 2 2
+ + + + + + +
+ + + + + + +
-
v v v v v v v
w w w w w w w
250 250 250 250 250 250 250
3 3+ 2 2 2/3 3+ 2
*) motorisch vermogen <100 kW verklaring bij tabel Koppeling aan functies N toelaatbaar als nevenactiviteit op agrarisch bedrijf V toelaatbaar als vervolgactiviteit op voormalig agrarisch bedrijf (bouwvlak met bestemming Wonen met de aanduiding vab) W toelaatbaar bij woningen M toelaatbaar in monumentale en karakteristieke panden Toelaatbaarheid per bestemming A: bestemming Agrarisch A-P: bestemming Agrarisch – Parklandschap
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Na toepassing van v ontheffingsbevoegdheid w wijzigingsbevoegdheid + toelaatbaar in zone - niet toelaatbaar in zone
Categorie-indeling 1 grootste afstand 0 tot 10 m. 2 grootste afstand 30 m. 3 grootste afstand 50 of 100 m. 4 grootste afstand 200 of 300 m.
N: bestemming Natuur A-L: bestemming Agrarisch met Landschapswaarden A-LN: bestemming Agrarisch met landschaps- en natuurwaarden
708.007114.00
Bijlage 2. Positieve lijst van Nieuwe Economische Dragers
4
Toelaatbaarheid zones
A. Via ontheffing/wijziging toe te staan
A
A-P
Koppeling aan functies
N, A-LN,
N
V
M
w
Indicatieve maximale
Categorie-indeling Staat
oppervlakte in m²
van Bedrijfsactiviteiten
W
A-L recreatie; verblijfsrecreatie - kampeerboerderij*) - appartementen (verhuur) **) - hotelaccommodatie recreatie; dagrecreatie horeca restaurant eethuis***) ijssalon***) theeschenkerij***) partycentrum bezoekerscentrum paardenpension/-stalling***) sauna verhuur paarden***) fietsen***) kano's***) trapauto's manege
-
+ + +
-
v v v
+ + + + -
+ + + + + + +
+ -
v v v v v v v
+ + + -
+ + + + +
-
v v v v v
250 250 250
2/3 2/3 2
w w w
250 150 150 150 1000 250 250 250
2 2 1 1 3 1 2/3 2
w
250 150 250 250 1500
2/3 2 2 2 3
w w
w w w w w
*) overnachtingsmogelijkheid voor groepen in schuren; **) maximaal 10 eenheden; ***) gekoppeld aan dagrecreatieve routestructuur verklaring bij tabel Koppeling aan functies N toelaatbaar als nevenactiviteit op agrarisch bedrijf V toelaatbaar als vervolgactiviteit op voormalig agrarisch bedrijf (bouwvlak met bestemming Wonen met de aanduiding vab) W toelaatbaar bij woningen M toelaatbaar in monumentale en karakteristieke panden Toelaatbaarheid per bestemming A: bestemming Agrarisch A-P: bestemming Agrarisch – Parklandschap
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Na toepassing van v ontheffingsbevoegdheid w wijzigingsbevoegdheid + toelaatbaar in zone - niet toelaatbaar in zone
Categorie-indeling 1 grootste afstand 0 tot 10 m. 2 grootste afstand 30 m. 3 grootste afstand 50 of 100 m. 4 grootste afstand 200 of 300 m.
N: bestemming Natuur A-L: bestemming Agrarisch met Landschapswaarden A-LN: bestemming Agrarisch met landschaps- en natuurwaarden
708.007114.00
Bijlage 2. Positieve lijst van Nieuwe Economische Dragers
A. Via vrijstelling/wijziging toe te staan
5
Toelaatbaarheid zones
A
A-P
Koppeling aan functies
N, A-LN,
N
V
M
W
Indicatieve maximale
Categorie-indeling Staat
oppervlakte in m²
van Bedrijfsactiviteiten
A-L aan huis gebonden-beroep individuele (para)medische of therapeutische praktijk dierenarts atelier overige aan-huis-gebonden-beroepen*) medisch (verwante)e dienstverlening privé-kliniek kuuroord dierenkliniek groepspraktijk overige dienstverlening cursuscentrum crèche/peuterspeelzaal museum/tentoonstellingsruimte dierenasiel/-pension kappersbedrijf computerservicebedrijf adviesbureau geluidsstudio antiekhandel kunsthandel kantoor
+
+
-
v
v
v
v
50
-
+ + +
+ + +
-
v v v
v v v
v v v
v v v
50 50 50
-
+ + + -
+ + + +
-
w w w w
250 250 250 250
2 2 1 1
+ + + + + + + + -
+ + + + + + + + + + +
-
w w w
250 250 250 250 50 250 250 250 250 250 250
2/3 2 2 3 1 1 2 2 2 2 -
v v v v v v v v v v
w w w w w w w w w w v
w w w w
*) verklaring bij tabel Koppeling aan functies N toelaatbaar als nevenactiviteit op agrarisch bedrijf V toelaatbaar als vervolgactiviteit op voormalig agrarisch bedrijf (bouwvlak met bestemming Wonen met de aanduiding vab) W toelaatbaar bij woningen M toelaatbaar in monumentale en karakteristieke panden Toelaatbaarheid per bestemming A: bestemming Agrarisch A-P: bestemming Agrarisch – Parklandschap
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Na toepassing van v ontheffingsbevoegdheid w wijzigingsbevoegdheid + toelaatbaar in zone - niet toelaatbaar in zone
Categorie-indeling 1 grootste afstand 0 tot 10 m. 2 grootste afstand 30 m. 3 grootste afstand 50 of 100 m. 4 grootste afstand 200 of 300 m.
N: bestemming Natuur A-L: bestemming Agrarisch met Landschapswaarden A-LN: bestemming Agrarisch met landschaps- en natuurwaarden
708.007114.00
Bijlage 2. Positieve lijst van Nieuwe Economische Dragers
B. Rechtstreeks toelaatbaar
-
verkoop eigen agrarische producten logies met ontbijt
6
Toelaatbaarheid zones
Koppeling aan functies
A
A-P
N, A-LN,
N
V
M
W
+ +
+ +
A-L -
+ +
+
+
+
Indicatieve maximale
Categorie-indeling Staat
oppervlakte in m²
van Bedrijfsactiviteiten
150 *)
1 1
*) alleen in bestaande eet- en slaapvertrekken binnen de woning
verklaring bij tabel Koppeling aan functies N toelaatbaar als nevenactiviteit op agrarisch bedrijf V toelaatbaar als vervolgactiviteit op voormalig agrarisch bedrijf (bouwvlak met bestemming Wonen met de aanduiding vab) W toelaatbaar bij woningen M toelaatbaar in monumentale en karakteristieke panden Toelaatbaarheid per bestemming A: bestemming Agrarisch A-P: bestemming Agrarisch – Parklandschap
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Na toepassing van v ontheffingsbevoegdheid w wijzigingsbevoegdheid + toelaatbaar in zone - niet toelaatbaar in zone
Categorie-indeling 1 grootste afstand 0 tot 10 m. 2 grootste afstand 30 m. 3 grootste afstand 50 of 100 m. 4 grootste afstand 200 of 300 m.
