Inhoud van de voorschriften
1
Hoofdstuk I
Begripsbepalingen
Artikel 1
Definities
3
Hoofdstuk II
Bestemmingen en gebruik deelgebieden
9
Artikel Artikel Artikel Artikel
9 12 13
Artikel 6 Artikel 7
Beschrijving in hoofdlijnen Primair agrarisch gebied Agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden Gebied met waterstaatkundige, recreatieve en natuur- en landschapswaarden Functies passend binnen de ontwikkelingsrichting Aanlegvoorschriften
Hoofdstuk III
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
27
Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23 Artikel 24 Artikel 25
Agrarische doeleinden, veehouderij (A) Agrarische doeleinden, glastuinbouw (Ak) Agrarische doeleinden, sierteelt (As) Woondoeleinden (W) Bedrijfsdoeleinden (B) Maatschappelijke doeleinden (M) Horecadoeleinden (H) Dagrecreatieve doeleinden (dR) Kampeer- en zomerhuizenterrein (KZT) Kampeerterrein (KT) Verblijfsrecreatieve doeleinden (vR) Molen (MO) Natuurdoeleinden (N) Bosgebied (BO) Groenvoorzieningen (GR) Verkeersdoeleinden (V) Water Waterkeringsdoeleinden en Leidingen
27 29 30 31 32 33 34 35 36 38 39 40 41 42 43 44 45 46
2 3 4 5
blz. 3
14 15 25
Hoofdstuk IV Algemene bepalingen
49
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
49 49 49 49 50 50 50 51 51 51 51
26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Procedurevoorschrift planwijziging Wijze van meten Straalpad Situering gebouwen Rooilijn Afstand van woningen tot wegen en spoorweg Zijerfscheidingen Agrarische bedrijven en milieuhinder Woningen en kassen Afstanden tussen woningen en veehouderijbedrijven Oeververbindingen
103.7913.00
Inhoud van de voorschriften
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
37 38 39 40 41 42 43
2
Dubbeltelbepalingen Bestaande maten Algemene vrijstellingsbevoegdheid Bijgebouwen bij woonschepen en zomerhuizen Monumenten Cultuurhistorische waardevolle bouwwerken Gebruiksverboden
52 52 52 53 53 54 55
Hoofdstuk V
Overgangs- en slotbepalingen
57
Artikel Artikel Artikel Artikel
Gebruik in strijd met het plan Bouwen in strijd met het plan Strafbepaling Titel
57 57 57 57
44 45 46 47
Bijlagen: 1. Staat van Bedrijfsactiviteiten 1995 (verkorte versie). 2. Woonschepen en zomerhuizen waarvoor door Gedeputeerde Staten ontheffing is verleend.
Themakaarten
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Hoofdstuk I Artikel 1
Begripsbepalingen
3
Definities
1. het plan het bestemmingsplan Landelijk Gebied West van de gemeente Alkemade, vervat in de kaart en deze voorschriften. 2. de plankaart de tot het plan behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening nummer 7913, bestaande uit 4 kaartbladen, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden, water daaronder begrepen, zijn aangewezen. 3. de themakaarten de tekeningen 1 t/m 4, die als bijlage bij deze voorschriften onderdeel van de planvoorschriften uitmaken. 4. bouwstede een aaneengesloten oppervlakte rondom de op de kaart voorkomende nadere aanwijzing , waarop krachtens het plan zelfstandige, bij elkaar behorende agrarische bebouwing is toegelaten. 5. bouwvlak een aaneengesloten, op de plankaart begrensde oppervlakte, voorzien van een bestemmingsaanduiding, waarop krachtens het plan zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing − in de vorm van gebouwen − is toegelaten. 6. rooilijn de op de plankaart als zodanig aangegeven lijn, in combinatie met de rechte lijnen die in het verlengde daarvan zijn te trekken. 7. bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 8. overkapping een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak. 9. gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 10. hoofdgebouw een gebouw dat op een bouwvlak door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken. 11. bijgebouw een vrijstaand afzonderlijk van het hoofdgebouw in functioneel en bouwkundig opzicht te onderscheiden gebouw. 12. uitbouw een uit de gevel uitspringend ondergeschikt deel van een woning, zoals erkers, toegangsportalen, (bij)keukens en woon- of slaapgedeelten, alsmede uitstekende delen van inpandige garages en bergingen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Begripsbepalingen
4
13. dakkapel een constructie ter vergroting van een gebouw, met één of meer ramen, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst. 14. agrarisch bedrijf een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren; nader te onderscheiden in: a. akker- en tuinbouw: de teelt van gewassen (nagenoeg) op open grond, daaronder niet begrepen bosbouw en sier- en fruitteelt; b. veehouderij: het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond; c. intensieve veehouderij: de teelt van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen en (nagenoeg) zonder weidegang, waarbij de teelt niet afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel; d. glastuinbouw: de teelt van tuinbouw- en siergewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen (inclusief boog- en gaaskassen); e. sierteelt: de teelt van siergewassen, al dan niet gecombineerd met de handel in boomkwekerijgewassen en vaste planten; f. fruitteelt: de teelt van fruit (nagenoeg) op open grond; g. bosbouw: de teelt van bomen vanwege de houtproductie; h. intensieve kwekerij: de teelt van vissen of de teelt van gewassen of dieren (anders dan bij wijze van intensieve veehouderij) (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht. 15. boog- en gaaskassen constructies waarmee weersinvloeden worden gematigd en die worden gebruikt bij de vollegrondsgroenteteelt, de boomteelt, de fruitteelt en de sierteelt. 16. ruwvoederteelt de teelt van voedergewassen ten behoeve van veehouderij waaronder niet begrepen: de teelt van gras; de gecombineerde inzaai van granen en gras als eenjarige wisselteelt ten behoeve van graslandvernieuwing. 17. volwaardig agrarisch bedrijf een agrarisch bedrijf waarin − gelet op aantal dieren, hoeveelheid grond en/of inrichting − een volwaardige arbeidskracht gedurende het gehele jaar een volledige dagtaak vindt en dat voldoende bestaansmogelijkheden biedt om duurzaam bij wijze van hoofdberoep te worden geëxploiteerd. 18. reëel agrarisch bedrijf een agrarisch bedrijf dat − gelet op aantal dieren, hoeveelheid grond en/of inrichting − past bij ten minste een halve tot een volledige arbeidskracht, met perspectief op volwaardigheid. 19. agrarisch bedrijf bij wijze van deeltijd (deeltijdagrarisch bedrijf) een agrarisch bedrijf dat − gelet op aantal dieren, hoeveelheid grond en/of inrichting − past bij minder dan een halve arbeidskracht, waarbij de bestaansmogelijkheden en de continuïteit anderszins zijn verzekerd. 20. agrarische activiteiten bij wijze van hobby (hobbyboeren) agrarische bezigheden, bij wijze van liefhebberij, zonder dat sprake is van een agrarisch bedrijf zoals in de leden 17 t/m 19 bedoeld.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Begripsbepalingen
5
21. intensieve veehouderij bij wijze van neventak intensieve veehouderij waarbij de productieomvang in ondergeschikte mate (minder dan de helft) onderdeel uitmaakt van de totale productieomvang van het grondgebonden agrarisch bedrijf. 22. niet-agrarische neventak niet-agrarische activiteiten waarvan de productieomvang voor minder dan de helft onderdeel uitmaakt van de totale productieomvang van een deeltijdagrarisch bedrijf, terwijl ook de daarvoor benodigde bebouwing qua volume ondergeschikt is aan de overige bedrijfsbebouwing, een en ander met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen en onbebouwde grond ten behoeve van de neventak in geen geval meer mag bedragen dan in totaal 400 m², exclusief een eventuele buitenrijbaan ingeval van manegeactiviteiten. 23. manegeactiviteiten het houden van paarden en pony's ten behoeve van verhuur en eigen gebruik, alsmede het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en pony's in pension te stallen en te weiden; onder manegeactiviteiten worden geen maneges verstaan. 24. manege een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, zulks in combinatie met een of meer van de volgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en pony's, horeca (kantine, foyer en dergelijke), logies en/of verenigingsaccommodatie, en het houden van wedstrijden of andere evenementen. 25. rustende boer degene die gedurende ten minste 10 jaar als agrarisch ondernemer op het bedrijf woonachtig en werkzaam is geweest en die na beëindiging van zijn/haar ondernemerschap op het bedrijf wil blijven wonen. 26. bedrijf onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet-zelfstandig onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen. 27. bedrijfswoning/dienstwoning een woning in of bij een gebouw of op een terrein, welke kennelijk slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming en het feitelijk gebruik van het gebouw of het terrein. 28. detailhandelsbedrijf een bedrijf, gericht op het te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van goederen aan particulieren. 29. tuincentrum een bedrijf, gericht op de teelt en/of de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond, en/of een bedrijf gericht op aanleg en onderhoud van tuinen en groenvoorzieningen. 30. restaurant een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Begripsbepalingen
6
31. snackbar een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet-alcoholische dranken. 32. discotheek een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen. 33. seksinrichting de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie. 34. praktijkuitoefening het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, (para)medisch, therapeutisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied. 35. aan-huis-gebonden beroep het beroepsmatig verlenen van diensten als genoemd in lid 34 dat door zijn beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbijbehorende bebouwing − met behoud van de normale woonfunctie − wordt uitgeoefend. 36. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen voorzieningen ten behoeve van wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken. 37. kleinschalige verblijfsrecreatie kleinschalige voorzieningen ten behoeve van recreatief verblijf, nader onder te verdelen in één van de volgende vormen: 1. "kleinschalig kamperen": kamperen zoals bedoeld in artikel 8 lid 2 onder a van de Wet op de openluchtrecreatie; 2. "pension": kleinschalige verblijfsrecreatieve voorziening in de vorm van logies met ontbijt (bed and breakfast); 3. "kampeerboerderij": een agrarisch gebouw dat aan zijn oorspronkelijke functie is onttrokken en dat geschikt is gemaakt voor recreatief nachtverblijf van groepen. 38. kampeermiddel een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan; enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan voorzover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 40 Woningwet een bouwvergunning is vereist; een en ander voorzover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruik voor recreatief nachtverblijf en waarvan de gebruikers een hoofdverblijf elders hebben. a. b.
39. stacaravan een voor bewoning bestemd gebouw, dat: is geplaatst op een permanente standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst; is bedoeld om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Begripsbepalingen
7
40. vaste standplaats het gedeelte van een kampeerterrein dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel of stacaravan, die gedurende het gehele jaar aanwezig mag zijn en als nachtverblijf uitsluitend mag worden gebruikt door personen, die hun hoofdverblijf elders hebben. 41. zomerhuis een woning die bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt. 42. recreatief onderkomen een permanent ter plaatse aanwezig bouwwerk van beperkte omvang dat geschikt is voor recreatief nachtverblijf gedurende een korte periode (enkele nachten). 43. verblijfsmiddelen voor verblijf geschikte − al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken − voer- en vaartuigen, arken, caravans, woonwagens en andere soortgelijke verblijfsmiddelen, alsmede tenten, een en ander voorzover geen bouwwerken en/of kampeermiddelen zijnde. 44. kleinschalige natuurontwikkeling de aanleg van bosschages en moerasjes ("terrassen") anders dan bij wijze van inrichting van particuliere tuinen bij woningen en andere niet-agrarische functies. 45. jachthaven een deel van het water en de daarbijbehorende voorzieningen, zoals aanlegsteigers, meerpalen, een botenhelling en een gelegenheid voor het verrichten van kleine reparaties en onderhoudswerkzaamheden en die: a. zijn bestemd en ingericht voor het voor onbepaalde tijd veilig en beschut achterlaten van onbemande pleziervaartuigen en eventueel voor het tijdelijk verblijf van bemande pleziervaartuigen; b. onder beheer en toezicht staan van een havenmeester of beheerder. 46. landschapswaarde de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik. 47. natuurwaarde de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna. 48. bestaande bouwwerken bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan zijn of worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet. 49. peil voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg (ter plaatse van de hoofdingang); b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld. a.
50. Staat van Bedrijfsactiviteiten de Staat van Bedrijfsactiviteiten die als bijlage bij deze voorschriften onderdeel van de voorschriften uitmaakt. 51. sanering het bouwen op een bouwvlak of bouwstede na totale amovering van bestaande opstallen met hooguit gebruik van bestaande fundering.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Begripsbepalingen
8
52. agrarisch deskundige een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen op het gebied van landbouw en tuinbouw. 53. natuur- en landschapdeskundige een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen op het gebied van natuur en landschap. 54. kampeerterrein een terrein, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd voor permanente en toeristische standplaatsen, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van niet-permanente verblijfsrecreatie. 55. niet-permanente verblijfsrecreatie verblijfsrecreatie door middel van kampeermiddelen, waarvan het ruimtegebruik van voorbijgaande aard is, waaronder wordt verstaan het innemen van een standplaats op hetzelfde terrein voor niet langer dan het zomerseizoen. 56. toeristische standplaats het gedeelte van een kampeerterrein dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel gedurende een beperkte periode (enkele nachten). 57. recreatieappartement een gedeelte van een gebouw, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Hoofdstuk II
Artikel 2
Bestemmingen en gebruik deelgebieden
9
Beschrijving in hoofdlijnen
Algemeen 1. Het plangebied betreft in hoofdzaak agrarisch productiegebied (weiland) met een sterke nadruk op de veehouderij. Versterking van de agrarische structuur gericht op de rundveehouderij is gewenst, eventueel in de vorm van perspectiefrijke agrarische (neven)takken en/of door het bieden van mogelijkheden voor recreatieve neveninkomsten. De in het plangebied aanwezige gebieden die onderdeel uitmaken van de provinciale ecologische hoofdstructuur verdienen nadere bescherming. Tevens is een aantal watergangen aangeduid als potentiële ecologische verbindingszone. In genoemde gebieden en in de ecologische verbindingszones, voorzover deze gelegen zijn buiten het primair agrarisch gebied, moet worden voorkomen dat daarin nieuwe agrarische bouwsteden en bouwvlakken ontstaan, teneinde de openheid en rust zoveel mogelijk zeker te stellen. In het primair agrarisch gebied krijgt een brede agrarische ontwikkeling prioriteit. Voorts is het plangebied van belang vanwege zijn natuurwaarden. Het betreft hier concentraties van sloten en oevers met waardevolle vegetaties, kenmerkend voor vochtige, relatief voedselarme milieus, en gebieden met een hoge dichtheid aan weidevogels. Het beleid van de gemeente is gericht op bescherming en versterking van deze waarden, zo veel mogelijk op vrijwillige wijze, bijvoorbeeld door het afsluiten van convenanten. Het landschap in het plangebied ontleent zijn waarden vooral aan het grotendeels open en aaneengesloten graslandgebied, met kenmerkende sloot- en kavelpatronen. De gewenste landschappelijke hoofdstructuur komt in hoofdlijnen neer op behoud en versterking van de huidige landschappelijke structuur. De openheid van het landschap hangt nauw samen met de veehouderij als overheersende bedrijfsvorm. De mogelijkheden voor de grondgebonden veehouderij moeten − ook in dit licht − zoveel mogelijk bevorderd worden. Daarnaast vormt de recreatieve functie een belangrijke economische pijler van het gebied. Behoud en ontwikkeling van de recreatieve functie is gewenst, mede als bron van neveninkomsten voor grondgebonden veehouderijbedrijven in kwetsbare gebieden. 1a. Het plangebied ligt in het Landinrichtingsgebied Ade. In het "Voorontwerpplan Aanpassingsinrichting Ade" worden aanpassingen voorgesteld om de nadelige gevolgen van de aanleg van de HSL/A4 op te heffen. Daarnaast wordt in de Aanpassingsinrichting geadviseerd over de realisatie van natuurdoeleinden in het Ade-gebied. In de Aanpassingsinrichting wordt bescherming en versterking van de natuurwaarden in het plangebied voorgesteld. Het Ghoybos vervult daarin een belangrijke rol. De recreatieve en landschappelijke waarde van het bos is beperkt. Aangezien de aanwezigheid van bos conflicteert met de weidevogeldoelstelling van het gebied, komt een gedeelte van het Ghoybos in aanmerking voor herinrichting voor de agrarische sector. Om daarnaast de recreatieve functie in het plangebied te behouden en te ontwikkelen, is het beleid erop gericht om het resterende gedeelte van het Ghoybos in recreatieve zin op te waarderen door aanleg van recreatieve voorzieningen. In de Aanpassingsinrichting is bepaald dat de recreatiehectares die bij herinrichting verloren gaan, elders dienen te worden gecompenseerd. Maatregelen door middel van het bestemmingsplan 2. Binnen het plangebied worden drie deelgebieden onderscheiden (artikelen 3 t/m 5), ieder met hun eigen identiteit en kwaliteit. De bestemmingen van deze deelgebieden zijn − tezamen met de daarbijbehorende voorschriften − bepalend voor de ontwikkelingsmogelijkheden, gelet op de potenties voor landbouw, landschapstypologie en natuurwaarden. Handhaving van het bestemmingsplan 3. De gemeente zal een adequaat handhavingsbeleid voeren overeenkomstig het handhavingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik deelgebieden
10
Maatregelen buiten het bestemmingsplan om (afstemming op gemeentelijk niveau) 4. Voor de diverse deelgebieden en voor het plangebied als geheel beoogt het gemeentebestuur het volgende:
a.
b.
c.
