REGELS
Inhoud van de regels Hoofdstuk 1 Artikel 1
Inleidende regels
blz. 3
Begrippen
3
Hoofdstuk 2
Bestemmingsregels
5
Artikel 2 Artikel 3
Woondoeleinden VI (WVII) Groen (G)
5 8
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
162100.16253.00
2
Inhoud van de regels
162100.16253.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
3
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Artikel 1
Begrippen
1.1. plan het uitwerkingsplan De Tuinen Oost fase B, deel uitmakend van het bestemmingsplan De Tuinen van de gemeente Lansingerland, vervat in de kaart en deze regels. 1.2. kaart de gewaarmerkte kaart met bijbehorende verklaring, bestaande uit 1 kaartblad met nr. 162100.16253.00, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen. 1.3. achtererfgebied erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw. 1.4.
erf
het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw. 1.5.
erfafscheiding
schuttingen, muren, terrasschermen en andere gebouwde verticale afscheidingen welke al dan niet op de erfgrens zijn geplaatst. 1.6.
erfbebouwing
de bij een hoofdgebouw behorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen. 1.7.
kap
een dakafdekking van een gebouw waarbij bij een horizontale projectie ten minste 65% van het gebouw wordt afgedekt met hellende dakvlakken. 1.8.
perceel
gronden die bij elkaar horen, omdat zij aan elkaar grenzen en in het gebruik een eenheid vormen, doordat zij uitsluitend bij hetzelfde bedrijf, dezelfde woning of instelling behoren. 1.9. voorerfgebied dat deel van een perceel dat geen achtererfgebied is. 1.10.
voorgevel
de zijde of zijden vanwaar het gebouw of ander bouwwerk hoofdzakelijk toegankelijk is en/of de zijde(n) die georiënteerd is op een verkeersbestemming.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
162100.16253.00
4
Inleidende regels
162100.16253.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Hoofdstuk 2
Artikel 2
5
Bestemmingsregels
Woondoeleinden VII (WVII)
Bestemmingsomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Woondoeleinden VII (WVII) zijn bestemd voor: a. het wonen en in samenhang daarmee de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen; b. bij twee-aaneengebouwde woningen dient per woning op eigen erf te worden voorzien in ten minste 1 parkeerplaats met een minimum lengte van 6 m gemeten vanaf de grens van het openbaar gebied. 2. Onder de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen in samenhang met het wonen wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen, voor zover: a. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft; b. het vloeroppervlak in gebruik voor kantoor- en/of praktijkruimte of de bedrijfsmatige activiteit niet groter is dan 25% van het vloeroppervlak van hoofdgebouwen en erfbebouwing; c. ten behoeve van de kantoor- en/of praktijkruimte wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid; d. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer; e. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt; f. het beroep of de activiteit door de bewoner wordt uitgeoefend. Bouwregels 3. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. twee-aaneengebouwde en aaneengebouwde woningen; b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Hoofdgebouwen 4. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de aanduidingen op de kaart en de volgende regels: a. hoofdgebouwen worden gebouwd in het bouwvlak; b. het aantal woningen binnen een bestemmingsvlak bedraagt ten hoogste het aantal aangegeven wooneenheden binnen het desbetreffende bestemmingsvlak; c. het aantal gebouwde woningen mag niet worden vermeerderd of verminderd; d. de voorgevel van hoofdgebouwen van twee-aaneengebouwde woningen wordt in of op maximaal 3 m achter de grens van het bouwvlak gebouwd; e. de voorgevel van hoofdgebouwen van aaneengebouwde woningen wordt in of op maximaal 3 meter achter de grens van het bouwvlak gebouwd; f. de voorgevel van hoofdgebouwen wordt niet voor de oorspronkelijke voorgevel gebouwd; g. de diepte van hoofdgebouwen van twee-aaneengebouwde en aaneengebouwde woningen bedraagt ten hoogste 11 m;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
162100.16253.00
6
h.
i. j.
Bestemmingsregels
de afstand van hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens van twee-aaneengebouwde woningen aan de zijde waar hij niet aaneengebouwd is, bedraagt ten minste 3 m; de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw bedraagt ten hoogste de op de kaart aangegeven hoogte; de dakhelling van het hoofdgebouw van een twee-aaneengebouwde of aaneengebouwde woning bedraagt ten hoogste 60˚.
Bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen 5. Voor het bouwen van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen in het achtererfgebied gelden de volgende regels: a. de diepte van een aan- en uitbouw aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit de oorspronkelijke zij- respectievelijk achtergevel, ten hoogste 3 m bedragen; b. de bouwhoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 m bedragen; c. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,3 m bedragen, met een maximum van 4 m; d. aan- of uitbouwen mogen worden afgedekt met een kap, waarbij geldt dat de hellingshoek van deze kap maximaal gelijk dient te zijn aan de hellingshoek van de kap van het hoofdgebouw; e. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding ‘sba – overbouwing - 1’ mag de gootrespectievelijk de bouwhoogte van overkappingen ten hoogste de feitelijke goot- en bouwhoogte van het bijbehorende hoofdgebouw bedragen; f. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding ‘sba – overbouwing – 2’ mogen binnen deze bouwaanduiding de overstekken de bouwgrens overschrijden. g. het gezamenlijke grondoppervlak van de bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen mag ten hoogste 50% van de bij het hoofdgebouw behorende gronden bedragen, met een maximum van 50 m², met dien verstande dat een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 25 m² van het achtererfgebied onbebouwd en onoverdekt dient te blijven; h. bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen dienen te worden gebouwd op meer dan 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw; i. indien de bijgebouwen en aan- en uitbouwen niet in de erfafscheiding worden gebouwd, dient de afstand tot de erfafscheiding ten minste 1 m te bedragen. Andere bouwwerken 6. Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
a.
erfafscheidingen tussen (de lijn in het verlengde van) de voor- of zijgevel en openbaar toegankelijk gebied: ten hoogste 1 m;
b. c.
erfafscheidingen elders: ten hoogste 2 m; andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op het achtererfgebied: ten hoogste 3 m.