N: bestemming Natuur A-L: bestemming Agrarisch met Landschapswaarden A-LN: bestemming Agrarisch met landschaps- en natuurwaarden
708.007114.00
1
Bijlage 3. Realisering parklandschap Toelaatbare functies in het parklandschap. functie
max. opp. deel perceel voor functie
1. semi-agrarische bedrijven: a. hoveniersbedrijven 1.500 m² b. boomverzorgingsbedrijven 1.500 m² c. vis-, escargot- en wormenkwekerijen 5.000 m² 2. ambachtelijke landbouwproductverwerkende bedrijven: a. imkerij 1.000 m² b. palingrokerij 1.000 m² c. wijnmakerij 1.000 m² d. bierbouwerij 1.000 m² e. riet- en vlechtwerk 1.000 m² 3. overige ambachtelijke bedrijven: a. pottenbakkerij 1.000 m² b. natuursteenbewerking/beeldhouwerij 1.000 m² 4. verblijfsrecreatie: a. kampeerboerderij 10.000 m² 5. dagrecreatie: a. restaurant 600 m² b. eethuis 600 m² c. ijssalon 600 m² d. theeschenkerij 600 m² e. bezoekerscentrum 1.000 m² f. paardenpension/stalling 1.000 m² g. (niet vastegsteld) h. verhuur van paarden, fietsen, kano's 1.000 m² en trapauto's i. manege 3.000 m² j. gedragstherapiecentrum paarden 10.000 m2 6. aan huis gebonden-beroep: a. atelier 250 m² 7. dienstverlening: a. museum/tentoonstellingsruimte 1.000 m² b. kunsthandel 1.000 m²
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
max. opp. gebouwen
min. opp. deel perceel park
750 m² 750 m² 3.000 m²
4.500 m² 4.500 m² 12.000m²
500 m² 500 m² 500 m² 500 m² 500 m²
4.000 m² 4.000 m² 4.000 m² 4.000 m² 4.000 m²
500 m² 500 m²
4.000 m² 4.000 m²
500 m²
40.000 m²
300 m² 300 m² 300 m² 300 m² 500 m² 500 m²
2.400 m² 2.400 m² 2.400 m² 2.400 m² 4.000 m² 4.000 m²
500 m²
4.000 m²
1.000 m² 1.000 m2
12.000 m² 1.000 m2
100 m²
1.000 m²
500 m² 500 m²
4.000 m² 4.000 m²
708.007114.00
Bijlage 3. Realisering parklandschap
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
2
708.007114.00
1
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij de voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Kapelle
Lijst van afkortingen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' < > = cat. e.d. kl. n.e.g. o.c. p.c. p.o. b.o. v.c.
niet van toepassing of niet relevant kleiner dan groter gelijk aan categorie en dergelijke klasse niet elders genoemd opslagcapaciteit productiecapaciteit productieoppervlak bedrijfsoppervlak verwerkingscapaciteit
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
u d w j B C D L Z R V
uur dag week jaar bodemverontreiniging continu divers luchtverontreiniging zonering op basis van Wet geluidhinder risico (Besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk van toepassing) Vuurwerkbesluit van toepassing
708.007114.00
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
2
AFSTANDEN IN METERS
INDICES
15 151 151 151 151 151
50 30
10 10
50 30
10 10 10
50 30 30
C
10 10 0
10 10 10 10
30 30 30 30
30 30
10 10
30 30 30
C C C C
100 50
0 0
100 50
C C
50 10
0 1 2
VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN Zeevisserijbedrijven Binnenvisserijbedrijven Vis- en schaaldierkwekerijen - oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven - visteeltbedrijven
100 50
30 0
50 50
C C
0 0
0 1 2 3 4
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN Slachterijen en overige vleesverwerking: - slachterijen en pluimveeslachterijen - vetsmelterijen - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1.000 m²
100 700 300 100
0 0 0 0
100 100 100 100
C C C C
50 30 50 50
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
R
R R R
VERKEER
30 100 30 30
30 100 30 30
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
-
10 10 10 10
GELUID
05 0501.1 0501.2 0502 0502 0502
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW Tuinbouw: - champignonkwekerijen (algemeen) - champignonkwekerijen met mestfermentatie - bloembollendroog- en prepareerbedrijven - witlofkwekerijen (algemeen) Dienstverlening ten behoeve van de landbouw: - algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. > 500 m² - algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o.<= 500 m² - algemeen met opslag bestrijdingsmiddelen > 10 ton: zie SBI-code 51.55 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² KI-stations
STOF
0 4 5 6 7 0 1 2 3 4 5
GEUR
01 0112 0112 0112 0112 0112 014 014 014 014 014 014 0142
GEVAAR
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
2 3.2 2 2
1 1 1 1
3.1 2
2 G 1 G
50 30 30
3.1 2 2
2 G 1 G 1 G
100 50
3.2 3.1
2 G 1 G
100 50
3.2 3.1
1 G 1 G
3.2 5.2 4.2 3.2
2 2 2 2
100 700 300 100
D
D
708.007114.00
G G G G
G G G G
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
3
AFSTANDEN IN METERS
INDICES
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
GROOTSTE AFSTAND
30 10 10
50 50 50
3.1 3.1 3.1
1 G 1 G 1 G
10
50
3.1
2 G
C C C C
30 30 0 30 30 10
700 200 300 300 100 50
5.2 4.1 4.2 4.2 3.2 3.1
2 2 1 2 1 1
200 50
C
50 50
300 50
4.2 3.1
2 G 1 G
10 10 10 10 10
100 100 100 200 100
C C C C C
10 10 10 30 10
100 100 100 300 300
3.2 3.2 3.2 4.2 4.2
1 2 2 2 2
200 300
30 50
100 300
C C
Z
30 50
R R
200 300
4.1 4.2
3 G 3 G
200 300
10 10
100 300
C C
Z
100 200
R R
200 300
4.1 4.2
3 G 3 G
100
10
200
C
30
R
200
4.1
3 G
50 30 50
0 0 0
50 50 50
50
0
50
700 200 300 300 100 50
100 0 0 10 10 10
200 100 50 50 50 30
300 50
30 10
50 50 100 300 300
C
R R
D
VERKEER
GEVAAR
8 0 1 2 3 4 5 6 0 1 2 0 1 2 3 4 5 0 1 2 0 1 2 0 1
vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1.000 m² vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m² loonslachterijen vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m² Visverwerkingsbedrijven: - drogen - conserveren - roken - verwerken anderszins: p.o. > 1.000 m² - conserveren of verwerken anderszins: p.o. <= 1.000 m² - conserveren of verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² Aardappelproductenfabrieken: - vervaardiging van aardappelproducten - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² Groente- en fruitconservenfabrieken: - jam - groente algemeen - met koolsoorten - met drogerijen - met uienconservering (zoutinleggerij) Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten: - p.c. < 250.000 ton/jaar - p.c. >= 250.000 ton/jaar Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten: - p.c. < 250.000 ton/jaar - p.c. >= 250.000 ton/jaar Margarinefabrieken: - p.c. < 250.000 ton/jaar
GELUID
151 152 152 152 152 152 152 152 1531 1531 1531 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1541 1541 1541 1542 1542 1542 1543 1543
-