Waterbeheer Met het waterschap en het hoogheemraadschap zal ten minste eenmaal per jaar overleg plaatsvinden, teneinde optimale afstemming van waterbeleid en ruimtelijke ordeningsbeleid zeker te stellen, mede met het oog op handhaving hiervan. Vogels De toegankelijkheid van kano-, fiets- en wandelroutes wordt gedurende de periode van 1 maart t/m 15 juni in belangrijke weidevogelgebieden (themakaart 1) beperkt. Convenant Ter instandhouding en versterking van de natuurwaarden en de landschappelijke openheid in het "agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden" (artikel 4) en het "gebied met waterstaatkundige, recreatieve en natuur- en landschapswaarden" (artikel 5) beogen de gemeente, de provincie, de Westelijke Land- en Tuinbouw Organisatie, de streekcommissie Ade, de Zuid-Hollandse Milieufederatie, Landschapsbeheer Zuid-Holland, de Weidevogelwacht en agrariërs in het plangebied − bij voldoende belangstelling van de zijde van de plaatselijke agrariërs − een convenant te sluiten. Onderwerpen van deze overeenkomst vormen: - agrarische activiteiten ter bescherming van natuurwaarden: · inventarisatie van weidevogelnesten en -jongen; · plaatsen van nestbeschermers; · ontzien van weidevogelnesten bij agrarisch grondgebruik; · geen gebruik van meststoffen in watergangen en op taluds; · gebruik van bestrijdingsmiddelen slechts plekgewijs en terughoudend; - agrarische activiteiten met betrekking tot maïsteelt en slootdemping: · geen beperkingen in het "primair agrarisch gebied"; · gebruik van agrarische grond als weidegrond met − voorzover noodzakelijk − teelt van ruwvoedergewassen, in het "agrarische gebied met natuur- en landschapswaarden" alleen ten behoeve van het gebruik op het eigen bedrijf; · slootdemping, voorzover noodzakelijk, in het "agrarische gebied met natuur- en landschapswaarden". Om vast te kunnen stellen of de beoogde resultaten worden gehaald zal door betrokkenen regelmatig en nauwkeurig worden gevolgd hoe zowel landbouw als natuur zich in het gebied ontwikkelen, mede gelet op mogelijke ontwikkelingen op het gebied van (onder andere) milieuwetgeving, milieutechnologie, grootschalige infrastructuur en (internationale) marktomstandigheden. Maar ook inzicht in de ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden is daarbij noodzakelijk. Daartoe dient, voorafgaand aan het sluiten van het convenant en vervolgens om de 2 jaar onderzocht te worden hoe genoemde waarden zich hebben ontwikkeld (evaluatie/monitoring; schriftelijke rapportage). In artikel 7 van deze voorschriften is − in aansluiting hierop − bepaald, dat voor slootdemping en teelt van ruwvoedergewassen het vereiste van aanlegvergunning niet van toepassing zal zijn op die percelen, die onder het convenant zullen vallen en die zullen worden aangegeven op een kaartbijlage, die zowel deel zal uitmaken van de planvoorschriften als van het convenant. In ruil voor deze aanpak spannen gemeente en provincie zich in voor beperking van regelgeving ingevolge het bestemmingsplan (geen aanlegvoorschriften voor zaken die onder het convenant vallen). Daarnaast spannen de gemeente en provincie zich er voor in positieve resultaten op het gebied van natuur- en landschapsbeheer in de toekomst niet met scherpere regelgeving "af te straffen". Indien agrariërs het convenant opzeggen, zullen de betrokken percelen van het convenant worden uitgezonderd. Voornoemde kaartbijlage zal dan − zo spoedig mogelijk − door burgemeester en wethouders worden aangepast teneinde de toepasselijkheid van het aanlegvergunningenstelsel op deze nieuwe situatie af te stemmen. Aanpassing van de kaartbijlage zal ook geschieden voor agrariërs die alsnog tot het convenant toetreden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik deelgebieden
11
Gemeente en provincie kunnen het convenant opzeggen indien de hiervoor bedoelde evaluatie daartoe aanleiding geeft. Ook in dat geval zullen de aanlegvoorschriften weer van toepassing zijn.
d.
e.
f.
Openbare orde Overlast vanwege dagrecreatieve voorzieningen en bedrijven in de vorm van (onder andere) opdringerige reclame-uitingen, luide muziek en hinderlijke verlichting zal met behulp van de Algemene Plaatselijke Verordening worden tegengegaan. Parkeren en laad- en losgelegenheid Met betrekking tot voorzieningen voor parkeren en laden en lossen zal toepassing worden gegeven aan artikel 2.5.30 van de bouwverordening, waarbij voor maneges de volgende norm zal worden gehanteerd: 25 m² verharding per gestald paard; bij meer dan 10 paarden 12,5 m² verharding voor ieder gestald paard boven het aantal 10. Landschappelijke inpassing kleinschalig kamperen Bij ontheffing of vrijstelling voor kleinschalig kamperen als bedoeld in de Wet op de openluchtrecreatie zal als voorwaarde worden gesteld dat in landschappelijke inpassing wordt voorzien door middel van opgaande randbeplanting van een gebiedseigen assortiment over een breedte van ten minste 5.00 m (voorzover bedoelde beplanting niet reeds aanwezig is), tenzij de kampeermiddelen zodanig worden gesitueerd dat deze door bebouwing of anderszins aan het zicht worden onttrokken.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik deelgebieden
Artikel 3
12
Primair agrarisch gebied
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen als primair agrarisch gebied zijn bestemd voor optimale ontwikkeling van verschillende agrarische functies. Beschrijving in hoofdlijnen 2. Het betreft hier een beperkt deel van de drooggemaakte Akkersloot-, Hertogs- en Blijverspolder met een divers agrarisch gebruik. De aanwezige natuur- en landschapswaarden zijn beperkt. Verschillende agrarische ontwikkelingen kunnen hier plaatsvinden zonder schade toe te brengen aan kwetsbare functies.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik deelgebieden
Artikel 4
13
Agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen als agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden zijn bestemd voor optimale ontwikkeling van veehouderijbedrijven in open weidegebied en voor andere functies die binnen het gebied passen, zulks met inachtneming van: de landschappelijk waardevolle openheid van het gebied, vooral in de centraal gelegen delen; de in dit gebied voorkomende natuurwaarden in de vorm van belangrijke weidevogelgebieden (themakaart 1); de in dit gebied voorkomende natuurwaarden in de vorm van concentraties van waardevolle sloot- en oevervegetaties (themakaart 1); de in deze gebieden voorkomende cultuurhistorisch waardevolle bebouwing in de vorm van molens en rijksmonumenten (plankaart), alsmede de in dit gebied voorkomende cultuurhistorisch waardevolle verkaveling (slotenpatroon). Beschrijving in hoofdlijnen 2. Het betreft hier het grootste deel van het plangebied, met uitzondering van de grote wateren (Koppoel en Vennemeer) en de gebieden die zijn aangewezen als primair agrarisch gebied. In dit gebied is de veehouderij, en vooral de rundveehouderij, de belangrijkste agrarische grondgebruiksvorm met ontwikkelingsperspectief. Het is tevens de enige productietak die kan bijdragen aan behoud en herstel van de kenmerkende natuur- en landschapswaarden van het (veen)weidegebied. Een optimale ontwikkeling van de veehouderij is dan ook een goede garantie voor het behoud van het karakteristieke, ook cultuurhistorisch waardevolle open weidelandschap. Daarbij kan ook de voor de regio belangrijke ecologische samenhang (vogelgebied, waardevolle sloot- en oevervegetaties) behouden en zo mogelijk verder ontwikkeld worden. Dit laatste betekent wel dat het dempen van sloten in dit gebied van een aanlegvergunning afhankelijk moet worden gesteld. Hetzelfde geldt voor het scheuren van grasland voor de teelt van ruwvoedergewassen. Andere aanwezige agrarische grondgebruiksvormen kunnen conform de bestemmingen op perceelsniveau worden voortgezet. In dit deelgebied kunnen zich recreatieve functies, zoals wandelen, fietsen en kleinschalige verblijfsrecreatie, optimaal ontwikkelen, verweven met agrarische bedrijfsvoering (grondgebonden veehouderij). Dergelijke ontwikkelingen mogen echter geen belemmeringen vormen voor de agrarische hoofdfunctie en ook geen schade toebrengen aan natuur, landschap en milieukwaliteit. Uitbreiding van verblijfsaccommodatie in de vorm van zomerhuizen en permanente ligplaatsen voor woonschepen en pleziervaartuigen wordt als strijdig met de kwaliteiten van natuur en landschap gezien. Met betrekking tot bestaande situaties is het beleid afgestemd op het deelplan De Kaag/toepassing landschapsverordeningen van de provincie Zuid-Holland. Wel zijn mogelijkheden opgenomen voor zogenaamde "kleinschalige verblijfsrecreatie" (kleinschalig kamperen in het zomerseizoen zoals bedoeld in artikel 8 lid 2 onder 1 van de Wet op de openluchtrecreatie, alsmede verblijfsrecreatie met gebruikmaking van voorzieningen in de vorm van kampeerboerderijen of pensions, in de vorm van "bed and breakfast"). Deze mogelijkheden zijn alleen voor veehouderijbedrijven gereserveerd. Aldus worden voor dit soort bedrijven (extra) kansen gecreëerd. Gelet op de bijzondere betekenis van de veehouderij voor het landschapstype van het betrokken deelgebied, wordt hierdoor aan het behoud van dit landschapstype bijgedragen. Om de visuele uitstraling te beperken is voorgeschreven dat de kampeermiddelen landschappelijk moeten worden ingepast door opgaande randbeplanting van een gebiedseigen sortiment. Op beperkte schaal kunnen zich in dit deelgebied ook nog andere functies ontwikkelen. In dat kader wordt gedacht aan woonfuncties en bedrijven in de lagere hindercategorieën, die gebruikmaken van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen of worden gecombineerd met (in casu) veehouderij.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik deelgebieden
Artikel 5
14
Gebied met waterstaatkundige, recreatieve en natuur- en landschapswaarden
Doeleindenomschrijving 1. De wateren en oevers op de kaart aangewezen als gebied met waterstaatkundige, recreatieve en natuur- en landschapswaarden zijn bestemd voor de waterbeheersing en het gebruik voor de recreatievaart, in combinatie met het behoud en de ontwikkeling van de natuur- en landschapswaarden, een en ander met dien verstande dat de waterstaatkundige functie primair is. Beschrijving in hoofdlijnen 2. Het betreft hier de grotere wateren langs de randen van het plangebied (Koppoel en Vennemeer) en de oevers. Het gaat hier om gebieden die gecombineerde functies vervullen, die in onderlinge samenhang bepalend zijn voor het beleid. Wat betreft de recreatieve waarde gaat het met name om het gebruik voor de recreatievaart. Daarnaast is het van belang dat delen van deze zone zijn aangewezen als "kerngebied voor woonschepen en pleziervaartuigen". De natuurwaarden hebben vooral betrekking op de vegetatie van de oevers en de betekenis voor wintervogels, naast het belang als verbindingszone.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik deelgebieden
Artikel 6
15
Functies passend binnen de ontwikkelingsrichting
Algemeen 1. In relatie tot de bestemmingen op gebiedsniveau, als bedoeld in de artikelen 3 t/m 5, is in de tabellen 1 t/m 4 aangegeven welke vormen van gebruik ingevolge deze bestemmingen passend/toelaatbaar zijn in aanvulling op de bestemmingen op perceelsniveau van hoofdstuk III, zulks ook bij wijze van functieverandering en met inachtneming van de daarbijbehorende voorschriften. Beschrijving in hoofdlijnen 2. Dit artikel vervult een "sleutelrol" met betrekking tot de reikwijdte van de diverse bestemmingen. In de navolgende tabellen en de leden 5 t/m 9 wordt namelijk aangegeven voor welke (nieuwe) functies ruimte aanwezig is gelet op het ontwikkelingsperspectief behorend bij de diverse deelgebieden. Een deel van de functies die voor de onderscheiden deelgebieden als passend/toelaatbaar worden aangegeven, komt overeen met de aanwezige functies die in hoofdstuk III van bestemmingsregelingen zijn voorzien. Daarnaast worden ook nieuwe functies mogelijk gemaakt. Nieuwe functies zijn functies die afwijken van de desbetreffende bestemming ingevolge hoofdstuk III, daaronder begrepen nieuwe bouwsteden of bouwvlakken op plaatsen waar deze niet op de plankaart zijn aangegeven. Aanwezige functies die in de tabellen niet voork omen of die als niet-passend/toelaatbaar worden aangemerkt, zijn uitsluitend op grond van hoofdstuk III toelaatbaar. 3. Ingeval van aanwezige functies zijn in de eerste plaats de voorschriften van hoofdstuk III van belang. Aldaar wordt − voor aanwezige functies − verwezen naar de relevante voorschriften van dit artikel. Raadpleeg ingeval van aanwezige functies dus eerst hoofdstuk III. Agrarisch gebruik 4. Bij de gebruiksvormen die betrekking hebben op agrarische bedrijfsvoering is in de tabellen 1 t/m 3 aangegeven of enerzijds agrarisch grondgebruik zonder bebouwing (teelt) en anderzijds bouwsteden/bouwvlakken passend/toelaatbaar zijn, met inachtneming van het volgende: de aanduiding ¡ in de tabellen 1 t/m 3 betekent dat ook nieuwe bouwsteden of bouwvlakken mogelijk zijn met toepassing van artikel 11 WRO, behoudens in de tabellen aangegeven uitzonderingen; de aanduiding ¨ in de tabellen 1 t/m 3 betekent dat gebruik moet worden gemaakt van op de kaart aangegeven bouwsteden/bouwvlakken met de daarbijbehorende voorschriften; hierbij kan het gaan om volwaardige of reële agrarische bedrijven dan wel agrarische bedrijven bij wijze van deeltijd met de daarbijbehorende neventak zoals in tabel 4 aangegeven. Recreatie en overig gebruik 5. Voor de gebruiksvormen die betrekking hebben op ander dan agrarisch gebruik, zoals in lid 4 bedoeld, geldt het volgende: de aanduiding ¡ in de tabellen 1 t/m 3 betekent dat de desbetreffende functie in beginsel is toegelaten; de aanduiding ¨ in de tabellen 1 t/m 3 betekent dat gebruik moet worden gemaakt van op de plankaart aangegeven bouwsteden/bouwvlakken met de daarbijbehorende voorschriften; daarbij wordt − ingeval van nieuwe functies − in alle gevallen het volgende in acht genomen: Functielijst a. De gebruiksvormen moeten voorkomen en toelaatbaar zijn gesteld op de lijst met functies overeenkomstig tabel 4. Oppervlakten b. Ter plaatse van agrarische bouwsteden of bouwvlakken met de bestemmingen agrarische doeleinden, sierteelt en agrarische doeleinden, glastuinbouw, mogen voor recreatie en overig gebruik geen nieuwe gebouwen worden gebouwd met uitzondering van ten hoogste één gebouw met een oppervlakte van maximaal 6 m²; evenmin mogen de gebouwen, zoals aanwezig op het tijdstip waarop het ander dan agrarisch gebruik een aanvang neemt, in oppervlakte worden uitgebreid. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik deelgebieden
16
Woningen c. Er mogen geen woningen totstandkomen op bouwvlakken waar blijkens hoofdstuk III geen woning is toegestaan; evenmin mag het aantal woningen, zoals aanwezig en ingevolge hoofdstuk III toegestaan, worden uitgebreid; van aanwezige woningen mag geen ander gebruik dan "wonen" worden gemaakt, inclusief agrarische activiteiten bij wijze van hobby, uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en praktijkuitoefening in combinatie met wonen. Staat van Bedrijfsactiviteiten 6. Met betrekking tot de categorieën ingevolge de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals genoemd in tabel 4, zijn burgemeester en wethouders bevoegd van deze categorieën vrijstelling te verlenen teneinde: a. bedrijven toe te laten die voorkomen in categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, voorzover het betrokken bedrijf géén benzineservicestation met verkoop van LPG is en naar aard en invloed op de omgeving (gelet op specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; b. bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voorzover het betrokken bedrijf geen inrichting is als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder en naar aard en invloed op de omgeving (gelet op specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Extra bouwmogelijkheden 7. Burgemeester en wethouders zijn − ingeval van bouwsteden met de bestemming Agrarische doeleinden, veehouderij − bevoegd vrijstelling te verlenen van lid 5 onder b, indien de agrarische bedrijfsvoering wordt gecombineerd met passend niet-agrarisch gebruik, zoals ingevolge de tabellen 1 t/m 4 toegestaan, met inachtneming van het volgende: door toepassing van deze vrijstellingsbevoegdheid mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan cultuurhistorisch waardevolle of karakteristieke bebouwing of aan de aanwezige beplantingsstructuur. 8. Burgemeester en wethouders zijn ten behoeve van nieuwbouw bevoegd vrijstelling te verlenen van lid 5 onder b: indien het aanwezige gebouw in een zodanig slechte bouwkundige staat verkeert dat herstel in redelijkheid niet kan worden verlangd; indien van het aanwezige gebouw geen zinvol ander gebruik kan worden gemaakt, gelet op de inrichting, constructie en/of afmetingen daarvan; een en ander met inachtneming van het volgende: a. nieuwbouw dient gepaard te gaan met sanering; b. het maximaal te bebouwen oppervlak wordt verminderd met de helft van het oppervlak van het gebouw dat wordt afgebroken; c. door toepassing van deze vrijstellingsbevoegdheid mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan cultuurhistorisch waardevolle of karakteristieke bebouwing of aan de aanwezige beplantingsstructuur. Extra bouwmogelijkheden woning 9. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van lid 5 onder c ten behoeve van de bouw van een (extra) woning op een bouwvlak of bouwstede die qua verschijningsvorm (gebouwen/inrichting) dringend verbetering behoeft, met inachtneming van het volgende: a. voor de bouw van de woning moet de zekerheid worden verkregen dat de situatie op bouwvlak of bouwstede daadwerkelijk wordt gesaneerd (afbraak en herinrichting); b. de inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan 500 m³, terwijl de goothoogte niet meer dan 6.00 m mag bedragen; c. door toepassing van deze vrijstellingsbevoegdheid mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan cultuurhistorisch waardevolle of karakteristieke bebouwing of aan de aanwezige beplantingsstructuur; d. het − eventueel − op de kaart aangegeven bebouwingspercentage mag niet worden overschreden; Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik deelgebieden
e.
f.
