Regels Inhoud REGELS ..................................................................................................................................... 1 INLEIDENDE REGELS ................................................................................................................. 2 2
BESTEMMINGSREGELS ....................................................................................................... 6
3
ALGEMENE REGELS ............................................................................................................ 8
4
OVERGANGS- EN SLOTREGELS ........................................................................................... 9
Inleidende regels artikel 1
Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: a.
het plan het bestemmingsplan Zuiderdel III van de gemeente Langedijk;
b. de verbeelding de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO0416.BPZD31990herz001-on01 met de bijbehorende regels en bijlagen; c.
aanbouw een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
d. aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; e.
aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
f.
aanduidingsvlak een op de verbeelding aangegeven vlak waarop een aanduiding betrekking heeft;
g.
bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
h. bebouwingspercentage een in de regels aangegeven percentage, dat het deel van het op de verbeelding aangegeven bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald; i.
bedrijfsgebouw een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
j.
bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak;
k.
bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
l.
bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;
m. bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder; n. bouwgrens een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak; o. bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; p. bouwperceelgrens een grens van een bouwperceel; q. bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; r.
bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
s.
detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
t.
eerste bouwlaag de bouwlaag op de begane grond;
u. gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; v.
horecabedrijf: Een horecabedrijf dat ten dienste staat van een leisure centrum waar hoofdzakelijk overdag en/of in de avonduren dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van erotisch getinte vermaaksfunctie en zware horeca. Een horecabedrijf niet zijnde een discotheek, automatenhal of bardancing. Het accent ligt op de verstrekking van etenswaren met dranken. Hieronder wordt in ieder geval verstaan: a. Zaalverhuur b. Eetcafé c. Restaurant d. Bar
w. hoofdgebouw gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is; x.
Leisure centrum Een centrum voor vrijetijdsbesteding in grote gebouwen.
y.
overkapping een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats of ten dienste van het bedrijf en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
z.
omgevingsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van Wet algemene bepaling omgevingsrecht;
aa. a. b.
peil voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
bb.
prostitutie het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
cc.
seksinrichting een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
dd.
vloeroppervlak de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een bepaalde functie, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
ee.
voorgevel de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
ff.
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Artikel 2
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: a)
de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
b)
de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
c)
de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of) het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
d)
de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
e)
de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
f)
de bedrijfsvloeroppervlakte: de bedrijfsvloeroppervlakte wordt gemeten binnenwerks, met dien verstande, dat de totale vloeroppervlakte van de bouwlagen ten dienste van kantoren of bedrijven of andere functies, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten, wordt opgeteld.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
2
Bestemmingsregels Artikel 3 3.1
Gemengd (gd)
Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor ‘Gemengd’ (gd) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. Boogschieten, een bowlingbaan, budosport, wellness, fitnesscentrum alsmede oefenen lesruimten voor lichamelijk oefening, groepslessen op het land en het water, klimwand, sportschool, sporthal, squashcentrum, tennisbanen, vergader- en lesruimtes ten behoeve van seminars en opleidingen en een zwembad b. Gezondheidszorgfuncties waaronder: mondzorg cesartherapie, huisartsen, fysiotherapie, podologie, kindertherapie, psychologie, forensische dienst, vaccinatie en diëtiste met een maximum van 730 m2 bedrijfsvloeroppervlak; c. Welzijnsvoorzieningen in de vorm van kapsalon, schoonheidssalon, nagelstudio en kinderopvang met een maximum van 274 m2 bedrijfsvloeroppervlak; d. Ondergeschikte horecavoorzieningen, voor zover noodzakelijk ten behoeve van de functies onder ‘a’ en ‘b’ met een maximum van 1830 m2 van de totale bedrijfsvloeroppervlakte; Met de daarbij behorende: e. nutsvoorzieningen; f. erven en terreinen; g. parkeervoorzieningen; h. groenvoorzieningen; i. infrastructurele voorzieningen; j. verkeer- en verblijfsvoorzieningen; k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; l. bouwwerken.
3.2
Bouwregels
3.2.1
Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de aangegeven goot- en bouwhoogte ter plaatsen van de aanduiding maximale goot- en bouwhoogte;
3.2.2
Gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende regels: a. de inhoud bedraagt niet meer dan 50 m3 per gebouw; b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
3.2.3
Bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m; b. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 7 m met een maximaal aantal van 3 vlaggenmasten;
c.
3.2.4
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m; Specifieke gebruiksregels Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt gebruik begrepen dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik of laten gebruiken van een groter bedrijfsvloeroppervlak dan in lid 1 is toegelaten.
Artikel 4 4.1
Horeca overeenkomstig digitaal plan (H)
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Horecabedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. horeca, met een maximum van 340 m2 bedrijfsvloeroppervlak; met de daarbij behorende: a. verkeers- en verblijfsvoorzieningen; d. openbare nutsvoorzieningen; c. water en groenstroken; d. groenvoorzieningen. 4.2
Bouwregels
4.2.1 gebouwen Op deze gronden mogen gebouwen worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de aangegeven goot- en bouwhoogte ter plaatsen van de aanduiding maximale goot- en bouwhoogte; 4.2.2 Specifieke gebruiksregels Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt gebruik begrepen dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen: a. het gebruik of laten gebruiken van een groter bedrijfsvloeroppervlak dan in lid 1 is toegelaten; b. het gebruiken of laten gebruiken als horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies en ontbijt.
3
Algemene regels Artikel 5
Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6
Algemene afwijkingsregels
Burgermeester en wethouders kunnen een afwijking goedkeuren van: Het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geeft; Het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; Het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennes en openbare lichtmasten waarvan de bouwhoogte niet meer dan 15m1 mag bedragen; Het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtje, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits: 3 De inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m bedraagt; De bouwhoogte per gebouwtje niet meer dan 3 meter bedraagt; De bovengenoemde afwijking mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van: De gebruiksmogelijkheden ten behoeve van het sportinstituut; De verkeersveiligheid; De milieusituatie; De sociale veiligheid;
4
Overgangs- en slotregels Artikel 7
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het sub a een omgevingsvergunning voor verlenen het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %; c. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd zijn met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Overgangsrecht gebruik a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 8
Slotregels
Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel: Regels van het bestemmingsplan Zuiderdel III van gemeente Langedijk Aldus vastgesteld in de raadsvergadering Langedijk...........................................................
De voorzitter,
De griffier,
……………….
………………..
van
de
gemeente