STOF
5 6 7
GEUR
151 151 151
CATEGORIE
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
708.007114.00
G G G G G G
G G G G G
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
4
AFSTANDEN IN METERS
0 1 2 0
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
GELUID
0 1 2 0 1 2 3 4 5 6
- p.c. >= 250.000 ton/jaar Zuivelproductenfabrieken: - gedroogde producten, p.c. >= 1,5 ton/uur - geconcentreerde producten, verdampingscapaciteit >= 20 ton/uur - melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 ton/jaar - melkproductenfabrieken v.c. >= 55.000 ton/jaar - overige zuivelproductenfabrieken Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² Meelfabrieken: - p.c. >= 500 ton/uur - p.c. < 500 ton/uur Grutterswarenfabrieken Zetmeelfabrieken: - p.c. < 10 ton/uur - p.c. >= 10 ton/uur Veevoerfabrieken: - destructiebedrijven - beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) capaciteit < 10 ton/uur water - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) capaciteit >= 10 ton/uur water - mengvoeder, p.c. < 100 ton/uur - mengvoeder, p.c. >= 100 ton/uur Vervaardiging van voer voor huisdieren Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: - v.c. < 2.500 kg meel/week - v.c. >= 2.500 kg meel/week Banket, biscuit- en koekfabrieken Suikerfabrieken:
STOF
2 0 1 2 3 4 5 1 2 0 1 2
GEUR
1543 1551 1551 1551 1551 1551 1551 1552 1552 1561 1561 1561 1561 1562 1562 1562 1571 1571 1571 1571 1571 1571 1571 1572 1581 1581 1581 1582 1583
INDICES
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
200
10
300
C
Z
50
R
300
4.2
3 G
200 200 50 100 50 50 10
100 30 0 0 50 0 0
500 500 100 300 300 100 30
C C C C C C
Z Z
50 50 50 50 50 50 0
R R R R R R
500 500 100 300 300 100 30
5.1 5.1 3.2 4.2 4.2 3.2 2
3 3 2 3 3 2 1
200 100 50
100 50 100
300 200 200
C C C
100 50 50
R R
300 200 200
4.2 4.1 4.1
2 G 2 G 2 G
200 300
50 100
200 300
C C
30 50
R R
4.1 4.2
1 G 2 G
700 700 300 700 200 300 200
30 100 100 200 50 100 100
200 100 200 300 200 300 200
C C C C C C C
5.2 5.2 4.2 5.2 4.1 4.2 4.1
3 3 2 3 3 3 2
30 100 100
10 30 10
30 100 100
C C C
2 3.2 3.2
1 G 2 G 2 G
Z
Z
Z
Z Z
50 30 30 50 30 50 30 10 30 30
R
R
D
200 300 700 700 300 700 200 300 200 30 100 100
D D
708.007114.00
G G G G G G G
G G G G G G G
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
5
AFSTANDEN IN METERS
INDICES
1584
2
1584 1584 1584 1584 1585 1586 1586 1586 1587 1589 1589.1 1589.2 1589.2 1589.2 1589.2 1591 1592 1592 1592 1593 t/ m 1595 1596 1597
3 4 5 6 0 1 2
0 1 2
0 1 2
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
- v.c. < 2.500 ton/jaar - v.c. >= 2.500 ton/jaar Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: - cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m² - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² - suikerwerkfabrieken met suiker branden - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² Deegwarenfabrieken Koffiebranderijen en theepakkerijen: - koffiebranderijen - theepakkerijen Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden Vervaardiging van overige voedingsmiddelen Bakkerijgrondstoffenfabrieken Soep- en soeparomafabrieken: - zonder poederdrogen - met poederdrogen Bakmeel- en puddingpoederfabrieken Destilleerderijen en likeurstokerijen Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: - p.c. < 5.000 ton/jaar - p.c. >= 5.000 ton/jaar Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke Bierbrouwerijen Mouterijen
500
50
100
C C
VERKEER
300 700
CATEGORIE
100 200
GROOTSTE AFSTAND
500 1000
GEVAAR
GELUID
1 2 0 1
STOF
1583 1583 1584 1584
GEUR
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
100 200
R R
500 1000
5.1 5.3
2 G 3 G
100
50
R
500
5.1
2 G
30
50
30
100
3.2
2 G
30 300 100 30 50
10 30 30 10 30
30 50 50 30 10
10 30 30 10 10
30 300 100 30 50
2 4.2 3.2 2 3.1
1 2 2 1 2
G G G G G
500 100 200 200 200
30 10 30 30 50
200 30 50 50 50
5.1 3.2 4.1 4.1 4.1
2 2 2 2 2
G G G G G
100 300 200 300
10 50 50 30
50 50 50 200
C
10 50 30 30
100 300 200 300
3.2 4.2 4.1 4.2
2 2 2 2
G G G G
200 300
30 50
200 300
C C
30 50
R R
200 300
4.1 4.2
1 G 2 G
10 300 300
0 30 50
30 100 100
C C C
0 50 30
R
30 300 300
2 4.2 4.2
1 G 2 G 2 G
C
Z
10 10 10 30 50
R R
R
R
500 100 200 200 200
D
D
708.007114.00
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
6
AFSTANDEN IN METERS
INDICES
-
17 171 172 172 172 173 174, 175 1751 176, 177
0 1 2
18 181 182 183
-
19 191 192 193
-
20 2010.1 2010.2
0
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
VERWERKING VAN TABAK Tabakverwerkende industrie VERVAARDIGING VAN TEXTIEL Bewerken en spinnen van textielvezels Weven van textiel: - aantal weefgetouwen < 50 - aantal weefgetouwen >= 50 Textielveredelingsbedrijven Vervaardiging van textielwaren Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging kleding van leer Vervaardiging van kleding en -toebehoren (exclusief van leer) Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCLUSIEF KLEDING) Lederfabrieken Lederwarenfabrieken (exclusief kleding en schoeisel) Schoenenfabrieken HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN DERGELIJKE Houtzagerijen Houtconserveringsbedrijven:
100
50
200
30
50
10
50
100
10 10 50 10 100 0
10 30 0 0 30 10
100 300 50 50 200 50
30 10 50
0 10 10
300 50 50
0
100
3.2
3 G
30
200
4.1
2 G
30
100
3.2
2 G
0 50 10 10 10 10
100 300 50 50 200 50
3.2 4.2 3.1 3.1 4.1 3.1
2 3 2 1 2 1
50 30 10
0 10 10
50 30 50
3.1 2 3.1
1 G 2 G 1 G
30 10 10
100 30 50
10 10 10
300 50 50
4.2 3.1 3.1
2 G 2 G 2 G
50
100
50
3.2
2 G
C
Z
R
VERKEER
0
CATEGORIE
10
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
16 160
GELUID
Mineraalwater- en frisdrankfabrieken
STOF
1598
GEUR
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
R
100
D
708.007114.00
G G G G G G
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
7
AFSTANDEN IN METERS
1
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m² Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
-
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN Vervaardiging van pulp Papier- en kartonfabrieken: - p.c. < 3 ton/uur - p.c. 3 - 15 ton/uur - p.c. >= 15 ton/uur Papier- en kartonwarenfabrieken Golfkartonfabrieken: - p.c. < 3 ton/uur - p.c. >= 3 ton/uur
0 1 2 3 0 1 2 -
A B
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Drukkerijen van dagbladen Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen Grafische afwerking Binderijen Grafische reproductie en zetten Overige grafische activiteiten Reproductiebedrijven opgenomen media