17
tussen de woning en − bij de bouwaanvraag − reeds gevestigde bedrijven dient een zodanige afstand in acht te worden genomen dat de bedrijfsvoering uit milieuoogpunt niet wordt belemmerd; dit kan ertoe leiden dat in het geheel geen vrijstelling kan worden verleend; met betrekking tot de afstand van de woning tot de weg geldt artikel 31; ook dit kan ertoe leiden dat in het geheel geen vrijstelling kan worden verleend.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik deelgebieden
18
Tabel 1 Primair agrarisch gebied functies/gebruik
passend/ toelaatbaar
voorschriften 1
agrarische bedrijven veehouderij akker- en tuinbouw glastuinbouw fruitteelt sierteelt
teelt bouwstede teelt bouwvlak teelt bouwvlak teelt bouwvlak
bosbouw intensieve kwekerij intensieve veehouderij bij wijze van neventak intensieve veehouderij als hoofdtak recreatie wandel- en fietspaden kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen manegeachtige activiteiten kleinschalige verblijfsrecreatie gebouwen kampeermiddelen zomerhuizen overig gebruik permanente ligplaatsen voor woonschepen en pleziervaartuigen wonen (inclusief hobbyboeren en aan-huis -gebonden beroepen) overige niet-agrarische functies (inclusief praktijkuitoefening) kleinschalige natuurontwikkeling
¡ ¡ ¡ ¡ l ¡ ¡ ¡ ¡ l ¨ ¨ l
* * * * * * * *
2
3
4
* *
* * * *
¡ l l l l l
* *
*
l ¨ t.4
*
¨ t.4
*
¡
l niet toegestaan (tenzij overeenkomstig hoofdstuk III); ¡ toegestaan; ¨ toegestaan binnen op de plankaart aangegeven bouwsteden/bouwvlakken; t.4 nadere uitwerking/extra voorschriften in tabel 4; * voorschriften van toepassing.
Voorschriften 1.
2.
3. 4.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nieuwe bouwsteden/bouwvlakken door middel van planwijziging toe te staan, maar niet binnen de bestemming Dagrecreatieve doeleinden en met inachtneming van artikel 25 (Waterkeringsdoeleinden en leidingen), hoofdstuk IV en het volgende: a. de bouwstede/bouwvlak moet strekken ten behoeve van een volwaardig of reëel agrarisch bedrijf; b. vanwege de bouwstede/bouwvlak mag geen situatie ontstaan die uit milieuhygiënisch oogpunt (stank, verzuring) bezwaarlijk is; daarom wordt geen planwijziging toegepast indien strijdigheid met milieuwetgeving ontstaat; c. een bouwvlak wordt aan de openbare weg gesitueerd en op de kaart van een toepasselijke voorgevelrooilijnaanduiding voorzien; bij een bouwstede wordt de nadere aanwijzing gesitueerd binnen een afstand van 200 meter van de openbare weg; ook de bouwstede wordt op de kaart van een voorgevelrooilijnaanduiding voorzien; d. deze wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast indien gebleken is dat het nieuw te vestigen agrarisch bedrijf niet gevestigd kan worden op een bestaand agrarisch bouwvlak of bouwstede; e. een verzoek om toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan de agrarisch deskundige ter beoordeling van het gestelde onder a en d. Om rondom de molens (zie plankaart) vrije windvang te garanderen en het zicht op de molens veilig te stellen, geldt − tenzij de vrije windvang of het zicht ter plaatse al is beperkt, mits deze niet verder beperkt worden − het volgende: a. bebouwing hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek mag niet worden opgericht binnen een afstand van 100 meter rondom de molen; b. binnen een afstand van 400 meter van de molen mag geen bebouwing worden opgericht met een hoogte die meer bedraagt dan 1/100 van de afstand van het bouwwerk tot de molen, gerekend vanaf de onderste punt van de verticaal staande wiek. Maar alleen op bouwsteden/bouwvlakken met een agrarische bestemming. Tenzij het gronden betreft met de bestemming Dagrecreatieve doeleinden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik deelgebieden
19
Tabel 2 Agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden functies/gebruik agrarische bedrijven veehouderij akker- en tuinbouw glastuinbouw fruitteelt sierteelt
passend/ toelaatbaar teelt bouwstede teelt bouwvlak teelt bouwvlak teelt bouwvlak
bosbouw intensieve kwekerij intensieve veehouderij bij wijze van neventak intensieve veehouderij als hoofdtak recreatie wandel- en fietspaden kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen manegeachtige activiteiten kleinschalige verblijfsrecreatie gebouwen kampeermiddelen zomerhuizen overig gebruik permanente ligplaatsen voor woonschepen en pleziervaartuigen wonen (inclusief hobbyboeren en aan-huis -gebonden beroepen) overige niet-agrarische functies (inclusief praktijkuitoefening) kleinschalige natuurontwikkeling
¡ ¡ l l l l l l l l ¨ ¨ l
1
2
* *
*
* *
¡ ¡ ¨ t.4 ¨ t.4 ¨ t.4 l
* *
l
*
¨ t.4
*
¨ t.4
*
voorschriften 3 4 5
6
* *
* *
* *
¡
l niet toegestaan (tenzij overeenkomstig hoofdstuk III); ¡ toegestaan; ¨ toegestaan binnen op de plankaart aangegeven bouwsteden/bouwvlakken; t.4 nadere uitwerking/extra voorschriften in tabel 4; * voorschriften van toepassing.
Voorschriften 1.
2.
3. 4. 5.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd − met inachtneming van artikel 25 (Waterkeringsdoeleinden en leidingen) − nieuwe bouwsteden door middel van planwijziging toe te staan, maar niet binnen de bestemmingen Kampeerterrein, Kampeer- en zomerhuizenterrein, Dagrecreatieve doeleinden, Verblijfsrecreatieve doeleinden en Molen en evenmin in de gebieden met belangrijke natuurwaarden (themakaart 1) en binnen een afstand van 10.00 m van de ecologische verbindingszone (themakaart 2), in het overige deel van het agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden wordt een verzoek om toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid ter toetsing voorgelegd aan de natuur- en landschapsdeskundige ter beoordeling van de gevolgen voor natuur en landschap; overigens wordt verwezen naar tabel 1, voorschriften onder 1a, b en c, d en e. Om rondom de molens (zie plankaart) vrije windvang te garanderen en het zicht op de molens veilig te stellen, geldt − tenzij de vrije windvang of het zicht ter plaatse al is beperkt, mits deze niet verder beperkt worden − het volgende: a. bebouwing hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek mag niet worden opgericht binnen een afstand van 100 meter rondom de molen; b. binnen een afstand van 400 meter van de molen mag geen bebouwing worden opgericht met een hoogte die meer bedraagt dan 1/100 van de afstand van het bouwwerk tot de molen, gerekend vanaf de onderste punt van de verticaal staande wiek. Alleen op bouwsteden/bouwvlakken met een agrarische bestemming. Maar wel vereiste van aanlegvergunning (zie artikel 7). Maar niet ter plaatse van belangrijke weidevogelgebieden (themakaart 1).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik deelgebieden
6.
20
Uitsluitend ter plaatse van de gronden die op themakaart 4 zijn aangewezen als "kerngebied voor woonschepen" of "kerngebied voor woonschepen en pleziervaartuigen" zijn burgemeester en wethouders bevoegd: 1. vrijstelling te verlenen van het maximaal toegestane aantal woonschepen dan wel zomerhuizen; 2. de bestemming Water of de bestemming Natuurdoeleinden te wijzigen in de bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden, subbestemming woonschepenligplaats (vRwl) of de bestemming Woondoeleinden, subbestemming woonschepenligplaats (Wwl); 3. de bestemming Agrarische doeleinden of de bestemming Woondoeleinden te wijzigen in de bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden, subbestemming zomerhuizen (vRz); een en ander met inachtneming van het volgende: - van deze vrijstellings- of wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend gebruik worden gemaakt indien de verplaatsing van een woonschip of zomerhuis aan de orde is dat genoemd is in bijlage 2 "woonschepen en zomerhuizen waarvoor door Gedeputeerde Staten ontheffing is verleend"; - door toepassing van de in dit voorschrift bedoelde vrijstellings - of wijzigingsbevoegdheid mag de functie van het te verplaatsen woonschip of zomerhuis niet veranderd worden van verblijfsrecreatie naar wonen; - bij vrijstelling of planwijziging ten behoeve van de verplaatsing van een woonschip of zomerhuis wordt het betreffende woonschip of zomerhuis in bijlage 2 van deze voorschriften als vervallen beschouwd; - vrijstelling of planwijziging wordt niet verleend of toegepast indien daardoor de volgende waarden of belangen in onevenredige mate worden geschaad of gehinderd: · landschappelijke waarden in de vorm van doorzichten; · natuurwaarden in de vorm van waardevolle oevers; · het scheepvaartverkeer.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik deelgebieden
21
Tabel 3 Gebied met waterstaatkundige, recreatieve en natuur- en landschapswaarden functies/gebruik agrarische bedrijven veehouderij akker- en tuinbouw glastuinbouw fruitteelt sierteelt
passend/ toelaatbaar teelt bouwstede teelt bouwvlak teelt bouwvlak teelt bouwstede
bosbouw intensieve kwekerij intensieve veehouderij bij wijze van neventak intensieve veehouderij als hoofdtak recreatie wandel- en fietspaden kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen manegeachtige activiteiten kleinschalige verblijfsrecreatie gebouwen kampeermiddelen zomerhuizen overig gebruik permanente ligplaatsen voor woonschepen en pleziervaartuigen wonen (inclusief hobbyboeren en aan-huis -gebonden beroepen) overige niet-agrarische functies (inclusief praktijkuitoefening) kleinschalige natuurontwikkeling
l l l l l l l l l l l l l ¡ ¡ l l l l l l l ¡
voorschriften 1 2 3 *
*
* *
l niet toegestaan (tenzij overeenkomstig hoofdstuk III); ¡ toegestaan; ¨ toegestaan binnen op de plankaart aangegeven bouwsteden/bouwvlakken; t.4 nadere uitwerking/extra voorschriften in tabel 4; * voorschriften van toepassing.
1. 2. 3.
Voorschriften Geen nieuwe bouwsteden, ook niet bij wijze van overschrijding van (elders gelegen) bouwsteden door middel van vrijstelling. Maar wel vereiste van aanlegvergunning (zie artikel 7). Uitsluitend ter plaatse van de gronden die op themakaart 4 zijn aangewezen als "kerngebied voor woonschepen" of "kerngebied voor woonschepen en pleziervaartuigen" zijn burgemeester en wethouders bevoegd: 1. vrijstelling te verlenen van het maximaal toegestane aantal woonschepen dan wel zomerhuizen; 2. de bestemming Water of de bestemming Natuurdoeleinden te wijzi gen in de bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden, subbestemming woonschepenligplaats (vRwl) of de bestemming Woondoeleinden, subbestemming woonschepenligplaats (Wwl); 3. de bestemming Agrarische doeleinden of de bestemming Woondoeleinden te wijzigen in de bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden, subbestemming zomerhuizen (vRz); een en ander met inachtneming van het volgende: - van deze vrijstellings- of wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend gebruik worden gemaakt voorzover de verplaatsing van een woonschip of zomerhuis aan de orde is dat genoemd is in bijlage 2 "woonschepen en zomerhuizen waarvoor door Gedeputeerde Staten ontheffing is verleend" van deze voorschriften; - door toepassing van de in dit voorschrift bedoelde vrijstellings - of wijzigingsbevoegdheid mag de functie van het te verplaatsen woonschip of zomerhuis niet veranderd worden van verblijfsrecreatie naar wonen; - bij vrijstelling of planwijziging ten behoeve van de verplaatsing van een woonschip of zomerhuis wordt het betreffende woonschip of zomerhuis in bijlage 2 van deze voorschriften als vervallen beschouwd; - vrijstelling of planwijziging wordt niet verleend of toegepast indien daardoor de volgende waarden of belangen in onevenredige mate worden geschaad of gehinderd: · landschappelijke waarden in de vorm van doorzichten; · natuurwaarden in de vorm van waardevolle oevers; · het scheepvaartverkeer.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik deelgebieden Tabel 4 Nadere uitwerking functies/gebruik op bouwsteden/bouwvlakken ingevolge tabellen 1 t/m 3. Zie ook themakaart 3 functies/gebruik
t.p.v. agrarische bouw1) steden/bouwvlakken
t.p.v. bouwvlakken met de bestemming Woondoeleinden
t.p.v. bouwvlakken met de bestemming Bedrijfsdoeleinden
goed ontsloten
matig/slecht ontsloten
goed ontsloten
matig/slecht ontsloten
goed ontsloten
¡/w
¡/W
¡
¡
¡/W
¡/W
bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zonder bedrijven met een maatgevend milieuaspect verkeer
v/w
v/w
l
l
¡
bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten inclusief bedrijven met een maatgevend milieuaspect verkeer
v/w
l
l
l
opslag/stalling
¡/v
¡/v
l
praktijkuitoefening
¡/w
l
dierenpension
¡/w
¡/w
tuincentrum
v/w
verkoop eigen producten kinderboerderij manegeactiviteiten kleinschalige verblijfsrecreatie - kleinschalig kamperen - pension - kampeerboerderij
wonen/hobbyboer/aan-huis-gebonden beroep
tentoonstellingsruimte/museum/ verenigingsruimte
voorschriften
t.p.v. overige bouwvlakken 1
2
¡/W
*
*
¡
l
*
*
*
¡
l
l
*
*
*
l
¡
¡
l
*
*
*
l
l
w
l
l
*
*
*
*
l
l
w
w
l
*
*
*
*
l
l
l
w
l
l
*
*
*
¡/l
¡/l
l
l
l
l
l
*
*
*
¡/w
¡/w
l
l
l
l
¡
*
*
*
*
¡/w
l
l
l
l
l
l
*
*
*
*
¡/l ¡/l ¡/l
¡/l ¡/l ¡/l
l l l
l l l
l l l
l l l
l ¡ l
* * *
* * *
* * *
¡/w
l
l
l
w
l
l
*
*
*
matig/slecht ontsloten
*
3
4
5
6
7
*
8
*
* * * *
*
l l l ¡/w ¡/w w w * * * * * plantsoenendienst en andere diensten ten behoeve van beheer openbare ruimte l niet toegestaan; ¡ toegestaan; v na vrijstelling; w na planwijziging. 1) In de kolom betreffende agrarische bouwsteden en bouwvlakken geldt het volgende: het teken vóór de schuine streep geeft aan op welke wijze de betreffende functie toelaatbaar is als nietagrarische neventak; het teken na de schuine streep geeft aan of de betreffende functie toelaatbaar is na beëindiging van het agrarisch bedrijf.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik deelgebieden
23
Neven- en vervolgfuncties via vrijstelling of planwijziging 1. Voor de hier bedoelde functies (aanduiding v respectievelijk aanduiding w in tabel) zijn burgemeester en wethouders bevoegd vrijstelling te verlenen of planwijziging ex artikel 11 WRO toe te passen, indien bedoelde functies passen in het referentiekader zoals in de Beschrijving in Hoofdlijnen aangegeven. Daarbij wordt successievelijk gelet op: de belangen van landschap, natuur en cultuurhistorie, waarbij uitdrukkelijk rekening wordt gehouden met de mate van kwetsbaarheid van het betrokken deelgebied en de ligging van het betrokken perceel, mede ten opzichte van zowel natuurgebied als bebouwde kom; de wenselijkheid van zinvol gebruik van gebouwen en onbebouwde gronden, ook ter versteviging van het economisch draagvlak in het plangebied; de aard en omvang van de nieuwe functie, mede in relatie tot de omvang en de situering van de aanwezige bebouwing; de behoefte de ruimtelijke kwaliteit in het plangebied zoveel mogelijk te versterken, met name in relatie tot nieuwe niet-agrarische functies ter plaatse van agrarische bouwvlakken/bouwsteden, onder meer door landschapsbouw, sanering van voormalige agrarische bedrijfsbebouwing en stimulering van herstel/behoud van beschermenswaardige panden en streekeigen karakteristieken. Géén bouwmogelijkheden, met uitzondering van sanering 2. Zie artikel 6 leden 5 en 9. Zie artikel 6 lid 5 onder c en lid 10. Ingeval van nieuwe woningen in bestaande gebouwen wordt artikel 28 in acht genomen, tenzij − ingeval van nieuwe woningen die niet aan de voorzijde van de bestaande bebouwing worden gesitueerd − uit geluidsberekeningen blijkt dat uit een oogpunt van concrete geluidsbelasting een kleinere afstand kan worden aangehouden. Bedrijven, stalling, reclame-uitingen en parkeren 3. Voor Staat van Bedrijfsactiviteiten zie artikel 6 leden 6 en 7. Geen caravanstalling in de open lucht. Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor reclameborden en/of neonreclame is niet toegestaan. Hetzelfde geldt voor lichtmasten en lichtbakken. Voor openbare orde: zie artikel 2 lid 5 onder d. Parkeren en laden/lossen dienen plaats te vinden op bouwstede of bouwvlak; zie artikel 2 lid 5 onder e. Niet-agrarische neventakken 4. De hier aangegeven neventakken zijn uitsluitend toelaatbaar op bouwsteden binnen de bestemming Agrarische doeleinden, veehouderij. Wat betreft extra bouwmogelijkheden voor nietagrarische neventakken op bouwsteden met de bestemming Agrarische doeleinden, veehouderij wordt verwezen naar artikel 6, lid 7. Paarden/ponyverhuurbedrijven/hobbymatig paarden houden 5. Kleinschalige paarden- en ponyverhuurbedrijven, n i clusief het houden van paarden of pony's voor eigen gebruik, met inachtneming van het volgende: parkeren en laad- en losgelegenheid: zie artikel 2 lid 5 onder e; kantines en evenementen zijn niet toegestaan; maximale omvang buitenbak: 20 x 60 meter. Kleinschalig kamperen 6. Indien vrijstelling of ontheffing is verleend op grond van de Wet op de Openluchtrecreatie, zulks in combinatie met agrarische bedrijfsvoering: veehouderij en, op of in aansluiting op de bouwstede, met inachtneming van het volgende: het aantal kampeermiddelen mag niet meer dan 10 per bedrijf bedragen; landschappelijke inpassing: zie artikel 2 lid 5 onder f; het plaatsen van kampeermiddelen is uitsluitend toegestaan in de periode van 15 maart tot 31 oktober.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik deelgebieden
24
Kampeerterreinen en kampeer- en zomerhuizenterreinen 7. Kleinschalige verblijfsrecreatie (uitsluitend voorzover het pension betreft) en kinderboerderijen is ter plaatse van overige bouwvlakken alleen toegestaan ter plaatse van de bestemmingen Kampeer- en zomerhuizenterrein en kampeerterrein. Wonen 8. Ter plaatse van de bestemmingen kampeer- en zomerhuizenterrein, kampeerterrein, verblijfsrecreatieve doeleinden alsmede andere bestemmingen, is het permanent bewonen van recreatieve woonschepen, zomerhuizen, recreatieappartementen, recreatieve onderkomens, kampeermiddelen of pleziervaartuigen niet toegestaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik deelgebieden
Artikel 7
25
Aanlegvoorschriften
Vergunningvereiste 1. In relatie tot de bestemmingen als bedoeld in de artikelen 4 en 5 en onverminderd het bepaalde in artikel 25 lid 6 is het op de desbetreffende gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) verboden de in 1) tabel 5 aangegeven werken of werkzaamheden aan te leggen of uit te voeren. Tabel 5 Aanlegvergunningenvereisten/gebruiksverboden werken en werkzaamheden
a. dempen van sloten b. scheuren van grasland ten behoeve van de teelt van 2) ruwvoedergewassen voor de voorziening in de eigen behoefte van het bedrijf c. scheuren van grasland ten behoeve van de teelt van ruwvoedergewassen anderszins d. aanleg boomgaarden/fruit3) teelt/sierteelt 3) e. bosbouw/bebossing f. aanleg van wandel- en/of fietspaden die niet op de plankaart zijn aangegeven g. aanleg van overige wegen, paden en verhardingen > 100 m² buiten de bestemming Verkeersdoeleinden en anders dan ten behoeve van agrarische bedrijven h. ingrijpende werkzaamheden aan leidingen, zoals bedoeld in artikel 23, die verder reiken dan normaal onderhoud en beheer, tenzij het (dreigende) calamiteiten betreft i. afgraven, ophogen en egaliseren van oeverlanden ¡ * l
primair agrarisch gebied
vogelgebied (themakaart 1) in agrarisch gebied met natuur- en landschaps waarden
¡ ¡
* *
concentraties waardevolle sloot- en oe vervegetaties (themakaart 1) in agrarisch gebied met natuur- en landschaps waarden * *
overige delen agrarisch gebied met natuur- en landschaps waarden
gebied met waterstaatkundige, recreatie ve en natuur- en landschaps waarden
* *
l l
l
l
l
l
l
¡
l
l
l
l
l ¡
l *
l *
l *
l *
l
l
l
l
l
¡
*
¡
¡
¡
¡
¡
¡
¡
l
Zonder meer toelaatbaar. Vereiste van aanlegvergunning; voor toelaatbaarheid zie lid 4. Verboden ingevolge artikel 43 lid 7.