162100.16253.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bestemmingsregels
7
Afwijkingsbevoegdheden 7. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 2 lid 4b voor het ten hoogste aantal aangegeven woningen binnen het bestemmingsvlak, mits: a. maximaal 1 woning per bestemmingsvlak wordt toegevoegd; b. het maximum van 700 woningen in De Tuinen, zoals vastgelegd in bestemmingsplan De Tuinen d.d. 6 oktober 2005, niet wordt overschreden; c. het plan voldoet aan de volgende parkeernorm: woning-goedkoop : 1,3-1,7 (gemiddeld 1,5); woning-middensegment : 1,5-1,9 (gemiddeld 1,7), waarvan 1 op eigen terrein; woning-duur : 1,7-2,2 (gemiddeld 2,0), waarvan 1 op eigen terrein. d. de stedenbouwkundige structuur van het plan niet wordt aangetast; e. de beukmaat van de woning niet smaller wordt dan 5,1 m; 8. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 2 lid 5 voor het bouwen van een aan- of uitbouw aan de naar het openbaar gebied gekeerde zijkant van een woning, waarbij: a. de diepte gemeten uit: 1. de (lijn welke kan worden getrokken in het verlengde van de) achtergevelbouwgrens van de woning ten hoogste 3 m mag bedragen; 2. de zijgevel van de woning ten hoogste 3 m mag bedragen; b. de afstand tot: 1. de (lijn welke kan worden getrokken in het verlengde van de) (voor)gevelrooilijn van de woning ten minste 1 m zal bedragen; 2. de zijdelingse perceelsgrens ten minste 1 m zal bedragen, tenzij de uitbreiding wordt c. d.
gerealiseerd op de perceelsgrens; de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de woning vermeerderd met 0,3 m tot een maximum van 4 m; voldaan dient te worden aan het bepaalde in lid 5 sub f.
9. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 2 lid 6 voor het bouwen van een erf- of perceelafscheiding van maximaal 2 m hoogte aan de naar openbaar gebied gekeerde zijkant van een woning, waarbij de erf- of perceelafscheiding ter
hoogte
van
de
voorgevel
of
daarachter
van
het
hoofdgebouw
staat.
De
omgevingsvergunning wordt niet verleend indien het bouwwerk afbreuk doet aan de socialeof verkeersveiligheid of de stedenbouwkundige hoofdopzet van het plangebied. Nadere eisen 10. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering en de goot- en boeibordhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, indien over een lengte van meer dan 2,5 m in de zijerfafscheiding wordt gebouwd, teneinde te waarborgen dat de op te richten bebouwing geen onnodig nadelige veranderingen teweegbrengt in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen en in de lichttoetreding van het naastgelegen hoofdgebouw, met dien verstande dat: a. daardoor de gebruikswaarde van het te bebouwen erf niet onevenredig wordt geschaad; b. de goot- of boeibordhoogte van (delen van) gebouwen niet wordt teruggebracht tot minder dan 3 m; c. geen inbreuk wordt gemaakt op het bepaalde in lid 4 onder f of g ten aanzien van het ten hoogste te bebouwen gedeelte van de gronden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
162100.16253.00
8
Bestemmingsregels
Artikel 3
Groen (G)
Bestemmingsomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Groen (G) zijn bestemd voor: a. groen, water, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden; b. ondergrondse afvalinzamelingspunten; c. objecten van beeldende kunst; d. speelplaatsen, speelvoorzieningen en speeltoestellen; e. hondenuitlaatplaatsen; f. nutsvoorzieningen. Bouwregels 2. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen ten behoeven van nutsvoorzieningen met een oppervlakte van maximaal 25 m² en een hoogte van maximaal 3 m; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een maximum hoogte van 3 m.
162100.16253.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Algemene regels
9
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Artikel4 4.1.
Algemene bouwregels
Bouwen bestemmingsgrenzen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouw/ en bestemmingsgrenzen en bij de bepaling van het bebouwde oppervlakte worden ondergeschikte bouwdelen van bouwwerken, zoals; plinten, pilasters, luifels, kozijnen, gevelversieringen, balkons, brandtrappen, ventilatiekanalen, uitspringende schoorsteenwanden, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en daarmee gelijk te stellen onderdelen waarvan de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan O,Smeter; buiten beschouwing gelaten.
Behoort bij collegebesluit (BW1200294)
Mij bekend, de secretaris Gemeente
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
T12.04932
d.d. 10 april 2012
Lansingerland
¡------
~
162100.16253.00
'?