CATEGORIE
200 10 100
30 30 30
50 50 100
10 10 10
200 50 100
4.1 3.1 3.2
2 G 2 G 3 G
0
30
100
0
100
3.2
2 G
0 10
30 10
50 30
0 0
50 30
3.1 2
1 G 1 G
200
100
200
C
50 100 200 30
30 50 100 30
50 200 300 100
C C C C
30 50
30 30
100 200
C C
30 30 10 0 30 30 30 0
0 0 0 0 0 0 0 0
100 100 30 10 30 10 30 10
C
Z Z
Z
VERKEER
GROOTSTE AFSTAND
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout
GEVAAR
0
GELUID
22 2221 2222 2222.6 2223 2223 2224 2225 223
- met creosootolie - met zoutoplossingen Fineer- en plaatmaterialenfabrieken
STOF
21 2111 2112 2112 2112 2112 212 2121.2 2121.2 2121.2
1 2
GEUR
2010.2 2010.2 202 203, 204, 205 203, 204, 205 205
INDICES
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
50
R
200
4.1
3 G
30 50 100 30
R R R R
50 200 300 100
3.1 4.1 4.2 3.2
1 2 3 2
30 30
R R
100 200
3.2 4.1
2 G 2 G
100 100 30 10 30 30 30 10
3.2 3.2 2 1 2 2 2 1
3 3 1 1 2 2 2 1
10 10 0 0 0 10 10 0
D
708.007114.00
G G G G
G G P G G G G G
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
8
AFSTANDEN IN METERS
0 1 2 3
0 1 2 A0 A1 A2 B0 B1 B2 0 1 2
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
INDUSTRIE;
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN Vervaardiging van industriële gassen: - luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 ton/dag lucht - overige gassenfabrieken, niet explosief - overige gassenfabrieken, explosief Kleur- en verfstoffenfabrieken Anorganische chemische grondstoffenfabrieken: - niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn' - vallend onder 'post-Seveso-richtlijn' Organische chemische grondstoffenfabrieken: - niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn' - vallend onder 'post-Seveso-richtlijn' Methanolfabrieken: - p.c. < 100.000 ton/jaar - p.c. >= 100.000 ton/jaar Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synthetische): - p.c. < 50.000 ton/jaar - p.c. >= 50.000 ton/jaar Kunstmeststoffenfabrieken
BEWERKING
700 100 0 0 0 10
1000 1500 100 100 200 100
C C
10 100 100 200
0 0 0 0
700 500 500 200
C C C C
100 300
30 50
300 500
300 1000
10 30
100 200 300 500 500
VERKEER
1000 1500 50 300 300 10
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
GELUID
2413 2413 2413 2414.1 2414.1 2414.1 2414.1 2414.1 2414.1 2414.2 2414.2 2414.2 2415
A B C
AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERKENDE /KWEEKSTOFFEN Cokesfabrieken Aardolieraffinaderijen Smeeroliën- en vettenfabrieken Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie Aardolieproductenfabrieken n.e.g. Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven
STOF
24 2411 2411 2411 2411 2412
-
GEUR
23 231 2320.1 2320.2 2320.2 2320.2 233
INDICES
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
SPLIJTZ Z
100 1500 30 50 50 1500
R R R R R
1000 1500 100 300 300 1500
100 100 300 200
R R R R
C C
300 700
200 500
C C
0 0
200 300
C C
0 0 300
200 300 500
C C C
Z
Z
Z
D D
5.3 6 3.2 4.2 4.2 6
2 3 2 2 2 1
G G G G G G
700 500 500 200
D
5.2 5.1 5.1 4.1
3 3 3 3
G G G G
R R
300 700
D D
4.2 5.2
2 G 3 G
300 700
R R
300 1000
D D
4.2 5.3
2 G 2 G
100 200
R R
200 300
4.1 4.2
2 G 3 G
100 200 500
R R R
300 500 500
4.2 5.1 5.1
2 G 3 G 3 G
708.007114.00
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
9
AFSTANDEN IN METERS
0 1 2 A B
0 1 2 0 1
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF Rubberbandenfabrieken Loopvlakvernieuwingsbedrijven: - vloeroppervlak < 100 m² - vloeroppervlak >= 100 m² Rubber-artikelenfabrieken Kunststofverwerkende bedrijven: - zonder fenolharsen
700
30
300
C
500
R
700
300 100 300
50 10 30
100 30 200
C C C
1000 500 300
R R R
1000 500 300
200 300
10 10
200 300
C C
300 500
R R
50 10 300 300
10 10 100 30
50 30 200 50
R
C C
50 10 100 50
100 500 50 50 200 300
10 30 10 10 30 30
100 100 100 50 100 300
300
50
300
50 200 100
10 50 10
200
50
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
GELUID
0 1 2 0 1 2
Kunstharsenfabrieken en dergelijke Landbouwchemicaliënfabrieken: - fabricage - formulering en afvullen Verf, lak en vernisfabrieken Farmaceutische grondstoffenfabrieken: - p.c. < 1.000 ton/jaar - p.c. >= 1.000 ton/jaar Farmaceutische productenfabrieken: - formulering en afvullen geneesmiddelen - verbandmiddelenfabrieken Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken Parfumerie- en cosmeticafabrieken Lijm- en plakmiddelenfabrieken: - zonder dierlijke grondstoffen - met dierlijke grondstoffen Fotochemische productenfabrieken Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken Overige chemische productenfabrieken n.e.g. Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken
STOF
25 2511 2512 2512 2512 2513 252 252
0 1 2
GEUR
2416 242 242 242 243 2441 2441 2441 2442 2442 2442 2451 2452 2462 2462 2462 2464 2466 2466 247
INDICES
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
5.2
3 G
5.3 5.1 4.2
3 G 2 G 3 G
300 500
4.2 5.1
1 G 2 G
R R
50 30 300 300
3.1 2 4.2 4.2
2 2 3 2
G G G G
C C
50 50 50 50 200 200
R R R R
100 500 100 50 200 300
3.2 5.1 3.2 3.1 4.1 4.2
3 3 3 3 2 3
G G G G G G
C
100
R
300
4.2
2 G
30 100 50
30 50 50
R R
50 200 100
3.1 4.1 3.2
1 G 2 G 1 G
100
100
R
200
4.1
2 G
D D
D
D
708.007114.00
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
10
AFSTANDEN IN METERS
INDICES
0 1 2 3 4
0 1 2 A B 0 1 2 0 1 2 0 1 2 0 1 2
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
met fenolharsen productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN Glasfabrieken: - glas en glasproducten, p.c. < 5.000 ton/jaar - glas en glasproducten, p.c. >= 5.000 ton/jaar - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 ton/jaar - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 ton/jaar Glas-in-loodzetterij Glasbewerkingsbedrijven Aardewerkfabrieken: - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW Baksteen en baksteenelementenfabrieken Dakpannenfabrieken Cementfabrieken: - p.c. < 100.000 ton/jaar - p.c. >= 100.000 ton/jaar Kalkfabrieken: - p.c. < 100.000 ton/jaar - p.c. >= 100.000 ton/jaar Gipsfabrieken: - p.c. < 100.000 ton/jaar - p.c. >= 100.000 ton/jaar Betonwarenfabrieken: - zonder persen, triltafels en bekistingtrille - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 ton/dag
100 50
200 30
30 30 300 500 10 10
30 100 100 200 30 30
100 300 100 300 30 50
10 30 30 50
10 50 200 200
30 100 200 200
10 30
300 500
500 1000
30 50
200 500
30 50 10 10
C
Z
C
Z
30 50 30 50 10 10