Uitzonderingen 2. Een vergunning als bedoeld in lid 1 is niet vereist voor werken of werkzaamheden die: a. worden aangelegd of uitgevoerd binnen bouwsteden of bouwvlakken dan wel gronden met de nadere aanwijzing (z); b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
1)
2) 3)
Het vereiste van aanlegvergunning laat onverlet dat voor de betrokken ingreep wellicht vergunning, ontheffing, vrijstelling of toestemming uit andere hoofde is vereist. In ieder geval is voor ingrepen zoals in tabel 5 onder a bedoeld, altijd − dus óók in het geval van convenanten − vergunning van het waterschap vereist . Zie artikel 1 lid 16. Uitzondering voor landschappelijke inpassing zie artikel 2 lid 4 onder f.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik deelgebieden
26
1)
Convenant 3. Burgemeester en wethouders zijn − met toepassing van artikel 11 WRO − bevoegd het plan in die zin te wijzigen dat het vereiste van aanlegvergunning als bedoeld in lid 1 en tabel 5 onder a en b niet geldt voor percelen waarvoor een convenant als bedoeld in artikel 2 lid 5c geldt, met inachtneming van het volgende: a. bedoelde percelen worden aangegeven op een kaartbijlage die onderdeel uitmaakt van het wijzigingsbesluit en aldus van deze planvoorschriften; b. deze kaartbijlage wordt − wederom met toepassing van artikel 11 WRO − geactualiseerd indien percelen die tot dan toe niet onder het convenant vielen, alsnog onder het convenant worden gebracht dan wel indien percelen − ten gevolge van opzegging − niet langer onder het convenant zullen vallen. Toelaatbaarheid 4. Een aanlegvergunning als in lid 1 en tabel 5 bedoeld, wordt door de aanvrager op te stellen (inrichtings)plan − kan worden waarden niet onevenredig worden geschaad, rekening houdend waarden die ten gevolge van de ingreep verloren (kunnen) gaan waarop de activiteiten zullen plaatsvinden.
verleend indien − blijkens een aangetoond dat de betrokken met compensatie van natuuren/of het tijdstip van het jaar
5. Van onevenredige schade is in ieder geval geen sprake indien aan het navolgende wordt voldaan:
a.
b.
c.
d.
1)
Scheuren van grasland ten behoeve van de teelt van ruwvoedergewassen (tabel 5 onder b) Voorzover het scheuren van grasland voor de teelt van ruwvoedergewassen plaatsvindt ter plaatse van gebied met concentraties van waardevolle sloot- en oevervegetaties (themakaart 1) wordt daarvoor compensatie geboden in de vorm van natuurvriendelijke "terrassen" met een oppervlakte van ten minste 100 m², zo mogelijk in aansluiting op de ecologische verbindingszones. Wandel- en fietspaden (tabel 5 onder f) De aanleg van wandel- en/of fietspaden vindt niet tijdens het broedseizoen (van 1 maart t/m 1 juni) plaats. Bovendien wordt de aanleg van wandel- en/of fietspaden gecompenseerd door natuurontwikkeling in het "agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden" en/of het "gebied met waterstaatkundige, recreatieve en natuur- en landschapswaarden" op een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 100 m². De aanleg van wandel- en fietspaden vindt niet eerder plaats dan nadat de desbetreffende gronden in eigendom zijn overgedragen. Leidingen (tabel 5 onder h) De werkzaamheden aan de leidingen vinden niet tijdens het broedseizoen (van 1 maart t/m 15 juni) plaats.
Het vereiste van aanlegvergunning laat onverlet dat voor de betrokken ingreep wellicht vergunning, ontheffing, vrijstelling of toestemming uit andere hoofde is vereist. In ieder geval is voor ingrepen zoals in tabel 5 onder a bedoeld, altijd − dus óók in het geval van convenanten − vergunning van het waterschap vereist.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Hoofdstuk III
Artikel 8
27
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
Agrarische doeleinden, veehouderij (A)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor agrarische doeleinden (A) zijn bestemd voor: veehouderijbedrijven als volwaardig of reëel bedrijf met uitzondering van intensieve veehouderij; ter plaatse van de medebestemming waterkeringsdoeleinden: waterkeringsdoeleinden; ter plaatse van de medebestemming leidingen: leidingen; de doeleinden die ingevolge hoofdstuk II voor het betrokken deelgebied zijn aangegeven. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen met bijgebouwen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3. Voor het bouwen geldt het volgende: a. de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen − met uitzondering van terreinafscheidingen − te worden gebouwd binnen een bouwstede van 1ha ter plaatse van de nadere aanwijzing , waarbij zoveel mogelijk aaneengesloten wordt gebouwd en de grootste afstand waarbinnen bedoelde bouwwerken gebouwd mogen worden niet meer dan 150 meter bedraagt; b. in afwijking van het bepaalde onder a is per bedrijf één schuur toegestaan buiten de bouwstede op een afstand van ten hoogste 20.00 m van de weg of het talud van een waterkering; c. overigens geldt het volgende:
-
bedrijfswoningen (inclusief bijgebouwen en uitbouwen) bijgebouwen en overkappingen bij/per woning silo's overige gebouwen op bouwstede gebouwen buiten bouwstede terreinafscheidingen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
max. aantal per bedrijf 1
max. inhoud 600 m 3
max. oppervl.
max. gooth.
max. bouwh.
6.00 m 50 m²
3.00 m
20 m²
6.00 m 4.00 m
12.00 m 1
2.00 m 3.00 m
Overschrijding bouwstede 4. Burgemeester en wethouders zijn ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven bevoegd vrijstelling te verlenen van de maximaal toegelaten omvang van een bouwstede door de in lid 3 onder a genoemde maten te verhogen, met inachtneming van het volgende: a. een doelmatige bedrijfsvoering moet overschrijding van de bouwstede noodzakelijk maken; noodzaak vanwege doelmatige bedrijfsvoering is in ieder geval aanwezig, wanneer overschrijding van de bouwstede noodzakelijk is om aan milieuvoorschriften te kunnen voldoen; b. vrijstelling mag er in geen geval toe leiden dat er een bouwstede ontstaat van meer dan 2 ha; c. overschrijding van de bouwstede mag niet plaatsvinden op gronden die mede voor leidingen zijn bestemd; d. een verzoek om toepassing van deze vrijstellingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan de agrarisch deskundige ter beoordeling van het gestelde onder a;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
e.
28
indien een verzoek om toepassing van deze vrijstellingsbevoegdheid betrekking heeft op het agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden, wordt dit verzoek voorgelegd aan de natuur- en landschapsdeskundige ter beoordeling van de gevolgen voor natuur en landschap.
"Rustende boer" 5. Burgemeester en wethouders zijn ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven bevoegd vrijstelling te verlenen van de maximale inhoudsmaat van 600 m³ voor bedrijfswoningen, met inachtneming van het volgende: a. de verruiming van de inhoudsmaat is uitsluitend toegestaan ter verruiming van de aanwezige woning om aldus huisvestingsmogelijkheden te creëren voor de "rustende boer"; b. de inhoudsmaat mag met niet meer dan 150 m³ worden uitgebreid.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
Artikel 9
29
Agrarische doeleinden, glastuinbouw (Ak)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor agrarische doeleinden (Ak) zijn bestemd voor: kassen; de doeleinden die ingevolge hoofdstuk II voor het betrokken deelgebied zijn aangegeven; ter plaatse van de medebestemming leidingen: leidingen. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: bedrijfsgebouwen, exclusief bedrijfswoningen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3. Voor het bouwen geldt het volgende: a. op de gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. overigens geldt het volgende:
-
kassen overige gebouwen terreinafscheidingen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
max. gooth. 6.00 m 6.00 m
max. bouwh. 8.00 m 2.00 m 3.00 m
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
Artikel 10
30
Agrarische doeleinden, sierteelt (As)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Agrarische doeleinden (As) zijn bestemd voor: sierteelt als volwaardig of reëel bedrijf; ter plaatse van de medebestemming waterkeringsdoeleinden: waterkeringsdoeleinden; de doeleinden die ingevolge hoofdstuk II voor het betrokken deelgebied zijn aangegeven. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: bedrijfsgebouwen en − uitsluitend voorzover het betreffende bouwvlak is voorzien van de nadere aanwijzing (dw) − een bedrijfswoning met bijgebouwen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3. Voor het bouwen geldt het volgende: a. op de gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. het bouwvlak mag voor maximaal 50% worden bebouwd; c. overigens geldt het volgende:
-
bedrijfswoning (inclusief bijgebouwen en uitbouwen) bijgebouwen en overkappingen bij/per woning overige gebouwen terreinafscheidingen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
max. aantal per bedrijf 1
max. inhoud 600 m³
max. opp.
max. goothoogte 6.00 m
50 m²
3.00 m
max. bouwhoogte
6.00 m 2.00 m 3.00 m
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
Artikel 11
31
Woondoeleinden (W)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Woondoeleinden (W) zijn bestemd voor: woondoeleinden, met dien verstande dat ter plaatse van de subbestemming Wwl de gronden uitsluitend zijn bestemd voor ligplaatsen voor woonschepen tot het aantal dat uit de kaart blijkt; indien geen aantal is aangegeven, is maximaal 1 woonschip toegestaan; een en ander met inachtneming van het volgende: de lengte van het woonschip mag niet meer dan 15.00 m bedragen, de breedte niet meer dan 4.00 m en de hoogte niet meer dan 3.00 m; gangboorden, puntdaken, tweede verdiepingen en dakterrassen zijn niet toegestaan; evenmin zijn hekwerken, omheiningen, balustrades, windschermen of soortgelijke objecten op het dak toegestaan; ter plaatse van de medebestemming waterkeringsdoeleinden: waterkeringsdoeleinden; de doeleinden die ingevolge hoofdstuk II voor het betrokken deelgebied zijn aangegeven. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: bij het ontbreken van een subbestemming: woningen met bijgebouwen en overkappingen; ter plaatse van de subbestemming Wwl: schuurtjes en overkappingen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3. Overigens geldt het volgende:
-
-
* = ** =
woningen (inclusief bijgebouwen en uitbouwen) bijgebouwen en overkappingen bij/per woning schuurtjes en overkappingen bij/per woonschip ter plaatse van d e subbestemming Wwl terreinafscheidingen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
max. aantal per bouwvlak *
max. inhoud **
max. oppervl.
max. gooth. 6.00 m
50 m²
3.00 m
12 m²
2.50 m
max. bouwh.
2.00 m 3.00 m
maximaal één, tenzij uit de plankaart een groter maximumaantal blijkt. - indien de woning op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan kleiner is dan 300 m³: 450 m³; - indien de woning op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan groter is dan 300 m³: 600 m³.
Vrijstellingsbevoegdheid uitbreiding woningen 4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 3, teneinde de maximummaat van 450 m³ te vergroten tot maximaal 600 m³, met dien verstande dat: indien deze vrijstellingsbevoegdheid wordt toegepast ten behoeve van de realisering van een aan- of uitbouw aan een bestaande woning, deze aan- of uitbouw ondergeschikt dient te zijn aan de bouwmassa van het hoofdgebouw en geen onevenredige aantasting mag betekenen van het karakter van de woning; indien deze vrijstellingsbevoegdheid wordt toegepast voor de nieuwbouw van een woning dient deze nieuwbouw te passen in de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving. Vergroten bijgebouwen 5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de maximale oppervlaktemaat van bijgebouwen bij woningen, met inachtneming van het volgende: a. de oppervlakte van bijgebouwen mag niet meer dan 75 m² bedragen; b. door het verlenen van vrijstelling mogen de ruimtelijke kwaliteit en de bezonnings- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen niet in onevenredige mate worden geschaad.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
Artikel 12
32
Bedrijfsdoeleinden (B)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Bedrijfsdoeleinden (B) zijn − met verwijzing naar de Staat van Bedrijfsactiviteiten − bestemd voor: ter plaatse van de subbestemming Ba: een aannemingsbedrijf, vallend onder categorie 3; ter plaatse van de subbestemming Bar: een autostalling- en reparatiebedrijf vallend onder categorie 2; ter plaatse van de subbestemming Bl: een loon- en aannemingsbedrijf, vallend onder categorie 3; ter plaatse van de subbestemming Bm: een meubelmakersbedrijf, vallend onder categorie 3; ter plaatse van de subbestemming Bw: een winterbergingsbedrijf voor recreatievaartuigen vallend onder categorie 3; de doeleinden die ingevolge hoofdstuk II voor het betrokken deelgebied zijn aangegeven; met dien verstande dat: detailhandel en zelfstandige kantoren niet zijn toegestaan, met uitzondering van detailhandel als genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten; de gronden met de nadere aanwijzing (z) zijn bestemd overeenkomstig de aangrenzende en bijbehorende gronden, alsmede voor bijbehorende voorzieningen zoals parkeer- en groenvoorzieningen. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: bedrijfsgebouwen en overkappingen en − behalve als het bouwvl ak van de nadere aanwijzing (zw) is voorzien − bedrijfswoningen met bijgebouwen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3. Voor het bouwen geldt het volgende: a. het percentage op de kaart geeft aan tot welke oppervlakte het bouwvlak met gebouwen mag worden bebouwd; bij ontbreken van een percentage mogen de gronden volledig worden bebouwd; b. op de gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; a. overigens geldt het volgende:
-
bedrijfswoningen (inclusief bijgebouwen en uitbouwen) bijgebouwen en overkappingen bij/per woning overige gebouwen en overkappingen terreinafscheidingen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
max. aantal per bouwvlak 1
max. inhoud 600 m 3
max. opp.
max. gooth. 6.00 m
50 m³
3.00 m
max. bouwh.