R
R R
VERKEER
50 30
CATEGORIE
300 50
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
26 261 261 261 261 261 2612 2615 262, 263 262, 263 262, 263 264 264 2651 2651 2651 2652 2652 2652 2653 2653 2653 2661.1 2661.1 2661.1
-
GELUID
2 3
STOF
252 252
GEUR
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
300 50
4.2 3.1
2 G 2 G
100 300 300 500 30 50
3.2 4.2 4.2 5.1 2 3.1
1 2 1 2 1 1
G G G G G G
2 3.2 4.1 4.1
1 2 2 2
G G G G
10 30 30 100
R
30 100 200 200
Z
30 50
R R
500 1000
5.1 5.3
2 G 3 G
200 300
Z
30 50
R R
200 500
4.1 5.1
2 G 3 G
200 500
200 300
Z
30 50
R R
200 500
4.1 5.1
2 G 3 G
100 100
200 300
200 300
4.1 4.2
2 G 2 G
C C
30 30
708.007114.00
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
11
AFSTANDEN IN METERS
27 271
0
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
30
200
700
Z
30
700
5.2
3 G
10 30 50
50 200 50
100 300 100
Z
30 30 30
100 300 100
3.2 4.2 3.2
2 G 3 G 2 G
10 30
50 200
100 300
Z
100 50
R R
100 300
3.2 4.2
3 G 3 G
10 30
50 200
100 300
Z
50 200
R R
100 300
3.2 4.2
2 G 3 G
10 10 10 30 10
30 30 100 200 30
100 50 300 700 50
3.2 3.1 4.2 5.2 3.1
1 1 1 2 1
300 500
100 200
100 200
100 200 50 100 200
200 100 50 50 100
300 100 100 200 300
Z
Z C C
Z
Z
D
VERKEER
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
GEVAAR
A0 A1 A2 B0 B1 B2 C D0 D1
GELUID
0 1 2 0 1 2 0 1 2 3 4
- met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 ton/dag Kalkzandsteenfabrieken: - p.c. < 100.000 ton/jaar - p.c. >= 100.000 ton/jaar Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken Betonmortelcentrales: - p.c. < 100 ton/uur - p.c. >= 100 ton/uur Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips: - p.c. < 100 ton/dag - p.c. >= 100 ton/dag Natuursteenbewerkingsbedrijven: - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 ton/jaar - met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 ton/jaar Slijp- en polijstmiddelenfabrieken Bitumineuze materialenfabrieken: - p.c. < 100 ton/uur - p.c. >= 100 ton/uur Isolatiematerialenfabrieken (exclusief glaswol): - steenwol, p.c. >= 5.000 ton/jaar - overige isolatiematerialen Minerale productenfabrieken n.e.g. Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur - asfaltcentrales: p.c. >= 100 ton/uur
STOF
3 0 1 2
GEUR
2661.1 2661.2 2661.2 2661.2 2662 2663, 2664 2663, 2664 2663, 2664 2665, 2666 2665, 2666 2665, 2666 267 267 267 267 267 2681 2682 2682 2682 2682 2682 2682 2682 2682 2682
INDICES
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
0 0 10 10 10
100 50 300 700 50
30 50
300 500
4.2 5.1
3 G 3 G
30 50 50 30 50
300 200 100 200 300
4.2 4.1 3.2 4.1 4.2
2 2 2 3 3
D
D
VERVAARDIGING VAN METALEN Ruwijzer- en staalfabrieken:
708.007114.00
G G G G G
G G G G G
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
12
AFSTANDEN IN METERS
INDICES
- p.c. < 1.000 ton/jaar - p.c. >= 1.000 ton/jaar IJzeren- en stalenbuizenfabrieken: - p.o. < 2.000 m² - p.o. >= 2.000 m² Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen: - p.o. < 2.000 m² - p.o. >= 2.000 m² Non-ferro-metaalfabrieken: - p.c. < 1.000 ton/jaar - p.c. >= 1.000 ton/jaar Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen en dergelijke: - p.o. < 2.000 m² - p.o. >= 2.000 m² IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen: - p.c. < 4.000 ton/jaar - p.c. >= 4.000 ton/jaar Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen: - p.c. < 4.000 ton/jaar - p.c. >= 4.000 ton/jaar
28 281 281 281 281 281 2821
0 1 1a 2 3 0
VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES/ TRANSPORTMIDDELEN) Constructiewerkplaatsen: - gesloten gebouw - gesloten gebouw, p.o. < 200 m² - in open lucht, p.o. < 2.000 m² - in open lucht, p.o. >= 2.000 m² Tank- en reservoirbouwbedrijven:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
30 50
30 100
30 50
VERKEER
700 1500
CATEGORIE
500 1000
GROOTSTE AFSTAND
700 1500
GEVAAR
GELUID
1 2 0 1 2 0 1 2 A0 A1 A2 B0 B1 B2 0 1 2 0 1 2
STOF
271 271 272 272 272 273 273 273 274 274 274 274 274 274 2751, 2752 2751, 2752 2751, 2752 2753, 2754 2753, 2754 2753, 2754
GEUR
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
Z
200 300
R R
700 1500
5.2 6
2 G 3 G
500 1000
Z
30 50
R
500 1000
5.1 5.3
2 G 3 G
30 50
300 700
Z
30 50
R
300 700
4.2 5.2
2 G 3 G
100 200
100 300
300 700
Z
30 50
R R
300 700
4.2 5.2
1 G 2 G
50 200
50 100
500 1000
Z
50 100
R R
500 1000
5.1 5.3
2 G 3 G
100 200
50 100
300 500
C C
Z
30 50
R R
300 500
4.2 5.1
1 G 2 G
100 200
50 100
300 500
C C
Z
30 50
R R
300 500
4.2 5.1
1 G 2 G
30 30 30 50
30 30 50 200
100 50 200 300
Z
30 10 30 30
100 50 200 300
3.2 3.1 4.1 4.2
2 1 2 3
C
708.007114.00
G G G G
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
13
AFSTANDEN IN METERS
29 29
0
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
50 30 30 100 50 100 100 30 50 50 100 30 10 10
50 200 50 30 50 50 50 50 10 10 50 30 30 30
100 200 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 50
30 50 30 30
50 100 30 30
200 500 100 50
Z
30 50 30 30 30 10 50 30 50 50 30 50 50 30 30 30 50 50 30 10
Z
30 30 30 10
R R
R R
R
300 500 200 200 100 50 100 200 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 50 200 500 100 50
D D
D D D D
D D
VERKEER
300 500 200 200 100 50
CATEGORIE
50 100 30 30 30 30
GROOTSTE AFSTAND
30 50 30 10 50 30
GEVAAR
GELUID
A B B1 0 1 10 11 12 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 A0 A1 A2 B B
- p.o. < 2.000 m² - p.o. >= 2.000 m² Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m² Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: - algemeen - stralen - metaalharden - lakspuiten en moffelen - scoperen (opspuiten van zink) - thermisch verzinken - thermisch vertinnen - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) - anodiseren, eloxeren - chemische oppervlaktebehandeling - emailleren - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen en dergelijke) Overige metaalbewerkende industrie Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m² Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: - p.o. < 2.000 m² - p.o. >= 2.000 m² Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m²
STOF
1 2
GEUR
2821 2821 2822, 2830 284 284 284 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2852 2852 287 287 287 287 287
INDICES
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
4.2 5.1 4.1 4.1 3.2 3.1
2 3 2 1 2 1
G G G G G G
3.2 4.1 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.1
2 2 1 2 2 2 2 2 2 2 1 2 1 1
G G G G G G G G G G G G G G
4.1 5.1 3.2 3.1
2 3 2 1
G G G G
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN Machine- en apparatenfabrieken:
708.007114.00
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
14
AFSTANDEN IN METERS
INDICES
30
10
30
30 10 10 30 30 10 300
30 30 200 100 30 30 1000
50 50 100 50 300 10 200
200 200 200 100 300 30 1500
30 50
0 10
50 50
30 30
50 50
30
0
30
0
30
100
10
200
30 30 30 30
30
10
VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRISCHE MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDHEDEN Elektromotoren- en generatorenfabrieken Schakel- en installatiemateriaalfabrieken Elektrische draad- en kabelfabrieken Accumulatoren- en batterijenfabrieken Lampenfabrieken Elektrotechnische industrie n.e.g. Koolelektrodenfabrieken
200 200 100 100 200 30 1500
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOMMUNICATIEAPPARATEN EN -BENODIGDHEDEN Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en dergelijke Fabrieken voor gedrukte bedrading
A
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke
0 1
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS Autofabrieken en assemblagebedrijven - p.o. < 10.000 m²
1 2 3 4
-
30 30
A
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS Kantoormachines- en computerfabrieken
31 311 312 313 314 315 316 3162
-
32 321 t/m 323 3210
-
33 33 34 341 341
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
p.o. < 2.000 m² p.o. >= 2.000 m² met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW reparatie van machines en apparaten
Z
C
C
Z
30
R R R
R
200
D D D
3.2 4.1 4.2 3.1
2
D
D
D
VERKEER
GROOTSTE AFSTAND 100 200 300 50
30 50 50 30
29 29 29 29
CATEGORIE
GEVAAR 30 30 30 30
STOF
100 200 300 50
GEUR
GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
2 3 3 1
G G G G
1 G
4.1 4.1 4.1 3.2 4.2 2 6
1 1 2 2 2 1 2
3.1 3.1
2 G 1 G
2
1 G
4.1
3 G
708.007114.00
G G G G G G G
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
15
AFSTANDEN IN METERS
0 1 2 3 4 5 0 1 2 0 1 2
1 2
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCLUSIEF AUTO'S, AANHANGWAGENS) Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: - houten schepen - kunststof schepen - metalen schepen < 25 m - metalen schepen >= 25 m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW - onderhoud/reparatie metalen schepen < 25 m, incidenteel bouwen Scheepssloperijen Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: - algemeen - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven: - zonder proefdraaien motoren - met proefdraaien motoren Rijwiel- en motorrijwielfabrieken Transportmiddelenindustrie n.e.g. VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. Meubelfabrieken Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m² Fabricage van munten, sieraden en dergelijke Muziekinstrumentenfabrieken Sportartikelenfabrieken
30 100 50 100 30 100
30 50 100 100 50 200
50 100 200 500 50 700
50 50
30 30
100 300
50 100 30 30
30 30 10 30
200 1000 100 100
50 0 30 30 30
50 10 10 10 10
100 10 10 30 50
Z
C
Z
Z
Z
50 30 30 30
R R R
VERKEER
300 200 200 100
CATEGORIE
30 10 10 10
GROOTSTE AFSTAND
200 100 30 30
GEVAAR
GELUID
35 351 351 351 351 351 351 3511 352 352 352 353 353 353 354 355
- p.o. >= 10.000 m² Carrosseriefabrieken Aanhangwagen- en opleggerfabrieken Auto-onderdelenfabrieken
STOF
2
GEUR
341 3420.1 3420.2 343
36 361 361 362 363 364
INDICES
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
300 200 200 100
4.2 4.1 4.1 3.2
3 2 2 2
G G G G
3.1 3.2 4.1 5.1 3.1 5.2
2 2 2 2 2 2
G G G G G G
10 50 30 50 30 100
R
50 100 200 500 50 700
30 30
R
100 300
3.2 4.2
2 G 2 G
200 1000 100 100
4.1 5.3 3.2 3.2
2 2 2 2
G G G G
3.2 1 2 2 3.1
2 1 1 2 2
G P G G G
30 100 30 30
30 0 10 10 30
R
R R
100 10 30 30 50
D
D
708.007114.00
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
16
AFSTANDEN IN METERS
INDICES
40 40 40 40 40 40 40 40 40 40
B1 B2 C0 C1 C2 C3 C4 C5 D0 D1
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER Elektriciteitsproductiebedrijven (elektrisch vermogen >= 50 MWe) - kolengestookt (inclusief meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth - oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth - gasgestookt (inclusief bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth - warmtekrachtinstallaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth Bio-energieinstallaties elektrisch vermogen < 50 MWe: - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, gft en reststromen voedingsindustrie - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: - < 10 MVA - 10 - 100 MVA - 100 - 200 MVA - 200 - 1000 MVA - >= 1.000 MVA Gasdistributiebedrijven: - gascompressorstations vermogen < 100 MW
50 30 50
30 10 10 50 50
10 30 10
30
100
500
30 30 300 200
100 200 50 200
300 700 100 300
C
100 100 100 30
700 100 100 30
700 500 500 500
C C C C
100 50
50 50
100 100
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
30 50 100 300 500
C C C C C
0
0
300
C
Z
Z Z Z Z
Z Z
R
VERKEER
30 0 30
30 0 30
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
A0 A1 A2 A3 A5 B0
GEVAAR
40 40 40 40 40 40 40
50 30 50
STOF
Speelgoedartikelenfabrieken Sociale werkvoorziening Vervaardiging van overige goederen n.e.g. - VOORBEREIDING TOT RECYCLING Metaal- en autoschredders A0 Puinbrekerijen en -malerijen: A1 - v.c. < 100.000 ton/jaar A2 - v.c. >= 100.000 ton/jaar B Rubberregeneratiebedrijven C Afvalscheidingsinstallaties
GEUR
365 3661.1 3661.2 37 371 372 372 372 372 372
GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
3.1 2 3.1
2 G 1 P 2 G
500
5.1
2 G
300 700 300 300
4.2 5.2 4.2 4.2
2 3 2 3
G G G G
5.2 5.1 5.1 5.1
2 2 1 1
G G G G
D
200 100 100 100
R R
700 500 500 500
30 30
R R
100 100
3.2 3.2
2 G 2 G
10 30 50 50 50
30 50 100 300 500
2 3.1 3.2 4.2 5.1
1 1 1 1 1
100
300
4.2
1 P
708.007114.00
P P P P P
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
17
AFSTANDEN IN METERS
41 41 41 41 41 41 41 41
A0 A1 A2 B0 B1 B2 B3
WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER Waterwinning-/bereidingbedrijven: - met chloorgas - bereiding met chloorbleekloog en dergelijke en/of straling Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: - < 1 MW - 1 - 15 MW - >= 15 MW
45 45 45 45 45 453 453 453
0 1 2 1 2 3