6.00 m 2.00 m 6.00 m
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
Artikel 13
33
Maatschappelijke doeleinden (M)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Maatschappelijke doeleinden (M) zijn bestemd voor: overheidsvoorzieningen en voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, onderwijs, verenigingsleven en daarmee gelijk te stellen instellingen; de doeleinden die ingevolge hoofdstuk II voor het betrokken deelgebied zijn aangegeven. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: gebouwen en overkappingen, exclusief dienstwoningen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3. Voor het bouwen geldt het volgende: a. het percentage op de kaart geeft aan tot welke oppervlakte het bouwvlak met gebouwen en overkappingen mag worden bebouwd; b. overigens geldt het volgende:
-
gebouwen en overkappingen terreinafscheidingen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
max. gooth. 4.00 m
max. bouwh. 2.00 m 3.00 m
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
Artikel 14
34
Horecadoeleinden (H)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Horecadoeleinden (H) zijn bestemd voor: ter plaatse van de subbestemming Hr: een restaurant; ter plaatse van de subbestemming Hrd: een restaurant en een discotheek; ter plaatse van de subbestemming Hs: een snackbar; ter plaatse van de medebestemming waterkeringsdoeleinden: waterkeringsdoeleinden; de doeleinden die ingevolge hoofdstuk II voor het betrokken deelgebied zijn aangegeven. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: bedrijfsgebouwen en overkappingen en − behalve als het bouwvlak van de nadere aanwijzing (zw) is voorzien − bedrijfswoningen met bijgebouwen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3. Voor het bouwen geldt het volgende: a. het percentage op de kaart geeft aan tot welke oppervlakte het bouwvlak met gebouwen en overkappingen mag worden bebouwd; bij het ontbreken van een percentage mogen de gronden volledig worden bebouwd; b. overigens geldt het volgende:
-
bedrijfswoningen (inclusief bijgebouwen en uitbouwen) bijgebouwen en overkappingen bij/per woning discotheek overige gebouwen terreinafscheidingen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
max. aantal per bouwvlak 1
max. inhoud
max. oppervl.
600 m³
max. goothoogte
max. bouwhoogte
6.00 m 50 m² *
3.00 m * 4.00 m
* 2.00 m 3.00 m
* Zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
Artikel 15
35
Dagrecreatieve doeleinden (dR)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Dagrecreatieve doeleinden (dR) zijn bestemd voor: dagrecreatieve doeleinden overeenkomstig de desbetreffende subbestemming; de doeleinden die ingevolge hoofdstuk II voor het betrokken deelgebied zijn aangegeven. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: ter plaatse van de subbestemming dRj, indien en voorzover de betreffende gronden zijn voorzien van de nadere aanwijzing (dw): een dienstwoning; ter plaatse van de subbestemming dRm: een binnenrijbaan alsmede schuren, stallen en overkappingen; ter plaatse van de subbestemming dRs: gebouwen en overkappingen ten behoeve van de veldsport; ter plaatse van de subbestemming dRvt: schuurtjes en kasjes; bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3. Voor het bouwen geldt het volgende: a. ter plaatse van de subbestemming dRm, alsmede ter plaatse van de subbestemming dRs, voorzover deze niet is voorzien van de nadere aanwijzing (z), geeft het percentage op de kaart aan tot welk oppervlak het bouwvlak met gebouwen en overkappingen mag worden bebouwd; b. op de gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; c. overigens geldt het volgende:
-
-
-
-
dienstwoning (inclusief bijgebouwen en uitbouwen) ter plaatse van de subbestem ming dRj bijgebouwen en overkappingen bij/per woningen schuurtjes ter plaatse van de subbestemming dRvt kasjes ter plaatse van de subbestemming dRvt overige gebouwen en overkappingen terreinafscheidingen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
max. aantal per bouwvlak 1
max. aantal per volkstuin
max. inhoud
max. oppervl.
600 m 3
max. gooth.
max. bouwh.
6.00 m
50 m²
3.00 m
1
2.00 x 2.50 m
2.00 m
1
6.00 x 6.00 m
2.30 m
3.00 m 4.00 m 2.00 m 3.00 m
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
Artikel 16
36
Kampeer- en zomerhuizenterrein (KZT)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Kampeer- en zomerhuizenterrein (KZT) zijn bestemd voor: kampeer- en zomerhuizenterreinen voor niet-permanente verblijfsrecreatie, inclusief standplaatsen voor stacaravans met bijbehorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, sport- en speelvelden, groen en water, een en ander met dien verstande dat: . de gronden ter plaatse van de nadere aanwijzing B mede bestemd zijn voor recreatieappartementen; . de gronden met de nadere aanwijzing (zw) geen kampeermiddelen of stacaravans mogen worden geplaatst; ter plaatse van de medebestemming leidingen: leidingen; ter plaatse van de medebestemming waterkeringsdoeleinden: waterkeringsdoeleinden; de doeleinden die ingevolge hoofdstuk II voor het betrokken deelgebied zijn aangegeven. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: ter plaatse van de subbestemming KZT A: zomerhuizen met bijgebouwen en overkappingen, stacaravans, één bedrijfswoning met bijgebouwen, gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen in de vorm van werkplaatsen en opslagruimtes, een winkel, een kantine, een wasserette, douche- en toiletgelegenheden, een botenloods en een receptie; ter plaatse van de subbestemming KZT B: zomerhuizen met bijgebouwen en overkappingen, stacaravans, bijgebouwen en overkappingen bij vaste standplaatsen, gebouwen ten behoeve van recreatieappartementen, één bedrijfswoning met bijgebouwen en gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen in de vorm van douche- en toiletgelegenheden, een kantine, een opslagruimte en een winkel; ter plaatse van de subbestemming KZT C: zomerhuizen en recreatieve onderkomens met bijgebouwen en overkappingen, stacaravans, bijgebouwen en overkappingen bij vaste standplaatsen; ter plaatse van de subbestemmingen KZT D: recreatieve onderkomens en bijgebouwen en overkappingen daarbij, alsmede stacaravans; bouwwerken, geen gebouwen en zijnde. 3. Voor het bouwen geldt het volgende: a. op de gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat op deze gronden de bouw van overkappingen niet is toegestaan; b. aanbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3.00 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw, of het verlengde daarvan, te worden gebouwd en op ten minste 3.00 m uit de zijerfscheiding.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
c.
-
-
-
-
-
37
overigens geldt het volgende: max. aantal per bouwvlak bedrijfswoningen (inclusief bijge- 1, voorzover lid 2 de bouw van bedrijfsbouwen en uitbouwen) woningen mogelijk maakt bijgebouwen en overkappingen bij/per bedrijfswoning zomerhuizen zoals aangegeven op plankaart bijgebouwen en overkappingen bij/per zomerhuis recreatieve onderkomens
max. inhoud 600 m³
max. oppervl.
max. gooth. 6.00 m
50 m²
3.00 m
250 m³ * 12 m²
zoals aangegeven op plankaart
stacaravans bijgebouwen en overkappingen bij vaste standplaatsen en recreatieve onderkomens gebouwen en overkappingen ten behoeve van centrale voorzieningen ter plaatse van KZT A ter plaatse van KZT B gebouwen ten behoeve van re2 creatieappartementen ter plaatse van KZT B recreatieappartementen ter 6 plaatse van KZT B terreinafscheidingen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
60 m³
max. bouwh.
3.00 m
6.00 m
2.50 m
3.00 m
2.00 m 45 m² 4 m²
3.50 m 2.00 m
4.00 m 2.50
4.00 m 825 m² 400 m² **
**
**
2.00 m 4.00 m
* deze maat is inclusief andere, onder de begane grondvloer aanwezige ruimten (zie artikel 27 lid 2) ** zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
Artikel 17
38
Kampeerterrein (KT)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Kampeerterrein (KT) zijn bestemd voor: kampeerterreinen inclusief standplaatsen voor stacaravans met bijbehorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, sport- en speelvelden, groen en water; ter plaatse van de medebestemming waterkeringsdoeleinden: waterkeringsdoeleinden; de doeleinden die ingevolge hoofdstuk II voor het betrokken deelgebied zijn aangegeven. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: stacaravans, was- en toiletgelegenheden, gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen en beheer, overkappingen en − behalve als het bouwvlak van de betreffende gronden van de nadere aanwijzing (zw) zijn voorzien − bedrijfswoningen met uitbouwen; bijgebouwen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3. Voor het bouwen geldt het volgende: a. op de gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. overigens geldt het volgende:
-
-
max. aantal per bouwvlak bedrijfswoningen (inclusief bijge- * bouwen en uitbouwen) bijgebouwen en overkappingen bij/per bedrijfswoning stacaravans bijgebouwen en overkappingen bij vaste standplaatsen was - en toiletgelegenheden, gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen en beheer en overkappingen terreinafscheidingen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
max. inhoud 600 m³
max. oppervl.
max. goothoogte 6.00 m
50 m²
3.00 m
45 m² 4 m²
3.50 m 2.00 m
**
3.00 m
max. bouwhoogte
4.00 m 2.50 m
2.00 m 4.00 m
* Maximaal één, tenzij anders op de plankaart aangegeven. ** Zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, vermeerderd met 15%.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
Artikel 18
39
Verblijfsrecreatieve doeleinden (vR)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor: verblijfsrecreatieve doeleinden zijn bestemd overeenkomstig de desbetreffende subbestemming, met dien verstande dat: ter plaatse van de subbestemming vRwl de gronden uitsluitend zijn bestemd voor de ligplaatsen van recreatieve woonschepen tot het aantal dat uit de kaart blijkt; indien geen aantal is aangegeven, is maximaal één woonschip toegestaan; een en ander met inachtneming van het volgende: de lengte van het woonschip mag niet meer dan 15.00 m bedragen, de breedte niet meer dan 4.00 m en de hoogte niet meer dan 3.00 m; gangboorden, puntdaken, tweede verdiepingen en dakterrassen zijn niet toegestaan; evenmin zijn hekwerken, omheiningen, balustrades, windschermen of soortgelijke objecten op het dak toegestaan; ter plaatse van de medebestemming waterkeringsdoeleinden: waterkeringsdoeleinden; de doeleinden die ingevolge hoofdstuk II voor het betrokken deelgebied zijn aangegeven. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: ter plaatse van de subbestemming vRcs: gebouwen, géén bedrijfswoningen zijnde en overkappingen ten behoeve van caravanstalling; ter plaatse van de subbestemming vRwl: schuurtjes en overkappingen; ter plaatse van de subbestemming vRz: zomerhuizen met bijgebouwen en overkappingen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3. Voor het bouwen geldt het volgende: a. op de gronden met de nadere aanwijzing (zh) is de bouw van hoofdgebouwen niet toegestaan; b. overigens geldt het volgende:
-
-
-
-
* ** ***
max. aantal *
zomerhuizen bijgebouwen en overkappingen bij/per zomerhuis en schuurtjes en overkappingen bij/per woonschip bijgebouwen en overkappingen ter 1 plaatse van de nadere aanwijzing (zh) gebouwen en overkappingen ten behoeve van caravanstalling ter plaatse van vRcs terreinafscheidingen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
max. inhoud
max. oppervl.
250 m³ *** 12 m²
max. goothoogte 3.00 m 2.50 m
65 m²
3.00 m
**
3.00 m
max. bouwhoogte 6.00 m 3.00 m
2.00 m 4.00 m
Maximaal één, tenzij anders op de plankaart aangegeven. Zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan. Deze maat is inclusief andere, onder de begane grondvloer aanwezige, ruimten (zie artikel 27 lid 2).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
Artikel 19
40
Molen (MO)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Molen (MO) zijn bestemd voor: instandhouding van de ter plaatse aanwezige molen in combinatie met wonen; ter plaatse van de medebestemming waterkeringsdoeleinden: waterkeringsdoeleinden; de doeleinden die ingevolge hoofdstuk II voor het betrokken deelgebied zijn aangegeven. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd voorzover dit voor instandhouding van de molen met aanhorigheden nodig is, alsmede terreinafscheidingen met een bouwhoogte van maximaal 2.00 m.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
Artikel 20
41
Natuurdoeleinden (N)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Natuurdoeleinden (N) zijn bestemd voor: behoud, bescherming en beheer van aanwezige natuurwaarden en water/plassen, oevers en (recreatie)vaart; uitsluitend ter plaatse van de subbestemming Ns: steigers en andere voorzieningen ten behoeve van het afmeren van pleziervaartuigen; de doeleinden die ingevolge hoofdstuk II voor het betrokken deelgebied zijn aangegeven. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden mogen uitsluitend terreinafscheidingen worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 1.00 m. 3. Op gronden met de subbestemming Ns mogen uitsluitend steigers worden gebouwd en andere voorzieningen ten behoeve van het afmeren van pleziervaartuigen, met dien verstande dat: a. de lengte van de steigers niet meer mag bedragen dan 38.00 m; b. de breedte van de steigers niet meer mag bedragen dan 1.50 m; c. de hoogte van de steigers niet meer mag bedragen dan 0.50 m boven het peil.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
Artikel 21
42
Bosgebied (BO)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Bosgebied (BO) zijn bestemd voor: behoud, bescherming en beheer van het aanwezige bosgebied, in combinatie met extensieve recreatie; ter plaatse van de medebestemming waterkeringsdoeleinden: waterkeringsdoeleinden; ter plaatse van de medebestemming leidingen: leidingen; de doeleinden die ingevolge hoofdstuk II voor het betrokken deelgebied zijn aangegeven. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden mogen uitsluitend terreinafscheidingen worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 1.00 m. Wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van tuincentrum 3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden die op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "gebied met wijzigingsbevoegdheid I ex artikel 11 WRO" te wijzigen in de bestemming Tuincentrum, dit ten behoeve van de in het kader van de verbreding van de A4 noodzakelijke verplaatsing van een tuincentrum, met inachtneming van het volgende: planwijziging mag uitsluitend worden toegepast ten behoeve van verplaatsing van het tuincentrum aan de Persant Snoepweg te Hoogmade; er is niet meer dan één bedrijfswoning toegestaan met een inhoud van 500 m³ en een goothoogte van maximaal 6.00 m; er dient voorzien te worden in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein; de oppervlakte van de bebouwing mag niet meer bedragen dan 70%; er dient in landschappelijke inpassing te worden voorzien door middel van opgaande beplanting van een gebiedseigen assortiment over een breedte van ten minste 5.00 m; de bestaande beplanting kan daarbij als randbeplanting worden gehandhaafd, waarbij deze beplanting op zo'n wijze aangevuld dient te worden dat de bebouwing aan het zicht onttrokken is. 4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden die op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "gebied met wijzigingsbevoegdheid II ex artikel 11 WRO" te wijzigen in de bestemming Agrarische doeleinden. Dit ten behoeve van de uitvoering van de landinrichtingsplannen van de Landinrichtingscommissie Ade, met inachtneming van het bepaalde in artikel 2 lid 1a (Beschrijving in hoofdlijnen).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
Artikel 22
43
Groenvoorzieningen (GR)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Groenvoorzieningen (GR) zijn bestemd voor: beplantingen, bermen en bermsloten; de doeleinden die in hoofdstuk II voor het betrokken deelgebied zijn aangegeven. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden mogen uitsluitend terreinafscheidingen worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 2.00 m.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
Artikel 23
44
Verkeersdoeleinden (V)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Verkeersdoeleinden (V) zijn bestemd voor: ter plaatse van de gronden zonder subbestemming: wegen (twee rijstroken), bermen, fietsen voetpaden, alsmede voor waterlopen en bruggen; ter plaatse van de subbestemming Vo: een opslagterrein ten behoeve van het wegbeheer; ter plaatse van de medebestemming waterkeringsdoeleinden: waterkeringsdoeleinden; ter plaatse van de medebestemming leidingen: leidingen. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: ter plaatse van de subbestemming Vo: gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van het wegbeheer, alsmede een kantoor; ter plaatse van de gronden zonder subbestemming: bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van het verkeer; bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van het verkeer. 3. Voor het bouwen geldt het volgende:
-
overige gebouwen ter plaatse van de subbestemming Vo wegmeubilair overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
max. oppervl.
max. gooth.