BOUWNIJVERHEID Bouwbedrijven/aannemers algemeen - bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. > 2.000 m² - bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. > 1000 m²: b.o. <= 2.000 m² - bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. <= 1.000 m² Bouwinstallatie algemeen Installatie sanitair/centrale verwarmingsapparatuur indien met spuiterij Elektrotechnische installatie
-
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
0 0 0 0
500 10 30 50
C C C C
200 10 10 50
30 10
10 0
100 30
C C
50 10
50 10
0 0
50 50
C C
1000 30
0 0 0
0 0 0
30 100 300
C C C
10 10 10
10 10 0 10 50 10
30 30 10 10 30 10
100 50 30 30 50 30
10
0
30
R
VERKEER
0 0 0 0
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
GELUID
- gascompressorstations vermogen >= 100 MW - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties, categorie A - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C - gasontvang- en -verdeelstations, categorie D Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: - stadsverwarming - blokverwarming
STOF
D2 D3 D4 D5 E0 E1 E2
GEUR
40 40 40 40 40 40 40
50 501, 504
INDICES
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
500 10 30 50
5.1 1 2 3.1
1 1 1 1
100 30
3.2 2
1 P 1 P
5.3 3.1
1 G 1 G
30 100 300
2 3.2 4.2
1 P 1 P 1 P
10 10 10 30 30 10
100 50 30 30 50 30
3.2 3.1 2 2 3.1 2
2 2 1 1 1 1
10
30
2
R
R
1000 50
D
P P P P
G G G G G G
502,
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Groothandel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven
2 P
708.007114.00
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
18
AFSTANDEN IN METERS
1
0 1 2 5 0 1
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
2 1 1 1 3 1
R
50
3.1
2 G
R
300 30 100 50 50 50 30 30 30 30 30 30
4.2 2 3.2 3.1 3.1 3.1 2 2 2 2 2 2
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
30 50 30
2 3.1 2
2 G 2 G 2 G
50
3.1
2 P
10 10 0 50 10 0
10 30 0 30 0 0
100 100 10 30 30 30
GROOTHANDEL EN OPSLAG Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders
30
30
50
30
100 10 50 50 30 10 0 10 10 30 10 10
100 10 10 0 10 0 0 0 10 10 10 10
300 30 100 30 30 30 30 30 30 30 30 30
50 0 0 0 50 50 0 0 0 0 10 10
10 10 0
0 0 0
30 30 30
10 50 30
10
50
50
30
Z C
R
R R
V V
VERKEER
3.2 3.2 1 3.1 2 2
Groothandel in vrachtauto's (inclusief import) Autoplaatwerkerijen Autobeklederijen Autospuitinrichtingen Autowasserijen Groothandel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer Groothandel in bloemen en planten Groothandel in levende dieren Groothandel in huiden, vellen en leder Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën Groothandel in dranken Groothandel in tabaksproducten Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen Groothandel in overige voedings- en genotmiddelen Groothandel in overige consumentenartikelen Groothandel in vuurwerk en munitie: - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton - munitie Groothandel in vaste brandstoffen: - klein, lokaal verzorgingsgebied
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
5121 5122 5123 5124 5125, 5131 5132, 5133 5134 5135 5136 5137 5138, 5139 514 5148.7 5148.7 5148.7 5148.7 5151.1 5151.1
GEVAAR
0
100 100 10 50 30 30
GELUID
51 5121
10 10 10 30 0 10
STOF
A B C
GEUR
502 5020.4 5020.4 5020.4 5020.5 503, 504
INDICES
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
708.007114.00
G G G G P P
G G G G G G G G G G G G
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
19
AFSTANDEN IN METERS
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
5.1
3 G
R R R
10 50 100 30 50 200 500 300
1 3.1 3.2 2 3.1 4.1 5.1 4.2
1 1 1 1 1 2 2 2
G G G G G G G G
R R R R R
30 50 100 300 50 200
2 3.1 3.2 4.2 3.1 4.1
1 1 1 2 1G 2
G G G G G G
10 30 500 50 100
1 2 5.1 3.1 3.2
1 1 2 1 2
G G G G G
10 10 10
300 700 100
4.2 5.2 3.2
3 G 3 G 2 G
10
50
3.1
2 G
500
500
10 10 30 10 30 50 100 50
0 0 0 0 0 0 0 0
10 10 30 10 30 50 50 50
10 50 100 10 50 200 500 300
0 10 10 30 10 30
0 0 0 0 0 0
0 0 10 30 10 30
30 50 100 300 50 200
0 10 30 10 100
0 0 0 0 0
0 10 30 10 30
10 30 500 50 50
30 50 0
300 500 10
300 700 100
0
10
50
Z
R R
R R
D D D
VERKEER
GROOTSTE AFSTAND 500
50
Z
CATEGORIE
GEVAAR
0 1
100
GELUID
0 1 2
- kolenterminal, opslag oppervlak >= 2.000 m² Groothandel in vloeibare brandstoffen: - ondergronds, K1/K2/K3-klasse - bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. < 10 m³ - bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. 10 - 1.000 m³ - bovengronds, K3-klasse: o.c. < 10 m³ - bovengronds, K3-klasse: o.c. 10 - 1.000 m³ - o.c. > 1.000 m³, < 100.000 m³ - o.c. >= 100.000 m³ - tot vloeistof verdichte gassen Groothandel in gasvormige brandstoffen (butaan, propaan, LPG (in tanks)): - bovengronds, < 2 m³ - bovengronds, 2 - 8 m³ - bovengronds, 8 - 80 m³ - bovengronds, 80 - 250 m³ - ondergronds, < 80 m³ - ondergronds, 80 - 250 m³ Gasvormige brandstoffen in gasflessen - kleine hoeveelheden < 10 ton - beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau - grote hoeveelheden (>150 ton) en/of laag beschermingsniveau Niet-reactieve gassen (inclusief zuurstof), gekoeld Groothandel minerale olieproducten (exclusief brandstoffen) Groothandel in metaalertsen: - opslag oppervlak < 2.000 m² - opslag oppervlak >= 2.000 m² Groothandel in metalen en -halffabricaten Groothandel in hout en bouwmaterialen: - algemeen: b.o. > 2.000 m²
STOF
2 0 1 2 3 4 5 6 7 3 0 1 2 3 4 5 6 0 7 8 9 10
GEUR
5151.1 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.3 5152.1 5152.1 5152.1 5152.2 /.3 5153 5153
INDICES
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
708.007114.00
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
20
AFSTANDEN IN METERS
INDICES
Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: - algemeen: b.o. > 2.000 m² - algemeen: b.o. <= 2.000 m² Groothandel in chemische producten - algemeen Groothandel in kunstmeststoffen Bestrijdingsmiddelen in emballage of gasflessen - kleine hoeveelheden < 10 ton - beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau - grote hoeveelheden (>150 ton) en/of laag beschermingsniveau Groothandel in overige intermediaire goederen Autosloperijen: b.o. > 1.000 m² - autosloperijen: b.o. <= 1.000 m² Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1.000 m² - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1.000 m² Groothandel in machines en apparaten: - machines voor de bouwnijverheid - overige - overig met oppervlak <= 2.000 m² Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden en dergelijke)
52 527
-
60
-
0 1 0 1 0 1 2 3
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
REPARATIE TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN Reparatie ten behoeve van particulieren (exclusief auto's en motorfietsen)
0
10
30
10
30
2
1 G
0 0
30 10
100 30
0 0
100 30
3.2 2
2 G 1 G
0 0
0 0
50 30
10 0
50 30
3.1 2
2 G 1 G
50 30
10 30
30 30
100 30
3.2 2
2 G 1 G
0 0 0 10 10 10 10 10
0 0 0 10 30 10 30 10
0 0 0 30 100 50 100 50
10 30 500 10 30 10 10 10
1 2 5.1 2 3.2 3.1 3.2 3.1
1 1 1 2 2 2 2 2
G G G G G G G G
0 0 0 0
10 10 10 0
100 50 30 30
10 0 0 0
100 50 30 30
3.2 3.1 2 2
2 2 1 2
G G G G
0
0
10
10
10
1
R R
R R
100 30 10 30 500 30 100 50 100 50
D
D
VERKEER
GROOTSTE AFSTAND
0 1 2 0 1 0 0 1 2 3
GEVAAR
5154 5154 5154 5155 5155 5155.2 5155.2 5155.2 5155.2 5155.2 5156 5157 5157 5157.2/3 5157.2/3 5162 5162 5162 5162 517
GELUID
- algemeen: b.o. <= 2.000 m² Zand en grind: - algemeen: b.o. > 200 m² - algemeen: b.o. <= 200 m²
STOF
2 4 5 6
GEUR
5153 5153.4 5153.4 5153.4
CATEGORIE
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
1 P
VERVOER OVER LAND
708.007114.00
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
21
AFSTANDEN IN METERS
-
2 3
64 641
-
71 711 712 713 7133 72 72 725 72
-
A B -
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER Loswal Veem- en pakhuisbedrijven, koelhuizen Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) Caravanstalling POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's) Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen Verhuurbedrijven voor kantoormachines en computers COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE Onderhoud en reparatie computers en kantoormachines Switchhouses/dataverkeercentrales SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk
CATEGORIE
0 10 0
0 0 0
30 100 100
C C C
0 0 30
30 100 100
2 3.2 3.2
2 P 2 G 3 G
0
0
50
C
30
50
3.1
2 G
10 30 10 10
30 10 0 0
50 50 100 30
C C C
30 50 30 10
3.1 3.1 3.2 2
2 2 2 2
0
0
30
C
0
30
10 10 10 10
0 0 0 0
30 50 50 30
10 10 10 10
30 50 50
0 0
0 0
10 30
0 0
10 30
1 2
1 P 1 P
30
10
30
30
2
1 P
C
30
R
R
50 50 100 30
D
2
D D
2 3.1 3.1 2
VERKEER
GROOTSTE AFSTAND
63 631 6312 6321 6321
GEVAAR
1
GELUID
6024
STOF
0
Taxibedrijven Touringcarbedrijven Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1.000 m² - goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. <= 1.000 m²
GEUR
6022 6023 6024
73 731
INDICES
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
G G G P
2 P
2 2 2 2
708.007114.00
P G G G
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
22
AFSTANDEN IN METERS
INDICES
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
MILIEUDIENSTVERLENING RWZI's en gierverwerkingsinrichting, met afdekking voorbezinktanks: - < 100.000 i.e. - 100.000 - 300.000 i.e. - >= 300.000 i.e. Rioolgemalen Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven en dergelijke Gemeentewerven (afval-inzameldepots) Vuiloverslagstations Afvalverwerkingsbedrijven: - mestverwerking/korrelfabrieken - kabelbranderijen - verwerking radioactief afval - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) - oplosmiddelterugwinning - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW - verwerking fotochemisch en galvano-afval Vuilstortplaatsen Composteerbedrijven: - niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jaar - niet-belucht v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jaar - belucht v.c. < 20.000 ton/jaar - belucht v.c. > 20.000 ton/jaar
200 300 500 30 50 30 200
10 10 10 0 30 30 200
100 200 300 10 50 50 300
C C C C
500 100 0 50 100 300 10 300
10 50 10 10 0 200 10 200
100 30 200 30 10 300 30 300
C
300 700 100 200
100 300 100 200
50 100 100 100
C C
Z Z
C
C
Z
30 10 50 0
50 30 200 10
10 10 10 0 10 30 30 10 10 1500 10 30 50 30 10 10 30 10 30
R
R
R R
3.1 2 4.1 1
1 2 3 2
P G G P
200 300 500 30 50 50 300
4.1 4.2 5.1 2 3.1 3.1 4.2
2 2 3 1 2 2 3
G G G P G G G
500 100 1500 50 100 300 30 300
5.1 3.2 6 3.1 3.2 4.2 2 4.2
3 1 1 1 1 3 1 3
G G G G G G G G
4.2 5.2 3.2 4.1
2 2 2 3
G G G G
300 700 100 200
D
VERKEER
30 30 200 10
CATEGORIE
10 0 30 0
GROOTSTE AFSTAND
A0 A1 A2 A3 B A B C A0 A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 B C0 C1 C2 C3 C4
50 10 50 0
GEVAAR
90 9001 9001 9001 9001 9001 9002.1 9002.1 9002.1 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING Reinigingsbedrijven voor gebouwen Foto- en filmontwikkelcentrales Veilingen voor landbouw- en visserijproducten Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke
GELUID
-
STOF
74 74701 7481.3 7484.3 7484.4
GEUR
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
D D
708.007114.00
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
23
AFSTANDEN IN METERS
100
100
30 30 30 0
0 0 0 0
50 50 30 30
C
30 30 30 0
R
R
VERKEER
50
CATEGORIE
200
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
A
OVERIGE DIENSTVERLENING Wasserijen en linnenverhuur Tapijtreinigingsbedrijven Chemische wasserijen en ververijen Wasverzendinrichtingen
GELUID
A B
gft in gesloten gebouw
STOF
93 9301.1 9301.1 9301.2 9301.3
C5 -
GEUR
9002.2
INDICES
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
200
4.1
3 G
50 50 30 30
3.1 3.1 2 2
2 2 2 1
SBI 93/SvB b ex.o okt. 2007
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
708.007114.00
G G G G
Bijlage 4. Staat van Bedrijfsactiviteiten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
24
708.007114.00
Bijlage 5. Staat van Horeca-activiteiten
1
Categorie I 'lichte horeca' Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden: 1a.
Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca automatiek; broodjeszaak; cafetaria; croissanterie; koffiebar; lunchroom; ijssalon; snackbar; tearoom; traiteur.
1b.
Overige lichte horeca bistro; restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice); hotel.
1c.
Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking bedrijven genoemd onder 1a en 1b met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²; restaurant met bezorg- en /of afhaalservice (o.a. pizza, chinees, McDrives).
Categorie 2 'middelzware horeca' Bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken: bar; bierhuis; biljartcentrum; café; proeflokaal; shoarma/grillroom; zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen). Categorie 3 'zware horeca' Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen: dancing; discotheek; nachtclub; partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).
Bijlage 5. Staat van Horeca-activiteiten
2