500 m²
10.00 m
max. bouwh. 10.00 m 3.00 m
4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de maximale bouwhoogte voor wegmeubilair, zulks tot een maximale hoogte van 20.00 m. 5. Vrijstelling wordt niet verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden zoals bedoeld in de artikelen 4 en 5, in het bijzonder wat betreft de landschapswaarden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
Artikel 24
45
Water
Doeleindenomschrijving 1. De gronden/het water op de kaart aangewezen voor water zijn bestemd voor: wateraan- en afvoer, waterberging, (recreatie)vaart en (delen van) oevers, alsmede voor − daar waar de bestemming Water de bestemming Verkeersdoeleinden kruist − bruggen; ter plaatse van de medebestemming leidingen: leidingen. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de waterbeheersing worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 2.00 m, en − daar waar de bestemming Water de bestemming Verkeersdoeleinden kruist − bruggen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
Artikel 25
46
Waterkeringsdoeleinden en Leidingen
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor waterkeringsdoeleinden zijn primair bestemd voor: dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering; alsmede voor: de doeleinden die ingevolge hoofdstuk II voor het betrokken deelgebied zijn aangegeven waarbij het belang van de waterkering prevaleert. 2. De gronden op de kaart aangewezen voor leidingen zijn mede bestemd voor: binnen een afstand van 4.00 m van de nadere aanwijzing : een aardgasleiding; binnen een afstand van 25.00 m van de nadere aanwijzing : een bovengrondse hoogspanningsleiding; de doeleinden die ingevolge hoofdstuk II voor het betrokken deelgebied zijn aangegeven. Bouwvoorschriften vanwege de bestemmingen Waterkeringsdoeleinden en Leidingen 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. ten behoeve van de bestemming waterkeringsdoeleinden: bouwwerken, geen gebouwen; b. ten behoeve van de bestemming leidingen: bouwwerken, geen gebouwen zijnde, alsmede gebouwtjes met een maximale goothoogte van 2.50 m en een maximale oppervlakte van 5 m². Bouwvoorschriften vanwege secundaire bestemmingen 4. Op de gronden met de bestemmingen Waterkeringsdoeleinden en Leidingen, zijn bouwwerken ten behoeve van secundaire bestemmingen slechts toelaatbaar indien daarvoor vrijstelling is verleend door burgemeester en wethouders. Vrijstelling wordt verleend indien het belang van de waterkering of de leiding(en) hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Adviesprocedure voor bouwen 5. Alvorens omtrent het verlenen van een vrijstelling ten behoeve van de secundaire bestemmingen te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij: a. de beheerder van de waterkering omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de belangen van de waterkering niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden; b. de beheerder(s) van de leiding(en) omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactivi teit de belangen van de leiding(en) niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden. Aanlegvoorschriften 6. Het is − onverminderd de gebruiksverboden van artikel 43 en de aanlegvoorschriften van artikel 7 − verboden op of in de gronden met de bestemming leidingen zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen; b. het veranderen van het maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven of ophogen; c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen; d. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een andere wijze indrijven van voorwerpen; e. diepploegen; f. het aanleggen van kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies; g. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen. 7. Het verbod als bedoeld in lid 6 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
47
Toelaatbaarheid 8. De aanleg of uitvoering van de in lid 6 genoemde werken en werkzaamheden is uitsluitend toelaatbaar, indien en voorzover bedreiging of benadeling van de belangen in verband met de betrokken leiding(en) niet is te duchten. Adviesprocedure voor aanlegvergunningen 9. Alvorens omtrent het verlenen van een aanlegvergunning te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en) omtrent de vraag of door de uitvoering van de voorgenomen werken en werkzaamheden de belangen van de leiding(en) niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bestemmingen en gebruik op perceelsniveau
48
blanco pagina
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Hoofdstuk IV Artikel 26
49
Algemene bepalingen
Procedurevoorschrift planwijziging
Op de voorbereiding van een besluit waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (wijzigingsbevoegdheid), is de procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Artikel 27
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten: 1. de oppervlakte van een gebouw tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren. 2. de inhoud van een gebouw tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren en de buitenzijde van de daken en dakkapellen, met dien verstande dat ingeval van zomerhuizen ook andere, onder de begane grondvloer aanwezige, ruimten meetellen bij de inhoud. 3. de goot(- of boeibord)hoogte van een gebouw tussen de bovenkant van goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel en het peil. 4. de bouwhoogte van een gebouw tussen de bovenkant van het gebouw, met uitzondering van antennes, kleine liftkokers, schoorstenen en andere ondergeschikte bouwdelen, en het peil. 5. de bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde tussen het hoogste punt van het bouwwerk en het peil; bij constructies worden de werken in verticale stand meegerekend. 6. afstanden afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn. 7. de hoogte van een woonschip vanaf de waterspiegel tot aan het hoogste punt, ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels en antennes niet meegerekend,
Artikel 28
Straalpad
Op de gronden waarboven blijkens de kaart een straalpad is gelegen, mag de bouwhoogte van bouwwerken in geen enkel opzicht meer bedragen dan de hoogte die op de kaart bij het straalpad is ingeschreven.
Artikel 29
Situering gebouwen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de verhouding breedte-diepte, de nokrichting en de dakvorm van gebouwen, teneinde aldus zeker te
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Algemene bepalingen
50
stellen dat gebouwen, groter dan 6 m², aansluiten op de van oudsher in het gebied gebruikelijke bouwvormen en de landschappelijke karakteristiek van de omgeving.
Artikel 30
Rooilijn
Ter plaatse waar op de plankaart een rooilijn is aangegeven, mag deze niet met gebouwen, terreinafscheidingen en buitenbakken ten behoeve van maneges worden overschreden, tenzij het betreft: a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, funderingen, balkons, erkers en entreeportalen, mits de overschrijding niet meer dan 1.50 m bedraagt; b. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1.00 m bedraagt; c. terreinafscheidingen, mits de bouwhoogte niet meer dan 1.00 m bedraagt.
Artikel 31
Afstand van woningen tot wegen en spoorweg
1. Ingeval van nieuwe woningen ingevolge planwijziging of vrijstelling mag de afstand van de woning (inclusief uitbouwen) tot de as van de weg of spoorweg − ter beperking van geluidshinder − in geen geval minder bedragen dan overeenkomt met de afstanden zoals hieronder aangegeven. weg A4 Hoogmadeseweg Leidseweg/Oud Adeseweg N445 N446 HSL
minimale afstand 600 meter 48 meter 22 meter 145 meter 165 meter 435 meter
2. De afstanden die genoemd zijn in lid 1 behoeven niet acht te worden genomen indien uit het bestemmingsplan HSL-A4, vastgesteld door de raad van de gemeente Alkemade op 21 mei 2000 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 9 januari 2001 blijkt dat ter plaatse van de nieuwe woning een kleinere afstand kan worden aangehouden dan in lid 1 is aangegeven.
Artikel 32
Zijerfscheidingen
1. Voorzover gebouwen niet op de zijerfscheiding aaneen worden gebouwd, dient de afstand tot de zijerfscheiding ten minste 3.00 m te bedragen. Deze regeling geldt niet voor bijgebouwen. 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 ten behoeve van het bouwen op een afstand van minder dan 3.00 m van de zijerfscheiding, indien de natuur- en landschapswaarden en de gebruikswaarden van de aangrenzende percelen niet in onevenredige mate worden geschaad.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Algemene bepalingen
Artikel 33
51
Agrarische bedrijven en milieuhinder
1. Vanwege nieuwe bouwsteden ten behoeve van agrarische bedrijven mag geen situatie ontstaan die uit milieuhygiënisch oogpunt (verzuring, geurhinder) bezwaarlijk is. Daarom wordt geen planwijziging toegepast indien ter zake geen milieuvergunning kan worden verleend dan wel anderszins strijdigheid met milieuwetgeving ontstaat. 2. Het voorafgaande is ook van toepassing ingeval van uitbreiding van bouwvlakken/bouwsteden ten behoeve van agrarische bedrijven. Daarom wordt geen vrijstelling verleend indien terzake geen milieuvergunning kan worden verleend dan wel anderszins strijdigheid met milieuwetgeving ontstaat.
Artikel 34
Woningen en kassen
1. Tussen kassen op gronden met de bestemming "Agrarische doeleinden, glastuinbouw" en woningen (inclusief uitbouwen) die niet tot het eigen tuinbouwbedrijf behoren, dient − afhankelijk van de situatie op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan − ten minste de volgende afstand in acht genomen te worden: situatie nieuw op te richten glastuinbouwbedrijf en bestaande woning uitbreiding van bestaand glastuinbouwbedrijf en bestaande woning bestaand glastuinbouwbedrijf en nieuwe woning bestaand glastuinbouwbedrijf en uitbreiding bestaande woning
minimale afstand 25.00 m 10.00 m 25.00 m 10.00 m
2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van deze afstandsmaten vrijstelling te verlenen, indien en voorzover een kortere afstand − gelet op de milieuvergunning en de daaraan verbonden voorschriften − uit milieuhygiënisch oogpunt aanvaardbaar is.
Artikel 35
Afstanden tussen woningen en veehouderijbedrijven
1. De afstand tussen woningen en de uiterste grens van bouwsteden met de bestemming Agrarische doeleinden, veehouderij waarop grondgebonden veehouderij dan wel intensieve veehouderij toelaatbaar is ingevolge hoofdstuk II of III, mag niet minder bedragen dan de afstand zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan. 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 voorzover zulks − uit een oogpunt van milieuwetgeving − geen nadelige invloed heeft voor het op de bouwstede gevestigde agrarisch bedrijf.
Artikel 36
Oeververbindingen
Buiten bouwsteden en bouwvlakken mogen − zo nodig in afwijking van hoofdstuk III − uitsluitend oeververbindingen worden gebouwd indien zulks plaatsvindt ter plaatse van: fiets en/of wandelpaden die op de plankaart zijn aangegeven of worden gerealiseerd op grond van artikel 7 (aanlegvergunning); wegen op gronden met de bestemming verkeersdoeleinden; volwaardige of reële agrarische bedrijven; bouwsteden of bouwvlakken dan wel gronden met de nadere aanwijzing (z); reeds aanwezige oeververbindingen (ter vervanging, herstel of verbetering).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Algemene bepalingen
Artikel 37
52
Dubbeltelbepalingen
1. Gronden die in aanmerking zijn of moeten worden genomen bij een te verlenen bouwvergunning mogen niet nog eens bij een nieuwe aanvraag voor het verkrijgen van een bouwvergunning in aanmerking worden genomen. 2. Met betrekking tot bedrijfswoningen voor agrarische bedrijven, zoals in artikel 8 en 10 bedoeld, geldt overigens het volgende: a. indien ten behoeve van een bedrijf reeds één of meerdere woningen aanwezig zijn, wordt het bouwplan voor een nieuwe bedrijfswoning aangemerkt als bouwplan voor een tweede respectievelijk volgende bedrijfswoning; b. tenzij het de vervanging van een woning betreft, worden met een bij het bedrijf reeds aanwezige woning gelijkgesteld: de woning die op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerpplan reeds op het bouwvlak van het betrokken bedrijf aanwezig is, óók als deze woning inmiddels niet meer functioneert als bedrijfswoning bij/van het betrokken agrarisch bedrijf; de woning, die na de tervisielegging van het ontwerpplan als bedrijfswoning op het bouwvlak van het betrokken bedrijf is of wordt gebouwd, óók als deze woning inmiddels niet meer functioneert als bedrijfswoning bij/van het betrokken agrarisch bedrijf.
Artikel 38
Bestaande maten
1. Daar waar afstanden op de dag van terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer of minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk III is voorgeschreven, mogen de bestaande afstanden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangehouden. 2. In die gevallen dat hoogten, inhoud en/of oppervlakten van bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet op de dag van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk III is voorgeschreven, mogen de bestaande maten als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
Artikel 39
Algemene vrijstellingsbevoegdheid
1. Tenzij dit plan elders al over vrijstellingsbevoegdheden voor overschrijding van maatvoering beschikt, zijn burgemeester en wethouders bevoegd vrijstelling te verlenen van de bepalingen van het plan voor overschrijding van − voor bouwen geldende − afstands-, inhouds-, oppervlakte- en hoogtematen met ten hoogste 15%, met uitzondering van inhoudsmaten voor woningen. 2. Vrijstelling, zoals in de leden 1 en 2 bedoeld, wordt niet verleend, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de bestemming(en) van de betrokken en aangrenzende gronden en de waarden als bedoeld in de artikelen 3 t/m 5.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Algemene bepalingen
Artikel 40
53
Bijgebouwen bij woonschepen en zomerhuizen
1. In afwijking van hoofdstuk III mogen bijgebouwen en overkappingen bij woonschepen en zomerhuizen buiten de subbestemmingen (vRwl, vRz en Wwl) uitsluitend worden gebouwd voorzover op kaartbladen 1 en 2 de nadere aanwijzing "bijgebouw bij woonschip of zomerhuis toegestaan" is aangegeven, en met inachtneming van het volgende: bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de nadere aanwijzing "bijgebouw bij woonschip of zomerhuis toegestaan"; in totaal is per woonschip maximaal 12 m² aan bijgebouwen en overkappingen toegestaan; de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen mag niet meer dan 2.50 m bedragen. Wijzigingsbevoegdheid 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bijgebouwen en overkappingen bij woonschepen en zomerhuizen op andere bestemmingen dan Woonschepenligplaats (vRwl of Wwl) of Verblijfsrecreatieve doeleinden, Zomerhuis (vRz) door middel van planwijziging toe te staan, met inachtneming van het volgende: planwijziging mag uitsluitend worden toegepast ten behoeve van woonschepen en zomerhuizen voorzien zijn van de (sub)bestemming woonschepenligplaats (vRwl of Wwl) of zomerhuis (vRz); planwijziging mag uitsluitend worden toegepast indien gebleken is dat binnen het betreffende bestemmingsvlak géén mogelijkheid is voor het plaatsen van het betreffende bijgebouw; de afstand van het bijgebouw tot de grens van het bestemmingsvlak waarin het betreffende woonschip of zomerhuis gelegen is, mag niet meer dan 10.00 m bedragen; voor de bouw van een bijgebouw mag geen bestaand oppervlaktewater worden gedempt en mogen natuurwaarden niet in onevenredige mate worden geschaad; bijgebouwen dienen zodanig te worden gesitueerd dat doorzichten niet worden geschaad; in totaal is per woonschip maximaal 12 m² aan bijgebouwen en overkappingen toegestaan; de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen mag niet meer dan 2.50 m bedragen.
Artikel 41
Monumenten
Deze voorschriften laten, voor wat betreft de gronden welke op de plankaart zijn voorzien van de aanduiding "monumenten", onverlet hetgeen met betrekking tot monumenten in de zin van de Monumentenwet, bij of krachtens die wet is bepaald.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Algemene bepalingen
Artikel 42
54
Cultuurhistorische waardevolle bouwwerken
1. De bouwwerken op de gronden met de aanduiding "beeldbepalend bouwwerk" zijn karakteristiek of cultuurhistorisch waardevol en mogen niet worden uitgebreid of uitwendig worden veranderd. 2. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 teneinde uitbreiding en/of vernieuwing of verandering van de in lid 1 bedoelde bouwwerken toe te staan, met dien verstande dat: a. voorzover sprake is van uitbreiding: uitbreiding uitsluitend is toegestaan indien het uitwendige karakter van het gebouw hierdoor niet wordt aangetast; b. voorzover sprake is van vernieuwing of verandering: vernieuwing of verandering uitsluitend is toegestaan indien het bouwplan (mede) strekt tot behoud of herstel van het uitwendige karakter van het bouwwerk in de bestaande toestand en/of de oorspronkelijke toestand.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Algemene bepalingen
Artikel 43
55
Gebruiksverboden
Algemeen 1. Het is verboden gronden/water en bouwwerken te (laten) gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de betrokken grond gegeven (sub)bestemmingen, de daarbijbehorende doeleindenomschrijvingen en de overige voorschriften. 2. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan onbebouwde gronden/water te (laten) gebruiken: a. als opslagplaats voor bagger en grondspecie; b. als opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen; c. als uitstallings-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen; d. voor het houden van wedstrijden met motorvoertuigen of bromfietsen; e. als plaats voor het (laten) landen of opstijgen van ultralight-vliegtuigen; f. voor groeps- en natuurkamperen zoals bedoeld in artikel 8 lid 2 onder b en c van de Wet op de Openluchtrecreatie. 3. Onder strijdig gebruik wordt voorts verstaan de in dit bestemmingsplan opgenomen gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken als seksinrichting. 4. Onder strijdig gebruik wordt voorts verstaan gronden of water te (laten) gebruiken: als permanente ligplaats voor een pleziervaartuig; als ligplaats voor een woonschip; als locatie voor een zomerhuis; als standplaats voor een stacaravan; tenzij de gronden zodanig zijn bestemd. De woonschepenligplaatsen en de locaties voor zomerhuizen waarvoor door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland ontheffing is verleend op basis van de Verordening watergebieden en pleziervaart Zuid-Holland d.d. 17 september 1993, zijn van dit verbod uitgezonderd. Deze woonschepenligplaatsen en locaties voor zomerhuizen zijn vermeld op de bij deze voorschriften behorende bijlage 2: "Woonschepen en zomerhuizen waarvoor door Gedeputeerde Staten ontheffing is verleend". Indien het feitelijk gebruik van deze pleziervaartuigen- of woonschepenligplaats of locatie voor een zomerhuis beëindigd wordt, wordt een gebruiksverandering tot woonschepenligplaats of locatie voor een zomerhuis als een vorm van strijdig gebruik beschouwd. 5. Onder strijdig gebruik als bedoeld in lid 2 onder a t/m f wordt niet verstaan: a. vormen van gebruik als bedoeld in lid 2, die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de betrokken grond ingevolge de bestemming(en), de daarbijbehorende doeleindenomschrijving(en) en/of de overige voorschriften mag worden gebruikt, mits niet buiten bouwvlak of bouwstede en mits − wat opslag in de open lucht betreft − niet met een stapelhoogte van meer dan 1.50 m; b. het opslaan van bouwmaterialen, puin, bagger en grondspecie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de betrokken bestemming(en); c. de stalling van ten hoogste één toercaravan en/of boot op de bij een woning behorende bouwstede of bouwvlak. 6. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1, indien strikte toepassing van het verbod leidt tot beperkingen in het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen worden gerechtvaardigd.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Algemene bepalingen
56
Bijzondere gebruiksverboden 7. Het is voorts verboden gronden/water te (laten) gebruiken:
a.
b.
c. d.
e.
f.
Dempen van sloten Voor doeleinden die gepaard gaan met slootdemping in het "gebied met waterstaatkundige, recreatieve en natuur- en landschapswaarden" (artikel 5). Ruwvoederteelt Voor ruwvoederteelt in het "gebied met waterstaatkundige, recreatieve en natuur- en landschapswaarden" (artikel 5) en voor ruwvoederteelt die verder reikt dan de voorziening in de eigen behoefte van het bedrijf in het gehele plangebied. Beplanting Voor bebossing/bosbouw. Voor boomgaarden/fruitteelt/sierteelt in het "agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden" (artikel 4) en het "gebied met waterstaatkundige, recreatieve en natuur- en landschapswaarden" (artikel 5), tenzij het landschappelijke inpassing van bouwvlakken en bouwsteden betreft door middel van: hetzij opgaande randbeplanting van een gebiedseigen assortiment; hetzij kleine boomgaarden met een oppervlakte van ten hoogste 1.000 m². Paden, wegen, verhardingen Voor paden en wegen, alsmede verhardingen met een oppervlakte van 100 m² of meer, tenzij dit plaatsvindt: 1. binnen bouwsteden of bouwvlakken dan wel gronden met de nadere aanwijzing (z); 2. in andere situaties dan onder 1 bedoeld, ten behoeve van: - fiets- en/of wandelpaden die op de plankaart zijn aangegeven dan wel worden gerealiseerd op grond van artikel 7 (aanlegvergunning); - wegen op gronden met de bestemming verkeersdoeleinden; - volwaardige of reële agrarische bedrijven dan wel agrarische bedrijven bij wijze van deeltijd; - onderhoud van reeds aanwezige wegen, paden en verhardingen. Afgraven, ophogen, egaliseren Voor doeleinden die gepaard gaan met afgravingen, ophogingen en/of egalisaties van oeverlanden in het "gebied met waterstaatkundige, recreatieve en natuur- en landschapswaarden" (artikel 5), tenzij zulks plaatsvindt in het kader van natuurgericht beheer dan wel indien zulks plaatsvindt ten behoeve van waterstaatsdoeleinden en niet binnen de bestemming Natuurdoeleinden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Hoofdstuk V Artikel 44
57
Overgangs- en slotbepalingen
Gebruik in strijd met het plan
1. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat afwijkt van het plan op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, mag worden voortgezet. 2. Wijziging van het in lid 1 bedoelde gebruik is verboden, tenzij hierdoor de bestaande afwijkingen van het plan naar aard en/of intensiteit niet worden vergroot. 3. Het bepaalde in lid 1 en 2 is niet van toepassing op gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen tot dat tijdstip geldende plan − daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan − en waartegen van overheidswege wordt of alsnog kan worden opgetreden.
Artikel 45
Bouwen in strijd met het plan
1. Een ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan bestaand bouwwerk, dat afwijkt van dit plan en dat is of wordt gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, mag, mits de bestaande afwijkingen niet worden vergroot: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. geheel worden vernieuwd, indien het bouwwerk door een calamiteit is tenietgegaan, mits de bouwvergunning is aangevraagd binnen 2 jaar nadat het bouwwerk is tenietgegaan. 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 ten behoeve van vergroting van horizontale en verticale afmetingen die niet meer bedraagt dan 15% van de oppervlakte respectievelijk hoogte. 3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de termijn genoemd in lid 1 onder b, voorzover dit vanwege een terzake dienende civielrechtelijke procedure noodzakelijk is.
Artikel 46
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in: artikel 7 lid 1; artikel 25 lid 6; artikel 43 leden 1 en 7; artikel 44 lid 2; is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Artikel 47
Titel
Dit plan kan worden aangehaald onder de naam "bestemmingsplan Landelijk Gebied West".
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
Bijlage 1. Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij de voorschriften van het bestemmingsplan Landelijk gebied West van de gemeente Alkemade
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
103.7913.00
INHOUDSOPGAVE
1
I.
INDELING OP GROND VAN DE BEDRIJFSACTIVITEITEN
blz. 3
0 01
Landbouw, jacht en bosbouw Landbouw en dienstverlening t.b.v. de landbouw
1/2/3 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37
Industrie Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken Verwerking van tabak Vervaardiging van textiel Vervaardiging van kleding, bereiden van verven van bont Vervaardiging van leer en lederwaren (excl. kleding) Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk (excl. meubels) Vervaardiging van papier, karton en papier- en kartonwaren Uitgeverijen, drukkerijen en reproduktie van opgenomen media Aardolie- en steenkoolverwerkende industrie Vervaardiging van chemische produkten Vervaardiging van produkten van rubber en kunststof Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsprodukten Vervaardiging van metalen in primaire vorm Vervaardiging van produkten van metaal Vervaardiging van machines en apparaten Vervaardiging van kantoormachines en computers Vervaardiging van overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden Vervaardiging van audio-, video- en telexcommunicatie-apparatuur en -benodigdheden Vervaardiging van medische apparaten/instrumenten, orthopedische artikelen e.d., precisie- en optische instrumenten en uurwerken Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers Vervaardiging van transportmiddelen (excl. auto's, aanhangwagens en opleggers) Vervaardiging van meubels en overige goederen n.e.g. Voorbereiding tot recycling
4 45
Bouwnijverheid Bouwnijverheid
10
5 50 51 52
Reparatie van consumentenartikelen en handel Handel in en reparatie van auto's en motorfietsen; benzineservicestation Groothandel (excl. auto's en motorfietsen) Detailhandel en reparatie t.b.v. particulieren
10 11 13
6 60 63 64
Vervoer, opslag en communicatie Vervoer over land Dienstverlening t.b.v. het vervoer Post en telecommunicatie
13 13 13
7 71 72 73 74
Verhuur van roerende goederen en zakelijke dienstverlening Verhuur van transportmiddelen, machines en overige roerende goederen Computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d. Speur- en ontwikkelingswerk Overige zakelijke dienstverlening
13 14 14 14
9 90 93
Milieudienstverlening en overige dienstverlening Milieudienstverlening Overige dienstverlening
14 14
II.
INDELING OP GROND VAN HET OPGESTELDE VERMOGEN
15
3 3 4 4 4 4 5 5 5 6 6 6 6 7 7 8 8 8 8 8 8 9 9 9
I. INDELING OP GROND VAN DE BEDRIJFSACTIVITEITEN
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit 01 01.1
01.4
15 15.1
15.2
15.3
15.4 15.5
15.6
15.7 15.8
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW Akker- en tuinbouw 01.12 Tuinbouw champignonkwekerijen bloembollendroog- en prepareerbedrijven Dienstverlening t.b.v. de landbouw algemeen (o.a. loonbedrijven) indien het bedrijfsoppervlak minder dan 500 m² bedraagt indien opslag bestrijdingsmiddelen zie SBI-code 51.55 plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN Slachterijen en vleesverwerking -algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 1000 m² bedraagt indien het bedrijfsoppervlak minder dan 200 m² bedraagt vervaardiging van snacks met een bedrijfsoppervlak van minder dan 2000 m² en vervaardiging van kant-en-klaarmaaltijden Visverwerking algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 1000 m² bedraagt Groente- en fruitverwerking algemeen vervaardiging van aardappelprodukten, verwerking van koolsoorten, drogen van groente of fruit of fabricage van uienconserven (zoutinleggerij) Vervaardiging van plantaardige en dierlijke oliën en vetten Vervaardiging van zuivelprodukten 15.51 Vervaardiging van zuivelprodukten algemeen vervaardiging van consumptiemelk- en melkprodukten 15.52 Bereiding van consumptie-ijs algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 200 m² bedraagt Vervaardiging van meel algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 1000 m² bedraagt Vervaardiging van diervoeder Vervaardiging van overige voedingsmiddelen 15.81/ Brood, beschuit, banket, koek en biscuit 15.82 algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 200 m² bedraagt 15.83 Suiker 15.84 Verwerking van cacaobonen en vervaardiging van chocolade en suikerwerk
3
categorie
maatgevende continu 1) 2) milieuaspecten factor
3 2 1 3 2
G/Gr/R G/Gr/S G/Gr/V G
C C -
1
-
-
4+ 3
G/Gr/V
C
2
G/Gr
-
3
G/Gr
-
4+ 3
Gr
-
G/Gr/V
C
G/V
C
3 2
G/V G
C -
4+ 3
G/S/V
C
G/Gr/R/V G/Gr
C -
3 4+
4+ 4+
4+ 3 2 4+
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit algemeen suikerwerk indien vervaardigen van suikerwerk of chocoladefabriek met een maximaal bedrijfsoppervlak van 200 m² 15.85 Deegwaren 15.86 Overige voedingsmiddelen t/m algemeen 15.89 theepakkerijen en soep(aroma)fabrieken zonder poederdrogen Vervaardiging van dranken -
15.9 16
17 17.1/ 17.2
VERWERKING VAN TABAK algemeen vervaardigen van sigaren
17.6/ 17.7 18 18.1/ 18.2 18.3 19 19.1 19.2 19.3 20 20.1
20.2 20.3
categorie
maatgevende continu 1) 2) milieuaspecten factor
4+ 3 2
G/Gr/R/V Gr
-
3
G/Gr/V
-
4+ 3
G/Gr/V
-
G/Gr
-
G/Gr/R/S/V
-
G/Gr/S
-
4+ 4+ 3
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL Bewerken en spinnen van textielvezels en weven van textiel algemeen indien 50 of meer weefgetouwen met schietspoelen aanwezig zijn Textielveredeling Vervaardiging van textielwaren (excl. kleding) Vervaardiging van overige textielprodukten algemeen tapijten en vloerkleden Vervaardiging van gehaakte en gebreide stoffen en artikelen
3 4+ 3
G/Gr
-
G/R/V
-
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Algemeen
2
G/R
-
Bereiden, verven en vervaardigen van (artikelen van) bont
3
Gr
-
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) Looien en bewerken van leer Vervaardiging van lederwaren (excl. kleding en schoeisel) Vervaardiging van schoeisel
4+ 3 3
Gr/V G/Gr/V
-
4+* 3 4+*
G/S G/S/V
-
3 4+
G/Gr/R/V
-
G/R/S/V
-
-
17.3 17.4 17.5
4
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING VAN ARTIKELEN VAN HOUT, KURK, RIET EN VLECHTWERK (EXCL. MEUBELS) Primaire houtbewerking houtzagerijen, -schaverijen e.d. houtconservering met zoutoplossingen overige houtconservering Vervaardiging van fineer- en plaatmaterialen triplex- en fineermaterialen vezel- en spaanderplaat Vervaardiging van timmerwerk algemeen
3 4+ 4+ 3
3)
3)
3*
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit parket- en hardhoutvloeren, geprefabriceerde houten gebouwen Vervaardiging van houten emballage Vervaardiging van overige artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk overige artikelen van hout kurkwaren riet en vlechtwaren -
20.4 20.5
21 21.1
21.2
22 22.1 22.2
22.3 23 23.1 23.2
24 24.1/ 24.4 24.2 24.3 24.5 24.6
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN Vervaardiging van pulp, papier en karton algemeen indien de capaciteit voor het vervaardigen van papier of celstof 3 ton/uur meer bedraagt Vervaardiging van papier- en kartonwaren papierwaren golfkarton en kartonnage indien de capaciteit voor het vervaardigen van papier of celstof 3 ton/uur of meer bedraagt UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Uitgeverijen Drukkerijen en aanverwante activiteiten algemeen dagbladdrukkerijen, offset-rotatiedrukkerijen met thermische drogerij en rotatie-diepdrukkerijen zonder terugwinning van oplosmiddelen chemigrafische en fotolithografische bedrijven, 3) zeefdrukkerijen, drukkerijen n.e.g. en grafische afwerkingsbedrijven (binderij e.d.) loonzetterijen Reproduktie van opgenomen media
5
categorie 4+ 3)
G/S/R/V
-
3* 3 2
3)
G/S/R/V Gr R
-
3 4+
G/Gr/S
-
2 3 4+
G G/Gr/V
C
1
-
-
3 4+
G/Gr/V
C
2
G/Gr/R
-
1 3
G/Gr/R
-
G/Gr/R/V
-
G/R
-
Gr/R/V
-
3*
AARDOLIE- EN STEENKOOLVERWERKENDE INDUSTRIE Vervaardiging van cokesovenprodukten 4+ Aardolieverwerking algemeen 4+ vervaardiging van smeeroliën en -vetten (niet verbonden 3 aan aardolieraffinaderij) VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN Vervaardiging van basischemicaliën en farmaceutische produkten algemeen verbandmiddelen Vervaardiging van landbouwchemicaliën Vervaardiging van verf, lak, vernis, inkt en mastiek Vervaardiging van zeep, was-, reinigings- en onderhoudsmiddelen, parfums en cosmetica Vervaardiging van overige chemische produkten algemeen
maatgevende continu 1) 2) milieuaspecten factor
4+ 2 4+ 4+ 4+ 3
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit lijm en plakmiddelen met gebruik van dierlijke grondstoffen, vuurwerk, munitie en springstoffen, 3) chemische produkten n.e.g. (24.66) Vervaardiging van synthetische en kunstmatige vezels -
24.7 25 25.1
25.2
26 26.1
26.2/ 26.3 26.4 26.5 26.6
26.7
VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF Vervaardiging van produkten van rubber banden en rubberregeneratie rubberprodukten (excl. banden) vernieuwen van loopvlakken idem, indien het bedrijfsoppervlak kleiner is dan 100 m² Vervaardiging van produkten van kunststof algemeen produktie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN Vervaardiging van glas en glaswerk algemeen vervaardigen, bewerken of verwerken van glas of glazen voorwerpen met een capaciteit van 10 ton/uur of meer, vervaardigen van glaswol of glasvezels glasbewerking glas-in-lood-zetterijen Vervaardiging van keramische produkten algemeen indien het motorisch vermogen van de elektrische ovens totaal minder dan 40 kW bedraagt Vervaardiging van produkten voor de bouw van gebakken klei Vervaardiging van cement, kalk en gips Vervaardiging van produkten van beton, cement en gips 26.61/ Produkten van beton (incl. stortklare beton), kalk26.62/ zandsteen, cement en gips 26.63/ algemeen 26.66 produkten van kalkzandsteen 26.64 Mortel algemeen indien de produktiecapaciteit 100 ton/uur of meer bedraagt 26.65 Produkten van vezelcement algemeen indien gebruik van persen, triltafels of bekistingstrillers met een produktiecapaciteit van 100 ton/dag of meer Natuursteenbewerking 26.8 Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale produkten 26.81 Schuur-, slijp- en polijstmiddelen 26.82 Overige niet-metaalhoudende minerale produkten bitumineus wegenbouw- en dakbedekkingsmateriaal 3) minerale produkten n.e.g.
6
categorie
maatgevende continu 1) 2) milieuaspecten factor
4+ 4+
4+ 3 4+ 3
G/Gr/R
-
G/Gr/R
-
G/Gr/R
-
3 4+
G
-
3 2
G/Gr G
-
4+ 3
S
-
G/S/V
-
3 4+
G/S/V
-
3 4+
G/R/S/V
-
3
G/S
-
3
G/S
-
Gr/S/R/V
-
4+ 3
4+ 4+
4+ 3
4+ 3
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit 27
28 28.1
28.2/ 28.3
28.4 28.5
28.6
28.7
indien de produktiecapaciteit voor steenwol 5.000 ton/jaar of meer bedraagt
VERVAARDIGING VAN METALEN IN PRIMAIRE VORM algemeen gieterijen van non-ferrometalen VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN METAAL Vervaardiging van metaalconstructiewerken, ramen, deuren en kozijnen algemeen samenvoegen van plaat-, profiel-, staf- of buismaterialen door middel van smeden, klinken, lassen of monteren met een niet in een gesloten gebouw ondergebracht produktie-oppervlak van 2000 m² of meer Vervaardiging van tanks en reservoirs en van ketels en radiatoren voor centrale verwarming en van stoomketels 28.21/ Tanks en reservoirs 28.3 28.22 Produkten voor centrale verwarming Smeden, persen, stampen en profielwalsen van metaal algemeen stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven Oppervlaktebehandeling en overige metaalbewerking 28.51 Oppervlaktebehandeling algemeen stralen, thermisch verzinken en vertinnen 28.52 Lasinrichtingen, bankwerkerijen Vervaardiging van scharen en bestek, gereedschap en hang- en sluitwerk algemeen indien met lakspuiterij Vervaardiging van overige produkten van metaal algemeen produceren-, renoveren of schoonmaken van metalen vaten met een produktie-oppervlakte van 2000 m² of meer
7
categorie 4+
4+ 3
G/Gr/S
-
G G
-
3
G/Gr/R/V
-
4+ 3
G
-
G/Gr/S/R/V
-
G/Gr/V
-
3* 3
G/V G/Gr/V
-
3 4+
G/Gr/R/V
-
G/Gr/S/R/V
-
G/Gr/R
-
3)
4+* 4+
4+
3 4+ 3) 3* 3)
3)
29
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
4+*
30
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
4+*
31
VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRISCHE MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDHEDEN Vervaardiging van elektromotoren, generatoren, transformatoren, schakel- en verdeelinrichtingen, geïsoleerde kabel en draad Vervaardiging van accumulatoren, electrische elementen en batterijen Vervaardiging van electrische lampen, buizen en verlichtingsbenodigdheden Vervaardiging van overige elektrotechnische benodigdheden 3) n.e.g.
31.1/ 31.2/ 31.3 31.4 31.5 31.6
maatgevende continu 1) 2) milieuaspecten factor
3)
4+ 3 4+ 3
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
8
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit
categorie
maatgevende continu 1) 2) milieuaspecten factor
32
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO- EN TELEXCOMMUNICATIE-APPARATUUR EN – BENODIGDHEDEN
3
G/Gr/S/R/V
-
33
2 VERVAARDIGING VAN MEDISCHE APPARATEN/INSTRUMENTEN, ORTHOPEDISCHE ARTIKELEN E.D., PRECISIE- EN OPTISCHE INSTRUMENTEN EN UURWERKEN
G/Gr/R
-
34
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS Vervaardiging van auto's (incl. assemblage) Carrosseriebouw en vervaardiging van aanhangwagens en opleggers algemeen caravans, kampeerwagens en aanhangwagens voor personenauto's Vervaardiging van auto-onderdelen en -accessoires
4+ 3
G/Gr
-
3
G/V
-
3 4+
G/Gr/R/S
-
3 4+
G/Gr/S/V
-
G/Gr/V
-
34.1 34.2
34.3 35 35.1 35.2
35.3 35.4/ 35.5 36 36.1
36.2 36.3 36.4/ 36.5 36.6
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS) Scheepsbouw en scheepsreparatie houten en kunststofschepen overig Vervaardiging van rollend spoor- en tramwegmaterieel algemeen beproeven van verbrandingsmotoren met voorzieningen of installaties voor het afremmen van een gezamenlijk motorisch vermogen van 1 MW of meer Vervaardiging van vlieg- en ruimtevaartuigen (incl. reparatie) algemeen zonder proefdraaien motoren Vervaardiging van rijwielen, motorrijwielen en invalidenwagens en van overige transportmiddelen VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN 4) N.E.G. Vervaardiging van meubels houten of metalen meubels algemeen indien met lakspuiterij kunststof meubels rietmeubels en matrassen meubelstoffeerderijen overige meubels Vervaardiging van sieraden e.d. Vervaardiging van muziekinstrumenten Vervaardiging van spellen, speelgoed- en sportartikelen
4+
4+ 3
3)
3* 3 4+ 3 1 2 2 3 3
G/S/R/V G/Gr/S/R/V
-
G/Gr/R/S/V G/Gr/R G/Gr/R G G/Gr/V
-
4+ 3) 3* 3 3
Gr/V G/Gr/S/R/V G/Gr/V
-
4)
Vervaardiging van overige goederen n.e.g. vervaardiging van linoleum en vloerzeil sociale werkplaatsen idem, met lakspuiterij 4) vervaardiging van overige goederen n.e.g.
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit 37 37.1 37.2 45 45.1/ 45.2
45.3
45.4
45.5 50 50.1
50.2
50.3
50.4
50.5
VOORBEREIDING TOT RECYCLING Voorbereiding tot recycling van metaalafval herwinning van ijzer en staal (o.a. autoshredders) sorteren van oud ijzer Voorbereiding tot recycling van overig afval BOUWNIJVERHEID Bouwrijp maken van terreinen Burgerlijke en utiliteitsbouw; grond-, water- en wegenbouw (excl. grondverzet) algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 1000 m² bedraagt Bouwinstallatie loodgieters- en fitterswerk, installatie van centrale verwarmings- en luchtbehandelingsapparatuur en sanitair, isolatiewerkzaamheden indien met spuiterij elektrotechnische installatie Afwerken van gebouwen schilderen, glaszetten, afwerken van vloeren en wanden, stukadoren en overige afwerking indien het bedrijfsoppervlak minder dan 1000 m² bedraagt woningstoffeerderijen Verhuur van bouw- en sloopmachines met bedienend personeel HANDEL IN EN REPARATIE VAN AUTO'S EN MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATION Handel in en reparatie van auto's groothandel in auto's (incl. import) idem, indien het bedrijfsoppervlak minder dan 2000 m² bedraagt detailhandel in auto's detailhandel in vrachtauto's autoreparatiebedrijven algemeen reparatie van vrachtwagens Overige handel en reparatie van auto's tectyleerinrichtingen, autoplaatwerkerijen, autospuitinrichtingen autobeklederijen autowasserijen sleepbedrijven van voertuigen overig onderhoud en reparatie Handel in auto-onderdelen en -accessoires groothandel indien het oppervlak minder dan 2000 m² bedraagt detailhandel Handel in en reparatie van motorfietsen en onderdelen en accessoires groothandel indien het oppervlak minder dan 2000 m² bedraagt detailhandel of reparatie Benzine-servicestations algemeen
9
categorie
maatgevende continu 1) 2) milieuaspecten factor
4+ 3 4+
G G/R/S/V
C -
3 2
G/S/R G/S
-
2
G/R
-
3 2
G/Gr/R G/R
-
3
G/Gr/S/R
-
2
G/Gr/R/S
-
1 3
G/V
C
3 2
G/V G
-
2 3 2 3
G G/Gr/V G/R/V G/Gr/V
-
3
G/Gr/R/V
-
1 3 3 2
G/V G G/R/V
C -
3 2 2
G/V G G
-
3 2 2
G/V G G
-
3
V
-
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit -
indien het bedrijfsoppervlak minder dan 200 m² bedraagt indien verkoop LPG
categorie
maatgevende continu 1) 2) milieuaspecten factor
2
G/Gr/R/V
-
3
R/V
-
2
G/Gr/S/R
-
3
Gr/G/R/S/V
-
3
G/S/R/V
-
3
G/Gr/V
-
2 3 3
G/Gr/R/S/V G/Gr/V Gr/V
C -
3 2
G/R/V G
-
3 3 2
R/V G G
-
3
G/Gr/R/V
-
4+ 3
G/S/V
-
2
Gr
-
3
Gr/R
-
R
-
3)
GROOTHANDEL (EXCL. AUTO'S EN MOTORFIETSEN) Groothandel in landbouwprodukten en levende dieren 51.21/ Granen, zaden en veevoeders, bloemen en planten 51.22 akkerbouwprodukten algemeen assortiment, fijne zaden en peulvruchten, bloemen, planten en tuinbenodigdheden zaaigoed en pootgoed, hooi en stro, meng-, kracht- en ruwvoeder, meststoffen (niet explosief) en granen algemeen indien op- of overslag van granen, meelsoorten, zaden, gedroogde peulvruchten, maïs of derivaten daarvan of veevoeder met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer opslag met koelinstallaties met een koelvermogen van 300 kW of meer dierlijke en plantaardige oliën en vetten, oliehoudende grondstoffen 3) akkerbouwprodukten n.e.g. 51.23 Levende dieren 51.24/ Huiden, vellen, leder, ruwe tabak 51.25 51.3 Groothandel in voedings- en genotmiddelen algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 2000 m² bedraagt 51.4 Groothandel in overige consumentenartikelen vuurwerk en munitie overige idem, indien het bedrijfsoppervlak minder dan 2000 m² bedraagt 51.5 Groothandel in intermediaire goederen (excl. agrarische), afval en schroot 51.51 Brandstoffen en andere minerale olieprodukten minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) vaste brandstoffen · algemeen · indien het opslagterrein kleiner is dan 2500 m² vloeibare brandstoffen · ondergrondse opslag met een capaciteit 3 van minder dan 1.000 m · bovengrondse opslag van vloeistoffen met een capaciteit van minder dan 3 1.000 m 3 · opslag met een capaciteit van 1.000 m of meer gasvormige brandstoffen opslag van gasflessen met een capaciteit van 10 3 à 50 m 51.52 Metalen en metaalertsen algemeen
51 51.2
10
4+
4+ 4+ 3 4+
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit non-ferrometalen en halffabrikaten Hout en bouwmaterialen grond, zand en grind met een oppervlakte van 1000 m² of meer, verf en verfwaren overige idem, indien het bedrijfsoppervlak minder dan 200 m² bedraagt 51.54 IJzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 2000 m² bedraagt 51.55 Chemische produkten chemische grondstoffen en chemicaliën voor industriële toepassing algemeen op- of overslag van brandbare explosieve, sterk prikkelende of giftige gassen: zie gasvormige brandstoffen (51.51) bestrijdingsmiddelen · algemeen · indien de oppervlakte van de opslagruimte minder dan 300 m² bedraagt · indien de oppervlakte van de opslagruimte minder dan 600 m² bedraagt en een automatische gasblusinstallatie wordt toegepast · indien de opslagcapaciteit minder dan 10 ton bedraagt kunstmeststoffen rubber 51.56 Overige intermediaire goederen textielgrondstoffen en -halffabrikaten papier en karton indien het bedrijfsoppervlak minder dan 2000 m² bedraagt overige 51.57 Afval en schroot autosloperij, op- en overslag alsmede sorteren van oud ijzer, schroot, puin, glas en hout (excl. radioactief afval) op- en overslag van dierlijk afval overige indien het bedrijfsoppervlak minder dan 2000 m² bedraagt Groothandel in machines, apparaten en toebehoren machines voor de bouwnijverheid overige, indien het bedrijfsoppervlak minder dan 2000 m² bedraagt Overige gespecialiseerde groothandel en groothandel met algemeen assortiment algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 2000 m² bedraagt
11
categorie
maatgevende continu 1) 2) milieuaspecten factor
3
G/V
-
3
G/R/S/V
-
3 2
G/R/S/V G/R/S
-
3 2
G/R/V G
-
4+ 3
R
-
3
R
-
2
R
-
3 3
S/R G/Gr/V
-
3 3 2
Gr/V G/R/V G
-
2
G/Gr/R/V
-
3
G/R/V
-
4+ 3 2
G/R/V G
-
3 2
G/V G
-
3 2
R/V G/R
-
51.53
51.6
51.7
4+
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit
12
categorie
maatgevende continu 1) 2) milieuaspecten factor
2 1
G -
-
3 4+
G/V
C
2
-
C
3 2 3
G/Gr/R/V G G/V
C C C
3 2
G/V -
C C
3 2
G/V G
C -
3
G
C
3 2 2 3 2
G/V G G/V G/V G
C -
72.5
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIEBUREAUS E.D. Onderhoud en reparatie van computers en kantoormachines
1
G
-
73 73.1
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk
3
R
-
74 74.4 74.7
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING Reclamebureaus e.d. Reiniging van gebouwen en transportmiddelen e.d. glazenwasserijen en schoonmaakbedrijven/schoorsteenvegers ongediertebestrijding en ontsmetting schoonmaken van schepen 3) schoonmaakbedrijven n.e.g.
2
-
-
2
G
C
3 4+ 1
R
-
-
-
52 52.7
60 60.2
63 63.2 63.4 64 64.12
71 71.1
71.2 71.3 71.4
72
DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN Reparatie t.b.v. particulieren rijwielreparatie overige VERVOER OVER LAND Vervoer over de weg algemeen indien stalling van vrachtauto's met koelinstallaties in de open lucht of indien schoonmaken tanks taxibedrijven met een bedrijfsoppervlak van minder dan 1000 m² DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER 3) Overige dienstverlening t.b.v. het vervoer n.e.g. algemeen caravan- en fietsenstalling Expediteurs, cargadoors en bevrachters; weging en meting POST EN TELECOMMUNICATIE Koeriersdiensten algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 1000 m² bedraagt VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES EN OVERIGE ROERENDE GOEDEREN Autoverhuur algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 1000 m² bedraagt Verhuur van overige transportmiddelen Verhuur van machines en werktuigen algemeen kantoormachines en computers Verhuur van overige roerende goederen algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 2000 m² bedraagt
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit 74.8 90
93
Overige zakelijke dienstverlening foto-ateliers MILIEUDIENSTVERLENING afvalwaterinzameling en -behandeling · rioolgemalen · rioolwaterzuiveringsinrichtingen afvalinzameling · algemeen · vuiloverslagstations afvalbehandeling (voor op- en overslag van afvalstoffen zie SBI-code 51) · algemeen · vuilverbranding, mechanische afvalscheiding, compostering in de open lucht, kabelbranderijen verwerking van dierlijk afval: zie SBI-code 15.1/15.7 grondreiniging algemeen indien breken, malen, zeven of drogen van grond of puin verwerking van radioactief afval OVERIGE DIENSTVERLENING 93.01 Reinigen van kleding en textiel wasserijen, linnenverhuur, tapijtreiniging stoppage- en oppersinrichtingen, wassalons, wasserettes chemische wasserijen en ververijen, wasverzendinrichtingen
13
categorie
maatgevende continu 1) 2) milieuaspecten factor
1
-
-
2 4+
Gr
C
3 4+
G/V
-
3 4+
G/Gr/S/R/V
-
3 4+ 4+
G/Gr/S/V
-
3 1
G/Gr/V -
C -
2
G/Gr/R/V
-
II. INDELING OP GROND VAN HET OPGESTELDE VERMOGEN
Omschrijving A.
B.
15
categorie
Inrichtingen die in de bedrijvenlijst van hoofdstuk I zijn ingedeeld in de categorie 4+ en waarvan de categorie-indeling is gekenmerkt met 4+*: indien het opgestelde elektromotorisch vermogen kleiner is dan 300 kW maar minimaal 20 kW indien het opgestelde elektromotorisch vermogen kleiner is dan 20 kW
2
Inrichtingen die in de bedrijvenlijst van hoofdstuk I zijn ingedeeld in de categorie 3 en waarvan de categorie-indeling is gekenmerkt met 3*: indien het opgestelde elektromotorisch vermogen kleiner is dan 20 kW
2
3
Bijlage 2. Woonschepen en zomerhuizen waarvoor door Gedeputeerde Staten ontheffing is verleend Woonschepen naam eigenaar
geboortedatum
Van Wijk – Klein, M.C.
10 juli 1953
geboorte plaats
Den Haag
naam schip afmetingen lxbxh
Rielo
ligplaats en kadastraal nr.
11.00x3.60x2.95 m
Goes, S.M.C.
4 december 1940
Amersfoort
Pietje Bel
13.50x3.05x2.40 m
Croes, P.A.
16 oktober 1952
Amsterdam
La Cruche Cassée
13.50x4.25x3.10 m
Zandvliet, N.M.
De Gulden 18 december 1939 Rijpwetering Gave
11.20x4.00x2.85 m
in molenboezem van Waterloospolder, sectie E4 nr. 93; langs zuidoostelijke oever voor perceel, sectie nr. 879 in molenboezem van Waterloossectie E nr. 93, langs zuidoostelijke oever voor perceel, sectie nr. 879 de Boekhorstervaart, sectie F4 nr.3, langs de zuidelijke oever voor het perceel, sectie F4 nr. 1006 een haventje langs de noordelijke oever van de Sever, in het perceel sectie A nr. 270
nr. voorontheffing zieningen WU 43
geen
WU 44
geen
WU 123
geen
WU 52
geen
Zomerhuizen eigenaar P.H. Langeveld Erasmusweg 937 2532 RS Den Haag M.A.C. Jansen-Spruit Plantage 73 2377 AE Oude Wetering
geboorte -datum afmetingen n.b. 5,75x3,5 hoogte 2,5 plat dak 12-08-1949 (7,25x7,15)+(2x4,4)+ (2,4x0,65) hoogte 2,2 zadeldak
kadaster voorzieningen E 757 schuurtje 2,5x4 hoogte 2,1 plat dak E 928
botenloods 6,65x6.65 hoogte 2,5 plat dak
J.L.H. Straathof Achterdijk 10 2375 XJ Rijpwetering J.L.H. Straathof Achterdijk 10 2375 XJ Rijpwetering
04-02-1933
4,5x5 hoogte 2,3 zadeldak
E 992
blokhut 2x3 hoogte 1,8
04-02-1933
(6,4x7,5)+(7,2x3,9) hoogte 2,7 ged. zadeldak
E 96
botenloods 14x3 hoogte 2,2 plat dak
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
opmerkingen schuurtje deels op perceel E 71 (eigenaar: J.L.H. Straathof, Achterdijk 10) botenloods deels op perceel E 991 (eigenaar: J.J.M. Jansen, Plantage 73, geb.datum 2009-1944)
zomerwoning deels op perceel E 992
103.7913.00
Themakaarten 1.
Gebieden met belangrijke natuurwaarden.
2.
Ecologische verbindingszone.
3.
Waardering ontsluiting.
4.
Kerngebieden recreatie.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
1
103.7913.00